CM67RF installatie2

Honeywell
BELANGRIJKE OPMERKING 1:
De CM60NG kamerthermostaat en de HC60NG
ontvanger werken met een frequentie van 868MHz.
Deze kunnen niet communiceren met andere RF
produkten, welke een andere frequentie of communicatieprotocol gebruiken.
BELANGRIJKE OPMERKING 2:
NG
CM67/61NG kan op 2 verschillende manieren gebruikt worden:
1. Voor het regelen van 1 toestel (vb: ketel, pomp, zoneventiel)
CM67/61NG Kamerthermostaat
& HC60NG Relaisdoos
of
2. Als onderdeel voor het regelen van een multi-zone systeem
Indien u het wenst te gebruiken zoals in punt 1 - lees deel
A - RF systeem voor 1 zone
Indien u het wenst te gebruiken zoals in punt 2 - lees deel
B - Multi-zone RF systeem
1
2
3 a
42010477-007 R1
INSTALLATIEHANDLEIDING
b
> 7mm Ø
De HC60NG is een toestel, dat werkt met radiofrequente (RF) signalen. Plaats deze in een open ruimte
voor een optimale werking. Laat een afstand van tenminste 30cm tussen de HC60NG en elk metalen voorwerp, inclusief schakelkast en ketelbehuizing. Niet
monteren in metalen schakelkasten.
OPMERKING:
De HC60NG heeft geen vervangonderdelen. Deze
mag enkel geopend en geïnstalleerd worden door een
installateur.
< 7mm Ø
OPGELET !
Elektrostatisch gevoelig toestel! Printplaat niet aanraken.
4
5
a. Brander (rechtstreekse bediening)
e. Zone-afsluiter
b. Combi-ketel
f. Elektrische verwarming
c. Thermische motor
d. Zone-afsluiter
g. Elektrische motor
h. Koelinstallatie
6
7
max. 2.5mm²
OPMERKING: Alle bedradingen moeten volgens de IEE richtlijnen overeenstemmen.
OPGELET: Observeer de omgevingstemperatuur en stroombegrenzingen (zie HC60NG bedradingsstikker)
8
10
9
Het is aanbevolen eerst de HC60NG relaisdoos te installeren, vooraleer met de
installatie van de CM61/67NG te beginnen.
A. RF SYSTEEM VOOR 1 ZONE
B. PARAMETERMENU VOOR DE INSTALLATEUR
2.
Druk op de PROG 2 toets, om naar de 2de reeks van parameters
te gaan. Selecteer de parameter 16:LC door te drukken op de
+ of - toets.
3.
Selecteer de parameterwaarde van de storingsbeveiligingsmode
door te drukken op de toets TEMP
of
:
1. OPSTARTEN
2.
Om de RF communicatie te controleren plaats de keuzeschakelaar
van de CM67NG in de stand OFF (druk op de toets OFF voor de
CM61NG) en druk tegelijkertijd op de toetsen TEMP
en
, en
PROG 2, totdat op het scherm tESt verschijnt. De thermostaat zendt
testsignalen uit naar de ontvanger zodat de groene LED elke 5 seconden aan en uitgeschakeld wordt (de relaisuitgang blijft uitgeschakeld)
gedurende een maximum van 10 minuten. Indien de groene LED elke
5 seconden aan/uit schakelt, ga dan naar de volgende stap.
1. RICHTLIJNEN VOOR SPECIFIEKE TOEPASSINGEN
Specifieke toepassing
1 – wanneer de RF communicatie wordt verbroken, schakelt de
relais 20% AAN / 80% UIT.
Volg de aansluitschema’s voor het verbinden en aansluiten van
de HC60NG relaisdoos. Het RF systeem zal onmiddelijk met de
normale werking beginnen.
Opmerking: Indien de LED rood knippert of indien u de relaisdoos
of kamerthermostaat vervangt, volg dan de richtlijnen zoals
beschreven in punt 8. COMMUNICATIEVERBINDING voor 1.
OPSTARTEN van het systeem.
Dit laat toe om een aantal parameters te wijzigen, om aan de behoefte te kunnen voldoen van bepaalde systemen of eindgebruikers. Zie punt
4. PARAMETERMENU voor een gedetailleerde lijst van de parameters.
0 – wanneer de RF communicatie wordt verbroken, schakelt de
relais permanent UIT (geen vorstbeveiliging).
De CM67/61NG kamerthermostaat is reeds in de fabriek met de HC60NG
verbonden. Er moet dus geen initiële verbinding gemaakt worden tussen
de kamerthermostaat ( CM67/61NG) en de ontvanger (HC60NG).
1.
BELANGRIJK:
- Stel parameter 16:LC = 1, om vorstbeveiliging mogelijk te maken.
- Voor installaties met aparte vorstbeveiligingsthermostaat (of waar
vorstbeveiliging niet nodig is) stel parameter 16:LC = 0.
4.
Bewaar de geselecteerde waarde door op de toets te drukken.
5.
Bevestig de gepaste label op de HC60NG relaisdoos om de geselecteerde instelling aan te duiden van de storingsbeveiligingsmode.
6.
Verwarming
Plaats de keuzeschakelaar van de CM67NG in de stand AUTO
of MAN (druk op de toets AUTO of MAN voor de CM61NG) om
de normale werking te starten.
2. PLAATSING
1.
CM67/61NG KAMERTHERMOSTAAT
Voor het plaatsen van de kamerthermostaat maak gebruik van de
test mode zoals beschreven in 1. OPSTARTEN. Bekijk de richtlijnen
voor de plaatsing van de CM61/67NG (zie fig. 10 ) en zoek een
geschikte locatie, waar de signaaltransmissie het meest optimaal is.
De optimale positie van de CM61/67NG wordt bereikt, wanneer de
HC60NG relaisdoos ongeveer om de 5 seconden schakelt (Indien U
de ATS-module gebruikt, dan moet deze module bevestigd worden
voor de plaatsing van de thermostaat).
OPMERKING: De HC60NG relais zal uitgeschakeld blijven
2.
Bevestig de CM67/61NG aan de muur gebruikmakend van het
muurplaatje of plaats de thermostaat op het tafelstandje (zie fig. 11 )
3.
Plaats de keuzeschakelaar van de CM67NG in de stand AUTO
of MAN (druk op de toets AUTO of MAN voor de CM61NG) om
de TEST mode te verlaten.
De HC60NG ontvangt de warmtevraag (of koeling), als 0-100% signaal,
van de CM67/61NG. Op het scherm van de kamerthermostaat verschijnt het symbool, wanneer meer warmte nodig is. Op basis van de
warmtevraag zal de HC60NG het verwarmingstoestel (of koelingstoestel)
aanschakelen om aan de huidige vraag van het systeem te voldoen.
Airconditioning
6
1
Geen actie vereist.
Mazoutketels
3
4
1.
2.
Thermische motor
12
1
Stel het aantal ketelschakelingen/uur in op 12.
Zoneventiel
6
1
Geen actie vereist.
Elektrische
verwarming
12
1
Stel het aantal ketelschakelingen/uur in op 12.
Stel de minimum AAN-tijd in op 4 minuten
Stel het aantal ketelschakelingen/uur in op 3
1.
2.
Bij enkel koeling, stel parameter 6 van het parametermenu in op 1
Bij koeling/verwarming, stel de Chronotherm in volgens de gewenste wijze van werking met parameter 6 van het
parametermenu.
De
CM67/61NG kan voor koeling enkel gebruikt worden in 1 zone (multi-zoning voor koeling is niet mogelijk).
Warmtepomp/
koelgroep
3
4
1.
2.
Stel de minimum AAN-tijd in op 4 minuten
Stel het aantal ketelschakelingen/uur in op 3
Ventilator
6
1
Geen actie vereist.
6. TIJDELIJKE MANUELE OVERBRUGGING
Door op de druktoets van de HC60NG te drukken zal de huidige
relaistoestand van positie veranderen. Van zodra het volgende signaal
van de kamerthermostaat ontvangen wordt, gaat de HC60NG terug
over naar automatische werking, aangezien deze een hogere prioriteit
heeft, dan de manuele bediening.
7. COMMUNICATIEVERLIES
Wanneer de RF communicatie verbroken is gedurende 1 uur, dan zal
de rode LED branden, om aan te tonen, dat er geen RF berichten meer
ontvangen zijn het laatste uur.
De HC60NG gaat ook naar de storingsbeveiligingsmode, zoals geselecteerd in het parametermenu (zie punt 4. INSTELLING VAN DE
BEVEILIGINGSMODE).
Manuele bediening van de HC60NG is mogelijk in de storingsbeveiligingsmode. Bij herstel van de RF communicatie zal de HC60NG
automatisch terugkeren naar zijn normale werking.
8. COMMUNICATIEVERBINDING
Schakel de verwarmingsketel aan.
Dit is nodig indien :
2.
Plaats de keuzeschakelaar van de CM67NG in de stand AUTO
of MAN (druk op de toets AUTO of MAN voor de CM61NG).
-
1 van de systeemcomponenten (kamerthermostaat of relaisdoos)
vervangen wordt.
3.
Stel de maximum temperatuur (30°C) in, op de CM67/61NG,
door op de toets TEMP
te drukken. De ketel moet aanslaan,
enkele seconden nadat het vlamsymbool op het scherm verschijnt.
Controleer de werking van de installatie door een aantal keer het
instelpunt te verlagen en te verhogen.
-
de HC60NG een verkeerde of geen communicatieverbinding heeft
met de CM67/61NG (bvb wanneer de vooringestelde componenten verkeerd in de paketten geplaatst zijn).
2. OPTIONELE MODULE
Optie
Beschrijving
Wat moet ik doen om dit kenmerk te bekomen?
Module voor Automatische
Tijdsaanpassing (ATS)
De ATS-module ontvangt dagelijks een signaal
van de centraal-europese klok, waardoor de tijd
automatisch wordt aangepast.
1.
Sluit de ATS-module aan
2.
Stel parameter 4 van het parametermenu in op 1
3.
Herhaal punt 3. SYSTEEMCONTROLE van deel A
3. OPSTARTEN VAN HET PARAMETERMENU
1
2
Plaats de keuzeschakelaar
van de CM67NG in de
OFF positie (druk op de
toets OFF voor de
CM61NG). Druk vervolgens op de toets, houdt
deze ingedrukt en druk
tegelijkertijd op de toetsen
PROG 3 en 4.
Parameternummer
+ of – om te
(druk op
wijzigen)
bijv 1 = optimalisatie
1.
Houdt de druktoets van de HC60NG ingedrukt, totdat de rode LED
0,1 sec.aan/0,9 sec. uitschakelt (ca. 15 sec. ingedrukt houden).
Laat de druktoets los. Hierdoor gebeurt een reset van de reeds
opgeslagen data.
2)
Druk terug op de druktoets van de HC60NG, totdat de rode LED
0,5 sec. aan-/0,5 sec. uitknippert (5 sec. ingedrukt houden). De
ontvanger staat nu klaar voor de communicatieverbinding.
Indien gewenst kan deze fabrieksinstelling gewijzigd worden. Volg hiervoor de volgende instructies:
3)
Plaats de keuzeschakelaar van de CM67NG in de stand OFF
(druk op de OFF toets voor de CM61NG) en druk tegelijkertijd
en
, en PROG 1, totdat InSt op het
op de toetsen TEMP
scherm verschijnt.
4)
5)
Druk op de toets om de verbinding tot stand te brengen. De rode
LED wordt uitgeschakeld bij een succesvolle communicatieverbinding. Indien de rode LED nog steeds knippert, druk dan terug op
de toets, totdat de verbinding succesvol is.
Ga naar punt 1. OPSTARTEN voor verdere installatie.
3
5
Druk op TEMP
of
om de fabrieksinstelling te wijzigen.
Een knipperende 0 of
1 geeft een wijziging
aan.
Druk op
+ of – om
naar de volgende
parameter over te
gaan en stel deze in
zoals beschreven in
stap 3 en 4.
Parameterafkorting
bijv OP = optimalisatie
Parametermenu
geselecteerd
Eerste reeks parameters
Houdt gedurende de communicatieverbinding een afstand van ca.1 m
tussen de kamerthermostaat en de relaisdoos.
De storingsbeveiligingsmode definieert de toestand van de HC60NG
uitgangsrelais in het geval dat de RF communicatie wordt verbroken
(vb: wanneer de kamerthermostaat stopt met communiceren door lege
batterijen). De fabrieksinstelling schakelt de relais permanent UIT, wanneer de communicatie wordt verbroken.
Plaats de keuzeschakelaar van de CM67NG in de stand OFF (druk
op de toets OFF voor de CM61NG). Druk vervolgens op de toets,
houdt deze ingedrukt en druk tegelijkertijd op de toetsen PROG 3
en 4.
Opmerking:
a. Ga naar parameter 9 van het parametermenu om ketelschakelingen/uur te wijzigen.
b. Ga naar parameter 2 van het parametermenu om minimum AAN-tijd te wijzigen.
Gasketels (<30KW)
3.
Groene LED uit - relais uit
1.
1.
Wat moet ik aanpassen?
Ketel- Minimum
schake- AAN-tijd
lingen/uur
Leg de eindgebruiker uit hoe de omschakeling gebeurt en zorg ervoor dat het juiste tijdstip en temperatuurprofiel zijn
ingesteld voor koeling of verwarming (winter = verwarming; zomer = koeling).
Groene LED aan - relais aan
3. SYSTEEMCONTROLE
4. INSTELLING VAN DE BEVEILIGINGSMODE
Instelling
5. AUTOMATISCHE WERKING
De groene LED toont de status van de relaisuitgang:
Opmerking : Indien de groene LED niet schakelt volgens de
gespecifieerde intervallen, volg dan de richtlijnen beschreven in
punt 8. COMMUNICATIEVERBINDING.
b
De CM67/61NG is een thermostaat, dat werkt met radiofrequente signalen en moet
voor een optimale werking geïnstalleerd worden in een open ruimte. Laat een afstand
van tenminste 30cm tussen de Chronotherm en elk metalen voorwerp, inclusief
schakelkast, en tenminste 1m van elk ander elektrisch toestel, zoals TV, PC, enz. Niet
monteren in metalen schakelkasten.
Eens de batterijhouder in de thermostaat is geplaatst,
zal na een korte pauze de nodige informatie op het
scherm verschijnen. Gebeurt dit niet of verschijnt het
symbool?
Overloop dan de probleemgids van de gebruikershandleiding.
De CM67/61NG Chronotherm bedient 1 component van een verwarmingssysteem, zoals de ketel, de pomp of een zoneventiel. De in de
fabriek reeds ingestelde RF verbinding tussen de kamerthermostaat en
de ontvanger maakt het installeren snel en eenvoudig.
11 a
4
Fabrieks- of optionele instelling
(druk op TEMP
of
om te wijzigen)
bijv 0 = optimalisatie uit
1 = optimalisatie aan
Druk op INFO toets
om de wijziging te
bevestigen en het
knipperen te beëindigen.
6
Gebruik het parametermenu op de volgende pagina om de
andere parameters in te stellen.
7
Het parametermenu kan men verlaten door de keuzeschakelaar
van de CM67NG in de positie AUTO of MAN te plaatsen (druk
op de toets AUTO of MAN voor de CM61NG).
B. PARAMETERMENU VOOR DE INSTALLATEUR (VERVOLG)
C. PROBLEEMGIDS
4. PARAMETERMENU
Parameter
Afkorting
Mogelijke instellingen
Fabrieksinstelling
Parameterreeks
Optimalisatie
1:OP
0 = Optimalisatie niet geactiveerd
1 = Optimalisatie geactiveerd
0 (Niet geactiveerd)
1
Minimum AAN tijd
2:Ot
1...5 minuten (in stappen van 1 min.)
1 min
1
24 uur / AM-PM
3:Cl
0 (24u) / 1(AM/PM)
0 (24u)
1
Optionele modules
4:At
{0,1,} 1 = ATS module
0 (Geen module)
1
Tijd/Temperatuurprogramma
5:rP
0 = Programma eindgebruiker
1 = Fabrieksprogramma
0 (Programma eindgebruiker)
1
6:HC
0 = Koeling
1 = Verwarming
1 (Verwarming)
2
Pompwerking
8:PE
0 = Pompwerking niet geactiveerd
1 = Pompwerking geactiveerd
0 (Niet geactiveerd)
2
Ketelschakelingen/uur
9:Cr
{3,6,9,12} ketelschakelingen per uur
6
2
Systeemleider
10:St
0 - Standaard werking
1 - Kamerthermostaat geconfigureerd
als systeemleider voor synchronisatie
0 (Standaard werking)
2
21...30°C (in stappen van 1°C)
30°C
2
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Dit gedeelte is van toepassing voor zowel het RF systeem voor 1 zone, als het multi-zoning systeem
Druk op PROG 2 om naar de tweede reeks parameters te gaan
Verwarming/Koeling
Symptoom
Op het scherm van de kamerthermostaat staat het symbool,
maar de relais schakelt niet aan.
Dit is de normale werking. De kamerthermostaat stuurt de warmtevraag naar de
relaisdoos (signaal 0-100%). Op basis van
de warmtevraag zal de relaisdoos de relais
aanschakelen indien nodig.
Gebruik de toets TEMP
om de temperatuurinstelling te
wijzigen. De ontvanger schakelt de relais aan na enkele
seconden vertraging.
De HC60NG zoneregelaar reageert
niet bij veranderingen van de instelling van de kamerthermostaat.
De communicatieverbinding tussen de
kamerthermostaat en de ontvanger is niet
aanwezig.
Reset* de HC60NG zoneregelaar en volg de stappen in deel
A punt 8. COMMUNICATIEVERBINDING.
Na de communicatieverbinding
brandt de rode LED en knippert
de groene LED om de 3 seconden.
Communicatieverbinding is niet compleet
of niet correct.
Herhaal de communicatieverbinding.
Geen goede lokatie van de kamerthermostaat gedurende de communicatieverbinding.
Herhaal de communicatieverbinding en houdt een afstand
van ca. 1m tussen de CM67/61NG en de HC60NG.
De relaisdoos ontvangt geen signalen van
de CM67/61NG. Het signaal wordt
geblokkeerd door een verkeerde plaatsing
van de kamerthermostaat.
Plaats de kamerthermostaten op een andere lokatie volgens:
Deel A punt 2.
of deel D punt 4.
De batterijen van de kamerthermostaat zijn
leeg.
Vervang de batterijen.
De rode LED brandt
(communicatieverlies).
Dit gedeelte geldt enkel voor het multi-zone RF systeem
Maximum temperatuur
11:UL
Minimum temperatuur
12:LL
5...16°C (in stappen van 1°C)
5°C
2
Temperatuursaanpassing
13:tO
-3,0...3,0°C (in stappen van 0,1°C)
0°C
2
Breedte proportionele band
15:Pb
1,5...3,0°C (in stappen van 0,1°C)
1,5°C
2
Storingsbeveiligingsmode
16:LC
0 = Relais permanent uit
1 = Relais 20% aan / 80% uit
0 (Relais permanent
uit)
2
Parameters weer instellen volgens de
fabrieksinstelling
17:FS
0 = Parameters gewijzigd
1 = Parameters fabrieksinstelling
1 (Fabrieksinstelling)
2
De rode LED brandt en de groene
knippert 2 keer om de 3 seconden na de procedure in deel D
punt 3.
Er is een poging gedaan om meer dan
4 kamerthermostaten te verbinden met de
ketelregelaar.
Reset* de HC60NG ketelregelaar en herhaal de volgende
stappen:
Deel A punt 8.
Deel D punt 3.
Na de procedure in deel D punt 2.
brandt de rode LED en knippert
de groene LED 3 keer om de 3
seconden.
Er is een poging gedaan om de HC60NG
te verbinden met een systeem tijdsboodschap (synchronisatie) terwijl er geen
informatie verstuurd werd door de systeemleider
Reset* de HC60NG ketelregelaar en herhaal de volgende
stappen:
Deel A punt 8.
Deel D punt 2.
De bovenstaande stappen moeten enkel herhaald worden
door de ontvanger die de foutboodschap vertoonde.
Na de procedure in deel D punt
2. brandt de rode LED en knippert de groene 4 keer om de 3
seconden.
Er is een poging gedaan om 2 systeemleiders te verbinden met 1 ontvanger.
Zorg ervoor dat slechts 1 kamerthermostaat als systeemleider geconfigureerd is. Herhaal de volgende stappen :
Deel A punt 8.
Deel D punt 2.
De bovenbestaande stappen moeten enkel herhaald worden
door de ontvanger die de foutboodschap vertoonde.
De rode LED knippert 2,5 sec.
aan - 2,5 sec. uit (communicatieverlies).
De relaisdoos ontvangt geen signalen van
1 (of meerdere) CM67/61NG, maar wel
van andere kamerthermostaten.
Het RF signaal wordt geblokkeerd door de
verkeerde lokatie van enkele kamerthermostaten in het systeem.
Verplaats de kamerthermostaat volgens de instructies in deel
D punt 4.
De batterijen van een kamerthermostaat
zijn leeg.
Vervang de batterijen.
Opmerkingen
1)
Wanneer het parametermenu wordt geactiveerd, zijn alleen de eerste reeks (
geactiveerd door op PROG 2 te drukken.
2)
Druk steeds op de INFO toets om nieuwe instellingen te bevestigen.
3)
Plaats de keuzeschakelaar van de
MAN voor de CM61NG).
1) parameters instelbaar. De tweede reeks (
2) wordt
CM67NG in de positie AUTO of MAN om het parametermenu te verlaten (druk op de toets AUTO of
Opmerking : Indien u 1 van de componenten van een
multi-zone systeem vervangt, is het aanbevolen om alle
procedures te volgen uit deel D.
* Reset de HC60NG door de druktoets ingedrukt te
houden, totdat de rode LED 0,1 sec.aan/0,9 sec.uit
knippert (15 sec. ingedrukt houden)
D. MULTI-ZONE RF SYSTEEM
OPMERKING: Ga na of de hydraulische opbouw van de installatie
geschikt is voor zoning, alvorens met het installeren te beginnen.
De CM67/61NG is ontworpen om een multi-zone systeem te regelen
met een hydraulische opbouw, waarvan de warmteuitwisseling naar de
verschillende zones wordt geregeld d.m.v. zoneventielen of pompen
(zie fig. 1).
2. INSTELLING VAN DE SYSTEEMLEIDER
4. PLAATSING VAN DE KAMERTHERMOSTATEN
7. AUTOMATISCHE WERKING
1 van de kamerthermostaten moet ingesteld worden als systeemleider,
om alle zones te synchroniseren. Om kamerthermostaat 1 als
systeemleider in te stellen volg de onderstaande stappen :
Om een goede locatie te vinden voor de kamerthermostaat in elke
zone, volg dan de onderstaande richtlijnen.
De HC60NG ontvangt de warmtevraag (of koeling), als 0-100% signaal,
van 1 (of meerdere) CM67/61NG. Op het scherm van de kamerthermostaat verschijnt het symbool, wanneer meer warmte nodig is. Op
basis van de warmtevraag zal de HC60NG het verwarmingstoestel (of
koelingstoestel) aanschakelen om aan de huidige vraag van het systeem
te voldoen.
1.
Zone 3
Kamerthermostaat
Zone 4
Kamerthermostaat
2.
Zone 4
regelaar
Zone 3
regelaar
1.
Ga naar het parametermenu voor de installateur van de kamerthermostaat 1 door de keuzeschakelaar in de stand OFF te plaatsen (druk op de OFF toets bij de CM61NG). Druk vervolgens
op de toets, houdt deze ingedrukt en druk tegelijkertijd op de
toetsen PROG 3 en 4.
Zone 2
Kamerthermostaat
Zone 1
regelaar
Zone 2
regelaar
Groene LED uit - relais uit
8. TIJDELIJKE MANUELE OVERBRUGGING
Stel de waarde van parameter 10:St op 1, door te drukken op
de toets TEMP
of
en bevestig de waarde door op de
toets te drukken.
OPMERKING: De HC60NG relais zal uitgeschakeld blijven
Door op de druktoets van de HC60NG te drukken zal de huidige
relaistoestand van positie veranderen. Van zodra het volgende signaal
van de kamerthermostaat ontvangen wordt, gaat de HC60NG terug
over naar automatische werking, aangezien deze een hogere prioriteit
heeft, dan de manuele bediening.
3.
Opmerking : Er mag enkel 1 kamerthermostaat als systeemleider
ingesteld worden in een systeem.
Kijk naar de RF communicatie controletabel om te zien welke
HC60NG reageert op de testsignalen van de kamerthermostaat.
9. COMMUNICATIEVERLIES
4.
4.
Plaats de keuzeschakelaar van de CM67NG op de stand AUTO
of MAN om het parametermenu te verlaten (druk op de toets
AUTO of MAN bij de CM61NG).
Rekening houdend met de richtlijnen voor het plaatsen van een
kamerthermostaat (zie fig. 10 ) zoekt u een geschikte locatie, waar
de RF communicatie betrouwbaar is.
Wanneer de HC60NG ontvanger gedurende 1 uur geen signalen ontvangt van de kamerthermostaten waarmee zij verbonden is, zal de
status van communicatieverlies aan de gebruiker worden meegedeeld.
5.
5.
Om te controleren of de kamerthermostaat 1 ingesteld staat als
systeemleider voor de synchronisatie, druk 2 keer op de toets.
De betrouwbare communicatie wordt aangeduid wanneer alle respectievelijke HC60NG’s (zie RF COMMUNICATIE CONTROLETABEL) de groene LED om de 5 seconden aan-en uitschakelt.
De rode LED brandt permanent, indien er geen signalen ontvangen
worden door de HC60NG.
6.
Installeer de kamerthermostaat op de gekozen locatie volgens de
CM67/61NG installatierichtlijnen (of gebruik het tafelstandje).
7.
Herhaal de testprocedure voor elke thermostaat in het systeem.
3.
= Aanvoer
= Retour
Opmerkingen:
- Alternatieve regelorganen als zoneregelaars.
Ketel
regelaar
- Veiligheidsventielen en strangregelventielen zijn niet afgebeeld.
Fig.1 Multi-zone RF systeem
Opmerking : Indien St niet op het scherm verschijnt, herhaal dan
de bovenstaande stappen.
6.
De zoneventielen of pompen worden gestuurd door de HC60NG zoneregelaars. De CM67/61NG kamerthermostaten, aanwezig in elke
zone, sturen de signalen voor warmtevraag naar elke zoneregelaar.
De HC60NG ketelregelaar stuurt de ketel. Deze ontvangt de signalen
van elke kamerthermostaat om ervoor te zorgen dat de ketel voldoende warmte levert voor elke zone.
Gebruikmakend van de kamerthermostaat 1 als systeemleider,
ga naar de bindingsmode van de systeemleider door de keuzeschakelaar van de CM67NG in de stand OFF te plaatsen (druk
op de OFF toets bij de CM61NG) en druk tegelijkertijd op de
toetsen TEMP
en
en PROG 6, totdat op het scherm InSt
St verschijnt.
Voor een multi-zone systeem hebt u nodig :
- 1 CM67NG of CM61NG systeempakket per zone in de installatie.
Een systeempakket bevat 1 kamerthermostaat (zender) en 1 zoneregelaar (ontvanger).
- 1 HC60NG ketelregelaar
7.
Druk op de druktoets van de HC60NG zoneregelaar 2 en houdt
deze ingedrukt gedurende 5 sec. (totdat de rode LED 0,5s aan/ 0,5s
uit knippert) om naar de bindingsmode te gaan.
Opmerking : Het is niet nodig om kamerthermostaat 1 met zoneregelaar 1 te linken, aangezien dit reeds ingesteld is in de fabriek.
8.
9.
Druk op de toets van de CM67/61NG systeemleider om het
bindingssignaal door te sturen. Na een succesvolle communicatieverbinding zal de rode LED uitgeschakeld worden. Indien de
rode LED nog steeds knippert, druk dan opnieuw op de toets,
totdat de communicatieverbinding gelukt is.
Indien u een systeem heeft met 3 of 4 zones, herhaal dan de
stappen 7 en 8 met de respectievelijke HC60NG zoneregelaars
van zone 3 en 4.
De kamerthermostaat start met het zenden van RF signalen,
zodat de groene LED van de HC60NG’s aan-en uitknipperen om
de 5 sec. gedurende 10 minuten.
5. RF COMMUNICATIE CONTROLETABEL
Kamerthermostaat in Testmode
Reagerende relaisdozen
Zone 1 Kamerthermostaat 1 ,
Systeemleider
Alle zoneregelaars en
ketelregelaar
Zone 2 Kamerthermostaat 2
Zoneregelaar 2 en
ketelregelaar
Zone 3 Kamerthermostaat 3
Zoneregelaar 3 en
ketelregelaar
Zone 4 Kamerthermostaat 4
Zoneregelaar 4 en
ketelregelaar
6. INSTELLING VAN DE BEVEILIGINGSMODE
De storingsbeveiligingsmode definieert de toestand van de HC60NG
uitgangsrelais in het geval dat de RF communicatie wordt verbroken
(vb: wanneer de kamerthermostaat stopt met communiceren door lege
batterijen). De fabrieksinstelling schakelt de relais permanent UIT, wanneer de communicatie wordt verbroken.
Indien gewenst kan deze fabrieksinstelling gewijzigd worden. Volg hiervoor de volgende instructies:
1.
Plaats de keuzeschakelaar van de CM67NG in de stand OFF (druk
op de toets OFF voor de CM61NG). Druk vervolgens op de toets,
houdt deze ingedrukt en druk tegelijkertijd op de toetsen PROG 3 en 4.
10. Plaats de keuzeschakelaar in de stand AUTO of MAN om de
bindingsmode te verlaten (druk op de toets AUTO of MAN bij de
CM61NG).
Fig.2 Markeer de kamerthermostaat en zoneregelaar als een paar
1. OPSTARTEN (max. 4 zones)
1.
Markeer de kamerthermostaten en relaisdozen (zoneregelaars)
van de systeempakketten door gebruik te maken van de meegeleverde labels 1 , 2 , 3 , 4 (zie Fig.2).
3. COMMUNICATIEVERBINDING TUSSEN DE
KAMERTHERMOSTATEN EN DE KETELREGELAAR
Om het signaal voor warmtevraag van elke zone naar de ketel te voorzien, moet elke kamerthermostaat verbonden zijn met de ketelregelaar.
1.
Gebruik geen markering voor de HC60NG ketelregelaar.
Opmerking : Het is belangrijk om de verschillende paren uit de
verpakking niet met elkaar te mengen, aangezien de paren met
elkaar reeds een communicatieverbinding hebben. Door ze per
paar te houden zal de installatie sneller verlopen. De HC60NG
uit de systeempakketten zullen gebruikt worden als zoneregelaars
(welke een zoneventiel op pomp stuurt). De HC60NG die apart
geleverd wordt, functioneert als ketelregelaar (zie Fig.1).
2.
3.
Plaats de batterijen in de kamerthermostaten (zie installatieschema 7 ).
4.
Controleer de RF communicatielink tussen de kamerthermostaat
en de zoneregelaar, welke in de fabriek reeds werd ingesteld.
Plaats de CM67NG keuzeschakelaar in de stand OFF (druk
op de OFF toets bij de CM61NG) en druk tegelijkertijd op de
toetsen TEMP
en
en PROG 2 en houdt deze ingedrukt
(3 sec.) totdat tESt op het scherm verschijnt. Hierdoor worden
testsignalen uitgestuurd, waardoor de respectievelijke zoneregelaar, de groene LED om de 5 seconden aan-en uitschakelt (de
relaisuitgang blijft open).
5.
Plaats de keuzeschakelaar in de stand AUTO om de testmode te
verlaten (druk op de toets AUTO bij de CM61NG).
Opmerking : Indien de groene LED niet schakelt volgens de
gespecifieerde intervallen, volg dan de richtlijnen beschreven in
deel A. punt 8. COMMUNICATIEVERBINDING.
6.
Herhaal de stappen 4 en 5 voor elke kamerthermostaat met
respectievelijke zoneregelaar in het systeem.
2.
Druk op de PROG 2 toets, om naar de 2de reeks van parameters
te gaan. Selecteer de parameter 16:LC door te drukken op de
+ of - toets.
3.
Selecteer de parameterwaarde van de storingsbeveiligingsmode
door te drukken op de toets TEMP
of
:
0 – wanneer de RF communicatie wordt verbroken, schakelt de
relais permanent UIT (geen vorstbeveiliging).
Opmerking : Indien de LED niet knippert, zoals eerder beschreven, druk dan op de druktoets en houdt deze ingedrukt gedurende
15 sec, om de reeds opgeslagen verbindingsdata te verwijderen.
2.
Plaats de keuzeschakelaar van de CM67NG in de stand OFF
(druk op de OFF toets bij de CM61NG) en druk tegelijkertijd op
de toetsen TEMP
en
‚ en PROG 1, totdat op het scherm
InSt verschijnt.
Druk op de toets om het bindingsignaal naar de HC60 NG ketelregelaar te sturen. Na een succesvolle communicatieverbinding
gaat de rode LED uit. Indien de rode LED nog steeds knippert,
druk dan opnieuw op de toets, totdat de verbinding gelukt is.
5.
Plaats de keuzeschakelaar van de CM67NG in de stand AUTO
of MAN om de bindingsmode te verlaten (druk op de toets AUTO
of MAN bij de CM61NG)
6.
Herhaal de stappen 2 t.e.m. 5 voor elke kamerthermostaat ( 2 , 3
, 4 ) in het systeem.
De werking van de beveiligingsmode hangt af van de instelling op de
HC60NG en zijn functie in het systeem:
- HC60NG ketelregelaar: - Beveiligingsmode 0 ingesteld bij alle
kamerthermostaten => relais uit
- Beveiligingsmode 1 ingesteld bij 1 of meerdere kamerthermostaten => relais schakelt
20% aan / 80% uit
- HC60NG zoneregelaar: - Beveiligingsmode 0 ingesteld bij de respectievelijke kamerthermostaat => relais uit
- Beveiligingsmode 1 ingesteld bij de respectievelijke kamerthermostaat => relais aan
Wanneer de HC60NG geen systeem tijdsboodschappen (synchronisatie) ontvangt, dan zal deze de status van communicatieverlies aangeven (rode LED knippert 2,5 sec. aan / 2,5 sec. uit). Deze zal werken
gebruikmakend van de beschikbare warmtevraag. De synchronisatie van
het systeem kan verbroken zijn, waardoor de temperatuurregeling niet
bevredigend werkt. Zie deel C. PROBLEEMGIDS voor de mogelijke
oorzaak en oplossing.
Voor de instelling van de beveiligingsmode zie punt 6. INSTELLING
VAN DE BEVEILIGINGSMODE.
10. CONFIGURATIE VAN SYSTEEMPARAMETERS
De belangrijkste parameters voor het algoritme van de ketelregeling
wordt centraal ingesteld op de thermostaat, die als systeemleider
geconfigureerd is. De onderstaande parameters van de systeemleider
zullen gebruikt worden voor de ketelregeling.
Fabrieksinstelling
Bereik
- Minimum AAN tijd 1 minuut
1 tot 5 minuten
- Ketelschakelingen 6 schakelingen per uur
Keuze uit 3, 6, 9 en 12
schakelingen per uur
Voor meer gedetailleerde informatie i.v.m. de parameters, ga naar deel
B. PARAMETERMENU.
Opmerking: De minimum AAN tijd instelling geldt enkel voor de ketelregelaar. Alle HC60NG zoneregelaars werken met een standaard minimum AAN tijd van 30 seconden.
BELANGRIJK:
- Stel parameter 16:LC = 1, om vorstbeveiliging mogelijk te maken.
- Voor installaties met aparte vorstbeveiligingsthermostaat (of waar
vorstbeveiliging niet nodig is) stel parameter 16:LC = 0.
Bewaar de geselecteerde waarde door op de toets te drukken.
5.
Bevestig de gepaste label op de HC60NG relaisdoos om de geselecteerde instelling aan te duiden van de storingsbeveiligingsmode.
6.
Plaats de keuzeschakelaar van de CM67NG in de stand AUTO
of MAN (druk op de toets AUTO of MAN voor de CM61NG) om
de normale werking te starten.
Opmerking : U kan de beveiligingsmode voor elke zone afzonderlijk
instellen
4.
Na de detectie van communicatieverlies gaat de HC60NG automatisch
naar de beveiligingsmode.
1 – wanneer de RF communicatie wordt verbroken, schakelt de
relais 20% AAN / 80% UIT.
Druk op de druktoets en houdt deze ingedrukt gedurende 5 sec.,
totdat de rode LED 0,5 sec. aan/0,5 sec. uit knippert. De HC60NG
staat klaar voor de communicatieverbinding.
4.
3.
De rode LED knippert 2,5 sec. aan/ 2,5 sec.uit, indien de HC60NG
geen signalen meer ontvangt van 1 van de kamerthermostaten, maar
wel van de andere thermostaten.
Parameter
Installeer en sluit de voeding aan op de HC60NG ketelregelaar.
De rode LED knippert 0,1 sec. aan/0,9 sec.uit.
Installeer en sluit de voeding aan op elke zoneregelaar volgens
de installatierichtlijnen, systeemplan voor zoning (zie Fig.1) en de
aansluitschema’s.
Opmerking : Sluit de voeding niet aan op de ketelregelaar.
De groene LED toont de status van de relaisuitgang:
Groene LED aan - relais aan
Druk op PROGrammatoets 2 om naar de 2de reeks parameters
te gaan. Ga naar parameter 10:St door op de toetsen
+ of te drukken.
2.
Zone 1
Kamerthermostaat
Plaats de keuzeschakelaar van de CM67NG in de stand OFF
(druk op de OFF toets bij de CM61NG) en druk tegelijkertijd op
de toetsen TEMP
en
, en PROG 2, totdat op het scherm
tESt verschijnt, hierdoor gaan we naar de RF communicatie testmode.
Dit product kan gebruikt worden in de volgende landen
B, F, LUX, NL
Dit product werd op een milieuvriendelijke wijze ontwikkeld!
Respecteer dit door de verpakking, de gebruikte onderdelen en
uiteindelijk het product zelf op een milieuvriendelijke wijze te
deponeren.
honeywell
HONEYWELL NV
Bourgetlaan 3
1140 Brussel
Tel. : 02/728.23.86 Fax. : 02/728.26.97
Help line : 02/728.24.53
http://www.honeywell.be