Opbrengsten afdeling SO - Schooljaar 2013

Postbus 10121, 3505 AB Utrecht
Bezoekersadres: Stauntonstraat 9
3554 EZ Utrecht. Tel.: 030.2230113
[email protected]
Opbrengsten afdeling SO - Schooljaar 2013-2014
Conclusies en advies Commissie van Begeleiding
De Commissie van Begeleiding (CvB) van de Herderschêeschool heeft in haar vergadering van 14 juli 2014
de opbrengsten van het onderwijs van haar SO-afdeling geëvalueerd. Op basis daarvan zijn op de
onderstaande gebieden conclusies getrokken en aanbevelingen gegeven voor verbetering.
Onderwijsinhoudelijk
Het afgelopen schooljaar heeft in het teken gestaan van onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen. Hieronder
wordt kort ingegaan op de ontwikkelingen, gekoppeld aan de kwaliteitsaspecten uit het toezichtkader
inspectie speciaal onderwijs 2012.
Kwaliteitsaspect 2: ‘De school begeleidt de leerlingen aan de hand van hun ontwikkelingsperspectief,
zodat zij zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen’ en Kwaliteitsaspect 7: ‘De leraren stemmen aanbod,
instructie, verwerking, onderwijstijd en aanpak af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen’.
Om te komen tot een samenhangend systeem voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de
leerlingen hebben alle leerkrachten het afgelopen schooljaar in hun klassen de cito-toetsen voor ZML
(rekenen en mondelinge taal) afgenomen. Daarnaast zijn cito-toetsen voor technisch lezen (DMT, AVI),
spelling, rekenen en begrijpend lezen (speciale leerlingen) afgenomen indien leerlingen hiervoor in
aanmerking kwamen. De resultaten op de cito-toetsen zijn meegenomen bij het scoren van de doelen in
het leerlingvolgsysteem (LVS). Hierna zijn de scores op de Cito-toetsen vergeleken met de scores in het LVS,
door leerkrachten geanalyseerd en besproken tijdens de groepsbesprekingen.
Om vast te stellen of leerlingen zich ontwikkelen conform het OPP hebben het afgelopen schooljaar twee
evaluatiemomenten plaatsgevonden. Om te streven naar een zo objectief mogelijke evaluatie zijn
evaluatiecriteria gehanteerd voor de leergebiedoverstijgende vakgebieden. Waar mogelijk hebben duoleerkrachten samen hun leerlingen geëvalueerd. Deze evaluaties zijn met leerkrachten en ouders besproken
en eventueel zijn leerroutes/ontwikkelingsperspectieven bijgesteld. De evaluatie van de OPP’s is besproken
in de CvB.
Om planmatig en ontwikkelingssturend onderwijs te bieden zijn arrangementskaarten ontwikkeld. De
doelen die hierin beschreven staan zijn 'essentiële doelen'. De overige doelen uit de leerlijnen worden
tevens aangeboden om een doorgaande lijn te kunnen waarborgen. Leerlingen zijn het afgelopen schooljaar
per vakgebied ingedeeld in een arrangement, waarbij naast onderscheid in aanbod tevens onderscheid
wordt gemaakt in instructie, aanpak en verwerking. Volgend schooljaar zullen de arrangementskaarten
richtinggevend zijn voor het aanbod van het onderwijs en zal het aanbod beschreven worden in het
groepsplan en het rooster.
Kwaliteitsaspect 6: ‘De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteiten efficiënt en
houden de leerlingen taak-betrokken’.
Om de duidelijke uitleg en actieve betrokkenheid van de leerlingen te kunnen waarborgen heeft de
werkgroep 'directe instructie' het werken met het directe instructiemodel besproken met het team, met
name om de teamleden weer bewust en volledig te laten werken met het model en om aanwezige kennis
bij te sturen. De werkgroep heeft klassenconsultaties afgelegd om na te gaan of in elke klas volgens het
model gewerkt wordt.
Naast directe instructie is tevens veel aandacht uitgegaan naar het 'leren leren'. Leerkrachten hebben onder
(bege)leiding van de werkgroep 'leren leren' het zelfstandig werken in de groep verder vorm gegeven. Doel
is om schoolbreed eenduidige afspraken te maken omtrent het zelfstandig werken en de materialen die
daartoe gebruikt worden, zoals het stoplicht en vragenkaartjes maar ook zelfcorrigerende materialen.
Daarnaast is het afgelopen schooljaar voor het eerst gewerkt met twee nieuwe methodes voor ZML, te
weten Fototaal (mondelinge taal) en Rekenboog (rekenen). Voor beide methodes zijn het afgelopen jaar
niveaukaarten ontwikkeld waarop de doelen uit de leerlijn rekenen gekoppeld zijn aan lessen uit de
methodes.
Door omstandigheden is de werkgroep rekenen het afgelopen schooljaar niet goed van de grond gekomen.
De methode Rekenboog is om deze reden ook niet schoolbreed ingezet. Enkele klassen hebben met de
methode gewerkt. Volgend schooljaar zal de werkgroep rekenen verder gaan met het implementeren van
de methode.
De methode Fototaal is het afgelopen schooljaar schoolbreed ingezet. De thema's uit de methode waren
leidend voor het thema waarmee schoolbreed aandacht aan is besteed. Elke 3 maanden is tijdens het
teamoverleg de voortgang van het thema en het werken met de methode geëvalueerd.
Populatie
Onderstaand diagram geeft de ontwikkelingsperspectieven weer van de leerlingen aan het begin en het
eind van het schooljaar 2013-2014.
n = 58
Arrangementen
Aan het OPP van een leerling is een leerroute verbonden, waaraan per leerjaar streefniveaus verbonden
zijn. In de onderstaande tabel wordt de koppeling beschreven tussen OPP, leerroute en arrangement.
Ontwikkelingsperspectief
Ervaringsgerichte dagbesteding
Licht arbeidsmatige dagbesteding
Arbeidsmatige dagbesteding/Arbeid
Arbeid
Leerroute
Leerroute 1
Leerroute 2
Leerroute 3
Leerroute 4
Arrangement
Zeer intensief
Intensief
Basis
Verdiept
De tabel hieronder geeft de streefniveaus per leerjaar weer. De percentages die vermeld staan geven het
percentage leerlingen weer die de betreffende leerroute volgen en zijn gebaseerd op de OPP’s aan het eind
van het schooljaar 2013-2014.
20132014
Leerjaar 1
Leerjaar 2
Leerjaar 3
Leerjaar 4
Leerjaar 5
Leerjaar 6
Leerjaar 7
Leerjaar 8
Zeer
intensief
Leerroute 1
Intensief
Leerroute 2
12%
4-5 jaar
50% PL 3
6 jaar
PL 3
7 jaar
50% PL 4
8 jaar
PL 4
9 jaar
PL 5
10 jaar
PL 6
11 jaar
50% ZML
1
12 jaar
ZML 1
26%
PL 5
PL 6
50% ZML
1
ZML 1
50% ZML
2
ZML 2
50% ZML
3
ZML 3
Basis
Leerroute 3
60%
ZML 2
50% ZML
3
ZML 3
50% ZML
4
ZML 4
50% ZML
5
ZML 5
ZML 6
Verdiept
Leerroute 4
2%
ZML 2
ZML 3
ZML 4
ZML 5
ZML 6
ZML 7
ZML 8
ZML 9
Opbrengsten op schoolniveau (SO)
Algemeen:
Om de opbrengsten op leerlingniveau te verkrijgen zijn de OPP’s geëvalueerd en eventueel bijgesteld. Dit is
besproken in de CvB van 14 juli 2014. Om de opbrengsten op groepsniveau te verkrijgen hebben de
leerkrachten het afgelopen schooljaar groepsanalyses gemaakt welke besproken zijn tijdens de
groepsbesprekingen. De schoolanalyse is gemaakt op basis van de groepsanalyses. De gegevens zijn
verkregen van een evaluatie over 57 leerlingen. Een enkele keer zal het om meer/minder leerlingen gaan,
onder andere gezien het feit dat sommige leerlingen op sommige vakgebieden op leerlijn plancius zitten of
tussentijds verhuisd zijn. Bij de schoolanalyse is gebruik gemaakt van zowel Cito- als LVS-gegevens.
Vorig schooljaar is een onderscheid gemaakt of het streefniveau wel/niet behaald is. Het huidige schooljaar
is ervoor gekozen dit verder op te splitsen, zie legenda hieronder:
>2 boven streefniveau
Op streefniveau
< 1 onder streefniveau
> 1 onder streefniveau
Leergebied overstijgend:
Data: Bij de leergebiedoverstijgende vakgebieden is gebruik gemaakt van de gegevens vanuit LVS. Deze
gegevens zijn gescoord op basis van observatie. Er is gestreefd naar een zo groot mogelijke objectiviteit en
betrouwbaarheid van de gegevens door indien mogelijk duo-leerkrachten samen te laten evalueren en door
evaluatiecriteria te hanteren.
De leerlijn sociale en emotionele ontwikkeling is nieuw. Leerlingen zijn het afgelopen schooljaar opnieuw
ingeschaald op deze leerlijn.
Te zien is dat de meeste leerlingen hun doelen (ruimschoots) behaald hebben. Ongeveer 20% van de
leerlingen scoort op deze vakgebieden meer dan 2 niveaus boven hun streefniveau. Op sociale en emtionele
ontwikkeling en leren leren scoort respectievelijk 67% en 66% van de leerlingen op of tot 2 niveaus boven
hun streefniveau. Voor zelfredzaamheid is dit 53%.
Op de gebieden sociale en emotionele ontwikkeling en leren leren scoort respectievelijk 14% en 13% van de
leerlingen onder hun streefniveau. Het vakgebied zelfredzaamheid valt hierin op. 28% van de leerlingen
heeft hun doelen niet behaald tegenover respectievelijk 14% en 13% op SEO en leren leren. Tijdens de
groepsbesprekingen viel op dat dit item door leerkrachten verschillend gescoord is. De gegenereerde
gegevens zijn hierdoor minder betrouwbaar, aangezien op verschillende manieren gescoord is.
Analyse: De niveaus op de leerlijn sociale en emotionele ontwikkeling lijken hoger uit te komen dan de
oude leerlijn sociale competentie, waardoor veel leerlingen hun streefniveau behaald hebben. De niveaus
liggen nu meer in lijn met het algehele beeld (ontwikkelingsperspectief) van de leerlingen, waar het
voorheen vaak uitviel naar beneden.
Voor het vakgebied zelfredzaamheid was onduidelijkheid over scoren van de items. Sommige items kunnen
op het SO niet aangeboden worden omdat de middelen niet voorhanden zijn. Duidelijke afspraken hierover
ontbreken nog. Dit heeft ertoe geleid dat er verschillend gescoord is door leerkrachten, waardoor een
onbetrouwbaar beeld is ontstaan.
Conclusie en aanbevelingen: Voor het huidige schooljaar is als doel gesteld dat 85% van de leerlingen hun
streefniveau zou behalen. Voor de vakgebieden sociale en emotionele ontwikkeling en leren leren is dit
behaald. Gelet de scores op deze vakgebieden lijken de ambities omhoog te kunnen.
Aanbevelingen voor het schooljaar 2014-2015 zijn:
 Volgend schooljaar ambities omhoog door streefniveaus breder te trekken en niet meer vast te
houden aan één niveau. Hierdoor kunnen leerlingen die net boven hun niveau scoren uitgedaagd
worden in hun zone van naaste ontwikkeling
 Schoolafspraken maken over het scoren van zelfredzaamheid door het vakgebied op te nemen in
het inhoudelijk jaarplan. Tijdens teamoverleg/werkgroep wordt hieraan aandacht besteed en
hierop eventueel de arrangementskaart bijgesteld.
Leergebied specifiek
Lezen
Mondelinge taal
45
40
35
30
25
20
15
10
5
0
LVS
Technisch lezen
(DMT, AVI)
Cito Begrijpend
lezen
45
40
35
30
25
20
15
10
5
0
LVS
Rekenen
Cito ZML
Schrijven
40
35
40
30
35
25
30
20
25
20
15
15
10
10
5
5
0
LVS
Getalbegrip
MTG
Cito Speciale
leerlingen
0
LVS
Cito Spelling
Data: De data is verkregen op basis van LVS- en Cito-gegevens. De Cito-toetsen meten een deel van het
vakgebied zoals in de leerlijnen beschreven. De leerlijn ‘lezen’ bevat buiten technisch en begrijpend lezen
bijvoorbeeld ook begrijpend luisteren en boekoriëntatie.
De Cito-toetsen ZML Rekenen (getalbegrip en meten, tijd en geld) en Mondelinge taal zijn bij alle leerlingen
die binnen de ZML-leerlijnen functioneren afgenomen. Bij 17 leerlingen zijn tevens toetsen voor het
technisch lezen (DMT, AVI). Bij 8 leerlingen was het mogelijk daarnaast ook de Cito-toets begrijpend lezen
voor speciale leerlingen af te nemen. Bij 10 leerlingen is de toets spelling voor speciale leerlingen
afgenomen.
Bij 7 leerlingen is naast de toets Rekenen ZML de toets speciale leerlingen afgenomen en indien mogelijk
doorgetoetst. Deze leerlingen scoorden op de toets Rekenen ZML hoger dan niveau 8 op de leerlijn.
Op zowel de toetsen als in het LVS valt op dat het streefniveau van de leerlingen veelal (ruimschoots) is
behaald.
Opvallend zijn de scores op mondelinge taal, geen enkele leerling scoort meer dan 1 niveau onder zijn/haar
streefniveau.
Analyse: Het grootste gedeelte van de leerlingen scoort zowel in LVS als op de Cito-toetsen op of boven
zijn/haar streefniveau. Hieruit kan opgemaakt worden dat de leerroutes voor het grootste deel van de
leerlingen goed zijn gesteld. Leerlingen krijgen onderwijs aangeboden passend bij hun niveau. Gezien het
aantal leerlingen dat ruim (meer dan 2 niveaus) boven het streefniveau scoort, bestaat het risico dat
leerlingen ondervraagd worden in de klas.
Een aantal leerlingen scoort op een toets hoger dan in het LVS gescoord is. Hier kan het gedrag van de
leerlingen de ontwikkeling in de klas belemmeren. Tevens kan de sociale factor een rol spelen. Daarnaast is
de toets individueel afgenomen in een prikkelarme ruimte, in de klas zijn hier geen mogelijkheden voor.
Een aantal leerlingen laat een achterstand zien ten opzichte van hun streefniveau. Met betrekking tot de
toets kan dit eventueel verklaard worden vanuit de betrouwbaarheid van de afname. Het is een
momentopname. Leerlingen hebben laten zien wat ze op het moment van de toetsafname beheersen.
Hierin hebben omgevingsfactoren (onrust, thuissituatie) en kindfactoren (concentratie, ziekte) een rol
kunnen spelen. Ook kan dit verklaard worden door het aanbod in de groep dat niet is afgestemd op de
manier waarop Cito-toetsen afgenomen worden.
Het niveau dat uit de toetsen is gekomen komt aardig overeen met de scores in LVS. De Cito-toetsen geven
een goede indicatie van het niveau van de leerling. Omgekeerd kan gesteld worden dat op basis van de
observaties van de leerkrachten een goede inschatting is gemaakt van de niveaus waarop de leerlingen
functioneren.
Specifieker gekeken valt op dat op de Cito mondelinge taal relatief veel leerlingen meer dan 2 niveaus
boven hun streefniveau scoren. Op de toets worden sociale vaardigheden in beperkte mate getoetst, in
LVS speelt dit een grotere rol en kan dit de score in het LVS drukken. Een ander nadeel van de toets
mondelinge taal ZML is dat het onderdeel ‘woordenschat’ nauwelijks aan de orde komt, terwijl leerlingen
hierop uitvallen.
Voor het vakgebied schrijven valt op dat veel leerlingen in het LVS boven hun streefniveau scoren. Het
vakgebied schrijven is in het LVS opgesplitst in handschriftontwikkeling en spelling. Leerlingen behalen
veelal hogere scores op handschriftontwikkeling, dit haalt de gemiddelde score op ‘schrijven’ omhoog. Bij
slechts 10 leerlingen is de Cito-toets spelling speciale leerlingen afgenomen. De overige leerlingen behalen
nog niet het niveau op het gebied spelling dat gevraagd wordt op de toets.
Conclusie en aanbevelingen: Voor het huidige schooljaar is als doel gesteld dat 85% van de leerlingen hun
streefniveau zou behalen. Voor alle leergebiedspecifieke vakgebieden is dit doel behaald. De ambities lijken
omhoog te kunnen.
Aanbevelingen voor het schooljaar 2014-2015 zijn:
 Volgend schooljaar ambities omhoog door streefniveaus breder te trekken en niet meer vast te
houden aan één niveau. Hierdoor kunnen leerlingen die net boven hun niveau scoren uitgedaagd
worden in hun zone van naaste ontwikkeling.
 Momenteel staan in het OPP de leergebiedspecifieke vakgebieden samengevoegd op één leerroute.
Aanbevolen wordt in het OPP de leerroutes voor de leergebiedspecifieke vakgebieden uit elkaar
halen, zodat leerlingen per vakgebied in een leerroute/arrangement geplaatst kunnen worden. De
verwachting is dat er dan minder sprake zal zijn van zowel onder- als overvraging.
 Aanbevolen wordt om van de leerlingen die onder hun streefniveau presteren een analyse op
individueel niveau te maken, zodat er een beter inzicht komt in wat deze leerlingen nog niet
beheersen. Als hierop het aanbod wordt aangepast, is de verwachting dat volgend schooljaar deze
leerlingen op hun streefniveau scoren.
 Het afgelopen schooljaar is gewerkt met de methode Fototaal. Aanbevolen wordt om volgend
schooljaar rekenles te geven middels de methode Rekenboog. Deze methode sluit aan op de
manier waarop getoetst wordt. Op deze manier raken leerlingen gewend aan de vraagstelling en
kan het onderwijsaanbod geëvalueerd worden middels de toetsen.
 Ter aanvulling op de Cito-toets mondelinge taal ZML wordt aanbevolen na te gaan of er een toets
aansluit bij onze leerlingen die de woordenschatontwikkeling in kaart kan brengen.
Leerroutes/Ontwikkelingsperspectieven
De hiervoor besproken opbrengsten hebben geleid tot het handhaven, dan wel bijstellen van
leerroutes/ontwikkelingsperspectieven. Op basis van onderstaande tabel kan geconcludeerd worden dat
over het algemeen leerroutes worden bijgesteld als leerlingen meer dan 2 niveaus boven hun streefniveau
functioneren. Anderzijds wordt opgemerkt dat wanneer leerlingen onder hun streefniveau scoren,
leerroutes vrijwel niet worden bijgesteld naar beneden. Bij slechts 3 leerlingen is een leerroute naar
beneden bijgesteld. Als leerlingen onder het streefniveau scoren houdt dit elke score in die onder het
streefniveau ligt, van 0,1 tot meerdere niveaus onder het streefniveau. Vaak was sprake van enkele tienden
onder het streefniveau, in welk geval verwacht wordt dat de leerling de achterstand, al dan niet met extra
ondersteuning/begeleiding, nog in kan halen.
Onder
streefniveau
Leerroute
bijstellen
naar
beneden
SEO
14%
Leren leren
Mondelinge taal
Lezen
13%
4%
9%
2%
Schrijven
Rekenen
12%
7%
2%
Zelfredzaamheid
28%
2%
Op
streefniveau
Leerroute
handhaven
Boven
streefniveau
(>2 niveaus)
Leerroute
bijstellen naar
boven
67%
78%
19%
22%
66%
75%
79%
76%
84%
87%
21%
21%
12%
22%
16%
11%
67%
70%
85%
84%
21%
23%
13%
16%
53%
82%
19%
18%
Op de gebieden schrijven en rekenen is te zien dat nog voorzichtig gehandeld wordt wat betreft het
bijstellen van de leerroutes naar boven. Te zien is dat respectievelijk 21% en 23 % (meer dan 2 niveaus)
boven hun streefniveau scoort, en dat slechts bij 13% en 16% de leerroute is bijgesteld naar boven. Dit valt
voor schrijven voor een deel te verklaren vanuit de leerlijn. De leerlijn schrijven bevat
handschriftontwikkeling en spelling. Leerlingen scoren vaak hoog op handschriftontwikkeling, hetgeen de
scores naar boven haalt. Voor rekenen kan dit deels verklaard worden door de manier waarop toetsen
afgenomen worden (individueel, in een prikkelarme ruimte). In de klas wordt het niveau dat bij de toetsen
gezien is vaak niet waargenomen, aangezien het gedrag van de leerlingen hun leerproces kan belemmeren.
Op zelfredzaamheid scoort 28% van de leerlingen onder zijn/haar streefniveau, bij geen enkele leerling is de
leerroute bijgesteld naar beneden. Het is waarschijnlijk dat dit komt door de verschillende manieren waarop
de doelen op dit vakgebied gescoord zijn.
Streefniveaus en leerroutes;
bijstellen of handhaven
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
onder streefniveau
Leerroute bijstellen naar beneden
op streefniveau
20%
Leerroute handhaven
10%
boven streefniveau (>2 niveaus)
0%
Leerroute bijstellen naar boven
Op basis van de naar boven bijgestelde leerroutes is het afgelopen schooljaar voor 6 leerlingen het
ontwikkelingsperspectief naar boven bijgesteld. Dit betrof in alle gevallen een bijstelling van
ontwikkelingsperspectief 2 naar ontwikkelingsperspectief 3. Er zijn geen ontwikkelingsperspectieven naar
beneden bijgesteld.
Conclusie en aanbevelingen:
 Op alle vakgebieden, behalve zelfredzaamheid, heeft ten minste 85% van de leerlingen hun
streefniveau (ruimschoots) behaald. De ambities kunnen omhoog. Een nadere concretisering
hiervan volgt in september 2014.
Aanbevelingen:
 Naast het volgen van de didactische ontwikkeling is het advies een volgsysteem voor de sociale
vaardigheden te implementeren om een zo volledig mogelijk beeld van de leerling te krijgen. Echter
is een volgsysteem passend bij de ZML-doelgroep nog niet voorhanden. De intentie is mee te
draaien in de pilot van de peuterversie van ZIEN, echter is deze momenteel nog niet opgestart.
- Voor alle vakgebieden zullen arrangementskaarten ingezet worden, zodat een doorgaande lijn
gewaarborgd kan worden en er ontwikkelingssturend gewerkt zal worden. Tevens biedt dit de
mogelijkheid aanbod, instructie, verwerking, onderwijstijd en aanpak nog meer af te stemmen op
de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
- Effectieve instructie nog verder bijsturen en aanscherpen door de werkgroep ‘effectieve instructie’.
- Het schooljaar 2014-2015 zal er een keuze gemaakt worden om te gaan werken met een nieuw
leerlingvolgsysteem. Als dit geïmplementeerd is, kunnen de overige nieuwe leerlijnen van het CED
erin gezet worden en kan hiermee gewerkt gaat worden.
Uitstroomcijfers
Onderstaande grafiek geeft de uitstroom weer van de afgelopen 5 schooljaren. Aan het eind van schooljaar
2013-2014 zijn in totaal 25 leerlingen uitgestroomd. 15 leerlingen zijn uitgestroomd naar onze eigen VSOafdeling op STIP VSO – Herderscheeschool. 4 leerlingen zijn uitgestroomd naar een andere cluster 3-school,
waarvan 1 naar het SO in verband met verhuizing en 3 naar het VSO waarvan 2 in verband met hun
woonplaats. 6 leerlingen zijn naar een overige bestemming uitgestroomd, waarvan 3 leerlingen naar een
behandelsetting en 2 leerlingen in verband met verhuizing naar een school in Duitsland. 1 leerling is
halverwege het schooljaar overleden.
Voor de 18 leerlingen die naar het eigen, dan wel een ander VSO zijn uitgestroomd laat onderstaande tabel
de meegegeven ontwikkelingsperspectieven zien.
Ontwikkelingsperspectieven uitstroom 2013-2014
Ervaringsgerichte dagbesteding
Licht arbeidsmatige dagbesteding
Arbeidsmatige dagbesteding/(beschermde) Arbeid
(beschermde) Arbeid
4 keer
5 keer
8 keer
1 keer