Spreektekst Karel Burger Dirven tijdens PS vergadering van 31 oktober 2014 inzake Wijziging reglementen waterschappen Geachte voorzitter, Vandaag bespreken wij het voorstel tot wijziging van de reglementen van drie van de vier waterschappen In Brabant. De regering heeft de Waterschapswet de laatste jaren gemoderniseerd. In 2013 is besloten om de waterschapsverkiezingen samen te laten vallen met de verkiezingen van Provinciale Staten in 2015, om zo wat te doen aan de extreem lage opkomst van 24 % in 2008. En ik vertrouw er op dat de komende opkomst aanmerkelijk hoger zal liggen, zodat we verzekerd zijn van een voldoende democratisch gelegitimeerd bestuur. In 2007 is er besloten tot een ruimere marge tussen zetels voor de geborgde categorieën en zetels voor vrije verkiezingen. De marge voor de geborgde zetels is door de regering vastgesteld op 7 tot 9, waarbij Provinciale Staten op grond van de Waterschapswet bevoegd zijn om het exacte aantal per waterschap te bepalen. Omdat waterschappen belastingen heffen past van oudsher het adagium van «no taxation without representation». De geborgde zetels zijn ingesteld om recht te doen aan het aspect betaling en zeggenschap. De VVD zou het liefst alle geborgde zetels willen afschaffen vanwege het ondemocratische karakter. Het per direct en geheel afschaffen van de geborgde zetels is niet mogelijk. Het kabinet gaat dat in 2015 bekijken en de wet staat het ook niet toe. Verlaging is wel mogelijk. De laatste jaren is er sprake van een lastenverschuiving in het nadeel van de burgers zo blijkt uit de onderliggende stukken. Daarom is meer invloed voor de burgers, gezien de huidige verhoudingen qua betaling en zeggenschap heel redelijk. Om die reden kan de fractie van de VVD het voorstel tot aanpassing tot 7 geborgde zetels, het huidige wettelijk minimum, steunen. De provincie heeft dit proces zorgvuldig begeleid. Dit blijkt uit de verslagen van de gesprekken op grond van de artikelen 3 en 4 van de Waterschapswet. De fractie van de VVD steunt de voorstellen van GS voor waterschappen Aa en Maas en Brabantse Delta. De fractie van de VVD is niet blij met het voorliggende voorstel voor waterschap De Dommel. Het statenvoorstel bevat voor waterschap De Dommel een aantal inconsistenties. Ik zal toelichten waarom: De economische waarde van bedrijven is met 54,31 % bij waterschap De Dommel van de drie waterschappen het hoogst. Ook in inwoneraantallen is waterschap De Dommel groter dan de twee andere waterschappen. De capaciteit aan zuiveringen is bij De Dommel hoger dan bij beide andere waterschappen. De twee grootste steden in Brabant, met veel industrie, Tilburg en Eindhoven, vallen binnen het gebied van waterschap De Dommel. Uit al deze zaken blijkt dat juist bij waterschap De Dommel de bedrijven terecht recht hebben op een extra zetel. Voor de drie waterschappen bij elkaar is volgens het plan van GS de einduitslag als volgt. De landbouw levert 2 zetels in, de bedrijven leveren 3 zetels in en de natuurorganisaties leveren 0 zetels in. Dit vindt de VVD fractie niet rechtvaardig en redelijk dat de natuurorganisaties geen zetels inlevert. De gedeputeerde rechtvaardigde in de Commissie ER de extra zetel voor het Bosschap, want die bezet de natuurzetels, door te zeggen dat waterschap De Dommel veel natuur heeft. Die redenatie volgen wij niet, omdat een aanleiding van het statenvoorstel juist is dat de direct gekozen partijen in het waterschap prima in staat zijn om ook op te komen voor de natuurbelangen. Samenvattend: De VVD is van mening dat bij waterschap De Dommel voor de categorie bedrijven de 3 zetels gehandhaafd dienen te worden. Wij zullen daarvoor een amendement gaan indienen. Dank u wel.