Download hier het programmaboekje.

ZA
1/02/14
20.15
Concertinleiding door
Rudy Tambuyser
21.00
Concert
Chanticleer
Jace Wittig, artistieke leiding
Gregory Peebles, sopraan | Kory Reid, sopraan | Darita Seth, sopraan | Cortez Mitchell, altus | Alan Reinhardt,
altus | Adam Ward, altus | Michael Bresnahan, tenor | Brian Hinman, tenor | Ben Jones, tenor | Eric Alatorre,
bas-bariton | Matthew Knickman, bas-bariton| Marques Jerrell Ruff, bas-bariton
Giovanni Pierluigi da Palestrina (ca. 1525-1594)
Gaude gloriosa, a 5
Tomás Luis de Victoria (ca. 1548-1611)
Regina caeli laetare gloriosa, a 8
Hildegard von Bingen (1098-1179)
O frondens virga
Francisco Guerrero (ca. 1528-1599)
Ave virgo sanctissima
Fanny Mendelssohn (1805-1847)
Schöne Fremde, uit: Gartenlieder
Felix Mendelssohn (1809-1847)
Wasserfahrt, opus 50, nr. 4
Johannes Brahms (1833-1897)
Nachtwache I, opus 104, nr. 1
Maurice Ravel (1875-1937)
Trois Chansons
Nicolette
Trois beaux oiseaux du paradis
Ronde
Samuel Barber (1910-1981)
Let down the bars, o Death
Steve Hackman (°1980)
‘Wait’ Fantasy
John Clements (1910-1986)
Flower of beauty
Traditioneel (Russisch) / bewerking: Constantine Shvedoff
Oj polna, polna koroboesjka
Antonio Carlos Jobim (1927-1994) / bewerking: J. Calandrelli
Chega de saudade
In opdracht van Chanticleer, 2013
June Carter Cash (1929-2003) /Merle Kilgore (1934-2005) / bewerking: Michael McGlynn
Ring of fire
In opdracht van Chanticleer, 2013
Cole Porter (1891-1964) / bewerking: J. Jennings
So in love
Traditioneel (Gospel) / bewerking: J. Jennings
Spiritual medley
Poor Pilgrim of Sorrow
Sit down Servant
Plenty Good Room
He said/she said
In een speech vlak voor de federale verkiezingen van 1995, waaromtrent hij de coalitieplannen van
zijn goede vriend Jean-Luc Dehaene niet vertrouwde, liet de immer wijze Louis Tobback zich het
volgende ontvallen: “Nen haan is een veelwijvig dier. Ge weet nooit met welk kieken hij meegaat.”
Dat was een beetje te kort door de bocht. Chanticleer, nochtans genoemd naar de inderdaad nogal
polygame haan uit The Canterbury Tales, is immers een mannenensemble. ‘Chanticleer’ betekent
letterlijk uiteraard ‘hij die helder zingt’ – en dat is precies wat Chanticleer doet. Meestal zuiver
vocaal, altijd vocaal zuiver.
Wortelend in de eeuwenoude traditie van het mannenkoor, wil Chanticleer tijdloos zijn. Dat weerspiegelt
zich overduidelijk in zijn vocale stijl, die erop gericht is zowel in erudiete renaissancepolyfonie als
in gospel of ‘barbershop’ toepasbaar te zijn. Een voordeel daarvan is dat hij heel mooi de act van
het zingen zelf – de vocale vreugde – belicht, allicht onveranderd gebleven door de eeuwen heen.
Mogelijk nadeel is dat de stilistische ‘hardliners’ bezwaren zouden kunnen hebben, maar we mogen
aannemen dat die vanavond zijn thuisgebleven.
Oud en nieuw dus, het liefst dooreen gehaspeld, in een heerlijke oecumene der eeuwen. Maar toch
ook weer op een bepaalde manier sterk geordend en gestructureerd. Dat blijkt ook vanavond uit
Chanticleers programma. Het kreeg de titel She said, he said mee. Dat impliceert meteen het idee
van de strijd der seksen, al loopt het heus zo’n vaart niet. Chanticleer speelt vanavond vrouwen en
mannen niet tegen elkaar uit, maar combineert ze veeleer. Nu eens als componistes/componisten,
dan weer als dichteressen/dichters of als poëtische onderwerpen. Het programma valt uiteen in een
zevental luiken, waarin telkens zowel een onderling verband als een link met de programmatitel te
onderkennen valt.
In het eerste luik combineert Chanticleer vier lofzangen op de maagd Maria. Drie renaissancezettingen
die duidelijk tot de Contrareformatie behoren (Gaude gloriosa van Palestrina, Regina caeli laetare van
Victoria en Ave virgo sanctissima van Guerrero) worden geplaatst tegenover het vijf eeuwen oudere O
frondens virga van Hildegard von Bingen, waarin nog overduidelijk het gregoriaans nagalmt.
Een duizelingwekkende sprong brengt ons in 19de-eeuws Duitsland. Schöne Fremde en Wasserfahrt
zijn liederen van respectievelijk Fanny en Felix Mendelssohn, de overgevoelige, nagenoeg gelijktijdig
jonggestorven, beroemde zus en broer. Ze slaan hier wel verschillende tonen aan. Fanny kiest voor een
vreugdevolle tinteling, door Eichendorff verwoord; Felix voor een donkere, ingetogen beschouwing
van Heine. Muzikaal rijper werk, in alle opzichten, is Nachtwache van eeuwige vrijgezel Johannes
Brahms. Zeker een van zijn beste koorliederen, met een tekst die schitterend bij hem past.
De Trois Chansons van Ravel verdienen een apart luik. Het zijn ‘s mans enige koorwerken, wat hun
volkomenheid alleen maar indrukwekkender maakt. Beroemd is het fantastische centrale lied, Trois
beaux oiseaux du paradis, tekstueel een merkwaardige mengeling van een klacht van een jonge vrouw
om haar lief dat naar de oorlog is, en een ode aan de Franse vlag. De hoekdelen zijn spotliederen en
contrasteren dus fel. Nicolette gaat over een jonge vrouw die zich graag aan de haak laat slaan door
een oude rijkaard; Ronde over ouderlingen die de jongeren waarschuwen voor de gedrochten in het
bos. Ze antwoorden dat die allang voor hén, de oudjes, zijn gevlucht.
Luik vier heeft als rode draad de poëzie van de Amerikaanse dichteres Emily Dickinson. De eenvoudige,
ontnuchterend ingetogen zetting van het prachtgedicht Let down the bars, o Death is van Samuel
Barber. Het nummer Wait van de Franse band M83 vormt dan weer de basis voor de gelijknamige,
epische koorfantasie van Steve Hackman – een opdrachtwerk van Chanticleer, gecreëerd in 2013.
Chanticleer vindt het belangrijk om het hedendaagse repertoire uit te breiden, zoals ook blijkt uit
andere compositieopdrachten als Chega de saudade en Ring of fire uit het zesde deel.
Deel vijf van dit programma is vooral gewijd aan de volksmuziek met o.a. Oj Polna, Polna Koroboesjka
in het Russisch. Ten slotte wendt Chanticleer zich tot zijn thuisrepertoire, dat overigens bijzonder
uiteenlopend is. Gospel (Poor pilgrim of sorrow, Sit down servant / Plenty good room) meets country
(Ring of fire van June Carter Cash).
Mind the gap!
Rudy Tambuyser
Gaudi gloriosa
Gaude gloriosa,
super omnes speciosa.
Vale, o valde decora,
et pro nobis Christum exora.
Vreugde zij u, roemrijke Maagd,
die allen in pracht overtreft.
Gegroet, gij wonderschone,
bid voor ons tot Christus.
Regina caeli laetare
Regina caeli laetare, alleluia,
quia quem meruisti portare,
alleluia,
resurrexit, sicut dixit, alleluia:
ora pro nobis Deum, alleluia.
Koningin des hemels, verheug u, halleluja,
omdat Hij, die gij waardig geweest zijt te dragen,
halleluja,
verrezen is, zoals Hij heeft gezegd, halleluja,
bid, God, voor ons, halleluja.
O frondens virga
O frondens virga,
in tua nobilitate stans
sicut aurora procedit.
Nunc gaude et laetare
et nos debiles dignare a mala consuetudine liberare
atque manum tuam porrige
ad erigendum nos.
O frisgroene twijg,
wat groeit en bloeit gij edel
zoals het ochtendgloren.
Verheug u en wees blij nu
en verwaardig u om ons, zwakkelingen,
van onze slechte gewoonten te verlossen
en strek uw handen hoog
om ons te verheffen.
Ave virgo sanctissima
Ave virgo sanctissima,
Dei mater piisima,
maris stella clarissima.
Salve semper gloriosa
margarita pretiosa,
sicut lilium Formosa,
nitens olens velut rosa.
Wees gegroet, allerheiligste maagd
meest goedertieren moeder van god
helderste sterre der zee.
Gegroet, altijd roemrijke vrouwe
kostbare parel
als een lelie zo schoon
en teder en geurig als rozen.
Schöne Fremde
Es rauschen die Wipfel und schauern,
als machten zu dieser Stund
De boomtoppen ruisen al huiverend,
als liepen nu hier in ’t rond
um die halbverfallenen Mauern
die alten Götter die Rund.
Hier unter den Myrtenbäumen
in heimlich dämmernder Pracht
was sprichst du wirr wie in Träumen
zu mir, phantastische Nacht?
Es funkeln mir zu alle Sterne
mit glühendem Liebesblick.
Es redet trunken die Ferne
wie von künftigen, großem Glück.
oude godenschimmen schuifelend langs muren
half in de grond.
Hier onder de mirtenbomen
in heimelijk schemerende pracht
wat spreek jij, vaag als in dromen,
tot mij, fantastische nacht?
Hoe fonkelen op mij alle sterren
met gloeiende liefdesblik.
En dronken spreekt daar iets verre
als van naderend groot geluk.
Wasserfahrt
Am fernen Horizonte
erscheint, wie ein Nebelbild
die Stadt mit ihren Thürmen,
in Abenddämm’rung gehüllt.
Ein feuchter Windzug kräuselt
die graue Wasserbahn;
mit traurigem Takte rudert
der Schiffer in meinem Kahn.
Die Sonne hebt sich noch einmal
leuchtend vom Boden empor
und zeigt mir jene Stelle
wo ich das Liebste verlor.
Aan verre einders
verschijnt, als een mistig beeld,
de stad met haar torens,
gehuld in de avondschemer.
Een klamme windvlaag kolkt
over ‘t grijze watervlak,
met droeve slagen
roeit de schipper mijn schuit.
De zon verheft zich nog eenmaal,
oplichtend achter de kim,
en toont mij gindse plek
waar ik verloor wat mij het dierbaarst was.
Nachtwache
Leise Töne der Brust,
geweckt vom Odem der Liebe,
hauchet zitternd hinaus,
ob sich euch öffenen ein Ohr
öffn’ ein liebendes Herz!
Und wenn sich keines euch öffnet,
trag’ ein Nachtwind euch
seufzend in meines zurück.
Zachte tonen van het hart,
gewekt door liefdesadem,
moogt gij trillend hoorbaar worden;
opdat een oor zich voor u opent,
een liefhebbend hart zich opent!
En mocht het zich niet voor u openen,
laat dan de nachtwind
u naar mijn zuchtende hart terugvoeren.
Nicolette
Nicolette, à la vesprée,
s’allait promener au pré,
cueillir la pâquerette, la jonquille et la muguet.
Toute sautillante, toute guillerette,
lorgnant ci, là, de tous les côtes.
Nicolette ging, bij ‘t vallen van de avond,
op wandel in de wei,
madeliefjes, narcissen en lelietjes plukkend.
Ze dartelde en huppelde alom
en lonkte t’ allen kante.
Rencontra vieux loup grognant,
tout hérissé, l’oeil brillant:
“Hé là! ma Nicolette,
viens-tu pas chez Mère-Grand?”
Toen ontmoette ze een grommende, oude wolf,
met ruige haren en glinsterende ogen:
“Hé daar, Nicolette mijn,
gaat gij mee met mij naar grootmoeder?”
A perte d’haleine, s’enfuit Nicolette,
laissant là cornette et socques blancs.
Rencontra page joli,
chausses bleues et pourpoint gris:
“Hé là! ma Nicolette,
veux-tu pas d’un doux ami?”
Sage, s’en retourna, pauvre Nicolette,
très lentement le Coeur bien marri.
Nicolette vluchtte, buiten adem,
haar kapje en witte klompjes achterlatend.
Toen ontmoette ze een mooie edelknaap
met blauwe broek en grijze wambuis:
“Hé daar, Nicolette mijn,
wilt gij een lieve vriend?”
Nicolette, arm en braaf, wendde zich af,
langzaam, met pijn in ‘t hart.
Rencontra seigneur chenu,
tors, laid, puant et ventru:
“Hé là! ma Nicolette veux-tu pas tous ces écus?”
Vite fut en ses bras, bonne Nicolette,
jamais au pré n’est plus revenue.
Toen ontmoette ze een oude, grijze heer,
mismaakt, stinkend, lelijk en dik:
“Hé daar, Nicolette mijn,
wilt gij al deze gouden munten?”
De goede Nicolette wierp zich in zijn armen, en
nooit is ze nog naar de weide teruggekeerd.
Trois beaux oiseaux du paradis
Trois beaux oiseaux du paradis, (mon ami z’il est à la guerre)
trois beaux oiseaux du paradis ont passé par ici.
Drie mooie paradijsvogels
(mijn vriend trok naar de oorlog),
drie mooie paradijsvogels
trokken hier voorbij.
Le premier était plus bleu que ciel,
De eerste was blauwer dan de lucht
(mon ami z’il est à la guerre)
le second était couleur de neige,
le troisième rouge vermeil.
(mijn vriend trok naar de oorlog),
de tweede was zo wit als sneeuw,
de derde was bloedrood.
“Beaux oiselets du paradis
(mon ami z’il est à la guerre)
beaux oiselets du paradis
qu’apportez par ici?”
“Ach, mooie paradijsvogeltjes
(mijn vriend trok naar de oorlog)
mooie paradijsvogeltjes,
wat brengt gij hier?”
“J’apporte un regard couleur d’azur.”
(ton ami z’il est à la guerre)
“Et moi, sur beau front couleur de neige,
un baiser dois mettre, encore plus pur.”
“Ik breng u een azuurblauwe blik.”
(uw vriend trok naar de oorlog)
“En op dat sneeuwwitte voorhoofd
moet ik een zoen brengen, een zuivere zoen.”
“Oiseau vermeil du paradis,
(mon ami z’il est à la guerre)
oiseau vermeil du paradis,
que portez-vous ainsi?”
“Bloedrode paradijsvogel,
(mijn vriend trok naar de oorlog)
bloedrode paradijsvogel,
wat brengt gij nog mee?”
“Un joli cœur tout cramoisi.” (ton ami z’il est à la guerre)
“Ah, je sens mon cœur qui froidit …
Emportez-le aussi.”
“Een mooi karmozijnrood hart.”
(uw vriend trok naar de oorlog)
“Ach, ik voel mijn hart al koud worden …
Neem het ook maar mee.”
Ronde
Les Vieilles
N’allez pas au bois d’Ormonde
jeunes filles, n’allez pas au bois.
Il y a plein de satyres,
de centaures, de malins sorciers,
des farfadets et des incubes, des ogres, des lutins,
des faunes, des follets, des lamies,
diables, diablots, diablotins,
des chèvre-pieds, des gnomes, des demons,
des loups-garous, des elfes, des myrmidons,
De oude vrouwen
Ga niet naar het bos van Ormonde,
meisjes, ga niet naar het bos.
Het zit vol saters,
centauren, sluwe tovenaars,
kwelgeesten, nachtduivels, menseneters, kabouters,
faunen, dwaallichten, lamieën,
duivels en duvels allerhande,
bokkenpoters, gnomen en demonen
weerwolven, luchtgeesten, myrmidonen,
Les Vieux
N’allez pas au bois d’Ormonde,
jeunes garçons, n’allez pas au bois:
iIl y a plein de faunesses,
de bacchantes et de males fées,
des satyresses, des ogresses et des babaïagas,
des centauresses et des diablesses,
goules sortant du sabbat,
des farfadettes et des démones,
des larves, des nymphes, des myrmidons,
hamadryades, dryades, naïades,
ménades, thyades,
follettes, lémures, gnomides,
succubes, gorgones, gobelines.
N’allez pas au bois d’Ormonde.
gifmengers en magiërs,
striga’s, sylfen, onbehouwen monniken,
cyclopen, djinns, aardmannetjes,
kobolden, dodenbezweerders, trollen.
Ga niet naar het bos van Ormonde.
De oude mannen
Ga niet naar het bos van Ormonde,
jongens, ga niet naar het bos.
het zit vol vrouwtjesfaunen,
bachantes en kwade feeën,
vrouwelijke saters, menseneetsters, babajaga’s,
centaurides en duivelinnen,
heksen van de sabbat,
hellevegen en demonen,
fantomen, nimfen, myrmidones,
hamadryades, dryades, najades,
menades, thyades,
dwaallichten, lemuren, gnomiden,
succubi, gorgonen, aardvrouwtjes.
Ga niet naar het bos van Ormonde.
Les filles/les garcons
N’irons plus au bois d’Ormonde,
hélas! Plus jamais n’irons au bois.
Il n’y a plus de satyres,
plus de nymphes, ni de males fées,
plus de farfadets, plus d’incubes,
plus d’ogres, de lutins,
de faunes, de follets, de lamies,
diables, diablots, diablotins,
de chèvre-pieds, de gnomes, de demons,
de loups-garous, ni d’elfes, de myrmidons,
plus d’enchanteurs ni de mages,
de stryges, de sylphes, de moines-bourrus,
De jongens/de meisjes
Wij gaan niet meer naar het bos van Ormonde,
helaas! Nooit zullen wij nog naar het bos gaan.
Er zijn geen saters meer,
nimfen noch kwade feeën,
kwelgeesten noch nachtduivels,
menseneters noch kabouters,
faunen, dwaallichten, lamieën,
duivels en duvels allerhande,
bokkenpoters, gnomen, demonen,
weerwolven, luchtgeesten, myrmidonen,
gifmengers, magiërs,
striga’s, sylfen, norse monniken,
des enchanteurs et des mages,
des stryges, des sylphes, des moines-bourrus,
des cyclopes, des djinns, gobelins,
korrigans, nécromants, kobolds.
N’allez pas au bois d’Ormonde.
de cyclopes, de djinns,
de diabloteaux, d’éfrits, d’aegypans,
de sylvains, gobelins,
korrigans, nécromans, kobolds,
n’allez pas au bois d’Ormonde.
Les malavisées vieilles, les malavisés vieux
les ont effarouchés.
cyclopen, djinns,
duivelwezens, vuurgeesten, aegypanen,
bosgeesten en aardgeesten,
kobolden, dodenbezweerders, trollen.
Ga niet naar het bos van Ormonde.
Die onbezonnen oude mannen en vrouwen
hebben ze weggejaagd.
Let down the bars, o Death
Let down the bars, o death
the tired flocks come in
whose bleating ceases to repeat
whose wandering is done.
Laat neer de tralies, o dood,
de vermoeide kuddes komen binnen,
hun geblaat herhaalt zich niet meer,
hun zwerftocht is ten einde.
Thine is the stillest night
thine, the securest fold
too near thou art for seeking thee,
too tender to be told.
Voor u is nu de stilste nacht,
voor u de veiligste schaapskooi,
te dicht zijt gij om te worden gezocht,
te teer om te worden gezegd.
Wait
No time, no time.
I sing to use the waiting,
my bonnet but to tie
and shut the door unto my house
no more to do have I.
No time.
Till his best step approaching
we journey to the day,
and tell each other how we sang
to keep the dark away.
Send your dreams
where nobody hides.
Give your tears
to the tide.
No time, no time.
Geen tijd, geen tijd.
Ik zing terwijl ik wacht,
straks strik ik nog mijn hoed
en sluit de voordeur van mijn huis,
‘t is alles wat nog moet.
Geen tijd.
We zijn, tot hij ooit komen zal,
op reis naar de dag,
we zeggen elkaar hoe we zongen,
ons beschermend tegen de nacht.
Stuur je dromen
waar niemand schuilt.
Laat je tranen
de vrije loop.
Geen tijd, geen tijd.
There’s no end. There’s no goodbye.
Till his best step approaching …
There’s no end. There’s no goodbye.
Disappear with the night.
Send your dreams where nobody hides.
Give your tears to the tide.
There’s no end. There’s no goodbye.
Disappear with the night.
No time, no time.
I sing to use the waiting.
No time.
I sing to keep the dark away.
There’s no end or goodbye …
No time.
Till his steps approaching
we journey to the day,
and tell each other how we sang
to keep the dark away.
No time.
Er is geen eind. Er is geen vaarwel.
We zijn, tot hij ooit komen zal …
Er is geen eind. Er is geen vaarwel.
Verdwijnen met de nacht.
Stuur je dromen waar niemand schuilt.
Laat je tranen de vrije loop.
Er is geen eind. Er is geen vaarwel.
Verdwijnen met de nacht.
Geen tijd, geen tijd.
Ik zing terwijl ik wacht.
Geen tijd.
Ik zing, me beschermend tegen de nacht
Er is geen eind of geen vaarwel …
Geen tijd.
We zijn, tot hij komen zal,
op reis naar de dag,
we zeggen elkaar hoe we zongen,
ons beschermend tegen de nacht.
Geen tijd.
Flower of beauty
She is my slender small love,
my flow’r of beauty fair.
From the whiteness of her little feet
to the shining of her hair;
more fair she is than April rain
on daffodil or tree:
she is my slender small love,
my flow’r of beauty, she.
Ze is mijn kleine, slanke geliefde,
mijn bloem van schoonheid.
Van haar kleine, blanke voetjes
tot haar glanzende haar;
mooier dan aprilse regen
op narcis of boom:
Ze is mijn kleine, slanke geliefde,
mijn bloem van schoonheid, zij.
I know she walks in the evening
down by the riverside,
and the grasses lean to kiss her robes
who soon will be my bride.
More dear to me her little head
Ik weet dat ze elke avond
langs de rivier wandelt en het gras
naar haar toeneigt om haar jurk te zoenen,
zij die snel mijn bruid zal zijn.
Haar kleine hoofd is me dierbaarder
than earth or sky or sea.
She is my slender small love,
my flow’r of beauty, she.
dan hemel, aarde of zee.
Ze is mijn kleine, slanke geliefde,
mijn bloem van schoonheid, zij.
Oj, polna, polna koroboesjka
Oj polnym polna moja korobushka
Yest’ i sitec, i parcha.
Pozhalej, dusha-zaznobushka,
molodeckogo plecha.
O hoe vol, hoe vol is mijn mand
met calico’s en ook brokaat.
Heb genade, mijn lief,
neem de last van mijn schouders.
Vyjdu, vyjdu v rozh’ vysokuju,
tam do nochki pogozhu.
Kak zavizhu chernookuju,
vse tovary razlozhu.
Ik zal naar een roggeveld gaan
en daar op je wachten tot de avond.
Als ik mijn donkerogige liefde zie,
zal ik al mijn kleren uitspreiden.
Vot uzh pala noch’ tumannaja,
zhdjot udalyj molodec.
Chu, idjot! – prishla zhelannaja,
prodajot tovar kupec.
De mistige nacht is gevallen,
en daar wacht de koene jongeling.
Luister! Eindelijk komt ze,
nu verkoopt de venter zijn waren.
Znaet tol’ko noch’ glubokaja,
kak poladili oni.
Rasprjamis’ ty, rozh’ vysokaja,
tajnu svjato sohrani!
Alleen de duisternis weet
wat zij overeenkwamen.
Richt u weer op, roggehalmen,
en bewaar hun geheim voor uzelf.
Chega de saudade
Chega de saudade a realidade
é que sem ela não pode sern …
Gedaan met verlangen, de waarheid is dat het leven
niet verder kan zonder haar ...
Home is where the heart is.
The funny part is
my heart’s been right there all along.
Thuis is waar het hart is.
Grappig is dat
mijn hart er heel de tijd al was.
No more tears and no more sighs
and no more fears. I’ll say no more goodbyes.
Geen tranen meer, geen gezucht,
geen angst. Ik zeg geen vaarwel meer.
If travel beckons me I swear I’m gonna refuse.
I’m gonna settle down,
and there’ll be no more blues.
Wanneer de reiskoorts opkomt, zal ik er niet aan
toegeven, dat zweer ik. Ik ga me settelen,
gedaan met dat blues-gevoel.
Every day while I am far away,
my thoughts turn homeward,
forever homeward.
I traveled ‘round the world in search of happiness,
but all the happiness I found
was in my hometown.
Elke dag wanneer ik ver weg ben,
keren mijn gedachten huiswaarts,
steeds weer huiswaarts.
Ik reisde de wereld rond op zoek naar geluk,
maar al het geluk dat ik vond,
vond ik thuis.
No more blues, I’m goin’ back home.
No more dues, I’m through with all my wanderin’.
Now I’ll settle down and live my life
and build a home and find a wife.
When we settle down, there’ll be no more blues.
Nothin’ but happiness.
When we settle down, there’ll be no more blues.
Geen blues-gevoel meer, ik keer huiswaarts.
Ik heb het gehad, ik ben klaar met zwerven.
Ik ga me settelen, mijn leven en huis hier opbouwen
en zal mezelf een vrouw vinden.
Wanneer we ons settelen, eindigt dat blues-gevoel.
Enkel nog gelukkig zijn.
Wanneer we ons settelen, eindigt dat blues-gevoel.
Vamos deixar desse negócio
de você viver sem mim!
Laat deze onzin ophouden
dat jij zou leven zonder mij!
Ring of fire
Love is a burning thing, and it makes a fiery ring.
Bound by wild desire I fell into a ring of fire.
Liefde is een brandend ding
en het maakt een brandende ring.
Gebonden door wilde verlangens
viel ik in een ring van vuur.
The taste of love is sweet
when hearts like ours meet.
I fell for you like a child;
oh, but the fire went wild.
De smaak van liefde is zoet
als harten als de onze elkaar ontmoeten.
Ik viel voor je als een kind
o, maar het vuur werd wild.
Chorus
I fell into a burning ring of fire.
Koor
Ik viel in een brandende ring van vuur.
It goes down, down, down,
and the flames went higher and it burns,
the ring of fire, the ring of fire.
Ik daalde, daalde, daalde
en de vlammen gingen hoger en het brandde,
de ring van vuur, de ring van vuur.
Love is a burning thing, and it makes a fiery ring.
Bound by wild desire
I fell into a ring of fire.
A wild desire is burning …
Liefde is een brandend ding
en het maakt een brandende ring.
Gebonden door wilde verlangens
viel ik in een ring van vuur.
Een wild verlangen brandt ...
Chorus
And it burns, and it burns, and it burns …
Koor
En het brandde, brandde, brandde ...
So in love
Strange, dear, but true, dear,
when I’m close to you dear,
the stars fill the sky,
so in love with you am I.
Vreemd, liefst, maar zo waar, liefste,
wanneer ik bij je ben
vullen de sterren de hemel,
zo verliefd ben ik op jou.
Even without you
my arms fold about you.
You know, darling, why,
so in love with you am I.
Zelfs zonder jou
omhelzen mijn armen je,
weet je waarom, liefste,
omdat ik zo verliefd ben op jou.
In love with the night mysterious
the night when you first were there
in love with my joy delirious
when I knew that you could care.
Verliefd op de mysterieuze nacht,
de nacht wanneer ik je het eerst zag,
verliefd op mijn overweldigend geluk
toen ik wist dat ook jij om me gaf.
So taunt me and hurt me,
deceive me, desert me,
I’m yours ‘til I die,
Beschimp me en pijnig me,
bedrieg me, verlaat me,
ik ben de jouwe tot ik doodga.
So in love,
so in love
So in love with you, my love, am I.
Zo verliefd, zo verliefd,
zo verliefd ben ik, mijn liefste, op jou.
Poor pilgrim of sorrow
I am a poor pilgrim of sorrow.
I’m left in this old wide world alone.
I have no hope for tomorrow,
but I’m trying to make heaven my home.
Ik ben een arme pelgrim vol verdriet.
Alleen op deze oude wijde wereld.
Ik heb geen hoop voor morgen,
maar probeer van de hemel mijn thuis te maken.
My mother, she done reached that bright glory.
But my father, he’s been walkin’ in sin.
My brothers and my sisters, they won’t own me.
Because I’m tryin’ to get in.
Mijn moeder heeft de grote glorie al bereikt.
Maar mijn vader leefde in zonde.
Mijn broers en zusters, ik leef mijn leven.
Want ik ben goed op weg.
Sometimes I’m tossed and I’m driven, Lord.
Sometimes I don’t know where to go.
I’ve heard of a city called Heaven,
and I’m trying to make Heaven my home.
Soms ben ik radeloos en opgejaagd, Heer.
Soms weet ik niet waar naartoe.
Ik heb gehoord van een stad die Hemel heet,
en van die stad wil ik mijn thuis maken.
Sit down, servant / Plenty good room
Sit down, servant,
why don’t you sit down, servant?
Sit down and rest a little while.
Ga zitten, dienaar
waarom ga je niet zitten, dienaar?
Ga zitten en rust een poos.
I know you tired, so sit down.
Worn and weary ...
Oh, sit down and rest a little while.
Ik weet dat gij moe zijt, ga toch zitten.
Versleten en moe ...
Ga zitten en rust een poos.
Because there is plenty good room,
plenty good room, plenty good room
in my Father’s kingdom,
just choose your seat and sit right down.
Want er is ruim plaats,
meer dan genoeg plaats
in mijn Vaders koninkrijk,
neem toch gerust een stoel en ga zitten.
In my Father’s house,
there are so many mansions there,
I wouldn’t have told you
had it not been so.
And in that land by the crystal sea
In het huis van mijn Vader
zijn vele woningen,
ik zou het niet vertellen
als het niet waar zou zijn.
En in dat land bij de kristalheldere zee
there is a place prepared for you and me.
And you can choose your seat and sit right down.
is er plaats voor u en mij.
En gij kunt uw stoel kiezen en gaan zitten.
There is love and there is peace,
and there is rest, sweet rest for the weary.
And as far as the eye can see,
there are riches for you and for me.
And you can choose your seat and sit right down.
Er is liefde en er is vrede,
en er is rust, zoete rust voor de vermoeiden.
En zover het oog kan zien,
is er rijkdom voor u en voor mij.
En gij kunt uw stoel kiezen en gaan zitten.
John declared there are three gates in the east,
and there are three gates in the west,
three gates in the north,
and three gates in the south.
When you go sweepin’ through the pearly gates,
you can march right up to the throne of Grace,
and choose your seat and sit right down.
Johannes zei dat er drie poorten zijn in het oosten,
en er zijn drie poorten in het westen,
drie poorten in het noorden,
en drie poorten in het zuiden.
Wanneer gij binnenschrijdt door de paarlenpoort
kunt gij recht naar de troon der genade stappen,
en gij kunt uw stoel kiezen en gaan zitten.
There’s plenty good room ...
Er is ruim plaats ...
There’s room for the high, for the low,
for the rich, for the poor,
for the black, for the white,
all are precious in His sight.
Er is ruimte voor de hogen, voor de lagen,
voor de rijken, voor de armen,
voor de zwarten, voor de blanken,
want allen zijn Hem dierbaar.
So you can choose your seat and sit right down.
Kies dus uw stoel en ga gerust zitten.
Vertaling: Joris Wouters, Robin Steins
Jace Wittig
Jace Wittig werd geboren in Indianapolis en begon al vroeg aan een muzikale opleiding in het Indianapolis
Children’s Choir dat vaak toerde in Noord-Amerika en Europa. Hij studeerde zang en piano aan de Ball
State University in Muncie, Indiana. Voor hij Chanticleer vervoegde, zong hij bij Cantabile en werkte hij als
studiozanger. Hij was artist in residence aan de San Francisco School of the Arts, waar hij lesgaf en kleine
ensembles dirigeerde.
Chanticleer
Chanticleer is een mannenkoor uit San Francisco dat in 1978 werd opgericht door Louis Botto, een
musicoloog die het betreurde dat veel van de muziek die hij bestudeerde – vocaal repertoire uit de
middeleeuwen en de renaissance – niet werd uitgevoerd. Hij besloot een groep op te richten die zich
toelegde op deze vergeten muziek. Door enkel mannenstemmen te gebruiken, trachtte hij de sound van
een Europees renaissancekoor op te roepen. Botto startte met enkele contratenoren en ook vandaag nog
telt het ensemble zes contratenoren. De stemtimbres liggen dicht bij elkaar en creëren zo een homogene
klank, het handelsmerk van Chanticleer.
Het ensemble streeft een naadloze samenzang na in originele interpretaties van renaissancemuziek
tot jazz, gospel en nieuwe composities. De zangers bouwden zo een uitstekende reputatie op in tal van
genres, waarbij het repertoire in belangrijke mate door henzelf werd uitgebreid met arrangementen en
compositieopdrachten.
De groep heeft al twee GRAMMY awards in de wacht gesleept. Het 36ste seizoen van Chanticleer leidt
de zangers naar 23 staten in de VS en negen landen in Europa. Voor de eerste keer zullen ze ook Moskou
en St.-Petersburg aandoen.
Volgende concerten
ZA 08/02/14 - 21.00 uur
Huelgas Ensemble & Minguet Quartett
Et Lux: een hedendaagse reflectie op de traditionele dodenmis
tickets € 24 / € 20 / € 16 / € 5
ZO 16/02/14 - 15.00 uur
The Times They Are a Changin’
Jongeren tussen 12 en 20 jaar presenteren hun composities
tickets € 10 / € 5
ZA 22/02/14 - 21.00 uur
Claire Chevallier & Spectra Ensemble
Miroirs des miroirs
tickets € 16 / € 14 / € 12 / € 5
ZO 2/03/14 - 15.00 uur
Ronald Brautigam
F. Mendelssohn: werk voor piano
tickets € 20 / € 16 / € 14 / € 5
Goed om te weten
Foyer
De foyer van AMUZ is open vanaf een uur voor aanvang
van het concert en blijft ook na afloop van het concert nog
geruime tijd open.
Beeld- en geluidsopnamen
Het is absoluut verboden beeld- en geluidsopnamen te
maken tijdens de concerten en voorstellingen zonder
Rondleidingen en zaalverhuur
Wenst u met een groep een rondleiding in de gebouwen
van AMUZ, om zo het fascinerende verhaal te horen
van de gerenoveerde kerk en AMUZ als concertgebouw
en -organisator, of wenst u meer informatie over de
mogelijkheden om de zaal te huren voor concerten,
voorstellingen en presentaties? Gelieve dan tijdens de
kantooruren contact op te nemen met de administratie
expliciete toelating van de directie van AMUZ.
van AMUZ.
Concertinleidingen, aanvangsuur
en duur van de concerten
De concerten in AMUZ vangen op zondag steeds aan
om 15.00 uur. Op andere dagen starten de concerten
om 21.00 uur. Voor de avondconcerten is er steeds een
inleiding om 20.15 uur. De concerten in AMUZ hebben
in principe geen pauze en duren tussen de 65 en 80
minuten, tenzij anders vermeld.
Medewerkers AMUZ
Bart Demuyt, directie & artistiek leiding | Veerle
Braem, zakelijk directie | Robin Steins, assistentie
programmering & educatie | Elise Simoens, assistentie
programmering & dramaturgie | Klaartje Heiremans,
pers & communicatie | Kathleen Engels, communicatie |
Tine Clevers, eindredactie & ticketing | Mona Heyrman,
directieassistentie & productie | Jan Tambuyser,
productie & techniek | Evelyne Van Mieghem, productie
& zaalhuur | Bart Tambuyser, techniek & gebouwbeheer
| Koen Koninkx, foyer & ticketing | Anne Struelens,
vrijwilliger distributie | Kenny De Blieck, stagiair
Programmaboekjes en cd-verkoop
De programmaboekjes bij de concerten van AMUZ zijn
downloadbaar van de website www.amuz.be vanaf
enkele dagen na het concert. Een selectie cd’s van de
aantredende artiesten wordt te koop aangeboden voor
en na het concert in de inkomhal/aan de balie, i.s.m. ‘t
KLAverVier uit Schilde.
Laatkomers
De concerten in AMUZ hebben in principe geen pauze.
Laatkomers kunnen dan ook niet meer worden toegelaten
in de concertzaal. Op vertoon van hun concertticket
kunnen zij het concert volgen op de plasmaschermen in
de foyer.
Binnenwerk geprint bij
www.prints-copy.be
wettelijk depotnummer: D/2013/0306/215