Online weergave (pdf)

Gevel | Gevelisolatiesystemen | Verwerking
Verwerkingsgids
StoTherm Classic
StoTherm Vario
Algemeen
Alle gegevens en waarden werden zorgvuldig gecontroleerd door Sto NV en zijn in technisch opzicht helemaal up-to-date. Ze zijn
bedoeld als algemene informatie en beogen geen objectspecifieke, concrete gebruikssituatie. Zo mogen ze meer bepaald niet als
garantieverklaringen worden beschouwd; ze worden gewoon ter informatie vermeld, zonder enige garantie met betrekking tot hun
toepasselijkheid op een concrete gebruikssituatie. Voor specifieke inlichtingen kunt u steeds terecht bij het Technical Service Center
(Tel.: 02/568 09 49).
Gelieve verder evenmin systeemvreemde materialen te gebruiken. De geschiktheid van het systeem wordt alleen bij gebruik van
zorgvuldig op elkaar afstemde systeemcomponenten van de firma Sto gegarandeerd. Voor het overige moeten voor alle vermelde
producten telkens ook de toepasselijke technische infofiches worden geraadpleegd en gerespecteerd.
Ten slotte dient nog opgemerkt dat bij het verschijnen van een nieuwe editie van dit document, deze versie haar geldigheid verliest.
Inhoud
Systeeminformatie
StoTherm Classic®4
Opbouw systeem
Systeembeschrijving
4
4
StoTherm Vario
5
Opbouw systeem
Systeembeschrijving
5
5
Voorbereiding
Steigers6
Ondergrond7
Sokkel8
Aansluiting
Bouwknopenvrij
Aansluiting ter hoogte van grond- en spatwaterzone
8
9
10
Plaatsing gevelisolatiesysteem
StoTherm Classic® en StoTherm Vario
11
Bevestigingswijzen
Isolatie
Kleven
Kleven en pluggen
Voorbereiding van de wapening
Wapening aanbrengen
Wapeningsweefsel en profielen
Afwerking
11
11
12
13
15
16
18
21
Uitvoering speciale details
Ramen en deuren
22
Bevestiging van voorwerpen aan de gevel
26
Uitzetvoegen / Dilatatieprofielen
29
Onder het maaiveld
31
Ontdubbelen32
Inhoud | 3
Opbouw systeem
Systeembeschrijving
StoTherm Classic®
StoTherm Classic®
Cementvrij gevelisolatiesysteem
met polystyreen isolatiepanelen.
1 2 3* 4 5
4
6
Toepassing
• Renovatie en nieuwbouw
• Ondergrond: metselwerk van kalkzandsteen,
baksteen of cellenbeton, betonwanden en prefabwanden.
Eigenschappen
• Zeer hoge scheurvastheid
• Sterk mechanisch belastbaar
• Thermisch isolerend
• Weersbestendig
• CO2- en waterdampdoorlatend
• Moeilijk ontvlambaar
• Bestand tegen micro-organismen zoals algen
en schimmels
Vormgeving
• Cementvrije, organische en siliconenharsgebonden
sierpleister
• In te kleuren volgens het StoColor-systeem
• Helderheidswaarde < 15 % mogelijk (op aanvraag)
• StoDeco Profielen
• Sto-steenstrips
Verwerking
• Cementvrije, kant-en-klare systeemcomponenten
• Arbeidsbesparende en rationele verwerking met
behulp van StoSilo Technologie en bouwplaatslogistiek.
• Uitgekiende detailoplossingen
• Bij cementvrij geen diagonaalwapening en
voorstrijk nodig
• Winterproducten, QS-technologie
Technische
Buitengevelisolatiesysteem StoTherm Classic
• 03/0027 ETA
• 08/2191 ATG
7*
1 Verlijmen: Sto-Turbofix
1 component PU-kleefschuim (isolatieplaten met tand en groef uit
geëxpandeerd polystyreen)
Alternatief: Sto-Baukleber / Sto-Levell Uni
Minerale kleefmortel, machinaal verwerkbaar.
Alternatief: Sto-Dispersionskleber 1)
Organische, kant-en-klare lijmmassa, machinaal verwerkbaar.
2 Isolatie: Sto-Isolatie EPS 15 SE 040 / Sto-Isolatie EPS Top 32
Isolatieplaat uit geëxpandeerd polystyreen volgens EN 13163.
CFK-vrij, moeilijk ontvlambaar, λ 0,032 of 0,040, krimpvrij.
3 Mechanische bevestiging *niet weergegeven
4 Wapeningsmortel: StoArmat Classic
Organische, cementvrije, kant-en-klare wapeningsmortel,
machinaal verwerkbaar.
goedkeuring
5 Wapeningsweefsel: Sto-Glasweefsel
6 Eindlaag: StoLotusan K/MP
Kant-en-klare sierpleister met Lotus-effect®,
Alternatief: Stolit K/R/MP
Kant-en-klare acrylaatgebonden sierpleister
Alternatief: StoSilco K/R/MP
Kant-en-klare siliconenharsgebonden sierpleister
7 Verflaag *niet weergegeven
met StoColor Lotusan G of StoColor Silco G
4 | Opbouw systeem/ Systeembeschrijving
Als StoTherm Classic op buitenwanden in houtbouw wordt gebruikt, moet voor het
verlijmen Sto-Dispersionskleber of StoTurbofix worden gebruikt.
1)
StoTherm Classic® is door het passiefhuisinstituut te
Darmstadt gecertificeerd als geschikt onderdeel voor
passiefhuizen.
Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd.
Systeemopbouw
Systeembeschrijving
StoTherm Vario
StoTherm Vario
1 2 3* 4 5 4 6
7
Toepassing
• Renovatie en nieuwbouw
• Ondergrond: metselwerk (beton, kalkzandsteen,
snelbouw, baksteen, cellenbeton)
• Isolatiedikte van 40 tot 400 mm
Eigenschappen
• Goede weerstand tegen micro-organismen zoals
algen en schimmels, in het bijzonder met een
extra aangebracht verfsysteem
• Zeer hoge scheurvastheid
• Sterk thermisch isolerend
• Zeer weersbestendig
• CO2- en waterdampdoorlatend
• Moeilijk ontvlambaar
• Ook geschikt voor laag-energiewoningen en
passiefhuizen
• Anti-elektrosmog optioneel
• Lotus-effect® optioneel
Vormgeving
Breed gamma aan afwerkingsmogelijkheden:
• Minerale pleisters: StoMiral
• Kunstharspleisters: StoSilco, Stolit, StoSuperlit
• Silicaatpleister: StoSil
• Steenstrips: Wienerberger of Sto-Steenstrips
• Keramiek, glasmozaiek
• StoDeco profielen
• In te kleuren volgens het StoColor-systeem (helderheidswaarde > 20)
Verwerking
• Arbeidsbesparende verwerking met behulp van
StoSilo Technieken
• Uitgebreide detailoplossingen
Technische
• ATG 11/2839
• ETA 05/0130
8*
1 Verlijmen: StoTurbofix
1-komponent PU-kleefschuim (isolatieplaten met tand en groef uit
geëxpandeerd polystyreen)
Alternatief: Sto-Baukleber / Sto-Levell Uni
Minerale kleefmortel, machinaal verwerkbaar.
2 Isolatie: Sto-Isolatie EPS 15 SE 040 / Sto-Isolatie EPS Top 32
Isolatieplaat uit geëxpandeerd polystyreen volgens EN 13163.
CFK-vrij, moeilijk ontvlambaar, λ 0,032 of 0,040, krimpvrij.
3 Mechanische bevestiging *niet weergegeven
4 Wapeningsmortel: StoLevell Uni
Mineraal gebonden wapeningsmortel, machinaal verwerkbaar.
5 Wapeningsweefsel: Sto-Glasweefsel
6 Voorstrijk: StoPrep Miral / StoPutzgrund
7 Eindlaag: StoLotusan K/MP
Kant-en-klare sierpleister met Lotus-effect®,
Alternatief: Stolit K/R/MP
Organische, cementvrije, kant-en-klare sierpleister
Alternatief: StoSilco K/R/MP
Kant-en-klare siliconenharsgebonden sierpleister
goedkeuringen
8 Verflaag: *niet weergegeven
met StoColor Lotusan G of StoColor Silco G
Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd.
StoTherm Vario | 5
Steigers
Steigers
Een belangrijk onderdeel bij de plaatsing van een ETICS1) is
het plaatsen van de steigers:
• de steigers dienen aan de veiligheidsvoorschriften te
voldoen
• voldoende tussenafstand met het gebouw voorzien,
rekening houdend met de voorziene isolatiedikte
• de bevestigingspunten van de steigers hebben een max.
diameter van 10 mm
• aan de steigers worden zeilen en eventueel afdekkappen
gehangen; deze beschermen de isolatie- en pleisterlagen
tegen wind, slagregen, en direct zonlicht.
Voorbereiden van de werken
Ondergrond
Het ETICS1) kan aangebracht worden vanaf het ogenblik dat
het dak, dakranden, ramen en deuren, vensterbanken en ev.
plinten geplaatst zijn.
Alle natte binnenwerkzaamheden werken dienen bij voorkeur
vooraf uitgevoerd te worden om een overvloedig watertransport doorheen het systeem te voorkomen. Indien niet anders
kan, dient er voor voldoende natuurlijke verluchting gezorgd
te worden of dienen bouwdrogers het vocht aan de binnenlucht te onttrekken.
De ondergrond dient vlak, droog, zuiver en draagkrachtig te
zijn. Kleine oneffenheden tot 15 mm kunnen opgevangen
worden door de kleefmortel bij de verlijming. In geval van grotere oneffenheden wordt de gevel vooraf uitgevlakt met een
cementering (bvb. Montenovo KZM Leicht) of door toepassing
van verschillende isolatiediktes.
Aandachtspunt bij gebruik van Sto-Isolatie Top 32:
Top 32 is een donkergrijze polystyreenplaat met een verbeterd
isolatievermogen (λ 0,032W/mK). Deze donkere kleur zorgt
voor een beperktere lichtreflectie. Hierdoor warmt deze plaat
meer op bij directe bezonning. Dit leidt tot spanningen in de
plaat. Om dit te vermijden, dienen zowel de aangebrachte
platen alsook de gestockeerde platen beschermd te worden
tegen direct zonlicht.
Boven de plaats waar gewerkt wordt, ter hoogte van de dakrand tot aan de buitenkant van de steiger dient een scherm
aangebracht te worden van voldoende lengte. Vanaf dit
scherm, tot op de hoogte waar wordt gewerkt aan de buitenkant van de steiger dient de gevel voldoende afgeschermd te
worden.
De overige werkzaamheden dienen zodanig te worden uitgevoerd dat geen stagnatie van de isolatiewerkzaamheden wordt
veroorzaakt
Isolatielogistiek
Voor een passiefhuis is ongeveer 2 à 2,5 keer zoveel isolatiemateriaal nodig. Dat heeft zo zijn gevolgen voor de werfinrichting en/of -logistiek. Hoewel de leveringstermijnen voor grotere isolatiedikten relatief kort gehouden kunnen worden, biedt
de 2-lagige uitvoering van de isolatielaag met gebruikelijke
dikten in dit opzicht bij naleveringen een bijkomend voordeel.
1)
6 | Steigers/ Voorbereiden van de werken
ETICS: External Thermal Insulation Composite System
Voorbereiding van de ondergrond
Ondergrondtabel
Alleen wanneer de ondergrond aan bepaalde criteria voldoet
en als de draagkracht ervan werd gecontroleerd, kan een
ETICS op vakkundige wijze worden aangebracht.
Bij vuile, sterk absorberende of oneffen ondergronden is een
voorbehandeling noodzakelijk.
Ondergrond
Voorbehandeling van de
ondergrond
Grondering
Gladde oppervlakken
Opruwen
–
Uitbloeiingen
Droog afborstelen/ wegvegen
–
Vocht
Bij niet-opstijgend vocht:
oorzaak elimineren, beschermen,
wachten tot alles droog is.
–
Organische en
siliconenharsgebonden
pleisterafwerking
Reinigen, draagkracht
controleren
–
Mos, algen, schimmels
Reinigen, laten drogen.
Grondering aanbrengen en grondig
naspoelen.
StoFungex
Stoffig, vuil
Wegvegen, afborstelen,
stoomstralen
–
Vettig, sporen van
ontkistingsolie
Hogedrukreiniger in combinatie
met schoonmaakmiddelen gebruiken. Nadien met proper water
afwassen en wachten tot alles
droog is.
–
Verflaag, afbladerend
Mechanisch verwijderen of afbijten.
Nadien met proper water afwassen
en wachten tot alles droog is.
–
Pleisterlaag, krijtend
Reinigen en gronderen
Stoplex W
Verflaag, krijtend
Afborstelen, reinigen en gronderen
Stoplex W
Absorberend
Reinigen en gronderen
Stoplex W
Oppervlakkig zandend
Reinigen en gronderen
StoPrim Micro
Mortelbramen
Afkappen, afkanten
–
Sinterhuid
Mechanisch verwijderen
–
Pleisterlaag, broos en
niet draagkrachtig
Mechanisch verwijderen
–
Pleisterlaag met
uitvallende stukken
Losse stukken verwijderen en gaten
met geschikte mortel opvullen,
voorgeschreven wachttijden
respecteren.
–
Oneffenheden2)
Afkappen van uitstekende delen en/ –
of egalisatiepleister met geschikte
mortel opvullen, voorgeschreven
wachttijden respecteren.
Open voegen > 5 mm
tussen platen
Opvullen van de voegen met
cementmortel; met montageschuim
gevulde voegen moeten eerst
worden uitgekrabd.
Draagkrachtige
pleisterlaag en/of
draagkrachtige
verflaag
Met proper water afwassen en
wachten tot alles droog is.
1)
Voor meer informatie over ondergronden, bv. welke lijm voor
welke ondergrond geschikt is, verwijzen we u graag naar de
respectievelijke technische fiches.
Ondergronden die met algen, schimmels of korstmossen
bedekt zijn, moeten altijd voorbehandeld worden. Hiertoe
wordt de wand gereinigd en met StoFungex behandeld. Na
minstens 48 uur het behandeld oppervlak grondig naspoelen
zodat alle actieve stoffen verdwijnen.
Voorbereidingen voor de plaatsing van een ETICS.
Controleer nauwgezet de staat van de ondergrond en kies
daarna de gepaste bevestigingstechniek. De ondergrond
moet gepast worden voorbehandeld.
Hou daarbij rekening met de correcte verwerkingstemperatuur
en het mogelijke bouwvocht. Binnenpleisterwerk en chape
moeten klaar en droog zijn, alvorens de isolatiewerken aan te
vatten. De minimale verwerkingstemperatuur bedraagt
+ 5 °C, behalve bij de Sto-QS-producten.
Deuren, vensters, rolluikkasten en horizontale afdekkingen
(vb. vensterbanken) moeten vóór de start van de isolatiewerken geplaatst zijn.
1)
–
1)
Bij opstijgend vocht met zichtbare vochtgrens volstaan deze voorbereidings
maatregelen niet.
2)
> 1,5 cm bij gelijmde systemen
Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd.
Voorbereiding van de ondergrond/ Ondergrondtabel | 7
Sokkel
Aansluiting
met Sto-Sokkelprofielen
1
De sokkelhoogte bepalen en
met een smetkoord markeren.
De Sto-Sokkelprofielen worden horizontaal en uitgelijnd
gemonteerd. Oneffenheden van
de wand opvangen met plastic
Sto-Uitvulplaatjes.
2
Bevestiging
Sto-Sokkelprofielen in de vereiste breedte met behulp van
slagpluggen om de ca. 33 cm
bevestigen. Door de pluggen
voorzichtig aan te brengen,
wordt een torsie van de profielen vermeden.
3
Overgang tussen profielen
De Sto-Sokkelprofielen, indien
mogelijk, altijd in de buitenste
gaten van de profielen bevestigen. De profielen koppelen met
Sto-Sokkelverbinders. Dilatatie
van het profiel wordt opgevangen door een afstand van min.
3 mm tussen de profielen te
bewaren.
4
Optie: Profiel voor hoeken
Voorgevormd Sto-Sokkelprofiel
voor hoeken.
5
Gebouwhoek
Aan gebouwhoeken het
Sto-Sokkelprofiel in verstek
plaatsten. Ook hier een sokkelverbinder voorzien over de
volledige lengte van het verstek.
Voor gebouwrondingen is er
een plooibaar sokkelprofiel verkrijgbaar.
1. Kelder of funderingsmetselwerk
2. StoFlexyl bestrijking (StoFlexyl 1:1 gemengd met cement + 10% water)
3. StoFlexyl kleefmortel (StoFlexyl 1:1 gemengd met cement)
4. Isolatieplaat: Sto-Isolatie EPS 30 SE 035
5. Wapeningslaag met wapeningsweefsel: StoFlexyl
(1:1 gemengd met cement) + StoGlasweefsel
6. Tussenlaag: StoPutzgrund
7. Afwerking: StoSuperlit of Stolit + 2 lagen met StoMaxicryl
8. Grind + drainage
9. Sto-Afdichtband
10. Sokkelprofiel
11. V-groefje
12. Noppenfolie (derden)
8 | Sokkel
Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd.
Sokkel
Sokkel zonder koudebruggen
1
P ro d u c t -T ip
Bij laag-energiewoningen en passiefhuizen (maar ook in het algemeen
bij gebouwen met een verwarmde en
geïsoleerde kelderverdieping) wordt het
gebruik van een koudebrugvrij sokkelsysteem aanbevolen.
Bij de verwerking onderscheidt men
twee gevallen:
1.) Gevelisolatie na sokkelisolatie: StoSokkelprofiel PH tussen sokkel- en gevelisolatie schuiven en in de wapeningslaag
inbedden.
2.) Sokkelisolatie na gevelisolatie:
Sto-Startprofiel PH-AL met pluggen
bevestigen aan de ondergrond; daarop
de isolatieplaten aanbrengen. Stosokkelprofiel PH-A aan de voorzijde van
de isolatieplaat met behulp van een
geïntegreerde kleefstrook bevestigen en
in de wapeningslaag inbedden. Voor het
verbinden van de profielen Sto-Sokkelverbinders gebruiken.
Geïsoleerde sokkel met Sto-Startprofiel PH-AL
en Sto-Sokkelprofiel PH-A
Inwerken van het Sto-Sokkelprofiel PH-A in de aangebrachte wapeningslaag.
Temperatuurverloop doorheen de dwarsdoorsnede
van de wand (simulatie)
De nagenoeg parallel
lopende isothermen tonen
dat de sokkeluitvoering met
het Sto-Sokkelprofiel PH-A
en het Sto-Startprofiel PH-AL
geen koudebrug vormt.
Sto-Sokkelprofiel PH-A
Lijmlaag
Isolatieplaten
Wapeningslaag
Wapeningsweefsel
Eindlaag
Plug
Sto-Startprofiel PH-AL
Sto-Afdichtband
Sto-Sokkelprofiel PH-A, 3 mm
Sto-Startprofiel PH-AL
V-groefje
Afdichting
Verlijming met StoFlexyl (1:1 gemengd met StoFlexyl cement)
Sto-Sokkelplaat
Wapeningslaag
Wapeningsweefsel
Sierpleister
Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd.
Sokkel | 9
Sokkel
Aansluiting ter hoogte van grond- en spatwaterzone
1. Kelder- of funderingsmetselwerk
1. Kelder- of funderingsmetselwerk
2. StoFlexyl bestrijking in 2 lagen
(StoFlexyl 1:1 gemengd met StoFlexyl cement + 10% water)
2. StoFlexyl bestrijking (StoFlexyl 1:1 gemengd met StoFlexyl cement
+ 10% water)
3. StoFlexyl-kleefmortel (StoFlexyl 1:1 gemengd met StoFlexyl
cement) aangebracht op 1 laag StoFlexyl bestrijking
3. StoFlexyl-kleefmortel (StoFlexyl 1:1 gemengd met StoFlexyl cement)
4. Sto-Isolatie EPS 30 SE 035
5. Wapeningslaag + wapeningsweefsel
5. Wapeningslaag + wapeningsweefsel: StoFlexyl
(1:1 gemengd met StoFlexyl cement)
6. Afwerkingslaag: Stolit; StoSilco; StoSuperlit; StoLotusan
6. Tussenlaag StoPutzgrund
7. Grind + drainage
7. Afwerking: Stolit; StoSuperlit
8. Tussenlaag StoPutzgrund
8. Grind + drainage
9. Noppenfolie (derden)
9. Sto-Zwelband
4. Sokkelplaat: Sto-Isolatie EPS 30 SE 035
10. StoSokkelprofiel PH-A
11. Noppenfolie (derden)
12. V-groefje
10 | Sokkel
Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd.
Bevestigingswijzen
Kleven
Isolatieplaatbevestiging
Isolatie
Kleven
1
Bij voor verkleving geschikte, draagkrachtige ondergronden (hechtsterkte > 0,08
N/mm2) met oneffenheden (verschillen
tot max 1,5 cm/m) wordt de isolatieplaat
gekleefd. Daartoe moet het kleefoppervlak minstens 40 % bedragen in aangedrukte toestand.
Sto-Isolatie EPS met tand en groefsysteem.
De tand en groef-verbinding heeft als
voordeel dat de platen onderling niet verschuiven onder invloed van de lichte druk
van het PU-schuim waardoor het schuren
tot een minimum beperkt wordt.
2
Isolatie kleven of
kleven en pluggen
Sto-Isolatie EPS-platen voldoen aan de
hoogste kwaliteitseisen qua maatvastheid, stabiliteit en haaksheid. Ze zijn
leverbaar met stompe randen of met
tand- en groef.
Kleven en pluggen
Bij voor verkleving geschikte ondergronden zonder toereikende draagkracht
(hechtsterkte < 0,08 N/mm2), of in geval
van twijfel, is een supplementaire bevestiging met schotelpluggen (ev. volgens
statisch berekening) noodzakelijk.
Isolatie kleven met
Sto-Turbofix
Tip
De polystyreen platen tegen UV-straling en vocht beschermen. Geen
vochtige of natte isolatieplaten gebruiken.
Verkleving van de isolatieplaten
Wanneer de lijmmortel te lang onaangeroerd op de isolatieplaat of wand gelaten wordt, vormt er zich op de lijmmortel
een vel dat tot hechtingsproblemen leiden kan. Daarom moeten de isolatieplaten onmiddellijk na het aanbrengen van de
lijmmortel, uiterlijk na max. 10 minuten tegen de gevel aangedrukt worden en correct gepositioneerd.
De isolatieplaten moeten in halfsteens verband en goed
aansluitend worden gekleefd, waarbij open voegen zoveel
als mogelijk vermeden dienen te worden. Eventuele spleten
moeten met Sto -PUR –Pistolenschuim of met stukken isolatie
opgevuld worden. Om koudebruggen te vermijden, moeten
voegen en plaatranden lijmmortelvrij gehouden worden.
Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd.
Kleven | 11
Isolatieplaatbevestiging
Kleven
2a
Kleven met Sto-Turbofix
Verkleving over de hele
oppervlakte
Bij vlakke ondergronden lijmmortel over de hele oppervlakte
van de isolatieplaat aanbrengen.
De mortel vervolgens uitspreiden met kamspaan 15/15 mm.
De kamspaan daarbij niet te vlak
houden. Bij het bevestigen van
de platen steunplank gebruiken.
2c
Aanbrengen van PU-Kleefschuim op de isolatieplaten
Aanbrengen van een omlopende
lijmworst met in het midden een
W of M.
• Verlijmingspercentage: ≥ 40%
• Verklevingspercentage: 100%
Na het aandrukken van de isolatieplaat moet het kleefcontact
minstens 40% bedragen.
Na het aandrukken van de isolatieplaat moet het verkleefde
percentage van het oppervlak
zowel langs de kant van de
ondergrond als de kant van de
plaat zichtbaar zijn.
2b
2d
Machinaal aanbrengen van
lijmmortel op de wand
Lijmmortel aanbrengen in de
vorm van een worst.
• Verklevingspercentage: ≥ 60%
Na het aandrukken van de isolatieplaat moet het kleefcontact
minstens 60 % bedragen.
Rand-streep-verkleving
Bij oneffen ondergronden tot
1,5 cm een omlopende lijmworst
aanbrengen ter hoogte van de
rand en 2 stroken dwars en
gelijkmatig over de plaat verdeeld.
• Verklevingspercentage: ≥ 40%
3
Plaatsing van de isolatieplaten
Isolatieplaten van onder naar boven in
halfsteensverband plaatsen en stevig aandrukken. Ter hoogte van de gebouwhoeken de platen getand plaatsen. De platen
goed tegen de wand duwen. Uitpuilende
lijm verwijderen om koudebruggen te
vermijden.
Bij het verkleven met Sto-Turbofix moeten
de geplaatste isolatieplaten met een lange
waterpas na max. 10 minuten, waar
nodig, extra aangedrukt en gecorrigeerd
worden.
12 | Kleven
Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd.
Isolatieplaatbevestiging
Kleven en pluggen
Ondergrond:
Bij draagkrachtige ondergronden optioneel bijkomende
bevestiging met schotelpluggen voorzien in geval van
geschilderde, gepleisterde of gekromde gevelvlakken en in
geval van plafonds. StoSlagschotelpluggen UEZ –SK 8/60
en StoSchroefschotelpluggen UEZ 8/60 overeenkomstig het
toepasselijke plugschema aanbrengen.
Verankeringsdiepte:
In overeenstemming met de voorschriften moet de plug voldoende diep in de ondergrond worden verankerd. De materiaaldikte van tegels en oude pleisterlagen worden niet in de
verankeringsgrond meegerekend.
Meting van de uittrekweerstand:
Bij twijfelachtige ondergronden moet de uittrekweerstand via
meting op de werf bepaald worden.
Plugspecificaties:
Het aantal pluggen is afhankelijk van de hoogte en de locatie
(in het vlak of in de randzone) en wordt in bijgevoegde tabel
weergegeven. De bevestiging met pluggen gebeurt onder de
wapeningslaag. Voor een gelijkmatig plugpatroon zorgen.
Plugverbruik
Advies Sto/m2
Hoogte (m)
Randzone
In het vlak
0 – 8
8
6
8 – 20
10
6
> 20
14
6
i.g.v. ≥ 0,20 kN/plug
R (Randzone) = gebouwbreedte : 8 en 1m < R < 2m
Randzone
In het vlak
Gebouwhoogte:
> 20 m
STO-HQ-DE-GEN
Wärmedämm-Verbundsystem
Rev.-Nr. 01/03.13
Systemschnitt (Vertikalschnitt): Verdübelung und Verklebung
W 010
Gebouwhoogte:
8 m – 20 m
Gevelisolatiesysteem, verlijmd en verzonken geplugd
Ondergrond
Wandkonstruktion
Gebouwhoogte:
bis 8 m
Rondell
Sto-Thermorondel EPS
Sto-Schotelplug
Dübel
Kleber
Lijmlaag
a
Isolatieplaat
Dämmplatte
a = Afstand van de buitenste pluggen tov de rand.
Bij metselwerk min. 10 cm, bij beton min. 5 cm.
bewehrter
Unterputz
Wapeningslaag
Sto-glasweefsel
ggf.
Voranstrich
Oberputz
und ggf.
Anstrich
auftragen.
Voorstrijk
(indien
nodig)
Eindlaag
De hoogte van het gebouw is in 3 zones verdeeld. Het benodigde aantal pluggen is afhankelijk van de hoogte en van de
ondergrond. In de randzone worden meer pluggen voorzien
dan in het vlak.
Opgelet:
detailweergave
een algemeen,
planningsvoorstel
dat de uitvoering
louter schematisch
weergeeft.
Hinweis: Dieses
Detail ist deze
ein allgemeiner,
unverbindlicherisPlanungsvorschlag,
der vrijblijvend
die Ausführung nur
schematisch darstellt. Anwendbarkeit
und Vollständigkeit
sind vom Verarbeiter
/ Kunden
beim jeweiligen
zu prüfen. Angrenzende
Gewerke sind nurin
schematisch
Vorgaben undinAnnahmen
sind auf diefiches
örtlichenen
Gegebenheiten
DeBauvorhaben
concrete eigenverantwortlich
technische voorschriften
en aanduidingen
verbanddargestellt.
met deAlle
producten
de technische
toelatingen moeten absoluut worden nageleefd.
anzupassen bzw. abzustimmen. Die jeweiligen technischen Vorgaben in den Merkblättern und Systemzulassungen sind zu beachten.
Kleven en pluggen | 13
Isolatieplaatbevestiging
Kleven en pluggen
Variant I
Kleven en pluggen
Variant II
1
Sto-Thermobevestiging: systeem ter
vermijding van plugaftekeningen
Beperken van de koudebruggen en
voorkomen van plugaftekeningen door
toepassing van pluggen met verzonken
en geïsoleerde plugkoppen. Bestaande uit
Sto-Slagschotelplug, Sto-Thermofrees en
Sto-Thermorondellen.
1
Sto-Thermobevestiging
Eerst wordt zoals gewoonlijk het gat voor
de plug geboord.
2
Thermobevestiging
Eerst wordt zoals gewoonlijk het gat voor
de plug geboord. De Sto-Thermofrees
door de isolatie heen duwen en boren.
Hierdoor wordt het EPS weggefreesd.
2
Plug plaatsen,
Sto-Schroefschotelplug UEZ 8/60.
3
Sto-Slagschotelpluggen aanbrengen
De Sto-Slagpluggen aanbrengen en met
de Sto-thermorondellen EPS afsluiten.
3
De thermisch onderbroken plug
wordt machinaal in de isolatie verzonken.
Daarbij bepaalt het opzetstuk
(Sto-Thermoplug II MT) de precieze en
uniforme boordiepte. Van lastig freesstof
is er geen sprake omdat het isolatiemateriaal achter de schotel samengedrukt
wordt.
4
Sto-Thermorondel EPS vlakschuren.
De pluggen vermijden aftekeningen op
het pleisteroppervlak en minimaliseren
koudebruggen.
4
Ten slotte wordt de polystyreen rondel in
de uitsparing geplaatst. Het resultaat: een
gesloten, vlakke isolatielaag die voorkomt
dat achteraf in de gevel de pluggen zich
aftekenen.
14 | Kleven en pluggen
Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd.
Isolatieplaatbevestiging
Kleven en pluggen
Variant III Ecotwist
1
Wapening
Voorbereiding van de wapening
Boor de gaten met een afstand van 10
cm tot de rand van de isolatieplaat.
Opmerking
Na het plaatsen van de isolatie gebeurt een zorgvuldige controle om
een onberispelijk systeem te garanderen. Spleten en voegaftekeningen
door warmteverliezen kunnen hierdoor vermeden worden.
Isolatieplaatcontrole
Voorafgaand aan de wapening moet
nagegaan worden of de isolatieplaten
overal goed aansluitend geplaatst en vlak
geschuurd werden. De wapening pas na
uitharding van de lijm aanbrengen, ten
vroegste na 24 uur.
2
Stel de aanslag op het gereedschap in op
de dikte van de isolatie.
3
De Sto-Ecotwist-plug in het boorgat
steken en aandrukken tot tegen de
isolatie.
2
Opvulling van de voegen
Open voegen met vulschuim of stroken
isolatiemateriaal opvullen. Zo worden
aftekeningen in de eindlaag, scheuren,
enz. vermeden.
4
Draai de plug in de isolatie tot de aanslag
gelijk komt met het isolatievlak
3
Isolatieplaten schuren
Verspringingen aan de isolatieplaatranden
wegschuren en schuurrestanten verwijderen.
5
Sluit het kleine gaatje in de isolatie af met
een Sto-Ecotwist VE afdichtingselement
of met Sto-Pistolenschuim SE. Snij later
het overtollige schuim weg met een
cuttermes.
1
Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd.
Produc t -Tip
Machinaal schuren van de isolatieplaten
Verspringingen in het isolatieoppervlak
wegschuren met Inoplan.
Voorbereiding van de wapening | 15
Wapening
Gevelvlakken
1
2
Hoeken
Wapeningslaag
De wapeningslaag manueel of machinaal
aanbrengen. Dikte van voltooide laag
conform de technische voorschriften.
Product-Tip
Sto-Hoekweefsel
Voor de vorming van hoeken wordt het
gebruik van hoekprofielen (Sto-Hoekweefsel of Sto-Hoekweefsel op rol)
aanbevolen. Het Sto-Hoekweefsel -profiel
is een hoek van 90° makende weefselstrook, versterkt met een kunststofrail.
Weefselinbedding
Het wapeningsweefsel in de verse wapeningslaag inbedden. De weefselstroken
moeten 10 cm overlappen. Het wapeningsweefsel wordt volledig in de wapeningslaag ingebed.
Product-Tip
Sto-Hoekweefsel op rol
Alternatief: de Sto-Hoekweefsel op rol is
een profiel met variabele hoek en geïntegreerd glasweefsel. Dit product wordt in
een handige verpakking geleverd, die aan
de stelling kan worden bevestigd.
Sto-Hoekweefsel op rol wordt rechtstreeks van de rol op maat van de hele
lengte van de gebouwhoek gesneden.
Zo kunt u hinderlijke overlappingen en
afval vermijden.
1
Aanbrengen
Het hoekprofiel (Sto-Hoekweefsel of StoHoekweefsel op rol) met behulp van een
hoektruweel in de respectievelijke wapeningsmortel drukken.
2
Wapening
Het Sto-Glasweefsel naar de hoeken en
over de hoekweefels overlappen.
Wapeningsweefsel
Het Sto-glasweefsel is flexibel en
gebruiksvriendelijk. Het formaat van het
weefsel met zijn breedte van 1,10 m dekt
met twee weefselstroken - bij horizontale
weefselinbedding - precies een hele stellingpositie.
Tip
Silo- en machinetechniek
In een silo kunnen diverse systeemcomponenten worden geleverd. Het gebruik
van de silo- en machinetechnologie
maakt een meer rationele verwerking
mogelijk.
16 | Wapening
Wapening
Diagonaalwapening
1
Aansluitprofielen
Ter hoogte van dagkanten (vensters,
deuren, enz.) wordt het weefsel van
het Sto-Stopprofiel Bravo of Picco in de
wapening ingebed.
2
Wapening binnenhoek dagkant
De binnenhoeken van dagkanten worden
met Sto-Glasweefsel gewapend, waarbij
de wapening in de binnenhoek minstens
10 cm overlapt.
6a
6b
3
Buitenhoeken dagkant
Voor de buitenhoeken van dagkanten
wordt het Sto-Hoekweefsel gebruikt.
Het hoekprofiel aanbrengen en over de
hele oppervlakte in de wapeningsmortel
inbedden.
Langs de dagkanten wordt
de wapening in een hoek
van 45° met een scherp mes
afgesneden.
Aan de buitenhoeken van de
dagkanten de wapening proper
en precies afsnijden.
7a
7b
Wapening
Vóór het aanbrengen van de
wapening alle randen op uitstekend weefsel controleren
en, waar nodig, bijsnijden.
Daarna wapening volledig
dekkend aanbrengen.
4
Diagonaalwapening
Ter hoogte van venster- en deuropeningen moet vóór het aanbrengen van de
wapeningslaag een diagonaalwapening
worden geplaatst en in de mortel worden
ingebed. Afmetingen: ca. 20/40 cm. De
lange zijde moet het hoekpunt van de
opening daarbij net raken.
Niet verplicht bij StoTherm Classic
Wapening
Het Sto-Glasweefsel over de hele gevel en
muuropeningen in de wapening inbedden.
5
Product-Tip
Hoekstukken aan gevelopeningen
Het gebruik van hoekvormige weefselstukken
(Sto-Diagonaalweefsel dagkant) voor het
wapenen van binnenhoeken aan dagkanten
drukt de loonkosten.
Wapening | 17
Systeemovergang
Systeemovergang
Stuc-stop
Stootgevoelige plaatsen
Product-Tip
Produc t -Tip
Het Sto-Pantserweefsel is een versterkt
glasweefsel dat de drukweerstand op
kritische plaatsen verhoogt. Het wordt
in de wapeningsmortel ingebed.
Sto-Stopprofielen
Voor een mooie afwerking van het
pleisterwerk wordt het gebruik van stucstopprofielen met weefsel aanbevolen. Het
Sto-Stopprofiel bestaat uit een PVC -profiel
met een geïntegreerd glasweefsel.
Onderpleister aanbrengen en aansluitend
glad strijken.
2a
Sto-Stopprofiel plaatsen
Eerst de stuc-stophoogte bepalen. De
Sto-stuc-stop met weefsel aanbrengen,
in de wapeningsmortel duwen en met
behulp van een waterpas in een rechte
lijn plaatsen.
Het Sto-Pantserweefsel in een dunne laag
mortel drukken.
2b
Wapening
De stuc-stop met weefsel wordt in de
wapeningsmortel ingebed, waarbij overtollig materiaal verwijderd wordt en glad
over het weefsel van de stuc-stop wordt
afgestreken.
De weefselstroken niet overlappen
3
Eindlaag
De eindlaag (sierpleister) aanbrengen.
Uitstekend materiaal langs de stuc-stop
met weefsel verwijderen.
Na het drogen van de onderpleister, de
wapeningslaag zoals weergegeven op
pagina 16 toepassen.
4
De onderste eindlaag (afbeelding: natuursteenpleister StoSuperlit) onderaan op het
Sto-Stopprofiel laten aansluiten.
Tip: Voor een betere verwerking, het
Sto-Pantserweefsel vroegtijdig snijden en
plat leggen.
18 | Systeemovergang op stootgevoelige plaatsen
Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd.
Balkon
Druiplijst
met Sto-Druipneusprofiel
1
Wapeningsmortel op de hoeken van de
constructie aanbrengen.
2
Druipneusprofiel hoekstuk
Plaatsen van het Sto-Druipneusprofiel
hoekstuk.
Sto-Druipneusprofiel ingebed
in de wapeningslaag
Isolatieplaat
Lijmlaag
Wapeningslaag
Sto-Glasweefsel
Eindlaag
Aan elkaar koppelbaar
P ro d u ct -T ip
Sto-Druipneusprofiel
Speciale druiplijstprofielen garanderen
een efficiënte waterafvoer en extra
bescherming bvb. ter hoogte van de
overgang van het gevelvlak naar een
plafond. Het biedt bovendien een
oplossing op plaatsen waar een klassiek
sokkelprofiel om esthetische redenen
niet kan toegepast worden bvb. bij
zichtbare onderzijde van het systeem.
Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd.
Systeemovergang met profielen | 19
Balkon
Druiplijst
3
Druiplijstprofiel met weefsel inbedden
Het Sto-Druipneusprofiel met weefsel
aanbrengen en met het hoekstuk verbinden (inclipsen) en in de wapeningsmortel
inbedden.
8
Aan de onderkant van het constructieelement het Sto-glasweefsel in de wapeningsmortel inbedden.
4
Het Sto-Druipneusprofiel uitlijnen.
9
Volledig gewapend constructie-element.
5
De Sto-Druipneusprofielen en de hoekstukken werden in de wapeningsmortel
ingebed.
10
Eindlaag
Na volledige uitdroging van de wapeningslaag, de eindlaag (sierpleister) aanbrengen.
6
Wapeningsweefsel
Aan de voorzijde de hoekbewapening
aanbrengen met Sto-Hoekweefsel.
11
Overtollige pleister aan de randen verwijderen.
7
Verdere bewapening met Sto-Glasweefsel.
12
Volledig afgewerkt constructie-element.
20 | Balkon
Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd.
Afwerking
Pleisterstructuren
Sierpleister
1
Aanbrengen van de eindlaag na volledige
droging van de wapening. Nat-in-nat
en aanzetloos pleisteren. Sierpleister
niet verwerken bij sterke wind of directe
bezonning, omdat dit de vorming van
aanzetten, haarscheurtjes of poriën in de
eindlaag kan bevorderen.
K: krabpleister
Een pleister met krabstructuur wordt
op korreldikte aangebracht en met een
plastic plakspaan gestructureerd.
2
Sierpleister met Lotus-Effect®:
StoLotusan zorgt voor een sterk verminderde hechting van vuildeeltjes en is uitermate waterafstotend. Structuren: krab- (K)
en modelleerstructuur (MP).
Stolit Milano: structuurpleister
Door deze pleister in verschillende dunne
lagen aan te brengen, wordt een subtiel
materiaaleffect gecreëerd. Er zijn verschillende afwerk- en reliëfvarianten mogelijk,
van heel uitgesproken oppervlaktstructuren tot hele gladde. StoLit Milano is een
zeer fijne pleister waarmee een zeer glad
oppervlak kan gerealiseerd worden
Organische sierpleister:
Stolit is pasteus en machinaal verwerkbaar.
Het product wordt gekenmerkt door een
hoge elasticiteit, scheurvastheid, weersbestendigheid en waterdampdoorlaatbaarheid.
Alternatief met QS-Technologie: Stolit QS.
Structuren: Krab (K)-, groef (R)- en modelleerstructuur (MP).
Siliconenharsgebonden sierpleister:
StoSilco is pasteus en machinaal verwerkbaar. Het product wordt gekenmerkt door
een hoge CO2- en waterdampdoorlaatbaarheid en een hoge weersbestendigheid.
Alternatief met QS-Technologie:
StoSilco QS.
Structuren: krab- (K), groef- (R) en modelleerstructuur (MP).
MP: modelleerpleister
Fijnkorrelige pleisters worden aangebracht en met een penseel, spatel, truweel of spons gemodelleerd.
Prod u c t- Ti p
Tip
QS-Technologie:
Technologie die instaat voor een snelle huidvorming aan het oppervlak.
Deze huid beschermt tegen lichte regen en lichte nachtvorst. Gebruik
aanbevolen bij omgevings- en ondergrondtemperaturen tussen +1 °C
en +10 °C en een relatieve luchtvochtigheid tot max. 95 %.
Helderheidswaarde
De helderheidswaarde vloeit voort uit de
procentuele hoeveelheid licht die door
een oppervlakte wordt gereflecteerd (100
% = wit, 0 % = zwart).
Bij ETICS mogen alleen kleuren gebruikt
worden met een helderheidswaarde van
meer dan 20 %. Afwijkingen op deze
regel kunnen onder bepaalde condities
toegestaan worden. U kan uw aanvraag
indienen bij het Technical Service Center
via [email protected].
Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd.
Afwerking | 21
Ramen en deuren
Sto-Vensterbanken
Waterdicht:
Waterdichte Sto-Fentra Profi - dankzij het unieke, waterdichte concept van
de kopschotten. Het onderste deel van het kopschot is doorlopend met
een las aan de vensterbank verbonden.
1
2a
Spanningsvrij:
De zijdelingse, gepatenteerde kopschotten zijn voorzien van uitzetranden.
Deze vangen thermische lengteveranderingen op. Hierdoor wordt het
aansluitend pleisterwerk niet op druk belast.
Systeemaansluitingen:
Aansluitingen op andere constructie-elementen moeten voorzien worden
van een aansluitvoeg met afdichtingsband.
STO-HQ-DE-GEN
Wärmedämm-Verbundsystem
Rev.-Nr. 01/03.13
Fensterbank (Grundriss, Vertikalschnitt, Ansicht): Anschluss der StoFentra
Profi
W 501
Raccordement à la tablette de fenêtre existante
Aansluiting raamkader
Ter afdichting van de aansluitvoeg tussen Sto-Vensterbank en raamkader
Sto-Vensterbankband (rood) op de achterzijde van de opkant van de
vensterbank plakken.
2b
Skiz ze (schematisch)
Grundriss
Vensterbankbevestiging
Sto-Vensterbank positioneren en
aan het raamkader bevestigen met
speciale, meegeleverde vensterbankschroeven.
A
3
4
Rondell
Dübel versenken.
P ro d u c t -T ip
De Sto-Fentra Profi bestaat uit een
vensterbank- en kopschotten. In de
1
kopschothouder is een uitzetrand voorHinweis: Dieses Detail ist ein allgemeiner, unverbindlicher Planungsvorschlag, der die Ausführung nur schematisch darstellt. Anwendbarkeit und Vollständigkeit sind vom Verarbeiter / Kunden
zien
die
thermische
lengteveranderingen
beim jeweiligen Bauvorhaben eigenverantwortlich zu prüfen. Angrenzende Gewerke sind nur schematisch
dargestellt.
Alle Vorgaben
und Annahmen sind auf die
örtlichen Gegebenheiten
anzupassen bzw. abzustimmen. Die jeweiligen technischen Vorgaben in den Merkblättern und Systemzulassungen sind zu beachten.
opvangt. Varianten zoals binnen- en
2
buitenhoeken, rondingen, etc. vervolledigen het Sto-Fentra Profi-assortiment.
Afdichting van holle ruimte
Met Sto-PUR Pistolenschuim SE de
holle ruimten ter hoogte van het
kopschot en onder de vensterbank
opvullen.
5
Afdichtingsband plaatsen
De Sto-Zwelband niet strak aantrekken over de hoeken van het
kopschot omdat de zwelband na
het plaatsen van de isolatieplaten
nog moet kunnen uitzetten.
22 | Vensters en deuren
Aansluiting isolatie
Ter afdichting van de aansluitvoeg
Sto-Zwelband Lento doorlopend
op de vensterbank en kopschotten
kleven zodanig dat deze net binnen het vlak van de isolatie valt.
6
Isolatie
De kopschotten nauwgezet uit de
isolatieplaten snijden. Het latere
oppervlak van de dagkant moet
precies op de binnenkant van het
kopschot aansluiten.
Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd.
Ramen en deuren
Balkon-/Terrasbordessen
Sto-Vensterbanken
Ti p
Sto-afdichtingsband stuiken, anders is er geen uitzetting mogelijk.
Fout:
De afdichtingsband is niet gestuikt,
waardoor deze niet kan uitzetten.
Juist:
De afdichtingsband is gestuikt, waardoor deze kan uitzetten.
Bij grote overstekken (bv. bij passiefhuizen) wordt de koudebrugvrije
Sto-Bordesconsole PH voor balkon-/deur-/terrasbordessen gebruikt.
Voor de inbouw van balkon-/deur-/terrasbordessen moeten met een tussenafstand van max. 75 cm Sto-bordesconsoles met een zijdelingse afstand tot
de dagkant van ca. 25 cm worden ingebouwd.
De daadwerkelijke overstek moet ter plaatse nagegaan worden, waarbij de
bordesconsole dan dienovereenkomstig kan worden ingekort. Bij balkonbordessen > 250 mm overstek speciale uitvoering van bordesconsolen
voorzien. De overstek van de bordesconsolen mag max. 50 mm korter zijn
dan de overstek van de bordessen.
Bij het inbouwen van vensterbanken zonder slagregendichte kopschotten
zou idealiter onder de vensterbank - als tweede waterkerende laag - een
afdichting moeten worden voorzien. Dit geldt ook voor vensterbanken in
natuursteen.
Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd.
Vensters en deuren | 23
Ramen en deuren
Vensteraansluiting
Venster- en deuren moeten met gepaste aansluitprofielen of met afdichtingsbanden worden aangesloten.
De aanbevolen Sto-Stopprofielen vindt u in onderstaande tekening. Alle aansluitingen van vensters met ruwbouw moeten door de plaatser van het schrijnwerk volgens de geldende normen worden uitgevoerd.
1a
2
1b
Aansluitprofiel vastkleven
Op maat snijden van het Sto-Stopprofiel Bravo. Aansluitend de afdichtingsband op de Sto-Vensterbank aanbrengen, daarna de beschermfolie van de
kleefband van het profiel verwijderen en het profiel bovenop de afdichtingsband plaatsen. Het Sto-Stopprofiel goed tegen het raamkader aandrukken.
4
3
Venster beschermen
De PVC -beschermstrip aan het
Sto-Stopprofiel helpt om het
venster efficiënt te beschermen
tegen krassen en vervuiling.
Isolatie aanwerken
De isolatie goed tegen het
Sto-Stopprofiel en/of zwelband
aanwerken.
5
Weefsel overlappen
Het weefsel van het Sto-Stopprofiel in de wapeningsmortel
inwerken en indien mogelijk
10cm laten overlappen met het
hoekweefsel. Bij zeer brede dagkanten moet een extra weefselstrook worden aangebracht.
Wapening
Het wapeningsweefsel in het
gevelvlak tot over de gevelopening plaatsen en inbedden in de
wapeningslaag. Langs de dagkanten wordt het wapeningsweefsel in een hoek van 45° met
een scherp mes afgesneden.
BELANGRIJK
Deze verwerkingsrichtlijn sluit de aansluiting van vensters, deuren en beglazingselementen die vóór of gelijk met het pleisteroppervlak geplaatst worden,
expliciet uit. Hiervoor dient geval per geval de technische dienst geraadpleegd
te worden.
24 | Vensters en deuren
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en goedkeuringen moeten absoluut worden nageleefd.
Ramen en deuren
Bovendorpel - Brandschot
Brandschot - Banderol
De brandbeschermingsinrichtingen aan de buitenmuur van
het gebouw dienen om een snelle verspreiding van het vuur
boven de plaats waar de brand uitgebroken is, te voorkomen.
Bovendien moet de tweede vluchtweg beschermd worden
voor de hulpdiensten.
In plaats van met een brandregel per venster te werken, kan
men ook kiezen voor een scheiding per verdieping met behulp
van een brandbanderol. Deze oplossing biedt de volgende
voordelen: Enerzijds helpt ze tijd te besparen op de bouwwerf, anderzijds voorkomt ze verwerkingsfouten bij het aanbrengen van isolatiesystemen. De klassieke brandregel moet
zich altijd direct boven de gebouwopening situeren. Omdat er
zich op die plaats echter vaak installaties (bv. zonneweringen,
rolluikkasten) bevinden, zijn er telkens opnieuw brandveiligheidstechnische evaluaties en deels aanzienlijke detailaanpassingen nodig. Bij de doorlopende brandregel/banderol mag
de afstand tussen de onderkant van de bovendorpel en de
onderkant van de brandregel echter variëren van 0 tot 50 cm.
Ook de aansluitingsdetails van vensters die in hetzelfde vlak
liggen als het metselwerk en/of vensters in het isolatievlak
worden op die manier gemakkelijker hanteerbaar. Kruisvoegen van de EPS-isolatie met de MW-lamel moeten worden
vermeden.
Bovendorpel ter hoogte van gebouwopeningen
De bovendorpel van een ETICS boven vensters en deuren
krijgt het in geval van een uitslaande brand hard te verduren.
Bij gebruik van het EPS -isolatiemateriaal met een dikte > 10
cm kan het vuur zich via het gevelisolatiesysteem verspreiden.
Daarom moeten bovendorpels bij ETICS die gebruikmaken van
het polystyreen met een dikte > 10 cm, bekleed worden met
mineraalwol (zie detailtekeningen).
Bij grotere dikten van isolatiemateriaal moeten de respectievelijke nationale brandveiligheidsvoorschriften nageleefd
worden.
Bovendorpel met brandregel / verticale doorsnede
STO-HQ-DE-GEN
Wärmedämm-Verbundsystem
Rev.-Nr. 01/03.13
Fenster/Tür (Vertikalschnitt, Ansicht): Brandriegel am Sturz
Omlopende brandregel
(banderol) bij een gebouw
met meerdere verdiepingen
W 405
Dämmplatte
> 10 cm
EPS
isolatieplaat
> 10 cm
Ondergrond
Wandkonstruktion
≤ 4 cm
Kleber
Verlijming
Sto-Gewebewinkel
Sto-Hoekweefsel
EPS isolatieplaat
Lamelle/Steinwolle
Lamelplaat
uit mineraalwol, over het volledige
oppervlak verlijmd
bewehrter Unterputz
Wapeningslaag
Eindlaag
(met
indien nodig)
Oberputz und
ggf.verflaag
Anstrich auftragen.
Lamelplaat uit mineraalwol, over het
volledige oppervlak verlijmd
20 cm
Sto-Fugendichtband gemäß Technischem
Sto-Zwelband Lento
Merkblatt
30 cm
30 cm
EPS isolatieplaat
Wapeningslaag
Eindlaag
Sto-Zwelband
Ramen
stabiel
en winddicht
Befestigung
und Winddichtigkeit
derte
monteren volgens de richtlijnen
Fenster gemäß Angaben des
van de raamfabrikant
Fensterherstellers
Hinweis: Dieses Detail ist ein allgemeiner, unverbindlicher Planungsvorschlag, der die Ausführung nur schematisch darstellt. Anwendbarkeit und Vollständigkeit sind vom Verarbeiter / Kunden
beim jeweiligen Bauvorhaben eigenverantwortlich zu prüfen. Angrenzende Gewerke sind nur schematisch dargestellt. Alle Vorgaben und Annahmen sind auf die örtlichen Gegebenheiten
Opgelet:
deze detailweergave
is een
algemeen,
vrijblijvend
planningsvoorstel
dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
anzupassen
bzw. abzustimmen.
Die jeweiligen technischen
Vorgaben
in den Merkblättern
und Systemzulassungen
sind zu beachten.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd.
Sto-Hoekweefsel
Vensters en deuren | 25
Bevestiging van voorwerpen aan de gevel
StoFix Zyrillo voor lichte elementen
1
StoFix Zyrillo
De StoFix Zyrillo is een cilinder uit harde
EPS met een diameter en een dikte van
7 cm. Deze Zyrillo is geschikt voor alle
dikten van EPS -isolatieplaten (> 7 cm) en
is bedoeld voor het bevestigen van lichte
elementen, zoals huisnummers, hemelwaterafvoeren, buisringen, buitenlampen,
enz. Voor het inbouwen ervan gebruik je
een frees.
6
Vóór het aanbrengen van de wapening
de positie van de StoFix Zyrillo markeren
door in het midden een zelftappende
schroef in te draaien.
2
Uitsparing frezen
Met het freeshulpmiddel een uitsparing
in de isolatieplaat frezen en alle freesstof
verwijderen.
7
Wapeningslaag aanbrengen.
3
De Zyrillo in de uitsparing kleven
Op het mantelvlak van de uitfrezing en
op het binnenste cirkelvlak van de StoFix
Zyrillo StoFix Coll als rups aanbrengen.
8
Het Sto-Glasweefsel in de wapeningslaag
inwerken.
4
De StoFix Zyrillo in de uitfrezing plaatsen.
9
Montage van het lichte voorwerp
De lamp monteren.
STO-HQ-DE-GEN
Wärmedämm-Verbundsystem
Rev.-Nr. 01/03.13
Außenwand/Systemübergang (Vertikalschnitt): Regenfallrohrbefestigung
W 290
Wandkonstruktion
5
De StoFix Zyrillo met behulp van een
spaan in de isolatieplaat duwen, totdat er
geen niveauverschil meer is tussen plaat
en cilinder.
Kleber
Dämmplatte
EPS isolatieplaat
Wapeningslaag
bewehrter
Unterputz
Oberputz
und ggf. Anstrich auftragen.
Eindlaag
StoFix Zyrillo, StoFix Quader ND Mini oder
StoFix Zyrillo
StoFix Quader ND Midi
Bevestiging van de regenpijp
Befestigung
desinstructies
Regenfallrohres
volgens de
vangemäß
de
Angaben
des Herstellers
fabrikant
26 | Bevestiging van voorwerpen aan de gevel
Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd.
Bevestiging van voorwerpen aan de gevel
Zware lasten
StoFix Quader HD Maxi
1
StoFix Quader HD Maxi
Het StoFix Quader HD Maxi-blok uit PUhardschuim met een warmtegeleidingscoëfficiënt van minder dan 0,040 W/mK
wordt als beschermende ondergrond bij
de bevestiging van zware lasten gebruikt.
Met zijn drukweerstand van 2,3 N/mm²
zijn deze blokken uitermate geschikt voor
gebruik bij zonnewering, balustrades,
luifels, enz.
2
Aftekening
Het StoFix Quader HD Maxi-blok op de
isolatieplaat aftekenen.
6
Bevestiging
De locatie van het Quader-blok met een
schroef markeren. Daarna wapeningslaag
en sierpleister aanbrengen. Op de gemarkeerde plek een gat doorheen het blok
tot in de ondergrond boren. Vervolgens
plug inbrengen en schroef indraaien.
STO-HQ-DE-GEN
Wärmedämm-Verbundsystem
Rev.-Nr. 01/03.13
StoFix Quader
HD Maxi
als drukvaste
Außenwand/Systemübergang
(Vertikalschnitt):
Markisenbefestigung
ondergrond
W 270
voor gordingen van luifel en andere constructieelementen
Ondergrond
Wandkonstruktion
Verlijming
Kleber
EPS-plaat
Dämmplatte
Wapeningslaag
bewehrter Unterputz
3
Afwerking
Oberputz und ggf. Anstrich auftragen.
Uitsnijding
Het afgetekende vlak uit het isolatiemateriaal snijden.
StoFix Quader
HD Maxi
(Druckunterlage)
StoFix
Quader
HD Maxi
vollflächig verkleben.
Luifel
Markise
4
Kitvoegen
uitgevoerd
Befestigung worden
der Markise
gemäß Angabe
volgens
de richtlijnen van de
des Tragwerksplaners
fabrikant van de kit.
Verlijmen
Lijm aanbrengen op het Stofix Quaderblok en het in de gemaakte opening
duwen.
Achtung: Abdichtung einplanen (z. B.
Sto-Fugendichtband
Technischem
Kitvoegen
dienen gemäß
periodiek
Merkblatt)!
gecontroleerd
en indien nodig
vervangen te worden.
Hinweis: Dieses Detail ist ein allgemeiner, unverbindlicher Planungsvorschlag, der die Ausführung nur schematisch darstellt. Anwendbarkeit und Vollständigkeit sind vom Verarbeiter / Kunden
beim jeweiligen Bauvorhaben eigenverantwortlich zu prüfen. Angrenzende Gewerke sind nur schematisch dargestellt. Alle Vorgaben und Annahmen sind auf die örtlichen Gegebenheiten
anzupassen bzw. abzustimmen. Die jeweiligen technischen Vorgaben in den Merkblättern und Systemzulassungen sind zu beachten.
5
Opvulling van de voegen
Voegen met Sto-pistoolschuim SE opvullen. Uitpuilend schuim afsnijden en na
uitdroging vlakschuren.
Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische fiches en toelatingen moeten absoluut worden nageleefd.
Bevestiging van voorwerpen aan de gevel | 27
Bevestiging van voorwerpen aan de
gevel
Dichting voor verankeringspunten
van stellingen
Zware lasten
StoFix Trawik F
Product-Tip
StoFix Trawik F als valbeveiligingsinrichting
Sto-Stellinggatenvulling
Stellingankers laten gaten achter in de
geïsoleerde en bepleisterde wand. Voor
het opvullen van deze gaten wordt de StoStellinggatenvulling uit geïmpregneerd
zachtschuim gebruikt.
BELANGRIJK
1
Sto-Stellinggatenvulling
2
De holle ruimte achter de stellinggaten
met geschikt isolatiemateriaal opvullen.
Het zachtschuim samendrukken door het
tussen uw handen te rollen.
3
Vervolgens het samengedrukte zacht
schuim in het verankeringsgat schuiven.
4
Daarna met sierpleister over het gat heengaan. Eenmaal dat gebeurd is, zal er van
het tegen slagregen beschermde, opgevulde gat niets meer te zien zijn.
Sto heeft voor elke montage aan de gevel - van brievenbus tot balkon - het product dat u zoekt. Voor meer informatie over de StoFixmontage-elementen (afmetingen, draagvermogen, enz.) verwijzen we
u graag naar onze productspecifieke technische documentatie.
28 | Bevestiging van voorwerpen aan de gevel
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische infofiches en toelatingen moeten absoluut worden
nageleefd. Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
Uitzetvoegen
Dilatatieprofielen
STO-HQ-DE-GEN
Wärmedämm-Verbundsystem
Rev.-Nr. 01/03.13
Gebäudedehnfuge (Grundriss): mit Sto-Dehnfugenprofil Typ E
Voor zover er sprake is van constructieve uitzetvoegen, moeten ook deze in het ETICS overgenomen worden. Hiervoor
worden zowel expanderende dilatatiebanden als dilatatieprofielen gebruikt.
• Toegelaten voegbreedte: max. 50 mm.
W 800
Dilatatieprofiel, toepassing gevelvlak
Product-Tip
Sto-Dilatatieprofielen
Type E voor toepassing in effen gevelvlakken
Type V voor toepassing in binnenhoeken.
Voegbreedte: van 5 tot 30 mm.
Sto-Dilatatieprofiel
Sto-Dehnfugenprofil
Typ Etype E met
hoekprofiel langs beide zijden
Kleber
Lijmlaag
Isolatieplaat
Dämmplatte
BELANGRIJK
Om koudebruggen te vermijden, moeten de uitzetvoegen met isolatiemateriaal worden opgevuld.
bewehrter
Unterputz
Wapeningslaag
Wärmedämm-Verbundsystem
STO-HQ-DE-GEN
Afwerking
Oberputz
und ggf. Anstrich auftragen.
Rev.-Nr. 01/03.13
Gebäudedehnfuge (Grundriss): mit Sto-Dehnfugenprofil Typ V in einer
Innenecke
W 805
Hinweis: Dieses Detail ist ein allgemeiner, unverbindlicher Planungsvorschlag, der die Ausführung nur schematisch darstellt. Anwendbarkeit und Vollständigkeit sind vom Verarbeiter / Kunden
beim jeweiligen Bauvorhaben eigenverantwortlich zu prüfen. Angrenzende Gewerke sind nur schematisch dargestellt. Alle Vorgaben und Annahmen sind auf die örtlichen Gegebenheiten
anzupassen bzw. abzustimmen. Die jeweiligen technischen Vorgaben in den Merkblättern und Systemzulassungen sind zu beachten.
Dilatatieprofiel, toepassing binnenhoek
Sto-Dilatatieprofiel
Sto-Dehnfugenprofil
Typ Vtype V met
hoekprofiel langs één zijde
keine
Verklebung
Eindlaag
Lijmlaag
Kleber
Isolatieplaat
Dämmplatte
Wapeningslaag
bewehrter
Unterputz
Oberputz
und ggf. Anstrich auftragen.
Afwerking
Hinweis: Dieses Detail ist ein allgemeiner, unverbindlicher Planungsvorschlag, der die Ausführung nur schematisch darstellt. Anwendbarkeit und Vollständigkeit sind vom Verarbeiter / Kunden
beim jeweiligen Bauvorhaben eigenverantwortlich zu prüfen. Angrenzende Gewerke sind nur schematisch dargestellt. Alle Vorgaben und Annahmen sind auf die örtlichen Gegebenheiten
anzupassen bzw. abzustimmen. Die jeweiligen technischen Vorgaben in den Merkblättern und Systemzulassungen sind zu beachten.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische infofiches en toelatingen moeten absoluut worden
nageleefd. Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
Uitzetvoegen | 29
Uitzetvoegen
Dilatatieprofielen
1
De zijkant van de voegen en ca. 20 cm
van de aangrenzende vlakken met wapeningsmortel bestrijken.
6
Wapening
De aangrenzende vlakken wapenen en
het Sto-Glasweefsel over het hele vlak in
de wapeningsmortel inwerken
2
Dilatatieprofiel inbedden
Sto-Dilatatieprofiel E aanbrengen en in
de wapeningsmortel inbedden. Voor een
strak eindresultaat wordt ter fixatie en
uitlijnen een strook polystyreen gebruikt.
De breedte van de uitzegvoeg hangt af
van de dikte van de polystyreenstrook.
7
V-groefje
Ingebedde dilatatieprofielen moeten
absoluut door middel van een V-groefje
van de strook polystyreen gescheiden
worden.
3
Overlapping langs boven
De verwerking van de dilatatieprofielen
gebeurt van onder naar boven. De dilatatieprofielen worden van bovenaf ca. 2 cm
overlappend aangewerkt.
8
Eindlaag
Na volledige uitdroging van de wapening
de eindlaag aanbrengen.
4
V-groefje
Ingebedde dilatatieprofielen moeten
absoluut door middel van een V-groefje
van polystyreenstroken gescheiden worden.
9
V-groefje
Ingepleisterde dilatatieprofielen moeten
absoluut door middel van een V-groefje
van de strook polystyreen gescheiden
worden.
5
Gescheiden voeg.
30 | Uitzetvoegen
10
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische infofiches en toelatingen moeten absoluut worden
nageleefd. Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
Onder het maaiveld
Sokkelisolatie in de zone van het spatwater
Bij de sokkelisolatie in en onder het maaiveld wordt verondersteld dat reeds een afdichting voorhanden is.
5
Wapening
De wapening met StoArmat Classic
verloopt over de Sto-Sokkelplaat heen
en eindigt ca. 5 cm overlappend met het
funderingsmetselwerk. De wapeningslaag
volledig dekkend aanbrengen. Dikte van
de voltooide laag tussen 2 en 3,5 mm.
6
Wapeningsweefsel
Het Sto-Glasweefsel in de vochtige wapeningslaag inbedden, waarbij de weefselstroken minstens 10 cm moeten overlappen. De wapeningslaag (wapeningsmassa
en -weefsel) loopt tot aan de afdichting
van de buitenmuur van de kelder of
fundering.
7
Eindlaag
De eindlaag met de sierpleisters
StoLotusan, Stolit of StoSilco maken
een bijkomende verflaag overbodig.
8
Louter in het ondergrondse gedeelte
wordt een bijkomende laag StoFlexyl
vanaf de buitenmuur van de kelder tot
aan het maaiveld aangebracht.
9
Drainage
Onontbeerlijk bij deze sokkelafsluiting is
een regenwerende strook/grindbed met
drainage. Opdat het water zou kunnen
wegsijpelen, moet er een 20 à 30 cm
brede laag rond grind worden voorzien.
Het isolatiesysteem wordt bijkomend
beschermd door middel van een noppenfolie.
Info
Het PU –kleefschuim, Sto-Turbofix, is niet geschikt voor gebruik in
combinatie met sokkelisolatie in en onder het maaiveld.
1
Voorbehandeling van de ondergrond
Sokkelzone tot ca. 30 à 50 cm boven het
maaiveld vooraf bestrijken met StoFlexyl
waaraan 10 % water werd toegevoegd
(StoFlexyl in gewichtsverhouding van 1:1
met portlandcement vermengen).
Droogtijd respecteren.
2
Lijm aanbrengen
Na droging StoFlexyl (1:1 met cement)
onverdund als lijm zowel op de ondergrond en als op de sokkelplaat aanbrengen en uitstrijken.
3
Plaatsing sokkelplaat
Sto-sokkelplaten positioneren en stevig
aandrukken.
4
Aansluitende isolatieplaat
De 30 à 50 cm boven de grond aansluitende isolatieplaten worden ofwel over
hun volledige oppervlakte (kamspaan),
ofwel met behulp van de rand-streepmethode (ev. machinaal) gelijmd.
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische infofiches en toelatingen moeten absoluut worden
nageleefd. Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
Onder het maaiveld | 31
Ontdubbelen
1
Deze wijze van opbouw vereist minstens
een gekleefde en mechanisch bevestigde
eerste isolatielaag. Enkel in geval de
ondergrond (geschilderd, gepleisterd,
gekromd, plafond) of de hoogte een
mechanische bevestiging verplicht, vervalt
het pluggen van de eerste isolatielaag en
wordt doorheen beide lagen, bij voorkeur
verzonken, geplugd.
2
Kambedverlijming over de volledige
oppervlakte van de tweede isolatielaag.
3
De hoekvertanding wordt vanaf een dikte
van 14cm aangevuld met een kopse
verkleving van de isolatieplaat met het
montageschuim Sto –Turbofix
4
Kops gekleefd hoekverband over de hele
oppervlakte
5
Uitpuilende PU-lijm wegsnijden.
Bij isolatiedikten (> 20 cm), zoals we die bij laag-energiewoningen en passiefhuizen aantreffen, wordt een tweelagige plaatsing van de isolatieplaten
aanbevolen. Daarbij moet de positionering van de tweede isolatielaag zowel
in de hoogte als in de lengte verschillen van die van de eerste laag (geen
doorlopende voegen!).
x
d
y
Door
op deze manier twee lagen aan te brengen, kunnen warmebrugvrije,
d = Dämmstärke
eenvoudige aansluitingen verwezenlijkt worden (bv. ter hoogte van venx ≥ d, mindestens jedoch 10 cm
steraansluitingen).
y ≥ d, ideal: halbe Plattenhöhe, mindestens jedoch 10 cm
Belangrijk
Bij het plaatsen van de twee isolatielaag wordt aanbevolen om voor
de verlijming voor het ‚floating/buttering‘-procedé te opteren, gezien
het geringe absorberende vermogen van de ondergrond (EPS).
32 | Ontdubbelen
De concrete technische voorschriften en aanduidingen in verband met de producten in de technische infofiches en toelatingen moeten absoluut worden
nageleefd. Opgelet: deze detailweergave is een algemeen, vrijblijvend planningsvoorstel dat de uitvoering louter schematisch weergeeft.
Rev.Nr.: 01/12.2013
Sto NV
Z.5 Mollem 43
B-1730 Asse
Tel.: +32 2 453 01 10
Fax: +32 2 453 03 01
[email protected]
www.sto.be