Bekijk inkijkexemplaar

MUMMIES
overleven na de dood
Mummies
overleven na de dood
Mummies
overleven na de dood
Redactie: V.T. van Vilsteren
Pagina 2/3:
Mummies in de catacomben
van het Kapucijnerklooster van
Palermo (zie ook pag. 179)
Inhoud
1
2
3
4
Ten geleide (V.T. van Vilsteren)
Hoezo Egypte? – Mummies: een wereldwijd verschijnsel
S. Bernschneider-Reif
5
6
Mumia, creeftogen en duivelsdreck (V.T. van Vilsteren)
Nat en droog – Menselijke preparaten
J.R. Beuker en V.T. van Vilsteren
7
8
9
Het meisje en de duivel (J.R. Beuker)
Vermalen veenlijk tegen alle kwalen (V.T. van Vilsteren)
Moord of magie? (V.T. van Vilsteren)
Overleven na de dood – Mummies uit Egypte
E. Bruijn
10
11
Zelfmummificatie (V.T. van Vilsteren)
De onnozele kinderen (F. Huisman)
Voorouders – Mummies uit Oceanië en Azië
A. Fleckinger
W. Rosendahl en V.T. van Vilsteren
Luguber en verschrompeld – Natuurlijke mummificatie
12
W. Rosendahl
De dikke dame (G. Hotz)
In spleten en spelonken – Dierlijke mummies
24
26
M. Bertling, M. Feuersenger en V.T. van Vilsteren
De brulaap van Argentië (M. Freudenberg)
Mumia vera Aegyptiaca – Het wondermiddel van de apotheker
34
36
46
50
W. Rosendahl, H. Gill-Frerking en K. Füldner
In f lessen en potten (V.T. van Vilsteren) Ultieme offers – Mummies in het veen
56
58
68
70
72
74
W. Rosendahl, K.W. Alt, F. Rühli, H. Gill-Frerking, G. Hotz en T. Pommerening
Een lijk in linnen (F. Huisman)
Een mummie met vier benen (E. Korendijk)
Uitwikkelen (V.T. van Vilsteren)
Mummies in bundels – Zuid-Amerikaanse mummies uit de
collectie Mannheim
82
86
88
90
W. Rosendahl, K.W. Alt, F. Rühli, E. Michler, S. Mitschke en M. Tellenbach
Voldragen maar vol drama (H. Cuykx)
Een heilige met kiespijn – Observaties bij een boeddhistische
mummie uit China
102
104
116
118
120
M. Tellenbach, K.W. Alt, F. Rühli en W. Rosendahl
Vuurmummies (F. Huisman)
Koud en kil – IJsmummies in de permafrost
12 Stille getuigen – Crypte-mummies uit Vác 7
8
126
128
152
I. Szikossy, Á. Kustár, L.A. Kristóf en I. Pap
Het ‘wonder’ van Wieuwerd (K. Heijmann)
13 Rimpelloos – Balsemen en andere conserveringsmethoden
172
174
M. Rupp, S. Birkenbeil, S. Bock en F. Huisman
14
Balseming business (F. Huisman)
182
Uitgekleed tot op het bot – Restauratie van mummies 184
J. Klocke
Illustratieverantwoording en auteurs
190
De Franklin-expeditie naar de Noordpool in
1845 liep voor de complete bemanning uit
op een drama (zie pagina 148).
6
m u mmi e s
Ten geleide
Op 15 mei 1897 stond in de Provinciale Drentsche en
Asser Courant het bericht dat ‘in een veentje tusschen Vries en IJde een volledig menschengeraamte’
was gevonden. Het duurde vervolgens nog ruim
een week voordat Mr. Joosting, bestuurslid van het
museum in Assen, besloot om ‘in loco inspectie te
gaan houden en te trachten het lijk te veroveren’.
Dat lukte en sinds 19 juni van dat jaar behoort ‘het
meisje van Yde’ officieel tot de collectie van wat
toen nog het Provinciaal Museum van Oudheden in
Drenthe heette. Daarmee had het museum in Assen
het eerste veenlijk van Nederland verworven. Het
veengebied in Drenthe zou daarna nog een aantal
veenlijken prijsgeven, die voor een deel terechtkwamen in de collectie van wat nu het Drents Museum
is. Zo telt de verzameling op dit moment niet minder dan acht complete of gedeeltelijke veenlijken
en daarmee is het Drents Museum wereldwijd het
museum met de meeste veenlijken in de collectie.
Al direct na de ontdekking van het meisje van Yde
werd haar lichaam tentoongesteld in het museum.
In de afgelopen 117 jaar hebben honderdduizenden
bezoekers gefascineerd gekeken naar de strop om
haar hals, waarmee zij is gewurgd. Ook heeft zij van
2002 tot en met 2007 een reis om de wereld gemaakt. Ze was achtereenvolgens te zien in musea in
Hannover, Ottawa, Calgary, Manchester, Pittsburgh,
Los Angeles en Wenen.
Zo gewoon als bezoekers het vinden om de veenlijken in de vitrine te zien liggen, zo verrast reageren
ze vaak als hen wordt verteld, dat veenlijken ook
mummies zijn. ‘Maar mummies heb je toch alleen
in Egypte?’ Natuurlijk zijn dat soort ingewikkelde
Egyptische mummies overal op de wereld bekend.
Maar er zijn nog veel meer soorten mummies en
ze zijn verspreid over alle continenten te vinden.
Ook zijn lang niet alle mummies bewust gemummificeerd. Tegenwoordig gebruiken we het woord
mummie heel algemeen voor al die menselijke en
dierlijke lichamen, waarvan hetzij door natuurlijke,
hetzij door kunstmatige omstandigheden nog weke
delen bewaard zijn gebleven.
Een tentoonstelling over verschillende soorten
mummies is in Nederland nog nooit te zien geweest.
Dat het Drents Museum daarmee de primeur heeft,
is dan ook niet zo verwonderlijk gezien de veenlijken in de collectie. De tentoonstelling Mummies
– overleven na de dood wil de grote verscheidenheid
in mummies laten zien. Ook hopen we de bezoeker te boeien met de vele verschillende verhalen
die mummies ons vertellen. Was het de bedoeling
van de Egyptenaren om hun dierbaren goed voor
te bereiden op een leven in het hiernamaals, bij
andere mummies spelen vaak heel andere ideeën en
gedachten een rol. De veenlijken bijvoorbeeld zijn
waarschijnlijk als offer aan de goden in het veen
gelegd en daardoor gemummificeerd. Bij bepaalde
godsdiensten zien we dat stoffelijke overblijfselen
van heiligen of verlichte personen na hun dood
worden geconserveerd en aanbeden. En in sommige culturen was het gebruikelijk om voorouders
te mummificeren en zo te blijven betrekken bij het
dagelijks leven. Maar heel vaak ook zijn mummies
door toevallige omstandigheden op natuurlijke
wijze gemummificeerd. Ook dan vertellen ze vaak
aangrijpende verhalen. Moderne onderzoeksmethoden maken het mogelijk om zonder schade aan de
mummies een maximum aan informatie te verzamelen. De resultaten van dat onderzoek zijn in deze
tentoonstelling verwerkt.
De individuele mummies hebben ieder hun eigen
achtergrond. Hun verhalen bieden ons een boeiende
kijk op de wereld van de mummies, een intrigerende wereld vol onverwachte ervaringen. Voor mummies is de dood niet het einde. Zij vertellen ons ook
hoe het is om te overleven na de dood.
V.T. van Vilsteren
m u m m i e s
7
Hoezo Egypte?
Mummies: een wereldwijd verschijnsel
W. Rosendahl
V.T. van Vilsteren
8
m u m m i e s
Bij het woord mummie denkt iedereen al snel
aan Egypte. Dat is ook niet verwonderlijk. Hoe
vaak worden we niet geconfronteerd met de
bekende mummies van de Egyptische farao’s?
Maar mummies zijn op alle continenten te
vinden en al duizenden jaren voordat de
Egyptenaren mensen mummificeerden,
gebeurde dat ook al in Peru en Chili. Maar
een lichaam kan ook op natuurlijke wijze
mummificeren. Zo kunnen bijvoorbeeld
hitte, droogte, kou en wind ervoor zorgen dat
insecten, aaseters en bacteriën hun werk niet
meer kunnen doen.
De Atacama-woestijn
in het noorden van
Chili staat bekend als de
droogste woestijn ter wereld. Begraven lichamen
kunnen daar door de
droogte op natuurlijke
wijze gemummificeerd
worden.
Maar het is allemaal begonnen bij het Perzische woord mūm. Daarmee wordt net als met
het Arabische woord mūmiya een wasachtige
substantie aangeduid. Mūmiya was in de Oudheid heel bekend en wijd verbreid als medicijn.
Als grondstof is het in feite niets anders dan
bitumen of asfalt. In de 11de eeuw werd het
Arabische woord mūmiya ook als mumia in de betekenis van geneesmiddel opgenomen in het Latijnse vocabulaire van West-Europa. In de loop
der eeuwen kwam er steeds meer vraag naar dit
medicijn mumia, zodat het allengs moeilijker
werd om de Arabische en de Europese markt
te bedienen. Al in de 12de eeuw zijn er berichten dat in de lijken van Egyptische mummies
ook een soort mumia te vinden was. De bij het
balsemen van overledenen rijkelijk gebruikte
harsen, oliën en stoffen waren in de loop der
tijd samengeklonterd tot een zwartbruine
teerachtige substantie, die veel overeenkomst
had met het eigenlijke mumia. In latere teksten
blijkt dat langzamerhand de geconserveerde
Egyptische lijken in Europa ook met het woord
mumia werden aangeduid. Het Latijnse mumia
heeft zich zo verder ontwikkeld tot het woord
mummie. Heel lang werden daarmee alleen de
Egyptische lijken aangeduid waarvan ook nog
weke delen (haren, huid, ingewanden) bewaard
waren gebleven.
Wat is een mummie?
Tegenwoordig wordt het woord mummie veel
algemener gebruikt voor al die menselijke en
dierlijke lichamen, waarvan hetzij door natuurlijke, hetzij door kunstmatige omstandigheden
nog weke delen bewaard zijn gebleven. Waar
die lichamen dan vandaan komen, doet niet ter
zake. Het proces waarbij mummies ontstaan
noemen we mummificatie. Daarbij is onderscheid te maken tussen natuurlijke of toevallige mummificatie enerzijds en intentionele
of opzettelijke mummificatie anderzijds. Het
woord intentioneel heeft daarbij de voorkeur
boven het woord kunstmatige mummificatie,
omdat dat dat niet alleen allerlei kunstmatige
balsemings- en preparatietechnieken omvat,
maar ook het bewust deponeren van een lijk op
een plek waar het van nature gemummificeerd
wordt. Zo is bij veel van de Zuid-Amerikaanse
mummies geen enkele vorm van kunstmatige
balseming toegepast. Toch blijkt soms de plek
waar de doden zijn bijgezet dusdanig specifieke
en voor mummificatie gunstige eigenschappen
te hebben, dat we ervanuit kunnen gaan dat de
doden weloverwogen daar zijn bijgezet. Waarschijnlijk wist men heel goed dat het menselijk
lichaam op die plekken goed bewaard bleef.
Interesse
Interesse voor mummies en mummificatie is al
heel oud. De Griekse schrijver Herodotus bracht
al in de 5de eeuw v.Chr. een bezoek aan Egypte
en schreef daarbij uitgebreid over kunstmatige
mummificering en de verschillende soorten
van balseming. Nog veel uitvoeriger zijn vier
eeuwen later de beschrijvingen van de Romeinse schrijver Diodorus Siculus. Maar dit soort
informatie over kunstmatige mummificatie is
niet alleen te vinden bij schrijvers uit de antieke
oudheid. Ook in de bijbel wordt er over bericht
(Mozes I, hoofdstuk 50).
In de 13de eeuw komt in Europa de interesse
voor oud-Egyptische mummies goed op gang in
verband met de productie van het geneesmid-
m u m m i e s
9
10
m u m m i e s
Mummies opgegraven in
de Vallei der Koningen in
Thebe (Egypte) worden
als koopwaar aangeboden. Historische foto uit
1870 gemaakt door Félix
Bonfils.
del mumia. In de 16de en 17de eeuw blijkt dit
één van de meest gebruikte geneesmiddelen.
Allengs ontstond in de 17de eeuw ook om een
andere reden belangstelling voor mummies, namelijk als object voor de rariteitenkabinetten.
Door de expedities van Napoleon naar Egypte
(tussen 1798 en 1801) en de daaruit voortvloeiende fascinatie voor Egypte nam de vraag naar
mummies enorm toe. Het bleef niet alleen bij
het exposeren van mummies. Er werden ook
bijeenkomsten georganiseerd waarbij men
mummies letterlijk te lijf ging door ze ‘uit te
pakken’. De drijfveer voor dergelijke bijeenkomsten was behalve nieuwsgierigheid ook een
stukje fascinatie en afgrijzen én natuurlijk de
hoop om kostbare sieraden te ontdekken.
Onderzoek
In 1834 zette de chirurg van de hertog van
Kent, Thomas Joseph Pettigrew, de eerste stap
op weg naar het wetenschappelijk onderzoek
van mummies. In zijn boek History of Egyptian
Mummies werden voor het eerst de bevindingen
van de ‘uitpaksessies’ vastgelegd. In het begin
van de 20ste eeuw begon het wetenschappelijk onderzoek steeds serieuzer te worden. De
kennis over de mensen kwam daarbij steeds
meer centraal te staan. Zo ontstonden interdisciplinaire onderzoeksprogramma’s met allerlei
nieuwe non-destructieve technieken (bijv. röntgen). Dergelijk modern onderzoek was aanvankelijk nog puur gefocust op Egyptische mummies. Maar dat veranderde snel. Tegenwoordig
richt het onderzoek zich zowel op dierlijke als
op menselijke mummies uit allerlei culturen
en uit verschillende natuurlijke milieus. In de
tentoonstelling in het Drents Museum wordt
duidelijk hoezeer dat onderzoek tegenwoordig
in internationaal en interdisciplinair verband
plaatsvindt met allerlei hypermoderne analysemethoden. Door intensieve samenwerking tussen antropologen, anatomen, medici, chemici,
natuurkundigen, biologen, genetici en andere
specialisten lukt het de geheime wereld van de
mummies te ontrafelen. Zo stelt de toepassing
van CT-scans, DNA-analyse, isotopenonderzoek
en C14-datering ons in staat om informatie te
verzamelen over geslacht, leeftijd, grootte, herkomst, ziekten, doodsoorzaak, voeding, ouderdom en ook over de wijze van mummificatie.
Heel belangrijk is dat dit onderzoek zo ook een
bijdrage levert aan de bestrijding van besmettelijke ziektes zoals tbc. De tegenwoordig best onderzochte mummie bijvoorbeeld is er niet een
uit het oude Egypte. Het is de gletsjer-mummie
die beter bekend is als Ötzi.
De tentoonstelling ‘Mummies – Overleven na de
dood’ presenteert een verrassende hoeveelheid
mummies uit alle delen van de wereld: mensen en dieren, jong en oud, met opzet of per
ongeluk door de natuur gemummificeerd. Zoals
gezegd is er veel aandacht voor de bijzondere
resultaten die het wetenschappelijk mummieonderzoek heeft opgeleverd. Met respect voor
de overledenen geeft de tentoonstelling een verrassende kijk op overleven na de dood.
Wetenschappelijk onderzoek, zoals hier aan de
Universiteit van Zürich,
levert niet alleen tal van
gegevens over de betreffende mummie, maar kan
ook een bijdrage leveren
aan de bestrijding van
besmettelijke ziektes zoals
tbc.
m u m m i e s
11
Mammoeten behoren tot
de best bewaard gebleven
dierenmummies. In de
ijzige omstandigheden
van Siberië is soms zelfs
nog het bloed van 30.000
jaar oude mammoeten
bewaard gebleven.
Luguber en
verschrompeld
Natuurlijke mummificatie
W. Rosendahl
12
m u m m i e s
Als een levend organisme mummificeert,
onttrekt het zich aan de natuurlijke kringloop.
In de praktijk komt dit soort gevallen maar
betrekkelijk zelden voor. Op sommige plaatsen
komen mummies vaker voor dan op andere.
Meestal hangt dat samen met de natuurlijke
omstandigheden, die op die plaatsen dan
gunstiger zijn voor mummificatie. In dit
hoofdstuk laten we een aantal voorbeelden
zien van de verschillende milieus waarin
mummificatie kan optreden. Daarbij komen
ook de processen aan bod die daarbij een rol
spelen.
De belangrijkste voorwaarde voor alle milieus
om überhaupt mummificatie te kunnen laten
plaats vinden, is dat de vertering van een dood
lichaam min of meer wordt stopgezet. Zowel
het ontleden van de organische structuur door
allerlei enzymen als ook het bacteriële rottingsproces dient zo veel mogelijk te worden voorkomen of vroegtijdig te worden tegengehouden.
Vanzelfsprekend moeten dan de omstandigheden ook zo zijn dat het lijk ongestoord aan het
mummificatiemilieu wordt blootgesteld en daar
lang genoeg kan verblijven. Alleen zo kan het
natuurlijke mummificatieproces zijn werk doen
om te zorgen dat de weke delen lange tijd bewaard blijven. Komt zo’n natuurlijk gemummificeerd lijk in een ander milieu terecht, dan kan
ook na lange tijd het verrottingsproces alsnog
verder gaan. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen
als een door ijs geconserveerd lichaam door
het afsmelten van een gletsjer weer vrij aan de
lucht komt. Afhankelijk van de hoogte waarop
dit gebeurt, kan in de zomer een periode van
enkele dagen al genoeg zijn om een lichaam te
laten verteren, hoe oud het ook is.
In principe blijft geen enkele mummie eeuwig
bewaard. Of het nu honderden of duizenden
jaren zijn, vroeger of later wordt ook een gemummificeerd organisme weer opgenomen in
de kringloop van het leven, zelfs als het gaat om
een volledig versteend fossiel uit de tijd van de
dinosauriërs. Het aardoppervlak verandert immers ook voortdurend langzaam, maar gestaag.
Alles wat in de bovenste aardlagen ligt begraven, verandert mee en kan zo ook een andere
vorm krijgen of helemaal verdwijnen.
De Sprengisandur op
IJsland is een typisch
voorbeeld van een koude
woestijn. Door de koude
lucht drogen organismen
snel uit en blijven zo goed
bewaard.
Natuurlijke
mummificatiemilieus
Woestijnen
Woestijnen zijn gebieden waar door specifieke
droogte of koude geen of slechts extreem aangepaste vegetatie kan overleven. In deze definitie
besloten ligt een onderscheid tussen koude en
droge woestijnen. Al naar gelang de geografische ligging kunnen die laatste dan weer onder-
m u m m i e s
13
Meestal is het de buitenkant van een organisme
die het eerst uitdroogt...
De Sinaï in Egypte is een
goed voorbeeld van een
droge woestijn.
14
m u m m i e s
verdeeld worden in subtropische woestijnen zoals de Sahara, kustwoestijnen zoals de Atacama
en woestijnen in geïsoleerde berggebieden zoals
de Gobiwoestijn.
Bij de koude woestijnen in polaire gebieden en
in het hooggebergte is vaak niet alleen de lage
temperatuur doorslaggevend, maar is ook de
extreme droogte van belang. In veel gebieden in
Antarctica valt haast nooit regen of sneeuw.
De belangrijkste factor bij mummificatie in
woestijngebieden is wel de droogte. Of droge
lucht nu warm of koud is, in beide gevallen veroorzaakt het samen met directe zonnestraling
een snelle onttrekking van vocht en daarmee
uitdroging van een dood lichaam. Door de
intensieve onttrekking van vocht verloopt het
verteringsproces langzamer of kan het zelfs
helemaal tot stilstand komen. Meestal is het
de buitenkant van een organisme die het eerst
uitdroogt en daardoor hard wordt, waardoor
de eventuele opname van nieuw vocht wordt
verhinderd. Een lijk wordt op deze manier als
het ware verzegeld, waarbij dieper in het organisme het vochtgehalte langer op peil blijft en
het verrottingsproces verder kan gaan, natuurlijk afhankelijk van de mate en de snelheid van
de uitdroging. Vaak wordt dat tegengewerkt
doordat bij het verrottingsproces ook stoffen
ontstaan, die weefsel verder doen afbreken. Bij
mummificatie in woestijnen kan daardoor de
De oudste mummies uit
Egypte zijn natuurlijk
gemummificeerd in het
hete en zoute woestijnzand. Heel bekend is deze
mummie in het British
Museum in Londen. Hij
wordt ‘Ginger’ genoemd
en dateert uit 3500 v. Chr.
conservering van interne organen heel verschillend zijn.
In woestijngebieden kan mummificatie niet
alleen aan de lucht optreden, maar ook als
een lijk in het zand begraven is. Vooral in heet
woestijnzand kan het uitdrogingsproces heel
snel verlopen. Als dat zand dan ook nog specifieke eigenschappen heeft zoals een hoog
zoutgehalte, dan vindt in zulke omstandigheden mummificatie nog veel sneller plaats. De
oudste mummies uit het prehistorische Egypte
geven een goed voorbeeld van een dergelijke
natuurlijke mummificatie in het hete en zoute
woestijnzand. Ook de aanwezigheid van de beroemde mummies in de Taklamakanwoestijn in
China heeft direct te maken met het woestijnklimaat en het hoge zoutgehalte in de bodem
ter plaatse. In het geval van natuurlijke mummies uit woestijngebieden spreken we meestal
over woestijnmummies of droge mummies.
Maar zoals nog zal blijken is het voorkomen van
natuurlijke droogmummies niet perse beperkt
tot woestijngebieden.
Venen
Veen is meestal een relatief recent onderdeel
van het landschap, waarvan het ontstaan veelal
pas na het eind van de laatste ijstijd (circa
12.000 jaar geleden) valt. Belangrijkste voorwaarde is een neerslagoverschot in combinatie
met een hoge grondwaterstand en een gebrekkige afvoer vaak op ondoorlatende bodems. Het
voortdurende hoge grondwaterniveau zorgt
voor een gebrek aan zuurstof met dientengevolge een onvolledige afbraak van plantenmateriaal. Tekort aan zuurstof remt de afbraak
door allerlei micro-organismen. Op deze manier
wordt er niet alleen een dik pakket van afgestorven plantenmateriaal gevormd, maar wordt
dat materiaal ook nog chemisch omgezet.
Afhankelijk van de klimatologische omstandigheden en de plek in het landschap worden
verschillende soorten veen onderscheiden.
Laagveen is afhankelijk van het grondwater
en ontstaat meestal bij het dichtgroeien van
meertjes of in beekdalen. Het water in dit soort
veen is relatief voedselrijk, hetgeen resulteert
in een rijk gevarieerde f lora en fauna. Voor de
natuurlijke mummificatie zijn de laagvenen
van weinig belang, omdat de weke delen in dit
voedselrijke milieu niet bewaard blijven. Het
tweede type veen is het hoogveen, dat uitsluitend afhankelijk is van neerslag. Vanwege die
afhankelijkheid kunnen hoogvenen ook boven
het grondwaterniveau uitgroeien en als een
bolle deken over het landschap liggen. Door de
extreme omstandigheden zijn de hoogvenen
relatief arm aan plantensoorten. Niet meer
dan 30 soorten veenmos, enkele heidesoorten
en een handjevol andere planten zijn zodanig
aangepast dat ze in een zuur milieu met een
pH-waarde van 3,4 tot 3,7 en in de zuurstof- en
voedselarme omstandigheden van het veen
kunnen overleven. Daarbij komt nog dat door
de lage warmtegeleiding van het met water
verzadigde veen onder het plantendek veen-
m u m m i e s
15
Colofon
Verschenen bij WBOOKS, Zwolle (NL) in samenwerking met het
Dit is deel 6 van de serie ‘Internationale archeologie in het Drents
Drents Museum, Assen en de Reiss-Engelhorn-Museen, Mannheim
Museum’.
ter gelegenheid van de tentoonstelling ‘Mummies – overleven na
Eerder verschenen in deze serie:
de dood’ in het Drents Museum te Assen (4 februari – 31 augustus
B. Mater, Het terracotta leger van Xi’an – schatten van de eerste keizers van
China. Assen/Zwolle (2008),
2014).
V.T. van Vilsteren en A.Z. Anninga (red.), Goud uit Georgië – de mythe
Uitgave
van het Gulden Vlies. Assen/Zwolle (2010),
Drents Museum, Assen
B. Mater (red.), De gouden eeuw van China – Tang-dynastie (618-907
WBOOKS, Zwolle
n. Chr.). Assen/Zwolle (2011),
V.T. van Vilsteren (red.), Vikingen! Assen/Zwolle (2012).
(Eind)redactie
M. Popovic (red.), De Dode Zeerollen - Nieuw licht op de schatten van
Qumran, Assen/Zwolle (2013).
Drs. V.T. van Vilsteren
Vertaling
K. Heijmann
F. Huisman M.A.
V.T. van Vilsteren
Ontwerp en opmaak
AlbertsKleve BNO, Assen
Gerard Alberts
Hoofdsponsors
sponsors
Subsidiegever
Begunstigers
Subsidiënten tentoonstelling
samenwerkingsPartners
IMMUNITEITVERSTREKKER
In samenwerking met
INDEMNITEITVERSTREKKER
© 2014 WBOOKS / Drents Museum / de auteurs
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,
of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere
wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
De uitgever heeft ernaar gestreefd de rechten met betrekking tot de
illustraties volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Degenen die
desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen
zich alsnog tot de uitgever wenden.
ISBN 978 94 625 8004 6
NUR 682
MUMMIES
overleven na de dood
Mummies
overleven na de dood