7-serie Draagbare pH/Geleidbaarheid Meter

7-serie
Draagbare pH/Geleidbaarheid Meter
Draagbare PH 7 Meter
Draagbare COND 7 Geleid. Meter
Draagbare PC 7 pH/Geleid. Meter
Inhoudsopgave
1. Introductie ------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 3
2. Specificaties ---------------------------------------------------------------------------------------------------------- 4
3. Instrument Beschrijving -------------------------------------------------------------------------------------------- 5
3.1. LCD display------------------------------------------------------------------------------------------------------ 5
3.2. Toetsen functies ----------------------------------------------------------------------------------------------- 5
3.3. Meter aansluitingen-------------------------------------------------------------------------------------------- 7
3.4. Stabiliteit weergavemodus ---------------------------------------------------------------------------------7
3.5. Automatisch uitschakelen------------------------------------------------------------------------------------ 7
4. pH metingen ---------------------------------------------------------------------------------------------------------- 7
4.1. pH elektrode informatie--------------------------------------------------------------------------------------- 7
4.2. pH kalibratie overweging------------------------------------------------------------------------------------- 7
4.3. pH kalibratie----------------------------------------------------------------------------------------------------- 9
4.4. Door de klant gedefinieerde kalibratie-------------------------------------------------------------------- 10
4.5. Monster test ----------------------------------------------------------------------------------------------------- 10
4.6. pH elektrode onderhoud-------------------------------------------------------------------------------------- 12
5. mV metingen---------------------------------------------------------------------------------------------------------- 13
6. Geleidbaarheid metingen----------------------------------------------------------------------------------------- 13
6.1. Geleidbaarheid elektrode informatie---------------------------------------------------------------------- 13
6.2. Geleidbaarheid kalibratie overweging--------------------------------------------------------------------- 14
6.3. Geleidbaarheid kalibratie------------------------------------------------------------------------------------- 15
6.4. Door de klant gedefinieerde kalibratie-------------------------------------------------------------------- 15
6.5. Monster test------------------------------------------------------------------------------------------------------16
6.6. Geleidbaarheid elektrode onderhoud--------------------------------------------------------------------- 17
7. Parameters instellingen-------------------------------------------------------------------------------------------- 17
7.1. Hoofdmenu-------------------------------------------------------------------------------------------------------17
7.2. Vervolgmenu ----------------------------------------------------------------------------------------------------17
7.3. Vervolgmenu van pH parameter instellingen ----------------------------------------------------------- 19
7.4. Vervolgmenu van geleidbaarheid parameter instellingen-------------------------------------------- 20
7.5. Vervolgmenu Basis parameter instellingen ------------------------------------------------------------- 21
8. Meter Kits-------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 21
9. Garantie---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 22
Aanhangsel I: Parameter instellingen & fabrieksinstellingen------------------------------------------------ 22
Aanhangsel II: Afkorting woordenlijst------------------------------------------------------------------------------ 23
Aanhangsel III: Zelfdiagnose informatie--------------------------------------------------------------------------- 24
2
1. Introductie
Bedankt voor uw aankoop van 7 serie draagbare pH/geleidbaarheid meter.
Deze meter is een perfecte combinatie van de meest geavanceerde elektronica,
sensortechnologie en software ontwerpen, en is de meest kosteneffectieve draagbare
elektrochemische meter geschikt voor industriële en mijnbouw ondernemingen,
elektriciteitscentrales, water behandeling engineering, enz., speciaal geschikt voor toepassing
in het veld.
Lees de handleiding grondig voor het gebruik en onderhoud van het instrument.
Om de instrument prestaties voortdurend te verbeteren, behouden we het recht de
handleiding en accessoires te wijzigen zonder kennisgeving vooraf.
1.1. Meting parameters
Meting
parameters
pH/mV
Geleidbaarheid
Temperatuur
pH7
COND7
PC7
√
√
√
√
√
√
√
1.2. Basisfuncties
● De microprocessorgestuurde draagbare meter biedt automatische kalibratie,
automatische temperatuurcompensatie, functie set-up, zelf-diagnostiek, automatisch
uitschakelen en een laagspanningsscherm.
● De meter heeft een digitaal filter deze verbetert de meting op snelheid en
nauwkeurigheid.
● Het pakket omvat een draagbaar koffertje, de meter, elektrode, standaardoplossingen en
alle accessoires, handig om te gebruiken in het veld.
● De meter is stofdicht en water-proof, deze voldoet aan de IP57 norm.
● Temperatuur kalibratiefunctie.
1.3. pH meting functies (geschikt voor model PH7 en PC7)
● 1-3 punt automatische kalibratie, de meter heeft een kalibratie leidraad en een
automatische controle functie.
● De meter is in staat om tot 8 soorten pH standaard bufferoplossingen te herkennen. Er
zijn vier opties voor standaard Bufferoplossingen: USA serie, NIST serie en door de
klant gedefinieerde oplossing.
● De meter bied een mogelijkheid om de stabiliteitscriteria aan te passen.
1.4. Geleidbaarheid meting functies (geschikt voor model COND7 en PC7)
● 1-4 punts automatische kalibratie, de meter heeft een kalibratie leidraad en een
automatische controle functie.
● De meter is in staat om tot 4 soorten geleidbaarheid standaardoplossingen te herkennen.
En een door de klant gedefinieerde oplossing te gebruiken.
3
2. Specificaties
2.1. belangrijkste specificaties
Specificaties
pH
Bereik
(0,00 ~ 14,00)pH
Resolutie
0,1/0,01 pH
Nauwkeurigheid
±0.01 pH ±1digit
Temperatuurcompensatie
Modellen
(0 ~ 100)° C handmatig of automatisch
(
Meer punts kalibratie
1-3 punten
Buffer waarde
USA: 1,68 - 4,00 - 7,00 - 10,01pH
NIST: 1,68 - 4,01 - 6,86 - 9,18pH
2 waardes door de klant
Bereik
±1, 000mV
Resolutie
1mV
Nauwkeurigheid
±0.1% FS ±1digit
mV
)
PH 7
PC 7
Geleidbaarheid: 0 ~ 200 mS/cm
(verdeeld in vier bereiken):
)
Bereik
(0 ~ 199.9 µS/cm-(200 ~ 1999) μS/cm;
)
)mS/cm
(2,00 ~ 19.99 mS/cm-(20,0 ~ 199.9
Resolutie
0.11μS/cm
Nauwkeurigheid
Geleidbaarheid
0,010.1 mS/cm
±1.0% FS ±1digit
Temperatuurcompensatie
(0 ~ 80)°C
(handmatig
of automatisch)
Elektrode-constante
0,1 / 1 / 10 cm-1
Meer punts kalibratie
1-4, punten
Standaardoplossing
84 μS/cm, 1413 μS/cm, 12.88 mS/cm,
111,9 mS/cm
1 klantwaarde
Bereik
0 ~ 100° C
Resolutie
0.1℃
Nauwkeurigheid
±0, 5℃±1digit
Temperatuur
C0ND 7
PC 7
PH 7
C0ND 7
PC 7
2.2. andere specificaties:
Spanning
AAA batterijen × 3 (1.5V × 3)
IP-classificatie
IP57
Dimensie &
gewicht
Meter: (86 × 196 × 33) mm / 335g
4
3. Beschrijving van het instrument
3.1. LCD-scherm
:
(1) — Parameter modus pictogrammen
(2) — Meting uitlezing
(3) — Aanduiding speciale weergavemodus
(4) — Meeteenheden
(5) — Eenheden van de temperatuur (° C en ° F)
(6) — Eenheden van pH en geleidbaarheid kalibratie waarde
(verschijnt met (7))
(7) — pH en geleidbaarheid kalibratie waarde (verschijnt met (6)), en speciale weergavemodus
(8) — Temperatuur (verschijnt met (5)), en speciale weergavemodus
(9) — Temperatuur compensatie (ATC of MTC)
ATC — automatische temperatuurcompensatie, MTC — Handmatige temperatuurcompensatie
(10)— Kalibratie leidraad pictogram
(11)— Stabiliteits pictogram van metingen
(12)— Baterijspanningsindicator, als dit pictogram wordt getoont, kunt u de batterij vernieuwen
3.2. Toetsen Functies
Diagram-2
5
3.2.1. Toetsen operaties
Kortstondig ----- < 1,5 seconden,
Lang---> 1,5 seconde.
3.2.2. Aanzetten van de meter
Druk op
om de meter aan te zetten: Alle segmenten op LCD
weergeven de laatste meetmodus word aangegeven
→
→sommige parameters worden
3.2.3. Uitschakelen van de meter
In de meetmodus de
knop 2 seconden ingedrukt houden om de meter uit te schakelen.
Opmerking: In de kalibratie-modus of de parameter instel-modus is het drukken op
ongeldig. Gelieve CAL/MEAS toets te drukken om terug te keren naar de meet modus, en
druk op
voor het uitschakelen van de meter.
Grafiek -1 toetsenbord operaties en beschrijvingen
Toetsen
Bediening
Kortstondig
Lang
Beschrijving
● Als de meter uit staat, druk op deze knop om de meter aan te zetten.
● In de meetmodus, druk en houd deze knop vast voor 2 seconden om de meter uit te zetten.
● PH7 pH meter: druk op deze knop om de meetmodus te selecteren.
→
● PC7 pH/Geleidbaarheids meter: druk op deze knop om de meetmodus te selecteren:
→
→
● Als de automatische temperatuur compensatie uit staat (MTC), druk en houd deze knop vast
Kortstondig en
lang
totdat de temperatuurwaarde gaat knipperen. Druk nogmaals op deze knop om de
temperatuur te veranderen (in één richting), en druk
om de waarde vast te zetten.
● In de parameter set-up modus, druk op deze knop om het nummer van het hoofdmenu en
het vervolgmenu te veranderen (in één richting).
● In de vervolgmenu modus, druk op deze knop om de parameters en de set-up te
veranderen (in één richting)
● In de meetmodus, druk op deze knop om naar de kalibratie te gaan.
Kortstondig
● In de kalibratiemodus of de parameter set-up modus, druk op deze knop om terug te gaan
naar de meetmodus.
● In de meetmodus, druk op deze knop om in het hoofdmenu van de parameter set-up te
Kortstondig
komen.
● In de kalibratiemodus, druk op deze knop om te kalibreren
● In de parameter set-up modus, druk op deze knop om programma’s te selecteren.
6
3.3. Meter aansluitingen
Elektrode aansluitingen gebruikt BNC en RCA. De volgende grafiek-2 zijn de aansluitingen voor
model PH7, COND7 en PC7:
Grafiek-2 Sockets voor meter
Modellen
PH7 pH-meter
COND7
geleidbaarheidmeter
PC7 pH/geleidbaarheid
meter
Foto 's
Beschrijving
•BNC socket (rechts) voor
pH-elektrode of ORP elektrode.
•RCA aansluiting (midden)
voor temperatuurvoeler
•BNC socket (links)— voor
geleidbaarheid-elektrode,
•RCA aansluiting (midden)
voor temperatuurvoeler
•BNC socket (rechts) voor
pH elektrode of ORP-elektrode,
•BNC socket(links) voor
geleidbaarheid-elektrode,
•RCA aansluiting (midden)
voor temperatuurvoeler
3.4. Stabiliteit weergavemodus
Wanneer de meetwaarde stabiel is, verschijnt er
op de LCD,
Zie grafiek - 3. Als
niet word weergegeven of knippert,
kunt u deze meetwaarde niet gebruiken, of de meter kalibreren,
totdat de waarde stabiel is.
Per parameter zijn er 3 standaarden voor stabiliteit:
(Normaal),
(hoog) en
(laag). De standaardinstelling
is 'Normaal' ingesteld.
"Hoog" is ingesteld voor stabiliteit voor langere tijd, "Laag" is
ingesteld voor stabiliteit voor kortere tijd.
De gebruiker kan de geschikte stabiliteit selecteren voor
verschillende test-eisen.
3.5. Automatisch uitschakelen
De meter zal uitschakelen nadat de meter gedurende 20 minuten niet gebruikt wordt.
4. pH-meting
4.1. pH elektrode informatie
De meter komt met een 201T-F plastic drie-in-één combinatie pH elektrode met ingebouwde
temperatuursensor voor het realiseren van automatische temperatuurcompensatie. De elektrode
is gemaakt van een polycarbonate kunststof die tegen corrosie en een stootje kan. De BNCaansluiting van de elektrode wordt verbonden met de pH aansluiting, De RCA aansluiting wordt
verbonden met de temperatuur aansluiting. Wanneer de elektrode in een oplossing komt, gelieve
de oplossing kort te roeren en laten staan, totdat een stabiele lezing is bereikt.
4.2. pH kalibratie overweging
4.2.1. Standaard bufferoplossing
De meter gebruikt twee reeksen van standaard Bufferoplossingen: USA serie en NIST serie, en
ook een door de klant gedefinieerde oplossing. Zie grafiek - 3 voor de twee series van standaard
bufferoplossing. Voor een door de klant gedefinieerde oplossing, selecteer het per parameter
P1.1 en kijk bij clausule 7.3 voor meer informatie.
7
Grafiek - 3 pH standaard buffer series
pH standaard buffer oplossing serie
Pictogrammen
Drie-punts kalibratie
USA serie
NIST serie
1,68 pH en 4.00 pH
1,68 pH en 4.01 pH
7,00 pH
6.86 pH
10.01 pH
9,18 pH
4.2.2. Drie-punts kalibratie
Het instrument kan een 1-3 punts kalibratie uitvoeren. Voor het eerste kalibratiepunt moet gebruik
gemaakt worden van 7,00 pH (of 6.86 pH) standaardoplossing, selecteer vervolgens een andere
standaardoplossing voor het uitvoeren van de tweede en het derde kalibratiepunt. Zie grafiek4. Tijdens het kalibratieproces toont het instrument de elektrode slope van respectievelijk onder
pH 7 (zuur) of boven pH 7 (alkalisch).
Grafiek - 4 drie-punts kalibratie-modus
Één-punts kalibratie
Twee-punts
kalibratie
Drie-punts kalibratie
USA standaard
NIST standaard
7,00 pH
6.86 pH
7,00 pH en
6.86 pH en
4.00 pH of 1,68 pH 4.01 pH of 1,68 pH
Pictogrammen Geschikt bereik
Nauwkeurigheid
≤ ±0.1pH
Bereik <
7.00pH
7,00 pH en 10.01
pH
6.86 pH en 9,18
pH
Bereik >
7.00pH
7,00 pH, 4.00 pH of
1,68 pH, 10.01 pH
6.86 pH, 4.01 pH
of
1,68 pH, 9,18 pH
Groot bereik
4.2.3. Kalibratiefrequentie
De kalibratiefrequentie hangt af van het te meten monster, de elektrode-prestaties, en de vereiste
nauwkeurigheid. Voor nauwkeurige metingen (≤ ±0.02pH), moet de meter worden gekalibreerd
voor de metingen. Voor algemene nauwkeurigheid (≥±0.1pH), kan de meter worden gekalibreerd
en gebruikt voor ongeveer een week vóór de volgende kalibratie.
De meter moet worden hergekalibreerd in de volgende situaties:
(a) Bij een nieuwe elektrode of bij een elektrode die voor een lange periode van tijd niet is
gebruikt.
(b) Na het meten van zuren (pH < 2) of basische oplossingen (pH > 12).
(c) Na het meten van een oplossing die fluoride of een geconcentreerde organische oplossing
bevat.
(d) Als de monster temperatuur sterk van de kalibratie-oplossing temperatuur verschilt.
8
4.3. pH meter kalibratie (bijvoorbeeld een drie-punts kalibratie)
4.3.1.Druk
om naar de kalibratie-modus te gaan, "CAL 1" knippert rechtsbovenaan van het LCD-scherm en "7,00pH" knippert in de rechteronderhoek
van het LCD-scherm, die aangeeft dat bufferoplossing pH 7,00 wordt gebruikt
voor het 1ste punt van de kalibratie.
4.3.2. Spoel de PH elektrode in Demi water, laat het drogen en steek het in de
pH7.00 bufferoplossing. Roer de oplossing kort en laat de elektrode in de bufferoplossing staan totdat een stabiele lezing is bereikt. Het display zal het scannen
en het vergrendelingproces van de bufferoplossing rechtsonder in LCD tonen.
Er 2 wordt weergegeven als op
gedrukt wordt voordat de waarde is
vergrendeld. Zie grafiek-5.
4.3.3. Wanneer de meter een stabiele 7,00 pH heeft wordt
weergegeven
op het LCD-scherm.
Druk op
om de meter te kalibreren. End -pictogram verschijnt als de
kalibratie is gedaan. Het 1ste punt van de kalibratie is voltooid, ondertussen,
wordt rechts bovenaan in het display een knipperende CAL2 getoond en
rechts onderin knippert 4.00pH en 10.01pH afwisselend, die aangeeft dat
pH4.00 of pH10.01 bufferoplossing gebruikt kan worden voor het 2de punt van de
kalibratie.
4.3.4. Spoel de electrode af in Demi water, laat het drogen, en steek het in de
pH4.00 bufferoplossing. Roer de oplossing kort en laat de elektrode in de bufferoplossing staan totdat een stabiele lezing is bereikt. Het display zal het scannen
en het vergrendelingproces van de bufferoplossing rechtsonder in LCD tonen.
Wanneer de meter een stabiele 4,00 pH heeft wordt
weergegeven
op het LCD-scherm. Druk op
om de meter te kalibreren. End -pictogram
en de elektrode slope van het zure bereik verschijnt als de kalibratie is gedaan.
Ondertussen wordt rechts bovenaan in het display een knipperende CAL3
getoond en rechts onderin knippert 10.01pH, die aangeeft dat pH10.01 bufferoplossing gebruikt kan worden voor het 3de punt van de kalibratie.
4.3.5. Spoel de electrode af in Demi water, laat het drogen, en steek het in de
pH10.01 bufferoplossing. Roer de oplossing kort en laat de elektrode in de bufferoplossing staan totdat een stabiele lezing is bereikt. Het display zal het scannen
en het vergrendelingproces van de bufferoplossing rechtsonder in LCD tonen.
Wanneer de meter een stabiele 10,01 pH heeft wordt
weergegeven
op het LCD-scherm. Druk op
om de meter te kalibreren. End -pictogram
en de elektrode slope van het alkalische bereik verschijnt als de kalibratie is
gedaan. De meter gaat naar de meet modus, er wordt een stabiele meetwaarde
en de kalibratie leidraad pictogrammen weergegeven.
Zie Diagram-4 voor het hierboven beschreven kalibratieproces.
Diagram-4
4.3.6. Druk tijdens het kalibratieproces op
om de kalibratie-modus af te sluiten. De meter kan
een één-punt, twee-punts en drie-punts kalibratie uitvoeren. Kalibratie leidraad pictogrammen
worden weergegeven op de LCD.
9
4.4. Een door de klant gedefinieerde kalibratie (neem een voorbeeld van 1.60pH en 6.50pH
kalibratie-oplossing)
4.4.1. Selecteer CUS bij parameter P1.1 (zie clausule 7.3 voor klant gedefinieerde oplossing). De
meter treedt in door de klant gedefinieerde kalibratie-modus. Druk op
, de meter toont een
knipperend CAL1 pictogram rechts bovenin op het LCD scherm, als melding van de meter dat
het 1st punt van de klant gedefinieerde kalibratie geselecteerd is
4.4.2. Spoel de electrode af in Demi water, laat het drogen, en steek het in de pH1.60 bufferoplossing. Roer de oplossing kort en laat de elektrode in de bufferoplossing staan totdat een
stabiele lezing is bereikt. Met automatische temperatuurcompensatie (ATC) knippert de
temperatuurwaarde niet. Wanneer er gedrukt wordt op
, gaat de hoofdwaarde
knipperen. Druk op
om de waarde aan te passen naar 1,60, druk vervolgens op
om de
ijking vast te zetten. Na de kalibratie zal er rechts bovenin het LCD scherm CAL2 knipperen, als
melding van de meter dat het 2de punt van de klant gedefinieerde kalibratie geselecteerd is.
Opmerking: Voor handmatige temperatuurcompensatie (MTC), als het LCD scherm een
stabiele waarde aangeeft alsmede het
pictogram, druk op de
toets, vervolgens
knippert de temperatuur waarde. Druk op de
toets om de temperatuur waarde aan te
passen, en druk vervolgens op de
toets om het te bevestigen. Hierna knippert de
hoofdwaarde. Volg de bovenstaande procedures om de hoofdwaarde aan te passen en
kalibreer de meter.
4.4.3. Spoel de electrode af in Demi water, laat het drogen, en steek het in de pH6.50 bufferoplossing. Roer de oplossing kort en laat de elektrode in de bufferoplossing staan totdat een
stabiele lezing is bereikt. Met automatische temperatuurcompensatie (ATC) knippert de
temperatuurwaarde niet. Wanneer er gedrukt wordt op
, gaat de hoofdwaarde
knipperen. Druk op
om de waarde aan te passen naar 6,50, druk vervolgens op
om de
ijking vast te zetten. Na de kalibratie gaat de meter naar de meet-modus. Bij klant gedefinieerde
kalibratie toont het LCD scherm geen kalibratie leidraad pictogrammen.
Opmerking: Voor handmatige temperatuurcompensatie (MTC), als het LCD scherm een
stabiele waarde aangeeft alsmede het
pictogram, druk op de
toets, vervolgens
knippert de temperatuur waarde. Druk op de
toets om de temperatuur waarde aan te
passen, en druk vervolgens op de
toets om het te bevestigen. Hierna knippert de
hoofdwaarde. Volg de bovenstaande procedures om de hoofdwaarde aan te passen en
kalibreer de meter.
4.4.4. Opmerkingen
(a) De meter kan tijdens, een door de klant gedefinieerde waarde, 1 of 2 punts kalibratie
uitvoeren. Wanneer er 1 punt gekalibreerd is, druk op
de meter gaat dan uit de kalibratiemodus. Dit is een één-punt klant gedefinieerde kalibratie.
(b) de waarde die is ingesteld door de klant is op een vaste temperatuur. De meter moet
kalibreren en meten bij dezelfde temperatuur om te voorkomen dat er grote meetfouten
ontstaan. De meter kan geen “door de klant gedefinieerde kalibratie-waardes” herkennen.
4.5. Monster testen
4.5.1. Spoel de electrode af in Demi water, laat het drogen, en steek het in de te meten
vloeistof. Roer de vloeistof kort en laat de elektrode in de vloeistof staan totdat een stabiele lezing
is bereikt en het
pictogram zichtbaar is. De af te lezen waarde is de waarde van de vloeistof
10
Plaats de electrode in de
Druk
om naar de
kalibratiemodus te
gaan.
Druk
om de
meter aan te zetten.
pH7.00 buffer. Druk op
als dit icoontje
verschijnt.
Plaats de electrode in de
pH4.00 buffer. Druk op
als dit icoontje
verschijnt.
Plaats de electrode in de
pH10.00 buffer. Druk op
als dit icoontje
verschijnt.
Als de eerste kalibratie
gedaan is, druk op
1ste kalibratie
om naar de
meetmodus te gaan.
Als de 2de kalibratie
gedaan is, druk op
2de
kalibratie
om naar de
meetmodus te gaan.
Nadat er een 3
puntskalibratie gedaan
is, gaat de meter
automatisch in de
meetmodus.
test
3de kalibratie
Diagram-5 kalibratie en proces van de meting van de pH-meter
4.5.2. Zelfdiagnose informatie
Tijdens het proces van kalibreren en meten heeft de meter een zelfdiagnose functie, met indicatie
van relatieve informatie zoals hieronder-------schema-5.
Schema-5 zelfdiagnose informatie voor pH meting mode
Foutmelding
Inhoud
Verkeerde pH bufferoplossing of
de herkenning van kalibratieoplossing is buiten het bereik
Gedrukt op
terwijl de waarde
niet stabiel is tijdens de kalibratie.
Tijdens de kalibratie is de
meetwaarde niet stabiel voor
≥3min.
Het nulpunt van de elektrode valt
buiten de standaard (<-60mV of >
60mV)
De slope van de pH electrode valt
buiten de standaard < 85% of >
)
(
110%
De gemeten pH-waarde valt buiten
het bereik < 0.00 pH of >
(
14.00pH)
Controleren
1. Check of pH bufferoplossing correct is.
2. Controleer of de meter goed verbonden
is met de elektrode.
3. Controleren of de elektrode is
beschadigd.
Druk op
wanneer
Monster
verschijnt
1. Controleren of er luchtbellen in de
elektrode zitten.
2. Vervangen met nieuwe pH-elektrode.
1. Controleren of er luchtbellen in de
elektrode zitten.
2. Controleer of de pH bufferoplossing
juist is.
3. Vervangen met nieuwe pH-elektrode.
1. Controleren of de elektrode in de
vloeistof zit.
2. Controleer of de meter goed verbonden
is met de elektrode.
3. Controleren of de elektrode is
beschadigd
11
4.5.3. pH temperatuur beginsel
Hoe dichter de temperatuur van het monster ten opzichte van de pH buffer is, hoe nauwkeuriger
de meetresultaten zullen zijn.
4.6. pH elektrode onderhoud
4.6.1. Dagelijks onderhoud
De meegeleverde bewaarcapsule voor de pH elektrode bevat een bewaarvloeistof (KCl). Deze
vloeistof wordt gebruikt om de glazen pH sensor en junction te blijven activeren. Voordat er met
de elektrode gewerkt kan worden moet de bewaarcapsule verwijderd en de elektrode afgespoeld
worden met Demi water.
Na het meten plaatst u de elektrode terug in de capsule en sluit u hem goed af zodat er geen
bewaarvloeistof kan weglekken. Als de bewaarvloeistof troebel of beschimmeld is, vervangt u
deze bewaarvloeistof.
De elektrode moet niet voor langere tijd in Demi water, eiwit oplossing of zure fluoride oplossing
bewaard worden, dit zal de levensduur van de elektrode beïnvloeden.
Voor de beste nauwkeurigheid, houd de meter schoon en droog, met name de elektrode en
elektrode aansluiting. Reinig met medische katoen en alcohol indien nodig.
4.6.2. Kalibratiebuffer
Voor de kalibratie nauwkeurigheid moet de pH van de standaard bufferoplossing betrouwbaar en
accuraat zijn. De bufferoplossing moet vaak (dagelijks), vooral na veel gebruik worden
vernieuwd.
4.6.3. Bescherming van het sensorglas
Het sensorglas aan de voorzijde van de elektrode moet niet in contact komen met harde
oppervlakken. Krassen of scheuren in de elektrode zal onnauwkeurige lezingen
veroorzaken. Vóór en na elke meting moet de elektrode worden afgespoeld met Demi water en
afgedroogd. Het sensorglas mag niet schoongemaakt worden met een tissue. Dit zal van invloed
zijn op de stabiliteit, de elektronische werking van de elektrode en de reactietijd zal langer
worden. De elektrode moet grondig worden gereinigd, als een monster blijft kleven aan de
elektrode. Gebruik een oplosmiddel als de elektrode niet schoon lijkt na het afspoelen.
4.6.4. Vernieuwen van het lampglas
Elektrodes die zijn gebruikt gedurende een lange periode van tijd, zullen verouderen. Om de
elektrode weer te heractiveren dompelt u de elektrode in 0.1mol / L zoutzuur voor 24 uur, daarna
afspoelen met Demi water en voor 24 uur in de bewaarvloeistof (KCl) zetten.
Bij ernstige inactiviteit, dompel de elektrode voor 3-5 seconden in 4% HF (Fluorwaterstofzuur).
Hierna afspoelen met Demi water en voor 24 uur in de bewaarvloeistof (KCl) zetten.
4.6.5. Schoonmaken van verontreinigd sensorglas en junction (zie schema 6)
Schema-6 Schoonmaken van verontreinigd sensorglas en junction
Verontreiniging
Schoonmaak methode
Anorganische metaaloxide
Minder dan 1mol/L verdund zuur
Organische lipide
Verdund schoonmaakmiddel (zwak alkalisch)
Hars macromolecule
Verdund alcohol, aceton, ether
Eiwitachtige bloedcel sediment
Zure enzymatische oplossing
Verf
Verdund bleekmiddel, peroxide
Opmerking: De elektrode behuizing is van polycarbonaat. Schoonmaken met bv aceton
voor lange tijd zal de behuizing aantasten en de elektrode onbruikbaar maken.
12
5. mV metingen
5.1. Druk op
en de meter gaat naar de mV meting modus. Sluit een ORP elektrode aan
(worden afzonderlijk verkocht) en steek deze in de te meten vloeistof, roer de oplossing kort en
laat de elektrode in de vloeistof staan tot
wordt weergegeven. Nu is de ORP waarde af te
lezen
ORP betekent oxidatie reductie potentiële. De eenheid is mV.
5.2. Opmerking
5.2.1. Een ORP meting vereist geen kalibratie. Wanneer de gebruiker niet zeker is over de ORP
elektrode kwaliteit of de gemeten mV waarde, gebruik een standaard ORP oplossing om de mV
waarde te controleren. En na te gaan of de elektrode en meter nog in orde zijn.
5.2.2. Schoonmaken en activeren van een ORP elektrode
Nadat de elektrode gedurende een lange periode van tijd gebruikt is, zal het platina oppervlak
vervuild raken waardoor onjuiste metingen en een trage reactie ontstaat. De volgende methoden
zijn te gebruiken voor het reinigen en activeren van de ORP elektrode:
(a) voor anorganische verontreinigende stof, dompelen de elektrode in 0.1mol / L
verdund zoutzuur voor 30 minuten, daarna afspoelen met Demi water, gevolgd door 6 uur in
bewaarvloeistof (KCl).
(b) voor biologische of lipide verontreinigende stof, schoon het platina oppervlak met wasmiddel,
daarna afspoelen met Demi water, gevolgd door 6 uur in bewaarvloeistof (KCl).
(c) voor zwaar vervuilde platina oppervlak met een oxidatie laag, Polijst het platina oppervlak met
tandpasta, dan afspoelen met Demi water, gevolgd door 6 uur in bewaarvloeistof (KCl).
6. Geleidbaarheid meting:
6.1. Geleidbaarheid elektrode informatie
6.1.1. Geleidbaarheid elektrode
De meter komt met een 2301T-F plastic geleidbaarheid elektrode met ingebouwde
temperatuursensor voor het realiseren van automatische temperatuurcompensatie. De elektrode
is gemaakt van een polycarbonaat kunststof die tegen corrosie en een stootje kan. De BNCaansluiting van de elektrode wordt verbonden met de COND aansluiting, De RCA aansluiting
wordt verbonden met de temperatuur aansluiting. Wanneer de elektrode in een oplossing komt,
gelieve de oplossing kort te roeren om mogelijke luchtbellen uit de elektrode te verwijderen om de
reactietijd en stabiliteit te verbeteren.
6.1.2. Geleidbaarheid elektrode constante
Er zijn elektrodes met verschillende cel constantes aan te sluiten op de meter. Deze drieconstanten zijn: K = 0.1, K = 1.0 en K = 10.0. In schema 7 ziet u de cel constantes mbt het
meetbereik. De cel constante is in te stellen volgens parameter P2.1 (clausule 7.4.)
Schema-7 elektrode constante en meetbereik
Bereik
<100µS/cm
100µS/cm ~ 100 mS/cm
>100mS/cm
Elektrode
Cel Constante
K = 0,1 cm-1
K = 1.0 cm-1
K = 10 cm-1
Ijkoplossing
84µS/cm
84µS/cm
1413µS/cm
12.88
mS/cm
111.9
mS/cm
13
6.2. Geleidbaarheid kalibratie overweging
6.2.1. Geleidbaarheid ijkoplossingen
De meter gebruikt geleidbaarheid ijkoplossingen van USA serie. De meter heeft een
automatische herkenning van de ijkvloeistoffen en kan een één-punt of multi punts kalibratie (max
vier-punts kalibratie) uitvoeren. De kalibratie leidraad pictogrammen staan links onderaan in het
LCD scherm. Deze corresponderen met de vier standaard waarden. Zie schema 8:
Schema-8 geleidbaarheid standaardoplossing
Kalibratie leidraad
pictogrammen
Kalibratie oplossing
Bereik
84 μS/cm
0-200 μS/cm
1413 μS/cm
200-2.000 μS/cm
12.88 mS/cm
2-20 mS/cm
111.9 mS/cm
20-200 mS/cm
6.2.2. Kalibratiefrequentie
(a) De meter is gekalibreerd in de fabriek en kan over het algemeen direct uit de doos worden
gebruikt.
(b) Normaal wordt er één keer per maand gekalibreerd.
(c) Voor nauwkeurige metingen of bij een grote temperatuur afwijking van de
referentietemperatuur (25°C), word er aangeraden om één keer per week te kalibreren.
(d) Gebruik een geleidbaarheid ijkoplossing om te controleren of er een afwijking is. Voer een
kalibratie uit bij een niet acceptabele afwijking.
(e) Bij het in gebruik nemen van een nieuwe elektrode, of als de meter naar de
fabrieksinstellingen gezet is. Voert u een 3 of 4 punts kalibratie uit. Een 1 of 2 punts kalibratie kan
uitgevoerd worden als de waarde van de ijkvloeistof dicht bij de waarde zit van de te meten
vloeistof. Bijvoorbeeld: 1413 μS/cm ijkvloeistof is geschikt voor het bereik 0-2.000 μS/cm.
6.2.3 1-punts en meer punts kalibratie
Als er een 1-punt kalibratie uitgevoerd wordt nadat er een 3-punts of 4-punts kalibratie gedaan is.
Zal de oude kalibratie waarde van het desbetreffende bereik vervangen worden door de 1 punt
kalibratie. Ondertussen zal de meter het kalibratie leidraad icoon van bereik tonen,(BV
bij
een kalibratie van 84µS/cm) de andere twee kalibratie leidraad iconen zullen worden verwijderd,
maar de chip in de meter zal de laatste kalibratie gegevens van deze bereiken
onthouden. Wanneer u een meer-punts kalibratie uitvoert, begin dan met de laagste waarde om
vervuiling van de lage waarde te voorkomen.
6.2.4. Referentie temperatuur
De referentietemperatuur van de fabrieksinstellingen bedraagt 25°C. Andere
referentietemperaturen kunnen ingesteld worden tussen de 15°C-30°C. De referentietemperatuur
is in te stellen parameter P2.5 (clausule 7.4)
6.2.6. Temperatuurcoëfficiënt
De temperatuur compensatie coëfficiënt van de meter is standaard ingesteld op 2,0%. Echter, de
geleidbaarheid temperatuurcoëfficiënt is verschillend voor oplossingen die gemaakt zijn met
andere bestanddelen of van een andere concentratie. Zie schema-9 en raadpleeg de meet
gegevens die zijn verzameld tijdens het testen. Instellen volgens parameter P2.6. (clausule 7.4.)
Opmerking: Wanneer de coëfficiënt voor de temperatuurcompensatie op 0,00 (geen
compensatie) is ingesteld, worden de meetwaarde gebaseerd op de huidige temperatuur.
14
Schema -9 temperatuur compensatie coëfficiënt van speciale oplossingen
Oplossing
Compensatie
temperatuurcoëfficiënt
NaCl-oplossing
2.12%/° C
5% NaOH-oplossing
1.72%/° C
Verdunde ammonia
1,88%/° C
10% zoutzuur
1.32%/° C
5% zwavelzuur oplossing
0,96 %/° C
6.2.7. Voorkoming van verontreiniging van de ijkvloeistof.
Geleidbaarheid ijkvloeistof heeft geen buffer. U kunt voorkomen dat de vloeistof verontreinigd
raakt tijdens gebruik. Voordat u de elektrode in de ijkvloeistof steekt, eerst de elektrode spoelen
met Demi water en laten drogen. De ijkvloeistoffen dienen regelmatig vervangen te worden, met
name de vloeistoffen met een lage waarde (84µS/cm). Een verontreinigde ijkvloeistof kan invloed
hebben op de nauwkeurigheid van de meting.
6.3. Geleidbaarheid kalibratie (neem een voorbeeld van kalibratie met 1413μS/cm)
6.3.1. Spoel de geleidbaarheid elektrode af in Demi water, laat het drogen. Spoel de electrode
met een klein beetje ijkvloeistof. Steek hierna de elektrode in de ijkvloeistof. Roer de oplossing
kort en laat de elektrode in de ijkvloeistof staan totdat er een stabiele lezing is bereikt.
6.3.2. Druk op
om naar de kalibratie-modus te gaan.
Rechts bovenaan in het display verschijnt knipperend "std" , Het display zal het
scannen en het vergrendelingproces van de ijkvloeistof rechtsonder in LCD tonen.
Er 2 wordt weergegeven als op
gedrukt wordt voordat de waarde is
vergrendeld. Zie schema-10.
6.3.3. Wanneer de meter 1413µS vastzet zal het
icoon op het LCD scherm
worden weergegeven.
Druk op
om de meter te kalibreren. “End” verschijnt nadat de kalibratie is
gedaan.
De meter gaat naar de meet-modus en op het LCD scherm verschijnt
Zie schema – 6 voor het bovenstaande kalibratieproces.
6.3.4. Als u terug wilt keren naar de meet-modus zonder een kalibratie uit te voeren
drukt u in de kalibratie-modus op
om terug te keren naar de meet-modus.
6.3.5. Voor een meer-punts kalibratie, herhaalt u de stappen 6.3.1 tot 6.3.3 tot
alle kalibratie punten zijn gedaan. De meter kan herhaaldelijk kalibreren in dezelfde
ijkvloeistof totdat een stabiele waarde is bereikt.
6.4. Door de klant gedefinieerde kalibratie (voorbeeld: 10,50μS/cm ijkvloeistof)
6.4.1. Selecteer CUS bij parameter P2.2 (Zie clausule 7.4 voor klant gedefinieerde
ijkvloeistof). Als er op
gedrukt wordt toont het LCD scherm rechts bovenin al
knipperend “CUS”, om aan te geven dat de meter in CUS-modus staat.
Schema - 6
15
6.4.2. Spoel de geleidbaarheid elektrode af in Demi water, laat het drogen. Steek hierna de
elektrode in de 10,50 µS/cm ijkvloeistof. Roer de oplossing kort en laat de elektrode in de
ijkvloeistof staan totdat er een stabiele lezing is bereikt en het
icoon wordt getoond
6.4.3. Als er op
gedrukt wordt zal de meetwaarde gaan knipperen en er staat “CUS” rechts
bovenin het LCD scherm. Druk op
om de meetwaarde aan te passen naar 10,50 μS/cm, en
druk op
om de meter te kalibreren. Nadat de kalibratie is gedaan, wordt op het LCD scherm
"End" aangegeven en keert de meter terug naar de meet-modus. Voor de klant gedefinieerde
kalibratie worden de kalibratie leidraad pictogrammen niet weergegeven in de meet-modus.
Opmerking: Als er geen temperatuursensor is aangesloten en MTC is actief zal de
temperatuurwaarde gaan knipperen als er op
gedrukt wordt. Druk op
om de
temperatuurwaarde aan te passen. Als er hierna op
gedrukt wordt zal de geleidbaarheid
waarde gaan knipperen die u kan aanpassen.
6.4.4. Er is slechts één 1-punts kalibratie voor klant gedefinieerde kalibratie. De waarde die is
ingesteld door de klant is op een vaste temperatuur. Er is geen regeling betreffende
temperatuurcoëfficiënt en referentietemperatuur. De kalibraties en metingen moeten plaatsvinden
bij dezelfde temperatuur om te voorkomen dat er grote meetfouten ontstaan. De meter kan in
“door de klant gedefinieerde kalibratie” niet automatisch ijkvloeistoffen herkennen.
6.5. Monster test
6.5.1. Spoel de geleidbaarheid elektrode af in Demi water, laat het drogen. Steek hierna de
elektrode in de meten vloeistof. Roer de oplossing kort en laat de elektrode in de ijkvloeistof
staan totdat er een stabiele lezing is bereikt en het
icoon wordt getoond. Hierna kan de
waarde afgelezen worden van het display, dit is de geleidbaarheid waarde van de vloeistof
6.5.2. Tijdens het proces van kalibreren en meten, heeft de meter een zelfdiagnose functie, met
indicatie van de relatieve informatie zoals hieronder: schema – 10.
Schema-10 zelfdiagnose informatie voor geleidbaarheid meting mode
Foutmelding
Inhoud
Controleren
1. Check of de geleidbaarheid ijkvloeistof
correct is.
Verkeerde ijkvloeistof of de
2. Controleer of de meter goed verbonden
herkenning van ijkvloeistof is buiten
is met de elektrode
het bereik.
3. Controleren of de elektrode is
beschadigd.
Gedrukt op
terwijl de waarde niet Druk op
stabiel is tijdens de kalibratie.
Tijdens de kalibratie is de
meetwaarde niet stabiel voor ≥3min.
wanneer
verschijnt.
1. Roer zachtjes in de vloeistof om
mogelijke luchtbellen in de elektrode te
laten ontsnappen.
2. Vervangen met nieuwe geleidbaarheid
elektrode.
6.6. Geleidbaarheid elektrode onderhoud
16
6.6.1. Houdt altijd de geleidbaarheid elektrode schoon. Voordat er gemeten wordt eerst de
elektrode afspoelen met Demi water, daarna afspoelen met een beetje van de te meten
vloeistof. Als de elektrode in de vloeistof wordt gestoken zachtjes roeren om mogelijk luchtbellen
in de elektrode te verwijderen, en in de vloeistof laten staan totdat er een stabiele meetwaarde is
bereikt. Als de geleidbaarheid elektrode droog word bewaard eerst 5-10 minuten in Demi water
plaatsen. Na de metingen de elektrode altijd afspoelen met Demi water.
6.6.2. De cellen van de geleidbaarheid elektrode Model 2301T-F is bedekt met platinazwart om
polarisatie te minimaliseren en het meetbereik te vergroten. Het oppervlak van platinazwart mag
niet gepolijst worden, alleen spoelen met Demi water om schade aan het platinazwart te
voorkomen. Maak organische vlekken op de elektrode schoon in warm water met
schoonmaakmiddel of alcohol.
6.6.3. Als de elektrode bedekt met platinazwart niet meer goed is kan het onderdompelen in 10%
salpeterzuur of 10% zoutzuuroplossing gedurende 2 minuten helpen. Hierna de elektrode
spoelen met Demi water. Als de elektrode hierna nog steeds niet werkt, opnieuw platinazwart
aanbrengen d.m.v. coating, of vervangen door een nieuwe geleidbaarheid elektrode.
7. Parameters instellingen
7.1. Hoofdmenu
In de meet-modus drukt u op
om in het hoofdmenu P1.0 te komen, druk vervolgens op
om over te schakelen naar de menu’s: P1.0→P2.0→P6.0. Zie schema-7.
P1.0: pH parameter instelling menu,
P2.0: Geleidbaarheid parameter instelling menu,
P6.0: Basis parameter instelling menu.
7.2. Vervolgmenu
7.2.1. In het hoofdmenu P1.0, drukt u op
om in het vervolgmenu P1.1 van de pH parameters
te komen. Hier drukt u op
om te schakelen naar de vervolgmenu’s P1.1→P1.4→P1.6.
zie schema – 7.
7.2.2. In het hoofdmenu P2.0, drukt u op
om in het vervolgmenu P2.1 van de pH parameters
te komen. Hier drukt u op
om te schakelen naar de vervolgmenu’s P2.1→P2.2→P2.5→P2.6.
zie schema – 7.
7.2.3. In het hoofdmenu P6.0, drukt u op
parameters te komen. zie schema – 7.
om in het vervolgmenu P6.1 van de basis
17
Diagram – 7 Hoofdmenu en vervolgmenu’s van parameter instellingen
Hoofdmenu van parameter
instellingen
Vervolgmenu van pH parameter
instellingen
P1.1 Selecteer pH buffer serie
P1.4 Selecteer resolutie
P1.5 Terug naar fabrieksinstellingen
P1.6 Instellen stabiliteits criteria
P1.7 Temperatuur kalibratie
Vervolgmenu van Geleidbaarheid.
parameter instellingen
P2.1 Selecteer cel constante
P2.2 Selecteer geleidbaarheid ijkvloeistof
P2.5 Selecteer referentie temperatuur.
P2.6 Pas temp. compensatie factor aan
P2.8 Terug naar fabrieksinstellingen
P2.9 Temperatuur kalibratie
Vervolgmenu van basis parameter
instellingen
P6.1 Selecteer temperatuur eenheid
P6.8 Automatisch uitschakelen
18
7.3. Vervolgmenu van pH parameter instellingen
1.
2.
3.
1.
2.
P1.1. – Selecteer pH buffer serie (USA-NIST-CUS)
In P1.0, druk
om in P1.1 te komen, zie het linker
diagram.
Druk op
, USA knippert, druk
om NIST→CUS te
selecteren. Als de parameter knippert, druk
om het vast
te zetten ( USA series: 1,68 pH, 4.00 pH, 7.00 pH, 10.01 pH,
NIST series: 1,68 pH, 4.01 pH, 6.86 pH, 9.18 pH, CUS –
klant gedefinieerd) .
Als de parameter geselecteerd is, druk
om te
schakelen naar P1.4, of druk
om terug te gaan naar de
meet-modus.
P1.4. – Selecteer resolutie (0.01 – 0.1)
Druk
, 0.01 knippert, druk
, 0.1 knippert, als de
parameter knippert, druk
om het vast te zetten.
Na het vastzetten van de parameter, druk
om te
schakelen naar P1.5, of druk
om terug te gaan naar de
meet-modus.
P1.5. – Terug naar fabrieksinstellingen (No – Yes)
1. Druk
, No knippert, druk
, Yes knippert, druk
om het vast te zetten, de meter gaat terug naar de meetmodus.
No – niet terug naar fabrieksinstellingen, Yes – terug naar
fabrieksinstellingen.
2. Druk
om te schakelen naar P1.6, of druk
om terug te
gaan naar de meet-modus.
P1.6. – Instellen stabiliteits criteria (Normal– High– Low)
1. Druk
, nor knippert. Druk
, Hi knippert. Druk
,
Lo knippert. Als de parameter knippert, druk
om de
keuze vast te zetten.
Nor – Normaal, Hi – Hoog, Lo – Laag.
2. Druk
om te schakelen naar P1.7, of druk
om terug
te gaan naar de meet-modus.
P1.7. – Temperatuur Kalibratie ( Kalibratie bereik ±5° C)
1. Druk
, de temperatuur waarde knippert, druk
om de
temperatuur waarde aan te passen, druk
om de waarde
vast te zetten.
2. Als de parameter is vastgezet druk
om terug te gaan
naar de meet-modus.
Opmerking: Als er gekalibreerd wordt, plaats de
temperatuursensor in een nauwkeurige temperatuur bron,
bijvoorbeeld een warmte bad. En kalibreer als de waarde
stabiel is. Het kalibratie bereik is ±5 . Als “Yes” is
geselecteerd in P1.5, zal de temperatuurwaarde ook worden
teruggezet naar fabrieksinstellingen.
℃
19
7.4. Vervolgmenu van geleidbaarheid parameter instellingen
1.
2.
3.
1.
2.
1.
2.
P2.1. – Selecteer cel constante (1.0-10.0-0.1)
In P2.0, druk
om in P2.1 te komen, zie het linker schema
Druk
, 1.0 knippert, druk dan
om 10.0→0.1 te
selecteren, druk
om het vast te zetten.
Als de parameter geselecteerd is, druk
om te schakelen
naar P2.2, of druk
om terug te gaan naar de meetmodus.
P2.2. – Selecteer geleidbaarheid ijkvloeistof
(Standard: 84μS/cm,1413μS/cm,12.88 mS/cm,111.9
mS/cm – CUS)
Druk
, Std knippert, druk dan
, CUS knippert. Als de
juiste parameter knippert, druk
om het vast te zetten.
Std – Standaard serie, CUS – klant gedefinieerd.
Als de parameter geselecteerd is, druk
om te schakelen
naar P2.5, of druk
om terug te gaan naar de meetmodus.
P2.5. – Selecteer referentie temperatuur (15.0°C-30.0°C)
Druk
, 25.0°C knippert, druk dan
om de temperatuur
waarde aan te passen 15.0-30.0, druk
om het vast te
zetten.
Als de parameter geselecteerd is, druk
om te schakelen
naar P2.6, of druk
om terug te gaan naar de meetmodus.
P2.6.- Pas temp. compensatie factor aan (0.00-9.99%)
1. Druk
, 2.00 knippert, druk
om de temperatuur
compensatie factor aan te passen van 0.00 9.99, druk
om de factor vast te zetten.
2. Als de parameter geselecteerd is, druk
om te schakelen
naar P2.8, of druk
om terug te gaan naar de meetmodus.
P2.8. – Terug naar fabrieksinstellingen (No – Yes)
1. Druk
, No knippert, druk
, Yes knippert, druk
om het vast te zetten, de meter gaat terug naar de meetmodus.
No – niet terug naar fabrieksinstellingen, Yes – terug naar
fabrieksinstellingen.
2. Druk
om te schakelen naar P2.9, of druk
om terug te
gaan naar de meet-modus.
P2.9. – Temperatuur Kalibratie ( Kalibratie bereik ±5 °C)
1. Druk
, de temperatuur waarde knippert, druk
om de
temperatuur waarde aan te passen, druk
om de waarde
vast te zetten.
2. Als de parameter is vastgezet druk
om terug te gaan
naar de meet-modus.
Opmerking: Als er gekalibreerd wordt, plaats de
temperatuursensor in een nauwkeurige temperatuur bron,
bijvoorbeeld een warmtebad. En kalibreer als de waarde
stabiel is. Als “Yes” in 2.8 is geselecteerd vervalt ook de
temperatuur kalibratie.
20
7.5. Vervolgmenu van basis parameter instellingen
P6.1. Selecteer temperatuur eenheid (°C—°F).
1. In P6.0, druk
om in P6.1 te komen, Zie linker schema.
Druk
, °C knippert, druk dan
, °F knippert. Als de juiste
parameter knippert, druk
om het vast te zetten.
2. Druk
om te schakelen naar P6.8, of druk
om terug te
gaan naar de meet-modus.
P6.8 – Automatisch uitschakelen (On-Off)
1. Druk
, On knippert, druk dan
, Off knippert. Als de
juiste parameter is geselecteerd, druk
om het vast te
zetten.
On – auto. uitschakelen, Off – niet auto. uitschakelen.
2. Als de parameter is vastgezet druk
om terug te gaan
naar de meet-modus.
8. Meter Kits
Nr.
1.1
1.2
1.3
Bevat
Draagbare pH-meter
PH 7
Draagbare geleidbaarheid meter
COND 7
Draagbare pH/geleidbaarheid meter
PC 7
Hoeveelheid
pH 7
1 set
√
COND 7
√
1 set
√
1 set
2.1
201T-F plastic drie-in-1 pH elektrode
1 pc
2.2
2301T-F plastic geleidbaarheid
elektrode
1 pc
3.1
pH standaard buffer
oplossing (4.00/7.00pH/mL)
1 fles elke
3.2
Geleidbaarheid ijkvloeistof
(1413 μS/cm/12.88 mS/cm /mL)
1 fles elke
4.1
Draagbaar koffertje
1 pc
4.2
Gebruiksaanwijzing
1 boek
PC 7
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
21
9. Garantie
Wij garanderen dat dit instrument vrij is van defecten en fabricagefouten gedurende één
jaar vanaf de datum van verzending. (zes maanden beperkte garantie is van toepassing op
sensoren en kabels). Als het nodig is om het instrument terug te sturen voor service tijdens of
buiten de garantie periode, is de afzender verantwoordelijk voor de verzendkosten, verzekeringen
en juiste verpakking om te voorkomen dat het instrument beschadigd tijdens het vervoer. Deze
garantie geldt niet voor gebreken die voortvloeien uit acties van de gebruiker zoals misbruik,
onjuiste bedrading, gebruik buiten de specificaties, onjuist onderhoud of reparatie en
ongeoorloofde wijzigingen.
Aanhangsel I: Parameter instellingen & Fabrieksinstellingen
Modi
P1.0
pH
Menu
Parameter settings
P1.1
P1.4
P1.5
P1.6
P1.7
P2.1
P2.2
P2.0
Geleidbaarheid.
P2.5
P2.6
P2.8
P2.9
P6.0
Basis
Parameters
P6.1
P6.8
Afkorting
Beschrijving
Fabrieksinstellingen
Selecteer pH buffer
serie
USA-NIST-CUS
USA
Selecteer resolutie
0.01-0.1
0.01
No-Yes
No
Normal—High—Low
Normaal
Kalibratie bereik±5℃
Fabriekswaarde
1.0-10.0-0.1
1.0
USA-CUS
USA
15~30℃
25℃
0.00~9.99
0.20
No-Yes
No
Kalibratie bereik ±5℃
Fabriekswaarde
℃-℉
℃
On-Off
On
Terug naar
fabrieksinstellingen
Instellen stabiliteits
criteria
Temperatuur kalibratie
Selecteer cel
constante
Selecteer
geleidbaarheid
ijkvloeistof
Selecteer referentie
temperatuur
Pas temp.
compensatie factor
aan
Terug naar
fabrieksinstellingen
Temperatuur kalibratie
Selecteer temperatuur
eenheid
Automatisch
uitschakelen
/
22
Aanhangsel II: Afkorting Woordenlijst
Modi
P1.0
pH
Code en
afkortingen
In English
Beschrijving
P1.1
Standard buffers
Standaard
bufferoplossing
P1.4
Resolution
Resolutie
P1.5
Factory default setting
Fabrieksinstellingen
P1.6
Stability criteria
Instellen stabiliteits
criteria
P1.7
Temperature Calibration
Temperatuur Kalibratie
P2.1
Cell
Cel Constante
Menu
P2.2
P2.0
Geleidbaarheid
Calibration solution
P2.5
Reference temperature
Ijkvloeistof
Referentie temperatuur
Temperatuur
Temperature
compensation coefficient compensatie coëfficient
P2.6
P2.8
Factory default setting
Fabrieksinstellingen
P2.9
Temperature Calibration
Temperatuur Kalibratie
Automatic Power-off
Automatisch
uitschakelen
P6.0
P6.1
Basic
parameters
P6.8
/
23
Aanhangsel III: Zelfdiagnose informatie
Foutmelding
Zelfdiagnose informatie
pH
Geleidbaarheid
Verkeerde pH/Geleidbaarheid oplossing of
de herkenning van kalibratie-oplossing is
buiten het bereik
√
√
Gedrukt op
terwijl de waarde niet stabiel is
tijdens de kalibratie.
√
√
Tijdens de kalibratie is de meetwaarde niet
stabiel voor ≥3min.
√
√
Het nulpunt van de elektrode valt buiten de
standaard (<-60mV of > 60mV)
√
De slope van de pH electrode valt buiten de
standaard
(< 85% of > 110%)
√
De gemeten pH-waarde valt buiten het bereik
(< 0.00 pH of > 14.00pH)
√
24