Taaltraining extra Taak 1 A Werkwoordsvormen 1. d 6. t 11. dd 2. t 7. d 12. dd 3. d 4. t 5. t 8. tt 9. d 10. d 13. t 14. tt 15. d B Spelling algemeen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. recensent, objectiviteit symbolische, financiële mayonaise, cafetaria Johans, labyrint 's avonds, foyer ceintuur, ladekast reikhalzend, directeur souvenir, Engelssprekende gynaecoloog, goochem hachelijke, gelag eStijl 1. dat 2. dat 3. wat 4. wat 5. dat 6. wat 7. dat 8. wie 9. dat 10. wat 32 o Idioom 1. b 2. j 3. d 4. e 5 .. ..b 6. f 7. a 8. g of h 9. c 10. hof g Taaltraining Taak 2 A Werkwoordsvormen 1. dt 6. d 2, d 7. dd 3. t 8. t 4. tt 9. t 5. dt 10. d 11. dt 12. d 13. d 14. dt 15, dd B Stijl 1. die (deze), die 2. dat (dit), dat 3. dat (dit), dat (dit) 4. die (deze), dat (dit) 5. 6. 7. 8. dat dat dat die 9. dat 10. die (dit), dat (dit) (dit) (dit), dat (deze) eStijl 1. ... en nu willen wij I en wij willen nu .../. .. 2. ... maar u moet wel . 3. '" maar soms sla ik wel ... 1... maar ik sla soms .. I .. 'maar wel sla ik soms .. , 4. ... en die zullen wij .. .1... en wij zullen die ... 5. ... maar gelukkig zijn wij wel .. ./. .. maar wij zijn gelukkig wel ... 6. ... en ik wil hem .. ./. .. en graag wil ik hem ... 7. ... maar u heeft helaas .. .l ... maar helaas heeft u ... 8. '" maar tot mijn spijt ben ik .. ./. .. maar ik ben ... 9. ... en wij verzoeken '" 1O.... en daardoor gaat er steeds ... 33 - ---- -_. - ------------ Taaltraining o Idioom 1. f 2. j 3. h 4. e 5. i 6. g 7. a 8. c 9. b 10. d Taak 3 A 1. 2. 3. Werkwoordsvormen t 6. dt d 7. t t 8. t 4. t 9. t 5. t 10. t 11. t 12.. d 13. t 14. t 15. d B Spelling algemeen 1. rauw, kquwen 2. souffleur, actrice 3. fraude, geriefelijk 4. conferentie, bekendste (bekende) 5. solliciteert, referentie 6. kabeljauw, wenkbrauwen 7. begrafenis, grauw 8. affaire, hartstikke 9. fotografen, louter 10. belevenissen, Noord-Spaanse eStijl 1. ... 2. ." 3. ... 4. 5. 34 maar wij verzekeren u ... maar wij zullen ons ... en (zij) gaf hem een kopje koffie ... en die (deze, hij) zal morgen ... maar wij (we) hebben er ... Taaltraining 6. ... maar wij (we) moeten ... 7. geven> geeft 8. ... en wij zullen ... 9. ... maar wij hebben ... 10. "Hier zet men koffie en hier zet men over." o Idioom 1. i 2. g 3. b 4. j 5. f 6. a 7. e 8. c 9. h 10.d Taak 4 A Werkwoordsvormen 1. d 6. t 2. t 7. d 3. dd 8. dt 4. d 9. d 5. t 10. d 11. d 12. dt 13. dt 14. edd 15. d B Stijl 1. zijn 2. zijn 3. haar 4. haar 5. zijn 6. haar 7. zijn 8. zijn 9. zijn 10. hem> het eStijl 1. 2. Terwijl hij vriendelijk zwaaide, reed ... 3. 4. Toen wij rustig door de mooie landschappen reden, stond ... 5. Toen wij bij Malaga aankwamen, was ... 35 Taaltraining 6. 7. Terwijl wij lekker naar de televisie keken, ging . 8. Terwijl de kinderen uitgehongerd waren, kwam . 9. 10. Als bijlage ontvangt u ... o Idioom 1. j 2. h 3. f 4. b 5. a 6. i 7. d 8. g 9. c 10.e Taak 5 A Werkwoordsvormen 1. t 6. edd 2. t 7. t 3. t 8. dd 4. tt 9. d 5. d 10. t 11. tt 12. d 13. d 14. t 15. tt BInterpunctie 1. ... oude, antieke ... verft, ziet ... 2. ... uit, dat ... vieren, omdat ... 3. ... kregen, waren ... 4. "Hopelijk ... binnen", zel ... 5. . .. garage, omdat ... 6. ... nodig: koffie, thee, wijn enz. 7. "Dat ... gedacht", zei Frits tegen enkele, verraste ... 8. "Wij hebben ... genomen", zei. .. 9. '" ontspanning, wat ... 10.... zitten, dan ... opdracht, die ... worden, maar ... 36 Taaltraining C 1. 2. 3. 4. Idioom/woordkennis c 6. 7. 8. 9. b b a 5. c c a a b 10. a Taak 6 A Werkwoordsvormen 1. dt 2. dt 6. t 7. tt 3. d 4. d 5. dt 8. d 9. t 10. d 11. dd 12. dd 13. d 14. t 15. t B 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Spelling algemeen comité, commissie symmetrische, kopieën mannequin, stationair commerciële, emigreren cabaretier, imiteren bereid, bereiden pijlers, architect allerijl, 's-Gravenhage Engelssprekenden, inwijden 10. lijden, peil 37
© Copyright 2024 ExpyDoc