2O.7OO GEPLANDE AANWERVINGEN IN fRANS

Toelichting en
samenvatting
Juni 2014
nr.01
Samenvatting
P.1 Eén op vijf bedrijven neemt zich
voor om in 2014 personeel aan te
werven
P.4 De beroepsfamilies van de tertiaire
sector zijn het meest gezocht in de
Frans-Belgische grensstreek
P.2 Zeven geplande rekruteringen op
tien aan Vlaamse kant
P.4 Voor alle bedrijven worden
de rekruterings- moeilijkheden
aanzienlijk kleiner
P.2 Grotere behoefte in de tertiaire
sector in de grensstreek aan Waalse
kant
P.6 18% van de projecten houdt
verband met een seizoensactiviteit in
de Frans-Belgische grensstreek
enquete ‘Behoefte aan arbeidskrachten 2014’
20.700 geplande aanwervingen
in Frans-Belgische grensstreek
JEAN-MICHEl landas, Studiedienst, monitoring en toekomstgerichtheid
Met 26.000 Noord-Fransen die in België komen werken en 10.000
Belgen die de omgekeerde beweging maken, is de grens tussen de
regio Nord-Pas de Calais en België een van de meest doorlaatbare
van het land op het gebied van woon-werkverkeer .
1
Eén op vijf bedrijven
neemt zich voor om
in 2014 personeel
aan te werven
Zo’n 7.400 bedrijven in de Frans-Belgische
grensstreek zijn van plan om in 2014
werknemers aan te werven. Hoewel we
om methodologische redenen voorzichtig
moeten zijn bij het vergelijken van het
Belgische en het Franse onderzoek, is het
toch interessant hun belangrijkste resultaten
met elkaar te vergelijken en op basis daarvan
enkele vaststellingen te doen. In België zijn
meer dan twee bedrijven op tien van plan
om dit jaar medewerkers te rekruteren.
De bedrijven rekruteren er in 2014 meer
personeel dan in 2013. Dit jaar voert Aat de
ranglijst aan van de centra die het grootste
aantal werknemers gaan rekruteren, met
meer dan één kwart van de bedrijven die
rekruteren; Doornik komt op de tweede
plaats, ondanks een lichte toename van het
aantal rekruterende bedrijven. De vier centra
in Vlaanderen bekleden de laatste plaatsen
wat betreft het aantal rekruterende bedrijven.
1
Zo’n 25% van de werkgevers in Picardisch
Wallonië overweegt werknemers in dienst te
nemen, tegenover 21% in Vlaanderen.
Globaal houdt de rekruteringsbereidheid
verband met de grootte en de
activiteitensector van een onderneming. Op
alle geografische niveaus, zowel in België als
in Frankrijk, stellen we vast dat hoe groter
bedrijven zijn, hoe vaker ze gaan rekruteren
(Cf. grafiek 1, pagina 2). Enige uitzonderingen:
in de regio Nord-Pas de Calais rekruteren
bedrijven met 1 tot 4 werknemers minder
vaak dan bedrijven zonder werknemers en
in het gebied rond Moeskroen rekruteren
bedrijven met 100 tot 199 werknemers
minder dan die met 50 tot 99 werknemers.
Bedrijven in de productiesector
rekruteren vaker
Wat betreft de verschillen per
activiteitensector (Naf A05) stellen we vast
dat zowel in de Frans-Belgische grensstreek
als in de regio Nord-Pas de Calais bedrijven
in de productiesector vaker van plan zijn
te rekruteren, net als in 2013. In Frankrijk
worden ze gevolgd door bedrijven in de
agrovoedingsindustrie en de landbouw, terwijl
INSEE/POLE EMPLOI/EURESCHANNEL Profielpagina’s nr. 149, februari 2014
De ‘Frans-Belgische grensstreek’ is de Belgische grensstreek van de regio Nord-Pas de Calais die de 68 Belgische
gemeenten omvat van het gebied van de Eurometropool Lille-Kortrijk-Tournai. Die gemeenten werden ingedeeld per groot
geografisch gebied, volgens een indeling die zo dicht mogelijk in de buurt komt van de in België gebruikte indeling in
arrondissementen (cf. inzet: Methodologie, pagina 8).
2
statistieken, studies en evaluatie
Bijna driekwart van de Franse
grensarbeiders die in België werken,
wonen in de regio Nord-Pas de Calais.
Dit illustreert het belang van de
uitwisselingen in dit deel van de Belgische
grensstreek met Frankrijk. Dankzij de
geografische toegankelijkheid en het dichte
economische weefsel evenals de beduidend
lagere werkloosheid in vergelijking met
Frankrijk is dit een aantrekkelijk gebied op
het vlak van werkgelegenheid. Terwijl de
werkloosheid in de regio Nord-Pas de Calais
13% bedraagt, komt die uit op 11,3% in
Wallonië en op 5% in Vlaanderen. Daarom
is de kennis van de grensoverschrijdende
arbeidsmarkt voor de Belgische en Franse
openbare diensten voor tewerkstelling een
handig instrument voor werkzoekenden om
hun geografisch zoekgebied uit te breiden.
De peiling naar de behoefte aan
arbeidskrachten (cf. inzet: Methodologie,
pagina 8), uitgevoerd door Pôle emploi
in het kader van EuresChannel, laat
toe, door bedrijven aan weerszijden
van de grens te bevragen over hun
rekruteringsplannen voor 2014, om de
geografische mobiliteit te bevorderen
door de mogelijkheden en opportuniteiten
beter in de verf te zetten. Werkgevers in
de Frans-Belgische grensstreek2 gaven in
januari 2014 aan dat ze samen, voor het
lopende jaar, zo’n 20.700 aanwervingen
plannen. De behoeften van de bedrijven
in deze Belgische grensstreek zijn soms
verschillend en soms ook complementair
aan die van bedrijven in de regio Nord-Pas
de Calais
2
in de Frans-Belgische grensstreek bedrijven
in de dienstensector op de tweede plaats
komen. Dit verschil wordt verklaard door
het feit dat bedrijven zonder werknemers in
België niet in het onderzoek zijn opgenomen,
terwijl dergelijke bedrijven talrijk zijn in de
landbouw en vaak seizoenwerkers aanwerven
in bepaalde periodes van het jaar. Net als in
de regio Nord-Pas de Calais komen bedrijven
in de bouwsector in de Frans-Belgische
grensstreek op de 5de plaats. In Vlaanderen
rekruteren dienstenbedrijven vaker, terwijl
het in Wallonië veeleer om bedrijven in de
productiesector gaat.
Een hoog percentage rekruterende bedrijven
betekent echter niet noodzakelijk dat ook het
aantal geplande rekruteringen hoog is.
aanwervingen stijgt met 4.450 in één jaar in
de grensstreek aan Vlaamse kant en met 460
in de grensstreek met Picardisch Wallonië.
In vergelijking met 2013 daalt het aantal
rekruteringsintenties in slechts één gebied
(Veurne).
Zeven geplande
rekruteringen op
tien aan Vlaamse
kant
Bedrijven in de regio Nord-Pas de Calais van
hun kant plannen 80.500 werknemers aan
te werven, of 2.800 meer dan in 2013. Twee
derden daarvan zijn geconcentreerd in de
gebieden die aan België grenzen (Dunkerque,
Flandre-Lys, Lille, Versant Nord-Est RoubaixTourcoing, Douai, Valenciennes en SambreAvesnois).
Kortrijk en Roeselare zijn de grote
rekruteringsgebieden
Meer dan de helft van de geplande
aanwervingen bij bedrijven in de Belgische
grensstreek concentreert zich in de gebieden
Kortrijk en Roeselare. Dit jaar is er een
grote toename van het aantal geplande
aanwervingen in de Frans-Belgische
grensstreek (+27%). De grootste toename
noteren we in Roeselare (cf. kaart 1, pagina 3).
De bedrijven in de Belgische grensstreek
overwegen om in 2014 samen zo’n 20.700
werknemers aan te werven, waarvan 70%
in de grensstreek aan Vlaamse kant, of
14.500 aanwervingen tegenover 6.200
voor Picardisch Wallonië (er werden meer
Vlaamse dan Waalse bedrijven bevraagd).
In 2013 situeerden twee derden daarvan
zich in Vlaanderen. Het aantal geplande
Net als in 2013 gaat één derde van de
rekruteringsprojecten in de Belgische
grensstreek uit van kleine ondernemingen
(1 tot 9 werknemers). Ook in de regio
Nord-Pas de Calais is één derde van de
rekruteringsprojecten afkomstig van de
kleinste ondernemingen (minder dan 10
werknemers), maar dit omvat ook de
projecten van bedrijven zonder werknemers.
In één jaar stijgt het aantal
rekruteringsprojecten in de FransBelgische grensstreek, getrokken door
Vlaanderen, in alle bedrijven, ongeacht
hun grootte. De tendens is verschillend in
Waalse ondernemingen waar het aantal
rekruteringsprojecten afneemt in bedrijven
met 20 tot 99 werknemers en in die met
meer dan 200 werknemers.
Grotere behoefte in
de tertiaire sector
in de grensstreek
aan Waalse kant
In de Frans-Belgische grensstreek vinden
we gemiddeld 42% van de geplande
aanwervingen in de dienstensector
(tegenover twee derden in de Franse
regio). De dienstensector doet het beter
in de grensstreek aan Waalse kant dan
in Vlaanderen. In de Waalse zone is die
dienstensector goed voor de helft van de
rekruteringsplannen in 2014, tegen vier
op tien in de andere Belgische regio. Net
als in 2013 zorgt één enkel segment van
In 2014
worden 20.700
rekruteringen bij
bedrijven van de
Belgische grensstreek
gepland.
grafiek 1
Aandeel van de rekruterende bedrijven volgens grootte (in %)
100 95
90 88
80 72
70 66
60
20 46
41
40 38
26
10 27
17
14
15
12
30
34
36
48
40
67
Belgisch-vlaamse
grensstreek
49
Picardisch
Wallonïe
25
18
0 0 werknemer
1à4
werknemers
5à9
werknemers
10 à 19
werknemers
Regio NordPas de Calais
België
77
54
53
50 30 67
79
72
89
20 à 49
werknemers
50 à 99
werknemers
100 à 199
werknemers
200 werknemers
of meer
3
kaart 1
Spreiding en jaarlijkse evolutie van de geplande rekruteringen bij bedrijven in de
Frans-Belgische grensstreek in 2014
Belgisch-Vlaamse
Grensstreek
(Veurne, Ieper, Roeselare, Kortrijk)
14.487 geplande aanwervingen
Var : +3,6%
Veurne
1.563
geplande
aanwervingen
Var : -3,6%
uitleg
pictogrammen
Moeilijke projecten > 33%
Roeselare
4.977 geplande aanwervingen
Var : +58,8%
Grensstreek
Picardisch Wallonië
(Moeskroen, Doornik, Aat)
6.231 geplande aanwervingen
Var : +8%
Seizoensgebonden projecten
> 18%
Ieper
1.796 geplande
aanwervingen
Var : +17,2%
Nord-Pas de Calais
80.511 geplande aanwervingen
Var : +3,6%
Kortrijk
6.207 geplande aanwervingen
Var : +45,3%
Moeskroen
1 754 geplande aanwervingen
Var : +3,0%
Belgische Grenszone
20.718 geplande aanwervingen
Var : +27%
Aat
1.532 geplande aanwervingen
Var : +7,3%
Doornik
2.945 geplande aanwervingen
Var : +11,7%
Aantal geplande aanwervingen
2 000
3 000
4 000
de dienstensector ervoor dat dit verschil
gevoelig groter wordt: menselijke gezondheid
en sociale actie. In Wallonië gaat het om 19%
van de rekruteringsprojecten tegen 13% in
Vlaanderen.
Ongeacht of ze in Vlaanderen of Wallonië
zijn gevestigd, bedrijven in de productiesector
hebben de grootste rekruteringsintenties
na die van de dienstensector. Zowel in
Vlaanderen als in Wallonië situeert één
op vijf rekruteringsprojecten zich in de
productiesector. Ongeacht het beschouwde
geografische niveau is de bouwsector het
minst van plan om werknemers in dienst te
nemen.
Dit jaar zijn de productiesector, de
bouwsector en de agrovoedingsindustrie en
landbouw met hun drieën goed voor 43%
van de behoeften in Vlaanderen tegen slechts
38% in het andere landsdeel. De tertiaire
sector (diensten en handel samen) bekleedt
een belangrijker plaats in Picardisch Wallonië
dan in de grensstreek aan Vlaamse kant.
In 2013 zag de tendens er iets anders
uit: de handel bekleedde de 4de plaats
in de grensstreek aan Vlaamse kant en
klom naar de 3de plaats door het aantal
rekruteringsprojecten te verdubbelen; in
Wallonië klimt de productiesector van de 3de
naar de 2de plaats (cf. grafiek 2, pagina 4).
Vijf gedetailleerde activiteitensectoren
cumuleren de meeste rekruteringsprojecten
in de Belgische grensstreek: menselijke
gezondheid en sociale actie, de
agrovoedingsindustrie, het hotel- en
restaurantwezen, de kleinhandel
en, tot slot, wetenschappelijke,
technische en administratieve diensten
(veiligheid, schoonmaak van lokalen,
technische autokeuring, juridische of
boekhoudkantoren…). Ze zijn goed voor
de helft van de rekruteringsprojecten in
de grensstreek. Terwijl het palmares in de
grensstreek aan Vlaamse kant hetzelfde is,
verschilt het ietwat in Wallonië waar de
farmaceutische en chemische industrie de
5de plaats inneemt ten koste van het hotelen restaurantwezen.
Productiesector en
agrovoedingsindustrie beter
vertegenwoordigd in België
De regio Nord-Pas de Calais is een gebied
waar de tertiaire sector, meer bepaald de
dienstensector, een belangrijkere plaats
inneemt qua rekruteringsplannen dan in de
Belgische grensstreek. Omgekeerd bieden de
productiesector en de agrovoedingsindustrie
meer mogelijkheden in de Belgische
grensstreek dan in voornoemde Franse regio.
42%
aanwervingsprojecten
zijn in de
dienstensector
4
De vijf gedetailleerde sectoren die de
meeste rekruteringsintenties samenbrengen,
concentreren die veeleer in de regio
Nord-Pas de Calais dan in de Belgische
grensstreek (grotere concentratie met 8
punten). De sectoren menselijke gezondheid
en sociale actie evenals wetenschappelijke,
technische en administratieve diensten
rekruteren het meest aan de Franse kant
van de grens. Daarna komen de publieke
administratie/het onderwijs, de overige
diensten en de kleinhandel. Aan de andere
kant van de grens gaat het integendeel
om menselijke gezondheid en sociale actie
en de agrovoedingsindustrie. Ze worden
gevolgd door de detailhandel, het hotel- en
restaurantwezen en de wetenschappelijke,
technische en administratieve diensten.
minder groot in Wallonië dan in Vlaanderen
(70 tegen 76, op een totaal van 82) (cf. tabel
1, pagina 5).
in het sociaal en medisch-sociaal
segment (verplegers, vroedvrouwen en
ziekenverzorgers). Ook twee beroepsfamilies
in de industrie zijn zeer gegeerd: al dan niet
geschoolde arbeiders in de procesindustrieën
(chemische en plastische nijverheid,
agrovoedingsindustrie, staalnijverheid…).
Elf van de vijftien meest gezochte
beroepsfamilies in 2014 zijn dezelfde als in
2013 en vier nieuwe families duikelen deze
‘top 15’ binnen: bestuurders van voertuigen,
huispersoneel, geschoolde arbeiders in
goederenbehandeling en handelsattachés.
Van de vijftien beroepsfamilies die in de
Belgische grensstreek het meest worden
gezocht, vinden we er in 2014 twaalf terug
in zowel Vlaanderen als Wallonië. Van de
meest gezochte families in Vlaanderen,
komen er drie niet langer voor bij de
meest gezochte families in Picardisch
Wallonië: huispersoneel, groentetelers/
tuiniers/wijnbouwers en landbouwers/
fokkers/bosbouwers/houthakkers. Drie van
de meest gezochte families in Wallonië,
zijn dat niet in Vlaanderen: professionele
medewerkers op het vlak van sociale actie en
oriëntering, thuiszorg en huishoudhulp alsook
handelsattachés.
De beroepsfamilies
van de tertiaire
sector zijn het
meest gezocht in
de Frans-Belgische
grensstreek
In de Frans-Belgische grensstreek
zijn zes rekruteringsprojecten op tien
geconcentreerd in de vijftien meest gezochte
beroepsfamilies in 2014. De meeste daarvan
zijn nadrukkelijker aanwezig in de tertiaire
sector, zoals verkoop, toerisme en diensten
(verkopers, koks, onderhoudspersoneel,
bestuurders van voertuigen…) en
Er is een verband tussen deze beroepsfamilies
en de specifieke sectorkenmerken van
beide regio’s. In de vijftien meest gezochte
beroepsfamilies in Wallonië vinden we een
hoger percentage rekruteringsintenties dan
in Vlaanderen (64% tegen 60%). Zo is de
diversiteit van gezochte beroepsfamilies
Al dan niet geschoolde arbeiders in de
verwerkende sectoren, ongeschoolde
arbeiders in goederenbehandeling, bedienden
en toezichthouders in het hotel- en
restaurantwezen en geschoolde arbeiders
in de procesindustrieën worden vaker
gezocht in de Frans-Belgische grensstreek
dan in de regio Nord-Pas de Calais.
Omgekeerd is men in Frankrijk meer op
zoek naar onderhoudspersoneel, kassiers
en werknemers in zelfbedieningswinkels,
thuiszorgpersoneel, administratieve
bedienden voor bedrijven en informaticaingenieurs. Het feit dat dit ook geldt voor
professionele medewerkers in cultuur- en
sportactiviteiten en voor toezichthoudend
personeel heeft te maken met het
onderzoeksterrein, daar deze beroepsfamilie
voornamelijk wordt gerekruteerd door de
lokale besturen die in België echter niet
deelnemen aan het onderzoek.
Aan beide kanten van de grens
vertegenwoordigen de vijftien meest
gezochte families alleen al 60% van alle
rekruteringsprojecten. Drie families die in de
regio Nord-Pas de Calais worden gezocht,
worden helemaal niet gezocht in de Belgische
grensstreek: bank- en verzekeringstechnici,
onthaalmoeders en zeelieden/vissers/
viskwekers.
grafiek 2
Gewicht van de grote sectoren in de rekruteringsplannen volgens
geografisch gebied (in %)
100 Regio NordPas de Calais
90 80 België
67
70 60
50
42
40
40
Belgisch-vlaamse
grensstreek
Picardisch
Wallonïe
30 21 21 22
20 10 49
14
5
6
7
4
15
12
8
8
12 17
18
14
0 Bouw
Voedingsmiddelenindustrie
en landbouw
Verwerkingsindustrie
Handel
Diensten
5
tabel 1
De vijftien beroepsfamilies met het grootste aantal geplande aanwervingen
in de Frans-Belgische grensstreek
Aantal
wervingsprojecten
% als moeilijk
beschouwde gebonden
% seizoen
gebonden projecten
1.683
15%
25%
Verkopers
1.392
16%
17%
Niet-geschoolde arbeiders goederenbehandeling
1.299
11%
28%
Bedienden en opzichters in de horeca
Niet-geschoolde arbeiders in de procesindustrie
1.023
32%
34%
Koks
939
44%
33%
Kassiers, bedienden in een zelfbedieningszaak
687
7%
16%
Geschoolde arbeiders in de procesindustrie
660
52%
30%
Onderhoudspersoneel
652
22%
10%
Chauffeurs
645
35%
8%
Groentekwekers, tuiniers, wijnbouwers
609
29%
62%
Verpleegkundigen, vroedvrouwen
609
45%
11%
Dienstboden
607
49%
10%
Ziekenverzorgers
521
5%
7%
Geschoolde arbeiders goederenbehandeling
438
25%
13%
Handelsattachés en vertegenwoordigers
438
36%
1%
20.718
33%
18%
Ensemble des 82 familles de métiers professionnelles
Percentage moeilijke gevallen boven het gemiddelde
Percentage seizoengebonden gevallen boven het gemiddelde.
Voor alle bedrijven
worden de
rekruteringsmoeilijkheden
aanzienlijk kleiner
er vier een moeilijkheidsgraad boven het
gemiddelde: Kortrijk, Aat, Ieper en Roeselare.
Van de grensgebieden aan Franse kant
hebben er vijf een moeilijkheidsgraad boven
het gewestelijk gemiddelde (33%); alleen
Flandre Lys en Duinkerke verkeren niet in dit
geval, net als het naburige Veurne.
De werkgevers oordelen dat 33% van alle
rekruteringen als moeilijk kan worden
bestempeld, zoals in de regio Nord-Pas de
Calais, i.e. een afname met 11 punten in
vergelijking met 2013. Deze daling geldt
zowel voor bedrijven die Franse werknemers
in dienst hebben als voor bedrijven zonder
Franse werknemers. Ze raakt alle grote
schijven en ook alle activiteitensectoren (nog
sterker in de handel met een daling met 16
punten).
Vlaamse bedrijven zijn van oordeel dat
meer dan één derde (35%) van hun
rekruteringsintenties moeilijk is, een veel
hoger cijfer dan bij Waalse bedrijven
waar het slechts gaat om 28% van de
rekruteringsprojecten. Zoals in 2013 zijn de
rekruteringsmoeilijkheden veelal groter in
regio’s met een lage werkloosheid.
Uiteenlopende
rekruteringsproblemen
in de verschillende
activiteitensectoren
Zowel in de Frans-Belgische grensstreek
als in Noord-Frankrijk worden niet alle
activiteitensectoren even hard getroffen
door rekruteringsproblemen. In beide
geografische gebieden zijn de bouwsector
en de productiesector de sectoren die de
grootste moeilijkheden ondervinden met
cijfers boven het gemiddelde. De handel
wordt dan weer minder getroffen door
rekruteringsmoeilijkheden. Gaan we de
zaken meer in detail bekijken, dan stellen
we vast dat vier sectoren een meerderheid
hebben aan projecten die ze als moeilijk
beschouwen: autohandel en –reparatie, de
industrie van textiel/kledij/leder/schoenen, de
metaalnijverheid en de bouwsector.
Van de zeven Belgische gebieden hebben
In Frankrijk nemen de moeilijkheden af
naarmate de onderneming groter is. Kleine
ondernemingen met 0 tot 9 werknemers
hebben de grootste rekruteringsmoeilijkheden,
die met 100 en meer werknemers de
kleinste moeilijkheden. In de Belgische
grensstreek maken we dezelfde vaststelling.
De moeilijkheidsgraad inzake rekrutering
bedraagt er 38% in bedrijven met minder
dan 50 werknemers, tegen 26% in die met 50
werknemers en meer.
33%
aanwervingsprojecten
worden als moeilijk in
de Belgische grensstreek
beschouwd
6
6 790
aanwervingsprojecten
worden als moeilijk in
de Belgische grensstreek
beschouwd
28%
eaanwervingsprojecten
zijn seizoensgebonden
projecten in
Nord – Pas de Calais ,
tegenover
18%
in Belgïe
Arbeiders gezocht!
LDe door de werknemers moeilijk geachte
rekruteringsprognoses hebben geen
betrekking op dezelfde beroepsfamilies aan
beide kanten van de grens en laten aldus
toe die verschillende moeilijkheden te
beschouwen als even zoveel kansen op werk
voor al wie bereid is de grens over te steken.
In de regio Nord-Pas de Calais kennen dertien
beroepsfamilies een moeilijkheidscijfer
boven het gemiddelde, tegen veertien in
de Frans-Belgische grensstreek. Onder
de tien beroepsfamilies met de hoogste
moeilijkheidscijfers vinden we vijf
beroepsfamilies van arbeiders (in de bouw
of de industrie) in België en slechts twee
in Frankrijk. We vinden bij die tien families
ook twee beroepsfamilies ‘informatica’ in de
regio Nord-Pas de Calais, en geen enkele in
België. Slechts twee beroepsfamilies vinden
we in beide landen terug: huispersoneel
en slagers/charcutiers/bakkers (cf. tabel
2, pagina 6). In Vlaanderen, een regio met
grote rekruteringsmoeilijkheden, vertonen
niet minder dan zestien beroepsfamilies
een moeilijkheidspercentage dat boven
het gemiddelde ligt van de Frans-Belgische
grensstreek, tegen slechts zeven in Picardisch
Wallonië. Van de beroepsfamilies die met
de grootste moeilijkheden kampen, vinden
we er vijf in de twee Belgische grensstreken:
geschoolde arbeiders metaalvormgeving,
geschoolde arbeiders ruwbouw,
onderwijspersoneel, geschoolde arbeiders
in de procesindustrieën en de verplegers/
vroedvrouwen.
18% van de
projecten houdt
verband met een
seizoensactiviteit
in de FransBelgische
grensstreek
In de Belgische grensstreek, waar de
verhouding seizoensgebonden rekruteringen3
in 2014 daalt, zijn rekruteringsprojecten
minder vaak het voorwerp van
seizoensgebonden rekruteringen dan in de
regio Nord-Pas de Calais (18% tegen 28%).
Vlaamse bedrijven maken vaker gebruik
van dit type rekruteringen dan bedrijven in
Wallonië: één op vijf tegen minder dan één
op tien in Wallonië.
Seizoensinvloeden ongelijk
verdeeld over het grondgebied
Hoewel de seizoeninvloeden in vergelijking
met 2013 dalen in het gebied Veurne,
blijven ze hoog. De toeristische activiteit,
gekoppeld aan de ligging aan de zee, is daar
tabel 2
De tien beroepsfamilies met de grootste rekruteringsmoeilijkheden
in de Frans-Belgische grensstreek*
Moeilijke
projecten
Totaal aantal
projecten
Moeilijkheidsgraad
Moeilijkheidsgraad in de
regio Nord-Pas de Calais
Geschoolde arbeiders ‘metaalvormgeving’
274
375
73%
58%
Geschoolde arbeiders ‘afbouw’ in de bouwsector
209
304
69%
53%
Geschoolde arbeiders ‘ruwbouw’ in de bouwsector
180
277
65%
45%
Geschoolde arbeiders ‘onderhoud’
133
233
57%
42%
Onderwijspersoneel
197
359
55%
64%
Geschoolde arbeiders ‘verwerkende sectoren’
341
660
52%
18%
Slagers, charcutiers, bakkers
142
278
51%
41%
Huispersoneel
300
607
49%
45%
Landbouwers, fokkers, bosbouwers, houthakkers
168
360
47%
19%
Verplegers, vroedvrouwen
276
609
45%
17%
6.788
20.718
33%
33%
Totaal van de 82 beroepsfamilies
* beroepsfamilies die ten minste 1% van het totaal van de rekruteringen vertegenwoordigen
3
Het percentage seizoensinvloeden wordt berekend door het aantal rekruteringen in verband met een seizoensgebonden activiteit in verhouding te brengen met het totaal aantal
aangekondigde rekruteringsprojecten. Een seizoensbehoefte is een rekrutering die beantwoordt aan een toename van de activiteit die jaarlijks in dezelfde periode terugkomt. Aldus is een
vervanging van een werknemer met verlof niet seizoensgebonden, daar er geen sprake is van een toename van de activiteit.
7
tabel 3
De tien beroepsfamilies met de meest seizoensgebonden geplande
aanwervingen in de Frans-Belgische grensstreek*
Projets
saisonniers
Projets
totaux
Taux
de saisonnalité
Landbouwers, veehouders, bosbouwers, houthakkers
245
360
68%
Groentekwekers, tuiniers, wijnbouwers
381
609
62%
Bedienden en opzichters in de horeca
343
1.023
34%
Koks
307
939
33%
Geschoolde arbeiders in de procesindustries
197
660
30%
Niet-geschoolde arbeiders goederenbehandeling
360
1.299
28%
Slagers, bereiders van fijne vleeswaren, bakkers
75
278
27%
Niet-geschoolde arbeiders in de procesindustrie
427
1.683
25%
Administratieve bedienden in bedrijven
56
301
19%
Verkopers
233
1.392
17%
3.704
20.718
18%
Totaal van de 82 beroepsfamilies
* beroepsfamilies die ten minste 1% van het totaal van de rekruteringen vertegenwoordigen
niet vreemd aan. Een tweede gebied in de
Frans-Belgische grensstreek dat de invloed
van de seizoenen voelt, is Ieper, met een kwart
seizoensgebonden projecten, net als in 2014.
Deze keer vinden we de verklaring veeleer in
de landbouw en de agrovoedingsindustrie.
Omgekeerd, in het gebied Doornik waar de
rekruteringsprognoses het minst vaak verband
houden met seizoensgebonden activiteiten,
treffen de seizoeninvloeden slechts zeven
beroepsfamilies: al dan niet geschoolde
arbeiders in de procesindustrieën, koks,
geschoolde arbeiders ‘metaalvormgeving’,
landbouwers, fokkers, bosbouwers en
houthakkers, verkopers en bestuurders van
voertuigen.
Voorts maken sommige sectoren vaker gebruik
van seizoenwerkers. Dit geldt bijvoorbeeld voor
de landbouw en de agrovoedingsindustrie,
waarvan de activiteit ook vaak plaats heeft
op het ritme van de landbouw, het hotel- en
restaurantwezen (zomerseizoen aan de kust),
maar ook voor de andere dienstenactiviteiten
(bv. attractieparken). Vijf sectoren kondigen
geen seizoensgebonden rekruteringen aan:
de overige verwerkingsindustrieën, de sector
van het transportmaterieel, de autohandel en
-reparatie, informatie & communicatie en de
vastgoedsector.
Landbouw, handel en
restaurantwezen zijn de meest
seizoensgebonden beroepen
Kleine ondernemingen (1 tot 9
werknemers) doen het vaakst een beroep
op seizoenwerkers. Vaak immers vinden
we in deze groep van werknemersschijf de
landbouw- of restaurantbedrijven. Daarna
komen de grotere ondernemingen (100
en meer werknemers), veeleer die in de
agrovoedingsindustrie, maar ook bedrijven
zoals attractieparken.
In de Frans-Belgische grensstreek vinden
we, onder de tien beroepsfamilies
met de grootste seizoeninvloeden, de
families ‘landbouw’, ‘restaurantwezen’ en
‘agrovoedingsindustrie’. De aanwezigheid van
de familie ‘administratieve bedrijfsbedienden’
in dit palmares kan worden verklaard door
het feit dat die familie het onthaalpersoneel
(attractie- en vrijetijdsplaatsen) omvat (cf.
tabel 3, pagina 7).
Heel wat mogelijkheden in
knelpuntberoepen
Tot besluit kunnen we stellen dat, zowel
in België als in Frankrijk, het onderzoek
‘Behoefte aan arbeidskrachten’ aantoont
dat er heel wat arbeidsmogelijkheden
zijn en tegelijk toelaat om de kenmerken
te bepalen van de soorten betrekkingen
die moeten worden ingevuld en van de
betrokken beroepen. Rekruteringskansen
zijn er voor om het even wie: voor vele
betrekkingen is er geen hoge opleiding of
scholing vereist (ongeschoolde arbeiders
in de procesindustrieën, ongeschoolde
arbeiders in de goederenbehandeling,
onderhoudsagenten…). Andere beroepen,
die toegankelijk zijn voor personen die
een technische opleiding hebben genoten
of via scholing, kampen met grote
rekruteringsmoeilijkheden. Ze vertonen dus
interessante rekruteringskansen als gevolg
van het gebrek aan concurrentie tussen de
kandidaten op de arbeidsmarkt. Aldus blijkt
de grensoverschrijdende arbeidsmarkt een
veelbelovende markt voor kandidaten in
Noord-Frankrijk en in België.
8
ingelijst 1
Methodologie
Het jaarlijks onderzoek ‘Behoefte aan arbeidskrachten’ is al vele jaren een belangrijk
instrument m.b.t. de kennis van de Franse en grensoverschrijdende arbeidsmarkt. Het
onderzoek maakt het mogelijk te anticiperen op rekruteringsmoeilijkheden, werkzoekenden
beter te oriënteren naar opleidingen of beroepen in overeenstemming met de noden van de
arbeidsmarkt en werkzoekenden te informeren over de evolutie van hun arbeidsmarkt en
beroepen met toekomst.
In juli 2007 bleek uit een opiniepeiling bij werkzoekenden in de Franse grensstreek dat
17.000 Franse werkzoekenden bereid zijn de grens over te steken, maar ook dat de helft
van alle werkzoekenden die nog nooit in België hebben gewerkt, verklaren dat het hun
aan informatie ontbreekt. Aldus werd het onderzoek ‘Behoefte aan arbeidskrachten’ in
januari 2008 gelanceerd om deels tegemoet te komen aan de informatiebehoefte van
werkzoekenden over sectoren met toekomst in België.
Het onderzoek, dat voor de zesde keer wordt gevoerd voor de Belgische grensstreek
in Vlaanderen en voor de derde keer voor de grensstreek in Picardisch Wallonië, is een
omzetting van het onderzoek naar de behoefte aan arbeidskrachten dat sinds 2002 met
betrekking tot Frankrijk wordt gevoerd. Het terrein van het grensoverschrijdend onderzoek
omvat echter geen ondernemingen met nul werknemers en evenmin de territoriale
collectiviteiten . De resultaten kunnen dus niet rechtstreeks worden vergeleken met die van
de golf van “Behoefte aan arbeidskrachten” 2014 in de regio Nord-Pas de Calais.
Het werd gevoerd in januari-februari 2014. De moederbevolking bestaat uit de bedrijven
in een van de 68 gemeenten die de grensstreek van de regio Nord-Pas de Calais vormen
en ten minste één werknemer tellen (excl. de openbare sector), i.e. 33.236 bedrijven.
Het onderzoek werd op exhaustieve wijze gevoerd voor de bedrijven met meer dan
5 werknemers. Ze werden ondervraagd per post, waarbij 9.864 vragenlijsten werden
verzonden.1.581 bedrijven met minder dan 5 werknemers werden telefonisch ondervraagd.
Het onderzoek heeft betrekking op 3.964 ingezonden en bruikbare vragenlijsten, i.e. een
antwoordpercentage van 11,9%. Het antwoordpercentage is veel hoger dan 20% voor de
bedrijven met 10 en meer werknemers.
meer weten
Een gedetailleerde beschrijving van de
onderzoeksmethodologie is te vinden op
pagina 51 van de brochure ‘Les Besoins
en Main-d’Oeuvre de part et d’autre de
la frontière entre le Nord - Pas de Calais
et la Belgique’ (verschijnt in juni 2014).
Colin E., Floquet L. ‘Enquête Besoins en
Main-d’Oeuvre 2014 : les entreprises de
la région prévoient 80 500 recrutements’,
Repères et Analyses, n°15, Pôle emploi
Nord - Pas de Calais, avril 2014.
Directeur van de publicatie: Karim KHETIB • Directeur van de hoofdartikel : Virginie VETTIVEL • Realisatie: Dienst communicatie
pole-analyse-emploi.fr
pole-emploi.org