Amaliazorg Jaarverslag 2013 Stichting Amaliazorg Postbus 220 5688 ZL Oirschot 1 Inhoudsopgave Voorwoord Raad van Bestuur 4 1. Uitgangspunten van de verslaggeving 5 2. 2.1 2.2 2.4 Profiel van de organisatie Algemene identificatiegegevens Structuur van het concern 2.2.1 Algemeen / rechtsvorm 2.2.2 Locaties / werkeenheden 2.2.3 Organogram 2.2.4 Besturingsmodel / medezeggenschap op hoofdlijnen 2.2.5 Toelatingen Kerngegevens 2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering 2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten 2.3.3 Werkgebieden Samenwerkingsrelaties 6 6 7 7 8 11 12 12 13 13 13 14 15 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap Normen voor goed bestuur Raad van Bestuur Raad van Toezicht Bedrijfsvoering Centrale Cliëntenraad Ondernemingsraad 16 16 16 17 20 21 22 4. 4.1 4.2 4.3 Beleid, inspanningen en prestaties Meerjarenbeleid Algemeen beleid verslagjaar Algemeen kwaliteitsbeleid 4.3.1 Kwaliteitsmanagementsysteem 4.3.2 Veiligheid 4.3.3 Gegevensbeveiliging Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten / cliënten 4.4.1 Kwaliteit van Zorg 4.4.1.1 Meting zorginhoudelijke indicatoren (ZI meting) 4.4.1.2 Meting CQ-index 4.4.1.3 Audit en keurmerk 4.4.1.4 Enquêteformulier bij afsluiting van de zorg door overlijden 4.4.1.5 MIC 4.4.2 Commissie zorgzaken / BOPZ 4.4.3 Klachten Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 4.5.1 Personeelsbeleid 4.5.2 Verzuimbeleid 4.5.3 Opleidingen 4.5.4 Roosterstatuut 4.5.5 2013 cijfermatig 4.5.6 Arbo beleid 4.5.7 Vrijwilligers 4.5.8 Onderzoek naar medewerkertevredenheid 28 28 28 29 29 29 30 31 31 31 32 32 32 33 35 36 37 37 37 37 38 38 38 38 39 2.3 4.4 4.5 2 4.6 4.7 Samenleving en belanghebbenden Financieel beleid 4.7.1 Gang van zaken tijdens boekjaar 4.7.2 Toestand per balansdatum 4.7.3 Financiële positie 4.7.4 Vooruitblik 2014 en volgende jaren 40 41 41 43 43 44 5 Jaarrekening 2013 46 3 Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2013 van Stichting Amaliazorg. Met dit jaarverslag legt de Raad van Bestuur verantwoording af over de resultaten van het jaar 2013. Als lezer vindt u informatie over de kwaliteit van zorg, zowel intramuraal als extramuraal, de geregistreerde zorg (productie), de kwaliteit van arbeid, de werkgebieden van Amaliazorg, de belangrijkste samenwerkingspartners, de wijze waarop de Zorgbrede Governance Code is toegepast, de samenwerking met de medezeggenschap en de resultaten op het gebied van het meerjarenbeleid. Amaliazorg werkt en wil werken vanuit vertrouwen naar elkaar, waar leren moet en mag. Hierbij hoort vallen en opstaan. Om dat leerproces te stimuleren wordt er gewerkt op basis van wederzijdse verantwoordelijkheid, waarbij elementen zoals rolverantwoordelijkheid, feedback geven en ontvangen, het aangaan van de dialoog van essentieel belang zijn. Mijn verwachting is dat met een heldere organisatiestructuur en een cultuur die gebaseerd is op wederzijds vertrouwen een substantiële bijdrage geleverd zal worden aan de uitbouw van de gehele organisatie. De prachtige locaties in combinatie met ons immaterieel erfgoed van de congregaties zijn elke dag een inspiratiebron en maken ons uniek. Deze uitstekende basis gaan we de komende jaren verder uitbouwen door te investeren in de gebouwen, de zichtbaarheid, opleidingen en kennis en kunde. Zorg is mensenwerk. Alleen door de grote inzet van medewerkers en vrijwilligers is het mogelijk om te doen wat we willen, goede zorg en een prettig verblijf organiseren voor de mensen die dat vragen en nodig hebben. Ik wil onze medewerkers en vrijwilligers hiervoor heel hartelijk danken. mr. drs. P.M.L. (Peter) Tijssen Raad van Bestuur Stichting Amaliazorg 4 1. Uitgangspunten van de verslaggeving Amaliazorg vindt het van groot belang zich op een open en transparante wijze te verantwoorden en op uitgebreide wijze duidelijk te maken op welke manier uitvoering wordt gegeven aan haar taken. In dit jaarverslag wordt verslag gedaan over de resultaten van het jaar 2013. In het voorliggende document is het maatschappelijk verslag en de jaarrekening van Amaliazorg opgenomen. Het derde onderdeel, DIGI MV, omvat een veelheid van vooral kwantitatieve gegevens. Deze gegevens zijn digitaal toegankelijk via de website www.jaarverslagenzorg.nl. In het maatschappelijk verslag worden de uitgangspunten van de verslaglegging en het profiel van de organisatie weergegeven. Ook wordt aangeven hoe Amaliazorg wordt bestuurd en wat beleid is, zowel het algemeen beleid, het kwaliteitsbeleid, personeelsbeleid als het financiële beleid. De indeling zoals die door het ministerie van VWS is voorgeschreven voor de jaarverantwoording zorginstellingen 2011 is als inhoudsopgave gehanteerd. Het doel van het jaardocument is meervoudig. Naast het afleggen van de maatschappelijke verantwoording wordt beoogd op een uniforme wijze transparant onze verantwoording af te leggen naar de belanghebbenden. Met het opstellen van dit document wordt voldaan aan alle wettelijke verplichtingen rondom informatieverstrekking. Het jaardocument is vastgesteld door de Raad van Bestuur en goedgekeurd door de Raad van Toezicht. Het jaardocument is gepubliceerd op de website van het CIBG www.jaarverslagenzorg.nl, het ministerie van VWS en onze eigen website www.amaliazorg.nl. Hiermee is het jaardocument voor elke belangstellende toegankelijk. 5 2. Profiel van de organisatie 2.1 Algemene identificatiegegevens Naam rechtspersoon Bezoekadres Postadres Plaats Telefoonnummer Identificatienummer NZa Kempenhaeve Hof van Bluyssen Blijendaal : : : : : : Stichting Amaliazorg Koestraat 37, 5688 AG Postbus 220, 5688 ZL Oirschot 0499-365959 300-720 Identificatienummer NZa Catharinenberg Van Haarenstaete Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina : 300-722 : : : 17200931 [email protected] www.amaliazorg.nl Naam rechtspersoon Bezoekadres Postadres Plaats Telefoonnummer Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina : : : : : : : : Stichting Amaliawonen Koestraat 37, 5688 AG Postbus 220, 5688 ZL Oirschot 0499-365959 41090803 [email protected] www.amaliazorg.nl 6 2.2 Structuur van het concern 2.2.1 Algemeen / rechtsvorm Amaliazorg is voortgekomen uit congregaties en ontstaan uit een fusie. Ze vindt haar bestaansrecht uit een fusie tussen stichting Amalia van Solms en de stichting Franciscanessen van de Heilige Antonius van Padua in Asten en de integratie van het kloosterverzorgingshuis van zusters Ongeschoeide Karmelietessen (o.c.d.). Amaliazorg is een stichting die zich inspant het immateriële erfgoed van congregaties te laten voortbestaan in haar organisatie. De stichting heeft ten doel: Het bieden van huisvesting, verzorging, verpleging, behandeling, begeleiding en andere daaraan te relateren vormen van dienstverlening aan personen in behuizingen, door de stichting zelf of in samenwerking met andere stichtingen en/of verenigingen en instanties gesticht, geëxploiteerd en/of beheerd, een en ander zonder winstoogmerk. Het stimuleren, instellen en/of verzorgen en exploiteren van die voorzieningen, die nodig zijn voor het beleven van een met de mogelijkheden, met de identiteit, en met de leeftijd van de doelgroepen overeenstemmende zinvolle levensperiode zulks in de ruimste zin van het woord. Bij de verwezenlijking van het doel streeft de stichting na te werken vanuit een christelijke levenshouding. De stichting werkt daarbij tevens vanuit een openheid voor ieders eigen beleving en ieders eigen levensbeschouwing, ten opzichte van ieders eigen identiteit, evenals aan een sfeer waarin bestaansvragen van een ieder - cliënt en personeel – aan de orde kunnen komen. Op 29 december 1987 is de Stichting Amaliawonen (voorheen Stefanie Stichting) opgericht. De Stichting stelt zich ten doel, met behoud van eigen zelfstandigheid al dan niet in samenwerking met andere rechts- en natuurlijke personen: het verwerven, het tot stand brengen, het ter huur aanbieden, het in stand houden en het exploiteren van: − − − − Onroerende zaken, woonvormen, voorzieningen en/of fondsen ter ondersteuning van de verzorging, de verpleging en begeleiding van zorgbehoevende. Voorzieningen en/of fondsen ter vorming, bijscholing, ondersteuning van bestuursleden en personeelsleden, werkzaam in de zorgsector. Voorzieningen en/of fondsen ter stimulering of ondersteuning van initiatieven in de culturele sfeer, ten behoeve van een zinvolle actieve tijdsbesteding. Het verrichten van handelingen die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daar toe bevorderlijk kunnen zijn. Hoewel juridisch gescheiden zijn de banden met Stichting Amaliazorg niet volledig doorbroken. Tot en met 19 april 2012 werd het bestuur van Stichting Amaliawonen gevormd door de leden van de Raad van Toezicht van Amaliazorg terwijl de directeur/bestuurder van Stichting Amaliazorg fungeerde als vertegenwoordiger namens de Stichting Amaliawonen. Vanaf 20 april 2012 is de bestuursstructuur van Amaliawonen gewijzigd en ingericht overeenkomstig de structuur van Stichting Amaliazorg én fungeert de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht van Stichting Amaliazorg ook als Raad van Bestuur en Raad van Toezicht van de Stichting Amaliawonen. Stichting Amaliazorg blijft zorg dragen voor exploitatie van de zorg in de betrokken gebouwen. 7 2.2.2 Locaties / werkeenheden De Stichting Amaliazorg bestaat uit de volgende locaties / werkeenheden: Kempenhaeve, een woonzorgcentrum in het dorpscentrum van Oirschot met name gericht op inwoners van Oirschot en de directe omgeving. Dit prachtige monumentale gebouw is verbouwd tot een gebouw met een capaciteit van: 41 plaatsen voor psychogeriatrische (verpleeghuis) bewoners, 17 plaatsen voor verzorgingshuisbewoners, 4 plaatsen kortdurende opname. Het gebouw beschikt verder over: 6 grote appartementen 2 aanleuncomplexen, Sandershof 44 appartementen en De Oirsprong 15 appartementen. Kempenhaeve is voorzien van een winkel, restaurant, kapel, kapper en pedicure. Eveneens biedt Kempenhaeve ruimte voor ontvangst van familie, vrienden en kennissen. Ook vinden er regelmatig recreatieve en educatieve activiteiten plaats. Kempenhaeve beschikt over een mooie tuin. Tevens zijn de Raad van Bestuur en de ondersteunende diensten van Stichting Amaliazorg hier gevestigd. Blijendaal, het klooster van de Zusters Ongeschoeide Karmelietessen (o.c.d.). In zowel het klooster als het verzorgingshuisgedeelte wordt zorg geboden aan 20 zusters van de Karmel van de H. Jozef Oirschot. In het klooster bevindt zich een museum waaraan een bezoek kan worden gebracht om kennis te maken met de geschiedenis van de orde. In oktober 2013 heeft Blijendaal voor 14 plaatsen een BOPZ status gekregen. 8 Hof van Bluyssen, dit, uit verschillende bouwstijlen bestaande, prachtige gebouw is sinds december 2008 een woonzorgcentrum in het centrum van Asten. Het beschikt over: 40 plaatsen voor psychogeriatrische (verpleeghuis) bewoners, 20 plaatsen voor verzorgingshuisbewoners, voorzieningen bestemd voor dagopvang. Het Hof van Bluyssen is voorzien van een winkel, een restaurant, een recreatiezaal, kapel, kapper en pedicure. Eveneens biedt het Hof van Bluyssen ruimte voor ontvangst van familie, vrienden en kennissen. Ook vinden er regelmatig recreatieve en educatieve activiteiten plaats. Deze prachtige locatie is gelegen aan een parkachtige omgeving waar een wandeling gemaakt kan worden en waarin men ook rustig kan genieten op verschillende zitplaatsen. Van Haarenstaete, in Mariaheide, een verpleeghuis dat beschikt over 33 psychogeriatrische plaatsen. Van Haarenstaete in Mariaheide is sinds maart 2009 als zorgcentrum in gebruik. Het beschikt over: 33 plaatsen voor psychogeriatrische (verpleeghuis)bewoners, 3 appartementen waarin zorg geboden wordt. Van Haarenstaete is voorzien van een winkel, kapper, een recreatiezaal en een grand café. Eveneens biedt Van Haarenstaete ruimte voor ontvangst van familie, vrienden en kennissen. Ook vinden er regelmatig recreatieve en educatieve activiteiten plaats. Van Haarenstaete beschikt over een mooi ingerichte binnenplaats. 9 Catharinenberg, een woonzorgcentrum in het centrum van Oisterwijk bestaat uit: 36 plaatsen voor psychogeriatrische (verpleeghuis)bewoners, 86 aanleunwoningen in samenwerking met Woningstichting Leystromen, waar zorg wordt verleend, dagopvang. Catharinenberg is voorzien van een winkel, een recreatiezaal, een restaurant, kapel, kapper en pedicure. Eveneens biedt Catharinenberg ruimte voor ontvangst van familie, vrienden en kennissen. Ook vinden er regelmatig recreatieve en educatieve activiteiten plaats. Catharinenberg beschikt over een mooie ruime tuin. 10 2.2.3. Organogram 2.2.4 Besturingsmodel / medezeggenschap op hoofdlijnen Gebaseerd op haar missie, kernwaarden, (zorg) visie en strategische ambities streeft Amaliazorg bij het besturen van de organisatie de volgende uitgangspunten na. e a. Integrale verantwoordelijkheid op het 1 besturingsniveau; b. Elk besturingsniveau levert zijn eigen toegevoegde waarde aan het primaire proces; c. Taakvolwassen, effectieve uitvoerende teams voor de dienstverlening van Amaliazorg; d. Een transactionele cultuur, waarin de cliënt en de medewerker daadwerkelijk centraal staan in al hun veelzijdigheid; e. De lerende organisatie als ontwikkelingsstrategie. Hierbij hanteert Amaliazorg de vooronderstelling dat daarmee een organisatie-inrichting wordt bewerkstelligd, die managers en medewerkers faciliteert bij het realiseren van de beoogde output resultaten in de dagelijkse praktijk. De besturingsfilosofie van Amaliazorg is “Integraal Management”, als belangrijk middel voor het realiseren van gestelde doelen. Medezeggenschapsorganen binnen de stichting zijn: Een cliëntenraad per locatie en een centrale cliëntenraad; Een centrale ondernemingsraad, waarin iedere locatie vertegenwoordigd is. 2.2.5 Toelatingen Stichting Amaliazorg is in het kader van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi), toegelaten voor de functies persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding, behandeling en verblijf. 12 2.3 Kerngegevens 2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering Amaliazorg houdt zich vooral bezig met verpleeghuiszorg, aangevuld verzorgingshuiszorg en met extramurale dienstverlening in allerlei vormen. met 2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten Kerngegevens Cliënten Aantal / bedrag 2013 Intramurale cliënten per 31-12 Volledig pakket thuis cliënten per 31-12 Extramurale cliënten per 31-12 Dagopvang cliënten per 31-12 Totaal cliënten Aantal / bedrag 2012 196 9 48 27 280 188 10 42 25 265 205 214 206 214 75.190 78.324 54.671 17.053 71.724 52.940 18.961 71.901 95,4 91,8 Aantal volledig pakket thuisdagen Extramuraal AWBZ (in uren) Dagopvang (in dagdelen) WMO – huishoudelijke zorg ZIN (in uren) WMO - huishoudelijke PGB (in uren) Personeel 3.540 8.885 4.269 896 3.563 4.397 6.847 2.215 1.112 2.642 Aantal personeelsleden in loondienst per 31-12: Aantal vrijwilligers per 31-12: 491 236 447 172 Aantal fte in loondienst per 31-12: Inclusief stagiaires Exclusief stagiaires 286,91 280,71 285,34 276,76 Aantal fte in loondienst (gemiddeld) Inclusief stagiaires Exclusief stagiaires 260,05 251,96 243,16 235,30 Capaciteit Aantal beschikbare plaatsen met AWBZ-verblijf per 31-12 Aantal beschikbare plaatsen met AWBZ-verblijf (gemiddeld) Aantal beschikbare plaatsen in dagen (gemiddeld) (A) Productie Aantal intramurale verpleegdagen Aantal intramurale verzorgingsdagen Totaal dagen (B) Bezettingsgraad intramuraal (in %, B / A) Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten in verslagjaar Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Waarvan overige bedrijfsopbrengsten Bedragen in euro´s Bedragen in euro´s 18.101.817 15.855.035 2.246.782 17.395.344 14.927.845 2.467.499 13 2.3.3 Werkgebieden De kernactiviteiten worden geboden in de regio‟s Noordoost Brabant (Van Haarenstaete te Mariaheide) Midden-Brabant (Catharinenberg te Oisterwijk) Zuidoost-Brabant (Hof van Bluyssen te Asten, Blijendaal en Kempenhaeve Oirschot). 14 2.4 Samenwerkingsrelaties De belangrijkste geformaliseerde samenwerkingsrelaties op basis van overeenkomsten, convenanten of andere afspraken van Stichting Amaliazorg zijn: Cliëntenraad / cliënten / familie en patiënten -/consumentenorganisaties Centrale cliëntenraad stichting Amaliazorg, lokale cliëntenraden Ondernemingsraad / medewerkers Centrale ondernemingsraad stichting Amaliazorg Zorgverzekeraars Zorgkantoor Midden Brabant Zorgkantoor Noordoost Brabant Zorgkantoor Zuid Oost Brabant Congregaties: Congregatie Missiezusters te Asten Congregatie zusters Franciscanessen te Oirschot Zusters Ongeschoeide Karmelietessen (o.c.d.) te Arnhem Overig Arbo Unie, Eindhoven CIZ, Nijmegen, Heerlen, Bergen op Zoom Huisartsen, Asten Koning Willem 1 college, Tilburg, ‟s-Hertogenbosch ROC, Helmond, Veghel Summa college, Eindhoven Mediq apotheek, Veghel Novicare, Best Onis Welzijnsdiensten, Asten Stichting Amaliawonen, Oirschot Woonstichting Leystromen, Rijen Woningbedrijf Laurentius, Breda / Woningcorporatie Wooninc., Eindhoven Andere zorgaanbieders Sint Annaklooster, Eindhoven Sint Jozefoord, Nuland Vughterstede, Vught Joriszorg, Oirschot Samen in zorg, Veghel e.o. Samen voor dementie, Deurne, Asten, Someren Savant, Helmond VVT platform, Eindhoven e.o. Overheden Gemeenten Asten, Veghel, Oirschot, Oisterwijk Ministerie van VWS en de NZA 15 3. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 3.1 Normen voor goed bestuur In november 1999 verscheen het rapport “ Health Care Governance” waarin het concept van corporate governance werd toegepast voor de gezondheidszorg. Het rapport gaf aanbevelingen voor goed bestuur, goed toezicht en adequate verantwoording van zorgorganisaties. In 2004 is door een aantal samenwerkende branche organisaties gekozen voor de Zorgbrede governance. De Zorgbrede governance werd met ingang van 1 januari 2006 van kracht. Naar aanleiding van diverse maatschappelijke ontwikkelingen is in 2009 een vernieuwde zorgbrede governance code ontwikkeld. De Zorgbrede governance code 2010 is op 1 januari 2010 van kracht geworden. Met deze code zet de zorgsector een belangrijke stap in het verder professionaliseren van bestuur en toezicht in de sector. Voor alle leden van de deelnemende brancheorganisaties geldt de naleving van de code als lidmaatschapverplichting. Het bestuur van Amaliazorg wordt gevormd door een eenhoofdige Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht houdt toezicht op de Raad van Bestuur en bestaat uit 6 leden. Geen van de leden heeft op enigerlei wijze een verbinding met Amaliazorg, anders dan uit hoofde van het lidmaatschap van de Raad. 3.2 Raad van Bestuur De Raad van Bestuur bestuurt de stichting in goed overleg met de binnen de organisatie functionerende adviesorganen. De Raad van Bestuur laat zich in de uitvoering van haar bestuurstaak leiden door de in de statuten geformuleerde doelstelling van de stichting en zij houdt oog op het belang van de organisatie van de stichting in relatie tot haar maatschappelijke functie. De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor de algemene zaken, voor de beleidsvorming en beleidsuitvoering. De Raad van Bestuur bestaat statutair uit één lid. De Raad van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht in periodiek overleg tussen beide organen en op momenten waarop de Raad van Toezicht deze verantwoording vraagt. Sinds 8 oktober 2012 is de heer mr. drs. P.M.L. Tijssen directeur/bestuurder van Stichting Amaliazorg en Amaliawonen. Samenstelling Raad van Bestuur op 31 december 2013 Naam Hoofdfunctie mr. drs. P.M.L. Tijssen Directeur/bestuurder AC Stichting Amaliazorg en Stichting Amaliawonen Relevante nevenfuncties - Lid Raad van Toezicht LEV groep - Lid algemeen bestuur Waterschap de Dommel - Lid Raad van Toezicht Diomage Bezoldiging De bezoldiging van de Raad van Bestuur is, conform Jaarverslaggeving WTZi, vermeld in de jaarrekening. De bestuurdersbeloning is gebaseerd op de Beloningscode bestuurders in de zorg (BBZ). 16 3.3 Raad van Toezicht Verantwoording Raad van Toezicht Bij het samenstellen van het jaarverslag is het van belang om te reflecteren op de eigen rol die de Raad gedurende het afgelopen jaar vanuit een specifieke verantwoordelijkheid heeft gespeeld en op de samenwerking in dit verband tussen Raad van Bestuur en Raad van Toezicht. De zorg heeft de afgelopen jaren ingrijpende wijzigingen ondergaan en het einde daaraan is vooralsnog niet te verwachten. Elke zorginstelling wordt geconfronteerd met een telkens wijzigend perspectief, dat vraagt om flexibiliteit, aanpassingsvermogen en veranderingsbereidheid. Hierdoor wordt de rol van de van de Raad van Bestuur strategischer en komt de nadruk meer dan voorheen te liggen op kansen, bedreigingen, risico‟s en een gecombineerde interne en externe focus. Ook het accent van de rol van de Raad van Toezicht is hierdoor verschoven van het louter houden van toezicht naar een volwaardige sparringpartner van de Raad van Bestuur. Daarbij gaat het voortdurend om het zoeken naar het juiste evenwicht. Evenwicht tussen een kritische houding en vertrouwen, tussen betrokkenheid en afstand. In het afgelopen jaar heeft dit samenspel tussen de nieuwe bestuurder en de grotendeels vernieuwde Raad van Toezicht vorm gekregen en zich op een positieve wijze ontwikkeld. De evaluatie van de bestuurder aan het einde van het jaar gaf een positief beeld. Tenslotte is het als Raad van Toezicht bijzonder om te zien dat medewerkers en vrijwilligers uit de verschillende geledingen van Amaliazorg zich sterk betrokken voelen bij de organisatie en zich dagelijks met veel passie inzetten voor de zorg van onze cliënten. Dat geeft vertrouwen voor de toekomst. Invulling van taken De Raad van Toezicht houdt integraal toezicht op het bestuur van de organisatie en bewaakt de legitimiteit ervan. Als basis geldt de Zorgbrede Governance Code. De Raad van Toezicht toetst of de Raad van Bestuur bij zijn beleidsvorming en uitvoering van bestuurstaken oog houdt op het belang van de organisatie Amaliazorg in relatie tot de maatschappelijke functie van Amaliazorg. De Raad van Toezicht heeft periodiek overleg met de Raad van Bestuur. Daartoe stelt de voorzitter in overleg met de Raad van Bestuur een agenda op. In het huishoudelijk reglement Raad van Toezicht (2013) zijn de taken en verantwoordelijkheden van de (leden van de) Raad van Toezicht beschreven. In de Raad van Toezicht is de noodzakelijke kennis van uiteenlopende disciplines aanwezig: bestuurlijke kennis en ervaring, financiële expertise, inzicht in de (kwaliteit van) zorg en aanpalende maatschappelijke sectoren. De Raad van Toezicht onderhield de gebruikelijke contacten met de Ondernemingsraad, de Centrale Cliënten Raad. Daarnaast heeft de Raad van Toezicht ook tweemaal contact gehad met het managementteam. De zelfevaluatie van de Raad van Toezicht gaf een positief beeld, zowel van de (leden van de) Raad van Toezicht als van de commissies. Commissies uit de Raad van Toezicht In de Raad van Toezicht zijn er drie separate commissies te weten; de financiële commissie, de remuneratiecommissie en de commissie kwaliteit van zorg. Deze commissies zijn op basis van expertise van de verschillende leden samengesteld. De commissie kwaliteit van zorg is twee keer bijeen geweest, de financiële commissie is twee keer bijeen geweest en de remuneratiecommissie is drie keer bijeen geweest. 17 Samenstelling Raad van Toezicht op 31 december 2013 De Raad van Toezicht bestaat uit tenminste drie en ten hoogste zes leden. In 2013 had de Raad van Toezicht zes leden. De Raad van Toezicht volgt bij de zittingsperioden de statuten en niet de Governance code. Hierdoor kunnen leden drie maal een periode van drie jaar zitting nemen in de Raad van Toezicht. Samenstelling Raad van Toezicht op 31 december 2013 Naam Hoofdfuncties Relevante nevenfuncties Datum aftreden 31-12-2013 Dhr. R.J. Roelink, voorzitter Zelfstandig financieel adviseur Mw. mr. C.A.W.M. Mingels-Erens, vicevoorzitter Juridisch adviseur bisdom Roermond Dhr. P.A.M. Broeders, lid Directeur-econoom van het Bisdom van ‟s-Hertogenbosch Dhr. drs. T.Y. Chu, lid Lid Raad van Bestuur Nieuwe Eindhovense Opvang Stichting (Neos), Eindhoven Dhr. B.M.H. van Iersel, lid Directeur/ bestuurder Rabobank Roermond – Echt Lid studieclub Limburgse Werkgevers Vereniging Bestuurslid Stichting Limburgse Financials 01-01-2015 herbenoembaar Dhr. P.J.S. Kanters lid Gepensioneerd Lid van de Cliëntenraad van de Centrale Huisartsenposten (CHP) Eindhoven, Geldrop en Helmond Lid van het Bestuur van de Stichting Tweedelig in Asten Lid van het Bestuur van de Stichting Beheer Begraafplaatsen voor Religieuze instituten. 01-01-2016 Herbenoembaar 31-12-2013 Bestuursvoorzitter van KISI Nederland Beirat van de PAXBank Aachen Lid van onder meer BZW en Vrienden van Cobbenhagen 01-01-2016 herbenoembaar 01-01-2015 herbenoembaar 18 Bezoldiging De leden van de Raad van Toezicht kregen in 2013 een vergoeding voor hun werkzaamheden die paste binnen de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in de Zorg (NVTZ). Activiteiten in het verslagjaar De Raad van Toezicht is in het verslagjaar zeven keer in vergadering bijeen geweest. Onderwerpen die in 2013 in de vergadering aan de orde kwamen: jaarplan 2013 jaarrekening 2012 exploitatiebegroting 2014 investeringsbegroting 2014 kwaliteit van arbeid kwaliteit van zorg strategische oriëntatie samenwerking/relaties congregaties De jaarrekening wordt door BDO Audit & Assurance BV accountants gecontroleerd overeenkomstig de in Nederland aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle opdrachten. 19 3.4 Bedrijfsvoering Planning & Control Een speerpunt in 2013 was het professionaliseren van de bedrijfsvoering. Marktwerking, een veranderende wet- en regelgeving op het vlak van financiering geven aan dat zorginstellingen meer dan voorheen aandacht moeten hebben voor een kwalitatief hoogwaardige dienstverlening in combinatie met een financieel gezonde bedrijfsvoering. Het anticiperen op ontwikkelingen komt terug in de besturingsfilosofie van de organisatie en in de planning & control cyclus. Amaliazorg omarmt „integraal management‟. Activiteiten worden zoveel mogelijk decentraal georganiseerd waarbij de beslissingsbevoegdheid ligt op het niveau van (locatie)management. De verdere professionalisering van de bedrijfsvoering heeft geleid tot een aanscherping van de bestaande planning & control cyclus en tot een andere benadering van monitoren en bijsturen van activiteiten. Meer dan voorheen is het monitoren van activiteiten plaats gaan vinden volgens het model van „resultaatgericht (be-)sturen‟. Het bewaken van het totale – integrale – resultaat en het stellen van de kaders waarbinnen de activiteiten plaatsvinden, is de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur. Dit doet de Raad van Bestuur door managementcontracten met de (locatiemanagers) af te sluiten over te behalen resultaten. Bijsturing vindt plaats op basis van afwijkingen ten opzichte van vastgestelde jaarplannen oftewel volgens het principe van „management by exception‟. In de planning & control cyclus is erin voorzien dat om de 2 maanden de locatiemanagers en managers stafdiensten aan de hand van de aan hen toegezonden managementinformatie een voortgangsrapportage opstellen en bespreken met de Raad van Bestuur in aanwezigheid van de controller. Een voortgangsrapportage omvat steeds 4 onderdelen: een terugblik (“wat is er gedurende de verslagperiode bereikt”) een vooruitblik (“waarop ligt de focus in de komende periode”) kansen en risico‟s in relatie tot de gestelde doelen overige bespreekpunten, waarbij binnen de onderdelen „terugblik‟ en „vooruitblik‟ wordt gerapporteerd over de volgende 5 perspectieven: o financiën o kwaliteit van arbeid o kwaliteit van zorg o markt & omgeving o innovatie. De managementinformatie en voortgangsrapportages vormen gedurende het jaar belangrijke instrumenten voor het toetsen van de gestelde doelen en het opmaken van de jaarrapportages. Daarnaast vormen ze de basis voor het opstellen van het jaardocument. Administratieve organisatie en interne beheersing In 2013 heeft de externe accountant middels een interim-controle de administratieve organisatie (AO) en interne beheersing (IC) getoetst. De bevindingen zijn vastgelegd in een managementletter. 20 3.5 Centrale Cliëntenraad (CCR) Wettelijk kader De Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) geeft de kaders aan waar binnen cliënten inspraak (kunnen) hebben op het beleid van een zorginstelling. In de CCR zitten afgevaardigden van de lokale cliëntenraden. Ook dit jaar kan de CCR van Stichting Amaliazorg terugkijken op een jaar, waarin in goede samenspraak met de Raad van Bestuur van Amaliazorg gesproken is over een aantal onderwerpen. Bestaansrecht van de centrale cliëntenraad Alle lokale cliëntenraden zijn aangesloten bij de CCR van Amaliazorg. Het bestaansrecht van de CCR is vastgelegd in het Convenant Centrale Cliëntenraad. Het werkgebied, de taken en bevoegdheden staan omschreven in dit convenant. De CCR heeft in het verslagjaar vijf maal overleg gehad met de Raad van Bestuur. Samenstelling CCR Zoals eerder vermeld, is de CCR samengesteld uit de voorzitters van de lokale cliëntenraden en is daarmee een afspiegeling van de vertegenwoordiging van de cliënten stichting Amaliazorg. Door leden van de CCR gemaakte onkosten worden vergoed en de raden kunnen gebruik maken van alle benodigde faciliteiten van stichting Amaliazorg. Externe contacten CCR Vanaf oktober 2013 heeft het LOC Zeggenschap in zorg (Landelijke Belangenorganisatie cliënten Zorg en Welzijn) een wijziging in contributie doorgevoerd. Sindsdien zijn de lokale raden geen lid meer van het LOC. De contacten verlopen via de CCR; de leden van de CCR krijgen informatie van het LOC en bespreken dit in de CCR vergaderingen. Besproken punten en adviezen Instemming organisatiestructuur locatiemanagers i.p.v. regiomanagers De CCR stemt unaniem in met het voorstel van de bestuurder met de aanname van een nieuwe locatiemanager Kempenhaeve m.i.v. 1 februari 2013. Instemming organogram met daarin positie servicemanagers. De CCR is akkoord met het protocol Bereikbaarheid verpleegkundige, arts en organisatie zoals dat hier voor ligt. De CCR is akkoord met het reanimatiebeleid zoals dat hier besproken is. De CCR is akkoord met het protocol vermissing cliënt zoals dat hier voor ligt. De CCR is akkoord met de pilot “verpleegkundig specialist Catharinenberg” met een evaluatie over een ½ jaar. De CCR is akkoord met het beleid medisch ethische vraagstukken. De CCR stemt in met de „Concept Begroting 2014‟. De CCR stemt in met het 'Concept Beleidsplan 2014 – 2018‟. De CCR gaat akkoord met de verhoging van de waskosten maar stelt dat een goede communicatie hierover met familie van cliënten van belang is. De CCR is akkoord met de overstap naar kwaliteitssysteem Prezo. 21 3.6 Ondernemingsraad (OR) Jaarverslag ondernemingsraad Amaliazorg 2013 De OR bestaat uit 9 leden, de zetels zijn verdeeld over de verschillende locaties en afdelingen. De meeste OR-leden zijn actief sinds 2011 en afgelopen jaar zijn er twee nieuwe OR-leden gekozen, die inmiddels ook volop meedraaien in de OR. De onderlinge taakverdeling krijgt steeds meer vorm. Het Dagelijks Bestuur (DB), de voorzitter en de secretaris, handelen de meer actuele zaken in overleg af en bereiden vergaderingen voor. Steeds meer actiepunten worden in goed overleg opgepakt en voorbereid door een of enkele van de overige ORleden. Het overleg met de directeur/bestuurder, dhr. mr. drs. P.M.L. Tijssen, heeft een prettige communicatieve en ondernemende sfeer. Deze OR heeft een aantal belangrijke zaken kunnen afwikkelen in 2013. Er is in 2013 ook weer meer aandacht geweest voor de communicatie met de achterban. In april 2013 heeft het Digipanel OR definitief vorm gekregen en was er een eerste contactmoment met de leden. Ook worden alle medewerkers steeds geïnformeerd via de nieuwsbrief OR. Samenstelling ondernemingsraad De algemene verkiezingen zijn al in oktober 2012 opgestart. Volgens het rooster van aftreden kwamen de zetels op de locaties Blijendaal, Catharinenberg en Van Haarenstaete vacant. Het is helaas niet gelukt om een nieuwe kandidaat te vinden vanuit de locatie Blijendaal. Deze medewerkster heeft zich daarom formeel weer kandidaat gesteld vanwege het belang van afvaardiging vanuit alle locaties. De OR houdt in principe vast aan een maximale zittingsduur van drie termijnen, maar onderschrijft in deze situatie het belang van vertegenwoordiging van alle locaties in de OR. Besloten is, om de kandidaatstelling van deze medewerkster goed te keuren, onder voorwaarde, dat op het moment dat tussentijds een andere medewerker vanuit de locatie Blijendaal zich verkiesbaar stelt voor de OR, zij alsnog haar zetel beschikbaar stelt. Op die manier wordt (toekomstig) personeel van de locatie Blijendaal de mogelijkheid geboden tussentijds toe te treden tot de OR. Zo ook steeds bij de algemene verkiezingen. Op 22-1-2013 zijn de nieuwe OR-leden officieel geïnstalleerd. Alle kandidaten zijn automatisch gekozen als OR-lid, omdat er voor alle zetels sprake was van slechts één kandidaatstelling. Werkwijze/faciliteiten/scholing De samenwerking met de directeur/bestuurder is gebaseerd op „participerende medezeggenschap‟ met 4 uitgangspunten: mee weten, mee denken, mee praten en mee beslissen (het uitbrengen van adviezen, dan wel het gemotiveerd verlenen of onthouden van instemming). Het medezeggenschapsproces is een belangrijke steunpilaar voor het realiseren van de doelstellingen van de organisatie. Bij de realisatie van de doelstellingen gaat het om het juiste evenwicht tussen kwaliteit van zorg, kwaliteit van arbeid, tevredenheid van medewerkers, tevredenheid van zorgvragers en het rendement van de organisatie. Een effectief medezeggenschapsproces draagt bij aan het creëren van een zo breed mogelijk draagvlak voor het voorgenomen beleid. De OR vergadert in principe elke twee weken met alle OR-leden, waarvan zo‟n acht keer per jaar, om de 5 à 6 weken, in een overlegvergadering met de directeur/bestuurder, dhr. mr. drs. P.M.L. Tijssen. Naast de directeur/bestuurder is de manager PO&O structureel aanwezig tijdens overlegvergaderingen OR. Voorafgaand aan de overlegvergadering OR vindt ook steeds een vooroverleg plaats tussen de directeur/bestuurder en het Dagelijks Bestuur van de OR. 22 Daarin worden de (mogelijke) agendapunten van de overlegvergadering besproken en de agenda wordt in overleg vastgesteld. De voorzitter van de OR treedt ook op als voorzitter en de secretaris van de OR treedt ook op als secretaris van de overlegvergaderingen OR. Middels de overlegvergaderingen wordt de OR vanuit de directeur/bestuurder zo optimaal mogelijk geïnformeerd over zaken die op dat moment aan de orde zijn of op korte termijn gaan spelen. De vergaderingen vinden steeds plaats in een open en transparante onderlinge communicatiesfeer. Daarbij is steeds ruimte om van gedachten te wisselen en samen te denken over oplossingen met begrip voor elkaars zienswijze. Tijdens de overlegvergaderingen worden eventueel met betrekking tot ter zake doende agendapunten de verantwoordelijke leden van het Management Team (MT) uitgenodigd om deskundige toelichting te geven en de OR actueel en direct te kunnen informeren via korte lijnen. Enkele externe deskundigen, zoals de bedrijfsarts en een vertegenwoordiger van een vakbond, worden eenmaal per jaar uitgenodigd om een OR-vergadering bij te wonen. Daarnaast heeft de OR tweemaal per jaar een ontmoeting met de Raad van Toezicht (RvT). Daarbij vindt overleg plaats over het jaarverslag OR en over het (meerjaren)beleidsplan. Met de remuneratiecommissie van de RvT vindt overleg plaats over het functioneren van de directeur/bestuurder. De OR heeft het recht om een kandidaat voor te dragen voor een van de RvT-zetels. In verband met het aftreden van dhr. drs. J. Corsten (voorheen RvT-lid op voordacht van de OR) is in januari 2013 de OR-zetel in de RvT ingevuld door dhr. drs. T.Y. Chu. Met ingang van 2014 gaat de OR eenmaal per kwartaal roulerend vergaderen op een van de andere locaties. Op die manier hoopt de OR de betrokkenheid van alle OR-leden bij alle locaties en medewerkers te vergroten. In overleg met de directeur/bestuurder is afgesproken, dat er ten minste eenmaal per jaar een overleg plaatsvindt tussen OR en MT; in april 2013 was de eerste overleglunch, aansluitend aan de overlegvergadering OR, gepland. Gesproken is over de toekomst van Amaliazorg. De OR heeft een eigen begroting, waarin is vastgelegd welk budget beschikbaar is voor vergaderuren, reistijd/reiskosten, opleidingsuren/ opleidingskosten en overige uitgaven. Deze begroting wordt jaarlijks in overleg vastgesteld. In 2013 zijn de volgende cursussen bijgewoond: “de cursus voor beginnende OR-leden”en een themadag „duurzame inzetbaarheid‟. De tijdens individuele cursussen opgedane kennis wordt middels verslaglegging aan de andere OR-leden overgebracht. Met betrekking tot de gezamenlijke cursusdagen is de OR met ingang van 2013, tot volle tevredenheid, in zee gegaan met Stavoor. In mei 2013 was er een eendaagse gezamenlijke cursusdag met als hoofdthema „de veranderingen in de zorg‟. Er was aandacht voor de afspraken in het regeerakkoord en voor de (toekomstige) gevolgen van onze kloosterachtergrond. Besproken is, wat dit nu specifiek inhoudt voor Amaliazorg: voor de bewoners, cliënten en personeel en welke kansen en bedreigingen er zijn binnen deze ontwikkelingen. Dit heeft geresulteerd in het in beeld brengen van de gevolgen voor Amaliazorg. De aandachtspunten en aanbevelingen zijn in de vorm van een beleidsnotitie voorgelegd aan en besproken met de directeur/bestuurder. Deze beleidsnotitie is meegenomen als input voor het meerjarenbeleidsplan. In november 2013 heeft de OR een tweedaagse gezamenlijke cursus gehad vanuit Stavoor. Tijdens de eerste cursusdag was er aandacht voor de kenmerken en de kwaliteiten van de individuele OR-leden en van de OR als geheel; op welke manier kunnen we elkaar aanvullen en complementeren, wat zijn onze valkuilen en hoe gaan we daar mee om? Er was tevens training om op een effectieve manier te kunnen overleggen met RvT en directeur/bestuurder. Op de tweede dag is het concept meerjarenbeleidsplan punt van bespreking geweest. 23 De conclusies en aanbevelingen zijn meegenomen naar het overleg met de RvT en met de bestuurder. Verder was een belangrijk thema tijdens deze dagen „duurzame inzetbaarheid‟. Als resultaat heeft de OR een initiatiefvoorstel „duurzame inzetbaarheid‟ voorgelegd aan de directeur/bestuurder. Dit krijgt verder aandacht en uitwerking in het 1e kwartaal 2014, deels gerelateerd aan de aanpassing van het „Verzuimbeleid‟. Overleg/advies/instemming Tijdens de OR-vergaderingen en de overlegvergaderingen OR met de directeur/bestuurder en manager PO&O zijn in 2013 de volgende belangrijke zaken besproken/besluiten genomen: Regeling bijzondere gebeurtenissen: De OR heeft instemming verleend aan deze regeling. Verlofregeling: De OR heeft ingestemd met de „Verlofregeling‟. Studiekostenregeling: De OR heeft ingestemd met de studiekostenregeling. Reglement IBC/FWG en procedure functiewaardering: De OR heeft instemming verleend aan „Reglement IBC-FWG‟ en het reglement is als officieel document ondertekend. Organisatiestructuur/organogram: Het organogram is in juni 2013 definitief vastgesteld middels instemming vanuit alle adviesorganen. De OR heeft in juni 2013 een positief advies uitgebracht m.b.t. het organogram. De OR is later in 2013 betrokken geweest bij de procedure van werving en selectie van de locatiemanagers Hof van Bluyssen en Van Haarenstaete. Meerjarenbeleidsplan/missie en visie: Vanaf september 2013 is uitwerking gegeven aan het meerjarenbeleidsplan en aan de missie en visie van Amaliazorg. Een groep medewerkers heeft bottom up input gegeven m.b.t. de kernwaarden en de missie en visie. Relevante vragen daarin waren: waarin onderscheiden wij ons t.o.v. concurrenten, op welke manier geven wij extra invulling aan belevingsgericht wonen en ondervinden medewerkers hiervoor voldoende ondersteuning en scholingsmogelijkheden. Vanuit de OR zijn ook de aanbevelingen/aandachtspunten uit de notitie aanbevelingen en aandachtspunten meerjarenbeleidsplan als input meegenomen. Roosterstatuut: In juni 2013 heeft de OR instemming verleend aan het roosterstatuut onder voorwaarde van de aanvullende afspraken over inzet flexpool, op orde zijn van bruto-/ nettoformaties, communicatie naar medewerkers en oplossing voor huidige stuwmeren verlof- en meeruren. Er is een roosterstatuut opgesteld omdat we niet voldeden aan de normen van de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit én omdat medewerkers aan het eind van het jaar steeds erg veel verlof –en meeruren hadden. Aanpassing roosterstructuur verzorgingshuis Kempenhaeve: De OR heeft instemming verleend aan de „aanpassing roosterstructuur verzorgingshuis Kempenhaeve‟. Avondopenstellingen restaurant Kempenhaeve: De OR heeft ingestemd met het pilotproject van 6 maanden om per 1 oktober 2013 te starten met twee avondopenstellingen per week in het restaurant Kempenhaeve. Verlenging zittingstermijn klachtencommissie klachtenregeling medewerkers: De OR heeft ingestemd met verlenging van de zittingstermijn van de huidige leden klachtencommissie en met de toevoeging aan de klachtenregeling medewerkers, dat tijdens de zittingstermijn steeds een toehorend lid zal meelopen met de klachtencommissie en dat dit toehorend lid na 2 jaar benoemd wordt tot lid van de klachtencommissie om de continuïteit van de ervaring te waarborgen. 24 Begroting Amaliazorg 2014: Door de directeur/bestuurder en de controller is aangegeven, dat de begroting 2014, met een positief saldo, een reële begroting is met realiseerbare doelen mits uitvoering wordt gegeven aan (her)invulling van vrijkomende zorgplaatsen en aan toename van particuliere diensten. De OR heeft positief geadviseerd. Verzuimbeleid/ARBO: Met regelmaat wordt door de OR aandacht besteed aan ARBO en cijfers ziekteverzuim. De OR ontvangt de verslagen van de ARBOcommissies en de plannen van aanpak per locatie. Op die manier kan getoetst worden op welke wijze de bevindingen n.a.v. de Risico Inventarisatie uitgevoerd worden binnen de organisatie. De OR wordt vanuit PO&O ook steeds geïnformeerd over de maandelijkse verzuimcijfers. In oktober 2013 heeft de OR een bijeenkomst gehad met de bedrijfsarts, waarbij gesproken is over mogelijke oorzaken van het hoge ziekteverzuim en tevens over mogelijke (preventieve) oplossingen om de belasting n.a.v. (langdurig) ziekteverzuim op de afdeling/het team te beperken. In overleg met de OR is besloten het verzuimbeleid, waarbij het gedragsmodel uitgangspunt is, per 1-1-2014 als pilot tot 1-6-2014 in te voeren. Werken vanuit het gedragsmodel betekent, dat de direct leidinggevenden een actievere rol in de begeleiding van het ziekteverzuim krijgen met ondersteuning van een verzuimconsulent. Duurzame inzetbaarheid De OR heeft in december 2013 via een initiatiefvoorstel bredere aandacht voor duurzame inzetbaarheid gevraagd. In het eerste kwartaal 2014 wordt beoordeeld in wat de visie van Amaliazorg is t.a.v. duurzame inzetbaarheid, o.a. in relatie tot de besluitvorming t.a.v. het meerjarenbeleidsplan, denk bijv. aan opleidingsbeleid, vitaliteitsbeleid en aanstellingsbeleid. Tevens wordt dit meegenomen in de evaluatie van de pilot Verzuimbeleid in mei 2014. Omvorming receptie Kempenhaeve: De weekreceptie locatie Kempenhaeve behoudt, in afwijking van andere locaties, vanuit de functie als hoofdkantoor een receptiefunctie van 8.00 tot 17.30 uur. Dit betekent wel een aanpassing van de werktijden van de receptiemedewerkers per 1-3-2014. De OR heeft ingestemd met het voorstel. In vervolg hierop worden voorstellen tot omvorming weekendreceptie en functie gastvrouw voorgelegd in het 1e en 2e kwartaal 2014. Samenvoeging wasserijen Catharinenberg/Kempenhaeve: Per 1-1-2014 zijn de wasserijen van de locaties Catharinenberg en Kempenhaeve formeel samengevoegd; in onderling overleg worden de werktijden van de betrokken medewerkers aangepast. De OR heeft ingestemd met het voorstel. Contacten met de achterban Een goed contact met de achterban staat hoog in het vaandel bij de OR. Ook in 2013 heeft de OR ernaar gestreefd zoveel mogelijk terugkoppeling te geven naar de medewerkers. De OR vindt het heel belangrijk om alle medewerkers steeds goed te informeren over waar de OR zich mee bezig houdt. Zij wil graag bereikbaar zijn en blijven voor alle medewerkers. Sinds 2012 worden medewerkers geïnformeerd middels de nieuwsbrief OR per kwartaal. Verslagen worden ter informatie toegezonden aan de directeur/bestuurder, MT-leden en coördinatoren zorg en facilitair. Via de nieuwsbrief bereikt het OR-nieuws de medewerkers beter en worden zij ook duidelijker geïnformeerd over wat er door de OR is besproken en besloten en welke belangrijke ontwikkelingen binnen de organisatie de aandacht hebben van de OR. Deze informatievoorziening via de nieuwsbrief geeft meer gelegenheid tot toelichting op bepaalde besluiten en verdieping in onderwerpen. We werken inmiddels twee jaar met deze manier van informatieverstrekking en we hebben vele positieve reacties ontvangen van medewerkers. Gebleken is, dat de nieuwsbrief goed gelezen en erg gewaardeerd wordt. In 2013 heeft het Digipanel vorm gekregen. Via het Digipanel OR kunnen medewerkers meedenken met de OR en een mening geven over onderwerpen die spelen binnen de OR. Inmiddels zijn er 32 aanmeldingen vanuit alle locaties. 25 Op zich al een mooi aantal, maar uitbreiding mag nog worden aangemoedigd; het zou heel fijn zijn als nog meer medewerkers zich aanmelden om zo met ons mee te kunnen denken en praten. Ook bijv. vanuit facilitair en overhead zouden we graag meer aanmeldingen zien. De leden van het Digipanel zijn in 2013 tweemaal benaderd met een vragenlijst. Leden worden steeds geïnformeerd over de uitkomst van de reacties en aanbevelingen worden doorgespeeld naar de directeur/bestuurder. De OR heeft als vaste vergaderlocatie Kempenhaeve, maar met ingang van 2014 gaat de OR eenmaal per kwartaal roulerend vergaderen op een van de andere vier locaties. Op die manier hoopt de OR de betrokkenheid van alle OR-leden bij alle locaties en medewerkers te vergroten. In oktober/november 2013 werd het Medewerkers TevredenheidsOnderzoek, MTO, gehouden. Indien gewenst, waren OR-leden bereid assistentie te verlenen bij het invullen van de digitale vragenlijst. De OR vindt het belangrijk, dat medewerkers hun mening durven geven via dit onderzoek. Medewerkers worden z.s.m. in 2014 nader geïnformeerd over de resultaten en bevindingen én over de verbeterplannen. Vooruitblik In 2014 zijn er een aantal belangrijke onderwerpen welke onze aandacht gaan vragen: Organisatiestructuur/organogram: Er wordt inmiddels sinds juni 2013 gewerkt volgens het gewijzigde organogram. De aanpassing/vaststelling functiebeschrijvingen locatiemanagers zijn inmiddels afgerond. In 2014 wordt verder uitwerking en invulling gegeven aan de vaststelling van de overige functieprofielen en de functiebeschrijvingen; in het eerste kwartaal aan de functies van coördinatoren binnen de organisatie. Meerjarenbeleidsplan/missie en visie: Een van de grote uitdagingen voor 2014 is het verder uitwerking en invulling geven aan de uitgangspunten van de startnotitie meerjarenbeleidsplan 2014-2018. Zorginstellingen hebben te maken met o.a. de volgende ontwikkelingen: het vervallen van de Zorg Zwaarte Pakketten 1 t/m 3 (verzorgingshuis), met een toename van de eigen regie van de cliënt en met meer invloed vanuit externe verantwoordelijken (zorgkantoren, gemeenten). Daarnaast heeft Amaliazorg ook te maken met een afname van diensten vanuit de congregaties. Dit vraagt om beleid met ondernemerschap; die uitdaging staat voor 2014 op de agenda. Vanuit het door de RvT en MT goedgekeurde concept beleidsplan 2014-2018 (startnotitie) worden de onderdelen interactief in overleg met RvT, MT en OR specifieker uitgewerkt; in januari 2014 de missie/visie, vervolgens de woonvisie, de zorgvisie etc. Dit blijft een vast agendapunt tijdens overlegvergaderingen OR. Roosterstatuut: De afspraken t.b.v. verbetering roosterplanning vanuit het roosterstatuut zijn vanaf 1-1-2014 formeel van toepassing. De werkgroep Roosteren en de OR volgen de ontwikkelingen en ervaringen nauwlettend. Dat deze veranderingen wat onzekerheid met zich meebrengen is begrijpelijk. Wij zijn er echter van overtuigd, dat dit roosterstatuut op de langere termijn een positief effect zal hebben. De werkgroep Roosteren, zal in 2014 de ervaringen en bevindingen regelmatig evalueren. Indien wenselijk dan wel noodzakelijk worden aanpassingen als voorstel voorgelegd aan MT en OR. Vrijwilligersbeleid: Mantelzorg en inzet vrijwilligers spelen een steeds belangrijkere rol in de organisatie. Belangrijk is om de visie en grenzen van vrijwilligerswerk te bepalen: wanneer wordt onbetaald werk betaald werk. Twee HBO-stagiaires geven onder aansturing van de manager PO&O in het 1e en 2e kwartaal van 2014 uitwerking aan een herzien concept Vrijwilligersbeleid. 26 Duurzame inzetbaarheid: Het belang van aandacht voor duurzame inzetbaarheid wordt onderschreven door de bestuurder en dit zal steeds als aandachtspunt worden meegenomen in de in 2014 nader uit te werken beleidsvoorstellen en beleidsnotities: meerjarenbeleidsplan (arbeids- en personeelsvisie), het opleidingsbeleid en het verzuimbeleid. Verzuimbeleid: Per eind mei 2014 wordt de pilot verzuimbeleid op basis van het gedragsmodel geëvalueerd en volgt een definitief voorstel „Verzuimbeleid‟. Gerelateerd hieraan zal het initiatiefvoorstel vanuit de OR m.b.t. duurzame inzetbaarheid punt van bespreking zijn. Opleidingsbeleid/opleidingsplan 2014: In het eerste en tweede kwartaal 2014 zal verder uitwerking en invulling worden gegeven aan het opleidingsbeleid en het opleidingsplan 2014. Aandachtspunten hierin zijn de voortzetting al dan niet van de beschikbaarheid van de intensiveringsmiddelen en uiteraard „duurzame inzetbaarheid‟. Omvorming functies weekendreceptioniste/gastvrouw: In het eerste en tweede kwartaal 2014 worden voorstellen voorgelegd aan de OR m.b.t. de omvorming van de functies weekendreceptioniste/gastvrouw. Werkkostenregeling: De verplichte invoering van de werkkostenregeling (WKR) is uitgesteld tot 1-1-2015. In 2014 dient definitief uitwerking te worden gegeven aan de invulling van de WKR. 27 4. Beleid, inspanningen en prestaties 4.1 Meerjarenbeleid De missie van Amaliazorg is in de startnotitie van het nieuwe beleidsplan als volgt verwoord: Missie Amaliazorg biedt diensten op het gebied van wonen, welzijn, zorg en gezondheid. Amaliazorg werkt met bezieling, gastvrijheid en authenticiteit aan het optimaliseren van de levenskwaliteit van cliënten. Daarbij zijn professionaliteit en de hoogst mogelijke kwaliteit in de kleinschalige en belevingsgerichte zorg essentieel. Hierbij staat leven in een unieke woonomgeving met een leefstijl van rust en comfort centraal. Visie: Binnen Amaliazorg is de eigenheid van de cliënt het uitgangspunt van de dagelijkse dienstverlening. Onze bejegening kenmerkt zich door warmte en bezieling. Wij werken belevingsgericht, nemen tijd voor mensen en verdiepen ons in hun persoonlijke levensgeschiedenis, gewoontes en behoeften. Alles is er op gericht dat cliënten en medewerkers zich geborgen, welkom en thuis voelen. 4.2. Algemeen beleid verslagjaar De volgende punten zijn – op hoofdlijnen - gerealiseerd. 1. Strategisch kader is benoemd; 2. In 2013 zijn bijna alle locaties in evenwicht gekomen qua inkomsten en uitgaven; 3. De relaties met de zorgkantoren zijn uitgebouwd en verstevigd; 4. De P&C cyclus is verder ontwikkeld; 5. De regionale samenwerking is versterkt en er is gewerkt aan een gezamenlijke oplossingen; 6. Het besturingssysteem integraal management is uitgewerkt en de organisatorische implementaties hiervan zijn uitgeschreven in een organogram; 7. Audit Perspekt: het gouden keurmerk is behouden; 8. Samenwerking met Novicare is verdiept en verstevigd. Jaarplan 2013 Het jaarplan 2013 is afgestemd met de jaarplannen van de locaties en de stafdiensten. De locaties en stafdiensten worden beschouwd als resultaat verantwoordelijke eenheden. Strategie Het meerjarenbeleid 2014 – 2018 zal in 2014 afgerond worden. Hiermee zal er een hernieuwde strategische oriëntatie op de markt plaatsvinden. Amaliazorg vermoedt dat zij in combinatie van oud naar nieuw en haar unieke identiteit haar kernwaarden kan vinden. Juist in de combinatie van het religieus historisch erfgoed en waarde maar ook zeker in de gebouwen en de moderne resultaatgerichte en innovatieve zorgverlening kunnen Unique Selling Points liggen. Visie De vragen van de cliënt, het ritme van de cliënt en diens naaste omgeving zijn uitgangspunt voor het klantgericht handelen. Vanuit het immaterieel erfgoed, vanuit haar bejegening stelt Amaliazorg haar cliënt centraal. Amaliazorg staat voor de volgende principes die leidend zijn in haar handelen: Medewerkers die het dichtst bij de cliënt staan zijn van cruciaal belang, daar wordt de kwaliteit en dienstverlening gemaakt. 28 - De cliënt/ bewoner wordt met respect en hoffelijkheid benaderd, het ritme van de cliënt is leidend. Alle overige bedrijfsprocessen zijn ondersteunend aan de relatie met de cliënt en bewoner. Amaliazorg signaleert de volgende trends waarop de strategie van de organisatie moet inspelen: AWBZ wordt beperkt en WMO wordt uitgebreid. Het ministerie werkt aan een systeem van prestatiebekostiging voor de AWBZ gebaseerd op het resultaat. Dagbesteding en begeleiding van de ABWZ naar de WMO 2014 wordt een overgangsjaar; Indicatiestelling wordt vereenvoudigd; Invoering normatieve huisvestingscomponent, aanbieders worden risico dragend voor hun kapitaal; 4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid Als het gaat om kwaliteit streeft Amaliazorg naar een zo hoog mogelijke kwaliteit en veilige verantwoorde zorg en dienstverlening die een bijdrage levert aan de kwaliteit van het bestaan, tevreden cliënten en vertegenwoordigers, tevreden medewerkers, vrijwilligers en mantelzorgers, een financieel gezonde organisatie. 4.3.1 Kwaliteitsmanagementsysteem In het kwaliteitsbeleid is vastgesteld dat de afspraken binnen de organisatie in KRS worden ondergebracht volgens de MIK-V systematiek. Het kwaliteitssysteem is in 2011 beoordeeld met het Gouden Keurmerk. In september 2013 heeft er een tussentijdse audit plaatsgevonden. Het Gouden keurmerk blijft behouden. Diverse vaste momenten van overleg bieden structuur aan de evaluatie van afspraken. Daarnaast hebben verschillende functionarissen de verantwoordelijkheid voor de inhoud en evaluatie van bepaalde afspraken. Amaliazorg stapt in 2014 over naar het PREZO systeem. 4.3.2 Veiligheid Het veiligheidsbeleid binnen Amaliazorg heeft als doelstelling om tot één integraal veiligheidsconcept te komen dat voorziet in een geborgde veiligheid van: 1. veiligheid aangaande cliënten en medewerkers 2. veiligheid aangaande ICT 3. veiligheid van gebouwen en installaties. In 2009 zijn alle locaties onderhavig geweest aan nieuwbouw en/of renovatie, waarbij ook de elektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties met bijbehorende infrastructuur volledig werden vernieuwd. Hierdoor zijn alle locaties uitgerust met bouwkundige- en technische voorzieningen die aan de eisen van 2009 voldoen om de verblijfsveiligheid van cliënten en medewerkers te waarborgen. Op alle locaties zijn de elektrotechnische installaties aangepast voor wat betreft het aanbrengen van Over Spannings Beveiligingen (OSB Grof–, Midden- en Fijn beveiliging) als preventie ingeval van (inductie)schade als gevolg van weersinvloeden (bliksem). De beveiligingen zijn aangebracht op alle hoofd en onderverdeelkasten, op alle in- en uitgaande elektra- en data bekabeling (telefonie en ICT), op Cai bekabeling, op verpleegoproepsystemen en op de brandmeldinstallaties. De beveiligingen zijn aangebracht conform de NEN 1010 en NEN-EN-IEC 62305, alsook conform Norm NPR 8110 Risicoklasse indeling OSB klasse 2 of 3. 29 Veiligheid aangaande cliënten en medewerkers In het kader van veiligheid aangaande zorghulpmiddelen is een veiligheidsprotocol aanwezig. Dit protocol voorziet middels inspectie- en onderhoudscontracten in de borging van veiligheid rondom alle beweegbare zorghulpmiddelen als o.a. til-hulpmiddelen, hoog/laag bedden, beweegbare douchestoelen e.d. In het kader van veiligheid aangaande voedingsmiddelen is in zowel de centrale keukens alsook op de woongroepen psychogeriatrie een HACCP protocol aanwezig. Een jaarlijkse externe audit door de regionale GGD maakt hiervan onderdeel uit. In het kader van veiligheid aangaande “ARBO – elektrische apparaten”, wordt op alle locaties de NEN 3140 toegepast. Deze regel voorziet in jaarlijkse inspectie en meting van alle beweegbare / handzame elektrische apparatuur. De NEN 3140 wordt toegepast op de volledige elektrotechnische installaties van de gebouwen. De toepassing van deze norm vindt jaarlijks plaats binnen een cyclus van vijf jaren. Revisietekeningen worden jaarlijks bijgewerkt. In het kader van veiligheid aangaande Legionella Preventie wordt op alle locaties de “Beheersmaatregel Legionella Beheer” toegepast en uitgevoerd. Twee keer per jaar worden op de locaties het vereiste aantal watermonsters genomen en getest op overschrijding / op besmetting. Dit gebeurt door een erkend bedrijf welke ook jaarlijks de TD-ers op de locaties adviseren / begeleiden in de toepassing van de uitvoering van het Legionella Beheer protocol. In het protocol Huishoudelijke Schoonmaak zijn ook procedures en instructies opgenomen welke voor deze dienst van toepassing zijn. Steekproefsgewijs vindt er vanuit de handhavende instantie inspectie plaats op handhaving van voorschiften aan tapwater installaties en op uitvoering van beheer op deze installaties. Elke locatie is voorzien van een “Omgevingsvergunning”, waarvan de “Gebruiksvergunning” onderdeel uit maakt. Alle locaties voldoen aan de laatste brandveiligheidseisen en worden hierop jaarlijks getoetst door de handhavende instantie van de betreffende gemeentes. Als onderdeel van de Gebruiksvergunning en ARBO regelgeving, is op elke locatie een Bedrijfs Hulp Verlening (BHV) organisatie aanwezig. De Coördinatoren facilitair zijn verantwoordelijk voor de BHV organisatie op de locaties. Per locatie wordt onder leiding van genoemde functionaris tenminste vier BHV oefeningen per jaar georganiseerd. Jaarlijks vinden er BHV cursussen plaats voor nieuwe medewerkers en vinden er herhalingscursussen plaats voor opgeleide BHV-ers. Indien nodig worden er jaarlijks medewerkers opgeleid tot “Opgeleid Persoon” of “Beheerder Brandmeldinstallatie (BMI)”. 4.3.3 Gegevensbeveiliging Veiligheid aangaande ICT (cliënt)gegevensbeveiliging. Amaliazorg heeft een centraal netwerk in eigen beheer. Hierop zijn alle systemen van de locaties aangesloten. Systeembeheer en de back-up van data vinden centraal plaats. De opslag en de back-up van de databases zijn fysiek van elkaar gescheiden. Toegang tot de data is op meerdere manieren beperkt o.a. door wachtwoorden, fysieke restricties en externe toegangsmiddelen. Toegang tot persoonsdata wordt gemonitord door de EAD als applicatie verantwoordelijke. Toegang tot de algemene en zakelijke ICT data wordt gemonitord door ICT beheer waarbij de voorgeschreven protocollen uit het kwaliteitssysteem centraal staan. 30 Amaliazorg legt digitale (cliënten)gegevens vast door middel van Back-ups. Hierbij worden dagelijkse, wekelijkse, maandelijkse en jaarlijkse Back-ups gemaakt. Back-up dics worden in een beveiligde omgeving bewaard. In de dagelijkse omgang met cliëntgegevens op de wooneenheden van de locaties blijft in het kader van (on)beveiligde persoonsgegevens sprake van een spanningsveld. Amaliazorg hanteert (nog) geen ECD, maar hanteert de bestaande (handmatig te bewerken) zorgdossiers. Vanuit het oogpunt van een vlot lopende zorgverlening is het noodzakelijk dat medische gegevens goed / direct beschikbaar zijn. Aan de andere kant moet worden voorkomen dat onbevoegden toegang hebben tot cliënt- en medische informatie. Aan het bovenstaande wordt binnen Amaliazorg voldaan, echter aan de normen als gesteld in de NEN 7510 wordt nog niet voldaan. Voor wat betreft het voornemen om mogelijk over te gaan tot de invoering van een Elektronisch Cliënten Dossier (ECD) is in 2013 besloten om vooralsnog geen gebruik te gaan maken van een ECD omwille van het voor Amaliazorg uitblijven van de meerwaarde ervan. In 2013 is een onderzoek gestart m.b.t. alle voor- en nadelen van het in- of extern hosten van applicaties en data voor de jaren 2014 en volgende. 4.4 Kwaliteit ten aanzien van cliënten 4.4.1. Kwaliteit van Zorg Als zorgaanbieder is Amaliazorg verplicht verantwoorde zorg te leveren. Dit is zorg van goed niveau, die in ieder geval doeltreffend, tijdig en veilig wordt verleend en die afgestemd is op de reële behoefte van de cliënt. Dit vereist onder andere een systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van zorg. De zorgstandaarden zijn per zorgsector uitgewerkt in een Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg: Het zorgplan wordt besproken met de cliënt Medezeggenschap is geregeld Klachtenregeling is beschikbaar Jaarlijks voor 1 juni stelt de zorgaanbieder een verslag op over het kwaliteitsbeleid van het afgelopen jaar Cliënten moeten erop kunnen vertrouwen dat de zorg veilig is. Ook de zorgverlener moet kunnen rekenen op een veilige werkomgeving. De IGZ, Zorgverzekeraars Nederland en de vertegenwoordigers van cliëntenraden (LOC) hebben in 2013 een nieuwe indicatorenset ontwikkeld voor de VVT. In mei 2013 is voor de VVT een nieuw kwaliteitsdocument vastgesteld. Doel is een aantal aspecten van kwaliteit van zorg inzichtelijk te maken. De gegevens worden gebruikt om toezicht te houden op kwaliteit en veiligheid van zorg, gegevens worden gepubliceerd op “Kiesbeter.nl” waarmee objectieve informatie wordt geboden aan cliënten/naasten en gegevens worden gebruikt voor zorgcontractering door zorgverzekeraars/kantoren. De zorgaanbieder gebruikt de gegevens om de kwaliteit van zorg verder te verbeteren. 4.4.1.1 Meting zorginhoudelijke indicatoren (ZI meting) Deze meting richt zich op zorginhoudelijke aspecten van de cliëntenzorg en wordt jaarlijks uitgevoerd. 31 Amaliazorg heeft in december 2013 de nieuwe meting uitgevoerd. De gegevens zijn opgenomen op kiesbeter.nl. De verbeterpunten uit de meting van 2013 zijn in opgenomen in het jaarplan en verbeterplan 2014 van elke locatie en worden in 2014 uitgevoerd. 4.4.1.2 Meting CQ-index Om de ervaring van cliënten in kaart te brengen wordt eenmaal per 2 jaar de CQ-index gemeten. De meting was in het najaar 2013 op de volgende locaties: Hof van Bluyssen (pg en somatiek) Kempenhaeve (pg en somatiek) Catharinenberg (pg en extramuraal) Van Haarenstaete (pg) De verbeterpunten uit de meting van 2013 worden opgenomen in het jaarplan en verbeterplan van elke locatie. De resultaten van de meting zijn op www.kiesbeter.nl terug te vinden. Rapporten dateren van december 2013. Hieronder volgt een korte weergave van de resultaten per locatie. Hof van Bluyssen Somatiek: Psychogeriatrie: 8,6 voor het verzorgingshuis 8,4 voor het verpleeghuis Kempenhaeve Somatiek: Psychogeriatrie: Zorg thuis: 8,6 voor het verzorgingshuis 8,7 voor het verpleeghuis 8,5 Catharinenberg Psychogeriatrie: Zorg thuis: 8,5 voor het verpleeghuis 8,6 Van Haarenstaete Psychogeriatrie: 8,8 voor het verpleeghuis Blijendaal Omdat het aantal cliënten te klein is om de resultaten van een officieel onderzoek te publiceren wordt de cliënttevredenheid daar in 2014 gemeten op een alternatieve wijze. 4.4.1.3 Audit en keurmerk Aan Amaliazorg is in 2011 het Perspekt Gouden Keurmerk toegekend. In 2012 is dit keurmerk, na een 1e tussentijdse audit, gecontinueerd en ook in 2013 na de 2e tussentijdse audit heeft Amaliazorg het Gouden Keurmerk behouden. De 1e tussentijdse audit richtte zich met name op het onderdeel cliëntperspectief. Om het gouden keurmerk te behouden moet minimaal 80% van het cluster cliëntperspectief positief worden beoordeeld. Amaliazorg scoorde 100% positief! 4.4.1.4 Enquêteformulier bij afsluiting van de zorg door overlijden Naast de verplicht gestelde metingen voor de sector VVT houdt Amaliazorg zelf ook nog een meting. 32 Als een cliënt in het zorgcentrum is overleden, wordt aan de nabestaanden gevraagd een enquêteformulier in te vullen over de kwaliteit van de zorg- en dienstverlening en dit formulier mee te brengen tijdens een afrondend gesprek, dat de eerstverantwoordelijk verzorgende (EVV) houdt met de vertegenwoordiger/nabestaanden. Een van de vragen in het enquêteformulier betreft een rapportcijfer dat gegeven kan worden over de totale zorg en dienstverlening (1= zeer slecht, 10=uitmuntend) Hieronder worden de gegevens over 2013 per locatie weergegeven. Catharinenberg: 13 ingevulde enquêteformulieren met een gemiddeld cijfer van 8,6 Hof van Bluyssen: 12 ingevulde enquêteformulieren met een gemiddeld cijfer van 8,1 (laagste cijfer was een 7, hoogste cijfer een 9,5). Een keer is er geen enquête ingevuld. Blijendaal: Hier hebben alleen afrondende gesprekken plaatsgevonden tussen EVV, priorin en locatiemanager (in totaal 4 keer). Van Haarenstaete: Geen gegevens beschikbaar Kempenhaeve: 9 ingevulde enquêteformulieren met een gemiddeld cijfer van 9+, (laagste cijfer was een 8, hoogste cijfer een 10). 4.4.1.5 MIC (melding incidenten cliënten) Het melden van incidenten waarbij een cliënt of medewerker betrokken is, is zeer belangrijk. Door deze incidenten te analyseren en hiervan te leren kunnen soortgelijke incidenten in de toekomst voorkomen worden. De Amaliazorg locaties maken ieder kwartaal een eigen kwartaalverslag. Dit verslag is een totaal jaarverslag gebaseerd op de kwartaalverslagen van alle locaties. Dit verslag wordt ook verwerkt in het kwaliteitsjaarverslag, wat vervolgens gebruikt wordt voor het jaardocument. Samenvatting organisatie rondom incident meldingen Iedere medewerker dient een incident waarvan hij/zij getuige is, de gevolgen aantreft of waarover hij/zij wordt ingelicht door cliënt, familie of bezoek, te melden via het registratieformulier incidenten. Dit formulier wordt vervolgens opgenomen in het incidentenregistratiesysteem van Actiz. Dit geldt ook voor gevaarlijke situaties. Bij ernstige calamiteiten maakt de locatiemanager binnen 24 uur melding bij de Inspectie Gezondheidszorg, zo nodig in overleg met de medewerker kwaliteit en directie. De meldingsplicht valincidenten bij de Inspectie is in het najaar van 2013 gewijzigd. Wekelijks worden de MIC-meldingen door de locatiemanager voorgelegd aan de specialist ouderengeneeskunde. Mede op basis hiervan bepaalt de locatiemanager of n.a.v. een melding direct maatregelen getroffen dienen te worden. De locatiemanager bespreekt de meldingen in het teamoverleg zorg. De MIC-commissie komt eenmaal per kwartaal (of eerder als incidenten daartoe aanleiding geven) bij elkaar op locatie. Deze commissie inventariseert en analyseert de incidenten en gevaarlijke situaties en formuleert adviezen om incidenten te beperken of te voorkomen. Zij maken hiervan een kwartaalverslag. 33 In de commissie zorgzaken worden viermaal per jaar de kwartaalverslagen besproken en van advies voorzien. Daarna worden de kwartaalverslagen besproken in het managementteam en de lokale cliëntenraden. Meldingen aan de inspectie Er zijn in 2013 geen meldingen valincidenten gedaan bij de inspectie voor de Gezondheidszorg. Ingekomen meldingen Bij een aantal cliënten is het valrisico uitvoerig besproken in het multidisciplinair overleg (MDO), zijn alle mogelijke maatregelen genomen en wordt het overige risico geaccepteerd. Voor deze cliënten wordt bij een valincident wel een registratieformulier incidenten ingevuld en wordt dit formulier conform de normale procedure afgewerkt. Het formulier wordt niet meegenomen in de cijfermatige verwerking. 34 4.4.2 Commissie zorgzaken / BOPZ Jaarverslag BOPZ Amaliazorg 2013 Algemeen: Amaliazorg is in 2009 gestart met het leveren van zorg aan cliënten met een psychogeriatrische indicatie voor verpleeghuiszorg. Dit wordt gerealiseerd op de kleinschalige woongroepen voor dementerenden. Om deze zorg te kunnen bieden is voor vier locaties een BOPZ-aanmerking aangevraagd en verkregen. Voor de vijfde locatie, Blijendaal in Oirschot is een BOPZ-aanmerking aangevraagd en in oktober 2012 ook verkregen. Het BOPZ beleid en de bijbehorende protocollen zijn conform afspraak geëvalueerd in de commissie zorgzaken en waar nodig bijgesteld om op de juiste manier zorg te kunnen blijven leveren. Middelen en maatregelen: In de commissie zorgzaken wordt drie maandelijks het overzicht van de gebruikte vrijheidsbeperkende maatregelen geëvalueerd. Hiertoe wordt geregistreerd welke middelen en maatregelen gedurende 1 week worden toegepast. Dit overzicht wordt besproken en geanalyseerd en er worden afspraken gemaakt over te nemen acties. Daarna wordt het overzicht met de gemaakte afspraken verzonden aan alle locatiemanagers, zodat zij elk voor de eigen locatie de nodige maatregelen kunnen nemen. Vanaf mei 2013 is een onderscheid gemaakt tussen de middelen en maatregelen in engere zin en de inzet van interventies op verzoek van of ter ondersteuning van de cliënt. Hiervoor is door Novicare een protocol ontwikkeld dat in het medisch dossier Datacare is geïmplementeerd. In 2013 wisselde het totaal aantal geregistreerde middelen en maatregelen in engere zin voor geheel Amaliazorg tussen 77 en 99. In het eerste kwartaal van 2013 was de splitsing nog niet gemaakt en waren er totaal 124 maatregelen. Gezien de veranderde registratiewijze zijn de cijfers niet te vergelijken met het voorgaande jaar. Over de overige drie kwartalen lijkt sprake van een geleidelijke afname van het aantal maatregelen. Het percentage sensoren op het totaal aantal middelen en maatregelen is ongeveer 25 % Ook het percentage bedhekken op het totaal aantal middelen en maatregelen bedraagt ongeveer 25%. Deze beide interventies vormen samen dus ongeveer de helft van het aantal geregistreerde interventies. Het gebruik van psychofarmaca bij onrust komt nog steeds regelmatig voor maar is wel afgenomen t.o.v. 2012. Er waren 14 tot 18 cliënten met psychofarmaca, dit is 15 tot 20 % van het totaal aantal geregistreerde aantal middelen en maatregelen. Andere maatregelen die incidenteel voorkomen zijn: verpleegdeken (2 maal), veiligheidsgordel in de rolstoel (2 maal), en een werkblad op de rolstoel (3 maal). Als de verschillende locaties worden vergeleken is er geen duidelijke trend waarneembaar. Dan eens zijn de aantallen op de ene locatie hoger, dan op een andere. Dit wordt vermoedelijk vooral bepaald door wisselingen in de cliëntenpopulatie. Eind 2013 waren er geen lopende dwangbehandelingen. In de loop van 2013 is eenmaal een dwangbehandeling gemeld. Scholing: Om op een zorgvuldige en preventieve manier te blijven omgaan met het toepassen van middelen en maatregelen onder de BOPZ is het van belang dat verzorgenden hierin regelmatig geschoold worden. Op alle locaties werd een scholing BOPZ georganiseerd, 35 waarin ook aandacht is besteed aan preventie van vrijheidsbeperking en het gebruik van de alternatievenbundel van Vilans. 4.4.3 Klachten Amaliazorg hanteert een klachtenregeling voor cliënten die voldoet aan de eisen van de Wet klachtenrecht Cliënten Zorgsector en aan de eisen die de wet BOPZ stelt. Daartoe is Amaliazorg aangesloten bij een Regionale Klachtencommissie, waarbij ook de Stichting Vughterstede, Woonzorgcentrum de Annenborch, Sint Jozefoord en Joriszorg zijn aangesloten. De klachtencommissie is door de zorgaanbieders ingesteld en bestaat uit 5 leden. De Commissie is, overeenkomstig artikel 23 van bovengenoemde reglementering, gedurende het jaar 2013 drie maal bijeen geweest. Eenmaal, en wel op 12 maart werd een eerste werk- en kennismakingbezoek gebracht aan het fraaie en nieuwgebouwde zorgcentrum voor ouderen “De Annenborch” te Rosmalen. Met de klachtenregeling, die in september 2012 is geëvalueerd en aangescherpt is, beoogt Amaliazorg dat aan de klachten op een zorgvuldige wijze aandacht besteed wordt met het doel zo mogelijk het wegnemen van de oorzaak van de klacht en het voorkomen van (soortgelijke) klachten in de toekomst. De klachtenregeling is opgenomen in de algemene zorg- en dienstverleningsvoorwaarden. Alle nieuwe cliënten ontvangen tevens een folder omtrent de klachten procedure. De cliënt of vertegenwoordiger kan bij de afwikkeling van de klacht voor advisering, ondersteuning en/of bemiddeling een beroep doen op de vertrouwenspersoon binnen Amaliazorg. Meer informatie hierover is te vinden in het klachtenreglement. Toelichting klachten Bij de Commissie is medio 2013 één schriftelijke klacht ingekomen van de zijde van de familie van een binnen één van de locaties van zorgaanbieder “Amaliazorg” verzorgde moeder. Met in achtneming van de betreffende bepalingen van het bestaande Klachtenreglement “Amaliazorg” heeft de Commissie op zorgvuldige wijze de verantwoordelijke verzorgende medewerkers ( in mede aanwezigheid van de directeurbestuurder van “Amaliazorg” ) van de betreffende locatie „gehoord‟. Vervolgens heeft de Commissie de indieners van de klacht uitgenodigd voor het „wederhoor„, en daarna schriftelijk Uitspraak gedaan in de vorm van het Advies aan de directeur-bestuurder van de Zorgaanbieder „Amaliazorg‟. De Commissie heeft tenslotte aan de directeur-bestuurder het verzoek overgebracht van de afhandeling van de klacht op de hoogte te worden gehouden. 36 4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers algemeen Het jaar 2013 heeft in het teken gestaan van verbeteren en vernieuwen. Om de lijnen in de organisatie kort te houden en het uitgangspunt van integraal management te faciliteren is de organisatiestructuur behoorlijk gewijzigd. In het kielzog hiervan zijn functies, vanaf de top tot op de werkvloer, in meer of mindere mate gewijzigd. Amaliazorg hecht aan de mening en professionaliteit van haar medewerkers. De nieuwe organisatiestructuur en het daarbij behorende functiegebouw zijn dan ook met een grote mate van inspraak tot stand gekomen. 4.5.1 Personeelsbeleid In 2013 zijn diverse (beleids)regelingen en procedures op het gebied van P&O geëvalueerd. Daarbij is steeds gekeken naar de actualiteit van de regeling, de noodzaak de regeling in de organisatie te hebben en deze vervolgens aan te passen naar de huidige wet- en regelgeving en wensen van Amaliazorg. De basis voor de te evalueren regelingen vormt het kwaliteitssysteem, dat voorziet in periodieke evaluaties. 4.5.2 Verzuimbeleid Ondanks de sturing op gezondheid, zal er altijd verzuim blijven. Het streven voor Amaliazorg was om eind 2013 een verzuimpercentage van minder dan 5% te hebben. Dit streven is niet gerealiseerd. Het cumulatief verzuim is op 31 december 2013: 5,8% (exclusief zwangerschap). Dit komt door een relatief groot aantal langdurig zieke medewerkers (het langdurig verzuim bedraagt 5%), waarbij sprake is van een niet werkgerelateerde verzuimoorzaak. Voor het voorkomen van een verdere stijging hiervan wordt is aan het einde van 2013 nieuw verzuimbeleid, gebaseerd op het gedragsmodel ontwikkeld. Met de Arbo Unie zijn nieuwe afspraken gemaakt over hun dienstverlening en leidinggevenden zijn getraind en worden gecoacht in deze nieuwe aanpak. Het eerste half jaar van 2014 zal deze nieuwe aanpak in de vorm van een pilot worden ingezet. Als dit na evaluatie succesvol blijkt zal deze aanpak worden voortgezet. 4.5.3 Opleidingen Voor 2013 is een opleidingsplan vastgesteld en uitgevoerd dat voorziet in het actueel houden van de bekwaam- en bevoegdheden binnen de wet BIG. In totaal zijn er 159 medewerkers geschoold in het kader van de wet BIG. In voorgaande jaren zijn een aantal medewerkers opgeleid tot Eerst Verantwoordelijke Verzorgende. In 2013 heeft er voor 19 medewerkers een terugkomdag plaatsgevonden. Ook hebben er een fors aantal trainingen naar behoefte (de zgn. ad-hoc trainingen) plaatsgevonden. Dit betrof trainingen op het gebied van gebruik insulinepen/controle bloedsuiker, katheteriseren, Venflon-naald, zorgleefplan, injecteren, stomazorg, medicatie,teambuilding, voedingssonde, belevingsgerichte zorg voor facilitair medewerkers. In totaal hebben 139 medewerkers een ad-hoc training gevolgd. Er zijn dit jaar 46 medewerkers geschoold als werkbegeleider. In juli 2013 zijn wij door Calibris wederom voor 4 jaar geaccrediteerd als erkend leerbedrijf. 37 4.5.4 Roosterstatuut De eind 2012 geïnstalleerde werkgroep roosteren heeft een roosterstatuut ontwikkeld dat moet voorzien in het opstellen, uitvoeren en bewaken van een dienstrooster dat voorziet in; - Continuïteit in de dienstverlening aan de cliënten; - Evenwichtige verdeling van de werklast over medewerkers en een goede balans tussen werken en rusten; - Doelmatig werken. En dat alles binnen de kaders van wet- en regelgeving. Het ontwikkelde roosterstatuut zal met ingang van 1 januari 2014 toegepast worden. Voorafgaand aan de invoering van het roosterstatuut zijn alle medewerkers geïnformeerd over de veranderingen en de gevolgen die dit voor hen kan hebben. Ook zijn alle roosteraars bijgeschoold in de ins- en outs van gezond roosteren en de beperkingen van de arbeidstijdenwet en het arbeidstijdenbesluit. 4.5.5 2013 Cijfermatig Hieronder staat een aantal kerngegevens benoemd ten aanzien van medewerkers binnen Amaliazorg. In- en uitstroom van personeel over 2013: Aantal medewerkers* Instroom 98 Vrijwilligers: 107 Uitstroom 73 Vrijwilligers: 29 * exclusief stagiaires en vakantiewerkers FTE* 27,2 17,7 Vacatures: Peildatum 31-12-13 Totaal personeel 491* Personeel met 325 cliëntgebonden functies Vrijwilligers 236 * inclusief stagiaires en vakantiewerkers Totaal aantal vacatures per 31-12-2013 3 1 Aantal moeilijk vervulbare vacatures per 31-12-2013 0 0 4.5.6 Arbobeleid Amaliazorg werkt met arbo-commissies die verbonden zijn aan de verschillende locaties. Deze zijn in 2013 een twee maal bij elkaar gekomen en hebben concreet gewerkt aan de actieplannen die volgen uit de verschillende RIE‟s (risico inventarisatie evaluatie). De acties van 2013 zijn uitgevoerd en eventuele nieuwe risico‟s zijn in kaart gebracht en opgenomen in de actieplannen voor 2014. 4.5.7 Vrijwilligers Onze vrijwilligers bieden een onmisbare bijdrage aan de warme zorg die Amaliazorg biedt aan haar cliënten. Door het inzetten van creatieve wervingsmethoden en het uitbreiden van welzijnsactiviteiten is het aantal vrijwilligers dat zich in wil zetten voor de cliënten van Amaliazorg met 40% gestegen. 38 4.5.8 Onderzoek naar medewerkertevredenheid In het najaar heeft Amaliazorg deelgenomen aan het brancheonderzoek van Actiz waar ook een medewerkerstevredenheidonderzoek deel van uit maakt. Met een score van 7,6 op werkbeleving scoort Amaliazorg bovengemiddeld in de branche. Amaliazorg hecht aan de mening van haar medewerkers en zal op basis van de rapportage samen met de medewerkers de verbeterpunten en prioriteiten in kaart brengen. In de loop van 2014 zullen per locatie verbeterplannen worden opgesteld. 39 4.6 Samenleving en belanghebbenden Samenleving en belanghebbenden. Op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen is bewust beleid ontwikkeld. Amaliazorg wil een goed resultaat bereiken, niet alleen in economisch, maar ook bijvoorbeeld in sociaal opzicht, waarbij actief rekening wordt gehouden met alle belanghebbenden. Amaliazorg hecht er waarde aan om midden in de samenleving te staan. Dit krijgt onder meer gestalte middels betrokkenheid bij diverse activiteiten in het werkgebied van Amaliazorg, variërend van het mede organiseren van bijvoorbeeld voorlichtingsbijeenkomsten aan belanghebbenden over zorg, deelname aan de landelijke „Open Dag van de zorg‟, kerstmarkten op onze locaties, actieve ondersteuning bij het vorm geven van een Alzheimercafé. Ook was er aandacht voor het uitbreiden van dagverzorging in Oisterwijk en het bieden van zorg en welzijn aan de bewoners van de 86 appartementen gelegen naast Catharinenberg. Deelname aan activiteiten in de omgeving Amaliazorg heeft zich in haar beleid ten doel gesteld de organisatie in toenemende mate op de kaart te zetten en dit te doen door middel van betrokkenheid in die gemeenten waar we als organisatie opereren. Het doel is hierbij te laten zien wat we doen en de samenleving binnen te halen in onze locaties en laten kennismaken met onze diensten en producten. Een aantal activiteiten zijn: ontwikkeling van activiteitenaanbod in samenwerking met Welzijnsorganisaties; ontwikkeling uitbreiding eetpunten; overleg met gemeenten over beleid in de kleine kernen (Ommel, Heusden); betrekken bewoners uit de directe omgeving van de locatie; deelnemer aan voorbereiding Gezondheidsbeleid en Woonzorgbeleid; deelname aan ketenoverleg PG; deelnemer aan 1e lijns overleg; presentaties over zorg en welzijn aan deelnemers Alzheimer – café. Duidelijke voorlichting en communicatie Onze cliënten hebben recht op goede informatie. Dit betekent dat we ze tijdig, eenduidig en duidelijk informeren over zaken die voor hen van belang zijn. Ten behoeve hiervan maakt Amaliazorg gebruik van cliënten informatiemappen en aanvullend diverse folders en brochures en de website van Amaliazorg www.amaliazorg.nl 40 4.7 Financieel beleid Het financieel beleid van Amaliazorg en Amaliawonen is er op gericht om jaarlijks een positief exploitatieresultaat te realiseren met als doel om bestaande reserveposities te continueren en daar waar nodig te verstevigen, en ter bekostiging van initiatieven in het kader van innovatie & ontwikkeling. Hiertoe stelt zowel Amaliazorg als Amaliawonen jaarlijks een begroting op, worden diverse prestatie-indicatoren periodiek gemonitord en via (maandelijkse) managementinformatie-overzichten beschikbaar gesteld aan Raad van Bestuur, Raad van Toezicht, het Managementteam en wordt na afloop van het jaar de jaarrekening opgesteld. 4.7.1. Gang van zaken tijdens het boekjaar Begroting Het boekjaar 2013 sluit met een geconsolideerd positief resultaat van € 334.950. Het beoogde resultaat zoals geprognosticeerd in de geconsolideerde begroting 2013 bedroeg € 85.118 positief. Per saldo overtreft het gerealiseerde resultaat 2013 het begrote resultaat met ca. € 249.800. Wanneer we de realisatie 2013 vergelijken met de begroting 2013 kunnen de volgende conclusies worden getrokken: zowel de aan de AWBZ-productie gerelateerde vergoeding (+/+ € 589.000) als ook de vergoeding voor huisvesting (+/+ € 132.000) is hoger dan begroot; dit ondanks het feit dat de gerealiseerde dagen verblijfszorg (ZZP) alsook het aantal gerealiseerde dagen volledig pakket thuis (VPT) minder hoog zijn dan begroot, resp. -/- 426 dagen en -/- 1.878 dagen. Hiertegenover staat een hogere dan begrote zzp-mix, meer extramurale zorg (+/+ 742 uren) en meer dagopvang (+/+ 723 dagdelen). De belangrijkste reden van de hogere AWBZ-vergoeding is echter het feit dat in de realisatiecijfers in tegenstelling tot de begroting de extra middelen uit het convenant investeringen langdurige zorg 2012 – 2014 voor het jaar 2013 zijn ingerekend (€ 715.000). In de begroting is er bewust voor gekozen deze extra middelen niet op te nemen aangezien de extra middelen pas definitief worden toegekend als er ook daadwerkelijk kosten zijn gemaakt. Bij het opmaken van de begroting 2013 waren omvang en aard van alle intensiveringsplannen nog niet bekend. de niet-gebudgetteerde zorgprestaties waaronder de middelen WMO-huishoudelijke hulp zijn hoger dan begroot (+/+ € 59.000). Ook de overige subsidies waaronder loonkostensubsidies en subsidie stage-fonds zijn hoger dan begroot (+/+ € 59.000). Hiertegenover staat dat de overige bedrijfsopbrengsten lager zijn dan begroot (-/- € 94.000); dit betreft met name minder vergoedingen vanuit de verbonden religieuze instituten. in totaliteit overschrijden de gerealiseerde opbrengsten, de begrote opbrengsten met € 745.000. de ingezette personeelsformatie en de daarbij behorende kosten zijn hoger dan begroot (+/+ € 524.000). Dit is deels toe te schrijven aan de extra formatie vanuit de intensiverings-middelen (gemiddeld 15,50 fte wat neerkomt op € 715.000 aan loonen opleidingskosten) en deels aan de extra verloonde formatie-inzet binnen alle overige diensten. Hiertegenover staan: vrijval reservering vakantiedagen, minder inzet uitzendkrachten, minder inzet Novicare (medische dienst) en minder kosten werving en selectie. de afschrijvingskosten zijn € 24.000 lager dan begroot voornamelijk doordat een belangrijk deel van de begrote investeringen niet is uitgevoerd. 41 de overige bedrijfskosten zijn hoger dan begroot (+/+ € 61.000). Dit wordt veroorzaakt door hogere kosten voeding (+/+ € 30.000), hogere overige hotelmatige kosten (+/+ € 8.000), hogere kosten onderhoud (+/+ € 61.000) en hogere kosten voor huur en leasing (+/+ € 25.000). Hiertegenover staan lagere algemene kosten (-/- € 7.000), lagere bewonersgebonden kosten (-/- € 38.000) en lagere kosten voor energie (-/- 18.000). in totaliteit overschrijdt de gerealiseerde som der bedrijfslasten, de begrote bedrijfslasten met € 560.000. het resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening is hierdoor € 184.200 gunstiger dan het begrote resultaat. naast het voordeel op het resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening is er ook nog sprake van een voordeel op het resultaat op de financiële baten en lasten. In de begroting is een netto-rentelast (= rentelasten min rentebaten) opgenomen van € 396.000, in werkelijkheid bedraagt de netto-rentelast € 331.000; een voordeel van € 65.000 waarbij het voordeel volledig wordt gerealiseerd door de (lagere) rentekosten op de leningen o/g. per saldo is het geconsolideerde resultaat 2013 hierdoor bijna € 250.000 hoger dan begroot. Vorig boekjaar Zoals hiervoor reeds vermeld, sluit het boekjaar 2013 met een positief resultaat van € 334.950; in vergelijking met 2012 (€ 677.836) is het resultaat echter met € 342.886 afgenomen. Deze daling kan als volgt worden verklaard: Het wettelijk budget aanvaardbare kosten is toegenomen met € 927.000 met name door het aandeel intensiveringsmiddelen (€ 716.000 in 2013 tegenover € 286.000 in 2012), een toename van de intramurale zorgproductie, door hogere tarieven en door een andere zzp-mix. Ook de extramurale zorgproductie en de dagopvang zijn ten opzichte van 2012 toegenomen. Tegenover de toename van het wettelijk budget staan lagere overige opbrengsten (-/- € 220.000), voornamelijk als gevolg van een verminderde afname van producten en diensten door de verbonden religieuze instituten; Hogere personeelskosten van € 824.000 (= + 6,9%), met name door een toename van het aantal fte (+ 6,7%) voor een belangrijk deel te wijten aan de inzet van extra medewerkers in de (directe) zorg bekostigd vanuit de intensiveringsmiddelen; Hogere afschrijvingskosten van € 84.000 door investeringen in 2012 welke in 2013 voor een volledig jaar zijn afgeschreven en door aanvullende afschrijvingen in 2013 over materiële vaste activa (met name inventaris) waarvan de economische levensduur eerder is bereikt; Hogere overige bedrijfskosten van € 170.000 als gevolg van een toename van de voedingskosten (+/+ € 20.000), een toename van de bewonersgebonden kosten (+/+ € 40.000), een toename van de kosten onderhoud en energie (+/+ € 55.000) en een toename van de kosten voor huur en leasing (+/+ € 85.000) door verminderde terughuur van kamers. Hiertegenover staat een afname van de overige kosten met € 30.000. Door het positieve resultaat 2013 is het eigen vermogen in vergelijking met 2012 gestegen. Hierdoor stijgt de solvabiliteit (eigen vermogen als percentage van het totale vermogen) van 24,1% naar 26,8%; rekening houdend met de egalisatiereserves en de voorzieningen stijgt de solvabiliteit zelfs van 26,2% naar 29,5%. Het weerstandsvermogen (eigen vermogen als percentage van de totale opbrengsten) neemt toe van 25,5% naar 26,4%. 42 4.7.2. Toestand per balansdatum Het balanstotaal is in vergelijking met 2012 met € 634.000 afgenomen. De vaste activa zijn afgenomen met € 889.000 (verschil tussen investeringen en afschrijvingen). De vlottende activa zijn toegenomen met € 255.000. Tegenover de toename van de vordering op debiteuren (+/+ € 91.000) staat een afname van de vordering uit hoofde van het financieringstekort (-/- € 28.000) en een afname van de post vooruitbetaalde bedragen (-/- € 168.000). De liquide middelen zijn gestegen met € 326.000. Het eigen vermogen is toegenomen van € 4.443.500 per ultimo 2012 naar € 4.778.400 ultimo 2013. De langlopende schulden zijn afgenomen in overeenstemming met de aflossingen (-/- € 464.000). Ook de kortlopende schulden zijn afgenomen (-/- € 598.000). De voorzieningen zijn toegenomen met € 93.000. Door deze mutaties is de liquiditeitspositie gestegen. Zowel de current-ratio (kortlopende vorderingen inclusief vordering uit hoofde van het financieringstekort en inclusief liquide middelen versus kortlopende schulden) als de quick-ratio (kortlopende vorderingen gecorrigeerd voor voorraden versus kortlopende schulden) zijn gestegen van 1,59 naar 2,04. 4.7.3. Financiële positie Zoals reeds eerder aangegeven is de solvabiliteit gestegen van 24,1% naar 26,8%. Ook het weerstandsvermogen is gestegen van 25,5% naar 26,4%. De verhouding tussen het exploitatieresultaat en het totaal van de opbrengsten (= resultaatratio) bedroeg in 2012 + 3,9%; in 2013 is dit + 1,9%. Het totale eigen vermogen is in 2013 gestegen met € 334.950 zijnde het resultaat over 2013 waarbij door de Raad van Bestuur de volgende resultaatverdeling is vastgesteld, welke door de Raad van Toezicht is goedgekeurd: aan het bestemmingsfonds instandhoudingsinvesteringen is € 160.717 toegevoegd, aan de bestemmingsreserve eigen risico ziekteverzuim € 115.200, aan de reserve WMO € 1.787, aan de algemene reserves Amaliawonen € 128.400 en aan de Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) € 183.242. Aan de bestemmingsreserve inventaris en computerapparatuur is een bedrag ad.€ 254.396 onttrokken. Het resterende bedrag bestemmingsreserve inventaris en computerapparatuur (€ 99.488) is overgeheveld naar de RAK. Door dit alles is het saldo RAK gestegen van € 2.241.119 (ultimo 2012) naar € 2.523.849 (ultimo 2013). Resultaatratio: Resultaatratio: Exploitatieresultaat / totaal opbrengsten Resultaat Verslagjaar Vorig jaar +/+ 1,85% +/+ 3,90% 43 Liquiditeit: Liquiditeit Verslagjaar Vorig jaar Current ratio: verhouding vlottende activa (incl. voorraden, incl. liquide middelen) / kortlopende schulden 2,04 1,59 Quick ratio: verhouding vlottende activa (excl. voorraden, incl. liquide middelen) / kortlopende schulden 2,04 1,59 Verhouding vlottende activa (excl. liquide middelen) / kortlopende schulden 0,29 0,26 Verslagjaar Vorig jaar Eigen vermogen / Balanstotaal 26,86% 24,12% Eigen vermogen / Totaal opbrengsten 26,39% 25,54% Verslagjaar Vorig jaar Eigen vermogen / Balanstotaal 29,52% 26,19% Eigen vermogen / Totaal opbrengsten 29,01% 27,73% Solvabiliteit: (exclusief egalisatiereserves en voorzieningen) Solvabiliteit Solvabiliteit: (inclusief egalisatiereserves en voorzieningen) Solvabiliteit 4.7.4. Vooruitblik 2014 en volgende jaren Voor 2014 is zowel voor Amaliazorg als Amaliawonen een begroting opgesteld met een geconsolideerd overschot van € 137.000. Voor dit - in tegenstelling tot het gerealiseerde geconsolideerde resultaat 2013 ad. € 334.950 - lagere, begrote resultaat zijn een aantal oorzaken aan te wijzen: 1) Daling van het wettelijk budget met € 733.000 doordat in de begroting 2014 de intensiveringsmiddelen buiten beschouwing zijn gelaten (in 2013 verkregen en onderdeel van het wettelijk budget ad. € 715.000); 2) Afname van de overige opbrengsten inclusief niet-gebudgetteerde zorgprestaties en overige subsidies (-/- € 175.000) o.a. vanwege afname diensten door verbonden religieuze instituten, lagere wmo-opbrengsten en minder (loonkosten-)subsidies; 3) Afname van de personeelskosten met € 620.000 door een lagere formatie van zorgpersoneel aangezien de (tijdelijke) inzet van personeelsleden ingevolge de intensiveringsmiddelen niet in de begroting 2014 zijn inbegrepen; 4) Daling van de afschrijvingskosten (-/- € 178.000) als gevolg van het feit dat bepaalde activa volledig zijn afgeschreven; 5) Toename van de overige bedrijfskosten inclusief rente (+/+ € 87.000). Ook in 2014 zal gelet op het relatief geringe overschot op de begroting waakzaamheid met betrekking tot de exploitatie geboden zijn. Dit geldt zowel voor de kosten maar zeker ook voor de opbrengsten. Cruciaal hierbij zal zijn of de geleverde zorg volledig zal worden vergoed, de mogelijkheden om vrijkomende verzorgingshuisplaatsen extramuraal te kunnen 44 inzetten, welke alternatieven er voorhanden zijn om de afnemende vraag naar diensten door de verbonden religieuze instituten te compenseren en hoe adequaat zowel Amaliazorg als Amaliawonen in staat is in te spelen op de (voortdurende) veranderingen in de zorg. Sinds 2009 is sprake van een transitiefase voor de bekostiging van de materiële vaste activa die tot op heden in aanmerking komen voor integrale nacalculatie. Het WTZi-bouwregime is afgeschaft en het systeem van integrale nacalculatie van kapitaallasten zal per 1-1-2018 definitief worden beëindigd. Het huidige, in beginsel risicoloze bekostigingssysteem zal worden vervangen door een systeem van prestatiebekostiging. Kapitaallasten zullen moeten worden gedekt via een component in de integrale tarieven (de normatieve huisvestingscomponent). Afhankelijk van het zorgaanbod, de bezettingsgraad en de geleverde productie kunnen de inkomsten sterk fluctueren. Hierdoor ontstaan risico‟s voor het vastgoed, zoals exploitatierisico‟s (leegstand, onderbezetting), boekwaarderisico‟s (marktontwikkeling) en het risico van afwaardering bij exploitatieverliezen (impairment). Amaliazorg heeft in 2011 en 2012 bedrijfswaardeberekeningen op kapitaallastenniveau opgesteld. Ook in 2013 zijn deze berekeningen uitgevoerd waarbij meer dan voorheen de extramuralisering van de zorg in de berekeningen tot uitdrukking is gebracht. Op basis van de uitkomsten van de berekeningen, blijkt dat er alleen bij locatie Van Haarenstaete indien de uitkomsten van de bedrijfswaardeberekening volgens het „worst case‟ scenario worden gehanteerd, sprake is van een geringe negatieve bedrijfswaarde ultimo 2013. Op grond van de geringe omvang van de negatieve bedrijfswaarde is besloten niet tot duurzame waardevermindering van de vaste activa over te gaan. Ook Amaliawonen heeft een actualisatie van de bedrijfswaardeberekeningen doorgevoerd. En ook voor Amaliawonen geldt dat er op basis van de berekeningen geen sprake is van een negatieve bedrijfswaarde op locatieniveau en er dus geen aanleiding is om in de jaarrekening een voorziening voor verlieslatende contracten op te nemen. De veranderingen in de zorg waar de afgelopen jaren door velen veelvuldig en bij herhaling is gesproken, krijgen steeds meer vorm en inhoud. De Wet langdurige zorg (Wlz) staat op het punt te worden aangenomen door Tweede en Eerste Kamer. De consequenties hiervan zijn groot. De langdurige zorg staat voor de grootste hervorming in de afgelopen decennia: mensen bijstaan om langer thuis te kunnen wonen, wijk- en buurtgerichte zorg en het inrichten en bieden van verblijf voor zware zorg. Aan Amaliazorg de taak om hierop tijdig te anticiperen maar vooral ook om hierin tijdig te participeren en antwoorden te vinden op vraagstukken als: - overheveling van volledige extramurale zorg naar gemeenten en zorgverzekeringswet; - scheiden van wonen en zorg; - omvormen AWBZ-verblijfszorg tot voorziening waarin (intramurale) ouderen en gehandicapten (vanaf ZZP4) worden verzorgd en verpleegd; - veranderende indicatiestelling / zorgvraag; - overheidsbeleid gericht op verdere beteugeling van zorgkosten (ombuigingen); - meer maatwerk; - meer zorg in de buurt; - meer samenwerking tussen zorgaanbieders; - meer nadruk op innovatie / E-health. Specifiek voor Amaliazorg blijft daarnaast als punt van aandacht gelden de in omvang afnemende vraag naar diensten en producten van de verbonden religieuze instituten. 45
© Copyright 2025 ExpyDoc