TB 34-5

TECHNISCH BULLETIN
VERENIGING BADMINTON OEFENMEESTERS
Jaargang 35 NR 2
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 2
Inhoud:
Hoera, een
nieuwe
medewerker
Op dinsdag 29 april ’14 heeft het
bestuur overleg gehad met Mike
Kost over een functie binnen het
bestuur van de VBO.
Het overleg was heel intensief en
Mike gaf blijk iemand te zijn met
inzicht in bepaalde zaken waarin de
VBO nog geen actie heeft genomen.
Wij hebben Mike getracht inzicht te
geven in de wijze waarop de VBO
bestuurd wordt en met wat voor
groep bestuurders hij moet samen­
werken.
Aan het einde van het overleg heeft
Mike aangegeven ons te willen hel­
pen en te willen werken aan de P.
R. van de vereniging.
Door een aantal opmerkingen van
Mike heeft het bestuur de overtui­
ging gekregen dat hij dit met de
nodige animo zal doen.
Wij wensen Mike met deze zware
taak veel succes en zullen hem, daar
waar we kunnen, natuurlijk onder­
steunen.
Bill Boshoven
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 3
Blz 3
Hoera, een nieuwe medewerker
Blz 4
Bijscholing 13 september
Blz 7
GRIT.... Iets voor badmintonners?
Blz 8
Bijscholing Yonex Kids Games
Blz 12
AantekeningenYonex Kids Games
Blz 14
Informatie over Yonex Kids Games
Blz 16
Bijscholing Dames Dubbelspel
Blz 21
Tessa en Inge Reuling over de bijscholing Dames
Dubbelspel
Blz 21
Indra Strijbos over de bijscholing Dames Dubbelspel
Blz 23
Hulpmiddel voor een juiste slag
Blz 24
Henri Vervoort: Maakt het uit?
Blz 30
Jaap van Praag: Honderd wedstrijden in één leven
Blz 33
Franse dvd nr 2
Van de voorzitter.
Beste leden, dit is alweer een fraai
exemplaar.
De uitvoering van het voorblad is
van uitzonderlijke klasse.
Mijn complimenten voor de ontwerpster.
Ook de inhoud is uitgebreid en
boeiend.
In de periode die tussen de voorlaatste editie en nu ligt heeft de
VBO niet stil gezeten.
Zoals u in dit Technisch Bulletin,
op bladzijde 19, kunt lezen hebben de VBO en Badminton Nederland hun vernieuwde samenwerking geformaliseerd.
Ook hebben we de daarbij horende kwaliteitseisen bijgesteld naar
de huidige werkwijze.
In het bestuur werd iemand gemist die zich thuis voelde op het
terrein van Public Relations.
Het bestuur denkt dat het met de
medewerking van Mike Kost beter
zal gaan lopen in de toekomst.
Ook Mike heeft tijd nodig om zich
in de materie te verdiepen en met
een goed stappenplan te komen.
Verder heeft het bestuur contact
genomen met Clemens Wortel,
voorzitter van Badminton Nederland.
Wij, het bestuur, vinden het jammer dat we geen invloed hebben
op de inhoud van de opleiding van
onze leden. Vroeger, zoals je kunt
lezen in het verslag van het bezoek aan Hans van Praag, was dat
wel het geval.
Op de badmintonconventie van 14
juni 2014 in Amersfoort hebben
Clemens en ik een afspraak gemaakt om elkaar nader te spreken.
De bijscholing van Guus zal bijzonder interessant worden.
Periodiseren is iets dat van groot
belang is voor de trainer die zijn/
haar club goed de competitie in
wil leiden, op de juiste momenten
weet te pieken, daarna de juiste
rust belasting weet te vinden om
daarna zijn/haar pupillen gereed
te maken voor het toernooien
seizoen.
Ruud is heel druk met het vullen
van de bijscholingen voor 2015.
De ideeën zijn er maar de invulling
vergt nog veel werk.
Verder heb ik nog een oproep voor
een vrijwilliger die denkt dat hij
mijn functie, voorzitter, wil en kan
overnemen. Het is een functie die
tijd en betrokkenheid vergt. Inzicht in de badmintonwereld is
ook van belang.
Bijscholing 13 september 2014.
Periodisering en krachttraining.
Door: Guus van de Vlugt
en Fred Besselink(inleiding).
Op 13 september a.s. zal Guus
van der Vlugt een bijscholing voor
de VBO geven met als onderwerp
“Periodisering en krachttraining”.
Guus is in badmintonland niet
onbekend.
In 1981 werd hij Nederlands
kampioen in het enkelspel.
Zijn rijtje met titels maakte hij
compleet door in 1976 met Marjan
Luesken (thans Ridder)de titel in
het gemengd dubbel en in 1979
met Herman Leidelmeyer de titel
in het herendubbel voor zich op te
eisen.
Een unieke prestatie, titels in alle
onderdelen van het badmintonspel!
We zijn dan ook blij, dat Guus
bereid is voor ons een bijscholing
te verzorgen.
Het Nederlandse team, zoals dit deelnam aan de EK in Groningen:
Piet en Rob Ridder, Han Nacken, Steen Sörensen, Joke van Beusekom,
Guus van der Vlugt, Marja Ridder, Hanke de Kort, Marjan Luesken,
Herman Leidelmeyer en Richard Pal.
Op deze bijscholingsdag zal ook
Koen Rissewijck acte de présence
geven. Hij zal ons iets vertellen
en laten ervaren over “Grittraining”. Over dit onderwerp leest u
elders in dit blad meer. Koen
speelt bij de Ulftse BC op tweede
divisieniveau en geeft les bij een
fitnesscentrum en kan als geen
ander een dwarsverband aanbrengen tussen Grittraining en
badminton. Wellicht kan hij de
Grittraining een plaatsje geven
binnen de periodisering, waar
Guus ons over zal vertellen.
Koen Rissewijck
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 4
Guus over zijn bijscholing:
Op de bijscholing van 13 september zijn de onderwerpen periodisering en krachttraining. Omdat
één dag te kort is om deze onderwerpen goed onder de aandacht
te brengen volgt hier alvast wat
studiemateriaal. Het is absoluut
noodzakelijk dat je wanneer je de
bijscholing gaat volgen dit artikel
goed doorneemt en ook de Excelspreadsheet zo volledig mogelijk invult. Als je vragen hebt neem
je ze mee naar de bijscholing.
De periodisering gaat volgens een
aantal stappen waardoor je op
een verantwoorde manier het
trainingsplan voor een jaar vastlegt.
1. Inventarisatie van de uitgangssituatie van de training
Hierin leg je het volgende vast:
Speler: Leeftijd, trainingsleeftijd,
biologische leeftijd, sekse, prestatieniveau (competitieklasse, ranglijst ), motivatie, sociale situatie,
intellectueel niveau, verwachtingen, persoonlijke doelen.
Situatie: Trainingsfrequentie, accommodatie, trainingsgroep, begeleiding (trainer, coach, fysio
etc.), reistijd, sponsoring, financiën etc.
2. Analyse van badminton en
de speler
Je ontleedt badminton in de technische, tactische, fysieke (uithoudingsvermogen, snelheid, kracht
en de combinaties hiervan) en
mentale factoren. Het is m.i. van
belang om jouw speler te vergelijken met het niveau van spelers
die een niveau hoger spelen.
Het heeft weinig zin een eerste
jaar senior zijn te vergelijken met
een speler van Olympisch niveau.
Als je dit weet kun je het vertalen
in de sterke en zwakke punten van
de speler op basis van prestatiebepalende factoren die voor badTECHNISCH BULLETIN VBO pagina 5
Deze foto van Guus is van recenter datum. Hier zien we hem als
aandachtig luisteraar met links op de foto Willem Hackenitz.
minton nodig zijn. Tevens zou het
kunnen dat de prestatiebepalende factoren niet goed of niet op
het juiste tijdstip op elkaar zijn
afgestemd. Ook kan het zijn dat
een prestatiebepalende factor
onderontwikkeld is. Door deze te
trainen kan men beter gaan presteren. Met andere woorden, na
analyse van prestatie bepalende
factoren ontstaan onder andere
de trainingsdoelen.
3. Doelstelling voor het komende seizoen
Het doel is belangrijk om de weg
uit te kunnen zetten om dit doel
te bereiken. Dit kan zijn: Een
verhoging van het spelniveau op
technisch, tactisch, fysiek of mentaal gebied of een combinatie
hiervan. Doelstellingen als: kampioen van Nederland, plaatsing
voor de Olympische Spelen, bij de
eerste 20 van de wereld zijn m.i.
geen juiste doelstellingen omdat
je altijd afhankelijk ben van een
loting en deze “doelstellingen”
een gevolg zijn van de verhoging
van het spelniveau.
4. Bepalen van de trainingsdoelen per periode
Deze doelen worden in volgorde
van belang gezet, meestal beginnend met de zwakke schakels.
Deze zwakke schakels bepalen de
sterkte van de ketting (prestatie)
en zullen verbonden moeten worden met de sterke schakels om de
prestatie naar een hoger niveau
te tillen. Beschrijf de doelstellingen zo concreet mogelijk ook i.v.
m. het testen.
5. Testen, analyseren en evalueren van de progressie
Bij het testen zullen we testen
moeten kiezen die daadwerkelijk
afgestemd zijn op badminton.
Tevens zal de test moeten voldoen aan validiteit, betrouwbaarheid en objectiviteit. Wedstrijden,
resultaten kunnen ons informatie
geven of we op het juiste spoor
zitten qua progressie. Evalueren
wil zeggen dat we het resultaat
vergelijken met de gestelde doelen. Hieruit kunnen we concluderen dat een sporter vooruit is gegaan in bijv. uithoudingsvermogen, kracht, snelheid, lenigheid,
technisch, tactisch en mentaal.
Hierdoor ontstaat een nieuwe
uitgangssituatie, met nieuwe gegevens. Door dit proces op deze
manier uit te voeren groeit vanzelf
de analyse van de elementen die
meer of minder training behoeven. Hierdoor ontstaan weer
nieuwe trainingsdoelen waardoor
accenten binnen de training verlegd kunnen of moeten worden
om het uiteindelijke doel te bereiken. De testen worden in de jaarplanning opgenomen, meestal
aan het begin en einde van een
periode
6. Planning
Bovenstaande zal zodanig gepland moeten worden dat we één
of meer fases hebben van voorbereiden, wedstrijden, overgang
of vakantieperiode. Dit noemen
we plannen door middel van een
periodisering- of een jaarplan. Dit
jaarplan vormt een basis voor de
samenstelling van het trainingsprogramma. We kunnen een
keuze maken uit verschillende
soorten periodiseringmodellen voor
onder andere:
Jeugd - Tschiene Beginners
Verenigingssporter - Matwejev
Gevorderde speler - Tschiene
Topspeler - Kreer-Popov
Blokorganisatie - Werchoschanski
De keuze wordt bepaald door de
speler en de situatie.
7. Bepalen van de trainingsmethoden per periode
We onderscheiden in de sport vier
trainingsmethoden:
Duurmethode: Training zonder
pauze bijv. 30 min. vlinderen
Intervalmethode: Training met
onvolledig herstel tussen de series (melkzuur), bijv 8 x 45 sec
schaduwtraining.
Herhalingsmethode: Training met
volledig herstel tussen de series
door bij bijv. snelheidtraining
Wedstrijdmethode: Spelvormen
met een accent op een onderdeel
of een opdracht.
8. Uitwerken van de trainingsmiddelen per periode ten aanzien van de vijf belastingcomponenten
Afhankelijk van de gekozen trainingsmethode worden de belastingcomponenten ingevuld:
Prikkelomvang: Hoeveel slagen
per serie, hoeveel series. Hoeveel
herhalingen en series bij krachttraining
Prikkelintensiteit: Hoe hoog is de
intensiteit: percentage van de
hartfrequentie of van een maximaaltest. Bij snelheidtraining altijd maximale bewegingsnelheid
Prikkelduur: De duur van één
serie. Van belang voor het energiesysteem.
Prikkeldichtheid: de duur van de
pauze tussen de series.
Prikkelfrequentie: Aantal trainingen per week
9. Bepalen van de trainingsmiddelen per periode gekoppeld aan de soort oefenvormen
Algemene oefenvormen: niet
badmintonspecifiek bijv. in een
bootcamptraining of algemene
krachttraining
Veelzijdig doelgerichte oefenvormen: De snelheid en de krachtinzet zijn zo veel mogelijk hetzelfde
als in badminton. Alleen de beweging kan verschillen (squash,
loopvormen)
Specifieke oefenvormen: Badmintonvormen
Wedstrijdvormen:
Spelvormen
met een accent op een bepaald
aspect.
In de planning moeten we rekening houden met de algemene en specifieke trainingsprincipes zoals:
Overloadprincipe: Belasting moet
zwaarder worden om progressie
te boeken.
Wet van de verminderde meeropbrengst: Naarmate het niveau
stijgt, zal de progressie steeds
minder worden. En juist voor die
kleine progressie moet er nog
harder getraind worden.
Belasting en herstelprincipe: Elke
soort training heeft zijn eigen
hersteltijd nodig. Van techniektraining herstel je sneller dan van
een verzurende training.
Specificiteitprincipe: Je wordt alleen beter in dat wat je traint.
Opdracht Periodisering
( de sheet wordt aan de deel
nemers opgestuurd)
1. Vul in de sheet de competitie,
bekerwedstrijden en toernooien
per kolom in die de speler gaat
spelen.
2. Geef in de kolom Periode de
soort periode in:
a. VP1, VP2, VP3: Voorbereidingsperioden voor het seizoen waarin
van VP1 naar VP3 getraind wordt
van algemeen naar specifiek.
b. WP als voorbereiding op competitiewedstrijden (één week)
c. TP: als voorbereiding op toernooien één tot twee weken
d. OP: Periode waarin de speler
afkickt en uit vorm gehaald wordt.
e. TWP: Periode tussen twee
wedstrijdperioden in tijdens het
seizoen.
3. Vul in de kolommen globaal de
inhoud van de training in onderverdeeld in fysiek, techniek, tactiek en mentaal.
Voorbeelden:
Fysiek:
Herh.Snelheidstraining
30 x 10 slagen
Techniek: Serveren dubbel laag +
flick 200x
Tactiek: Wedstrijd: single accent
op verdedigen 20 min.
Mentaal: Visualisatie bewegingspatroon backhandnetdrop 20
keer.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 6
GRIT ......Iets voor badmintonners ?
Op mijn vereniging verzorgde
Koen Rissewijck enkele maanden
geleden een gasttraining bij de
selectiegroep, die ik train.
Het was een zogenaamde Grittraining.
Koen werkt dagelijks in Doetinchem in een fitnesscentrum en
heeft de training aangepast voor
een training in de hal aan badmintonners.
Hij maakte hierbij gebruik van
begeleidende muziek en zorgde
ervoor, dat er niet al te veel hulpmiddelen nodig waren, die normaliter niet in een sporthal te
vinden zijn en probeerde tevens
de training zo badmintonspecifiek
mogelijk te maken.
Koen speelt als badmintonner op
tweede divisieniveau en kan dus
als geen ander de link leggen met
onze sport.
Wat is Grit training?
“A repeated bouts of short to mo­
derate duration exercise at an in­
tensity above your anaerobic thres­
hold followed by periods of recove­
ry”
Het gaat hier dus om een vorm
van intervaltraining, die zich
voornamelijk afspeelt boven de
anaerobe drempel.
Deze vorm van training is uitdagend, de muziek motiveert en één
van de belangrijkste voordelen is,
dat het lichaam ook traint tijdens
de intervallen, omdat er dan
sprake is van Excess post exercise oxygen consumption.
Dit houdt in, dat het lichaam nog
op hoog niveau blijft acteren, ook
nadat de oefening is afgelopen.
( de zogenaamde Afterburn)
Je traint dus, zonder dat je beweegt.
Dat is effectiever dan dat je de
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 7
oefeningen langer laat doorlopen.
De oefeningen vinden plaats
(vuistregel!!) gebruikmakend van
ongeveer 75% van je Maximale
hartfrequentie en je Maximale
zuurstofopnamecapaciteit ( respectievelijk je HF Max en je VO2
Max).
Bijkomend voordeel is, dat er tevens vetverbranding plaatsvindt,
iets wat in andere vormen van
anaeroob trainen minder het
geval lijkt te zijn.
GRIT is een nieuw fitness aanbod,
met een duidelijke focus op team
training. Bij GRIT wordt er in rela­
tief kleine groepen getraind. We­
tenschappelijk onderzoek toont aan
dat high intensity interval training,
waar GRIT op is gebaseerd, de re­
sultaten levert die de resultaten van
conventionele training overtreffen:
·
GRIT zorgt dat je harder
werkt en het langer volhoudt.
·
GRIT daagt je uit om je
fitnessgrenzen te verleggen.
·
GRIT heeft een specifieke
structuur, waardoor je nooit een
trainingsplateau bereikt.
·
GRIT zorgt dat je ook uren
na de training nog calorieën verbrandt.
·
GRIT is de snelste manier
om vet te verbranden, met behoud van spiermassa.
GRIT binnen duurt slechts 30 minuten maar vergis je niet, deze
training is zo ontworpen om op
een effectieve en efficiënte manier vet te verbranden, in No-time
je atletische capaciteit te vergroten en je conditie verbetert.
De reacties van mijn trainingsgroep waren veelal positief.
In periodes, waarbij je geen wedstrijden op het programma hebt
staan, lijkt het een uitstekend
middel om je conditie te verbeteren.
Mijn spelers klaagden wel over
lichte spierpijn na de training van
Koen,
Waarschijnlijk is die spierpijn
ontstaan, omdat ook spiergroepen worden aangesproken, die
normaliter bij het spelen van
badminton minder worden getraind.
Misschien kan Koen ons in de
toekomst (op de bijscholing van
13 september) laten zien, wat Grit
training voor ons kan betekenen.
In de sportschool wordt tijdens de
training gebruik gemaakt van
gewichten en stepplankjes,
Koen heeft de training zo ingericht, dat er ook zonder deze
hulpmiddelen een goede training
kan ontstaan.
Door: Fred Besselink
Bijscholing Yonex Kids games:
Een schot in de roos.....
Door: Fred Besselink, met aantekeningen van Paula Rip.
Bijscholing Yonex Kids Games
Datum: Zaterdag 8 februari 2014
Locatie: Sporthal Nieuw Welgelegen, Utrecht
Grebbeberglaan
Utrecht
13,
3527
VX
Docent: Paula Rip
Fred Besselink opent de bijscholing.
Hij doet een beroep op alle aanwezigen, om via het T.B. kennis
Paula Rip op haar best. Docerend
te delen en hoopt, dat de schroom
om te publiceren langzamerhand Ze geeft aan, dat ze de aantekegaat verdwijnen.
ningen van de dag door zal sturen
naar de deelnemers. In dit verslag
Op de website van de V.B.O. staat zullen haar aantekeningen ook
een trainerslijst van de leden met worden gepubliceerd.
daarbij genoemd hun gradatie.
Als je geen lid van de VBO bent, De YKG zijn ontwikkeld door de
staat je naam er echter niet tus- bond. Het staat opgenomen in het
sen (een extra reden, om snel lid strategisch beleid (2009-2012).
te worden).
De doelgroep is 8 tot 15 jaar.
Als je op de lijst wilt komen te Daarna gaat ze in op het ontstaan
staan, moet je dit bij Michel Wolf van de Yonex Kids Games. (Hieraangeven en ook duidelijk maken na te noemen YKG)
welke gegevens er wel en iet ge- Voorafgaand aan de ontwikkeling
publiceerd mogen worden.
van de YKG heeft er onderzoek
Dit i.v.m. de wet op de privacy.
plaatsgehad naar het sportaanbod voor onze jeugd. (Onder meer
Daarna stelt hij de docent van door Sport4youth, NOC/NSF en
deze dag voor. Paula Rip is al jaren door Keessie).
bezig binnen de badmintonsport. Jacques van Rossum heeft onderZe is van de lichting Erica van Dijk zoek gedaan naar de interne en
en Eline Coene en heeft jarenlang externe sportmotieven van de
internationaal gespeeld.
jeugd.
Ze doorliep de Sportacademie,
was werkzaam voor Badminton Ook is er navraag gedaan bij
Nederland (toen nog de N.B.B.) Toptrainers, trainers, clubs, de
en was ook jeugdbondscoach.
werkgroep jeugd en deelnemers.
voor de groep.
Na het gereed komen van het
draaiboek zijn er pilots gehouden
in het land. Yonex ondersteunt het
project financieel en met materialen.
Van belang is, om je te realiseren
waarom kinderen al dan niet lid
worden of blijven van een badmintonclub. Kinderen willen lekker bewegen.
De oefenvormen dienen niet te
gemakkelijk te zijn, maar ook niet
te moeilijk.
We moeten als lesgevers rekening
houden, met het feit, dat er kinderen zijn die gewoon lekker willen “spelen”, maar dat er ook
kinderen zijn die prestatiever zijn
ingesteld en zich willen meten met
een ander.
Ook dien je als vereniging te beseffen, dat sommigen éénmaal of
tweemaal trainen ruim voldoende
vinden en dat anderen vaker aan
de bak willen.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 8
Probeer de beweging uit de oefening zelf voort te laten komen.
Het eigen voorbeeld van de trainer/ begeleider blijft van het
grootste belang.
Opmerking: De V.B.O. is met
volleybaltrainer Marinus Wouterse in onderhandeling om te
komen tot een bijscholing “Impliciet leren”.
Houd dus de website in de
gaten!!!!
Als je echter kinderen binnen
hebt, dan is het zaak om ze ook
wat te bieden, er moet een plaats
voor ze zijn. Dit trekt een grote
wissel op het technisch kader van
een vereniging.
Vaak moeten kinderen wennen
aan het spelen van competitie.
Er bestaat soms schroom om
hieraan te beginnen.
De rol van de ouders is hierbij van
groot belang.
den op 3 banen ook vaardigheidcircuits gehouden.
Mikvormen kunnen ook buiten de
baan plaatsvinden, maar het verdient aanbeveling om alles in één
ruimte te organiseren, zodat ze
elkaar kunnen zien.
Welke onderdelen kent het
vaardigheidcircuit?
Sommige ouders gaan lekker
boodschappen doen, als hun kinderen aan het trainen zijn, maar
hebben niet de tijd of ambitie in
het weekend ook nog eens bezig
te zijn met hun badmintonnende
kinderen.
We hebben hier uiteraard spelmaterialen voor nodig.
Die kunnen wellicht geleend worden bij de sporthal of bij een
gymvereniging.
Ook BNL heeft mogelijkheden!
Wat heb je nodig om de YKG te
• Hooghouden (alleen, samen, organiseren?
met shuttles, ballonnen, middels • Zaalruimte. Spreek goed af
een oefening zonder keuze enz.) wanneer (dag en tijd) en hoe lang
(tijdsduur)
• Mik- en trefvormen
• Een werkgroep binnen de vere• Afstand slaan
niging, die de organisatie op zich
• Loopvormen
• Tactiek (hard slaan, zachtjes neemt.
slaan, slaan waar de tegenstander
niet staat, voor en achter slaan
enz. Het is de bedoeling, dat de
kinderen voorzichtig kennis maken
met tactiek.
Wat is het gevolg van hun eigen
handelen?)
• Oefeningen, waarbij gebruik
wordt gemaakt van spelmateriaal.
• 4 samenwerkende vereniginBijvoorbeeld: Houten blikken, gen. (Het kan ook met minder
waarin gemikt wordt, een groot verenigingen.
bord, waarop gemikt wordt vol- Voordeel van 4 verenigingen is,
gens een bepaald puntensys- dat je 4 maal kunt deelnemen,
teem.)
terwijl je zelf maar éénmaal hoeft
Probeer impliciet aan te leren, te organiseren.)
door middel van “dwingende situaties”.
• Begeleiding. Bijvoorbeeld van
ouders, oudere jeugdleden, van
mensen, die een maatschappelijke stage lopen.)
• Financiën. De YKG hoeven niet
duur te zijn.
Als je gebruik maakt van de reguliere uren en je eigen begeleiders
blijven de kosten binnen de perken.
Als de locatie waar gespeeld wordt
kort bij huis ligt is dat een voordeel.
Het is ook van belang, dat er bij
de YKG niet teveel regels zijn.
Dat houdt in, dat de begeleiders
flexibel moeten zijn en per situatie moeten kunnen handelen.
De YKG bestaat uit een basiscircuit met minigames en een toernooi.
Het toernooi:
• Er wordt gespeeld in poules
• Een team bestaat uit 4 spelers
per team, jongens en meisjes.
• Leeftijd bij elkaar of sterkte bij
elkaar
• Enkelspel en dubbelspel
• Spelen op tijd.
De YKG kunnen bestaan uit een
toernooi (op 3 banen) en er wor-
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 9
• Promotie, PR/website. Geef
ruchtbaarheid aan je evenement.
We zijn daar als clubs vaak veel
te bescheiden in.
• Een planning (4x per seizoen
bijvoorbeeld).
Sluit dit goed kort met de andere
deelnemende verenigingen.
• Ondersteuning door Badminton
Nederland. (Er is een map van de
YKG, met hierin onder meer een
Dvd, certificaten, evaluatieformulier, voorbeeldbrieven, speelschema’s en teamformulieren. )
Maak ook gebruik van kennis en
ervaringen van andere verenigingen.Ook op de website is informatie te vinden. Leenmaterialen zijn
aan te vragen bij de bond.
Het effect van de YKG is, dat de
spelers en de trainers constant
een doel hebben, waar ze naar toe
werken. Je begint met trainen, na
enige tijd volgen de YKG (1) en
vervolgens wordt er weer getraind, gevolgd door de YKG (2)
Telkens worden bij een nieuwere
versie van de YKG de vaardigheden in het circuit wat moeilijker,
zodat er vanzelf een soort leerlijn
ontstaat.
Wie mikt er beter?
De spelers ervaren steeds meer
succes bij de bekende vaardigheden en doen nieuwe ervaringen
op bij de daaropvolgende oefeningen.
Paula geeft aan, dat we in de
praktijk van deze middag gebruik
maken van 3 banen.
Op baan 1 wordt geoefend met
houten materialen, op baan 2
wordt er met houten materialen
geoefend, waarbij ook andere
materialen aan bod kunnen
komen en op baan 3 wordt er
bezig gegaan met wedstrijdvormen.
Naast de banen 1 tot en met 3 is
er dan ruimte voor circuitvormen.
Paula gaat in op de leeftijdskenmerken van de jeugd en stelt de
vraag wat de kenmerken zijn van
de jeugd van 8 tot 12 jaar.
Enkele kreten die daarbij door de
trainers genoemd worden zijn:
“Ze willen veel bewegen”, “
Ze zijn motorisch soms niet al te
sterk”,
“Ze kunnen zich soms slecht (en
maar kort) concentreren”,
“Ze zijn speels” en
“Ze willen leren”
De consequenties van deze opmerkingen voor de les:
• Laat ze veel bewegen
• Maak de oefeningen niet te
moeilijk
• Geef een korte, duidelijke instructie
• Laat de oefeningen niet te lang
duren
• Bied een breed scala aan oefeningen aan
• Wees duidelijk!
• Doe een beroep op het
samenwerken
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 10
Over de leeftijdsgroep van 12 tot
15 jaar worden de volgende opmerkingen gemaakt door de trainers: “Ze hebben een eigen mening”, “Sommigen willen niet of
met tegenzin aan loopvormen
doen”, “Ze weten meer, nemen
initiatieven”, “Tactiek wordt belangrijker”, “Negatieve rol van de
sociale media op de mobieltjes.
De consequenties voor de lesgever:
• Overleg meer met de groep
• Leg meer uit over het hoe en
waarom van een bepaalde oefening
• Besteed meer aandacht aan de
tactiek
• Maak afspraken over het gebruik
van de telefoon.
Bijvoorbeeld: Als we een korte
pauze inlassen, dan mag je even
gebruik maken van je mobiel,
tijdens de les niet. (Las dan wel
een pauze in!)
• Doordat sommige kinderen duidelijk in de groei zijn, moet je
soms de belasting aanpassen.
Vervolgens geeft Paula in overleg
met de aanwezige trainersgroep
allerlei voorbeelden van de wijze
waarop je om kunt gaan met de
verschillende onderdelen van de
YKG. (hooghouden, mik- en trefvormen, afstand slaan, loopvormen en tactiek.
Deze vormen kunnen in het praktijkgedeelte worden uitgewerkt.
Opmerking: Zo nodig moet de
maat van het racket worden aangepast aan de mogelijkheden van
het kind (spelen met een miniracket bv.)
Ook is het van groot belang, dat
je de oefeningen aanpast aan wat
de kinderen kunnen.
Duidelijk afspreken wat de regels
zijn. Deze regels kunnen zelfs
gedurende het evenement worden aangepast.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 11
Het organiseren van de YKG
vraagt het nodige van de deelnemers en de begeleiders:
• De begeleiders moeten werken
met verschillende niveaus van
spelen
• Ze moeten kunnen inspelen op
het individuele kind. Er zijn kinderen met gedragsstoornissen.
(PDD-NOS, ADHD). De redactie
van het TB zal een stukje schrijven over de meest voorkomende
stoornissen en hoe daar mee om
te gaan.
• De kinderen krijgen te maken
met verschillende trainers, begeleiders en ouders
• De organisatoren moeten oefenstof en informatie verzamelen.
Daarbij kunnen ze samenwerken
met bijvoorbeeld een Combinatie
Functionaris.
Veel gemeenten kennen deze
functie.
Je kunt ze als vereniging inschakelen om allerlei projecten te begeleiden.
Dan is er het project “Sla je slag”,
waarbinnen vier racketsporten
(Tafeltennis, Badminton, Tennis
en Squash) samenwerken om
kinderen te motiveren om een
slagsport te doen.
Er zijn flyers over dit project, aan
te vragen bij Badminton Nederland.
• Voor meer informatie kun je
terecht bij: [email protected]
• Kijk op www.badminton.nl voor
de YKG
• Er is een draaiboek gemaakt
door BC Mix. Dit draaiboek is opvraagbaar.
• Zet een verslag van je evenement in het digitale krantje “CLEAR!”.
• Zet filmpjes van de YKG op “You
tube”. De kinderen zullen dit
waarderen.
In de praktijksessie gaan de trainers vervolgens oefeningen ontwikkelen, die de kinderen later op
de dag moeten uitvoeren.
Het wordt een leuke en inspirerende middag, waarvoor we Paula
dank verschuldigd zijn.
Paula heeft alle deelnemers aan
de studiedag haar aantekeningen
opgestuurd.
Ik heb ze dan ook bij dit artikel
gevoegd, voor alle trainers, die er
niet waren.
Ook heb ik de flyer van Badminton
Nederland toegevoegd.
Natuurlijk is er dan nog de DVD.
Alle deelnemers krijgen hem toegestuurd, maar voor de andere
geïnteresseerden is de DVD te
bestellen bij onze toko.
Tot slot is er dan nog het beloofde
artikel over gedragstoornissen bij
jeugd.
Hopelijk vormt dit een totaalpakketje waarmee iedereen uit de
voeten kan.
Yonex Kids Games, bijscholing 8 februari 2014.
Aantekeningen: Paula Rip
a. Power point presentatie: zie
Technisch Bulletin tekst
punten telling, doordraaien, hoe
vaak proberen etc)
b. Yonex Kids Games actieve verenigingen in Nederland:
- Wil je info, kijk op www.badminton.nl : http://jeugdbadmintonnederland.nl/yonex-kids-games/
2012: DKC en Voorburg samen,
Den Haag
2013: BC Raak ‘m, Grou
2013, BCH, BV De Maasshuttles,
HBV en ABC, Den Bosch
2013: materialen pakket is vanuit
bondsbureau Nieuwegein uitgeleend aan:
BV Putten
BECA2000
BV Almere
’t Vennewater
BC Bavel
SV Fier
Olympia Ochten
BC IJsselstad
c. Organisatie
Games:
- Werkboek: 1 per vereniging
gratis aan te vragen op het
bondsbureau
- Voorbeelden bij andere verenigingen opvragen (als je dat wilt)
Algemene tips voor trainers:
Yonex
Kids
- Plaatje-Praatje-daadje: kijk, dit
gaan we vandaag doen! maximaal
3 zinnen, dan de baan op. Tweede
ronde oefenen: geef dan meer
aanwijzingen erbij
of racket weg gooien, kauwgom
in mond oid, doen kinderen gewoon na
- Begin de training met elkaar en
sluit de training af met elkaar (kop
en staart), maak er een groep van
- Let op goede zaalschoenen
(soms zwarte zolen in de zaal,
mag niet)
- Blijf de leider van de groep, maar
sfeer in de groep is belangrijk, jij
samen met de kinderen
- Fout gedrag kind: 1e keer=
waarschuwing, 2e keer= even
aan de kant, als het kind weet wat
er fout ging kan het na 1-5 min
weer mee doen, 3e keer=aankleden, altijd in de sportzaal blijven
in het zicht van de trainer (verantwoordelijk voor kind)
- Liefst 4 verenigingen bij elkaar
- Vaardigheidscircuit en een toernooivorm naast elkaar organiseren (toernooi baan is 5e/6e station) – hebben we niet geoefend
tijdens deze scholingsdag
- Proef draaien op je eigen
vereniging
- Reken van de voren uit hoeveel
kinderen mee kunnen doen (hoeveel tijd en hoeveel banen?)
- Oefeningen aanpassen aan niveau van de spelers: spreek dit
goed af met de verenigingen
waarmee je wilt samen werken,
ook met je mede organisatoren
(van eigen club) goed afstemmen
welke oefeningen (gooien, slaan,
- Loopt het - lukt het - leert het:
eerst moet de oefening lopen, dan
kijk je of de kinderen de oefening
goed doen/snappen en dan ga je
verbeteringen aanbrengen om ze
het goed te leren
- Doe de beweging goed en helemaal af voor (kinderen onthouden
beweging beter dan verhaal)
- Let op de lijnen: opspelen is
altijd van achter de servicelijn (en
niet op de lijn staan dus)
- Trainers hebben een voorbeeldfunctie: juiste kleding, veters
vast, fatsoenlijk woordgebruik,
opruimen spullen.
Nooit shuttle tegen spelers slaan
- Betrek ouders bij niet gewenst
gedrag van kind (hoe is het kind?
Waarom gaat het fout in de groep?
Wat kunnen we er aandoen om
het kind te helpen en de groep
niet te laten storen?)
- Hulptrainers: ouders, oudere
jeugdleden.
- Hulp organisatie/training geven
voor de club: combinatie functionarissen vanuit de gemeente
(vraag na wat de mogelijkheden
zijn voor je club), CIOS/ALO studenten met stage opdrachten
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 12
- Didactisch klimaat moet goed
zijn: veilig, dus niet pesten,maar
gezellig en met elkaar.
Op school leren de kinderen van
alles: neem de goede voorbeelden over voor de vereniging, tijdens de trainingen. Kinderen
kunnen meer zelf doen dan je
denkt!
- Gooi fluffy balletjes erg leuk
(rollen niet weg)
- Eerst gooien en later slaan is
goede opbouw
- Ballonnen ook voor oudere spelers leuk voor een keer (niet voor
punten tellen)
- Jeugdactiviteit die heel leuk is:
Mission Olympic (schoolsport
voor het voortgezet onderwijs,
regionale voorronden en finale in
Olympisch Stadion: info via je
eigen jeugd van VO of www.
schoolsport.nl van de KVLO
- Geef jeugd emotie in de training:
je mag ze best wat/veel vragen
(als ze moe zijn is dat echt niet
erg), daarna kan je een compliment geven voor hun inzet. We
leven te vaak in een watjes cultuur (moe, ik doe niet meer
mee….Dan probeer je het nog een
keer! Hup!)
Station 1: ver slaan
- Veiligheid (spelers staan uit elkaar, rackets elkaar niet raken)
- Geef duidelijk begin en einde van
de vorm aan
- Wijs je gooi na naar voren (anders gooien over hoofd naar achteren, gebeurt met licht gooi-materiaal): gooien bovenhands kan
je harder doen en beter naar
voren richten
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 13
- Altijd één shuttle in de hand,
geen shuttles in de broekzak
Station voetenwerk
- Lijnenspel, tikspel met lopen
over lijnen , leuk en intensief
- Grote kinderen bewegen onhandiger (soms): let op balans in
bewegen
- Goedkoop spelmateriaal: bij de
Action, Blokker voor placemats
(uitknippen rondjes voor mikvormen op de baan of voeten uitknippen voor aanleren voetenwerk,
glijden niet en je kan er ook niet
over struikelen op de baan)
- Mikdoelen: PVC buis met diameter 15 cm of zo kopen, snijden (ipv
blikken soep)
- Mikken: maak het raakvlak
groot genoeg (brede blikken of
maak er een cirkel van). Moeilijker is: mikvlak kleiner maken,
afstand van mikken groter
maken, 10 shuttles bv op tijd
mikken (tijdsdruk)
- Neus naar voren in vooruit lopen
en in achteruit lopen (kijk naar de
tegenstander)
Station hooghouden/treffen,
mikken met materialen
- Na eerste keer vorm met lopen
(lukt het), accent leggen op: nu
goed badmintonachtig lopen (uitleggen hoe)
- Werk in 2tallen per station (niet
lang wachten), sla/gooi om de
beurt (niet 2 spelers tegelijk laten
mikken)
Station hooghouden-mikken
met racket en shuttle
- Mikken op materialen: tegen een
muur of zo aan (makkelijk shuttles verzamelen)
- Materiaal opruimen bij de paal
of bij de muur (altijd, veiligheid
spelers, netjes, spelers helpen
mee opruimen)
- Mikken: spreek af of het raken
van het doel oké is, of dat de
shuttles ergens in/op moet
komen. Spreek af: gooien onderhands, gooien bovenhands, slaan
onderhands, slaan bovenhands
(meestal niet met mikken op materialen, is onzuiver mikken)
- Mikken in hoepel: 3 shuttles
achter elkaar laten proberen (gevoel iets harder, iets zachter
slaan)
- Mikken en vangen (in pion):
oefening voor serveerder en vanger (lukt het slaan niet recht, dan
is het een vangspel, beweegspel
naar de shuttle toe.
Zijn er nog vragen over wat
dan ook?
Mail, app, sms dan naar:
Paula Rip
M 06 41913305
E [email protected]
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 14
Bijscholing: Damesdubbelspel
Door: Fred Besselink.
Vbo-bijscholing “Damesdubbel”
Datum: 12 mei 2014
Thema: “Damesdubbel op districtsniveau en beginnend
bondsniveau”
Docenten: Andreas Johannsen en
Alex Meijer
Locatie: Papendal
Andreas Johanssen
Francien van der Aar opent namens de WTZ de bijscholing.
Ze wijst op de noodzaak van het
delen van kennis.
Daarna stelt Andreas zich voor.
Hij heeft in het verleden veel ervaring opgedaan, onder meer in
Servië, Italië, Spanje en Denemarken. Andreas nodigt uit tot
discussie.
Alex Meijer aan het woord, terwijl Andreas aandachtig toekijkt
Hij geeft ook aan, dat lang op een
stoel zitten voor velen lastig is en
heeft er geen bezwaar tegen, dat
de trainers rondlopen.
Alex Meijer, zijn rechterhand van
vandaag, stelt zich ook voor.
Als ex-topspeler heeft hij als trainer onder meer gewerkt met Mia
Audina en Yao Jie.
Andreas neemt vervolgens het
programma door. Het programma
omvat onder meer de volgende
onderwerpen:
• In het algemeen: De ontwikkeling van het damesdubbel.
• Vaardigheden en training van
jeugdspelers in de dubbelspelen
• De tactische principes van het
damesdubbel (algemene tactiek,
verschillende rollen, wedstrijdtactiek)
• Videoanalyse
• Het ontwikkelen van tactische
oefeningen voor het damesdubbel
en individuele trainingen
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 16
10 jaar geleden
Vandaag
Veel clears, drops en lobs
Meer slagvariatie
"Defence could kill a match"
Meer agressieve verdediging
Kracht belangrijker dan finesse
Kracht én finesse
Bereidheid om risico's te nemen
__________________________________________________________________________
Hoe kunnen we de doelen van de
kolom “Vandaag” bereiken”?
Wat hebben jeugdspelers nodig
om op topniveau te komen?
Andreas vraagt de deelnemers
om ideeën hierover.
Een goede jeugdtrainer vanaf het
begin is belangrijk.
Ook de hantering van de juiste
grip op het juiste moment is van
belang, om de shuttle zo te plaatsen, als je dit wilt.
En ook om de controle en de
kracht te vergroten.
Van belang is ook, dat er al vroeg
geleerd wordt, om gebruik te
maken van de zwakke punten van
de tegenstander.
Alex vult aan: “Gebruik hiervoor
ook de sterke punten van de tegenstander”.
Er volgt een discussie over hoe je
spelers kunt verbeteren en wat
daarbij helpt.
Andrea vat samen wat zijn ideeën
zijn over een goede speler (speelster)
__________________________________________________________________________
"The obvious ones"
"The more tricky ones"
Goede techniek
Gevoel ("Feeling")
Kracht
Snelheid en agility
Tactische kennis
Anticipatievermogen
Geweldige verdediging
Analyse en complexheid van het dubbelspel
Veel schijn ("deceptions", erg belangrijk)
__________________________________________________________________________
Het is daarbij van belang, dat
dubbelspelers ook singles blijven
spelen.
Hoe houd je de spelers gemotiveerd?
Vertel altijd wat je wilt gaan trainen en waarom je dit wilt gaan
doen.
Als de gestelde doelen dan gehaald worden, zullen het zelfvertrouwen en de motivatie toenemen.
Zorg dat er op zijn tijd ook gelachen wordt.
Soms kan een systeem van straf
en beloning ook werken, maar
Andreas lijkt er geen grote voorstander van, om dit altijd te doen.
Blijven motiveren en daarvoor het
groepsproces gebruiken is een
betere manier van werken. Hij
doet dit al met kinderen van 6, 7
en 8 jaar.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 17
Andreas geeft aan, dat een trainer
altijd dicht bij zichzelf moet blijven.
Hij is geen voorstander van “schreeuwen”tegen zijn spelers,
zoals Chinese trainers plegen te
doen. “Ik houd er niet van, dat
iemand tegen me schreeuwt en ik
geloof, dat dat ook voor anderen
geldt”.
Andreas is ook een voorstander
van
blessurepreventietraining.
(bv. core-stabilitytraining)
Alex meldt, dat differentiatie in je
trainingen ook van belang is.
Er volgt een discussie over wat
tactiek nu eigenlijk is.
Andreas formuleert het als volgt:
“The ability to make the right
decisions at the right moment”.
Daarbij kan het doel van je beslissingen op elk moment in de wedstrijd veranderen.
Hij stelt tactiek tegenover “game
strategy”.
Bij tactiek gaat het meestal over
algemeen geldende regels (bv.”
Speel je tegenstander aan op de
backhand, dat is zijn zwakke
punt”).
Bij game strategy wordt daar
soms van afgeweken om je doel
(scoren!) te behalen.
Het is dus specifieker van aard.
Welke situaties kent het dubbelspel?
• Servicesituatie . De service, de
return en de derde slag.
• De aanvallende situatie
• De Verdedigende situatie
• De fase van de counterattack
• Bewegingspatronen: Verschilt
veel, per land en per coach
Daarna wordt aan het praktijkgedeelte begonnen.
Onze gastspeelsters verschijnen
op de baan.
Waar serveren we meestal naar
toe?
Antwoord van de cursisten: Naar
de T-splitsing.
Andreas is het daar niet helemaal
mee eens.
Meestal wordt de service niet
precies richting T-splitsing gespeeld maar een korte afstand
daar vandaan.
En de flickservices?
De returns:
Antwoord van de cursisten. Als er
van rechts geserveerd wordt, dan
wordt er vaak door het midden
gespeeld op de backhandzijde.
Welke returns zijn er mogelijk?
Volgens Andreas is de return op
zo’n flick niet echt lastig.
Beter is het om naar buiten te
serveren op de forehandzijde,
waardoor rotatie van het lichaam
lastiger wordt. Dit heeft ook te
maken met de afwachthouding,
die meestal wordt ingenomen, als
er wordt geserveerd.
• Netreturns naar de zijkanten
• Returns naar het lichaam van de
achterspeler
• Half court returns tussen de
twee spelers in
• Returns in het midden van het
net. De Deense dames gebruiken
die slag veelvuldig en zijn er inmiddels erg bedreven in
• Returns achterin op de backhand- en forehandzijde
Opmerking: Het retournerende
koppel staat in principe side by
side bij alle returns anders dan
een netreturn. Des te beter de
service des te meer het net moet
worden opgezocht.
Opmerking 2: Het retournerende
koppel moet kort bij elkaar staan,
de achterste vrouw moet meer
naar voren gericht zijn, dan normaal bij damesdubbels gebeurt.
Veel dames zijn bang om overspeeld te worden en staan te ver
naar achteren.
Tessa
Reuling
praktijkgedeelte
tijdens
het
Opmerking 3: Na de return gaat
het racket omhoog. Als je teveel
van onder uit komt, zullen de
netshots vaak worden afgemaakt.
Van belang is, dat het handig is,
om vaak “tegen de hand in” te
spelen, in plaats van “met de hand
mee”. Tijdens het spelen van een
lob beweegt het racket in de uitzwaai vaak voor je lichaam langs,
wat vaak crossslagen tot gevolg
heeft.
Dit zit bewegingstechnisch min of
meer opgesloten in de beweging.
Als je tegen de hand inspeelt,
speel je eigenlijk tegen die natuurlijke beweging in, met rechte
slagen als gevolg. Dit kan zowel
op de forehand als op de backhand.
Andreas onderscheidt in het damesdubbel verschillende fasen
1.De “Total attacking fase”. In
deze fase is het duidelijk, dat er
voor de totale aanval wordt gekozen, waarbij de achterspeler meestal smasht en voor de winner
gaat.
2. De “constructive attacking fase”. Jouw team heeft de aanval,
maar er moet nog wel het een en
ander gebeuren, voordat er gescoord kan worden. Er zal dus slim
gekozen moeten worden om het
verkregen voordeel uit te bouwen
tot punt. De spelers staan “back
and front” en gebruiken, zoals
Andreas dat noemt “building up
strokes”.
3.De “flat play zone (initiative
zone), waarbij het initiatief nog
verkregen moet worden.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 18
Tot deze fase behoort ook de fase,
die ontstaat als een smash van de
tegenstander wordt beantwoord
wordt met een counter attack.
4.De “constructive defence zone”.
Je bent in de verdediging maar
zint op oplossingen, om daar onderuit te komen.
Clears komen in het damesdubbelspel vaak voor, omdat bij een
clear, die gespeeld wordt met de
juiste diepte, dames vaak niet in
staat zijn, om aan te vallen.
De netdame zal in die fase iets
meer naar het midden staan.
positie staat.
Stelregel: “The steeper the attack, the closer the netplayer can
get to the net”
Bij een counterattack kunnen de
shuttles vlak achterin, vlak halfcourt en cross vlak worden gespeeld, afhankelijk van de situatie.
Er wordt gesproken over het moment waarop er gewisseld wordt
van netspeler en achterspeler.
Bij diepe clears blijft de situatie
ongewijzigd, bij een goede smashkans wordt er overgenomen,
waarbij de smasher naar voren
komt en de netspeler naar achteren verdwijnt.
Op de trainingen kan dit geoefend
worden middels roepen, maar het
is niet slim om dit tijdens de rally
in een wedstrijd te doen, want je
geeft hierbij de voor jouw partner
bedoelde informatie ongewild ook
door aan de tegenstander.
De overnames worden voor een
groot deel ook bepaald door de
individuele voorkeur voor net- en
achterpositie van de spelers.
Het is natuurlijk prettig, dat je
beste netspeelster ook vaak in die
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 19
Hierna was het tijd voor de koffiebreak.
Andreas showt samen met de
dames een aantal overnamesitu- Na de koffie volgde eerst een
aties, die op de DVD (verkrijgbaar stukje theorie.
bij de Toko) te bekijken zijn.
Andreas vertelt aan welke eisen
een goede tactische oefening
Opmerking: Het is van belang, dat moet voldoen.
de netspeelster getraind wordt op
het herkennen van de diepte van • De bedoeling (wat wordt er gede slagen van hun tegenstander, traind?) van de oefening moet
om in te kunnen schatten, wat het duidelijk zijn, dus neem daar de
vervolg van de rally kan zijn en te tijd voor.
kunnen afwegen welke conse- • De speler moet het onderwerp
quenties dit eventueel zal hebben relevant vinden
voor de overnames.
• De oefening moet “wedstrijdrealistisch”zijn
Opmerking 2: Bij overnames: It’s • Er moet tenminste één keuzebetter to do a wrong thing fast, mogelijkheid in zitten
than to do a good thing slowly”. • Er moet een ingebouwd beloningssysteem in de oefening zitten
• Er moet een ingebouwd “strafsysteem”in de oefening zitten
Vlak voor de koffiebreak tekenden • Probeer, om geen tactische
Bill Boshoven, voorzitter van de fouten te maken in de oefening en
V.B.O. en Maartje Verheul namens als je dat wel doet, vertel het dan
Badminton Nederland een nieuw je spelers.
convenant, dat onlangs werd over­
eengekomen.
Andreas vertelt hierna, dat er een
De V.B.O. hoopt door het afsluiten aantal zaken zijn, die het ontwikvan dit convenant een goede samen­ kelen van een oefening kunnen
werking met Badminton Nederland beïnvloeden.
ook in de toekomst te kunnen
waarborgen
Convenant
Aantal spelers
Afmetingen van het
speelveld
Aantal shuttles
Positie van de feeder
Positie van de spelers
Gebruikte slagen
Gebruiken we wel
shuttles?
Bewegingen van de
feeder
Bewegingen van de
spelers
Nethoogte
Aantal aangevers
(feeders)
Type van de feeding
_____________________________________________________________________________________
Met de hierboven gegeven informatie moeten de deelnemers aan
de slag om zelf oefeningen te
maken. In de groepen krijgen ze
een specifiek tactisch onderwerp
en maken ten minste 5 tactische
oefeningen.
Deze oefeningen moeten gemaakt worden op verschillend
niveau, te beginnen met de gemakkelijkste en eindigend met de
moeilijkste oefening.
Per groep is 15 minuten beschikbaar om deze oefeningen te presenteren en te overleggen met de
rest van de cursisten.
Een mogelijkheid is ook nog om
te differentiëren bij bepaalde oefeningen, zodat je ze kunt gebruiken in een groepstraining.
Hierna gingen de cursisten aan
het werk.
Er werden 8 groepen geformeerd,
die allen een bepaald onderwerp
opkregen.
De onderwerpen waren: De service, de servicereturns, de verdediging, de counterattack, de overnames van aanval naar verdediging en vice versa en de overnames in de aanval.
De ontwikkelde oefeningen werden nadien getoond, besproken
en geëvalueerd.
Het voert hier te ver, om alle oefeningen te beschrijven, bovendien werden niet alle oefeningen
getoond.
Sfeerbeeld tijdens de bijscholing met de speelsters Inge en Tessa
Reuling samen met docent Andreas
Wel zou het wellicht een idee zijn, Hiermee kwam er een einde aan
om de oefenreeksen netjes uit te een leerzame dag.
werken en in artikelvorm terug te
laten komen in het TB. Ik nodig
dan ook iedereen uit om dit te
doen.
Andreas heeft, zo zij hij ons in de
nabespreking, de oefeningen
door ons willen laten ontwikkelen.
Het was voor hem ook mogelijk
geweest om een flink aantal van
zijn oefeningen te tonen. Het nadeel hiervan is,dat trainers op die
manier niet leren zelf hun oefenstof te ontwikkelen.
Nadat Ruud Bremmer de bijscholing had afgesloten, waarbij hij
Andreas hartelijk bedankte, vroeg
hij aan een ieder om de evaluatieformulieren in te vullen.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 20
Bijscholing: Damesdubbelspel.
Door: Tessa en Inge Reuling.
Enige tijd geleden zijn wij benaderd door Fred Besselink om mee
te gaan naar een bijscholing van
het VBO. Andreas Johannsen gaf
een tweedaagse bijscholing over
de damesdubbel.
Blijkbaar vond Fred dat wij nog
wel wat tips konden gebruiken (en
dat vonden wij achteraf gezien
ook).
Zaterdagochtend, 12 mei, moesten
wij aantreden.
Nadat we een stukje theorie mee
hebben gepikt moesten we toch
echt aan de bak.
Gelukkig konden we alles goed
meekrijgen, omdat we goed Engels kunnen spreken/verstaan
(We speak English very well, not
so snel maar dat komt nog wel).
Wij stonden op het veld tegen
Indra Strijbos en Maaike van den
Dorpe.
Andreas liet de cursisten een
aantal servicesituaties zien.
Als eerste zijn we begonnen met
de plaatsing van de service, waar
en waarom?
Welke service vind je het fijnst en
wat kan je er op antwoorden.
Hieruit bleek dat tijdens een ‘flick’
de forehandkant het moeilijkst te
beantwoorden is, terwijl je juist
zou verwachten dat de tegenstander met de forehand alle mogelijkheden heeft.
Als speler zelf zouden wij ervoor
kiezen om een korte service bij de
T-splitsing te spelen (zo vertrekt
de shuttle uit het midden) of een
flick op de forehand kant.
lende niveaus waren (opbouw).
Na de servicesituaties gingen we
verder met de servicereturn.
Andreas gaf als tip om zo vaak
mogelijk de shuttle bovenhands
te pakken, zodat de rally aanvallend geopend wordt en de shuttle
daarna omhoog gaat.
Het was een geslaagde dag. Vooral de interactie van Andreas met
de trainers en spelers vonden wij
prettig.
VBO bedankt voor deze leerzame
dag!
Na een korte onderbreking zijn we
verder gegaan met de damesdubbel.
Dit keer mochten de cursisten zelf
oefeningen bedenken om de dubbel te oefenen met hun spelers.
Het moest een oefeningenreeks
zijn, waarbij één onderdeel centraal stond en waarbij er verschil-
In verschillende groepen hebben
we deze oefeningen bedacht.
Toen iedereen klaar was, hebben
we de meeste oefeningen uitgevoerd.
Tijdens de oefening werd de
keuze verantwoord. Andreas gaf
bij de oefeningen tips en stelde
vragen over hoe de oefeningen
nog beter uitgebouwd zouden
kunnen worden.
(Nog een gratis tip van Tessa)
Bijscholing: Damesdubbelspel.
In het weekend van 12/13 april
organiseerde de VBO een bijscholing met als onderwerp de damesdubbel.
De zaterdag was gericht op districtsspelers en dames die landelijk spelen.
Zondag werd aandacht besteed
aan de damesdubbel op (Europees) topniveau.
Een aantal weken voor de bijscholing werd ik door Ruud Bremmer
benaderd met de vraag of ik op
zaterdag als voorbeeld wilde fungeren.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 21
Door: Indra Strijbos
De reden dat ik dit graag wilde
doen was dat het weekend onder
leiding stond van Andreas Johannsen, een Deense coach.
Ik had nog nooit van hem gehoord, maar wel van de reputatie
van de Denen.
De kans om onder een Deense
coach te trainen wilde ik niet aan
mij voorbij laten gaan.
Aangezien ik recent de trainersopleiding SL3B heb afgerond leek
het mij sowieso interessant om
aanwezig te zijn, dus had ik met
Ruud afgesproken om de hele De opdracht was om in groepjes
zaterdag te blijven.
oefeningen te verzinnen om bepaalde tactische situaties te traiOp het moment dat Andreas zich nen. Ieder groepje kreeg een onvoorstelde werd ik al enthousiast: derwerp aangewezen.
een badminton nerd?
Dat klinkt bekend!
Nadat iedereen de tijd had gehad
om verschillende oefeningen te
Ik vond het interessant hoe zelfs bedenken, werden deze klassihet theoriegedeelte interactief kaal besproken, natuurlijk onder
werd gemaakt.
het toeziend oog van Andreas.
Er werden veel vragen gesteld aan
de deelnemers en na een wat Zijn tips waren vooral gericht op
rustige start kwamen er steeds de kenmerken van een oefening.
meer geluiden vanuit de groep.
Zo moest een oefening zo veel
mogelijk de wedstrijdsituatie naNatuurlijk kon ik als badminton- bootsen, dus zo min mogelijk
ner niet wachten om aan de slag slagen die men in een wedstrijd
te gaan.
niet zou spelen.
Na de koffiepauze zou Andreas Wat ik ook erg boeiend vond was
een aantal situaties uitleggen en het idee van straffen en belonen
die zouden wij als spelers vervol- inbouwen in de oefening.
gens voordoen.
Andreas had ons van te voren Bijvoorbeeld bij de service: speel
gewaarschuwd dat hij het spel je die te hoog, dan mag de tegenvaak stil zou leggen om dingen stander inrushen.
aan de deelnemers te vragen om Je wordt dan gestraft omdat je de
zo situaties, specifiek voor de shuttle niet laag genoeg hebt gedamesdubbel, te kunnen analyse- speeld.
ren.
Speel je een netdrop die kort genoeg is, dan moet je tegenstander
Ik vond het leuk en vooral ook erg wel liften, waardoor je de beloning
leerzaam om zijn opdrachten uit hebt dat je kan blijven aanvallen.
te voeren en ook onze mening en
ervaring als spelers te delen met Een simpele vuistregel die mij
de deelnemers.
absoluut is bijgebleven is dat een
Hij had wel gelijk dat we veel stil tactische oefening slechter wordt
stonden en luisterden naar dis- zodra er meer restricties komen.
cussies die werden gevoerd.
De waarschuwing was dus niet Wil je spelers tactische keuzes
voor niets geweest.
laten maken, dan moeten ze ook
de mogelijkheid hebben om verToch vond hij dat hij iets terug schillende slagen te maken, zodat
moest doen, omdat we nog meer ze wel moeten kiezen.
stil hadden gestaan dan hij van te
voren had gedacht.
Bij een vast patroon valt er niet
Vandaar dat we aan het eind van veel te kiezen natuurlijk, dus
de dag nog even een kort partijtje wordt er ook geen tactiek gemet hem hebben gespeeld.
traind.
Na de lunch was het de bedoeling Na de laatste koffiepauze bleek de
dat de deelnemers zelf aan de slag tijd toch wel hard te gaan en werd
gingen.
besloten dat de overige groepjes
hun trainingen zouden demonstreren aan de groepen die al
waren geweest, zodat de laatste
drie groepen tegelijkertijd aan de
slag konden.
Helaas had dit natuurlijk wel tot
resultaat dat Andreas en Alex (die
hem ondersteunde) zich moesten
verdelen.
Wat ik in mijn groepje op vond
vallen was dat er niet veel was
gedaan met de tips die tot dan toe
waren gegeven en die tijdens de
koffiepauze zouden worden verwerkt.
Oefeningen waren nog steeds erg
beperkt en door het lange patroon
aan slagen vond ik het leereffect
erg laag.
Dit was de ervaring van alle vier
de spelers, terwijl de makers van
de oefening (de coaches) deze
keuzes juist bewust hadden gemaakt.
Hierdoor ontstond een leuke discussie waar Alex zich gelukkig in
mengde.
Het ging door tot de andere
groepjes klaar waren, dus uiteindelijk heeft ook Andreas nog zijn
mening gegeven over de situatie.
Zijn mening was dat als spelers
het ergens niet mee eens zijn, je
dit serieus in overweging moet
nemen.
Zij zijn ten slotte degene die ervan
moeten leren en dat gaat beter
wanneer ze zelf gemotiveerd zijn.
Aan het eind van de dag sprak ik
Andreas over het feit dat ik de
volgende dag moest ondersteunen bij een toernooi, dus dat ik
helaas niet aanwezig kon zijn.
Hij vroeg zich af waarom ik wedstrijden voor anderen zou gaan
tellen als ik zelf ontzettend veel
zou kunnen leren bij de bijscholing.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 22
Hij vond dat ik me maar ziek
moest melden zodat ik toch kon
komen.
Dat heeft mij aan het denken
gezet. Ik ben absoluut niet de
persoon die beloftes niet nakomt,
dus ziekmelden was voor mij absoluut geen optie.
Bij thuiskomst heb ik direct overleg gepleegd met de organisatoren van het toernooi.
Zij begrepen waarom ik liever
naar Papendal zou gaan de volgende dag en konden het ook wel
redden zonder mijn hulp.
Ik ben ze hier nog steeds ontzettend dankbaar voor!
Op deze manier heeft Andreas mij
veel geleerd over mijzelf en ik heb
echt het idee dat ik mij als persoon, maar ook als speler én als
trainer dit weekend weer op een
positieve manier heb ontwikkeld.
Ik had dit weekend echt voor geen
goud willen missen.
Een handig hulpmiddel bij het
uitvoeren van de juiste slag.
Door: John van Bommel
Je brengt het aan op een korfbalpaal.
Op de plek waar de korf in gaat,
doe je nu het blokje en zet dat
goed vast door de schroef op maat
te maken.
Het blokje komt voor , dan draai
je het vleugelmoertje goed aan.
Vervolgens is het instrument
klaar om te gebruiken in de training.
John met het door hem gemaakte
hulpmiddel
Hallo, mij is gevraagd of ik iets
wilde schrijven in het Technisch
Bulletin van de V.B.O.
Het is een stukje over een hulpmiddel, dat ik gebruik om de kinderen aan te leren, om de slag
goed uit te voeren en om op de
juiste manier onder de shuttle te
komen.
Ze leren, om op de juiste wijze
naar de shuttle toe te stappen, te
slaan en vervolgens goed uit te
stappen. De kinderen vinden dit
leuk, omdat ze nu wel de shuttle
raken en het gevoel hebben dat
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 23
het goed gaat.
Soms werk ik er zelf mee met de
kinderen, soms laat ik het mijn
begeleiders doen, zodat ik verder
kan met de anderen.
Je kan dan de hoogte van de
shuttle aanpassen aan de grootte
van het kind, door het kind recht
onder de shuttle te laten staan
met het racket hoog, dus met
gestrekte arm, zodat je de shutt-
le met het racket raakt.
Dit laat ik in tweetallen doen,
ongeveer 5 minuten lang.
Dan mogen ze het met een shuttle proberen, terwijl anderen weer
oefenen onder de paal.
Breedte.....4 CM
Hoogte......3 CM
Diepte.......2,3 CM
De lengte van de draad………….85
cm, maar je kunt hem zo lang
maken, als je wilt.
Voor staan met welke voet?
Maakt het uit ?
Door: Henri Vervoort.
in een soort diagonale positie
komt en vooral 1 van de twee
voeten eerder neerzet dan de
andere, vaak in de tegenovergestelde richting van waarin je wilt
bewegen. Ik vond het niks: omdat
je dit vooral doet in aanvallende
situaties, en zeker niet vaak als je
in een situatie zit waarin je aangevallen zou kunnen worden.
Als je iets altijd doet in een oefening, is het bijna altijd verkeerd
zeg ik vaak.
Met toestemming van Henri Vervoort plaatsen we dit belangwekkende relaas over de voetenstand.
Henri is afkomstig uit Groningen
en is werkzaam bij Acqui Badminton Club en Junior Acquien FIBa Federazione Italiana Badminton
(FB)
De voetenstand en de gevolgen
voor ons spel.
We hebben het hier over enkelspel.
De voetenstand heeft veel invloed
op ons spel en zegt ook veel over
de intenties.
Eerst een praktijkvoorbeeld dat
aanleiding is voor dit schrijven,
mijn ergernis tijdens het kijken
van bepaalde trainingen:
• vorige zomer zag ik een zogenaamde Deense toptrainer (tenminste hij was nationaal coach
jeugd...) die na het opheffen van
de jeugdselecties daar, nu bij een
Italiaanse club werkt, voetenwerk
oefenen (zonder shuttle, zonde.)
en hierbij altijd een richtinggevende splitstep gebruiken, dat is
heel kort door de bocht een start
waarbij je eigenlijk met je voeten
• Vervolgens kom je bij de ex
nationale coach van Italië uit, die
het tegenovergestelde altijd doet
en iedereen met twee voeten parallel altijd in het midden van de
baan laat staan en daarvandaan
start en zijn hele voetenwerk is
hierop gebaseerd, vervolgens zijn
de passen die je zet volgens hem
gelijk voor meisjes van 8 jaar en
elite heren van 27.... wederom
onzin.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 24
En nu hebben we dus twee zogenaamd goede coaches tijd zien
verspillen, en ik kan er nog wel
een flink aantal namen bij gooien.
Natuurlijk kun je het eventueel als
intervaltraining op de baan gebruiken, dus een fysiek doel hebben, maar dat kan zoveel nuttiger
en beter.
Dat is echter niet het onderwerp
nu.
Mij gaat het in dit artikel erom
duidelijk te maken wanneer je in
mijn mening op een bepaalde
manier staat en waarom.
Hier is geen gouden regel zoals de
coaches hierboven dachten, het
hangt er namelijk altijd vanaf in
welke situatie je zit, en vervolgens
van je eigenschappen (lengte,
kracht, bewegingsmotoriek enz.),
maar er zijn zeker een aantal
dingen over te zeggen.
We gaan uit van enkele situaties:
je hebt zelf de aanval, je bouwt
op, of de tegenstander heeft de
aanval en hier tussenin zitten nog
verschillende schaduwgebieden.
Mijn eerste principe is dat als je
een lift weggeeft waarbij je vrij
zeker bent dat de ander zou kunnen aanvallen (en in herenenkel
is dat sneller dan in een damesenkel, heren zullen door hun sterkere fysiek beter de aanval kunnen
opvolgen en het veld controleren
dan dames, en deze zullen de
neiging hebben om sneller een
drop of een clear te slaan, al trekt
het spel op topniveau steeds meer
richting de heren ook in de dubbel). In dit geval ben ik een groot
voorstander van het parallel
klaarstaan, lichtjes gedraaid richting de shuttle, maar liefst niet
teveel (als je in het midden lift,
heb je het probleem niet trouwens
:) ), en zoals vrijwel altijd gebruik
makende van een opgeschoven
basis: meer naar achter als je erg
onder druk denkt te komen, meer
naar links als je tegen de zijlijn
hebt gelift.
Hoeveel is persoonlijk en hangt
van het niveau af.
Verder zou er altijd een inzakkende splitstep gebruikt moeten worden, liefst uit een beweging komende.
Wat bedoel ik hiermee?
Voorbeeld: ik kom laag bij het net
na een goede slag van de tegenstander, ik lift, en wandel rustig
terug naar de positie waar ik ongeveer wil staan als hij/zij gaat
slaan, en ik stap eigenlijk achteruit en zak vervolgens in door
beide voeten naar buiten te plaatsen, kom neer vlak na de impact
zodat ik de richting van de shuttle zie.
Breng gelijk mijn racket richting
de shuttle voor me (heel veel
spelers hebben de kwalijke eigenschap op een harde slag met een
reflex beweging eigenlijk hard te
willen antwoorden en achter in te
laden (racket naar achteren bewegen, vaak door supinatie of
pronatie), hierdoor verlies je heel
veel controle op de verdediging
en je bent bijna altijd te laat.
Op topniveau zullen ze altijd proberen de shuttle voor zich te
houden.)
Hier komt trouwens ook de duiktechniek met twee benen uit
voort, vooral op de backhandkant
is het vrij natuurlijk: je komt neer
met twee voeten maar ziet dat je
met rechts moet gaan afzetten, je
strekt gelijk je racket uit, met
draai in je bovenlichaam/schouders (een belangrijk detail hierbij
is dat je niet een geblokte draai
gaat maken (waarbij je eigenlijk
alleen in je buik draait, maar dat
je ook in je 'schouders draait', je
rechterarm gaat naar links en je
linker komt naar rechts zeg maar)
dus eerst naar voren beweegt,
maar met een juiste elleboogpositie (iets voor je op moment dat
de ander slaat) je gelijk lang
maakt met je arm en schouder
richting de shuttle, de handen
blijven vrij dicht bij je) bijna automatisch op harde slagen ga je
een
soort
extensiebeweging
maken en raak je de shuttle eerst
voordat je rechtervoet naast je
neerkomt en je staat in een soort
push-up stand.
Benen iets bijtrekken en omhoog,
en snel het liefst :), dit is niet
moeilijk, maar je moet er wel
aanleg voor hebben, dus enigszins atletisch zijn.
Dan komt duiken dus natuurlijk,
en dan mag het wat mij betreft,
als je het moet gaan trainen, dan
denk ik dat het beter is het niet te
doen.
Dat is dus parallel staan, wat je
doet als de tegenstander het initiatief stevig in handen heeft.
Sta je op die manier ben je namelijk snel zijwaarts (zowel in springen als uitstappen), voor en achter is iets lastiger.
Sta je met een voet meer naar
voren dan is zijwaarts weer moeilijker.
Dus zul je de situatie moeten
herkennen, maar ook de gewoontes van de tegenstander.
Anticiperen, hierbij gaan we dus
weer tactisch trainen: herkennen.
Mocht er in het geval van parallel
staan toch een shuttle hoog
komen bijvoorbeeld, dan krijg je
een soort van omschakel voetenwerk, je gaat van laag omhoog
komen, dus je maakt een transitie
in je bewegen om je weer aan te
passen aan de nieuwe omstandigheden en geen onnodige energie
te verspillen.
Regel 1
Regel 1 zou ik dus willen omschrijven: als je denkt dat je snel links
of recht moet bewegen, dan zou
ik uit een voor of achterwaartse
beweging inzakken in een parallel
stand.
Nu komen we in een situatie
waarin het initiatief niet duidelijk
bij de tegenstander ligt, we zitten
in de opbouwfase of we hebben
zelf de aanval, ook al is het lichtjes.
Ik ga het vooral hebben over onze
forehand kant, omdat dit de gevoeligste en meest interessante
kant is in mijn mening.
Nu komen we bij de volgende situatie uit slagen die uit de backhand/aroundthehead kant van de
tegenstander komen, zonder dat
deze een zware aanval kan zijn.
Helaas, hier gaat het vaak mis in
mijn mening. Ik ga van een aantal
principes uit:
• 1. Onze forehand hoek achterin
is vaak ons zwakste punt.
• 2. De clear of lift rechtdoor is de
gevaarlijkste manier om hierin
onder druk gezet te worden.
• 3. Als we hierbij niet ingrijpen
komen we altijd tijd en ruimte
tekort om iets nuttigs te kunnen
doen. We kunnen vaak enkel volgen als we een goede techniek
hebben.
• 4. Het liefst komen we in de lijn
van de shuttle, dat wil zeggen dat
we snel in de vluchtbaan van de
shuttle komen zodat we deze op
de best mogelijke plaats kunnen
raken, dus niet naast ons.
Hier kunnen we nog wel een en
ander aan toevoegen, maar het is
zo al lastig genoeg.
Naast elkaar staan is dus snel
links en rechts, maar we willen
vooral onze rechterkant goed beschermen, en het liefst ook iets
ruimte laten cross om eventueel
over te kunnen nemen, maar
hierover gaat het volgende artikel.
Gaan we nu met rechts of links
voorstaan?
Het gemiddelde Nederlandse antwoord is te vaak met rechts voorstaan, natuurlijk niet bij iedereen.
Ik heb hier op verschillende locaties met spelers over gesproken,
met verschillende nationaliteiten,
en vooral met vele Nederlanders
ontdek ik de gewoonte om op de
forehand kant, vrijwel altijd met
rechts voor te staan, vooral ook
de dames, als we gelukkig zijn
staan de heren parallel Ik noem
dit altijd: meisjesbadminton, dat
wil zeggen, we staan met rechts
voor dan is het het makkelijkste
om het oudere Hartono voetenwerk naar de Around the head
kant uit te voeren en dus de
shuttle niet met de backhand te
hoeven nemen.
We kunnen namelijk gelijk met
rechts afzetten.
Leuk, maar ik hoop dat een redelijke speler op 15 jarige leeftijd
zich toch goed genoeg kan bewegen om dit niet te hoeven doen.
Mocht je tegenstander dit wel
doen (rechts voorstaan), dan gewoon snel rechtdoor in zijn forehand spelen, of desnoods een
crossstick/snelle drop, en je hebt
9 op de 10 keer het initiatief in
handen, dat wil zeggen je kunt
iemand gaan wegzetten in zijn
forehandhoek
en
vervolgens
cross openen.
En je kunt zonder afgestraft te
worden een crossdrop slaan.
je dus problemen op rechtdoor
hoog en cross laag, cross hoog is
in principe een slag die niet voor
teveel problemen moet zorgen en
eigenlijk een slag die ik graag zou
uitlokken en die loop ik nu dus
eigenlijk af te dekken, tactisch
niet zo heel slim.
Cross laag is hetzelfde verhaal,
maar daar kan ik eigenlijk niet
naar toe.
Rechtdoor hoog is gevaarlijk voor
mij (zeker om daar nog schaarvoetenwerk te maken (beste en
optie met meeste dreiging) wordt
erg lastig, en zelfs de 'China jump'
(hiermee bedoel ik een tweevoetige sprong waarbij je ook weer
met twee voeten land, vaak vooraf gegaan door een chassé) is niet
makkelijk en vereist een 90 graden draai om er snel te zijn.
Die draai is makkelijker van links
naar rechts dan van voor naar
achter (biomechanische wetten),
dus je gaat eerst bij de lijn van de
shuttle wegbewegen om er vervolgens weer naar toe te gaan.
Dat kost meer tijd en geeft minder
opties.
Regel 2
Ik snap dit niet en heb echt geprobeerd antwoorden hierop te
vinden, spelers vragen waarom ze
dit doen. Vaak wordt er gezegd:
je bent zo sneller bij het net, tsja,
dat ligt eraan welke kant van het
net, op de backhand heb je een
probleem als het snel komt, en in
het achterveld op je forehand heb
je een gat en daar wordt je ook
niet blij van.
Gelukkig wordt er in Nederland
niet zo heel sterk geanticipeerd op
bepaalde dingen, dus kun je je
met veel fysiek nog wel redden uit
die hoek, maar goed badminton
wil ik het toch liever niet noemen.
Wat je keuze ook is, de punten
van je voeten zullen niet recht
naar het net staan, en hier zijn
een aantal dingen over te zeggen:
als je met rechts voor staat heb
Regel 2: Met rechts voorstaan zou
ik enkel doen als ik vrijwel zeker
weet dat ik veel tijd heb om naar
achter te komen: Ik ken daarbij
eigenlijk maar twee situaties.
• Na een goede netspin/netslag
waarbij mijn tegenstander zeer
laat bij het net komt en laag zit.
• Na een snelle (vlakkere) inspeelbal op de backhandkant, waarbij
je weet dat de lange slag enkel
zeer negatief gespeeld gaat worden. Vaak doe je dit vanaf mid- of
frontcourt.
Vrijwel iedere andere situatie zul
je bij een lange slag in je forehand
of een crossslag naar beneden in
je backhand in de problemen
komen.
Dat wil zeggen: veel minder tijd
en opties hebben dan nodig is.
Een voorbeeld: ik heb een goede
netslag geslagen of een goede
korte slag en mijn tegenstander
komt laag bij de shuttle in het
voorveld.
Als ik met rechts voorsta kan ik
snel bij het net zijn door middel
van een sprong om af te maken,
of met gewoon voetenwerk.
Bovendien is het waarschijnlijker
dat de tegenstander in een slechte situatie de shuttle cross lift (dit
heeft met de supinatie van de
onderarm te maken en de uitzondering is wanneer de tegenstander vanuit een crosspositie op de
shuttle komt en laat is, en dus
anders gedraaid staat en dan is
crossliften bijna onmogelijk, in
dat geval zou ik alweer met rechts
achter gaan staan).
Dit is met de hand mee slaan en
dat is wat je doet als je in een
moeilijke situatie zit.
Het is namelijk de minst risicovolle optie en aangezien we het niet
over de wereldtop hebben doet
bijna iedereen het in dit geval.
In iedere andere situatie heeft het
veel meer voordelen om met
rechtsachter te staan, ik bespreek
de meest voorkomende mogelijkheden.
1. Slagen die rechtdoor naar beneden of kort komen kun je uitstekend mee omgaan op de volgende manier:
• mocht de tegenstander uit het
achterveld een recoverysmash
slaan (een halve smash uit een
wat mindere positie om te voorkomen dat hij een korte slag terugkrijgt aangezien deze smash
of snelle drop vaak uit een onbalans situatie wordt geslagen (naar
achter springen en hangen) waarbij het doel is om het net uit te
sluiten en te voorkomen dat je
onder druk komt, je hersteld dus
de balans in de rally) dan kun je
met rechts achter staan en toch
de zijlijn afgedekt houden en
cross wegspelen als het moet, als
je met rechts voorstaat is dit een
kurkentrekker beweging in je bovenlichaam en dat is niet zo heel
makkelijk.
• Slaat de tegenstander een pullslag of een wat snellere drop, of
een neutrale netslag (geplaatst
richting de service lijn, om te
voorkomen dat het net open ligt
voor spinslagen). Dan kun je met
een afzet van de binnenkant van
je rechtervoet in 1 stap bij deze
shuttle zijn en vervolgens druk
leggen.
• Stel dat je tegenstander met
rechts is uitgestapt op een snelle
drop of smash, dan is deze met
zijn rechterheup nog naar je toegedraaid en waarschijnlijk niet
klaar om een snelle korte of lange
vlakke crossslag af te dekken en
met 1 stap (plus het uitstrekken
van je schouders, alsof een flinke
rottweiler aan je arm trekt) kun
je de shuttle vaak hoog aannemen
na enige training en het initiatief
nemen. Mocht de tegenstander
wel het gevaar voor deze cross
aanval inzien en zich haasten om
de cross slag af te dekken, dan
heb je rechtdoor weer open liggen
om daar snel in te spelen. Het
initiatief zal vaak voor jou zijn.
• Maakt de tegenstander de fout
om een langzame slag naar het
net te slaan, dan ga je eventueel
eerst links in de baan van de
shuttle zetten en dan rechts uitstappen en je hebt het net in
handen en ik hoef niet te vertellen
hoe belangrijk dat tegenwoordig
is.
2. Een andere mogelijkheid zijn
de slagen in je forehand achter,
waarbij we in de problemen kwamen met rechts voor. Nu hebben
we enkele opties als je met rechts
achter staat. Opties die er altijd
zijn, maar veel makkelijker en
sneller uit te voeren als je met
rechts achter staat.
• In noodsituaties: pull voetenwerk, dus vaak met links achterlangs stappen en met je rechter
voet uitstappen en je punt richting
de hoek plaatsen, absoluut te
voorkomen in deze situatie en met
enige training zal dit vrijwel nooit
gebeuren, tenzij de perfecte lift/clear komt.
• Step out voetenwerk, je stapt
met rechts uit, maar plaats je voet
op de grond na de slag en je punt
zal vaak naar de zijlijn wijzen,
opnieuw, absoluut te voorkomen,
dit is initiatief loos opbouw voetenwerk. Zeker niet nodig in deze
situatie. Maar je kunt houdt een
aantal opties open, kunt recovery
footwork gebruiken, al is dat hier
meer balansherstellend.
• China jump, tweebenig inspringen op de slag.
Deze sprong, vaak vooraf gegaan
door chassé voetenwerk (niet de
voeten sluiten..maar hou ze wijdt,
je bent sneller op korte afstanden
en op lange afstanden wil je geen
chassé gebruiken, het wordt te
langzaam) gebruik je wanneer de
shuttle ver aan je rechterzijde is,
dus dicht bij de zijlijn.
De sprong is dus altijd diagonaal,
nooit recht naar achter! Ideaal
gezien speel je geen cross-slagen
nu, je springt immers naar achter,
kunt dus vrijwel nooit je slag op
tijd opvolgen en je wilt je situatie
van controle houden en met
rechts achter kunnen blijven
staan. Je kunt dus alle rechtdoor
slagen slaan.
Je landt, en maakt gelijk een
kleine balans herstellende tweebenige sprong voorwaarts (naar
Lin Dan kijken is hier een mooi
voorbeeld van).
Dit geeft de mogelijkheid om in-
dien je snel naar beneden hebt
gespeeld hier een pre loading
muscle jump van te maken of
hyperflexie jump of splitstep, hoe
iemand het maar wil noemen
(weer een artikel waard).
En je kunt zoals hierboven beschreven bij netslagen met een
snelle lange stap makkelijk bij de
volgende shuttle komen in het
voorveld.
Enkel als de tegenstander erg veel
ruimte heeft laten liggen cross, of
uit balans is en we kunnen de
shuttle op 3/4 veld nemen kun je
een crossslag overwegen.
Liefst niet fullpower maar steiler
geslagen.
Deze sprong kon ook met rechtsvoor, maar om hem uit te voeren
kost het meer tijd omdat je een
eerste een 90 graden draai zult
moeten maken.
Nu sta je al bijna in de juiste positie dus is het veel makkelijker
toch snel bij de shuttle te komen
en opties open te houden.
• Zijwaartse China jump, de slag
van je tegenstander is werkelijk
te kort/laag, en je kunt er zijwaarts inspringen en initiatief
overnemen met een (stick)smash
cross of rechtdoor.
• Is de lift nog lager, dus erg vlak,
kun je nog steeds zijwaarts uitstappen en voorkomen dat je in
een pull situatie komt en vanaf
half veld de situatie controleren,
de shuttle neerleggen zonder dat
je uit positie gespeeld wordt.
Mocht de shuttle wat meer in
de baan komen of je bent zelf
wat verder rechts blijven
staan (positioneel voetenwerk, volgende artikel), dan
kun je op twee manieren een
wisselopsprong maken, wat je
de beste opties geeft om een
fullpower slag te slaan, de slag
op te volgen, en dus ook de
beste optie optie om initiatief
te winnen. Beide manieren
zijn erop gericht in de lijn van
de shuttle te komen, je beweegt zowel gelijk zijwaarts
als naar achteren, dus je
maakt een soort bocht, geen
hoek. Manier 1 is om met een
chassé stap waarbij links naar
de positie van rechts komt en
recht recht naar achter beweegt (dus niet diagonaal) en
daarvandaan maak je een
schaarbeweging in je voetenwerk. Ideaal gezien maak je
enkel een volle wisselopsprong (links volledig achter,
rechts volledig voor je, parallel aan de zijlijn zeg maar) als
je 100% smasht, en dus snel
wilt opvolgen naar het net.
Mocht je dit al op 90% doen
dan is iets meer dan een halve
wisselopsprong al genoeg.
Dat wil zeggen dat als je neerkomt na een recht slag, je linkervoet meer naar achter
staat , maar ook meer naar
links dan je rechtervoet. Zodat
je als het ware een soort tunnel tussen je benen hebt,
waardoor je snel in balans
bent. Vervolgens maar je een
sprongetje naar voren (vrijwel gelijk) waarbij je je voetenpositie weer omdraait, om
weer met rechts achter te
staan en je dus alle opties afdekt. Het neerkomen bij dit
omdraaien is als het ware de
volgende splitstep, dus de timing is belangrijk. Manier 2 is
met links voor rechts langs te
stappen en vervolgens rechts
naar achter te brengen en aan
te vallen.
3. Je krijgt een korte crossslag op
je backhand:
• Deze is niet zo moeilijk, je staat
met rechts achter, dus je zet fors
met rechts af en draait je gelijk je
racket en schouder de hoek in,
maar diagonaal, zodat de vlucht
van de shuttle wordt afgesneden.
Hierbij is het belangrijk zoals
eerder beschreven bij de verdediging dat er geen hoek gemaakt
wordt met de schouders en ellebogen, maar dat je rechts vlak
voor je langs beweegt en uitstrekt
de hoek in.
Hierbij is het vervolgens makkelijk om extensieslagen te gebruiken en makkelijk rechtdoor aan te
vallen, de tegenstander heeft
immer cross gespeeld.
• Mocht het een perfecte snelle
drop zijn of zelfs een halve smash,
met hetzelfde voetenwerk en
racketbeweging kun je jezelf altijd
vrijspelen.
Het grote knelpunt is echter dat
veel spelers gaan inladen op de
ouderwetse manier en vaak de
shuttle naast of achter zich gaan
raken.
Als dat gebeurd, dan heb je een
groter probleem.
Hierbij moet gezegd worden dat
je op hoog niveau moet zijn voordat iemand onder een behoorlijke
druk zo'n crossslag kan spelen, in
dat geval zul je iets meer weer
naar neutraal staan.
Zoals gezegd, hoe meer je denkt
te kunnen aanvallen hoe meer je
met rechts achter staat.
Dus vooral als je zelf naar beneden hebt geslagen.
Wanneer de tegenstander goed
wordt aangepakt op deze drie
hoeken die met enige training
zelfs op zeer hoog tempo goed zijn
af te dekken en waarbij het initiatief makkelijk te nemen is bij een
niet perfecte slag van hem of
haar, dan krijg je dus het gevolg
dat je veel 'unforced errors' bij de
tegenstander uitlokt, ze moeten
namelijk wel erg veel kwaliteit in
de slagen leggen.
Dan is de makkelijkste optie de
crosslift, daar staan de voeten
immers niet geheel goed voor.
Dat is echter juist een slag die ik
graag zou krijgen: een lift in mijn
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 28
around the head... vaak onze
sterkste hoek (hierover meer in
een volgend artikel, maar in het
verleden heeft geloof ik ook Ron
hier al een en ander over geschreven).
4. Blijft optie over: de crosslift
deze kan:
• A: te vlak zijn, in dat geval spring
je zijwaarts en onderschep je, en
vaak zal de rally afgelopen zijn,
immers rechtdoor ligt open.
• B: te hoog zijn en diep, in dat
geval heb je tijd genoeg om erachter te komen en het spel op
jouw 'sterke' kant te hebben met
de mogelijkheid te gaan testen of
je tegenstander net zo goed is in
zijn forehandhoek en mocht je het
volgende artikel getraind hebben
dan is dit wederom een fijne situatie.
• C: perfecte hoogte maar te kort
zijn, hier is goed onder te komen
en je kunt zeer gevaarlijk aanvallen. Trekt de tegenstander niet op
tijd mee en rechtdoor kan hij
enkel met de forehand rechtdoor
verdedigen, dus je kunt doorlopen
naar het net en afmaken. Mocht
hij ontzettend haasten om rechtdoor dicht te gooien dan is een
cross sticksmash of smash genoeg om het punt te maken en
wederom krijg je 99 op de 100
keer een rechte verdediging, dus
je weet zeker waar de shuttle
komt. Voetenwerk is hier vaak
een vorm van gewoon achteruit
lopen en licht afbuigen: dus links
naar rechts bewegen en dan met
rechts naar achter stappen en dan
ben je vaak al in de situatie een
wisselopsprong te maken.
• D: de crosslift/clear is goed, vlak
boven mijn racket en snel op de
achterlijn, dan nog heb je rechtdoor ruimte en je kunt de situatie
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 29
redelijk eenvoudig redden met
een pullslag of een clear rechtdoor
(wordt deze te hard aangepakt
dan ligt er vaak cross ruimte,
maar dit is een analyse die een
speler snel moet maken in een
wedstrijd). En je begint weer te
wachten op een verkeerde crosslift...en er vervolgens gebruik
van te maken. In principe gebruik
je hier een lage wisselopsprong
naar achter, waardoor je gebruik
kunt maken van rapid deceleration en weer in positie komt.
• E: Around the head lukt niet,
jammer, dan draaien we om en
gebruiken we de backhand pull of
drive of clear om weer te gaan
neutraliseren en bouwen en
wachten op de volgende mogelijkheid, over beter gezegd deze
provoceren.
Ideaal gezien ga je er positioneel
badminton bij toevoegen na een
tijdje, maar als je de oefeningen
goed opbouwt en aanpast aan de
spelers, zul je het vaak vanzelf
zien gebeuren, zelfs zonder dat ze
erbij nadenken.
Als je er vervolgens echt op gaat
trainen, gaat het werken.
Je kunt namelijk alle hoeken in
een opbouwfase van een rally
goed afdekken en bij een niet
precieze slag van je tegenstander
het initiatief nemen.
Daarom zie je ook op hoog niveau
dat er ontzettend veel wordt opgebouwd centraal of ver van de
lijnen om de hoeken dicht te houden, tot je echt een kans krijgt en
kunt versnellen.
Welke hoek je ook inspeelt, als het
niet perfect is, heb je een probleem.
Hoe kunnen trainers dit om zetten
in training?
Heel simpel: een echte trainerscursus volgen waar je leert eigen
oefeningen te ontwikkelen die
aansluiten bij een probleem.
Natuurlijk kun je vanuit bekende
oefeningen beginnen, maar vervolgens begin je te spelen met
variabelen om meer en meer uit
de oefening te krijgen, of juist
dingen simpeler te maken en je
zult met vele verschillende dingen
bezig gaan die allemaal samen
moeten komen in je totaalvisie op
de speler.
Om dit goed te kunnen uitvoeren
en dus een moderne badmintonner te worden met toekomst, dien
je tegelijkertijd aan de techniek
te werken (extensieslagen, fingerpower), voetenwerk (recovery, inzakken, indraaien, in de lijn
van de shuttle komen, voetenpositie), herkennen van de situaties
en automatisch je positie hierop
gaan aanpassen, positioneel badminton invoegen en dingen uitlokken, tactisch begrijpen wat het
gevolg is van je eigen slagen en
dus anticiperen op hetgeen er
gaat gebeuren.
Een ieder die graag suggesties wil
kan me echter zonder problemen
schrijven.
In het volgende artikel gaan we
het uitvoeriger hebben over hoe
om te gaan met crossslagen, hoe
deze te provoceren (hierboven al
een eerste inzet over gegeven),
en behandelen we ook de shuttles
aan de forehandzijde van de tegenstander. Hier mix je ook links
en rechts voorstaan af, maar op
een iets andere manier.
Uitzonderingen zijn er altijd, bijvoorbeeld als je bijzonder getalenteerd bent in het lezen van
situaties, techniek en bewegen:
dan ga je staan zoals je 90% zeker
bent van de komende situatie, dat
is echter niet veel spelers gegeven
"Honderd wedstrijden in één leven"
Het motto van Hans van Praag.
Door: Fred Besselink.
Op zaterdag 10 mei zaten we
gezellig aan de koffie met Hans
van Praag en zijn vrouw Lena.
Hans was (en is) een kleurrijk figuur in de sport.
Hij is de auteur van één der eerste
badmintoninstructieboeken (badminton 1, later gevolgd door badminton 2, zie afbeeldingen)en
medeoprichter van de V.B.O.
Hans is inmiddels 83 jaar oud,
maar heeft aan scherpte nog
weinig ingeboet en de verhalen en
anekdotes vlogen in hoog tempo
over de tafel.
Ruud Bremmer en ik genoten met
volle teugen van de memoires van
deze badmintongoeroe.
Hans heeft het gesprek goed
voorbereid en heeft verschillende
foto’s en knipsels klaargelegd.
Een boeiend gesprek was het gevolg.
Hans kwam in 1962 in aanraking
met
de
badmintonsport
in
Naarden, bij sportschool van
Helmond.
Er werden voornamelijk partijen
gespeeld,
Hans raakte al gauw verknocht
aan het spelletje.
In 1962, nu dus 50 jaar geleden,
maakte hij de overstap naar BCH
in den Bosch.
Er werd gespeeld in een gymzaaltje.
Hans herinnert zich uit die tijd met
name de familie de Jong.
Vader Herman de Jong, Fred en
Rob de Jong en ook Annelies de
Jong, waarmee de dochter van
Hans en Lena (Mirjam) later vaak
het damesdubbelspel speelde.
Al gauw deed men een beroep op
Hans als bestuurder.
In deze periode leerde hij ook zijn
vrouw Lena Fijneman kennen.
Hans en Lena huwden in september 1968. (zie foto).
Zo kon het gebeuren, dat hij van
1964 tot en met 1970 zitting had
in het bestuur van de BBF ( de
Bossche Badminton Federatie).
Via het dubbelspel bereikte hij in
1971 de B-status. In 1966 slaagde hij als scheidsrechter.
Ook als scheidrechter stond Hans
zijn mannetje.
Bij veel nationale en internationale wedstrijden was hij present.
In 1967 volgde de overstap naar
FST uit Waalwijk.
Hij werd hier ook trainer op voorwaarde, dat de club lid werd van
de bond.
Hans van Praag en zijn Lena in
hun woning in Didam
In 1969 rondde Hans zijn opleiding als gediplomeerd badmintontrainer af.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 30
Zijn examinatoren waren Guus
Wolters en Nico Max. Met Nico
Max, Han Nakken en Rob van
Barnau Sijthoff schreef hij in 1976
Badminton 1.
Cursisten die mochten instromen
op een hoger trainersniveau kwamen vaak van het CIOS.
Hieronder bevond zich onder
meer Han Nakken.
Hans gaf verzorgde daarna op
vele plaatsen trainingen.
Zo werkte hij onder meer bij Oosterhout, de Zwaluwen, Typhoon
(Breda) en De Veste (Geertruidenberg).
In 1970 richtte hij, samen met
enkele andere enthousiastelingen
de V.B.O. op.
Het bestuur bestond destijds uit
de volgende mensen:
Voorzitter: Guus Wolters
Secretaris: Nico Grootaarts
Penningmeester: Hans van Praag
Leden: Ed Cox en Pieter van Wijk.
Uit deze periode heeft hij nog een
aantal documenten bewaard,
zoals het document dat ik rechts
laat zien.
Al in 1969 was er regelmatig
overleg tussen een aantal badmintontrainers, waaronder Han
Nakken, om uniformiteit te scheppen in de manier van presenteren
van oefenstof.
Opmerkelijk feit is, dat de bijscholingen destijds voor alle leden
kosteloos waren. Dat waren nog
eens tijden!
De Nederlandse Badmintonbond
(N.B.B. thans Badminton Nederland) was destijds erg verguld
met de oprichting van de V.B.O.
en er was sprake van een vruchtbare samenwerking,
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 31
In 1971 vond het eerste studieweekend plaats, met onder meer
Guus Wolters en Salo Müller als
docenten.
In 1973 volgde een bijscholing
met Siegfried Maiwald (Duitsland)
en in 1974 met de befaamde Engelse coach Lesley Wright, een
specialist in de dubbelspelen.
Toen in 1976 Steen Sörensen
(Denemarken) bondscoach werd,
werden er al spoedig applicaties
georganiseerd in Oost, West,
Noord en Zuid met als doel de
badmintonsport op een hoger
plan te brengen. Steen Sörensen
bezoekt Hans nog ieder jaar.
Hij komt dan vanuit Denemarken
om Hans en Lena met een bezoekje te vereren. Hun vriendschap
houdt dus nog steeds stand.
Hans vertelt over deze studieweekenden, dat hij zich altijd Oud-bondscoach Steen Sörensen
verheugde op het onderlinge
toernooi, dat dan altijd werd ge- Eerst beperkte hij zich tot vakken
speeld.
als “Leiding geven”later werden
Met Han Nakken aan zijn zijde wist hem steeds meer klussen toegehij het toernooi eens te winnen.
schoven. In 1983 en 1986 gaf hij
de cursus “Coach betaald voetHans kan namelijk niet zo heel erg bal”.
goed tegen verlies en maakt van
alles een wedstrijd.
Tot zijn leerlingen behoorden
Zelfs als hij in die weekenden aan Dick Advocaat, Co Adriaanse en
het toepen was, moest er gewon- Rinus Israel.
nen worden en het is dan ook niet
vreemd, dat Hans’ levensmotto is
: “Honderd wedstrijden in één
leven”.
Hans is niet alleen fanatiek, maar
hecht ook veel waarde aan het
sociale aspect.
Een goede sigaar, een lekker
glaasje cognac, samen werken
aan een klus, Hans vindt het allemaal belangrijk.
Maar gewonnen moet er worden.
Hans verzorgde inmiddels ook
trainerscursussen voor de NBB en
zo kwam het dat de voetbalbond
( de KNVB) hem vroeg om ook
voor hen een aantal cursussen te
verzorgen.
Hij gaf in 1982 een cursus Sportmanagement voor sportmensen
en rolde op die wijze het voetbal
in.
Vanaf 1983 woont hij in het oosten van het land en komt onder
meer uit voor BC Didam, BC Phido
en BC Typhoon (Doesburg)
Hans toont mij zijn stamboom.
Veel mensen, die de naam van
Praag voerden (allemaal familie
van Hans) hebben het ver geschopt.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 32
Ik noem Henri van Praag (psycholoog), Max van Praag (liedjeszanger), Chiel van Praag (radio), Jaap
van Praag en zijn zoon Michael
(beiden voorzitter van Ajax) en
Marga van Praag (presentatrice).
Hans groeide op in Amsterdam als
zoon van Zacharias van Praag aan
de Keizersgracht.
In 1936 had Zacharias van Praag
al een Chevrolet.
Hij was enig kind.
Linksbuiten Guus Dräger trok hier
zijn sprintjes en Rinus Michels
stond in de spits.
In het Gooi leerde hij ook zeilen
op de Loosdrechtse plassen, via
zijn buren uit Naarden.
Dat was in de jaren 1946-1947.
Later werd er verhuisd naar het
Gooi ( door Hans aangeduid als de
“tuin van Amsterdam”), omdat
het gezin goed had geboerd. (vader Zacharias had een zaak in
lederwarenfournituren).
Als kind bezocht hij vaak de Watergraafsmeer waar hij Ajax kon
zien voetballen.
Voor een kwartje kon plaatsgenomen worden vóór de reclameborden.
Hans werd later oprichter van de
Nederlandse Windsurfbond (De N.
W.S.B.).
In 1991 behaalt hij het diploma
als instructeur Catamaranzeilen.
Met recht kunnen we Hans een
veelzijdig mens noemen.
Als oprichter van de V.B.O. werd
het hoog tijd, dat we hem eens in
het zonnetje zetten.
Als we afscheid nemen, spreken
we af, dat hij binnenkort weer
eens present zal zijn op één van
onze bijscholingen.
We zien er naar uit!!
Voor u bekeken: Badminton Techniques (DVD2)
Door: Fred Besselink.
Op deze 2e dvd wordt het midcourt behandeld. ( Techniques
dans l’espace MI-court)
Logisch, je wilt alles aanbieden,
maar waar breng je het allemaal
onder?
Maar er wordt toch heus wel eens
met de backhand geserveerd van
de forehandkant.
De opzet is hetzelfde als bij de
eerste dvd.
In de bijgaande tabel kunt u snel
zien, hoe er tussen de verschillende menu’s geschakeld kan worden.
De trainers in de leersituaties zijn
erg bedreven in het goed aangeven van de shuttle.
Er worden weliswaar eenvoudige,
maar doelmatige oefeningen getoond, met goede aanwijzingen.
In de onderdelen voetenwerk en
techniek en tactiek worden wedstrijdbeelden getoond, die door
hun manier van knippen heel veel
verschillende voorbeelden tonen
van topspelers in wedstrijdsituaties.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 33
Los van de educatieve waarde zijn
deze dvd’s alleen daarom al de
moeite van het bekijken waard.
In het onderdeel techniek en tactiek hebben de makers van de
DVD er voor gekozen de backhandservice te behandelen aan de
backhandkant en de forehandservice aan de forehandkant.
Bij de stick drop en block op de
backhandzijde wordt zowel aandacht besteed aan de backhand
als aan de around the head (forehand dus).
Niet helemaal consequent dus,
maar wel verdedigbaar, deze
keuzes. De DVD geeft een mooi
overzicht van alle mogelijkheden
in het midcourt.
De oefenvormen zijn goed te gebruiken en de wedstrijdbeelden
zijn geschikt, om aan je spelers te
tonen, als de gelegenheid zich
voordoet.
1.Voetenwerk /houding
1a. Side lunge

1b. Interception jump
2.Techniek en tactiek
2a. Service
2b. Korte service
2c. Lange verdediging

2d. Drive
2e. Smash
2f. Stick drop en block
Voor de slag
Na de slag
Voor de slag
Na de slag
Forehandzijde
3.Leersituaties
1.Voetenwerk /houding
3a. Rechte korte verdediging
3b. Cross interceptie smash&block

3c. Drive
1a. Side lunge

1b. Interception jump
Voor de slag
Na de slag
Voor de slag
Na de slag
Backhandzijde
2.Techniek en tactiek
2a. Service
2b. Korte service
2c. Drive

2d. Smash
2e. Stick drop en block
3a. Rechte korte verdediging
3b. Afwisselend lange en korte verdediging
3.Leersituaties

3c. Korte verdediging cross
3d. Interceptie smash
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 34
BESTUUR
CONTRIBUTIE
BIJSCHOLINGEN
VOORZITTER
Bill Boshoven
[email protected]
Contributie: per jaar € 70,00
Inschrijfgeld eenmalig: € 10,00
Betaling per acceptgiro of via automatische afschrijving na machtiging. Giro: 20.69.676 t.n.v.
penningmeester VBO
Aankondigingen van en inschrijfformulieren voor bijscholingen
worden gepubliceerd op www.
vbo-trainer.nl. Inschrijvingen dienen gestuurd te worden naar het
secretariaat, bij voorkeur digitaal.
Ongeveer 14 dagen voor de bijscholing wordt een uitnodiging
toegezonden met de deelnemerslijst en de routebeschrijving.
SECRETARIS
José van Lienden - de Knecht
[email protected]
PENNINGMEESTER
Michel Wolf
[email protected]
VOORZITTER WTZ
Ruud Bremmer
[email protected]
WERKCOMMISSIE TECHNISCHE
ZAKEN (WTZ)
VOORZITTER
Ruud Bremmer
[email protected]
Francien van der Aar
[email protected]
LEDEN
Francien van der Aar
[email protected] Han van Room
accommodatie bijscholingen; geluid
John Titaley
SECRETARIAAT
beeld- en geluidregistratie
Een nieuw lid ontvangt binnen 14 bijscholingen
dagen na aanmelding een beves- Wim Polman
tiging van het lidmaatschap. Productie
Beëindiging van het lidmaatschap
dient schriftelijk bij het secretariaat te gebeuren vòòr 1 november
van het lopende jaar.
Binnen 14 dagen wordt door het
secretariaat een bevestiging van
de opzegging gestuurd. Wijzigingen in personalia en/of gradatie
dienen per direct aan het secretariaat te worden doorgegeven.
WERKCOMMISSIE PR/TB
REDACTIE TB
Fred Besselink
[email protected]
BEHEER WEBSITE
Eric Krom
BEHEER TOKO
Corinne & Eric Krom
[email protected]
SPONSORING
De V.B.O. wordt gesponsord door
Yonex.
ERELEDEN
H. van Praag
R.A. Folkeringa
B. Boshoven
N.J. Meyering
F.L. Rademaker
J.P. van Lienden-De Knecht
B. Saaleman
W. Knaap
J. Tjoa
LID VAN VERDIENSTE
J.A.N. Renesse van Duivenbode
R. Trieling
BUITENGEWOON LID
M.O. van Lienden
Agenda Bijscholingen:
Datum:
Onderwerp:
Docent:
Gradatie
Plaats
13 sep 2014
Fysieke training en periodisering
Guus van de Vlugt
Koen Rijsewijk
Spl-4/3?
Odijk
13 dec 2014
Leren te leren
Marinus Wouterse
?
Odijk
8 feb 2015
Techniek, methodieken en
didactische werkvormen voor
beginnende jeugd.
Eric Martherus
Spl -2/3
N.n.t.
b.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 35
Indien onbestelbaar retour: Kennedystraat 48, 6921 CX DUIVEN
Secretariaat:
[email protected]
Opgericht 23 mei 1970 - k.v.k. te Den Haag onder Nr. 40410252
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 36