De mineur pentatonische ladder

Mineur pentatonisch
-Bram Huygen '08
De meest gebruikte toonladder in de popmuziek is de mineur pentatonische ladder. Penta is Grieks voor 'vijf', een vijftonige
toonladders dus! Klassieke toonladders bestaan doorgaans uit zeven tonen. Een vijftonige toonladder is veel eenvoudiger en dus
makkelijker te onthouden, geen wonder dat ze zo populair zijn! De mineur pentatonische ladder is niet de enige pentatonische
ladder die er is maar wel de eenvoudigste. Alle pentatonische ladders zijn afgeleid van klassieke toonladders. In onderstaand diagram
zie je dat er twee tonen uit de klassieke mineurladder worden gesloopt om tot een vijftonige ladder te komen.
~
~
~
&
~
A (eolisch) mineur
œ
1
œ
2
œ
b3
œ
4
œ
5
œ
b6
œ
œ
A mineur pentatonisch
b7
1
1
œ
œ
X
œ
b3
œ
4
œ
5
œ
X
œ
œ
b7
1
A mineur pentatonisch oefenen:
c stijgend /dalend
œ œ œ œ
œ
œ
œ
œ
œ œ œ œ
&Ó Œ
œ
{
œ
{
œ
œ
œ {œ œ œ {œ
œ œ {œ
œ
d in groepjes van vier
œ {œ œ œ œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ œ œ œ {œ œ {œ
{
&
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ {œ
{
{
œ{ œ œ {œ œ {œ
œ
6
&{ œ œ œ {œ œ œ œ {œ œ œ œ {œ œ œ œ {œ œ œ œ œ
8
œ { œ œ {œ œ œ œ {œ œ œ {w
œ
e in groepjes van drie
œ {œ œ œ
6
œ
œ
œ
œ
œ
{
&8
œ {œ œ œ {œ œ œ {œ œ {œ
œ
œ
œ
œ
œ
{
œ{ œ œ {œ œ {œ
œ œ œ œ œ œ œ œ œ
{
{
c
{ œ{œ œ {
œ œ œ {œ œ œ œ œ œ
&
œ œ œ œ œ
{ œ{œ œ {
{ œ
f in groepjes van twee
œ {œ œ œ œ œ œ
œ
œ
œ
œ
œ
{ { œ{ œ œ œ
c
{
œ
œ
{
&
œ
œ
{
{ œ{ œ {
œ {œ {œ {
œ œ{œ œ œ œ
œ
œ
œ
œ
œ
{
{ œ{ œ
œ
œ { {
{
2 patronen per ladder
-Bram Huygen '08
Een solo in één positie spelen is te beperkt. Het is heel lastig om in één positie niet continue in herhaling te vallen. Daarom is het
verstandig alle toonladders (én accoorden én arpeggio's) die je je eigen wilt maken in meer dan één positie in te studeren! Net als bij
barrée-accoorden is het meest gebruikelijk te werken vanuit grondtonen op de vijfde en zesde snaar. op die manier bestrijk je al snel
de hele hals! Het grootste voordeel van de gitaar is dat we ingestudeerde patronen moeiteloos over de hals kunnen verschuiven om
op die manier in andere toonsoorten te spelen (dan moet je natuurlijk wel alle grondtonen weten te vinden op snaar 5 en 6!)
Systeemladder mineur pentatonisch
grondtoon op snaar 5
~
~
~
:
~
œ
œ
œ
œ
Bb
mineur
pentatonisch
œ
œ
bb
œ œ
œ œ
œ
œ
b
œ
œ
b
œ
& œ œ œ œ
b œ œ œ
œ
œ
A mineur pentatonisch
~
~
~
#
&
Systeemladder mineur pentatonisch
grondtoon op snaar 6
~
:
~
~
œ
œ b b F mineur pentatonisch
œ
œ
œ
œ
œ
bb
œ œ
œ œ œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ œ œ
œ œ œ œ
E mineur pentatonisch
De blues: 1 ladder voor de hele solo!
Het bluesschema is het meest gebruikte soloschema in de pop- en rockmuziek. Het bestaat (bijna altijd) uit twaalf maten en drie
accoorden. De mineur pentatonische ladder die start op de grondtoon van het eerste accoord kan moeiteloos worden gebruikt over
de beide andere accoorden uit het schema!
Voorbeeld: Bluesschema in E
E (of E7) is het basisaccoord van het schema, ook wel 'eerste trap' genoemd, een 'ontspannen' accoord.
A (of A7) is gebouwd op de vierde toon gerekend vanaf E (e, f, g, A) ook wel 'vierde trap' genoemd, iets 'spannender'.
B (of B7) is gebouwd op de vijfde toon gerekend vanaf E (e, f, g, a, B) ook wel 'vijfde trap' genoemd, een 'spannend' accoord, de climax
in het schema! In het simpelste bluesschema is de volgorde van de accoorden als volgt:
|| E | E | E | E | A | A | E | E | B | A | E | E ||
I
IV
I
V IV I
Met het trappenrecept is redelijk eenvoudig om in
andere toonsoorten een bluesschema te spelen.
Hiernaast zie je waar de grondtonen van de trappen
zich ten opzichte van elkaar bevinden.
grondtoon 1e trap op snaar 6:
IV
I
V
grondtoon 1e trap op snaar 5:
IV
I
V