Maatgevende Hoogwaterstanden in het overgangsgebied van de

RIJKSWATER~TAr\T
Dir. Bovenrivieren Afd. Studiedienst
Deltadienst Waterloopkundige afdel'n~
MAATGEVENDE HOOG'iVATERSTAi'{.i)EN IN HET
OVERGANGSGEBlED VAN DE BOV~NRIVIE~EN
NàMR HET TIJGEbiED.
Nota 63.3
i
.
:
'
met
3 b\}lagen •
INHOUD.
Par.
Inleiding
blz.1
Par. 2
Maatgevende hoogwaterstanden langs Lek,
Nieuwe Maas en Rotterdamse Waterweg
blz.1
Maatgevende hoogwaterstanden langs Waal,
Boven-Merwede, Nieuwe Merwede en Hollands
Diep
b13.4
Maatgevende hoogwaterstanden langs de
Oude Maas en Beneden Merwede
blz.5-6
Par. 3
Par. 4
Par. 5
Het verloop van de HW-lijnen indien wordt
uitgegaan van een jaaroverschrijdingswaarde
van gemiddeld 1 keer in de 3000 jaar zowel
voor het benedenrivieren- als bovenrivierengebied
blz.7
Par. 6
Slotopmerking met verzameltabel voor de
maatgevende HW-standen
blz.7
Bijlagen.
1
Maatgevende hoogwaterstanden
riviertraject Hoek van Holland - Rotterdam Vreeswijk.
2
Maatgevende hoogwaterstanden
riviertraject Willemstad - Kop vjh Land Werkendam - Herwijnen
3 Maatgevende hoogwaterstanden
riviertraject Hoek van Holland - Goidschalxoord Dordrecht - Werkendam - Herwijnen.
MAATGEVENDE HOOGWATERSTANDEN IN HET OVERGANGSGEBIED VAN DE
BOVENRIVIEREN NAAR HET TIJGEBIED.
Par.'. Inleiding.
De Directeur-Generaal van de Rijkswaterstaat heeft
in zijn brief dd. 18 september 1962, nr.52220, afd.A, aan
de Hoofdingenieur-Directeur in de Directie Bovenrivieren
verzocht met het Hoofd van de Deltadienst een gemeenschappelijk advies uit te brengen over de maatgevende hoogwaterstanden in de z.g.overgangsgebieden op de Lek en op de
Waal - Boven Merwede.
Voor de nadere beetudering van het gemeenschappelijk
advies werden aangewezen het Hoofd van de Waterloopkundige
Afdeling van de Deltadienst en het Hoofd van de Afdeling
Studt
ienst in de directie Bovenrivieren.
In onderling overleg is besloten dat door beide
afdelingen in een nota verslag zal worden uitgebracht over
bovengenoemde aangelegenheid.
Par.2. Maatgevende hoogwaterstanden langs Lek, Nieuwe Maas en Rotterdamse Waterwe~.
Op bijlage 1 is het verloop van de maatgevend te
stellen hoogwaterstanden langs Lek, Nieuwe Maas en Rotterdamse Waterweg aangegeven.
De vermelde waterstanden kunnen in drie categorieën worden
onderverdeeld:
a. De maatgevende hoogwaterstanden stroomafwaarts van
Krimpen aan de Lek.
b. De maatgevende hoogwaterstanden stroomopwaarts van
Schoonhoven.
c. De voorgestelde maatgevende hoogwaterstanden tussen
Krimpen aan de Lek en Schoonhoven.
2.a
De maatgevende hoogwaterstanden stroomafwaarts van Krimpen
aan de Lek.
Deze gegevene zijn ontleend aan het rapport Deltacommiasie.
In het eindverslag van de Deltacommissie alsmede in bijdrage
IV - 3 zijn de resultaten weergegeven van door de Rijks-
2
waterstaat en het Waterloopkundig Laboratorium verrichte onderzoekingen.
Voor een aantal combinaties van verschillende stormvloeden en opperwaterafvoeren zijn de langs de benedenrivieren te verwachten hoogwaterstanden in de toestand
na uitvoering van het Deltaplan in het Waterloopkundig
Laboratorium anderzocht en door Rijkswaterstaat op hun
kans van voorkomen berekend.
Hierbij bleek dat na voltooiing van de Deltawerken het
punt waar de invloed van de grote afvoeren begint te
overwegen op de Lek tussen Krimpen aan de Lek en
Schoonhoven is gelegen.
In tabel 7.01 van bijdrage IV-3 van het rapport
Deltacommissie zijn, bij een overschrijdingsfrequentie
van 10- 4 de maatgevende waterstanden voor Krimpen aan
de Lek, Rotterdam, Vlaardingen en Hoek van Holland
in de toestand na voltooiing van het Deltaplan weergegeven. Hierbij is men er van uitgegaan dat de Oude
Maas stormvloeden kan doorlaten. Met het aflaten van
water naar het Zeeuwse Meer werd geen rekening
gehoud~
Wel werd verondersteld dat de Zuid-Hollandse Biesbos
geheel en de Brabantse Biesbos grotendeels ia omdijkt
en dat het gebied van Dange en Oude Maasje hoogwatervrij is gemaakt.
De maatgevende waterstanden zijn:
Hoek van Holland
5.00 m + N.A.P.
Vlaardingen
Rotterdam
Krimpen aan de Lek
2.b
4.30 m + N.A.P.
4.20 m + N.A.P.
4.10 m + N.A.P.
De maatgevende hoogwaterstanden stroomopwaarts van
Schoonhoven.
Teneinde de extreem hoge waterstanden langs de Rijn
en zijn takken te bepalen, moest allereerst een maatgevende Bovenrijnafvoer worden vastgesteld. Als uitgangspunt voor de door de Afdeling Studiedienst van d
3
directie Bovenrivieren verrichte berekeningen is een
Bovenrijnafvoer van 18000 m3/sec. gekozen, overeenkomstig de door de Minister van Verkeer en Waterstaat
gedane suggestie in zijn brief nr. 63231 , afd.A, d.d.
2 oktober 1956, gericht aan de Gedeputeerde Staten
van Gelderland.
Met behulp van frequentiebeschouwingen werd
afgeleid dat een dergelijke afvoer over zeer lange
tijdvakken gerekend, gemiddeld 1 dag per 600 jaar
wordt overschreden. Overeenkomstig dezelfde brief is
de gemiddelde topduur op 5 dagen aangehouden, zodat
gesteld kan warden dat een Bovenrijnafvoer van 18000
m3/sec. gemiddeld één keer per 3000 jaar zal worden bereikt of overschreden.
Wat de situatie betreft is uitgegaan van de toestand na Rijnkanalisatie. Met behulp van stroombaanberekeningen werden de hoogwaterstanden langs de Rijn
en zijn takken vastgesteld. Vergelijking van de aldus
verkregen resultaten met de uitkomsten van modelonderz0ekingen e.d. voor de toestand na voltooiing van het
Deltaplan, toonde aan dat te Schoonhoven en stroomopwaarts daarvan de waterstanden behorende bij de Bovenrijnafvoer van 18000 m3/sec maatgevend zijn.
Deze maatgevende waterstanden, met een overschrijdingsfrequentie van 1 keer per 3000 jaar, op enige plaatsen
langs de Lek zijn:
2.c
Schoonhoven
4.85 m + N.A.P.
Jaarsveld
6.15 m + N.A.P.
Vreeswijk
7.00 m + N.A.P.
Culemborg
7.85 m + N.A.P.
De voorgestelde maatgevende hoogwaterstanden tussen
Krimpen aan de Lek en Schoonhoven.
Tussen Krimpen aan de Lek en Schoonhoven zullen de
maatgevende hoogwateretanden worden veroorzaakt door
ongunstige combinaties van stormvloeden enerzijds en
opperwaterafvoeren anderzijds.
4
Rivieropwaarts zal de invloed van de stormvloeden
afnemen en van de opperwaterafvoer toenemen.
Teneinde een zeer uitgebreid statistisch onderzoek,
gebaseerd op het samentreffen van stormvloeden en
opperwaterafvoeren te vermijden, zijn de maatgevende
hoogwaterstanden in dit gebied bepaald door het
tekenen van een vloeiend verlopende kromme tussen
de maatgevende hoogwaterstanden te Krimpen aan de
Lek en te Schoonhoven, die resp. door de Deltacommissie en de afd. Studiedienst, directie Bovenrivieren, zijn berekend.
De frequenties van de waterstanden voor plaatsen
tussen de beide genoemde, zijn niet nauwkeurig aan
te geven. De overschrijdingsfrequentie gaat in
stroomopwaartse richting gêleidelijk over van 1 keer
per 10000 jaar naar 1 keer per 3000 jaar.
Par. ,. Maatgevende hoogwaterstanden lange Waal, Boven-Merwede,
~uwe-Merwede en Hollands Diep.
Op bijlage 2 is het verloop van de maatgevend te
stellen hoogwaterstanden lange Waal, Boven-Merwede,
Nieuwe-Merwede en Hollands Diep in tekening
gebrach~
Ook in dit geval kunnen de weergegeven waterstanden
in drie categorieën worden verdeeld:
a. De maatgevende hoogwaterstanden, stroomafwaarts
van Kop van 't Land.
b. De maatgevende hoogwaterstanden, stroomopwaarts
van Herwijnen.
c. De voorgestelde maatgevende hoogwaterstanden
tussen Kop van 't Land en Herwijnen.
'.a
De maateevende hoogwaterstanden stroomafwaarts van
Kop van 't Land.
Deze waterstanden zijn ontleend aan het Eindverslag
(figuur en tabel 6.1.2) alsmede aan bijdrage IV-3
(tabel
7.e.1)
van het rapport Deltacommissie.
De aangegeven waterstanden zullen, na uitvoering
van het Deltaplan, een zelfde overschrijdingsfrequentie hebben als een stormvloedatand te Hoek van
5
Holland van 5 m + N.A.P. Deze overschrijdingsfrequentie bedraagt: 10- 4 .
;.b
De maatgevende hoogwaterstanden stroomopwaarts van
Herwijnen.
Deze resultaten werden, evenals die voor de 1ek
stroomopwaarts van Schoonhoven, verkregen uitgaande
van de maatgevende Bovenrijnafvoer van 18000 m3/sec.
met een overschrijdingsfrequentie van 1 keer per
3000 jaar. De vereiste stroombaanberekeningen werden
uitgev0erd door de Ard.Studiedienst van de directie
Bovenrivieren in het kader van het onderzoek naar
de maatgevende hoogwaterstanden langs de Bovenrijn
en zijn takken.
'.c
De voorgestelde maatgevende hoo~aterstanden tussen
Kop van 't Land en Herwijnen.
Teneinde een goede overgang te verkrijgen tussen de
maatgevende hoogwaterstanden beneden Kop van 't Land
en boven Herwijnen is op bijlage 2 een vloeiend verlopende kromme tussen beide plaatsen
gè~ekend.
Ook hier geldt weer dat de overschrijdingsfrequentie
van de aangegeven waterstanden in het overgangsgebied niet exact bekend is. Deze frequentie zal in
stroom0pwaartse richting geleidelijk Gvergaan van
gemiddeld 1 keer per 10000 jaar in 1 keer gemiddeld
per 3000 jaar.
Par. 4. Maatgevende hoogwaterstanden langs de Oude Maas en
Beneden Merwede.
Op bijlage 3 is het verloop van de maatgevende hoog
waterstanden voor het traject Nieuwe Waterweg,
Sch~
Oude Maas, Beneden Merwede, Boven Merwede en Waal
weergegeven. 00k in dit geval kunnen deze waterstanden in drie intervallen worden verdeeld:
a. De hoogwaterstanden, stroomafwaarts van Sliedre
b. De hoogwaterstanden, stroomopwaarts van Herwijnen
(zie ook Par.3 en bijlage 2).
6
c. De hoogwaterstanden tussen Sliedrecht en Herw1jn
zijn weer verkregen door een vloeiend verlopende
kromme tussen beide plaatsen te tekenen.
4.a
De maatgevende hoogwaterstanden stroomafwaarts
van Sliedrecht.
Deze waterstanden zijn ontleend aan het Eindverslag
(figuur en tabel 6.1.2) alsmede aan bijdrage IV-3
(tabel 7.0.1) van het rapport Deltacomm1ssie.
De aangegeven waterstanden zullen, na uitvoering van
het Deltaplan een zelfde
oversch~ijdingsfrequent1e
hebben als een stormvloedstand te Hoek van Holland
van 5 m + N.A.P. Deze
draagt: 10- 4 •
oversohrijdingsfrequen~ie be-
Voor het traject Hoek van Holland - Westgeul zijn de
maatgevende waterstanden dezelfde als die aangegeven
op bijlage 1.
4.b
De maatgevende hoogwaterstanden stroomopwaarts van
Herwijnen zijn tevoren in punt 3.b behandeld.
4.0
De voorgestelde maatgevende boogwaterstanden tussen
Sliedrecht en Herwijnen.
Teneinde een g0ede overgang te verkrijgen tussen de
, .' ",:.i,..:
-::r-::;':';::;:'
maatgevende
hoogwate~standen
beneden Sliedrecht en
boven Herwijnen is op bijlage 3 een vloeiend verlopende lcromme tussen beide plaatsen getekend.
Ook hier geldt weer dat de overschrijdingsfrequentie
van de aangegeven waterstanden in het overgangsgebied niet exaot bekend is.
Deze frequentie zal in stroomopwaartse richting geleidelijk overgaan van 1 keer gemiddeld per 10000
jaar naar gemiddeld 1 keer per 3000 jaar. De HW-lijn
in het overgangsgebied tussen splitsingapunt Werkendam en Herwijnen getekend op bijlage 3 stemt &vereen
met die op bijlage 2.
7
Par. 5. Het verloop van de HW-lijnen indien wordt uitgegaan
van een jaaroverschrijdingswaarde van gemiddeld
1 keer in de 3000 jaar zowel voor het benedenrivierenals bovenrivieren gebied.
Op de bijlagen 1 tlm 3 zijn ook de HW-lijnen met een
gemiddelde jaaroverschrijdingsfrequentie van 1 keer
in de 3000 jaar getekend.
Voor het benedenrivierengebied zijn deze waterstanden
. ontleend aan bijdrage IV-; fig.6.6.;. Een overgangsgebied komt nu niet voor, daar de waterstanden nu
zowel in beneden- als bovenrivierengebied dezelfde
gemiddelde jaaroversehrijdingswaarden bezitten nl.
gemiddeld 1 keer per 3000 jaar.
Par.6.
Slotopmerking met verzameltabel voor de maatgevende
HW-standen.
De 0p bijlage
tlm
3 voorkomende HW-lijnen gelden
alleen voor de condities vermeld in het rapport van
de Deltacommissie. Deze zijn:
a. Oude Maas nabij de Westgeul bij storm open.
b. De Brabantse Biesbos, de Noordbrabantse oever en
Zuid-Hellandse Biesbos stormvloedvrij.
In de tabel van blz.9 zijn de maatgevende hoogwaterstanden vermeld volgens de HW-lijnen getekend op de
bijlagen 1
tlm
3 ter plaatse van de registrerende
peilschalen.
Het maatgevende HW te Werkendam (registrerende peilschaal) in het overgangsgebied is onzeker (zie rapport
Deltacommissie deel 5 tabel 7.01). Het is echter niet
Uitgesloten, dat de HW stand, frequentie 1:10.000 te
hoog is. In dat eeval zullen ook de aangegeven maatgevende standen te Kop van het Land en Gorinchem in
het overgangseebied wat te hoog zijn.
8
Het is de bedoeling om in de toekomst een uitgebreid
onderzoek in te stellen naar de hiervoren genoemde
maatgevende HW standen.
Het Hoofd van de Afdeling Studiedienst,
direotie Bovenrivie~en
/l~,
--------
Het Hoofd van de Water100pltundige
Afdeling,
9
Voorgestelde maatgevende HW-standen
peilschaalstation
gem. jaar
overschrijding swaard en
Hoek v.Holland
Maassluis
Vlaardingen
Rotterdam
Krimpen aid Lek
Streefkerk
1:10000
1: 10000
1: 10000
1:10000
1; 10000
1: 10000 ä 1 J 3000
500
450
430
420
410
430
Schoonhoven
1:3000
485
Jaarsveld
1:3000
615
Vreeswijk
1:3000
700
Culemborg
1:3000
785
Spijkenisse
Goid schalxoord
Puttershoek
Dordrecht
Sliedrecht
1:10000
1:10000
1: 100.00
1: 10000
1:10000 ä 1:3000
390
360
350
360
410
Hellevoetsluis
Willemstad
Moerdijk
Kop v/h Land
Werkend.?ID
1:10000
1:10000
1:10000
1:10000
290
310
320
400
470
Gorinchem
1:10000
~
Herwijnen
waterstand
boven NAP
in cm
---.---
1:10pOO ~
1:3000
~
1: 3000
550
1 :3000
670
V
opmerking
volgens Deltacommissie
geinterpoleerd volgens bijl.1
volgens Deltacommissie
volgens Deltacommissie
volgens Deltacommissie
volgens bijlage 1 (Over~angsgebied)
volgens Studiedienst Bovenrivieren
volgens Studiedienst Bovenrivieren
volgens Studiedienst Bovenrivieren
volgens Studiedienst Bovenrivieren
volgens Deltacommissie
volgens Deltacommissie
geinterpoleerd volgens bijl.3
volgens Deltacommissie
volgens bijlage 3 (over~angsgebied)
volgens Deltacommissie
volgens Deltacommissie
volgens Deltacommissie
geinterpoleerd volgens bijl.2
vOlgens bijlage 2 (0vergangsgebied)
volgens bijlage 2 (overgangsgebied)
volgens Studiedienst Bovenrivieren