FORMULEREN: Antwoorden opdrachten elektriciteit

FORMULEREN: Antwoorden opdrachten elektriciteit 1. 2. 3 4. a. b. c. 5. a. b. c. d. e. f. 1. P = 60 W, U = 230 V 2. I = ? 3. P = U x I -­‐> I = P / U 4. I = 60/230 = 0,2608 = 0,26 A = 260 mA 5. ✓
1. P = 6 W, U = 6 V 2. I = ? 3. P = U x I -­‐> I = P / U 4. I = 1/1 = 1 A 5. ✓
1. I = 326 mA, U = 230 V 2. P = ? 3. P = U x I 4. – tussenstap berekening: 326 mA = 0,326 A P = 230 x 0,326 = 74,98 W = 75 W 5. ✓
1. P = 3 W, U = 9 V, t = 15 m 2. E per seconde = ? 3. E = P x t 4. E = 3 x 1 = 3 J 5. ✓
Ook 3 J. De energie die het lampje verbruikt wordt geleverd door de batterij. 2. E per 15 minuten = ? 3. E = P x t 4. – tussenstap berekening: 15 m = 15 x 60 s = 900 s E = 3 x 900 = 2700 J 5. ✓
1. Spaarlamp P = 8 W, gloeilamp P = 25 W, U = 230 V, t = 2 h, evenveel licht De gloeilamp 2. I spaarlamp = ? 3. P = U x I -­‐> I = P / U 4. I = 8/230 = 0,03478 = 0,035 A = 35 mA 5. ✓
2. I gloeilamp = ? 3. P = U x I -­‐> I = P / U 4. I = 25/230 = 0,10869 = 0,11 A = 110 mA 5. ✓
De gloeilamp gebruikt meer energie 2. E spaarlamp = ? 3. E = P x t 4. – tussenstap berekening: t = 2 h = 2 x 60 x 60 s = 7200 s E = 8 x 7200 = 57.600 J = 57,6 kJ 5. ✓
2. E gloeilamp = ? 3. E = P x t 4. – tussenstap berekening: t = 2 h = 2 x 60 x 60 s = 7200 s E = 25 x 7200 = 180.00 J = 180 kJ 5. ✓
g. De lampen gebruiken beide evenveel energie voor de productie van licht. De gloeilamp gebruikt meer energie voor de productie van warmte dan de spaarlamp. Totaal gebruikt de gloeilamp dus meer energie. De gloeilamp is dus minder efficiënt. 6. 1. P = 1,5 W, E = 225 kJ 2. t = ? 3. E = P x t -­‐> t = E / P 4. – tussenstap berekening: 225 kJ = 225.000 J t = 225.000/1,5 = 150.000 s. Omrekenen -­‐> 150.000/60 = 2500 m. Omrekenen -­‐> 2500 / 60 = 41, 6666 h = 41, 67 h. Ofwel 41 h en 40 m. (0,67 h = 0,67 x 60 = 40 m) 5. ✓
7. a. b. 1. Prijs is 25 ct / kWh (ofwel 0,25 euro per kWh), kosten 300 euro 2. E = ? 3. E = totale kosten / kosten per kWh 4. E= 300 / 0,25 = 1200 kWh 5. ✓
1 W = 1 J/s -­‐> 1 Ws = 1 J 1 kWh = 1000 x 3600 Ws = 3.600.000 Ws = 3.600.000 J c. 2. E in Joule = ? 3. E in J = 3.600.000 x E in kWh 4. E = 1200 x 3.600.000 = 4.320.000.000 J = 4.000 MJ = 4 GJ 5. ✓