Leerervaringen Vraagverheldering coproductie gemeenten en MEE West-Brabant Vanaf 2015 wordt de functie begeleiding vanuit de AWBZ overge heveld naar gemeenten. Gemeenten zijn daarom op zoek naar manieren om de toegang naar de Wmo opnieuw vorm te geven. Belangrijk hierbij is dat deze in lijn is met de visie van de kanteling én passend is voor alle nieuwe doelgroepen die vanaf 2015 voor ondersteuning naar de gemeente komen. MEE West-Brabant biedt onafhankelijke, kortdurende ondersteuning aan mensen met een beperking. Het doel van de cliëntondersteuning is dat mensen met complexe vragen samen met hun netwerk oplossingen op maat vinden om als volwaardig burger optimaal mee te kunnen doen in de samenleving. Deze oplossingen vormen een integraal plan, dat niet alleen de hulpvrager, maar ook de mensen om hem heen sterker maakt (gezin, mantelzorgers en andere leden uit het sociale netwerk). Samen blijven zij eigenaar van het plan en ze bepalen dus zelf welke professionele hulp eventueel nodig is. De Pilot De gemeenten Breda, Moerdijk, Gilze en Rijen, Etten-Leur en Roosendaal hebben samen met MEE West-Brabant het idee opgevat om in coproductie een pilot uit te voeren met de zogenaamde keukentafelgesprekken. Het doel is kennis en expertise met elkaar te delen en concrete ervaringen op te doen die inzicht geven in de problematiek van de doelgroep, mogelijkheden voor de inrichting van het proces van de vraagverheldering en de daarvoor benodigde expertise. Het traject MEE-consulenten en medewerkers van de betrokken gemeenten hebben in duo’s 20 cliënten begeleid vanuit de visie en werkwijze van Sociale NetwerkStrategieën. Aan cliënten die zich aanmeldden bij MEE (en in een enkel geval bij de gemeente) werd gevraagd of zij aan deze pilot wilde meewerken, mits zij hulpvragen hadden die een relatie hadden met begeleiding en dagbesteding. Bij elk traject zijn de ervaringen van de cliënt en consulent vastgelegd. De resultaten en ervaringen willen wij graag met u delen. Beleidsmedewerker Vanessa Timmer, Gemeente Gilze en Rijen “Ik vind dat de pilot een echte meerwaarde heeft gehad. De medewerkers van MEE en de Wmo consulenten van de gemeente weten elkaar beter te vinden en ieders kennis en kunde is zichtbaarder. Zo ontstaat vertrouwen en kunnen we efficiënter werken, omdat we geen dingen meer dubbel hoeven te doen. Sociale NetwerkStrategieën sluit erg aan bij de ‘kanteling’ die wij vanuit de Wmo inzetten. Ook daar gaan we uit van de kracht van de mensen zelf. Het is belangrijk om te investeren aan de ‘voorkant’. Hiermee ontstaat er een volledig beeld van de vragen/problemen van de cliënt en de oplossingsmogelijkheden van hem/ haar en zijn sociale netwerk. Hierdoor wordt er in mindere mate een beroep gedaan op de sociale voorzieningen. Daarnaast behaal je tijdwinst doordat alle vragen/ problemen en de oplossingen daarbij gezamenlijk bekeken zijn. Dit levert een completer en duurzaam plan op.” Resultaten na 20 trajecten: • In 15 gevallen is de regie en zelfredzaamheid van de cliënt verhoogd • Cliënten benoemen onderdelen van het traject als spannend, lastig en confronterend. In 18 gevallen waren zij desondanks positief over het traject en de werkwijze • In de helft van de gevallen is duidelijk te zien dat met deze werkwijze minder beroep op voorzieningen gedaan wordt dan wanneer de traditionele manier van werken zou zijn gevolgd • Mantelzorgers zijn meer ontlast • Er ligt een uitgebreider toekomstplan van de cliënt, doordat je je niet richt op één specifieke hulpvraag Verkregen inzichten deelnemende gemeenten: • Meer inzicht in de problematiek van mensen met een verstandelijke, psychische beperking en niet-aangeboren hersenletsel die een beroep gaan doen op de gemeente • Ondersteuningsbehoefte en hulpvragen zijn complexer dan waar men mee bekend is • De omgang met mensen met een verstandelijke beperking en niet-aangeboren hersenletsel vraagt een andere benadering en andere gesprekstechnieken, gesprekken duren langer • Kennis van de sociale kaart is van groot belang en toegenomen Er zijn twee werelden bij elkaar gekomen: het gemeente perspectief en het cliëntperspectief van MEE. MEE consulent Helma Bastiaansen “Voor gemeenten is het belangrijk om inzicht te krijgen in de problematiek en in Sociale NetwerkStrategieën. Door de cliënt zelf de regie te laten behouden en met zijn netwerk tot een antwoord of oplossing te komen besparen we uiteindelijk veel tijd en geld. Er hoeft minder zorg te worden ingezet. Veel hulpvragen worden binnen het netwerk aangepakt. Dit vereist wel een zekere mate van flexibiliteit en tijd. Het kost in begin veel tijd, soms ook buiten de vastgestelde werkuren, maar daar tegenover staat dat het veel onnodige zorg bespaart.” Toen Bart zich aanmeldde bij MEE had hij vragen op het gebied van zorg, wonen en welzijn. Bart heeft niet-aangeboren hersenletsel (NAH) en woonde bij zijn moeder.Zijn moeder is recent overleden en de vraag is of Bart zelfstandig kan wonen en welke ondersteuning hij nodig heeft. Om deze vraag te beantwoorden is er eerst gekeken naar de mensen om Bart heen. Met wie zou hij deze vraag kunnen beantwoorden? Bart heeft samen met zijn zussen gekeken naar wat er nodig is voor hem, om zelfstandig te gaan wonen. Uit de gesprekken én door notities te maken op grote vellen papier werd het voor de zussen van Bart duidelijk dat ze hem veel uit handen nemen en erg beschermend zijn. Bart geeft aan dat hij meer zelf wil doen. Tijdens de voorbereidingen op een familienetwerkberaad komen er voor Bart al snel meer vragen naar voren, zoals: Hoe blijf ik contacten onderhouden? Hoe kan ik nee zeggen, op de momenten dat het nodig is? Hoe krijg ik een zinvolle dagbesteding? Samen met zijn zussen is Bart gaan kijken welke mensen er om hem heen staan, die met hem mee kunnen denken om antwoorden te vinden op zijn vragen. Daarna heeft Bart een aantal mensen uitgenodigd voor een housewarming en om hen tevens te vragen met hem mee te denken over een plan voor de toekomst. Het uiteindelijke resultaat is dat Bart zelfstandig woont met ondersteuning vanuit zijn netwerk. Hij gaat wekelijks naar de kaartclub in de buurt en is aangesteld tot uitlegger van het spel als er nieuwe deelnemers komen. Hij heeft een paar mensen in zijn actieteam die structureel met hem bekijken hoe zijn plan loopt en of het bijgesteld moet worden. Bart beslist zelf met wie hij welke vraag gaat oppakken en op welke manier. Hij komt tot inzicht dat hij meer kan dan hij dacht. Hierdoor is zijn zelfvertrouwen gegroeid en durft hij meer zelf te doen. Bart is blij dat hij het uiteindelijk allemaal zelf heeft geregeld, met de mensen uit zijn netwerk die voor hem belangrijk zijn. Hij heeft en houdt de regie over zijn eigen leven. Op dit moment wordt er geen gebruik gemaakt van professionals, dit levert een mooie besparing op de zorg op. MEE consulent Helma Bastiaansen Werkwijze Sociale NetwerkStrategieën Met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) stelt de overheid de cliënt en zijn mogelijkheden centraal in plaats van het zorgaanbod. Dit uitgangspunt sluit geheel aan bij het gedachtegoed van MEE West-Brabant. Wij werken namelijk vanuit de visie dat cliënten en hun sociaal netwerk beschikken over een groot zelfoplossend vermogen. Met Sociale NetwerkStrategieën stimuleren we de cliënt en zijn omgeving om zelfstandig een antwoord te vinden op de (hulp)vraag. Dit gaat aan de hand van een aantal stappen. STAP 1 Netwerk en -probleemverkenning De cliënt bekijkt samen met zijn netwerk waar hij tegenaan loopt en welke mensen belangrijk voor hem zijn. Wie wil hij uit zijn netwerk bij het verdere traject betrekken? Als dat wenselijk is bedenken we hoe hij zijn netwerk uit kan breiden. STAP 2 Vragen formuleren De cliënt en/of zijn netwerk formuleren met ondersteuning van MEE kwesties en vragen. Dat gebeurt aan de hand van een drieluik: • Hoe is de situatie over zes maanden als er niets verandert? • Wat is de gewenste situatie over zes maanden? • Wat is daar voor nodig? STAP 3 Netwerkberaad De cliënt en zijn sociaal netwerk komen bij elkaar in een netwerkberaad. Bij aanvang van deze bijeenkomst geven de cliënt en/of de MEE-consulent uitleg over de beperking en de situatie. Daarna volgt een uiteenzetting van de kwesties en vragen. De cliënt maakt vervolgens samen met de genodigden, zonder de aanwezigheid van de consulent, een passend actieplan. Deze bijeenkomst wordt afgesloten met een presentatie van het actieplan en de benoeming van een actieteam dat de uitvoering van het plan bewaakt. STAP 4 Plan in actie De cliënt en zijn netwerk spelen na het familienetwerkberaad een actieve rol bij de uitvoering van het plan. Dit betekent niet per definitie dat de cliënt wordt ontkoppeld van zorg of dienstverlening. Professionele zorg kan zeker deel uitmaken van het gemaakte plan. Het actieteam houdt de uitvoering van het plan in de gaten en de cliënt kan het samen met het actieteam bijstellen. Als daar behoefte aan is, kan het actieteam hierbij altijd terugvallen op MEE. Ervaringen dit is mijn eerste positieve ervaring met hulpverleners Toen Frans bij MEE kwam had hij een hele duidelijke vraag. Hoe krijg ik meer structuur in mijn huishouden? Frans heeft autisme en ADD en kan zijn huis houden niet op orde houden. Hij vindt het moeilijk om een beroep te doen op zijn familie. Omdat Frans aangaf graag zelf de regie te willen houden heb ik hem voorgesteld om zijn eigen toekomstplan te gaan maken. Samen met Frans heb ik zijn familie en sociale netwerk in kaart gebracht. Al snel wordt duidelijk dat structuur in het huishouden niet de enige vraag is waarvoor hij een oplossing wil. Hij worstelt met meer vragen zoals: Hoe regel ik mijn huisarts? Hoe eet ik gezond? Hoe krijg ik helder wat ik wil? Samen met zijn familie en sociale netwerk maakt Frans een plan en worden er besluiten genomen. Iedereen neemt een taak voor zijn of haar rekening en er wordt direct een datum geprikt om weer bij elkaar te komen en de uitvoering van het plan te bespreken. Frans heeft een planbord aangeschaft en een zakagenda om meer rust te creëren, hij gaat vaker bij zijn moeder eten, hij heeft contacten gelegd om zijn muzikale talenten te ontwikkelen, hij is bezig met het zoeken naar een baan dichter bij huis en hij heeft een huisarts geregeld. Allemaal stappen die hij uiteindelijk, met behulp van zijn netwerk, zelf heeft gezet. Frans heeft meer zelfvertrouwen gekregen en is oprecht blij met de mensen om hem heen. Hij houdt op deze manier zelf de regie over zijn leven in handen. Door Sociale NetwerkStrategieën wordt de kracht van natuurlijke bronnen aangeboord in plaats van dat er te snel een beroep gedaan wordt op allerlei voorzieningen. MEE consulent Christina de Bree Met dank aan: MEE West-Brabant: Carla van Gorcom, Christien Bastiaansen, Christina de Bree, Frank van Bers, Helma Bastiaansen, Susan Damen en Paul Timmermans. Gemeente: Inge Bennink, Dian Dingemans, Serenity Lont, Nicole den Biggelaar, Mathilde van den Bos, Joyce van Abeelen, Angelique Kleijssen, Claudia Vermunt en Monique van Steen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met MEE West-Brabant of de desbetreffende gemeente: MEE West-Brabant Heerbaan 100 4817 NL Breda Contactpersoon Moniek Michielsen T 076 522 30 90 E [email protected] Gemeente Gilze en Rijen Raadhuisplein 1 5121 JX Rijen Contactpersoon Vanessa Timmer T 14 0161 E [email protected] Gemeente Breda Claudius Prinsenlaan 10 4811 DJ Breda Contactpersoon Ed Farla T 14 076 E [email protected] Gemeente Moerdijk Pastoor van Kessellaan 15 4761 BJ Zevenbergen Contactpersoon Kees Klasen T 14 0168 E [email protected] Gemeente Etten-Leur Roosendaalseweg 4 4875 AA Etten-Leur Contactpersoon Claudi van Dongen T 14 076 E [email protected] Gemeente Roosendaal Stadserf 1 4701 NK Roosendaal Contactpersoon Inge Bennink T 14 0165 E [email protected]
© Copyright 2024 ExpyDoc