X 2 S 4 5 6 V E

WATER
-:';:';&,":j:;:.,l.i!'.'i.:i";..i,t:i,,.{7,'1^
Lrensro
X
FVRAG FN
Zes doeleinden waar je water voor kunt gebruiken:
1
2
3
4
5
6
7
spoelmiddel.
Zeewater kan heel veel warmte opnemen en op een later tijdstip ook weer
afstaan. De warmte kan opgeslagen worden in het water waardoor de
temperatuur niet teveel stljgt. Als de temperatuur sterk daalt, geeft het water
de opgeslagen warmte weer af aan de omgeving.
2
S
4
5
6
V
E
I
drinkwater;
vloeistof om in te koken;
warmtetransportmiddel;
stoom voor turbines aan te drijven;
koelmiddel;
oplosmiddel;
a
b
c
Het water dient daarbij als warmtetransportmiddel. Het warme water geeft de
warmte door aan de voedingsmiddelen in het water.
Water in de vorm van stoom wordt toegepast om turbines aan te drijven die
elektrische energie opwekken.
Water wordt daarbij gebruikt als oplosmiddel en als spoelmiddel.
trn gedestilleerd water zitten geen opgeloste zouten, in drinkwater wel.
Zonder drinkwater kan een mens maximaal 10 dagen leven.
Elke dag verliest het lichaam gemlddeld 2,5 liter water. Deze hoeveelheid
moet steeds aangevuld worden.
Zeewater is een oplossing (van veel zout in water).
Zoetwater is een oplossing (van weinig zout in water)"
Gedestilleerd water is een zuivere stof.
TorpgsslNGsvRÀG€ru
L0
r1
a
Water komt op aarde voor als ijs, vloeibaar water en als waterdamp.
Zie de figuur.
schoonmaken
kleding ivassen
verlvarmrng
eten koken
koelnater (fabrieken)
oplosmiddei
2
ANTwooRDEN
WATER
:ï
l;ffi
il:'^:
b
];jti,i:r-iil :::,:!.:.;,,,Íirjji,ji.j"
l,ll
É;
'i:.,ii:l
9s
:cli
lil,
r'{\\\Ij
i:rri$
Zie de figuur.
vloeistof (bij 20" C)
kookpunt 100'C
smeltpunt 0" (.
L2
,7at
:.e
3"3
I: Roos kan een hoeveelheid van het water nemen en gaan
indampen. Dus net zo lang verwarmen totdat al het water verdampt is.
Methode II: Roos kan gaan bepalen of de vloeistof een kookpunt of
Methode
kooktraject heeft.
Methode i: Als het gedestilleerd water is, zai er na afloop niets (geen zouten)
overblijven.
Methode II: als het gedestilleerd water is, zal Roos waarnemen dat de stof
een kookpunt heeft.
Methode I: Als het geen gedestilleerd water is, zal er na afloop een aanslag
van vaste stoffen (zouten) achterblijven.
Methode II: als het geen gedestilleerd water is, zal Roos waarnemen dat de
stof een kooktraject heeft.
Men laat er lucht bij waardoor de kracht van de straal zo sterk is dat het
aanvoelt als een volle waterstraal.
Per seconde komt er minder water uit de kraan terwijl men niet langer de
kraan open zal laten staan.
Een doorstroombegrenzer laat slechts een beperkte hoeveelheid water door.
Dus als de kraan lang openstaat, stopt vanzelf de aanvoer.
Je moet er op letten dat het Kiwa-Keur'Laag verbruik' vermeld staat op de
kraan.
Andere mogelijke maatregelen :
1 De kraan dicht draaien als je even geen water nodig hebt.
2 Minder lang douchen.
3 Douchen in plaats van een bad nemen.
4 Bij het doorspoelen van het toilet eerder de watertoevoer stoppen.
€XTR.A
* Dr
wnTE R,KR.Achirc
Ë
i\grR,At-E
3.4
Er is dan een groot verval mogelijk. Hierdoor kan men elektrische energie
opwekken.
5.5
Een i,vaterkrachtcentrale zet stromend water om in elektrische energie.
g6
Men noemt dit ook wel witte steenkool.
Het verval is in Nederland erg klein.
In België heb je veel meer verval mogelijk. Denk daarbij aan de Ardennen.
Nog twee duurzame energiebronnen:
1 Zonne-energie.
2 Windenergie.
3.7
18
3.9
{
./,:
l!.:
1,.
iËÈ
ilË
i;ri =;
llit=
" :,,"i".,,
:. i.:. * l' i :. 1.'.; l'.'
.:
Ë iip
1Èti
.iÈ # È 1È F: 5 5 iiiii -
l:l?:"
Lrensq'oF\lRAGEru
20
2X
De drie soorten zijn: grondwater, oppervlaktewater en zeewater.
Zeewater bevat heel veel zout, veel meer dan grondwater en
oppervlaktewater. Oppervlaktewater bevat vaak giftige stoffen die verwijderd
moeten worden. Hiertoe gebruikt men biologische, scheikundige en
natuurkundige zuiveringsprocessen. Grondwater bevat niet zo veel stoffen die
verwijderd moeten worden. De zuivering van grondwater gaat dan ook het
makkelijkst.
Grondwater ontstaat doordat regenwater die op de bodem valt de bodem
intrekt. Het water gaat steeds dieper de bodem in en komt daarna in lagen
terecht.
Het meest geschikt is daarbij grondwater.
In helder water kunnen giftige stoffen opgelost zitten.
22
23
24
ïo p pnssl
25
2& a
b
c
27
2€
29
3S
N
Gsv
Rp.G E N
Zoet water is water met slechts een geringe hoeveelheid zout erin opgelost.
Bronwater komt uit de bodem.
Oppervlaktewater is water uit rivieren. meren en beken.
Oppervlaktewater ontstaat uit regenwater en grondwater.
Twee voordelen zijn:
1 Grondwater is schoner, dus je hoeft het minder te zuiveren.
In oppervlaktewater kunnen gevaarlijke stoffen zÍjn opgelost,
Sommige van die stoffen zijn moeilijk uit het water te verwijderen.
2 Grondwater is vrij van ziektekiemen (zoals bacteriën).
Twee oorzaken zijn:
1 Er komt geen water bij uit andere watervoorraden.
2 Er verdampt steeds water uit de zee.
Oppervlaktewater bevat naast opgeloste zouten ook nog andere opgeloste
stoffen. Dus grondwater bevat de kleinste hoeveelheid opgeloste stoffen.
Kraanwater, zeewater, grondwater, flessenwater.
€XTR.A * Sruzs zoETWATËRVooR.RAAD
31
32 a
Zoet water is heel belangrijk voor levende organismen.
Drie diersoorten die zout water nodig hebben:
1 Zoutwatervissen.
2 Walvissen en dolfijnen.
3
b
Drie diersoorten die zoet water nodig hebben:
1 Zoetwatervissen.
2
3
33
Mosselen.
Mensen"
Apen.
Voorbeeld l Als het buiten koud is, condenseert de waterdamp op de ruiten.
Voorbeeld 2 Het ontstaan van mist.
I
WATER
,3
l$
#gt {
! ,,,",, )l
Lr e nsro FvRAG
34
35
':+t
"
1{
:.",.,
,.4
*
:g i
*:
:
E t\l
De grondstoffen zijn plantaardige en dierlijke oliën en
vetten.
De grondstof voor synthetische zeep zijn aardolieproducten.
Synthetische zepen worden ook wel detergenten genoemd.
5b
J!
a
h
38
39
4fi
c
d
Suiker lost wel op in water, mayonaise niet.
Eva kan haar handen schoonmaken met zeep en water.
Hyd rofoob betekent watervrezend.
Hyd rofiel betekent waterl ievend.
Bij de vorming van een emursie steken de hydrofiere koppen
van de
zeepmoleculen naar buiten tussen de watermoleculen in.
De hydrofobe staarten proberen aan het water te ontsnappen
door zich te
verstoppen in een vetvlek of andersoortig vuil.
Het mengsel van water, vet en zeep wordt een emulsie genoemd.
De zeep die daarvoor zorgt, is de emulgator.
Torpnsstt\{GsvRAG
41
F íq
In het vet dringt het hydrofobe (watervrezende) deer van het
zeepmorecuur.
In veel kalkhoudend water schuimt zeep minder dan in weinig
karkhoudend
42
a
43
44
water.
Bij toevoeging van zeep aan heel weinig karkhoudend water
ontstaat een
onoplosbare stof.
ab De kop rnoet blauw gekleurd zijn, de staart rood.
Zie de figuur.
b
Zo wordt vetilg
45 a
b
vuil
losgemaakt...
...er in de oplosslng zwevend gehouden.
Mayonaise is geen heldere vloeistof"
De eierdooier zorgt ervoor dat azijn en olie met elkaar
mengen en is dus de
emulgator.
4G
c
Je moet ervoor zorgen dat de olie, de eierdooier en het
azijn steeds goed met
elkaar mengen.
d
Bij schiften ontmengt de emulsie. Daarbij ontmengen olie en
water tot twee
aparte lagen.
In gebieden met hard water zit er veel kalk in het water. Kalk reageert
met
zeep tot kalkzeep. De zeep is dan niet meer werkzaam. pas
extra
toegevoegde zeep kan zijn werking doen. De gevormde karkzeep
kan ars
grauwsluier op het wasgoed neerslaan.
jo
i
..i
EXTRA
47 a
b
48 a
b
49
-
ZTgP MAKEN
Water en houtas (bij voorkeur van berkenhout)
Houtas + water ) loog.
Loog en resten vet van slachtvee.
Loog + vet
Ler nsropvRAG
50
53.
52
53
54
55
56 a
b
c
d
e
f
57 a
b
58 a
b
à zeep.
Zieden is een oud woord voor koken. Hij kookte dus van woede.
EN
Als leidingwater (met veel kalk erin) wordt verwarmd, slaat er ketelsteen
(kalkaanslag) neer op verwarmingselementen.
In hard waterzit kalk opgelost. Als je dat water in de gootsteen laat staan,
verdampt na enige tijd het water. Er blijft dan kalk achter.
Een zuur schoonmaakmiddel gebruikt men voornamelijk voor het verwijderen
van kalkaanslag (ketelsteen).
Twee zure schoonmaakmiddelen zijn azijn en zoutzuur,
Basische schoonmaakmiddelen gebruikt men om vet of olie te verwijderen.
Twee basische schoonmaakmiddelen zijn ammonia en gootsteenontstopper.
In hard water is veel kalk opgelost.
Ketelsteen is onoplosbaar in water.
De pH van een zure oplossing is lager dan 7.
De pH van een basische oplossing is hoger dan 7.
Hoe zuurder een oplossing, hoe kleiner de pH.
Blauw lakmoespapier krijgt in een zure oplossing een rode kleur.
De kleur van universeel indicatorpapier is afhankelijk van de pH-waarde.
Rodekoolsap kleurt in een zure oplossing rood.
Wanneer je een zuur schoonmaakmiddel mengt met chloorbleekmiddel, kan
het zeer giftige chloorgas ontstaan.
Hetzelfde gebeurt als chloorbleekmiddel in contact komt met urine.
Tor pas sr N G srr' RAGE ni
59 a
b
c
WC-eend is zuur, want het kan kalk verwijderen,
Een zure oplossing heeft een pH lager dan 7, dus antwoord B is juist.
Zie de figuur.
NIET MENGEN
6$ a
b
Als we water bij een zure oplossing doen, wordt deze minder zuur.
De pH wordt dan hoger.
Als we water bij een basische oplossing doen, wordt deze minder basisch.
De pH wordt dan lager.
61
Pak een universeelindicatorpapiertje. Doe wat sap van de appel op het
62
papiertje. Het papiertje zal dan rood kleuren door het zuur in de appel.
Meet de pH van zoutzuur en van schoonmaakazijn. De pH van zoutzuur is veel
lager dan van schoonmaakazijn.
ïil
2
WATER
1:,
ANTWOORDEN:.
}h
EXTR.A
63
iviiiri
l
* Flrr
::::;ii=
i
.''
.,
i\+1!tl]
oNTHARDEtv 1/Aí\t wATER
Ketelsteen veroorzaakt een aanslag die warmte minder goed doorlaat.
Hierdoor heb je veel meer energie nodig om het water te verwarmen. Tevens
krijg je dat het verwarmingselement zo heet wordt, dat het kapot kan gaan.
a Hardheid van 10 DH betekent 10 x 10 mg = 100 mg kalk per liter.
b Hardheid van 20 DH is vergeleken met hardheid van 10 DH tweemaal zo hard,
want het bevat tweemaal zoveel kalk per liter.
In Zuid-Limburg zit er veel mergel in de grond. Als regenwater daarop valt,
lost er een gedeelte van de mergel (kalk) op in het water.
64
55
.{4 ., #,:t ,"f ,
r..y
q,
.
,
' "-.
.-"\'
'r' , r 1
E+
*,,tlt +'r--i
;"iF
LnrnsrorvRAGE
66
67
6S
iii.fil
*i
: ,-.
ï'$ ,1"- :; 9
lL-r.,
.:l
",r*;if,á
"*'n
n
:,,*.
;*
T
tfl f:Érg2 Xf;*
uY,
N
De huid is het grootste orgaan van het lichaam.
Een droge huid bevat te weinig talg (huidvet).
a
b
69
70
In een reinigende crème zitten water en een olie of vet.
water dient ervoor om de crèmelaag zonder veel moeite van de huid te
spoelen. De olie/vet zorgt voor de verwijdering van talgvet van je huid.
De stof die water en vet/olie gemengd houdt, heet een emulgator.
Reinigingscrèrne is een emulsie.
Een emulgator moet er voor zorgen dat het water en de olie/het vet met
elkaar vermengd blijven tot een emulsie,
shampoo bevat water t zeepr keukenzout, geurstoffen, kleurstoffen en een
71
conserveringsm iddel.
b De zeep die in shampoo zit moet vuil en vet van
!2
je haren verwijderen.
Drie bestanddelen die meestal in tandpasta zitten zijn synthetische zeep,
schuurmiddel en vaak een fluoride.
b Fluoride zorgt ervoor dat je tandglazuur sneller herstelt,
c Het schuurmiddel zorgt ervoor dat je tanden schoon gepolijst worden.
a
Toe passrNGsvRAG
73
v4
75
v&
v7
7E
a
b
c
EN
Talg is vet en vet lost niet in water op.
Verzorgende reinigende crème en (synthetische) zeep.
Door de zeep in het afwaswater lost de talglaag op. Daardoor verdwijnt de
vetlaag van je huid en voelt het schraal aan. De huid wordt te veel ontvet.
De huid droogt uit.
De pH mag niet te hoog zijn omdat het dan de huid aantast (droogt uit).
Artikelen die pH-neutraal zijn hebben een pH van ongeveer 5,5.
Deze pH-waarde komt overeen met die van de huid.
Acné kan ontstaan doordat de talgkliertjes teveel talg produceren.
De huid wordt daardoor te vet.
Door pH-neutrale producten te gebruiken wordt de pH-waarde/zuurgraad van
de huid hersteld.
FXTRA
79
80
8n
TEsr
M
-
SHnMPoos EN REcLAME
De conditioner zorgt ervoor dat
je haar na het wassen weer een beetje vet
wordt.
De bestanddelen in de shampoo komen slechts enkele minuten in contact met
de hoofdhuid. Dat is onvoldoende tijd om die stoffen te laten doordringen in
de huid of haarzakjes.
De prijs van een shampoo wordt bepaald door een combinatie van naam en
bestanddelen, dus antwoord C.
JËzELF
eEnxe uzEvR.AGEru
3
2
3
4
5
6
7
Antwoord D Olie is hydrofoob want lost niet op in water. Het vormt daarom
met water een emulsie. Een emulsie is een mengsel van twee vloeistoffen die
niet in elkaar oplossen.
Antwoord C Een emulgator zorgt ervoor dat twee vloeistoffen die normaal niet
met elkaar mengen toch gemengd blijven.
Antwoord A De kop van een zeepdeeltjes steekt in het water en is dus
hydrofiel, de staart van een zeepdeeltje steekt juist niet in het water en is dus
hydrofoob.
Antwoord C Detergent gebruikt men voor de aanduiding van een synthetische
zeep. Een zeep gemaakt door mensen in een fabriek.
Antwoord B Hard water bevat veel opgeloste kalk en geeft met wassen een
kalkzeep-neerslag.
Antwoord C Universeel indicatorpapier kun je gebruiken om de pH van een
oplossing vast te stellen tussen pH 1 en pH 14. De pH van een oplossing
noemt men ook wel de zuurgraad.
Antwoord C WC-eend kan kalkaanslag verwijderen en is dus een zuur
reinigingsm iddel.
E
I
gS
11
Antwoord C Ëen lage pH betekent een agressieve vloeistof.
Antwoord D Een shampoo moet wassen en moet geen kalkzeep-aanslag
geven. Dus je hebt een synthetische zeep en gedestilleerd water nodig.
Antwoord C Bij het wassen kan zeep met de kalk neerslaan als kalkzeep.
Antwoord A Ammonia heeft een pH hoger dan 7 en is dus een basische
oplossing.
í2
tg
Antwoord D Spiritus heeft een pH 7 en is dus neutraal. Gootsteenontstopper,
glorix en ammonia zijn basische schoonmaakmiddelen.
Antwoord D Chloorbleekmiddelen geven chloorgas als er een zuur aan wordt
toegevoegd.
3.4
Antwoord B Twee vloeistoffen die niet met elkaar mengen, Je zult dan wel een
emulgator moeten toevoegen.
Oprru vRAGET
15 a
Zie de figuur.
NIET MENGEN
b Het lakmoes blijft rood.
c Een pH kleiner dan 7.
d 1 Hij ziet gasbelletjes ontstaan.
2 Hij ruikt de scherpe geur van chloor.
e Die stof noemen we ketelsteen.
f De pH wordt groter. De concentratie van het zure schoonmaakmiddel daalt
I
2
S
h
i
waardoor de oplossing minder zuur wordt. Hierdoor stijgt de pH.
Hij ziet gasontwikkeling.
De witte stof die ontstaat is kalkzeep.
Het mengsel blijft helder. Een synthetisch wasmiddel zal geen kalkzeep
vormen.
a
b
De letterlijke betekenis is droogwassen.
Het woord detergent is afkomstig uit de Latijnse taal.
3 a
b
4
Tegenwoordig zijn de meeste keukenbladen van kunststof gemaakt. Vim zou
bij gebruik deze kunststofbladen teveel aantasten.
Soda heeft een vetverwijderende werking. Soda heeft opgelost in water een
hoge pH (basisch) en kan dus als reinigingsmiddel gebruikt worden.
stop een rood lakmoespapiertje in een soda-oplossing. Het papiertje zal
blauw kleuren.
Nagellak: decoratief.
Deodorant: verzorgend en decoratief (frisse geur).
Shampoo: reinigend.
Nachtcrème: reinigend, verzorgend.
Tandpasta: reinigend, verzorgend en decoratief (frisse adem).
: decoratief.
Toiletzeep : reinigend.
Oogschaduw
5
6 a
b
Gel: decoratief.
Aftershave: decoratief en verzorgend.
Blondeershampoo: bleekmiddel en detergent.
Biotex: detergent.
Cif: schuurmiddel en detergent.
Shampoo: zout en detergent.
Crème: olie.
Een emulgator moet ervoor zorgen dat water en vet/olie met elkaar
vermengd worden tot een emulsie.
Men voegt parfum toe om de crème een aangename geur te geven en als
verkoopargument naar de vrouw toe.
7 a
b
c
d
e
:::
,iii
a:::
:::
i!,
=
:::
::!
:::l
;rL
1:::
\..-
a
+?, v
;i;
{!
Teepol is een detergent, dus een zeep die vet/vuil moet verwijderen.
Krijt heeft de functie van schuurmiddel.
Als verkoopargument: het ruikt en smaakt lekker.
le zult daarvoor een conserveringsmiddel moeten toevoegen.
Fluoride zorgt ervoor dat het tandglazuur sneller herstelt.