S-Monovette® - Gebruiksaanwijzing

Tips & Technieken
in Preanalyse
Preanalyse & S-Monovette®
Optimaal preanalytisch werk is een basisvoorwaarde
voor nauwkeurige en sluitende laboratorium diagnostiek.
Laboratoriumwaarden kunnen alleen juist zijn als en
wanneer alle voorwaarden die gelden op het tijdstip van
bloedafname zijn gestandaardiseerd.
„Tips & Technieken in Preanalyse“ is bedoeld om
u te ondersteunen en om zich vertrouwd te maken met
de beoordeling en de verbetering van preanalytische
invloeden.
Houd er rekening mee dat de onderwerpen in
„Tips & Technieken in Preanalyse“
op het gebied van
Veneuze bloedafname,
Capillaire bloedafname en
Urineverzameling
aanbevelingen zijn en onder geen enkele
omstandigheden een medische, wetenschappelijke
of technologische expertise vervangt.
Met vriendelijke groeten van
SARSTEDT AG & Co.
2
3
Preanalytische beïnvloedbare factoren
„Preanalyse omvat alle
procedures voorafgaand aan laboratoriumwerk“
Opmerking:
Preanalytische kwesties kunnen nooit worden opgelost door individuen,
maar vereisen de medewerking van artsen, verpleegkundigen en laboratorium
personeel dat betrokken is in de algemene procedure.
Patiënt gerelateerde invloeden
Permanente
Permanente invloeden
Bevolking (ras)
Er zijn aanzienlijke verschillen tussen de zwarte en de blanke bevolking.
- Aanzienlijk lagere telling van de leukocyten
- Vitamine B12 concentratie is 1,35 keer hoger
- Hoger CK en _-amylasen
Geslacht
Afgezien van individueel-geslachts-gerelateerde elementen (hormonen) kan
bijvoorbeeld de spiermassa van een persoon, één van de factoren zijn die
bepalend is voor relevante parameters.
- Het aandeel van de CK en creatinine, hangt af van de spiermassa.
s Bevolking (ras)
s Geslacht
Lange termijn invloeden
Lange termijn
s Leeftijd
s Zwangerschap
s Nicotine / illegale drugs / alcohol
Leeftijd
Als een persoon ouder wordt, zal het aangegeven cholesterolgehalte vaak verhoogd
zijn van zowel mannen als vrouwen (hoewel dit voornamelijk afhankelijk is van de
voeding).
Korte termijn
300
s Dagelijkse schommelingen
250
s Houding
Cholesterol
200
mg/dl
s Fysieke belasting
150
LDL
100
50
HDL
0
15
25
35
45
55
65
Jaar
Guder, Narayanan, Wisser, Zawta „Proben zwischen Patient und Labor“ GIT-VERLAG GmbH & Co. KG, Darmstadt
4
5
Preanalytische beïnvloedbare factoren
Roker of niet-roker?
Korte termijn invloed
Chronisch nicotinemisbruik is bekend om een verhoogde telling te geven van
de leukocyten en een aantal enzymwaarden en tumormerkers (met name de
CEA-waarde).
ACE
Prolaktine
`-Carotine
Pyridoxalfosfaat
Selenium
HDL-Chol.
LDL-Chol.
Cholesterol
Hematokriet
MCV
Fibrinogeen
Koper
MCHC
Cadmium
Monocyten
Lymfocyten
Granulocyten
CEA
Afwijkingen in %
-60
-40
-20
0
20
40
60
80
Guder, Narayanan, Wisser, Zawta „Proben zwischen Patient und Labor“ GIT-VERLAG GmbH & Co. KG, Darmstadt
Alcohol
Chronisch alcoholmisbruik leidt tot een toename van leverenzymen, bv. a GT, ALT
(GPT) en AST (GOT), terwijl de waarden van foliumzuur en vitamine B6 dalen.
Houding
Toename van de concentratie tijdens het verplaatsen van een horizontale naar een
verticale positie.
Parameters
toename in%
Hematocriet
13 %
Erytrocyten
15 %
HDL-cholesterol
10 %
Aldosteron
15 %
Epinephrines
48 %
Renine
60 %
Fysieke belasting
Stijging van de verschillende parameters na extreme fysieke belasting, bv. een
marathon.
Kreatinkinase
Pyruvatkinase
ASAT
Bilirubine
Ureum
Urinezuur
Anorg. Fosfaa
Glucose
Abumin
Calcium
Alk. Fosf.
Natrium
Verhoging van de waarden met een factor x
1
+ 1000 %
Afwijkingen in %
-50
0
50
150
250
350
450
Guder, Narayanan, Wisser, Zawta „Proben zwischen Patient und Labor“ GIT-VERLAG GmbH & Co. KG, Darmstadt
6
a-GT
ASAT
Noradrenalin
Adrenaline
Cortisol
Triglyceride
CHOL
VMS
LDL
2
3
4
5
Guder, Narayanan, Wisser, Zawta „Proben zwischen Patient und Labor“ GIT-VERLAG GmbH & Co. KG, Darmstadt
Effecten van tijdsbeperking
Vergelijking: 1 minuut vs 3 minuten
Parameter
afwijking in%
Bilirubine
+8
Cholesterol
+5
Creatinine
- 9
Creatine kinase
- 4
Ijzer
+7
Glucose
- 9
a-Glutamyltransferase
-10
Kalium
- 5
7
Voorbereiding en identificatie
Voorbereiding patiënt
Monster identificatie
Het informeren van de patiënt
s Nooit monsterbuizen analyseren die niet duidelijk geïdentificeerd zijn.
s Informeer de patiënt van de komende procedure om mogelijk angst en stress
te vermijden.
s "ARCODEETIKETTENstaan garant voor correcte monsteridentificatie.
Uitleg betreffende bijzondere voorwaarden
die moeten geobserveerd worden, zijn een essentieel onderdeel van de
informatie, bv.
s Gebruik alleen waterproof pennen/stiften op glas of kunststof buizen.
s Verbruik van farmaceutische drugs
s $EIDENTIFICATIE moet steeds gebeuren op de primaire buis.
s !DDITIEVEN(anticoagulantia, stolling activeermiddelen, gel) zijn geïdentificeerd door
een kleurcode op de monsterbuizen. Vanwege het ontbreken van internationale
normalisatie, kan bijkomende identificatie nodig zijn, afhankelijk van geval tot geval.
s Beperking tot een speciaal dieet
Nooit monster identificatie op de dop,
buitenverpakking of transportcontainer.
s Monstername op een lege maag (behalve voor dringende diagnose)
Precieze instructies voor gebruik
moeten worden gegeven om het juiste gebruik van urine en feces collectie
containers uit te leggen.
Zorgvuldig uitleggen van de komende procedures aan kinderen met behulp van
termen die gemakkelijk voor hen te begrijpen zijn, voorkomt onnodige stresssituatie.
Barcode lijn
Patiënt identificatie
Juiste patiënt identificatie
is een fundamentele noodzaak (naam, voornaam/voornamen, datum van geboorte,
toelating nummer, afdeling, kamernummer).
Fouten gebeuren niet alleen met populaire namen.
Patiënten moeten zichzelf altijd identificeren wanneer men hen aanspreekt. Wanneer
patiënten gedeeltelijk /geheel doof zijn moeten ze vragen kunnen beantwoorden als
„U bent de heer Peeters, hè?“ met een bevestigend knikken.
Een persoon zittend op de rand van het bed kan net zo goed een bezoeker zijn.
Als de patiënt zijn identiteit niet geheel duidelijk is, moet de monsternemer
(phlebotomist, arts, verpleegkundige) de bloedafname bij deze
patiënt weigeren of de procedure toepassen voor verdere verduidelijking.
8
✓✓✓ ✗
Name
Name
Nam
e
Name
s MONSTERBUIZENZIJNCORRECTGEÑTIKETTEERDMITS
Š de zichtbaarheid van de buisinhoud niet belemmerd is
Š men steeds de controle behoudt over het vulvolume
Š de schroefdop gemakkelijk kan verwijderd worden
Š de buis en het etiket niet vast komt te zitten in de centrifuge
Markeer duidelijk de buis en het aanvraagformulier om aan te geven
dat het materiaal mogelijk besmettelijk/infectieus is.
9
Voorbereiding en identificatie
Bloedafname
Identificatie monsternemer (Phlebotomist)
Goed gebruik van de stuwband
De identiteit
van de monsternemer (phlebotomist) moet controleerbaar zijn voor elk monster dat
genomen is,
SAR
ST
T
ED
s indien mogelijk, ook vermelden op het aanvraagformulier
Aanprikplaats
Vragen over de aard en het tijdstip van de bloedafname, alsmede problemen, eventueel, tijdens de bemonstering, de toestand van de patiënt en andere belangrijke
zaken kunnen nuttig zijn in geval van onduidelijke resultaten van de analyse.
bevestig de stuwband
een handbreedte boven
de aanprikplaats
Identificatie van de aanvragende arts
De identiteit
van de aanvragende arts maakt het mogelijk om vragen te stellen over bv.:
s onleesbare aanvragen (bijvoorbeeld certificaten van verwijzing)
s verkeerde aanvragen (bv. prostaatfosfatase voor een vrouwelijke patiënt)
s prioriteitstelling van de essentiële parameters in geval van te weinig staal
Procedure:
s Desinfecteer de prikplaats.
s Veeg het ontsmettingsmiddel af met een droge wat na 30 tot 60 seconden.
s Bevestig de stuwband een paar centimeter boven de aanprikplaats.
s De polsslag moet waarneembaar zijn (stuwbanddruk : 50 - 100 mm Hg)
s Maximale stuwingstijd : 1 minuut.
Afname van diagnostische monsters
s
s
s
s
s
s
s
s
s
s
s
s
10
Draag handschoenen!
Heeft u de geschikte ader geselecteerd?
Desinfecteer het prikplaats!
Raak de prikplaats niet meer aan!
Bij te lange stuwing opnieuw de stuwband aanbrengen!
Verwijder het beschermende omhulsel van de naald!
Houd de schuine kant van de naald weggericht van de huid!
Insteek hoek: minder dan 30°!
Houd de ader op zijn plaats door de huid strak te trekken!
„Waarschuw“ de patiënt vóór de prik!
Ontspan de stuwband als het bloed begint te stromen!
Verzamel de bloedmonsters, houd rekening met de juiste afnamevolgorde!
11
Bloedafname
S-Monovette® Safety-naald
Problemen vóór / tijdens bloedafname:
Slechte ader kwaliteit:
Š Scheur de verpakking open
langs de scheurlijn
s Selecteer een nieuwe prikplaats
s Toepassen thermo-pad of voorverwarmde doek
s Gebruik Multifly® voor moeilijke venen
Doorprikken van de ader:
s Trek de naald zachtjes terug
Onderbreking van de bloedtoevoer tijdens bloedafname:
s Naaldpositie is veranderd
Š Bevestig de naald op
de S-Monovette®
s Vene is dichtgeklapt
Fout-bronnen tijdens bloedafname:
s „Pompende vuistbeweging“ leidt tot een stijging van K+ en Mg2+ als gevolg van
verhoogde spieractiviteit
s Een te lange stuwingstijd geeft veranderingen aan parameters, bijvoorbeeld.
K+, a-GT
Š Verwijder de beschermhuls
s „Buigen“ van de naald is niet nodig wanneer u het S-Monovette® systeem
gebruikt omdat u over het algemeen een zeer vlakke penetratiehoek hebt.
Vernauwing t.h.v. van de naald, veroorzaakt door gebogen naalden, kan schade
veroorzaken aan de cellen (hemolyse).
s Hemolyse kan ook het gevolg zijn van een te dunne naald.
Onjuiste behandeling na bloedafname:
s Onvoldoende menging van het monster (microstolsels)
s Overmatig mengen (schudden) veroorzaakt hemolyse
s Er voor zorgen dat de stollingstijd wordt nageleefd vóór centrifugering ; bij
serummonsters : ongeveer 30 minuten na de afname, om alzo ook te voorkomen
dat er na-stolling gebeurt (fibrinedraden).
s Zorg ervoor dat aanbevelingen voor de centrifugatie worden nageleefd worden
om een goede staalkwaliteit te bekomen.
12
BELANGRIJK:
s Een vroegtijdige montage van de naald (bv. langere tijd vóór de bloedafname
de naald reeds monteren op de S-Monovette®) kan leiden tot lekken van het
afsluitmembraan of de afsluitrubber van de naald. Draai „clockwise“.
13
S-Monovette® - zuigerstangprincipe
s Met de duim van je vrije hand de huid strak trekken en de vene op zijn plaats
houden. „Waarschuw“ eerst de patiënt en prik dan de vene aan.
s Voor meerdere bloedstalen, S-Monovettes losmaken door licht tegen de
klokwijzers in, te draaien. De naald blijft in de vene.
Na bloedafname
Klik
s Ontspan de stuwband en trek de zuigerstang langzaam terug.
Wacht tot de bloedstroom stopt.
s 6ERWIJDEReerst de S-Monovette® van de naald en trek daarna de naald uit de vene.
BELANGRIJK:
Wanneer bloedafname gedaan is, trekt u de zuigerstang in de „klik“ positie en breekt u
hem af.
14
15
S-Monovette® - vacuümprincipe
S-Monovette® - Safety producten
Multi-adapter
Klik
s Van toepassing bij reeds geplaatste luer-koppelingen (bv. driewegkraan of
katheter). Voor reeds aangelegde infusen bij patiënt : gooi het eerste
S-Monovette® buisje weg (bevat nog infuusoplossing).
Membraan-adapter
s Vóór de bloedafname, moet de naald zich reeds in de vene bevinden (of gebruik
de eerste S-Monovette® met zuigerstang principe).
s /NMIDDELLIJKvoor de bloedafname, de S-Monovette® voorbereiden: zuigerstang
naar achter trekken in “klik”-positie en afbreken.
s Duw de S-Monovette® op de naald door „klokwijzers“ in te draaien
s Bloedafname met luer-systeem (bv. Bloedgas-Monovette®) bij een reeds
aangelegde S-Monovette® naald.
Safety-Multifly® Naald
s Wacht totdat de bloedstroom stopt. Verwijder de S-Monovette® van de naald
door tegen de klokwijzers in te draaien. Daarna de naald uit de vene trekken.
16
s 4OEPASSINGSGEBIED
- slechte aderkwaliteit
Foutenbron:
- De lucht in de slang wordt opgezogen in de eerste S-Monovette®. Dit kan een
verkeerde mengverhouding geven voor ESR en stollingsanalyse. Gooi de eerste
S-Monovette® buis weg indien dit nodig is.
17
S-Monovette® - Safety producten
S-Monovette® - Gebruiksaanwijzing
Safety-naald
Voor centrifugeren
Na bloedafname:
Verwijder de laatste S-Monovette® van de Safety-naald
en verwijder dan de Safety-Naald uit de vene.
Houd de Safety-Naald vast t.h.v. de adapter, plaats de
naaldbeschermer op een stabiele, vlakke ondergrond en
met een lichte druk op de naald naar beneden klikt hij
merkbaar en hoorbaar vast in de gele naaldbeschermer.
Stollen van de
gecentrifugeerde
S-Monovette® in een
horizontale positie
Stollen van de
afgedraaide S-Monovette®
in een verticale positie
✓
Klik
Na het activeren van de naaldbeschermer mechanisme:
Gooi de veilig-vergrendelde Safety-Naald in
de naaldcontainer.
✗
Centrifugeren
Safety-Multifly®
Rekentabel om het aantal omwentelingen per minuut in G-Force om te zetten:
Houd de gele naaldbeschermer aan zijn uiteinde vast, met
uw duim bovenaan en uw wijsvinger onderaan en trek de
Safety-Multifly® naald uit de vene. Fixeer het slangetje door
het zacht in uw handpalm vast te klemmen, en duw dan
de gele naaldbeschermer over de naald heen…
Klik
...totdat de naald merkbaar en hoorbaar vergrendeld is
in de gele naaldbeschermer.
r
n
RCF
r=
centrifugeerradius in cm
(Buizenhouder in swing-out positie)
n=
Draaital per min. (min-1)
RCF =
=ˆ
relatieve centrifugeeracceleratie
g-tal
(g = 9,81 m/s2 zwaartekracht)
Leesvoorbeeld :
uit centrifugeerradius r = 16 cm
en draaital n = 4.000 min-1
geeft RCF 5 2.860 x g
Na het activeren van het naaldbeschermer-mechanisme:
®
Gooi de veilig-vergrendelde Safety-Multifly naald in de
naaldcontainer.
18
Deze nomogram is gebaseerd op de formule
g
= 0,00001118 x r x n2
of
2
n
g
= 11,18 x r x 1.000
(
)
19
S-Monovette® - Gebruiksaanwijzing
S-Monovette® - Algemene informatie
Verschil tussen vaste-hoek en swing-out rotors
Monsteropslag en transport
Raadpleeg de handleiding die door de centrifuge-fabrikant verschaft wordt, betreffende
de centrifuge-rotor-straal ( r max ) die nodig is voor de berekening of het bepalen van de
straal door middel van de volgende illustraties.
Vaste-hoek rotor
Swing-out rotor
s Bloedmonsters moeten zo snel mogelijk naar het
laboratorium worden gebracht voor de analyse.
s Scheidingsgels of filters voorkomen de diffusie van
stoffen uit de erytrocyten in het serum / plasma, na
het centrifugeren.
Volbloed zonder serum / plasma scheiding mag onder
geen enkele omstandigheid worden ingevroren omdat
dit leidt tot een totale hemolyse.
S-Monovette® - Aanbevelingen voor centrifugeren
S-Monovette® Serum
10 min.
2.000 x g
20°C
s Voor de lange termijn opslag, moet het serum worden bewaard in gesloten
buisjes bij 2 tot 4° C.
S-Monovette® Serum-Gel*
10 min.
2.500 x g
20°C
s Serum of plasma monsters kunnen worden opgeslagen bij -20°C voor
langere termijn.
S-Monovette® Li-Heparine
10 min.
2.000 x g
20°C
s Speciale koeltransport containers moeten worden gebruikt ter bescherming
van de monsters tijdens langdurig transport.
S-Monovette® Li-Heparine-Gel *
of
10 min.
15 min.
3.000 x g
2.500 x g
20°C
20°C
s Sommige analyses moeten onmiddellijk worden vervoerd naar het laboratorium.
(bv. Ammoniak: binnen 15 minuten.).
S-Monovette® EDTA-Gel*
10 min.
2.500 x g
20°C
S-Monovette® Citraat
10 min.
1.800 x g
22°C
*Wij bevelen aan om de S-Monovettes met gel enkel in een swing-out rotor te centrifugeren.
Verwijzen naar de rekentabel op de vorige pagina of naar de centrifugatie-rekenmachine op
www.sarstedt.com / Informatie voor de gebruiker / Centrifugeren om de G-Force in het aantal
omwentelingen per minuut om te zetten.
20
21
S-Monovette® - Algemene informatie
Invloed van temperatuur en tijd
Toepassingsgebied
Bereiding
Toepassing
mg/dl
Glucose
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
Bewaartemperatuur
4 °C
Serum
Klinische Chemie, serologie, speciale analyses
Serum-Gel
Klinische Chemie, serologie (alleen in routine-diagnostiek)
Bewaartemperatuur
23 °C
Lithium-Heparine Plasma voor Klinische Chemie, serologie
Bewaartemperatuur
30 °C
0
2
4
6
uren
8
24
48
Doorgeven van de resultaten
EDTA K
Hematologie (bv. HP, HK, erytrocyten, leukocyten)
Citraat 1 op de 10 Stollingsanalyses (bv. Quick, PTT, TZ, fibrinogeen)
Citraat 1 op 5
Fluoride
Bezinkingsanalyse met de Westergren methode of met
behulp van de S-Sedivette®
Glucosebepaling (24 uur stabiliteit)
Afnamevolgorde
Bloedcultuur
s In regel zouden analyseresultaten enkel schriftelijk mogen meegedeeld worden
aan de verzoekende instelling in.
s Uitzondering: Dringende diagnostiek.
s De communicatie van de resultaten door de telefoon moet een uitzondering
blijven. Resultaten mogen enkel meegedeeld worden aan de arts die belast is met
het onderzoek.
s Het overbrengen van de resultaten van de analyse naar de patiënt, alsmede de
interpretatie is voorbehouden aan de betrokken arts.
s De patiënt zelf beslist of resultaten worden bekendgemaakt aan derden. Als de
patiënt niet in staat is om dit te doen, moet de beslissing worden overgelaten aan
de betrokken arts.
De laboratoriumgegevens van de patiënt zijn privé en het is de
plicht van de arts om deze geheim te houden.
22
Volbloed zonder toevoeging
Citraat bloed
Heparine bloed
EDTA-bloed
Fluoride bloed
Guder, Narayanan, Wisser, Zawta „Proben zwischen Patient und Labor“ GIT-VERLAG GmbH & Co. KG, Darmstadt
23
Capillaire bloedafname & Microvette®
24
25
Capillaire bloedafname
Wat is capillair bloed?
Een mengsel van bloed uit arterioles,
venules en capillairen evenals intestinale
en intra-cellulaire vloeistoffen.
Criteria waarbij men géén capillaire bloedafname mag uitvoeren:
s Volumes > 1 ml (bv. bloed cultuur)
s stollingstesten
s Ontstekingen
s Patiënt in shock
Opmerking:
Voor capillaire bloedafname hoeft men niet altijd een end-to-end capillair
te gebruiken.
Capillaire bloedafname
™
- Materiaal
Toepassingsgebied
- Patiënt
- Punctieplaats
s Kindergeneeskunde
s Geriatrie
s Volwassenen: Bloedgas-analyse, Glucose- en Lactaatbepaling
s Point–of-Care testen
26
Voorbereiding
➋
Punctie
➌
Monstername
27
Voorbereiding
Benodigde materiaal:
Voordelen van opwarming van de punctieplaats:
s Handschoenen
s Verbeterde bloedstroom, tot zeven keer meer dan het normale volume
s Swabs
s Voorwaarde voor capillaire bloedgasanalyse
s Ontsmettingproduct
s Semi-automatische wegwerp lancet (Safety-Lancet)
s Monsterbuis (bloedgas capillair, Microvettes, bilirubine capillairen enz.)
Verbetering van de doorbloeding leidt tot een arterialisatie van het capillair bloed
en, als gevolg, tot een aanvaardbare vergelijking met de analyses verkregen van
arterieel bloed.
s Multi-Safe naaldcontainer
s Pleister, indien nodig (niet aan te raden met kleine kinderen - risico van inslikken)
Hoe warm je de punctieplaats op:
Patiënt voorbereiding:
s Patiënt identificatie
s Informeer de patiënt over de reden van de bloedafname en leg de procedure uit
s Wikkel de patiënt zijn voet of hand in met een doek verwarmd tot 39 tot 40°C.
Voor een optimaal resultaat, trek rubberen handschoen aan.
Duur: 3 tot 5 minuten.
s Voor capillaire bloedgas analyse van volwassenen, wrijf een goededoorbloedingszalf in de oorlel.
s Selecteer de punctieplaats
s Warm de punctie plaats op voor een verbeterde bloedcirculatie, indien nodig
Punctieplaatsen:
™
Vingertop
Punctie en monstername:
➋
Hiel
➌
Oorlel
s Draag handschoenen
s Huid desinfecteren
- Desinfecteer
- Laat drogen (tot het ontsmettingsmiddel volledig is opgedroogd)
s De vinger of voet vasthouden
s Punctie met een Safety-Lancet
28
29
Safety-Lancet
Productkenmerken
Gebruiksaanwijzing
s Kant en klaar systeem - je hebt maar één
stap nodig.
1
2
s Het steriel, disposable product kan niet
worden hergebruikt.
s Eenvoudige bediening - een veilige drukknop
vermijdt het risico van onbedoelde activering
en desactivering van het systeem.
1. Draai de dop totdat hij loskomt van de
Safety-Lancet.
s Stevig lancetlichaam zorgt voor een veilige grip
s Klein contact oppervlak voor nauwkeurige
punctie
3
2. Druk de Safety-Lancet stevig tegen
de gekozen en schoongemaakte
punctieplaats aan en druk op de knop
voor de punctie.
4
s Verschillende opties
3. Gooi de Safety-Lancet in een geschikte
naaldcontainer.
Assortiment
4. Bloedafname.
s5 Verschillende opties
Belangrijke informatie
sVersie voor hielprik
s Verwijder de eerste druppel bloed.
s Houd de aangeprikte ledematen naar beneden.
s Vermijd bloedvegen.
Omschrijving
Mini
Normaal
Extra
Super
Neonataal
Penetratie diepte
1,6 mm
1,8 mm
1,8 mm
1,6 mm
1,2 mm
Naaldgrootte
28 G
21 G
18 G
Blade 1,5 mm
Blade 1,5 mm
klein
medium
medium tot hoog
hoog
medium tot hoog
Bloedvolume
30
s Zorg ervoor dat monsterbuis in de juiste positie wordt gehouden
s Vermijd herhaalde sterke druk (melken).
Hierdoor kan er hemolyse ontstaan of besmetting van de monsters met
weefselvocht.
31
Microvette®
Microvette® – collectie methoden
Productkenmerken:
s Voor de inzameling van kleine
bloedvolumes van 100 μl tot 500 μl.
™
➋
s Verschillende binnen-bodem optiesconische buis voor een hoge
supernatans na centrifugeren of
cilindrische buis voor betere
mengresultaten.
Opmerking: Het bloed laten druppelen in een capillaire buis door middel van een
luernaald is geen capillaire bloedafname.
Capillaire methode met behulp van het end-to-end capillair
Bloedafname met behulp van collectierand-schepje
1. Capillaire methode
s Verschillende technieken voor
bloedafname
1
200
s Het speciale dopontwerp minimaliseert
aërosol effect wanneer de buis wordt
geopend.
EDTA
1. Houd de Microvette® in een horizontale
of licht hellende positie en doe de
bloedafname met behulp van het endto-end capillair.
2. Bloedafname is voltooid wanneer het
capillair volledig gevuld is met bloed.
4
3. Houd de Microvette® rechtop zodat het
bloed in de buis kan vloeien.
200
2
EDTA
Microvette® – Afnamevolgorde*
3
4. Draai de dop met het capillair eraf en
verwijder dit als één geheel.
EDTA
200
EDTA K
200
EDTA K
Lithium Heparine /
Lithium Heparine-Gel
5
6
5. Neem de dop van de bodem van de
buis en sluit de buis af („klik“ positie).
200
EDTA K
Fluoride
6. Meng monsters grondig en voorzichtig.
200
EDTA K
200
EDTA
K
Serum /
Serum-Gel
*Aanbeveling in overeenstemming met de CLSI/NCCLS richtlijn:
„Procedures and Devices for the Collection of Diagnostic Capillary Blood Specimens“
32
33
Microvette®
Microvette® – Centrifugeer voorwaarden
2. Bloedafname met behulp van collectierand-schepje
1
2
2. Bevestig de dop onderaan op de
buisbodem.
500
EDTA K
Microvette® Serum
5 min.
10.000 x g
20°C
Microvette® Serum-Gel
5 min.
10.000 x g
20°C
Microvette® Heparine
5 min.
2.000 x g
20°C
Microvette® Heparine-Gel
5 min.
10.000 x g
20°C
Microvette® Fluoride
5 min.
2.000 x g
20°C
1. Draai de dop los.
500
EDTA K
3
3. Gebruik de speciale conische rand voor
de bloedafname.
5
4. Verwijder de dop van de buisbodem en
sluit de Microvette® af ( „klik“ positie).
Informatie over de centrifugeervoorwaarden is ook afgedrukt op de binnenkant van
de doos.
5500
EDTA
K
4
00
500
EDTA K
5. Meng monsters grondig en voorzichtig.
500
EDTA K
500
EDTA
K
34
35
Preanalyse & Urine-Monovette®
36
37
Soorten urinemonsters
Preanalytics:
Betrouwbare resultaten in de urine analyse zijn
onderworpen aan correcte inzameling, transport en
opslag voorwaarden.
Afhankelijk van het tijdstip en de aard van urinecollectie, maken we het
onderscheid tussen
Mid-stream urine
Correcte monstername:
™ Grondige reiniging van externe genitale gebied
➋
Zodra de urine ongeveer 3 seconden stroomt, 10 tot 20 ml urine verzamelen in
een steriele container zonder onderbreking van de urinestroom.
Vermijd besmetting van het urinemonster.
Opmerking:
s 6OORALBELANGRIJKVOORMICROBIOLOGISCHEANALYSES
s Mid-stream urine
- Eerste ochtend urine
- Tweede ochtend urine
- Spontane urine
s Blaas punctie urine
s Katheter urine
s 24-uurs urine
s 6OORWAARDE0ATIÑNTMOETINSTAATZIJNOMSAMENTEWERKEN
Eerste ochtend urine
De bestanddelen verzameld uit de eerste ochtend urine zijn van bijzonder hoge
concentratie.
s Toepassing:
Geschikt voor bacteriële analyses, teststrips, sediment,
klinisch-chemische analyses, proteïne diagnostiek
s 6OORDEEL
Vanwege de lange retentietijd in de blaas, is de ochtend urine ideaal geschikt
voor nitraat en eiwit bepalingen.
38
39
Soorten urinemonsters
Tweede ochtend urine
Blaaspunctie urine
De bestanddelen uit de tweede urine na de eerste ochtend urine zijn van een medium concentratie.
Urine verzameld via blaaspunctie is geschikt voor bacteriële analyse, vooral in het
geval van zuigelingen en kleine kinderen.
s 4OEPASSING
Teststrips, glucose, eiwit
Opmerking:
Minder kans op infectie ten opzichte van katheterisatie.
s .ACHTEIL
Niet geschikt voor het testen van nitraat
Katheter urine
Spontane urine
Eenmalig katheteriseren:
Het verzamelen van urine door middel van éénmalige katheterisatie wordt zelden
gedaan omdat het pijnlijk is voor de patiënt en het houdt een hoog risico in op infectie.
Urine verzameld op een willekeurige moment.
s 4OEPASSING
Voldoende voor vele chemische en microscopische parameters
s 6OORDEEL
Gemakkelijk te verzamelen
s .ADEEL
Permanente katheter:
Als het verzamelen van urine via een permanente katheter een absolute vereiste is,
moet dit worden gedaan door een steriele katheterpunctie.
Opmerking:
Voor diagnostische doeleinden, mag de urine niet worden verzameld uit
urineverzamelzakken.
Verdunningsfactor - altijd rekening houden met het specifieke gewicht (dichtheid)
voor de juiste bepaling
40
41
24-uurs Urineverzameling
De term „urineverzameling“ beschrijft in het algemeen alle urine hoeveelheid
verzameld over een bepaalde periode van tijd, alhoewel de 24-uurs periode de
meeste gebruikte interval is.
Hoe verzamel je een 24-uurs urine?
START
1. Gooi de eerste ochtend urine weg
s 4OEPASSING
bv. catecholamines, creatinineklaring
Noteer de inzameling tijd, bijvoorbeeld 7:00, ochtend
2. Dan de tweede ochtend urine in de container opvangen
s 6OORDEEL
Elimineert iedere schommeling in de parameters die kunnen worden veroorzaakt
door een verschil in concentratie.
en voeg de stabilisator toe, indien nodig
3. verzamel
s .ADEEL
Uitgebreide verzamelperiodes, voldoende groot-volume verzamelcontainers,
precieze patiënt instructies, juiste stabilisator.
elke
urine
Urine container volumes
en meng.
s Studies hebben uitgewezen dat een 3000 ml container 91,4% van alle 24-uurs
urine verzamelt.
.
.
.
s Met een 2,0 liter-fles wordt maar ongeveer 60 % verzameld
EINDE
(24 uur)
Volume
in liter
4. Verzamel de eerste ochtend urine op de volgende dag
op hetzelfde moment als de dag ervoor,
bijvoorbeeld 7:00 ochtend
Volume van 24-uurs urine van 116 testpersonen
UriSet 24 - “De complete set”
3 liter
91,4 %
Aantal testpersonen
42
of
43
Urineonderzoek
Urine-Monovette®
™ Droge chemische urine analyse door middel van een teststrip om vroege
De Urine-Monovette® is geschikt voor urine-onderzoek, vervoer, analyse en
centrifugeren.
symptomen te bepalen (screening-test)
Opmerking:
Het screening-resultaat alléén is niet voldoende voor een directe diagnose, het geeft
alleen een indicatie van het bestaan en de geschatte hoeveelheid van een bepaalde
stof. De behaalde resultaten dienen als basis voor meer gedetailleerde microscopische, bacteriële of klinisch-chemische analyses.
➋
Sediment analyse in geval van abnormale resultaten behaald in droge chemie.
Urineonderzoek en preanalyse
s Gebruik verse, niet-gestabiliseerde en niet-gecentrifugeerde mid-stream urine
(niet langer opgeslagen dan 2 uur).
Urine-Monovette® gebruiksaanwijzing
Uitgebreide opslag kan leiden tot volgende wijzigingen, bv.
- Desintegratie van leukocyten en erytrocyten
1
2
3
- Bacteriële groei
10/06
2
Urine
6
S
M
10 ml
10 ml
SA
Mo
4
2
Bacteriology
6
2
Urine Z
8
4
Urine Z
8
6
s Algemene bevochtiging van alle proefvelden
S
M
10 ml
8
Bacteriology
s Meng de urine grondig, onmiddellijk voordat u de teststrips gebruikt
Z
logy
Bacterio
4
- Glycolyse veroorzaakt door bacteriën
Afval
s Zorg voor observatie van de incubatietijd
s Correct centrifugeren voor het verkrijgen van het urine sediment (5 min. 400 x g)
Breng de zuigtip in de urinecontainer en trek de stamper
van de Urine-Monovette®
naar de basislijn.
44
Houd de Urine-Monovette®
met de zuigtip omhoog en
trek de stamper naar beneden
totdat de zuigtip leeg is.
Verwijder de zuigtip, breek
de stamper af en bevestig
de dop.
45
Microbiologische urine diagnostiek
Opmerking:
s Natuurlijk urine is het ideale materiaal om de bacterie die urineweginfecties
veroorzaakt te bepalen, mits het monster wordt geanalyseerd binnen de 2 uur,
als het wordt bewaard bij kamertemperatuur, en binnen de 4 uur als het bewaard
wordt in een koele omgeving.
s Wij raden het gebruik van ochtend urine aan (mid-stream urine). Tijdens de dag,
adviseer de patiënten om niet te plassen ten minste 4 uur vóór de collectie.
s Geen antibioticabehandeling 2 tot 3 dagen vóór de collectie.
Urine-Monovette® met boorzuur
Bij een
ee vulvolume van 10 ml, is de boorzuurconcentratie
1,5%.
1,5% Micro-organismen zijn gestabiliseerd voor 48 uur
wanneer
wann
ze worden bewaard bij kamertemperatuur.
Fouten in preanalytisch werk zijn
de cijfers vóór de komma.
Belangrijk
Belan
s Let
Le op het nominale volume
s Meng
M
grondig nadat urine is opzogen in de
®
Urine-Monovette
Ur
s Niet
Ni geschikt voor klinisch-chemische analyses,
teststrips, enz.
te
Fouten in de laboratoriumanalyse zijn
de cijfers achter de komma
Aanbevelingen voor urineverzameling
s Analyseer de urine binnen twee uur
s Indien mogelijk, gebruik mid-stream urine voor analyse
s Vakkundige monstername
s Gebruik propere, disposable recipiënten
s Correcte identificatie van de containers vóór de monstername
46
47
Notities
48
49
Notities
50
51
453a-400-0710-0712
SARSTEDT AG & Co.
P.O. Box 12 20
D-51582 Nümbrecht
Phone +49 2293 3050
Fax
+49 2293 305- 122
[email protected]
www.sarstedt.com
Deze publikatie kan informatie bevatten over producten die eventueel niet in alle landen beschikbaar zijn
Technische wijzigingen onder voorbehoud