Toegangsrecht tot het individueel dossier (versie 11)

Soort
informatie
Wie vraagt
toegang? 
Hulpverleningsgegevens
Gezondheidsgegevens

Wet verwerking persoonsgegevens (privacy). Decreet gegevensdeling.
Decreet integrale jeugdhulp
Decreet rechtspositie minderjarige
Wet patëntenrechten.
Code geneesk.plichtenleer
Decreet GIS. KB nr. 78
Wetgeving
Toegangsrecht tot het individueel dossier (versie 11)
Persoonlijke notities beroepsbeoefenaar gezondsheidszorg
Gegevens over cliënt met een
therapeutische exceptie
Gegevens over gezondheid
van derde(n)
Overige gezondheidsgegevens cliënt
Gegevens enkel over cliënt
Gegevens over interactie
minderjarige in cliëntsysteem
(contextuele gegevens)
Gegevens over interactie
cliënt – derde(n)
Gegevens enkel over derde(n)
of enkel over andere leden
van het cliëntsysteem
Gegevens met vertrouwelijkheidsexceptie
Informatie door cliënt verstrekt als vertrouwelijk
Gegevens met een agogische
exceptie t.o.v. minderjarige
Stuk opgesteld ten behoeve
van het gerecht
Cliënt zelf
(minderjarig of meerderjarig)
Vertegenwoordiger (ouder, voogd, bewindvoerder of door
cliënt aangeduide vertegenwoordiger)
is (nu)
bekwaam
+ cliënt is bekwaam of
belangenconflict
[3]
Geen
is (nu) onbekwaam
[1]
[2]
Geen, tenzij via vertrouwenspersoon aangeduid door - toen bekwame - cliënt
Geen, tenzij via vertrouwenspersoon aangeduid door - toen bekwame - cliënt
Geen
Geen
Toegang via inzage
Geen
Geen
Toegang via inzage
Toegang via inzage
Geen
Geen
Toegang via inzage
(tenzij privacyexceptie
> via rapportage)
Geen
Geen
Geen
Toegang beperkt tot
gegevens over zichzelf
via rapportage
Geen
Geen
Toegang via inzage
Geen
+ cliënt is onbekwaam
[4]
Geen, tenzij via [6] aangeduid
door vertegenwoordiger
Geen, tenzij via vertrouwenspersoon aangeduid door vertegenw. Ouder heeft wel inzage!
Geen
Vertrouwenspersoon
is ook beroepsbeoefenaar in
de gezondheidszorg?
Nee
Ja
[5]
[6]
Geen
Toegang via
inzage
Toegang via inzage
Geen
Toegang via inzage
(tenzij privacyexceptie > via [6])
Toegang via inzage
Toegang beperkt tot gegevens
over zichzelf en cliënt via rapportage
Toegang via inzage
(tenzij privacyexceptie > via
rapportage)
Toegang beperkt tot gegevens over zichzelf
via inzage of rapportage
Toegang via inzage
Toegang via inzage
Toegang via inzage
Geen
Toegang via inzage
(tenzij privacyexceptie > via
rapportage)
Toegang beperkt tot gegevens over zichzelf via inzage
of rapportage
Geen
Geen
Geen
Geen (tenzij via verGeen
Geen
Toegang via inzage
trouwenspersoon)
Geen (niet via hulpverleningsdossier, ev. wel via gerechtelijk dossier,
zie regelgeving m.b.t. het gerechtelijk dossier, o.a. art. 55 Jeugdbeschermingswet).
Toegang via inzage
Iedereen heeft steeds toegangsrecht tot de informatie die men zelf verstrekt heeft én tot gegevens over zichzelf via inzage of rapportage, incl. verbeterrecht (wet privacy).
Hulpverleners met een gedeeld of een gezamenlijk beroepsgeheim mogen (niet: moeten), in het belang van de cliënt, informatie uitwisselen, maar beperkt tot die informatie die relevant en
noodzakelijk is voor de uitoefening van hun taken (wet privacy; code van geneeskundige plichtenleer). In de mate van het mogelijke dient de hulpverlener geïnformeerde instemming te verkrijgen van de personen op wie de gegevens betrekking hebben.
Na overlijden van de patiënt hebben de echtgenoot, de wettelijk samenwonende partner, de partner en de bloedverwanten tot en met de tweede graad inzagerecht in de gezondheidsgegevens via een door hen aangewezen beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg – ook in de persoonlijke notities - op voorwaarde dat hun verzoek voldoende gemotiveerd en gespecifieerd is
én de overleden patiënt zich hiertegen niet uitdrukkelijk heeft verzet (wet patiëntenrechten, art. 9 §4)
Toegangsrecht individueel dossier
Versie 11 / augustus 2014 - 1
Toelichting bij dit schema

Zie volgende bladzijden. Bv. betekenis van ‘via inzage’ en ‘via rapportage’: zie toelichting 3 !
Bronnen


















J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving
Decreet rechtspositie minderjarigen (DRM) en parlementaire memorie van toelichting (2004, gewijzigd in 2013 door decreet IJH art.82-87)
Werkmap ‘Aan de slag met het decreet rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp’
Decreet Integrale Jeugdhulp (12 juli 2013) en Besluit van de Vlaamse Regering (BVR) betreffende de integrale jeugdhulp (21 februari 2014)
Websites: wvg.vlaanderen.be/jeugdhulp, www.jeugdhulp.vlaanderen.be,
www.rechtspositie.be, www.jeugrecht.be, www.kinderrechtswinkel.be, www.osbj.be,
www.steunpuntjeugdhulp.be
Decreet bijzondere jeugdbijstand (7 maart 2008)
Wet Patiëntenrechten (wet betreffende de rechten van de patiënt van 22 augustus 2002)
Privacywet (wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens)
Koninklijk besluit nr 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen
Brochure ‘Ken je rechten als patiënt’ van het Vlaams Patiëntenplaform (editie november 2011)
Code van geneeskundige plichtenleer en K.B. van 3 mei 1999 houdende bepaling van de algemene minimumvoorwaarden waarvan het medisch dossier moet voldoen
K.B. van 28 december 2006 houdende bepaling van de algemene minimumvoorwaarden waaraan het verpleegkundig dossier moet voldoen
Decreet betreffende het gezondheidsinformatiesysteem (GIS) (decreet van 16 juni 2006) > wordt op een nog te bepalen datum vervangen door het Decreet betreffende de organisatie van het netwerk voor de gegevensdeling tussen de actoren in de zorg (decreet gegevensdeling, 25 april 2014, verschenen in Belgisch Staatsblad op 20 augustus 2014)
Put, Johan (2007). Advies ‘Werken met gezondheidsgegevens in de integrale jeugdhulp’, 67 p.
BVR (Besluit van de Vlaamse Regering)) van 4 februari 2011 betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap: art. 23-26 handelen over het dossier
BVR inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand (13 juli 1994, laatst gewijzigd op 21 februari 2014)
Besluit van de Vlaamse Regering (BVR) van 20 april 2012 betreffende de aanwijzing van een persoon die de minderjarige bijstaat bij de uitoefening van zijn rechten in de integrale
jeugdhulp wanneer de minderjarige en zijn ouders tegenstrijdige belangen hebben en de minderjarige niet in staat is om zelf een bijstandspersoon aan te wijzen of niemand het ouderlijk gezag uitoefent en Ministerieel besluit (MB) van 20 juni 2012 betreffende de vaststelling van het model van attest van aanstelling als bijstandspersoon voor de minderjarige
bij de uitoefening van zijn rechten in de integrale jeugdhulp. Gewijzigd door decreet integrale jeugdhulp (12/07/2013) art. 85 (bijstandspersoon wordt vertrouwenspersoon + voorwaarden zijn gewijzigd).
Wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid.
Zie ook burgerlijk wetboek boek 1 ‘personen’ titel XI art.488-512.
Luc Vanherck, stafmedewerker
Dit is versie 11 (augustus 2014). De eerste versie werd nagelezen en gecorrigeerd door de faculteit rechten van de Universiteit Antwerpen (september 2009), de tweede en derde versie door de juridische en medische dienst van het VAPH (februari
2010), de vierde versie door het OSBJ (Steunpunt Jeugdhulp, september 2010), waarvoor dank! Versie 5 (februari 2011) werd verspreid door het VAPH als bijlage 1 bij de omzendbrief van 29 juni 2011 over het BVR van 4-02-2011 betreffende de
algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van VAPH-voorzieningen. In versie 6 (juli 2011) werd het BVR van 4 februari 2011 verwerkt. In versie 7 (juni 2012) het BVR van 20 april 2012. Versie 7 werd nagelezen en gecorrigeerd door Steunpunt Jeugdhulp. Deze correctie werd opgenomen in versie 8 (september 2012) waarin tevens het MB van 20 juni 2012 werd verwerkt. In versie 9 (februari 2013) werd een correctie van de kinderrechtswinkel vzw over het aanstellen van de vertrouwenspersoon opgenomen. In versie 10 (juni 2014) werd het nieuwe decreet integrale jeugdhulp verwerkt, dat van kracht ging op 1 maart 2014; in deze versie heb ik dankbaar gebruik gemaakt van de feedback van Steunpunt Jeugdhulp. In versie 11
(augustus 2014) werd het nieuw beschermingsstatuut voor volwassenen verwerkt (met dank aan de juridische dienst van het VAPH voor de tekstaanvullingen), een correctie mbt vertrouwenspersoon doorgevoerd (met dank aan kinderrechtswinkel),
en werd het decreet gegevensdeling verwerkt in de toelichting over bewaartermijnen, die daarna kritisch werd nagelezen en aangevuld door de juridische dienst van het Interdiocesaan Centrum.
Toegangsrecht individueel dossier
Versie 11 / augustus 2014 - 2
Toelichting 1: Soort informatie
Onderscheid tussen
A. Gezondheidsgegevens
B. Hulpverleningsgegevens
= gegevens verzameld door een zorgverlener, d.i. een beoefenaar zoals vermeld in
het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van
de gezondheidszorgberoepen
= gegevens verzameld door een hulpverlener, d.i. een natuurlijke persoon, met uitzondering van de zorgverlener, die op beroepsmatige basis zorg verstrekt

vormen het patiëntendossier

vormen het cliëntdossier
(zie: decreet betreffende de organisatie van het netwerk voor de gegevensdeling tussen de actoren in de
zorg, art.2, 9° en 26°)
A. Gezondheidsgegevens

Vormen samen het ‘patiëntendossier’ (wet patiëntenrechten)
 Toegang tot het patiëntendossier wordt bepaald door de wet patiëntenrechten, de privacywet, het decreet gezondheidsinformatiesysteem en voor het medisch dossier ook door de code van geneeskundige plichtenleer.
 De wet op de patiëntenrechten geldt voor iedereen die gevraagd of ongevraagd gezondheidszorg krijgt (zonder onderscheid min- of meerderjarigen).

Gezondheidsgegevens = gegevens verzameld door een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg of gegevens opgenomen in een medisch verslag:
 Beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg = niet enkel de arts, maar alle medische en paramedische beroepsbeoefenaars die diensten verstrekken met het
oog op het bevorderen, vaststellen, behouden, herstellen of verbeteren van de gezondheidstoestand van een patiënt of om de patiënt bij het sterven te begeleiden (zie: wet patiëntenrechten en koninklijk besluit nr 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen)
Concreet gaat het om:
- artsen, tandartsen, vroedvrouwen, apothekers, verpleegkundigen, zorgkundigen, kinesitherapeuten, logopedisten, ergotherapeuten, diëtisten, bandagisten, orthesisten, prothesisten, audiologen en audiciens, orthoptisten, podologen, farmaceutisch-technische assistenten, technologen medische beeldvorming, medisch laboratorium technologen
- beroepsbeoefenaars van homeopathie, chiropraxie, osteopathie en acapunctuur
- vanaf 1/09/2016: klinisch psychologen, klinisch orthopedagogen, psychotherapeuten (zie aanpassing KB78 van 20 mei 2014)
 Medisch dossier = opgesteld en bewaard door een geneesheer; onderdeel van het patiëntendossier
 Volgens het decreet gezondheidsinformatiesysteem (art. 11) worden volgende dossiers gelijkgesteld met het individueel gezondheidsdossier: het multidisciplinair dossier van een CLB; medisch-sociale dossier van Kind & Gezin; het medisch dossier van ziekenhuizen; het algemene medische dossier van huisartsen.

Persoonlijke notities van de beoefenaar in de gezondheidszorg:
 enkel toegankelijk voor hem persoonlijk en voor een door de cliënt aangeduide vertrouwenspersoon die ook beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg is
 van zodra ze meegedeeld zijn aan anderen, zijn het geen persoonlijke notities meer; persoonlijke notities maken in feite geen deel uit van het dossier
 In ieder geval is het zeker niet toegelaten dat een arts alles beschouwt als persoonlijke notities (advies van de orde van 18/9/2004);
 men mag dit veralgemenen naar alle hulpverleners en stellen dat, conform de wet patiëntenrechten, losse notities als geheugensteun geen deel uit maken van
het dossier (zie ook: decreet gezondheidsinformatiesysteem art. 8).
 wat persoonlijke notities zijn moet zeer beperkt geïnterpreteerd worden.
Toegangsrecht individueel dossier
Versie 11 / augustus 2014 - 3

Therapeutische exceptie (wet patiëntenrechten art. 7 §4) = betekent dat je (ev. tijdelijk) geen toegang krijgt tot bepaalde gezondheidsgegevens uit je dossier wanneer de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg oordeelt dat dit op dat moment beter is voor je gezondheid. Dit kan enkel indien hij bepaalde criteria in acht
neemt: vooraf een collega raadplegen, zijn beslissing schriftelijk motiveren en toevoegen aan je patiëntendossier, je vertrouwenspersoon informeren. Echter, de
evolutie van de relatie tussen patiënt en beroepsbeoefenaar rechtvaardigt de therapeutische exceptie steeds minder, en daardoor moet het niet alleen zeer uitzonderlijk worden toegepast, maar ook beperkt in de tijd.
Toegangsrecht: Indien de minderjarige onbekwaam is, hebben zijn ouders toegang tot deze gegevens in het kader van het ouderlijk gezag. Andere vertegenwoordigers hebben toegang tot deze gegevens via een vertrouwenspersoon (die niet noodzakelijk een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg moet zijn).

Beroepsgeheim: Beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg hebben beroepsgeheim, dus mogen ze vertrouwelijke informatie over hun patiënten in principe niet
delen met derden, maar er zijn uitzonderingen zoals de getuigenis in rechte, de noodtoestand, het gedeeld beroepsgeheim, …
Ouders hebben vanuit hun ouderlijk gezag nood én recht op informatie om fundamentele opvoedingsbeslissingen te nemen, maar niet zomaar alle informatie
moet hen meegedeeld worden:
 voor informatie gedekt door het beroepsgeheim zal de beroepsbeoefenaar steeds zorgvuldig moeten afwegen welke informatie ouders nodig hebben onder
toepassing van het ouderlijk gezag
 bekwame minderjarigen kunnen zelfstandig beslissingen nemen over hun gezondheidszorg, dus geldt het beroepsgeheim tegenover ouders. De bekwaamheid
wordt in dit geval door de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg bepaald, louter op basis van zijn inschatting of een jongere al zelf beslissingen kan nemen
omtrent de gezondheidszorg die hij zou willen verstrekken. Indien het oordeel negatief is, is het aan de minderjarige zelf om het tegendeel te bewijzen. Deze
procedure staat los van de bekwaamheidsbeoordeling die in het DRM wordt toegepast.
B. Hulpverleningsgegevens

Vormen samen het ‘cliëntdossier’

Hulpverleningsgegevens = gegevens verzameld door wie geen beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg is, maar wel op beroepsmatige basis zorg verstrekt zoals begeleider-opvoeder, psycholoog, (ortho)pedagoog, … (vanaf 1/09/2016 vallen klinisch psychologen, klinisch orthopedagogen en psychotherapeuten onder de
gezondheidszorgberoepen)

Cliëntsysteem = minderjarige + ouders (d.i. titularissen van het ouderlijk gezag) + opvoedingsverantwoordelijken (d.i. alle andere personen dan de ouders, die op
een duurzame wijze de feitelijke bewaring hebben over de persoon van de minderjarige, bijvoorbeeld de grootouders, de stiefouder, de partner van één van de
ouders of om het even welke derde die de minderjarige feitelijk opvoedt, eveneens de personen bij wie de minderjarige is geplaatst, bv. pleegouders; het moet
hierbij om een natuurlijke persoon gaan; een hulpverlener in een voorziening valt niet onder deze definitie) + personen die met de minderjarige samenwonen op
het ogenblik van de uitoefening van het recht op toegang (inwonende broer, zus, grootouder, …)

Contextuele gegevens = gegevens die tegelijk de minderjarige cliënt én één of meerdere andere personen uit het cliëntsysteem betreffen

Vertrouwelijkheidsexceptie =
 Een derde of een persoon die deel uitmaakt van het cliëntsysteem kan vragen dat zijn identiteit en/of (delen van) de informatie die hij aanreikt als vertrouwelijk wordt behandeld (valt dan onder het beroepsgeheim van de hulpverlener). De cliënt kan hier dan op geen enkele wijze kennis van nemen.
 De hulpverlener moet zelf beoordelen of het dan wel nuttig is om deze informatie in het dossier op te nemen:
- Niet in het dossier: zolang het een persoonlijke mededeling blijft die niet wordt gedeeld met collega’s (omdat de hulpverlener oordeelt dat het geen invloed heeft op de hulpverlening)
Toegangsrecht individueel dossier
Versie 11 / augustus 2014 - 4
- Wel in het dossier: van zodra de hulpverlener de informatie deelt met collega’s (omwille van het belang voor de hulpverlening)
 De hulpverlener moet personen informeren over de mogelijkheid van deze vertrouwelijkheidsexceptie.
 Deze personen kunnen de vertrouwelijkheidsexceptie op elk ogenblik inroepen of intrekken. Iets dat ter inzage is, kan dat dan plots niet meer zijn. Of partijen
kunnen allen instemmen met open verslaggeving waardoor ze alles van elkaar zien, maar als er plots een heikel punt komt hier toch vanaf zien. Of doordat ze
de reactie van een kind op bepaalde informatie zien toch besluiten dat andere informatie afscherming behoeft. Het is belangrijk dat ze dan ook weten dat ze
telkens opnieuw kunnen beslissen over het inroepen van die vertrouwelijkheid.
 Ook medewerkers van een VAPH-voorziening kunnen gebruik maken van de vertrouwelijkheidsexceptie (BVR 4/02/2011 art.26). Als zij gegevens verstrekken
en die als vertrouwelijk bestempelen, kunnen die alleen ingezien worden na hun akkoord.

Agogische exceptie = betekent dat je (ev.tijdelijk) geen toegang krijgt tot bepaalde gegevens uit je dossier wanneer de hulpverlener oordeelt dat het niet in het belang van de minderjarige is te worden geïnformeerd over deze gegevens; de vertrouwenspersoon van de bekwame minderjarige kan wel kennis nemen van deze
gegevens; de vertegenwoordiger enkel indien het om een onbekwame minderjarige gaat
Opmerkingen
 Beschouw het patiëntendossier (A) en het cliëntdossier (B) niet als strikt gescheiden dossiers! Gezondheidsgegevens (A) en hulpverleningsgegevens (B) moeten herkenbaar onderscheiden worden, maar niet persé gescheiden (mag in één multidisciplinair dossier). Gevolg is dat gezondheidsgegevens en hulpverleningsgegevens niet zomaar mogen gemixt worden, bv. in een verslag.
 Over de begrippen ‘gezondheid’ en ‘beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg’ bestaat nog geen absolute rechtszekerheid (zie Johan Put, 2007, Advies ‘Werken met gezondheidsgegevens in de integrale jeugdhulp’ pa. 31 e.v.; zie ook Koninklijk besluit nr 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen).
Toegangsrecht individueel dossier
Versie 11 / augustus 2014 - 5
Toelichting 2: Wie vraagt toegang?
Onderscheid tussen
A. Cliënt zelf
B. Vertegenwoordiger
C. Vertrouwenspersoon
A. Cliënt zelf
 Een wilsbekwame meerderjarige oefent steeds zelf(standig) zijn toegangsrecht tot het dossier uit, zonder vertegenwoordiger.

Ook de minderjarige wordt geacht dit recht zelfstandig uit te oefenen, maar enkel indien hij in staat is om op een redelijke wijze te oordelen wat in zijn belang is,
rekening houdend met zijn leeftijd en maturiteit. Het is de hulpverlener die hierover beslist na overleg met de minderjarige en zijn ouders.
 Volgens het DRM wordt de minderjarige van 12 jaar of ouder vermoed hiertoe in staat te zijn. De hulpverlener moet motiveren in het dossier als hij de minderjarige van 12 jaar of ouder toch onbekwaam acht. Mocht de minderjarige daar niet mee akkoord zijn, kan hij een andere hulpverlener vragen om de bekwaamheid (anders) in te schatten.
 Als de minderjarige jonger is dan 12 jaar geldt het omgekeerde en moet de jongere aantonen dat hij toch bekwaam is om dat recht op dossierinzage zelf uit te
oefenen.

Consequentie: de algemene regel is dat ouders geen toegang hebben tot het dossier van hun bekwame minderjarige. (Met uitzondering van de gegevens die enkel zichzelf betreffen, want daar hebben ze toegang toe op basis van de wet verwerking persoonsgegevens.) Ouders hebben enkel toegang mits de uitdrukkelijke
toestemming van de bekwame minderjarige, gegeven aan één of beide ouders (staat niet letterlijk in DRM, maar zie FAQ op www.rechtspositie.be). Die ouder
krijgt dan toegang tot deze gegevens waartoe de bekwame minderjarige zelf toegang heeft, met uitzondering van de contextuele gegevens waarbij een ouder enkel toegang krijgt tot deze contextuele gegevens die de minderjarige én hemzelf betreffen (en dus niet de gegevens die de minderjarige en een derde betreffen).
B. Vertegenwoordiger
 Rol vertegenwoordiger: oefent de rechten van de cliënt/patiënt (zoals het toegangsrecht tot het dossier) uit wanneer die zelf niet (ev. tijdelijk) / niet meer bekwaam is om dit te doen; kan beslissingen nemen, maar kan nooit ingaan tegen de uitdrukkelijke wilsverklaring van de cliënt/patiënt.

Privacy-exceptie: komt voor in twee verschillende betekenissen
 Voor gezondheidsgegevens (wet patiëntenrechten art. 15 §1): je vertegenwoordiger krijgt (ev. tijdelijk) geen toegang tot bepaalde gegevens uit je dossier wanneer de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg oordeelt dat dit op dat moment zou indruisen tegen de bescherming van jouw privacy
oplossing: de vertegenwoordiger kan dan een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg aanstellen om zijn recht op inzage of afschrift uit te oefenen
 Voor hulpverleningsgegevens (DRM art. 22 §3): de cliënt krijgt geen volledige inzage tot gegevens over een derde indien de hulpverlener oordeelt dat dit afbreuk zou doen aan het recht van die derde op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer (uitzondering: een minderjarige heeft wel recht op de contextuele gegevens)
oplossing: toegang tot de toegankelijke gegevens via rapportage

Belangenconflict: moet opgevat worden als een uitzonderlijke situatie, bv. in context van kindermishandeling (waarin ouder van onbekwame minderjarige toch het
toegangsrecht tot het dossier van zijn kind wordt ontzegd).
Toegangsrecht individueel dossier
Versie 11 / augustus 2014 - 6

Onderscheid in vertegenwoordiging:
wet
van toepassing op
bekwaam of
onbekwaam
Vertegenwoordiger
minderjarige
DRM. Wet patiëntenrechten art. 12.
minderjarigen (jonger dan 18 jaar)
In principe bekwaam tenzij … de
hulpverlener na overleg met de
minderjarige en zijn ouders op basis
van leeftijd en maturiteit oordeelt
dat de minderjarige onbekwaam is
om zijn toegangsrecht zelf(standig)
uit te oefenen voor het volledige of
een deel van het dossier. De onbekwaamheid wordt gemotiveerd in
het individueel dossier.
Vertegenwoordiger
volwassene met beschermingsmaatregel
BW art. 492/1 en 499/7
volwassenen met beschermingsmaatregel
(ev. minderjarige vanaf 17 jaar)
Sinds 1 sept. 2014 bepaalt de vrederechter de mate van
onbekwaamheid ifv de te beschermen persoon (BW, art
492/1 §1 en §2). Er is dus sprake van bescherming op maat.
Voorbeeld: zo oordeelt de vrederechter in zijn beschikking
uitdrukkelijk over de bekwaamheid van de beschermde
persoon mbt de uitoefening van de rechten bedoeld in de
wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van
de persoonsgegevens (BW, art 492/1, §1, 12°), waaronder
dossierinzage.
Vertegenwoordiger
gezondheidszorg
Wet patiëntenrechten art. 14
alle leeftijden; gezondheidszorg (diensten verstrekt
door beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg)
De in de wet op de patiëntenrechten vervatte rechten van een meerderjarige persoon worden door de
persoon zelf uitgeoefend voor zover hij hiertoe wilsbekwaam is (wet patiëntenrechten art. 14 §1).
Op het moment dat de persoon nog wilsbekwaam is,
kan hij schriftelijk een vertegenwoordiger aanstellen
(model: zie bijlage) die later, op momenten van
wilsonbekwaamheid, in zijn plaats kan optreden.
De rechter kan op ieder moment en op vraag van elke betrokkene de onbekwaamheid herbekijken. De belangrijkste
handelingen m.b.t. de persoon en de goederen waarbij hij
een beslissing moet nemen, staan opgelijst in de wet.
taken
Indien onbekwaam, wordt bijvoorbeeld zijn toegangsrecht tot het
dossier uitgeoefend door zijn ouders of door de voogd.
Toch moet men de onbekwame
minderjarige zoveel als mogelijk
betrekken.
De oude beschermingsstatuten zoals verlengde minderjarigheid, onbekwaamverklaring en wilsonbekwaamheid
blijven (vermoedelijk) behouden, al zullen de vrederechters
vanaf 1 september 2014 andere beslissingen nemen.
De rechter beslist voor welke beslissingen de betrokkene
bescherming en begeleiding nodig heeft van een bewindvoerder. Hierbij wordt aandacht geschonken aan het onderscheid tussen bijstand en vertegenwoordiging, en tussen handelingen die de persoon raken en handelingen die
betrekking hebben op het beheer van goederen. De bewindvoerder over de persoon en over de goederen is bij
voorkeur dezelfde persoon, tenzij dit strijdig zou zijn met
de belangen van de beschermde persoon.
Specifiek mbt de wet patiëntenrechten van 2002 zijn speciale machtigingen door de vrederechter nodig (BW, art
Toegangsrecht individueel dossier
De schriftelijk aangestelde vertegenwoordiger kan
enkel optreden op het moment dat de cliënt/patiënt
zelf niet in staat is om beslissingen te nemen over de
aan hem of haar te verstrekken gezondheidszorgen
en niet zelf zijn rechten als patiënt kan uitoefenen.
 Indien geen vertegenwoordiger werd aangesteld
of indien de vertegenwoordiger niet optreedt:
dan gaat dit recht naar de bewindvoerder over
de persoon, na machtiging door de vrederechter.
 Indien geen bewindvoerder, dan gaat dit recht
naar de samenwonende echtgenoot, de wetteVersie 11 / augustus 2014 - 7
499/7, §1, 2°): maar in geval van dringende noodzakelijkheid kan de bewindvoerder over de persoon zonder voorafgaande bijzondere machtiging van de vrederechter de
rechten opgesomd in de wet patiëntenrechten uitoefenen.
Hij brengt de vrederechter, de vertrouwenspersoon en de
bewindvoerder over de goederen onverwijld op de hoogte
van zijn optreden.
De beschermde persoon wordt voortaan ook meer betrokken in het besluitvormingsproces. De vrederechter en de
bewindvoerder moeten hem voldoende informatie geven,
luisteren en rekening houden met zijn wil.

lijk of feitelijk samenwonende partner.
Indien geen partner of partner wenst dit niet op
te nemen, dan gaat dit recht opeenvolgend naar
een meerderjarig kind > ouder > meerderjarige
broer of zus > betrokken beroepsbeoefenaar in
de gezondheidszorg na multidisciplinair overleg
(dit laatste geldt ook bij conflicten tussen de andere personen).
De patiënt wordt zoveel mogelijk en in verhouding
tot zijn begripsvermogen betrokken bij de uitoefening van zijn rechten (art. 14, §4).
C. Vertrouwenspersoon
 Vertrouwenspersoon: rol is beperkt tot informatieuitwisseling en bijstand/advies, kan geen beslissingen nemen (vertegenwoordiger kan dit wel). Als hulpverlener
waak je er mee over dat de vertrouwenspersoon geïnformeerd is over zijn/haar functie, het feit dat hij/zij vertrouwelijke gegevens zal inkijken en gebonden is door
het beroepsgeheim.
 Te onderscheiden van:
 belangrijke betrokken derde: beperkte rol, specifiek in voorzieningen VAPH
 zich ad-hoc laten vergezellen/bijstaan door gelijk wie, mits jouw expliciete instemming: je brengt op het moment zelf iemand mee; deze persoon vervult niet
noodzakelijk de rol van vertrouwenspersoon en heeft dan bv. ook geen toegang tot dossiergegevens.
Vertrouwenspersoon
minderjarige
wet
DRM 2004, BVR 20 april 2012, Decreet IJH 2013 art.31
Vertrouwenspersoon
volwassene met beschermingsmaatregel
Burgerlijk Wetboek art. 494 d en 501
(vanaf 1-09-2014)
van toepassing op
minderjarigen
jeugdhulp
volwassenen met beschermingsmaatregel
taken
Fungeert als vast aanspreekpersoon voor de minderjarige door het
hele traject van de jeugdhulpverlening zolang de minderjarige dit
wenselijk acht. Hij heeft het mandaat om op elk ogenblik de jeugd-
(BW art. 494 d) De vertrouwenspersoon treedt op als bemiddelaar
tussen de bewindvoerder over de
persoon, de bewindvoerder over de
goederen en de beschermde persoon, vertolkt de mening van de
Toegangsrecht individueel dossier
Vertrouwenspersoon
gezondheidszorg
Belangrijke betrokken derde
Wet patiëntenrechten (WPR) 2002
alle leeftijden
gezondheidszorg (diensten verstrekt door
beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg)
Je bijstaan in volgende situaties:
 Als je informatie krijgt: kan je vragen
om samen met je vertrouwenspersoon
die informatie te ontvangen of kan je
vragen dat de informatie aan je vertrouwenspersoon wordt meegedeeld.
BVR erkenningsvoorwaarden
en kwaliteitszorg 4 februari
2011
iedereen die beroep doet op
een voorziening die erkend of
vergund is door het VAPH
(alle leeftijden)
De gebruiker bijstand verlenen bij de individuele dienstverleningsovereenkomst: de
belangrijke betrokken derde
van de gebruiker heeft (op
gelijk welk moment) informa-
Versie 11 / augustus 2014 - 8
hulpaanbieders aan te spreken, de
belangen van de minderjarige te
verdedigen, bemiddeling en clientoverleg te initiëren en de situatie
te volgen. Hij wordt telkens vermeld bij en op de hoogte gebracht
van alle beslissingen mbt jeugdhulpverlening aan de minderjarige.
De vertrouwenspersoon wordt (na
toetsing voorwaarden) vermeld in
het dossier en moet zich bij elk
optreden legitimeren.
beschermde persoon in de bij de wet
bepaalde gevallen indien hij daar zelf
niet toe in staat is of ondersteunt
hem bij het uiten van zijn mening
ingeval hij dit niet zelfstandig kan, en
oefent toezicht uit op de goede
werking van het bewind. Hij ontvangt de verslagen van de bewindvoerder(s).
Ten aanzien van derden (bv voorziening) kan deze vertrouwenspersoon
geen rechten uitoefenen, uitgezonderd indien deze persoon dezelfde is
als de persoon aangeduid ifv WPR
2002 en DRM 2004.
 Als je weigert om zelf geïnformeerd te
worden: moet de dokter je vertrouwenspersoon informeren en raadplegen
vóór hij beslist om jou tegen je wil in
toch te informeren.
 Als de beroepsbeoefenaar je informatie onthoudt omdat hij denkt dat die
informatie je gezondheid kan schaden:
zal de beroepsbeoefenaar de informatie
meedelen aan (onder meer) je vertrouwenspersoon.
 Als je je patiëntendossier wil raadplegen: mag je vertrouwenspersoon samen
met jou of met jouw toestemming het
dossier inkijken; mag je vertrouwenspersoon, als hij een beroepsbeoefenaar
is, ook de persoonlijke notities van de
zorgverstrekker inkijken.
tierecht en hoorrecht over de
individuele dienstverleningsovereenkomst.
 Kan aanwezig zijn op besprekingen over de individuele dienstverleningsovereenkomst of los
daarvan informatie opvragen of gehoord willen worden over die individuele
dienstverleningsovereenkomst.
 Heeft dus een adviserende
rol, beperkt tot de individuele dienstverleningsovereenkomst, waaruit we afleiden dat deze persoon
mbt het dossier niet dezelfde rechten heeft als de
vertrouwenspersoon voor
minderjarigen..
Aan welke voorwaarden moet een persoon voldoen om één van deze rollen op te nemen? Het is mogelijk dat één persoon deze rollen combineert indien hij/zij aan de
gecombineerde voorwaarden voldoet. En er kunnen steeds meerdere vertrouwenspersonen aangesteld worden.
Vertrouwenspersoon
minderjarige in jeugdhulp
Wie kiest?
Wijze van
aanstellen
Vrij gekozen door cliënt
(1)
Aanwijzen (mj) of aanstellen
(3)
Voorwaarden  Geen professionele begeleider
van de gebruiker (niet rechtstreeks betrokken bij de hulpverlening)
 Meerderjarig zijn + beschikt over
uittreksel uit strafregister model
Toegangsrecht individueel dossier
Vertrouwenspersoon
volwassene met
beschermingsmaatregel
Vrij gekozen door cliënt of aangesteld door vrederechter
Mondeling of schriftelijk verzoek aan
en gehomologeerd door de vrederechter (4)
Kunnen niet als vertrouwenspersoon
worden aangewezen:
 Zijn bewindvoerder
 Persoon met beschermingsmaatregel
 Rechtspersoon (organisatie met
Vertrouwenspersoon
gezondheidszorg
(geldt voor alle leeftijden)
Vrij gekozen door cliënt
Belangrijke betrokken derde
enkel voor gebruiker van
VAPH-voorziening
Vrij gekozen door cliënt
Mondeling of schriftelijk
(2)
Akkoord gebruiker, op gelijk
welke wijze
 Facultatief: is ook beroepsbeoefenaar in
de gezondheidszorg (5)
 Geen professionele begeleider van de gebruiker (niet
rechtstreeks betrokken bij
de hulpverlening)
Versie 11 / augustus 2014 - 9
2
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
rechtspersoonlijkheid)
 Persoon ontzet uit ouderlijk gezag
 Bloedverwant tot en met de 2e
graad indien ouder(s) bewindvoerder is (kan uitzonderlijk wel)
Rechter beoordeelt ook uittreksel uit
strafregister.
Indien de minderjarige dit niet zelf kan, aangewezen door de ouders; maar indien de minderjarige en zijn ouders tegenstrijdige belangen hebben / de minderjarige
en zijn opvoedingsverantwoordelijke tegenstrijdige belangen hebben / niemand het ouderlijk gezag over de minderjarige uitoefent, kan de directeur van een jeughulpvoorziening of de toegangspoort een vertrouwenspersoon aanstellen die in de plaats van de ouders het toegangsrecht uitoefent.
Mondeling: als je samen met je vertrouwenspersoon optreedt. Schriftelijke aanstelling enkel nodig indien jij beslist dat je vertrouwenspersoon ook alleen mag handelen. Hoe? Wettelijk gezien is het voldoende dat de hulpverlener op jouw mondeling verzoek de identiteit van je vertrouwenspersoon in je patiëntendossier noteert. Of je kan gebruik maken van het model in bijlage en dit aan je dossier laten toevoegen. Je kan meerdere vertrouwenspersonen aanstellen.
Procedure voor minderjarige of ouders: ‘wijst ondubbelzinnig iemand aan’. Procedure voor directeur van ‘een’ jeugdhulpvoorziening of de toegangspoort: volgt
nauwgezet de procedure uit het BVR van 20 april 2012 (voldoet aan voorwaarden – uittreksel strafregister model 2 – motivatie – voorafgaand overleg – minderjarige
horen – attest van aanstelling conform model in bijlage – alle betrokken jeughulpvoorzieningen informeren – aanstelling registreren in dossier). Wanneer de (onbekwame) minderjarige een jeugdadvocaat kreeg toegewezen door de stafhouder van de balie, kan deze optreden als vertrouwenspersoon van de minderjarige na
aanstelling door een directeur van een jeugdhulpverlening of de toegangspoort, wat o.a. betekent dat de jeugdadvocaat een uittreksel uit zijn strafregister model 2
moet bezorgen.
Vrederechter kan in het belang van de beschermde persoon verscheidene vertrouwenspersonen aanwijzen. In dit geval preciseert hij de bevoegdheden van elk van
hen, alsook de wijze waarop zij hun bevoegdheid uitoefenen. (BW art 501)
Geen absolute voorwaarde, maar indien deze persoon tevens beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg is, heeft hij ook toegang via inzage tot de persoonlijke notities van de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg (wet patiëntenrechten).
Toegangsrecht individueel dossier
Versie 11 / augustus 2014 - 10
Toelichting 3: Hoe toegang verlenen?
Dit vergt een degelijke voorbereiding: de hulpverlener krijgt echter de tijd om het dossier ‘klaar te maken’.

Na aanvraag (mondeling of schriftelijk). Men moet zijn identiteit kunnen bewijzen en men moet verduidelijken tot welke informatie men toegang wenst.

Zo snel mogelijk maar ten laatste binnen de 15 dagen
Wetgeving:
 Gezondheidsgegevens: binnen de 15 dagen (wet patiëntenrechten art.9 §2), binnen de 45 dagen (decreet gezondheidsinformatiesysteem art.46) of binnen een
redelijke termijn (wet privacy art.10 §3)
 Hulpverleningsgegevens: binnen de 15 dagen (DRM art.22 §2; Decreet Integrale Jeughulp art.77 §2) of binnen de 45 dagen (wet privacy art.10 §1)
Bij tegenstrijdigheden in de diverse wetgevingen hebben de verplichtingen die voor betrokkene het gunstigst zijn voorrang (diegene die het meest zijn belangen
dient; zie voor minderjarigen: DRM artikel 20): dus wordt de richtlijn ‘binnen de 15 dagen’.
Specifiek: voor gegevens die bij de toegangspoort en de gemandateerde voorzieningen worden bewaard geldt “uiterlijk op het ogenblik waarop de toegangspoort
of de gemandateerde voorziening een beslissing neemt”; voor gegevens bij de sociale dienst voor gerechtelijke jeugdhulpverlening geldt “uiterlijk op het ogenblik
van het eerste vonnis van de jeugdrechter” (Decreet Integrale Jeugdhulp art. 77§2).

Hoe? steeds in aanwezigheid van een hulpverlener die toelichting geeft. Men heeft ook het recht de herkomst van de gegevens te kennen (privacywet).
 Via inzage:
voor gegevens waartoe men rechtstreeks en volledig toegang heeft
inzage = papieren dossier inkijken of elektronisch dossier op computerscherm bekijken, ter plaatse onder begeleiding van een hulpverlener die
de nodige toelichting verstrekt (zeker aan wie niet of nauwelijks kan lezen).
 Via rapportage: voor gegevens waartoe men onrechtstreeks of gedeeltelijk toegang heeft
rapportage = een mondelinge toelichting door een hulpverlener over wat in het dossier staat, gedeeltelijke inzage (delen bedekken) of geschreven rapport met een samenvatting van de wel toegankelijke gegevens

Informatie meegeven op papier of digitaal: op verzoek en tegen kostprijs (KB 2-02-2007: max. 10 cent per pagina en max. 5 euro per gekopieerd beeld (medische
beeldvorming) met een max. van 25 euro in totaal, of max. 10 euro indien volledig digitaal); alhoewel de wet het niet voorschrijft, lijkt het wenselijk om eerst mondeling toe te lichten en dan pas een afschrift mee te geven
 Afschrift: afdruk van gegevens waartoe men rechtstreeks en volledig toegang heeft via inzage
 Rapport: samenvatting van gegevens waartoe men onrechtstreeks of gedeeltelijk toegang heeft via rapportage
 Expliciet toevoegen dat afschrift en rapport strikt persoonlijk en vertrouwelijk zijn, en enkel mogen gebruikt worden voor de doelstellingen van de hulpverlening (dus niet in bv. een echtscheidingsprocedure).
 Je mag dit weigeren als je duidelijke aanwijzingen hebt dat de cliënt onder druk wordt gezet om een afschrift van zijn dossier aan derden (werkgever, verzekering, …) mee te delen.

Noteer in het individueel dossier: wie, wat, wanneer, hoe toegang gegeven.
Toegangsrecht individueel dossier
Versie 11 / augustus 2014 - 11
Toelichting 4: Consequenties voor de inhoud van een dossier

Gegevens die wettelijk verplicht in het dossier moeten staan (specifiek in het kader van het toegangsrecht):









de identiteit van je vertegenwoordiger
de identiteit van je vertrouwenspersoon (indien aangesteld)
motivering van onbekwaamheid om zelf(standig) het toegangsrecht tot je dossier uit te oefenen
je eventuele verzoek om zelf geen informatie te ontvangen over je gezondheidstoestand
motivering door hulpverlener om bepaalde informatie voor jou achter te houden (therapeutische exceptie; agogische exceptie)
de toestemming voor een behandeling (enkel indien cliënt, zijn vertegenwoordiger of de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg hierom verzoekt)
gegevens over een spoedbehandeling die zonder toestemming werd uitgevoerd
documenten/gegevens waarvan de cliënt heeft verzocht om ze aan zijn dossier toe te voegen (bv. een aanvulling of zijn interpretatie van de feiten)
Hoe in een dossier schrijven?




beschouw het dossier vooral als een communicatiemiddel om over de hulpverlening te communiceren met de cliënt
schrijf over mensen zoals je zou willen dat er over jou, je ouders of kinderen zou worden geschreven
maak een duidelijk onderscheid tussen feiten en interpretaties / hypothesen
zorg ervoor dat de gegevens nauwkeurig en volledig zijn: je moet je actief inzetten om onnauwkeurige gegevens te corrigeren of te wissen; wis ook irrelevante
gegevens, d.i. irrelevant voor het bieden van een kwaliteitsvolle hulpverlening (wet privacy art. 4 §1, 4°)
 implementatie wetgeving: hulpverleners en voorzieningen dienen hun dossiers geleidelijk aan dusdanig te structureren dat ze een vlotte toepassing van de
principes m.b.t. het toegangsrecht mogelijk maken.
Toegangsrecht individueel dossier
Versie 11 / augustus 2014 - 12
Toelichting 5: Bewaartermijnen
Voor gezondheids- en hulpverleningsgegevens (zowel in het individueel als het elektronisch deelbaar dossier) is de algemene regel:


30 jaar vanaf de laatste aanpassing, tenzij andersluidende wetgeving. En er is andersluidende wetgeving voor:
 verpleegkundige dossiers: minimaal 20 jaar
 dossiers van de toegangspoort IJH, de gemandateerde voorzieningen en de sociale dienst voor gerechtelijke jeugdhulpverlening: maximaal 10 jaar na het bereiken van de meerderjarigheid
 dossiers in voorzieningen voor bijzondere jeugdbijstand: maximaal 5 jaar nadat de minderjarige meerderjarig is geworden
 multidisciplinair dossier van een CLB: ten minste 10 jaar na datum van het laatst uitgevoerde consult of de laatst uitgevoerde vaccinatie. Het dossier mag niet
vernietigd worden voor betrokkene de leeftijd van 25 jaar bereikt. Voor leerlingen uit het buitengewoon onderwijs wordt het dossier bewaard tot ze de leeftijd
van 30 jaar hebben bereikt.
 dossier CKG: tot het kind meerderjarig is
En wat je bewaart moet relevant én correct zijn.
Motivatie, op basis van bestaande wetgeving:

Voor gegevens in het algemeen:
 Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (privacywet) art. 4 §1, 5°:
persoonsgegevens mogen in identificeerbare vorm niet langer worden bewaard dan nodig in verhouding tot het nagestreefde doel; nadien 2 opties: ofwel wissen, ofwel anoniem maken; doet men dit niet, kan een boete worden opgelegd van 100 tot 100.000 euro (privacywet, art. 39)

Voor gezondheidsgegevens:
 Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt (wet patiëntenrechten) art. 9 §4: geeft geen termijn op voor het bewaren van gezondheidsgegevens in het patiëntendossier, maar stelt wel dat na overlijden van de cliënt de partner en de bloedverwanten tot en met de tweede graad inzagerecht
hebben in gezondheidsgegevens via een door hen aangewezen beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg – ook in de persoonlijke notities en gezondheidsgegevens betreffende derden – op voorwaarde dat hun verzoek voldoende gemotiveerd en gespecifieerd is én de overleden cliënt zich hiertegen
niet uitdrukkelijk heeft verzet.
 Code van geneeskundige plichtenleer art. 46 en K.B. van 3 mei 1999 houdende bepaling van de algemene minimumvoorwaarden waarvan het medisch dossier
(in een ziekenhuis) moet voldoen art. 1 §3: medisch dossier (= dossier opgesteld en bewaard door een geneesheer; ‘enger’ dan het patiëntendossier opgesteld
door gelijk welke beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg) moet tot 30 jaar na het laatste contact bewaard worden
 K.B. van 28 december 2006 houdende bepaling van de algemene minimumvoorwaarden waaraan het verpleegkundig dossier (in een ziekenhuis) moet voldoen,
art. 1 §3: het verpleegkundig dossier dient minstens twintig jaar bewaard te worden.
 Decreet Gezondheidsinformatiesysteem (GIS) van 16 juni 2006, art. 12: het individuele gezondheidsdossier, opgesteld en bewaard door een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg, wordt 30 jaar bewaard. Maar dit decreet vervalt van zodra het decreet gegevensdeling in werking treedt.
 Van toepassing op alle beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg = niet enkel de arts, maar alle medische en paramedische beroepsbeoefenaars die diensten
verstrekken met het oog op het bevorderen, vaststellen, behouden, herstellen of verbeteren van de gezondheidstoestand van een patiënt of om de patiënt bij
het sterven te begeleiden (zie: wet patiëntenrechten en K.B. nr 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen). Concreet gaat het om: artsen, tandartsen, vroedvrouwen, apothekers, verpleegkundigen, zorgkundigen, kinesitherapeuten, logopedisten, ergotherapeuten, diëtisten, bandagisten, orthesisten, prothesisten, audiologen en audiciens, orthoptisten, podologen, farmaceutisch-technische assistenten, technologen medische beeldvorming, me-
Toegangsrecht individueel dossier
Versie 11 / augustus 2014 - 13
disch laboratorium technologen; beroepsbeoefenaars van homeopathie, chiropraxie, osteopathie en acapunctuur. Vanaf 1/09/2016 ook klinisch psychologen,
klinisch orthopedagogen en psychotherapeuten.

Voor hulpverleningsgegevens:
 BVR betreffende Integrale Jeugdhulp (21/02/2014): Een afgesloten dossier wordt door de toegangspoort (art. 20), door de gemandateerde voorzieningen (art.
61) en door de sociale dienst voor gerechtelijke jeugdhulpverlening (art. 85) bewaard tot maximaal 10 jaar na het bereiken door de betrokkene van de meerderjarigheid. Een maand voor de vernietiging van het dossier wordt de betrokkene schriftelijk op de hoogte gebracht van het feit dat hij een kopie van het dossier kan verkrijgen.
 BVR inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand (13 juli 1994, laatst gewijzigd op 21 februari 2014): uiterlijk 5 jaar nadat de minderjarige meerderjarig is geworden, wordt zijn of haar dossier vernietigd (art. 11, 16°).
 BVR van 12 september 2008 inzake het multidisciplinair dossier van het CLB, art. 10: dit dossier moet bewaard worden ten minste 10 jaar na datum van het
laatst uitgevoerde consult of de laatst uitgevoerde vaccinatie. Het dossier mag niet vernietigd worden voor betrokkene de leeftijd van 25 jaar bereikt. Voor
leerlingen uit het buitengewoon onderwijs wordt het dossier bewaard tot ze de leeftijd van 30 jaar hebben bereikt.
 BVR van 9 november 2012 inzake de erkenning en subsidiëring van de Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG), art. 17: het dossier wordt door
het CKG bewaard tot het kind meerderjarig is.
 Geen concrete bewaartermijnen voor voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap.
Motivatie, op basis van nieuwe wetgeving:


Het decreet gezondsheidsinformatiesysteem dateert van 2006 en zal op een nog nader te bepalen datum vervangen worden door het nieuwe “decreet betreffende
de organisatie van het netwerk voor de gegevensdeling tussen de actoren in de zorg”. In het Vlaamse regeerakkoord 2014 staat expliciet dat de nieuwe Vlaamse regering dit decreet gaat uitvoeren. Artikel 19 van dit decreet luidt: “Met behoud van de toepassing van andersluidende regelgeving, wordt het individuele of elektronisch deelbaar dossier bijgehouden gedurende een termijn van dertig jaar vanaf de laatste aanpassing van het dossier.”
 De zorgverleners, de hulpverleners en de voorzieningen houden van elke zorggebruiker een individueel dossier bij. In dat dossier worden de gegevens opgeslagen die gegenereerd worden door zorgverleners en hulpverleners in het kader van een zorgrelatie met de zorggebruiker. (art. 4)
 Het elektronisch deelbaar dossier bevat enkel de gegevens die gedeeld worden met andere actoren in de zorg. De Vlaamse Regering bepaalt voor elke categorie van actor in de zorg welke gegevens met welke categorieën van actoren in de zorg gedeeld worden. (art. 17)
Let op: die termijn van 30 jaar wordt door het nieuwe decreet uitgebreid naar alle hulpverleners, dus niet enkel de beroepsbeoefenaars in de gezondsheidszorg
(die in het nieuwe decreet ‘zorgverleners’ worden genoemd, te onderscheiden van ‘hulpverleners’).
Waarom relevant én correct?


Wetgeving:
 Volgens de privacywet (art. 4 §1, 4°) moet men zich actief inzetten om onnauwkeurige gegevens te corrigeren of te wissen; men moet ook irrelevante gegevens wissen, d.i. irrelevant voor het bieden van een kwaliteitsvolle hulpverlening.
 In de memorie van toelichting bij het decreet gegevensdeling vinden we volgende motivatie om de gegevens 30 jaar bij te houden: “… is gerechtvaardigd gezien de gegevens lange tijd relevant kunnen blijven voor de zorggebruiker en de actoren in de zorg”.
Hieruit kunnen we concluderen dat we niet zomaar alles 30 jaar mogen bijhouden:
 De bewaarde gegevens moeten relevant zijn: niet relevante gegevens moeten verwijderd worden.
 De bewaarde gegevens moeten correct zijn: foute gegevens moeten gewist of gecorrigeerd worden.
Toegangsrecht individueel dossier
Versie 11 / augustus 2014 - 14
Bijlage
Aanwijzing van een vertegenwoordiger in het kader
van de vertegenwoordiging van de patiënt
Art. 14 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt
Ik ondergetekende ___________________________________________________
wijs hierbij de volgende persoon aan als mijn vertegenwoordiger indien ik zelf
niet in staat ben om beslissingen te nemen over de aan mij te verstrekken gezondheidszorgen en niet zelf mijn rechten als patiënt kan uitoefenen.
Identiteitsgegevens van de patiënt:
- Voornaam en naam: ____________________________________________
- Adres: ________________________________________________________
- Telefoonnummer: ______________________________________________
- Geboortedatum: _______________________________________________
Identiteitsgegevens van de vertegenwoordiger:
- Voornaam en naam: ____________________________________________
- Adres: ________________________________________________________
- Telefoonnummer: ______________________________________________
- Geboortedatum: _______________________________________________
Opgemaakt te ______________________________
datum: ________________
Handtekening patiënt:
Ik aanvaard de aanwijzing als vertegenwoordiger en zal naar best vermogen de
patiënt bijstaan indien hij/zij daar zelf niet toe in staat is.
Opgemaakt te ______________________________
Art. 7 en art. 9 van de wet van 22 augustus 2002
betreffende de rechten van de patiënt
Ik (voornaam en naam patiënt) ________________________________________
wijs hierbij de volgende persoon aan als mijn vertrouwenspersoon die ook zonder
mijn aanwezigheid volgende rechten kan uitoefenen:
 Zich informeren over mijn gezondheidstoestand en de vermoedelijke
evolutie ervan
Periode (vb tot een bepaalde datum, voor onbepaalde duur, …): _________________
Naam van de beroepsbeoefenaar bij wie dit recht geldt (vb. huisarts): _____________
 Mijn patiëntendossier inzien
Periode (vb tot een bepaalde datum, voor onbepaalde duur, …): _________________
Naam van de beroepsbeoefenaar bij wie dit recht geldt (vb. huisarts): _____________
 Een afschrift vragen van mijn patiëntendossier
Periode (vb tot een bepaalde datum, voor onbepaalde duur, …): _________________
Naam van de beroepsbeoefenaar bij wie dit recht geldt (vb. huisarts): _____________
Identiteitsgegevens van de patiënt:
- Adres: _______________________________________________________
- Telefoonnummer: _____________________________________________
- Geboortedatum: ______________________________________________
Identiteitsgegevens van de vertrouwenspersoon:
- Voornaam en naam: ___________________________________________
- Adres: _______________________________________________________
- Telefoonnummer: _____________________________________________
- Geboortedatum: ______________________________________________
Handtekening patiënt:
datum: ________________
Handtekening vertegenwoordiger:
Aanbeveling: Het is aangewezen om dit formulier op te maken in 3 exemplaren. Een exemplaar kan
bewaard worden door de patiënt, één door de vertegenwoordiger en één kan overgemaakt worden
aan volgende beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg: ____________________________________
Informatie: De aanwijzing van een vertegenwoordiger kan steeds herroepen worden. Indien dit
gebeurt, is het aangewezen dat alle personen die kennis kregen van de oorspronkelijke aanwijzing
hiervan op de hoogte worden gebracht.
Toegangsrecht individueel dossier
Aanwijzing van een vertrouwenspersoon
Aanbeveling: Het is aangewezen om dit formulier op te maken in 3 exemplaren. Een exemplaar kan
bewaard worden door de patiënt, één door de vertrouwenspersoon en één door de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg bij wie de vertrouwenspersoon zonder aanwezigheid van de patiënt
informatie ontvangt, inzage heeft in het dossier of kopie van het dossier kan maken.
Informatie: De patiënt kan op elk moment aan de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg meedelen dat de vertrouwenspersoon niet meer mag optreden zoals hierboven werd aangegeven.
Versie 11 / augustus 2014 - 15
Attest van aanstelling als vertrouwenspersoon voor
de minderjarige bij de uitoefening van zijn rechten in
de integrale jeugdhulp
Model gebaseerd op bijlage bij art.1 MB van 20 juni 2012
Naam en adres jeugdhulpvoorziening
of toegangspoort
Naam en domicilieadres minderjarige
Deze aanstelling beantwoordt aan de vereisten van artikel 2 en artikel 3 van het
besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2012 betreffende de aanwijzing van
een persoon die de minderjarige bijstaat bij de uitoefening van zijn rechten in de
integrale jeugdhulp wanneer de minderjarige en zijn ouders tegenstrijdige belangen hebben en de minderjarige niet in staat is om zelf een vertrouwenspersoon
3
aan te wijzen of niemand het ouderlijk gezag uitoefent.
De vertrouwenspersoon fungeert als vast aanspreekpersoon voor de minderjarige door het hele traject van de jeugdhulpverlening zolang de minderjarige dit
wenselijk acht. Hij/zij heeft het mandaat om op elk ogenblik de jeugdhulpaanbieders aan te spreken, de belangen van de minderjarige te verdedigen, bemiddeling en clientoverleg te initiëren en de situatie te volgen. Hij/zij wordt telkens
vermeld bij en op de hoogte gebracht van alle beslissingen mbt de jeugdhulpverlening aan de minderjarige. Zijn/haar contactgegevens worden vermeld in het
individueel dossier.
Verblijfsadres minderjarige (indien
verschillend van domicilie)
Geboortedatum minderjarige
Naam vertrouwenspersoon
De vertrouwenspersoon is geïnformeerd over zijn/haar functie, het feit dat hij/zij
vertrouwelijke gegevens zal inkijken en gebonden is door het beroepsgeheim.
Adres vertrouwenspersoon
Beroep vertrouwenspersoon en relatie
met de minderjarige
Dit attest legitimeert het optreden van __________________________________
als vertrouwenspersoon.
Datum ___/___/______ te ______________________________
Ondergetekende _____________________________________________________
directeur van de bovenvermelde jeugdhulpvoorziening / toegangspoort OF door
de directeur gemandateerd personeelslid van de bovenvermelde jeugdhulpvoor1
ziening / toegangspoort , stelt ______________________________________
aan als vertrouwenspersoon van ___________________ (naam minderjarige).
Handtekening directeur
Handtekening van het gemandateerd
4
personeelslid
Handtekening vertrouwenspersoon
2
Deze aanstelling is aangewezen omdat
 de minderjarige niet in staat is om zelf een vertrouwenspersoon aan te wijzen, en de minderjarige en zijn ouders tegenstrijdige belangen hebben
 de minderjarige en zijn opvoedingsverantwoordelijke tegenstrijdige belangen
hebben
 niemand het ouderlijk gezag over de minderjarige uitoefent.
1
2
Schrappen wat niet past
Schrappen wat niet past
Toegangsrecht individueel dossier
3
De vertrouwenspersoon mag niet rechtstreeks betrokken zijn bij de jeugdhulpverlening, georganiseerd ten behoeve van de minderjarige, moet meerderjarig zijn, en moet de aansteller een uittreksel
uit het strafregister bezorgd hebben, dat een model 2 omvat. De aansteller heeft voorafgaand aan de
aanstelling overleg gepleegd met de ouders of de opvoedingsverantwoordelijken van de minderjarige,
naargelang het geval, tenzij ze aan de uitnodiging tot overleg geen gevolg hebben gegeven, met ten
minste twee jeugdhulpverleners die betrokken zijn bij de jeugdhulpverlening aan de minderjarige en
met de aangestelde persoon. De aansteller heeft voorafgaand aan de aanstelling de minderjarige
gehoord, rekening houdend met de mogelijkheden van de minderjarige.
4
Indien de directeur van de jeugdhulpvoorziening of toegangspoort een personeelslid heeft gemandateerd, moet zowel dit personeelslid als de directeur het attest ondertekenen.
Versie 11 / augustus 2014 - 16