download - Vereniging Hendrick de Keyser

Vereniging Hendrick de Keyser
Jaarverslag 2013
v ij f e n n e g e n t i g s t e
j a a r v e r s l a g
Vereniging
Hendrick de Keyser
De Vereniging heeft tot doel het behoud van architectonisch
of historisch waardevolle huizen in Nederland
Algemeen
Vereniging Hendrick de Keyser is een instelling die de bevordering
van kunst en wetenschap ten doel heeft als bedoeld in de Successiewet en de Wet op de inkomsten, resp. vennootschapbelasting.
De Vereniging is sinds 1 januari 2006 vrijgesteld van het betalen
van zowel schenkbelasting over ontvangen schenkingen als erfbelasting over ontvangen erfstellingen en legaten. Met ingang van
1 januari 2008 is de Vereniging opnieuw door het Ministerie van
Financiën aangemerkt als een Algemeen Nut Beogende Instelling
(ANBI) en per 1 januari 2012 als ANBI met een Cultureel doel.
Voorts is de Vereniging door het Centraal Bureau Fondsenwerving
gecertificeerd.
(foto Arjan Bronkhorst)
Iedereen kan lid worden van de Vereniging, zowel particulieren als
bedrijven.
De minimum contributies zijn:
•voor een gewoon lid € 30 per jaar;
•voor een lid ‘voor het leven’ (30 jaar) € 540 ineens.
Bedrijven kunnen alleen lid worden op jaarbasis. Bedrijven en andere
lichamen die aan de vennootschapsbelasting zijn onderworpen
kunnen giften aan de Vereniging aftrekken voorzover zij tezamen
met andere giften maximaal 50% van de winst betreffen (met een
maximum van € 100.000). Een gift aan Vereniging Hendrick de
Keyser mag tot een maximum van € 5.000 met 50% meer aftrek
worden verwerkt (Culturele ANBI).
Behalve leden kent de Vereniging donateurs. Deze betalen
tenminste € 20 per jaar en adopteren daarmee een pand uit ons
bezit. Zij ontvangen de reguliere publicaties van de Vereniging,
doch kunnen verder geen aanspraak maken op de rechten die leden
hebben.
Voor de inkomstenbelasting kunnen giften aan de Vereniging
worden afgetrokken, voorzover deze giften, tezamen met andere
aftrekbare giften, zowel € 60 als 1 % van het drempelinkomen te
boven gaan. De aftrek bedraagt ten hoogste 10 % van het drempelinkomen. Giften in de vorm van termijnen van lijfrenten, welke
berusten op een bij notariële akte van schenking aangegane verplichting om termijnen van (nagenoeg) gelijke omvang gedurende vijf of
meer jaren ten minste jaarlijks uit te keren, zijn steeds aftrekbaar.
Omdat Vereniging Hendrick de Keyser een ‘Culturele ANBI’ is,
kunnen giften tot maximaal € 5.000 voor 125 % in aftrek worden
verwerkt.
Het kantoor van de Vereniging is gevestigd in:
Vereniging Hendrick de Keyser heeft
een partnership met de BankGiro Loterij.
Voorzijde omslag:
Alkmaar, Sint Laurensstraat 1-3, het Hooge Huys (foto Joop Elsinga)
Achterzijde omslag
Alkmaar, Sint Laurensstraat 1-3, het Hooge Huys, doorsnede
Huis Bartolotti
Herengracht 172
1016 BP Amsterdam
Telefoon 020 521 06 30
Website www.hendrickdekeyser.nl
E-mail [email protected]
Bankrelaties
NL94 ABNA 0411 8402 07
NL86 INGB 0000 0487 18
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
Vereniging Hendrick de Keyser is opgericht op 3 januari 1918 en
erkend bij Koninklijk Besluit van 26 februari 1918 no. 62.
Haar laatstelijk gewijzigde statuten zijn vastgelegd in een notariële
akte d.d. 7 september 2007. De Vereniging is ingeschreven in het
verenigingsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te
Amsterdam onder no. 40530264.
3
Samenstelling Bestuur en
Raad van Commissarissen
Inhoud
per 31 december 2013
Bestuur Jaar van aftreden
H.J. Brouwer voorzitter
H.B. van Wijk penningmeester
A.A. Schulting secretaris
J.B.H. de Haan
mw. P.H.M. Hofsté
K.A. Ottenheym
mw. E.M. van der Pol
Raad van Commissar issen
R.J.G. Bandell
B. Bleker
mw. F.G. van Diepen-Oost*
J.G.P.M. Helderman*
J.H.M. Lindenbergh
A.J.A.M. Lisman
K.J. Storm*
E. Veen
E. ten Cate
M. Schimmelpenninck
mw. W. Sorgdrager
A.F.W. Bosman
mw. C.W. Fock
L. van Grunsven
F.Q. Hoebens
mw. J.R. Jas
mw. P. Kruseman
mw. M.C. Kuipers
mw. P.M. Noordervliet
mw. E. Swaab
H.M.J. Tromp
M.C. van Veen
D.P. de Vries
F.J. van Bruggen
A.J.C. van Leeuwen
2016
2014
2015
2016
2017
2014
2016
Pagina
2014
2014
2014
2014
2014
2014
2014
2014
2015
2015
2015
2016
2016
2016
2016
2016
2016
2016
2016
2016
2016
2016
2016
2017
2017
6
Inleiding
9
Ver wer v ingen
13
Inst andhouding
27
Voorlicht ing
29
Financ iële baten
31
Verenigingszaken
38
Versl ag Raad van Commissar issen
38
Pl annen voor de kor te termijn
39
Begrot ing 2014
40
Verant woordingsverkl ar ing 2013
Jaarc ijfers 2013
42 Balans
44 Staat van Baten en Lasten
45 Toelicht ing op de Balans en
de Staat van Baten en Lasten
48 Controleverklar ing
Ar t ikelen
50 De herlev ing van het Hooge Huys te
Alkmaar: Een symbool van de waarborgen
van een verzeker ingsmaatschappij
door dr Rob Det t ingmeijer
68 Bijzondere inter ieuraf werk ing in een
* audit commissie
eenvoudig pand.
De restaurat ie van het 16de-eeuwse huis
Hinthamerstraat 138 in ’s-Her togenbosch
Direc teur
C.S.T.J. Huijts
door ir Harr iën v an D ijk
Adjunc t direc teur
mw. J.L.P.B. Finaly
Alkmaar, Sint Laurensstraat 1-3, het Hooge Huys (foto Gabrielle de Kroon)
90
Alf abet ische lijst van huizen
95
Verspreidingskaar t
Verslag van de Vereniging
Inleiding
Open Monumentendag, 24 maart 2013, in de rij voor Huis Bartolotti
Verslagjaar 2013 zal als turbulent in onze herinnering blijven. Het
was een prachtig jaar, omdat – dwars tegen alle trends in – de Vereniging groeide als nooit tevoren en dankzij de BankGiro Loterij een
nieuw initiatief kon ontplooien: logeren in enkele van onze panden.
Het was ook een uitdagend jaar, omdat ‘Hendrick de Keyser’ meer
dan ooit werd benaderd voor de mogelijke overname van een huis.
Inspirerend was 2013 ook, omdat wij met een groep monumenten beherende instellingen gekomen zijn tot de oprichting van een
nieuwe Nationale Monumentenorganisatie. Intern was het achterliggende jaar erg lastig vanwege de aanhoudend moeilijke situatie op de
huurmarkt, waardoor de inkomsten onder druk stonden.
Verstoorde huurmarkt In het voorgaande Jaarverslag werd
aangegeven dat de financiële crisis merkbare gevolgen had voor de
huurinkomsten van onze Vereniging. De acute teruggang in de
huurinkomsten werd in 2012 nog gecompenseerd door enkele
nieuwe verhuringen die belangrijk meer huur opbrachten dan voorheen. In 2013 was helaas geen sprake van een dergelijke compensatie en bleven de huurinkomsten fors achter op de begroting. Het
overschot aan beschikbare woon- of kantoorruimte in vrijwel alle
gebieden buiten de regio Amsterdam heeft in het afgelopen jaar
tamelijk ingrijpende consequenties voor ‘Hendrick de Keyser’ gehad;
gevolgen die nog jaren zullen doorwerken.
Sedert de jaren tachtig van de vorige eeuw heeft de Verenging altijd
geopereerd in een ‘schaarste’-markt: er was altijd behoefte aan de
bestemmingen die wij aan onze panden gaven en een grote groep
gegadigden wilde die panden maar al te graag huren. Op dit moment
is die situatie volkomen anders. Er is op de markt een groot aanbod
Nationale Monumentenorganisatie Nederland kent een
groot aantal particuliere monumenten beherende instellingen, ieder
gespecialiseerd op zijn eigen werkterrein: van stichtingen tot instandhouding van één object tot organisaties die zich met één soort
objecten bezig houden, of regionaal georiënteerd zijn. Die grote
variëteit wordt in een wat negatieve context wel eens als ‘versnipperd’
aangeduid. Het positieve gevolg weegt ons inziens echter zwaarder;
er is een hoog specialistisch gehalte en een brede inzet van (bestuurlijke) vrijwilligers. Met één schaduwzijde worden wij, als landelijke
instelling, echter regelmatig geconfronteerd: niet voor ieder type
gebouw bestaat een monumentenorganisatie.
Op initiatief van Arno Boon (directeur BOEi, gespecialiseerd in
herbestemming van industrieel erfgoed) heeft een zestal organisaties
sedert 2012 overleg gevoerd om te komen tot de oprichting van een
Nationale Monumentenorganisatie (NMo). In 2013 is een ‘stich-
ting tot oprichting’ gevormd en aan het einde van 2013 is besloten
tot definitieve oprichting van de NMo. De uiteindelijk oprichtende organisaties zijn, naast het eerder genoemde BOEi en HdK,
Vereniging Natuurmonumenten, Stichting Vrienden der Geldersche
Kasteelen, Brabants Monumentenfonds en Stadsherstel Utrecht. De
bedoeling van die nieuwe organisatie is om alle hiaten te vullen in
de bestaande structuur (dus geen doublure, maar een aanvulling) en
om ondersteuning te bieden aan alle kleinere organisaties, die in de
beheersuitvoering kennis of kunde tekort komen, of aan de grotere
organisaties waar het efficiënter is om kennis te bundelen.
In de alledaagse praktijk van het verwerven van clusters monumenten of complexen waarvan enkele monumenten deel uitmaken, kan
de NMo optreden als één aanspreekpunt of onderhandelingspartner.
De verdeling van de monumenten over de beschikbare aangesloten
organisaties neemt de NMo verder voor zijn rekening. Indien er geen
organisatie beschikbaar is, zorgt de NMo voor (eventueel tijdelijke)
opvang. De NMo zal zelf géén monumenten in bezit hebben. Zij is
een vereniging waarvan in principe alle gekwalificeerde organisaties
die monumenten beheren lid kunnen worden.
In Nederland zijn veel monumenten in bezit van de landelijke of
regionale overheid, die als bestuursorgaan lang niet altijd goed is
toegerust om monumenten te beheren. Veel overheden besluiten
in de huidige crisis dan ook om monumenten af te stoten. Daarbij
ontstaat altijd de discussie of afstoting aan ‘de markt’ wel gepast is
voor objecten die vaak al decennia in bezit zijn van het Rijk of een
gemeente. Met de oprichting van de NMo ontstaat er een alternatief
voor ‘de markt’, namelijk een organisatie die collectief bezit is. Daardoor kunnen monumenten buiten overheidsbezit worden ondergebracht, zonder dat zij meteen in een persoonlijk eigendom terecht
komen. Gedurende 2013 heeft de NMo als eerste met de Rijksoverheid onderhandeld inzake de overdracht van 34 monumenten in
rijksbezit. Deze onderhandelingen lopen door in 2014.
Verwervingsaanbod
Als enige landelijk werkende organisatie
voor monumentenbehoud, merken wij als geen ander dat particulieren, stichtingen en (gemeentelijke) overheden om de meest uiteenlopende redenen af willen van hun monumenten. In veel gevallen
verwachten partijen dat ‘Hendrick de Keyser’ (kennelijk onuitputtelijke) fondsen heeft waarmee wij monumenten kunnen kopen,
liefst zelfs voor bedragen die men op de huidige markt niet meer
kan realiseren. Dat soort aanbieders kan redelijk snel uit de droom
worden geholpen. Wanneer echter bij een mogelijke transactie de
overdrachtswaarde zelf een ondergeschikte rol lijkt te spelen, wordt
de afweging uitdagender. Dan moet altijd onderzocht worden of
het inderdaad een monument betreft dat de bescherming van onze
Vereniging nodig heeft om goed bewaard te blijven. In die afweging
vallen veel objecten alsnog af, omdat ze eigenlijk in ieders eigendom voldoende worden beschermd door de monumentenwet. Maar
nog meer vallen af, omdat uiteindelijk de overdrachtswaarde toch
een zwaardere rol speelt dan aanvankelijk was voorgespiegeld. Veel
eigenaren spreekt het zeer aan, dat Vereniging Hendrick de Keyser
zijn eenmaal verworven panden nooit meer afstoot, zodat ze voor
altijd bewaard blijven. Maar de consequentie, dat ze daarmee meteen
ook hun handelswaarde verliezen willen de meeste aanbieders liever
niet aanvaarden.
Uit het record aan aanbiedingen zijn in 2013 uiteindelijk twee
fantastische verwervingen overgebleven, in Alkmaar en Petten (zie
7
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
v ers l ag van d e v ereniging
6
aan beschikbare monumenten, vaak in geheel gerestaureerde staat,
te huur of te koop. Doch veel lastiger is de situatie in gebieden waar
veel vierkante meters overige ruimte (kantoor of bedrijf) leeg staan.
In die gebieden worden die ruimten steeds vaker voor een symbolisch bedrag in tijdelijk gebruik gegeven aan gegadigden. Alhoewel
dat tijdelijke gebruik leegstand voorkomt, verstoort het de huurmarkt. Immers die gebruikers hoeven voor hun huisvesting niets op
de reguliere markt te huren. Voeg daarbij, dat er buiten Amsterdam
ook veel woonruimte leegstaat en het is duidelijk dat wij tegenwoordig in een ‘verdringings’-markt opereren. Iemand die bij ons huurt,
laat elders een woning of bedrijfsruimte leeg achter. Het onvermijdelijke gevolg van dit proces is een verlaging van de huurinkomsten.
In 2012 is de Vereniging begonnen met het ontwikkelen van betere
instrumenten om potentiële huurders te informeren over ons aanbod. Dat heeft er gelukkig voor gezorgd, dat in 2013 de toename
in de leegstand een halt is toegeroepen. Huureenheden worden
echter nauwelijks meer tegen een hogere waarde opnieuw verhuurd.
Integendeel, verschillende malen moest het besluit genomen worden
om de nieuwe huur te verlagen. Dat proces komt de totale huurbaten
van de Vereniging natuurlijk niet ten goede. De trend onder zittende
huurders om huurachterstanden te laten ontstaan of te laten oplopen
is door een strakker debiteurenbeheer gekeerd. Op dat gebied
eindigden we in 2013 bijna weer op het niveau van voor de crisis.
Om het thans hogere leegstandsniveau echter substantieel terug te
dringen zijn de komende jaren verdergaande maatregelen nodig.
Wij zullen de huurder meer dan in het verleden moeten aantrekken
met huureenheden die zich onderscheiden van het gebruikelijke.
Veel van onze eenheden voldoen daaraan, maar niet alle. Bovendien
moeten wij meer inspanning leveren om de huurder vast te houden;
dus vaker verbeteringen doorvoeren terwijl de huurder (nog) gewoon
huurt. Het neveneffect hiervan zal zijn, dat eenheden vaker zonder
opknapbeurt opnieuw kunnen worden verhuurd. Dat zal op termijn
minder huurverlies geven.
Ingrijpender en lastiger is, dat voor sommige bestemmingen, waarvoor onze panden geschikt zijn gemaakt, in de regio waar zij staan
geen markt (meer) is. In die gevallen zullen wij moeten zoeken naar
een passende, doch veelal kostbare herbestemming.
Omdat de vastgoedmarkt zich nog jaren zal beschermen tegen waardevermindering door gebouwen in tijdelijk gebruik te geven, zal het
overaanbod op de huurmarkt ook nog jaren voortduren. Wij zullen
met structurele maatregelen reageren op die nieuwe realiteit.
Verwervingen
Alkmaar, Sint Laurensstraat 1-3, het Hooge Huys
Na complexe onderhandelingen heeft de Vereniging op de valreep
van 2013 een bekend voorbeeld van de architectuur van het 20steeeuwse Traditionalisme verworven: kantoorgebouw ’t Hooge Huys
in het centrum van Alkmaar, ontworpen door de architect A.J.
Kropholler. De gevels, het interieur en de volledige inrichting van
het Hooge Huys vormen een fraai ‘Gesamtkunstwerk’ uit 19301931. Het monumentale gebouw maakt bovendien deel uit van een
bekend stedenbouwkundig ontwerp van Kropholler voor het Kerkplein in Alkmaar. In het kantoorgebouw zijn de historische interieurdelen bewaard gebleven, waaronder betimmeringen, tegeltableaus,
glas-in-lood-ramen en meubilair. Tezamen met het gebouw is ook
het grootste deel van het (ge)bouwarchief bewaard gebleven en aan
de Vereniging overgedragen. De aankoop van dit gebouw werd mogelijk door de steun van de BankGiro Loterij. De door Kropholler
ontworpen meubelen konden worden veiliggesteld met steun van de
Gemeente Alkmaar, de Stichting Dioraphte en het Prins Bernhard
Cultuurfonds.
De benificiënten van de BankGio Loterij op GoedGeld Gala (foto Roy Beusker)
hierna). Beide panden horen door hun architectonische verschijning
onbetwist thuis binnen onze voortdurende bescherming.
Ledengroei Sedert 2005 neemt het ledental van Vereniging
Hendrick de Keyser in een onafgebroken tempo toe. Ondanks dat
wij onze contributie moesten verhogen om enigszins kostendekkend
te zijn, blijft die groei aanhouden. In 2013 nam het ledental toe
met 384 tot 4.505 leden, hetgeen mede te danken is aan de viering
van 400 jaar grachtengordel te Amsterdam. Wij namen in dat kader
deel aan een aantal publieke activiteiten en konden de Vereniging bij
nieuwe doelgroepen onder de aandacht brengen. Dat gebeurde
vooral succesvol door onze huidige leden, die als vrijwilliger aanwezig waren en uit eigen ervaring de positieve kanten van het lidmaatschap van onze Vereniging konden uitdragen. Wij zijn onze vrijwillige ambassadeurs daarvoor zeer dankbaar. Dit lid-maakt-lid principe
bleek in 2013 ook in zijn letterlijke betekenis succesvol; een record
aantal lidmaatschappen werd door verschillende van onze leden als
cadeau aan vrienden of kennissen gegeven. Deze twee varianten blijken in de praktijk de beste resultaten te geven in onze poging om via
ons ledental een brede(re) inbedding in de samenleving te krijgen.
den, gordijnen en serviesgoed. Bovendien moest een nieuw sluitsysteem ontwikkeld worden (vergelijkbaar met hotel-kaarten), dat
werkzaam is op onze oude deursloten, waarvan er ook nog eens geen
twee hetzelfde zijn. Om deze plannen te kunnen realiseren deed de
Vereniging in 2012 een beroep op de BankGiro Loterij om een deel
van hun extra uitkeringen toe te kennen aan ons project ‘Monument
en Bed’. Tot onze zeer grote vreugde mochten wij begin 2013 van
de BankGiro Loterij een extra bijdrage ontvangen van maar liefst
€ 698.000. Hiermee is in een klap deze nieuwe activiteit realiseerbaar in ca 12 eenheden, verspreid over het land. Na de onmiddellijke
in gebruik name van ons huis in Groet als vakantiewoning, zullen
wij de overige locaties in de komende vier jaar gaan realiseren. Wij
zijn de BankGiro Loterij zeer dankbaar dat zij onze ideeën en wensen altijd weer steunen met effectieve bijdragen.
Met zijn grote bouwproductie van raadhuizen, kerken, kantoren en
villa’s heeft Alexander Jacobus Kropholler (1881-1973) een vooraanstaande positie in de Nederlandse architectuur van de 20ste eeuw.
Voor Kropholler waren de middeleeuwen en de Hollandse baksteentraditie belangrijke inspiratiebronnen. Het Traditionalisme is door
latere generaties vaak minder gewaardeerd dan het experimentele
Nieuwe Bouwen. Toch was deze stroming beeldbepalend voor
de Nederlandse architectuur in de jaren dertig. De aankoop van
het Hooge Huys past in het streven van ‘Hendrick de Keyser’ om
in haar collectie de diversiteit van de 20ste-eeuwse architectuur te
laten zien, van avantgardistisch tot traditioneel en dwarsverbanden
te leggen in de geschiedenis van de architectuur. In Leiden bezit
onze Vereniging reeds een woonhuis van dezelfde architect. Het
huis Lorentzkade 5 maakt deel uit van een woonwijk die in 1938
door Kropholler werd ontworpen. Zeer kenmerkend voor het werk
9
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
v ers l ag van d e v ereniging
8
Alkmaar, Sint Laurensstraat 1-3, het Hooge Huys, hal (foto Joop Elsinga)
van Kropholler is het laten spreken van muurvlakken, gecombineerd
met monumentale (trap)gevels en steile zadeldaken. Helderrode
baksteen wisselde hij af met natuursteen, waarmee hij de constructie
van een gebouw accentueerde. Het markante verzekeringsgebouw in
Alkmaar toont al deze kenmerken en zal in de komende tijd in oude
glorie worden hersteld. Voor een inhoudelijke bespreking van de
architectuur van het Hooge Huys verwijzen wij hier naar het artikel
van Rob Dettingmeijer verderop in dit jaarverslag.
‘Monument en Bed’
De hiervoor genoemde problemen in de
huurmarkt dagen ons uit om nieuwe wegen te bewandelen teneinde
ons pandenbezit economisch rendabel in gebruik te houden. Eén van
de nieuwe activiteiten die wij in dat kader hebben ontwikkeld, is het
programma ‘Monument en Bed’, oftewel logeren bij ‘Hendrick de
Keyser’. Zoals bij al onze bestemmingen vergt echter ook deze eerst
investeringen, voordat van enige inkomste sprake kan zijn. Naast
de – voor ons gebruikelijke – bouwkundige aanpassingen vroeg juist
deze bestemming om hele andere investeringen: uitgaven aan bed-
Michiel Verboven, managing director BGL, overhandigt de cheque Extra Project
aan medewerkers en Leo van Grunsven, lid van Raad van Commisarissen
Vereniging Hendrick de Keyser
Alkmaar, Sint Laurensstraat 1-3, het Hooge Huys (foto Joop Elsinga)
11
Petten, Korfwaterweg 9, ‘Huis Brandt Corstius’
Petten, Korfwaterweg 9, ‘Huis Brandt Corstius’
Onze Vereniging bezit reeds drie uitzonderlijk goed bewaarde
‘Rietveldhuizen’ (Erasmuslaan 9 in Utrecht, Huis Hildebrand in
Blaricum en Huis Slegers in Velp). Daar is nu een vierde huis, uit
1939, bijgekomen waardoor sprake is van een kleine, representatieve
collectie van het werk van deze belangrijke 20ste-eeuwse architect
onder de hoede van ‘Hendrick de Keyser’.
De opdrachtgevers van het zomerhuis in Petten waren de hoogleraar
Nederlandse Letterkunde J.C. Brandt Corstius en mevrouw W.W.
Brandt Corstius-Molenaar. Zij kenden elkaar van de idealistische
‘Nederlandsche Bond van Abstinent Studeerenden’ (N.B.A.S.),
waarmee in de jaren dertig vakanties in Petten werden doorgebracht.
In navolging van de trek naar de nabijgelegen plaatsen Bergen,
Bergen aan Zee en Schoorl ontwikkelde het geïsoleerde Petten zich
in deze tijd tot een badplaatsje. In 1936 kreeg Petten zelfs een VVV.
Het was een tijd van toenemende mobiliteit en belangstelling voor
een ongedwongen levenswijze dichtbij de natuur. Kamperen of het
doorbrengen van vrije tijd in een eenvoudig weekend-, zomer- of
vakantiehuis bij zee pasten bij dit optimistische ideaal. Eind 1938
kochten Brandt Corstius en zijn vrouw een perceel aan het Korfwater
in Petten. De opdracht een zomerhuis te ontwerpen voor een gezin
met (toen nog) twee kinderen en een logé ging in eerste instantie
naar de architect Arthur Staal. Zijn ontwerp viel echter tegen waarop
Rietveld de opdracht overnam. Dit was niet geheel toevallig. Het
gezin Brandt Corstius woonde in Utrecht schuin tegenover het
Rietveld-Schröderhuis en mevrouw Brandt Corstius zat met Rietveld in een comité voor hulp aan de Republikeinen in de Spaanse
burgeroorlog.
Het bouwen van een compact vakantiehuis was een interessante
ontwerpopdracht voor architecten die nieuwe wegen wilden verkennen en hun opvattingen wilden demonstreren aan vakgenoten en
opdrachtgevers. Vakantiehuizen figureerden prominent in bin-
Petten, Korfwaterweg 9, ‘Huis Brandt Corstius’
nen- en buitenlandse architectenbladen. Een bekend voorbeeld is het
zomerhuis Dijkstra in Groet (van architect B. Merkelbach) dat onze
Vereniging in 2012 heeft verworven. Ook het huis dat de familie
Brandt Corstius in Petten liet bouwen, zou worden opgenomen
in De 8 & Opbouw, het tijdschrift van de moderne beweging in de
architectuur. De twee niet ver van elkaar gelegen vakantiehuizen zijn
hierdoor iconen van de moderne vooroorlogse Nederlandse architectuur geworden. Voor de altijd naar nieuwe oplossingen zoekende
en met ruimte woekerende Rietveld bood de opdracht een mogelijkheid te experimenteren met een gelijkvloers ontwerp. Het is het
derde vakantiehuis dat hij ontwierp en zijn eerste bungalow. Na de
oorlog zou Rietveld nog vele gelijkvloerse woonhuizen bouwen. Het
zomerhuis voor de familie Brandt Corstius werd gebouwd op een
klein budget, 3.000 gulden inclusief de belangrijkste meubels en het
architectenhonorarium. Het honorarium van Rietveld bedroeg 300
gulden. Het huis was voor Rietveld een demonstratie van bouwen
tegen lage kosten. De oplevering was in 1939, enkele maanden na
het verkrijgen van de bouwvergunning.
Petten, Korfwaterweg 9, ‘Huis Brandt Corstius’, woonkamer
(foto Kim Zwarts)
Petten, Korfwaterweg 9, ‘Huis Brandt Corstius’, entree
(foto Kim Zwarts)
Het zomerhuis is beschut gelegen tegen de duinenrij, vlakbij het
strand en de zee. Rietveld maakte in het ontwerp goed gebruik van
deze mooie ligging en het uitzicht. Het huis is compact gebouwd
en vormt een laag horizontaal volume, liggend onder de duinrand.
Het is georiënteerd op het zuiden en oosten, met prachtig uitzicht
op het Korfwater; een langgerekt weiland achter de duinen dat ooit
een binnenwater was waar vis en aal werd gevangen in korven. In
de compositie zette Rietveld veel horizontale accenten. Zo heeft de
bungalow een overstekend plat dak en een brede zwart geschilderde
horizontale plint. Inclusief het overdekte terras is het huis ontworpen binnen een rechthoek van 9 bij 10 meter. Rietveld tekende het
Petten, Korfwaterweg 9, ‘Huis Brandt Corstius’,
openslaande deuren naar terras (foto Kim Zwarts)
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
v ers l ag van d e v ereniging
10
Instandhouding
Petten, Korfwaterweg 9, ‘Huis Brandt Corstius’, wastafel met opklapbaar tafelblad (foto Kim Zwarts)
op een raster, met een modulemaat van 1 m 2, een werkwijze die hij
vaak gebruikte. Als een deconstructivist schoof hij in zijn ontwerpen met volumes om tot de meest efficiënte indeling te komen. Op
de beperkte oppervlakte plaatste hij hier een beschutte entree, een
berging, een halletje, drie slaapkamers, een douche, wc, keukentje,
een woonkamer en een overdekt terras (vergelijkbaar van omvang
met de woonkamer). De slaapkamers en de dagelijkse leefruimte liggen haaks op elkaar en vormen zo een compositie die Rietveld in zijn
latere ontwerpen zou herhalen om een terras mee te omhullen. Er is
verder echt gewoekerd met ruimte: er zijn geen gangen in het zomerhuis, doch alleen het genoemde entreehalletje. De zeer eenvoudige
keuken is verbonden met de woonkamer door een schuifdeur. De
woonkamer heeft een eethoek met een vaste bank en een eettafel en
grote openslaande deuren naar het terras. Het tegen de westenwind
beschutte terras (op het zuidoosten) vormt de buitenruimte van de
woonkamer en is een belangrijk onderdeel van het ontwerp. Onder
de hoek van het boven het terras overstekende dak is geen dragende
kolom geplaatst. Zoiets is kenmerkend voor Rietveld, die met open
hoeken een in de omgeving doorlopende ruimte wilde suggereren.
Voor Rietveld was architectuur het afbakenen van ruimte.
Het huis is eenvoudig van constructie. Het werd opgetrokken in
baksteen, hout, glas en staal. Het kreeg houten vloeren in de kamers
en betonvloeren in de keuken en de berging. De dakbedekking bestond uit Rubberoid, geïsoleerd met Heraklith houtwol. De plafonds
en binnenwandjes in het huis waren gemaakt van Treetex hardboard.
De bakstenen buitenmuren werden boven de plint wit gekalkt en
met lijnolie behandeld en de hoge plint zwart geteerd. De stalen
ramen en deuren werden rood en blauwgrijs geschilderd. Het ontwerp zit vol ‘Rietveld details’ zoals opklapbedden, leg- en hangkasten (boven de bedden om plaats te sparen in de kleine slaapkamers
en in hun geheel draaiend om er vervolgens makkelijk bij te kunnen),
wastafels met opklapbare tafelbladen die in gesloten toestand als
bureau voor de kinderen kunnen dienen, bovenlichten die voor extra
lichtinval zorgen (de gordijnrails hangen onder de bovenlichten), een
doorlopende luifel bij de voordeur en de keuken, een voordeur uit
twee delen, een handschoenenkastje en kapstok, een keukenraampje
voor de leveranciers en een liftje in een put onder de keuken die tot
in de duingrond reikt, voor het koel bewaren van eten. Rietveld
ontwierp zelfs het eenvoudige lage tuinhekje voor het huis.
In 2013 bedroegen de uitsluitend voor instandhouding gemaakte
kosten (dus zonder verrekeningen) € 8.486.614. De basis voor de
duurzame instandhouding van onze panden wordt gevormd door de
huuropbrengst. Deze bedroeg in het verslagjaar € 7.860.652 en werd
tot € 7.999.579 aangevuld met € 138.927 aan incidentele opbrengsten, door de verhuur van enkele van onze bijzondere locaties voor
vergaderingen en bijeenkomsten of als logeergelegenheid. Net als
in voorgaande jaren is dus meer geld aan instandhouding besteed
dan er aan huurinkomsten binnen kwam (5,7% extra). Het verschil
is echter opnieuw beduidend minder dan in het voorgaande jaar
(14,5% in 2012), omdat de kosten in veel mindere mate konden
worden gedekt door bijdragen uit overheidssubsidies. Hiermee was
in de begroting al rekening gehouden, zodat dit gedurende het jaar
nauwelijks bijstelling van de uitgaven vergde.
huurmutatie. Bij het pand in Usquert had de investering te maken
met de restauratie van de commissiekamer. Voor de panden te Groet
en Valkenburg werd een investering gedaan in het kader van ons project ‘Monument en Bed’, die vervolgens met ons Bestemmingsfonds
wordt verrekend.
Aan 20 (2012: 16) van de hiervoor genoemde 51 panden is in 2013
meer dan € 100.000 besteed (waaronder aan 1 pand zelfs meer dan
€ 500.000) omdat het instandhouding van (grotere) complexen
betrof of het werk betrekking had op volledige restauraties of delen
daarvan.
Het ging daarbij om:
Amsterdam, Herengracht 172
Aan 51 panden is in 2013 voor meer dan € 25.000 aan instandhoudingkosten besteed (in 2012 aan 45).
Asbestsanering
Amsterdam, Lijnbaansgracht 334
Het huis was gereed in 1939 en werd slechts één zomer gebruikt,
voor de oorlog uitbrak. Petten werd in de oorlog op last van de
Duitse bezetter ontruimd en in 1943 vrijwel geheel gesloopt. Ook
het zomerhuis van de familie Brandt Corstius werd gevorderd, maar
het ontsnapte op miraculeuze wijze aan de sloop. De familie trof
het na de oorlog in desolate staat aan en nam het weer in gebruik
als vakantiehuis. In 1989 werd het huis gerestaureerd door Bertus
Mulder, oud-medewerker van Rietveld.
Onderhoud en houtrotreparatie
Amsterdam, Keizersgracht 743
Asbestsanering en groot onderhoud
In 12 gevallen (2012: 8) daarvan lag de besteding tussen de
€ 50.000 en de € 100.000, te weten bij:
Amsterdam, Oudezijds Achterburgwal 151
Amsterdam
Dordrecht, Wijnstraat 153
Herengracht 77
Koestraat 10/12
Sint Olofspoort 5
Oudezijds Achterburgwal 155
Gedeelte volledige renovatie
Gedeeltelijk vervolg restauratie
Haarlem, Spaarne 15-17
Vervolg restauratie benedenverdieping
Naaldwijk, Heilige Geest Hofje 1-12
Driebergen-Rijsenburg
Scheveningen, Zwaardstraat 16
Hoofdstraat 87-91
Renovatie woning
Enkhuizen
Schiedam, Hofje van Belois 1-37
Breedstraat 121
Zuiderspui 4
Onderhoud
Renovatie woning
Groet
Schiedam, Proveniershuis 1-30
Nieuweweg 2
Renovatie woning
Usquert
Sint-Annaland, Voorstraat 38
Raadhuisstraat 3
Restauratie voorgevel
Utrecht
Velsen-Zuid, Rijksweg 130-134
Janskerkhof 16
Afronding restauratie koetshuis.
Valkenburg
Sint Pieterstraat 2-4
Voorschoten
Petten, Korfwaterweg 9, ‘Huis Brandt Corstius’, keuken (foto Kim Zwarts)
Woelwijklaan 11
Bij de panden Koestraat 10/12, Hoofdstraat 87-91 en Janskerkhof
16 betrof het regulier onderhoud aan een groot of bewerkelijk pand.
Sint Olofspoort 5 is de eerste in deze straat waar een forse asbestsanering noodzakelijk was. In Herengracht 77 werd het werk van
vorig jaar afgerond. Bij de Oudezijds Achterburgwal 155 en de beide
panden in Enkhuizen betrof het groter onderhoud in verband met
Binnen deze categorie verdient het restauratiewerk aan de volgende
panden aparte aandacht:
Amsterdam, Diemerzeedijk 27
Zoals reeds verwacht bij de
verwerving, was voor het statige 18de-eeuwse Gemeenlandshuis aan
de Diemerzeedijk te Amsterdam funderingsherstel nodig. Het pand,
dat deels in de dijk staat en deels erachter, scheurde overlangs omdat
de voorkant naar de dijk zakte en de achterzijde juist van de dijk af.
Toen het pand vrij van huur kwam, kon in mei 2013 het omvangrijke
restauratieproject worden gestart. Naast de ‘klassieke’ restauratie en
13
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
v ers l ag van d e v ereniging
12
Amsterdam, Diemerzeedijk 27, vml. gemeenlandshuis
renovatie heeft de Vereniging dit project aangegrepen als pilot binnen haar bezit om te onderzoeken welke vergaande duurzaamheidsmaatregelen mogelijk zijn zónder daarbij de monumentale waarden
van het pand aan te tasten. Een professionele monumentenorganisatie als ‘Hendrick’ wil duurzaamheid graag in het restauratiebeleid
betrekken, maar het is niet wenselijk om een monument ‘potdicht’
te maken door maatregelen als isolatie, voorzetbeglazing en totale
kierdichting. Daardoor ontstaan grote bouwfysische problemen en
worden historische detailleringen aangetast. Voor een monument
is meer nodig dan het arsenaal aan standaardoplossingen voor
energiebesparing. Niet alleen binnen de Vereniging maar binnen
het hele vakgebied van restauratie en monumentenzorg vraagt het
duurzaamheidsvraagstuk daarom om een creatieve aanpak en goede
voorbeeldprojecten.
Met het Gemeenlandshuis wil de Vereniging bewijzen dat een
monument klimaatneutraal kan zijn, vrijwel uitsluitend door het
inzetten van duurzame energiebronnen en het intelligent verwarmen en gebruiken van het gebouw. Het streven bij deze pilot is om
de energievraag van het pand voor 95% te dekken met duurzame
bronnen, waarbij we onszelf de voorwaarde hebben opgelegd dat de
Amsterdam, Diemerzeedijk 27, vml. gemeenlandshuis, restauratie souterrain
Amsterdam, Keizersgracht 387, ‘De Vergulde Ster’, voorkamer bel-etage voor (foto Pauline Dorhout) en na restauratie
15
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
v ers l ag van d e v ereniging
14
de ventilatie als een groot deel van de
verlichting aangestuurd op aanwezigheid. Dit kan door het inzetten van
een intelligent gebouwbeheersysteem
dat aangesloten is op aanwezigheidsdetectoren, het alarmsysteem
en CO2-meters. Voor de duurzaamheidsmaatregelen heeft de Vereniging
een op maat gesneden laag-rentende
lening verkregen van het Amsterdams
Investeringsfonds en heeft de vorige
eigenaar, het Hoogheemraadschap
Amstel, Gooi en Vecht een aanzienlijke bijdrage geleverd. Voor de restauratie van het casco is een subsidie
Amsterdam, Keizersgracht 387, ‘De Vergulde Ster’, achterkamer voor (foto Pauline Dorhout) en na restauratie
ontvangen van de provincie NoordHolland. Vervolgens hebben enkele
kosten van de maatregelen binnen 10 jaar terugverdiend moeten zijn. particulieren en fondsen besloten ons in dit baanbrekende project
De eerste stap was alleen die onderdelen te isoleren die het grootste
te steunen. Hieronder bevinden zich de familie Bredius (Stichting
effect hebben: daartoe zijn de nieuwe betonvloer van de nieuwe
Bredius), het Dinamo Fonds, de Stichting Gansoord, de M.A.O.C.
fundering geïsoleerd en zijn er losse isolatieplaten op de zoldervloer
Gravin van Bylandt Stichting en het Prins Bernhard Cultuurfonds.
gelegd. Voor het overige is isolatie bij dit huis niet mogelijk, dus
Wij zijn zeer verheugd over het enthousiasme, de betrokkenheid en
wordt aanvaard, dat er veel warmteverlies blijft door de gevels en de
de vrijgevigheid van deze partijen, zonder welke we dit project nooit
raampartijen. De tweede stap was het inzetten van duurzame enerop deze manier hadden kunnen realiseren. Het project, dat onder
giebronnen om dit hoge warmteverlies te compenseren. Hiervoor
eigen directie staat, loopt door tot medio 2014.
is een scala aan oplossingen op maat bedacht: in de nieuwe fundeAmsterdam, Keizersgracht 387, ‘De Vergulde Ster’
ringspalen zijn warmtewisselaars mee gestort, zodat aardwarmte
Een uitzonderlijke project in 2013 betrof de restauratie en renovaonttrokken kan worden uit de bodem. Op het platte dak komt een
tie van bel-etage van ‘De Vergulde Ster’. Dit pand, oorspronkelijk
energiedak waarmee zowel elektra als warmte opgewekt worden
gebouwd in 1668 in de stijl van het Hollands Classicisme en met een
door de zon. De warmte uit deze twee bronnen wordt opgeslagen
gevel die geheel in zandsteen is opgetrokken, heeft stijlkamers uit
in een waterbuffer in de historische waterkelder onder het gebouw
het midden van de 19de eeuw. De toenmalige bewoners, de vermo(die daarmee een eigentijds hergebruik kent). Deze warmte wordt
gebruikt om het pand te verwarmen via vloerverwarming en convec- gende bankiersfamilie Königswarter, lieten schouwen, wandbetimmeringen en beschilderde stucplafonds in neo-rococostijl aanbrentoren. In de zomer kan ditzelfde systeem gebruikt worden om het
gen. De Königswarters voerden een grote staat van huishouden en
gebouw enkele graden te koelen. De laatste stap was het spaarzaam
omgaan met elektriciteitsgebruik. Zo worden overal led-lampen toe- het huis was een spil in het culturele leven van Amsterdam: vele
schrijvers, kunstenaars en internationale operazangers luisterden hun
gepast, zelfs voor de peertjes in de kroonluchters, en worden zowel
Amsterdam, Keizersgracht 387, ‘De Vergulde Ster’,
schilder J. Wilbrink restaureert het plafond
salons op. Een latere eigenaar, Karsseboom, liet in 1880 in de grote
tuinzaal in het achterhuis een betimmering in neo-renaissancestijl
aanbrengen met een zwaar cassetteplafond. In 1955 werd het pand
aan de Vereniging geschonken door de laatste eigenaresse, mevrouw
Worst. De huidige restauratie was nodig omdat het pand een zeer
lange periode aan één huurder verhuurd was en er sinds 1955 vrijwel
niks meer aan het interieur van het pand gedaan was. In 2012 werd
eerst het gehele bovenhuis gerestaureerd. In 2013 volgde de beletage en een groot deel van het achterhuis. Deze ruimtes behielden
hun kantoorfunctie, maar behoefden een fikse opknapbeurt en
een zorgvuldige restauratie. Er was namelijk geen enkele vorm van
brandwerende maatregelen, de installaties waren zwaar verouderd
of afwezig (er was bijvoorbeeld geen verwarming) en de mintgroene
verflaag uit 1955 vertoonde overal barsten. Bij de restauratie van de
neo-rococo-stijlkamers werd qua afwerking teruggegrepen op bouwtijd rond 1850. Dit betekende dat de mintgroene kleur, die meer bij
de late 19de eeuw aansloot, werd vervangen door de eerstgevonden
kleurlaag die okerbeige was. De gouden biesjes en verguldsels die
op lijstjes en krullen zaten, moesten helaas vanwege ontoereikend
17
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
v ers l ag van d e v ereniging
16
budget achterwege blijven (maar kunnen in de toekomst uiteraard
nog aangebracht worden). Van de beschilderde stucplafonds werden
eerst de scheuren hersteld, waarna het plafond met vele dozijnen
sponsjes en wattenstaafjes werd schoongemaakt. Het plafond werd
daardoor wel drie tinten lichter. Vervolgens zijn de wandvlakken
opnieuw bespannen en behangen. Tenslotte werden de drie spiegels
deels opnieuw verguld en gepatineerd.
Het achterhuis onderging een vergelijkbare behandeling, maar
daar stond alles in het teken van de kwalitatief hoogwaardige neorenaissance-afwerkingen. Bovendien vonden in het achterhuis de
nodige bouwkundige werkzaamheden plaats. Als meest logische
en functionele ingreep werd hier de toegang met het overkluisde
steegje, die vanuit de achterzaal rechtstreeks naar de gracht voerde,
in ere hersteld. Hierdoor zijn de kantoorruimtes zowel als één of
als twee afzonderlijke units verhuurbaar en heeft het poortje met de
‘De Vergulde Ster’ weer een functie gekregen. Het werk is in eigen
beheer uitgevoerd.
Verwijderen 19de-eeuws plafond
in ’s-Hertogenbosch, Hinthamerstraat 138
Bolsward, Kleine Dijlakker 17, Woonhuis-bottelarij
Albada Jelgersma Achter de 19de-eeuwse voorgevel van het
woonhuis met bottelarij van de firma Albada Jelgersma gaat een
veel ouder gebouw schuil. De achterbouw dateert uit de 16de eeuw
en heeft een houtskelet en eiken kapconstructie uit circa 1545. Het
voorste gedeelte van het pand werd gemoderniseerd in 1876, waarbij
een drankenwinkel met bovenwoning werd gerealiseerd. In het voorgaande verslagjaar was de cascorestauratie al gestart, in 2013 volgde
het interieur. De indeling van de ruimtes bleef hierbij grotendeels
intact. Alleen in de bovenkamer van de achterbouw werden enkele
20ste-eeuwse scheidingswandjes verwijderd om de brede 16deeeuwse zaalruimte weer manifest te maken. Na het aanhelen van
een strijkbalk, twee ‘geamputeerde’ muurstijlen en korbelen is hier
de eiken draagconstructie met moer- en kinderbintenplafond weer
geheel in het zicht en in de zijmuren is de aftekening van de 16deeeuwse vensters in het stucwerk zichtbaar gemaakt. De 16de-eeuwse
ruimte komt hierdoor weer optimaal tot zijn recht.
‘s-Hertogensbosch, Hinthamerstraat 138, opkamer (foto Arjan Bronkhorst)
Na een extra vergunningprocedure is in 2013 de restauratie van
dit pand aan de Hinthamerstraat in ’s-Hertogenbosch eindelijk
voltooid. De laatste opgave betrof de opkamer, waar zich de
zeldzame 16de-eeuwse muurschilderingen bevinden. Met het
verwijderen van een laat 19de-eeuws stucplafond en een deel van
de gangmuur, heeft deze opkamer nu de optimale ruimtewerking en belevingswaarde die aan de 16de-eeuwse situatie
refereert: met het originele moer- en kinderbintenplafond, de wat grof gestuukte wanden en natuurlijk de
Opkamer voor verwijdering plafond
Bolsward, Kleine Dijlakker 17, 19de-eeuwse bovenwoning tijdens en na restauratie
exceptionele muurschilderingen. Vanwege de extreme zeldzaamheid van deze schilderingen vond de Vereniging het gerechtvaardigd dat hiervoor een 19de-eeuws plafond moest wijken.
De gemeente ’s-Hertogenbosch, die de restauratie overigens
zwaar heeft gesubsidieerd, stemde hiermee in.
Elders in dit verslag treft u een uitgebreid artikel over de
restauratie van dit pand aan, van de hand van de restauratiearchitect Harriën van Dijk die de bouw grotendeels heeft
begeleid. ■
16de-eeuwse muurschildering (foto Arjan Bronkhorst)
19
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
v ers l ag van d e v ereniging
18
Bolsward, Kleine Dijlakker 17, 16de-eeuwse achterbouw na restauratie (foto René Spijkerman)
In het voorhuis is daarentegen het primaat gegeven aan de 19deeeuwse interieurafwerkingen. De bovenwoning dateerde geheel uit
1876 en kreeg zijn okerbeige kleurstelling terug op plafondbalken,
houten scheidingswanden en voorgevelramen. De gangdeuren hadden een duurdere afwerking met decoratieschilderwerk dat aan een
blonde houtimitatie doet denken. Bijzonder was de aanwezigheid
van turf als isolatiemateriaal tussen de houten scheidingswandjes.
Turf was een veelgebruikt isolatiemateriaal omdat het volop voorhan-
Bolsward, Kleine Dijlakker 17,
aanhelen van korbeel in 16de-eeuwse achterkamer
den, goedkoop en licht was, maar in veel gevallen is het in de loop
der tijd verwijderd. Na impregneren (tegen brand) kon het turfwandje behouden blijven.
Op de begane grond werd het 19de-eeuwse winkelinterieur gerestaureerd. De tussenkamer, die weliswaar ouder is met onder meer
een fraaie 18de-eeuwse bedstedenwand, kreeg ook een 19de-eeuwse
afwerking vanwege de directe relatie met de winkel. Dit betekende
een eikenhoutimitatie voor het houtwerk (inclusief plafond) en een
Bolsward, Kleine Dijlakker 17,
de turfwand in de bovenwoning
Bolsward, Kleine Dijlakker 17, tussenkamer na restauratie (foto René Spijkerman)
wandbespanning met floraal papierbehang. De winkelruimte bleek
oorspronkelijk veel kleurrijker dan nu resteerde, met grijswit als
basiskleur, aangevuld met okertinten voor de kantoorwand en het
plafond en tenslotte houtimitaties op de toonbank, de toonkast en
andere bouwkundige details. Deze kleuren zijn alle teruggebracht.
Als laatste zijn de schappen van de toonkast weer gevuld met oud
winkelgerei en (lege) flessen uit de oude drankenhandel, waarbij
twaalf flessen zijn voorzien van een nieuw etiket met de naam van
Bolsward, Kleine Dijlakker 17,
winkelruimte (foto René Spijkerman)
een sponsor. We willen namelijk dat iedereen die het pand bezoekt
niet alleen de sfeer van de 19de-eeuwse drankenwinkel kan proeven,
maar ook de vrijgevigheid ziet van maar liefst tien lokale en regionale
fondsen en twee landelijk opererende organisaties die deze restauratie gesteund hebben. De namen van deze fondsen zijn hierna onder
het hoofdstuk ‘Baten eigen fondsenwerving’ opgenomen. Het werk
stond onder eigen directie.
Delf t, Oude Delf t 49, ‘Fundatie van Renswoude’
In 1755 kreeg de Delftse stucwerker en steenhouwer Joseph Bollina
van de regenten van de ‘Fundatie van de Vrijvrouwe van Renswoude’
opdracht om een school- en woongebouw te ontwerpen voor dertig
weesjongens, met bestuurskamers, keuken en woonvertrekken voor
de inwonende binnenvader en binnenmoeder. In 1757-’59 werd
het ontwerp uitgevoerd, waarbij Bollina ook optrad als de centrale
figuur in het gehele bouwproces.
Nadat de Fundatie het enorm grote pand (in originele toestand was
het pand bijna dubbel zo lang (70 m.) als in de huidige toestand)
tot 1803 in gebruik had gehad, werd in de 19de eeuw het volume
in delen verkleind. Toen de Fundatie in 1843 de kans kreeg het hele
pand terug te kopen was het laatste achterhuis reeds gesloopt.
In 1911 werd het pand door de Fundatie verkocht aan professor
H. ter Meulen, die het pand verder verkleinde tot het huidige
volume. In 1938 werd het pand overgedragen aan onze Vereniging,
waarna het in gebruik werd genomen als kantoorruimte.
In 2001 heeft een partiële restauratie van het interieur plaats gevonden. De drie stijlkamers op de bel-etage kregen weer de uitstraling
die zij verdienden, waarbij in de regentenkamer het originele wijnpurperrode ‘Velours d’Utrecht’ weer in het zicht kwam.
Eind 2012 kwam de rest van het huis (dat als één kantoor functioneerde) vrij van huur. De verhuureenheid behoefde inmiddels een
21
Doesburg, Koepoortstraat 26A, bovenverdieping voor en na restauratie
stevige renovatie en splitsing in
ning gemaakt. Het asbest werd
kleinere eenheden. De vloeren
voor aanvang van de werken wanden op de verdiepingen
zaamheden gesaneerd en het
waren voor een groot deel
zachtboard verwijderd, waarna
voorzien van (zacht)boardplaherstel van wanden en plafonds
ten. De plafonds waren groplaatsvond. Na kleurhistorisch
tendeels voorzien van asbestonderzoek zijn in de bovenbeplating. Daarnaast waren de
vertrekken van het voorhuis
Delft, Oude Delft 49, ‘Fundatie van Renswoude’, gang bovenhuis
installaties van het pand sterk
de originele 18de-eeuwse
verouderd én beetje bij beetje
kleuren aangebracht op balken,
uitgebreid om aan de wensen van de gebruikers te blijven voldoen.
plafonds, wanden en betimmeringen. Het achterhuis, dat in 1911
Wat resulteerde was een wirwar van kabels, goten en leidingen, dat
grondig was verbouwd, kreeg een bijpassende kleurafwerking, met
een noodzakelijke opschoning vergde.
als hoogtepunt de tuinkamer op de bel-etage. Daar is het houtwerk
Door de verslechterde marktomstandigheden op de kantoormarkt,
in de geelgroene kleurstelling van 1911 teruggebracht en zijn de
werd besloten om in het pand drie kleinere kantoorunits te maken
wanden voorzien van een floraal behang met vogels. De tuinkamer
in plaats van één grote. De bestaande installaties moesten toch veris daardoor nu een waardige aanvulling op de 18de-eeuwse stijlkavangen, dus iedere unit heeft nu zijn eigen circuit gekregen en een
mers van het voorhuis. De bel-etage is te huur voor vergaderingen,
eigen kleine pantry. In het achterhuis is een centrale toiletvoorzierecepties en andere bijeenkomsten.
Delft, Oude Delft 49, ‘Fundatie van Renswoude’, bovenkamer
Delft, Oude Delft 49, ‘Fundatie van Renswoude’, vertrek bovenverdieping
Doesburg, Koepoortstraat 26A Dit laatmiddeleeuwse huis
uit de 14de of 15de eeuw, is sinds 1980 in het bezit van de Vereniging. Het heeft een 11,5 m. breed voorhuis tussen trapgevels met
twee dwarsgeplaatste achterkamers. In 1955 heeft de vorige eigenaar
het casco van het huis gerestaureerd en in 2001 heeft de Vereniging
een herindeling en restauratie van het grootste deel van het interieur
uitgevoerd. Door de situering van het pand, met toegangen in voorgevel en zijgevels, konden op de begane grond een bedrijfsruimte en
op de verdiepingen bovenwoningen worden gerealiseerd. De woning
boven de linkerhelft kwam echter pas in 2012 vrij van huur, zodat
deze nu pas conform het plan van 2001 kon worden hersteld.
Het benodigde herstel van het dak gaf de mogelijkheid om de kap
zonder aantasting van de historische constructie te isoleren. In
de kap van het achterhuis werd tevens de badkamer gesitueerd, in
de kap van het hoofdhuis een karakteristieke slaapkamer onder de
imposante gestapelde eiken sporenkap die geheel in het zicht is. Op
de eerste verdieping, in de huidige woonkamer en de gang, werd het
moer- en kinderbinten plafond weer in het zicht gebracht. Tijdens
de werkzaamheden kwam helaas ernstige houtrot aan het licht aan
de hoofddraagconstructie. Een groot aantal van de balkkoppen van
de moerbalken was aangetast en moest worden hersteld, hetgeen in
epoxy-techniek gebeurde. Naast de herindeling en het bouwkundige
herstel van de ruimtes, richtten de werkzaamheden zich verder op
het moderniseren van installaties, de keuken en het sanitair. Bij de
keuze van de kleurafwerking werd teruggegrepen op historische
kleurstellingen uit voornamelijk de 18de eeuw. Na voltooiing van de
werkzaamheden, die onder eigen directie stonden, is het huis weer in
afwachting van een nieuwe huurder.
Haarlem, Nieuwe Gracht 7, Huis Barnaart
In Haarlem staan twee uitzonderlijk fraaie, rijk vormgegeven stadspaleizen
van de hand van architect Abraham van der Hart: het Hodshon
Huis, gebouwd voor ‘Keetje’ Hodshon in 1795 (zie hierna) en Huis
Barnaart dat in 1806-1809 werd gebouwd voor de zeer vermogende
Willem Philip Barnaart, neef van Keetje Hodshon en later burgemeester van Haarlem. Beide huizen zijn reeds enige jaren in bezit
Doesburg, Koepoortstraat 26A, badkamer tijdens en na restauratie
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
v ers l ag van d e v ereniging
20
Haarlem, Huis Barnaart,
de vondst van een bijzondere
ontwerptekening
v ers l ag van d e v ereniging
22
zen (de zijde naar de dagelijkse eetkamer), waarbij voor de details
gekeken is naar de tegenoverliggende wand ‘naar de Sallon’.
De tekening is enigszins verbleekt, waardoor het rood-roze is
geworden. Volgend op deze tekening moet een nieuwe tekening
zijn gemaakt, die weer als basis heeft gediend voor de afbeelding
van de erkerzaal in Jan van Straatens boek Gronden en afbeel-
dingen van eenige gebouwen en derzelver binnenwerken
volgens de nieuwste wijzen (Haarlem 1812). Van Straaten
werkte als timmerman en tekenaar aan huis Barnaart, in dienst
van de timmermansfirma van Gerrit van der Horst. Van Straaten
had daardoor toegang tot de (niet bewaard gebleven) bestektekeningen van Abraham van der Hart.
Het is aannemelijk dat de nu teruggevonden tekening naar ontwerp van Van der Hart is, maar het handschrift op de tekening
lijkt niet het zijne. Hoe de tekening uiteindelijk bij nazaten
van de aannemersfamilie De Zwaan terecht is gekomen, blijft
een beetje een raadsel. Dat laat niet onverlet dat de afbeelding
een zeer bruikbaar referentiekader vormt voor de aankomende
restauratie. Hopelijk kunnen de nu wit geschilderde deuren dan
weer hersteld worden in de oorspronkelijke kleur waardoor de
architectuur van Van der Hart weer tot haar recht zal komen. ■
Haarlem, Nieuwe Gracht 7, Huis Barnaart, exterieur (foto Arjan Bronkhorst)
van de Vereniging, met grote trots, maar ook in de wetenschap dat
met beide huizen kostbare restauraties gemoeid zijn. Het Hodshon
Huis wordt in fasen gerestaureerd, doch Huis Barnaart wordt in één
keer aangepakt.
Na een aantal onderzoeken en het opstellen van een bouw- en architectuurhistorische waardestelling, is een vergunning aangevraagd
die medio 2013 werd verleend. De kantoorfunctie wordt daarbij
weer aangevuld met de woonfunctie die het gebouw ooit had en
met de representatieve functie die tijdens de kantoorjaren ondergesneeuwd was. Na een asbestsanering werden de verlaagde plafonds
en de voorzetwanden verwijderd. Op de eerste verdieping, die in de
toekomst als kantoorruimte verhuurd blijft, kwamen verschillende
fijn bewerkte stucplafonds uit de bouwtijd tevoorschijn. Daarnaast
kwam achter de voorzetwanden de ‘enfilade’ langs de voorgevel
De recent gevonden ontwerptekening van de erkerzaal in Huis Barnaart
Haarlem, Nieuwe Gracht 7, slaapkamer rechtsvoor voor en na ontmanteling
23
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
In 1803-1808 liet Willem Philip Barnaart een nieuw huis
bouwen aan de Nieuwe Gracht te Haarlem. De Amsterdamse
stadsbouwmeester Abraham van der Hart (1757-1820) kreeg
de opdracht dit grachtenpaleis te ontwerpen. De belangrijkste
kamer in het huis is de erkerzaal, die vroeger de Grote Eetkamer heette. Deze kamer heeft een zeer bijzondere afwerking in
stucmarmer. De stucadoor J.J. Martin kreeg opdracht de wanden
te bekleden met geel en groen kunstmarmer, aldus het bestek.
Het stucwerk dat op marmer moest lijken, werd gepolijst om een
heldere glans te krijgen. De houten onderdelen van de wanden
zouden door de schilder J. Valter in “super glanzige couleuren
opgeschilderd” worden.
Martin blijkt het bestek niet op alle punten te hebben nageleefd.
Het stucmarmer van de huidige erkerzaal is niet geel en groen,
maar rood met groenige, gecanneleerde pilasters. De opdrachtgever of de architect is blijkbaar van mening veranderd. Barnaart
heeft de keuze gehad tussen verschillende kleurenschema’s.
Een recent bij een particulier gevonden bijzondere ontwerptekening toont drie varianten, waarbij de rijkste uit vier kleuren
stucmarmer bestaat en de eenvoudigste uit één. Uiteindelijk is de
tweekleurige variant met groene pilasters en rode wanden geko-
door Pieter Vlaardingerbroek
Kleurherstel gevels ‘Nonnetjeshuis’, Voorstraat 38,
Sint-Annaland (17de-eeuws kleurenpalet) en Ossenmarkt 5,
Groningen (19de-eeuws kleurenpalet)
Haarlem, Spaarne 15-17, historische keuken tijdens restauratie
(foto Paul Vreeker)
Haarlem, Nieuwe Gracht 7, Huis Barnaart, enfilade
(foto Rob van Wieringen)
tevoorschijn. Deze enfilade, een reeks aaneen geschakelde vertrekken waarbij de deuropeningen in elkaars verlengde op één as liggen,
zal in de nieuwe situatie worden gehandhaafd. Het uitzonderlijke
ontwerp van dit huis vraagt om eerherstel van dit soort onderdelen.
De werkzaamheden, die onder eigen directie staan, zullen ook het
hele volgende verslagjaar (2014) in beslag nemen.
Haarlem, Spaarne 15-17, Hodshon Huis Al verschillende jaren maken we in dit verslag melding van de restauratie van
het Hodshon Huis in Haarlem. Dit fenomenale laat 18de-eeuwse
stadspaleis naar ontwerp van Abraham van der Hart, wordt gefaseerd hersteld en gerestaureerd. In vervolg op de restauratie van het
casco (2010), de aula (2011-2012) en de dienstvertrekken van de
linkervleugel (2012), werd in 2013 de begane grond van de rechtervleugel aangepakt. Hier bevond zich ooit de historische keuken, die
echter in de 20ste eeuw grotendeels werd gesloopt en verbouwd tot
kantoor. Een huurderswisseling gaf nu aanleiding tot het herstel van
deze ruimtes. Bouwhistorisch onderzoek en onderzoek naar andere
laat 18de-eeuwse keukens van Van der Hart, waaronder die in Paviljoen Welgelegen, Huis Barnaart in Haarlem en Herengracht 502 in
luiken aan de buitenzijde grijsgroen en aan de binnenzijde rood.
Ook de deur werd grijsgroen. Door gebruik van de gangbare
17de-eeuwse kleuren is het 17de-eeuwse gevelbeeld harmonieuzer, rustiger en overtuigender geworden.
Bij het grote pand aan de Ossenmarkt 5 in Groningen, dat
eveneens uit de 17de eeuw dateert, is juist gekozen voor een
19de-eeuws kleurstelling. De reden hiervoor is een omvangrijke
verbouwing uit 1863 door de toenmalige bewoner, burgemeester
Berend van Roijen. Hij liet achtruitsvensters met zware zonneblinden plaatsen. Het gevelbeeld is door deze ingrepen dermate
bepaald dat hier juist een kleurstelling uit die periode het meest
passend was. In plaats van spierwit voor ramen, kozijnen en
zonneblinden bleek na
kleuronderzoek ook
hier de gevel een meer
genuanceerde kleurstelling te hebben.
De kozijnen en
zonneblinden bleken
omstreeks 1865
lichtbeige te zijn, wat
paste bij de zandstenen
versieringen, de ramen
donker (roodbruin) en
de voordeur donkergrijs. In dit geval bleek
de 19de-eeuwse kleurstelling dus de meest
toepasselijke. ■
Groningen, St. Annaland 38, Nonnetjeshuis, voor en na kleurherstel
Groningen, Ossemarkt 5, voor en na kleurherstel (nog zonder de zonneblinden)
Haarlem, Spaarne 15-17, Hodshon Huis, historische keuken na restauratie
25
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
v ers l ag van d e v ereniging
24
Het zogenoemde Nonnetjeshuis, sinds 2011 in bezit van de
Vereniging, dateert uit de eerste helft van de 17de eeuw en
heeft een rijk gedetailleerde trapgevel, met enkele kruiskozijnen,
ramen met luiken en zwaar smeedijzeren sierankers. Het geheel
ademt de 17de-eeuwse sfeer. Het gevelhout van dit pand was
echter in de bekende kleuren wit en donkergroen geschilderd.
Sinds 1920 werd deze kleurstelling vaak door schoonheidscommissies (de voorlopers van de welstandscommissies) voorgeschreven voor monumenten. Hoewel goed bedoeld en voor 19deeeuwse panden ook vaak toepasselijk, strookte dit niet altijd met
het gevelbeeld van oudere panden. Op 17de-eeuwse schilderijen,
zoals het bekende ‘straatje van Vermeer’, werden voor het
gevelhout meestal de kleuren Bentheimer (zandsteenkleur),
donkerrood, grijsgroen
en wit gebruikt. Als er
zandstenen onderdelen
waren, zoals bij het
Nonnetjeshuis, werden
de houten kozijnen en
gootlijsten vaak ook
in zo’n (Bentheimer)
kleur geschilderd om
een harmonieus geheel
te vormen. Bij het
Nonnetjeshuis, waar
het gevelhout nog volledig refereert aan de
17de-eeuwse situatie,
werden de ramen wit
geschilderd (in plaats
van donkergroen), de
27
Voorlichting
Tegelen, Hoekstraat 6-8, Kranenbreukershuis (foto Ton Desar)
Amsterdam, hebben geleid tot duidelijke conclusies over de feitelijke
inrichting en afwerking van deze keuken. Uit archieven bleek dat
hier oorspronkelijk een marmeren vloer lag met platen van twee bij
twee Amsterdamse voet, gelijk aan de maatvoering in de hal. Sporen
op de wanden lieten zien waar het tegelwerk van witjes had gezeten. Opvallend hieraan was het halfsteens verband dat terugkomt in
Tegelen, Hoekstraat 6-8, Kranenbreukershuis,
kapverdieping na restauratie (foto Ton Desar)
andere Van der Hart-keukens. Onder het verlaagde plafond kwam
het plafond met bakstenen gewelfjes tussen overhoeks geplaatste balken in het zicht. In de schouw bleek de achterwand oorspronkelijk
bekleed met grote gietijzeren platen. In de houten lambrisering en in blijven, heeft een zeer welkome bijdrage geleverd aan deze ingreep.
het metselwerk werd na verwijdering van de gipsplaten de aftekening De ruimtes zijn weer geschikt als kantoorruimte, maar nu met een
gevonden van het aanrecht, de schouwkap en de broodoven. De
riante historische keuken als stralend middelpunt. De werkzaamhemaatvoering van deze onderdelen kwam overeen met blauwdrukden stonden onder eigen directie.
ken (tekeningen) uit 1903. Alle bouwsporen en informatie bij elkaar
Tegelen, Hoekstraat 6-8, Kranenbreukershuis
maakte een goed gefundeerde reconstructie mogelijk. Bijzonder aan
Als laatste project wordt hier de afronding van het Kranenbreukersde restauratie is de broodoven, die daadwerkelijk weer geschikt is
om te stoken. In het verleden werd de oven met turf of takkenbossen huis in Tegelen vermeld. Dit pand, dat in 1767 als brouwershuis
voor de familie Houba werd gebouwd, werd in 2012 al bouwopgestookt. Zodra de oven voldoende heet was, werd het brood in
kundig hersteld tijdens een ‘levensreddende’ cascorestauratie.
de oven gebakken. De opslag van de takkenbossen en turf onder de
oven zelf en in de ruimte ernaast, was bereikbaar via de spoelkeuken. In 2013 volgde de afbouw en het interieur. Bij het hoofdhuis was de
18de-eeuwse strucOok deze ruimtes zijn
tuur, met middenhersteld.
gang en drie vertrekMet het terugbrengen
ken aan weerszijden
van de historische
hiervan, leidend voor
keuken en de restaude afwerking. Geratie van de annexe
spelderde plafonds
ruimtes is de samen(omstucte balken
hang inzichtelijk
met stucgewelfjes
gemaakt tussen de reertussen), ravelingen,
presentatieve vertrekhaardplekken en
ken op de verdieping
delen van plavuizen
en de dienstvertrekken
vloeren werden geop de begane grond.
traceerd en hersteld
De ruimtes en routing
of aangevuld. Dit
tussen ‘upstairs en
betekende met name
downstairs’ zijn weer
eerherstel voor de
fysiek aanwezig in
historische keuken
het pand. Een fonds
Tegelen, Hoekstraat 6-8, Kranenbreukershuis, historische keuken (foto Ton Desar)
met zijn hardstenen
dat anoniem wenst te
Tegelen, Hoekstraat 6-8, Kranenbreukershuis,
entree zijgevel met calvariekruis (foto Ton Desar)
plavuizen vloer, de nog originele schouw en een moer- en kinderbintenplafond. Op de hele begane grond moesten vloeren hersteld of
geheel vernieuwd worden, waardoor de kans te baat werd genomen
om hier vloerverwarming aan te leggen. De keuken werd gecompleteerd met een historisch fornuis uit ons eigen bouwfragmentendepot.
In de achteraanbouw, die gestalte kreeg in de 19de eeuw toen er de
pottenbakkerij van de familie Krambrucher was gevestigd, was de
19de eeuw leidend. Hoewel veel details verloren waren gegaan, bleek
de vloer bedekt met platgelegde stenen en werd nabij de zij-ingang
een oude put gevonden die van vóór 1830 dateert. De put is (natuurlijk) behouden en kon met een glasplaat zelfs zichtbaar blijven. De
schildering van een zogenaamd ‘calvariekruis’ boven de entree in de
zijgevel (aan de buitenkant), was een volksgebruik dat waarschijnlijk
symbool stond voor het afweren van onheil. De kapverdieping van de
achterbouw was geheel verdwenen en gaf ruimte voor een vrije indeling en afwerking. In het achterhuis zijn uiteindelijk twee woningen
gecreëerd en het voorhuis is bestemd voor wonen en werken.
De oplevering in april 2013, in het bijzijn van alle bij de restauratie
betrokken mensen, was een feestelijke bijeenkomst met klokgelui van
de Martinuskerk, acht huzaren in vol ornaat en saluutschoten bij de
feestelijke handeling. Bij die gelegenheid werd een kersverse publicatie over het Kranenbreukershuis in de reeks Venlose Katernen aan de
aanwezigen overhandigd. De restauratie was alleen mogelijk dankzij
ruimhartige subsidies van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, de
gemeente Venlo en de provincie Limburg. Ook de zeer constructieve
samenwerking met en hulp van de gemeentelijke ambtenaren monumentenzorg, archeologie en bouw- en woningtoezicht zij hier expliciet vermeld. Het werk werd begeleid door bouwkundig adviseur
J. Selen. De publicatie is nog verkrijgbaar via de Vereniging.
Zoals in de inleiding al is opgemerkt, heeft de afdeling Voorlichting
en Ledenservice van 2013 een erg productief jaar gemaakt. Onze
Vereniging groeide met een record aantal van 663 nieuwe leden.
Ondanks het gelijktijdige verlies van 279 leden, nam ons ledental
eind 2013 toe tot 4.505 (eind 2012 4.121). Dat is in het afgelopen
jaar wederom het gevolg van gerichte acties op de dagen waarop
niet-leden de mogelijkheid hebben om huizen van de Vereniging te
bezoeken. Het grote aantal nieuwe leden is in 2013 vooral toe te
schrijven aan drie extra Open Monumentendagen in Amsterdam die
georganiseerd werden in het kader van ‘400 jaar Grachtengordel’.
Deze extra dagen brachten maar liefst 4.775 extra bezoekers naar de
panden van de Vereniging, waarvan zo’n 150 geïnteresseerden ter
plekke lid werden. Verder merken we dat de nieuwe leden door de
speciale kennismakingsdagen beter weten wat het lidmaatschap inhoudt. Zij maken ook meer gebruik van onze Toegankelijke Panden
en Open dagen. Niettemin leidt de forse groei ook tot meer opzeggingen, waardoor het volhouden van deze groei steeds moeilijker
wordt.
De Vereniging verstuurde dit jaar 6 persberichten. Zoals gebruikelijk
werd aandacht besteed aan restauraties en verwervingen en daarnaast
NRC Weekend, 16-17 maart 2013, ‘400 jaar Grachtengordel, Huis Bartolotti’
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
v ers l ag van d e v ereniging
26
Televisie en radio
De radio en televisie waren goed voor
13 aandachtmomenten. De Vereniging heeft aan twee landelijke
tv-programma’s deelgenomen, die allebei gesteund werden door
de BankGiro Loterij. Voor het programma ‘Sterren op het doek’
werd een aflevering met Irene Moors opgenomen in stoomgemaal
De Cruquius. Hoofd Instandhouding Isja Finaly kreeg 2 minuten
zendtijd om de Vereniging en haar doelstelling toe te lichten. In
het kader van de deelname aan het programma ‘Max Monumentaal’
werd de Vereniging in staat gesteld om het volledige interieur van de
commissiekamer in het raadhuis van Berlage in Usquert te restaureren. Ook de meubels en de stoffering werden hierin meegenomen.
Het hele proces en het prachtige resultaat werd in een uitzending
op 10 september uitgebreid getoond.
Publieksevenementen Tijdens de publieksevenementen in het
afgelopen jaar bracht het mooie aantal van 30.000 liefhebbers een
bezoek aan panden van de Vereniging. Dit gebeurde in het kader van
drie evenementen: de Open Monumentendagen, het concertweekend
van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds en de hedendaagse
kunstexpositie Chambres des Canaux.
In april vond het ‘weekend van het NMF’ plaats; een geste van
Still uit het AT5 tv-programma ‘Straten van Amsterdam’
over het Gemeenlandshuis in Amsterdam
Open Monumentendag 2013, Sassenstraat Zwolle
‘Hendrick de Keyser’ aan het 25-jarig jubileum van het Nationaal
Muziekinstrumenten Fonds. Dankzij de belangeloze medewerking
van veel van onze huurders kon het een van de hoogtepunten van
het NMF-jubileum worden. Nagenoeg 100 concerten in 100 panden
van de Vereniging. Bekende en minder bekende musici speelden (op
instrumenten van het NMF) in huizen van de Vereniging verspreid
over het hele land. Een unieke samenwerking tussen twee organisaties die zich beide inzetten voor behoud van cultureel erfgoed. Ruim
2.500 muziekliefhebbers kwamen naar een van de panden voor een
exclusief concert. Wij zijn onze huurders zeer dankbaar voor hun
medewerking aan dit geweldige evenement.
Tijdens de Open Monumentendagen in september opende de Vereniging 38 van haar panden waar in totaal 21.400 bezoekers naartoe
kwamen. In het kader van ‘400 jaar grachtengordel’ werden in Amsterdam drie extra Open Monumentendagen georganiseerd, waarbij
in april ons Huis Bartolotti werd opengesteld, in mei Huis Van
Brienen en juni ‘De Vergulde Ster’. Maar liefst 4.775 bezoekers kwamen de panden bekijken. In november vond gedurende 15 dagen het
kunstevenement ‘Chambres des Canaux: The Tolerant Home’ plaats.
Hedendaagse kunstenaars, geselecteerd door gastconservator Siebe
Tettero, gingen de dialoog aan met de eeuwenoude grachtenpanden.
Voor dit evenement stelde de Vereniging twee van haar panden open,
in Huis Van Brienen werden werken getoond van Ina van Zyl, David
Jablonowski en Germaine Kruip. In ‘De Vergulde Ster’ was werk te
Chambres des Canaux, bezoekers bekijken film van
Carlos Amorales in ‘De Vergulde Ster’
zien van Amie Dicke en Carlos Amorles. De kunstliefhebbers die de
panden bezochten bleken een nieuwe doelgroep, velen van hen kenden de Vereniging niet. Maar liefst 4.021 geïnteresseerden kwamen
naar Huis Van Brienen en 3.170 naar ‘De Vergulde Ster’, primair
om de hedendaagse kunst maar ook om deze bijzondere huizen te
bewonderen.
Net als voorgaande jaren had de Vereniging in augustus een stand op
de Uitmarkt in Amsterdam om zo het publiek bekend te maken met
de Vereniging en haar werk.
Het enorme aantal bezoekers van bovengenoemde evenementen
laat zien dat cultureel erfgoed in het algemeen en de huizen van
de Vereniging in het bijzonder een aantrekkingskracht hebben op
een steeds groter wordende groep geïnteresseerden. Wij blijven ons
inspannen om die groep vervolgens met een lidmaatschap aan de
Vereniging te verbinden. Daarbij is ons gebleken, dat juist onze bestaande leden, die op zo’n dag als vrijwilliger aanwezig zijn, er zeer
goed in slagen om nieuwe leden aan te trekken. Hun persoonlijke
invalshoek is kennelijk erg verleidelijk en wij zijn hen dan ook zeer
erkentelijk voor hun hulp.
In de voorgaande passages is inhoudelijk weergegeven op welke wijze
in 2013 aan de in dit verslag toegelichte doelen (verwerven, instandhouden en geven van voorlichting) in totaal een bedrag van
€ 12.551.154 is besteed. In 2013 verkreeg de Vereniging in totaal
€ 11.497.250 aan baten uit vier bronnen die hierna worden gespecificeerd. Dat was – dankzij de extra bijdrage van de BankGiro
Loterij – 4,4% meer dan begroot en 2,3% meer dan in het voorgaande jaar.
Opnieuw werd dus meer (109%) dan alle baten direct aan onze doelstelling besteed (in 2012: 108%).
In 2013 is uit hoofde van
donaties, giften, legaten en erfstellingen een bedrag van € 853.927
verantwoord. Dit bedrag is als volgt te specificeren:
Weekend van het NMF,
smidse in Elburg gereed voor concert
127.037
De contributie-inkomsten groeiden met een kleine
9%, voornamelijk als gevolg van de toename van het
ledental.
Schenkingen
Fam. Brandt Corstius
198.000
S.F. Winkel
18.000
D. van Raalte
15.000
Stichting Bredius
5.000
Anoniem
5.000
M.A.M. Kortenbout van der Sluijs
3.000
J.J.M. Verhoef
2.000
Anoniem
2.000
Mw. R.M. van Schravendijk-Alberdink Thijm 1.567
Stichting Corbello
1.500
J.J. van Rijn en M.A.T. van Rijn-Kerkhoff
1.000
S. Stigter en R. Aerden
1.000
Overige donaties en giften
3.700
Kosten i.v.m. schenkingen
– 284
————
256.483
Nalatenschappen/legaten
Financiële baten
Baten eigen fondsenwerving
€
Contributies
Mw. M.A. Kikkert-Verheus
Mw. V.H. Hennings-Marschal
Mw. C.P.M. de Bruijn-De Wilde
L.H. Boas
Mw. E.C. Coolhaas-Korpershoek
Afboeking eerder verwachte erfstelling
100.000
35.000
12.411
2.500
2.804
– 15.000
———— 137.715
Bijdragen van fondsen
Prins Bernhard Cultuurfonds
Gemeente Alkmaar
Stichting Dioraphte
TBI Fundatie
Stichting Fonds Bolsward-Dronrijp
H. Nannes en C. Epes-stichting
Sint Anthony Gasthuis Stichting
Stichting Het Weeshuis
Stichting Gansoord
M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting
Ottema-Kingma Stichting
Anoniem fonds
Stichting Juckema Siderius Fonds
Meindersma-Sybenga Stichting
Stichting Bouwcultuurfonds Friesland
Van der Mandele Stichting
Van Heloma Stichting
Stichting Albada Jelgersma
Stichting Dinamo Fonds
Stichting Thurkow Fonds
Anonieme stichting
Diverse fondsen
134.942
50.000
30.000
25.000
11.750
11.750
11.750
11.750
6.000
5.000
5.000
5.000
3.000
3.000
3.000
3.000
3.000
2.500
2.000
1.500
1.250
2.500
————
332.692
————
Totaal
853.927
29
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
v ers l ag van d e v ereniging
28
aan ‘Monument en Bed’
(vakantiehuizen van de Vereniging) en de aanwijzing
van Vereniging Hendrick
de Keyser als POM (Professionele Organisatie voor
Monumentenbehoud) door
het ministerie van OCW.
In de landelijke dagbladen
verschenen 10 artikelen naar
aanleiding van de verstuurde
persberichten, in de regionale dagbladen 21.
De zogenaamde ‘special
interest’ bladen publiceerden
National Geograhic, maart 2013
17 artikelen over de
Vereniging met onderwerpen uiteenlopend van openstellingen tijdens de Open Monumentendagen tot interviews met huurders van bijzondere panden.
Ter verkrijging van al deze baten heeft de Vereniging tijd besteed en
kosten gemaakt: voor het realiseren van de aanvragen bij fondsen,
voor gesprekken met particulieren en het onderhouden van contacten. Deze bedroegen in 2013 € 45.564, door personele besparingen
minder dan in 2012 (€ 52.436). Mede hierdoor besloegen de kosten
voor de eigen fondsenwerving in 2013 5,4% van de baten (2012
6,1%).
Baten acties van derden
De baten uit acties van derden hebben betrekking op de BankGiro Loterij voor een bedrag van maar
liefst € 1.897.500,-. Deze bijdrage is te splitsen in een éénmalige
extra toekenning voor ons project ‘Monument en Bed’, waarmee de
Vereniging het voor een breed publiek mogelijk maakt om te logeren
in enkele van onze bijzondere locaties. Van deze bijdrage is in 2013
€ 115.527 direct besteed aan de aanpassing en inrichting van het
huis te Groet en het appartement in de Oude Molen te Valkenburg
6-10 en Naaldwijk, Heilige Geest Hofje. De op deze wijze ingeboekte subsidies van overheden is conform de begroting.
Voor de verkrijging van deze overheidssubsidies moeten verschillende aanvraagprocedures worden doorlopen. Alhoewel meestal met
een vereenvoudigde procedure wordt volstaan, is daarmee toch tijd
(en dus kosten) gemoeid. In 2013 bedroegen die kosten in totaal
€ 102.601. Aangezien er geen direct verband is tussen de kosten
voor de verkrijging van overheidssubsidies en de baten die aan dat
jaar kunnen worden toegerekend, is een procentuele vergelijking op
dit onderdeel niet zinvol.
Cunera Vergeer, Marieke van Schaik, Koen Ottenheym en Isja Finaly met
jaarlijkse bijdrage van de BankGiro Loterij (foto Roy Beusker)
aan de Geul. Het restant van deze bijdrage is ondergebracht in een
Bestemmingsfonds ter besteding in de komende jaren.
Het restant van de bijdrage van de BankGiro Loterij (€ 1.200.000) is
door het Bestuur voor een deel bestemd voor de komende restauratie
van het Hooge Huys te Alkmaar (€ 300.000) en voor een deel in
2013 besteed aan twee spectaculaire restauraties: € 732.000 aan de
restauratie van het Gemeenlandshuis aan de Diemerzeedijk te Amsterdam en € 168.000 aan de restauratiekosten van Huis Barnaart (in
2002 gekocht met geld van de BankGiro Loterij) te Haarlem.
De bijdrage van de BankGiro Loterij van 2012, waarvan € 1.079.000
was gereserveerd, is in 2013 besteed aan de verwerving van het
Hooge Huys (€ 850.000) en aan de restauratie van de benedenverdieping van het Hodshon Huis te Haarlem (€ 229.000).
Ook voor de verkrijging van deze baten was inspanning nodig,
waarvoor kosten werden gemaakt. In 2013 bedroegen die € 81.673,
weliswaar iets minder dan in het voorgaande jaar, doch vooral door
de extra bijdrage maakten deze kosten slechts 4,3% (2012 7%) van
de baten uit. De Vereniging is de BankGiro Loterij buitengewoon
dankbaar, vanwege de voortzetting van deze stabiele steun, waardoor niet alleen opnieuw een zeer bijzonder pand kon worden
verworven, maar ook enkele bijzondere restauraties konden worden
uitgevoerd.
Subsidies van overheden
Onder deze post kon in 2013
€ 739.906 worden ingeboekt, beduidend minder dan de € 1.291.946
in 2012. Dat is geheel veroorzaakt door de verminderde subsidies
voor uitgevoerde restauraties (€ 518.278) uit verschillende regelingen
(in 2012 nog € 1.087.172). Het restant betreft een toerekening van
de reeds eerder ontvangen bijdragen van rijkswege in de instandhoudingskosten van onze panden, de zogenaamde BRIM-regeling, ter
hoogte van € 221.628.
Bij de restauratieregelingen wordt tegenover gemaakte kosten alleen
subsidie ingeboekt ten aanzien waarvan een redelijke verwachting
bestaat dat deze zal worden ontvangen. Voor 2013 hebben de werkzaamheden aan de volgende panden zo’n subsidieverwachting opgeleverd: Amsterdam, Diemerzeedijk 27; Bolsward, Kleine Dijlakker
17; Haarlem, Spaarne 15; Makkum, Vallaat 22; Tegelen, Hoekstraat
Overige baten Deze laatste, maar tevens grootste, categorie
baten bedroeg in 2013 € 8.005.916. Omdat de rentebaten in 2013
€ 6.337 bedroegen, hebben de overige baten vrijwel geheel betrekking op de huurinkomsten (€ 7.999.579). Deze huurinkomsten
waren daarmee in 2013 belangrijk lager dan begroot (begroot was
€ 8.450.000). Dit is enerzijds een gevolg van het in bepaalde regio’s
niet kunnen doorvoeren van reguliere huurverhogingen en de lagere
huuropbrengsten die sinds de crisis bij mutaties worden gerealiseerd,
anderzijds een gevolg van het zeer aanzienlijke huurverlies als gevolg
van leegstand van € 880.904 (in 2012: € 778.705) en de getroffen
voorziening van € 30.000 voor oninbare huurvorderingen. Bij het
opmaken van de begroting was gehoopt, dat dit huurverlies terug
kon worden gebracht naar het reguliere niveau van ca. € 650.000
(2010 en 2011)
Wij onderscheiden ‘mutatieleegstand’ en ‘projectleegstand’. Mutatieleegstand betreft panden die beschikbaar zijn voor een huurder,
omdat de oude huurder vertrokken is, of omdat het pand na een
restauratie of groot onderhoud weer te gebruiken is. Deze mutatieleegstand bedroeg in 2013 € 300.815 (2012 € 328.756) en was te
verdelen in frictieleegstand (korter dan 3 maanden, dus in de regel
louter huurderswissels), die € 34.800 bedroeg (2012: € 44.828)
en structurele leegstand (langer dan 3 maanden), die € 266.015
bedroeg (2012: € 183.928). De projectleegstand betreft panden die
leeg staan omdat zij in de huidige staat niet goed verhuurbaar zijn.
Dat kan komen omdat ze gerestaureerd moeten worden of in restauratie zijn, dan wel omdat ze uit verhuur komen en niet opnieuw te
verhuren zijn, zonder eerst een grondige renovatie te ondergaan. Dat
laatste doet zich vooral voor bij panden die een zeer lange tijd bij
een huurder in gebruik zijn geweest of waarvan de bestemming in de
huidige markt niet voldoet. De projectleegstand bedroeg in 2013
€ 580.089 (2012: € 449.949), te verdelen in restauratieleegstand ad
€ 360.064 en onderhoudsleegstand ad € 220.025. De trend die vorig
jaar al duidelijk werd zette zich dus in 2013 voort: panden die langer
leeg staan zijn zonder een forse renovatie of herbestemming niet
verhuurbaar.
gen in 2013 hebben, behoudens een enkele uitzondering, gevarieerd
tussen de 2,3% en de 2,5% (prijsindex per 1-1-2013). Over het gehele
bezit bedroeg de gemiddelde huurverhoging net als in 2012 2,3%.
Per 1 januari zijn de bedrijfsovereenkomsten geïndexeerd en per
1 juli de woningen, met uitzondering van de contracten die recent
waren afgesloten.
De begrotingsonderhandelingen en het kabinetsbeleid aangaande het
terugdringen van ‘scheefwonen’ hebben tot invoering van een verhuurdersheffing geleid. Ook de Vereniging dient daaraan bij te dragen, met ingang van 2013 (€ 4.903) en in de jaren daarna via steeds
hogere aanvullende belastingen (tot meer dan een ton per jaar). De
mogelijkheid tot inkomensafhankelijke extra huurverhogingen is
voor de Vereniging echter nauwelijks een uitvoerbare compensatie.
Verenigingszaken
Leden
Per 31 december 2013 telde de Vereniging 4.505 leden (ultimo
2012: 4.121 leden). De ledengroei heeft zich ook dit jaar weer doorgezet met een toename van 9,3% (in 2012 9,6%). In werkelijkheid
meldden zich in 2013 663 nieuwe leden aan. Onder deze nieuwe
leden bevonden zich 80 cadeaulidmaatschappen, een prachtig aantal
nieuwe leden dat door de leden zelf is aangebracht. Zoals eerder
opgemerkt heeft een forse groei ook altijd een groter aantal opzeggingen of beëindigingen tot gevolg: 279 in 2013. Hiermee zet de
trend, die vorig jaar met 263 opzeggingen is ingezet, zich voort.
De bezoekers tijdens publieksevenementen melden zich, na enige
aansporing door onze vrijwilligers, spontaan aan door de speciale
ledenwerfacties. Maar zulke
impuls-lidmaatschappen leiden ook
weer gemakkelijk tot grotere aantallen opzeggingen. De balans blijft
de laatste jaren gelukkig echter
duidelijk aan de positieve kant.
De leden steunden de Vereniging
dit jaar met een totale bijdragen
van € 127.037. In 2012 was dit
€ 116.788.
Bericht aan de Leden
Het
Bericht aan de Leden is de nieuwsDe Vereniging heeft ultimo 2013 in haar panden 696 verhuureenheden, waaronder woningen, kantoren, horecagelegenheden en zelfs
parkeerplaatsen. In deze verhuureenheden zijn het afgelopen jaar 80
(11,51%) huurwisselingen geweest (in 2012: 65). De huurverhogin-
brief van de Vereniging. Hiermee
worden de leden op de hoogte
gehouden van de werkzaamheden
en activiteiten van de Vereniging.
31
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
v ers l ag van d e v ereniging
30
In 2013 is een groot aantal fondsen benaderd om de werkzaamheden van de Vereniging te ondersteunen. Voor een deel hadden
deze betrekking op de verwerving van het Hooge Huys te Alkmaar:
de Gemeente Alkmaar droeg € 50.000 bij, de Stichting Dioraphte
€ 30.000 en het Prins Bernhard Cultuurfonds € 25.000. De overige
bijdragen van fondsen steunden ons restauratiewerk en vormden – nu
overheidssubsidies schaars zijn – een noodzakelijke bron om restauraties uit te voeren op de wijze die voor ons gebruikelijk is. Het Prins
Bernhard Cultuurfonds (PBCf) ging daar het afgelopen jaar het verst
in, met bijdragen aan vijf verschillende projecten. Zo werden zij door
de BankGiro Loterij in staat gesteld om ons € 51.642 te doneren
voor de restauratie van de commissiekamer in het voormalige raadhuis van H.P. Berlage te Usquert. Maar ook aan de restauratie van
het Gemeenlandshuis aan de Diemerzeedijk te Amsterdam droeg het
PBCf bij: € 18.000, samen met de Stichting Gansoord, de M.A.O.C.
Gravin van Bylandt Stichting en het Dinamo Fonds.
Eenzelfde deel van de bijdrage van het PBCf ging naar de restauratie van Kleine Dijlakker te Bolsward; een restauratie die enorm
gesteund is door een scala aan Friese fondsen: de Sint Anthony
Gasthuis Stichting, Stichting Fonds Bolsward-Dronrijp, Stichting
Het Weeshuis, de H. Nannes en C. Epes-stichting, de MeindersmaSybenga Stichting, Stichting Bouwcultuurfonds Friesland, de Van
Heloma Stichting, Stichting Juckema Siderius Fonds, Stichting
Albada Jelgersma en de Ottema-Kingma Stichting.
Ook de restauratie van het Gemeenlandshuis te Maassluis is in 2013
door een groot aantal fondsen gesteund, naast opnieuw het PBCf
(€ 15.000), de bovengenoemde bijdrage van de TBI Fundatie, de
Van der Mandele Stichting en een stichting die anoniem wenst te
blijven.
Uit de bijdragen van het PBCf resteert nog € 7.300 voor de toegangsbruggen bij Huis Nijenburg te Heiloo en een fonds dat anoniem wenst te blijven droeg bij aan de restauratie van de keuken van
het Hodshon Huis te Haarlem. De overige fondsbijdragen zijn niet
aan een specifiek pand toegekend.
Restauraties, verwervingen en interessante vondsten worden in korte
artikelen beschreven, in de agenda worden de Toegankelijke Panden
en Open Dagen vermeld en op de achterzijde staat de rubriek ‘Te
huur’. Afgelopen jaar verscheen het Bericht twee keer, in februari en
in augustus.
Toegankelijke Panden
Ook in 2013 konden de leden de ruim
100 huizen die vermeld staan in het boekje Toegankelijke Panden
2013, bezoeken. Het boekje verscheen dit jaar voor de achtste keer.
De huizen zijn te verdelen in drie categorieën. De eerste categorie
zijn de musea waar over het algemeen een korting op de toegangsprijs geldt. De tweede categorie bestaat uit huizen waarin winkels
of restaurants zijn gevestigd, voor leden geldt dan veelal een korting
of leuk aanbod.
Tot de derde
groep behoren
de beperkt
toegankelijke
panden; huizen
die gewoon
verhuurd zijn.
Deze huurders
stellen hun
huis exclusief voor onze leden twee keer per jaar open (ongeveer 45
huizen). Zo’n 1.020 leden maakten gebruik van de mogelijkheid om
op eigen gelegenheid een pand te bezoeken.
Openingen
In 2013 vonden drie feestelijke openingen plaats
naar aanleiding van afgeronde restauraties. Op 7 juni, een prachtige
zonnige dag, werd het geheel gerestaureerde Kranenbreukershuis in
Tegelen geopend. Dit, na 40 jaar leegstand, zwaar verkrotte gebouw
werd in 2011 overgedragen aan de Vereniging en nu al, anderhalf
jaar later, was de oplevering een feit. Op 5 september was het de
beurt aan Hinthamerstraat 138 in Den Bosch. Het pandje met haar
Den Bosch, opening Hinthamerstraat 138,
wethouder Van Olden signeert het restauratiebordje
unieke 16de-eeuwse renaissanceschilderingen is met grote compassie gerestaureerd en trok veel genodigden die het resultaat kwamen
bekijken. Voor het einde van het jaar, op 7 november, kon ons pand
in Bolsward, Kleine Dijlakker 17, feestelijk worden geopend. Bijzonder daarbij was de aanwezigheid van de zussen van schenker dhr.
Albada-Jelgersma, die zeer content waren met het resultaat.
Excursies en Rondleidingen
Het thema van de excursies
en rondleidingen in 2013 was ‘de typologie van de architectuur’.
Dit alles uiteraard gebaseerd op onze rijke collectie historische
gebouwen.
De meerderheid van ons bezit betreft woonhuizen uit alle tijdperken, bouwstijlen en regio’s. Daarnaast bezit de Vereniging
historische raadhuizen, waaggebouwen, boerderijen, buitenplaatsen, hofjes, winkels, poorten, pakhuizen enz. Tijdens de excursies
probeerden we de ontwikkelingen in die gebouwtypen, aan de hand
van de voorbeelden in ons bezit, steeds vanuit een andere invalshoek
te benaderen.
Tijdens de eerste excursie stonden de gildehuizen centraal. De lezing
werd verzorgd door prof. dr Jan Lucassen, hoogleraar sociale
geschiedenis. Hij ging in op het functioneren van de gildes en hun
gebouwen. Aansluitend werd een bezoek gebracht aan drie van onze
gildehuizen in Amsterdam.
Tegelen, Hoekstraat 6-8, opening Kranenbreukershuis op 7 juni 2013,
huzaren brengen kanon in gereedheid
Open Dagen
Naar aanleiding van hiervoor genoemde restauraties
en openingen, werden voor de leden Open Dagen georganiseerd. In
Den Bosch en Bolsward konden de leden aansluitend aan de opening
de huizen bekijken, voor Tegelen werd een ander moment gekozen
(22 augustus). Op vrijdag 22 maart werd een Open Dag georganiseerd in het Hof Van Ittersum te Zwolle. Het Proveniershuis in
Schiedam opende op zaterdag 6 april haar deuren. Daarnaast organiseerde de Vereniging een Open Dag naar aanleiding van de verwerving van Huis Naalden in Best in 2012. Op zaterdag 22 februari
konden de leden het monument van de grondlegger van ‘de Bossche
School’, Dom Hans van der Laan bewonderen.
Nieuwe Ledendag De nieuwe ledendag is langzamerhand niet
meer weg te denken. Alle nieuwe leden krijgen een uitnodiging voor
deze dag. Men wordt ontvangen in het kantoorpand van de Vereniging, Huis Bartolotti alwaar men een lezing krijgt over het werk van
de Vereniging. Na een kopje koffie of thee wordt een rondleiding
gegeven door Huis Van Brienen. Een keer werd de dag gehouden in
het Hodshon Huis in Haarlem. Afgelopen jaar organiseerde de Vereniging drie nieuwe leden dagen, die bezocht werden door in totaal
150 nieuwe leden.
Stadswandeling Franeker, oktober 2013
33
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
v ers l ag van d e v ereniging
32
De tweede excursie ging naar Schiedam waar we een bezoek brachten aan gebouwen voor opvang, verzorging en onderwijs. Er werd
onder andere een bezoek gebracht aan het Proveniershuis en het
Weeshuis. Architectuurhistoricus Geert Medema verzorgde de lezing
over de ontwikkeling van Schiedam in de 18de eeuw.
Bij de rondleidingen stond het woonhuis centraal: twee 17de-eeuwse
huizen, één in Hoorn en één in Zaltbommel, een 18de-eeuws
grachtenhuis in Amsterdam, een experimenteel zomerhuis uit de
20ste eeuw in Groet en het recent verworven Huis Naalden in Best.
Tijdens de bezoeken werd specifiek ingegaan op het functioneren
van de verscheidene woonhuizen in de verschillende eeuwen.
Dit jaar werd de stadswandeling als fenomeen opnieuw aangeboden.
De stadswandelingen werden gehouden in de historische stadjes
Elburg en Franeker. In het kader van het thema werd een gotisch
woonhuis en een smidse in Elburg en het planetarium van Eise
Eisinga en een adellijk stadshuis in Franeker bezocht.
Omdat de rondvaart door de Amsterdamse grachten bij herhaling
een groot succes is gebleken, werd deze nogmaals in het programma
opgenomen.
Studiedag Historische Keukens
Rondleidingen Heiloo
De rondleidingen die sinds 2011
verzorgd worden door de Historische Vereniging Oud Heiloo op
ons landgoed Nijenburg, trekken nog steeds veel bezoekers. Iedere
zondag worden er twee rondleidingen gehouden en deze zijn altijd
volgeboekt. Groepen kunnen op aanvraag eventueel ook op een
andere dag komen.
Donateurs
Met ingang van 2013 heeft Vereniging Hendrick de
Keyser het begrip ‘donateur’ een andere invulling gegeven. Tot voor
kort waren donateurs particulieren die € 100 betaalden, waarmee zij
wel onze publicaties ontvingen, doch verder geen aanspraak konden
maken op de rechten die leden hebben. Leverde dit vroeger nog
wel eens aardige donaties op, tegenwoordig wordt men liever lid
en besluit al of niet tot het doen van extra donaties. Daartegenover
ontstond er een behoefte om, in een regio waar wij een monument
restaureren, geïnteresseerden bij de Vereniging te betrekken, zonder
dat zij direct lid hoeven te worden. Door de donateursbijdrage te
verlagen naar € 20 en te verbinden aan een specifiek pand, kreeg het
donateurschap meer betekenis. In 2012 is een eerste proef gedaan
bij de restauratie van Kleine Dijlakker in Bolsward en in 2013 is voor
het Kranenbreukershuis een donateursactie gevoerd. Bij elkaar telt
de Vereniging ultimo 2013 15 donateurs, die gezamenlijk € 1.980
bijdroegen (thans nog in het saldo ledencontributie opgenomen). In
2014 hopen we dit systeem verder uit te breiden en mogelijk enkele
donateurs tot het lidmaatschap te bewegen.
35
Algemene Ledenvergadering
Na het succes in 2012 is ook de Ledenvergadering 2013 gehouden
op een zaterdag. Op 22 juni kwamen de leden voor de vijfennegentigste Algemene Ledenvergadering bijeen in het zuidelijke koetshuis
van de Buitenplaats Beeckestijn te Velsen-Zuid. De vergadering
werd door 120 leden bezocht, waarvoor deze locatie ternauwernood
voldoende plaats bood. Om 14.00 uur werd de vergadering geopend
door de voorzitter, de heer H.J. Brouwer, met een hartelijk welkom
en enkele mededelingen. Als eerste agendapunt werd het voorstel
tot verhoging van de contributie per 1 januari 2014 besproken. De
vergadering keurde unaniem de aanpassing van € 25 naar € 30 per
genoemde datum goed.
Hierna werd in het kader van de bespreking van het Jaarverslag
2012, aan de hand van beeldmateriaal, door de directeur getoond
welke verwervingen in het verslagjaar waren gerealiseerd en de
consequenties voor de jaarrekening die daaruit voortvloeiden.
Vervolgens presenteerde het hoofd van de afdeling Instandhouding
bijzondere details en vondsten bij zes belangrijke restauraties. Na het
beantwoorden van een aantal inhoudelijke vragen over dit verslag,
Algemene Ledenvergadering in koetshuis Beeckestijn, de lezing van Juliet Oldenburg
werd met grafieken een toelichting gegeven op de jaarcijfers en beantwoordde de penningmeester vragen hierover. Nadat het jaarverslag en de jaarcijfers voldoende waren toegelicht werd het Jaarverslag
2012 met instemming voor kennisgeving aangenomen. De vergadering verleende het Bestuur en de commissarissen décharge terzake
van het in 2012 gevoerde bestuur en toezicht.
Vervolgens schetsten het hoofd Instandhouding en de directeur
ieder een kort beeld van de voorgenomen restauraties en de actuele
verwervingen in combinatie met de begroting van het lopende jaar
(2013).
Aan het slot van de vergadering werden verschillende vragen van de
aanwezigen beantwoord.
Na een korte koffiepauze volgde een lezing door de auteur van het
artikel in het Jaarverslag 2012, Juliet Oldenburger met de titel ‘Huis
Naalden’ en de architectuurtheorie van Dom Van der Laan. De aanwezigen gaven aan de uitleg over deze lastige materie zeer op prijs
te hebben gesteld. Na afloop van de vergadering was er gelegenheid,
onder het genot van een drankje, om het hoofdhuis van Beeckestijn
met de tentoonstelling ‘Portretten op Beeckestijn’ te bezichtigen.
Benoemingen en herbenoemingen
De voordrachten voor
de benoeming en de herbenoeming van de leden van het Bestuur
geschieden conform een opgemaakt profiel. Het doel hiervan is een
evenwichtige samenstelling van dit college, gezien de aard van de beslissingen die het Bestuur pleegt te nemen. Daartoe wordt gestreefd
naar een samenstelling voor de helft uit personen met een financieeljuridische of maatschappelijke achtergrond en voor de helft met een
bouwkundige of kunsthistorische achtergrond. Bij elke vacature
evalueert het Bestuur dit profiel.
In 2013 waren bij het Bestuur geen herbenoemingen aan de orde.
Als opvolger van de in 2014 aftredende penningmeester werd nu
de benoeming van mevrouw P.H.M. Hofsté tot lid van het Bestuur
voorgesteld. Zij is commissaris bij de Bank Nederlandse Gemeenten en voormalig lid Raad van Bestuur APG en werd onder applaus
benoemd.
Studiedag Historische Keukens in aula Hodshon Huis, 22 maart 2013
Ook voor de samenstelling van de Raad van Commissarissen wordt
een profiel gehanteerd. De Raad kent allereerst een regionale
spreiding over het hele land. Daarnaast wordt getracht in de Raad
tenminste alle bestuurslagen van de Overheid vertegenwoordigd te
hebben. Tenslotte wordt geprobeerd een vergelijkbare verdeling te
hebben als in het Bestuur. Bij benoemingen en herbenoemingen
wordt geëvalueerd aan de hand van het profiel van de Raad.
Bij de Raad van Commissarissen traden volgens rooster af: mevrouw
A.C. de Bruijn (regio Zeeland) en de heer A.J.C. van Leeuwen (regio
Noord-Brabant). Mevrouw De Bruijn kon niet worden herbenoemd.
Zij werd door de voorzitter toegesproken en bedankt voor haar
jarenlange inzet. De heer Van Leeuwen was herkiesbaar voor een
nieuwe periode en werd door de aanwezigen herbenoemd.
Als nieuwe kandidaat voor de Raad van Commissarissen werd
voorgedragen: de heer F.J. van Bruggen (lid van de directie van de
ANWB, met Verzekeringen en Verenigingszaken als aandachtsveld).
Hij werd door de aanwezigen met applaus benoemd.
Organisatie
De bureau-organisatie bestond eind 2013 uit 26 personen in vaste
dienst (waaronder 12 fulltimers) en 4 personen met een contract
voor bepaalde tijd. Uitgedrukt in voltijdbanen kwam dit, net als in
2012, neer op 26 fte.
Het ziekteverzuim onder de medewerkers van Vereniging Hendrick
de Keyser bedroeg in 2013 4,5% (2012 5%), grotendeels te wijten aan
een langdurige ziekte van een van onze medewerkers.
De bureau-organisatie van Vereniging Hendrick de Keyser kent,
als afspiegeling van haar doelstelling, drie specifieke afdelingen:
Huurzaken, Instandhouding en Voorlichting/Ledenservice. Met
uitzondering van de directie en twee medewerkers van de boekhouding, zijn alle medewerkers bij de drie doelgerichte afdelingen
ondergebracht.
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
v ers l ag van d e v ereniging
34
Op vrijdag 22 maart
werd in samenwerking met de Stichting het Nederlandse Interieur
een studiedag over historische keukens georganiseerd. De dag werd
gehouden in de aula van het Hodshon Huis in Haarlem en kende
een gevarieerd programma met lezingen over onderwerpen als ‘de
evolutie van de keuken door de tijd’, ‘upstairs/downstairs, keukenpersoneel’ en ‘koken door de eeuwen’. Het werd een goed bezocht,
interessant symposium dat zeker voor herhaling vatbaar is.
Huurzaken
Inspelend op de veranderende omstandigheden, zijn er in 2013 weer
enkele wijzigingen in de organisatie doorgevoerd. Sinds april 2013 is
een extra (deeltijd) medewerker aangetrokken om de huurgerelateerde financiële administratie te versterken. Met name debiteurenbeheer
is een steeds veeleisender en belangrijker taak. Het aantal betalingsregelingen, deurwaarderszaken en de hoogte van de (vaker oninbare)
vorderingen namen helaas net als in het voorgaande jaar toe. Aanmanen en het maken van afspraken inzake betalingsregelingen blijven
in deze crisistijd een doorlopend aandachtspunt. Positief is de extra
werklast vanwege de toeneming van het aantal te verzenden facturen
en van de inning van gelden voor verhuurde zalen en feestlocaties;
deze opbrengst groeide ten opzichte van het voorgaande jaar met
ruim 63%.
Per oktober 2013 heeft een interne verschuiving plaatsgehad waarbij
vanuit de afdeling Instandhouding een medewerker naar de afdeling
Huurzaken is gegaan. Van een deeltijd medewerker met een tijdelijke
aanstelling hebben we per september 2013 om bedrijfseconomische
redenen helaas afscheid moeten nemen.
Het team van Huurzaken is – mede ingegeven door de verslechterde
huurmarkt en de toegenomen leegstand, zeker in de commerciële
verhuur (winkelpanden, kantoren) – druk doende met het verbeteren
van de eigen werkprocessen. In het jaar 2013 is een speciale interne
werkgroep aan de slag gegaan met het terugdringen van de leegstand. Dit zal, doorlopend in het jaar 2014, tot verdere aanpassingen
in de werkwijzen en in de teamsamenstelling leiden. Drijfveer daarbij
blijft steeds om de kwaliteit van ons pandenbezit en het gebruiksnut
van onze panden te optimaliseren, zonder de monumentale waarden
of het unieke karakter te schaden. Het vergt de nodige creativiteit
en investeringen in capaciteit en geld om – zeker in minder courante
delen van het land – passende gebruiksfuncties en huurders voor
onze verhuureenheden te vinden.
De tijdelijke verhuur vormt een groeiende aanvulling op de vaste verhuur. Het organiseren van vergaderarrangementen, borrels, diners,
huiskamerconcerten, huwelijksvoltrekkingen, etc. is niet alleen in
Poetsclub in actie, vrijwilligers aan het werk in Huis Van Brienen
commercieel opzicht, maar zeker ook als visitekaartje voor de Vereniging een steeds belangrijker wordend onderdeel.
In 2013 is met een belangrijke bijdrage van de BankGiro Loterij
gestart met de aanpassing van enkele recreatiewoningen (Monument
en Bed). Dit in aanvulling op de sinds de zomer van 2012 in de verhuur genomen vakantiewoning in Groet (NH). Er is hard gewerkt
aan drie andere logies, welke in het tweede kwartaal van 2014 gereed
zullen zijn voor de verhuur. Dit aantal zal de komende jaren verder
worden uitgebreid. Deze nieuwe activiteit vergt een hele nieuwe kijk
op en aanpak van de verhuur om ook onze ‘short stay’-gasten goed
te kunnen bedienen. Zaken als het voldoen aan het per gemeente
sterk wisselende vergunningenbeleid, het aantrekken van betrouwbare locatiebeheerders, optimaal inrichten van de locaties, verhelpen
van haperende internetverbindingen, in toom houden van weigerachtige huisvuilophalers en de bestrijding van ongedierte, maar ook
het omgaan met het wel en wee van de gasten is een nieuwe tak van
sport voor de Vereniging. Ondanks deze uitdagingen geeft de groei
in de omzet van de Tijdelijke Verhuur alle aanleiding om de personele capaciteit op dit onderdeel uit te breiden. Daarom is in het laatste
kwartaal van 2013 een werving gestart, mede mogelijk gemaakt door
een extra bijdrage van de BankGiro Loterij.
Instandhouding
De afdeling Instandhouding is verantwoordelijk voor het onderhoud aan onze panden en de restauraties. Het
uitvoeren van regulier onderhoud is van groot belang om de bouwkundige staat van de gebouwen goed te houden en dure restauraties
zo lang mogelijk uit te stellen. Door vier inspectie-opzichters worden
alle panden regelmatig, minstens een keer per twee jaar, grondig
onder de loupe genomen. Gemiddeld wordt het gevelhout bijvoorbeeld elke 6 jaar geschilderd, maar dat is afhankelijk van de locatie
van het pand (aan zee of in het binnenland), de oriëntatie van de
gevels (zuid en west hebben meer te lijden dan noord en oost) en het
schoonmaken van het gevelhout. Het plannen van het werk wanneer
dat nodig is, scheelt werk en kosten. Naast schilderwerk wordt ook
werk aan muren, houtwerk, dak en andere (constructieve) onderdelen opgenomen en in een planning gezet. De werkzaamheden
worden vervolgens onder leiding van de eigen opzichters uitgevoerd.
Toch is regulier onderhoud niet altijd genoeg om de panden in
goede staat te houden. Soms is ingrijpender werk nodig, zoals het
restaureren van een hele kap (en incidenteel het verwijderen van
asbest uit de jaren ’70 en ‘80), het repareren van een balklaag of
het uitvoeren van funderingsherstel. Gemiddeld hebben ieder jaar
ongeveer 15 panden in ons bezit groot onderhoud nodig. Tenslotte
worden er ongeveer 10 algehele restauraties uitgevoerd, waarbij het
hele pand tijdens het werk (gemiddeld twee jaar) niet verhuurd kan
worden.
In 2013 is aan circa 175 panden regulier onderhoud uitgevoerd, aan
22 panden groot onderhoud en waren 10 panden in restauratie. Alle
werkzaamheden en projecten zijn onder eigen directie uitgevoerd,
met uitzondering van de restauratie van het Kranenbreukershuis in
Tegelen. Over de aard en inhoud van de restauraties, die vaak een
forse investering vergen en door hun metamorfose zo’n fotogeniek
resultaat opleveren, is hiervoor al verslag gedaan.
In dit kader zijn door twee stagiaires en een eigen medewerker
verslagen gemaakt van de restauraties van het Kranenbreukershuis te
Tegelen, van Kleine Dijlakker 17 te Bolsward en van de Hinthamerstraat 138 te ‘s-Hertogenbosch.
Het werk van de afdeling Instandhouding is in 2013 uitgevoerd
door een team van 10 mensen onder leiding van een afdelingshoofd.
De medewerkers zijn verdeeld in twee teams, die elk bestaan uit een
architect, een bouwkundig medewerker en twee inspectieopzichters.
In de loop van het jaar is de aparte functie van technisch opzichter
die groot onderhoudsprojecten uitvoerde komen te vervallen. Een
coördinator planning & controle bewaakt de instandhoudingsbegroting en de budgetten per project.
Voorlichting en Ledenservice
De afdeling Voorlichting
en Ledenservice draagt zorg voor de informatie aan onze leden en
donateurs en alle voorlichting naar de buitenwereld. De afdeling
werd ultimo 2013, net als in 2012, bemand door zes medewerkers.
Onder leiding van een hoofd Ledenservice verzorgt een medewerker
de publiciteit van de Vereniging, zorgt één voor de contacten met
leden en kandidaat-leden en één voor de contacten met vrijwilligers.
Een freelance medewerker verzorgt de excursies en rondleidingen en
één medewerker verzorgt de receptie en wikkelt het telefoonverkeer
af. De werkzaamheden die worden uitgevoerd door de afdeling Ledenservice zijn apart toegelicht onder Voorlichting en Verenigingszaken. De al eerder genoemde vrijwilligers helpen als ontvanger, als
toezichthouder of als rondleider bij Open Dagen, bij Toegankelijke
Panden of bij vergaderingen of andere gebeurtenissen in onze meest
bijzondere panden. Daarnaast verricht een groep vrijwilligers ondersteunende taken voor het kantoor van de Vereniging.
Directie en Bestuur
Het Bestuur heeft een beleidsbepalende taak en is mede-executief.
Het Bestuur bestaat thans uit zeven leden, die iedere vier jaar herbenoembaar zijn. Het aantal herbenoemingen is niet beperkt. Wel geldt
voor de leden van het Bestuur een leeftijdgrens van 70 jaar. De benoeming in 2013 van een nieuw bestuurslid is hiervoor al toegelicht.
De Directie bestond in 2013 uit één persoon, die het beleid voor-
bereidt, uitvoerend is en ondersteuning geeft aan het Bestuur. De
directeur heeft tevens de leiding over de bureau-organisatie. Het
Bestuur is op de hoogte van alle nevenfuncties van de directeur die
relevant zijn of kunnen zijn voor het werkveld van de Vereniging en
heeft deze goedgekeurd (zie voor een specificatie www.hendrickdekeyser.nl). Bij afwezigheid van de directeur wordt diens plaats
waargenomen door de adjunct-directeur.
De vergoeding voor de Directie is in lijn met de richtlijnen die de
Commissie Wijffels (Code Goed Bestuur) heeft opgesteld. De leden
van het Bestuur ontvangen geen vergoeding. Voor een weergave van
de relevante nevenfuncties van de leden van het Bestuur verwijzen
wij naar de website van de Vereniging.
Het Bestuur kwam in 2013 tien maal bijeen op het kantoor van de
Vereniging aan de Herengracht 172 te Amsterdam. Aan de hand van
kwartaaloverzichten werden de financiële ontwikkelingen gevolgd.
Uiteraard werd in april de jaarrekening van het voorgaande jaar
opgesteld en in oktober de begroting voor het nieuwe jaar. In de
loop van het jaar besprak het Bestuur maar liefst 25 voorstellen voor
mogelijke verwervingen, waarvan er uiteindelijk 2 werden gerealiseerd. Van 4 panden kwamen voorstellen ter tafel voor uit te voeren
restauraties, dan wel afwijkingen in het verloop ervan.
Ook in 2013 is het verloop van de leegstand een punt van bespreking geweest, waarbij het actieplan uit 2012 in elk geval resulteerde
in een stabilisering van de leegstand en een – zij het zeer langzame
- vermindering. Naast deze en enkele andere operationele zaken is
onder andere besloten om een juridische fusie in gang te zetten met
twee stichtingen die reeds enige tijd onder de volledige verantwoordelijkheid van Vereniging Hendrick de Keyser vallen. Het gaat om
de Stichting Restauratiefonds Cellebroederenhuis (betreffende ons
pand in Nijmegen) en de Stichting Oud Sint-Annaland (betreffende ons pand aldaar). Verder is terugkerend gesproken over de
oprichting van de Nationale Monumenten-organisatie en de door
het Rijk gewenste afstoting van enkele monumentale eigendommen.
Eveneens besproken werd een beleidsnotitie inzake het beheer van
onze – inmiddels meer dan 1000 – roerende goederen. Voorts zijn
gedachten ontwikkeld over de wijze waarop de Vereniging het 100jarig jubileum in 2018 kan gaan vieren. Voor de uitwerking van deze
plannen is een bestuurscommissie in het leven geroepen.
Naast voornoemde bijzondere onderwerpen werden door het Bestuur de voorstellen tot huuraanpassing goedgekeurd.
Het Bestuur kent een adviescommissie inzake geschillen tussen de
Vereniging en derden, niet zijnde huurgeschillen. De commissie
bestaat uit twee leden van het Bestuur en een lid van de Raad van
Commissarissen. De commissie behandelt intern geschillen die door
derden schriftelijk en met redenen omkleed aan het Bestuur worden
voorgelegd. De commissie reageert, in beginsel eveneens schriftelijk,
door een advies daarover aan het Bestuur. Het Bestuur beslist vervolgens op het hem voorgelegde geschil.
In het verslagjaar is geen beroep gedaan op de geschillencommissie.
37
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
v ers l ag van d e v ereniging
36
De afdeling Huurzaken is verantwoordelijk voor de
(tijdelijke) verhuur, de huurinkomsten en het mutatieonderhoud.
De afdeling werd eind 2013 door twaalf medewerkers (was in 2012:
11) bemenst. Onder leiding van het hoofd Huurzaken, houden vijf
(onder wie drie deeltijd-) medewerkers zich dagelijks bezig met de reguliere verhuur van onze panden en drie (onder wie één in deeltijd)
met de financiële en administratieve kant daarvan. Eén deeltijdmedewerker houdt zich bezig met de verhuur van een toenemend aantal
bijzondere locaties voor zakelijke ontvangsten, partijen en huwelijken, maar ook met ons nieuwe vakantieverblijf (Monument en Bed).
Daarnaast is een deeltijdmedewerker speciaal belast met het beheer
van onze roerende goederen, zoals meubels, kunstvoorwerpen en
ook andere interieuronderdelen zoals historische wandbespanningen.
Eén medewerker huurzaken is werkzaam als conciërge in ons pand
de Derde Ambachtsschool van Jan Duiker in Scheveningen.
Verslag van de Raad
van Commissarissen
De Raad van Commissarissen komt tenminste tweemaal per jaar bij
elkaar. Op 25 april 2013 vond – zoals gebruikelijk in Huis Van Brienen aan de Herengracht 284 te Amsterdam - de eerste vergadering
van de Raad van Commissarissen met het Bestuur plaats, inzake het
verslag van de Vereniging over 2012 en de jaarrekening. Daarnaast
werden de lopende ontwikkelingen ten aanzien van verwervingen
en restauraties uiteengezet en toegelicht. De Raad liet zich intensief
informeren over de oorzaken en de gevolgen van de leegstand en de
huuropbrengsten. De leden bepleitten een flexibele opstelling ten
aanzien van de huurwaardes, verbetering van de kwaliteit van de
huureenheden en zo nodig splitsing van grotere eenheden in kleine.
Daarnaast kwam de voorgenomen oprichting van de Nationale
Monumentenorganisatie aan de orde en de relevantie daarvan voor
het voornemen van het Rijk om enkele monumenten af te stoten.
De Raad sprak zijn teleurstelling uit over dit voornemen en onderstreepte de noodzaak tot het creëren – door het Rijk - van een
solide financieel fundament onder een dergelijk op afstand geplaatst
nationaal erfgoed. Na de bespreking van het verslag van de audit
commissie werden de jaarstukken goedgekeurd ter vaststelling
door de Algemene Ledenvergadering. Tenslotte stelde de Raad het
aftreedschema vast.
De najaarsvergadering van de Raad van Commissarissen met het Bestuur vond plaats op zaterdag 23 november te Haarlem, in ons pand
Huis Barnaart, waar op dit moment een volledige restauratie loopt,
waartoe het interieur, juist vóór de vergadering, geheel ontmanteld
was. Als gevolg hiervan konden de commissarissen op zeer actuele
wijze kennis nemen van de bijzonderheden van dit gebouw.
Nadat de commissarissen van de recente ontwikkelingen op de
hoogte waren gebracht, werd opnieuw stilgestaan bij de huurontwikkeling in 2013. In directe samenhang hiermee werd vervolgens de
begroting voor 2014 uitgebreid besproken en daarna vastgesteld.
Tenslotte stond de Raad uitgebreid stil bij ons beleid met betrekking
tot de verkrijging en het beheer van onze collectie roerende goederen. Bijzondere aandacht werd daarbij gevraagd, voor die ‘roerende
zaken’ die feitelijk vast zitten in onze gebouwen, maar niet onder
cascobeheer vallen, noch onder roerende goederen. Dat betreft
vooral spiegels, haardplaten, lamparmaturen en dergelijke.
Jaarstukken 2013
De leden van de audit commissie van de
Vereniging kwamen op 1 april 2014 in aanwezigheid van de externe
accountant ten kantore van de Vereniging bijeen, ter bespreking van
de Jaarrekening 2013. Bij die gelegenheid heeft de commissie zich
door het Bestuur en de accountant op de hoogte laten stellen van de
Jaarrekening 2013 en de achtergronden daarvan. Op grond hiervan
heeft de audit commissie aan de Raad van Commissarissen geadviseerd om de jaarstukken over het jaar 2013 goed te keuren. De Raad
van Commissarissen heeft vervolgens op 24 april 2014 besloten om
het jaarverslag en de jaarrekening voor te leggen ter bespreking en
kennisneming respectievelijk vaststelling door de Algemene Ledenvergadering, met het verzoek aan de Algemene Ledenvergadering
om décharge te verlenen aan de leden van het Bestuur en de leden
van de Raad van Commissarissen.
Plannen voor de
korte termijn
Algemeen Ten opzichte van de voorgaande jaren is er voor 2014
opnieuw een kleine teruggang begroot aan zowel de inkomstenkant
als bij de uitgaven. Wij hopen zeer, dat komend jaar meteen het
laatste is, waarbij die bescheidenheid noodzakelijk is.
Baten
De Baten uit eigen fondsenwerving zijn iets lager ingeschat dan in 2013, omdat het steeds moeilijker blijkt te zijn om vooral de wat grotere bedragen bij fondsen te verkrijgen. Gelukkig blijven
de contributies op peil en blijven particulieren de Vereniging bedelen
met schenkingen en/of nalatenschappen. De Baten uit acties derden
hebben betrekking op de jaarlijks (t/m 2014) terugkerende bijdrage
van de BankGiro Loterij; tot ons genoegen al jaren een van onze
meest stabiele steunpilaren.
De vorig jaar ingeschatte afname van de Subsidies overheden bleek
terecht, vooral doordat overheden minder budget beschikbaar stellen
voor restauratie van monumenten. Gelukkig wordt dit met ingang
van 2014 enigszins gecompenseerd door de nieuwe subsidieregeling
Brim 2013, nu ‘Hendrick de Keyser’ is aangewezen als Professionele
Organisatie voor Monumentenbehoud.
De huurinkomsten, die onder de post Overige baten zijn geschaard,
zijn wat lager begroot dan in 2013 het geval was. Het optimisme
van het voorgaande jaar werd al snel afgestraft door een toenemende
leegstand, die door snel ingrijpen ook in 2013 nog kon worden gestabiliseerd en gedeeltelijk hersteld. Niettemin blijven enkele vooral
grotere eenheden lastig verhuurbaar. Voor een deel worden die
heringedeeld, doch dat zal in 2014 nog steeds geen soulaas bieden.
Indien de markt een sneller herstel gaat vertonen, zal dit tot meevallende inkomsten leiden.
Lasten Aan de uitgavenkant bestaat de post Verwerving panden in de begroting uitsluitend uit de met verwervingen gemoeide
Lasten
organisatiekosten. De werkelijke kosten van de in 2014 mogelijk te
verwerven panden zijn niet vooraf in te schatten.
De post Instandhouding panden is de grootste post aan de uitgavenkant en omvat, afgezien van de organisatiekosten, alle kosten die
worden gemaakt voor het onderhoud van onze panden, de kosten
voor het verhuurbaar maken en houden en de kosten van een aantal
restauraties. Onder de laatste groep vallen zeven restauraties die
in voorgaande jaren zijn begonnen en in 2014 worden afgerond,
evenals twee restauraties die naar verwachting in één jaar kunnen
worden gerealiseerd. De bedoeling hiervan is, om zoveel mogelijk
eenheden weer in verhuurbare staat te krijgen, zodat de huurinkomsten zich herstellen. Verder worden twee nieuwe meerjarige restauraties opgestart en wordt aan vijf complexen een jaarlijks terugkerende
partiële restauratie uitgevoerd. Om deze reden is in deze post geen
teruggang begroot. De post Voorlichting is iets gekrompen in
vergelijking met voorgaande jaren. Vooral hier is rekening gehouden
met enige teruggang in de inkomsten. De kosten voor excursies,
stadswandelingen e.d. zullen daarbij meer kostendekkend worden
doorberekend.
Verwerving panden
(182)
Instandhouding panden
(10.058)
Voorlichting
(350)
————Totaal besteed aan doelstellingen
(10.590)
% besteed aan doelstelling tov baten: 96,5 %
Organisatie en uitvoeringskosten Het sobere uitgavenklimaat zorgt nog steeds voor terughoudendheid op de organisatiekosten. Alleen aan de inkomstenkant, bij de afdeling Tijdelijke Verhuur is een bescheiden uitbreiding begroot; door interne mutaties
zal dit echter naar verwachting niet tot uitbreiding van de formatie
leiden (26 fte).
De organisatie- en uitvoeringskosten zijn verdeeld over zeven rubrieken. Allereerst over de doelstellingen van de Vereniging, die terug te
vinden zijn in de kostenplaatsen ‘Verwerving’ en ‘Instandhouding’
(= restauratie, onderhoud en huurzaken) en Voorlichting. Voorts aan
de drie kostenplaatsen onder ‘Werving baten’, te weten ‘Eigen fondsenwerving’, ‘Acties derden’ en ‘Subsidies overheden’. Tenslotte over
de algemene kostenplaats onder ‘Kosten beheer en administratie’.
Met name aan de teruggang in de post ‘Totaal besteed aan werving
baten’ is ten opzichte van de begroting 2013 de voornoemde terughoudendheid het duidelijkst afleesbaar (-16K).
Het totaal van de organisatiekosten fluctueert normaal gesproken
tussen de 20 en 25% van de huurinkomsten, maar is in 2014 nog
altijd aan de hoge kant (25%). Het streven is om dit percentage in
komende jaren weer omlaag te brengen (door de kostenstijging te
laten achterblijven bij de toenemende huurinkomsten).
Begroting 2014
Baten
(bedragen x € 1.000)
Baten uit eigen fondsenwerving
470
Baten uit acties van derden
1.200
Subsidies van overheden
905
Overige baten
8.400
————
Som der baten 10.975
Besteed aan doelstellingen
Werving baten
Kosten eigen fondsenwerving
Kosten acties derden
Kosten verkrijging subsidies overheden
Totaal besteed aan werving baten
% eigen fondsenwerving tov baten: 8,5%
(49)
(83)
(99)
————
(231)
Beheer en administratie
Rente en bankkosten
(270)
Kosten beheer en administratie
(53)
————
Totaal besteed aan beheer en administratie
(323)
————
Som der lasten (11.144)
—————
Saldo Baten en Lasten
(169)
Continuïteit
De grote sympathie die de Vereniging maatschappelijk ervaart,
gepaard aan het voorzichtige financiële beleid, geven alle vertrouwen
dat het werk van de Vereniging tot in lengte van jaren kan worden
voortgezet.
Dankwoord
Het Bestuur dankt de directie en de staf voor de grote inspanningen
die ook in 2013 weer nodig waren om ons groeiende bezit goed te
beheren. Directie en staf zijn daar alleszins in geslaagd.
Een bijzonder woord van dank willen wij richten tot de velen die ons
werk een warm hart toedragen en ons daarbij vaak bedenken met
giften, schenkingen, legaten en erfstellingen. Zoals uit het voorgaande is op te maken, is hun steun meer en meer noodzakelijk, in
het bijzonder voor de groei van de Vereniging.
Bestuur, directeur
24 april 2014
39
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
v ers l ag van d e v ereniging
38
Aan de Raad van Commissarissen is de rol toebedeeld van adviseur,
van controleur op afstand en van toezichthouder. De leden worden
benoemd door de Algemene Ledenvergadering op voorstel van de
Raad voor een termijn van vier jaar. Zij kunnen tweemaal worden
herbenoemd. De benoeming van drie nieuwe leden en de herbenoeming van vijf leden van de Raad van Commissarissen is hiervoor
onder Algemene Ledenvergadering al aan de orde geweest. Leden
van de Raad van Commissarissen zijn lid van de Vereniging; aan
hen worden geen vergoedingen verstrekt. Voor een weergave van de
relevante nevenfuncties van de leden van de Raad van Commissarissen verwijzen wij naar de website van de Vereniging.
De Vereniging is reeds begonnen om deze groep ‘vaste roerende
goederen’ apart te inventariseren.
Verantwoordingsverklaring 2013
Op verzoek van het Centraal Bureau Fondsenwerving wordt hieronder
de ‘verantwoordingsverklaring’ van Vereniging Hendrick de Keyser
integraal afgedrukt. Deze verklaring is ondertekend door ieder
Bestuurslid en Commissaris.
“Vereniging Hendrick de Keyser onderschrijft de drie algemene
principes van de Code Goed Bestuur voor Goede Doelen (zoals
opgenomen in het Reglement CBF-keur). De drie principes zijn:
1.Onderscheid de functies toezicht houden, besturen en uitvoeren;
2.Optimaliseer de effectiviteit en efficiency van bestedingen;
3.Optimaliseer de omgang met belanghebbenden.
Deze drie principes zijn doorgevoerd in de wijze waarop de
Vereniging is georganiseerd en haar werk uitvoert. Zij zijn waar
relevant weergegeven in het jaarverslag. De leden van het Bestuur en de raad van commissarissen hebben ieder een verklaring
ondertekend waarbij zij deze principes formeel onderschrijven.
1.Onderscheid de f unc t ies toez icht houden, besturen en uit voeren.
De verdeling van rollen en taken is vastgelegd in de Statuten d.d.
7 september 2007, die via de website van de Vereniging zijn in
te zien.
De Algemene Vergadering van leden controleert
Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar brengt
het Bestuur in een algemene vergadering verslag uit aan de leden
en legt aan hen verantwoording af voor het gevoerde Bestuur.
Het jaarverslag wordt tevoren aan de leden toegezonden, met
daarin een samenvatting van de jaarrekening. Van de volledige jaarrekening kan via de website kennis worden genomen.
De algemene vergadering stelt de jaarstukken vast en verleent
decharge aan de leden van het Bestuur en de raad van commissarissen voor het gevoerde Bestuur respectievelijk het gehouden
toezicht.
Ten minste eens per kwartaal krijgt het Bestuur van de directie
verslag van de financiële ontwikkelingen, zodat het Bestuur desgewenst op basis hiervan kan bijsturen. Na afloop van het jaar
maakt het Bestuur de jaarrekening en het jaarverslag op en stelt
het Bestuur deze na goedkeuring door de raad van commissarissen in concept vast.
De raad van commissarissen houdt toezicht
De raad van commissarissen houdt toezicht op het beleid van het
Bestuur en op de algemene gang van zaken bij de Vereniging.
De raad van commissarissen keurt de jaarstukken goed voordat
zij door de algemene vergadering van leden worden vastgesteld.
Voor een goede oordeelsvorming wordt de jaarrekening in opdracht van de raad van commissarissen door een registeraccountant onderzocht. Daarnaast benoemt de raad uit zijn midden een
audit commissie die de jaarrekening en het jaarverslag onderzoekt en daarover aan de raad en het Bestuur verslag uitbrengt.
De organisatie (onder leiding van de directeur)
voert uit
De Vereniging beschikt voor de verwezenlijking van haar
doelstelling over een eigen organisatie. De directeur heeft de
dagelijkse leiding over de organisatie en wordt daarbij bijgestaan
door een adjunct-directeur. De directeur bereidt de (beleids-)
besluiten van het Bestuur voor, levert bij het nemen daarvan ondersteuning aan het Bestuur en voert de genomen besluiten uit.
In iedere bestuursvergadering legt de directeur verantwoording
af over de bereikte resultaten en ten minste eens per kwartaal
over het verloop van de inkomsten en de uitgaven.
Het Bestuur bestuurt
2.Opt imaliseer de ef fec t iv iteit en
ef f ic ienc y van bestedingen
Het Bestuur bepaalt het beleid en is (naast de directie) mede uitvoerend. Het Bestuur stelt de begroting vast. In iedere bestuursvergadering rapporteert de directie aan het Bestuur over de
voortgang van het beleid (de verwervingen en de restauraties).
De Vereniging besteedt haar middelen voor het overgrote deel
aan haar doelstelling: het verwerven, restaureren en in stand
houden van architectonisch of historisch belangrijke gebouwen
(en hun interieur) in Nederland en het geven van voorlichting
41
daarover. Het resterende deel van haar middelen wordt besteed
aan kosten voor de Vereniging en haar organisatie.
Een meerjaren beleidsplan (5 jaar) geeft de richting aan voor de
besteding van de middelen en de prioriteiten daarin. Ieder jaar
wordt in een jaarplan vastgelegd aan welke onderdelen uitvoering wordt gegeven. Over de voortgang vindt regelmatig afstemming plaats tussen de medewerkers en de afdelingshoofden. Vervolgens rapporteren de afdelingshoofden daarover maandelijks
aan de directie, als ook over het verloop van de inkomsten en de
uitgaven. Bij de besteding van de middelen wordt erop toegezien
dat zo veel mogelijk wordt gewerkt op basis van een offerte en
daar waar dat effectief en nuttig is op basis van tenminste twee
offertes.
3.Opt imaliseer de omgang met bel anghebbenden
De Vereniging onderscheidt verschillende groepen belanghebbenden voor wie en met wie het werk wordt gedaan.
• De leden: de leden worden geïnformeerd over de belangrijkste
restauraties en verwervingen, zowel via de website als via het Bericht aan de Leden. Zij kunnen de resultaten van het werk op de
Open Dagen of via het programma Toegankelijke Panden met
eigen ogen zien. De leden kunnen hun kennis verdiepen door
kennisneming van de toelichting en de artikelen in het jaarverslag en door deelneming aan de excursies van de Vereniging.
• Eigenaren van kwetsbare panden: de doelstelling van de
Vereniging wordt bereikt door architectonisch of historisch
waardevolle panden die worden bedreigd in eigendom over
te nemen. Het is daarvoor van belang dat die eigenaren deze
mogelijkheid kennen. De Vereniging tracht zoveel mogelijk haar
werk via publiciteit onder de aandacht te brengen van gemeentes,
branchegenoten en particulieren. Daarvoor wordt, met succes,
ook een beroep op de leden en de commissarissen gedaan.
• Vrijwilligers: de Vereniging wordt in de uitvoering van haar
taak ondersteund door vrijwilligers, zowel op kantoor als in
verschillende panden in het land. Vrijwilligers geven rondlei-
dingen, regelen de opening van panden en houden toezicht of
helpen met het archiveren of digitaliseren van documenten en
foto’s. Voor de vrijwilligers worden ter verdieping en onderlinge uitwisseling van kennis bijeenkomsten georganiseerd.
De contacten met vrijwilligers lopen via de verantwoordelijke
projectmedewerker.
• Fondsen en subsidiegevers: voor de verwerving van panden is
in veel gevallen specifieke steun van derden noodzakelijk. Vooral
van de BankGiro Loterij ontvangt de Vereniging hiervoor regelmatig steun. Hierover wordt in jaarlijkse rapportages verantwoording afgelegd. Ten behoeve van de restauraties is subsidie
van overheden of steun van particuliere fondsen onontbeerlijk.
Aan hen wordt per project verantwoording afgelegd over de
bestedingen. Zowel de fondsen als de subsidiegevers krijgen het
jaarverslag, met uitgebreide inhoudelijke verantwoording over
het gedane werk en een samenvatting van de jaarrekening.
• Branchegenoten: vooral op het gebied van monumentenbehoud kent de Vereniging nogal wat andere organisaties met een
vergelijkbare doelstelling. Doordat de afbakening van ieders
doelstelling, dan wel ieders werkgebied duidelijk is, bestaat er
een goede samenwerking. Via de Federatie Instandhouding
Monumenten wordt met al deze organisaties regelmatig overleg
gevoerd en vind afstemming van belangenbehartiging plaats.
• De samenleving: in wezen is het grote publiek de uiteindelijke belanghebbende. De Vereniging doet haar werk, opdat
goede voorbeelden van architectuur en monumenten voor het
nageslacht behouden blijven. Zij doet dit in het bijzonder met
het doel om toekomstige generaties van de geschiedenis van
het wonen in Nederland in zijn ontwikkeling en variaties door
de eeuwen heen te laten kennisnemen en zo mogelijk te laten
beleven. Daartoe doet de Vereniging onderzoek naar de huizen
in haar bezit en brengt zij met regelmaat de resultaten daarvan
naar buiten in eigen publicaties, boeken en artikelen, of door
lezingen. Iedere dag kan het publiek het resultaat van het werk
van de Vereniging van buiten bekijken en – bij sommige panden
altijd en bij andere op speciale dagen – ook van binnen.”
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
v er antwoord ings v erkl aring
40
Balans per
31 december 2013
na bestemming saldo baten en lasten
Activa
43
(x € 1.000)
2013
2012
Passiva
Mater iële vaste activa
Langlopende vorderingen
676
705
Vorder ingen
3.080
2.664
Liquide middelen
371
61
Totaal activa 2012
Reser ves en fondsen
Panden
46.286
43.925
Bedrijfsmiddelen
106
132
––––––––
––––––––
46.392
44.057
Totaal materiële vaste activa
Financ iële vaste activa
2013
––––––––
––––––––
50.519
47.487
––––––––
––––––––
Reserves
• Bestemmingsreserve
28.929
27.453
• Bijzondere bestemmingsreserve
–
1.079
• Overige reserve
5.836
4.930
Fondsen
• Bestemmingsfonds
582
–
––––––––
––––––––
35.347
33.462
Totaal reserves en fondsen
Langlopende schulden 9.302
9.448
Kor tlopende schulden 5.870
4.577
Totaal passiva ––––––––
––––––––
50.519
47.487
––––––––
––––––––
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
bal ans per 31 d ecember 2012
42
Toelichting
Staat van Baten en Lasten
over 2013
(x € 1.000)
Baten 2013
werkelijk
2013
begroot
2012
werkelijk
Baten uit eigen fondsenwerving
854)
645
842
Baten uit acties van derden
1.898)
1.200
1.200
Subsidies van overheden
740)
739
1.292
Overige baten
8.006)
8.460
7.933
––––––––––
––––––––––
––––––––––
Som der baten 11.498) 11.044)
Mater iële vaste activa
Panden
11.267)
Lasten
Besteed aan doelstellingen
(1.056)
(10.499)
(398)
––––––––––
(11.953)
Kosten eigen fondswerving
Kosten acties derden
Kosten verkrijging subsidies overheden
Totaal besteed aan werving baten
(46)
(82)
(103)
––––––––––
(231)
(181)
(9.980)
(391)
––––––––––
(1.413)
(10.383)
(425)
––––––––––
(10.552)
(12.221)
(55)
(91)
(101)
––––––––––
(52)
(84)
(96)
––––––––––
(247)
(232)
1 Grondslagen van waarder ing
en van bepaling van het
resultaat
Voor zover niet anders is vermeld zijn de posten in de balans opgenomen voor de nominale waarde.
Verwerving panden
Instandhouding panden
Voorlichting
Totaal besteed aan doelstellingen
(alle cijfers x € 1.000)
Wer v ing baten
Beheer en administratie
Rente en bankkosten
(318)
(270)
(325)
Kosten beheer en administratie
(50)
(53)
(49)
––––––––––
––––––––––
––––––––––
(368)
(323)
(374)
Totaal besteed aan beheer en administratie
––––––––––– ––––––––––––––––––––––
Som der lasten (12.552)) (11.122) (12.827
––––––––––– ––––––––––– –––––––––––
Saldo baten en lasten (1.054))
(78)) (1.560)
––––––––––– ––––––––––––––––––––––
Dit resultaat is als volgt
in het eigen vermogen verwerkt:
Bijzondere bestemmingsreserve
1.079)
(121)
Bestemmingsfonds
(582)
0)
Overige reserve
(1.551)
(1.439)
–––––––––––
–––––––––––
(1.560)
(1.054))
De hieronder begrepen panden zijn als volgt te onderscheiden:
• panden in vol eigendom, danwel panden die in eeuwigdurende
erfpacht zijn verkregen tegen een canon van € 0,-. Deze worden
gewaardeerd tegen vijfmaal de bruto huur per jaar per het einde van het boekjaar;
• panden in eigendom belast met vruchtgebruik of het recht van bewoning. Deze worden gewaardeerd tegen vijfmaal de door een
deskundige vastgestelde huur per jaar bij de aanvang van het
vruchtgebruik, resp. het recht van bewoning. Deze waarde wordt
in het jaar van verwerving tevens onder de langlopende schulden
opgenomen. Jaarlijks wordt een deel van dit bedrag onder de
huuropbrengsten verantwoord.
• panden in eigendom belast met erfpacht. Deze worden gewaar deerd tegen vijfmaal de jaarlijkse canon.
De jaarlijkse waardeaanpassing tot vijfmaal de bruto huur wordt
rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt, onder de Overige
reserve.
Teneinde in de staat van baten en lasten inzicht te verschaffen in de
exploitatie van de panden wordt 2,5 % van de balanswaarde aan het
begin van het boekjaar als afschrijvingslast in aanmerking genomen.
Door de jaarlijkse waardeaanpassing van de panden tot vijfmaal de
bruto huur op 31 december, heeft de afschrijving geen invloed op de
waardering van de panden in de balans. Bij tenminste gelijkblijvende
huur wordt de afschrijving in de waardering geheel gecompenseerd.
45
Bedrijfsmiddelen
De bedrijfsmiddelen bij de Vereniging bestaan uit de inventaris
van het kantoor en uit de inventaris ten behoeve van de tijdelijke
verhuur.
De kantoorinventaris, waaronder de communicatie- en computerapparatuur, wordt gewaardeerd tegen de aanschaffingswaarde,
verminderd met lineaire afschrijvingen op basis van de geschatte
economische levensduur. De afschrijvingstermijn bedraagt 10
jaar voor kantoorinventaris en 4 jaar voor communicatie- en
computerapparatuur.
De inventaris ten behoeve van de tijdelijke verhuur bestaat uit meubilair, apparatuur en gebruiksinventaris. Het meubilair en de apparatuur wordt eveneens gewaardeerd tegen de aanschaffingswaarde,
verminderd met lineaire afschrijvingen op basis van de economische
levensduur. De afschrijftermijn van beide bedraagt 4 jaar. De kosten
van de gebruiksinventaris worden direct ten laste van het resultaat
gebracht.
Het aan de Vereniging toebehorende antieke meubilair en overige
inventaris in de verschillende panden worden p.m. gewaardeerd,
omdat deze goederen geen afzonderlijke opbrengst genereren en
tevens duurzaam worden aangehouden.
2 Mater iële vaste activa
Het verloop van de post panden is als volgt:
Panden
Boekwaarde per 1 januari
Totaal
43.925
Mutaties
Investeringen
275)
Geactiveerde restauratiekosten
246)
Waardeaanpassing
2.938)
Afschrijvingen
(1.098)
–––––––
Totaal mutaties
Boekwaarde per 31 december
2.361
–––––––
46.286
––––––––
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
s ta at van baten en l as ten ov er 2012
44
op de balans per 31 december 2013 en de staat van baten en lasten over 2013
3 Reser ves en fondsen
De Reserves van de Vereniging zijn beschikbaar voor panden direct
in gebruik voor de doelstelling.
De Reserves worden onderscheiden in Bestemmingsreserve en
Overige reserve. De Bestemmingsreserve wordt aangewend voor de
financiering van activa, met een omvang gelijk aan 5/8 deel van de
boekwaarde van de panden. De Overige reserve dient voor verwervingen, restauraties en voorlichting, conform de doelstellingen van
de Vereniging. Er zijn voor de gelden in de Overige reserve nog geen
concrete projecten vastgesteld.
Onder Fondsen wordt een Bestemmingsfonds verantwoord, zijnde
ontvangsten van derden met een specifieke aanwending.
Het totaal aan reserves en fondsen bedraagt eind 2013 € 35.347.
De Vereniging maakt inzichtelijk dat tenminste 5/8 van de boekwaarde van onze panden met eigen middelen moet worden
gefinancierd, vastgelegd in de Bestemmingsreserve. Het resterende
3/8 gedeelte van de boekwaarde van onze panden mag met vreemd
vermogen worden gefinancierd.
Door dit beleid van de Vereniging kunnen de schulden altijd binnen
8 jaar worden afgelost.
Het verloop van deze reserve is als volgt:
Stand per 1 januari
Toevoeging vanuit Overige reserves Stand per 31 december
Het verloop van de Bijzondere
Bestemmingsreserves is als volgt:
Stand per 1 januari
Onttrekking naar Overige reserves
Toevoeging vanuit Overige reserves
Stand per 31 december
2013 2012
––––––– –––––––
27.453
1.476
–––––––
28.929
–––––––––
26.200
1.253
–––––––
27.453
––––––––– 2013 2012
––––––– –––––––
1.079) 1.200)
(1.079) (1.200)
0) 1.079)
––––––– –––––––
0) 1.079)
––––––––– ––––––––– Het verloop van de Overige reserves
gedurende het boekjaar is als volgt:
2013 –––––––
Stand per 1 januari
4.931)
Waardeaanpassingen panden
2.938)
Resultaatbestemming
(1.054)
(582)
Dotatie aan Bestemmingsfonds
Dotatie aan Bijzondere Bestemmingsreseve
–)
Onttrekking uit Bijzondere Bestemmingsreserve 1.079)
Mutatie Bestemmingsreserves
(1.476)
–––––––
Stand per 31 december
5.836)
–––––––––
47
In de Staat van Baten en Lasten zijn de kosten van de eigen
organisatie verdeeld naar hun bestemming. De specificatie is
als volgt:
Mutaties in de Bestemmingsreserves vinden plaats vanuit
de Overige reserves.
BestemmingDoelstelling
Werving baten
Beheer Admin.
Verwer-
Instand-
Voor-
Eigen
Acties Subsidies
vingen houding lichting
fondsen-
derden overheden
werving
Bestuurskosten
6
4
2
0
0
0
0
Salarissen
95
781
187
26
50
56
11
Sociale lasten
20
165
39
5
10
12
3
Pensioenkosten
15
126
30
4
8
9
2
Overige personeelskosten
4
30
7
1
2
2
0
Reis-/verblijfkosten
9
68
2
2
2
3
0
Huisvestingskosten
8
78
2
2
2
5
11
Kantoorkosten/afschrijv.
8
73
2
2
2
4
10
Verenigingskosten
(2)
(3)
(1)
(1)
(1)
(1)
(1)
Overige algemene kosten
10
108
3
3
3
3
14
–––––
–––––
–––––
–––––
–––––
–––––
173
1.430
273
44
78
93
50
–––––
–––––
–––––
–––––
–––––
–––––
–––––
2012
–––––––
5.491)
2.131)
(1.560)
–)
(1.079)
1.200)
(1.253)
–––––––
4.930)
–––––––––
Het verloop van het Bestemmingsfonds is als volgt:
2013 2012
––––––– –––––––
Stand per 1 januari
0))
0)
Toevoeging vanuit Overige reserves
698))
0)
Onttrekking tbv ‘Monument en Bed’
(116))
0)
––––––– –––––––
Stand per 31 december
582))
0)
––––––––– –––––––––
Bovenstaande verdeling van de kosten komt tot stand door middel
van een procentuele toedeling van kosten naar rato van de tijdsbesteding van medewerkers binnen de organisatie aan de verschillende
doelstellingen van de Vereniging en de inspanningen die verricht
worden om de verschillende baten voor de Verenging te realiseren.
Deze procentuele verdeling is door de jaren heen consistent.
Bovenstaande financiële overzichten zijn ontleend aan de volledige
Jaarrekening 2013 d.d. 1 april 2014, die ten kantore van de
Vereniging beschikbaar is, of op www.hendrickdekeyser.nl is op
te vragen.
Bestuur, directeur
24 april 2014
–––––
Totaal
Werkelijk
2013
12
1.206
254
194
46
86
108
101
(10)
144
–––––
2.141
–––––
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
Toelichting op de bal ans per 31 december 2012 en de s ta at van baten en l as ten ov er 2012
46
4 Kosten eigen organisatie
Aan: Bestuur van Vereniging Hendrick de Keyser
De in dit verslag op pagina 42 tot en met 47 opgenomen samengevatte jaarrekening, bestaande uit de samengevatte balans per
31 december 2013, de samengevatte rekening van baten en lasten,
zijn ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening van Vereniging
Hendrick de Keyser per 31 december 2013. Wij hebben een goedkeurend oordeel verstrekt bij die jaarrekening in onze controleverklaring van 24 april 2014. Desbetreffende jaarrekening en deze
samenvatting daarvan, bevatten geen weergave van gebeurtenissen
die hebben plaatsgevonden sinds de datum van onze controleverklaring van 24 april 2014.
De samengevatte jaarrekening bevat niet alle toelichtingen die zijn
vereist op basis van de RJ 650 Organisaties zonder winststreven en
de daaruit voortvloeiende regelgeving. Het kennisnemen van de
samengevatte jaarrekening kan derhalve niet in de plaats treden van
het kennisnemen van de gecontroleerde jaarrekening van Vereniging
Hendrick de Keyser.
Verant woordelijkheid van het bestuur
Het Bestuur van Vereniging Hendrick de Keyser is verantwoordelijk
voor het opstellen van een samenvatting van de gecontroleerde jaarrekening in overeenstemming met de grondslagen zoals omschreven
in paragraaf 1 van de toelichting.
Verant woordelijkheid van de account ant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de
samengevatte jaarrekening op basis van onze werkzaamheden,
uitgevoerd in overeenstemming met Nederlands Recht, waaronder
de Nederlandse Standaard 810. “Opdrachten om te rapporteren
betreffende samengevatte financiële overzichten”.
Oordeel
Naar ons oordeel is de samengevatte jaarrekening in alle van
materieel belang zijnde aspecten consistent met de gecontroleerde
jaar-rekening van Vereniging Hendrick de Keyser per 31 december
2013 en in overeenstemming met de grondslagen zoals omschreven
in paragraaf 1 van de toelichting.
Den Haag, 24 april 2014
Deloitte Accountants B.V.
Was getekend: drs. V.W.J.A. van Stijn RA MGA
49
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
controleverkl aring van de onafh ankelijke accountant
48
Controleverklaring
van de onafhankelijke
accountant
De herleving van
door dr Rob Dettingmeijer
het Hooge Huys
Vereniging Hendrick de Keyser
heeft met steun van de BankGiro
Loterij eind december 2013 het
verzekeringskantoor met
conciërgewoning, het Hooge Huys,
in het historisch centrum van
Alkmaar verworven.
Het betreft een nog vrijwel gaaf
gebouw uit 1931 van architect
A.J. Kropholler (1881-1973).
Het interieur is op veel plaatsen
origineel en er is zelfs veel
meubilair bewaard gebleven.
Met de aankoop bevestigt de
Vereniging het beleid om een zo
breed en genuanceerd mogelijk
beeld van de twintigste eeuw te
behouden.
51
v ereniging h endrick de key s er ja arversl ag 2013
D e h e r l e v i n g va n h e t H o o g e H u y s t e A l k m a a r : e e n s y m b o o l va n d e w a a r b o r g e n va n e e n v e r z e k e r i n g s m a at s c h a p p i j
50
te Alkmaar: een symbool van
de waarborgen van een
verzekeringsmaatschappij
Het is nog niet zo lang geleden dat vrijwel alle 20steeeuwse aandacht in de architectuurgeschiedenis en
monumentenzorg leek uit te gaan naar gebouwen
die tot de stroming van het Nieuwe Bouwen behoorden. Zo is een architect als Gerrit Rietveld, waar de
Vereniging enige huizen van bezit, wereldberoemd
terwijl buiten Nederland vrijwel niemand van zijn
tijdgenoot Kropholler zal hebben gehoord. Echter
binnen Nederland waren zijn ontwerpen geliefd
onder de elite, zoals autoriteiten van de kerk, burgemeesters en bankdirecteuren. Als we de smaak van deze elite willen kennen dan is het niet alleen
goed om de werken van Kropholler te bestuderen, maar daarbij ook op zoek
te gaan naar de redenen van zijn succes. Het is opvallend dat tot op de dag
van vandaag juist onder leken grote waardering is voor de bouwwerken van
deze architect en voor traditioneel ogende gebouwen in het algemeen. Die
belangstelling en waardering heeft in Nederland toen de overheid in de
bouw meer terugtrad, geleid tot een herwaardering van wat veelal als ‘neotraditionalisme’ wordt omschreven. Het zijn waarschijnlijk de voornaamste
redenen waarom bij historici, maar ook bij architecten een toenemende
belangstelling voor dit zogenaamde ‘traditionalisme’ in de architectuur en
de stedenbouw, is te constateren.
De omgev ing
Die belangstelling kan verder gevoed worden door de restauratie van een
Afb. 1: Het Hooge Huys, Sint Laurensstraat 1-3,
Alkmaar (foto Gabrielle de Kroon)
van de markantste 20ste-eeuwse gebouwen in Alkmaar. Het pand is het
eerste van een stedelijk ensemble dat bestaat uit drie verzekeringskantoren
Afb. 2: Interieur van het Hooge Huys (foto Joop Elsinga)
dat haar zoon ook predikant werd. Hij koos echter de
ambachtsschool om zich als timmerman en later als
aannemer te bekwamen. In de schoolvakanties nam hij
bijles om ook kennis te nemen van de eigenschappen van
verschillende bouwmaterialen. Daarna leerde hij bouwplannen vervaardigen, werkte hij bij aannemers en werd
53
daar al snel opzichter. Hij was pas achttien jaar toen hij
v ereniging h endrick de key s er ja arversl ag 2013
D e h e r l e v i n g va n h e t H o o g e H u y s t e A l k m a a r : e e n s y m b o o l va n d e w a a r b o r g e n va n e e n v e r z e k e r i n g s m a at s c h a p p i j
52
zijn eerste ontwerp tekende en daarna realiseerde: een
pakhuis voor de firma Wijers in Amsterdam. Het jaar
daarop mocht hij een bijkantoor voor de Levensverzekerings Maatschappij ‘Utrecht’ in Leeuwarden bouwen.
Zijn orderportefeuille raakte zo vol dat hij het waagde
zich met zijn vriend J.F. Staal (1879-1940) te associëren.
Voor ‘De Utrecht’ alleen al ontwierpen ze ondermeer
in Utrecht een winkel en woonhuis aan de Choorstraat
(1906) en een archiefgebouw aan de Leidseweg (1907);
in Amsterdam winkels en kantoren aan het Damrak
(1903-’06) en de Raadhuisstraat (1906-’07) en in
Hilvarenbeek een houtvesterij met brandtoren (1905).
In 1911 ontwierpen ze een atelier voor de kunstenaar
J. Mendes da Costa in Laren. Hier kwam een samenwerking tussen Kropholler en Mendes da Costa uit voort,
Afb. 3: Het Hooge Huys met linksachter de portierswoning
en linksvoor gedeelte van het politiebureau
(foto Gabrielle de Kroon)
die pas zou eindigen met het overlijden van de beelden een politiebureau, alle door Kropholler ontworpen. Ze werden gesitu-
houwer in 1939. De samenwerking met Staal duurde
eerd aan een nieuwe straat, maar ze schijnen zich te voegen naar de oude
maar tien jaar, waarna ze elkaar zelfs niet meer spraken.
patronen rond de Grote Sint Laurenskerk. Het ensemble werd bekroond
Naar eigen zeggen kwam Kropholler via de filosoof Schopenhauer op het
met een monumentale straatlantaarn met bank, die het burgemeesterschap
spoor van het katholicisme. Door persoonlijke contacten en directe visuele
(1919–1934) van mr. W.C. Wendelaar gedenkt. De lantaarn is in de jaren
beleving werd zijn hang naar het katholicisme groter en liet hij zich in 1908
zestig verplaatst naar een uithoek van het plein. Dit was het gevolg van
in de Vondelkerk, ontworpen door P.J.H. Cuypers, in Amsterdam herdo-
de gedeeltelijk uitgevoerde plannen om de Laurenskerk ‘vrij te leggen’ als
pen. Deze bekering tot het katholicisme zal zeker geholpen hebben bij het
onderdeel van een reconstructie van de binnenstad. Kropholler heeft zich
verkrijgen van opdrachten voor de vele kerken en gebouwen voor kerkelijke
zoveel mogelijk verzet tegen deze plannen en ijverde tegelijkertijd voor een
instellingen.
verhoging van het Hooge Huys met een verdieping. Het is dan ook alles
behalve een traditionele omgeving waar de nieuwe aanwinst van de Vereni-
Kerkgebouwen
ging deel van uitmaakt. Het is echter een prachtig voorbeeld van hoe vaak in
Een scherpzinnige analyse van het belang van die ontwerpen verscheen al
een periode van modernisering tradities tot leven worden gebracht of zelfs
in 1923 van de hand van J.P. Mieras, directeur van de Maatschappij tot
worden uitgevonden.
Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandsche Architecten, onder de
titel ‘aanteekingen bij een tweetal kerken van A.J. Kropholler’. Hij consta-
A.J. Kropholler (1881-1973)
Afb. 4: Architect A.J. Kropholler
teert dat de architect kennelijk niet geïnteresseerd is in ‘vernieuwing’ maar
Alexander Jacobus Kropholler is zonder twijfel zowel door wat hij gebouwd
stelt dat hij desondanks ‘een kerktype ontwikkelt dat zich onderscheidt van
heeft als door wat hij geschreven heeft één van de uitvinders van wat we nu
dat, hetwelk door Dr. Cuypers werd toegepast en dat deze op zoo geniale
beschouwen als Nederlandse traditionele architectuur. Hij werd op 26 juli
wijze aan alle mogelijke omstandigheden wist aan te passen. In plaats van
1881 in Amsterdam geboren. Alle vijf de kinderen in het gezin Kropholler
dit type, het 3-beukige neo-gotische type, heeft Kropholler den kapelvorm
bleken sterke musische talenten te hebben. Een zus, Margaret (Staal-Krop-
als uitgangspunt voor zijn kerkbouw genomen en gepoogd deze vorm op
holler, 1891-1966), werd de eerste Nederlandse zelfstandige vrouwelijke
groote schaal uitgevoerd, op te voeren tot een kerktype, dat de zitplaatsen-
architect. Zijn moeder, dochter van een Schotse predikant, had graag gezien
moeilijkheid in het 3-beukige type zou wegnemen, zonder daarbij de pieuze
Afb. 5: Lantaarn aangeboden door de burgerij
ter herinnering aan burgemeester Wendelaar
(foto Rob Dettingmeijer)
stemming, aan dien vorm eenmaal eigen, te verliezen.’ In een reactie op dit
stuk laat Kropholler beter nog dan in de vele boeken en tijdschriftartikelen die hij geschreven heeft, zijn geloof in zijn wijze van werken zien: ‘de
stomme steen heeft een machtige stem. Maar alleen hij kan die stem hooren,
die zelf bescheidenlijk terugtreedt, die begrijpt, dat de schoonheid door
hem in de dingen als komende daaruit naar voren gebracht kan worden,
maar niet komende vanuit hemzelf daaraan moet worden toegevoegd. Dit is
Hüttegeheimnis.’
Dit streven is de sleutel tot zijn belangrijkste kerken: de St. Paschalis Baylon
in Den Haag (1919), de H.H. Martelaren van Gorcum in Amsterdam
55
(1924-1928) en de St. Antonius Abt in Rotterdam (1929). Recent onder-
v ereniging h endrick de key s er ja arversl ag 2013
D e h e r l e v i n g va n h e t H o o g e H u y s t e A l k m a a r : e e n s y m b o o l va n d e w a a r b o r g e n va n e e n v e r z e k e r i n g s m a at s c h a p p i j
54
zoek toont aan dat hij in zijn kerken, maar ook in andere bouwwerken, al
vroeg gewapend beton toepaste. Zijn vaak open houten kappen zien er op
het eerste gezicht traditioneel uit, maar het wordt dikwijls constructief mogelijk gemaakt door versterking en ondersteuning met staal. Ook zijn andere
Afb. 6: Tekening van R. Veendorp van de
St. Paschalis Baylon in Den Haag (1923)
vernieuwingen in de bouw, zoals de toepassing van bijvoorbeeld ringdeuvels,
aangetoond.
Raadhuizen
Naast kerkgebouwen ontwerpt Kropholler ook diverse raadhuizen, onder
andere in Waalwijk (1929-1931), Wateringen (1938), Leidschendam (1939Een andere kernvorm van de stedelijke gebouwen is het zadeldak dat leidt
een aantal formele kenmerken op die al deze ontwerpen verbindt en die
tot twee topgevels die bij aanzienlijke gebouwen als trapgevels worden
doen denken aan gebouwen van H.P. Berlage (1856-1934). Kropholler hield
uitgevoerd. Topgevels die haaks op de dakvorm zijn aangebracht zijn uit den
net als Berlage de gevels zoveel mogelijk vlak en plaatste op constructief
boze. Dit zijn eigenschappen die Kropholler zelf in vrijwel al zijn publicaties
belangrijke plekken accenten van natuursteen. Daarnaast wordt op belang-
benoemt.
rijke gebouwen beeldhouwwerk geplaatst. Met de raadhuizen verwierf
Wat hij nooit noemt maar wat wel opvallend is, werd opgemerkt door J.J.P.
Kropholler de meeste faam. Net als bij de kerken kiest hij voor een bouw-
Oud. Oud had veel bewondering voor zijn werk, zeker toen hijzelf weer aan-
type dat eenvoudiger is dan het gebruikelijke type en dat hij vervolgens ver-
sluiting bij de tradities in het vak probeerde te vinden. Hij schreef in 1940
groot tot monumentale schaal. De raadhuizen voor de kleinere gemeenten
op het platteland en de middelgrote steden refereren niet aan het traditionele raadhuistype dat vanaf de zestiende eeuw in de Nederlanden tot bloei is
gekomen, maar zijn eigenlijk vergrote woonhuizen. Daarbij is niet eenduidig dat kleinere gemeenten kleinere raadhuizen krijgen. De monumentale
buitentrap ligt soms voor de langsgevel soms voor de kopse gevel. Dergelijke
keuzes lijken af te hangen van de stedenbouwkundige context.
Bij de prijsvraaginzendingen voor stadhuizen in Den Haag, Leiden en
Eindhoven voegt hij naar de 17de eeuw refererende torens toe, maar is het
Afb. 7: Raadhuis Medemblik (1929-1931)
Afb. 8: Opgaande muurwerk (foto Joop Elsinga)
1940) en Medemblik (1940-1941). Hier meer nog dan bij de kerken vallen
gekozen type eerder afgeleid van Renaissance paleizen dan van de Nederlandse traditie van raadhuizen.
Terugkerende kenmerken
Het belangrijkste kenmerk in al het werk van Kropholler is het in baksteen
uitgevoerde, opgaande muurwerk. Baksteen is goedkoop, relatief brandveilig en zeker in de handvormsteen ook genuanceerd kleurrijk. Dat geldt niet
alleen voor het exterieur: ’Voor het binnenwerk, voor trappenhuizen en
gangen is niets mooier dan de geglazuurde soorten van gebakken steen, die
in allerlei levende tinten, in glad of ruw oppervlak ons eigenaardig nationaal
product zijn en van hier over de geheele wereld reeds werden uitgevoerd’
(Kropholler 1941, 114).
Afb. 9: Scheiding geglazuurd en rood metselwerk
(foto Joop Elsinga)
57
v ereniging h endrick de key s er ja arversl ag 2013
D e h e r l e v i n g va n h e t H o o g e H u y s t e A l k m a a r : e e n s y m b o o l va n d e w a a r b o r g e n va n e e n v e r z e k e r i n g s m a at s c h a p p i j
56
Afb. 12: Jongetje met maquette van het Hooge Huys
De opdracht
De opdracht voor het Hooge Huys is daar een prachtig voorbeeld van.
Afb. 10: De 5/4 menselijke maat toegepast
in de wachtruimte van het trappenhuis in
het politiebureau in Alkmaar.
Afb. 11: Kerkplein met links het politiebureau
en rechts het Hooge Huys, ca. 1941
In 1889 werd het R.K. Begrafenisfonds ‘Spes Nostra’ gesticht. De direcdat Kropholler ‘de dingen in een schaal ziet, die ik 5/4 van de menselijke
teur Jan Hofstee stichtte nog geen twee jaar later de ‘Noord-Hollandsche
zou willen noemen. In Alkmaar zei ik dit al eens; ook in Waalwijk [stadhuis
Levensverzekeringsmaatschappij’. Het bedrijf groeide voorspoedig. In 1922
RD].’ Dit 5/4 van de maat die gewoon zijn bij deuren, vensters maar ook
volgde zijn zoon, Henk (H.J.M.) Hofstee hem op. Doordat steeds vaker
bij veel details, is waarschijnlijk samen met het vaak grote formaat baksteen
verzekeringsmaatschappijen niet aan hun verplichtingen bleken te kunnen
de oorzaak dat veel van de gebouwen eerder archetypen dan uitwerkingen
voldoen, werd in 1922 een wettelijk kader door de regering vastgesteld. Dat
van gebruikelijke bouwtypen lijken. Aan dit aspect besteedt Kropholler in
gaf Hofstee de mogelijkheid veel kleine maatschappijen over te nemen, die
zijn vele publicaties weinig tot geen woorden. Echter de lijntekeningen van
niet opgewassen waren tegen de nieuwe eisen en voorschriften. Doordat hij
Reurt Jan Veendorp (1905-1985) illustreren dit streven naar het produceren
een steeds groter deel van het kapitaal in landelijk vastgoed belegde, kon de
van beelden die zich als ‘stempels’ in het onderbewuste nestelen. Vanaf 1928
maatschappij met gemak de crisis doorstaan en in die periode zelfs groeien.
werkt Kropholler samen met Veendorp die de illustraties bij de publicaties
Om dat voor iedereen zichtbaar te maken, werd besloten tot de bouw van
en veel presentatieperspectieven voor Kropholler verzorgt.
een nieuwe hoofdvestiging op wat misschien wel de meest beladen histo-
Het toepassen van deze maatvoering is misschien wel het grootste verschil
rische plaats van Alkmaar is. Aan een nieuwe straat maar ongeveer op de
met de theorie en de praktijk van M.J. Granpré Molière (1883-1972) en de
plaats van het historische ‘het Hooge Huys’ zou een nieuw Hooge Huys
Delftse School. Kropholler wordt door velen tot op de dag van vandaag ge-
verrijzen. Al voor de voltooiing werden de kinderen van klanten en poten-
rekend tot of tenminste sterk verwant verklaard met de Delftse School. Het
tiële klanten uitgedaagd door middel van een bouwplaat een model van het
gaat hierbij om een groep in Delft afgestudeerden die bij Granpré Molière
nieuwe huis te bouwen. In de kelder werd een doos met foto’s van trotse
in de collegebanken had gezeten en die zijn vrij complexe beschouwingen en
kinderen gevonden die met hun model poseren. Van briefpapier tot sigaren-
zijn schijnbaar eenvoudige en bescheiden architectuur probeerden te door-
bandje en van klokje tot wenskaart, de afbeelding van het huis prijkte op alle
gronden. In tegenstelling tot Kropholler, bouwde en publiceerde de hoog-
producten van de levensverzekeringsmaatschappij. De naam van de vestiging
leraar relatief weinig. Daarbij lijkt Kropholler zich in de loop der tijd steeds
werd zelfs de naam van het bedrijf.
minder tot collega’s en steeds meer tot opdrachtgevers te richten. Waar
Hoe belangrijk de plek van vestiging werd gevonden is nu nog het duide-
Granpré Molière zich in zijn werk steeds minder beperkte tot de Rooms-
lijkst en het meest beknopt te zien in het glas-in-loodraam dat ‘het geza-
Katholieke zuil, werd deze vrijwel uitsluitend de achterban en opdrachtgever
menlijk personeel van binnen- en buitendienst ter gelegenheid van het Gou-
van Kropholler.
den Jubileum op 16 juli 1941’ aanbood. Het bevindt zich nog in het pand.
Afb. 13: Voorbeeld van een ‘stempel’
Afb. 14: Glas-in-lood raam ter gelegenheid van
het jubileum in 1941 (foto Joop Elsinga)
Het vat in beelden de geschiedenis van het
kunst’ (1941) concludeert Kropholler:
Hooge Huys samen waar de toenmalige
‘Alle vooruitgang van techniek in de
stadsarchivaris dr. H.E. van Gelder onder-
richting van beton en ijzer ten spijt blijft
zoek naar had verricht en dit publiceerde
de gebakken steen onze zeer bijzondere
in een boekje dat bij de opening van het
inheemsche bouwstof. Ook de baksteen-
gebouw verscheen. Van Gelder werd later
fabricage heeft van den vooruitgang der
directeur van het Gemeentemuseum te
techniek geprofiteerd en de moderne
Den Haag en alszodanig opdrachtge-
producten dezer nationale industrie
ver van het laatste monumentale werk
wachten op ons architecten, om bouw
van Berlage. De glasramen, die bij het
en siervormen daarvoor te scheppen, rijk
jubileum werden toegevoegd, tonen in
aan inhoud, maar zonder uitheemsche
zestien afbeeldingen de geschiedenis van
brani, d.w.z. in den uiterlijk-gewonen,
het Hooge Huys vanaf 1450 tot en met
degelijken en eenvoudigen geest van
de nieuwbouw van Kropholler in 1931. De overladen samenballing van his-
ons Nederlandsche volk’. Het gekozen formaat van de baksteen is zowel een
torische gebeurtenissen lijken haast in strijd met het effect dat de architect
verwijzing naar de Middeleeuwen toen dit soort formaten gebruikelijk waren
met het gebouw wil oproepen. Hij schrijft over het ontwerp: ’De schoon-
als een manier om met minder voegen een rustiger beeld te verkrijgen. Het
heid van elk gebouw komt voor een groot deel neer op: uit den aard van het
gekozen formaat van de steen en de voeg waren dusdanig dat het benodigde
bouwen zelf voortkomende, eenvoudig, groote (en daardoor sprekende en
werk en materiaal goed ingeschat kon worden. Op een bestektekening staat
voor elkeen aannemelijke) vormen.’. Dit geldt nog meer voor zijn ontwerp,
de toelichting: laaghoogte reuzenmoppen 7 + 1,3 = 8,3 cm; 3 lagen reuzen-
omdat het grenst aan ‘Alkmaar’s machtigst oud gebouw: de Groote Kerk’
moppen = 4 x waalvorm = 24,9 cm.
59
v ereniging h endrick de key s er ja arversl ag 2013
D e h e r l e v i n g va n h e t H o o g e H u y s t e A l k m a a r : e e n s y m b o o l va n d e w a a r b o r g e n va n e e n v e r z e k e r i n g s m a at s c h a p p i j
58
Afb. 16: Deel van de gevels aan de Sint Laurensstraat
te Alkmaar (foto Gabrielle de Kroon)
om dan te vervolgen: ‘De uitwendige samenstelling is zoo eenvoudig en degelijk mogelijk: 4 muren en een dak van in
Wat betreft de plaatsing van de vensters in de gevel probeert hij zich een
hoofdzaak twee vlakken en alles zoo effen
rationele leerling van Berlage te tonen door met de onregelmatige plaatsing
mogelijk. Alleen de noodzakelijkste ven-
te laten zien wat voor ruimten achter de vensters liggen. Deze algemene
sters zijn in de gevels, zoals het uitkwam
stelling kan men in Alkmaar observeren bij het voormalige politiebureau en
vlak voor elke binnenruimte geplaatst. De
bij de directievertrekken en kantoorafdelingen van de verzekeringsgebou-
ingang wijkt sterk af van de venstervormen
wen. Opvallend is verder dat nog meer dan bij Berlage de benadrukking van
en spreekt daardoor temeer. De geheele
constructieve elementen in natuursteen overgeproportioneerd is uitgevoerd.
bouw wordt hoofdzakelijk van steen
Dat geldt voor de vensterbanken, de lateien maar meer nog voor de consoles
opgetrokken, met weinig houtwerk, en zal
die de aanzet en beëindiging van de trapgevels aangeven.
daardoor solide worden als de Bank zelf’.
Een zin die hij ook zou gebruiken voor
Het meest in het oogspringend en het minst traditioneel is de hoofdtoe-
het nog groter en imposanter bankgebouw
gang tot het pand op de hoek van de nieuwe Sint Laurensstraat en de oude
van zijn hand, de Bank van Mees
Langestraat. De toegang heeft op beide straathoeken een in natuursteen
(1930-’34 / 1946-’50) in Rotterdam.
uitgevoerde boog in de vorm van een driepas. De natuurstenen blokken die
de basis vormen van de peilerhoeken van de muurvlakken zijn een voortzet-
Afb. 15: Het Hooge Huys met de Grote Laurenskerk en de herdenkingslantaarn
op haar oorspronkelijke plek, ca. 1935
Het meest opvallend aan het Hooge Huys
ting van de plint van de twee gevels. De oplossing van de toegang op de
zijn de enorme vlakken van grote hand-
hoek is waarschijnlijk gekozen vanwege de behoefte om aan beide straten
vormbakstenen. In zijn bekendste publica-
een monumentale toegang te maken. In de theorie van de architect is de
tie, ‘onze nederlandsche baksteen-bouw-
gevel die bekroond wordt door de steile trapgevel het meest geëigend voor
Afb. 17: Prentbriefkaart van het Hooge Huys, jaren ’30
61
Afb. 19: Terracotta reliëf
met twee vissen
(foto Gabrielle de Kroon)
Afb. 18: Tondo met pelikaan die haar jongen voedt
(foto Gabrielle de Kroon)
Afb. 20: Lage muur met toegangshek en twee leeuwen
(foto Gabrielle de Kroon)
v ereniging h endrick de key s er ja arversl ag 2013
D e h e r l e v i n g va n h e t H o o g e H u y s t e A l k m a a r : e e n s y m b o o l va n d e w a a r b o r g e n va n e e n v e r z e k e r i n g s m a at s c h a p p i j
60
Het pleintje aan de achterzijde van het pand vormt de entree naar de
diensttoegang tot het souterrain. Deze is groot, omdat een verzekerings-
de toegang. De opdrachtgever zal gekozen hebben voor de langsgevel die
maatschappij bij uitstek is gediend met een uitvoerige administratie en
het meest in het zicht ligt. Het belang van de kopse gevel wordt nog eens
archiefvorming. De lage muur en het toegangshek geflankeerd door twee
benadrukt door een tondo tussen de grote ramen van de tweede verdieping,
schilddragende leeuwen, versterken de doorlopende Sint Laurensstraat. De
een in reliëf gebeeldhouwd symbool van de naastenliefde, een pelikaan die
muur is misschien een verwijzing naar de muur die het vroegere Hooge
met haar eigen bloed haar jongen voedt. Veel bescheidener is het terracotta
Huys van de straat scheidde. Kropholler tekende ter hoogte van de tweede
reliëf van twee vissen, het veronderstelde wapen van Cabeliau, bewoner van
bouwmassa, dat nu Princenhof heet, een haaks daarop staande muur voor-
het voormalige Hooge Huys en de bevelhebber van de troepen die zorgden
zien van poorten. Deze sloot aan op de zij- en achtergevel van het politie-
voor ‘Alkmaars Victorie’.
bureau. Zo zouden de aldus gevormde ruimten de beslotenheid van het
Het pand wordt bekroond door de steile, met leiengedekte maar functieloze
Kerkplein benadrukken en zou de Langestraat visueel de enige doorgaande
kap. Volgens de theorie van de architect benadrukt dit de voornaamheid van
straat zijn. Zowel in het archief van de architect als in de aan de Vereniging
het gebouw.
overgedragen stukken zijn verschillende voorstudies of ideeënschetsen
bewaard. Zo is er een fraaie, maar zwaar verkleurde aquarel van een variant
op de gevel waarbij de kopse kant niet aan de Langestraat, maar
aan het Kerkplein ligt. Een schets van Veendorp laat die oplossing
ook zien met een aansluitend poortgebouw dat in dit geval de St.
Laurensstraat visueel zou hebben afgesloten. Deze oplossing, maar
ook de gekozen oplossing met de verlenging van de gevel langs de
Langestraat, gedekt door een dwarskap, zal zeker niet Krophollers
eerste keuze geweest zijn.
Inter ieur
Binnen wordt de waardigheid van het voor het publiek toegankelijke
deel vooral benadrukt door een monumentaal trappenhuis uitgevoerd in witgeglazuurde baksteen op de plek waar traditioneel houten lambriseringen zouden zijn aangebracht en zandsteenkleurige
baksteen daarboven. Het geheel is met gewelven gedekt.
Kropholler was zo tevreden over het trappenhuis dat hij een foto
van dit interieur in een aantal van zijn publicaties gebruikte.
Om het pand te betreden moest de bezoeker onder een van de zware
bogen door naar het portiek om vervolgens de trap te bestijgen. Hij
kon dan worden waargenomen door de portier en moest vervolgens
door de zware, meestal voor de helft geopende deur. De deur was
met koper beslagen. Daarna kwam men in de vestibule, waarna men
via een draaideur in de hoofdhal kwam.
Afb. 21: Pleintje achter het Hooge Huys
(foto Joop Elsinga)
Afb. 22: Plattegrond van de stedenbouwkundige situatie
met in de Sint Laurensstraat het voorgenomen
poortgebouw ingetekend (archief Kropholler)
Op de vloer van de hal liggen grote
lichte tegels van Comblanchien, een
62
63
schouderhoogte uitgevoerd in wit
geglazuurde baksteen, daarboven in
rode steen. Boven de deuren naar de
directiekamer c.q. vergaderzalen zijn
reliëfs met de wapens van Alkmaar
en Noord-Holland aangebracht. De
toegangen tot de kamers rond de hal
en de trap naar boven zijn overeen-
Afb. 24: Hal (foto Joop Elsinga)
Afb. 25: Detail hal (foto Joop Elsinga)
komstig het buitenportiek vormgegeven. De scheiding tussen de kamers aan de Langestraat en de hal wordt
gevormd door een vrijstaande zuil met een schacht van Comblanchien, die
twee bogen ondersteunt.
Afb. 23: Wachtruimte met glazen bouwstenen (foto Joop Elsinga)
Afb. 26: Begane grond van het Hooge Huys, schaal 1:50,
negatief van originele blauwdruk
Afb. 27: Doorsnede van het Hooge Huys, schaal 1:50,
negatief van originele blauwdruk
v ereniging h endrick de key s er ja arversl ag 2013
D e h e r l e v i n g va n h e t H o o g e H u y s t e A l k m a a r : e e n s y m b o o l va n d e w a a r b o r g e n va n e e n v e r z e k e r i n g s m a at s c h a p p i j
kalksteensoort. De muren zijn tot
65
Afb. 29: Wand met sterrenbeelden (foto Joop Elsinga)
Afb. 30: Sterrenbeeld (foto Joop Elsinga)
Na de bouw van de Princenhof (1933) en het politiebureau (1936) stopte
Kropholler’s bemoeienis met Alkmaar niet. In 1961 was hij ook betrokken
bij de sobere uitbreiding aan de Sint Laurensstraat, de Hof van Teylingen,
en de verhoging van de Princenhof met een bouwlaag. Een groot deel van
de uitwerking werd verzorgd door de huisarchitect van het Hooge Huys’,
N. Bijl. Met Bijl ijverde hij ook nog voor een verhoging van het eerste
bouwwerk, dat zijns inziens het belang van de zetel van de directie in het
totaal zou herstellen. De gemeente en haar adviesorganen waren fel tegen
Afb.28: Kantoorvertrek (foto Joop Elsinga)
Een van de rijkst gedetailleerde kantoorvertrekken heeft wanden met nissen,
‘deze aantasting van het stadsbeeld’, terwijl ze wel korte tijd later het
zware houten kasten met ijzerbeslag, glas-in-lood-ramen en de dierenriem
ensemble verstoorden door de verplaatsing van de monumentale lantaarn
als teken van het verloop der tijd in geglazuurde tegels. Het plafond bestaat
met zitbank en zelfs forse sloop en rooilijncor-
uit zware houten balken die het gewapende beton waarin het plafond is
recties elders aan het Kerkplein niet schuwden.
uitgevoerd, verhullen. Het schone metselwerk is net als de ingebouwde kas-
Het is boeiend om in de archieven te vinden
ten allemaal gericht op het overbrengen van een gevoel van robuustheid en
dat Kropholler uit nogal onverwachte hoek een
betrouwbaarheid, verwijzend naar het traditionele woonhuis van de burgerij.
medestander van zijn uitbreiding vond: prof.
Echter de soberheid die de ruimte uitstraalt, is mogelijk dankzij de toe-
dr. ir. J.H. van den Broek, de eerste hoogleraar
passing van centrale verwarming. Vroeger zouden de wanden een minder
bouwkunde in Delft behorende tot ‘de mo-
robuuste uitstraling hebben gehad door de wandtapijten die het verblijf
derne stroming’. Die stroming die Kropholler
aangenamer maakte. Hier wordt traditie en degelijkheid gesuggereerd maar
altijd in zijn geschriften bestreden had. Van
een nieuw totaalontwerp, een ‘Gesamtkunstwerk’ gepresenteerd. In zijn
den Broek is het met hem eens dat de Princen-
publicaties geeft Kropholler altijd aan hoe wezenlijk hij juist ‘de kunstroe-
hof te hoog is geworden in vergelijking met
ping’ vindt: ‘Tot de natuurlijke gaven, die in de mens sluimeren, en hem
het hoekgebouw. In een aantal perspectieven,
gegeven zijn om zich te verheffen boven het individueel zijn en welzijn, heeft
vervaardigd door Veendorp, wil Kropholler dit
in alle tijden het scheppen van kunst behoord: hierdoor hebben tallozen hun
aantonen met behulp van de suggestie van Van
verheuging gezocht in die van anderen op wier aangezicht zijn nimmer een
den Broek door de nieuwe vensters samen met
glans van dankbaarheid konden aanschouwen zonder dit ook te verlangen:
de oude tot een verticale compositie te maken.
alleen gedreven door de wil om voor anderen het hoogste te leveren, waar-
Het was dus mogelijk geweest dat het Hooge
toe zij zich in staat gevoelden. Het is uit dit oogpunt, dat men de kunst-
Huys net als de Princenhof een extra verdieping
schepping, ook die der bouwkunst, moet beschouwen om haar plaats in het
had gekregen en daarmee ook weer het hoogste
leven te kunnen begrijpen’ (Kropholler 1953).
gebouw was geworden.
Afb. 31: Tekening van Veendorp met uitgewerkte
suggestie van Van den Broek; het Hooge Huys verhoogd
met een verdieping en doorgetrokken vensters
over twee verdiepingen.
v ereniging h endrick de key s er ja arversl ag 2013
D e h e r l e v i n g va n h e t H o o g e H u y s t e A l k m a a r : e e n s y m b o o l va n d e w a a r b o r g e n va n e e n v e r z e k e r i n g s m a at s c h a p p i j
64
Kropholler lijkt in zijn hang naar uitdrukking geven aan de
Geraadpleegde bronnen en literatuur
volksgeest en het bezingen van vakmanschap en de schoon-
Archief A.J. Kropholler en R.J. Veendorp, Collectie Het Nieuwe Instituut,
heid van de baksteen een aartsconservatief, maar weliswaar
Rotterdam. Huisarchief ’t Hooge Huys, nu op kantoor van Vereniging
vaak gemaskeerd door meer traditionele materialen, past
Hendrick de Keyser.
hij veel nieuwe technieken toe. Ook durft hij meer dan de
• Amsterdam-Coelingh, M. van, ‘A.J. Kropholler en ’t Hooge Huys’, in: ver buiten de landsgrenzen te kijken en gaat hij zich steeds
Oud Alkmaar 25 (2001) 2, 1-8.
meer verdiepen in de kunst en filosofie van het Oosten.
• Derks, A; J.-J. Kuyt, J. Roding, M.J. Kropholler (1881-1973). Terugkeer
De reputatie van Kropholler heeft veel geleden door zijn
gen. Ook zijn weigering om de afwijzing van zijn plannen
tot de hollandse architectuurtraditie, BONAS-reeks, Rotterdam 2002.
• Dresch, N.J.M.; H.E. van Gelder, A.J. Kropholler, Het Hooge Huys. Het
nieuwe kantoorgebouw van de Noord-Hollandsche Levensverzekerings
maatschappij van 1891 te Haarlem. s.l., s.a. [1931].
• Fanelli, G., Moderne architectuur in Nederland 1900 – 1940,
voor de stadhuizen van Den Haag en Leiden te accepteren
’s-Gravenhage 1978, i.h.b.172-177; 284-286.
en zijn geslaagde pogingen om daarbij de publieke opi-
• Fasel, W.A., ’t Hooghe Huys. Alkmaar 1986.
nie zijn kant te laten kiezen, zette veel kwaad bloed. Hij
• Kila, J.D., ‘’t Hooge Huys, een oud Alkmaars bedrijf’, in:
zag zijn gelijk echter bevestigd toen Rotterdam in 1941
Oud Alkmaar 25 (2001) 2, 9-20.
het leed van het bombardement trachtte te verwerken met
• Hannema, D. et al, Nederland bouwt in baksteen. 1800-1940,
de expositie in Museum Boymans, ‘Nederland bouwt in
cat. Museum Boymans, Rotterdam 1941.
baksteen 1800–1940’, waarbij verschillende ontwerpen
• Knuttel, G., A.J. Kropholler, reeks Nederlandsche bouwmeesters 4,
van Kropholler, waaronder de raadhuizen te Leidschendam
Amsterdam s.a. [1928].
(1940) en Waalwijk (ontwerp 1929) en het politiebureau te
• Kropholler, A.J., Bouwkunst als levensuiting, Amsterdam/Antwerpen
Alkmaar (1937), werden gepresenteerd als inspiratiebron
s.a. [1936].
voor de Wederopbouw. Hij deed er zelf in dat jaar nog een
• Kropholler, A.J., Lijn en vorm, Amsterdam/Antwerpen s.a. [1936].
schepje bovenop met zijn publicaties ‘onze nederlandsche
• Kropholler, A.J., Het licht en de kleuren in de bouwkunst en
baksteen-bouwkunst’ en ‘over bouwstijl vroeger en nu’. Zijn
stelde dat hij op een naïeve wijze zijn gelijk had willen halen tegenover o.a.
kunstnijverheid, Amsterdam/Antwerpen [1936].
• Kropholler, A.J., Kunst en leven. Lijn en vorm, licht en kleur in bouw- en
aanverwante kunst , Amsterdam/Antwerpen s.a. [1938].
• Kropholler, A.J., Onze Nederlandsche baksteen-bouwkunst.
Met voorbeelden van hedendaagsche toepassing door den schrijver,
de BNA en veroordeelde hem tot een geldboete en een publicatieverbod
Den Haag 1941.
tot 1950. Hij kon wel gewoon blijven doorbouwen, wat hij ook met veel
• Kropholler, A.J., Over bouwstijl vroeger en nu, Amsterdam 1941.
weigering om zich neer te leggen bij de heersende mening
van zijn vakgenoten, zoals die door de BNA en door zijn
collega’s in jury’s en schoonheidscommissies werd uitgedra-
Afb.32: Detail van de hal (foto Joop Elsinga)
triomfantelijke uitingen, in één Duits en Nederlandse tijdschriften, dat het
althans met de volksuiting in de architectuur en kunsten de goede kant op
leek te gaan, zorgde voor ernstige reputatieschade na de oorlog. De Ereraad
succes deed. Door deze veroordeling leek de kunstkritiek nu toch een kans
• Kropholler, A.J., Bouwkunst in de 20ste eeuw, Amsterdam 1953.
te zien om althans een deel van de traditionele architectuur gelijk te stellen
• Kropholler, A.J., Wat is bouwkunst? Afgezien van de kunst om zich
met ‘rechts bouwen’ en de moderne architectuur met ‘links bouwen’ en dus
tegen kou, vocht en ongewenst bezoek te vrijwaren, Den Haag s.a. goed bouwen, zoals J.J. Vriend nog in 1974 deed. De levensverzekerings-
[1965].
maatschappij bleef ook na de oorlog zeer succesvol en zocht eerst uitbrei-
• Mieras, J.P., Aanteekeningen bij een tweetal kerken van A.J. Kropholler, ding door het monument Huis De Dieu (1743) te kopen. Later waren er
’s-Gravenhage 1923.
ook uitbreidingen, maar uiteindelijk werden de panden toch verlaten om
• Stenvert, R., Biografie van de baksteen 1850–2000, Zwolle/Amersfoort een groot nieuw kantoor te bouwen. Het complex werd in 1984 verkocht
2012.
aan het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten. De oorspronkelijke gebouwen
• Vriend, J.J. Links bouwen – rechts bouwen, Amsterdam 1974.
werden ondergebracht in een Stichting. Later werden deze panden verhuurd
• Wijkmans, J., Glasraam aangeboden aan de Noord-Hollandsche Levens-
aan Reaal, die het Bouwfonds weer had overgenomen. Toen was de cirkel
verzekerings-Maatschappij van 1891 N.V. te Alkmaar, op 16 Juli 1941, ter gelegenheid van de viering van het Gouden Jubileum door het
gezamenlijke personeel van binnen- en buitendienst, s.a., s.l.
rond. Reaal besloot echter van deze locatie te vertrekken. Dit gaf Vereniging
Hendrick de Keyser de mogelijkheid om het oudste, rijkst ingerichte en
gaafste pand aan de Sint Laurensstraat te verwerven. Er wordt gezocht naar
een oplossing voor de leegstand van de andere panden, maar die is helaas
nog niet gevonden. ■
67
v ereniging h endrick de key s er ja arversl ag 2013
D e h e r l e v i n g va n h e t H o o g e H u y s t e A l k m a a r : e e n s y m b o o l va n d e w a a r b o r g e n va n e e n v e r z e k e r i n g s m a at s c h a p p i j
66
meeste aanhangers van de Delftse en later de Bossche School
Bijzondere
interieurafwerking in een
eenvoudig pand De restauratie van
het 16de-eeuwse huis Hinthamerstraat 138
in ’s-Hertogenbosch
69
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h
68
Dit artikel beschrijft de complexe restauratie van Hinthamerstraat 138.
Afb. 1: Hinthamerstraat 138 (foto Arjan Bronkhorst)
De grote schat zijn de zeldzame 16de-eeuwse muurschilderingen in de
opkamer van het achterhuis. Maar ook de laat 19de-eeuwse winkelafwerking
is bijzonder en zeldzaam.
door ir Harriën van Dijk
Naast de uitzonderlijke kwaliteit van de muurschilderingen verkeerde het
pand in een uitzonderlijk slechte staat. De combinatie van de kwetsbare,
fragiele interieurafwerking en de bouwkundige werkzaamheden maakte de
restauratie tot een hachelijke opgave.
Begin 2010 verwierf
Vereniging Hendrick
de Keyser een schijnbaar eenvoudige huis
aan de Hinthamerstraat
in ’s-Hertogenbosch.
Met de bepleisterde,
19de-eeuwse lijstgevel
lijkt het pand zich als
een normaal winkelwoonhuis in het Bossche
straatbeeld te voegen.
Maar schijn bedriegt.
Achter de voorgevel
blijkt namelijk een
bijzonder pand schuil
te gaan met een grote
rijkdom aan historische
interieurafwerking.
De bouwgeschiedenis
Afb. 2: Slijpersstraatje, scheefstand zijmuur
(foto Arjan Bronkhorst)
Het huis is gelegen aan de Hinthamerstraat, een van de drie uitvalswegen
van ’s-Hertogenbosch. Links van het pand loopt het Slijpersstraatje dat het
achterterrein met de Hinthamerstraat ontsluit. Rechts bevinden zich twee
buurpanden, waarvan het rechter pand grenst aan de Binnendieze, die de
Hinthamerstraat onderdoor steekt en afbuigt om achter de panden langs
richting de Markt te stromen. Het bouwblok bestaat dus uit welgeteld drie
panden.
Aan het metselwerk en de scheefstand van
de linker zijmuur – die zichtbaar is in het
Slijpersstraatje – is af te lezen dat het pand
veel ouder is dan de voorgevel doet vermoeden. De zijmuren staan bijna een halve meter
uit het lood en ook de vloeren lopen naar
rechts af. Om de scheefstand te verdoezelen
is de voorgevel in de 19de eeuw als een rechte
schijf voor het pand gemetseld. Doordat deze
voorgevel al rekening houdt met de scheefstand wordt duidelijk dat de verzakking niet
van de laatste tijd is. Vermoedelijk is de rij
van drie huizen al vrij snel na de bouw richting de Binnendieze verzakt. De andere twee
panden zijn beide ingrijpend verbouwd en
vernieuwd. Hinthamerstraat 138 leunt nu als
het ware als een oud baasje tegen de andere
twee panden aan die hem overeind houden.
Voorhuis
Achterhuis
Tweede achterhuis
Afb. 3: Dwarsdoorsnede Hinthamerstraat 138 (tekening Harriën van Dijk)
71
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h
70
Voorhuis
Achterhuis
Het rechter dakvlak heeft nog de eiken sporen, het linker dakvlak is helaas
Kelder
Afb. 4: Plattegronden Hinthamerstraat 138
(tekeningen Harriën van Dijk)
Begane grond
Eerste verdieping
Zolder
een keer vernieuwd waarbij de sporen zijn verlengd om een dakoverstek
Begin 16e eeuw
langs de linker zijmuur te creëren. Het voordakschild is in de 19de eeuw
Midden 16e eeuw
aangebracht ter vervanging van de (houten) topgevel. Het gehele dak is
17e eeuw
onbeschoten en voorzien van een mix van rode en gesmoorde, oudhollandse
19e eeuw
dakpannen.
Het historische casco is voor een groot deel behouden gebleven. Alleen de
(waarschijnlijk) houten voorgevel is vervangen door een stenen exemplaar.
Het muurwerk bestaat op de begane grond uit anderhalf steens metselwerk
Uit dendrochronologisch onderzoek blijkt het eikenhout van zowel de
en is op de verdieping in steens metselwerk uitgevoerd. Het gehele pand is
samengestelde balklagen als van de kapconstructie omstreeks 1545 te zijn
eenduidig, met dezelfde baksteen opgemetseld, waaruit blijkt dat het pand
gekapt, waarbij aangenomen kan worden dat het huis omstreeks die tijd is
in één keer tot stand is gekomen. Het voorhuis wordt via de voorgevel van
gebouwd. Een datering omstreeks het midden van de 16e eeuw lijkt dan
daglicht voorzien, het achterhuis op beide verdiepingen via twee vensters in
ook aannemelijk.
de linker zijgevel. Aan de ontlastingsbogen in het metselwerk is zichtbaar
1
dat de gevelopeningen in de zijgevel oorspronkelijk in het metselwerk zijn
Het 16de -eeuwse bouw volume
aangebracht. Alleen het voorste raam op de begane grond is een halve meter
Het 16de-eeuwse bouwvolume staat op een smal en diep erf en bestaat uit
naar achteren verplaatst. De zolderverdieping kreeg daglicht via twee ramen
twee bouwlagen en een zolderverdieping. Het volume is door een brand-
in de achtergevel, die in verband met de slechte bouwkundige staat van de
muur opgedeeld in een voor- en achterhuis. Oorspronkelijk bevonden de
achtergevel allebei waren dichtgemetseld. Oorspronkelijk was de achtergevel
stookplaatsen zich tegen de brandmuur. Op de zolderverdieping liep
als trapgevel uitgevoerd, maar deze is in de loop van de tijd gewijzigd in een
alleen het gecombineerde rookkanaal door. Het rookkanaal moet de kap-
tuitgevel.
constructie ondersteund hebben.
1 Resultaten dendrochronologisch onderzoek,
Preßler GmbH, Planung und Bauforschung
(Gersten Emsland 5 februari 2010).
Op zolder staan ter plaatse van het voorhuis twee spanten, ter plaatse van het
Achter het hoofdvolume bevindt zich een lager bouwvolume dat van oudere
achterhuis één. Alle onderdelen van de spanten zijn van telmerken voorzien:
datum is dan het hoofdvolume. Uit bouwhistorisch onderzoek is gebleken
die op de jukken zijn met een beitel aangebracht en die op de geschoorde
dat de achtergevel van het hoofdvolume is gebouwd bovenop de getrapte
nokstijlen zijn gezaagd. De nummering van de telmerken wordt ter plaatse
voorgevel van dit lagere bouwvolume. Vermoedelijk dateert dit huidige,
van de brandmuur niet onderbroken waaruit blijkt dat daar ook nooit een
tweede achterhuis uit het begin van de 16de eeuw. Oorspronkelijk was het
spant heeft gestaan.
eens zo diep, maar het achterste deel is voor een nieuwbouw rond 1980
Tweede achterhuis
Afb. 5: Lengtedoorsnede Hinthamerstraat 138
(tekening Harriën van Dijk)
gesloopt. Een dichtgemetseld kruiskozijn in
de rechter zijgevel geeft aan dat het volume
oorspronkelijk vrij stond en later aan de rechter
zijde is ingebouwd.
Het tweede achterhuis heeft één bouwlaag met
een zolderverdieping. De constructie bestaat
uit een samengestelde eiken balklaag, waarvan
in de huidige bebouwing slechts twee balkvakken resteren. De moerbalk was oorspronkelijk onderdeel van een houtskeletconstructie,
73
waarvan de muurstijlen en de schoren zijn
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h
72
verwijderd. Aan de raveling tegen de voormuur
is zichtbaar dat hier een groot rookkanaal heeft
gezeten, die al in de 19de eeuw verwijderd
moet zijn geweest.
Afb. 6: Gewelfkelder onder het voorhuis
(foto Arjan Bronkhorst)
Het gehele hoofdvolume is onderkelderd. Dit is uitzonderlijk in ’s-Hertogenbosch omdat dit voornamelijk rond de Markt voorkomt en de meeste
panden in de omliggende straten alleen een kelder onder het achterhuis
hebben.
De kelder onder het voorhuis bevindt zich geheel onder het maaiveld en is
voorzien van een tongewelf met steekgewelven tegen de rechter zijmuur.
Aan de bouwsporen is zichtbaar dat deze kelder oorspronkelijk vanaf de
straat toegankelijk is geweest, en tevens een uitgebouwde kelder heeft gehad
onder de straat.
De kelder onder het achterhuis is opgezet volgens de standaard Bossche
De indeling van het hoofdvolume bestaat zoals gezegd uit een voor- en
huistypologie en bevindt zich half onder en half boven het maaiveld. De
achterhuis. Op de begane grond is het voorhuis opgedeeld in een winkel-
meeste Bossche kelders zijn echter gedekt met een gewelf, terwijl deze kelder
ruimte met een insteekverdieping tegen de brandmuur. Deze indeling is in
is voorzien van een samengestelde balklaag (moer- en kinderbintenplafond).
het tweede kwart van de 19de eeuw tot stand gekomen, maar gaat mogelijk
Hiervan was alleen nog de moerbalk aanwezig. De kinderbinten zijn in de
terug op een oudere indeling.
19de eeuw vervangen door nieuwe balken, waarbij de overspanning van
Het achterhuis is opgedeeld in een opkamer boven de kelder en een gang
richting is gewijzigd. Via een gemetseld trapje is de kelder via het tweede
langs de rechter zijmuur. De gang ontsluit het tweede achterhuis met het
achterhuis toegankelijk gemaakt. Oorspronkelijk zal de kelder via een trapje
voorhuis. De indeling van opkamer met gang komt in ’s-Hertogenbosch
bij de brandmuur bereikbaar zijn geweest. Een dichtgemetselde toegang
veel voor en is typologisch voor het standaard type Bossche woonhuis.
vanaf de steeg laat zien dat de kelder van het achterhuis oorspronkelijk ook
Een inpandige gang maakte het achterterrein vanaf de straat toegankelijk.2
vanaf het Slijpersstraatje toegankelijk is geweest.
Toch blijkt deze standaard indeling pas in de 17de eeuw te zijn aangebracht.
Afb. 8: Opkamer met schilderingen, na restauratie
(foto Arjan Bronkhorst)
Oorspronkelijk besloeg de opkamer de gehele breedte van het pand. Door
de steeg links van het pand was het namelijk mogelijk het achterterrein
buitenom te bereiken en was een inpandige gang geen noodzaak. Mogelijk
was het tweede achterhuis oorspronkelijk helemaal niet met het hoofdhuis
verbonden en werd het zelfstandig gebruikt. Met het realiseren van de gang
in de 17de eeuw kwam in ieder geval een interne verbinding tot stand en
werd een gecombineerd gebruik gefaciliteerd.
De 16de -eeuwse inter ieuraf werk ing van de opkamer
In de 16de-eeuwse, brede opkamer was oorspronkelijk de samengestelde
balklaag in het zicht gelaten, met onder de moerbalken geprofileerde
sleutelstukken. Tegen de brandmuur bevond zich een brede stookplaats,
met daarnaast de toegangsdeur vanaf het trappenhuis. Het daglicht viel via
Afb. 7a en b: Kelder onder het achterhuis tijdens restauratie (foto Harriën van Dijk) en na restauratie (foto Arjan Bronkhorst)
twee (kruis)vensters in de zijgevel de ruimte binnen.
2
In veel gevallen liep de Binnendieze achter de percelen
langs, die werd benut als aanvoerroute voor goederen en
materialen, Ad van Drunen, ’s-Hertogenbosch, van straat
tot stroom (Zwolle 2006).
75
Afb. 9 a en b: Muur met twee vogels voor restauratie (foto
Harriën van Dijk) en na restauratie (foto Arjan Bronkhorst)
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h
74
Al snel na aanvang van het bouwhistorisch onderzoek bleek dat het pand
achter latere witsel- en pleisterlagen en vele lagen behang een bijzondere
schat verborgen hield. Op een plek waar een stuk bepleistering van de muur
was gevallen kwam een fragment van een muurschildering in het zicht. Dit
was aanleiding om te onderzoeken of er meer fragmenten aanwezig waren.
De verbazing was groot toen bleek dat de gehele opkamer met een fraaie,
laatgotische schildering met fantasiebloemen en allerlei dieren afgewerkt is
geweest en deze nog voor een groot deel aanwezig was. In ’s-Hertogenbosch
worden wel vaker fragmenten van muurschilderingen aangetroffen.3 Echter,
het behoud van zo’n complete ruimteafwerking is uitzonderlijk. Het feit dat
kersfamilies. Het lijkt dus aannemelijk dat de eigenaren welvarende bakkers
de muurschilderingen als eerste afwerking op de oorspronkelijke bepleiste-
waren die het zich konden veroorloven om de opkamer te laten voorzien
ring zijn aangebracht en tot de eerste afwerkingsfase van het huis behoort,
van deze kostbare muurschilderingen. Op grond van de verschillende fiscale
maakt de schilderingen nog uitzonderlijker. Met de dendrochronologische
bronnen komen de opeenvolgende eigenaren Petrus die Becker (1520), Jan
datering van het hout van het huis in het midden van de 16de eeuw zijn
Symons en Symon Janss (1573), gevolgd door bakkerse Lysken Goossen
gelijk ook de muurschilderingen gedateerd.
Roeloffs (omstreeks 1600) in aanmerking als opdrachtgever voor het laten
aanbrengen van de fraaie muurschilderingen. Een mogelijke conclusie zou
Op stilistische gronden lijkt deze datering echter enkele decennia te laat.4
echter ook kunnen zijn dat het aanbrengen van dergelijke muurschilderin-
Ook omdat vergelijkbare muurschilderingen omstreeks 1522 in de nabij
gen in ‘gewone’ huizen in de late middeleeuwen veel gebruikelijker was dan
gelegen Sint Jan zijn aangebracht.5
wij nu denken omdat veel schilderingen verloren zijn gegaan of niet worden
Ondanks de latere datering zijn de schilderingen van grote kwaliteit en
opgemerkt. Meer systematisch onderzoek naar muurschilderingen zou hier
doen ze in artistiek en technisch opzicht niet onder voor die in de Sint Jan.
uitsluitsel over kunnen geven.
Een zelfde schilder of groep schilders uit dezelfde school is dan ook niet
3
4
5
6
Door systematisch interieuronderzoek door Maike Tjon
A Kauw van de gemeentelijke dienst Bouwhistorie,
Archeologie en Monumenten worden veel vondsten
gedocumenteerd en is in ’s-Hertogenbosch relatief veel
bekend over muurschilderingen en interieurafwerking.
Volgens W. Haakma Wagenaar (kunsthistoricus en
restaurator) lijkt een datering omstreeks 1550 onwaar-
schijnlijk laat. Bouwhuis & Journee, Conservatierapport 2012, muurschilderingen kelderkamer + gang,
Hinthamerstraat 138, ’s-Hertogenbosch (Arnhem/
Deventer, 20 december 2012).
Paul le Blanc, Kerk in kleur; De middeleeuwse schilde-
ringen in St-Janskathedraal te ’s-Hertogenbosch
(’s-Hertogenbosch 2002).
Archiefonderzoek Hinthamerstraat 138, Ester Vink, Het blok Hinthamerstraat tussen het Slijpersstraatje en de Binnendieze, Hinthamerstraat 138, 140 en 142/144 (Nieuwaal 2006).
uitgesloten.
De laatgotische muurschilderingen bestaan uit een abstract fantasie(bos)
Hierbij rijst de vraag waarom zulke kostbare schilderingen zich in zo’n stan-
landschap van bladranken met grote fantasiebloemen en bloemknoppen,
daard type winkel-woonhuis bevinden. De enige bouwkundige afwijking
waartussen zich allerlei dieren bevinden als een vos, ree, hert, hond, haas
ten opzichte van de gangbare Bossche winkel-woonhuizen is dat de opkamer
en verschillende vogels waaronder een uil. De ranken hangen hoog in de
een bredere maat had dan de gebruikelijke opkamers.
ruimte tegen de samengestelde balklaag aan en lopen aan de onderkant uit
Uit het archiefonderzoek blijken eveneens geen bijzonder voorname eige-
tegen de kalkkleurige achtergrond van de bepleistering. Tussen de vensters
naren of bewoners die de kostbare muurschilderingen kunnen verklaren.6
bevindt zich een engel met krulharen die de rechter arm voor de borst
Vanaf het begin van de 15de eeuw tot ver in de 17de eeuw is het perceel
houdt. Over de schouder lijkt een rood kleed te zijn gedrapeerd. Door het
in eigendom van opeenvolgende generaties bakkers, die er ook werkelijk
naar achteren verplaatsen van het voorste venster is een deel van de engel
woonden en werkten. Hierbij moet gezegd dat de panden in deze periode
jammerlijk verloren gegaan en ontbreekt een van de prachtige vleugels. Ook
niet met zekerheid gekoppeld kunnen worden aan personen en mogelijk een
de onderste helft ontbreekt helaas doordat de onderste zone van het pleis-
verschuiving heeft plaatsgevonden waarbij de naastliggende bebouwing een
terwerk een keer is vernieuwd. Op de rechter zijmuur – de huidige muur in
rol speelt. Echter ook dan geeft het archief geen alternatief voor de bak-
de gang – springt tussen verschillende dieren een hert met in het gewei het
Afb. 10 a en b: Engel voor restauratie
(foto Harriën van Dijk) en na restauratie
(foto Arjan Bronkhorst)
77
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h
76
De tekst heeft een stichtelijk karakter en
roept op tot zorgzaamheid en terughoudendheid. Letterlijk luidt de tekst:
”Mensche vrest godt en soeckt de(n)
vrede en doet een aender als ghij wijlt,
datmen u de(de). Soo wije benijt ee(n)
anders profijt selden eest dat hij bedijt”,
wat vrij vertaald neerkomt op het gezegde: ”wat gij niet wilt dat u geschiedt
doe dat ook een ander niet”.
De vormgeving van de cartouche doet
Afb. 11: Renaissance cartouche (foto Arjan Bronkhorst)
kruis van Sint Hubertus, de beschermheilige van de jacht. De veelheid van
sterk denken aan (architectonische) voorbeelden uit de 16de eeuw. De schil-
dieren en dit symbool doen een relatie van de opdrachtgever met de jacht
dering is zodanig vakkundig opgezet en mooi uitgewerkt dat het gebruik
vermoeden. De muurschildering op de achtermuur is helaas voor een groot
van een voorbeeld aannemelijk was. Al snel werd gedacht aan de Antwerpse
deel verloren gegaan. Door de slechte bouwkundige staat van de achtermuur
tekenaar en schilder Hans Vredeman de Vries. Dit bleek inderdaad het geval
en het verplaatsen in de 17de eeuw van de stookplaats van de brandmuur
te zijn. De muurschildering is op een paar kleine details na een exacte weer-
naar de achtermuur zijn de muurschilderingen hier alleen fragmentarisch
gave van een voorbeeldprent uit de in 1555 in Antwerpen uitgegeven serie
behouden gebleven. Mogelijk heeft hier Sint Hubertus zelf gestaan, wat
‘Multarum Variarumque’.7
Afb. 12: Voorbeeldprent van Hans Vredeman de Vries
de aanwezigheid van de engel zou verklaren die in de legende Hubertus
oproept om het ambt van bisschop te aanvaarden. Dit zou ook verklaren
Na verloop van tijd is ook deze renaissance cartouche overschilderd met wit-
waarom bijna alle dieren op de achtermuur zijn gericht of achterom kijken
kalk. De ruimte is twee keer wit geschilderd voordat de opkamer in de 17de
richting de achtermuur.
eeuw werd verbouwd en de gangmuur werd geplaatst. Met het realiseren van
de gang werd de opkamer smaller. De schouw tegen de brandmuur werd
Deze laatgotische schilderingen zijn echter niet de enige muurschilderingen
verwijderd en vervangen door een smaller exemplaar tegen de tegenover lig-
die zijn aangetroffen. Aan het eind van de 16de eeuw of in het begin van
gende achtermuur. Waarschijnlijk is toen ook het voorste venster een halve
de 17de eeuw zijn ze met witsel overschilderd. Alleen op de rechter zijmuur
meter naar achteren verplaatst.
werd symmetrisch onder de moerbalk een bijzondere renaissance cartouche
geschilderd.
De 19de - en 20ste -eeuwse verbouw ingen
De cartouche bestaat uit een rechthoekig, liggend tekstvak omkaderd door
Vanaf de 17de tot aan het begin van de 19de eeuw heeft het pand geen
een sierlijst met uitbundig rol- en beslagwerk. Symmetrisch boven het tekst-
ingrijpende wijzigingen ondergaan. Pas in de 19de eeuw vond een traceer-
vak is een mannengezicht met vorkbaard geschilderd en eronder bevindt
bare modernisering plaats. De waarschijnlijk houten voorgevel werd toen
zich een (jongens)gezicht met krulharen en een haarband. Beide korte zijden
vervangen door een stenen exemplaar die als een rechthoekige schijf voor het
zijn voorzien van grotesken. Links bovenin zit een jonge vogel, rechts een
scheefgezakte huis werd geplaatst. De voorgevel is een eenvoudige bepleis-
oude, die vermoedelijk verwijzen naar de levenscyclus. De schildering is
terde 19de-eeuwse lijstgevel met op de begane grond een winkelpui en op
in grijstonen met oranje accenten geschilderd en fraai uitgewerkt met veel
de verdieping twee T-schuifvensters. Aan de aanpassingen is te zien dat de
schaduw- en dieptewerking.
kozijnen ouder zijn dan de schuiframen. De gevel wordt afgesloten door een 7 Met dank aan Koen Ottenheym.
Afb. 13: Winkelruimte voor restauratie
(foto Arjan Bronkhorst)
Afb. 14: Winkelruimte tijdens restauratie
(foto Harriën van Dijk)
eur aangebracht, dat achter
ontbreken van decoratie zoals
verschillende lagen papierbe-
consoles en gootklossen is de gevel
hang tevoorschijn kwam. Het
moeilijk te dateren. Echter aan de
plafond van de winkelruimte
binnenzijde zijn op de gevel kleine
werd rijkelijk beschilderd met
fragmenten aangetroffen van meer-
een symmetrische decoratie
dere over elkaar geplakte behang-
van damastwerk omzoomd
lagen. De behanglagen volgen de
door florale hoekornamenten
typologische stijlontwikkeling van
verbonden door schelpvor-
de behangchronologie en vormen
men. Gelijktijdig werden de
daardoor een goed dateringsbron.
wanden rondom voorzien
De fragmenten zijn te dateren in
van een marmerimitatie van
het tweede kwart van de 19de
Carrara-marmer. De tegel-
eeuw, waarmee ook de voorgevel is
vloer werd in een diagonaal
gedateerd.
patroon gelegd.
Gelijktijdig met het vernieuwen van de voorgevel werd het interieur ge-
Tegen de linker zijmuur zijn
moderniseerd. Zowel op de begane grond als op de verdieping werden de
de contouren van een verwijderde pigmentkast teruggevonden. De kast
samengestelde balklagen door nieuwe plafonds uit het zicht weggewerkt: op
bestond uit schappen en een ladenblok met 20 laatjes waarin verschillende
de begane grond door stucplafonds, op de verdieping met houten delen tus-
kleuren pigment zaten. Elk pigment werd los verkocht om bijvoorbeeld met
sen de moerbalken. De indeling van de winkelruimte met insteekverdieping
lijnolie verf te kunnen maken. Door het opstuivende pigment dat bij het
tegen de brandmuur kwam toen ook tot stand. Vermoedelijk is gelijktijdig
openen en sluiten van de laatjes tegen de achterwand neerkwam kon gede-
de 17de-eeuwse stookplaats tegen de achtermuur van de opkamer vervangen
termineerd worden welke pigmenten de schilder rond 1900 verkocht.10
door een kleinere kachelschouw met houten mantel.
De winkelruimte was verder voorzien planchetten om winkelwaren uit te
79
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h
78
eenvoudige kroonlijst. Door het
Afb. 15: Onderkamer voor restauratie
(foto Harriën van Dijk)
stallen. Deze planchetten waren niet meer aanwezig, maar konden door
De afwerking uit het tweede kwart van de 19de eeuw heeft vervolgens als
de bouwsporen gereconstrueerd worden. De pui tussen de winkelruimte
basis gediend voor latere aanpassingen. Met name de afwerklagen die aan
en de onderkamer van de insteekverdieping is rond 1970 verwijderd. De
het eind van de 19de eeuw zijn aangebracht, bepalen voor een groot deel de
bovendorpel was echter als draagbalk voor het bovenliggende muurwerk
huidige uitstraling van het historische winkelinterieur.
behouden gebleven. Aan de hand van de sporen kon de indeling van de pui
gereconstrueerd worden, die een verdeling met vijf deuren gehad bleek te
Als in 1881 meester meubelmaker P. van der Ven zijn intrek in het pand
hebben, vier voor de onderkamer en één voor de gang. Al het houtwerk in
neemt, begint een bedrijfsvoering van woninginrichting die langer dan
de winkelruimte bleek voorzien te zijn geweest van een houtimitatie.
honderd jaar stand zou houden.8 Hij renoveert omstreeks 1890 de woon-
8
9
Harriën van Dijk en Maike Tjon a Kauw, Woninginrich-
ting in de Hinthamerstraat, Behangerij en stoffeerderij
F. Vorst, in: Bossche Bladen, Jaargang 8, nummer 2,
(’s-Hertogenbosch 2006).
Achter het oudste behang zijn op verschillende plekken
als onderlaag kranten met de datum 1890 aangetroffen.
Harriën van Dijk, Onderzoek interieur en behang
opkamer (Afdeling Bouwhistorie, Archeologie en
Monumenten, gemeente ’s-Hertogenbosch, juli 2007).
vertrekken en voorziet de bepleisterde muren van rachelwerk afgewerkt
Ook de onderkamer van de insteekverdieping werd gedecoreerd. De ruimte
met papierbehang.9 Ook de huidige winkelpui is in deze periode tot stand
was vermoedelijk als kantoor of ontvangstruimte in gebruik. Het plafond
gekomen. De winkelpui uit het tweede kwart van de 19de eeuw werd hierbij
werd beschilderd met een regelmatig patroon van eenvoudige, gestileerde
ontmanteld en enkele constructieve onderdelen, zoals de houten draagbalk
bloemmotieven. De wanden werden voorzien van een wandbespanning met
voor het bovenliggende muurwerk, achter een decoratieve aftimmering weg-
een primitief geschilderd parklandschap, boven een geschilderde lambrise-
gewerkt. De nieuwe pui werd voorzien van een kroonlijst met geornamen-
ring van eiken- en notenhoutimitatie. Van deze bespanning zijn verschil-
teerde consoles gedragen door eenvoudige pilasters en kreeg een driedeling
lende restanten teruggevonden.
met een winkeldeur in het midden en aan weerszijden een etalagevenster.
Maar niet alleen de winkelruimten werden gedecoreerd, ook de woonver-
Gelijk-tijdig zijn de schuiframen van de voorgevel op de verdieping door de
trekken werden verfraaid. Het stucplafond van de opkamer werd met koord-
huidige T-schuiframen vervangen.
en lijstwerk beschilderd en voorzien van hoekornamenten met op papier
geschilderde bloemrozetten, vermoedelijk verwijzend naar de vier jaargetij-
In 1899 werd A.W.P. van Uden eigenaar van het pand. Hij was huisschilder
den, en enkele op papier geschilderde fladderende vogels. De vertrekken op
en verkocht zelf waarschijnlijk ook schildersbenodigdheden. Deze schil-
de verdieping werden eenvoudiger afgewerkt. De houten plafonds werden
der heeft naar alle waarschijnlijkheid het fraai beschilderde winkelinteri-
beschilderd met eenvoudig lijstwerk in verschillende kleuren.
10 Onderzoek ICN.
Na het overlijden van Van Uden bleef zijn vrouw nog enkele jaren in het
Door gebrek aan opvolging en het geringe bestaansrecht werd uiteindelijk in
pand wonen. In 1915 nam Frans Vorst het bedrijf over. Hij was in 1912
1980 besloten de winkel te stoppen. De ouders Vorst bleven tot het laatst in
getrouwd met Marie Hagemans en was mogelijk al langer bij Van Uden
het pand wonen en waren feitelijk de laatste echte eigenaar-bewoners.
werkzaam. Vorst richtte zich meer op de wooninrichting en de zaak heette
In 2005 is het pand verkocht aan Hank Nooteboom die het uit liefheb-
winkel aangepast en de pigmentkast verwijderd. De winkel zal meer als
berij wilde restaureren. Vanaf dat moment is ook de gemeentelijke dienst
toonzaal zijn ingericht met allerhande klein meubilair. Aan de hand van
Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten begonnen met een uitvoerig
voorbeeldboeken kon een keuze uit het assortiment worden gemaakt. Van
bouwhistorisch onderzoek. Bij aanvang kon niet worden vermoed dat het
deze voorbeeldboeken zijn enkele exemplaren teruggevonden in de trapkast
pand, dat met simpel behang en zachtboard was afgewerkt, zo’n grote rijk-
in de onderkamer van de insteekverdieping. Het deurtje van deze kast was
dom aan historische interieurafwerking zou herbergen. Met de ontdekking
met verschillende lagen behang dichtgeplakt. Toen de kast na lange tijd
van de zeldzame 16de-eeuwse muurschildering in de opkamer realiseerde
weer werd opengemaakt bleken nog verschillende fraaie voorbeeldboeken
Nooteboom zich dat de restauratie een complexe en serieuze aangelegenheid
uit de jaren twintig van tapijten, meubelen, behang en beslagwerk in de kast
zou worden. In 2010 werd het pand aan de Vereniging verkocht waarna een
achtergebleven te zijn. De fraaie kaften van de catalogi maken ze tot ware
restauratieplan werd uitgewerkt; in 2011 startte de restauratie.
kunstwerkjes.11
Uitgangspunten voor de rest aurat ie
In 1948 trouwde Frans Vorst junior met Jet van ’t Hooft en gingen ze bij de
Het pand is voorafgaand aan de restauratie uitvoerig bouwhistorisch on-
ouders van Frans inwonen. Om de huishoudens toch enigszins gescheiden te
derzocht. Dit heeft veel gegevens opgeleverd over de bouwgeschiedenis,
houden werd de verdieping van het achterhuis verbouwd. De schuiframen op
die vervolgens als uitgangspunt hebben gediend voor het restauratieplan.
de verdieping van de zijgevel werden vervangen door de huidige draairamen
Behoud van zoveel mogelijk historisch materiaal is het leidende principe
met horizontale roeden. Ook de dakkapel op het zoldertje van het tweede
geweest voor de restauratie. Dit betekende dat metselwerk zoveel moge-
achterhuis werd aangebracht. Hier groeiden hun twee dochters Sylvia en
lijk werd behouden en alleen waar echt nodig werd ingeboet mits hierbij
Dorita op, met wie voorafgaand aan de restauratie veel contact is geweest
geen bouwsporen verloren zouden gaan. Ook betekende het dat aangetast
en die interessante wetenswaardigheden over het huis vertelden. In 1965
constructiehout zoveel mogelijk op de traditionele manier werd aangelast
nam Frans junior de zaak over van zijn ouders. De brede collectie kon niet
en bijvoorbeeld alleen met kunsthars werd aangegoten als er anders te veel
meer gehandhaafd worden en de vele kleine artikelen verdwenen langzaam
van de constructie verwijderd zou moeten worden om het herstelwerk uit
uit de collectie. Hiervoor in de plaats kwam een gespecialiseerdere collectie
te kunnen voeren en dat kozijnen en (schuif)ramen werden gerepareerd en
behang, gordijnen en tapijten. Om een grotere winkelruimte te creëren werd
aangetaste delen incidenteel werden aangescherfd. Ook is zoveel mogelijk
de tussenpui verwijderd en een grote doorbraak in de brandmuur naar de
interieurafwerking behouden en hersteld.
opkamer gemaakt. De bovenkamer van de insteekverdieping bleef als een
soort hangkamer in de winkelruimte gehandhaafd. De oude, beschilderde
Dit uitgangspunt betekende tevens dat de historische structuur en indeling
interieuronderdelen werden door strak en lichtkleurig behang uit het zicht
van het pand zoveel mogelijk is gerespecteerd en weggebroken structuur-
weggewerkt. Zelfs tegen de plafonds werd behang geplakt om de beschilde-
bepalende wanden zelfs weer zijn teruggeplaatst. Om hierop aan te sluiten
ring aan het oog te onttrekken.
is er vervolgens gekozen voor een nieuwe functie die zo dicht mogelijk bij
Wat tijdens het bouwhistorisch onderzoek opviel was dat er veel verschil-
de oude zou aansluiten. Besloten is daarom dat de begane grond weer als
lende stukken behang naast elkaar waren toegepast en de ruimten erg een-
winkel in gebruik zou worden genomen en de bovenwoning weer als wo-
voudig waren afgewerkt.12 Bij een behangwinkel zou een luxere afwerking te
ning geschikt zou worden gemaakt. Omwille van de verhuurbaarheid is wel
verwachten zijn. Volgens de dochters Vorst kon het gezin goed rondkomen,
besloten de bovenwoning een aparte opgang te geven, toegankelijk via een
maar was het voor hun ouders hard werken. De winkel verkocht het mooiste
bestaande toegang in het Slijpersstraatje.
behang, maar zelf namen ze genoegen met de eenvoudige rolletjes die over-
11 De voorbeeldboeken zijn geconserveerd en opgenomen
in het depot van afdeling Bouwhistorie, Archeologie en
Monumenten van de gemeente ’s-Hertogenbosch.
12Harriën van Dijk, Onderzoek interieur en behang winkel
(Afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten,
gemeente ’s-Hertogenbosch, december 2008).
bleven, dat was heel normaal. In de jaren zeventig zette de schaalvergroting
De historische gelaagdheid van de verschillende perioden is een belangrijke
door. Vorst besefte dat de winkel niet op dezelfde manier kon doorgaan. Er
waarde die dit pand zo bijzonder maakt. Behoud van deze gelaagdheid is
waren immers nog andere woninginrichters in de straat, die niet allemaal
een belangrijk uitgangspunt geweest tijdens de restauratie. Er is dus niet
naast elkaar konden bestaan. Vorst besloot zich uiteindelijk te specialiseren
voor gekozen om consequent naar een bepaalde periode terug te restaure-
in kokosmatten. Na verloop van tijd waren er zo weinig winkels meer over
ren, maar verschillende tijdslagen naast elkaar zichtbaar te laten.
die kokosmatten verkochten dat de winkel van Vorst uitgroeide tot een be-
Er zijn echter twee perioden dominant aanwezig. Dit betreft de bouwfase
grip; uit het hele land kwamen de bestellingen.
uit de 16de eeuw en de laat 19de-eeuwse fase waarin met name aan de
81
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h
80
‘Behangerij en stoffeerderij F. Vorst – Hagemans’. Waarschijnlijk werd de
Afb.16: Noodconstructie over de kap
(foto Harriën van Dijk)
Het muurwerk was op verschillende plekken in slechte staat. De brandmuur
is om deze twee tijdsperioden, als er een keuze
is tijdens de restauratie weer verankerd met de zijmuren, zodat deze weer als
gemaakt moest worden, te laten prevaleren boven
verticale schijf ter ondersteuning kan dienen. Ook de voorgevel is opnieuw
de andere, minder waardevolle gelaagdheden.
aan de zijmuren gekoppeld.
Dit betekende onder andere dat 20ste-eeuwse
De ontbrekende delen van de houtskeletconstructie van het tweede achter-
behanglagen zijn verwijderd om de beschilderde
huis zijn gereconstrueerd zodat deze weer als constructief onderdeel kan
laat 19de-eeuwse interieurafwerking van de win-
dienen om het scheve muurwerk te ondersteunen. De achtergevel van het
kel in het zicht te brengen. Ook is omwille van de
hoofdvolumen, dat in de 16de eeuw op de oudere trapgevel was gemet-
bruikbaarheid en verhuurbaarheid de indeling uit
seld, vormde een groot probleem. Enerzijds was het
1948 in het achterhuis van de bovenwoning ver-
de bedoeling het metselwerk met de bouwsporen te
wijderd zodat een grotere, wat vrijer te gebruiken
behouden en tegelijk buikte de muur zowel horizontaal
ruimte is ontstaan.
als verticaal ongeveer 30 cm uit. Het bovenste deel
In het algemeen kan gesteld worden dat in de
van het metselwerk was geheel verpoederd. Na veel
bovenwoning de 19de eeuw als best herkenbare
discussie en overleg is besloten de top van de achterge-
periode naar voren is gekomen. In de winkel op
vel te verwijderen, waardoor er ruimte ontstond om de
de begane grond zijn beide fasen naast elkaar
onderste zone met de bouwsporen naar binnen recht te
ervaarbaar. In de ruimten in het voorhuis is het 19de-eeuwse winkelinterieur
trekken. Door de zachte kalkvoegen bleek dit verras-
zoveel mogelijk gerestaureerd, in het achterhuis zijn de 16de-eeuwse muur-
send eenvoudig te gaan. Na de correctie is de gevel in
schilderingen uiteraard de blikvanger.
de rechtere positie verankerd en de top opnieuw opge-
83
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h
82
interieurafwerking veel is toegevoegd. Besloten
metseld. Hierbij zijn de twee ramen die dichtgemetseld
Om de keuzes te verantwoorden en bepaalde beslissingen later te kunnen
waren gereconstrueerd.
herleiden, is een uitvoerige documentatie en verslaglegging belangrijk.
De dakconstructie is zoveel mogelijk in de oude staat gehandhaafd en her-
Van de restauratie is dan ook een uitvoerig restauratieverslag gemaakt.13
steld. Alleen het voorste spant was aangetast. Deze is op traditionele wijze
Ook zijn verwijderde elementen, zoals de vele behanglagen, gedocu-
aangelast. Door het ontbreken van het rookkanaal had het dakvlak ter plekke
menteerd.14 De begane grond blijft als winkel toegankelijk en de boven-
van de brandmuur een veel te grote overspanning, waardoor het muurwerk
woning kan onder de naam ‘Monument en Bed’ voor overnachting worden
naar buiten werd gedrukt. Om dit te verhelpen moest een extra ondersteu-
geboekt.
ning worden gemaakt. Omdat op deze plek nooit een spant heeft gestaan
Afb. 17: Het rechttrekken van de bolle
achtergevel met behoud van de trapgevel
(foto Harriën van Dijk)
is besloten geen historiserend spant toe te voegen maar de vorm van het
De rest aurat ie
verwijderde rookkanaal als uitgangspunt te nemen voor het nieuwe spant.
Voor aanvang van de restauratie bevond het pand zich in een technische zeer
slechte staat. De combinatie van enerzijds het grove, bouwkundige restauratieve werk en anderzijds het behoud van de zeer fragiele muurschilderingen
vereiste een planmatige aanpak. De scheefstand van het pand was hierbij
een complicerende factor. Ter voorbereiding is de technische staat grondig
in beeld gebracht en is per ruimte en per muurvlak aangegeven waar wel
en geen werkzaamheden moesten en/of konden worden uitgevoerd.15 Om
in verband met de muurschilderingen lekkages te voorkomen is het pand
gedurende de restauratie met een noodconstructie overkapt geweest. Omdat
de verzakking al lang geleden had plaatsgevonden is besloten de bestaande
constructie niet koste wat kost recht te trekken, maar deze alleen technisch
in orde te maken en geen extra (stalen) hulpconstructies aan te brengen.
In verband met de scheefstand van de zijmuren spelen de balklagen een
essentiële rol in het overeind houden van het pand. De balklagen waren
echter op verschillende plekken door houtrot aangetast. In verband met
13 Eva Vastenholt, Restauratieverslag ‘De Drie Halve
Manen’ 1545, Hinthamerstraat 138 te ’s-Hertogen bosch, restauratie 2010-2013 (Vereniging Hendrick de
Keyser, 11 december 2013).
14 Behangverslagen
15 Bestekstekeningen WVAU-Architecten (Werkhoven
6 december 2010).
instortingsgevaar kon dit niet zomaar hersteld worden zonder de muren
op spanning te houden. Daarom werd eerst een schoorconstructie aangebracht. Tegelijk waren door de druk van de zijmuren veel kinderbinten uit
de moerbalken los gewrikt. De balklagen zijn hersteld in een combinatie van
traditioneel aanlassen en het aangieten met kunsthars.
Afb. 18: Nieuw geplaatst
spant onder onbeschoten kap
(foto Harriën van Dijk)
85
Afb. 19: Ingang appartement in Slijpersstraatje (foto Arjan Bronkhorst)
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h
84
Afb. 20: Woonkamer appartement (foto Arjan Bronkhorst)
Omdat in ’s-Hertogenbosch betrekkelijk weinig historische
kapconstructies behouden zijn gebleven, is ervoor gekozen de
16de-eeuwse kap onbeschoten te laten. Om de zolderverdieping
toch bruikbaar te maken zijn twee kamers als losse volumes van
de zolderruimte afgescheiden, zoals vroeger bij dienstkamers
veel werd gedaan. Deze kamers zijn weliswaar geïsoleerd, maar
alleen te bereiken via de onverwarmde open zolderruimte. De
voorste kamer heeft middels een zolderraam een prachtig uitzicht op de Sint Jan.
Afb. 23: Winkelruimte na restauratie (foto Arjan Bronkhorst)
Afb. 24: Winkelruimte na restauratie (foto Arjan Bronkhorst)
De bovenwoning heeft, anders dan voorheen, vanaf de steeg
Afb. 21: Meidenkamer met aangeheelde balk (foto Arjan Bronkhorst)
via het tweede achterhuis een eigen opgang heeft gekregen.
getrokken om de historische structuur te herstellen. De fragmenten van de
Hiervoor werd een nieuwe trap gemaakt die in de bestaande
beschilderde wandbespanning zijn geconserveerd en in de ruimte zichtbaar
balklaag is ingepast. Gevolg van de splitsing van winkel en
gelaten. De beschilderde lambrisering ervan heeft als voorbeeld gediend
bovenwoning was dat er een brandwerende scheiding in de vloerconstructie
voor de houtimitatie van de gereconstrueerde deuren van de tussenpui.
van de eerste verdieping gemaakt moest worden. Omdat de plafonds in de
De overige muren zijn in een bijpassende kleurstelling geschilderd.
16 Al het schilderwerk van hout- en marmerimitaties
en het restauratiewerk is uitgevoerd door Willem Coolen
uit Boxtel.
winkelruimte geen verlaagde plafonds verdroegen is een nieuwe brandwerende vloer over de oude verdiepingsvloer geconstrueerd, waarmee gelijk
de scheefstand van de vloer verminderd kon worden.
Voor de indeling van de bovenwoning is de oude indeling aangehouden. Dit
heeft geresulteerd in een sfeervolle woning met behoud van de historische
gelaagdheid.
Rest aurat ie van het histor ische w inkelinter ieur
Het historische interieur van de begane grond is geheel gerestaureerd.16
De voorste winkelruimte is gerestaureerd en deels gereconstrueerd naar de
laat 19de-eeuwse fase. De tussenpui met de onderkamer van de insteekverdieping is aan de hand van bouwsporen gereconstrueerd en afgewerkt
met een houtimitatie. Het beschilderde plafond is gerestaureerd evenals de
gemarmerde wandafwerking. Ontbrekende delen zijn aangevuld. De oude
tegelvloer is hersteld.
De onderkamer van de insteekverdieping is evenals de winkelruimte gereconstrueerd naar de laat 19de-eeuwse toestand. Het beschilderde plafond
Afb. 22: Doorkijkje appartement (foto Arjan Bronkhorst)
is gerestaureerd. De weggebroken tussenmuur met de gang is opnieuw op-
Afb. 25: Restauratie van marmerimmitatie
in winkel (foto Harriën van Dijk)
Afb. 26: Onderkamer met trap naar opkamer
(foto Arjan Bronkhorst)
muurschilderingen heen ingeboet en zijn alle fragmenten op de achtergevel
behouden gebleven.
Volgens het principe dat de monumentale waarden zich als het ware zelf
moeten kunnen beschermen als deze te ervaren zijn, is besloten om de
muurschilderingen zoveel mogelijk vrij te leggen. Door de schilderingen
zichtbaar te maken en te restaureren wordt hun waarde evident.
87
Gekozen is om de laatgotische en renaissance muurschilderingen, die beide
bijzonder zeldzaam en waardevol zijn, naast elkaar zichtbaar te laten. Met
Afb. 27: Schildering met vogels en slecht metselwerk (foto Harriën van Dijk)
Afb. 28: Detail schildering vogels met slecht muurwerk (foto Harriën van Dijk)
het vrijleggen ontstonden natuurlijke overgangen, waardoor de twee schilderingen niet strak naast elkaar zijn afgekaderd maar vloeiend in elkaar overlo-
Om de opkamer met het voorhuis in verbinding te laten is de omstreeks
pen, waardoor een rustig beeld behouden is gebleven. Dit is goed zichtbaar
1970 aangebrachte doorbraak in de brandmuur gehandhaafd. Deze is voor-
bij het hert met het Hubertuskruis in het gewei, waarvan het achterlijf nog
zien van een stalen omkadering, gelijk de andere, nieuw toegevoegde muur-
onder de afwerklaag van de renaissancecartouche verborgen is.
openingen die niet bij de historische gelaagdheid horen. Door deze stalen
omkadering zijn de recente doorbraken als nieuwe toevoegingen herkenbaar
De schilderingen zijn zo weinig mogelijk geconserveerd. Alleen op plekken
gelaten.
waar de bepleistering los zat of de verlaag van de ondergrond was losgeko-
Afb. 30: Schildering van het Hubertushert met het
achterlijf achter de renaissance schildering
(foto Harriën van Dijk)
men zijn herstelwerkzaamheden uitgevoerd. Later pleisterwerk is verwijderd
De w inkelpui
en de kale plekken zijn aangevuld met traditionele kalkmortel. Verstorende
De winkelpui is teruggebracht naar de laat 19de-eeuwse toestand. Als gevolg
plekken in de schilderingen zijn terughoudend geretoucheerd met de trat-
van het wegzagen van de kozijnstijl en de slechte staat van onderhoud was de
teggiotechniek. De plekken van de oude stookplaatsen zijn met contourlij-
draagkracht van de pui dusdanig verzwakt dat er weinig voor nodig was om
nen aangegeven.18
18 Bouwhuis & Journee, Conservatierapport 2012
(Arnhem/Deventer, 20 december 2012).
de voorgevel te doen instorten. Door reconstructie van de oorspronkelijke
driedeling is de draagkracht hersteld en wordt de gemetselde voorgevel weer
voldoende ondersteund. De winkeldeur is in het midden teruggeplaatst en
de oorspronkelijke etalageramen aan weerszijden ervan zijn terug aangebracht. Ook de historische zonneluifel kon worden teruggebracht.
De rest aurat ie van de 16de -eeuwse
muurschilder ingen
De restauratie van de muurschilderingen moest uiterst zorgvuldig worden
uitgevoerd. Hiervoor zijn twee specialisten ingezet die tijdens de bouwkundige restauratie hebben meegelopen en de schilderingen op nauwgezette
wijze hebben vrijgelegd en geconserveerd.17
Naast het optimisme over het feit dat er nog zoveel muurschilderingen
Afb. 29: Restauratie muurschildering
(foto Harriën van Dijk)
bewaard waren gebleven, waren er ook de nodige zorgen over de technische
staat van sommige delen. Door jarenlange lekkage van een hemelwater- en
wc-afvoer was de conditie van de schilderingen op verschillende plekken
aangetast, met schimmelvorming en verpoedering van de pleisterlaag tot
gevolg. Het vastzetten van de onderlaag vergde grote vakkennis en precisie.
Ook de bouwkundige staat van de achtergevel baarde zorgen. Door de
17de-eeuwse stookplaats was het muurwerk ter plaatse kapot gestookt. In
17 Bouwhuis & Journee, Conservatierapport 2012,
muurschilderingen kelderkamer + gang, Hinthamer straat 138, ’s-Hertogenbosch (Arnhem/Deventer,
20 december 2012).
verband met de enorme scheefstand en het gebrek aan draagkracht diende
dit muurwerk grotendeels hersteld te worden. In nauw overleg tussen de
aannemer en de restauratoren is het metselwerk voorzichtig om de fragiele
Afb. 31: Laatgotische schildering en renaissance schildering naast elkaar (foto Harriën van Dijk)
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h
86
89
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
B i j z o n d e r e i n t e r i e u r a f w e r k i n g i n e e n e e n v o u d i g pa n d • D e r e s ta u r at i e va n h e t 16 e - e e u w s e h u i s H i n t h a m e r s t r a at 1 3 8 i n ’ s - H e r t o g e n b o s c h
88
Afb. 32: Opkamer met 19de-eeuws stucplafond
(foto Harriën van Dijk)
Na een periode van intensieve discussie is uiteindelijk vergunning verleend
De pl afondk west ie
Afb. 35: Opkamer net na verwijdering plafond
(foto Harriën van Dijk)
om de 16de-eeuwse context te laten prevaleren boven de latere afwerkings-
Behoud van zoveel mogelijk historische elementen is het uitgangspunt
fasen. Hiertoe is een deel van de gangmuur weggehaald, zodat de muur-
geweest bij de restauratie. Dit uitgangspunt heeft bij de opkamer voor een
schilderingen in de gang weer in samenhang met de muurschilderingen
levendige, hevige discussie gezorgd. De 16de-eeuwse muurschilderingen
in de opkamer zichtbaar zijn. Het 19de-eeuwse stucplafond is verwijderd,
in de opkamer zijn van grote kwaliteit en bijzonder zeldzaam. Tegelijk was
zodat de samengestelde balklaag weer in combinatie met de muurschilderin-
deze ruimte in de 19de eeuw van een nieuwe afwerking voorzien waarbij
gen een geheel vormt. De beschilderde hoekornamenten van het stucplafond
een stucplafond werd aangebracht dat nadien werd beschilderd met een
zijn gedemonteerd; één hoekfragment is in het bouwhistorisch depot van
vergelijkbare beschildering als het plafond van de winkelruimte, die ook als
de gemeente opgeslagen, een ander wordt permanent in de bovenwoning ge-
waardevol was gewaardeerd. Tijdens de restauratie bleek dat er boven het
ëxposeerd. Twee beschilderde vogeltjes zijn eveneens afgenomen en tijdens
19de-eeuwse stucplafond nog verschillende fragmenten van de muurschil-
de opening als herinnering aan de twee dochters van de laatste bewoners
deringen verborgen zaten. Tegelijk was door de 19de-eeuwse afwerking de
cadeau gegeven.
oorspronkelijke 16de-eeuwse context van de muurschilderingen nauwelijks
ervaarbaar. Door het stucplafond was de samengestelde balklaag uit het
Afb. 33: Reconstructietekening
achterkamer met plafond
Met de restauratie van Hinthamerstraat 138 is ’s-Hertogenbosch blijvend
balklaag niet meer zichtbaar. Tevens waren de muurschilderingen op de
een bijzonder pand rijker. Historische winkelinterieurs zijn zeldzaam ge-
rechter zijmuur door de 17de-eeuwse gangmuur afgescheiden, zodat de
worden. De gerestaureerde en deels gereconstrueerde 19de-eeuwse winkel-
muurschilderingen niet meer als geheel (de muren van de opkamer rondom)
ruimte is een aanvulling op de enkele overgeleverde historische winkelinteri-
te bewonderen waren. Al snel werd duidelijk dat deze verschillende gelaagd-
eurs in ’s-Hertogenbosch. De gelaagdheid van de 16de- tot de 19de-eeuwse
heden naast elkaar conflicteerden en gezocht moest worden naar een bevre-
interieurafwerkingen in één winkel-woonpand is uniek en maakt het pand
digende oplossing. Hierin ontwikkelden zich twee groepen met verschil-
tot een uiterst waardevol woonhuis in ’s-Hertogenbosch. Een kamer rondom
lende standpunten: de ene die vond dat de 16de eeuw in deze ruimte moest
voorzien van 16de-eeuwse muurschilderingen is uitzonderlijk en maakt het
prevaleren en de andere die vond dat de historische gelaagdheid gerespec-
pand nog meer bijzonder en kan mogelijk zelfs nieuw licht werpen op de
teerd moest worden. De eerste groep vond dat het 19de-eeuwse stucplafond
geschiedenis van het Nederlandse woonhuisinterieur van de ‘gewone man’
verwijderd moest worden zodat de muurschilderingen in combinatie met de
in de 16de eeuw. Vereniging Hendrick de Keyser waakt ondertussen goed
samengestelde balklaag weer in de 16de-eeuwse context te ervaren zouden
over dit exceptionele pand. ■
zijn, de tweede groep vond dat de gelaagdheid met de 19de-eeuwse fase
Afb. 34: Reconstructietekening
achterkamer zonder plafond
Nawoord
zicht weggewerkt en was de aansluiting van de muurschilderingen op de
behouden moest blijven en door middel van aanpassingen en kijkgaten in het
plafond een nieuwe tijdsfase kon worden toegevoegd.
Deze restauratie was alleen mogelijk dankzij de genereuze steun van de gemeente
’s-Hertogenbosch, het SNS REAAL Fonds, Stichting Bouwcultuurfonds Zuid Nederland,
het Dinamo Fonds en het Prins Bernard Cultuurfonds.
Afb. 36: Detail 19de-eeuwse plafond
(foto Arjan Bronkhorst)
74 Palmgracht 20-26,
‘Bossche Hofje’
1997
(schenking Stichting Arent Dirksz Bosch Hofje)
alfabetische lijs t van pl a atsen in nederl and met pand en van d e v ereniging
90
Jaar van verwerving
Alblasserdam
1 Cortgene 7-9,
vml. ambachtsherenhuis
23Herengracht 170,
2006
25Herengracht 241
Alkmaar
1 Havik 33-35
1941
1 Beulingstraat 25
2 Blauwburgwal 22
1928
1976
Amsterdam
1962
1929
1929
1927
1962
1949
1946
2008
vml. gemeenlandshuis
30Huidenstraat 19
31 Kattengat 4
32Kattengat 6
33Keizersgracht 387
14 Egelantiersgracht 73
15 Enge Kerksteeg 2
16 Enge Kerksteeg 4
17 Frederiksplein 10
34Keizersgracht 743
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
18 Henri Polaklaan 9, ‘de Burcht’ 2007
(met steun BankGiro Loterij en het SNS REAAL Fonds)
19 Herengracht 39
1963
20Herengracht 59
1918
21/22 Herengracht 77 / Korsjespoortsteeg 24
1958
1977
1926
1926
1955
1978
35Kerkstraat 19 1969
1986
(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)
81 Rapenburg 13
82Sloterkade 21,
1918
1925
1961
‘Aalsmeerder Veerhuis’
83Spuistraat 233
1 Dijkstraat 30
2 Solwerderstraat 14
1998
1987
1 Bovenbeekstraat 21
1991
vml. makelaers comptoir
Appingedam
gilde / gemeente Amsterdam)
1929
1918
1963
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
56Noordermarkt 20
57St. Olofspoort 1 / Zeedijk 2
(schenking Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.)
58St. Olofspoort 2
59St. Olofspoort 3
1918
1967
60St. Olofspoort 4
61 St. Olofspoort 5
2 van Swinderenstraat 7
Bergen op Zoom
1993
1993
1 Bakpers 9, ‘Huis Naalden’
2012
Best
Blaricum
(schenking Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.)
‘Huis Hildebrand’
1986
66Oudezijds Achterburgwal 153 1956
40Kerkstraat 324
41Koestraat 10/12,
1957
67 Oudezijds Achterburgwal 155 1984
68Oudezijds Achterburgwal 187 / 1 Bierkade 6
1947
1964
1964
1964
1964
1972
2 Bierkade 7
(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)
(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)
vml. wijnkopersgildehuis
42Lange Leidsedwarsstraat 144
43Lange Leidsedwarsstraat 146
44Lange Leidsedwarsstraat 148
45Lange Leidsedwarsstraat 150
46Lange Leidsedwarsstraat 152
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
Spinhuissteeg 2
1980
69Oudezijds Voorburgwal 14
1929
70/71 Oudezijds Voorburgwal 57 /
Oudezijds Achterburgwal 46A 1946
72Oudezijds Voorburgwal 73
1963
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
73Oudezijds Voorburgwal 100
2000
2 Markt 4
3 Van der Mastenstraat 24
1918
1962
1979
complex ‘Hofje van Gratie’
1 Molenstraat 63
2 Brink 47
1977
1 Koepoortstraat 26 /
Kerkstraat 2
Kerkstraat 16
Kerkstraat 20-22
Kerkstraat 24
2 Meipoortstraat 57
3 Meipoortstraat 59
1926
1961
1926
1926
Hogestraat 1
1997
(dankzij nalatenschap mw C.M. van der Meulen-Jensma)
‘In Beverenburch’
2006
(schenking koopsom BankGiro Loterij)
(overdracht gemeente Dordrecht)
dankzij nalatenschap mw E.C. Coolhaas-Korpershoek)
‘Sparrendaal’
Driehuis (gem. Velsen)
‘Beeckestijn’
1980
1958
1958
2010
(met steun BankGiro Loterij)
Dronrijp
(gem. Menaldumadeel)
1 Tsjerkebuorren 12
1965
2000
1 P.C. Hooftlaan 93, kapelwoning
1977
Doesburg
(overdracht Coöperatieve Zuivelindustrie NOVAC)
1994
(overdracht gemeente Dordrecht)
(overdracht gemeente Driebergen-Rijsenburg en 2005
(schenking mevrouw A.Dijkstra-Ossewaarde)
Edam (gem. Edam-Volendam)
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1960
‘de Onbeschaamde’
2006
(schenking Stichting N.N.)
3 Noordenbergstraat 6
(met steun nalatenschap mw C.M. van der Meulen-Jensma)
Driebergen-Rijsenburg
(gem. Utrechtse Heuvelrug)
(schenking Stichting N.N.)
1961
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1 Hoofdstraat 87-91,
Deventer
1 Boterstraat 3
1961
91
1975
16 Wijnstraat 153, ‘Rodenburch’ 2007
1979
(schenking mw J. Hillerström en erfgenamen A.A. Zon)
1990
vml. rondeel
15 Wijnstraat 127,
5 Oude Delft 49
1936
6/7 Wijnhaven 16 / Boterbrug 17 1925
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
4
5
6
7
1962
(overdracht ‘Stichting Hofje van Gratie’)
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
3 Bierkade 8
Den Helder
Blokzijl
(gem. Steenwijkerland)
(schenking koopsom N.N.)
3 Engelenburgerbrug 1-3,
14 Wijnstraat 124, 126 en 128
(overdracht ‘Stichting Hofje van Gratie’)
Blokker (gem. Hoorn)
‘Barmhartige Samaritaan’
dhr L.H.M. Stroekxs van den Broek)
13Wijnstraat 123/125,
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1 Westerblokker 39,
(schenking koopsom N.N.)
2007
Delf t
nalatenschap mw E.C. Coolhaas-Korpershoek)
1986
(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)
(schenking dhr M.C.M. Schless en
Culemborg
1964
(schenking koopsom N.N.)
(met steun BankGiro Loterij en dankzij
63St. Olofssteeg 8, ‘het Jopenvat’ 1924
64Oudekerksplein 50
1955
65Oudezijds Achterburgwal 151 1956
1986
2 Bolwerk 4
4 Van der Mastenstraat 26 t/m 40, (schenking koopsom BankGiro Loterij)
dhr L.H.M. Stroekxs van den Broek)
vml. stoomgemaal ‘de Cruquius’ 2009
1962
1 Slotstraat 8
1989
2 Slotstraat 10/Lange Meent 1-7 1977
1 Bloemlandseweg 3,
1967
2006
(met steun BankGiro Loterij)
2007
1 Cruquiusdijk 27,
1 Markt 2
1 St. Catharinaplein 1
2 St. Catharinaplein 2
(schenking dhr M.C.M. Schless en
1970
((schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
5 Grotekerksbuurt 54
1959
6 Grotekerksbuurt 56
1959
7 Kuipershaven 41/42
1955
8 Voorstraat 170
1919
9/10 Voorstraat 173 /
Nieuwbrug 1/3
1971
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
11Wijnstraat 71/73
1965
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
12Wijnstraat 113, ‘het Zeepaert’ 1996
Cruquius
(gem. Haarlemmermeer)
1971
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1918
1967
(schenking Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.)
62St. Olofspoort 7
1970
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
Dordrecht
4 Grotekerksbuurt 50
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1 Raadhuisstraat 11
1948
1925
1949
1928
Broek in Waterland
(gem. Waterland)
2 Leeteinde 4/6
Balk
(gem. Gaasterland – Sloten)
1962
1967
Maarland NZ 10
Maarland NZ 24
Maarland NZ 29/30
Voorstraat 27
3 Leeteinde 12
(overdracht gemeente Arnhem)
52/53 Nieuwezijds Voorburg-
1918
(schenking mw W.A.A. Bruigom-Six)
Arnhem
2002
wal 264 / Wijdesteeg 1
54Nieuwmarkt 20-22
55Noordermarkt 17
1
2
3
4
1 Havenrak 1
(nalatenschap mw H.H. Fruyt-Martens)
(schenking Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.)
(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)
37Kerkstraat 290
1986
50Nieuwendammerdijk 283-285 1959
50Nieuwezijds Voorburgwal 75,
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
36Kerkstraat 288
80Prinsengracht 1001
kapel van Gageldonk
1963
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1 Bolwerk 2 / Merwekade 102
Breda
1 Keppelstraat 40
2008
(nalatenschap J.P. Albada Jelgersma)
Brielle
1967
St. Olofspoort 9
(schenking Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.)
van Hettinga Tromp)
1986
1918
1949
1920
(nalatenschap mw J.A.W. Westerman Holstijn-
39Kerkstraat 294
1962
1918
1918
1975
1995
(nalatenschap mw J.M. Worst-Kalff)
38Kerkstraat 292
(met steun BankGiro Loterij)
1 Kleine Dijlakker 17
(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)
84Warmoesstraat 83
85Zandhoek 4
86Zeedijk 1
(met steun van NOG Verzekeringen)
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
11Brouwersgracht 56
12Brouwersgracht 218
13Diemerzeedijk 27,
1918
(overdracht Commissarissen van het Makelaars-
1918
1953
(schenking mw G.L.C.A. Mirandolle)
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1918
1918
1965
1933
79Prinsengracht 999
Bolsward
(gem. Zuidwest Friesland)
1 Moerenpad 10,
(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
(schenking Comte d'Alsace, Prince d'Henin)
27Herengracht 394
28Herengracht 476
29Herengracht 524
(legaat mw C.M. Alderding-Krull)
8 Brouwersgracht 48
9 Brouwersgracht 50
10 Brouwersgracht 54
‘Huis Van Brienen’
1966
48Nieuwebrugsteeg 13
49 Nieuwebrugsteeg 15 /
2006
26Herengracht 284,
2013
1925
1925
Amersfoort
Bloemgracht 9
Bloemgracht 87
Bloemgracht 89
Bloemgracht 91
Bloemgracht 108
1971
(schenking dhr J.J.M. Bordens en mw E.H. Heesen)
1 Laurensstraat 1-3,
3
4
5
6
7
‘Huis Bartolotti’
(schenking koopsom Merrem & La Porte N.V.)
met steun BankGiro Loterij)
‘Hooge Huys’
2 Mient 31
3 Mient 33
1924
24Herengracht 172,
(overdracht gemeente Alblasserdam;
‘Huis Bartolotti’
47Lijnbaansgracht 334
1918
1918
1918
1986
Dokkum
(gem. Dongeradeel)
1926
1926
1
2
3
4
Achterhaven 105
Doelland 3
Doelland 5
Spui 6
1920
1946
1940
1927
Elburg
1 Krommesteeg 11
1925
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
Alfabetische lijst van
plaatsen in Nederland met
panden van de Vereniging
75Prinsengracht 2
76 Prinsengracht 4
77Prinsengracht 36
78Prinsengracht 997
8 Kerkstraat 26
9 Kerkstraat 28
2/3 Smedestraat 22 /
7 Groot Heiligland 48
Rozemarijnsteeg 14, smederij
4 Smeesteeg 4
1987
1980
1
2
3
4
5
1957
1919
1956
1928
1962
Enkhuizen
Bagijnestraat 3
Breedstraat 32
Breedstraat 102
Breedstraat 121
Torenstraat 11
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
Vissersdijk 44
Westerstraat 76
Zuiderspui 3
Zuiderspui 4
1928
1919
1925
1918
Franeker
(gem. Franekeradeel)
1 Eise Eisingastraat 2
1985
(met steun ‘P.W. Janssens Friesche Stichting’)
2 Raadhuisplein 13
1966
(schenking erven L. van der Woude en G. Donia)
Frederiksoord
(gem. Wester veld)
1 M.E. van der Meulenweg 5
8 Groot Heiligland 63 t/m 85,
1992
Wijdesteeg 3
13Korte Wijngaardstraat 14
(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)
14 Nassaulaan 14
(met steun Prins Bernhard Cultuurfonds)
15 Nassaulaan 16
(met steun Prins Bernhard Cultuurfonds)
16 Nieuwe Gracht 7,
‘Huis Barnaart’
(met steun BankGiro Loterij en dankzij
Gouda
1 Naaierstraat 6
1 Beeklaan 303
2 Statenlaan 4
3 Noorderhaven 106
4 Voorstraat 61
5 Zuiderhaven 2
en BankGiro Loterij)
1930
Haarlem
1 Donkere Spaarne 56
1992
1992
Omvalspoort 11
1992
Kampen
1995
1 Buiten Nieuwstraat 62,
1977
2 Burgwalstraat 6
3 Burgwalstraat 8
1972
(schenking koopsom N.N.)
‘Nijenburg’
1 Hinthamerstraat 138
1992
2004
(overdracht Vereniging Natuurmonumenten)
2009
Dode Nieuwstraat 43
1 Kom Lekdijk 1
Linschoten (gem. Montfoort)
1 Dorpsstraat 28
2 Dorpsstraat 30
1927
1969
(legaat dhr G. Ribbius Peletier Jr.)
3 Dorpsstraat 32/34
1969
(legaat dhr G. Ribbius Peletier Jr.)
1969
Maassluis
1 Ankerstraat 16, vml. kuiperij
vml. gemeenlandshuis
Schuitvlotstraat 4
1964
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1999
en mw E.A.A. Nairac
vml. cellebroederskapel
2006
6 Stenenbrug 2
1 Turfmarkt 5
2 Turfmarkt 7
3 Vallaat 22
(overdracht Stichting Monumenten Makkum
Kingma-stichting)
1 Vooreiland 11
1996
2 Lange Achterweg 36-82, vml.
2 Vooreiland 12
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1976
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
(gekocht met Monumentenprijs 1988 van
Prins Berhard Cultuurfonds)
1929
1961
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
Naaldwijk (gem. Westland)
2006
1957
1926
1926
Nieuwkoop
1968
1971
Bagijnhof 7 2005
(overdracht Stichting Woonplus Schiedam)
Schoonhoven
1 Lange Weistraat 87
1961
(schenking Firma L. Woudenberg & Zonen)
vml. watertoren
2006
(overdracht Stichting Behoud Watertoren Schoonhoven)
3 Lopikerstraat 37
1961
(schenking Firma L. Woudenberg & Zonen)
1965
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
Schoorl (gem. Bergen)
2002
(Stichting Restauratiefonds Cellenbroederenhuis)
1 Duinweg 3, vml. rechthuis
1931
(overdracht gemeente Schoorl)
Sint-Annaland
(gem. Tholen)
1989
1 Voorstraat 38, ‘Nonnetjeshuis’ 2011
(schenking dhr ir G.M.L. van Loon)
Tegelen (gem. Venlo)
1 Burg. Letteweg 5,
‘Schoenmakershuisje’
2005
4 Oude Kerkhof 5-7-9 /
4 Voorhaven 6
Ottengas 15,
vml. cellenbroederenhuis
2009
(overdracht Stichting Woonplus Schiedam)
Nijmegen
Oostvoorne
(gem. Westvoorne)
Proveniershuis 1-30,
vml. proveniershuis
1 Weaze 30
1968
‘Weeshuis der Hervormden’ (overdracht Stichting Woonplus Schiedam)
3 Overschiesestraat 1, 7-15 /
Oldeboorn
(gem. Boornsterhem)
1968
(overdracht Stichting Woonplus Schiedam)
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1 St. Anthoniusplaats 9 /
1999
2009
Hofje van Belois 1-37, ‘Hofje van Belois’
2005
2 Bij de Watertoren 25,
Noordwijk
(overdracht gemeente Westland)
1 Reghthuysplein 1, vml. raadhuis1949
1999
(overdracht door N.V. Aannemersbedrijf Woudenberg)
3 Vooreiland 22
(overdracht gemeente Waterland)
1 Voorstraat 19
2004
Schiedam
1 Noordeinde 5, vml. raadhuis
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
Leeuwarden
1976
1 Aleidastraat /
1954
(schenking dhr ir P.J. Tichelaar)
‘Derde Ambachtsschool’
(met steun BankGiro Loterij)
1995
Medemblik
1977
Moddergat
(gem. Dongeradeel)
Monnickendam
(gem. Waterland)
1971
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
Scheveningen
(gem. ’s-Gravenhage)
1 Kloosterstraat 9
2 Kloosterstraat 11
3 Kloosterstraat 13
2006
(schenking koopsom SNS REAAL Fonds)
1 Zwaardstraat 16,
1973
Naarden
(overdracht Stichting Cellebroederskapel)
Bisschopsmolengang 2B
1 Heilige Geest Hofje 1-12,
5 Ridderstraat 2A /
Rouveen (gem. Staphorst)
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
‘Heilige Geest Hofje’
2001
(schenking dhr D.E. van Raalte)
1 Séwei 49
4 Cellebroedersstraat 4,
Rotterdam
1 Glazoenowlaan 3
(met steun nalatenschap dhr J. Acquoy
2013
1 Bierkade 9/ Whereplantsoen 7 1929
1972
1972
‘Huis Brandt Corstius’
1 Oude Rijksweg 264 (overdracht gemeente Maastricht)
1999
2 Noordeinde 10
3 Weezenland 7
(overdracht gemeente Maastricht)
1 Korfwaterweg 9,
(schenking dhr Th. Laurentius)
‘Huis ’s-Hertogenbosch’
1918
Petten (gem. Schagen)
7 Vlasmarkt 49
8 Vlasmarkt 51,
1972
Oudewater
2010
(overdracht gemeente Maastricht)
Expl. van O.G. ‘Voorne’s Duin’)
2004
2002
1978
1934
Purmerend
6 Schuiffelstraat 18,
Maastricht
3 Achter de Molens 30
(met steun Prins Bernhard Cultuurfonds)
2 Achter de Molens 28
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
‘de Rosmolen’
(schenking ‘bloot eigendom’ n.v. Mij tot
1965
1 Kapellestraat 5
1960
(met steun BankGiro Loterij)
1 Achter de Molens 26
‘de Geuzenhoek’
(schenking E.P.D. van Ooijen)
4 Londensekaai 11
5 Rotterdamsekaai 1 /
(overdracht gemeente Maassluis)
3 Markt 18
2004
2 Hoogstraat 11,
9 Wagenaarstraat 1
(legaat dhr G. Ribbius Peletier Jr.)
2 Auckamastraatje 6
1965
(overdracht gemeente Lexmond)
(schenking gemeente IJsselham)
1 Auckamastraatje 4
(met steun BankGiro Loterij)
2 2e Korenstraatje 18 /
1975
1925
1972
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
vml. raadhuis en waag
1983
Lexmond (gem. Zederik)
2 Hoflaan 17, ‘Overburgh’ 1930
1997
(overdracht Stichting Bibliotheca Thysiana)
4 Vliet 9
1 Henric de Cranestraat 38,
’s-Hertogenbosch
1992
‘Bethlehemsvergadering’
‘Bibliotheca Thysiana’
Middelburg
1 Gortstraat 30
2 Laan van Nieuwenhove 2,
3 Londensekaai 9
(nalatenschap dhr H.M.J.W.J. Kortmann)
Makkum
(gem. Zuidwest Friesland)
Kuinre
(gem. Steenwijkerland)
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1 Kennemerstraatweg 278,
(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)
(overdracht Stichting Diogenes Haarlem))
1963
1929
2004
3 Rapenburg 25,
Onder de Boompjes 1 t/m 1c,
vml. doelen
1987
3 Binnenluiendijk 3 en 4
1998
(schenking dhr J.E. de Visser)
4 Grote Oost 82
1987
5 Grote Oost 84
1987
6 Grote Oost 132
1987
7 Hoofd 2, ‘Hoofdtoren’
2003
(overdracht gemeente Hoorn)
8 Italiaanse Zeedijk 106
1987
9 Kerkplein 39,
‘St. Jans Gasthuis’
2003
(overdracht gemeente Hoorn)
10 Korenmarkt 8
1970
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
11Kuil 32
1965
(overdracht gemeente Hoorn)
12Munnickenveld 2
1921
13Munnickenveld 21a t/m 21g,
complex ‘Claes Stapelshofje’
1987
14 Muntstraat 6
2001
(schenking koopsom BankGiro Loterij)
15 Oosterplantsoen 1 en 1a,
‘Oosterpoort’
2003
(overdracht gemeente Hoorn)
16 Rode Steen 8, vml. waag
2003
(overdracht gemeente Hoorn)
17 Slapershaven 1
1987
18 Slapershaven 2
1987
19 West 50
1987
20Wisselstraat 8 /
Kloosterpoort 1
2003
(overdracht gemeente Hoorn)
Heiloo
(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)
6 Groot Heiligland 46
(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)
5 Groot Heiligland 22 /
4 Rosmolenstraat 3
(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)
4 Groot Heiligland 19
1930
1955
1955
(overdracht gemeente Hasselt)
3 Rosmolenstraat 1
1993
(overdracht gemeente Hoorn)
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
2 Markt 1, vml. raadhuis
(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)
3 Goudsmidspleintje 2/3
1964
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1 Hoogstraat 33
1992
2 Goudsmidspleintje 1 /
Donkere Begijnhof 8
1963
Hasselt
(gem. Zwartewaterland)
Groningen
1 Ossenmarkt 5
2010
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
2 Havenplein 28
Groet (gem. Bergen)
1963
1924
1961
(met steun BankGiro Loterij)
(met steun dhr T. Dijkstra, mw H. Dijkstra-van Embden
(met steun BankGiro Loterij)
(nalatenschap dhr D. Bolten)
2002
nalatenschap dhr C.W. Zeeman)
1 Havenplein 14
1 Nieuweweg 2, ‘Huis Dijkstra’ 2012
1979
Harlingen
1929
1995
1987
1979
Hardegarijp
(gem. Tietjerksteradeel)
’s-Gravenhage
1929
1992
17 Spaarne 15-17, ‘Hodshon Huis’2008
1 Rijkstraatweg 24
‘Maria- of Kruittoren’
2 Achterstraat 2 /
(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)
11Korte Spaarne 23/25/27 1929/1961
12Korte Spaarne 29/31 /
1 Burgstraat 30/Vismarkt 20-21 1919
2 Molenstraat 109, vml. tolhuis 1977
Spaarnwouderstraat 19
18 Spaarne 69
19 Spaarne 108
20Spaarnwouderstraat 15
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
Hoorn
1957
1928
Leiden
1 Herengracht 82
2 Lorentzkade 5
(overdracht gemeente Westland)
1 Achter de Vest 1,
1928
1934
Goes
Gorinchem
1992
(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)
(legaat mw M. Helbers-Molt)
1 Turfkade 11, ‘Karel V-huis’
complex ‘Gasthuishuisjes’
3 Grote Hoogstraat 14
4 St. Jacobsstraat 13
1 Hofstraat 27-29, vml. Nederhof 2006
9 Houtmarkt 17
10 Korte Spaarne 15 /
1992
Honselersdijk
(gem. Westland)
1992
(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)
1 Hoekstraat 6-10,
1969
(schenking n.v. Mij tot Expl. van O.G. ‘Voorne’s Duin’)
‘Kranenbreukershuis’
(overdracht gemeente Venlo)
2011
93
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2012
alfabetische lijs t van pl a atsen in nederl and met pand en van d e v ereniging
92
6
7
8
9
Usquert (gem. Eemsmond)
1 Raadhuisstraat 3, vml. raadhuis 1990
(overdracht Stichting tot behoud van het Berlagehuis)
1973
1 Middelweg 5, ‘Esterenburg’ Vlaardingen
1999
1 Westhavenkade 45,
steun van het Van Enter-Westerman Holstijn Fonds)
1996
2003
Veere
‘Tromp’s Huys’
(overdracht gemeente Vlieland)
4 Markt 2
5 Markt 3
1921
1981
1947
1947
2000
Velp (gem. Rheden)
1 Rijksweg 130-136, ‘Beeckestijn’2007
(met steun Louisa van der Velden Stichting)
Venlo
1 Grote Kerkstraat 19-21
2 Henry Dunantstraat 4
1987
2010
(met schenking van E.A.C. de Bruyn – Haenen)
3 Kwartelenmarkt 1
2001
‘de Messingklopper’
1991
1992
(schenking dhr en mw J.G. van Manen-Fabius)
1961
1 Nieuwe Bogerdstraat 16
Wanneper veen
(gem. Steenwijkerland)
Appingedam
Groningen
IJlst
Workum
Den Helder
Frederiksoord
Balk
1964
Kuinre
Petten
1978
Medemblik
Groet
Schoorl
1948
Enkhuizen
Velsen-Zuid
Driehuis
Haarlem
Cruquius
1964
Kampen
Zaandam
Broek in Waterland
1 Veneweg 56
1991
2 Veneweg 83, vml. schultehuis 1990
waarde, over het algemeen met de verplichting tot restauratie)
Sint-Annaland
Middelburg
Goes
Deventer
Blaricum
Warnsveld
Zutphen
Doesburg
Velp
Arnhem
Nijmegen
’s-Hertogenbosch
Zierikzee
Veere
Elburg
Amsterdam
Naarden
Leiden
Amersfoort
Voorschoten
Linschoten
Utrecht
Scheveningen
Driebergen
Gouda
Oudewater
’s-Gravenhage
Delft
Vianen
Honselersdijk
Vlaardingen
Naaldwijk
Lexmond Culemborg
Schiedam
Maassluis
Schoonhoven
Oostvoorne
Rotterdam
Alblasserdam
Brielle
Gorinchem
Vierpolders
Zaltbommel
Dordrecht
Woudrichem
1 Sassenstraat 31A
1943
2 Sassenstraat 33, ‘Karel V-huis’ 1943
Zwolle
Monnickendam
Nieuwkoop
Zwolle
Blokzijl
Wanneperveen
Rouveen
Hasselt
Edam
Noordwijk
1988
Vollenhove
Blokker
Hoorn
Alkmaar
Heiloo
Purmerend
(‘overdracht’ staat voor een verwerving voor een symbolische
1925
Usquert
Oldeboorn
Bolsward
1970
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1 Groenmarkt 7
Hardegarijp
Leeuwarden
Makkum
Zutphen
1975
Franeker Dronrijp
Harlingen
Zierikzee
(gem. Schouwen-Duiveland)
1 Woelwijklaan 11,
N
(met steun Prins Bernhard Cultuurfonds)
5 Ruiterstraat 18
Voorschoten
Vlieland
(met steun van dhr C. Philips)
4 Oenselsestraat 50
‘Jachthuis Woelwijk’
1997
Moddergat
Dokkum
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
3 Oenselsestraat 17
1991
1919
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
2 Oenselsestraat 15
1928
(overdracht gemeente Vlissingen)
vml. Franse school
vml. accijnshuisjes
1 Kerkstraat 26
1 Kerkplein 1/3, vml. raadhuis
2 Kerkplein 2,
Velsen-Zuid (gem. Velsen)
Zaltbommel
(overdracht gemeente Vlieland)
toren Hervormde Kerk
95
Zaandam (gem. Zaanstad)
Vollenhove
(gem. Steenwijkerland)
2012
(met steun BankGiro Loterij)
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
IJlst
(gem. Zuidwest Friesland)
3 Kerkplein 15,
(schenking familie Oosterhoff)
1 Den Bruijl 35, ‘Huis Slegers’ Vereniging Hendrick de Keyser heeft haar bezittingen
in onderstaande plaatsen in Nederland.
1970
1 Eegracht 31/32,
2001
Vlissingen
(legaat mw W. Abbeleven-Labberton)
6 Markt 4
7 Markt 6
8 Markt 10
vml. reddingbootloods
Verspreidingskaart
(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)
1 Beursplein 11, vml. beurs
(nalatenschap dhr D. Bolten)
1998
(overdracht gemeente Vlieland)
1989
1987
1970
1 Dam 1 en 1b,
3 Duinkersoord 33,
2 Kaai 21
3 Kaai 89
1 Hoogstraat 5
2 Dorpsstraat 148, vml. raadhuis 2001
1 Kaai 2-6, ‘Campveerse Toren’ 2005
(overdracht gemeente Veere)
1932
2 Hoogstraat 9
1 Dorpsstraat 99,
Workum
(gem. Zuidwest Friesland)
Breda
Best
Bergen op Zoom
Vlissingen
Tegelen
Venlo
V E R E N IGI NG
Hendrick de Keyser
Maastricht
Valkenburg
v ereniging h end rick d e key s er ja arversl ag 2013
1 St. Pieterstraat 2-4,
vml. watermolen
1998
(overdracht gemeente Vlaardingen
vml. visbank
2001
(schenking Jhr ir. J.Ph. Laman Trip)
1 Noard 5
Vlieland
(met steun Prins Bernhard Cultuurfonds)
Valkenburg (gem. Valkenburg
aan de Geul)
vml. redershuis
Woudrichem
2 Westhavenplaats 37,
(legaat Jhr J.C. Martens van Sevenhoven)
4 Prins Hendriklaan 112
1973
1 Molenstraat 8-10
2002
(met steun Louisa van der Velden Stichting)
(nalatenschap mw E.C. Coolhaas-Korpershoek / met alfabetische lijs t van pl a atsen in nederl and met pand en van d e v ereniging
(overdracht gemeente Vianen)
3 Janskerkhof 16
Warnsveld (gem. Zutphen)
1968
Vierpolders (gem. Brielle)
(legaat Jhr J.C. Martens van Sevenhoven)
2 Erasmuslaan 9
94
Utrecht
1 Boothstraat 2A
Vianen
1 Achterstraat 88
colofon
96
Ontwerp
Fotograf ie Druk Colofon
Studio Bauman bno, Vlaardingen
HdK, tenzij anders vermeld
Veenman+, Rotterdam
© 2014