INTERVIEW Koude & luchtbehandeling RCC Tekst: Bas Roestenberg Interview: Henk Kranenberg (VERAC) Geharmoniseerde invoering van wet- en regelgeving is een belangrijk speerpunt” Met onder andere de EPBD, Ecodesign, energielabels en F-gassenverordening heeft de airconditioningsector te maken met een groeiende stroom aan regelgeving. Volgens sommigen leidt het vooral tot regeldruk, maar Henk Kranenberg, sinds 2010 voorzitter van de Verac (Vereniging van leveranciers van airconditioningapparatuur), ziet er vooral kansen in: “Volgens mij moet onze sector die regelgeving zelfs omarmen”. W aar is je enthousiasme voor de deze sector uit voortgekomen? “Ik heb geen technisch, maar een bedrijfseconomische achtergrond. Zeven jaar geleden kreeg ik de kans om directeur bij Daikin Nederland te worden. Binnen deze functie werd ik steeds enthousiaster over koeltechniek en airconditioning. Ik had me nooit eerder gerealiseerd dat er zulke enorme kansen rond verduurzaming in de gebouwde omgeving lagen. Ik werk nu voor een sector die heel dynamisch is en waarin heel veel mogelijkheden liggen. Het is prachtig om daar een bijdrage aan te kunnen leveren. Sinds 2010 ben ik voorzitter van de Verac. Mijn termijn loopt door tot 2015; jaarlijks moet ik een nieuw mandaat van de leden krijgen. Zolang deze rol goed is te combineren met mijn werk en privéleven, zet ik me graag nog minstens een jaar in voor de Verac.” Voor welke doelstelling zet de Verac zich in? “Wij maken ons sterk voor verduurzaming in de bouw en de industrie, door de inzet van warmtepomptechnologie te stimuleren. Dat klinkt misschien verwarrend; van oorsprong is de Verac de vereniging van fabrikanten en importeurs van airconditioningsystemen. Airconditioningsystemen zijn echter geëvolueerd tot zeer energiezuinige warmtepomptoepassingen die gebruik kunnen maken van hernieuwbare energie. Daar is nog een flinke slag mee te slaan voor ons, want we merken dat in de markt, bij 107 e JAARGANG VJ 2014 43 INTERVIEW RCC Koude & luchtbehandeling worden ingespeeld.. Dat is een belangrijk onderdeel van ons werk, want er is veel wetgeving die de airco- en warmtepompsector raakt. De branche heeft met tal van richtlijnen te maken, waaronder bijvoorbeeld Ecodesign, de EPBD, het F-gassendossier, en afvalstromen. Tot slot is er nog een derde poot aan activiteiten: het verstrekken van relevante informatie aan de markt. Dat doen we bijvoorbeeld door samen te werken met vakbladen en door presentaties te geven.” “Airconditioningsystemen zijn geëvolueerd tot zeer energiezuinige warmtepomptoepassingen.” eindgebruikers en in de politiek veel onbegrip bestaat en dat mensen niet goed weten wat aircosystemen precies doen. Daardoor wordt airconditioning – of warmtepomptechnologie - vaak volledig onterecht in een verkeerd daglicht gesteld. Dat sentiment wordt ook gevoed door een paar woningbouwprojecten die negatief in het nieuws zijn gekomen omdat het energiegebruik hoger was dan verwacht. Keer op keer blijkt dan dat er met de warmtepomp niks mis is, maar dat het geheel van samenwerkende systemen niet goed is afgestemd. Het is erg jammer dat de duizenden projecten waar alles prima verloopt en de eindgebruikers heel tevreden zijn, nooit in het nieuws komen.” Op welke marktsegmenten richt de Verac zich? “Het zwaartepunt ligt van oudsher bij industriële toepassingen en de utiliteit, denk bijvoorbeeld aan kantoorpanden of zorgcentra, maar ook aan zaken als stadsverwarming. Leden van de Verac zetten ook stappen in de richting van de woningmarkt. We werken in dat kader samen met de Dutch Heat 44 VJ 2014 107 e JAARGANG Pump Association, die zich sterk op die sector richt. We werken complementair samen en vertegenwoordigen allebei een groep toeleveranciers. Daarnaast zijn we aangesloten bij het Nederlands Platform Warmtepompen, dat is een bredere organisatie die verschillende brancheverenigingen samenbrengt, zoals Uneto-VNI, de NVKL, en organisaties vanuit ondernemend Nederland.” Wat doet de Verac concreet voor zijn leden? “We vertegenwoordigen de Nederlandse toeleveranciers die merken vertegenwoordigen en hebben daarbij verschillende peilers. Ten eerste verzamelen we marktstatistieken. Daar zijn we aardig bedreven in en een groot deel van de aanbieders van systemen is lid van de Verac. We hebben dus een behoorlijk beeld van wat zich in de markt afspeelt. Een tweede peiler is dat we scherp de politieke trends volgen en bijhouden wat er op het vlak van wetgeving staat te gebeuren. In dat kader adviseren we enerzijds de overheid en anderzijds marktpartijen, om uit te leggen wat er mogelijk is en hoe erop kan De sector heeft te maken met een groeiend aantal Europese regels. Beschouw je dat als problematisch? “Volgens mij moet onze sector die regelgeving zelfs omarmen. Ik denk dat de regels en richtlijnen die met name in Brussel worden vastgesteld kansen voor de sector bieden. Er kan heel veel werk mee worden gegenereerd op het vlak van de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Alleen is de vraag hoe je in de markt zo breed mogelijk duidelijk maakt dat moderne airconditioningsystemen en warmtepompen een belangrijke rol kunnen spelen bij het bereiken van de duurzaamheidsdoelstellingen. De problematiek zit dus niet in die regelgeving zelf, maar in de vraag hoe je die op zich dus positieve boodschap vertaalt en communiceert.” Toch klagen veel installateurs over de regeldruk die ze vanuit Brussel krijgen opgelegd. “Dat klopt, maar dat speelt met name in de sfeer van de lokale uitvoering. De beheersorganisatie steekt complex in elkaar, rond de naleving en handhaving van regels kan nog heel wat worden verbeterd. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de regels met betrekking tot de energieprestatie in de gebouwde omgeving, dan zou de beheersorganisatie daarvan prima kunnen worden gecombineerd met die van de de F-gassenregels. Daarmee zou je het voor de installatiesector INTERVIEW Koude & luchtbehandeling RCC destijds werd het als vernieuwende technologie gezien. Het heeft echter jaren gekost voordat iedere installateur daar goed mee overweg kon, en dat is bij warmtepompen hetzelfde. Als je tienduizend gasketels hebt opgehangen, betekent dat niet dat je nu ook wel een paar warmtepompen erbij kunt doen. Je moet heel goed weten waar je mee bezig bent, anders kan het helemaal mis gaan. De technologie en elektronica in een warmtepomp is zo geavanceerd dat je daar gedegen kennis van moet hebben.” “Als je een technische opleiding volgt om in onze sector in te stromen, heb je een baangarantie voor de komende decennia.” kunnen vereenvoudigen. In de praktijk wordt er nu vanuit verschillende ministeries aan gewerkt; het ministerie van Infrastructuur & Milieu is erbij betrokken, maar bijvoorbeeld ook Binnenlandse zaken, Economische zaken en Financiën. Er zijn verschillende belangen in het spel, dus zijn er ook verschillende uitvoeringsorganisaties mee bezig. Het is volstrekt logisch dat installateurs daardoor soms het spoor bijster raken. Samen met andere verenigingen, zoals de NVKL en Uneto-VNI, doen we ons best om de overheid te bewegen het systeem helderder en eenvoudiger te maken.” Wat moet de installatiewereld zelf doen om de kansen op te kunnen pakken, waar je het net over had? “De installateur die op die trein wil springen, moet investeren in kennis en kunde. Opleiding en training kosten tijd, dat is altijd zo geweest. Ik sprak onlangs met iemand over de introductie van de hoogrendement-gasketel. Tegenwoordig kunnen die apparaten niet meer tippen aan de rendementen die warmtepompen leveren, maar Ook de verplichte aircokeuring biedt kansen aan installateurs. Maar zijn ze er op toegerust? “De besluitvormingsprocedure hiervoor heeft te lang geduurd, die maatregel is verschillende keren aangekondigd en weer ingetrokken, de laatste keer bijvoorbeeld omdat hij zou worden gekoppeld aan een verplicht energielabel dat toch weer is blijven liggen. De plannen voor implementatie hebben daardoor op de plank gelegen, waardoor er een aanlooptijd nodig is voordat die keuring echt op gang komt. Inmiddels worden er opleidingen voor aangeboden waar cursisten zich voor hebben ingeschreven. Zeker voor bedrijven die al F-gasgecertificeerd zijn, biedt dit ook weer kansen; als aanvullende dienst kunnen servicemonteurs de aircokeuring aanbieden bij hun bestaande klanten, wat extra omzet genereert.” Wat doet de Verac om het kennisniveau in de sector te vergroten? “We realiseren ons dat het een belangrijk onderwerp is, maar op dit vlak hebben we beperkte armlengte. De installatiewereld blijkt nog steeds te weinig aantrekkingskracht op jongeren te hebben, dat is erg jammer. Als je nu een technische opleiding volgt om in onze sector in te stromen, heb je eigenlijk een baangarantie voor de komende decennia. Jongeren beseffen blijkbaar niet wat er zich allemaal in de duurzame-energiesector afspeelt en hoeveel dynamiek die wereld kent. Daar moet dus nog heel wat aan worden gedaan. Dat is een primaire taak voor werkgevers en de brancheorganisaties die installateurs vertegenwoordigen. Die werken daar hard aan, maar het is een lastige taak. Het technisch onderwijspakket in Nederland heeft een hoog niveau, maar wordt nog niet overal aangeboden, zodat jongeren er niet mee in aanraking komen. Onbekend maakt vaak ook onbemind. De overheid moet een ondersteunende en informatieve rol spelen; de koeltechnische sector verdient het in een positiever daglicht te staan.” Hoe kijk je tegen het voorstel voor de nieuwe F-gassenverordening aan, die vrijwel definitief wordt omgezet in regelgeving? “Met het voorstel kunnen onze leden uit de voeten. Er wordt momenteel veel onderzoek verricht naar koudemiddelen met een laag GWP, zoals R32 en HFO’s, die de komende jaren een steeds grotere rol zullen spelen. Het marktaanbod dat wordt gecreëerd zal geen probleem vormen. Wat wel een uitdaging wordt, is de vraag hoe er wordt omgegaan met bestaande installaties waar een koudemiddel met een hoge GWP in zit, zoals R404 of R22 – waar binnenkort helemaal niet meer mee mag worden gewerkt. Juist als het om onderhoud gaat, moet de sector de handen ineen slaan met de overheid om ervoor te zorgen dat die koudemiddelen daadwerkelijk uit de markt verdwijnen. Daarvoor moeten de betrokken eindgebruikers versneld willen investeren in een nieuwe installatie. Dat is problematisch als een bedrijf enkele jaren geleden een compleet nieuwe installatie heeft aangeschaft, wat nu dus een investering voor de relatief korte termijn blijkt te zijn. Bedrijven in die situatie moeten worden gefaciliteerd, bijvoorbeeld via de EIA; doordat subsidies daarbij deels weer terugvloeien in de staatskas, 107 e JAARGANG VJ 2014 45 INTERVIEW RCC Koude & luchtbehandeling gaat het om ons inziens verdedigbare bedragen in de uitvoering van het energie- en milieubeleid.” Wat staat daarbij centraal voor de Verac: de promotie van natuurlijke koudemiddelen, of het streven naar energetische efficiëntie? “Dat klinkt als een tweestrijd, maar dat hoeft het helemaal niet te zijn. Die hele F-gassendiscussie is eendimensionaal gevoerd: hij draaide alleen om het GWP van koudemiddelen. Er wordt niet gekeken naar het energiegebruik – en daarmee de CO2-uitstoot – gedurende de levenscyclus van een installatie. Als een koudemiddel goed wordt toegepast, en bij veruit de meeste installaties is dat het geval, dan heb je in feite altijd een hermetisch gesloten omgeving. De koudemiddel-emissies die zich voordoen bij onderhoud en ontmanteling van een installatie kun je daarnaast tot een minimum beperken. Het energiegebruik van een installatie heeft daarom een veel grotere invloed op de leefomgeving en het klimaat dan de eventuele directe emissie van het koudemiddel. De efficiëntie van een koudemiddel is in die zin dus van veel groter belang dan de GWP-waarde ervan. Uit onderzoek blijkt dat het klimaateffect van koudemiddellekkage zich tot het klimaateffect van het totale energiegebruik van een installatie verhoudt als 5 staat tot 95. Vanuit de industrie kijken we dus naar koudemiddelen die zo efficiënt mogelijk werken, waardoor het energiegebruik van installaties wordt beperkt, en niet alleen naar het GWP.” Hoe kijk je tegen de opkomst van ‘passief bouwen’ aan? Volgens voorstanders is het gebruik van een airconditioning in principe overbodig, als je maar investeert in de gebouwschil. “In de gebouwde omgeving wonen en werken mensen, en centraal staat de vraag of die mensen zich daarbij behaaglijk voelen. Energiezuinigheid is uiteraard van groot belang, maar warmtepompen en airconditioningapparatuur worden steeds zuiniger en ze bieden een duurzame optie om van verwarming en koeling te voorzien. Naast energiezuinigheid zijn ook veiligheid, gezondheid en comfort “Installaties spelen in op de comfortbehoefte van mensen en zorgen voor een veilig binnenklimaat.” 46 VJ 2014 107 e JAARGANG belangrijke waarden. Door een woning louter in te richten op energiebesparing, komt dat niet ten goed aan de comfortbeleving. Ik zie daarom niet veel in passief bouwen en het terugdringen van installaties; installaties spelen in op de comfortbehoefte van mensen en zorgen voor een veilig binnenklimaat. Passief bouwen gaat daar aan voorbij. In de kantooromgeving komt daar ook nog eens de factor productiviteit bij. Energiekosten zijn vaak een fractie van de loonkosten. Deze economische factor mag derhalve zeker niet vergeten worden.” Wat zijn de speerpunten van de Verac voor dit jaar? “Die liggen op de eerst plaats bij de beheersorganisaties van de overheid, waar ik eerder over sprak, maar ook bij de implementatie van de EPBD in de markt. Daarnaast is standaardisatie van normen, zoals de NEN, een belangrijk punt. Ook in het kader van de EPBD wordt nu over standaardisatie van normen gesproken. Dat speelt nu nog in Europa, maar dat debat komt in de komende jaren ook naar Nederland. Het is voor ons uiteraard van belang dat warmtepompen op een correcte manier worden gewaardeerd in de standaarden die er komen. Binnen de NEN-7120 is dat nu bijvoorbeeld nog maar beperkt het geval. Als je een warmtepomp wilt toepassen, moet je bijvoorbeeld een apart certificaat hebben, anders moet je met forfaitaire waarden werken – forfaitaire waarden die bepaalde technieken als VRF/VRV discrimineren. Dit terwijl de fabrikanten op Europees niveau hun producten al conform specifieke eisen op basis van Ecodesign op de markt moeten zetten. Dat soort zaken moet gewoon geharmoniseerd worden, zodat wordt voorkomen dat ieder land zijn eigen aanpassingen doorvoert en de kosten daarvan worden afgewend op de eindgebruiker. We gaan er als Verac dus hard aan trekken dat normen worden geharmoniseerd.” RCC K&L
© Copyright 2024 ExpyDoc