Vereniging Hendrick de Keyser Jaarverslag 2013 v ij f e n n e g e n t i g s t e j a a r v e r s l a g Vereniging Hendrick de Keyser De Vereniging heeft tot doel het behoud van architectonisch of historisch waardevolle huizen in Nederland Algemeen Vereniging Hendrick de Keyser is een instelling die de bevordering van kunst en wetenschap ten doel heeft als bedoeld in de Successiewet en de Wet op de inkomsten, resp. vennootschapbelasting. De Vereniging is sinds 1 januari 2006 vrijgesteld van het betalen van zowel schenkbelasting over ontvangen schenkingen als erfbelasting over ontvangen erfstellingen en legaten. Met ingang van 1 januari 2008 is de Vereniging opnieuw door het Ministerie van Financiën aangemerkt als een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) en per 1 januari 2012 als ANBI met een Cultureel doel. Voorts is de Vereniging door het Centraal Bureau Fondsenwerving gecertificeerd. (foto Arjan Bronkhorst) Iedereen kan lid worden van de Vereniging, zowel particulieren als bedrijven. De minimum contributies zijn: •voor een gewoon lid € 30 per jaar; •voor een lid ‘voor het leven’ (30 jaar) € 540 ineens. Bedrijven kunnen alleen lid worden op jaarbasis. Bedrijven en andere lichamen die aan de vennootschapsbelasting zijn onderworpen kunnen giften aan de Vereniging aftrekken voorzover zij tezamen met andere giften maximaal 50% van de winst betreffen (met een maximum van € 100.000). Een gift aan Vereniging Hendrick de Keyser mag tot een maximum van € 5.000 met 50% meer aftrek worden verwerkt (Culturele ANBI). Behalve leden kent de Vereniging donateurs. Deze betalen tenminste € 20 per jaar en adopteren daarmee een pand uit ons bezit. Zij ontvangen de reguliere publicaties van de Vereniging, doch kunnen verder geen aanspraak maken op de rechten die leden hebben. Voor de inkomstenbelasting kunnen giften aan de Vereniging worden afgetrokken, voorzover deze giften, tezamen met andere aftrekbare giften, zowel € 60 als 1 % van het drempelinkomen te boven gaan. De aftrek bedraagt ten hoogste 10 % van het drempelinkomen. Giften in de vorm van termijnen van lijfrenten, welke berusten op een bij notariële akte van schenking aangegane verplichting om termijnen van (nagenoeg) gelijke omvang gedurende vijf of meer jaren ten minste jaarlijks uit te keren, zijn steeds aftrekbaar. Omdat Vereniging Hendrick de Keyser een ‘Culturele ANBI’ is, kunnen giften tot maximaal € 5.000 voor 125 % in aftrek worden verwerkt. Het kantoor van de Vereniging is gevestigd in: Vereniging Hendrick de Keyser heeft een partnership met de BankGiro Loterij. Voorzijde omslag: Alkmaar, Sint Laurensstraat 1-3, het Hooge Huys (foto Joop Elsinga) Achterzijde omslag Alkmaar, Sint Laurensstraat 1-3, het Hooge Huys, doorsnede Huis Bartolotti Herengracht 172 1016 BP Amsterdam Telefoon 020 521 06 30 Website www.hendrickdekeyser.nl E-mail [email protected] Bankrelaties NL94 ABNA 0411 8402 07 NL86 INGB 0000 0487 18 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 Vereniging Hendrick de Keyser is opgericht op 3 januari 1918 en erkend bij Koninklijk Besluit van 26 februari 1918 no. 62. Haar laatstelijk gewijzigde statuten zijn vastgelegd in een notariële akte d.d. 7 september 2007. De Vereniging is ingeschreven in het verenigingsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam onder no. 40530264. 3 Samenstelling Bestuur en Raad van Commissarissen Inhoud per 31 december 2013 Bestuur Jaar van aftreden H.J. Brouwer voorzitter H.B. van Wijk penningmeester A.A. Schulting secretaris J.B.H. de Haan mw. P.H.M. Hofsté K.A. Ottenheym mw. E.M. van der Pol Raad van Commissar issen R.J.G. Bandell B. Bleker mw. F.G. van Diepen-Oost* J.G.P.M. Helderman* J.H.M. Lindenbergh A.J.A.M. Lisman K.J. Storm* E. Veen E. ten Cate M. Schimmelpenninck mw. W. Sorgdrager A.F.W. Bosman mw. C.W. Fock L. van Grunsven F.Q. Hoebens mw. J.R. Jas mw. P. Kruseman mw. M.C. Kuipers mw. P.M. Noordervliet mw. E. Swaab H.M.J. Tromp M.C. van Veen D.P. de Vries F.J. van Bruggen A.J.C. van Leeuwen 2016 2014 2015 2016 2017 2014 2016 Pagina 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2015 2015 2015 2016 2016 2016 2016 2016 2016 2016 2016 2016 2016 2016 2016 2017 2017 6 Inleiding 9 Ver wer v ingen 13 Inst andhouding 27 Voorlicht ing 29 Financ iële baten 31 Verenigingszaken 38 Versl ag Raad van Commissar issen 38 Pl annen voor de kor te termijn 39 Begrot ing 2014 40 Verant woordingsverkl ar ing 2013 Jaarc ijfers 2013 42 Balans 44 Staat van Baten en Lasten 45 Toelicht ing op de Balans en de Staat van Baten en Lasten 48 Controleverklar ing Ar t ikelen 50 De herlev ing van het Hooge Huys te Alkmaar: Een symbool van de waarborgen van een verzeker ingsmaatschappij door dr Rob Det t ingmeijer 68 Bijzondere inter ieuraf werk ing in een * audit commissie eenvoudig pand. De restaurat ie van het 16de-eeuwse huis Hinthamerstraat 138 in ’s-Her togenbosch Direc teur C.S.T.J. Huijts door ir Harr iën v an D ijk Adjunc t direc teur mw. J.L.P.B. Finaly Alkmaar, Sint Laurensstraat 1-3, het Hooge Huys (foto Gabrielle de Kroon) 90 Alf abet ische lijst van huizen 95 Verspreidingskaar t Verslag van de Vereniging Inleiding Open Monumentendag, 24 maart 2013, in de rij voor Huis Bartolotti Verslagjaar 2013 zal als turbulent in onze herinnering blijven. Het was een prachtig jaar, omdat – dwars tegen alle trends in – de Vereniging groeide als nooit tevoren en dankzij de BankGiro Loterij een nieuw initiatief kon ontplooien: logeren in enkele van onze panden. Het was ook een uitdagend jaar, omdat ‘Hendrick de Keyser’ meer dan ooit werd benaderd voor de mogelijke overname van een huis. Inspirerend was 2013 ook, omdat wij met een groep monumenten beherende instellingen gekomen zijn tot de oprichting van een nieuwe Nationale Monumentenorganisatie. Intern was het achterliggende jaar erg lastig vanwege de aanhoudend moeilijke situatie op de huurmarkt, waardoor de inkomsten onder druk stonden. Verstoorde huurmarkt In het voorgaande Jaarverslag werd aangegeven dat de financiële crisis merkbare gevolgen had voor de huurinkomsten van onze Vereniging. De acute teruggang in de huurinkomsten werd in 2012 nog gecompenseerd door enkele nieuwe verhuringen die belangrijk meer huur opbrachten dan voorheen. In 2013 was helaas geen sprake van een dergelijke compensatie en bleven de huurinkomsten fors achter op de begroting. Het overschot aan beschikbare woon- of kantoorruimte in vrijwel alle gebieden buiten de regio Amsterdam heeft in het afgelopen jaar tamelijk ingrijpende consequenties voor ‘Hendrick de Keyser’ gehad; gevolgen die nog jaren zullen doorwerken. Sedert de jaren tachtig van de vorige eeuw heeft de Verenging altijd geopereerd in een ‘schaarste’-markt: er was altijd behoefte aan de bestemmingen die wij aan onze panden gaven en een grote groep gegadigden wilde die panden maar al te graag huren. Op dit moment is die situatie volkomen anders. Er is op de markt een groot aanbod Nationale Monumentenorganisatie Nederland kent een groot aantal particuliere monumenten beherende instellingen, ieder gespecialiseerd op zijn eigen werkterrein: van stichtingen tot instandhouding van één object tot organisaties die zich met één soort objecten bezig houden, of regionaal georiënteerd zijn. Die grote variëteit wordt in een wat negatieve context wel eens als ‘versnipperd’ aangeduid. Het positieve gevolg weegt ons inziens echter zwaarder; er is een hoog specialistisch gehalte en een brede inzet van (bestuurlijke) vrijwilligers. Met één schaduwzijde worden wij, als landelijke instelling, echter regelmatig geconfronteerd: niet voor ieder type gebouw bestaat een monumentenorganisatie. Op initiatief van Arno Boon (directeur BOEi, gespecialiseerd in herbestemming van industrieel erfgoed) heeft een zestal organisaties sedert 2012 overleg gevoerd om te komen tot de oprichting van een Nationale Monumentenorganisatie (NMo). In 2013 is een ‘stich- ting tot oprichting’ gevormd en aan het einde van 2013 is besloten tot definitieve oprichting van de NMo. De uiteindelijk oprichtende organisaties zijn, naast het eerder genoemde BOEi en HdK, Vereniging Natuurmonumenten, Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen, Brabants Monumentenfonds en Stadsherstel Utrecht. De bedoeling van die nieuwe organisatie is om alle hiaten te vullen in de bestaande structuur (dus geen doublure, maar een aanvulling) en om ondersteuning te bieden aan alle kleinere organisaties, die in de beheersuitvoering kennis of kunde tekort komen, of aan de grotere organisaties waar het efficiënter is om kennis te bundelen. In de alledaagse praktijk van het verwerven van clusters monumenten of complexen waarvan enkele monumenten deel uitmaken, kan de NMo optreden als één aanspreekpunt of onderhandelingspartner. De verdeling van de monumenten over de beschikbare aangesloten organisaties neemt de NMo verder voor zijn rekening. Indien er geen organisatie beschikbaar is, zorgt de NMo voor (eventueel tijdelijke) opvang. De NMo zal zelf géén monumenten in bezit hebben. Zij is een vereniging waarvan in principe alle gekwalificeerde organisaties die monumenten beheren lid kunnen worden. In Nederland zijn veel monumenten in bezit van de landelijke of regionale overheid, die als bestuursorgaan lang niet altijd goed is toegerust om monumenten te beheren. Veel overheden besluiten in de huidige crisis dan ook om monumenten af te stoten. Daarbij ontstaat altijd de discussie of afstoting aan ‘de markt’ wel gepast is voor objecten die vaak al decennia in bezit zijn van het Rijk of een gemeente. Met de oprichting van de NMo ontstaat er een alternatief voor ‘de markt’, namelijk een organisatie die collectief bezit is. Daardoor kunnen monumenten buiten overheidsbezit worden ondergebracht, zonder dat zij meteen in een persoonlijk eigendom terecht komen. Gedurende 2013 heeft de NMo als eerste met de Rijksoverheid onderhandeld inzake de overdracht van 34 monumenten in rijksbezit. Deze onderhandelingen lopen door in 2014. Verwervingsaanbod Als enige landelijk werkende organisatie voor monumentenbehoud, merken wij als geen ander dat particulieren, stichtingen en (gemeentelijke) overheden om de meest uiteenlopende redenen af willen van hun monumenten. In veel gevallen verwachten partijen dat ‘Hendrick de Keyser’ (kennelijk onuitputtelijke) fondsen heeft waarmee wij monumenten kunnen kopen, liefst zelfs voor bedragen die men op de huidige markt niet meer kan realiseren. Dat soort aanbieders kan redelijk snel uit de droom worden geholpen. Wanneer echter bij een mogelijke transactie de overdrachtswaarde zelf een ondergeschikte rol lijkt te spelen, wordt de afweging uitdagender. Dan moet altijd onderzocht worden of het inderdaad een monument betreft dat de bescherming van onze Vereniging nodig heeft om goed bewaard te blijven. In die afweging vallen veel objecten alsnog af, omdat ze eigenlijk in ieders eigendom voldoende worden beschermd door de monumentenwet. Maar nog meer vallen af, omdat uiteindelijk de overdrachtswaarde toch een zwaardere rol speelt dan aanvankelijk was voorgespiegeld. Veel eigenaren spreekt het zeer aan, dat Vereniging Hendrick de Keyser zijn eenmaal verworven panden nooit meer afstoot, zodat ze voor altijd bewaard blijven. Maar de consequentie, dat ze daarmee meteen ook hun handelswaarde verliezen willen de meeste aanbieders liever niet aanvaarden. Uit het record aan aanbiedingen zijn in 2013 uiteindelijk twee fantastische verwervingen overgebleven, in Alkmaar en Petten (zie 7 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 v ers l ag van d e v ereniging 6 aan beschikbare monumenten, vaak in geheel gerestaureerde staat, te huur of te koop. Doch veel lastiger is de situatie in gebieden waar veel vierkante meters overige ruimte (kantoor of bedrijf) leeg staan. In die gebieden worden die ruimten steeds vaker voor een symbolisch bedrag in tijdelijk gebruik gegeven aan gegadigden. Alhoewel dat tijdelijke gebruik leegstand voorkomt, verstoort het de huurmarkt. Immers die gebruikers hoeven voor hun huisvesting niets op de reguliere markt te huren. Voeg daarbij, dat er buiten Amsterdam ook veel woonruimte leegstaat en het is duidelijk dat wij tegenwoordig in een ‘verdringings’-markt opereren. Iemand die bij ons huurt, laat elders een woning of bedrijfsruimte leeg achter. Het onvermijdelijke gevolg van dit proces is een verlaging van de huurinkomsten. In 2012 is de Vereniging begonnen met het ontwikkelen van betere instrumenten om potentiële huurders te informeren over ons aanbod. Dat heeft er gelukkig voor gezorgd, dat in 2013 de toename in de leegstand een halt is toegeroepen. Huureenheden worden echter nauwelijks meer tegen een hogere waarde opnieuw verhuurd. Integendeel, verschillende malen moest het besluit genomen worden om de nieuwe huur te verlagen. Dat proces komt de totale huurbaten van de Vereniging natuurlijk niet ten goede. De trend onder zittende huurders om huurachterstanden te laten ontstaan of te laten oplopen is door een strakker debiteurenbeheer gekeerd. Op dat gebied eindigden we in 2013 bijna weer op het niveau van voor de crisis. Om het thans hogere leegstandsniveau echter substantieel terug te dringen zijn de komende jaren verdergaande maatregelen nodig. Wij zullen de huurder meer dan in het verleden moeten aantrekken met huureenheden die zich onderscheiden van het gebruikelijke. Veel van onze eenheden voldoen daaraan, maar niet alle. Bovendien moeten wij meer inspanning leveren om de huurder vast te houden; dus vaker verbeteringen doorvoeren terwijl de huurder (nog) gewoon huurt. Het neveneffect hiervan zal zijn, dat eenheden vaker zonder opknapbeurt opnieuw kunnen worden verhuurd. Dat zal op termijn minder huurverlies geven. Ingrijpender en lastiger is, dat voor sommige bestemmingen, waarvoor onze panden geschikt zijn gemaakt, in de regio waar zij staan geen markt (meer) is. In die gevallen zullen wij moeten zoeken naar een passende, doch veelal kostbare herbestemming. Omdat de vastgoedmarkt zich nog jaren zal beschermen tegen waardevermindering door gebouwen in tijdelijk gebruik te geven, zal het overaanbod op de huurmarkt ook nog jaren voortduren. Wij zullen met structurele maatregelen reageren op die nieuwe realiteit. Verwervingen Alkmaar, Sint Laurensstraat 1-3, het Hooge Huys Na complexe onderhandelingen heeft de Vereniging op de valreep van 2013 een bekend voorbeeld van de architectuur van het 20steeeuwse Traditionalisme verworven: kantoorgebouw ’t Hooge Huys in het centrum van Alkmaar, ontworpen door de architect A.J. Kropholler. De gevels, het interieur en de volledige inrichting van het Hooge Huys vormen een fraai ‘Gesamtkunstwerk’ uit 19301931. Het monumentale gebouw maakt bovendien deel uit van een bekend stedenbouwkundig ontwerp van Kropholler voor het Kerkplein in Alkmaar. In het kantoorgebouw zijn de historische interieurdelen bewaard gebleven, waaronder betimmeringen, tegeltableaus, glas-in-lood-ramen en meubilair. Tezamen met het gebouw is ook het grootste deel van het (ge)bouwarchief bewaard gebleven en aan de Vereniging overgedragen. De aankoop van dit gebouw werd mogelijk door de steun van de BankGiro Loterij. De door Kropholler ontworpen meubelen konden worden veiliggesteld met steun van de Gemeente Alkmaar, de Stichting Dioraphte en het Prins Bernhard Cultuurfonds. De benificiënten van de BankGio Loterij op GoedGeld Gala (foto Roy Beusker) hierna). Beide panden horen door hun architectonische verschijning onbetwist thuis binnen onze voortdurende bescherming. Ledengroei Sedert 2005 neemt het ledental van Vereniging Hendrick de Keyser in een onafgebroken tempo toe. Ondanks dat wij onze contributie moesten verhogen om enigszins kostendekkend te zijn, blijft die groei aanhouden. In 2013 nam het ledental toe met 384 tot 4.505 leden, hetgeen mede te danken is aan de viering van 400 jaar grachtengordel te Amsterdam. Wij namen in dat kader deel aan een aantal publieke activiteiten en konden de Vereniging bij nieuwe doelgroepen onder de aandacht brengen. Dat gebeurde vooral succesvol door onze huidige leden, die als vrijwilliger aanwezig waren en uit eigen ervaring de positieve kanten van het lidmaatschap van onze Vereniging konden uitdragen. Wij zijn onze vrijwillige ambassadeurs daarvoor zeer dankbaar. Dit lid-maakt-lid principe bleek in 2013 ook in zijn letterlijke betekenis succesvol; een record aantal lidmaatschappen werd door verschillende van onze leden als cadeau aan vrienden of kennissen gegeven. Deze twee varianten blijken in de praktijk de beste resultaten te geven in onze poging om via ons ledental een brede(re) inbedding in de samenleving te krijgen. den, gordijnen en serviesgoed. Bovendien moest een nieuw sluitsysteem ontwikkeld worden (vergelijkbaar met hotel-kaarten), dat werkzaam is op onze oude deursloten, waarvan er ook nog eens geen twee hetzelfde zijn. Om deze plannen te kunnen realiseren deed de Vereniging in 2012 een beroep op de BankGiro Loterij om een deel van hun extra uitkeringen toe te kennen aan ons project ‘Monument en Bed’. Tot onze zeer grote vreugde mochten wij begin 2013 van de BankGiro Loterij een extra bijdrage ontvangen van maar liefst € 698.000. Hiermee is in een klap deze nieuwe activiteit realiseerbaar in ca 12 eenheden, verspreid over het land. Na de onmiddellijke in gebruik name van ons huis in Groet als vakantiewoning, zullen wij de overige locaties in de komende vier jaar gaan realiseren. Wij zijn de BankGiro Loterij zeer dankbaar dat zij onze ideeën en wensen altijd weer steunen met effectieve bijdragen. Met zijn grote bouwproductie van raadhuizen, kerken, kantoren en villa’s heeft Alexander Jacobus Kropholler (1881-1973) een vooraanstaande positie in de Nederlandse architectuur van de 20ste eeuw. Voor Kropholler waren de middeleeuwen en de Hollandse baksteentraditie belangrijke inspiratiebronnen. Het Traditionalisme is door latere generaties vaak minder gewaardeerd dan het experimentele Nieuwe Bouwen. Toch was deze stroming beeldbepalend voor de Nederlandse architectuur in de jaren dertig. De aankoop van het Hooge Huys past in het streven van ‘Hendrick de Keyser’ om in haar collectie de diversiteit van de 20ste-eeuwse architectuur te laten zien, van avantgardistisch tot traditioneel en dwarsverbanden te leggen in de geschiedenis van de architectuur. In Leiden bezit onze Vereniging reeds een woonhuis van dezelfde architect. Het huis Lorentzkade 5 maakt deel uit van een woonwijk die in 1938 door Kropholler werd ontworpen. Zeer kenmerkend voor het werk 9 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 v ers l ag van d e v ereniging 8 Alkmaar, Sint Laurensstraat 1-3, het Hooge Huys, hal (foto Joop Elsinga) van Kropholler is het laten spreken van muurvlakken, gecombineerd met monumentale (trap)gevels en steile zadeldaken. Helderrode baksteen wisselde hij af met natuursteen, waarmee hij de constructie van een gebouw accentueerde. Het markante verzekeringsgebouw in Alkmaar toont al deze kenmerken en zal in de komende tijd in oude glorie worden hersteld. Voor een inhoudelijke bespreking van de architectuur van het Hooge Huys verwijzen wij hier naar het artikel van Rob Dettingmeijer verderop in dit jaarverslag. ‘Monument en Bed’ De hiervoor genoemde problemen in de huurmarkt dagen ons uit om nieuwe wegen te bewandelen teneinde ons pandenbezit economisch rendabel in gebruik te houden. Eén van de nieuwe activiteiten die wij in dat kader hebben ontwikkeld, is het programma ‘Monument en Bed’, oftewel logeren bij ‘Hendrick de Keyser’. Zoals bij al onze bestemmingen vergt echter ook deze eerst investeringen, voordat van enige inkomste sprake kan zijn. Naast de – voor ons gebruikelijke – bouwkundige aanpassingen vroeg juist deze bestemming om hele andere investeringen: uitgaven aan bed- Michiel Verboven, managing director BGL, overhandigt de cheque Extra Project aan medewerkers en Leo van Grunsven, lid van Raad van Commisarissen Vereniging Hendrick de Keyser Alkmaar, Sint Laurensstraat 1-3, het Hooge Huys (foto Joop Elsinga) 11 Petten, Korfwaterweg 9, ‘Huis Brandt Corstius’ Petten, Korfwaterweg 9, ‘Huis Brandt Corstius’ Onze Vereniging bezit reeds drie uitzonderlijk goed bewaarde ‘Rietveldhuizen’ (Erasmuslaan 9 in Utrecht, Huis Hildebrand in Blaricum en Huis Slegers in Velp). Daar is nu een vierde huis, uit 1939, bijgekomen waardoor sprake is van een kleine, representatieve collectie van het werk van deze belangrijke 20ste-eeuwse architect onder de hoede van ‘Hendrick de Keyser’. De opdrachtgevers van het zomerhuis in Petten waren de hoogleraar Nederlandse Letterkunde J.C. Brandt Corstius en mevrouw W.W. Brandt Corstius-Molenaar. Zij kenden elkaar van de idealistische ‘Nederlandsche Bond van Abstinent Studeerenden’ (N.B.A.S.), waarmee in de jaren dertig vakanties in Petten werden doorgebracht. In navolging van de trek naar de nabijgelegen plaatsen Bergen, Bergen aan Zee en Schoorl ontwikkelde het geïsoleerde Petten zich in deze tijd tot een badplaatsje. In 1936 kreeg Petten zelfs een VVV. Het was een tijd van toenemende mobiliteit en belangstelling voor een ongedwongen levenswijze dichtbij de natuur. Kamperen of het doorbrengen van vrije tijd in een eenvoudig weekend-, zomer- of vakantiehuis bij zee pasten bij dit optimistische ideaal. Eind 1938 kochten Brandt Corstius en zijn vrouw een perceel aan het Korfwater in Petten. De opdracht een zomerhuis te ontwerpen voor een gezin met (toen nog) twee kinderen en een logé ging in eerste instantie naar de architect Arthur Staal. Zijn ontwerp viel echter tegen waarop Rietveld de opdracht overnam. Dit was niet geheel toevallig. Het gezin Brandt Corstius woonde in Utrecht schuin tegenover het Rietveld-Schröderhuis en mevrouw Brandt Corstius zat met Rietveld in een comité voor hulp aan de Republikeinen in de Spaanse burgeroorlog. Het bouwen van een compact vakantiehuis was een interessante ontwerpopdracht voor architecten die nieuwe wegen wilden verkennen en hun opvattingen wilden demonstreren aan vakgenoten en opdrachtgevers. Vakantiehuizen figureerden prominent in bin- Petten, Korfwaterweg 9, ‘Huis Brandt Corstius’ nen- en buitenlandse architectenbladen. Een bekend voorbeeld is het zomerhuis Dijkstra in Groet (van architect B. Merkelbach) dat onze Vereniging in 2012 heeft verworven. Ook het huis dat de familie Brandt Corstius in Petten liet bouwen, zou worden opgenomen in De 8 & Opbouw, het tijdschrift van de moderne beweging in de architectuur. De twee niet ver van elkaar gelegen vakantiehuizen zijn hierdoor iconen van de moderne vooroorlogse Nederlandse architectuur geworden. Voor de altijd naar nieuwe oplossingen zoekende en met ruimte woekerende Rietveld bood de opdracht een mogelijkheid te experimenteren met een gelijkvloers ontwerp. Het is het derde vakantiehuis dat hij ontwierp en zijn eerste bungalow. Na de oorlog zou Rietveld nog vele gelijkvloerse woonhuizen bouwen. Het zomerhuis voor de familie Brandt Corstius werd gebouwd op een klein budget, 3.000 gulden inclusief de belangrijkste meubels en het architectenhonorarium. Het honorarium van Rietveld bedroeg 300 gulden. Het huis was voor Rietveld een demonstratie van bouwen tegen lage kosten. De oplevering was in 1939, enkele maanden na het verkrijgen van de bouwvergunning. Petten, Korfwaterweg 9, ‘Huis Brandt Corstius’, woonkamer (foto Kim Zwarts) Petten, Korfwaterweg 9, ‘Huis Brandt Corstius’, entree (foto Kim Zwarts) Het zomerhuis is beschut gelegen tegen de duinenrij, vlakbij het strand en de zee. Rietveld maakte in het ontwerp goed gebruik van deze mooie ligging en het uitzicht. Het huis is compact gebouwd en vormt een laag horizontaal volume, liggend onder de duinrand. Het is georiënteerd op het zuiden en oosten, met prachtig uitzicht op het Korfwater; een langgerekt weiland achter de duinen dat ooit een binnenwater was waar vis en aal werd gevangen in korven. In de compositie zette Rietveld veel horizontale accenten. Zo heeft de bungalow een overstekend plat dak en een brede zwart geschilderde horizontale plint. Inclusief het overdekte terras is het huis ontworpen binnen een rechthoek van 9 bij 10 meter. Rietveld tekende het Petten, Korfwaterweg 9, ‘Huis Brandt Corstius’, openslaande deuren naar terras (foto Kim Zwarts) v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 v ers l ag van d e v ereniging 10 Instandhouding Petten, Korfwaterweg 9, ‘Huis Brandt Corstius’, wastafel met opklapbaar tafelblad (foto Kim Zwarts) op een raster, met een modulemaat van 1 m 2, een werkwijze die hij vaak gebruikte. Als een deconstructivist schoof hij in zijn ontwerpen met volumes om tot de meest efficiënte indeling te komen. Op de beperkte oppervlakte plaatste hij hier een beschutte entree, een berging, een halletje, drie slaapkamers, een douche, wc, keukentje, een woonkamer en een overdekt terras (vergelijkbaar van omvang met de woonkamer). De slaapkamers en de dagelijkse leefruimte liggen haaks op elkaar en vormen zo een compositie die Rietveld in zijn latere ontwerpen zou herhalen om een terras mee te omhullen. Er is verder echt gewoekerd met ruimte: er zijn geen gangen in het zomerhuis, doch alleen het genoemde entreehalletje. De zeer eenvoudige keuken is verbonden met de woonkamer door een schuifdeur. De woonkamer heeft een eethoek met een vaste bank en een eettafel en grote openslaande deuren naar het terras. Het tegen de westenwind beschutte terras (op het zuidoosten) vormt de buitenruimte van de woonkamer en is een belangrijk onderdeel van het ontwerp. Onder de hoek van het boven het terras overstekende dak is geen dragende kolom geplaatst. Zoiets is kenmerkend voor Rietveld, die met open hoeken een in de omgeving doorlopende ruimte wilde suggereren. Voor Rietveld was architectuur het afbakenen van ruimte. Het huis is eenvoudig van constructie. Het werd opgetrokken in baksteen, hout, glas en staal. Het kreeg houten vloeren in de kamers en betonvloeren in de keuken en de berging. De dakbedekking bestond uit Rubberoid, geïsoleerd met Heraklith houtwol. De plafonds en binnenwandjes in het huis waren gemaakt van Treetex hardboard. De bakstenen buitenmuren werden boven de plint wit gekalkt en met lijnolie behandeld en de hoge plint zwart geteerd. De stalen ramen en deuren werden rood en blauwgrijs geschilderd. Het ontwerp zit vol ‘Rietveld details’ zoals opklapbedden, leg- en hangkasten (boven de bedden om plaats te sparen in de kleine slaapkamers en in hun geheel draaiend om er vervolgens makkelijk bij te kunnen), wastafels met opklapbare tafelbladen die in gesloten toestand als bureau voor de kinderen kunnen dienen, bovenlichten die voor extra lichtinval zorgen (de gordijnrails hangen onder de bovenlichten), een doorlopende luifel bij de voordeur en de keuken, een voordeur uit twee delen, een handschoenenkastje en kapstok, een keukenraampje voor de leveranciers en een liftje in een put onder de keuken die tot in de duingrond reikt, voor het koel bewaren van eten. Rietveld ontwierp zelfs het eenvoudige lage tuinhekje voor het huis. In 2013 bedroegen de uitsluitend voor instandhouding gemaakte kosten (dus zonder verrekeningen) € 8.486.614. De basis voor de duurzame instandhouding van onze panden wordt gevormd door de huuropbrengst. Deze bedroeg in het verslagjaar € 7.860.652 en werd tot € 7.999.579 aangevuld met € 138.927 aan incidentele opbrengsten, door de verhuur van enkele van onze bijzondere locaties voor vergaderingen en bijeenkomsten of als logeergelegenheid. Net als in voorgaande jaren is dus meer geld aan instandhouding besteed dan er aan huurinkomsten binnen kwam (5,7% extra). Het verschil is echter opnieuw beduidend minder dan in het voorgaande jaar (14,5% in 2012), omdat de kosten in veel mindere mate konden worden gedekt door bijdragen uit overheidssubsidies. Hiermee was in de begroting al rekening gehouden, zodat dit gedurende het jaar nauwelijks bijstelling van de uitgaven vergde. huurmutatie. Bij het pand in Usquert had de investering te maken met de restauratie van de commissiekamer. Voor de panden te Groet en Valkenburg werd een investering gedaan in het kader van ons project ‘Monument en Bed’, die vervolgens met ons Bestemmingsfonds wordt verrekend. Aan 20 (2012: 16) van de hiervoor genoemde 51 panden is in 2013 meer dan € 100.000 besteed (waaronder aan 1 pand zelfs meer dan € 500.000) omdat het instandhouding van (grotere) complexen betrof of het werk betrekking had op volledige restauraties of delen daarvan. Het ging daarbij om: Amsterdam, Herengracht 172 Aan 51 panden is in 2013 voor meer dan € 25.000 aan instandhoudingkosten besteed (in 2012 aan 45). Asbestsanering Amsterdam, Lijnbaansgracht 334 Het huis was gereed in 1939 en werd slechts één zomer gebruikt, voor de oorlog uitbrak. Petten werd in de oorlog op last van de Duitse bezetter ontruimd en in 1943 vrijwel geheel gesloopt. Ook het zomerhuis van de familie Brandt Corstius werd gevorderd, maar het ontsnapte op miraculeuze wijze aan de sloop. De familie trof het na de oorlog in desolate staat aan en nam het weer in gebruik als vakantiehuis. In 1989 werd het huis gerestaureerd door Bertus Mulder, oud-medewerker van Rietveld. Onderhoud en houtrotreparatie Amsterdam, Keizersgracht 743 Asbestsanering en groot onderhoud In 12 gevallen (2012: 8) daarvan lag de besteding tussen de € 50.000 en de € 100.000, te weten bij: Amsterdam, Oudezijds Achterburgwal 151 Amsterdam Dordrecht, Wijnstraat 153 Herengracht 77 Koestraat 10/12 Sint Olofspoort 5 Oudezijds Achterburgwal 155 Gedeelte volledige renovatie Gedeeltelijk vervolg restauratie Haarlem, Spaarne 15-17 Vervolg restauratie benedenverdieping Naaldwijk, Heilige Geest Hofje 1-12 Driebergen-Rijsenburg Scheveningen, Zwaardstraat 16 Hoofdstraat 87-91 Renovatie woning Enkhuizen Schiedam, Hofje van Belois 1-37 Breedstraat 121 Zuiderspui 4 Onderhoud Renovatie woning Groet Schiedam, Proveniershuis 1-30 Nieuweweg 2 Renovatie woning Usquert Sint-Annaland, Voorstraat 38 Raadhuisstraat 3 Restauratie voorgevel Utrecht Velsen-Zuid, Rijksweg 130-134 Janskerkhof 16 Afronding restauratie koetshuis. Valkenburg Sint Pieterstraat 2-4 Voorschoten Petten, Korfwaterweg 9, ‘Huis Brandt Corstius’, keuken (foto Kim Zwarts) Woelwijklaan 11 Bij de panden Koestraat 10/12, Hoofdstraat 87-91 en Janskerkhof 16 betrof het regulier onderhoud aan een groot of bewerkelijk pand. Sint Olofspoort 5 is de eerste in deze straat waar een forse asbestsanering noodzakelijk was. In Herengracht 77 werd het werk van vorig jaar afgerond. Bij de Oudezijds Achterburgwal 155 en de beide panden in Enkhuizen betrof het groter onderhoud in verband met Binnen deze categorie verdient het restauratiewerk aan de volgende panden aparte aandacht: Amsterdam, Diemerzeedijk 27 Zoals reeds verwacht bij de verwerving, was voor het statige 18de-eeuwse Gemeenlandshuis aan de Diemerzeedijk te Amsterdam funderingsherstel nodig. Het pand, dat deels in de dijk staat en deels erachter, scheurde overlangs omdat de voorkant naar de dijk zakte en de achterzijde juist van de dijk af. Toen het pand vrij van huur kwam, kon in mei 2013 het omvangrijke restauratieproject worden gestart. Naast de ‘klassieke’ restauratie en 13 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 v ers l ag van d e v ereniging 12 Amsterdam, Diemerzeedijk 27, vml. gemeenlandshuis renovatie heeft de Vereniging dit project aangegrepen als pilot binnen haar bezit om te onderzoeken welke vergaande duurzaamheidsmaatregelen mogelijk zijn zónder daarbij de monumentale waarden van het pand aan te tasten. Een professionele monumentenorganisatie als ‘Hendrick’ wil duurzaamheid graag in het restauratiebeleid betrekken, maar het is niet wenselijk om een monument ‘potdicht’ te maken door maatregelen als isolatie, voorzetbeglazing en totale kierdichting. Daardoor ontstaan grote bouwfysische problemen en worden historische detailleringen aangetast. Voor een monument is meer nodig dan het arsenaal aan standaardoplossingen voor energiebesparing. Niet alleen binnen de Vereniging maar binnen het hele vakgebied van restauratie en monumentenzorg vraagt het duurzaamheidsvraagstuk daarom om een creatieve aanpak en goede voorbeeldprojecten. Met het Gemeenlandshuis wil de Vereniging bewijzen dat een monument klimaatneutraal kan zijn, vrijwel uitsluitend door het inzetten van duurzame energiebronnen en het intelligent verwarmen en gebruiken van het gebouw. Het streven bij deze pilot is om de energievraag van het pand voor 95% te dekken met duurzame bronnen, waarbij we onszelf de voorwaarde hebben opgelegd dat de Amsterdam, Diemerzeedijk 27, vml. gemeenlandshuis, restauratie souterrain Amsterdam, Keizersgracht 387, ‘De Vergulde Ster’, voorkamer bel-etage voor (foto Pauline Dorhout) en na restauratie 15 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 v ers l ag van d e v ereniging 14 de ventilatie als een groot deel van de verlichting aangestuurd op aanwezigheid. Dit kan door het inzetten van een intelligent gebouwbeheersysteem dat aangesloten is op aanwezigheidsdetectoren, het alarmsysteem en CO2-meters. Voor de duurzaamheidsmaatregelen heeft de Vereniging een op maat gesneden laag-rentende lening verkregen van het Amsterdams Investeringsfonds en heeft de vorige eigenaar, het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht een aanzienlijke bijdrage geleverd. Voor de restauratie van het casco is een subsidie Amsterdam, Keizersgracht 387, ‘De Vergulde Ster’, achterkamer voor (foto Pauline Dorhout) en na restauratie ontvangen van de provincie NoordHolland. Vervolgens hebben enkele kosten van de maatregelen binnen 10 jaar terugverdiend moeten zijn. particulieren en fondsen besloten ons in dit baanbrekende project De eerste stap was alleen die onderdelen te isoleren die het grootste te steunen. Hieronder bevinden zich de familie Bredius (Stichting effect hebben: daartoe zijn de nieuwe betonvloer van de nieuwe Bredius), het Dinamo Fonds, de Stichting Gansoord, de M.A.O.C. fundering geïsoleerd en zijn er losse isolatieplaten op de zoldervloer Gravin van Bylandt Stichting en het Prins Bernhard Cultuurfonds. gelegd. Voor het overige is isolatie bij dit huis niet mogelijk, dus Wij zijn zeer verheugd over het enthousiasme, de betrokkenheid en wordt aanvaard, dat er veel warmteverlies blijft door de gevels en de de vrijgevigheid van deze partijen, zonder welke we dit project nooit raampartijen. De tweede stap was het inzetten van duurzame enerop deze manier hadden kunnen realiseren. Het project, dat onder giebronnen om dit hoge warmteverlies te compenseren. Hiervoor eigen directie staat, loopt door tot medio 2014. is een scala aan oplossingen op maat bedacht: in de nieuwe fundeAmsterdam, Keizersgracht 387, ‘De Vergulde Ster’ ringspalen zijn warmtewisselaars mee gestort, zodat aardwarmte Een uitzonderlijke project in 2013 betrof de restauratie en renovaonttrokken kan worden uit de bodem. Op het platte dak komt een tie van bel-etage van ‘De Vergulde Ster’. Dit pand, oorspronkelijk energiedak waarmee zowel elektra als warmte opgewekt worden gebouwd in 1668 in de stijl van het Hollands Classicisme en met een door de zon. De warmte uit deze twee bronnen wordt opgeslagen gevel die geheel in zandsteen is opgetrokken, heeft stijlkamers uit in een waterbuffer in de historische waterkelder onder het gebouw het midden van de 19de eeuw. De toenmalige bewoners, de vermo(die daarmee een eigentijds hergebruik kent). Deze warmte wordt gebruikt om het pand te verwarmen via vloerverwarming en convec- gende bankiersfamilie Königswarter, lieten schouwen, wandbetimmeringen en beschilderde stucplafonds in neo-rococostijl aanbrentoren. In de zomer kan ditzelfde systeem gebruikt worden om het gen. De Königswarters voerden een grote staat van huishouden en gebouw enkele graden te koelen. De laatste stap was het spaarzaam omgaan met elektriciteitsgebruik. Zo worden overal led-lampen toe- het huis was een spil in het culturele leven van Amsterdam: vele schrijvers, kunstenaars en internationale operazangers luisterden hun gepast, zelfs voor de peertjes in de kroonluchters, en worden zowel Amsterdam, Keizersgracht 387, ‘De Vergulde Ster’, schilder J. Wilbrink restaureert het plafond salons op. Een latere eigenaar, Karsseboom, liet in 1880 in de grote tuinzaal in het achterhuis een betimmering in neo-renaissancestijl aanbrengen met een zwaar cassetteplafond. In 1955 werd het pand aan de Vereniging geschonken door de laatste eigenaresse, mevrouw Worst. De huidige restauratie was nodig omdat het pand een zeer lange periode aan één huurder verhuurd was en er sinds 1955 vrijwel niks meer aan het interieur van het pand gedaan was. In 2012 werd eerst het gehele bovenhuis gerestaureerd. In 2013 volgde de beletage en een groot deel van het achterhuis. Deze ruimtes behielden hun kantoorfunctie, maar behoefden een fikse opknapbeurt en een zorgvuldige restauratie. Er was namelijk geen enkele vorm van brandwerende maatregelen, de installaties waren zwaar verouderd of afwezig (er was bijvoorbeeld geen verwarming) en de mintgroene verflaag uit 1955 vertoonde overal barsten. Bij de restauratie van de neo-rococo-stijlkamers werd qua afwerking teruggegrepen op bouwtijd rond 1850. Dit betekende dat de mintgroene kleur, die meer bij de late 19de eeuw aansloot, werd vervangen door de eerstgevonden kleurlaag die okerbeige was. De gouden biesjes en verguldsels die op lijstjes en krullen zaten, moesten helaas vanwege ontoereikend 17 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 v ers l ag van d e v ereniging 16 budget achterwege blijven (maar kunnen in de toekomst uiteraard nog aangebracht worden). Van de beschilderde stucplafonds werden eerst de scheuren hersteld, waarna het plafond met vele dozijnen sponsjes en wattenstaafjes werd schoongemaakt. Het plafond werd daardoor wel drie tinten lichter. Vervolgens zijn de wandvlakken opnieuw bespannen en behangen. Tenslotte werden de drie spiegels deels opnieuw verguld en gepatineerd. Het achterhuis onderging een vergelijkbare behandeling, maar daar stond alles in het teken van de kwalitatief hoogwaardige neorenaissance-afwerkingen. Bovendien vonden in het achterhuis de nodige bouwkundige werkzaamheden plaats. Als meest logische en functionele ingreep werd hier de toegang met het overkluisde steegje, die vanuit de achterzaal rechtstreeks naar de gracht voerde, in ere hersteld. Hierdoor zijn de kantoorruimtes zowel als één of als twee afzonderlijke units verhuurbaar en heeft het poortje met de ‘De Vergulde Ster’ weer een functie gekregen. Het werk is in eigen beheer uitgevoerd. Verwijderen 19de-eeuws plafond in ’s-Hertogenbosch, Hinthamerstraat 138 Bolsward, Kleine Dijlakker 17, Woonhuis-bottelarij Albada Jelgersma Achter de 19de-eeuwse voorgevel van het woonhuis met bottelarij van de firma Albada Jelgersma gaat een veel ouder gebouw schuil. De achterbouw dateert uit de 16de eeuw en heeft een houtskelet en eiken kapconstructie uit circa 1545. Het voorste gedeelte van het pand werd gemoderniseerd in 1876, waarbij een drankenwinkel met bovenwoning werd gerealiseerd. In het voorgaande verslagjaar was de cascorestauratie al gestart, in 2013 volgde het interieur. De indeling van de ruimtes bleef hierbij grotendeels intact. Alleen in de bovenkamer van de achterbouw werden enkele 20ste-eeuwse scheidingswandjes verwijderd om de brede 16deeeuwse zaalruimte weer manifest te maken. Na het aanhelen van een strijkbalk, twee ‘geamputeerde’ muurstijlen en korbelen is hier de eiken draagconstructie met moer- en kinderbintenplafond weer geheel in het zicht en in de zijmuren is de aftekening van de 16deeeuwse vensters in het stucwerk zichtbaar gemaakt. De 16de-eeuwse ruimte komt hierdoor weer optimaal tot zijn recht. ‘s-Hertogensbosch, Hinthamerstraat 138, opkamer (foto Arjan Bronkhorst) Na een extra vergunningprocedure is in 2013 de restauratie van dit pand aan de Hinthamerstraat in ’s-Hertogenbosch eindelijk voltooid. De laatste opgave betrof de opkamer, waar zich de zeldzame 16de-eeuwse muurschilderingen bevinden. Met het verwijderen van een laat 19de-eeuws stucplafond en een deel van de gangmuur, heeft deze opkamer nu de optimale ruimtewerking en belevingswaarde die aan de 16de-eeuwse situatie refereert: met het originele moer- en kinderbintenplafond, de wat grof gestuukte wanden en natuurlijk de Opkamer voor verwijdering plafond Bolsward, Kleine Dijlakker 17, 19de-eeuwse bovenwoning tijdens en na restauratie exceptionele muurschilderingen. Vanwege de extreme zeldzaamheid van deze schilderingen vond de Vereniging het gerechtvaardigd dat hiervoor een 19de-eeuws plafond moest wijken. De gemeente ’s-Hertogenbosch, die de restauratie overigens zwaar heeft gesubsidieerd, stemde hiermee in. Elders in dit verslag treft u een uitgebreid artikel over de restauratie van dit pand aan, van de hand van de restauratiearchitect Harriën van Dijk die de bouw grotendeels heeft begeleid. ■ 16de-eeuwse muurschildering (foto Arjan Bronkhorst) 19 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 v ers l ag van d e v ereniging 18 Bolsward, Kleine Dijlakker 17, 16de-eeuwse achterbouw na restauratie (foto René Spijkerman) In het voorhuis is daarentegen het primaat gegeven aan de 19deeeuwse interieurafwerkingen. De bovenwoning dateerde geheel uit 1876 en kreeg zijn okerbeige kleurstelling terug op plafondbalken, houten scheidingswanden en voorgevelramen. De gangdeuren hadden een duurdere afwerking met decoratieschilderwerk dat aan een blonde houtimitatie doet denken. Bijzonder was de aanwezigheid van turf als isolatiemateriaal tussen de houten scheidingswandjes. Turf was een veelgebruikt isolatiemateriaal omdat het volop voorhan- Bolsward, Kleine Dijlakker 17, aanhelen van korbeel in 16de-eeuwse achterkamer den, goedkoop en licht was, maar in veel gevallen is het in de loop der tijd verwijderd. Na impregneren (tegen brand) kon het turfwandje behouden blijven. Op de begane grond werd het 19de-eeuwse winkelinterieur gerestaureerd. De tussenkamer, die weliswaar ouder is met onder meer een fraaie 18de-eeuwse bedstedenwand, kreeg ook een 19de-eeuwse afwerking vanwege de directe relatie met de winkel. Dit betekende een eikenhoutimitatie voor het houtwerk (inclusief plafond) en een Bolsward, Kleine Dijlakker 17, de turfwand in de bovenwoning Bolsward, Kleine Dijlakker 17, tussenkamer na restauratie (foto René Spijkerman) wandbespanning met floraal papierbehang. De winkelruimte bleek oorspronkelijk veel kleurrijker dan nu resteerde, met grijswit als basiskleur, aangevuld met okertinten voor de kantoorwand en het plafond en tenslotte houtimitaties op de toonbank, de toonkast en andere bouwkundige details. Deze kleuren zijn alle teruggebracht. Als laatste zijn de schappen van de toonkast weer gevuld met oud winkelgerei en (lege) flessen uit de oude drankenhandel, waarbij twaalf flessen zijn voorzien van een nieuw etiket met de naam van Bolsward, Kleine Dijlakker 17, winkelruimte (foto René Spijkerman) een sponsor. We willen namelijk dat iedereen die het pand bezoekt niet alleen de sfeer van de 19de-eeuwse drankenwinkel kan proeven, maar ook de vrijgevigheid ziet van maar liefst tien lokale en regionale fondsen en twee landelijk opererende organisaties die deze restauratie gesteund hebben. De namen van deze fondsen zijn hierna onder het hoofdstuk ‘Baten eigen fondsenwerving’ opgenomen. Het werk stond onder eigen directie. Delf t, Oude Delf t 49, ‘Fundatie van Renswoude’ In 1755 kreeg de Delftse stucwerker en steenhouwer Joseph Bollina van de regenten van de ‘Fundatie van de Vrijvrouwe van Renswoude’ opdracht om een school- en woongebouw te ontwerpen voor dertig weesjongens, met bestuurskamers, keuken en woonvertrekken voor de inwonende binnenvader en binnenmoeder. In 1757-’59 werd het ontwerp uitgevoerd, waarbij Bollina ook optrad als de centrale figuur in het gehele bouwproces. Nadat de Fundatie het enorm grote pand (in originele toestand was het pand bijna dubbel zo lang (70 m.) als in de huidige toestand) tot 1803 in gebruik had gehad, werd in de 19de eeuw het volume in delen verkleind. Toen de Fundatie in 1843 de kans kreeg het hele pand terug te kopen was het laatste achterhuis reeds gesloopt. In 1911 werd het pand door de Fundatie verkocht aan professor H. ter Meulen, die het pand verder verkleinde tot het huidige volume. In 1938 werd het pand overgedragen aan onze Vereniging, waarna het in gebruik werd genomen als kantoorruimte. In 2001 heeft een partiële restauratie van het interieur plaats gevonden. De drie stijlkamers op de bel-etage kregen weer de uitstraling die zij verdienden, waarbij in de regentenkamer het originele wijnpurperrode ‘Velours d’Utrecht’ weer in het zicht kwam. Eind 2012 kwam de rest van het huis (dat als één kantoor functioneerde) vrij van huur. De verhuureenheid behoefde inmiddels een 21 Doesburg, Koepoortstraat 26A, bovenverdieping voor en na restauratie stevige renovatie en splitsing in ning gemaakt. Het asbest werd kleinere eenheden. De vloeren voor aanvang van de werken wanden op de verdiepingen zaamheden gesaneerd en het waren voor een groot deel zachtboard verwijderd, waarna voorzien van (zacht)boardplaherstel van wanden en plafonds ten. De plafonds waren groplaatsvond. Na kleurhistorisch tendeels voorzien van asbestonderzoek zijn in de bovenbeplating. Daarnaast waren de vertrekken van het voorhuis Delft, Oude Delft 49, ‘Fundatie van Renswoude’, gang bovenhuis installaties van het pand sterk de originele 18de-eeuwse verouderd én beetje bij beetje kleuren aangebracht op balken, uitgebreid om aan de wensen van de gebruikers te blijven voldoen. plafonds, wanden en betimmeringen. Het achterhuis, dat in 1911 Wat resulteerde was een wirwar van kabels, goten en leidingen, dat grondig was verbouwd, kreeg een bijpassende kleurafwerking, met een noodzakelijke opschoning vergde. als hoogtepunt de tuinkamer op de bel-etage. Daar is het houtwerk Door de verslechterde marktomstandigheden op de kantoormarkt, in de geelgroene kleurstelling van 1911 teruggebracht en zijn de werd besloten om in het pand drie kleinere kantoorunits te maken wanden voorzien van een floraal behang met vogels. De tuinkamer in plaats van één grote. De bestaande installaties moesten toch veris daardoor nu een waardige aanvulling op de 18de-eeuwse stijlkavangen, dus iedere unit heeft nu zijn eigen circuit gekregen en een mers van het voorhuis. De bel-etage is te huur voor vergaderingen, eigen kleine pantry. In het achterhuis is een centrale toiletvoorzierecepties en andere bijeenkomsten. Delft, Oude Delft 49, ‘Fundatie van Renswoude’, bovenkamer Delft, Oude Delft 49, ‘Fundatie van Renswoude’, vertrek bovenverdieping Doesburg, Koepoortstraat 26A Dit laatmiddeleeuwse huis uit de 14de of 15de eeuw, is sinds 1980 in het bezit van de Vereniging. Het heeft een 11,5 m. breed voorhuis tussen trapgevels met twee dwarsgeplaatste achterkamers. In 1955 heeft de vorige eigenaar het casco van het huis gerestaureerd en in 2001 heeft de Vereniging een herindeling en restauratie van het grootste deel van het interieur uitgevoerd. Door de situering van het pand, met toegangen in voorgevel en zijgevels, konden op de begane grond een bedrijfsruimte en op de verdiepingen bovenwoningen worden gerealiseerd. De woning boven de linkerhelft kwam echter pas in 2012 vrij van huur, zodat deze nu pas conform het plan van 2001 kon worden hersteld. Het benodigde herstel van het dak gaf de mogelijkheid om de kap zonder aantasting van de historische constructie te isoleren. In de kap van het achterhuis werd tevens de badkamer gesitueerd, in de kap van het hoofdhuis een karakteristieke slaapkamer onder de imposante gestapelde eiken sporenkap die geheel in het zicht is. Op de eerste verdieping, in de huidige woonkamer en de gang, werd het moer- en kinderbinten plafond weer in het zicht gebracht. Tijdens de werkzaamheden kwam helaas ernstige houtrot aan het licht aan de hoofddraagconstructie. Een groot aantal van de balkkoppen van de moerbalken was aangetast en moest worden hersteld, hetgeen in epoxy-techniek gebeurde. Naast de herindeling en het bouwkundige herstel van de ruimtes, richtten de werkzaamheden zich verder op het moderniseren van installaties, de keuken en het sanitair. Bij de keuze van de kleurafwerking werd teruggegrepen op historische kleurstellingen uit voornamelijk de 18de eeuw. Na voltooiing van de werkzaamheden, die onder eigen directie stonden, is het huis weer in afwachting van een nieuwe huurder. Haarlem, Nieuwe Gracht 7, Huis Barnaart In Haarlem staan twee uitzonderlijk fraaie, rijk vormgegeven stadspaleizen van de hand van architect Abraham van der Hart: het Hodshon Huis, gebouwd voor ‘Keetje’ Hodshon in 1795 (zie hierna) en Huis Barnaart dat in 1806-1809 werd gebouwd voor de zeer vermogende Willem Philip Barnaart, neef van Keetje Hodshon en later burgemeester van Haarlem. Beide huizen zijn reeds enige jaren in bezit Doesburg, Koepoortstraat 26A, badkamer tijdens en na restauratie v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 v ers l ag van d e v ereniging 20 Haarlem, Huis Barnaart, de vondst van een bijzondere ontwerptekening v ers l ag van d e v ereniging 22 zen (de zijde naar de dagelijkse eetkamer), waarbij voor de details gekeken is naar de tegenoverliggende wand ‘naar de Sallon’. De tekening is enigszins verbleekt, waardoor het rood-roze is geworden. Volgend op deze tekening moet een nieuwe tekening zijn gemaakt, die weer als basis heeft gediend voor de afbeelding van de erkerzaal in Jan van Straatens boek Gronden en afbeel- dingen van eenige gebouwen en derzelver binnenwerken volgens de nieuwste wijzen (Haarlem 1812). Van Straaten werkte als timmerman en tekenaar aan huis Barnaart, in dienst van de timmermansfirma van Gerrit van der Horst. Van Straaten had daardoor toegang tot de (niet bewaard gebleven) bestektekeningen van Abraham van der Hart. Het is aannemelijk dat de nu teruggevonden tekening naar ontwerp van Van der Hart is, maar het handschrift op de tekening lijkt niet het zijne. Hoe de tekening uiteindelijk bij nazaten van de aannemersfamilie De Zwaan terecht is gekomen, blijft een beetje een raadsel. Dat laat niet onverlet dat de afbeelding een zeer bruikbaar referentiekader vormt voor de aankomende restauratie. Hopelijk kunnen de nu wit geschilderde deuren dan weer hersteld worden in de oorspronkelijke kleur waardoor de architectuur van Van der Hart weer tot haar recht zal komen. ■ Haarlem, Nieuwe Gracht 7, Huis Barnaart, exterieur (foto Arjan Bronkhorst) van de Vereniging, met grote trots, maar ook in de wetenschap dat met beide huizen kostbare restauraties gemoeid zijn. Het Hodshon Huis wordt in fasen gerestaureerd, doch Huis Barnaart wordt in één keer aangepakt. Na een aantal onderzoeken en het opstellen van een bouw- en architectuurhistorische waardestelling, is een vergunning aangevraagd die medio 2013 werd verleend. De kantoorfunctie wordt daarbij weer aangevuld met de woonfunctie die het gebouw ooit had en met de representatieve functie die tijdens de kantoorjaren ondergesneeuwd was. Na een asbestsanering werden de verlaagde plafonds en de voorzetwanden verwijderd. Op de eerste verdieping, die in de toekomst als kantoorruimte verhuurd blijft, kwamen verschillende fijn bewerkte stucplafonds uit de bouwtijd tevoorschijn. Daarnaast kwam achter de voorzetwanden de ‘enfilade’ langs de voorgevel De recent gevonden ontwerptekening van de erkerzaal in Huis Barnaart Haarlem, Nieuwe Gracht 7, slaapkamer rechtsvoor voor en na ontmanteling 23 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 In 1803-1808 liet Willem Philip Barnaart een nieuw huis bouwen aan de Nieuwe Gracht te Haarlem. De Amsterdamse stadsbouwmeester Abraham van der Hart (1757-1820) kreeg de opdracht dit grachtenpaleis te ontwerpen. De belangrijkste kamer in het huis is de erkerzaal, die vroeger de Grote Eetkamer heette. Deze kamer heeft een zeer bijzondere afwerking in stucmarmer. De stucadoor J.J. Martin kreeg opdracht de wanden te bekleden met geel en groen kunstmarmer, aldus het bestek. Het stucwerk dat op marmer moest lijken, werd gepolijst om een heldere glans te krijgen. De houten onderdelen van de wanden zouden door de schilder J. Valter in “super glanzige couleuren opgeschilderd” worden. Martin blijkt het bestek niet op alle punten te hebben nageleefd. Het stucmarmer van de huidige erkerzaal is niet geel en groen, maar rood met groenige, gecanneleerde pilasters. De opdrachtgever of de architect is blijkbaar van mening veranderd. Barnaart heeft de keuze gehad tussen verschillende kleurenschema’s. Een recent bij een particulier gevonden bijzondere ontwerptekening toont drie varianten, waarbij de rijkste uit vier kleuren stucmarmer bestaat en de eenvoudigste uit één. Uiteindelijk is de tweekleurige variant met groene pilasters en rode wanden geko- door Pieter Vlaardingerbroek Kleurherstel gevels ‘Nonnetjeshuis’, Voorstraat 38, Sint-Annaland (17de-eeuws kleurenpalet) en Ossenmarkt 5, Groningen (19de-eeuws kleurenpalet) Haarlem, Spaarne 15-17, historische keuken tijdens restauratie (foto Paul Vreeker) Haarlem, Nieuwe Gracht 7, Huis Barnaart, enfilade (foto Rob van Wieringen) tevoorschijn. Deze enfilade, een reeks aaneen geschakelde vertrekken waarbij de deuropeningen in elkaars verlengde op één as liggen, zal in de nieuwe situatie worden gehandhaafd. Het uitzonderlijke ontwerp van dit huis vraagt om eerherstel van dit soort onderdelen. De werkzaamheden, die onder eigen directie staan, zullen ook het hele volgende verslagjaar (2014) in beslag nemen. Haarlem, Spaarne 15-17, Hodshon Huis Al verschillende jaren maken we in dit verslag melding van de restauratie van het Hodshon Huis in Haarlem. Dit fenomenale laat 18de-eeuwse stadspaleis naar ontwerp van Abraham van der Hart, wordt gefaseerd hersteld en gerestaureerd. In vervolg op de restauratie van het casco (2010), de aula (2011-2012) en de dienstvertrekken van de linkervleugel (2012), werd in 2013 de begane grond van de rechtervleugel aangepakt. Hier bevond zich ooit de historische keuken, die echter in de 20ste eeuw grotendeels werd gesloopt en verbouwd tot kantoor. Een huurderswisseling gaf nu aanleiding tot het herstel van deze ruimtes. Bouwhistorisch onderzoek en onderzoek naar andere laat 18de-eeuwse keukens van Van der Hart, waaronder die in Paviljoen Welgelegen, Huis Barnaart in Haarlem en Herengracht 502 in luiken aan de buitenzijde grijsgroen en aan de binnenzijde rood. Ook de deur werd grijsgroen. Door gebruik van de gangbare 17de-eeuwse kleuren is het 17de-eeuwse gevelbeeld harmonieuzer, rustiger en overtuigender geworden. Bij het grote pand aan de Ossenmarkt 5 in Groningen, dat eveneens uit de 17de eeuw dateert, is juist gekozen voor een 19de-eeuws kleurstelling. De reden hiervoor is een omvangrijke verbouwing uit 1863 door de toenmalige bewoner, burgemeester Berend van Roijen. Hij liet achtruitsvensters met zware zonneblinden plaatsen. Het gevelbeeld is door deze ingrepen dermate bepaald dat hier juist een kleurstelling uit die periode het meest passend was. In plaats van spierwit voor ramen, kozijnen en zonneblinden bleek na kleuronderzoek ook hier de gevel een meer genuanceerde kleurstelling te hebben. De kozijnen en zonneblinden bleken omstreeks 1865 lichtbeige te zijn, wat paste bij de zandstenen versieringen, de ramen donker (roodbruin) en de voordeur donkergrijs. In dit geval bleek de 19de-eeuwse kleurstelling dus de meest toepasselijke. ■ Groningen, St. Annaland 38, Nonnetjeshuis, voor en na kleurherstel Groningen, Ossemarkt 5, voor en na kleurherstel (nog zonder de zonneblinden) Haarlem, Spaarne 15-17, Hodshon Huis, historische keuken na restauratie 25 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 v ers l ag van d e v ereniging 24 Het zogenoemde Nonnetjeshuis, sinds 2011 in bezit van de Vereniging, dateert uit de eerste helft van de 17de eeuw en heeft een rijk gedetailleerde trapgevel, met enkele kruiskozijnen, ramen met luiken en zwaar smeedijzeren sierankers. Het geheel ademt de 17de-eeuwse sfeer. Het gevelhout van dit pand was echter in de bekende kleuren wit en donkergroen geschilderd. Sinds 1920 werd deze kleurstelling vaak door schoonheidscommissies (de voorlopers van de welstandscommissies) voorgeschreven voor monumenten. Hoewel goed bedoeld en voor 19deeeuwse panden ook vaak toepasselijk, strookte dit niet altijd met het gevelbeeld van oudere panden. Op 17de-eeuwse schilderijen, zoals het bekende ‘straatje van Vermeer’, werden voor het gevelhout meestal de kleuren Bentheimer (zandsteenkleur), donkerrood, grijsgroen en wit gebruikt. Als er zandstenen onderdelen waren, zoals bij het Nonnetjeshuis, werden de houten kozijnen en gootlijsten vaak ook in zo’n (Bentheimer) kleur geschilderd om een harmonieus geheel te vormen. Bij het Nonnetjeshuis, waar het gevelhout nog volledig refereert aan de 17de-eeuwse situatie, werden de ramen wit geschilderd (in plaats van donkergroen), de 27 Voorlichting Tegelen, Hoekstraat 6-8, Kranenbreukershuis (foto Ton Desar) Amsterdam, hebben geleid tot duidelijke conclusies over de feitelijke inrichting en afwerking van deze keuken. Uit archieven bleek dat hier oorspronkelijk een marmeren vloer lag met platen van twee bij twee Amsterdamse voet, gelijk aan de maatvoering in de hal. Sporen op de wanden lieten zien waar het tegelwerk van witjes had gezeten. Opvallend hieraan was het halfsteens verband dat terugkomt in Tegelen, Hoekstraat 6-8, Kranenbreukershuis, kapverdieping na restauratie (foto Ton Desar) andere Van der Hart-keukens. Onder het verlaagde plafond kwam het plafond met bakstenen gewelfjes tussen overhoeks geplaatste balken in het zicht. In de schouw bleek de achterwand oorspronkelijk bekleed met grote gietijzeren platen. In de houten lambrisering en in blijven, heeft een zeer welkome bijdrage geleverd aan deze ingreep. het metselwerk werd na verwijdering van de gipsplaten de aftekening De ruimtes zijn weer geschikt als kantoorruimte, maar nu met een gevonden van het aanrecht, de schouwkap en de broodoven. De riante historische keuken als stralend middelpunt. De werkzaamhemaatvoering van deze onderdelen kwam overeen met blauwdrukden stonden onder eigen directie. ken (tekeningen) uit 1903. Alle bouwsporen en informatie bij elkaar Tegelen, Hoekstraat 6-8, Kranenbreukershuis maakte een goed gefundeerde reconstructie mogelijk. Bijzonder aan Als laatste project wordt hier de afronding van het Kranenbreukersde restauratie is de broodoven, die daadwerkelijk weer geschikt is om te stoken. In het verleden werd de oven met turf of takkenbossen huis in Tegelen vermeld. Dit pand, dat in 1767 als brouwershuis voor de familie Houba werd gebouwd, werd in 2012 al bouwopgestookt. Zodra de oven voldoende heet was, werd het brood in kundig hersteld tijdens een ‘levensreddende’ cascorestauratie. de oven gebakken. De opslag van de takkenbossen en turf onder de oven zelf en in de ruimte ernaast, was bereikbaar via de spoelkeuken. In 2013 volgde de afbouw en het interieur. Bij het hoofdhuis was de 18de-eeuwse strucOok deze ruimtes zijn tuur, met middenhersteld. gang en drie vertrekMet het terugbrengen ken aan weerszijden van de historische hiervan, leidend voor keuken en de restaude afwerking. Geratie van de annexe spelderde plafonds ruimtes is de samen(omstucte balken hang inzichtelijk met stucgewelfjes gemaakt tussen de reertussen), ravelingen, presentatieve vertrekhaardplekken en ken op de verdieping delen van plavuizen en de dienstvertrekken vloeren werden geop de begane grond. traceerd en hersteld De ruimtes en routing of aangevuld. Dit tussen ‘upstairs en betekende met name downstairs’ zijn weer eerherstel voor de fysiek aanwezig in historische keuken het pand. Een fonds Tegelen, Hoekstraat 6-8, Kranenbreukershuis, historische keuken (foto Ton Desar) met zijn hardstenen dat anoniem wenst te Tegelen, Hoekstraat 6-8, Kranenbreukershuis, entree zijgevel met calvariekruis (foto Ton Desar) plavuizen vloer, de nog originele schouw en een moer- en kinderbintenplafond. Op de hele begane grond moesten vloeren hersteld of geheel vernieuwd worden, waardoor de kans te baat werd genomen om hier vloerverwarming aan te leggen. De keuken werd gecompleteerd met een historisch fornuis uit ons eigen bouwfragmentendepot. In de achteraanbouw, die gestalte kreeg in de 19de eeuw toen er de pottenbakkerij van de familie Krambrucher was gevestigd, was de 19de eeuw leidend. Hoewel veel details verloren waren gegaan, bleek de vloer bedekt met platgelegde stenen en werd nabij de zij-ingang een oude put gevonden die van vóór 1830 dateert. De put is (natuurlijk) behouden en kon met een glasplaat zelfs zichtbaar blijven. De schildering van een zogenaamd ‘calvariekruis’ boven de entree in de zijgevel (aan de buitenkant), was een volksgebruik dat waarschijnlijk symbool stond voor het afweren van onheil. De kapverdieping van de achterbouw was geheel verdwenen en gaf ruimte voor een vrije indeling en afwerking. In het achterhuis zijn uiteindelijk twee woningen gecreëerd en het voorhuis is bestemd voor wonen en werken. De oplevering in april 2013, in het bijzijn van alle bij de restauratie betrokken mensen, was een feestelijke bijeenkomst met klokgelui van de Martinuskerk, acht huzaren in vol ornaat en saluutschoten bij de feestelijke handeling. Bij die gelegenheid werd een kersverse publicatie over het Kranenbreukershuis in de reeks Venlose Katernen aan de aanwezigen overhandigd. De restauratie was alleen mogelijk dankzij ruimhartige subsidies van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, de gemeente Venlo en de provincie Limburg. Ook de zeer constructieve samenwerking met en hulp van de gemeentelijke ambtenaren monumentenzorg, archeologie en bouw- en woningtoezicht zij hier expliciet vermeld. Het werk werd begeleid door bouwkundig adviseur J. Selen. De publicatie is nog verkrijgbaar via de Vereniging. Zoals in de inleiding al is opgemerkt, heeft de afdeling Voorlichting en Ledenservice van 2013 een erg productief jaar gemaakt. Onze Vereniging groeide met een record aantal van 663 nieuwe leden. Ondanks het gelijktijdige verlies van 279 leden, nam ons ledental eind 2013 toe tot 4.505 (eind 2012 4.121). Dat is in het afgelopen jaar wederom het gevolg van gerichte acties op de dagen waarop niet-leden de mogelijkheid hebben om huizen van de Vereniging te bezoeken. Het grote aantal nieuwe leden is in 2013 vooral toe te schrijven aan drie extra Open Monumentendagen in Amsterdam die georganiseerd werden in het kader van ‘400 jaar Grachtengordel’. Deze extra dagen brachten maar liefst 4.775 extra bezoekers naar de panden van de Vereniging, waarvan zo’n 150 geïnteresseerden ter plekke lid werden. Verder merken we dat de nieuwe leden door de speciale kennismakingsdagen beter weten wat het lidmaatschap inhoudt. Zij maken ook meer gebruik van onze Toegankelijke Panden en Open dagen. Niettemin leidt de forse groei ook tot meer opzeggingen, waardoor het volhouden van deze groei steeds moeilijker wordt. De Vereniging verstuurde dit jaar 6 persberichten. Zoals gebruikelijk werd aandacht besteed aan restauraties en verwervingen en daarnaast NRC Weekend, 16-17 maart 2013, ‘400 jaar Grachtengordel, Huis Bartolotti’ v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 v ers l ag van d e v ereniging 26 Televisie en radio De radio en televisie waren goed voor 13 aandachtmomenten. De Vereniging heeft aan twee landelijke tv-programma’s deelgenomen, die allebei gesteund werden door de BankGiro Loterij. Voor het programma ‘Sterren op het doek’ werd een aflevering met Irene Moors opgenomen in stoomgemaal De Cruquius. Hoofd Instandhouding Isja Finaly kreeg 2 minuten zendtijd om de Vereniging en haar doelstelling toe te lichten. In het kader van de deelname aan het programma ‘Max Monumentaal’ werd de Vereniging in staat gesteld om het volledige interieur van de commissiekamer in het raadhuis van Berlage in Usquert te restaureren. Ook de meubels en de stoffering werden hierin meegenomen. Het hele proces en het prachtige resultaat werd in een uitzending op 10 september uitgebreid getoond. Publieksevenementen Tijdens de publieksevenementen in het afgelopen jaar bracht het mooie aantal van 30.000 liefhebbers een bezoek aan panden van de Vereniging. Dit gebeurde in het kader van drie evenementen: de Open Monumentendagen, het concertweekend van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds en de hedendaagse kunstexpositie Chambres des Canaux. In april vond het ‘weekend van het NMF’ plaats; een geste van Still uit het AT5 tv-programma ‘Straten van Amsterdam’ over het Gemeenlandshuis in Amsterdam Open Monumentendag 2013, Sassenstraat Zwolle ‘Hendrick de Keyser’ aan het 25-jarig jubileum van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds. Dankzij de belangeloze medewerking van veel van onze huurders kon het een van de hoogtepunten van het NMF-jubileum worden. Nagenoeg 100 concerten in 100 panden van de Vereniging. Bekende en minder bekende musici speelden (op instrumenten van het NMF) in huizen van de Vereniging verspreid over het hele land. Een unieke samenwerking tussen twee organisaties die zich beide inzetten voor behoud van cultureel erfgoed. Ruim 2.500 muziekliefhebbers kwamen naar een van de panden voor een exclusief concert. Wij zijn onze huurders zeer dankbaar voor hun medewerking aan dit geweldige evenement. Tijdens de Open Monumentendagen in september opende de Vereniging 38 van haar panden waar in totaal 21.400 bezoekers naartoe kwamen. In het kader van ‘400 jaar grachtengordel’ werden in Amsterdam drie extra Open Monumentendagen georganiseerd, waarbij in april ons Huis Bartolotti werd opengesteld, in mei Huis Van Brienen en juni ‘De Vergulde Ster’. Maar liefst 4.775 bezoekers kwamen de panden bekijken. In november vond gedurende 15 dagen het kunstevenement ‘Chambres des Canaux: The Tolerant Home’ plaats. Hedendaagse kunstenaars, geselecteerd door gastconservator Siebe Tettero, gingen de dialoog aan met de eeuwenoude grachtenpanden. Voor dit evenement stelde de Vereniging twee van haar panden open, in Huis Van Brienen werden werken getoond van Ina van Zyl, David Jablonowski en Germaine Kruip. In ‘De Vergulde Ster’ was werk te Chambres des Canaux, bezoekers bekijken film van Carlos Amorales in ‘De Vergulde Ster’ zien van Amie Dicke en Carlos Amorles. De kunstliefhebbers die de panden bezochten bleken een nieuwe doelgroep, velen van hen kenden de Vereniging niet. Maar liefst 4.021 geïnteresseerden kwamen naar Huis Van Brienen en 3.170 naar ‘De Vergulde Ster’, primair om de hedendaagse kunst maar ook om deze bijzondere huizen te bewonderen. Net als voorgaande jaren had de Vereniging in augustus een stand op de Uitmarkt in Amsterdam om zo het publiek bekend te maken met de Vereniging en haar werk. Het enorme aantal bezoekers van bovengenoemde evenementen laat zien dat cultureel erfgoed in het algemeen en de huizen van de Vereniging in het bijzonder een aantrekkingskracht hebben op een steeds groter wordende groep geïnteresseerden. Wij blijven ons inspannen om die groep vervolgens met een lidmaatschap aan de Vereniging te verbinden. Daarbij is ons gebleken, dat juist onze bestaande leden, die op zo’n dag als vrijwilliger aanwezig zijn, er zeer goed in slagen om nieuwe leden aan te trekken. Hun persoonlijke invalshoek is kennelijk erg verleidelijk en wij zijn hen dan ook zeer erkentelijk voor hun hulp. In de voorgaande passages is inhoudelijk weergegeven op welke wijze in 2013 aan de in dit verslag toegelichte doelen (verwerven, instandhouden en geven van voorlichting) in totaal een bedrag van € 12.551.154 is besteed. In 2013 verkreeg de Vereniging in totaal € 11.497.250 aan baten uit vier bronnen die hierna worden gespecificeerd. Dat was – dankzij de extra bijdrage van de BankGiro Loterij – 4,4% meer dan begroot en 2,3% meer dan in het voorgaande jaar. Opnieuw werd dus meer (109%) dan alle baten direct aan onze doelstelling besteed (in 2012: 108%). In 2013 is uit hoofde van donaties, giften, legaten en erfstellingen een bedrag van € 853.927 verantwoord. Dit bedrag is als volgt te specificeren: Weekend van het NMF, smidse in Elburg gereed voor concert 127.037 De contributie-inkomsten groeiden met een kleine 9%, voornamelijk als gevolg van de toename van het ledental. Schenkingen Fam. Brandt Corstius 198.000 S.F. Winkel 18.000 D. van Raalte 15.000 Stichting Bredius 5.000 Anoniem 5.000 M.A.M. Kortenbout van der Sluijs 3.000 J.J.M. Verhoef 2.000 Anoniem 2.000 Mw. R.M. van Schravendijk-Alberdink Thijm 1.567 Stichting Corbello 1.500 J.J. van Rijn en M.A.T. van Rijn-Kerkhoff 1.000 S. Stigter en R. Aerden 1.000 Overige donaties en giften 3.700 Kosten i.v.m. schenkingen – 284 ———— 256.483 Nalatenschappen/legaten Financiële baten Baten eigen fondsenwerving € Contributies Mw. M.A. Kikkert-Verheus Mw. V.H. Hennings-Marschal Mw. C.P.M. de Bruijn-De Wilde L.H. Boas Mw. E.C. Coolhaas-Korpershoek Afboeking eerder verwachte erfstelling 100.000 35.000 12.411 2.500 2.804 – 15.000 ———— 137.715 Bijdragen van fondsen Prins Bernhard Cultuurfonds Gemeente Alkmaar Stichting Dioraphte TBI Fundatie Stichting Fonds Bolsward-Dronrijp H. Nannes en C. Epes-stichting Sint Anthony Gasthuis Stichting Stichting Het Weeshuis Stichting Gansoord M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting Ottema-Kingma Stichting Anoniem fonds Stichting Juckema Siderius Fonds Meindersma-Sybenga Stichting Stichting Bouwcultuurfonds Friesland Van der Mandele Stichting Van Heloma Stichting Stichting Albada Jelgersma Stichting Dinamo Fonds Stichting Thurkow Fonds Anonieme stichting Diverse fondsen 134.942 50.000 30.000 25.000 11.750 11.750 11.750 11.750 6.000 5.000 5.000 5.000 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000 2.500 2.000 1.500 1.250 2.500 ———— 332.692 ———— Totaal 853.927 29 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 v ers l ag van d e v ereniging 28 aan ‘Monument en Bed’ (vakantiehuizen van de Vereniging) en de aanwijzing van Vereniging Hendrick de Keyser als POM (Professionele Organisatie voor Monumentenbehoud) door het ministerie van OCW. In de landelijke dagbladen verschenen 10 artikelen naar aanleiding van de verstuurde persberichten, in de regionale dagbladen 21. De zogenaamde ‘special interest’ bladen publiceerden National Geograhic, maart 2013 17 artikelen over de Vereniging met onderwerpen uiteenlopend van openstellingen tijdens de Open Monumentendagen tot interviews met huurders van bijzondere panden. Ter verkrijging van al deze baten heeft de Vereniging tijd besteed en kosten gemaakt: voor het realiseren van de aanvragen bij fondsen, voor gesprekken met particulieren en het onderhouden van contacten. Deze bedroegen in 2013 € 45.564, door personele besparingen minder dan in 2012 (€ 52.436). Mede hierdoor besloegen de kosten voor de eigen fondsenwerving in 2013 5,4% van de baten (2012 6,1%). Baten acties van derden De baten uit acties van derden hebben betrekking op de BankGiro Loterij voor een bedrag van maar liefst € 1.897.500,-. Deze bijdrage is te splitsen in een éénmalige extra toekenning voor ons project ‘Monument en Bed’, waarmee de Vereniging het voor een breed publiek mogelijk maakt om te logeren in enkele van onze bijzondere locaties. Van deze bijdrage is in 2013 € 115.527 direct besteed aan de aanpassing en inrichting van het huis te Groet en het appartement in de Oude Molen te Valkenburg 6-10 en Naaldwijk, Heilige Geest Hofje. De op deze wijze ingeboekte subsidies van overheden is conform de begroting. Voor de verkrijging van deze overheidssubsidies moeten verschillende aanvraagprocedures worden doorlopen. Alhoewel meestal met een vereenvoudigde procedure wordt volstaan, is daarmee toch tijd (en dus kosten) gemoeid. In 2013 bedroegen die kosten in totaal € 102.601. Aangezien er geen direct verband is tussen de kosten voor de verkrijging van overheidssubsidies en de baten die aan dat jaar kunnen worden toegerekend, is een procentuele vergelijking op dit onderdeel niet zinvol. Cunera Vergeer, Marieke van Schaik, Koen Ottenheym en Isja Finaly met jaarlijkse bijdrage van de BankGiro Loterij (foto Roy Beusker) aan de Geul. Het restant van deze bijdrage is ondergebracht in een Bestemmingsfonds ter besteding in de komende jaren. Het restant van de bijdrage van de BankGiro Loterij (€ 1.200.000) is door het Bestuur voor een deel bestemd voor de komende restauratie van het Hooge Huys te Alkmaar (€ 300.000) en voor een deel in 2013 besteed aan twee spectaculaire restauraties: € 732.000 aan de restauratie van het Gemeenlandshuis aan de Diemerzeedijk te Amsterdam en € 168.000 aan de restauratiekosten van Huis Barnaart (in 2002 gekocht met geld van de BankGiro Loterij) te Haarlem. De bijdrage van de BankGiro Loterij van 2012, waarvan € 1.079.000 was gereserveerd, is in 2013 besteed aan de verwerving van het Hooge Huys (€ 850.000) en aan de restauratie van de benedenverdieping van het Hodshon Huis te Haarlem (€ 229.000). Ook voor de verkrijging van deze baten was inspanning nodig, waarvoor kosten werden gemaakt. In 2013 bedroegen die € 81.673, weliswaar iets minder dan in het voorgaande jaar, doch vooral door de extra bijdrage maakten deze kosten slechts 4,3% (2012 7%) van de baten uit. De Vereniging is de BankGiro Loterij buitengewoon dankbaar, vanwege de voortzetting van deze stabiele steun, waardoor niet alleen opnieuw een zeer bijzonder pand kon worden verworven, maar ook enkele bijzondere restauraties konden worden uitgevoerd. Subsidies van overheden Onder deze post kon in 2013 € 739.906 worden ingeboekt, beduidend minder dan de € 1.291.946 in 2012. Dat is geheel veroorzaakt door de verminderde subsidies voor uitgevoerde restauraties (€ 518.278) uit verschillende regelingen (in 2012 nog € 1.087.172). Het restant betreft een toerekening van de reeds eerder ontvangen bijdragen van rijkswege in de instandhoudingskosten van onze panden, de zogenaamde BRIM-regeling, ter hoogte van € 221.628. Bij de restauratieregelingen wordt tegenover gemaakte kosten alleen subsidie ingeboekt ten aanzien waarvan een redelijke verwachting bestaat dat deze zal worden ontvangen. Voor 2013 hebben de werkzaamheden aan de volgende panden zo’n subsidieverwachting opgeleverd: Amsterdam, Diemerzeedijk 27; Bolsward, Kleine Dijlakker 17; Haarlem, Spaarne 15; Makkum, Vallaat 22; Tegelen, Hoekstraat Overige baten Deze laatste, maar tevens grootste, categorie baten bedroeg in 2013 € 8.005.916. Omdat de rentebaten in 2013 € 6.337 bedroegen, hebben de overige baten vrijwel geheel betrekking op de huurinkomsten (€ 7.999.579). Deze huurinkomsten waren daarmee in 2013 belangrijk lager dan begroot (begroot was € 8.450.000). Dit is enerzijds een gevolg van het in bepaalde regio’s niet kunnen doorvoeren van reguliere huurverhogingen en de lagere huuropbrengsten die sinds de crisis bij mutaties worden gerealiseerd, anderzijds een gevolg van het zeer aanzienlijke huurverlies als gevolg van leegstand van € 880.904 (in 2012: € 778.705) en de getroffen voorziening van € 30.000 voor oninbare huurvorderingen. Bij het opmaken van de begroting was gehoopt, dat dit huurverlies terug kon worden gebracht naar het reguliere niveau van ca. € 650.000 (2010 en 2011) Wij onderscheiden ‘mutatieleegstand’ en ‘projectleegstand’. Mutatieleegstand betreft panden die beschikbaar zijn voor een huurder, omdat de oude huurder vertrokken is, of omdat het pand na een restauratie of groot onderhoud weer te gebruiken is. Deze mutatieleegstand bedroeg in 2013 € 300.815 (2012 € 328.756) en was te verdelen in frictieleegstand (korter dan 3 maanden, dus in de regel louter huurderswissels), die € 34.800 bedroeg (2012: € 44.828) en structurele leegstand (langer dan 3 maanden), die € 266.015 bedroeg (2012: € 183.928). De projectleegstand betreft panden die leeg staan omdat zij in de huidige staat niet goed verhuurbaar zijn. Dat kan komen omdat ze gerestaureerd moeten worden of in restauratie zijn, dan wel omdat ze uit verhuur komen en niet opnieuw te verhuren zijn, zonder eerst een grondige renovatie te ondergaan. Dat laatste doet zich vooral voor bij panden die een zeer lange tijd bij een huurder in gebruik zijn geweest of waarvan de bestemming in de huidige markt niet voldoet. De projectleegstand bedroeg in 2013 € 580.089 (2012: € 449.949), te verdelen in restauratieleegstand ad € 360.064 en onderhoudsleegstand ad € 220.025. De trend die vorig jaar al duidelijk werd zette zich dus in 2013 voort: panden die langer leeg staan zijn zonder een forse renovatie of herbestemming niet verhuurbaar. gen in 2013 hebben, behoudens een enkele uitzondering, gevarieerd tussen de 2,3% en de 2,5% (prijsindex per 1-1-2013). Over het gehele bezit bedroeg de gemiddelde huurverhoging net als in 2012 2,3%. Per 1 januari zijn de bedrijfsovereenkomsten geïndexeerd en per 1 juli de woningen, met uitzondering van de contracten die recent waren afgesloten. De begrotingsonderhandelingen en het kabinetsbeleid aangaande het terugdringen van ‘scheefwonen’ hebben tot invoering van een verhuurdersheffing geleid. Ook de Vereniging dient daaraan bij te dragen, met ingang van 2013 (€ 4.903) en in de jaren daarna via steeds hogere aanvullende belastingen (tot meer dan een ton per jaar). De mogelijkheid tot inkomensafhankelijke extra huurverhogingen is voor de Vereniging echter nauwelijks een uitvoerbare compensatie. Verenigingszaken Leden Per 31 december 2013 telde de Vereniging 4.505 leden (ultimo 2012: 4.121 leden). De ledengroei heeft zich ook dit jaar weer doorgezet met een toename van 9,3% (in 2012 9,6%). In werkelijkheid meldden zich in 2013 663 nieuwe leden aan. Onder deze nieuwe leden bevonden zich 80 cadeaulidmaatschappen, een prachtig aantal nieuwe leden dat door de leden zelf is aangebracht. Zoals eerder opgemerkt heeft een forse groei ook altijd een groter aantal opzeggingen of beëindigingen tot gevolg: 279 in 2013. Hiermee zet de trend, die vorig jaar met 263 opzeggingen is ingezet, zich voort. De bezoekers tijdens publieksevenementen melden zich, na enige aansporing door onze vrijwilligers, spontaan aan door de speciale ledenwerfacties. Maar zulke impuls-lidmaatschappen leiden ook weer gemakkelijk tot grotere aantallen opzeggingen. De balans blijft de laatste jaren gelukkig echter duidelijk aan de positieve kant. De leden steunden de Vereniging dit jaar met een totale bijdragen van € 127.037. In 2012 was dit € 116.788. Bericht aan de Leden Het Bericht aan de Leden is de nieuwsDe Vereniging heeft ultimo 2013 in haar panden 696 verhuureenheden, waaronder woningen, kantoren, horecagelegenheden en zelfs parkeerplaatsen. In deze verhuureenheden zijn het afgelopen jaar 80 (11,51%) huurwisselingen geweest (in 2012: 65). De huurverhogin- brief van de Vereniging. Hiermee worden de leden op de hoogte gehouden van de werkzaamheden en activiteiten van de Vereniging. 31 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 v ers l ag van d e v ereniging 30 In 2013 is een groot aantal fondsen benaderd om de werkzaamheden van de Vereniging te ondersteunen. Voor een deel hadden deze betrekking op de verwerving van het Hooge Huys te Alkmaar: de Gemeente Alkmaar droeg € 50.000 bij, de Stichting Dioraphte € 30.000 en het Prins Bernhard Cultuurfonds € 25.000. De overige bijdragen van fondsen steunden ons restauratiewerk en vormden – nu overheidssubsidies schaars zijn – een noodzakelijke bron om restauraties uit te voeren op de wijze die voor ons gebruikelijk is. Het Prins Bernhard Cultuurfonds (PBCf) ging daar het afgelopen jaar het verst in, met bijdragen aan vijf verschillende projecten. Zo werden zij door de BankGiro Loterij in staat gesteld om ons € 51.642 te doneren voor de restauratie van de commissiekamer in het voormalige raadhuis van H.P. Berlage te Usquert. Maar ook aan de restauratie van het Gemeenlandshuis aan de Diemerzeedijk te Amsterdam droeg het PBCf bij: € 18.000, samen met de Stichting Gansoord, de M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting en het Dinamo Fonds. Eenzelfde deel van de bijdrage van het PBCf ging naar de restauratie van Kleine Dijlakker te Bolsward; een restauratie die enorm gesteund is door een scala aan Friese fondsen: de Sint Anthony Gasthuis Stichting, Stichting Fonds Bolsward-Dronrijp, Stichting Het Weeshuis, de H. Nannes en C. Epes-stichting, de MeindersmaSybenga Stichting, Stichting Bouwcultuurfonds Friesland, de Van Heloma Stichting, Stichting Juckema Siderius Fonds, Stichting Albada Jelgersma en de Ottema-Kingma Stichting. Ook de restauratie van het Gemeenlandshuis te Maassluis is in 2013 door een groot aantal fondsen gesteund, naast opnieuw het PBCf (€ 15.000), de bovengenoemde bijdrage van de TBI Fundatie, de Van der Mandele Stichting en een stichting die anoniem wenst te blijven. Uit de bijdragen van het PBCf resteert nog € 7.300 voor de toegangsbruggen bij Huis Nijenburg te Heiloo en een fonds dat anoniem wenst te blijven droeg bij aan de restauratie van de keuken van het Hodshon Huis te Haarlem. De overige fondsbijdragen zijn niet aan een specifiek pand toegekend. Restauraties, verwervingen en interessante vondsten worden in korte artikelen beschreven, in de agenda worden de Toegankelijke Panden en Open Dagen vermeld en op de achterzijde staat de rubriek ‘Te huur’. Afgelopen jaar verscheen het Bericht twee keer, in februari en in augustus. Toegankelijke Panden Ook in 2013 konden de leden de ruim 100 huizen die vermeld staan in het boekje Toegankelijke Panden 2013, bezoeken. Het boekje verscheen dit jaar voor de achtste keer. De huizen zijn te verdelen in drie categorieën. De eerste categorie zijn de musea waar over het algemeen een korting op de toegangsprijs geldt. De tweede categorie bestaat uit huizen waarin winkels of restaurants zijn gevestigd, voor leden geldt dan veelal een korting of leuk aanbod. Tot de derde groep behoren de beperkt toegankelijke panden; huizen die gewoon verhuurd zijn. Deze huurders stellen hun huis exclusief voor onze leden twee keer per jaar open (ongeveer 45 huizen). Zo’n 1.020 leden maakten gebruik van de mogelijkheid om op eigen gelegenheid een pand te bezoeken. Openingen In 2013 vonden drie feestelijke openingen plaats naar aanleiding van afgeronde restauraties. Op 7 juni, een prachtige zonnige dag, werd het geheel gerestaureerde Kranenbreukershuis in Tegelen geopend. Dit, na 40 jaar leegstand, zwaar verkrotte gebouw werd in 2011 overgedragen aan de Vereniging en nu al, anderhalf jaar later, was de oplevering een feit. Op 5 september was het de beurt aan Hinthamerstraat 138 in Den Bosch. Het pandje met haar Den Bosch, opening Hinthamerstraat 138, wethouder Van Olden signeert het restauratiebordje unieke 16de-eeuwse renaissanceschilderingen is met grote compassie gerestaureerd en trok veel genodigden die het resultaat kwamen bekijken. Voor het einde van het jaar, op 7 november, kon ons pand in Bolsward, Kleine Dijlakker 17, feestelijk worden geopend. Bijzonder daarbij was de aanwezigheid van de zussen van schenker dhr. Albada-Jelgersma, die zeer content waren met het resultaat. Excursies en Rondleidingen Het thema van de excursies en rondleidingen in 2013 was ‘de typologie van de architectuur’. Dit alles uiteraard gebaseerd op onze rijke collectie historische gebouwen. De meerderheid van ons bezit betreft woonhuizen uit alle tijdperken, bouwstijlen en regio’s. Daarnaast bezit de Vereniging historische raadhuizen, waaggebouwen, boerderijen, buitenplaatsen, hofjes, winkels, poorten, pakhuizen enz. Tijdens de excursies probeerden we de ontwikkelingen in die gebouwtypen, aan de hand van de voorbeelden in ons bezit, steeds vanuit een andere invalshoek te benaderen. Tijdens de eerste excursie stonden de gildehuizen centraal. De lezing werd verzorgd door prof. dr Jan Lucassen, hoogleraar sociale geschiedenis. Hij ging in op het functioneren van de gildes en hun gebouwen. Aansluitend werd een bezoek gebracht aan drie van onze gildehuizen in Amsterdam. Tegelen, Hoekstraat 6-8, opening Kranenbreukershuis op 7 juni 2013, huzaren brengen kanon in gereedheid Open Dagen Naar aanleiding van hiervoor genoemde restauraties en openingen, werden voor de leden Open Dagen georganiseerd. In Den Bosch en Bolsward konden de leden aansluitend aan de opening de huizen bekijken, voor Tegelen werd een ander moment gekozen (22 augustus). Op vrijdag 22 maart werd een Open Dag georganiseerd in het Hof Van Ittersum te Zwolle. Het Proveniershuis in Schiedam opende op zaterdag 6 april haar deuren. Daarnaast organiseerde de Vereniging een Open Dag naar aanleiding van de verwerving van Huis Naalden in Best in 2012. Op zaterdag 22 februari konden de leden het monument van de grondlegger van ‘de Bossche School’, Dom Hans van der Laan bewonderen. Nieuwe Ledendag De nieuwe ledendag is langzamerhand niet meer weg te denken. Alle nieuwe leden krijgen een uitnodiging voor deze dag. Men wordt ontvangen in het kantoorpand van de Vereniging, Huis Bartolotti alwaar men een lezing krijgt over het werk van de Vereniging. Na een kopje koffie of thee wordt een rondleiding gegeven door Huis Van Brienen. Een keer werd de dag gehouden in het Hodshon Huis in Haarlem. Afgelopen jaar organiseerde de Vereniging drie nieuwe leden dagen, die bezocht werden door in totaal 150 nieuwe leden. Stadswandeling Franeker, oktober 2013 33 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 v ers l ag van d e v ereniging 32 De tweede excursie ging naar Schiedam waar we een bezoek brachten aan gebouwen voor opvang, verzorging en onderwijs. Er werd onder andere een bezoek gebracht aan het Proveniershuis en het Weeshuis. Architectuurhistoricus Geert Medema verzorgde de lezing over de ontwikkeling van Schiedam in de 18de eeuw. Bij de rondleidingen stond het woonhuis centraal: twee 17de-eeuwse huizen, één in Hoorn en één in Zaltbommel, een 18de-eeuws grachtenhuis in Amsterdam, een experimenteel zomerhuis uit de 20ste eeuw in Groet en het recent verworven Huis Naalden in Best. Tijdens de bezoeken werd specifiek ingegaan op het functioneren van de verscheidene woonhuizen in de verschillende eeuwen. Dit jaar werd de stadswandeling als fenomeen opnieuw aangeboden. De stadswandelingen werden gehouden in de historische stadjes Elburg en Franeker. In het kader van het thema werd een gotisch woonhuis en een smidse in Elburg en het planetarium van Eise Eisinga en een adellijk stadshuis in Franeker bezocht. Omdat de rondvaart door de Amsterdamse grachten bij herhaling een groot succes is gebleken, werd deze nogmaals in het programma opgenomen. Studiedag Historische Keukens Rondleidingen Heiloo De rondleidingen die sinds 2011 verzorgd worden door de Historische Vereniging Oud Heiloo op ons landgoed Nijenburg, trekken nog steeds veel bezoekers. Iedere zondag worden er twee rondleidingen gehouden en deze zijn altijd volgeboekt. Groepen kunnen op aanvraag eventueel ook op een andere dag komen. Donateurs Met ingang van 2013 heeft Vereniging Hendrick de Keyser het begrip ‘donateur’ een andere invulling gegeven. Tot voor kort waren donateurs particulieren die € 100 betaalden, waarmee zij wel onze publicaties ontvingen, doch verder geen aanspraak konden maken op de rechten die leden hebben. Leverde dit vroeger nog wel eens aardige donaties op, tegenwoordig wordt men liever lid en besluit al of niet tot het doen van extra donaties. Daartegenover ontstond er een behoefte om, in een regio waar wij een monument restaureren, geïnteresseerden bij de Vereniging te betrekken, zonder dat zij direct lid hoeven te worden. Door de donateursbijdrage te verlagen naar € 20 en te verbinden aan een specifiek pand, kreeg het donateurschap meer betekenis. In 2012 is een eerste proef gedaan bij de restauratie van Kleine Dijlakker in Bolsward en in 2013 is voor het Kranenbreukershuis een donateursactie gevoerd. Bij elkaar telt de Vereniging ultimo 2013 15 donateurs, die gezamenlijk € 1.980 bijdroegen (thans nog in het saldo ledencontributie opgenomen). In 2014 hopen we dit systeem verder uit te breiden en mogelijk enkele donateurs tot het lidmaatschap te bewegen. 35 Algemene Ledenvergadering Na het succes in 2012 is ook de Ledenvergadering 2013 gehouden op een zaterdag. Op 22 juni kwamen de leden voor de vijfennegentigste Algemene Ledenvergadering bijeen in het zuidelijke koetshuis van de Buitenplaats Beeckestijn te Velsen-Zuid. De vergadering werd door 120 leden bezocht, waarvoor deze locatie ternauwernood voldoende plaats bood. Om 14.00 uur werd de vergadering geopend door de voorzitter, de heer H.J. Brouwer, met een hartelijk welkom en enkele mededelingen. Als eerste agendapunt werd het voorstel tot verhoging van de contributie per 1 januari 2014 besproken. De vergadering keurde unaniem de aanpassing van € 25 naar € 30 per genoemde datum goed. Hierna werd in het kader van de bespreking van het Jaarverslag 2012, aan de hand van beeldmateriaal, door de directeur getoond welke verwervingen in het verslagjaar waren gerealiseerd en de consequenties voor de jaarrekening die daaruit voortvloeiden. Vervolgens presenteerde het hoofd van de afdeling Instandhouding bijzondere details en vondsten bij zes belangrijke restauraties. Na het beantwoorden van een aantal inhoudelijke vragen over dit verslag, Algemene Ledenvergadering in koetshuis Beeckestijn, de lezing van Juliet Oldenburg werd met grafieken een toelichting gegeven op de jaarcijfers en beantwoordde de penningmeester vragen hierover. Nadat het jaarverslag en de jaarcijfers voldoende waren toegelicht werd het Jaarverslag 2012 met instemming voor kennisgeving aangenomen. De vergadering verleende het Bestuur en de commissarissen décharge terzake van het in 2012 gevoerde bestuur en toezicht. Vervolgens schetsten het hoofd Instandhouding en de directeur ieder een kort beeld van de voorgenomen restauraties en de actuele verwervingen in combinatie met de begroting van het lopende jaar (2013). Aan het slot van de vergadering werden verschillende vragen van de aanwezigen beantwoord. Na een korte koffiepauze volgde een lezing door de auteur van het artikel in het Jaarverslag 2012, Juliet Oldenburger met de titel ‘Huis Naalden’ en de architectuurtheorie van Dom Van der Laan. De aanwezigen gaven aan de uitleg over deze lastige materie zeer op prijs te hebben gesteld. Na afloop van de vergadering was er gelegenheid, onder het genot van een drankje, om het hoofdhuis van Beeckestijn met de tentoonstelling ‘Portretten op Beeckestijn’ te bezichtigen. Benoemingen en herbenoemingen De voordrachten voor de benoeming en de herbenoeming van de leden van het Bestuur geschieden conform een opgemaakt profiel. Het doel hiervan is een evenwichtige samenstelling van dit college, gezien de aard van de beslissingen die het Bestuur pleegt te nemen. Daartoe wordt gestreefd naar een samenstelling voor de helft uit personen met een financieeljuridische of maatschappelijke achtergrond en voor de helft met een bouwkundige of kunsthistorische achtergrond. Bij elke vacature evalueert het Bestuur dit profiel. In 2013 waren bij het Bestuur geen herbenoemingen aan de orde. Als opvolger van de in 2014 aftredende penningmeester werd nu de benoeming van mevrouw P.H.M. Hofsté tot lid van het Bestuur voorgesteld. Zij is commissaris bij de Bank Nederlandse Gemeenten en voormalig lid Raad van Bestuur APG en werd onder applaus benoemd. Studiedag Historische Keukens in aula Hodshon Huis, 22 maart 2013 Ook voor de samenstelling van de Raad van Commissarissen wordt een profiel gehanteerd. De Raad kent allereerst een regionale spreiding over het hele land. Daarnaast wordt getracht in de Raad tenminste alle bestuurslagen van de Overheid vertegenwoordigd te hebben. Tenslotte wordt geprobeerd een vergelijkbare verdeling te hebben als in het Bestuur. Bij benoemingen en herbenoemingen wordt geëvalueerd aan de hand van het profiel van de Raad. Bij de Raad van Commissarissen traden volgens rooster af: mevrouw A.C. de Bruijn (regio Zeeland) en de heer A.J.C. van Leeuwen (regio Noord-Brabant). Mevrouw De Bruijn kon niet worden herbenoemd. Zij werd door de voorzitter toegesproken en bedankt voor haar jarenlange inzet. De heer Van Leeuwen was herkiesbaar voor een nieuwe periode en werd door de aanwezigen herbenoemd. Als nieuwe kandidaat voor de Raad van Commissarissen werd voorgedragen: de heer F.J. van Bruggen (lid van de directie van de ANWB, met Verzekeringen en Verenigingszaken als aandachtsveld). Hij werd door de aanwezigen met applaus benoemd. Organisatie De bureau-organisatie bestond eind 2013 uit 26 personen in vaste dienst (waaronder 12 fulltimers) en 4 personen met een contract voor bepaalde tijd. Uitgedrukt in voltijdbanen kwam dit, net als in 2012, neer op 26 fte. Het ziekteverzuim onder de medewerkers van Vereniging Hendrick de Keyser bedroeg in 2013 4,5% (2012 5%), grotendeels te wijten aan een langdurige ziekte van een van onze medewerkers. De bureau-organisatie van Vereniging Hendrick de Keyser kent, als afspiegeling van haar doelstelling, drie specifieke afdelingen: Huurzaken, Instandhouding en Voorlichting/Ledenservice. Met uitzondering van de directie en twee medewerkers van de boekhouding, zijn alle medewerkers bij de drie doelgerichte afdelingen ondergebracht. v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 v ers l ag van d e v ereniging 34 Op vrijdag 22 maart werd in samenwerking met de Stichting het Nederlandse Interieur een studiedag over historische keukens georganiseerd. De dag werd gehouden in de aula van het Hodshon Huis in Haarlem en kende een gevarieerd programma met lezingen over onderwerpen als ‘de evolutie van de keuken door de tijd’, ‘upstairs/downstairs, keukenpersoneel’ en ‘koken door de eeuwen’. Het werd een goed bezocht, interessant symposium dat zeker voor herhaling vatbaar is. Huurzaken Inspelend op de veranderende omstandigheden, zijn er in 2013 weer enkele wijzigingen in de organisatie doorgevoerd. Sinds april 2013 is een extra (deeltijd) medewerker aangetrokken om de huurgerelateerde financiële administratie te versterken. Met name debiteurenbeheer is een steeds veeleisender en belangrijker taak. Het aantal betalingsregelingen, deurwaarderszaken en de hoogte van de (vaker oninbare) vorderingen namen helaas net als in het voorgaande jaar toe. Aanmanen en het maken van afspraken inzake betalingsregelingen blijven in deze crisistijd een doorlopend aandachtspunt. Positief is de extra werklast vanwege de toeneming van het aantal te verzenden facturen en van de inning van gelden voor verhuurde zalen en feestlocaties; deze opbrengst groeide ten opzichte van het voorgaande jaar met ruim 63%. Per oktober 2013 heeft een interne verschuiving plaatsgehad waarbij vanuit de afdeling Instandhouding een medewerker naar de afdeling Huurzaken is gegaan. Van een deeltijd medewerker met een tijdelijke aanstelling hebben we per september 2013 om bedrijfseconomische redenen helaas afscheid moeten nemen. Het team van Huurzaken is – mede ingegeven door de verslechterde huurmarkt en de toegenomen leegstand, zeker in de commerciële verhuur (winkelpanden, kantoren) – druk doende met het verbeteren van de eigen werkprocessen. In het jaar 2013 is een speciale interne werkgroep aan de slag gegaan met het terugdringen van de leegstand. Dit zal, doorlopend in het jaar 2014, tot verdere aanpassingen in de werkwijzen en in de teamsamenstelling leiden. Drijfveer daarbij blijft steeds om de kwaliteit van ons pandenbezit en het gebruiksnut van onze panden te optimaliseren, zonder de monumentale waarden of het unieke karakter te schaden. Het vergt de nodige creativiteit en investeringen in capaciteit en geld om – zeker in minder courante delen van het land – passende gebruiksfuncties en huurders voor onze verhuureenheden te vinden. De tijdelijke verhuur vormt een groeiende aanvulling op de vaste verhuur. Het organiseren van vergaderarrangementen, borrels, diners, huiskamerconcerten, huwelijksvoltrekkingen, etc. is niet alleen in Poetsclub in actie, vrijwilligers aan het werk in Huis Van Brienen commercieel opzicht, maar zeker ook als visitekaartje voor de Vereniging een steeds belangrijker wordend onderdeel. In 2013 is met een belangrijke bijdrage van de BankGiro Loterij gestart met de aanpassing van enkele recreatiewoningen (Monument en Bed). Dit in aanvulling op de sinds de zomer van 2012 in de verhuur genomen vakantiewoning in Groet (NH). Er is hard gewerkt aan drie andere logies, welke in het tweede kwartaal van 2014 gereed zullen zijn voor de verhuur. Dit aantal zal de komende jaren verder worden uitgebreid. Deze nieuwe activiteit vergt een hele nieuwe kijk op en aanpak van de verhuur om ook onze ‘short stay’-gasten goed te kunnen bedienen. Zaken als het voldoen aan het per gemeente sterk wisselende vergunningenbeleid, het aantrekken van betrouwbare locatiebeheerders, optimaal inrichten van de locaties, verhelpen van haperende internetverbindingen, in toom houden van weigerachtige huisvuilophalers en de bestrijding van ongedierte, maar ook het omgaan met het wel en wee van de gasten is een nieuwe tak van sport voor de Vereniging. Ondanks deze uitdagingen geeft de groei in de omzet van de Tijdelijke Verhuur alle aanleiding om de personele capaciteit op dit onderdeel uit te breiden. Daarom is in het laatste kwartaal van 2013 een werving gestart, mede mogelijk gemaakt door een extra bijdrage van de BankGiro Loterij. Instandhouding De afdeling Instandhouding is verantwoordelijk voor het onderhoud aan onze panden en de restauraties. Het uitvoeren van regulier onderhoud is van groot belang om de bouwkundige staat van de gebouwen goed te houden en dure restauraties zo lang mogelijk uit te stellen. Door vier inspectie-opzichters worden alle panden regelmatig, minstens een keer per twee jaar, grondig onder de loupe genomen. Gemiddeld wordt het gevelhout bijvoorbeeld elke 6 jaar geschilderd, maar dat is afhankelijk van de locatie van het pand (aan zee of in het binnenland), de oriëntatie van de gevels (zuid en west hebben meer te lijden dan noord en oost) en het schoonmaken van het gevelhout. Het plannen van het werk wanneer dat nodig is, scheelt werk en kosten. Naast schilderwerk wordt ook werk aan muren, houtwerk, dak en andere (constructieve) onderdelen opgenomen en in een planning gezet. De werkzaamheden worden vervolgens onder leiding van de eigen opzichters uitgevoerd. Toch is regulier onderhoud niet altijd genoeg om de panden in goede staat te houden. Soms is ingrijpender werk nodig, zoals het restaureren van een hele kap (en incidenteel het verwijderen van asbest uit de jaren ’70 en ‘80), het repareren van een balklaag of het uitvoeren van funderingsherstel. Gemiddeld hebben ieder jaar ongeveer 15 panden in ons bezit groot onderhoud nodig. Tenslotte worden er ongeveer 10 algehele restauraties uitgevoerd, waarbij het hele pand tijdens het werk (gemiddeld twee jaar) niet verhuurd kan worden. In 2013 is aan circa 175 panden regulier onderhoud uitgevoerd, aan 22 panden groot onderhoud en waren 10 panden in restauratie. Alle werkzaamheden en projecten zijn onder eigen directie uitgevoerd, met uitzondering van de restauratie van het Kranenbreukershuis in Tegelen. Over de aard en inhoud van de restauraties, die vaak een forse investering vergen en door hun metamorfose zo’n fotogeniek resultaat opleveren, is hiervoor al verslag gedaan. In dit kader zijn door twee stagiaires en een eigen medewerker verslagen gemaakt van de restauraties van het Kranenbreukershuis te Tegelen, van Kleine Dijlakker 17 te Bolsward en van de Hinthamerstraat 138 te ‘s-Hertogenbosch. Het werk van de afdeling Instandhouding is in 2013 uitgevoerd door een team van 10 mensen onder leiding van een afdelingshoofd. De medewerkers zijn verdeeld in twee teams, die elk bestaan uit een architect, een bouwkundig medewerker en twee inspectieopzichters. In de loop van het jaar is de aparte functie van technisch opzichter die groot onderhoudsprojecten uitvoerde komen te vervallen. Een coördinator planning & controle bewaakt de instandhoudingsbegroting en de budgetten per project. Voorlichting en Ledenservice De afdeling Voorlichting en Ledenservice draagt zorg voor de informatie aan onze leden en donateurs en alle voorlichting naar de buitenwereld. De afdeling werd ultimo 2013, net als in 2012, bemand door zes medewerkers. Onder leiding van een hoofd Ledenservice verzorgt een medewerker de publiciteit van de Vereniging, zorgt één voor de contacten met leden en kandidaat-leden en één voor de contacten met vrijwilligers. Een freelance medewerker verzorgt de excursies en rondleidingen en één medewerker verzorgt de receptie en wikkelt het telefoonverkeer af. De werkzaamheden die worden uitgevoerd door de afdeling Ledenservice zijn apart toegelicht onder Voorlichting en Verenigingszaken. De al eerder genoemde vrijwilligers helpen als ontvanger, als toezichthouder of als rondleider bij Open Dagen, bij Toegankelijke Panden of bij vergaderingen of andere gebeurtenissen in onze meest bijzondere panden. Daarnaast verricht een groep vrijwilligers ondersteunende taken voor het kantoor van de Vereniging. Directie en Bestuur Het Bestuur heeft een beleidsbepalende taak en is mede-executief. Het Bestuur bestaat thans uit zeven leden, die iedere vier jaar herbenoembaar zijn. Het aantal herbenoemingen is niet beperkt. Wel geldt voor de leden van het Bestuur een leeftijdgrens van 70 jaar. De benoeming in 2013 van een nieuw bestuurslid is hiervoor al toegelicht. De Directie bestond in 2013 uit één persoon, die het beleid voor- bereidt, uitvoerend is en ondersteuning geeft aan het Bestuur. De directeur heeft tevens de leiding over de bureau-organisatie. Het Bestuur is op de hoogte van alle nevenfuncties van de directeur die relevant zijn of kunnen zijn voor het werkveld van de Vereniging en heeft deze goedgekeurd (zie voor een specificatie www.hendrickdekeyser.nl). Bij afwezigheid van de directeur wordt diens plaats waargenomen door de adjunct-directeur. De vergoeding voor de Directie is in lijn met de richtlijnen die de Commissie Wijffels (Code Goed Bestuur) heeft opgesteld. De leden van het Bestuur ontvangen geen vergoeding. Voor een weergave van de relevante nevenfuncties van de leden van het Bestuur verwijzen wij naar de website van de Vereniging. Het Bestuur kwam in 2013 tien maal bijeen op het kantoor van de Vereniging aan de Herengracht 172 te Amsterdam. Aan de hand van kwartaaloverzichten werden de financiële ontwikkelingen gevolgd. Uiteraard werd in april de jaarrekening van het voorgaande jaar opgesteld en in oktober de begroting voor het nieuwe jaar. In de loop van het jaar besprak het Bestuur maar liefst 25 voorstellen voor mogelijke verwervingen, waarvan er uiteindelijk 2 werden gerealiseerd. Van 4 panden kwamen voorstellen ter tafel voor uit te voeren restauraties, dan wel afwijkingen in het verloop ervan. Ook in 2013 is het verloop van de leegstand een punt van bespreking geweest, waarbij het actieplan uit 2012 in elk geval resulteerde in een stabilisering van de leegstand en een – zij het zeer langzame - vermindering. Naast deze en enkele andere operationele zaken is onder andere besloten om een juridische fusie in gang te zetten met twee stichtingen die reeds enige tijd onder de volledige verantwoordelijkheid van Vereniging Hendrick de Keyser vallen. Het gaat om de Stichting Restauratiefonds Cellebroederenhuis (betreffende ons pand in Nijmegen) en de Stichting Oud Sint-Annaland (betreffende ons pand aldaar). Verder is terugkerend gesproken over de oprichting van de Nationale Monumenten-organisatie en de door het Rijk gewenste afstoting van enkele monumentale eigendommen. Eveneens besproken werd een beleidsnotitie inzake het beheer van onze – inmiddels meer dan 1000 – roerende goederen. Voorts zijn gedachten ontwikkeld over de wijze waarop de Vereniging het 100jarig jubileum in 2018 kan gaan vieren. Voor de uitwerking van deze plannen is een bestuurscommissie in het leven geroepen. Naast voornoemde bijzondere onderwerpen werden door het Bestuur de voorstellen tot huuraanpassing goedgekeurd. Het Bestuur kent een adviescommissie inzake geschillen tussen de Vereniging en derden, niet zijnde huurgeschillen. De commissie bestaat uit twee leden van het Bestuur en een lid van de Raad van Commissarissen. De commissie behandelt intern geschillen die door derden schriftelijk en met redenen omkleed aan het Bestuur worden voorgelegd. De commissie reageert, in beginsel eveneens schriftelijk, door een advies daarover aan het Bestuur. Het Bestuur beslist vervolgens op het hem voorgelegde geschil. In het verslagjaar is geen beroep gedaan op de geschillencommissie. 37 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 v ers l ag van d e v ereniging 36 De afdeling Huurzaken is verantwoordelijk voor de (tijdelijke) verhuur, de huurinkomsten en het mutatieonderhoud. De afdeling werd eind 2013 door twaalf medewerkers (was in 2012: 11) bemenst. Onder leiding van het hoofd Huurzaken, houden vijf (onder wie drie deeltijd-) medewerkers zich dagelijks bezig met de reguliere verhuur van onze panden en drie (onder wie één in deeltijd) met de financiële en administratieve kant daarvan. Eén deeltijdmedewerker houdt zich bezig met de verhuur van een toenemend aantal bijzondere locaties voor zakelijke ontvangsten, partijen en huwelijken, maar ook met ons nieuwe vakantieverblijf (Monument en Bed). Daarnaast is een deeltijdmedewerker speciaal belast met het beheer van onze roerende goederen, zoals meubels, kunstvoorwerpen en ook andere interieuronderdelen zoals historische wandbespanningen. Eén medewerker huurzaken is werkzaam als conciërge in ons pand de Derde Ambachtsschool van Jan Duiker in Scheveningen. Verslag van de Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen komt tenminste tweemaal per jaar bij elkaar. Op 25 april 2013 vond – zoals gebruikelijk in Huis Van Brienen aan de Herengracht 284 te Amsterdam - de eerste vergadering van de Raad van Commissarissen met het Bestuur plaats, inzake het verslag van de Vereniging over 2012 en de jaarrekening. Daarnaast werden de lopende ontwikkelingen ten aanzien van verwervingen en restauraties uiteengezet en toegelicht. De Raad liet zich intensief informeren over de oorzaken en de gevolgen van de leegstand en de huuropbrengsten. De leden bepleitten een flexibele opstelling ten aanzien van de huurwaardes, verbetering van de kwaliteit van de huureenheden en zo nodig splitsing van grotere eenheden in kleine. Daarnaast kwam de voorgenomen oprichting van de Nationale Monumentenorganisatie aan de orde en de relevantie daarvan voor het voornemen van het Rijk om enkele monumenten af te stoten. De Raad sprak zijn teleurstelling uit over dit voornemen en onderstreepte de noodzaak tot het creëren – door het Rijk - van een solide financieel fundament onder een dergelijk op afstand geplaatst nationaal erfgoed. Na de bespreking van het verslag van de audit commissie werden de jaarstukken goedgekeurd ter vaststelling door de Algemene Ledenvergadering. Tenslotte stelde de Raad het aftreedschema vast. De najaarsvergadering van de Raad van Commissarissen met het Bestuur vond plaats op zaterdag 23 november te Haarlem, in ons pand Huis Barnaart, waar op dit moment een volledige restauratie loopt, waartoe het interieur, juist vóór de vergadering, geheel ontmanteld was. Als gevolg hiervan konden de commissarissen op zeer actuele wijze kennis nemen van de bijzonderheden van dit gebouw. Nadat de commissarissen van de recente ontwikkelingen op de hoogte waren gebracht, werd opnieuw stilgestaan bij de huurontwikkeling in 2013. In directe samenhang hiermee werd vervolgens de begroting voor 2014 uitgebreid besproken en daarna vastgesteld. Tenslotte stond de Raad uitgebreid stil bij ons beleid met betrekking tot de verkrijging en het beheer van onze collectie roerende goederen. Bijzondere aandacht werd daarbij gevraagd, voor die ‘roerende zaken’ die feitelijk vast zitten in onze gebouwen, maar niet onder cascobeheer vallen, noch onder roerende goederen. Dat betreft vooral spiegels, haardplaten, lamparmaturen en dergelijke. Jaarstukken 2013 De leden van de audit commissie van de Vereniging kwamen op 1 april 2014 in aanwezigheid van de externe accountant ten kantore van de Vereniging bijeen, ter bespreking van de Jaarrekening 2013. Bij die gelegenheid heeft de commissie zich door het Bestuur en de accountant op de hoogte laten stellen van de Jaarrekening 2013 en de achtergronden daarvan. Op grond hiervan heeft de audit commissie aan de Raad van Commissarissen geadviseerd om de jaarstukken over het jaar 2013 goed te keuren. De Raad van Commissarissen heeft vervolgens op 24 april 2014 besloten om het jaarverslag en de jaarrekening voor te leggen ter bespreking en kennisneming respectievelijk vaststelling door de Algemene Ledenvergadering, met het verzoek aan de Algemene Ledenvergadering om décharge te verlenen aan de leden van het Bestuur en de leden van de Raad van Commissarissen. Plannen voor de korte termijn Algemeen Ten opzichte van de voorgaande jaren is er voor 2014 opnieuw een kleine teruggang begroot aan zowel de inkomstenkant als bij de uitgaven. Wij hopen zeer, dat komend jaar meteen het laatste is, waarbij die bescheidenheid noodzakelijk is. Baten De Baten uit eigen fondsenwerving zijn iets lager ingeschat dan in 2013, omdat het steeds moeilijker blijkt te zijn om vooral de wat grotere bedragen bij fondsen te verkrijgen. Gelukkig blijven de contributies op peil en blijven particulieren de Vereniging bedelen met schenkingen en/of nalatenschappen. De Baten uit acties derden hebben betrekking op de jaarlijks (t/m 2014) terugkerende bijdrage van de BankGiro Loterij; tot ons genoegen al jaren een van onze meest stabiele steunpilaren. De vorig jaar ingeschatte afname van de Subsidies overheden bleek terecht, vooral doordat overheden minder budget beschikbaar stellen voor restauratie van monumenten. Gelukkig wordt dit met ingang van 2014 enigszins gecompenseerd door de nieuwe subsidieregeling Brim 2013, nu ‘Hendrick de Keyser’ is aangewezen als Professionele Organisatie voor Monumentenbehoud. De huurinkomsten, die onder de post Overige baten zijn geschaard, zijn wat lager begroot dan in 2013 het geval was. Het optimisme van het voorgaande jaar werd al snel afgestraft door een toenemende leegstand, die door snel ingrijpen ook in 2013 nog kon worden gestabiliseerd en gedeeltelijk hersteld. Niettemin blijven enkele vooral grotere eenheden lastig verhuurbaar. Voor een deel worden die heringedeeld, doch dat zal in 2014 nog steeds geen soulaas bieden. Indien de markt een sneller herstel gaat vertonen, zal dit tot meevallende inkomsten leiden. Lasten Aan de uitgavenkant bestaat de post Verwerving panden in de begroting uitsluitend uit de met verwervingen gemoeide Lasten organisatiekosten. De werkelijke kosten van de in 2014 mogelijk te verwerven panden zijn niet vooraf in te schatten. De post Instandhouding panden is de grootste post aan de uitgavenkant en omvat, afgezien van de organisatiekosten, alle kosten die worden gemaakt voor het onderhoud van onze panden, de kosten voor het verhuurbaar maken en houden en de kosten van een aantal restauraties. Onder de laatste groep vallen zeven restauraties die in voorgaande jaren zijn begonnen en in 2014 worden afgerond, evenals twee restauraties die naar verwachting in één jaar kunnen worden gerealiseerd. De bedoeling hiervan is, om zoveel mogelijk eenheden weer in verhuurbare staat te krijgen, zodat de huurinkomsten zich herstellen. Verder worden twee nieuwe meerjarige restauraties opgestart en wordt aan vijf complexen een jaarlijks terugkerende partiële restauratie uitgevoerd. Om deze reden is in deze post geen teruggang begroot. De post Voorlichting is iets gekrompen in vergelijking met voorgaande jaren. Vooral hier is rekening gehouden met enige teruggang in de inkomsten. De kosten voor excursies, stadswandelingen e.d. zullen daarbij meer kostendekkend worden doorberekend. Verwerving panden (182) Instandhouding panden (10.058) Voorlichting (350) ————Totaal besteed aan doelstellingen (10.590) % besteed aan doelstelling tov baten: 96,5 % Organisatie en uitvoeringskosten Het sobere uitgavenklimaat zorgt nog steeds voor terughoudendheid op de organisatiekosten. Alleen aan de inkomstenkant, bij de afdeling Tijdelijke Verhuur is een bescheiden uitbreiding begroot; door interne mutaties zal dit echter naar verwachting niet tot uitbreiding van de formatie leiden (26 fte). De organisatie- en uitvoeringskosten zijn verdeeld over zeven rubrieken. Allereerst over de doelstellingen van de Vereniging, die terug te vinden zijn in de kostenplaatsen ‘Verwerving’ en ‘Instandhouding’ (= restauratie, onderhoud en huurzaken) en Voorlichting. Voorts aan de drie kostenplaatsen onder ‘Werving baten’, te weten ‘Eigen fondsenwerving’, ‘Acties derden’ en ‘Subsidies overheden’. Tenslotte over de algemene kostenplaats onder ‘Kosten beheer en administratie’. Met name aan de teruggang in de post ‘Totaal besteed aan werving baten’ is ten opzichte van de begroting 2013 de voornoemde terughoudendheid het duidelijkst afleesbaar (-16K). Het totaal van de organisatiekosten fluctueert normaal gesproken tussen de 20 en 25% van de huurinkomsten, maar is in 2014 nog altijd aan de hoge kant (25%). Het streven is om dit percentage in komende jaren weer omlaag te brengen (door de kostenstijging te laten achterblijven bij de toenemende huurinkomsten). Begroting 2014 Baten (bedragen x € 1.000) Baten uit eigen fondsenwerving 470 Baten uit acties van derden 1.200 Subsidies van overheden 905 Overige baten 8.400 ———— Som der baten 10.975 Besteed aan doelstellingen Werving baten Kosten eigen fondsenwerving Kosten acties derden Kosten verkrijging subsidies overheden Totaal besteed aan werving baten % eigen fondsenwerving tov baten: 8,5% (49) (83) (99) ———— (231) Beheer en administratie Rente en bankkosten (270) Kosten beheer en administratie (53) ———— Totaal besteed aan beheer en administratie (323) ———— Som der lasten (11.144) ————— Saldo Baten en Lasten (169) Continuïteit De grote sympathie die de Vereniging maatschappelijk ervaart, gepaard aan het voorzichtige financiële beleid, geven alle vertrouwen dat het werk van de Vereniging tot in lengte van jaren kan worden voortgezet. Dankwoord Het Bestuur dankt de directie en de staf voor de grote inspanningen die ook in 2013 weer nodig waren om ons groeiende bezit goed te beheren. Directie en staf zijn daar alleszins in geslaagd. Een bijzonder woord van dank willen wij richten tot de velen die ons werk een warm hart toedragen en ons daarbij vaak bedenken met giften, schenkingen, legaten en erfstellingen. Zoals uit het voorgaande is op te maken, is hun steun meer en meer noodzakelijk, in het bijzonder voor de groei van de Vereniging. Bestuur, directeur 24 april 2014 39 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 v ers l ag van d e v ereniging 38 Aan de Raad van Commissarissen is de rol toebedeeld van adviseur, van controleur op afstand en van toezichthouder. De leden worden benoemd door de Algemene Ledenvergadering op voorstel van de Raad voor een termijn van vier jaar. Zij kunnen tweemaal worden herbenoemd. De benoeming van drie nieuwe leden en de herbenoeming van vijf leden van de Raad van Commissarissen is hiervoor onder Algemene Ledenvergadering al aan de orde geweest. Leden van de Raad van Commissarissen zijn lid van de Vereniging; aan hen worden geen vergoedingen verstrekt. Voor een weergave van de relevante nevenfuncties van de leden van de Raad van Commissarissen verwijzen wij naar de website van de Vereniging. De Vereniging is reeds begonnen om deze groep ‘vaste roerende goederen’ apart te inventariseren. Verantwoordingsverklaring 2013 Op verzoek van het Centraal Bureau Fondsenwerving wordt hieronder de ‘verantwoordingsverklaring’ van Vereniging Hendrick de Keyser integraal afgedrukt. Deze verklaring is ondertekend door ieder Bestuurslid en Commissaris. “Vereniging Hendrick de Keyser onderschrijft de drie algemene principes van de Code Goed Bestuur voor Goede Doelen (zoals opgenomen in het Reglement CBF-keur). De drie principes zijn: 1.Onderscheid de functies toezicht houden, besturen en uitvoeren; 2.Optimaliseer de effectiviteit en efficiency van bestedingen; 3.Optimaliseer de omgang met belanghebbenden. Deze drie principes zijn doorgevoerd in de wijze waarop de Vereniging is georganiseerd en haar werk uitvoert. Zij zijn waar relevant weergegeven in het jaarverslag. De leden van het Bestuur en de raad van commissarissen hebben ieder een verklaring ondertekend waarbij zij deze principes formeel onderschrijven. 1.Onderscheid de f unc t ies toez icht houden, besturen en uit voeren. De verdeling van rollen en taken is vastgelegd in de Statuten d.d. 7 september 2007, die via de website van de Vereniging zijn in te zien. De Algemene Vergadering van leden controleert Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar brengt het Bestuur in een algemene vergadering verslag uit aan de leden en legt aan hen verantwoording af voor het gevoerde Bestuur. Het jaarverslag wordt tevoren aan de leden toegezonden, met daarin een samenvatting van de jaarrekening. Van de volledige jaarrekening kan via de website kennis worden genomen. De algemene vergadering stelt de jaarstukken vast en verleent decharge aan de leden van het Bestuur en de raad van commissarissen voor het gevoerde Bestuur respectievelijk het gehouden toezicht. Ten minste eens per kwartaal krijgt het Bestuur van de directie verslag van de financiële ontwikkelingen, zodat het Bestuur desgewenst op basis hiervan kan bijsturen. Na afloop van het jaar maakt het Bestuur de jaarrekening en het jaarverslag op en stelt het Bestuur deze na goedkeuring door de raad van commissarissen in concept vast. De raad van commissarissen houdt toezicht De raad van commissarissen houdt toezicht op het beleid van het Bestuur en op de algemene gang van zaken bij de Vereniging. De raad van commissarissen keurt de jaarstukken goed voordat zij door de algemene vergadering van leden worden vastgesteld. Voor een goede oordeelsvorming wordt de jaarrekening in opdracht van de raad van commissarissen door een registeraccountant onderzocht. Daarnaast benoemt de raad uit zijn midden een audit commissie die de jaarrekening en het jaarverslag onderzoekt en daarover aan de raad en het Bestuur verslag uitbrengt. De organisatie (onder leiding van de directeur) voert uit De Vereniging beschikt voor de verwezenlijking van haar doelstelling over een eigen organisatie. De directeur heeft de dagelijkse leiding over de organisatie en wordt daarbij bijgestaan door een adjunct-directeur. De directeur bereidt de (beleids-) besluiten van het Bestuur voor, levert bij het nemen daarvan ondersteuning aan het Bestuur en voert de genomen besluiten uit. In iedere bestuursvergadering legt de directeur verantwoording af over de bereikte resultaten en ten minste eens per kwartaal over het verloop van de inkomsten en de uitgaven. Het Bestuur bestuurt 2.Opt imaliseer de ef fec t iv iteit en ef f ic ienc y van bestedingen Het Bestuur bepaalt het beleid en is (naast de directie) mede uitvoerend. Het Bestuur stelt de begroting vast. In iedere bestuursvergadering rapporteert de directie aan het Bestuur over de voortgang van het beleid (de verwervingen en de restauraties). De Vereniging besteedt haar middelen voor het overgrote deel aan haar doelstelling: het verwerven, restaureren en in stand houden van architectonisch of historisch belangrijke gebouwen (en hun interieur) in Nederland en het geven van voorlichting 41 daarover. Het resterende deel van haar middelen wordt besteed aan kosten voor de Vereniging en haar organisatie. Een meerjaren beleidsplan (5 jaar) geeft de richting aan voor de besteding van de middelen en de prioriteiten daarin. Ieder jaar wordt in een jaarplan vastgelegd aan welke onderdelen uitvoering wordt gegeven. Over de voortgang vindt regelmatig afstemming plaats tussen de medewerkers en de afdelingshoofden. Vervolgens rapporteren de afdelingshoofden daarover maandelijks aan de directie, als ook over het verloop van de inkomsten en de uitgaven. Bij de besteding van de middelen wordt erop toegezien dat zo veel mogelijk wordt gewerkt op basis van een offerte en daar waar dat effectief en nuttig is op basis van tenminste twee offertes. 3.Opt imaliseer de omgang met bel anghebbenden De Vereniging onderscheidt verschillende groepen belanghebbenden voor wie en met wie het werk wordt gedaan. • De leden: de leden worden geïnformeerd over de belangrijkste restauraties en verwervingen, zowel via de website als via het Bericht aan de Leden. Zij kunnen de resultaten van het werk op de Open Dagen of via het programma Toegankelijke Panden met eigen ogen zien. De leden kunnen hun kennis verdiepen door kennisneming van de toelichting en de artikelen in het jaarverslag en door deelneming aan de excursies van de Vereniging. • Eigenaren van kwetsbare panden: de doelstelling van de Vereniging wordt bereikt door architectonisch of historisch waardevolle panden die worden bedreigd in eigendom over te nemen. Het is daarvoor van belang dat die eigenaren deze mogelijkheid kennen. De Vereniging tracht zoveel mogelijk haar werk via publiciteit onder de aandacht te brengen van gemeentes, branchegenoten en particulieren. Daarvoor wordt, met succes, ook een beroep op de leden en de commissarissen gedaan. • Vrijwilligers: de Vereniging wordt in de uitvoering van haar taak ondersteund door vrijwilligers, zowel op kantoor als in verschillende panden in het land. Vrijwilligers geven rondlei- dingen, regelen de opening van panden en houden toezicht of helpen met het archiveren of digitaliseren van documenten en foto’s. Voor de vrijwilligers worden ter verdieping en onderlinge uitwisseling van kennis bijeenkomsten georganiseerd. De contacten met vrijwilligers lopen via de verantwoordelijke projectmedewerker. • Fondsen en subsidiegevers: voor de verwerving van panden is in veel gevallen specifieke steun van derden noodzakelijk. Vooral van de BankGiro Loterij ontvangt de Vereniging hiervoor regelmatig steun. Hierover wordt in jaarlijkse rapportages verantwoording afgelegd. Ten behoeve van de restauraties is subsidie van overheden of steun van particuliere fondsen onontbeerlijk. Aan hen wordt per project verantwoording afgelegd over de bestedingen. Zowel de fondsen als de subsidiegevers krijgen het jaarverslag, met uitgebreide inhoudelijke verantwoording over het gedane werk en een samenvatting van de jaarrekening. • Branchegenoten: vooral op het gebied van monumentenbehoud kent de Vereniging nogal wat andere organisaties met een vergelijkbare doelstelling. Doordat de afbakening van ieders doelstelling, dan wel ieders werkgebied duidelijk is, bestaat er een goede samenwerking. Via de Federatie Instandhouding Monumenten wordt met al deze organisaties regelmatig overleg gevoerd en vind afstemming van belangenbehartiging plaats. • De samenleving: in wezen is het grote publiek de uiteindelijke belanghebbende. De Vereniging doet haar werk, opdat goede voorbeelden van architectuur en monumenten voor het nageslacht behouden blijven. Zij doet dit in het bijzonder met het doel om toekomstige generaties van de geschiedenis van het wonen in Nederland in zijn ontwikkeling en variaties door de eeuwen heen te laten kennisnemen en zo mogelijk te laten beleven. Daartoe doet de Vereniging onderzoek naar de huizen in haar bezit en brengt zij met regelmaat de resultaten daarvan naar buiten in eigen publicaties, boeken en artikelen, of door lezingen. Iedere dag kan het publiek het resultaat van het werk van de Vereniging van buiten bekijken en – bij sommige panden altijd en bij andere op speciale dagen – ook van binnen.” v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 v er antwoord ings v erkl aring 40 Balans per 31 december 2013 na bestemming saldo baten en lasten Activa 43 (x € 1.000) 2013 2012 Passiva Mater iële vaste activa Langlopende vorderingen 676 705 Vorder ingen 3.080 2.664 Liquide middelen 371 61 Totaal activa 2012 Reser ves en fondsen Panden 46.286 43.925 Bedrijfsmiddelen 106 132 –––––––– –––––––– 46.392 44.057 Totaal materiële vaste activa Financ iële vaste activa 2013 –––––––– –––––––– 50.519 47.487 –––––––– –––––––– Reserves • Bestemmingsreserve 28.929 27.453 • Bijzondere bestemmingsreserve – 1.079 • Overige reserve 5.836 4.930 Fondsen • Bestemmingsfonds 582 – –––––––– –––––––– 35.347 33.462 Totaal reserves en fondsen Langlopende schulden 9.302 9.448 Kor tlopende schulden 5.870 4.577 Totaal passiva –––––––– –––––––– 50.519 47.487 –––––––– –––––––– v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012 bal ans per 31 d ecember 2012 42 Toelichting Staat van Baten en Lasten over 2013 (x € 1.000) Baten 2013 werkelijk 2013 begroot 2012 werkelijk Baten uit eigen fondsenwerving 854) 645 842 Baten uit acties van derden 1.898) 1.200 1.200 Subsidies van overheden 740) 739 1.292 Overige baten 8.006) 8.460 7.933 –––––––––– –––––––––– –––––––––– Som der baten 11.498) 11.044) Mater iële vaste activa Panden 11.267) Lasten Besteed aan doelstellingen (1.056) (10.499) (398) –––––––––– (11.953) Kosten eigen fondswerving Kosten acties derden Kosten verkrijging subsidies overheden Totaal besteed aan werving baten (46) (82) (103) –––––––––– (231) (181) (9.980) (391) –––––––––– (1.413) (10.383) (425) –––––––––– (10.552) (12.221) (55) (91) (101) –––––––––– (52) (84) (96) –––––––––– (247) (232) 1 Grondslagen van waarder ing en van bepaling van het resultaat Voor zover niet anders is vermeld zijn de posten in de balans opgenomen voor de nominale waarde. Verwerving panden Instandhouding panden Voorlichting Totaal besteed aan doelstellingen (alle cijfers x € 1.000) Wer v ing baten Beheer en administratie Rente en bankkosten (318) (270) (325) Kosten beheer en administratie (50) (53) (49) –––––––––– –––––––––– –––––––––– (368) (323) (374) Totaal besteed aan beheer en administratie ––––––––––– –––––––––––––––––––––– Som der lasten (12.552)) (11.122) (12.827 ––––––––––– ––––––––––– ––––––––––– Saldo baten en lasten (1.054)) (78)) (1.560) ––––––––––– –––––––––––––––––––––– Dit resultaat is als volgt in het eigen vermogen verwerkt: Bijzondere bestemmingsreserve 1.079) (121) Bestemmingsfonds (582) 0) Overige reserve (1.551) (1.439) ––––––––––– ––––––––––– (1.560) (1.054)) De hieronder begrepen panden zijn als volgt te onderscheiden: • panden in vol eigendom, danwel panden die in eeuwigdurende erfpacht zijn verkregen tegen een canon van € 0,-. Deze worden gewaardeerd tegen vijfmaal de bruto huur per jaar per het einde van het boekjaar; • panden in eigendom belast met vruchtgebruik of het recht van bewoning. Deze worden gewaardeerd tegen vijfmaal de door een deskundige vastgestelde huur per jaar bij de aanvang van het vruchtgebruik, resp. het recht van bewoning. Deze waarde wordt in het jaar van verwerving tevens onder de langlopende schulden opgenomen. Jaarlijks wordt een deel van dit bedrag onder de huuropbrengsten verantwoord. • panden in eigendom belast met erfpacht. Deze worden gewaar deerd tegen vijfmaal de jaarlijkse canon. De jaarlijkse waardeaanpassing tot vijfmaal de bruto huur wordt rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt, onder de Overige reserve. Teneinde in de staat van baten en lasten inzicht te verschaffen in de exploitatie van de panden wordt 2,5 % van de balanswaarde aan het begin van het boekjaar als afschrijvingslast in aanmerking genomen. Door de jaarlijkse waardeaanpassing van de panden tot vijfmaal de bruto huur op 31 december, heeft de afschrijving geen invloed op de waardering van de panden in de balans. Bij tenminste gelijkblijvende huur wordt de afschrijving in de waardering geheel gecompenseerd. 45 Bedrijfsmiddelen De bedrijfsmiddelen bij de Vereniging bestaan uit de inventaris van het kantoor en uit de inventaris ten behoeve van de tijdelijke verhuur. De kantoorinventaris, waaronder de communicatie- en computerapparatuur, wordt gewaardeerd tegen de aanschaffingswaarde, verminderd met lineaire afschrijvingen op basis van de geschatte economische levensduur. De afschrijvingstermijn bedraagt 10 jaar voor kantoorinventaris en 4 jaar voor communicatie- en computerapparatuur. De inventaris ten behoeve van de tijdelijke verhuur bestaat uit meubilair, apparatuur en gebruiksinventaris. Het meubilair en de apparatuur wordt eveneens gewaardeerd tegen de aanschaffingswaarde, verminderd met lineaire afschrijvingen op basis van de economische levensduur. De afschrijftermijn van beide bedraagt 4 jaar. De kosten van de gebruiksinventaris worden direct ten laste van het resultaat gebracht. Het aan de Vereniging toebehorende antieke meubilair en overige inventaris in de verschillende panden worden p.m. gewaardeerd, omdat deze goederen geen afzonderlijke opbrengst genereren en tevens duurzaam worden aangehouden. 2 Mater iële vaste activa Het verloop van de post panden is als volgt: Panden Boekwaarde per 1 januari Totaal 43.925 Mutaties Investeringen 275) Geactiveerde restauratiekosten 246) Waardeaanpassing 2.938) Afschrijvingen (1.098) ––––––– Totaal mutaties Boekwaarde per 31 december 2.361 ––––––– 46.286 –––––––– v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 s ta at van baten en l as ten ov er 2012 44 op de balans per 31 december 2013 en de staat van baten en lasten over 2013 3 Reser ves en fondsen De Reserves van de Vereniging zijn beschikbaar voor panden direct in gebruik voor de doelstelling. De Reserves worden onderscheiden in Bestemmingsreserve en Overige reserve. De Bestemmingsreserve wordt aangewend voor de financiering van activa, met een omvang gelijk aan 5/8 deel van de boekwaarde van de panden. De Overige reserve dient voor verwervingen, restauraties en voorlichting, conform de doelstellingen van de Vereniging. Er zijn voor de gelden in de Overige reserve nog geen concrete projecten vastgesteld. Onder Fondsen wordt een Bestemmingsfonds verantwoord, zijnde ontvangsten van derden met een specifieke aanwending. Het totaal aan reserves en fondsen bedraagt eind 2013 € 35.347. De Vereniging maakt inzichtelijk dat tenminste 5/8 van de boekwaarde van onze panden met eigen middelen moet worden gefinancierd, vastgelegd in de Bestemmingsreserve. Het resterende 3/8 gedeelte van de boekwaarde van onze panden mag met vreemd vermogen worden gefinancierd. Door dit beleid van de Vereniging kunnen de schulden altijd binnen 8 jaar worden afgelost. Het verloop van deze reserve is als volgt: Stand per 1 januari Toevoeging vanuit Overige reserves Stand per 31 december Het verloop van de Bijzondere Bestemmingsreserves is als volgt: Stand per 1 januari Onttrekking naar Overige reserves Toevoeging vanuit Overige reserves Stand per 31 december 2013 2012 ––––––– ––––––– 27.453 1.476 ––––––– 28.929 ––––––––– 26.200 1.253 ––––––– 27.453 ––––––––– 2013 2012 ––––––– ––––––– 1.079) 1.200) (1.079) (1.200) 0) 1.079) ––––––– ––––––– 0) 1.079) ––––––––– ––––––––– Het verloop van de Overige reserves gedurende het boekjaar is als volgt: 2013 ––––––– Stand per 1 januari 4.931) Waardeaanpassingen panden 2.938) Resultaatbestemming (1.054) (582) Dotatie aan Bestemmingsfonds Dotatie aan Bijzondere Bestemmingsreseve –) Onttrekking uit Bijzondere Bestemmingsreserve 1.079) Mutatie Bestemmingsreserves (1.476) ––––––– Stand per 31 december 5.836) ––––––––– 47 In de Staat van Baten en Lasten zijn de kosten van de eigen organisatie verdeeld naar hun bestemming. De specificatie is als volgt: Mutaties in de Bestemmingsreserves vinden plaats vanuit de Overige reserves. BestemmingDoelstelling Werving baten Beheer Admin. Verwer- Instand- Voor- Eigen Acties Subsidies vingen houding lichting fondsen- derden overheden werving Bestuurskosten 6 4 2 0 0 0 0 Salarissen 95 781 187 26 50 56 11 Sociale lasten 20 165 39 5 10 12 3 Pensioenkosten 15 126 30 4 8 9 2 Overige personeelskosten 4 30 7 1 2 2 0 Reis-/verblijfkosten 9 68 2 2 2 3 0 Huisvestingskosten 8 78 2 2 2 5 11 Kantoorkosten/afschrijv. 8 73 2 2 2 4 10 Verenigingskosten (2) (3) (1) (1) (1) (1) (1) Overige algemene kosten 10 108 3 3 3 3 14 ––––– ––––– ––––– ––––– ––––– ––––– 173 1.430 273 44 78 93 50 ––––– ––––– ––––– ––––– ––––– ––––– ––––– 2012 ––––––– 5.491) 2.131) (1.560) –) (1.079) 1.200) (1.253) ––––––– 4.930) ––––––––– Het verloop van het Bestemmingsfonds is als volgt: 2013 2012 ––––––– ––––––– Stand per 1 januari 0)) 0) Toevoeging vanuit Overige reserves 698)) 0) Onttrekking tbv ‘Monument en Bed’ (116)) 0) ––––––– ––––––– Stand per 31 december 582)) 0) ––––––––– ––––––––– Bovenstaande verdeling van de kosten komt tot stand door middel van een procentuele toedeling van kosten naar rato van de tijdsbesteding van medewerkers binnen de organisatie aan de verschillende doelstellingen van de Vereniging en de inspanningen die verricht worden om de verschillende baten voor de Verenging te realiseren. Deze procentuele verdeling is door de jaren heen consistent. Bovenstaande financiële overzichten zijn ontleend aan de volledige Jaarrekening 2013 d.d. 1 april 2014, die ten kantore van de Vereniging beschikbaar is, of op www.hendrickdekeyser.nl is op te vragen. Bestuur, directeur 24 april 2014 ––––– Totaal Werkelijk 2013 12 1.206 254 194 46 86 108 101 (10) 144 ––––– 2.141 ––––– v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 Toelichting op de bal ans per 31 december 2012 en de s ta at van baten en l as ten ov er 2012 46 4 Kosten eigen organisatie Aan: Bestuur van Vereniging Hendrick de Keyser De in dit verslag op pagina 42 tot en met 47 opgenomen samengevatte jaarrekening, bestaande uit de samengevatte balans per 31 december 2013, de samengevatte rekening van baten en lasten, zijn ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening van Vereniging Hendrick de Keyser per 31 december 2013. Wij hebben een goedkeurend oordeel verstrekt bij die jaarrekening in onze controleverklaring van 24 april 2014. Desbetreffende jaarrekening en deze samenvatting daarvan, bevatten geen weergave van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden sinds de datum van onze controleverklaring van 24 april 2014. De samengevatte jaarrekening bevat niet alle toelichtingen die zijn vereist op basis van de RJ 650 Organisaties zonder winststreven en de daaruit voortvloeiende regelgeving. Het kennisnemen van de samengevatte jaarrekening kan derhalve niet in de plaats treden van het kennisnemen van de gecontroleerde jaarrekening van Vereniging Hendrick de Keyser. Verant woordelijkheid van het bestuur Het Bestuur van Vereniging Hendrick de Keyser is verantwoordelijk voor het opstellen van een samenvatting van de gecontroleerde jaarrekening in overeenstemming met de grondslagen zoals omschreven in paragraaf 1 van de toelichting. Verant woordelijkheid van de account ant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de samengevatte jaarrekening op basis van onze werkzaamheden, uitgevoerd in overeenstemming met Nederlands Recht, waaronder de Nederlandse Standaard 810. “Opdrachten om te rapporteren betreffende samengevatte financiële overzichten”. Oordeel Naar ons oordeel is de samengevatte jaarrekening in alle van materieel belang zijnde aspecten consistent met de gecontroleerde jaar-rekening van Vereniging Hendrick de Keyser per 31 december 2013 en in overeenstemming met de grondslagen zoals omschreven in paragraaf 1 van de toelichting. Den Haag, 24 april 2014 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: drs. V.W.J.A. van Stijn RA MGA 49 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 controleverkl aring van de onafh ankelijke accountant 48 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant De herleving van door dr Rob Dettingmeijer het Hooge Huys Vereniging Hendrick de Keyser heeft met steun van de BankGiro Loterij eind december 2013 het verzekeringskantoor met conciërgewoning, het Hooge Huys, in het historisch centrum van Alkmaar verworven. Het betreft een nog vrijwel gaaf gebouw uit 1931 van architect A.J. Kropholler (1881-1973). Het interieur is op veel plaatsen origineel en er is zelfs veel meubilair bewaard gebleven. Met de aankoop bevestigt de Vereniging het beleid om een zo breed en genuanceerd mogelijk beeld van de twintigste eeuw te behouden. 51 v ereniging h endrick de key s er ja arversl ag 2013 D e h e r l e v i n g va n h e t H o o g e H u y s t e A l k m a a r : e e n s y m b o o l va n d e w a a r b o r g e n va n e e n v e r z e k e r i n g s m a at s c h a p p i j 50 te Alkmaar: een symbool van de waarborgen van een verzekeringsmaatschappij Het is nog niet zo lang geleden dat vrijwel alle 20steeeuwse aandacht in de architectuurgeschiedenis en monumentenzorg leek uit te gaan naar gebouwen die tot de stroming van het Nieuwe Bouwen behoorden. Zo is een architect als Gerrit Rietveld, waar de Vereniging enige huizen van bezit, wereldberoemd terwijl buiten Nederland vrijwel niemand van zijn tijdgenoot Kropholler zal hebben gehoord. Echter binnen Nederland waren zijn ontwerpen geliefd onder de elite, zoals autoriteiten van de kerk, burgemeesters en bankdirecteuren. Als we de smaak van deze elite willen kennen dan is het niet alleen goed om de werken van Kropholler te bestuderen, maar daarbij ook op zoek te gaan naar de redenen van zijn succes. Het is opvallend dat tot op de dag van vandaag juist onder leken grote waardering is voor de bouwwerken van deze architect en voor traditioneel ogende gebouwen in het algemeen. Die belangstelling en waardering heeft in Nederland toen de overheid in de bouw meer terugtrad, geleid tot een herwaardering van wat veelal als ‘neotraditionalisme’ wordt omschreven. Het zijn waarschijnlijk de voornaamste redenen waarom bij historici, maar ook bij architecten een toenemende belangstelling voor dit zogenaamde ‘traditionalisme’ in de architectuur en de stedenbouw, is te constateren. De omgev ing Die belangstelling kan verder gevoed worden door de restauratie van een Afb. 1: Het Hooge Huys, Sint Laurensstraat 1-3, Alkmaar (foto Gabrielle de Kroon) van de markantste 20ste-eeuwse gebouwen in Alkmaar. Het pand is het eerste van een stedelijk ensemble dat bestaat uit drie verzekeringskantoren Afb. 2: Interieur van het Hooge Huys (foto Joop Elsinga) dat haar zoon ook predikant werd. Hij koos echter de ambachtsschool om zich als timmerman en later als aannemer te bekwamen. In de schoolvakanties nam hij bijles om ook kennis te nemen van de eigenschappen van verschillende bouwmaterialen. Daarna leerde hij bouwplannen vervaardigen, werkte hij bij aannemers en werd 53 daar al snel opzichter. Hij was pas achttien jaar toen hij v ereniging h endrick de key s er ja arversl ag 2013 D e h e r l e v i n g va n h e t H o o g e H u y s t e A l k m a a r : e e n s y m b o o l va n d e w a a r b o r g e n va n e e n v e r z e k e r i n g s m a at s c h a p p i j 52 zijn eerste ontwerp tekende en daarna realiseerde: een pakhuis voor de firma Wijers in Amsterdam. Het jaar daarop mocht hij een bijkantoor voor de Levensverzekerings Maatschappij ‘Utrecht’ in Leeuwarden bouwen. Zijn orderportefeuille raakte zo vol dat hij het waagde zich met zijn vriend J.F. Staal (1879-1940) te associëren. Voor ‘De Utrecht’ alleen al ontwierpen ze ondermeer in Utrecht een winkel en woonhuis aan de Choorstraat (1906) en een archiefgebouw aan de Leidseweg (1907); in Amsterdam winkels en kantoren aan het Damrak (1903-’06) en de Raadhuisstraat (1906-’07) en in Hilvarenbeek een houtvesterij met brandtoren (1905). In 1911 ontwierpen ze een atelier voor de kunstenaar J. Mendes da Costa in Laren. Hier kwam een samenwerking tussen Kropholler en Mendes da Costa uit voort, Afb. 3: Het Hooge Huys met linksachter de portierswoning en linksvoor gedeelte van het politiebureau (foto Gabrielle de Kroon) die pas zou eindigen met het overlijden van de beelden een politiebureau, alle door Kropholler ontworpen. Ze werden gesitu- houwer in 1939. De samenwerking met Staal duurde eerd aan een nieuwe straat, maar ze schijnen zich te voegen naar de oude maar tien jaar, waarna ze elkaar zelfs niet meer spraken. patronen rond de Grote Sint Laurenskerk. Het ensemble werd bekroond Naar eigen zeggen kwam Kropholler via de filosoof Schopenhauer op het met een monumentale straatlantaarn met bank, die het burgemeesterschap spoor van het katholicisme. Door persoonlijke contacten en directe visuele (1919–1934) van mr. W.C. Wendelaar gedenkt. De lantaarn is in de jaren beleving werd zijn hang naar het katholicisme groter en liet hij zich in 1908 zestig verplaatst naar een uithoek van het plein. Dit was het gevolg van in de Vondelkerk, ontworpen door P.J.H. Cuypers, in Amsterdam herdo- de gedeeltelijk uitgevoerde plannen om de Laurenskerk ‘vrij te leggen’ als pen. Deze bekering tot het katholicisme zal zeker geholpen hebben bij het onderdeel van een reconstructie van de binnenstad. Kropholler heeft zich verkrijgen van opdrachten voor de vele kerken en gebouwen voor kerkelijke zoveel mogelijk verzet tegen deze plannen en ijverde tegelijkertijd voor een instellingen. verhoging van het Hooge Huys met een verdieping. Het is dan ook alles behalve een traditionele omgeving waar de nieuwe aanwinst van de Vereni- Kerkgebouwen ging deel van uitmaakt. Het is echter een prachtig voorbeeld van hoe vaak in Een scherpzinnige analyse van het belang van die ontwerpen verscheen al een periode van modernisering tradities tot leven worden gebracht of zelfs in 1923 van de hand van J.P. Mieras, directeur van de Maatschappij tot worden uitgevonden. Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandsche Architecten, onder de titel ‘aanteekingen bij een tweetal kerken van A.J. Kropholler’. Hij consta- A.J. Kropholler (1881-1973) Afb. 4: Architect A.J. Kropholler teert dat de architect kennelijk niet geïnteresseerd is in ‘vernieuwing’ maar Alexander Jacobus Kropholler is zonder twijfel zowel door wat hij gebouwd stelt dat hij desondanks ‘een kerktype ontwikkelt dat zich onderscheidt van heeft als door wat hij geschreven heeft één van de uitvinders van wat we nu dat, hetwelk door Dr. Cuypers werd toegepast en dat deze op zoo geniale beschouwen als Nederlandse traditionele architectuur. Hij werd op 26 juli wijze aan alle mogelijke omstandigheden wist aan te passen. In plaats van 1881 in Amsterdam geboren. Alle vijf de kinderen in het gezin Kropholler dit type, het 3-beukige neo-gotische type, heeft Kropholler den kapelvorm bleken sterke musische talenten te hebben. Een zus, Margaret (Staal-Krop- als uitgangspunt voor zijn kerkbouw genomen en gepoogd deze vorm op holler, 1891-1966), werd de eerste Nederlandse zelfstandige vrouwelijke groote schaal uitgevoerd, op te voeren tot een kerktype, dat de zitplaatsen- architect. Zijn moeder, dochter van een Schotse predikant, had graag gezien moeilijkheid in het 3-beukige type zou wegnemen, zonder daarbij de pieuze Afb. 5: Lantaarn aangeboden door de burgerij ter herinnering aan burgemeester Wendelaar (foto Rob Dettingmeijer) stemming, aan dien vorm eenmaal eigen, te verliezen.’ In een reactie op dit stuk laat Kropholler beter nog dan in de vele boeken en tijdschriftartikelen die hij geschreven heeft, zijn geloof in zijn wijze van werken zien: ‘de stomme steen heeft een machtige stem. Maar alleen hij kan die stem hooren, die zelf bescheidenlijk terugtreedt, die begrijpt, dat de schoonheid door hem in de dingen als komende daaruit naar voren gebracht kan worden, maar niet komende vanuit hemzelf daaraan moet worden toegevoegd. Dit is Hüttegeheimnis.’ Dit streven is de sleutel tot zijn belangrijkste kerken: de St. Paschalis Baylon in Den Haag (1919), de H.H. Martelaren van Gorcum in Amsterdam 55 (1924-1928) en de St. Antonius Abt in Rotterdam (1929). Recent onder- v ereniging h endrick de key s er ja arversl ag 2013 D e h e r l e v i n g va n h e t H o o g e H u y s t e A l k m a a r : e e n s y m b o o l va n d e w a a r b o r g e n va n e e n v e r z e k e r i n g s m a at s c h a p p i j 54 zoek toont aan dat hij in zijn kerken, maar ook in andere bouwwerken, al vroeg gewapend beton toepaste. Zijn vaak open houten kappen zien er op het eerste gezicht traditioneel uit, maar het wordt dikwijls constructief mogelijk gemaakt door versterking en ondersteuning met staal. Ook zijn andere Afb. 6: Tekening van R. Veendorp van de St. Paschalis Baylon in Den Haag (1923) vernieuwingen in de bouw, zoals de toepassing van bijvoorbeeld ringdeuvels, aangetoond. Raadhuizen Naast kerkgebouwen ontwerpt Kropholler ook diverse raadhuizen, onder andere in Waalwijk (1929-1931), Wateringen (1938), Leidschendam (1939Een andere kernvorm van de stedelijke gebouwen is het zadeldak dat leidt een aantal formele kenmerken op die al deze ontwerpen verbindt en die tot twee topgevels die bij aanzienlijke gebouwen als trapgevels worden doen denken aan gebouwen van H.P. Berlage (1856-1934). Kropholler hield uitgevoerd. Topgevels die haaks op de dakvorm zijn aangebracht zijn uit den net als Berlage de gevels zoveel mogelijk vlak en plaatste op constructief boze. Dit zijn eigenschappen die Kropholler zelf in vrijwel al zijn publicaties belangrijke plekken accenten van natuursteen. Daarnaast wordt op belang- benoemt. rijke gebouwen beeldhouwwerk geplaatst. Met de raadhuizen verwierf Wat hij nooit noemt maar wat wel opvallend is, werd opgemerkt door J.J.P. Kropholler de meeste faam. Net als bij de kerken kiest hij voor een bouw- Oud. Oud had veel bewondering voor zijn werk, zeker toen hijzelf weer aan- type dat eenvoudiger is dan het gebruikelijke type en dat hij vervolgens ver- sluiting bij de tradities in het vak probeerde te vinden. Hij schreef in 1940 groot tot monumentale schaal. De raadhuizen voor de kleinere gemeenten op het platteland en de middelgrote steden refereren niet aan het traditionele raadhuistype dat vanaf de zestiende eeuw in de Nederlanden tot bloei is gekomen, maar zijn eigenlijk vergrote woonhuizen. Daarbij is niet eenduidig dat kleinere gemeenten kleinere raadhuizen krijgen. De monumentale buitentrap ligt soms voor de langsgevel soms voor de kopse gevel. Dergelijke keuzes lijken af te hangen van de stedenbouwkundige context. Bij de prijsvraaginzendingen voor stadhuizen in Den Haag, Leiden en Eindhoven voegt hij naar de 17de eeuw refererende torens toe, maar is het Afb. 7: Raadhuis Medemblik (1929-1931) Afb. 8: Opgaande muurwerk (foto Joop Elsinga) 1940) en Medemblik (1940-1941). Hier meer nog dan bij de kerken vallen gekozen type eerder afgeleid van Renaissance paleizen dan van de Nederlandse traditie van raadhuizen. Terugkerende kenmerken Het belangrijkste kenmerk in al het werk van Kropholler is het in baksteen uitgevoerde, opgaande muurwerk. Baksteen is goedkoop, relatief brandveilig en zeker in de handvormsteen ook genuanceerd kleurrijk. Dat geldt niet alleen voor het exterieur: ’Voor het binnenwerk, voor trappenhuizen en gangen is niets mooier dan de geglazuurde soorten van gebakken steen, die in allerlei levende tinten, in glad of ruw oppervlak ons eigenaardig nationaal product zijn en van hier over de geheele wereld reeds werden uitgevoerd’ (Kropholler 1941, 114). Afb. 9: Scheiding geglazuurd en rood metselwerk (foto Joop Elsinga) 57 v ereniging h endrick de key s er ja arversl ag 2013 D e h e r l e v i n g va n h e t H o o g e H u y s t e A l k m a a r : e e n s y m b o o l va n d e w a a r b o r g e n va n e e n v e r z e k e r i n g s m a at s c h a p p i j 56 Afb. 12: Jongetje met maquette van het Hooge Huys De opdracht De opdracht voor het Hooge Huys is daar een prachtig voorbeeld van. Afb. 10: De 5/4 menselijke maat toegepast in de wachtruimte van het trappenhuis in het politiebureau in Alkmaar. Afb. 11: Kerkplein met links het politiebureau en rechts het Hooge Huys, ca. 1941 In 1889 werd het R.K. Begrafenisfonds ‘Spes Nostra’ gesticht. De direcdat Kropholler ‘de dingen in een schaal ziet, die ik 5/4 van de menselijke teur Jan Hofstee stichtte nog geen twee jaar later de ‘Noord-Hollandsche zou willen noemen. In Alkmaar zei ik dit al eens; ook in Waalwijk [stadhuis Levensverzekeringsmaatschappij’. Het bedrijf groeide voorspoedig. In 1922 RD].’ Dit 5/4 van de maat die gewoon zijn bij deuren, vensters maar ook volgde zijn zoon, Henk (H.J.M.) Hofstee hem op. Doordat steeds vaker bij veel details, is waarschijnlijk samen met het vaak grote formaat baksteen verzekeringsmaatschappijen niet aan hun verplichtingen bleken te kunnen de oorzaak dat veel van de gebouwen eerder archetypen dan uitwerkingen voldoen, werd in 1922 een wettelijk kader door de regering vastgesteld. Dat van gebruikelijke bouwtypen lijken. Aan dit aspect besteedt Kropholler in gaf Hofstee de mogelijkheid veel kleine maatschappijen over te nemen, die zijn vele publicaties weinig tot geen woorden. Echter de lijntekeningen van niet opgewassen waren tegen de nieuwe eisen en voorschriften. Doordat hij Reurt Jan Veendorp (1905-1985) illustreren dit streven naar het produceren een steeds groter deel van het kapitaal in landelijk vastgoed belegde, kon de van beelden die zich als ‘stempels’ in het onderbewuste nestelen. Vanaf 1928 maatschappij met gemak de crisis doorstaan en in die periode zelfs groeien. werkt Kropholler samen met Veendorp die de illustraties bij de publicaties Om dat voor iedereen zichtbaar te maken, werd besloten tot de bouw van en veel presentatieperspectieven voor Kropholler verzorgt. een nieuwe hoofdvestiging op wat misschien wel de meest beladen histo- Het toepassen van deze maatvoering is misschien wel het grootste verschil rische plaats van Alkmaar is. Aan een nieuwe straat maar ongeveer op de met de theorie en de praktijk van M.J. Granpré Molière (1883-1972) en de plaats van het historische ‘het Hooge Huys’ zou een nieuw Hooge Huys Delftse School. Kropholler wordt door velen tot op de dag van vandaag ge- verrijzen. Al voor de voltooiing werden de kinderen van klanten en poten- rekend tot of tenminste sterk verwant verklaard met de Delftse School. Het tiële klanten uitgedaagd door middel van een bouwplaat een model van het gaat hierbij om een groep in Delft afgestudeerden die bij Granpré Molière nieuwe huis te bouwen. In de kelder werd een doos met foto’s van trotse in de collegebanken had gezeten en die zijn vrij complexe beschouwingen en kinderen gevonden die met hun model poseren. Van briefpapier tot sigaren- zijn schijnbaar eenvoudige en bescheiden architectuur probeerden te door- bandje en van klokje tot wenskaart, de afbeelding van het huis prijkte op alle gronden. In tegenstelling tot Kropholler, bouwde en publiceerde de hoog- producten van de levensverzekeringsmaatschappij. De naam van de vestiging leraar relatief weinig. Daarbij lijkt Kropholler zich in de loop der tijd steeds werd zelfs de naam van het bedrijf. minder tot collega’s en steeds meer tot opdrachtgevers te richten. Waar Hoe belangrijk de plek van vestiging werd gevonden is nu nog het duide- Granpré Molière zich in zijn werk steeds minder beperkte tot de Rooms- lijkst en het meest beknopt te zien in het glas-in-loodraam dat ‘het geza- Katholieke zuil, werd deze vrijwel uitsluitend de achterban en opdrachtgever menlijk personeel van binnen- en buitendienst ter gelegenheid van het Gou- van Kropholler. den Jubileum op 16 juli 1941’ aanbood. Het bevindt zich nog in het pand. Afb. 13: Voorbeeld van een ‘stempel’ Afb. 14: Glas-in-lood raam ter gelegenheid van het jubileum in 1941 (foto Joop Elsinga) Het vat in beelden de geschiedenis van het kunst’ (1941) concludeert Kropholler: Hooge Huys samen waar de toenmalige ‘Alle vooruitgang van techniek in de stadsarchivaris dr. H.E. van Gelder onder- richting van beton en ijzer ten spijt blijft zoek naar had verricht en dit publiceerde de gebakken steen onze zeer bijzondere in een boekje dat bij de opening van het inheemsche bouwstof. Ook de baksteen- gebouw verscheen. Van Gelder werd later fabricage heeft van den vooruitgang der directeur van het Gemeentemuseum te techniek geprofiteerd en de moderne Den Haag en alszodanig opdrachtge- producten dezer nationale industrie ver van het laatste monumentale werk wachten op ons architecten, om bouw van Berlage. De glasramen, die bij het en siervormen daarvoor te scheppen, rijk jubileum werden toegevoegd, tonen in aan inhoud, maar zonder uitheemsche zestien afbeeldingen de geschiedenis van brani, d.w.z. in den uiterlijk-gewonen, het Hooge Huys vanaf 1450 tot en met degelijken en eenvoudigen geest van de nieuwbouw van Kropholler in 1931. De overladen samenballing van his- ons Nederlandsche volk’. Het gekozen formaat van de baksteen is zowel een torische gebeurtenissen lijken haast in strijd met het effect dat de architect verwijzing naar de Middeleeuwen toen dit soort formaten gebruikelijk waren met het gebouw wil oproepen. Hij schrijft over het ontwerp: ’De schoon- als een manier om met minder voegen een rustiger beeld te verkrijgen. Het heid van elk gebouw komt voor een groot deel neer op: uit den aard van het gekozen formaat van de steen en de voeg waren dusdanig dat het benodigde bouwen zelf voortkomende, eenvoudig, groote (en daardoor sprekende en werk en materiaal goed ingeschat kon worden. Op een bestektekening staat voor elkeen aannemelijke) vormen.’. Dit geldt nog meer voor zijn ontwerp, de toelichting: laaghoogte reuzenmoppen 7 + 1,3 = 8,3 cm; 3 lagen reuzen- omdat het grenst aan ‘Alkmaar’s machtigst oud gebouw: de Groote Kerk’ moppen = 4 x waalvorm = 24,9 cm. 59 v ereniging h endrick de key s er ja arversl ag 2013 D e h e r l e v i n g va n h e t H o o g e H u y s t e A l k m a a r : e e n s y m b o o l va n d e w a a r b o r g e n va n e e n v e r z e k e r i n g s m a at s c h a p p i j 58 Afb. 16: Deel van de gevels aan de Sint Laurensstraat te Alkmaar (foto Gabrielle de Kroon) om dan te vervolgen: ‘De uitwendige samenstelling is zoo eenvoudig en degelijk mogelijk: 4 muren en een dak van in Wat betreft de plaatsing van de vensters in de gevel probeert hij zich een hoofdzaak twee vlakken en alles zoo effen rationele leerling van Berlage te tonen door met de onregelmatige plaatsing mogelijk. Alleen de noodzakelijkste ven- te laten zien wat voor ruimten achter de vensters liggen. Deze algemene sters zijn in de gevels, zoals het uitkwam stelling kan men in Alkmaar observeren bij het voormalige politiebureau en vlak voor elke binnenruimte geplaatst. De bij de directievertrekken en kantoorafdelingen van de verzekeringsgebou- ingang wijkt sterk af van de venstervormen wen. Opvallend is verder dat nog meer dan bij Berlage de benadrukking van en spreekt daardoor temeer. De geheele constructieve elementen in natuursteen overgeproportioneerd is uitgevoerd. bouw wordt hoofdzakelijk van steen Dat geldt voor de vensterbanken, de lateien maar meer nog voor de consoles opgetrokken, met weinig houtwerk, en zal die de aanzet en beëindiging van de trapgevels aangeven. daardoor solide worden als de Bank zelf’. Een zin die hij ook zou gebruiken voor Het meest in het oogspringend en het minst traditioneel is de hoofdtoe- het nog groter en imposanter bankgebouw gang tot het pand op de hoek van de nieuwe Sint Laurensstraat en de oude van zijn hand, de Bank van Mees Langestraat. De toegang heeft op beide straathoeken een in natuursteen (1930-’34 / 1946-’50) in Rotterdam. uitgevoerde boog in de vorm van een driepas. De natuurstenen blokken die de basis vormen van de peilerhoeken van de muurvlakken zijn een voortzet- Afb. 15: Het Hooge Huys met de Grote Laurenskerk en de herdenkingslantaarn op haar oorspronkelijke plek, ca. 1935 Het meest opvallend aan het Hooge Huys ting van de plint van de twee gevels. De oplossing van de toegang op de zijn de enorme vlakken van grote hand- hoek is waarschijnlijk gekozen vanwege de behoefte om aan beide straten vormbakstenen. In zijn bekendste publica- een monumentale toegang te maken. In de theorie van de architect is de tie, ‘onze nederlandsche baksteen-bouw- gevel die bekroond wordt door de steile trapgevel het meest geëigend voor Afb. 17: Prentbriefkaart van het Hooge Huys, jaren ’30 61 Afb. 19: Terracotta reliëf met twee vissen (foto Gabrielle de Kroon) Afb. 18: Tondo met pelikaan die haar jongen voedt (foto Gabrielle de Kroon) Afb. 20: Lage muur met toegangshek en twee leeuwen (foto Gabrielle de Kroon) v ereniging h endrick de key s er ja arversl ag 2013 D e h e r l e v i n g va n h e t H o o g e H u y s t e A l k m a a r : e e n s y m b o o l va n d e w a a r b o r g e n va n e e n v e r z e k e r i n g s m a at s c h a p p i j 60 Het pleintje aan de achterzijde van het pand vormt de entree naar de diensttoegang tot het souterrain. Deze is groot, omdat een verzekerings- de toegang. De opdrachtgever zal gekozen hebben voor de langsgevel die maatschappij bij uitstek is gediend met een uitvoerige administratie en het meest in het zicht ligt. Het belang van de kopse gevel wordt nog eens archiefvorming. De lage muur en het toegangshek geflankeerd door twee benadrukt door een tondo tussen de grote ramen van de tweede verdieping, schilddragende leeuwen, versterken de doorlopende Sint Laurensstraat. De een in reliëf gebeeldhouwd symbool van de naastenliefde, een pelikaan die muur is misschien een verwijzing naar de muur die het vroegere Hooge met haar eigen bloed haar jongen voedt. Veel bescheidener is het terracotta Huys van de straat scheidde. Kropholler tekende ter hoogte van de tweede reliëf van twee vissen, het veronderstelde wapen van Cabeliau, bewoner van bouwmassa, dat nu Princenhof heet, een haaks daarop staande muur voor- het voormalige Hooge Huys en de bevelhebber van de troepen die zorgden zien van poorten. Deze sloot aan op de zij- en achtergevel van het politie- voor ‘Alkmaars Victorie’. bureau. Zo zouden de aldus gevormde ruimten de beslotenheid van het Het pand wordt bekroond door de steile, met leiengedekte maar functieloze Kerkplein benadrukken en zou de Langestraat visueel de enige doorgaande kap. Volgens de theorie van de architect benadrukt dit de voornaamheid van straat zijn. Zowel in het archief van de architect als in de aan de Vereniging het gebouw. overgedragen stukken zijn verschillende voorstudies of ideeënschetsen bewaard. Zo is er een fraaie, maar zwaar verkleurde aquarel van een variant op de gevel waarbij de kopse kant niet aan de Langestraat, maar aan het Kerkplein ligt. Een schets van Veendorp laat die oplossing ook zien met een aansluitend poortgebouw dat in dit geval de St. Laurensstraat visueel zou hebben afgesloten. Deze oplossing, maar ook de gekozen oplossing met de verlenging van de gevel langs de Langestraat, gedekt door een dwarskap, zal zeker niet Krophollers eerste keuze geweest zijn. Inter ieur Binnen wordt de waardigheid van het voor het publiek toegankelijke deel vooral benadrukt door een monumentaal trappenhuis uitgevoerd in witgeglazuurde baksteen op de plek waar traditioneel houten lambriseringen zouden zijn aangebracht en zandsteenkleurige baksteen daarboven. Het geheel is met gewelven gedekt. Kropholler was zo tevreden over het trappenhuis dat hij een foto van dit interieur in een aantal van zijn publicaties gebruikte. Om het pand te betreden moest de bezoeker onder een van de zware bogen door naar het portiek om vervolgens de trap te bestijgen. Hij kon dan worden waargenomen door de portier en moest vervolgens door de zware, meestal voor de helft geopende deur. De deur was met koper beslagen. Daarna kwam men in de vestibule, waarna men via een draaideur in de hoofdhal kwam. Afb. 21: Pleintje achter het Hooge Huys (foto Joop Elsinga) Afb. 22: Plattegrond van de stedenbouwkundige situatie met in de Sint Laurensstraat het voorgenomen poortgebouw ingetekend (archief Kropholler) Op de vloer van de hal liggen grote lichte tegels van Comblanchien, een 62 63 schouderhoogte uitgevoerd in wit geglazuurde baksteen, daarboven in rode steen. Boven de deuren naar de directiekamer c.q. vergaderzalen zijn reliëfs met de wapens van Alkmaar en Noord-Holland aangebracht. De toegangen tot de kamers rond de hal en de trap naar boven zijn overeen- Afb. 24: Hal (foto Joop Elsinga) Afb. 25: Detail hal (foto Joop Elsinga) komstig het buitenportiek vormgegeven. De scheiding tussen de kamers aan de Langestraat en de hal wordt gevormd door een vrijstaande zuil met een schacht van Comblanchien, die twee bogen ondersteunt. Afb. 23: Wachtruimte met glazen bouwstenen (foto Joop Elsinga) Afb. 26: Begane grond van het Hooge Huys, schaal 1:50, negatief van originele blauwdruk Afb. 27: Doorsnede van het Hooge Huys, schaal 1:50, negatief van originele blauwdruk v ereniging h endrick de key s er ja arversl ag 2013 D e h e r l e v i n g va n h e t H o o g e H u y s t e A l k m a a r : e e n s y m b o o l va n d e w a a r b o r g e n va n e e n v e r z e k e r i n g s m a at s c h a p p i j kalksteensoort. De muren zijn tot 65 Afb. 29: Wand met sterrenbeelden (foto Joop Elsinga) Afb. 30: Sterrenbeeld (foto Joop Elsinga) Na de bouw van de Princenhof (1933) en het politiebureau (1936) stopte Kropholler’s bemoeienis met Alkmaar niet. In 1961 was hij ook betrokken bij de sobere uitbreiding aan de Sint Laurensstraat, de Hof van Teylingen, en de verhoging van de Princenhof met een bouwlaag. Een groot deel van de uitwerking werd verzorgd door de huisarchitect van het Hooge Huys’, N. Bijl. Met Bijl ijverde hij ook nog voor een verhoging van het eerste bouwwerk, dat zijns inziens het belang van de zetel van de directie in het totaal zou herstellen. De gemeente en haar adviesorganen waren fel tegen Afb.28: Kantoorvertrek (foto Joop Elsinga) Een van de rijkst gedetailleerde kantoorvertrekken heeft wanden met nissen, ‘deze aantasting van het stadsbeeld’, terwijl ze wel korte tijd later het zware houten kasten met ijzerbeslag, glas-in-lood-ramen en de dierenriem ensemble verstoorden door de verplaatsing van de monumentale lantaarn als teken van het verloop der tijd in geglazuurde tegels. Het plafond bestaat met zitbank en zelfs forse sloop en rooilijncor- uit zware houten balken die het gewapende beton waarin het plafond is recties elders aan het Kerkplein niet schuwden. uitgevoerd, verhullen. Het schone metselwerk is net als de ingebouwde kas- Het is boeiend om in de archieven te vinden ten allemaal gericht op het overbrengen van een gevoel van robuustheid en dat Kropholler uit nogal onverwachte hoek een betrouwbaarheid, verwijzend naar het traditionele woonhuis van de burgerij. medestander van zijn uitbreiding vond: prof. Echter de soberheid die de ruimte uitstraalt, is mogelijk dankzij de toe- dr. ir. J.H. van den Broek, de eerste hoogleraar passing van centrale verwarming. Vroeger zouden de wanden een minder bouwkunde in Delft behorende tot ‘de mo- robuuste uitstraling hebben gehad door de wandtapijten die het verblijf derne stroming’. Die stroming die Kropholler aangenamer maakte. Hier wordt traditie en degelijkheid gesuggereerd maar altijd in zijn geschriften bestreden had. Van een nieuw totaalontwerp, een ‘Gesamtkunstwerk’ gepresenteerd. In zijn den Broek is het met hem eens dat de Princen- publicaties geeft Kropholler altijd aan hoe wezenlijk hij juist ‘de kunstroe- hof te hoog is geworden in vergelijking met ping’ vindt: ‘Tot de natuurlijke gaven, die in de mens sluimeren, en hem het hoekgebouw. In een aantal perspectieven, gegeven zijn om zich te verheffen boven het individueel zijn en welzijn, heeft vervaardigd door Veendorp, wil Kropholler dit in alle tijden het scheppen van kunst behoord: hierdoor hebben tallozen hun aantonen met behulp van de suggestie van Van verheuging gezocht in die van anderen op wier aangezicht zijn nimmer een den Broek door de nieuwe vensters samen met glans van dankbaarheid konden aanschouwen zonder dit ook te verlangen: de oude tot een verticale compositie te maken. alleen gedreven door de wil om voor anderen het hoogste te leveren, waar- Het was dus mogelijk geweest dat het Hooge toe zij zich in staat gevoelden. Het is uit dit oogpunt, dat men de kunst- Huys net als de Princenhof een extra verdieping schepping, ook die der bouwkunst, moet beschouwen om haar plaats in het had gekregen en daarmee ook weer het hoogste leven te kunnen begrijpen’ (Kropholler 1953). gebouw was geworden. Afb. 31: Tekening van Veendorp met uitgewerkte suggestie van Van den Broek; het Hooge Huys verhoogd met een verdieping en doorgetrokken vensters over twee verdiepingen. v ereniging h endrick de key s er ja arversl ag 2013 D e h e r l e v i n g va n h e t H o o g e H u y s t e A l k m a a r : e e n s y m b o o l va n d e w a a r b o r g e n va n e e n v e r z e k e r i n g s m a at s c h a p p i j 64 Kropholler lijkt in zijn hang naar uitdrukking geven aan de Geraadpleegde bronnen en literatuur volksgeest en het bezingen van vakmanschap en de schoon- Archief A.J. Kropholler en R.J. Veendorp, Collectie Het Nieuwe Instituut, heid van de baksteen een aartsconservatief, maar weliswaar Rotterdam. Huisarchief ’t Hooge Huys, nu op kantoor van Vereniging vaak gemaskeerd door meer traditionele materialen, past Hendrick de Keyser. hij veel nieuwe technieken toe. Ook durft hij meer dan de • Amsterdam-Coelingh, M. van, ‘A.J. Kropholler en ’t Hooge Huys’, in: ver buiten de landsgrenzen te kijken en gaat hij zich steeds Oud Alkmaar 25 (2001) 2, 1-8. meer verdiepen in de kunst en filosofie van het Oosten. • Derks, A; J.-J. Kuyt, J. Roding, M.J. Kropholler (1881-1973). Terugkeer De reputatie van Kropholler heeft veel geleden door zijn gen. Ook zijn weigering om de afwijzing van zijn plannen tot de hollandse architectuurtraditie, BONAS-reeks, Rotterdam 2002. • Dresch, N.J.M.; H.E. van Gelder, A.J. Kropholler, Het Hooge Huys. Het nieuwe kantoorgebouw van de Noord-Hollandsche Levensverzekerings maatschappij van 1891 te Haarlem. s.l., s.a. [1931]. • Fanelli, G., Moderne architectuur in Nederland 1900 – 1940, voor de stadhuizen van Den Haag en Leiden te accepteren ’s-Gravenhage 1978, i.h.b.172-177; 284-286. en zijn geslaagde pogingen om daarbij de publieke opi- • Fasel, W.A., ’t Hooghe Huys. Alkmaar 1986. nie zijn kant te laten kiezen, zette veel kwaad bloed. Hij • Kila, J.D., ‘’t Hooge Huys, een oud Alkmaars bedrijf’, in: zag zijn gelijk echter bevestigd toen Rotterdam in 1941 Oud Alkmaar 25 (2001) 2, 9-20. het leed van het bombardement trachtte te verwerken met • Hannema, D. et al, Nederland bouwt in baksteen. 1800-1940, de expositie in Museum Boymans, ‘Nederland bouwt in cat. Museum Boymans, Rotterdam 1941. baksteen 1800–1940’, waarbij verschillende ontwerpen • Knuttel, G., A.J. Kropholler, reeks Nederlandsche bouwmeesters 4, van Kropholler, waaronder de raadhuizen te Leidschendam Amsterdam s.a. [1928]. (1940) en Waalwijk (ontwerp 1929) en het politiebureau te • Kropholler, A.J., Bouwkunst als levensuiting, Amsterdam/Antwerpen Alkmaar (1937), werden gepresenteerd als inspiratiebron s.a. [1936]. voor de Wederopbouw. Hij deed er zelf in dat jaar nog een • Kropholler, A.J., Lijn en vorm, Amsterdam/Antwerpen s.a. [1936]. schepje bovenop met zijn publicaties ‘onze nederlandsche • Kropholler, A.J., Het licht en de kleuren in de bouwkunst en baksteen-bouwkunst’ en ‘over bouwstijl vroeger en nu’. Zijn stelde dat hij op een naïeve wijze zijn gelijk had willen halen tegenover o.a. kunstnijverheid, Amsterdam/Antwerpen [1936]. • Kropholler, A.J., Kunst en leven. Lijn en vorm, licht en kleur in bouw- en aanverwante kunst , Amsterdam/Antwerpen s.a. [1938]. • Kropholler, A.J., Onze Nederlandsche baksteen-bouwkunst. Met voorbeelden van hedendaagsche toepassing door den schrijver, de BNA en veroordeelde hem tot een geldboete en een publicatieverbod Den Haag 1941. tot 1950. Hij kon wel gewoon blijven doorbouwen, wat hij ook met veel • Kropholler, A.J., Over bouwstijl vroeger en nu, Amsterdam 1941. weigering om zich neer te leggen bij de heersende mening van zijn vakgenoten, zoals die door de BNA en door zijn collega’s in jury’s en schoonheidscommissies werd uitgedra- Afb.32: Detail van de hal (foto Joop Elsinga) triomfantelijke uitingen, in één Duits en Nederlandse tijdschriften, dat het althans met de volksuiting in de architectuur en kunsten de goede kant op leek te gaan, zorgde voor ernstige reputatieschade na de oorlog. De Ereraad succes deed. Door deze veroordeling leek de kunstkritiek nu toch een kans • Kropholler, A.J., Bouwkunst in de 20ste eeuw, Amsterdam 1953. te zien om althans een deel van de traditionele architectuur gelijk te stellen • Kropholler, A.J., Wat is bouwkunst? Afgezien van de kunst om zich met ‘rechts bouwen’ en de moderne architectuur met ‘links bouwen’ en dus tegen kou, vocht en ongewenst bezoek te vrijwaren, Den Haag s.a. goed bouwen, zoals J.J. Vriend nog in 1974 deed. De levensverzekerings- [1965]. maatschappij bleef ook na de oorlog zeer succesvol en zocht eerst uitbrei- • Mieras, J.P., Aanteekeningen bij een tweetal kerken van A.J. Kropholler, ding door het monument Huis De Dieu (1743) te kopen. Later waren er ’s-Gravenhage 1923. ook uitbreidingen, maar uiteindelijk werden de panden toch verlaten om • Stenvert, R., Biografie van de baksteen 1850–2000, Zwolle/Amersfoort een groot nieuw kantoor te bouwen. Het complex werd in 1984 verkocht 2012. aan het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten. De oorspronkelijke gebouwen • Vriend, J.J. Links bouwen – rechts bouwen, Amsterdam 1974. werden ondergebracht in een Stichting. Later werden deze panden verhuurd • Wijkmans, J., Glasraam aangeboden aan de Noord-Hollandsche Levens- aan Reaal, die het Bouwfonds weer had overgenomen. Toen was de cirkel verzekerings-Maatschappij van 1891 N.V. te Alkmaar, op 16 Juli 1941, ter gelegenheid van de viering van het Gouden Jubileum door het gezamenlijke personeel van binnen- en buitendienst, s.a., s.l. rond. Reaal besloot echter van deze locatie te vertrekken. Dit gaf Vereniging Hendrick de Keyser de mogelijkheid om het oudste, rijkst ingerichte en gaafste pand aan de Sint Laurensstraat te verwerven. Er wordt gezocht naar een oplossing voor de leegstand van de andere panden, maar die is helaas nog niet gevonden. ■ 67 v ereniging h endrick de key s er ja arversl ag 2013 D e h e r l e v i n g va n h e t H o o g e H u y s t e A l k m a a r : e e n s y m b o o l va n d e w a a r b o r g e n va n e e n v e r z e k e r i n g s m a at s c h a p p i j 66 meeste aanhangers van de Delftse en later de Bossche School Bijzondere interieurafwerking in een eenvoudig pand De restauratie van het 16de-eeuwse huis Hinthamerstraat 138 in ’s-Hertogenbosch 69 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h 68 Dit artikel beschrijft de complexe restauratie van Hinthamerstraat 138. Afb. 1: Hinthamerstraat 138 (foto Arjan Bronkhorst) De grote schat zijn de zeldzame 16de-eeuwse muurschilderingen in de opkamer van het achterhuis. Maar ook de laat 19de-eeuwse winkelafwerking is bijzonder en zeldzaam. door ir Harriën van Dijk Naast de uitzonderlijke kwaliteit van de muurschilderingen verkeerde het pand in een uitzonderlijk slechte staat. De combinatie van de kwetsbare, fragiele interieurafwerking en de bouwkundige werkzaamheden maakte de restauratie tot een hachelijke opgave. Begin 2010 verwierf Vereniging Hendrick de Keyser een schijnbaar eenvoudige huis aan de Hinthamerstraat in ’s-Hertogenbosch. Met de bepleisterde, 19de-eeuwse lijstgevel lijkt het pand zich als een normaal winkelwoonhuis in het Bossche straatbeeld te voegen. Maar schijn bedriegt. Achter de voorgevel blijkt namelijk een bijzonder pand schuil te gaan met een grote rijkdom aan historische interieurafwerking. De bouwgeschiedenis Afb. 2: Slijpersstraatje, scheefstand zijmuur (foto Arjan Bronkhorst) Het huis is gelegen aan de Hinthamerstraat, een van de drie uitvalswegen van ’s-Hertogenbosch. Links van het pand loopt het Slijpersstraatje dat het achterterrein met de Hinthamerstraat ontsluit. Rechts bevinden zich twee buurpanden, waarvan het rechter pand grenst aan de Binnendieze, die de Hinthamerstraat onderdoor steekt en afbuigt om achter de panden langs richting de Markt te stromen. Het bouwblok bestaat dus uit welgeteld drie panden. Aan het metselwerk en de scheefstand van de linker zijmuur – die zichtbaar is in het Slijpersstraatje – is af te lezen dat het pand veel ouder is dan de voorgevel doet vermoeden. De zijmuren staan bijna een halve meter uit het lood en ook de vloeren lopen naar rechts af. Om de scheefstand te verdoezelen is de voorgevel in de 19de eeuw als een rechte schijf voor het pand gemetseld. Doordat deze voorgevel al rekening houdt met de scheefstand wordt duidelijk dat de verzakking niet van de laatste tijd is. Vermoedelijk is de rij van drie huizen al vrij snel na de bouw richting de Binnendieze verzakt. De andere twee panden zijn beide ingrijpend verbouwd en vernieuwd. Hinthamerstraat 138 leunt nu als het ware als een oud baasje tegen de andere twee panden aan die hem overeind houden. Voorhuis Achterhuis Tweede achterhuis Afb. 3: Dwarsdoorsnede Hinthamerstraat 138 (tekening Harriën van Dijk) 71 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h 70 Voorhuis Achterhuis Het rechter dakvlak heeft nog de eiken sporen, het linker dakvlak is helaas Kelder Afb. 4: Plattegronden Hinthamerstraat 138 (tekeningen Harriën van Dijk) Begane grond Eerste verdieping Zolder een keer vernieuwd waarbij de sporen zijn verlengd om een dakoverstek Begin 16e eeuw langs de linker zijmuur te creëren. Het voordakschild is in de 19de eeuw Midden 16e eeuw aangebracht ter vervanging van de (houten) topgevel. Het gehele dak is 17e eeuw onbeschoten en voorzien van een mix van rode en gesmoorde, oudhollandse 19e eeuw dakpannen. Het historische casco is voor een groot deel behouden gebleven. Alleen de (waarschijnlijk) houten voorgevel is vervangen door een stenen exemplaar. Het muurwerk bestaat op de begane grond uit anderhalf steens metselwerk Uit dendrochronologisch onderzoek blijkt het eikenhout van zowel de en is op de verdieping in steens metselwerk uitgevoerd. Het gehele pand is samengestelde balklagen als van de kapconstructie omstreeks 1545 te zijn eenduidig, met dezelfde baksteen opgemetseld, waaruit blijkt dat het pand gekapt, waarbij aangenomen kan worden dat het huis omstreeks die tijd is in één keer tot stand is gekomen. Het voorhuis wordt via de voorgevel van gebouwd. Een datering omstreeks het midden van de 16e eeuw lijkt dan daglicht voorzien, het achterhuis op beide verdiepingen via twee vensters in ook aannemelijk. de linker zijgevel. Aan de ontlastingsbogen in het metselwerk is zichtbaar 1 dat de gevelopeningen in de zijgevel oorspronkelijk in het metselwerk zijn Het 16de -eeuwse bouw volume aangebracht. Alleen het voorste raam op de begane grond is een halve meter Het 16de-eeuwse bouwvolume staat op een smal en diep erf en bestaat uit naar achteren verplaatst. De zolderverdieping kreeg daglicht via twee ramen twee bouwlagen en een zolderverdieping. Het volume is door een brand- in de achtergevel, die in verband met de slechte bouwkundige staat van de muur opgedeeld in een voor- en achterhuis. Oorspronkelijk bevonden de achtergevel allebei waren dichtgemetseld. Oorspronkelijk was de achtergevel stookplaatsen zich tegen de brandmuur. Op de zolderverdieping liep als trapgevel uitgevoerd, maar deze is in de loop van de tijd gewijzigd in een alleen het gecombineerde rookkanaal door. Het rookkanaal moet de kap- tuitgevel. constructie ondersteund hebben. 1 Resultaten dendrochronologisch onderzoek, Preßler GmbH, Planung und Bauforschung (Gersten Emsland 5 februari 2010). Op zolder staan ter plaatse van het voorhuis twee spanten, ter plaatse van het Achter het hoofdvolume bevindt zich een lager bouwvolume dat van oudere achterhuis één. Alle onderdelen van de spanten zijn van telmerken voorzien: datum is dan het hoofdvolume. Uit bouwhistorisch onderzoek is gebleken die op de jukken zijn met een beitel aangebracht en die op de geschoorde dat de achtergevel van het hoofdvolume is gebouwd bovenop de getrapte nokstijlen zijn gezaagd. De nummering van de telmerken wordt ter plaatse voorgevel van dit lagere bouwvolume. Vermoedelijk dateert dit huidige, van de brandmuur niet onderbroken waaruit blijkt dat daar ook nooit een tweede achterhuis uit het begin van de 16de eeuw. Oorspronkelijk was het spant heeft gestaan. eens zo diep, maar het achterste deel is voor een nieuwbouw rond 1980 Tweede achterhuis Afb. 5: Lengtedoorsnede Hinthamerstraat 138 (tekening Harriën van Dijk) gesloopt. Een dichtgemetseld kruiskozijn in de rechter zijgevel geeft aan dat het volume oorspronkelijk vrij stond en later aan de rechter zijde is ingebouwd. Het tweede achterhuis heeft één bouwlaag met een zolderverdieping. De constructie bestaat uit een samengestelde eiken balklaag, waarvan in de huidige bebouwing slechts twee balkvakken resteren. De moerbalk was oorspronkelijk onderdeel van een houtskeletconstructie, 73 waarvan de muurstijlen en de schoren zijn v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h 72 verwijderd. Aan de raveling tegen de voormuur is zichtbaar dat hier een groot rookkanaal heeft gezeten, die al in de 19de eeuw verwijderd moet zijn geweest. Afb. 6: Gewelfkelder onder het voorhuis (foto Arjan Bronkhorst) Het gehele hoofdvolume is onderkelderd. Dit is uitzonderlijk in ’s-Hertogenbosch omdat dit voornamelijk rond de Markt voorkomt en de meeste panden in de omliggende straten alleen een kelder onder het achterhuis hebben. De kelder onder het voorhuis bevindt zich geheel onder het maaiveld en is voorzien van een tongewelf met steekgewelven tegen de rechter zijmuur. Aan de bouwsporen is zichtbaar dat deze kelder oorspronkelijk vanaf de straat toegankelijk is geweest, en tevens een uitgebouwde kelder heeft gehad onder de straat. De kelder onder het achterhuis is opgezet volgens de standaard Bossche De indeling van het hoofdvolume bestaat zoals gezegd uit een voor- en huistypologie en bevindt zich half onder en half boven het maaiveld. De achterhuis. Op de begane grond is het voorhuis opgedeeld in een winkel- meeste Bossche kelders zijn echter gedekt met een gewelf, terwijl deze kelder ruimte met een insteekverdieping tegen de brandmuur. Deze indeling is in is voorzien van een samengestelde balklaag (moer- en kinderbintenplafond). het tweede kwart van de 19de eeuw tot stand gekomen, maar gaat mogelijk Hiervan was alleen nog de moerbalk aanwezig. De kinderbinten zijn in de terug op een oudere indeling. 19de eeuw vervangen door nieuwe balken, waarbij de overspanning van Het achterhuis is opgedeeld in een opkamer boven de kelder en een gang richting is gewijzigd. Via een gemetseld trapje is de kelder via het tweede langs de rechter zijmuur. De gang ontsluit het tweede achterhuis met het achterhuis toegankelijk gemaakt. Oorspronkelijk zal de kelder via een trapje voorhuis. De indeling van opkamer met gang komt in ’s-Hertogenbosch bij de brandmuur bereikbaar zijn geweest. Een dichtgemetselde toegang veel voor en is typologisch voor het standaard type Bossche woonhuis. vanaf de steeg laat zien dat de kelder van het achterhuis oorspronkelijk ook Een inpandige gang maakte het achterterrein vanaf de straat toegankelijk.2 vanaf het Slijpersstraatje toegankelijk is geweest. Toch blijkt deze standaard indeling pas in de 17de eeuw te zijn aangebracht. Afb. 8: Opkamer met schilderingen, na restauratie (foto Arjan Bronkhorst) Oorspronkelijk besloeg de opkamer de gehele breedte van het pand. Door de steeg links van het pand was het namelijk mogelijk het achterterrein buitenom te bereiken en was een inpandige gang geen noodzaak. Mogelijk was het tweede achterhuis oorspronkelijk helemaal niet met het hoofdhuis verbonden en werd het zelfstandig gebruikt. Met het realiseren van de gang in de 17de eeuw kwam in ieder geval een interne verbinding tot stand en werd een gecombineerd gebruik gefaciliteerd. De 16de -eeuwse inter ieuraf werk ing van de opkamer In de 16de-eeuwse, brede opkamer was oorspronkelijk de samengestelde balklaag in het zicht gelaten, met onder de moerbalken geprofileerde sleutelstukken. Tegen de brandmuur bevond zich een brede stookplaats, met daarnaast de toegangsdeur vanaf het trappenhuis. Het daglicht viel via Afb. 7a en b: Kelder onder het achterhuis tijdens restauratie (foto Harriën van Dijk) en na restauratie (foto Arjan Bronkhorst) twee (kruis)vensters in de zijgevel de ruimte binnen. 2 In veel gevallen liep de Binnendieze achter de percelen langs, die werd benut als aanvoerroute voor goederen en materialen, Ad van Drunen, ’s-Hertogenbosch, van straat tot stroom (Zwolle 2006). 75 Afb. 9 a en b: Muur met twee vogels voor restauratie (foto Harriën van Dijk) en na restauratie (foto Arjan Bronkhorst) v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h 74 Al snel na aanvang van het bouwhistorisch onderzoek bleek dat het pand achter latere witsel- en pleisterlagen en vele lagen behang een bijzondere schat verborgen hield. Op een plek waar een stuk bepleistering van de muur was gevallen kwam een fragment van een muurschildering in het zicht. Dit was aanleiding om te onderzoeken of er meer fragmenten aanwezig waren. De verbazing was groot toen bleek dat de gehele opkamer met een fraaie, laatgotische schildering met fantasiebloemen en allerlei dieren afgewerkt is geweest en deze nog voor een groot deel aanwezig was. In ’s-Hertogenbosch worden wel vaker fragmenten van muurschilderingen aangetroffen.3 Echter, het behoud van zo’n complete ruimteafwerking is uitzonderlijk. Het feit dat kersfamilies. Het lijkt dus aannemelijk dat de eigenaren welvarende bakkers de muurschilderingen als eerste afwerking op de oorspronkelijke bepleiste- waren die het zich konden veroorloven om de opkamer te laten voorzien ring zijn aangebracht en tot de eerste afwerkingsfase van het huis behoort, van deze kostbare muurschilderingen. Op grond van de verschillende fiscale maakt de schilderingen nog uitzonderlijker. Met de dendrochronologische bronnen komen de opeenvolgende eigenaren Petrus die Becker (1520), Jan datering van het hout van het huis in het midden van de 16de eeuw zijn Symons en Symon Janss (1573), gevolgd door bakkerse Lysken Goossen gelijk ook de muurschilderingen gedateerd. Roeloffs (omstreeks 1600) in aanmerking als opdrachtgever voor het laten aanbrengen van de fraaie muurschilderingen. Een mogelijke conclusie zou Op stilistische gronden lijkt deze datering echter enkele decennia te laat.4 echter ook kunnen zijn dat het aanbrengen van dergelijke muurschilderin- Ook omdat vergelijkbare muurschilderingen omstreeks 1522 in de nabij gen in ‘gewone’ huizen in de late middeleeuwen veel gebruikelijker was dan gelegen Sint Jan zijn aangebracht.5 wij nu denken omdat veel schilderingen verloren zijn gegaan of niet worden Ondanks de latere datering zijn de schilderingen van grote kwaliteit en opgemerkt. Meer systematisch onderzoek naar muurschilderingen zou hier doen ze in artistiek en technisch opzicht niet onder voor die in de Sint Jan. uitsluitsel over kunnen geven. Een zelfde schilder of groep schilders uit dezelfde school is dan ook niet 3 4 5 6 Door systematisch interieuronderzoek door Maike Tjon A Kauw van de gemeentelijke dienst Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten worden veel vondsten gedocumenteerd en is in ’s-Hertogenbosch relatief veel bekend over muurschilderingen en interieurafwerking. Volgens W. Haakma Wagenaar (kunsthistoricus en restaurator) lijkt een datering omstreeks 1550 onwaar- schijnlijk laat. Bouwhuis & Journee, Conservatierapport 2012, muurschilderingen kelderkamer + gang, Hinthamerstraat 138, ’s-Hertogenbosch (Arnhem/ Deventer, 20 december 2012). Paul le Blanc, Kerk in kleur; De middeleeuwse schilde- ringen in St-Janskathedraal te ’s-Hertogenbosch (’s-Hertogenbosch 2002). Archiefonderzoek Hinthamerstraat 138, Ester Vink, Het blok Hinthamerstraat tussen het Slijpersstraatje en de Binnendieze, Hinthamerstraat 138, 140 en 142/144 (Nieuwaal 2006). uitgesloten. De laatgotische muurschilderingen bestaan uit een abstract fantasie(bos) Hierbij rijst de vraag waarom zulke kostbare schilderingen zich in zo’n stan- landschap van bladranken met grote fantasiebloemen en bloemknoppen, daard type winkel-woonhuis bevinden. De enige bouwkundige afwijking waartussen zich allerlei dieren bevinden als een vos, ree, hert, hond, haas ten opzichte van de gangbare Bossche winkel-woonhuizen is dat de opkamer en verschillende vogels waaronder een uil. De ranken hangen hoog in de een bredere maat had dan de gebruikelijke opkamers. ruimte tegen de samengestelde balklaag aan en lopen aan de onderkant uit Uit het archiefonderzoek blijken eveneens geen bijzonder voorname eige- tegen de kalkkleurige achtergrond van de bepleistering. Tussen de vensters naren of bewoners die de kostbare muurschilderingen kunnen verklaren.6 bevindt zich een engel met krulharen die de rechter arm voor de borst Vanaf het begin van de 15de eeuw tot ver in de 17de eeuw is het perceel houdt. Over de schouder lijkt een rood kleed te zijn gedrapeerd. Door het in eigendom van opeenvolgende generaties bakkers, die er ook werkelijk naar achteren verplaatsen van het voorste venster is een deel van de engel woonden en werkten. Hierbij moet gezegd dat de panden in deze periode jammerlijk verloren gegaan en ontbreekt een van de prachtige vleugels. Ook niet met zekerheid gekoppeld kunnen worden aan personen en mogelijk een de onderste helft ontbreekt helaas doordat de onderste zone van het pleis- verschuiving heeft plaatsgevonden waarbij de naastliggende bebouwing een terwerk een keer is vernieuwd. Op de rechter zijmuur – de huidige muur in rol speelt. Echter ook dan geeft het archief geen alternatief voor de bak- de gang – springt tussen verschillende dieren een hert met in het gewei het Afb. 10 a en b: Engel voor restauratie (foto Harriën van Dijk) en na restauratie (foto Arjan Bronkhorst) 77 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h 76 De tekst heeft een stichtelijk karakter en roept op tot zorgzaamheid en terughoudendheid. Letterlijk luidt de tekst: ”Mensche vrest godt en soeckt de(n) vrede en doet een aender als ghij wijlt, datmen u de(de). Soo wije benijt ee(n) anders profijt selden eest dat hij bedijt”, wat vrij vertaald neerkomt op het gezegde: ”wat gij niet wilt dat u geschiedt doe dat ook een ander niet”. De vormgeving van de cartouche doet Afb. 11: Renaissance cartouche (foto Arjan Bronkhorst) kruis van Sint Hubertus, de beschermheilige van de jacht. De veelheid van sterk denken aan (architectonische) voorbeelden uit de 16de eeuw. De schil- dieren en dit symbool doen een relatie van de opdrachtgever met de jacht dering is zodanig vakkundig opgezet en mooi uitgewerkt dat het gebruik vermoeden. De muurschildering op de achtermuur is helaas voor een groot van een voorbeeld aannemelijk was. Al snel werd gedacht aan de Antwerpse deel verloren gegaan. Door de slechte bouwkundige staat van de achtermuur tekenaar en schilder Hans Vredeman de Vries. Dit bleek inderdaad het geval en het verplaatsen in de 17de eeuw van de stookplaats van de brandmuur te zijn. De muurschildering is op een paar kleine details na een exacte weer- naar de achtermuur zijn de muurschilderingen hier alleen fragmentarisch gave van een voorbeeldprent uit de in 1555 in Antwerpen uitgegeven serie behouden gebleven. Mogelijk heeft hier Sint Hubertus zelf gestaan, wat ‘Multarum Variarumque’.7 Afb. 12: Voorbeeldprent van Hans Vredeman de Vries de aanwezigheid van de engel zou verklaren die in de legende Hubertus oproept om het ambt van bisschop te aanvaarden. Dit zou ook verklaren Na verloop van tijd is ook deze renaissance cartouche overschilderd met wit- waarom bijna alle dieren op de achtermuur zijn gericht of achterom kijken kalk. De ruimte is twee keer wit geschilderd voordat de opkamer in de 17de richting de achtermuur. eeuw werd verbouwd en de gangmuur werd geplaatst. Met het realiseren van de gang werd de opkamer smaller. De schouw tegen de brandmuur werd Deze laatgotische schilderingen zijn echter niet de enige muurschilderingen verwijderd en vervangen door een smaller exemplaar tegen de tegenover lig- die zijn aangetroffen. Aan het eind van de 16de eeuw of in het begin van gende achtermuur. Waarschijnlijk is toen ook het voorste venster een halve de 17de eeuw zijn ze met witsel overschilderd. Alleen op de rechter zijmuur meter naar achteren verplaatst. werd symmetrisch onder de moerbalk een bijzondere renaissance cartouche geschilderd. De 19de - en 20ste -eeuwse verbouw ingen De cartouche bestaat uit een rechthoekig, liggend tekstvak omkaderd door Vanaf de 17de tot aan het begin van de 19de eeuw heeft het pand geen een sierlijst met uitbundig rol- en beslagwerk. Symmetrisch boven het tekst- ingrijpende wijzigingen ondergaan. Pas in de 19de eeuw vond een traceer- vak is een mannengezicht met vorkbaard geschilderd en eronder bevindt bare modernisering plaats. De waarschijnlijk houten voorgevel werd toen zich een (jongens)gezicht met krulharen en een haarband. Beide korte zijden vervangen door een stenen exemplaar die als een rechthoekige schijf voor het zijn voorzien van grotesken. Links bovenin zit een jonge vogel, rechts een scheefgezakte huis werd geplaatst. De voorgevel is een eenvoudige bepleis- oude, die vermoedelijk verwijzen naar de levenscyclus. De schildering is terde 19de-eeuwse lijstgevel met op de begane grond een winkelpui en op in grijstonen met oranje accenten geschilderd en fraai uitgewerkt met veel de verdieping twee T-schuifvensters. Aan de aanpassingen is te zien dat de schaduw- en dieptewerking. kozijnen ouder zijn dan de schuiframen. De gevel wordt afgesloten door een 7 Met dank aan Koen Ottenheym. Afb. 13: Winkelruimte voor restauratie (foto Arjan Bronkhorst) Afb. 14: Winkelruimte tijdens restauratie (foto Harriën van Dijk) eur aangebracht, dat achter ontbreken van decoratie zoals verschillende lagen papierbe- consoles en gootklossen is de gevel hang tevoorschijn kwam. Het moeilijk te dateren. Echter aan de plafond van de winkelruimte binnenzijde zijn op de gevel kleine werd rijkelijk beschilderd met fragmenten aangetroffen van meer- een symmetrische decoratie dere over elkaar geplakte behang- van damastwerk omzoomd lagen. De behanglagen volgen de door florale hoekornamenten typologische stijlontwikkeling van verbonden door schelpvor- de behangchronologie en vormen men. Gelijktijdig werden de daardoor een goed dateringsbron. wanden rondom voorzien De fragmenten zijn te dateren in van een marmerimitatie van het tweede kwart van de 19de Carrara-marmer. De tegel- eeuw, waarmee ook de voorgevel is vloer werd in een diagonaal gedateerd. patroon gelegd. Gelijktijdig met het vernieuwen van de voorgevel werd het interieur ge- Tegen de linker zijmuur zijn moderniseerd. Zowel op de begane grond als op de verdieping werden de de contouren van een verwijderde pigmentkast teruggevonden. De kast samengestelde balklagen door nieuwe plafonds uit het zicht weggewerkt: op bestond uit schappen en een ladenblok met 20 laatjes waarin verschillende de begane grond door stucplafonds, op de verdieping met houten delen tus- kleuren pigment zaten. Elk pigment werd los verkocht om bijvoorbeeld met sen de moerbalken. De indeling van de winkelruimte met insteekverdieping lijnolie verf te kunnen maken. Door het opstuivende pigment dat bij het tegen de brandmuur kwam toen ook tot stand. Vermoedelijk is gelijktijdig openen en sluiten van de laatjes tegen de achterwand neerkwam kon gede- de 17de-eeuwse stookplaats tegen de achtermuur van de opkamer vervangen termineerd worden welke pigmenten de schilder rond 1900 verkocht.10 door een kleinere kachelschouw met houten mantel. De winkelruimte was verder voorzien planchetten om winkelwaren uit te 79 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h 78 eenvoudige kroonlijst. Door het Afb. 15: Onderkamer voor restauratie (foto Harriën van Dijk) stallen. Deze planchetten waren niet meer aanwezig, maar konden door De afwerking uit het tweede kwart van de 19de eeuw heeft vervolgens als de bouwsporen gereconstrueerd worden. De pui tussen de winkelruimte basis gediend voor latere aanpassingen. Met name de afwerklagen die aan en de onderkamer van de insteekverdieping is rond 1970 verwijderd. De het eind van de 19de eeuw zijn aangebracht, bepalen voor een groot deel de bovendorpel was echter als draagbalk voor het bovenliggende muurwerk huidige uitstraling van het historische winkelinterieur. behouden gebleven. Aan de hand van de sporen kon de indeling van de pui gereconstrueerd worden, die een verdeling met vijf deuren gehad bleek te Als in 1881 meester meubelmaker P. van der Ven zijn intrek in het pand hebben, vier voor de onderkamer en één voor de gang. Al het houtwerk in neemt, begint een bedrijfsvoering van woninginrichting die langer dan de winkelruimte bleek voorzien te zijn geweest van een houtimitatie. honderd jaar stand zou houden.8 Hij renoveert omstreeks 1890 de woon- 8 9 Harriën van Dijk en Maike Tjon a Kauw, Woninginrich- ting in de Hinthamerstraat, Behangerij en stoffeerderij F. Vorst, in: Bossche Bladen, Jaargang 8, nummer 2, (’s-Hertogenbosch 2006). Achter het oudste behang zijn op verschillende plekken als onderlaag kranten met de datum 1890 aangetroffen. Harriën van Dijk, Onderzoek interieur en behang opkamer (Afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten, gemeente ’s-Hertogenbosch, juli 2007). vertrekken en voorziet de bepleisterde muren van rachelwerk afgewerkt Ook de onderkamer van de insteekverdieping werd gedecoreerd. De ruimte met papierbehang.9 Ook de huidige winkelpui is in deze periode tot stand was vermoedelijk als kantoor of ontvangstruimte in gebruik. Het plafond gekomen. De winkelpui uit het tweede kwart van de 19de eeuw werd hierbij werd beschilderd met een regelmatig patroon van eenvoudige, gestileerde ontmanteld en enkele constructieve onderdelen, zoals de houten draagbalk bloemmotieven. De wanden werden voorzien van een wandbespanning met voor het bovenliggende muurwerk, achter een decoratieve aftimmering weg- een primitief geschilderd parklandschap, boven een geschilderde lambrise- gewerkt. De nieuwe pui werd voorzien van een kroonlijst met geornamen- ring van eiken- en notenhoutimitatie. Van deze bespanning zijn verschil- teerde consoles gedragen door eenvoudige pilasters en kreeg een driedeling lende restanten teruggevonden. met een winkeldeur in het midden en aan weerszijden een etalagevenster. Maar niet alleen de winkelruimten werden gedecoreerd, ook de woonver- Gelijk-tijdig zijn de schuiframen van de voorgevel op de verdieping door de trekken werden verfraaid. Het stucplafond van de opkamer werd met koord- huidige T-schuiframen vervangen. en lijstwerk beschilderd en voorzien van hoekornamenten met op papier geschilderde bloemrozetten, vermoedelijk verwijzend naar de vier jaargetij- In 1899 werd A.W.P. van Uden eigenaar van het pand. Hij was huisschilder den, en enkele op papier geschilderde fladderende vogels. De vertrekken op en verkocht zelf waarschijnlijk ook schildersbenodigdheden. Deze schil- de verdieping werden eenvoudiger afgewerkt. De houten plafonds werden der heeft naar alle waarschijnlijkheid het fraai beschilderde winkelinteri- beschilderd met eenvoudig lijstwerk in verschillende kleuren. 10 Onderzoek ICN. Na het overlijden van Van Uden bleef zijn vrouw nog enkele jaren in het Door gebrek aan opvolging en het geringe bestaansrecht werd uiteindelijk in pand wonen. In 1915 nam Frans Vorst het bedrijf over. Hij was in 1912 1980 besloten de winkel te stoppen. De ouders Vorst bleven tot het laatst in getrouwd met Marie Hagemans en was mogelijk al langer bij Van Uden het pand wonen en waren feitelijk de laatste echte eigenaar-bewoners. werkzaam. Vorst richtte zich meer op de wooninrichting en de zaak heette In 2005 is het pand verkocht aan Hank Nooteboom die het uit liefheb- winkel aangepast en de pigmentkast verwijderd. De winkel zal meer als berij wilde restaureren. Vanaf dat moment is ook de gemeentelijke dienst toonzaal zijn ingericht met allerhande klein meubilair. Aan de hand van Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten begonnen met een uitvoerig voorbeeldboeken kon een keuze uit het assortiment worden gemaakt. Van bouwhistorisch onderzoek. Bij aanvang kon niet worden vermoed dat het deze voorbeeldboeken zijn enkele exemplaren teruggevonden in de trapkast pand, dat met simpel behang en zachtboard was afgewerkt, zo’n grote rijk- in de onderkamer van de insteekverdieping. Het deurtje van deze kast was dom aan historische interieurafwerking zou herbergen. Met de ontdekking met verschillende lagen behang dichtgeplakt. Toen de kast na lange tijd van de zeldzame 16de-eeuwse muurschildering in de opkamer realiseerde weer werd opengemaakt bleken nog verschillende fraaie voorbeeldboeken Nooteboom zich dat de restauratie een complexe en serieuze aangelegenheid uit de jaren twintig van tapijten, meubelen, behang en beslagwerk in de kast zou worden. In 2010 werd het pand aan de Vereniging verkocht waarna een achtergebleven te zijn. De fraaie kaften van de catalogi maken ze tot ware restauratieplan werd uitgewerkt; in 2011 startte de restauratie. kunstwerkjes.11 Uitgangspunten voor de rest aurat ie In 1948 trouwde Frans Vorst junior met Jet van ’t Hooft en gingen ze bij de Het pand is voorafgaand aan de restauratie uitvoerig bouwhistorisch on- ouders van Frans inwonen. Om de huishoudens toch enigszins gescheiden te derzocht. Dit heeft veel gegevens opgeleverd over de bouwgeschiedenis, houden werd de verdieping van het achterhuis verbouwd. De schuiframen op die vervolgens als uitgangspunt hebben gediend voor het restauratieplan. de verdieping van de zijgevel werden vervangen door de huidige draairamen Behoud van zoveel mogelijk historisch materiaal is het leidende principe met horizontale roeden. Ook de dakkapel op het zoldertje van het tweede geweest voor de restauratie. Dit betekende dat metselwerk zoveel moge- achterhuis werd aangebracht. Hier groeiden hun twee dochters Sylvia en lijk werd behouden en alleen waar echt nodig werd ingeboet mits hierbij Dorita op, met wie voorafgaand aan de restauratie veel contact is geweest geen bouwsporen verloren zouden gaan. Ook betekende het dat aangetast en die interessante wetenswaardigheden over het huis vertelden. In 1965 constructiehout zoveel mogelijk op de traditionele manier werd aangelast nam Frans junior de zaak over van zijn ouders. De brede collectie kon niet en bijvoorbeeld alleen met kunsthars werd aangegoten als er anders te veel meer gehandhaafd worden en de vele kleine artikelen verdwenen langzaam van de constructie verwijderd zou moeten worden om het herstelwerk uit uit de collectie. Hiervoor in de plaats kwam een gespecialiseerdere collectie te kunnen voeren en dat kozijnen en (schuif)ramen werden gerepareerd en behang, gordijnen en tapijten. Om een grotere winkelruimte te creëren werd aangetaste delen incidenteel werden aangescherfd. Ook is zoveel mogelijk de tussenpui verwijderd en een grote doorbraak in de brandmuur naar de interieurafwerking behouden en hersteld. opkamer gemaakt. De bovenkamer van de insteekverdieping bleef als een soort hangkamer in de winkelruimte gehandhaafd. De oude, beschilderde Dit uitgangspunt betekende tevens dat de historische structuur en indeling interieuronderdelen werden door strak en lichtkleurig behang uit het zicht van het pand zoveel mogelijk is gerespecteerd en weggebroken structuur- weggewerkt. Zelfs tegen de plafonds werd behang geplakt om de beschilde- bepalende wanden zelfs weer zijn teruggeplaatst. Om hierop aan te sluiten ring aan het oog te onttrekken. is er vervolgens gekozen voor een nieuwe functie die zo dicht mogelijk bij Wat tijdens het bouwhistorisch onderzoek opviel was dat er veel verschil- de oude zou aansluiten. Besloten is daarom dat de begane grond weer als lende stukken behang naast elkaar waren toegepast en de ruimten erg een- winkel in gebruik zou worden genomen en de bovenwoning weer als wo- voudig waren afgewerkt.12 Bij een behangwinkel zou een luxere afwerking te ning geschikt zou worden gemaakt. Omwille van de verhuurbaarheid is wel verwachten zijn. Volgens de dochters Vorst kon het gezin goed rondkomen, besloten de bovenwoning een aparte opgang te geven, toegankelijk via een maar was het voor hun ouders hard werken. De winkel verkocht het mooiste bestaande toegang in het Slijpersstraatje. behang, maar zelf namen ze genoegen met de eenvoudige rolletjes die over- 11 De voorbeeldboeken zijn geconserveerd en opgenomen in het depot van afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten van de gemeente ’s-Hertogenbosch. 12Harriën van Dijk, Onderzoek interieur en behang winkel (Afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten, gemeente ’s-Hertogenbosch, december 2008). bleven, dat was heel normaal. In de jaren zeventig zette de schaalvergroting De historische gelaagdheid van de verschillende perioden is een belangrijke door. Vorst besefte dat de winkel niet op dezelfde manier kon doorgaan. Er waarde die dit pand zo bijzonder maakt. Behoud van deze gelaagdheid is waren immers nog andere woninginrichters in de straat, die niet allemaal een belangrijk uitgangspunt geweest tijdens de restauratie. Er is dus niet naast elkaar konden bestaan. Vorst besloot zich uiteindelijk te specialiseren voor gekozen om consequent naar een bepaalde periode terug te restaure- in kokosmatten. Na verloop van tijd waren er zo weinig winkels meer over ren, maar verschillende tijdslagen naast elkaar zichtbaar te laten. die kokosmatten verkochten dat de winkel van Vorst uitgroeide tot een be- Er zijn echter twee perioden dominant aanwezig. Dit betreft de bouwfase grip; uit het hele land kwamen de bestellingen. uit de 16de eeuw en de laat 19de-eeuwse fase waarin met name aan de 81 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h 80 ‘Behangerij en stoffeerderij F. Vorst – Hagemans’. Waarschijnlijk werd de Afb.16: Noodconstructie over de kap (foto Harriën van Dijk) Het muurwerk was op verschillende plekken in slechte staat. De brandmuur is om deze twee tijdsperioden, als er een keuze is tijdens de restauratie weer verankerd met de zijmuren, zodat deze weer als gemaakt moest worden, te laten prevaleren boven verticale schijf ter ondersteuning kan dienen. Ook de voorgevel is opnieuw de andere, minder waardevolle gelaagdheden. aan de zijmuren gekoppeld. Dit betekende onder andere dat 20ste-eeuwse De ontbrekende delen van de houtskeletconstructie van het tweede achter- behanglagen zijn verwijderd om de beschilderde huis zijn gereconstrueerd zodat deze weer als constructief onderdeel kan laat 19de-eeuwse interieurafwerking van de win- dienen om het scheve muurwerk te ondersteunen. De achtergevel van het kel in het zicht te brengen. Ook is omwille van de hoofdvolumen, dat in de 16de eeuw op de oudere trapgevel was gemet- bruikbaarheid en verhuurbaarheid de indeling uit seld, vormde een groot probleem. Enerzijds was het 1948 in het achterhuis van de bovenwoning ver- de bedoeling het metselwerk met de bouwsporen te wijderd zodat een grotere, wat vrijer te gebruiken behouden en tegelijk buikte de muur zowel horizontaal ruimte is ontstaan. als verticaal ongeveer 30 cm uit. Het bovenste deel In het algemeen kan gesteld worden dat in de van het metselwerk was geheel verpoederd. Na veel bovenwoning de 19de eeuw als best herkenbare discussie en overleg is besloten de top van de achterge- periode naar voren is gekomen. In de winkel op vel te verwijderen, waardoor er ruimte ontstond om de de begane grond zijn beide fasen naast elkaar onderste zone met de bouwsporen naar binnen recht te ervaarbaar. In de ruimten in het voorhuis is het 19de-eeuwse winkelinterieur trekken. Door de zachte kalkvoegen bleek dit verras- zoveel mogelijk gerestaureerd, in het achterhuis zijn de 16de-eeuwse muur- send eenvoudig te gaan. Na de correctie is de gevel in schilderingen uiteraard de blikvanger. de rechtere positie verankerd en de top opnieuw opge- 83 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h 82 interieurafwerking veel is toegevoegd. Besloten metseld. Hierbij zijn de twee ramen die dichtgemetseld Om de keuzes te verantwoorden en bepaalde beslissingen later te kunnen waren gereconstrueerd. herleiden, is een uitvoerige documentatie en verslaglegging belangrijk. De dakconstructie is zoveel mogelijk in de oude staat gehandhaafd en her- Van de restauratie is dan ook een uitvoerig restauratieverslag gemaakt.13 steld. Alleen het voorste spant was aangetast. Deze is op traditionele wijze Ook zijn verwijderde elementen, zoals de vele behanglagen, gedocu- aangelast. Door het ontbreken van het rookkanaal had het dakvlak ter plekke menteerd.14 De begane grond blijft als winkel toegankelijk en de boven- van de brandmuur een veel te grote overspanning, waardoor het muurwerk woning kan onder de naam ‘Monument en Bed’ voor overnachting worden naar buiten werd gedrukt. Om dit te verhelpen moest een extra ondersteu- geboekt. ning worden gemaakt. Omdat op deze plek nooit een spant heeft gestaan Afb. 17: Het rechttrekken van de bolle achtergevel met behoud van de trapgevel (foto Harriën van Dijk) is besloten geen historiserend spant toe te voegen maar de vorm van het De rest aurat ie verwijderde rookkanaal als uitgangspunt te nemen voor het nieuwe spant. Voor aanvang van de restauratie bevond het pand zich in een technische zeer slechte staat. De combinatie van enerzijds het grove, bouwkundige restauratieve werk en anderzijds het behoud van de zeer fragiele muurschilderingen vereiste een planmatige aanpak. De scheefstand van het pand was hierbij een complicerende factor. Ter voorbereiding is de technische staat grondig in beeld gebracht en is per ruimte en per muurvlak aangegeven waar wel en geen werkzaamheden moesten en/of konden worden uitgevoerd.15 Om in verband met de muurschilderingen lekkages te voorkomen is het pand gedurende de restauratie met een noodconstructie overkapt geweest. Omdat de verzakking al lang geleden had plaatsgevonden is besloten de bestaande constructie niet koste wat kost recht te trekken, maar deze alleen technisch in orde te maken en geen extra (stalen) hulpconstructies aan te brengen. In verband met de scheefstand van de zijmuren spelen de balklagen een essentiële rol in het overeind houden van het pand. De balklagen waren echter op verschillende plekken door houtrot aangetast. In verband met 13 Eva Vastenholt, Restauratieverslag ‘De Drie Halve Manen’ 1545, Hinthamerstraat 138 te ’s-Hertogen bosch, restauratie 2010-2013 (Vereniging Hendrick de Keyser, 11 december 2013). 14 Behangverslagen 15 Bestekstekeningen WVAU-Architecten (Werkhoven 6 december 2010). instortingsgevaar kon dit niet zomaar hersteld worden zonder de muren op spanning te houden. Daarom werd eerst een schoorconstructie aangebracht. Tegelijk waren door de druk van de zijmuren veel kinderbinten uit de moerbalken los gewrikt. De balklagen zijn hersteld in een combinatie van traditioneel aanlassen en het aangieten met kunsthars. Afb. 18: Nieuw geplaatst spant onder onbeschoten kap (foto Harriën van Dijk) 85 Afb. 19: Ingang appartement in Slijpersstraatje (foto Arjan Bronkhorst) v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h 84 Afb. 20: Woonkamer appartement (foto Arjan Bronkhorst) Omdat in ’s-Hertogenbosch betrekkelijk weinig historische kapconstructies behouden zijn gebleven, is ervoor gekozen de 16de-eeuwse kap onbeschoten te laten. Om de zolderverdieping toch bruikbaar te maken zijn twee kamers als losse volumes van de zolderruimte afgescheiden, zoals vroeger bij dienstkamers veel werd gedaan. Deze kamers zijn weliswaar geïsoleerd, maar alleen te bereiken via de onverwarmde open zolderruimte. De voorste kamer heeft middels een zolderraam een prachtig uitzicht op de Sint Jan. Afb. 23: Winkelruimte na restauratie (foto Arjan Bronkhorst) Afb. 24: Winkelruimte na restauratie (foto Arjan Bronkhorst) De bovenwoning heeft, anders dan voorheen, vanaf de steeg Afb. 21: Meidenkamer met aangeheelde balk (foto Arjan Bronkhorst) via het tweede achterhuis een eigen opgang heeft gekregen. getrokken om de historische structuur te herstellen. De fragmenten van de Hiervoor werd een nieuwe trap gemaakt die in de bestaande beschilderde wandbespanning zijn geconserveerd en in de ruimte zichtbaar balklaag is ingepast. Gevolg van de splitsing van winkel en gelaten. De beschilderde lambrisering ervan heeft als voorbeeld gediend bovenwoning was dat er een brandwerende scheiding in de vloerconstructie voor de houtimitatie van de gereconstrueerde deuren van de tussenpui. van de eerste verdieping gemaakt moest worden. Omdat de plafonds in de De overige muren zijn in een bijpassende kleurstelling geschilderd. 16 Al het schilderwerk van hout- en marmerimitaties en het restauratiewerk is uitgevoerd door Willem Coolen uit Boxtel. winkelruimte geen verlaagde plafonds verdroegen is een nieuwe brandwerende vloer over de oude verdiepingsvloer geconstrueerd, waarmee gelijk de scheefstand van de vloer verminderd kon worden. Voor de indeling van de bovenwoning is de oude indeling aangehouden. Dit heeft geresulteerd in een sfeervolle woning met behoud van de historische gelaagdheid. Rest aurat ie van het histor ische w inkelinter ieur Het historische interieur van de begane grond is geheel gerestaureerd.16 De voorste winkelruimte is gerestaureerd en deels gereconstrueerd naar de laat 19de-eeuwse fase. De tussenpui met de onderkamer van de insteekverdieping is aan de hand van bouwsporen gereconstrueerd en afgewerkt met een houtimitatie. Het beschilderde plafond is gerestaureerd evenals de gemarmerde wandafwerking. Ontbrekende delen zijn aangevuld. De oude tegelvloer is hersteld. De onderkamer van de insteekverdieping is evenals de winkelruimte gereconstrueerd naar de laat 19de-eeuwse toestand. Het beschilderde plafond Afb. 22: Doorkijkje appartement (foto Arjan Bronkhorst) is gerestaureerd. De weggebroken tussenmuur met de gang is opnieuw op- Afb. 25: Restauratie van marmerimmitatie in winkel (foto Harriën van Dijk) Afb. 26: Onderkamer met trap naar opkamer (foto Arjan Bronkhorst) muurschilderingen heen ingeboet en zijn alle fragmenten op de achtergevel behouden gebleven. Volgens het principe dat de monumentale waarden zich als het ware zelf moeten kunnen beschermen als deze te ervaren zijn, is besloten om de muurschilderingen zoveel mogelijk vrij te leggen. Door de schilderingen zichtbaar te maken en te restaureren wordt hun waarde evident. 87 Gekozen is om de laatgotische en renaissance muurschilderingen, die beide bijzonder zeldzaam en waardevol zijn, naast elkaar zichtbaar te laten. Met Afb. 27: Schildering met vogels en slecht metselwerk (foto Harriën van Dijk) Afb. 28: Detail schildering vogels met slecht muurwerk (foto Harriën van Dijk) het vrijleggen ontstonden natuurlijke overgangen, waardoor de twee schilderingen niet strak naast elkaar zijn afgekaderd maar vloeiend in elkaar overlo- Om de opkamer met het voorhuis in verbinding te laten is de omstreeks pen, waardoor een rustig beeld behouden is gebleven. Dit is goed zichtbaar 1970 aangebrachte doorbraak in de brandmuur gehandhaafd. Deze is voor- bij het hert met het Hubertuskruis in het gewei, waarvan het achterlijf nog zien van een stalen omkadering, gelijk de andere, nieuw toegevoegde muur- onder de afwerklaag van de renaissancecartouche verborgen is. openingen die niet bij de historische gelaagdheid horen. Door deze stalen omkadering zijn de recente doorbraken als nieuwe toevoegingen herkenbaar De schilderingen zijn zo weinig mogelijk geconserveerd. Alleen op plekken gelaten. waar de bepleistering los zat of de verlaag van de ondergrond was losgeko- Afb. 30: Schildering van het Hubertushert met het achterlijf achter de renaissance schildering (foto Harriën van Dijk) men zijn herstelwerkzaamheden uitgevoerd. Later pleisterwerk is verwijderd De w inkelpui en de kale plekken zijn aangevuld met traditionele kalkmortel. Verstorende De winkelpui is teruggebracht naar de laat 19de-eeuwse toestand. Als gevolg plekken in de schilderingen zijn terughoudend geretoucheerd met de trat- van het wegzagen van de kozijnstijl en de slechte staat van onderhoud was de teggiotechniek. De plekken van de oude stookplaatsen zijn met contourlij- draagkracht van de pui dusdanig verzwakt dat er weinig voor nodig was om nen aangegeven.18 18 Bouwhuis & Journee, Conservatierapport 2012 (Arnhem/Deventer, 20 december 2012). de voorgevel te doen instorten. Door reconstructie van de oorspronkelijke driedeling is de draagkracht hersteld en wordt de gemetselde voorgevel weer voldoende ondersteund. De winkeldeur is in het midden teruggeplaatst en de oorspronkelijke etalageramen aan weerszijden ervan zijn terug aangebracht. Ook de historische zonneluifel kon worden teruggebracht. De rest aurat ie van de 16de -eeuwse muurschilder ingen De restauratie van de muurschilderingen moest uiterst zorgvuldig worden uitgevoerd. Hiervoor zijn twee specialisten ingezet die tijdens de bouwkundige restauratie hebben meegelopen en de schilderingen op nauwgezette wijze hebben vrijgelegd en geconserveerd.17 Naast het optimisme over het feit dat er nog zoveel muurschilderingen Afb. 29: Restauratie muurschildering (foto Harriën van Dijk) bewaard waren gebleven, waren er ook de nodige zorgen over de technische staat van sommige delen. Door jarenlange lekkage van een hemelwater- en wc-afvoer was de conditie van de schilderingen op verschillende plekken aangetast, met schimmelvorming en verpoedering van de pleisterlaag tot gevolg. Het vastzetten van de onderlaag vergde grote vakkennis en precisie. Ook de bouwkundige staat van de achtergevel baarde zorgen. Door de 17de-eeuwse stookplaats was het muurwerk ter plaatse kapot gestookt. In 17 Bouwhuis & Journee, Conservatierapport 2012, muurschilderingen kelderkamer + gang, Hinthamer straat 138, ’s-Hertogenbosch (Arnhem/Deventer, 20 december 2012). verband met de enorme scheefstand en het gebrek aan draagkracht diende dit muurwerk grotendeels hersteld te worden. In nauw overleg tussen de aannemer en de restauratoren is het metselwerk voorzichtig om de fragiele Afb. 31: Laatgotische schildering en renaissance schildering naast elkaar (foto Harriën van Dijk) v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h 86 89 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h 88 Afb. 32: Opkamer met 19de-eeuws stucplafond (foto Harriën van Dijk) Na een periode van intensieve discussie is uiteindelijk vergunning verleend De pl afondk west ie Afb. 35: Opkamer net na verwijdering plafond (foto Harriën van Dijk) om de 16de-eeuwse context te laten prevaleren boven de latere afwerkings- Behoud van zoveel mogelijk historische elementen is het uitgangspunt fasen. Hiertoe is een deel van de gangmuur weggehaald, zodat de muur- geweest bij de restauratie. Dit uitgangspunt heeft bij de opkamer voor een schilderingen in de gang weer in samenhang met de muurschilderingen levendige, hevige discussie gezorgd. De 16de-eeuwse muurschilderingen in de opkamer zichtbaar zijn. Het 19de-eeuwse stucplafond is verwijderd, in de opkamer zijn van grote kwaliteit en bijzonder zeldzaam. Tegelijk was zodat de samengestelde balklaag weer in combinatie met de muurschilderin- deze ruimte in de 19de eeuw van een nieuwe afwerking voorzien waarbij gen een geheel vormt. De beschilderde hoekornamenten van het stucplafond een stucplafond werd aangebracht dat nadien werd beschilderd met een zijn gedemonteerd; één hoekfragment is in het bouwhistorisch depot van vergelijkbare beschildering als het plafond van de winkelruimte, die ook als de gemeente opgeslagen, een ander wordt permanent in de bovenwoning ge- waardevol was gewaardeerd. Tijdens de restauratie bleek dat er boven het ëxposeerd. Twee beschilderde vogeltjes zijn eveneens afgenomen en tijdens 19de-eeuwse stucplafond nog verschillende fragmenten van de muurschil- de opening als herinnering aan de twee dochters van de laatste bewoners deringen verborgen zaten. Tegelijk was door de 19de-eeuwse afwerking de cadeau gegeven. oorspronkelijke 16de-eeuwse context van de muurschilderingen nauwelijks ervaarbaar. Door het stucplafond was de samengestelde balklaag uit het Afb. 33: Reconstructietekening achterkamer met plafond Met de restauratie van Hinthamerstraat 138 is ’s-Hertogenbosch blijvend balklaag niet meer zichtbaar. Tevens waren de muurschilderingen op de een bijzonder pand rijker. Historische winkelinterieurs zijn zeldzaam ge- rechter zijmuur door de 17de-eeuwse gangmuur afgescheiden, zodat de worden. De gerestaureerde en deels gereconstrueerde 19de-eeuwse winkel- muurschilderingen niet meer als geheel (de muren van de opkamer rondom) ruimte is een aanvulling op de enkele overgeleverde historische winkelinteri- te bewonderen waren. Al snel werd duidelijk dat deze verschillende gelaagd- eurs in ’s-Hertogenbosch. De gelaagdheid van de 16de- tot de 19de-eeuwse heden naast elkaar conflicteerden en gezocht moest worden naar een bevre- interieurafwerkingen in één winkel-woonpand is uniek en maakt het pand digende oplossing. Hierin ontwikkelden zich twee groepen met verschil- tot een uiterst waardevol woonhuis in ’s-Hertogenbosch. Een kamer rondom lende standpunten: de ene die vond dat de 16de eeuw in deze ruimte moest voorzien van 16de-eeuwse muurschilderingen is uitzonderlijk en maakt het prevaleren en de andere die vond dat de historische gelaagdheid gerespec- pand nog meer bijzonder en kan mogelijk zelfs nieuw licht werpen op de teerd moest worden. De eerste groep vond dat het 19de-eeuwse stucplafond geschiedenis van het Nederlandse woonhuisinterieur van de ‘gewone man’ verwijderd moest worden zodat de muurschilderingen in combinatie met de in de 16de eeuw. Vereniging Hendrick de Keyser waakt ondertussen goed samengestelde balklaag weer in de 16de-eeuwse context te ervaren zouden over dit exceptionele pand. ■ zijn, de tweede groep vond dat de gelaagdheid met de 19de-eeuwse fase Afb. 34: Reconstructietekening achterkamer zonder plafond Nawoord zicht weggewerkt en was de aansluiting van de muurschilderingen op de behouden moest blijven en door middel van aanpassingen en kijkgaten in het plafond een nieuwe tijdsfase kon worden toegevoegd. Deze restauratie was alleen mogelijk dankzij de genereuze steun van de gemeente ’s-Hertogenbosch, het SNS REAAL Fonds, Stichting Bouwcultuurfonds Zuid Nederland, het Dinamo Fonds en het Prins Bernard Cultuurfonds. Afb. 36: Detail 19de-eeuwse plafond (foto Arjan Bronkhorst) 74 Palmgracht 20-26, ‘Bossche Hofje’ 1997 (schenking Stichting Arent Dirksz Bosch Hofje) alfabetische lijs t van pl a atsen in nederl and met pand en van d e v ereniging 90 Jaar van verwerving Alblasserdam 1 Cortgene 7-9, vml. ambachtsherenhuis 23Herengracht 170, 2006 25Herengracht 241 Alkmaar 1 Havik 33-35 1941 1 Beulingstraat 25 2 Blauwburgwal 22 1928 1976 Amsterdam 1962 1929 1929 1927 1962 1949 1946 2008 vml. gemeenlandshuis 30Huidenstraat 19 31 Kattengat 4 32Kattengat 6 33Keizersgracht 387 14 Egelantiersgracht 73 15 Enge Kerksteeg 2 16 Enge Kerksteeg 4 17 Frederiksplein 10 34Keizersgracht 743 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 18 Henri Polaklaan 9, ‘de Burcht’ 2007 (met steun BankGiro Loterij en het SNS REAAL Fonds) 19 Herengracht 39 1963 20Herengracht 59 1918 21/22 Herengracht 77 / Korsjespoortsteeg 24 1958 1977 1926 1926 1955 1978 35Kerkstraat 19 1969 1986 (schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting) 81 Rapenburg 13 82Sloterkade 21, 1918 1925 1961 ‘Aalsmeerder Veerhuis’ 83Spuistraat 233 1 Dijkstraat 30 2 Solwerderstraat 14 1998 1987 1 Bovenbeekstraat 21 1991 vml. makelaers comptoir Appingedam gilde / gemeente Amsterdam) 1929 1918 1963 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 56Noordermarkt 20 57St. Olofspoort 1 / Zeedijk 2 (schenking Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.) 58St. Olofspoort 2 59St. Olofspoort 3 1918 1967 60St. Olofspoort 4 61 St. Olofspoort 5 2 van Swinderenstraat 7 Bergen op Zoom 1993 1993 1 Bakpers 9, ‘Huis Naalden’ 2012 Best Blaricum (schenking Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.) ‘Huis Hildebrand’ 1986 66Oudezijds Achterburgwal 153 1956 40Kerkstraat 324 41Koestraat 10/12, 1957 67 Oudezijds Achterburgwal 155 1984 68Oudezijds Achterburgwal 187 / 1 Bierkade 6 1947 1964 1964 1964 1964 1972 2 Bierkade 7 (schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting) (schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting) vml. wijnkopersgildehuis 42Lange Leidsedwarsstraat 144 43Lange Leidsedwarsstraat 146 44Lange Leidsedwarsstraat 148 45Lange Leidsedwarsstraat 150 46Lange Leidsedwarsstraat 152 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) Spinhuissteeg 2 1980 69Oudezijds Voorburgwal 14 1929 70/71 Oudezijds Voorburgwal 57 / Oudezijds Achterburgwal 46A 1946 72Oudezijds Voorburgwal 73 1963 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 73Oudezijds Voorburgwal 100 2000 2 Markt 4 3 Van der Mastenstraat 24 1918 1962 1979 complex ‘Hofje van Gratie’ 1 Molenstraat 63 2 Brink 47 1977 1 Koepoortstraat 26 / Kerkstraat 2 Kerkstraat 16 Kerkstraat 20-22 Kerkstraat 24 2 Meipoortstraat 57 3 Meipoortstraat 59 1926 1961 1926 1926 Hogestraat 1 1997 (dankzij nalatenschap mw C.M. van der Meulen-Jensma) ‘In Beverenburch’ 2006 (schenking koopsom BankGiro Loterij) (overdracht gemeente Dordrecht) dankzij nalatenschap mw E.C. Coolhaas-Korpershoek) ‘Sparrendaal’ Driehuis (gem. Velsen) ‘Beeckestijn’ 1980 1958 1958 2010 (met steun BankGiro Loterij) Dronrijp (gem. Menaldumadeel) 1 Tsjerkebuorren 12 1965 2000 1 P.C. Hooftlaan 93, kapelwoning 1977 Doesburg (overdracht Coöperatieve Zuivelindustrie NOVAC) 1994 (overdracht gemeente Dordrecht) (overdracht gemeente Driebergen-Rijsenburg en 2005 (schenking mevrouw A.Dijkstra-Ossewaarde) Edam (gem. Edam-Volendam) (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 1960 ‘de Onbeschaamde’ 2006 (schenking Stichting N.N.) 3 Noordenbergstraat 6 (met steun nalatenschap mw C.M. van der Meulen-Jensma) Driebergen-Rijsenburg (gem. Utrechtse Heuvelrug) (schenking Stichting N.N.) 1961 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 1 Hoofdstraat 87-91, Deventer 1 Boterstraat 3 1961 91 1975 16 Wijnstraat 153, ‘Rodenburch’ 2007 1979 (schenking mw J. Hillerström en erfgenamen A.A. Zon) 1990 vml. rondeel 15 Wijnstraat 127, 5 Oude Delft 49 1936 6/7 Wijnhaven 16 / Boterbrug 17 1925 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 4 5 6 7 1962 (overdracht ‘Stichting Hofje van Gratie’) (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 3 Bierkade 8 Den Helder Blokzijl (gem. Steenwijkerland) (schenking koopsom N.N.) 3 Engelenburgerbrug 1-3, 14 Wijnstraat 124, 126 en 128 (overdracht ‘Stichting Hofje van Gratie’) Blokker (gem. Hoorn) ‘Barmhartige Samaritaan’ dhr L.H.M. Stroekxs van den Broek) 13Wijnstraat 123/125, (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 1 Westerblokker 39, (schenking koopsom N.N.) 2007 Delf t nalatenschap mw E.C. Coolhaas-Korpershoek) 1986 (schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting) (schenking dhr M.C.M. Schless en Culemborg 1964 (schenking koopsom N.N.) (met steun BankGiro Loterij en dankzij 63St. Olofssteeg 8, ‘het Jopenvat’ 1924 64Oudekerksplein 50 1955 65Oudezijds Achterburgwal 151 1956 1986 2 Bolwerk 4 4 Van der Mastenstraat 26 t/m 40, (schenking koopsom BankGiro Loterij) dhr L.H.M. Stroekxs van den Broek) vml. stoomgemaal ‘de Cruquius’ 2009 1962 1 Slotstraat 8 1989 2 Slotstraat 10/Lange Meent 1-7 1977 1 Bloemlandseweg 3, 1967 2006 (met steun BankGiro Loterij) 2007 1 Cruquiusdijk 27, 1 Markt 2 1 St. Catharinaplein 1 2 St. Catharinaplein 2 (schenking dhr M.C.M. Schless en 1970 ((schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 5 Grotekerksbuurt 54 1959 6 Grotekerksbuurt 56 1959 7 Kuipershaven 41/42 1955 8 Voorstraat 170 1919 9/10 Voorstraat 173 / Nieuwbrug 1/3 1971 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 11Wijnstraat 71/73 1965 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 12Wijnstraat 113, ‘het Zeepaert’ 1996 Cruquius (gem. Haarlemmermeer) 1971 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 1918 1967 (schenking Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.) 62St. Olofspoort 7 1970 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) Dordrecht 4 Grotekerksbuurt 50 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 1 Raadhuisstraat 11 1948 1925 1949 1928 Broek in Waterland (gem. Waterland) 2 Leeteinde 4/6 Balk (gem. Gaasterland – Sloten) 1962 1967 Maarland NZ 10 Maarland NZ 24 Maarland NZ 29/30 Voorstraat 27 3 Leeteinde 12 (overdracht gemeente Arnhem) 52/53 Nieuwezijds Voorburg- 1918 (schenking mw W.A.A. Bruigom-Six) Arnhem 2002 wal 264 / Wijdesteeg 1 54Nieuwmarkt 20-22 55Noordermarkt 17 1 2 3 4 1 Havenrak 1 (nalatenschap mw H.H. Fruyt-Martens) (schenking Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.) (schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting) 37Kerkstraat 290 1986 50Nieuwendammerdijk 283-285 1959 50Nieuwezijds Voorburgwal 75, (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 36Kerkstraat 288 80Prinsengracht 1001 kapel van Gageldonk 1963 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 1 Bolwerk 2 / Merwekade 102 Breda 1 Keppelstraat 40 2008 (nalatenschap J.P. Albada Jelgersma) Brielle 1967 St. Olofspoort 9 (schenking Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.) van Hettinga Tromp) 1986 1918 1949 1920 (nalatenschap mw J.A.W. Westerman Holstijn- 39Kerkstraat 294 1962 1918 1918 1975 1995 (nalatenschap mw J.M. Worst-Kalff) 38Kerkstraat 292 (met steun BankGiro Loterij) 1 Kleine Dijlakker 17 (schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting) 84Warmoesstraat 83 85Zandhoek 4 86Zeedijk 1 (met steun van NOG Verzekeringen) (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 11Brouwersgracht 56 12Brouwersgracht 218 13Diemerzeedijk 27, 1918 (overdracht Commissarissen van het Makelaars- 1918 1953 (schenking mw G.L.C.A. Mirandolle) (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 1918 1918 1965 1933 79Prinsengracht 999 Bolsward (gem. Zuidwest Friesland) 1 Moerenpad 10, (schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting) (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) (schenking Comte d'Alsace, Prince d'Henin) 27Herengracht 394 28Herengracht 476 29Herengracht 524 (legaat mw C.M. Alderding-Krull) 8 Brouwersgracht 48 9 Brouwersgracht 50 10 Brouwersgracht 54 ‘Huis Van Brienen’ 1966 48Nieuwebrugsteeg 13 49 Nieuwebrugsteeg 15 / 2006 26Herengracht 284, 2013 1925 1925 Amersfoort Bloemgracht 9 Bloemgracht 87 Bloemgracht 89 Bloemgracht 91 Bloemgracht 108 1971 (schenking dhr J.J.M. Bordens en mw E.H. Heesen) 1 Laurensstraat 1-3, 3 4 5 6 7 ‘Huis Bartolotti’ (schenking koopsom Merrem & La Porte N.V.) met steun BankGiro Loterij) ‘Hooge Huys’ 2 Mient 31 3 Mient 33 1924 24Herengracht 172, (overdracht gemeente Alblasserdam; ‘Huis Bartolotti’ 47Lijnbaansgracht 334 1918 1918 1918 1986 Dokkum (gem. Dongeradeel) 1926 1926 1 2 3 4 Achterhaven 105 Doelland 3 Doelland 5 Spui 6 1920 1946 1940 1927 Elburg 1 Krommesteeg 11 1925 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012 Alfabetische lijst van plaatsen in Nederland met panden van de Vereniging 75Prinsengracht 2 76 Prinsengracht 4 77Prinsengracht 36 78Prinsengracht 997 8 Kerkstraat 26 9 Kerkstraat 28 2/3 Smedestraat 22 / 7 Groot Heiligland 48 Rozemarijnsteeg 14, smederij 4 Smeesteeg 4 1987 1980 1 2 3 4 5 1957 1919 1956 1928 1962 Enkhuizen Bagijnestraat 3 Breedstraat 32 Breedstraat 102 Breedstraat 121 Torenstraat 11 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) Vissersdijk 44 Westerstraat 76 Zuiderspui 3 Zuiderspui 4 1928 1919 1925 1918 Franeker (gem. Franekeradeel) 1 Eise Eisingastraat 2 1985 (met steun ‘P.W. Janssens Friesche Stichting’) 2 Raadhuisplein 13 1966 (schenking erven L. van der Woude en G. Donia) Frederiksoord (gem. Wester veld) 1 M.E. van der Meulenweg 5 8 Groot Heiligland 63 t/m 85, 1992 Wijdesteeg 3 13Korte Wijngaardstraat 14 (overdracht Stichting Diogenes Haarlem) 14 Nassaulaan 14 (met steun Prins Bernhard Cultuurfonds) 15 Nassaulaan 16 (met steun Prins Bernhard Cultuurfonds) 16 Nieuwe Gracht 7, ‘Huis Barnaart’ (met steun BankGiro Loterij en dankzij Gouda 1 Naaierstraat 6 1 Beeklaan 303 2 Statenlaan 4 3 Noorderhaven 106 4 Voorstraat 61 5 Zuiderhaven 2 en BankGiro Loterij) 1930 Haarlem 1 Donkere Spaarne 56 1992 1992 Omvalspoort 11 1992 Kampen 1995 1 Buiten Nieuwstraat 62, 1977 2 Burgwalstraat 6 3 Burgwalstraat 8 1972 (schenking koopsom N.N.) ‘Nijenburg’ 1 Hinthamerstraat 138 1992 2004 (overdracht Vereniging Natuurmonumenten) 2009 Dode Nieuwstraat 43 1 Kom Lekdijk 1 Linschoten (gem. Montfoort) 1 Dorpsstraat 28 2 Dorpsstraat 30 1927 1969 (legaat dhr G. Ribbius Peletier Jr.) 3 Dorpsstraat 32/34 1969 (legaat dhr G. Ribbius Peletier Jr.) 1969 Maassluis 1 Ankerstraat 16, vml. kuiperij vml. gemeenlandshuis Schuitvlotstraat 4 1964 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 1999 en mw E.A.A. Nairac vml. cellebroederskapel 2006 6 Stenenbrug 2 1 Turfmarkt 5 2 Turfmarkt 7 3 Vallaat 22 (overdracht Stichting Monumenten Makkum Kingma-stichting) 1 Vooreiland 11 1996 2 Lange Achterweg 36-82, vml. 2 Vooreiland 12 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 1976 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) (gekocht met Monumentenprijs 1988 van Prins Berhard Cultuurfonds) 1929 1961 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) Naaldwijk (gem. Westland) 2006 1957 1926 1926 Nieuwkoop 1968 1971 Bagijnhof 7 2005 (overdracht Stichting Woonplus Schiedam) Schoonhoven 1 Lange Weistraat 87 1961 (schenking Firma L. Woudenberg & Zonen) vml. watertoren 2006 (overdracht Stichting Behoud Watertoren Schoonhoven) 3 Lopikerstraat 37 1961 (schenking Firma L. Woudenberg & Zonen) 1965 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) Schoorl (gem. Bergen) 2002 (Stichting Restauratiefonds Cellenbroederenhuis) 1 Duinweg 3, vml. rechthuis 1931 (overdracht gemeente Schoorl) Sint-Annaland (gem. Tholen) 1989 1 Voorstraat 38, ‘Nonnetjeshuis’ 2011 (schenking dhr ir G.M.L. van Loon) Tegelen (gem. Venlo) 1 Burg. Letteweg 5, ‘Schoenmakershuisje’ 2005 4 Oude Kerkhof 5-7-9 / 4 Voorhaven 6 Ottengas 15, vml. cellenbroederenhuis 2009 (overdracht Stichting Woonplus Schiedam) Nijmegen Oostvoorne (gem. Westvoorne) Proveniershuis 1-30, vml. proveniershuis 1 Weaze 30 1968 ‘Weeshuis der Hervormden’ (overdracht Stichting Woonplus Schiedam) 3 Overschiesestraat 1, 7-15 / Oldeboorn (gem. Boornsterhem) 1968 (overdracht Stichting Woonplus Schiedam) (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 1 St. Anthoniusplaats 9 / 1999 2009 Hofje van Belois 1-37, ‘Hofje van Belois’ 2005 2 Bij de Watertoren 25, Noordwijk (overdracht gemeente Westland) 1 Reghthuysplein 1, vml. raadhuis1949 1999 (overdracht door N.V. Aannemersbedrijf Woudenberg) 3 Vooreiland 22 (overdracht gemeente Waterland) 1 Voorstraat 19 2004 Schiedam 1 Noordeinde 5, vml. raadhuis (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) Leeuwarden 1976 1 Aleidastraat / 1954 (schenking dhr ir P.J. Tichelaar) ‘Derde Ambachtsschool’ (met steun BankGiro Loterij) 1995 Medemblik 1977 Moddergat (gem. Dongeradeel) Monnickendam (gem. Waterland) 1971 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) Scheveningen (gem. ’s-Gravenhage) 1 Kloosterstraat 9 2 Kloosterstraat 11 3 Kloosterstraat 13 2006 (schenking koopsom SNS REAAL Fonds) 1 Zwaardstraat 16, 1973 Naarden (overdracht Stichting Cellebroederskapel) Bisschopsmolengang 2B 1 Heilige Geest Hofje 1-12, 5 Ridderstraat 2A / Rouveen (gem. Staphorst) (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) ‘Heilige Geest Hofje’ 2001 (schenking dhr D.E. van Raalte) 1 Séwei 49 4 Cellebroedersstraat 4, Rotterdam 1 Glazoenowlaan 3 (met steun nalatenschap dhr J. Acquoy 2013 1 Bierkade 9/ Whereplantsoen 7 1929 1972 1972 ‘Huis Brandt Corstius’ 1 Oude Rijksweg 264 (overdracht gemeente Maastricht) 1999 2 Noordeinde 10 3 Weezenland 7 (overdracht gemeente Maastricht) 1 Korfwaterweg 9, (schenking dhr Th. Laurentius) ‘Huis ’s-Hertogenbosch’ 1918 Petten (gem. Schagen) 7 Vlasmarkt 49 8 Vlasmarkt 51, 1972 Oudewater 2010 (overdracht gemeente Maastricht) Expl. van O.G. ‘Voorne’s Duin’) 2004 2002 1978 1934 Purmerend 6 Schuiffelstraat 18, Maastricht 3 Achter de Molens 30 (met steun Prins Bernhard Cultuurfonds) 2 Achter de Molens 28 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) ‘de Rosmolen’ (schenking ‘bloot eigendom’ n.v. Mij tot 1965 1 Kapellestraat 5 1960 (met steun BankGiro Loterij) 1 Achter de Molens 26 ‘de Geuzenhoek’ (schenking E.P.D. van Ooijen) 4 Londensekaai 11 5 Rotterdamsekaai 1 / (overdracht gemeente Maassluis) 3 Markt 18 2004 2 Hoogstraat 11, 9 Wagenaarstraat 1 (legaat dhr G. Ribbius Peletier Jr.) 2 Auckamastraatje 6 1965 (overdracht gemeente Lexmond) (schenking gemeente IJsselham) 1 Auckamastraatje 4 (met steun BankGiro Loterij) 2 2e Korenstraatje 18 / 1975 1925 1972 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) vml. raadhuis en waag 1983 Lexmond (gem. Zederik) 2 Hoflaan 17, ‘Overburgh’ 1930 1997 (overdracht Stichting Bibliotheca Thysiana) 4 Vliet 9 1 Henric de Cranestraat 38, ’s-Hertogenbosch 1992 ‘Bethlehemsvergadering’ ‘Bibliotheca Thysiana’ Middelburg 1 Gortstraat 30 2 Laan van Nieuwenhove 2, 3 Londensekaai 9 (nalatenschap dhr H.M.J.W.J. Kortmann) Makkum (gem. Zuidwest Friesland) Kuinre (gem. Steenwijkerland) (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 1 Kennemerstraatweg 278, (overdracht Stichting Diogenes Haarlem) (overdracht Stichting Diogenes Haarlem)) 1963 1929 2004 3 Rapenburg 25, Onder de Boompjes 1 t/m 1c, vml. doelen 1987 3 Binnenluiendijk 3 en 4 1998 (schenking dhr J.E. de Visser) 4 Grote Oost 82 1987 5 Grote Oost 84 1987 6 Grote Oost 132 1987 7 Hoofd 2, ‘Hoofdtoren’ 2003 (overdracht gemeente Hoorn) 8 Italiaanse Zeedijk 106 1987 9 Kerkplein 39, ‘St. Jans Gasthuis’ 2003 (overdracht gemeente Hoorn) 10 Korenmarkt 8 1970 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 11Kuil 32 1965 (overdracht gemeente Hoorn) 12Munnickenveld 2 1921 13Munnickenveld 21a t/m 21g, complex ‘Claes Stapelshofje’ 1987 14 Muntstraat 6 2001 (schenking koopsom BankGiro Loterij) 15 Oosterplantsoen 1 en 1a, ‘Oosterpoort’ 2003 (overdracht gemeente Hoorn) 16 Rode Steen 8, vml. waag 2003 (overdracht gemeente Hoorn) 17 Slapershaven 1 1987 18 Slapershaven 2 1987 19 West 50 1987 20Wisselstraat 8 / Kloosterpoort 1 2003 (overdracht gemeente Hoorn) Heiloo (overdracht Stichting Diogenes Haarlem) 6 Groot Heiligland 46 (overdracht Stichting Diogenes Haarlem) 5 Groot Heiligland 22 / 4 Rosmolenstraat 3 (overdracht Stichting Diogenes Haarlem) 4 Groot Heiligland 19 1930 1955 1955 (overdracht gemeente Hasselt) 3 Rosmolenstraat 1 1993 (overdracht gemeente Hoorn) (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 2 Markt 1, vml. raadhuis (overdracht Stichting Diogenes Haarlem) 3 Goudsmidspleintje 2/3 1964 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 1 Hoogstraat 33 1992 2 Goudsmidspleintje 1 / Donkere Begijnhof 8 1963 Hasselt (gem. Zwartewaterland) Groningen 1 Ossenmarkt 5 2010 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 2 Havenplein 28 Groet (gem. Bergen) 1963 1924 1961 (met steun BankGiro Loterij) (met steun dhr T. Dijkstra, mw H. Dijkstra-van Embden (met steun BankGiro Loterij) (nalatenschap dhr D. Bolten) 2002 nalatenschap dhr C.W. Zeeman) 1 Havenplein 14 1 Nieuweweg 2, ‘Huis Dijkstra’ 2012 1979 Harlingen 1929 1995 1987 1979 Hardegarijp (gem. Tietjerksteradeel) ’s-Gravenhage 1929 1992 17 Spaarne 15-17, ‘Hodshon Huis’2008 1 Rijkstraatweg 24 ‘Maria- of Kruittoren’ 2 Achterstraat 2 / (overdracht Stichting Diogenes Haarlem) 11Korte Spaarne 23/25/27 1929/1961 12Korte Spaarne 29/31 / 1 Burgstraat 30/Vismarkt 20-21 1919 2 Molenstraat 109, vml. tolhuis 1977 Spaarnwouderstraat 19 18 Spaarne 69 19 Spaarne 108 20Spaarnwouderstraat 15 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) Hoorn 1957 1928 Leiden 1 Herengracht 82 2 Lorentzkade 5 (overdracht gemeente Westland) 1 Achter de Vest 1, 1928 1934 Goes Gorinchem 1992 (overdracht Stichting Diogenes Haarlem) (legaat mw M. Helbers-Molt) 1 Turfkade 11, ‘Karel V-huis’ complex ‘Gasthuishuisjes’ 3 Grote Hoogstraat 14 4 St. Jacobsstraat 13 1 Hofstraat 27-29, vml. Nederhof 2006 9 Houtmarkt 17 10 Korte Spaarne 15 / 1992 Honselersdijk (gem. Westland) 1992 (overdracht Stichting Diogenes Haarlem) 1 Hoekstraat 6-10, 1969 (schenking n.v. Mij tot Expl. van O.G. ‘Voorne’s Duin’) ‘Kranenbreukershuis’ (overdracht gemeente Venlo) 2011 93 v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012 alfabetische lijs t van pl a atsen in nederl and met pand en van d e v ereniging 92 6 7 8 9 Usquert (gem. Eemsmond) 1 Raadhuisstraat 3, vml. raadhuis 1990 (overdracht Stichting tot behoud van het Berlagehuis) 1973 1 Middelweg 5, ‘Esterenburg’ Vlaardingen 1999 1 Westhavenkade 45, steun van het Van Enter-Westerman Holstijn Fonds) 1996 2003 Veere ‘Tromp’s Huys’ (overdracht gemeente Vlieland) 4 Markt 2 5 Markt 3 1921 1981 1947 1947 2000 Velp (gem. Rheden) 1 Rijksweg 130-136, ‘Beeckestijn’2007 (met steun Louisa van der Velden Stichting) Venlo 1 Grote Kerkstraat 19-21 2 Henry Dunantstraat 4 1987 2010 (met schenking van E.A.C. de Bruyn – Haenen) 3 Kwartelenmarkt 1 2001 ‘de Messingklopper’ 1991 1992 (schenking dhr en mw J.G. van Manen-Fabius) 1961 1 Nieuwe Bogerdstraat 16 Wanneper veen (gem. Steenwijkerland) Appingedam Groningen IJlst Workum Den Helder Frederiksoord Balk 1964 Kuinre Petten 1978 Medemblik Groet Schoorl 1948 Enkhuizen Velsen-Zuid Driehuis Haarlem Cruquius 1964 Kampen Zaandam Broek in Waterland 1 Veneweg 56 1991 2 Veneweg 83, vml. schultehuis 1990 waarde, over het algemeen met de verplichting tot restauratie) Sint-Annaland Middelburg Goes Deventer Blaricum Warnsveld Zutphen Doesburg Velp Arnhem Nijmegen ’s-Hertogenbosch Zierikzee Veere Elburg Amsterdam Naarden Leiden Amersfoort Voorschoten Linschoten Utrecht Scheveningen Driebergen Gouda Oudewater ’s-Gravenhage Delft Vianen Honselersdijk Vlaardingen Naaldwijk Lexmond Culemborg Schiedam Maassluis Schoonhoven Oostvoorne Rotterdam Alblasserdam Brielle Gorinchem Vierpolders Zaltbommel Dordrecht Woudrichem 1 Sassenstraat 31A 1943 2 Sassenstraat 33, ‘Karel V-huis’ 1943 Zwolle Monnickendam Nieuwkoop Zwolle Blokzijl Wanneperveen Rouveen Hasselt Edam Noordwijk 1988 Vollenhove Blokker Hoorn Alkmaar Heiloo Purmerend (‘overdracht’ staat voor een verwerving voor een symbolische 1925 Usquert Oldeboorn Bolsward 1970 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 1 Groenmarkt 7 Hardegarijp Leeuwarden Makkum Zutphen 1975 Franeker Dronrijp Harlingen Zierikzee (gem. Schouwen-Duiveland) 1 Woelwijklaan 11, N (met steun Prins Bernhard Cultuurfonds) 5 Ruiterstraat 18 Voorschoten Vlieland (met steun van dhr C. Philips) 4 Oenselsestraat 50 ‘Jachthuis Woelwijk’ 1997 Moddergat Dokkum (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 3 Oenselsestraat 17 1991 1919 (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 2 Oenselsestraat 15 1928 (overdracht gemeente Vlissingen) vml. Franse school vml. accijnshuisjes 1 Kerkstraat 26 1 Kerkplein 1/3, vml. raadhuis 2 Kerkplein 2, Velsen-Zuid (gem. Velsen) Zaltbommel (overdracht gemeente Vlieland) toren Hervormde Kerk 95 Zaandam (gem. Zaanstad) Vollenhove (gem. Steenwijkerland) 2012 (met steun BankGiro Loterij) (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) IJlst (gem. Zuidwest Friesland) 3 Kerkplein 15, (schenking familie Oosterhoff) 1 Den Bruijl 35, ‘Huis Slegers’ Vereniging Hendrick de Keyser heeft haar bezittingen in onderstaande plaatsen in Nederland. 1970 1 Eegracht 31/32, 2001 Vlissingen (legaat mw W. Abbeleven-Labberton) 6 Markt 4 7 Markt 6 8 Markt 10 vml. reddingbootloods Verspreidingskaart (schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds) 1 Beursplein 11, vml. beurs (nalatenschap dhr D. Bolten) 1998 (overdracht gemeente Vlieland) 1989 1987 1970 1 Dam 1 en 1b, 3 Duinkersoord 33, 2 Kaai 21 3 Kaai 89 1 Hoogstraat 5 2 Dorpsstraat 148, vml. raadhuis 2001 1 Kaai 2-6, ‘Campveerse Toren’ 2005 (overdracht gemeente Veere) 1932 2 Hoogstraat 9 1 Dorpsstraat 99, Workum (gem. Zuidwest Friesland) Breda Best Bergen op Zoom Vlissingen Tegelen Venlo V E R E N IGI NG Hendrick de Keyser Maastricht Valkenburg v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013 1 St. Pieterstraat 2-4, vml. watermolen 1998 (overdracht gemeente Vlaardingen vml. visbank 2001 (schenking Jhr ir. J.Ph. Laman Trip) 1 Noard 5 Vlieland (met steun Prins Bernhard Cultuurfonds) Valkenburg (gem. Valkenburg aan de Geul) vml. redershuis Woudrichem 2 Westhavenplaats 37, (legaat Jhr J.C. Martens van Sevenhoven) 4 Prins Hendriklaan 112 1973 1 Molenstraat 8-10 2002 (met steun Louisa van der Velden Stichting) (nalatenschap mw E.C. Coolhaas-Korpershoek / met alfabetische lijs t van pl a atsen in nederl and met pand en van d e v ereniging (overdracht gemeente Vianen) 3 Janskerkhof 16 Warnsveld (gem. Zutphen) 1968 Vierpolders (gem. Brielle) (legaat Jhr J.C. Martens van Sevenhoven) 2 Erasmuslaan 9 94 Utrecht 1 Boothstraat 2A Vianen 1 Achterstraat 88 colofon 96 Ontwerp Fotograf ie Druk Colofon Studio Bauman bno, Vlaardingen HdK, tenzij anders vermeld Veenman+, Rotterdam © 2014
© Copyright 2024 ExpyDoc