Gevel | Gevelisolatiesystemen | Verwerking Verwerkingsgids StoTherm Classic StoTherm Vario Algemeen Alle gegevens en waarden werden zorgvuldig gecontroleerd door Sto NV en zijn in technisch opzicht helemaal up-to-date. Ze zijn bedoeld als algemene informatie en beogen geen objectspecifieke, concrete gebruikssituatie. Zo mogen ze meer bepaald niet als garantieverklaringen worden beschouwd; ze worden gewoon ter informatie vermeld, zonder enige garantie met betrekking tot hun toepasselijkheid op een concrete gebruikssituatie. Voor specifieke inlichtingen kunt u steeds terecht bij het Technical Service Center (Tel.: 02/568 09 49). Gelieve verder evenmin systeemvreemde materialen te gebruiken. De geschiktheid van het systeem wordt alleen bij gebruik van zorgvuldig op elkaar afstemde systeemcomponenten van de firma Sto gegarandeerd. Voor het overige moeten voor alle vermelde producten telkens ook de toepasselijke technische infofiches worden geraadpleegd en gerespecteerd. Ten slotte dient nog opgemerkt dat bij het verschijnen van een nieuwe editie van dit document, deze versie haar geldigheid verliest. Inhoud Systeeminformatie StoTherm Classic®4 Opbouw systeem Systeembeschrijving 4 4 StoTherm Vario 5 Opbouw systeem Systeembeschrijving 5 5 Voorbereiding Steigers6 Ondergrond7 Sokkel8 Aansluiting Bouwknopenvrij Aansluiting ter hoogte van grond- en spatwaterzone 8 9 10 Plaatsing gevelisolatiesysteem StoTherm Classic® en StoTherm Vario 11 Bevestigingswijzen Isolatie Kleven Kleven en pluggen Voorbereiding van de wapening Wapening aanbrengen Wapeningsweefsel en profielen Afwerking 11 11 12 13 15 16 18 21 Uitvoering speciale details Ramen en deuren 22 Bevestiging van voorwerpen aan de gevel 26 Uitzetvoegen / Dilatatieprofielen 29 Onder het maaiveld 31 Ontdubbelen32 Inhoud | 3 Opbouw systeem Systeembeschrijving StoTherm Classic® StoTherm Classic® Cementvrij gevelisolatiesysteem met polystyreen isolatiepanelen. 1 2 3* 4 5 4 6 Toepassing • Renovatie en nieuwbouw • Ondergrond: metselwerk van kalkzandsteen, baksteen of cellenbeton, betonwanden en prefabwanden. Eigenschappen • Zeer hoge scheurvastheid • Sterk mechanisch belastbaar • Thermisch isolerend • Weersbestendig • CO2- en waterdampdoorlatend • Moeilijk ontvlambaar • Bestand tegen micro-organismen zoals algen en schimmels Vormgeving • Cementvrije, organische en siliconenharsgebonden sierpleister • In te kleuren volgens het StoColor-systeem • Helderheidswaarde < 15 % mogelijk (op aanvraag) • StoDeco Profielen • Sto-steenstrips Verwerking • Cementvrije, kant-en-klare systeemcomponenten • Arbeidsbesparende en rationele verwerking met behulp van StoSilo Technologie en bouwplaatslogistiek. • Uitgekiende detailoplossingen • Bij cementvrij geen diagonaalwapening en voorstrijk nodig • Winterproducten, QS-technologie Technische Buitengevelisolatiesysteem StoTherm Classic • 03/0027 ETA • 08/2191 ATG 7* 1 Verlijmen: Sto-Turbofix 1 component PU-kleefschuim (isolatieplaten met tand en groef uit geëxpandeerd polystyreen) Alternatief: Sto-Baukleber / Sto-Levell Uni Minerale kleefmortel, machinaal verwerkbaar. Alternatief: Sto-Dispersionskleber 1) Organische, kant-en-klare lijmmassa, machinaal verwerkbaar. 2 Isolatie: Sto-Isolatie EPS 15 SE 040 / Sto-Isolatie EPS Top 32 Isolatieplaat uit geëxpandeerd polystyreen volgens EN 13163. CFK-vrij, moeilijk ontvlambaar, λ 0,032 of 0,040, krimpvrij. 3 Mechanische bevestiging *niet weergegeven 4 Wapeningsmortel: StoArmat Classic Organische, cementvrije, kant-en-klare wapeningsmortel, machinaal verwerkbaar. goedkeuring 5 Wapeningsweefsel: Sto-Glasweefsel 6 Eindlaag: StoLotusan K/MP Kant-en-klare sierpleister met Lotus-effect®, Alternatief: Stolit K/R/MP Kant-en-klare acrylaatgebonden sierpleister Alternatief: StoSilco K/R/MP Kant-en-klare siliconenharsgebonden sierpleister 7 Verflaag *niet weergegeven met StoColor Lotusan G of StoColor Silco G 4 | Opbouw systeem/ Systeembeschrijving Als StoTherm Classic op buitenwanden in houtbouw wordt gebruikt, moet voor het verlijmen Sto-Dispersionskleber of StoTurbofix worden gebruikt. 1) StoTherm Classic® is door het passiefhuisinstituut te Darmstadt gecertificeerd als geschikt onderdeel voor passiefhuizen. Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Systeemopbouw Systeembeschrijving StoTherm Vario StoTherm Vario 1 2 3* 4 5 4 6 7 Toepassing • Renovatie en nieuwbouw • Ondergrond: metselwerk (beton, kalkzandsteen, snelbouw, baksteen, cellenbeton) • Isolatiedikte van 40 tot 400 mm Eigenschappen • Goede weerstand tegen micro-organismen zoals algen en schimmels, in het bijzonder met een extra aangebracht verfsysteem • Zeer hoge scheurvastheid • Sterk thermisch isolerend • Zeer weersbestendig • CO2- en waterdampdoorlatend • Moeilijk ontvlambaar • Ook geschikt voor laag-energiewoningen en passiefhuizen • Anti-elektrosmog optioneel • Lotus-effect® optioneel Vormgeving Breed gamma aan afwerkingsmogelijkheden: • Minerale pleisters: StoMiral • Kunstharspleisters: StoSilco, Stolit, StoSuperlit • Silicaatpleister: StoSil • Steenstrips: Wienerberger of Sto-Steenstrips • Keramiek, glasmozaiek • StoDeco profielen • In te kleuren volgens het StoColor-systeem (helderheidswaarde > 20) Verwerking • Arbeidsbesparende verwerking met behulp van StoSilo Technieken • Uitgebreide detailoplossingen Technische • ATG 11/2839 • ETA 05/0130 8* 1 Verlijmen: StoTurbofix 1-komponent PU-kleefschuim (isolatieplaten met tand en groef uit geëxpandeerd polystyreen) Alternatief: Sto-Baukleber / Sto-Levell Uni Minerale kleefmortel, machinaal verwerkbaar. 2 Isolatie: Sto-Isolatie EPS 15 SE 040 / Sto-Isolatie EPS Top 32 Isolatieplaat uit geëxpandeerd polystyreen volgens EN 13163. CFK-vrij, moeilijk ontvlambaar, λ 0,032 of 0,040, krimpvrij. 3 Mechanische bevestiging *niet weergegeven 4 Wapeningsmortel: StoLevell Uni Mineraal gebonden wapeningsmortel, machinaal verwerkbaar. 5 Wapeningsweefsel: Sto-Glasweefsel 6 Voorstrijk: StoPrep Miral / StoPutzgrund 7 Eindlaag: StoLotusan K/MP Kant-en-klare sierpleister met Lotus-effect®, Alternatief: Stolit K/R/MP Organische, cementvrije, kant-en-klare sierpleister Alternatief: StoSilco K/R/MP Kant-en-klare siliconenharsgebonden sierpleister goedkeuringen 8 Verflaag: *niet weergegeven met StoColor Lotusan G of StoColor Silco G Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. StoTherm Vario | 5 Steigers Steigers Een belangrijk onderdeel bij de plaatsing van een ETICS1) is het plaatsen van de steigers: • de steigers dienen aan de veiligheidsvoorschriften te voldoen • voldoende tussenafstand met het gebouw voorzien, rekening houdend met de voorziene isolatiedikte • de bevestigingspunten van de steigers hebben een max. diameter van 10 mm • aan de steigers worden zeilen en eventueel afdekkappen gehangen; deze beschermen de isolatie- en pleisterlagen tegen wind, slagregen, en direct zonlicht. Voorbereiden van de werken Ondergrond Het ETICS1) kan aangebracht worden vanaf het ogenblik dat het dak, dakranden, ramen en deuren, vensterbanken en ev. plinten geplaatst zijn. Alle natte binnenwerkzaamheden werken dienen bij voorkeur vooraf uitgevoerd te worden om een overvloedig watertransport doorheen het systeem te voorkomen. Indien niet anders kan, dient er voor voldoende natuurlijke verluchting gezorgd te worden of dienen bouwdrogers het vocht aan de binnenlucht te onttrekken. De ondergrond dient vlak, droog, zuiver en draagkrachtig te zijn. Kleine oneffenheden tot 15 mm kunnen opgevangen worden door de kleefmortel bij de verlijming. In geval van grotere oneffenheden wordt de gevel vooraf uitgevlakt met een cementering (bvb. Montenovo KZM Leicht) of door toepassing van verschillende isolatiediktes. Aandachtspunt bij gebruik van Sto-Isolatie Top 32: Top 32 is een donkergrijze polystyreenplaat met een verbeterd isolatievermogen (λ 0,032W/mK). Deze donkere kleur zorgt voor een beperktere lichtreflectie. Hierdoor warmt deze plaat meer op bij directe bezonning. Dit leidt tot spanningen in de plaat. Om dit te vermijden, dienen zowel de aangebrachte platen alsook de gestockeerde platen beschermd te worden tegen direct zonlicht. Boven de plaats waar gewerkt wordt, ter hoogte van de dakrand tot aan de buitenkant van de steiger dient een scherm aangebracht te worden van voldoende lengte. Vanaf dit scherm, tot op de hoogte waar wordt gewerkt aan de buitenkant van de steiger dient de gevel voldoende afgeschermd te worden. De overige werkzaamheden dienen zodanig te worden uitgevoerd dat geen stagnatie van de isolatiewerkzaamheden wordt veroorzaakt Isolatielogistiek Voor een passiefhuis is ongeveer 2 à 2,5 keer zoveel isolatiemateriaal nodig. Dat heeft zo zijn gevolgen voor de werfinrichting en/of -logistiek. Hoewel de leveringstermijnen voor grotere isolatiedikten relatief kort gehouden kunnen worden, biedt de 2-lagige uitvoering van de isolatielaag met gebruikelijke dikten in dit opzicht bij naleveringen een bijkomend voordeel. 1) 6 | Steigers/ Voorbereiden van de werken ETICS: External Thermal Insulation Composite System Voorbereiding van de ondergrond Ondergrondtabel Alleen wanneer de ondergrond aan bepaalde criteria voldoet en als de draagkracht ervan werd gecontroleerd, kan een ETICS op vakkundige wijze worden aangebracht. Bij vuile, sterk absorberende of oneffen ondergronden is een voorbehandeling noodzakelijk. Ondergrond Voorbehandeling van de ondergrond Grondering Gladde oppervlakken Opruwen – Uitbloeiingen Droog afborstelen/ wegvegen – Vocht Bij niet-opstijgend vocht: oorzaak elimineren, beschermen, wachten tot alles droog is. – Organische en siliconenharsgebonden pleisterafwerking Reinigen, draagkracht controleren – Mos, algen, schimmels Reinigen, laten drogen. Grondering aanbrengen en grondig naspoelen. StoFungex Stoffig, vuil Wegvegen, afborstelen, stoomstralen – Vettig, sporen van ontkistingsolie Hogedrukreiniger in combinatie met schoonmaakmiddelen gebruiken. Nadien met proper water afwassen en wachten tot alles droog is. – Verflaag, afbladerend Mechanisch verwijderen of afbijten. Nadien met proper water afwassen en wachten tot alles droog is. – Pleisterlaag, krijtend Reinigen en gronderen Stoplex W Verflaag, krijtend Afborstelen, reinigen en gronderen Stoplex W Absorberend Reinigen en gronderen Stoplex W Oppervlakkig zandend Reinigen en gronderen StoPrim Micro Mortelbramen Afkappen, afkanten – Sinterhuid Mechanisch verwijderen – Pleisterlaag, broos en niet draagkrachtig Mechanisch verwijderen – Pleisterlaag met uitvallende stukken Losse stukken verwijderen en gaten met geschikte mortel opvullen, voorgeschreven wachttijden respecteren. – Oneffenheden2) Afkappen van uitstekende delen en/ – of egalisatiepleister met geschikte mortel opvullen, voorgeschreven wachttijden respecteren. Open voegen > 5 mm tussen platen Opvullen van de voegen met cementmortel; met montageschuim gevulde voegen moeten eerst worden uitgekrabd. Draagkrachtige pleisterlaag en/of draagkrachtige verflaag Met proper water afwassen en wachten tot alles droog is. 1) Voor meer informatie over ondergronden, bv. welke lijm voor welke ondergrond geschikt is, verwijzen we u graag naar de respectievelijke technische fiches. Ondergronden die met algen, schimmels of korstmossen bedekt zijn, moeten altijd voorbehandeld worden. Hiertoe wordt de wand gereinigd en met StoFungex behandeld. Na minstens 48 uur het behandeld oppervlak grondig naspoelen zodat alle actieve stoffen verdwijnen. Voorbereidingen voor de plaatsing van een ETICS. Controleer nauwgezet de staat van de ondergrond en kies daarna de gepaste bevestigingstechniek. De ondergrond moet gepast worden voorbehandeld. Hou daarbij rekening met de correcte verwerkingstemperatuur en het mogelijke bouwvocht. Binnenpleisterwerk en chape moeten klaar en droog zijn, alvorens de isolatiewerken aan te vatten. De minimale verwerkingstemperatuur bedraagt + 5 °C, behalve bij de Sto-QS-producten. Deuren, vensters, rolluikkasten en horizontale afdekkingen (vb. vensterbanken) moeten vóór de start van de isolatiewerken geplaatst zijn. 1) – 1) Bij opstijgend vocht met zichtbare vochtgrens volstaan deze voorbereidings maatregelen niet. 2) > 1,5 cm bij gelijmde systemen Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Voorbereiding van de ondergrond/ Ondergrondtabel | 7 Sokkel Aansluiting met Sto-Sokkelprofielen 1 De sokkelhoogte bepalen en met een smetkoord markeren. De Sto-Sokkelprofielen worden horizontaal en uitgelijnd gemonteerd. Oneffenheden van de wand opvangen met plastic Sto-Uitvulplaatjes. 2 Bevestiging Sto-Sokkelprofielen in de vereiste breedte met behulp van slagpluggen om de ca. 33 cm bevestigen. Door de pluggen voorzichtig aan te brengen, wordt een torsie van de profielen vermeden. 3 Overgang tussen profielen De Sto-Sokkelprofielen, indien mogelijk, altijd in de buitenste gaten van de profielen bevestigen. De profielen koppelen met Sto-Sokkelverbinders. Dilatatie van het profiel wordt opgevangen door een afstand van min. 3 mm tussen de profielen te bewaren. 4 Optie: Profiel voor hoeken Voorgevormd Sto-Sokkelprofiel voor hoeken. 5 Gebouwhoek Aan gebouwhoeken het Sto-Sokkelprofiel in verstek plaatsten. Ook hier een sokkelverbinder voorzien over de volledige lengte van het verstek. Voor gebouwrondingen is er een plooibaar sokkelprofiel verkrijgbaar. 1. Kelder of funderingsmetselwerk 2. StoFlexyl bestrijking (StoFlexyl 1:1 gemengd met cement + 10% water) 3. StoFlexyl kleefmortel (StoFlexyl 1:1 gemengd met cement) 4. Isolatieplaat: Sto-Isolatie EPS 30 SE 035 5. Wapeningslaag met wapeningsweefsel: StoFlexyl (1:1 gemengd met cement) + StoGlasweefsel 6. Tussenlaag: StoPutzgrund 7. Afwerking: StoSuperlit of Stolit + 2 lagen met StoMaxicryl 8. Grind + drainage 9. Sto-Afdichtband 10. Sokkelprofiel 11. V-groefje 12. Noppenfolie (derden) 8 | Sokkel Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Sokkel Sokkel zonder koudebruggen 1 P ro d u c t -T ip Bij laag-energiewoningen en passiefhuizen (maar ook in het algemeen bij gebouwen met een verwarmde en geïsoleerde kelderverdieping) wordt het gebruik van een koudebrugvrij sokkelsysteem aanbevolen. Bij de verwerking onderscheidt men twee gevallen: 1.) Gevelisolatie na sokkelisolatie: StoSokkelprofiel PH tussen sokkel- en gevelisolatie schuiven en in de wapeningslaag inbedden. 2.) Sokkelisolatie na gevelisolatie: Sto-Startprofiel PH-AL met pluggen bevestigen aan de ondergrond; daarop de isolatieplaten aanbrengen. Stosokkelprofiel PH-A aan de voorzijde van de isolatieplaat met behulp van een geïntegreerde kleefstrook bevestigen en in de wapeningslaag inbedden. Voor het verbinden van de profielen Sto-Sokkelverbinders gebruiken. Geïsoleerde sokkel met Sto-Startprofiel PH-AL en Sto-Sokkelprofiel PH-A Inwerken van het Sto-Sokkelprofiel PH-A in de aangebrachte wapeningslaag. Temperatuurverloop doorheen de dwarsdoorsnede van de wand (simulatie) De nagenoeg parallel lopende isothermen tonen dat de sokkeluitvoering met het Sto-Sokkelprofiel PH-A en het Sto-Startprofiel PH-AL geen koudebrug vormt. Sto-Sokkelprofiel PH-A Lijmlaag Isolatieplaten Wapeningslaag Wapeningsweefsel Eindlaag Plug Sto-Startprofiel PH-AL Sto-Afdichtband Sto-Sokkelprofiel PH-A, 3 mm Sto-Startprofiel PH-AL V-groefje Afdichting Verlijming met StoFlexyl (1:1 gemengd met StoFlexyl cement) Sto-Sokkelplaat Wapeningslaag Wapeningsweefsel Sierpleister Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Sokkel | 9 Sokkel Aansluiting ter hoogte van grond- en spatwaterzone 1. Kelder- of funderingsmetselwerk 1. Kelder- of funderingsmetselwerk 2. StoFlexyl bestrijking in 2 lagen (StoFlexyl 1:1 gemengd met StoFlexyl cement + 10% water) 2. StoFlexyl bestrijking (StoFlexyl 1:1 gemengd met StoFlexyl cement + 10% water) 3. StoFlexyl-kleefmortel (StoFlexyl 1:1 gemengd met StoFlexyl cement) aangebracht op 1 laag StoFlexyl bestrijking 3. StoFlexyl-kleefmortel (StoFlexyl 1:1 gemengd met StoFlexyl cement) 4. Sto-Isolatie EPS 30 SE 035 5. Wapeningslaag + wapeningsweefsel 5. Wapeningslaag + wapeningsweefsel: StoFlexyl (1:1 gemengd met StoFlexyl cement) 6. Afwerkingslaag: Stolit; StoSilco; StoSuperlit; StoLotusan 6. Tussenlaag StoPutzgrund 7. Grind + drainage 7. Afwerking: Stolit; StoSuperlit 8. Tussenlaag StoPutzgrund 8. Grind + drainage 9. Noppenfolie (derden) 9. Sto-Zwelband 4. Sokkelplaat: Sto-Isolatie EPS 30 SE 035 10. StoSokkelprofiel PH-A 11. Noppenfolie (derden) 12. V-groefje 10 | Sokkel Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Bevestigingswijzen Kleven Isolatieplaatbevestiging Isolatie Kleven 1 Bij voor verkleving geschikte, draagkrachtige ondergronden (hechtsterkte > 0,08 N/mm2) met oneffenheden (verschillen tot max 1,5 cm/m) wordt de isolatieplaat gekleefd. Daartoe moet het kleefoppervlak minstens 40 % bedragen in aangedrukte toestand. Sto-Isolatie EPS met tand en groefsysteem. De tand en groef-verbinding heeft als voordeel dat de platen onderling niet verschuiven onder invloed van de lichte druk van het PU-schuim waardoor het schuren tot een minimum beperkt wordt. 2 Isolatie kleven of kleven en pluggen Sto-Isolatie EPS-platen voldoen aan de hoogste kwaliteitseisen qua maatvastheid, stabiliteit en haaksheid. Ze zijn leverbaar met stompe randen of met tand- en groef. Kleven en pluggen Bij voor verkleving geschikte ondergronden zonder toereikende draagkracht (hechtsterkte < 0,08 N/mm2), of in geval van twijfel, is een supplementaire bevestiging met schotelpluggen (ev. volgens statisch berekening) noodzakelijk. Isolatie kleven met Sto-Turbofix Tip De polystyreen platen tegen UV-straling en vocht beschermen. Geen vochtige of natte isolatieplaten gebruiken. Verkleving van de isolatieplaten Wanneer de lijmmortel te lang onaangeroerd op de isolatieplaat of wand gelaten wordt, vormt er zich op de lijmmortel een vel dat tot hechtingsproblemen leiden kan. Daarom moeten de isolatieplaten onmiddellijk na het aanbrengen van de lijmmortel, uiterlijk na max. 10 minuten tegen de gevel aangedrukt worden en correct gepositioneerd. De isolatieplaten moeten in halfsteens verband en goed aansluitend worden gekleefd, waarbij open voegen zoveel als mogelijk vermeden dienen te worden. Eventuele spleten moeten met Sto -PUR –Pistolenschuim of met stukken isolatie opgevuld worden. Om koudebruggen te vermijden, moeten voegen en plaatranden lijmmortelvrij gehouden worden. Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Kleven | 11 Isolatieplaatbevestiging Kleven 2a Kleven met Sto-Turbofix Verkleving over de hele oppervlakte Bij vlakke ondergronden lijmmortel over de hele oppervlakte van de isolatieplaat aanbrengen. De mortel vervolgens uitspreiden met kamspaan 15/15 mm. De kamspaan daarbij niet te vlak houden. Bij het bevestigen van de platen steunplank gebruiken. 2c Aanbrengen van PU-Kleefschuim op de isolatieplaten Aanbrengen van een omlopende lijmworst met in het midden een W of M. • Verlijmingspercentage: ≥ 40% • Verklevingspercentage: 100% Na het aandrukken van de isolatieplaat moet het kleefcontact minstens 40% bedragen. Na het aandrukken van de isolatieplaat moet het verkleefde percentage van het oppervlak zowel langs de kant van de ondergrond als de kant van de plaat zichtbaar zijn. 2b 2d Machinaal aanbrengen van lijmmortel op de wand Lijmmortel aanbrengen in de vorm van een worst. • Verklevingspercentage: ≥ 60% Na het aandrukken van de isolatieplaat moet het kleefcontact minstens 60 % bedragen. Rand-streep-verkleving Bij oneffen ondergronden tot 1,5 cm een omlopende lijmworst aanbrengen ter hoogte van de rand en 2 stroken dwars en gelijkmatig over de plaat verdeeld. • Verklevingspercentage: ≥ 40% 3 Plaatsing van de isolatieplaten Isolatieplaten van onder naar boven in halfsteensverband plaatsen en stevig aandrukken. Ter hoogte van de gebouwhoeken de platen getand plaatsen. De platen goed tegen de wand duwen. Uitpuilende lijm verwijderen om koudebruggen te vermijden. Bij het verkleven met Sto-Turbofix moeten de geplaatste isolatieplaten met een lange waterpas na max. 10 minuten, waar nodig, extra aangedrukt en gecorrigeerd worden. 12 | Kleven Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Isolatieplaatbevestiging Kleven en pluggen Ondergrond: Bij draagkrachtige ondergronden optioneel bijkomende bevestiging met schotelpluggen voorzien in geval van geschilderde, gepleisterde of gekromde gevelvlakken en in geval van plafonds. StoSlagschotelpluggen UEZ –SK 8/60 en StoSchroefschotelpluggen UEZ 8/60 overeenkomstig het toepasselijke plugschema aanbrengen. Verankeringsdiepte: In overeenstemming met de voorschriften moet de plug voldoende diep in de ondergrond worden verankerd. De materiaaldikte van tegels en oude pleisterlagen worden niet in de verankeringsgrond meegerekend. Meting van de uittrekweerstand: Bij twijfelachtige ondergronden moet de uittrekweerstand via meting op de werf bepaald worden. Plugspecificaties: Het aantal pluggen is afhankelijk van de hoogte en de locatie (in het vlak of in de randzone) en wordt in bijgevoegde tabel weergegeven. De bevestiging met pluggen gebeurt onder de wapeningslaag. Voor een gelijkmatig plugpatroon zorgen. Plugverbruik Advies Sto/m2 Hoogte (m) Randzone In het vlak 0 – 8 8 6 8 – 20 10 6 > 20 14 6 i.g.v. ≥ 0,20 kN/plug R (Randzone) = gebouwbreedte : 8 en 1m < R < 2m Randzone In het vlak Gebouwhoogte: > 20 m STO-HQ-DE-GEN Wärmedämm-Verbundsystem Rev.-Nr. 01/03.13 Systemschnitt (Vertikalschnitt): Verdübelung und Verklebung W 010 Gebouwhoogte: 8 m – 20 m Gevelisolatiesysteem, verlijmd en verzonken geplugd Ondergrond Wandkonstruktion Gebouwhoogte: bis 8 m Rondell Sto-Thermorondel EPS Sto-Schotelplug Dübel Kleber Lijmlaag a Isolatieplaat Dämmplatte a = Afstand van de buitenste pluggen tov de rand. Bij metselwerk min. 10 cm, bij beton min. 5 cm. bewehrter Unterputz Wapeningslaag Sto-glasweefsel ggf. Voranstrich Oberputz und ggf. Anstrich auftragen. Voorstrijk (indien nodig) Eindlaag De hoogte van het gebouw is in 3 zones verdeeld. Het benodigde aantal pluggen is afhankelijk van de hoogte en van de ondergrond. In de randzone worden meer pluggen voorzien dan in het vlak. Opgelet: detailweergave een algemeen, planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. Hinweis: Dieses Detail ist deze ein allgemeiner, unverbindlicherisPlanungsvorschlag, der vrijblijvend die Ausführung nur schematisch darstellt. Anwendbarkeit und Vollständigkeit sind vom Verarbeiter / Kunden beim jeweiligen zu prüfen. Angrenzende Gewerke sind nurin schematisch Vorgaben undinAnnahmen sind auf diefiches örtlichenen Gegebenheiten DeBauvorhaben concrete eigenverantwortlich technische voorschriften en aanduidingen verbanddargestellt. met deAlle producten de technische toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. anzupassen bzw. abzustimmen. Die jeweiligen technischen Vorgaben in den Merkblättern und Systemzulassungen sind zu beachten. Kleven en pluggen | 13 Isolatieplaatbevestiging Kleven en pluggen Variant I Kleven en pluggen Variant II 1 Sto-Thermobevestiging: systeem ter vermijding van plugaftekeningen Beperken van de koudebruggen en voorkomen van plugaftekeningen door toepassing van pluggen met verzonken en geïsoleerde plugkoppen. Bestaande uit Sto-Slagschotelplug, Sto-Thermofrees en Sto-Thermorondellen. 1 Sto-Thermobevestiging Eerst wordt zoals gewoonlijk het gat voor de plug geboord. 2 Thermobevestiging Eerst wordt zoals gewoonlijk het gat voor de plug geboord. De Sto-Thermofrees door de isolatie heen duwen en boren. Hierdoor wordt het EPS weggefreesd. 2 Plug plaatsen, Sto-Schroefschotelplug UEZ 8/60. 3 Sto-Slagschotelpluggen aanbrengen De Sto-Slagpluggen aanbrengen en met de Sto-thermorondellen EPS afsluiten. 3 De thermisch onderbroken plug wordt machinaal in de isolatie verzonken. Daarbij bepaalt het opzetstuk (Sto-Thermoplug II MT) de precieze en uniforme boordiepte. Van lastig freesstof is er geen sprake omdat het isolatiemateriaal achter de schotel samengedrukt wordt. 4 Sto-Thermorondel EPS vlakschuren. De pluggen vermijden aftekeningen op het pleisteroppervlak en minimaliseren koudebruggen. 4 Ten slotte wordt de polystyreen rondel in de uitsparing geplaatst. Het resultaat: een gesloten, vlakke isolatielaag die voorkomt dat achteraf in de gevel de pluggen zich aftekenen. 14 | Kleven en pluggen Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Isolatieplaatbevestiging Kleven en pluggen Variant III Ecotwist 1 Wapening Voorbereiding van de wapening Boor de gaten met een afstand van 10 cm tot de rand van de isolatieplaat. Opmerking Na het plaatsen van de isolatie gebeurt een zorgvuldige controle om een onberispelijk systeem te garanderen. Spleten en voegaftekeningen door warmteverliezen kunnen hierdoor vermeden worden. Isolatieplaatcontrole Voorafgaand aan de wapening moet nagegaan worden of de isolatieplaten overal goed aansluitend geplaatst en vlak geschuurd werden. De wapening pas na uitharding van de lijm aanbrengen, ten vroegste na 24 uur. 2 Stel de aanslag op het gereedschap in op de dikte van de isolatie. 3 De Sto-Ecotwist-plug in het boorgat steken en aandrukken tot tegen de isolatie. 2 Opvulling van de voegen Open voegen met vulschuim of stroken isolatiemateriaal opvullen. Zo worden aftekeningen in de eindlaag, scheuren, enz. vermeden. 4 Draai de plug in de isolatie tot de aanslag gelijk komt met het isolatievlak 3 Isolatieplaten schuren Verspringingen aan de isolatieplaatranden wegschuren en schuurrestanten verwijderen. 5 Sluit het kleine gaatje in de isolatie af met een Sto-Ecotwist VE afdichtingselement of met Sto-Pistolenschuim SE. Snij later het overtollige schuim weg met een cuttermes. 1 Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Produc t -Tip Machinaal schuren van de isolatieplaten Verspringingen in het isolatieoppervlak wegschuren met Inoplan. Voorbereiding van de wapening | 15 Wapening Gevelvlakken 1 2 Hoeken Wapeningslaag De wapeningslaag manueel of machinaal aanbrengen. Dikte van voltooide laag conform de technische voorschriften. Product-Tip Sto-Hoekweefsel Voor de vorming van hoeken wordt het gebruik van hoekprofielen (Sto-Hoekweefsel of Sto-Hoekweefsel op rol) aanbevolen. Het Sto-Hoekweefsel -profiel is een hoek van 90° makende weefselstrook, versterkt met een kunststofrail. Weefselinbedding Het wapeningsweefsel in de verse wapeningslaag inbedden. De weefselstroken moeten 10 cm overlappen. Het wapeningsweefsel wordt volledig in de wapeningslaag ingebed. Product-Tip Sto-Hoekweefsel op rol Alternatief: de Sto-Hoekweefsel op rol is een profiel met variabele hoek en geïntegreerd glasweefsel. Dit product wordt in een handige verpakking geleverd, die aan de stelling kan worden bevestigd. Sto-Hoekweefsel op rol wordt rechtstreeks van de rol op maat van de hele lengte van de gebouwhoek gesneden. Zo kunt u hinderlijke overlappingen en afval vermijden. 1 Aanbrengen Het hoekprofiel (Sto-Hoekweefsel of StoHoekweefsel op rol) met behulp van een hoektruweel in de respectievelijke wapeningsmortel drukken. 2 Wapening Het Sto-Glasweefsel naar de hoeken en over de hoekweefels overlappen. Wapeningsweefsel Het Sto-glasweefsel is flexibel en gebruiksvriendelijk. Het formaat van het weefsel met zijn breedte van 1,10 m dekt met twee weefselstroken - bij horizontale weefselinbedding - precies een hele stellingpositie. Tip Silo- en machinetechniek In een silo kunnen diverse systeemcomponenten worden geleverd. Het gebruik van de silo- en machinetechnologie maakt een meer rationele verwerking mogelijk. 16 | Wapening Wapening Diagonaalwapening 1 Aansluitprofielen Ter hoogte van dagkanten (vensters, deuren, enz.) wordt het weefsel van het Sto-Stopprofiel Bravo of Picco in de wapening ingebed. 2 Wapening binnenhoek dagkant De binnenhoeken van dagkanten worden met Sto-Glasweefsel gewapend, waarbij de wapening in de binnenhoek minstens 10 cm overlapt. 6a 6b 3 Buitenhoeken dagkant Voor de buitenhoeken van dagkanten wordt het Sto-Hoekweefsel gebruikt. Het hoekprofiel aanbrengen en over de hele oppervlakte in de wapeningsmortel inbedden. Langs de dagkanten wordt de wapening in een hoek van 45° met een scherp mes afgesneden. Aan de buitenhoeken van de dagkanten de wapening proper en precies afsnijden. 7a 7b Wapening Vóór het aanbrengen van de wapening alle randen op uitstekend weefsel controleren en, waar nodig, bijsnijden. Daarna wapening volledig dekkend aanbrengen. 4 Diagonaalwapening Ter hoogte van venster- en deuropeningen moet vóór het aanbrengen van de wapeningslaag een diagonaalwapening worden geplaatst en in de mortel worden ingebed. Afmetingen: ca. 20/40 cm. De lange zijde moet het hoekpunt van de opening daarbij net raken. Niet verplicht bij StoTherm Classic Wapening Het Sto-Glasweefsel over de hele gevel en muuropeningen in de wapening inbedden. 5 Product-Tip Hoekstukken aan gevelopeningen Het gebruik van hoekvormige weefselstukken (Sto-Diagonaalweefsel dagkant) voor het wapenen van binnenhoeken aan dagkanten drukt de loonkosten. Wapening | 17 Systeemovergang Systeemovergang Stuc-stop Stootgevoelige plaatsen Product-Tip Produc t -Tip Het Sto-Pantserweefsel is een versterkt glasweefsel dat de drukweerstand op kritische plaatsen verhoogt. Het wordt in de wapeningsmortel ingebed. Sto-Stopprofielen Voor een mooie afwerking van het pleisterwerk wordt het gebruik van stucstopprofielen met weefsel aanbevolen. Het Sto-Stopprofiel bestaat uit een PVC -profiel met een geïntegreerd glasweefsel. Onderpleister aanbrengen en aansluitend glad strijken. 2a Sto-Stopprofiel plaatsen Eerst de stuc-stophoogte bepalen. De Sto-stuc-stop met weefsel aanbrengen, in de wapeningsmortel duwen en met behulp van een waterpas in een rechte lijn plaatsen. Het Sto-Pantserweefsel in een dunne laag mortel drukken. 2b Wapening De stuc-stop met weefsel wordt in de wapeningsmortel ingebed, waarbij overtollig materiaal verwijderd wordt en glad over het weefsel van de stuc-stop wordt afgestreken. De weefselstroken niet overlappen 3 Eindlaag De eindlaag (sierpleister) aanbrengen. Uitstekend materiaal langs de stuc-stop met weefsel verwijderen. Na het drogen van de onderpleister, de wapeningslaag zoals weergegeven op pagina 16 toepassen. 4 De onderste eindlaag (afbeelding: natuursteenpleister StoSuperlit) onderaan op het Sto-Stopprofiel laten aansluiten. Tip: Voor een betere verwerking, het Sto-Pantserweefsel vroegtijdig snijden en plat leggen. 18 | Systeemovergang op stootgevoelige plaatsen Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Balkon Druiplijst met Sto-Druipneusprofiel 1 Wapeningsmortel op de hoeken van de constructie aanbrengen. 2 Druipneusprofiel hoekstuk Plaatsen van het Sto-Druipneusprofiel hoekstuk. Sto-Druipneusprofiel ingebed in de wapeningslaag Isolatieplaat Lijmlaag Wapeningslaag Sto-Glasweefsel Eindlaag Aan elkaar koppelbaar P ro d u ct -T ip Sto-Druipneusprofiel Speciale druiplijstprofielen garanderen een efficiënte waterafvoer en extra bescherming bvb. ter hoogte van de overgang van het gevelvlak naar een plafond. Het biedt bovendien een oplossing op plaatsen waar een klassiek sokkelprofiel om esthetische redenen niet kan toegepast worden bvb. bij zichtbare onderzijde van het systeem. Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Systeemovergang met profielen | 19 Balkon Druiplijst 3 Druiplijstprofiel met weefsel inbedden Het Sto-Druipneusprofiel met weefsel aanbrengen en met het hoekstuk verbinden (inclipsen) en in de wapeningsmortel inbedden. 8 Aan de onderkant van het constructieelement het Sto-glasweefsel in de wapeningsmortel inbedden. 4 Het Sto-Druipneusprofiel uitlijnen. 9 Volledig gewapend constructie-element. 5 De Sto-Druipneusprofielen en de hoekstukken werden in de wapeningsmortel ingebed. 10 Eindlaag Na volledige uitdroging van de wapeningslaag, de eindlaag (sierpleister) aanbrengen. 6 Wapeningsweefsel Aan de voorzijde de hoekbewapening aanbrengen met Sto-Hoekweefsel. 11 Overtollige pleister aan de randen verwijderen. 7 Verdere bewapening met Sto-Glasweefsel. 12 Volledig afgewerkt constructie-element. 20 | Balkon Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Afwerking Pleisterstructuren Sierpleister 1 Aanbrengen van de eindlaag na volledige droging van de wapening. Nat-in-nat en aanzetloos pleisteren. Sierpleister niet verwerken bij sterke wind of directe bezonning, omdat dit de vorming van aanzetten, haarscheurtjes of poriën in de eindlaag kan bevorderen. K: krabpleister Een pleister met krabstructuur wordt op korreldikte aangebracht en met een plastic plakspaan gestructureerd. 2 Sierpleister met Lotus-Effect®: StoLotusan zorgt voor een sterk verminderde hechting van vuildeeltjes en is uitermate waterafstotend. Structuren: krab- (K) en modelleerstructuur (MP). Stolit Milano: structuurpleister Door deze pleister in verschillende dunne lagen aan te brengen, wordt een subtiel materiaaleffect gecreëerd. Er zijn verschillende afwerk- en reliëfvarianten mogelijk, van heel uitgesproken oppervlaktstructuren tot hele gladde. StoLit Milano is een zeer fijne pleister waarmee een zeer glad oppervlak kan gerealiseerd worden Organische sierpleister: Stolit is pasteus en machinaal verwerkbaar. Het product wordt gekenmerkt door een hoge elasticiteit, scheurvastheid, weersbestendigheid en waterdampdoorlaatbaarheid. Alternatief met QS-Technologie: Stolit QS. Structuren: Krab (K)-, groef (R)- en modelleerstructuur (MP). Siliconenharsgebonden sierpleister: StoSilco is pasteus en machinaal verwerkbaar. Het product wordt gekenmerkt door een hoge CO2- en waterdampdoorlaatbaarheid en een hoge weersbestendigheid. Alternatief met QS-Technologie: StoSilco QS. Structuren: krab- (K), groef- (R) en modelleerstructuur (MP). MP: modelleerpleister Fijnkorrelige pleisters worden aangebracht en met een penseel, spatel, truweel of spons gemodelleerd. Prod u c t- Ti p Tip QS-Technologie: Technologie die instaat voor een snelle huidvorming aan het oppervlak. Deze huid beschermt tegen lichte regen en lichte nachtvorst. Gebruik aanbevolen bij omgevings- en ondergrondtemperaturen tussen +1 °C en +10 °C en een relatieve luchtvochtigheid tot max. 95 %. Helderheidswaarde De helderheidswaarde vloeit voort uit de procentuele hoeveelheid licht die door een oppervlakte wordt gereflecteerd (100 % = wit, 0 % = zwart). Bij ETICS mogen alleen kleuren gebruikt worden met een helderheidswaarde van meer dan 20 %. Afwijkingen op deze regel kunnen onder bepaalde condities toegestaan worden. U kan uw aanvraag indienen bij het Technical Service Center via [email protected]. Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Afwerking | 21 Ramen en deuren Sto-Vensterbanken Waterdicht: Waterdichte Sto-Fentra Profi - dankzij het unieke, waterdichte concept van de kopschotten. Het onderste deel van het kopschot is doorlopend met een las aan de vensterbank verbonden. 1 2a Spanningsvrij: De zijdelingse, gepatenteerde kopschotten zijn voorzien van uitzetranden. Deze vangen thermische lengteveranderingen op. Hierdoor wordt het aansluitend pleisterwerk niet op druk belast. Systeemaansluitingen: Aansluitingen op andere constructie-elementen moeten voorzien worden van een aansluitvoeg met afdichtingsband. STO-HQ-DE-GEN Wärmedämm-Verbundsystem Rev.-Nr. 01/03.13 Fensterbank (Grundriss, Vertikalschnitt, Ansicht): Anschluss der StoFentra Profi W 501 Raccordement à la tablette de fenêtre existante Aansluiting raamkader Ter afdichting van de aansluitvoeg tussen Sto-Vensterbank en raamkader Sto-Vensterbankband (rood) op de achterzijde van de opkant van de vensterbank plakken. 2b Skiz ze (schematisch) Grundriss Vensterbankbevestiging Sto-Vensterbank positioneren en aan het raamkader bevestigen met speciale, meegeleverde vensterbankschroeven. A 3 4 Rondell Dübel versenken. P ro d u c t -T ip De Sto-Fentra Profi bestaat uit een vensterbank- en kopschotten. In de 1 kopschothouder is een uitzetrand voorHinweis: Dieses Detail ist ein allgemeiner, unverbindlicher Planungsvorschlag, der die Ausführung nur schematisch darstellt. Anwendbarkeit und Vollständigkeit sind vom Verarbeiter / Kunden zien die thermische lengteveranderingen beim jeweiligen Bauvorhaben eigenverantwortlich zu prüfen. Angrenzende Gewerke sind nur schematisch dargestellt. Alle Vorgaben und Annahmen sind auf die örtlichen Gegebenheiten anzupassen bzw. abzustimmen. Die jeweiligen technischen Vorgaben in den Merkblättern und Systemzulassungen sind zu beachten. opvangt. Varianten zoals binnen- en 2 buitenhoeken, rondingen, etc. vervolledigen het Sto-Fentra Profi-assortiment. Afdichting van holle ruimte Met Sto-PUR Pistolenschuim SE de holle ruimten ter hoogte van het kopschot en onder de vensterbank opvullen. 5 Afdichtingsband plaatsen De Sto-Zwelband niet strak aantrekken over de hoeken van het kopschot omdat de zwelband na het plaatsen van de isolatieplaten nog moet kunnen uitzetten. 22 | Vensters en deuren Aansluiting isolatie Ter afdichting van de aansluitvoeg Sto-Zwelband Lento doorlopend op de vensterbank en kopschotten kleven zodanig dat deze net binnen het vlak van de isolatie valt. 6 Isolatie De kopschotten nauwgezet uit de isolatieplaten snijden. Het latere oppervlak van de dagkant moet precies op de binnenkant van het kopschot aansluiten. Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Ramen en deuren Balkon-/Terrasbordessen Sto-Vensterbanken Ti p Sto-afdichtingsband stuiken, anders is er geen uitzetting mogelijk. Fout: De afdichtingsband is niet gestuikt, waardoor deze niet kan uitzetten. Juist: De afdichtingsband is gestuikt, waardoor deze kan uitzetten. Bij grote overstekken (bv. bij passiefhuizen) wordt de koudebrugvrije Sto-Bordesconsole PH voor balkon-/deur-/terrasbordessen gebruikt. Voor de inbouw van balkon-/deur-/terrasbordessen moeten met een tussenafstand van max. 75 cm Sto-bordesconsoles met een zijdelingse afstand tot de dagkant van ca. 25 cm worden ingebouwd. De daadwerkelijke overstek moet ter plaatse nagegaan worden, waarbij de bordesconsole dan dienovereenkomstig kan worden ingekort. Bij balkonbordessen > 250 mm overstek speciale uitvoering van bordesconsolen voorzien. De overstek van de bordesconsolen mag max. 50 mm korter zijn dan de overstek van de bordessen. Bij het inbouwen van vensterbanken zonder slagregendichte kopschotten zou idealiter onder de vensterbank - als tweede waterkerende laag - een afdichting moeten worden voorzien. Dit geldt ook voor vensterbanken in natuursteen. Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Vensters en deuren | 23 Ramen en deuren Vensteraansluiting Venster- en deuren moeten met gepaste aansluitprofielen of met afdichtingsbanden worden aangesloten. De aanbevolen Sto-Stopprofielen vindt u in onderstaande tekening. Alle aansluitingen van vensters met ruwbouw moeten door de plaatser van het schrijnwerk volgens de geldende normen worden uitgevoerd. 1a 2 1b Aansluitprofiel vastkleven Op maat snijden van het Sto-Stopprofiel Bravo. Aansluitend de afdichtingsband op de Sto-Vensterbank aanbrengen, daarna de beschermfolie van de kleefband van het profiel verwijderen en het profiel bovenop de afdichtingsband plaatsen. Het Sto-Stopprofiel goed tegen het raamkader aandrukken. 4 3 Venster beschermen De PVC -beschermstrip aan het Sto-Stopprofiel helpt om het venster efficiënt te beschermen tegen krassen en vervuiling. Isolatie aanwerken De isolatie goed tegen het Sto-Stopprofiel en/of zwelband aanwerken. 5 Weefsel overlappen Het weefsel van het Sto-Stopprofiel in de wapeningsmortel inwerken en indien mogelijk 10cm laten overlappen met het hoekweefsel. Bij zeer brede dagkanten moet een extra weefselstrook worden aangebracht. Wapening Het wapeningsweefsel in het gevelvlak tot over de gevelopening plaatsen en inbedden in de wapeningslaag. Langs de dagkanten wordt het wapeningsweefsel in een hoek van 45° met een scherp mes afgesneden. BELANGRIJK Deze verwerkingsrichtlijn sluit de aansluiting van vensters, deuren en beglazingselementen die vóór of gelijk met het pleisteroppervlak geplaatst worden, expliciet uit. Hiervoor dient geval per geval de technische dienst geraadpleegd te worden. 24 | Vensters en deuren De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en goedkeuringen moeten absoluut worden nageleefd. Ramen en deuren Bovendorpel - Brandschot Brandschot - Banderol De brandbeschermingsinrichtingen aan de buitenmuur van het gebouw dienen om een snelle verspreiding van het vuur boven de plaats waar de brand uitgebroken is, te voorkomen. Bovendien moet de tweede vluchtweg beschermd worden voor de hulpdiensten. In plaats van met een brandregel per venster te werken, kan men ook kiezen voor een scheiding per verdieping met behulp van een brandbanderol. Deze oplossing biedt de volgende voordelen: Enerzijds helpt ze tijd te besparen op de bouwwerf, anderzijds voorkomt ze verwerkingsfouten bij het aanbrengen van isolatiesystemen. De klassieke brandregel moet zich altijd direct boven de gebouwopening situeren. Omdat er zich op die plaats echter vaak installaties (bv. zonneweringen, rolluikkasten) bevinden, zijn er telkens opnieuw brandveiligheidstechnische evaluaties en deels aanzienlijke detailaanpassingen nodig. Bij de doorlopende brandregel/banderol mag de afstand tussen de onderkant van de bovendorpel en de onderkant van de brandregel echter variëren van 0 tot 50 cm. Ook de aansluitingsdetails van vensters die in hetzelfde vlak liggen als het metselwerk en/of vensters in het isolatievlak worden op die manier gemakkelijker hanteerbaar. Kruisvoegen van de EPS-isolatie met de MW-lamel moeten worden vermeden. Bovendorpel ter hoogte van gebouwopeningen De bovendorpel van een ETICS boven vensters en deuren krijgt het in geval van een uitslaande brand hard te verduren. Bij gebruik van het EPS -isolatiemateriaal met een dikte > 10 cm kan het vuur zich via het gevelisolatiesysteem verspreiden. Daarom moeten bovendorpels bij ETICS die gebruikmaken van het polystyreen met een dikte > 10 cm, bekleed worden met mineraalwol (zie detailtekeningen). Bij grotere dikten van isolatiemateriaal moeten de respectievelijke nationale brandveiligheidsvoorschriften nageleefd worden. Bovendorpel met brandregel / verticale doorsnede STO-HQ-DE-GEN Wärmedämm-Verbundsystem Rev.-Nr. 01/03.13 Fenster/Tür (Vertikalschnitt, Ansicht): Brandriegel am Sturz Omlopende brandregel (banderol) bij een gebouw met meerdere verdiepingen W 405 Dämmplatte > 10 cm EPS isolatieplaat > 10 cm Ondergrond Wandkonstruktion ≤ 4 cm Kleber Verlijming Sto-Gewebewinkel Sto-Hoekweefsel EPS isolatieplaat Lamelle/Steinwolle Lamelplaat uit mineraalwol, over het volledige oppervlak verlijmd bewehrter Unterputz Wapeningslaag Eindlaag (met indien nodig) Oberputz und ggf.verflaag Anstrich auftragen. Lamelplaat uit mineraalwol, over het volledige oppervlak verlijmd 20 cm Sto-Fugendichtband gemäß Technischem Sto-Zwelband Lento Merkblatt 30 cm 30 cm EPS isolatieplaat Wapeningslaag Eindlaag Sto-Zwelband Ramen stabiel en winddicht Befestigung und Winddichtigkeit derte monteren volgens de richtlijnen Fenster gemäß Angaben des van de raamfabrikant Fensterherstellers Hinweis: Dieses Detail ist ein allgemeiner, unverbindlicher Planungsvorschlag, der die Ausführung nur schematisch darstellt. Anwendbarkeit und Vollständigkeit sind vom Verarbeiter / Kunden beim jeweiligen Bauvorhaben eigenverantwortlich zu prüfen. Angrenzende Gewerke sind nur schematisch dargestellt. Alle Vorgaben und Annahmen sind auf die örtlichen Gegebenheiten Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. anzupassen bzw. abzustimmen. Die jeweiligen technischen Vorgaben in den Merkblättern und Systemzulassungen sind zu beachten. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Sto-Hoekweefsel Vensters en deuren | 25 Bevestiging van voorwerpen aan de gevel StoFix Zyrillo voor lichte elementen 1 StoFix Zyrillo De StoFix Zyrillo is een cilinder uit harde EPS met een diameter en een dikte van 7 cm. Deze Zyrillo is geschikt voor alle dikten van EPS -isolatieplaten (> 7 cm) en is bedoeld voor het bevestigen van lichte elementen, zoals huisnummers, hemelwaterafvoeren, buisringen, buitenlampen, enz. Voor het inbouwen ervan gebruik je een frees. 6 Vóór het aanbrengen van de wapening de positie van de StoFix Zyrillo markeren door in het midden een zelftappende schroef in te draaien. 2 Uitsparing frezen Met het freeshulpmiddel een uitsparing in de isolatieplaat frezen en alle freesstof verwijderen. 7 Wapeningslaag aanbrengen. 3 De Zyrillo in de uitsparing kleven Op het mantelvlak van de uitfrezing en op het binnenste cirkelvlak van de StoFix Zyrillo StoFix Coll als rups aanbrengen. 8 Het Sto-Glasweefsel in de wapeningslaag inwerken. 4 De StoFix Zyrillo in de uitfrezing plaatsen. 9 Montage van het lichte voorwerp De lamp monteren. STO-HQ-DE-GEN Wärmedämm-Verbundsystem Rev.-Nr. 01/03.13 Außenwand/Systemübergang (Vertikalschnitt): Regenfallrohrbefestigung W 290 Wandkonstruktion 5 De StoFix Zyrillo met behulp van een spaan in de isolatieplaat duwen, totdat er geen niveauverschil meer is tussen plaat en cilinder. Kleber Dämmplatte EPS isolatieplaat Wapeningslaag bewehrter Unterputz Oberputz und ggf. Anstrich auftragen. Eindlaag StoFix Zyrillo, StoFix Quader ND Mini oder StoFix Zyrillo StoFix Quader ND Midi Bevestiging van de regenpijp Befestigung desinstructies Regenfallrohres volgens de vangemäß de Angaben des Herstellers fabrikant 26 | Bevestiging van voorwerpen aan de gevel Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Bevestiging van voorwerpen aan de gevel Zware lasten StoFix Quader HD Maxi 1 StoFix Quader HD Maxi Het StoFix Quader HD Maxi-blok uit PUhardschuim met een warmtegeleidingscoëfficiënt van minder dan 0,040 W/mK wordt als beschermende ondergrond bij de bevestiging van zware lasten gebruikt. Met zijn drukweerstand van 2,3 N/mm² zijn deze blokken uitermate geschikt voor gebruik bij zonnewering, balustrades, luifels, enz. 2 Aftekening Het StoFix Quader HD Maxi-blok op de isolatieplaat aftekenen. 6 Bevestiging De locatie van het Quader-blok met een schroef markeren. Daarna wapeningslaag en sierpleister aanbrengen. Op de gemarkeerde plek een gat doorheen het blok tot in de ondergrond boren. Vervolgens plug inbrengen en schroef indraaien. STO-HQ-DE-GEN Wärmedämm-Verbundsystem Rev.-Nr. 01/03.13 StoFix Quader HD Maxi als drukvaste Außenwand/Systemübergang (Vertikalschnitt): Markisenbefestigung ondergrond W 270 voor gordingen van luifel en andere constructieelementen Ondergrond Wandkonstruktion Verlijming Kleber EPS-plaat Dämmplatte Wapeningslaag bewehrter Unterputz 3 Afwerking Oberputz und ggf. Anstrich auftragen. Uitsnijding Het afgetekende vlak uit het isolatiemateriaal snijden. StoFix Quader HD Maxi (Druckunterlage) StoFix Quader HD Maxi vollflächig verkleben. Luifel Markise 4 Kitvoegen uitgevoerd Befestigung worden der Markise gemäß Angabe volgens de richtlijnen van de des Tragwerksplaners fabrikant van de kit. Verlijmen Lijm aanbrengen op het Stofix Quaderblok en het in de gemaakte opening duwen. Achtung: Abdichtung einplanen (z. B. Sto-Fugendichtband Technischem Kitvoegen dienen gemäß periodiek Merkblatt)! gecontroleerd en indien nodig vervangen te worden. Hinweis: Dieses Detail ist ein allgemeiner, unverbindlicher Planungsvorschlag, der die Ausführung nur schematisch darstellt. Anwendbarkeit und Vollständigkeit sind vom Verarbeiter / Kunden beim jeweiligen Bauvorhaben eigenverantwortlich zu prüfen. Angrenzende Gewerke sind nur schematisch dargestellt. Alle Vorgaben und Annahmen sind auf die örtlichen Gegebenheiten anzupassen bzw. abzustimmen. Die jeweiligen technischen Vorgaben in den Merkblättern und Systemzulassungen sind zu beachten. 5 Opvulling van de voegen Voegen met Sto-pistoolschuim SE opvullen. Uitpuilend schuim afsnijden en na uitdroging vlakschuren. Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Bevestiging van voorwerpen aan de gevel | 27 Bevestiging van voorwerpen aan de gevel Dichting voor verankeringspunten van stellingen Zware lasten StoFix Trawik F Product-Tip StoFix Trawik F als valbeveiligingsinrichting Sto-Stellinggatenvulling Stellingankers laten gaten achter in de geïsoleerde en bepleisterde wand. Voor het opvullen van deze gaten wordt de StoStellinggatenvulling uit geïmpregneerd zachtschuim gebruikt. BELANGRIJK 1 Sto-Stellinggatenvulling 2 De holle ruimte achter de stellinggaten met geschikt isolatiemateriaal opvullen. Het zachtschuim samendrukken door het tussen uw handen te rollen. 3 Vervolgens het samengedrukte zacht schuim in het verankeringsgat schuiven. 4 Daarna met sierpleister over het gat heengaan. Eenmaal dat gebeurd is, zal er van het tegen slagregen beschermde, opgevulde gat niets meer te zien zijn. Sto heeft voor elke montage aan de gevel - van brievenbus tot balkon - het product dat u zoekt. Voor meer informatie over de StoFixmontage-elementen (afmetingen, draagvermogen, enz.) verwijzen we u graag naar onze productspecifieke technische documentatie. 28 | Bevestiging van voorwerpen aan de gevel De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische infofiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. Uitzetvoegen Dilatatieprofielen STO-HQ-DE-GEN Wärmedämm-Verbundsystem Rev.-Nr. 01/03.13 Gebäudedehnfuge (Grundriss): mit Sto-Dehnfugenprofil Typ E Voor zover er sprake is van constructieve uitzetvoegen, moeten ook deze in het ETICS overgenomen worden. Hiervoor worden zowel expanderende dilatatiebanden als dilatatieprofielen gebruikt. • Toegelaten voegbreedte: max. 50 mm. W 800 Dilatatieprofiel, toepassing gevelvlak Product-Tip Sto-Dilatatieprofielen Type E voor toepassing in effen gevelvlakken Type V voor toepassing in binnenhoeken. Voegbreedte: van 5 tot 30 mm. Sto-Dilatatieprofiel Sto-Dehnfugenprofil Typ Etype E met hoekprofiel langs beide zijden Kleber Lijmlaag Isolatieplaat Dämmplatte BELANGRIJK Om koudebruggen te vermijden, moeten de uitzetvoegen met isolatiemateriaal worden opgevuld. bewehrter Unterputz Wapeningslaag Wärmedämm-Verbundsystem STO-HQ-DE-GEN Afwerking Oberputz und ggf. Anstrich auftragen. Rev.-Nr. 01/03.13 Gebäudedehnfuge (Grundriss): mit Sto-Dehnfugenprofil Typ V in einer Innenecke W 805 Hinweis: Dieses Detail ist ein allgemeiner, unverbindlicher Planungsvorschlag, der die Ausführung nur schematisch darstellt. Anwendbarkeit und Vollständigkeit sind vom Verarbeiter / Kunden beim jeweiligen Bauvorhaben eigenverantwortlich zu prüfen. Angrenzende Gewerke sind nur schematisch dargestellt. Alle Vorgaben und Annahmen sind auf die örtlichen Gegebenheiten anzupassen bzw. abzustimmen. Die jeweiligen technischen Vorgaben in den Merkblättern und Systemzulassungen sind zu beachten. Dilatatieprofiel, toepassing binnenhoek Sto-Dilatatieprofiel Sto-Dehnfugenprofil Typ Vtype V met hoekprofiel langs één zijde keine Verklebung Eindlaag Lijmlaag Kleber Isolatieplaat Dämmplatte Wapeningslaag bewehrter Unterputz Oberputz und ggf. Anstrich auftragen. Afwerking Hinweis: Dieses Detail ist ein allgemeiner, unverbindlicher Planungsvorschlag, der die Ausführung nur schematisch darstellt. Anwendbarkeit und Vollständigkeit sind vom Verarbeiter / Kunden beim jeweiligen Bauvorhaben eigenverantwortlich zu prüfen. Angrenzende Gewerke sind nur schematisch dargestellt. Alle Vorgaben und Annahmen sind auf die örtlichen Gegebenheiten anzupassen bzw. abzustimmen. Die jeweiligen technischen Vorgaben in den Merkblättern und Systemzulassungen sind zu beachten. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische infofiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. Uitzetvoegen | 29 Uitzetvoegen Dilatatieprofielen 1 De zijkant van de voegen en ca. 20 cm van de aangrenzende vlakken met wapeningsmortel bestrijken. 6 Wapening De aangrenzende vlakken wapenen en het Sto-Glasweefsel over het hele vlak in de wapeningsmortel inwerken 2 Dilatatieprofiel inbedden Sto-Dilatatieprofiel E aanbrengen en in de wapeningsmortel inbedden. Voor een strak eindresultaat wordt ter fixatie en uitlijnen een strook polystyreen gebruikt. De breedte van de uitzegvoeg hangt af van de dikte van de polystyreenstrook. 7 V-groefje Ingebedde dilatatieprofielen moeten absoluut door middel van een V-groefje van de strook polystyreen gescheiden worden. 3 Overlapping langs boven De verwerking van de dilatatieprofielen gebeurt van onder naar boven. De dilatatieprofielen worden van bovenaf ca. 2 cm overlappend aangewerkt. 8 Eindlaag Na volledige uitdroging van de wapening de eindlaag aanbrengen. 4 V-groefje Ingebedde dilatatieprofielen moeten absoluut door middel van een V-groefje van polystyreenstroken gescheiden worden. 9 V-groefje Ingepleisterde dilatatieprofielen moeten absoluut door middel van een V-groefje van de strook polystyreen gescheiden worden. 5 Gescheiden voeg. 30 | Uitzetvoegen 10 De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische infofiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. Onder het maaiveld Sokkelisolatie in de zone van het spatwater Bij de sokkelisolatie in en onder het maaiveld wordt verondersteld dat reeds een afdichting voorhanden is. 5 Wapening De wapening met StoArmat Classic verloopt over de Sto-Sokkelplaat heen en eindigt ca. 5 cm overlappend met het funderingsmetselwerk. De wapeningslaag volledig dekkend aanbrengen. Dikte van de voltooide laag tussen 2 en 3,5 mm. 6 Wapeningsweefsel Het Sto-Glasweefsel in de vochtige wapeningslaag inbedden, waarbij de weefselstroken minstens 10 cm moeten overlappen. De wapeningslaag (wapeningsmassa en -weefsel) loopt tot aan de afdichting van de buitenmuur van de kelder of fundering. 7 Eindlaag De eindlaag met de sierpleisters StoLotusan, Stolit of StoSilco maken een bijkomende verflaag overbodig. 8 Louter in het ondergrondse gedeelte wordt een bijkomende laag StoFlexyl vanaf de buitenmuur van de kelder tot aan het maaiveld aangebracht. 9 Drainage Onontbeerlijk bij deze sokkelafsluiting is een regenwerende strook/grindbed met drainage. Opdat het water zou kunnen wegsijpelen, moet er een 20 à 30 cm brede laag rond grind worden voorzien. Het isolatiesysteem wordt bijkomend beschermd door middel van een noppenfolie. Info Het PU –kleefschuim, Sto-Turbofix, is niet geschikt voor gebruik in combinatie met sokkelisolatie in en onder het maaiveld. 1 Voorbehandeling van de ondergrond Sokkelzone tot ca. 30 à 50 cm boven het maaiveld vooraf bestrijken met StoFlexyl waaraan 10 % water werd toegevoegd (StoFlexyl in gewichtsverhouding van 1:1 met portlandcement vermengen). Droogtijd respecteren. 2 Lijm aanbrengen Na droging StoFlexyl (1:1 met cement) onverdund als lijm zowel op de ondergrond en als op de sokkelplaat aanbrengen en uitstrijken. 3 Plaatsing sokkelplaat Sto-sokkelplaten positioneren en stevig aandrukken. 4 Aansluitende isolatieplaat De 30 à 50 cm boven de grond aansluitende isolatieplaten worden ofwel over hun volledige oppervlakte (kamspaan), ofwel met behulp van de rand-streepmethode (ev. machinaal) gelijmd. De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische infofiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. Onder het maaiveld | 31 Ontdubbelen 1 Deze wijze van opbouw vereist minstens een gekleefde en mechanisch bevestigde eerste isolatielaag. Enkel in geval de ondergrond (geschilderd, gepleisterd, gekromd, plafond) of de hoogte een mechanische bevestiging verplicht, vervalt het pluggen van de eerste isolatielaag en wordt doorheen beide lagen, bij voorkeur verzonken, geplugd. 2 Kambedverlijming over de volledige oppervlakte van de tweede isolatielaag. 3 De hoekvertanding wordt vanaf een dikte van 14cm aangevuld met een kopse verkleving van de isolatieplaat met het montageschuim Sto –Turbofix 4 Kops gekleefd hoekverband over de hele oppervlakte 5 Uitpuilende PU-lijm wegsnijden. Bij isolatiedikten (> 20 cm), zoals we die bij laag-energiewoningen en passiefhuizen aantreffen, wordt een tweelagige plaatsing van de isolatieplaten aanbevolen. Daarbij moet de positionering van de tweede isolatielaag zowel in de hoogte als in de lengte verschillen van die van de eerste laag (geen doorlopende voegen!). x d y Door op deze manier twee lagen aan te brengen, kunnen warmebrugvrije, d = Dämmstärke eenvoudige aansluitingen verwezenlijkt worden (bv. ter hoogte van venx ≥ d, mindestens jedoch 10 cm steraansluitingen). y ≥ d, ideal: halbe Plattenhöhe, mindestens jedoch 10 cm Belangrijk Bij het plaatsen van de twee isolatielaag wordt aanbevolen om voor de verlijming voor het ‚floating/buttering‘-procedé te opteren, gezien het geringe absorberende vermogen van de ondergrond (EPS). 32 | Ontdubbelen De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische infofiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd. Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft. Rev.Nr.: 01/12.2013 Sto NV Z.5 Mollem 43 B-1730 Asse Tel.: +32 2 453 01 10 Fax: +32 2 453 03 01 [email protected] www.sto.be
© Copyright 2025 ExpyDoc