Verslag - Waterschap Rijn en IJssel

Verslag van de vergadering van het algemeen bestuur van
Waterschap Rijn en IJssel, gehouden op dinsdag 11 maart 2014
Aanwezig:
De heer drs. H.Th.M. Pieper (dijkgraaf), de heer drs. C. Roos (secretaris-directeur),
mevrouw D.M.P. Berends, de heer ir. G.W. Broens, de heer D. Chargois,
mevrouw C.W.J. te Dorsthorst, . de heer ing. J.C. Duivenvoorden, de heer O. Feitsma,
mevrouw ing. A.E.H. van Helvoirt-Looman, de heer ir. J.M. Hollander, de heer C. Kant,
de heer G.A. Klein Lebbink, de heer drs. G.J.W. Krajenbrink,
mevrouw J. Lamberts-Grotenhuis, de heer L.T.M. Lamers, de heer G.J. Liet,
de heer G.D.J. Oonk, mevrouw M.L. Oosterhuis-Strating mevrouw ing. K. Otermann,
mevrouw J.A. Pot-Klumper, de heer dr. H.P. Potman, de heer F.J. Reijrink,
de heer J.W.E.M. Roemaat, mevrouw E.T.J.M. Rutting, de heer ing. P. Schrijver,
de heer S.J.M. Smit, de heer B.H. van Til, mevrouw W. Winkelhorst, de heer A.J. Wormgoor,
mevrouw L. Bol (verslag).
Afwezig:
Mevrouw R.J.I. Maatman, de heer dr. A.H.F. Stortelder, de heer ir. T. Theijse c.i.
1. Opening en mededelingen van de dijkgraaf:
De dijkgraaf opent om 14.05 uur en deelt mee:
•
dat hij drie berichten van verhindering heeft ontvangen;
•
dat gemeente Montferland op 13 februari jl. een brief gestuurd heeft over de stijging
van de waterschapslasten. Vandaag wordt ons antwoord aan de gemeente
verstuurd. Beide brieven zijn bij het AB-nieuws in iBabs geplaatst;
•
op vrijdag 14 maart a.s. wordt om 15.00 uur in Almen de gezamenlijke aftrap
georganiseerd van de uitvoering van de hermeandering van de Berkel. Er is erg
veel belangstelling in de media voor dit project;
•
in het kader van Wereldwaterdag worden in de maand maart door leden van het
algemeen bestuur in totaal 21 gastlessen gegeven op basisscholen en middelbare
scholen;
•
de eerstvolgende informatiebijeenkomst voor het algemeen bestuur is gepland op
maandag 31 maart a.s. Voor het onderwerp Waterbeheerplan is meer tijd nodig dan
een avond. De informatiebijeenkomst is daarom uitgebreid met de middag en wordt
gehouden vanaf 14.30 uur bij restaurant ‘t Hagen in Haaksbergen;
•
dat hij gevraagd is als voorzitter van de Raad van Toezicht van een ziekenhuis. Hij
zal conform afspraken met het bestuur een andere activiteit afstoten;
•
dat hem verzocht is om deel te nemen in een adviescommissie Topsector Water en
Human Capital van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
2. Toelating algemeen bestuurslid/beëdiging:
De dijkgraaf stelt voor om de voorstellen onder de agendapunten 2 en 3 gecombineerd
te behandelen.
De vergadering stemt hiermee in.
Voorgesteld wordt mevrouw M.L. Oosterhuis-Strating te benoemen tot lid van het
algemeen bestuur als vervanger van de heer J.A.H. Kabout, die per eind december jl.
ontslag genomen heeft.
Voorgesteld wordt de heer F.J. Reijrink te benoemen tot lid van het algemeen bestuur als
vervanger van de heer W. Nieuwenhuis, die per eind december jl. ontslag genomen
heeft.
G:\BJZ\dhei\verslag 110314.doc
1
De dijkgraaf stelt voor een commissie te benoemen bestaande uit mevrouw Berends, de
heer Hollander en de heer Krajenbrink voor het onderzoek van de geloofsbrieven van de
mevrouw Oosterhuis en de heer Reijrink. De secretaris-directeur ondersteunt de
commissie bij het onderzoek.
De vergadering stemt hiermee in.
De dijkgraaf schorst de vergadering om 14.10 uur.
Om 14.15 uur heropent de dijkgraaf de vergadering.
Mevrouw Berends (LTO) meldt als voorzitter van de onderzoekscommissie dat de
geloofsbrieven van mevrouw Oosterhuis en de heer Reijrink zorgvuldig onderzocht zijn
en in orde bevonden. De commissie beveelt toelating van mevrouw Oosterhuis en de
heer Reijrink aan.
De dijkgraaf nodigt mevrouw Oosterhuis en de heer de heer Reijrink uit naar voren te
komen om de wettelijk voorgeschreven eed (verklaring en belofte) af te leggen.
Mevrouw Oosterhuis legt in handen van de dijkgraaf de wettelijk voorgeschreven
verklaring en belofte af.
De heer Reijriink legt in handen van de dijkgraaf de wettelijk voorgeschreven eed af.
Met applaus begroet het algemeen bestuur mevrouw Oosterhuis en de heer Reijrink als
nieuwe bestuursleden.
3. Toelating algemeen bestuurslid/beëdiging:
Zie hiervoor, het verslag onder agendapunt 2.
4. Benoemingen t.b.v. bestuurlijke adviescommissie:
Overeenkomstig het advies wordt in verband met bestuurswisselingen besloten tot
gewijzigde indeling van de leden van het algemeen bestuur in twee van de vier
bestuurlijke adviescommissies.
5. Bestuursrapportage 2013-3:
Voorgelegd wordt de derde bestuursrapportage over 2013.
De dijkgraaf zegt dat de bestuursrapportage besproken is door de bestuurlijke
adviescommissie Financiën en bestuurlijke zaken. Daarbij is een vraag gesteld die de
heer Broens graag wil beantwoorden.
De heer Broens (D&H) zegt dat in de commissievergadering vragen gesteld zijn over de
incidentele last van het buiten gebruik stellen van RWZI Borculo. Hij zegt dat in de vorige
bestuursperiode het besluit genomen is om de RWZI op termijn buiten gebruik te stellen.
Er was een afspraak met aannemer Dusseldorp die woningbouw op het terrein zou
realiseren. Op die basis was een financiële afspraak gemaakt. Als woningbouw niet door
zou gaan zou dit bedrag verlaagd worden. De installatie is nu gesloten en het terrein kan
opgeleverd worden. Op dit moment is de kans op woningbouw zo goed als nihil.
Bovendien zijn de amoveringskosten hoger dan verwacht doordat de bodem vervuild is.
Beide aspecten leiden tot de grote incidentele last.
De heer Roemaat (LTO) zegt dat dit de derde bestuursrapportage over 2013 is die een
beeld geeft over het gehele jaar 2013. De rapportage geeft een goed globaal beeld, de
organisatie is in control en de personeelslasten zijn op orde. In hoofdstuk
3. Ontwikkelingen staat een paragraaf over Waterkracht/shared services. De heer
Roemaat zegt dat het belangrijk is om voorzichtig stappen te gaan zetten. De
belastingopbrengsten vallen tegen. De heer Roemaat vraagt om goed op de kosten te
blijven letten. Volgens de Wet Hof mogen tarieven maximaal 5% stijgen. Ons waterschap
heeft de tariefstijging afgesproken voor 2014, maar we moeten scherp op de uitgaven
letten. De heer Roemaat heeft geen toelichting gevonden over Datawatt.
G:\BJZ\dhei\verslag 110314.doc
2
De heer Kant (CDA) spreekt zijn complimenten uit voor de toelichting van de heer
Broens over de incidentele lasten. Ook heeft hij complimenten voor de uitkomst dat
bestedingen en begroting dicht bij elkaar liggen. Er is een goede bezuinigingsslag
uitgevoerd. De heer Kant benadrukt dat ons waterschap er naar moet blijven streven dat
projecten haalbaar en betaalbaar blijven. Tenslotte vraagt hij aandacht voor de
toenemende lasten van kwijtschelding en de dalende inkomsten.
De heer Wormgoor (VvdB) wijst erop dat in de bestuursrapportage een externe
projectleider voor Inkoop genoemd wordt. Had dit niet binnen het traject van Waterkracht
opgelost kunnen worden? Hij vindt dat de heer Broens een heldere toelichting op de
incidentele lasten heeft gegeven. Op een later moment wil hij graag dieper op het
onderwerp ingaan, voor deze vergadering wordt dat te technisch.
Mevrouw Oosterhuis (VVD) wijst op de paragraaf over onderhoud watersystemen op
pagina 11 en 12 inzake de heroverweging van onderhoudsmethoden en kosten.
Mevrouw Oosterhuis vindt dat voorkomen moet worden dat gebruikers bovenop de
tariefsverhoging, extra belast gaan worden met onderhoud. Ze vraagt om uitleg van het
begrip Building with nature.
De heer Van Til (VVD) is teleurgesteld over het totale uitgavepatroon. De VVD-fractie
had de begroting voor 2013 afgekeurd. Nu blijken de uitgaven € 600.000,- hoger te zijn.
De heer Krajenbrink (WN) vindt de bestuursrapportage zeer inzichtelijk. Ons waterschap
heeft de laagste tarieven. Maar er is ook een tekort. De fractie Water Natuurlijk is content
met de GGOR-studies, waar schot in zit. Er is zorg om de juridische advieskosten. De
heer Krajenbrink meent dat goede communicatie aan de voorkant van projecten wellicht
dit soort kosten kan voorkomen. In paragraaf 4.2. Programma Watersystemen, staat dat
een kwaliteitsslag in waterkwaliteit en ecologie, peilbeheer en natte EVZ’s een
maatschappelijk doel dienen. De heer Krajenbrink hecht veel belang aan de ecologie.
Supplement 1 gaat over zuiveringsrendementen. De heer Krajenbrink wijst op het
jaargemiddelde van het stikstofrendement. De kloof tussen de norm en het rendement is
groot. De heer Krajenbrink vraagt of de KRW-normen haalbaar zijn.
De heer Liet (Bos) sluit zich graag aan bij de positieve reacties van de CDA-fractie en
het LTO. De afwijking van € 600.000,- is minder dan 1% en daarmee is het resultaat heel
redelijk. De heer Liet vraagt of het activeren van personeelskosten haalbaar blijft.
De heer Feitsma (PvdA) noemt het een uitstekende rapportage. De
commissievergadering heeft een toegevoegde waarde gehad. Het finale eindresultaat
geeft een goede uitkomst, zeker indien er geen incidentele lasten zouden zijn. De heer
Feitsma betreurt de incidentele last, maar dat is voor hem geen aanleiding om negatief
te zijn over het resultaat. Hij hoop dat er verder geen tegenvallers zijn. Hij stelt vast dat
de stijging van het ziekteverzuim door de hogere leeftijd een gegeven is dat je moet
aanvaarden en waar je weinig aan kunt doen. Hij waarschuwt dat de kwetsbaarheid door
de vergrijzing toeneemt. De heer Feitsma zegt dat de bestuursrapportage terugblikt op
de afgelopen periode. Desondanks zou het erg prettig zijn om in de rapportage ook
conclusies te lezen die bepaalde gegevens met zich meebrengen. Ook zou hij graag
zien dat maatregelen die genomen gaan worden, in de bestuursrapportage opgenomen
worden.
De heer Broens (D&H) bedankt voor de complimenten voor de bestuursrapportage. De
incidentele last bederft de uitkomst, maar hij vindt dat het tekort binnen aanvaardbare
grenzen blijft. De heer Broens beaamt dat de belastingopbrengst minder is en dat de
posten kwijtschelding en oninbaar zijn toegenomen. Natuurlijk blijft het college letten op
de kostenontwikkeling. De uitkomsten van de bestuursrapportage zijn belangrijk als input
voor de perspectievennota, waarvoor het proces inmiddels is gestart. Naar aanleiding
van vragen over project 80.116 zegt de heer Broens dat als gevolg van problemen met
Datawatt een claim is neergelegd die nog niet is gehonoreerd. Het is op dit moment niet
bekend hoe groot te kans is dat de claim geheel of gedeeltelijk binnen wordt gehaald. Dit
is een ernstige zaak.
G:\BJZ\dhei\verslag 110314.doc
3
De heer Broens is verheugd over de instemming met de incidentele last van Borculo. Hij
ziet niet op welke wijze napraten hierover iets kan toevoegen; het is een vaststaand
gegeven. De personeelskosten vallen mee ten opzichte van de tweede
bestuursrapportage doordat meer geactiveerd wordt. We streven er naar om binnen de
raming te blijven. De heer Broens is ingenomen met de bestuurlijke adviescommissie. Hij
vindt het plezierig om uitgebreid stil te kunnen staan bij actuele onderwerpen.
Naar aanleiding van de opmerking van mevrouw Oosterhuis over de heroverweging van
onderhoud, merkt mevrouw Van Helvoirt (D&H) op dat onderzoek plaatsvindt. We
moeten de tering naar de nering zetten en de lasten goed verdelen. Als onderhoud
anders verdeeld kan worden, kan de verantwoordelijkheid ook elders worden
neergelegd. Het onderzoek gaat over alle aspecten, waaronder natuur, ecologische
doelen, grondeigenaren, norm van 20 l/sec, etc. Ook de effecten van mogelijke
wijzigingen in de verdeling worden in beeld gebracht. Na het onderzoek volgt bespreking
in het bestuur. Building with nature betekent dat op plekken waar de omgeving het
toelaat, we de natuur een zetje geven. Bijvoorbeeld een omgevallen boom die blijft
liggen. De natuur heeft een eigen dynamiek. Naar aanleiding van de opmerking van de
heer Krajenbrink over de GGOR, zegt mevrouw Van Helvoirt dat zij ook verheugd is over
de voortgang. De zorg om de procedures is ook een zorg van het college. Als zaken
vooraf niet goed geregeld worden, kan dit leiden tot kosten achteraf. Overigens geeft het
vooraf goed regelen geen garantie dat de procedures van begin tot eind goed verlopen.
Ons waterschap probeert de eigen verantwoordelijkheid zo goed mogelijk te nemen.
Naar aanleiding van een vraag over de stikstofbelasting van RWZI’s in relatie tot KRWdoelen zegt de heer Schrijver (D&H) dat we binnen de normen blijven. De nieuwe
installaties in Haarlo en Dinxperlo presteren beter dan gemiddeld. RWZI Lichtenvoorde is
de enige bron die de rivier voedt en wellicht kan hierin in de toekomst verbetering
worden gerealiseerd.
De dijkgraaf wijst erop dat het Duitse water dat bij de grens in onze wateren stroomt,
meer nutriënten heeft dan onze normen. Ons waterschap heeft de wettelijke plicht om te
zorgen dat we aan de normen voldoen. De dijkgraaf zegt dat we met shared services
meerwaarde willen ontwikkelen en kansen willen pakken. Wat inkoop betreft loopt ons
waterschap voorop. Waterkracht/shared services is een mooi instrument. Maar in plaats
van resultaten af te wachten, pakken we zelf ook zaken aan. Zoals nu het
gelijkschakelen van het inkoopproces dat financiële voordelen kan betekenen. Ten
aanzien van het ziekteverzuim zegt de dijkgraaf dat medewerkers langer doorwerken
door het verschuiven van de pensioenleeftijd. Ons waterschap werkt mee aan langer
gezond doorwerken en daarmee streven we ernaar dat oudere medewerkers in dienst
blijven totdat ze pensioenleeftijd bereiken. De dijkgraaf zegt dat vooral op niveau van de
Unie van Waterschappen gewerkt wordt aan de Wet Hof. De Unie werkt daarin samen
met VNG en IPO. Het begrotingstekort van de regering is onder de 3% gezakt. Gezien
het Hoogwaterbeschermingsprogramma en kosten voor waterveiligheid, maakt de
Minister misschien een uitzondering voor waterschappen.
Mevrouw Te Dorsthorst (VKK) wijst op de paragraaf over de waterschapsverkiezingen in
2015, waarin staat dat ons waterschap ondersteuning zal bieden aan politieke partijen
en ze vraagt hoe het zit met niet-politieke partijen.
De dijkgraaf antwoordt dat alle partijen bedoeld worden; het woord politiek had tussen
haakjes moeten staan.
De heer Klein Lebbink (CDA) vraagt naar het overleg dat de dijkgraaf en heemraad
Van Helvoirt gevoerd hebben met LTO.
De dijkgraaf zegt dat mevrouw Van Helvoirt dat goed heeft toegelicht: we onderzoeken
alle aspecten van de omvang waterschapszorg. Naar aanleiding van de
onderzoeksresultaten wordt een voorstel voor het bestuur voorbereid. Over de aanpak
komt een voorstel. De dijkgraaf zegt dat we zorgvuldig omgaan met dit onderwerp.
G:\BJZ\dhei\verslag 110314.doc
4
Mevrouw Van Helvoirt (D&H) vult aan dat niet alleen met LTO, maar ook met andere
partijen overleg gevoerd wordt.
Mevrouw Oosterhuis (VVD) is gerustgesteld door de zorgvuldigheid die uit de
beantwoording blijkt. Ze benadrukt dat ambities die ons waterschap niet kan waarmaken,
niet bij de gebruiker neergelegd mogen worden.
De heer Krajenbrink (WN) vraagt aandacht voor het verschil tussen het effluent en de
norm inzake stikstof.
De heer Schrijver (D&H) antwoordt dat ons water niet dezelfde kwaliteit hoeft te hebben
als het ontvangende water.
Besloten wordt (1) kennis te nemen van de bestuursrapportage 2013-3 en (2) voor
7 investeringsprojecten, overeenkomstig tabel 4.2.4 en 4.3.2. de gevoteerde brutokredieten te wijzigen en per saldo te verlagen met € 0,710 mln.
6. Consultatie Deltaprogramma 2015:
De dijkgraaf stelt de consultatie Deltaprogramma aan de orde en zegt dat het voorstel in
lijn is met de bespreking tijdens de informatieavond op 3 maart jl.
De heer Potman (PvdA) zegt dat zijn fractie het in principe eens is met de lijn van het
voorstel, maar het voorstel blijft wel steken in algemeenheden. De inleiding begint met
de aankondiging van de besluitvorming door de Tweede Kamer maar er staat niet welke
besluiten genomen worden. In de onderbouwing punt 2.c.2. staat dat het gebiedsproces
Rijnstrangen verder uitgekristalliseerd kan worden. Deze tekst is niet helder. De
bijgevoegde conceptbrief is duidelijker geformuleerd, met name over Hackfort, de
passage over Duitsland en dijkring 48. Dat zijn de onderwerpen waarover besluiten
genomen moeten worden.
De heer Lamers (Bos) zegt dat zijn fractie instemt met het voorstel. Hij zegt dat de
primaire dijkversterking prioriteit krijgt, maar dat ook de meerlaagse veiligheid van
belang is, die genoemd wordt in de bijgevoegde conceptbrief, pagina 3 punt l. Er staat
dat de waterschappen niet primair verantwoordelijk zijn. Hij vraagt om toch een eigen rol
te nemen en de verantwoordelijke partijen wakker te schudden en bij de les te houden.
Dat ziet hij als een belangrijke raak voor ons waterschap.
Mevrouw Otermann (WN) stelt het zeer op prijs dat het bestuur tijdens de
informatiebijeenkomst goed is bijgepraat. Ze vraagt of de voorgelegde brief verstuurd is.
Ze is van mening dat eenzijdig nadruk gelegd wordt op de dijken en vraagt om ook
aandacht te geven aan ruimtelijke maatregelen. Water Natuurlijk heeft voorkeur voor
ruimtelijke maatregelen. Mevrouw Otermann pleit voor uitbreiding van de Watertoets om
te zorgen dat niet gebouwd wordt in lage delen. Water kan meer concreet een rol krijgen
als ordenend principe. De WN-fractie vraagt aandacht voor hetgeen in de maatschappij
van belang wordt geacht en voor de relatie met Duitsland.
De heer Van Til (VVD) zegt dat waterveiligheid een primaire taak van ons waterschap is.
De VVD-fractie vindt dat een keuze gemaakt moet worden tussen veiligheid en natuur.
De heer Smit (VvdB) zegt dat dijkring 48 erg belangrijk is en vraagt om dit onderwerp
regelmatig op de agenda te plaatsen, net zoals ontwikkelingen in Duitsland. Er zijn
bestuursleden die kiezen voor ruimtelijke maatregelen. De Vrienden van de Berkel
kiezen voor veilige dijken.
Mevrouw Winkelhorst (CDA) zegt dat na de informatieavond duidelijk is dat de
voorliggende reactie een goede reactie is. Ze wil graag benadrukken dat nationale
veiligheid van groot belang is en dat de situatie in Duitsland daarmee samenhangt. Ook
goede afvoer is van belang. Ze vraagt om te blijven opletten of zich andere
mogelijkheden voordoen als oplossing en om ook landelijk aandacht te vragen. Mevrouw
Winkelhorst verzoekt om het vooruitzicht van Rijnstrangen voor waterberging vlot te
bekijken, en ook wat daarvoor nodig is, nu en in de toekomst.
G:\BJZ\dhei\verslag 110314.doc
5
De heer Oonk (AWP) zegt dat de samenwerkende fracties van AWP, OON, VKK, KvK en
LTO de informatieavond erg nuttig vonden. De bestuursleden zijn er goed van
doordrongen dat waterveiligheid erg belangrijk is. De conclusie is dat de brief een goede
reactie is, met name over dijkring 48 en over de samenwerking met Duitsland.
De dijkgraaf zegt dat de brief nog een concept is. Ons waterschap heeft uitstel gevraagd
en gekregen tot 15 maart. Na instemming zal de brief morgen verstuurd worden. Hij zegt
dat dit het eerste proces is waarin samengewerkt is met de Deltacommissie. Naar
aanleiding van de opmerking van de heer Potman zegt de dijkgraaf dat door
samenwerking met verschillende partijen het risico van algemeenheden ontstaat. Maar
het is duidelijk geworden dat de dijken grote prioriteit hebben in verband met de
veiligheid. Ook naast ruimtelijke projecten blijft de aanpak van de dijken noodzakelijk.
Ruimtelijke projecten zijn bovendien vele malen duurder dan dijken. Bij ruimtelijke
projecten kunnen kansen voorkomen, de zogenaamde parels. Voor deze parels is de
provincie initiatiefnemer. De dijkgraaf wijst erop dat ruimte voor de rivier een mooi
exportproduct is geworden, veel buitenlandse delegaties komen kijken. Het overleg met
Duitsland over dijken en veiligheid is een onderwerp dat op de landelijke agenda komt.
De Deltacommissaris komt volgende week een werkbezoek brengen waarbij ons
waterschap dijkring 48 en Rijnstrangen aan de orde stelt. Vorige week is bij ons
waterschap een bijeenkomst met de Veiligheidsregio gehouden, waaraan ook veel
Duitse partners hebben deelgenomen. Het onderwerp dijkring 48 hoort bij het Rijk; het is
te duur voor ons waterschap. Het onderwerp staat op de agenda van de
Veiligheidsregio. De dijkgraaf zegt dat de Watertoets een lastig onderwerp is. In de
nieuwe Omgevingswet hebben waterschappen enkel een adviserende rol waarmee
gemeenten geen rekening hoeven te houden. De Tweede Kamer beslist in 2015 over
maatregelen van het Deltaprogramma. De grootste landelijke zorg is dat een groot deel
van de maatregelen die genomen worden, in het rivierengebied genomen worden. De
Tweede Kamer wil waarschijnlijk juist een groot deel van de kosten besteden in het
kustgebied.
Mevrouw Lamberts (D&H) zegt dat vorige week een bijeenkomst met de provincie
gehouden is over Rijnstrangen waarbij het ging om het zoeken naar een vorm van
retentie die ook voor ondernemers goed is. In juni wordt een conferentie georganiseerd
over dit onderwerp en bijbehorende onderwerpen.
De heer Krajenbrink (WN) zegt dat zijn fractie naar aanleiding van de onlangs ontvangen
Voorkeurstrategie IJssel verontrust is over waar de accenten komen liggen.
De dijkgraaf merkt op dat ons waterschap vasthoudt aan het belang van de dijken boven
alle andere maatregelen.
Besloten wordt om (1) kennis te nemen van de ter consultatie voorliggende stukken van
het Deltaprogramma 2015 (a) de (voorlopige) hoofdlijnen van de voorkeursstrategie per
riviertak met de bijbehorende maatregelpakket(ten) voor respectievelijk IJssel en Waal
en Merwedes: Concept voorkeursstrategie IJssel’, plus 2 kaartbeelden;
‘Voorkeursstrategie Waal en Merwedes’ (b) de (samenvatting van de) voorlopige
contouren van de voorkeursstrategie voor de gehele Maas en de samengevoegde
Rijntakken: ‘contouren voor vks DP R10’, (c) de hoofdlijnen van de inhoud van het DP
2015 zoals die is vastgesteld in de landelijke Stuurgroep Deltaprogramma en
beschikbaar in de vorm van een speciale uitgave van 'Deltanieuws': ‘DeltaNieuws jrg 3,
nr 7, dec 2013’ en (d) voor de informatie- en consultatie-ronde beschikbare
informatiebulletins: ‘Deltabeslissing Waterveiligheid’, ‘Deltabeslissing Ruimtelijke
Adaptatie’ en ‘Deltabeslissing Zoetwater’ en (2) in te stemmen met de reactiebrief aan de
provincie Gelderland, met daarin opgenomen (o.a.) de standpunten van het waterschap:
(a) de aanpak van dijken is de eerste en belangrijkste stap om te komen tot het
aanpakken van de opgaven op het gebied van waterveiligheid, (b) rivierverruiming wordt
bij voorkeur daar toegepast waar concrete meekoppelkansen zijn met bijvoorbeeld
ruimtelijke kwaliteit of natuur, of waar dijkverhoging ongewenst is,
G:\BJZ\dhei\verslag 110314.doc
6
(c) retentie in Rijnstrangen is een effectieve en zinvolle maatregel op de middellange tot
lange termijn. Daarbij is het van belang dat er op korte termijn handelingsperspectief
komt voor het gebied, (d) de afstemming tussen Duitsland en Nederland dient goed in
het Delta-programma verankerd te worden, (e) het proces van nieuwe normering tot de
wettelijke verankering (2017) moet voldoende ruimte bieden om te komen tot een
uitvoerbaar, robuust en uitlegbaar stelsel en (f) de grensoverschrijdende ‘systeemdijk’
langs een groot deel van dijkring 48 vraagt om een specifieke uitwerking in het
Deltaprogramma.
7. Samenwerkingsovereenkomst Groene Slingeplan Aalten:
Voorgelegd wordt de samenwerkingsovereenkomst Groene Slingeplan Aalten
De heer Duivenvoorden (KvK) wijst op de bijzondere aanpak van de vragen van de
Vrienden van de Berkel over dit voorstel en over enkele andere voorstellen, die vooraf
schriftelijk zijn beantwoord. De financiën van de voorstellen zijn goed geregeld, maar het
is jammer dat de uitleg niet al in de voorstellen was opgenomen.
De heer Wormgoor (VvdB) bedankt voor het beantwoorden van de vragen. Vooral de
antwoorden over de exploitatiekosten zijn van belang. Het is goed dat er verschillende
partijen betrokken zijn: provincie, gemeente en projectontwikkelaars. Maar bij de
exploitatie staat ons waterschap alleen; in de komende jaren moet ons waterschap het
alleen opknappen. Als de belangen groot zijn, moet samenwerking ook voor het
onderhoud mogelijk zijn. De heer Wormgoor vindt het goed dat de projecten mogelijk zijn
en ook dat medefinanciering afgesproken is. Hij vraagt aandacht om te streven naar
financiële bijdrage in de exploitatiekosten door de andere partijen.
De heer Van Til (VVD) zegt dat zijn fractie naar aanleiding van dit agendapunt 7, en van
de voorstellen 8 en 9 niet akkoord gaat met de uitbreiding van de exploitatiekosten. De
heer Van Til zegt dat in de afgelopen jaren € 80 miljoen is ingezet op projecten. Hij
vraagt op welke wijze het algemeen bestuur kan toetsen dat het geld goed is uitgegeven.
Met name de KRW is moeilijk te monitoren. De VVD wil hiermee een statement maken.
De VVD wil het resultaat zien dat de fractie verwacht.
De heer Hollander (PvdA) zegt dat het Groene Slingeplan Aalten een prachtig project is.
Hij zegt dat de VVD toch geen tegenstander van KRW-doelen en mooie projecten kan
zijn. De heer Hollander zegt dat zijn fractie dit project toejuicht en vraagt om maximaal in
te zetten op communicatie.
De heer Krajenbrink (WN) vindt het ook een mooi project. Het duurt wel lang: in 2005 is
met plannen ingestemd. Hij betreurt het dat er geen watertoets is want in tussentijd is er
al gebouwd. De heer Krajenbrink merkt op dat een meer natuurlijke uitvoering wellicht
kan betekenen dat minder hoge onderhoudskosten nodig zijn.
Mevrouw Rutting (D&H) zegt dat in 2005 in Aalten gestart is. De gemeente was aan zet.
Het ambitieniveau was hoog maar niet erg realistisch. Destijds is afgesproken dat € 1,7
miljoen voor watermaatregelen bestemd was, maar in tussentijd is er veel gebeurd. Het
is duidelijk dat ons waterschap niet alle kosten voor eigen rekening neemt, maar vooral
werk met werk wil maken. Onze eigen ambities hebben we bijgesteld ten aanzien van de
financiën. In de perspectievennota wordt over meerdere jaren naar de ontwikkeling van
onderhoudskosten gekeken. Bij overschrijdingen gaan we ervan uit dat de hogere kosten
50-50 verdeeld worden. Gemeente en waterschap zijn beide verantwoordelijk en zijn ook
beide zeer oplettend ten aanzien van de kosten. Mevrouw Rutting zegt dat we hiermee
een KRW-project realiseren. Normaal zou dit een eigen taak van ons waterschap zijn die
voor 2027 uitgevoerd moet worden. Omdat afgesproken is om kansen te pakken als die
zich voordoen, doen we dit samen met de gemeente. De gemeente wil het stedelijk
gebied aanpakken, ons waterschap wil watermaatregelen nemen. Mevrouw Rutting
begrijpt de zorg om de stijging van exploitatiekosten. Ze zegt dat goed opgelet wordt en
dat onderzoek gedaan wordt naar een andere aanpak van onderhoud.
G:\BJZ\dhei\verslag 110314.doc
7
Maar in veel gevallen moet ons waterschap zelf het onderhoud uitvoeren omdat het een
gevolg is van watermaatregelen. Communicatie over dit plan, dat midden in bebouwd
gebied wordt uitgevoerd heeft al plaatsgevonden en gaat door tijdens de uitvoering.
Besloten wordt (1) met de gemeente Aalten een samenwerkingsovereenkomst aan te
gaan voor de realisatie van het Groene Slingeplan en (2) voor de aanleg van 2
vispassages conform de KRW-opgave voor de Boven Slinge in de kern Aalten een
krediet beschikbaar te stellen van € 370.000,-.
8. Overdracht stuwrecht en brug, renovatie stuw en realisatie vispassage Berenschot
Winterswijk:
Voorgesteld wordt in te stemmen met de overname van het stuwrecht, renovatie van de
stuw en brug en met het realiseren van een vispassage bij watermolen Berenschot.
De heer Potman (PvdA) stemt in met het voorstel. Er zijn goede afspraken over de
medefinanciering gemaakt. De heer Potman is verheugd over de plannen die in een
mooi gebied liggen. Het is goed dat Natura 2000-doelen gerealiseerd worden. Het gaat
in dit geval niet alleen om een waterschapsdoel, maar ook om mooie doelen in het
gebied. De heer Potman zegt dat de kosten met deze plannen goed besteed worden.
Mevrouw Otermann (WN) vindt het vanzelfsprekend dat stuwen en stuwrecht bij het
waterschap horen. Ze zegt dat het positief is dat ook andere doelen gerealiseerd
worden. Er is hier sprake van cultureel erfgoed. Mevrouw Otermann zegt dat haar fractie
zich goed realiseert dat de veerkracht van het watersysteem geld kost.
De heer Wormgoor (VvdB) zegt dat hij het gebied bezocht heeft en heeft vastgesteld dat
het een erg mooi gebied is. Hij heeft de brug bekeken en vindt het goed dat er een
nieuwe brug komt. De financiële uitleg die voor de vergadering verspreid is, noemt hij
duidelijk. De heer Wormgoor merkt op dat in vier voorstellen de exploitatiekosten niet
vermeld stonden en hij vraagt of dat de bedoeling is en hoe dit bij toekomstige
voorstellen wordt aangepakt.
De heer Klein Lebbink (CDA) gaat akkoord met het voorstel. Hij vraagt of er een
projectbord geplaatst gaat worden. Hij zegt dat de locatie van de stuw druk bezocht
wordt en daarom een goede plek zou zijn voor een definitief informatiebord van ons
waterschap.
De heer Duivenvoorden (KvK) vindt het een goed project. Hij vraagt hoe het bedrag van
€ 5.000,- voor de toename van exploitatiekosten is opgebouwd.
Mevrouw Rutting (D&H) zegt dat deze projecten zich goed lenen voor samenwerking.
Ons waterschap is goed in het genereren van geld van derden. Ook in dit geval, waar
herstel van cultureel erfgoed als particulier initiatief wordt opgepakt. De beheerkosten
stonden niet vermeld in het voorstel. De stuw wordt bediend en er moet regelmatig
schoongemaakt worden omdat vuil verzamelt dat weggehaald moet worden. Mevrouw
Rutting zal laten nagaan hoe het bedrag is samengesteld. Bij werken plaatst ons
waterschap altijd een projectbord. Ze noemt de suggestie voor een permanent bord op
de betreffende locatie, erg zinvol en zegt toe dit bord te realiseren en er naar te streven
om dit binnen het voorgestelde budget te houden. Mevrouw Rutting zegt dat de brug een
onderdeel van het systeem is; de brug is nodig voor het bedienen van de stuw en voor
de schoonmaakwerkzaamheden.
De dijkgraaf vult, naar aanleiding van opmerkingen over de exploitatiekosten aan dat in
de decembervergadering discussie gevoerd is over de onderhoudskosten. Afgesproken
is om de onderhoudskosten in de perspectievennota in perspectief te plaatsen. Met de
bestudering van de aanpak van kleine watergangen hoopt de dijkgraaf dat er meer
inzicht ontstaat over de wijze de kosten opgenomen worden in de lopende kosten. Het
college van dijkgraaf en heemraden heeft als inzet te streven naar kostenneutrale
aanpak. De kosten zullen vermeld blijven worden in voorstellen.
De heer Smit (VvdB) had graag een tekening willen ontvangen.
G:\BJZ\dhei\verslag 110314.doc
8
Toelichting:
De toename van de gemiddelde jaarlijkse exploitatiekosten (totaal € 5000.-) is als volgt te
specificeren: Inspectie/controle en bediening vispassage € 1500,-, Inspectie/controle en regulier
onderhoud automatische stuw € 2000,- en Bediening schuiven in handwerk bij hoogwater
(vanwege monumentale karakter) € 1500.-.
Het plaatsen van een informatiebord van het waterschap wordt binnen het project gerealiseerd.
Besloten wordt (1) in te stemmen met overname van het stuwrecht, renovatie van de
stuw en brug bij watermolen Berenschot en hiervoor een krediet beschikbaar stellen van
€ 800.000,- onder voorwaarden dat de Regio Achterhoek en de gemeente Winterwijk
€ 400.000.- bijdragen en (2) in te stemmen met het realiseren van een vispassage bij
watermolen Berenschot en hiervoor een krediet van € 530.000,- beschikbaar stellen
onder voorwaarde dat de provincie een definitieve beschikking afgeeft voor de
business case ‘integrale gebiedsinrichting Winterswijk Oost’.
9. Retentie Schipbeek traject Zandvang-Borculoseweg:
Voorgesteld wordt in te stemmen met het project Retentie Schipbeek traject ZandvangBorculoseweg.
De heer Lamers (Bos) gaat akkoord met het voorstel. Hij merkt op dat het goed is dat
samen met de provincie gewerkt wordt aan waterdoelen. De heer Lamers merkt ook op
dat een goede lijn is ingezet om te zoeken naar meer inzicht in de kosten van
onderhoud.
De heer Feitsma (PvdA) steunt het voorstel van harte. Hij wil graag weten hoe de
financiën zijn verdeeld. Het bedrag van inkomsten lijkt niet precies 50% van het bruto
krediet.
Mevrouw Van Helvoirt (D&H) zal zorgen dat in het verslag antwoord op deze vraag wordt
gegeven.
Toelichting:
Het bruto krediet is bepaald op basis van een besteksraming, een kostenraming en
interne personeelskosten. De inkomsten zijn gebaseerd op de beschikking van provincie
Overijssel. Die beschikking is gebaseerd op de zogenaamde normkosten van de te
leveren prestaties. In deze normkosten zijn geen interne personeelskosten
verdisconteerd. Overigens hebben de waterschappen steeds bij de provincie aandacht
gevraagd voor het gegeven dat de normkosten aan de lage kant zitten en dat het
aandeel van de betrokken waterschappen voor de geleverde prestaties daardoor hoger
is dan 50% van het totaal.
Besloten wordt in te stemmen met het project Retentie Schipbeek traject ZandvangBorculoseweg en hiervoor een uitvoeringskrediet beschikbaar te stellen van
€ 330.000 (bruto) als onderdeel van de waterovereenkomst met de provincie Overijssel.
10. Renovatie stuw Warken:
Voorgesteld wordt in te stemmen met het project renovatie stuw Warken.
De heer Hollander (PvdA) merkt op dat de stuw handmatig bediend wordt en dat het in
de toekomst automatisch zal gaan. Hij vraagt of de bediening daarmee goedkoper wordt.
De dijkgraaf antwoordt dat de kosten in evenwicht zijn.
Besloten wordt in te stemmen met het project ‘Renovatie stuw Warken’ en hiervoor een
bruto investeringskrediet van € 590.000,- beschikbaar te stellen.
11. RWZI Aalten: Renovatie deel influentontvangwerk incl. geurbestrijding:
Besloten wordt in te stemmen met de renovatie van het influentontvangwerk
incl. geurbestrijding op de RWZI Aalten en hiervoor een krediet beschikbaar te stellen
van € 550.000,-.
G:\BJZ\dhei\verslag 110314.doc
9
12. Begroting 2014 en meerjarenraming 2014-2017 Aqualysis:
Voorgesteld wordt positief te adviseren over begroting en meerjarenraming Aqualysis.
De heer Feitsma (PvdA) heeft geen inhoudelijk commentaar op de stukken. Hij wil graag
weten hoe zaken bestuurlijk zijn geregeld met de deelnemende waterschappen. Hij
merkt op dat forse bedragen gemoeid zijn met werkzaamheden door derden. De heer
Feitsma vraagt of de waterschappen zelf een deel van de werkzaamheden kunnen
uitvoeren om de kosten te beperken.
Mevrouw Oosterhuis (VVD) sluit zich aan bij de woorden van de heer Feitsma. Ze zegt
dat het gemeenschappelijke laboratorium slechts een beperkt voordeel lijkt te hebben.
Maar misschien zou het werk in eigen huis veel duurder zijn. Mevrouw Oosterhuis vraagt
om een toelichting.
De heer Duivenvoorden (KvK) vraagt om de samenwerking niet zover uit te breiden dat
de organisatie niet meer te overzien is. Hij zegt dat in paragraaf 5.2. van de begroting
staat dat er geen reserves en voorzieningen worden opgebouwd. Maar in dezelfde
paragraaf staat dat een reserve overwogen wordt voor het egaliseren van tegenvallers.
De heer Broens (D&H) zegt dat ons waterschap al heel lang een
laboratoriumsamenwerking heeft met het voormalige Waterschap Regge en Dinkel. Om
allerlei redenen is een gemeenschappelijke regeling (GR) nodig, ook al willen de
waterschappen de samenwerking niet zwaar optuigen. De GR maakt het nodig om in te
stemmen met begroting en meerjarenraming, zoals nu wordt voorgesteld. De
waterschappen streven naar lean and mean samenwerken. Naar aanleiding van de
vraag over werken van derden zegt de heer Broens dat Aqualysis geen eigen organisatie
heeft en dat alle ondersteuning bij de waterschappen wordt uitgevoerd. Om die reden
zijn de kosten van derden relatief hoog. De heer Broens is geen voorstander van
reserves bij gemeenschappelijke activiteiten. Hij zal daar kritisch op toezien, maar kan
waarschijnlijk niet altijd voorkomen dat reserves worden opgebouwd.
Besloten wordt het dagelijks bestuur van Aqualysis (gemeenschappelijke regeling
waterschapslaboratorium) positief te adviseren over de ontwerp begroting 2014 en de
meerjarenraming 2014-2017.
13. 1e begrotingswijziging 2014 Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis:
Voorgesteld wordt in te stemmen met de 1e begrotingswijziging Het Waterschapshuis.
Mevrouw Te Dorsthorst (VKK) vindt het goed dat de bijdrage verlaagd wordt. Ze wil
graag weten om welke reden Waterschap Hunze en Aa’s uit de gemeenschappelijke
regeling (GR) is getreden. Ook vraagt ze of er meer uittreders verwacht worden en wat
de gevolgen van uittreding zijn voor de overblijvende deelnemers.
De heer Kant (CDA) vraagt naar de meerwaarde van Het Waterschapshuis. Namens de
CDA-fractie merkt hij op dat samenwerking vooral vraaggestuurd moet zijn. Het is goed
om prestaties te beoordelen. Wanneer de samenwerking geen of onvoldoende
meerwaarde heeft, moet uitstel mogelijk zijn. Dit zou overigens voor alle
samenwerkingen moeten gelden.
Mevrouw Oosterhuis (VVD) vraagt of het aantal partijen dat samenwerkt in Het
Waterschapshuis erg klein dreigt te worden nu er een partij uittreedt.
Mevrouw Otermann (WN) begrijpt dat de voorgestelde begrotingswijziging voortkomt uit
IRIS. Ze vraagt of dit systeem vervangen wordt. Ook vraagt mevrouw Otermann of de
bijdrage van de waterschappen verhoogd wordt als partijen uittreden.
De heer Potman (PvdA) zegt dat het niet de eerste keer is dat het bestuur spreekt over
Het Waterschapshuis. Hij wil graag weten welke nadelen Waterschap Hunze en Aa’s
gaat ondervinden van de uittreding.
De heer Hollander (PvdA) zegt dat in HWH 2.0 gewerkt wordt met collectieve zaken en
met facultatieve onderwerpen. Hij vraagt om te streven naar zo min mogelijke collectieve
samenwerking.
G:\BJZ\dhei\verslag 110314.doc
10
De dijkgraaf zegt dat de samenwerking zeer complex is en hij brengt het project Taxi in
herinnering. De afwikkeling van dat project heeft bij een aantal waterschappen geleid tot
de overtuiging dat zaken die landelijk moeten, collectief in HWH worden opgepakt en dat
zaken die niet perse landelijk georganiseerd hoeven te worden, op eigen manier worden
uitgevoerd. De commissie Dijk heeft een voorstel HWH 2.0 voorgelegd met uitleg over
zaken die geregeld kunnen worden en zaken die geregeld moeten worden. De dijkgraaf
zegt dat ons waterschap heeft vastgesteld dat IRIS goedkoper is bij regionale aanpak in
Rijn-Oost. Ons waterschap heeft gezorgd dat een keuze gemaakt kan worden tussen
collectief en facultatief. Ons waterschap kan voor een aantal onderwerpen goed
samenwerken in HWH. Een aantal projecten gaat niet mee in de collectieve aanpak. Die
worden versleuteld over de deelnemende waterschappen. De waterschappen die niet
deelnemen, betalen niet mee.
Besloten wordt het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling
Het Waterschapshuis te berichten dat we kunnen instemmen met de voorliggende 1e
begrotingswijziging 2014
14. Mededelingen:
14.1.
Procesverloop Waterbeheerplan 2016-2021:
De mededeling over het proces voor het opstellen van het Waterbeheerplan
2016-2021, met voldoende mogelijkheid voor het algemeen bestuur en externe
partners tot interactie, voortbouwend op de ervaringen opgedaan in het
Watervisie-proces wordt voor kennisgeving aangenomen.
14.2.
Definitief beeld visitatiecommissie waterketen op voortgang uitvoering BAWdoelen:
Naar aanleiding van de mededeling over de visitatiecommissie vraagt mevrouw
Te Dorsthorst (VKK) uitleg over de twee achterblijvers.
De heer Schrijver (D&H) antwoordt dat er inderdaad twee achterblijvers zijn,
maar er zijn drie pelotonlopers en drie koplopers. De heer Schrijver heeft vooral
zorg om de Stadsregio; in bestuurlijke bijeenkomsten is gemeente Nijmegen
vaak niet aanwezig. Er wordt gewerkt aan verbetering, maar de heer Schrijver
realiseert zich dat er nog veel moet gebeuren.
De mededeling over het definitieve beeld van visitatiecommissie waterketen ten
aanzien van de voortgang van de samenwerking tussen gemeenten en
Waterschap Rijn en IJssel voor de doelen van het Bestuursakkoord Water wordt
voor kennisgeving aangenomen.
14.3.
Toezicht en handhaving: jaarverslag 2013 en uitvoeringsprogramma 2014:
De mededeling over het jaarverslag handhaving 2013 en het toezicht- en
handhavingsprogramma 2014wordt voor kennisgeving aangenomen,
15. Rondvraag:
15.1. Sterk bestuur
De dijkgraaf is door GS Gelderland gevraagd om zitting te nemen in de
klankbordgroep Sterk bestuur.
G:\BJZ\dhei\verslag 110314.doc
11
16. Verslag vergadering d.d. 17 december 2013
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
17. Sluiting:
De dijkgraaf sluit om 16.30 uur de vergadering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur op 6 mei 2014,
de secretaris-directeur,
de dijkgraaf,
drs. C. Roos
drs. H.Th.M. Pieper
G:\BJZ\dhei\verslag 110314.doc
12