Bestekbeschrijving niet akoestische VBIONEN Prefab betonelement met geïntegreerde voorzetwand Deze bestekbeschrijving is geënt op het Typebestek 250, versie 2.2. en dient aangepast te worden overeenkomstig het concrete project. HOOFDSTUK 3 : MATERIALEN 7. STEENSLAG: ROLGRIND, RUWE STEEN EN BROKKEN PUIN 7.2.1.1.A Rolsteen 7.2.1.1.A.1 Rolsteen voor opvulling van de voorzetwand van prefab betonelementen De rolsteen is te gebruiken als vulmateriaal voor de ruimte tussen de voorzetnetten en het prefab betonelement (Lelement of wandelement). Voor de vulling zijn de plaatsingsvoorschriften van de leverancier van het prefab betonelement te volgen. Het kaliber van de rolstenen is 60 mm / 100 mm. Steensoort en kleur : te bepalen De aannemer moet een technische fiche opstellen en deze ter goedkeuring voorleggen aan de bouwheer of zijn afgevaardigde. OF 7.2.1.1.B Ruwe Breuksteen 7.2.1.1.B.1 Ruwe breuksteen voor opvulling van de voorzetwand van prefab betonelementen De ruwe breuksteen is te gebruiken als vulmateriaal voor de ruimte tussen de voorzetnetten en het prefab betonelement (L-element of wandelement). Voor de vulling zijn de plaatsingsvoorschriften van de leverancier van het prefab betonelement te volgen. Het kaliber van de breukstenen is 60 mm / 100 mm. Steensoort en kleur : te bepalen De aannemer moet een technische fiche opstellen en deze ter goedkeuring voorleggen aan de bouwheer of zijn afgevaardigde. 41. GEPREFABRICEERDE KOP-EN KEERMUREN VAN GEWAPEND BETON 41.A. Algemeen Het standaardbestek 250 (versie 2.2), inclusief de aanvullingen en wijzigingen, is van toepassing. Onderstaande bepalingen vullen het TB 250 aan of wijzigen mogelijks een aantal bepalingen van dit algemene bestek. Voor de geotechnische berekeningen is het typebestek 260 versie 1 van toepassing. De geprefabriceerde betonelementen worden berekend overeenkomstig de geldende en van toepassing zijnde normen en Eurocodes. De prefab betonelementen : te bepalen - zijn voorzien van een voet : L-element zijn vlak en worden geplaatst tussen stalen H-kolommen : vlak wandelement De betonelementen hebben een grond- of waterkerende functie : te bepalen 41.B. Beschrijving geïntegreerde voorzetwand 41.B.1. Algemeen In het prefab betonelement worden tijdens de productie aan de ‘voorzijde’ specifieke flexankers in gebetonneerd. Zij worden in het betonelement verankerd achter de hoofdwapening. Aan het uiteinde van deze ankers worden metalen netten bevestigd zodat er een ruimte wordt gecreëerd voor de voorzetwand. Deze ruimte wordt opgevuld met materialen volgens punt 7 van dit hoofdstuk 3. De lengte van de flexankers bepaalt de dikte van de voorzetwand. Kenmerken van de materialen : • • • Het prefab betonelement is gewapend met wapeningsstaal FeB 500 Betonkwaliteit : minimaal C55/67 Milieuklasse beton : XC4, XA2, XF2, XF3, XD3, XA3, XS3, XM2 : te bepalen • • • • • • • Kleur beton : licht grijs Afwerking voorzijde betonelement : gebezemde structuur Afwerking ‘achterzijde betonelement’ : glad beton, architectonisch beton (bv uitgewassen silex, …), voorzieningen (bv houten zwaluwstaartlatten) voor bevestiging van metalen netten voor beplanting, … : te bepalen Metalen flexankers : De ankers zijn speciaal ontwikkeld voor het aanbrengen van de voorzetnetten en hebben een specifieke vorm met krul. De flexankers bestaan uit : te bepalen o staal behandeld met een zink-aluminium coating (maximum 90 % zink – minimum 10 % aluminium) o roestvrijstaal : inox 316 o belangrijke opmerking : in de zone tussen de kustlijn en 20 km landinwaarts dienen roestvrijstalen flexankers toegepast te worden Aantal haken en inplanting : te bepalen o Voorzetwand dikte 20 cm : Op de onderste rij worden de haken minimaal alle 25 cm geplaatst Gebruik van rolsteen : minimum 8 st/m² Gebruik van breuksteen : minimum 8 st/m² o Voorzetwand dikte 30 cm : Op de onderste rij worden de haken minimaal alle 25 cm geplaatst Gebruik van rolsteen : minimum 10 st/m² Gebruik van breuksteen : minimum 10 st/m² o Voorzetwand dikte 40 cm : Op de onderste rij worden de haken minimaal alle 20 cm geplaatst Gebruik van rolsteen : minimum 12 st/m² Gebruik van breuksteen : minimum 12 st/m² Metalen voorzetnetten : De gelaste netten hebben mazen 50 mm x 50 mm en de dikte van de staven is minimaal 4,5 mm. De netten bestaan uit : te bepalen o staal behandeld met een zink-aluminium coating (maximum 90 % zink – minimum 10 % aluminium) o roestvrijstaal : inox 316 o belangrijke opmerking : in de zone tussen de kustlijn en 20 km landinwaarts dienen roestvrijstalen voorzetnetten toegepast te worden Hijsvoorzieningen : Deze dienen tijdens de prefabricage voorzien te worden Hoekafwerking : De betonelementen zijn voorzien van een vellingkant (minimum 10 mm x 10 mm) 41.B.2. Specifieke bepalingen voor geprefabriceerde L-elementen Afmetingen prefab L-element en type voeg : te bepalen Dichting tussen de prefab L-elementen : te bepalen en detail bij te voegen Neopreen zwelband of HDPE lijst Krimpvrije opgietmortel met plaatsing van bitumen rubberband ter plaatse van de voeg aan de voor- en achterzijde van de wand Krimpvrije opgietmortel met neopreen zwelband of HDPE lijst Spansloten : De L-elementen worden door spansloten met elkaar verbonden. Bij de productie van de L-elementen worden uitsparingen voorzien en de nodige spanslot-ankers M16 of M20 worden tijdens de fabricage ingebetonneerd. Het spanslot, bestaande uit een metalen verbindingshuls, en de bouten zijn verzinkt. Het spanslot bevindt zich volledig binnen het volume van het betonelement. Afhankelijk van de berekeningen, door de aannemer ter goedkeuring voor te leggen aan de bouwheer of zijn afgevaardigde, worden spansloten met boutverbinding M16 of M20 gebruikt. Opneembare kracht : - M16 : trekkracht (in de richting van de verbinding) : minimum 43 kN / dwarskracht (loodrecht op de verbinding) : minimum 26 kN M20 : trekkracht (in de richting van de verbinding) : minimum 52 kN / dwarskracht (loodrecht op de verbinding) : minimum 24 kN Afkitten voegen : de voegen worden afgekit met een 1-component elastische kit op basis van polyurethaan. Na-spanning L-elementen : indien gebruik wordt gemaakt van een na-spanning van de L-elementen, dient een afzonderlijk technisch dossier opgesteld te worden. (schrappen indien niet van toepassing) 41.B.3. Specifieke bepalingen voor geprefabriceerde wandelementen Afmetingen prefab wandelement : te bepalen Dichting tussen het prefab wandelement en het stalen H-profiel : te bepalen en detail bij te voegen Neopreen zwelbanden Plaatsing van bitumen rubberband op de stalen H-kolom aan de voor- en achterzijde van de wand 41.C. Ter goedkeuring voor te leggen documenten aan de opdrachtgever De technische fiches van de gebruikte materialen : onder meer : - attest beton attest wapeningsstaal attest corrosiebescherming van de metalen flexankers en voorzetnetten attest voegdichtingsproducten attest afkitproduct spansloten (enkel bij L-element) attest metalen H-profiel (enkel bij wandelementen) Volgende plannen dienen ter goedkeuring voorgelegd te worden : Grondplan (minimum schaal 1/100) met o.a. de aanduiding van de prefab betonelementen, de voegen tussen deze elementen en in voorkomend geval de metalen H-profielen Vooraanzicht (minimum schaal 1/50) met aanduiding van o.a. de voegen, de inplanting van de stalen flexankers, de indeling van de netten en in voorkomend geval de metalen H-profielen Achteraanzicht (minimum schaal 1/50) met aanduiding van o.a. de voegen en in voorkomend geval de spansloten of de metalen H-profielen Typedoorsnede verticaal (minimum schaal 1/20) met o.a. de inplanting van de metalen flexankers en in voorkomend geval de spansloten Typedoorsnede horizontaal (minimum schaal 1/20) met o.a. de aanduiding van de voegdichting en de inplanting van de flexankers In voorkomend geval een technisch dossier van na-spanning van de L-elementen. (schrappen indien niet van toepassing) HOOFDSTUK 9 : ALLERHANDE WERKEN (nota : de nummer ‘21’ kan gewijzigd worden indien er reeds andere allerhande werken onder deze nummer zijn voorzien) 21. PREFAB BETONELEMENTEN MET GEINTEGREERDE VOORZETWAND 21.1. Algemeen De materialen zijn overeenkomstig hoofdstuk 3, subhoofdstukken 7 en 41. 21.2. Geotechnische eisen en stabiliteitseisen Voor de berekeningen is het typebestek 260 versie 1 van toepassing alsook de geldende normen en Eurocodes. De aannemer dient, voorafgaand aan de uitvoering, technische documenten op te stellen. Hij moet deze ter goedkeuring voorleggen aan de bouwheer of zijn afgevaardigde. Bij toepassing van prefab L-elementen dienen minimaal volgende nota’s door de aannemer voorgelegd te worden : - berekening kantelevenwicht berekening glijdingevenwicht nazicht gronddrukken (ten opzichte van de resultaten van het grondonderzoek) berekening fundering in schraal beton sterkteberekening L-element + wapeningsplan berekening spansloten (indien van toepassing) Bij toepassing van wandelementen tussen metalen H-profielen dienen minimaal volgende nota’s door de aannemer voorgelegd te worden : - berekening fundering in schraal beton sterkteberekening prefab wandelement + wapeningsplan 21.3. Wijze van uitvoering Hieronder wordt een korte beschrijving gegeven van de wijze van uitvoering van : - een L-element een wandelement geplaatst tussen metalen H-profielen Beschrijving aan te passen overeenkomstig het project. 21.3.1. Prefab L-element 1. Grondwerken Afgraving, uitgraving, ophoging : volgens TB 250. 2. Grondverbetering Indien grond-mechanisch onderzoek dit uitwijst : grondverbetering volgens het TB 250 tot de gewenste draagkracht wordt bekomen. 3. Fundering Fundering van schraal beton met een minimale dikte van 20 cm, eventueel gewapend afhankelijk van de stabiliteitsstudie. Belangrijk is dat de fundering 20 cm ‘voor’ de voorzetwand wordt aangelegd. 4. Plaatsing van de betonelementen De L-elementen worden geplaatst in een mortelbed op de fundering van schraal beton. De L-elementen worden, na plaatsing van de voegdichting, met elkaar verbonden door spansloten. (schrappen indien niet van toepassing) De L-elementen worden, na plaatsing van de voegdichting, met elkaar verbanden door na-spanning (= afzonderlijk dossier). (schrappen indien niet van toepassing) 5. Opbouw voorzetwand Er wordt onderaan gestart met het aanbrengen van de eerste rij netten en hangt die aan de vooraf ingestorte flexankers. De 1ste laag netten wordt over de volledige lengte geplaatst inclusief de zijkolommen (indien van toepassing). De zo ontstane ruimte wordt gevuld tot aan de bovenzijde van dit geplaatste net. Vervolgens wordt de 2de laag netten aan de vooraf ingestorte flexankers gehangen. De 2de laag netten wordt aan de 1ste laag netten verbonden door middel van de hiervoor ontwikkelde clips (minimum iedere 40 cm). De 2de laag netten wordt gevuld. Voor de volgende lagen worden de stappen herhaald. Wanneer alle stenen in de netten geplaatst zijn, kan het deksel (kop) gemonteerd en verbonden worden met de onderliggende netten. (indien van toepassing) De plaatsing van de netten op de hoekelementen, gebeurt op dezelfde manier. (indien van toepassing) OF 21.3.2. Prefab wandelement geplaatst tussen stalen H-profielen 1. Grondwerken Afgraving, uitgraving, ophoging : volgens TB 250. 2. Grondverbetering Indien grond-mechanisch onderzoek dit uitwijst : grondverbetering volgens het TB 250 tot de gewenste draagkracht wordt bekomen. 3. Fundering Fundering van schraal beton met een minimale dikte van 20 cm, eventueel gewapend afhankelijk van de stabiliteitsstudie. Belangrijk is dat de fundering 20 cm ‘voor’ de voorzetwand wordt aangelegd en minimaal 10 cm achter het betonelement. 4. Plaatsing van de betonelementen De prefab betonwanden worden geplaatst tussen de metalen H profielen in een mortelbed op de fundering van schraal beton. 5. Opbouw voorzetwand Er wordt onderaan gestart met het aanbrengen van de eerste rij netten en hangt die aan de vooraf ingestorte flexankers. De voorzetwand loopt door vóór de metalen profielen. De 1ste laag netten wordt over de volledige lengte geplaatst inclusief de zijkolommen (indien van toepassing). De zo ontstane ruimte wordt gevuld tot aan de bovenzijde van dit geplaatste net. Vervolgens wordt de 2de laag netten aan de vooraf ingestorte flexankers gehangen. De 2de laag netten wordt aan de 1ste laag netten verbonden door middel van de hiervoor ontwikkelde clips (minimum iedere 40 cm). De 2de laag netten wordt gevuld. Voor de volgende lagen worden de stappen herhaald. Wanneer alle stenen in de netten geplaatst zijn, kan het deksel (kop) gemonteerd en verbonden worden met de onderliggende netten. (indien van toepassing) De plaatsing van de netten op de eindelementen, gebeurt op dezelfde manier. (indien van toepassing) 21.4. Meetmethode voor hoeveelheden Enkel de van toepassing zijnde posten te vermelden Afgraving, uitgraving, ophoging : volgens het TB 250 Grondverbetering : volgens het TB 250 Leveren en plaatsen fundering schraal beton : meting per m³ Wapening fundering schraal beton : meting per kg wapeningsstaal Leveren en plaatsen prefab betonelement, inclusief de ingestorte stalen flexankers : meting per type betonelement en per stuk De stalen netten, inclusief de plaatsing : - Vlakke netten : meting per m² Kop : meting per m Zijkolommen : meting per m Het aanvullingsmateriaal van de voorzetwand, inclusief het vullen : meting per m³ Spansloten, inclusief plaatsing : meting per stuk Voegdichting, inclusief plaatsing : meting per m Afkitten voegen, inclusief materiaal : meting per m Na-spanning, inclusief materialen : meting als TP
© Copyright 2024 ExpyDoc