Klik hier - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de

Vlaamse overheid
Departement Leefmilieu, Natuur en Energie
Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid
Dienst Mer
Koning Albert II-laan 20 bus 8
1000 BRUSSEL
Tel: 02/553.80.79 e-mail: [email protected]
Richtlijnen milieueffectrapportage
Uitbreiding van het stadion van KV Mechelen
Initiatiefnemer:
Yellow Red KV Mechelen
Kleine Nieuwedijkstraat 53
2800 Mechelen
13 november 2014
PRMER-2077-RL
1.
Inleiding
Het voorgenomen project betreft de vernieuwing en uitbreiding van het stadion van KV
Mechelen. Het stadion dat momenteel een capaciteit heeft van 13.261 plaatsen (5.171 zitplaatsen
en 8.090 staanplaatsen) zal uitbreiden tot een capaciteit van 18.477 plaatsen (8.127 zitplaatsen en
10.350 staanplaatsen). Ook zullen noodzakelijke aanpassingen gedaan worden opdat voldaan
wordt aan de UEFA-richtlijnen (o.a. technische bepalingen m.b.t. verlichting, controlekamer,
media-ruimtes,…). Daarnaast worden een aantal nevenfuncties voorzien: kindercrèche, fitness,
catering en kantoorruimte. Als onderdeel van het project wordt aan de rand van de stad
gezorgd voor parkeervoorzieningen voor supporters tijdens wedstrijden. Meer bepaald gaat het
om de parking op de campus Mechelen-Noord, de parking aan de Zandpoortvest (VINCI) en de
parking van Planckendael.
Deze activiteiten zijn onderworpen aan de m.e.r.-plicht volgens het project-m.e.r.-besluit1, met
name:
Bijlage II
10 b Stadsontwikkelingsprojecten met inbegrip van de bouw van
winkelcentra en parkeerterreinen,
- met betrekking tot de bouw van 1.000 of meer woongelegenheden, of
- met een brutovloeroppervlakte van 5.000 m² handelsruimte of meer,
of
- met een verkeersgenererende werking van pieken van 1.000 of meer
personenauto-equivalenten per tijdsblok van 2 uur.
13 a
Wijziging of uitbreiding van projecten van bijlage I, II of III,
waarvoor reeds een vergunning is afgegeven, die zijn of worden
uitgevoerd, wanneer die wijziging of uitbreiding op zich voldoet aan de in
bijlage II genoemde drempelwaarden, voor zover deze bestaan (niet in
bijlage I opgenomen wijziging of uitbreiding)
Voor categorieën van projecten opgenomen in bijlage II van het project-m.e.r.-besluit, is het
indienen van een gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de m.e.r.-plicht mogelijk. Het
gemotiveerd verzoek tot ontheffing werd in 2013 geweigerd. Daarom wordt een project-MER
opgemaakt.
De dienst Mer van de Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid verklaarde het
kennisgevingsdossier volledig op 2 september 2014. De terinzagelegging in de stad Mechelen liep
van 10 september 2014 tem 9 oktober 2014. Parallel vroeg de dienst Mer adviezen bij de
administraties en openbare besturen.
Deze bijzondere richtlijnen (verder richtlijnen) stelt de dienst Mer op met het oog op de
methodologie van het MER. Zij houden rekening met principieel verplichte onderdelen van een
project-MER op basis van art. 4.3.7. van het DABM2, de ontvangen adviezen (zie bijlagen) en met
de bespreking van het volledig verklaard kennisgevingsdossier met de betrokkenen op de
richtlijnenvergadering van 7 november 2014. Deze richtlijnen hebben betrekking op de reikwijdte,
1
Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten
onderworpen aan milieueffectrapportage, B.S. 17 februari 2005, zoals herhaaldelijk gewijzigd.
2
Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, B.S. 3 juni 1995, zoals herhaaldelijk
gewijzigd (DABM).
Dienst Mer – Richtlijnen PR2077
2
Uitbreiding van het stadion van KV Mechelen
het detailleringsniveau en de inhoudelijke aanpak van het project-MER. Het project-MER moet
opgesteld worden zoals door de initiatiefnemer voorgesteld in de kennisgeving,
aangevuld/aangepast met de specifieke vereisten die in deze richtlijnen geformuleerd worden.
Waar de kennisgeving en de richtlijnen van elkaar zouden afwijken, moet voorrang gegeven
worden aan de richtlijnen.
2. Doelstelling, verantwoording en besluitvorming
Het MER dient een overzicht te bevatten van de bestaande en aan te vragen
vergunningstoestand (zowel stedenbouwkundige vergunning, milieuvergunning, …).
Relevante vorige bijzondere vergunningsvoorwaarden dienen opgesomd te worden en het MER
zal aangeven hoe dit MER hierop een antwoord kan geven.
Het MER lijst relevante gegevens en conclusies uit voorgaande rapportages (alle relevante
milieustudies, ook andere dan mer-rapportages) op in het MER.
Het MER is niet alleen een hulp bij de besluitvorming, maar volgens art. 4.1.7. van het DABM
moeten de conclusies ook doorwerken in de besluitvorming. Het MER houdt hiermee rekening bij
de formulering van mogelijke alternatieven, milderende of compenserende maatregelen.
Het MER dient bij de vergunningsaanvraag
milieuvergunning) gevoegd te worden.
(stedenbouwkundige
vergunning
en
3. Beschrijving project en alternatieven
Aanvullend op de kennisgeving moeten de volgende punten ook opgenomen en/of verduidelijkt
worden:
o gevelplannen van het project en eventuele zones voor publiciteit alsook een
verantwoordingsnota inzake de keuze van materialen en integratie in woonomgeving;
o het plan van de buitenaanleg van het terrein met aanduiding van type verharding,
groenaanplantingen, afbakening van het terrein, inrichting van buffergroen, keuze van
beplanting, locatie en manier van inrichten van verzamelplaatsen van supporters;
o doorsneden en terreinprofielen met referentie naar de omliggende bebouwing;
o een overzicht van de reeds bestaande parkeerplaatsen en fietsenstallingen en een
situering op kaart;
o een overzicht van bijkomende infrastructuren buiten het project (randparkings, extra
fietsparkeergelegenheid). Ook de locatie voor de herinrichting van 120 parkeerplaatsen
dient gesitueerd te worden;
o de (mogelijke) routes van de pendelbussen op kaart;
o de routes van de parkeervoorzieningen naar het stadion, met inbegrip van de
verplaatsingsmogelijkheden (te voet of met pendelbussen);
o het spreidingspatroon van aankomst van de toeschouwers;
o een verdere verduidelijking van de nevenfuncties: o.a. het maximale aantal kinderen dat
opgevangen kan worden in de crèche, mogelijke invullingen kantoorruimte,…;
o verduidelijking van het aantal (Europese) wedstrijden per jaar;
o verduidelijk of de randparking Mechelen-Noord in de referentiesituatie al in gebruik is;
o verduidelijk hoe het voorgestelde parkeerbeleid gestuurd en verankerd zal worden.
Het MER beschrijft bovendien volgende alternatieven:
o het nulalternatief
o scenario gemiddelde wedstrijd (13.625 toeschouwers)
o scenario topwedstrijd (16.326 toeschouwers)
Dienst Mer – Richtlijnen PR2077
3
Uitbreiding van het stadion van KV Mechelen
o scenario volledig gevuld stadion (18.477 toeschouwers)
Hoe men tot deze aantallen toeschouwers komt voor de verschillende scenario’s zal in het MER
verduidelijkt worden.
Zoals aangegeven in de kennisgeving zal ook een beoordeling van het project zonder
randparkings gebeuren. Voor de randparkings dient nagegaan te worden of de parking aan De
Nekker, op 2 km van het stadion, geen alternatief kan vormen i.p.v. de parking van Planckendael.
De beschikbaarheid en mogelijkheden tot medegebruik van de verschillende voorgestelde
randparkings tijdens wedstrijdmomenten dient nagegaan te worden.
4. Juridische en beleidsmatige context
De volledig verklaarde kennisgeving doet opgave van het juridische/beleidsmatige kader dat
voor dit MER van belang is in de vorm van een duidelijke overzichtsmatrix. Het MER gaat
zorgvuldig na waar de projectrelevantie zich situeert en geeft in het bijzonder ook aan of de
voorwaarde onderzoeksturend kan zijn dan wel procedurebepalingen bevat of de combinatie
van beide.
Het is van belang om ook tijdens het opstellen van het MER de stand van zaken hiervan op te
volgen. De juridische en beleidsmatige randvoorwaarden met een duidelijke ruimtelijke
component moeten duidelijk cartografisch gepresenteerd worden.
Volgende relevante randvoorwaarden dienen bijkomend te worden aangepast, opgevolgd of
aangevuld:





Het Decreet van 8 februari 2013 houdende duurzaam gebruik van pesticiden in het
Vlaamse Gewest dient opgenomen te worden.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 15 maart 2013 houdende nadere regels inzake
duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaamse Gewest voor niet-land- en
tuinbouwactiviteiten en de opmaak van het Vlaams Actieplan Duurzaam
Pesticidengebruik dient opgenomen te worden.
Het Besluit van de Vlaamse regering van 15 maart 2013 tot wijziging van het besluit van
de Vlaamse regering van 27 maart 1985 houdende reglementering van de handeling
binnen de waterwingebieden en de beschermingszones en het besluit van de Vlaamse
regering van 27 maart 1985 houdende reglementering van de handelingen die het
grondwater kunnen verontreiniging, wat pesticidengebruik betreft dient opgenomen te
worden.
Het Onroerend-erfgoeddecreet zal de bestaande regelgeving vervangen vanaf 1/1/2015
i.p.v. 1/1/2014. Hoofdstuk 5 (archeologie) zal nog later in voege gaan.
De afdeling Monumenten en Landschappen en VIOE zijn oude benamingen, beide zijn
sinds 1/7/2014 samengevoegd in het agentschap Onroerend Erfgoed. Artikel 4§2
(zorgplicht) dient apart vermeld te worden.
5. Algemene en Methodologische aspecten
De afbakening van het studiegebied wordt voldoende gemotiveerd per discipline, rekening
houdend met het feit dat het studiegebied zowel het projectgebied als het gebied met effecten
moet omvatten. De ruimtelijke afbakening moet voor elke discipline duidelijk tekstueel
omschreven worden en indien mogelijk, voorgesteld worden op kaart.
Ontwikkelingsscenario’s worden beschreven ter aanvulling van de referentiesituatie indien er
redenen zijn om aan te nemen dat de toestand in de toekomst - met enige zekerheid en op
Dienst Mer – Richtlijnen PR2077
4
Uitbreiding van het stadion van KV Mechelen
middellange of lange termijn - kan veranderen (door autonome ontwikkeling of door de mens
gestuurde ontwikkelingen). De toetsing van de milieueffecten moet in het project-MER dan niet
enkel gebeuren tegenover de referentiesituatie, maar ook t.o.v. dit (deze)
ontwikkelingsscenario(‘s).
Wanneer er tijdens het opstellen van het project-MER nieuwe ontwikkelingsscenario’s naar voor
zouden komen dan deze die momenteel gekend zijn, moeten deze toegevoegd worden aan het
afwegingskader.
De methodologie voor de effectvoorspelling wordt binnen elke discipline in het project-MER
duidelijk en transparant omschreven. Tevens wordt per discipline aangegeven op basis van
welke criteria een effect als significant of als niet significant beoordeeld wordt. Het resterend
effect na de milderende maatregelen zal aangegeven en gekoppeld worden aan het
gehanteerde beoordelingskader. De effectenbespreking en -beoordeling dient transparant en
op voldoende wijze te gebeuren. Er dient voldoende afstemming te zijn tussen de verschillende
disciplines.
De dienst Mer vraagt om bij de beschrijving van de bestaande toestand en milieueffecten, als
aanvulling op de volledig verklaarde kennisgeving, voldoende aandacht te besteden aan het
volgende:
Met betrekking tot de discipline mobiliteit:









De effecten van de nevenfuncties moeten eveneens in beeld gebracht worden, omdat
deze op de algemene piekmomenten (ochtend/avondspits) op weekdagen wel effecten
kunnen hebben op de (onmiddellijke) omgeving.
De fietsbereikbaarheid wordt ten onrechte niet belicht, o.a. gezien de nabijheid van een
hoofdroute, zogenaamde fietsostrade, die zeker in relatie tot de noordelijker deel- en
buurkernen een rol kan spelen.
Naast de verhouding parkeervraag-aanbod moet in het MER ook aandacht besteed
worden aan mogelijke maatregelen die de vraag naar beneden bijstellen, m.a.w.
maatregelen om het verplaatsingsgedrag in relatie tot het voetbalstadion duurzaam bij
te stellen. Het werken met parkeerabonnementen heeft een mogelijk negatief effect op
de globale modal split aangezien de gebruikers hiervan nooit geneigd zullen zijn andere
vervoersmodi te overwegen.
Er dient ook rekening gehouden te worden met parkeerplaatsen voor
supportersbussen/pendelbussen.
Van de enquêtering zou gebruik moeten gemaakt worden om naast het bepalen van de
modal split ook andere relevante mobiliteitsgegevens te bekomen (vervoerswijzekeuze,
routes, verplaatsingstijd). De bijzondere en specifieke aard van het project maakt het
immers moeilijk om gebruik te maken van generieke gegevens. Bovendien blijven de
zachte modi in de gehanteerde methodes van effectbepaling grotendeels onder de radar.
De resultaten van deze enquête zullen beschreven worden.
De zachte vervoersmodi (voetgangers en fietsers) dienen uitgebreid besproken en
beoordeeld te worden, inclusief de interactie met andere modi.
De verplaatsingen van de parkeerplaatsen naar het voetbalstadion (met onderscheid
tussen wandel- en niet wandelafstand) dienen apart omschreven te worden.
Omwille van werken aan de R6 wordt in de kennisgeving verwezen naar eerdere
tellingen. Hierbij dient duidelijk aangegeven te worden van wanneer deze tellingen
dateren en of deze nog representatief zijn.
Er werden tellingen uitgevoerd op de wedstrijddag KV Mechelen – Westerlo, in de
kennisgeving wordt deze wedstrijd beschouwd als een topwedstrijd. Aan de hand van
gegevens over ticketverkoop dient verduidelijkt te worden of het effectief om een
Dienst Mer – Richtlijnen PR2077
5
Uitbreiding van het stadion van KV Mechelen





topwedstrijd ging. Indien dit niet het geval is en de tellingen dus als niet representatief
beschouwd kunnen worden voor een topwedstrijd, dient duidelijk aangegeven welke
aannames/gegevens gehanteerd worden om een correct beeld te krijgen van de (huidige)
verkeersgeneratie bij een topwedstrijd.
Omwille van transparantie dient in het MER verduidelijkt te worden hoe het verkeer van
en naar de musical “14-18” uit de tellingen zal gezuiverd worden.
Bij de bespreking van de verkeersafwikkeling dient rekening te worden gehouden met de
bestaande verzadigingsgraden van de wegen. De verkeersafwikkeling zal zowel
besproken worden op basis van terreinwaarneming (kwalitatief) als op basis van de
(theoretische) berekende verzadigingsgraad (kwantitatief).
Het significantiekader voor verkeersveiligheid dient verder verduidelijkt te worden aan
de hand van kwantitatieve criteria. Het is bijvoorbeeld niet duidelijk wat bedoeld wordt
met “een lichte verhoging” van de verkeersveiligheid.
Bij de aanlegfase dient niet enkel het werfverkeer tijdens de aanleg onderzocht te
worden, maar ook het werfverkeer tijdens de afbraakfase. Ook de routes voor dit
werfverkeer dienen aangegeven te worden.
Er dient een duidelijk stratenplan opgenomen te worden, waarop alle straten die vermeld
worden in het MER gesitueerd worden.
Met betrekking tot de discipline lucht:








In bebouwde omgevingen (bebouwing < 30 m van de weg) moet het model CAR
Vlaanderen toegepast worden, in meer open omgevingen IFDM traffic. De inputgegevens
voor de berekeningen moeten in bijlage worden toegevoegd. Hierbij zal specifiek
aandacht besteed worden aan het gebruik/omrekening van mobiliteitsgegevens in de
rekenmodellen. Er zal geen gebruik gemaakt worden van 2010 als referentiejaar.
De luchtkwaliteitsdoorrekening en -beoordeling dient te gebeuren in nauw overleg met
de dienst Lucht van het departement LNE.
Er dient ook voldoende aandacht te worden besteed aan ultrafijn stof en elementair
koolstof.
Om
de
actuele
situatie
te
beschrijven,
dienen
de
ATMOSYS-kaarten
(http://atmosys.eu/atmosys/faces/services-annual-maps.jsp) opgenomen te worden en
niet de interpolatiekaarten van VMM. Hierbij dient rekening gehouden dat de ATMOSYSkaarten worden gemodelleerd met IFDM-traffic en zodus streetcanyon effecten niet
worden meegenomen. Aanvullend kunnen de luchtkwaliteitsmetingen op de VMM
meetstations in Mechelen opgenomen worden in het rapport. Het is van belang in de
tekst aan te geven over welk type meetstation (stedelijke achtergrond, verkeersgericht
meetstation, industrieel gericht ) het gaat.
Er dient nagegaan te worden welke milderende maatregelen nodig zijn om te
piekbelasting te verhinderen/beperken. Omdat de impact van dit project op de
luchtkwaliteit een afgeleide is van mobiliteit, dient dit type milderende maatregelen
zeker ook bij mobiliteit aan bod te komen en gedefinieerd te worden.
Maatregelen die genomen worden om stofhinder, tijdens sloop van tribunes te
voorkomen, dienen opgelijst te worden.
Er dient aandacht besteed te worden aan het mogelijk voorkomen van asbest bij de te
slopen tribunes/installaties.
De effectbeoordeling dient uitgevoerd te worden volgens het significantiekader uit het
richtlijnenboek lucht. Bij een score -1 dient bijgevolg nagegaan te worden of de
milieukwaliteitsnorm reeds voor 80% werd ingevuld.
Met betrekking tot de discipline geluid & trillingen:

Er dient nagegaan te worden of trillingen zullen optreden door het werfverkeer.
Dienst Mer – Richtlijnen PR2077
6
Uitbreiding van het stadion van KV Mechelen
Met betrekking tot de discipline bodem:


De databank van OVAM dient geraadpleegd te worden en relevante gegevens dienen in
het MER opgenomen te worden.
Vermits er een lichte tot matige bodemverontreiniging werd vastgesteld, dient de invloed
hiervan bij grondverzet beoordeeld te worden.
Met betrekking tot de discipline water:




Conform de stedenbouwkundige verordening voor hemelwater, moet voorzien worden in
de nodige buffering/infiltratie van hemelwater. De elementen ten behoeve van de
watertoets dienen in het MER aangeleverd te worden.
Er dient nagegaan te worden of bemaling nodig zal zijn. Vermits er een lichte tot matige
bodemverontreiniging werd vastgesteld, dient de invloed hiervan bij een bemaling
nagegaan te worden. Er dient nagegaan te worden of het bemalingswater zonder
zuivering in de riolering kan geloosd worden.
In de kennisgeving wordt aangegeven dat het afvalwater afkomstig van het
projectgebied gescheiden zal worden aangesloten op de bestaande gescheiden riolering.
Volgens de gegevens van Aquafin is in er in de Caputsteenstraat echter geen gescheiden,
maar een gemengde riolering aanwezig.
Voor de bepaling van de capaciteit van het infiltratie- en bufferbekken dient contact
opgenomen te worden met de afdeling Openbaar Domein van de stad Mechelen.
Met betrekking tot de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie:



Een beschrijving van maatregelen rond de (her)waardering van de erfgoedwaarden van
de zuidelijke tribunevleugel van architect Stynen (wijze van behoud van de typische
bouwkundige elementen, aansluiting nieuwe bij bestaande delen) dient opgenomen te
worden.
De integratie van het project in de omgeving dient besproken en beoordeeld te worden.
Landschapsecologische verstoring zal behandeld worden binnen deze discipline, in
tegenstelling tot wat in de kennisgeving aangegeven werd.
Met betrekking tot de discipline mens-ruimtelijke aspecten:



Mogelijke effecten ten gevolge van schaduw (impact bezonning, lichtinval op omliggende
percelen) en windhinder dienen onderzocht te worden. Er dient specifiek nagegaan te
worden of de nieuwe tribune een schaduweffect heeft op de woningen in de
Ziekebeemdenstraat.
Mogelijke lichthinder in de omgeving van het stadion dient beoordeeld te worden.
Voor een eenduidige effectbeoordeling dienen voor de verschillende effectgroepen
transparante significantiekaders opgenomen te worden zodat duidelijk is wanneer een
effect als 0, (-/+)1, (-/+)2 of (-/+)3 beoordeeld zal worden.
6. Leemten in de kennis
Het MER doet opgave van de leemten in kennis die tijdens het uitvoeren van het onderzoek
werden vastgesteld. Deze zijn opgedeeld naar aard van de leemte waarbij dan onderscheid
gemaakt wordt tussen leemten m.b.t. het project, m.b.t. inventarisatie en aangaande methode en
inzicht.
Het MER geeft ook aan hoe met deze leemten is omgegaan en hoe zij kunnen doorwerken naar
de besluitvorming.
Dienst Mer – Richtlijnen PR2077
7
Uitbreiding van het stadion van KV Mechelen
7.
Monitoring en evaluatie
Het MER stelt per discipline/thema eventueel opvolgingsmaatregelen voor, bijvoorbeeld vanuit
de vergunningsreglementering of vanuit de leemte(n) in de kennis.
8.
Integratie en eindsynthese
Het MER bevat in een afzonderlijk deel een discipline overschrijdende, leesbare samenvatting
over de verwachte gevolgen voor het milieu en hoe en in welke mate de voorgestelde
maatregelen deze kunnen milderen. De milderende maatregelen die voorgesteld worden vanuit
verschillende disciplines zullen discipline-overschrijdend t.a.v. elkaar afgewogen worden. Bij de
milderende maatregelen zal in de mate van het mogelijke aangegeven worden waar deze
zullen/kunnen doorwerken.
Deze synthese geeft aan of het project een voor het milieu haalbaar project is of welke
maatregelen nodig zijn om het project haalbaar te maken.
9.
Tewerkstelling, investering en gebruikte materialen
In dit hoofdstuk geeft het rapport aan welke
investeringseffecten zijn van de voorgenomen activiteit.
de
verwachte
tewerkstellings-
en
In dit hoofdstuk wordt tevens aangegeven welke materialen (aard en hoeveelheid) er voor dit
project zullen worden gebruikt, indien dit nog niet beschreven werd bij de projectbeschrijving.
10. Niet-technische samenvatting
De niet-technische samenvatting vormt een afzonderlijk leesbaar deel van het rapport dat de
essentie van de overige delen beknopt en correct weergeeft. De tekst moet zodanig geschreven
zijn dat hij begrijpelijk is voor een gemiddelde lezer. Figuren of kaarten dienen ter ondersteuning
van de tekst in deze samenvatting te zijn opgenomen. Bij het schrijven van de niet-technische
samenvatting kan gebruik gemaakt worden van de handleiding “niet-technische samenvatting”
zoals gepubliceerd op www.mervlaanderen.be. Deze niet-technische samenvatting wordt in het
project-MER als afzonderlijk hoofdstuk opgenomen ofwel als afzonderlijk document opgesteld en
wordt tevens in digitale vorm aangeleverd.
De dienst Mer vraagt ook om op het voorblad van de niet-technische samenvatting de
handtekeningen van alle deskundigen op te nemen.
11. Vorm van het MER
Met betrekking tot de vorm en presentatie vraagt de dienst Mer:
-
-
recent kaartmateriaal te gebruiken, telkens voorzien van een duidelijke bronvermelding,
schaalaanduiding, noordpijl en legende. Waar mogelijk dienen de grenzen van het terrein
duidelijk aangegeven te zijn en dient door het kaartmateriaal ook duidelijk te zijn welke de
omringende activiteiten/bedrijven zijn;
achtergrondinformatie in de bijlagen op te nemen;
na te gaan of de in de kennisgeving vermelde gegevensbronnen, die bij de realisatie van het
MER zullen worden gebruikt, nog steeds de meest actuele zijn;
een verklarende woordenlijst, afkortingenlijst en literatuurlijst bij het rapport op te nemen;
te waken over de afstemming tussen de tekst van het eigenlijke MER en de niet-technische
samenvatting;
Dienst Mer – Richtlijnen PR2077
8
Uitbreiding van het stadion van KV Mechelen
-
de ingediende eindversies van het rapport en de niet-technische samenvatting door de
initiatiefnemer, de coördinator en alle deskundigen te laten ondertekenen;
Het definitieve project-MER evenals de niet technische samenvatting wordt digitaal aan de
dienst Mer bezorgd.
12. Goedkeuring team van erkende MER-deskundigen
Zoals voorgesteld in de volledig verklaarde kennisgeving worden volgende disciplines in het
project-MER opgesteld door een erkend MER-deskundige: lucht, geluid en trillingen, mensruimtelijke aspecten en mobiliteit.
De optiedisciplines water, bodem, landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie en fauna en
flora zullen volgens de kennisgeving eveneens door een erkend MER-deskundige opgesteld
worden.
Het team van deskundigen werd op de richtlijnenvergadering van 7 november 2014 gewijzigd: de
discipline fauna en flora zal niet door een erkend MER-deskundige opgesteld worden vermits
deze discipline niet behandeld zal worden in het MER. Het gewijzigde team van deskundigen
wordt goedgekeurd.
Wijzigingen aan het team van deskundigen in de loop van het m.e.r. moeten gemeld worden aan
de dienst Mer. De beslissing over deze wijzigingen zal per brief mee gedeeld worden aan de
initiatiefnemer.
Tenslotte wordt aanbevolen tijdens het opstellen van het MER contact te houden met de dienst
Mer en met de overige instanties, in het bijzonder in functie van de verwerking van hun
adviezen in het MER.
Digitaal getekend
Door Paul Van Snick
Algemeen directeur
Afdelingshoofd Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid
Dienst Mer – Richtlijnen PR2077
9
Uitbreiding van het stadion van KV Mechelen
Bijlage
Lijst van inspraakreacties tijdens de terinzagelegging bij:
-
stad Mechelen: geen
Dienst Mer: geen
Lijst met de instanties die gereageerd hebben (schriftelijk/op
verontschuldigden, die verder betrokken worden in de verdere procedure:
-
vergadering),
incl.
College van Burgemeester en Schepenen van Mechelen
Departement MOW
Departement LNE Afdeling Milieuvergunningen Antwerpen
VMM Afdeling Operationeel Waterbeheer
De Lijn – Antwerpen
Agentschap Wonen-Vlaanderen Afdeling Wonen
Onroerend Erfgoed Antwerpen
Agentschap Wegen en Verkeer Antwerpen
Departement LNE Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid Dienst
Milieuhinder
Departement LNE Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid Dienst Lucht en
Klimaat
Provincie Antwerpen
Aquafin NV
Ruimte Vlaanderen APL Antwerpen
Volgende instanties hebben gevraagd om niet verder in de procedure betrokken te worden:
- Fluxys Infoworks
- Team Vlaamse Bouwmeester
Lijst met de instanties die niet gereageerd hebben:
-
College van Burgemeester en Schepenen van Sint-Katelijne-Waver
Dienst Mer – Richtlijnen PR2077
10
Uitbreiding van het stadion van KV Mechelen