Concept Besprekingsverslag van het Algemeen Bestuur van het

Concept Besprekingsverslag van het Algemeen Bestuur van het Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg op 23 januari 2014
N.B. Dit verslag wordt op 19 juni 2014 vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur.
Aanwezig:
Afwezig:
Nr.
1.
Agendapunt
Opening
2.
Insprekers
dhr. R.A.M. van der Sande (voorzitter, provincie Zuid-Holland), dhr. D.A. Verbeek (vice-voorzitter, gemeente Brielle), mw. M.A. van Nimwegen
(penningmeester), dhr. E.H. Taal (secretaris, gemeente Hellevoetsluis), dhr. J.W. Mijnans (gemeente Spijkenisse), dhr. G.J.A. Korte (adviseur
Recron), dhr. G.W. Beetstra (gemeente Bernisse), dhr. W.A. Sjoukes (gemeente Westvoorne), mevr. I.Y. de Groot (gemeente Brielle), mw. N.E.
Kösters (accountmanager, G.Z-H) en dhr. J. Karens (ambtelijk secretaris, G.Z-H)
mevr. G. Timmer (gemeente Rotterdam, deelgemeente Rozenburg), dhr. E. Mulder (gemeente
Westvoorne, met kennisgeving), dhr. J.F. Weber (provincie Zuid-Holland), dhr. Schellenboom
(gemeente Rotterdam, deelgemeente Rozenburg), dhr. W. Kruikemeier (gemeente Bernisse),
Datum bespreking
23 januari 2014
dhr. P.C. de Vos (gemeente Spijkenisse), dhr. C.G.D. van Leeuwen (gemeente Hellevoetsluis)
Plaats
Hellevoetsluis
Besluit
De voorzitter constateert bij de opening dat er geen quorum aanwezig is, slechts zeven stemgerechtigde leden zijn aanwezig.
Hij stelt voor om een beraadslagende bespreking te houden om recht te doen aan de aanwezigheid van de AB-leden en het
publiek. De besluitvorming kan pas gebeuren in een tweede vergadering over deze agenda waarvoor de voorzitter een nieuwe
uitnodiging zal sturen. Alleen dhr. Mulder is met kennisgeving afwezig.
Als insprekers voeren achtereenvolgens mevr. M. van den Tol als voorzitter van de Vereniging Vrienden van het Brielse Meer
en dhr. J. Dorst namens de Overleggroep Brielse Meer Noord het woord. Zie de twee bijlagen voor de uitgedeelde
uitgesproken teksten.
Mevr. Van den Tol geeft aan dat het de vereniging tegen de borst stuit dat zij niet betrokken is bij de besluitvorming over de
bezuinigingen in 2013, waar er in 2011 en 2012 wel overleg was. Daarnaast is de vereniging ontevreden over de
informatievoorziening door het schap en vraagt zij zich af waarom er voorzieningen verdwijnen terwijl er in 2012 wel een extra
jaarlijks budget beschikbaar zou zijn voor het meest noodzakelijke onderhoud.
De voorzitter geeft gelegenheid voor het stellen van verhelderende vragen. Dhr. Taal vraagt zich af wat de omvang is van de
vereniging. Ook is hem onduidelijk wanneer de vereniging contact heeft gehad met G.Z-H. Mevr. Van den Tol geeft aan dat
haar vereniging 20 tot 25 leden kent. Daarnaast heeft zij in de jaren 2011 en 2012 overleg gevoerd met G.Z-H.
Dhr. Dorst geeft aan dat hij dhr. De Blaey vervangt als inspreker. Dhr. Dorst spreekt over het bezwaar dat ingebracht is ten
aanzien van de voorgenomen maatregelen tot extensivering rond de Vogelkreek/Krimsloot en eilanden. Dit bezwaar is
opgenomen bij de ingekomen stukken. Dhr. Dorst stelt dat de Overleggroep wel degelijk ideeën heeft aangedragen om geld
te besparen en nieuwe inkomstenbronnen te ontwikkelen maar dat deze ideeën niet zijn meegenomen in de besluitvorming.
De voorzitter geeft aan dat de inspraak zal worden betrokken bij de behandeling van agendapunt 5.
3.
Vaststelling besluitenlijst van
13 december 2013
Mevr. De Groot spreekt haar ergernis uit met betrekking tot het niet aanwezige quorum. Zij stelt dat de gang van zaken op 5
december niet bevredigend is en dat tijdens deze vergadering opnieuw het quorum ontbreekt. Zij verzoekt de voorzitter om het
besprekingsverslag van 5 december, integraal in de besluitenlijst van 13 december op te nemen. De voorzitter geeft aan dat
dit procedureel onjuist is omdat de tekst uit het besprekingsverslag niet is uitgesproken op 13 december. Daarnaast roept de
1
voorzitter de vergadering op om als leden elkaar erop aan te spreken aanwezig te zijn bij de vergaderingen. Hij verzoekt de
ambtelijk secretaris een bericht uit te doen aan de AB-leden om in geval van afwezigheid dit meer dan 24 uur van te voren te
melden teneinde de mogelijkheid te hebben hierop te acteren .
Dhr. Sjoukes heeft een vraag over de zienswijzebeantwoording van de gemeente Rotterdam. Hij vindt het opmerkelijk dat het
schap geen correspondentie heeft ontvangen en vindt dat Rotterdam steken heeft laten vallen en dat het schap ‘een vinger
moet opsteken naar Rotterdam’. Mevr. Kösters licht toe dat er contact is gezocht met de gemeente Rotterdam om de gang
van zaken na te gaan. Het bestemmingsplan is inmiddels samen met de zienswijzennota door de raad vastgesteld op 19
december 2013. De veiligheidscontour wordt nog in een separate procedure vastgesteld en dat zal op 4 februari 2014
gebeuren. Het schap heeft om die reden nog geen reactie ontvangen. De voorzitter constateert dat de afzonderlijke
gemeenten voldoende gelegenheid hebben gehad voor inspraak en overleg. Hij vindt het niet verstandig om als schap een
vinger op te steken naar Rotterdam. Als dat nodig is kunnen individuele deelnemers dat doen, vooral omdat zij veel
intensiever met Rotterdam hierover contact hebben onderhouden dan het schap.
Mevr. De Groot vraagt naar aanleiding van het besprekingsverslag, agendapunt 5, wat de nieuwe streefdatum is geworden.
De voorzitter geeft aan dat het AB een besluit heeft genomen dat de dienstverleningsovereenkomst met één jaar is verlengd
tot 1 januari 2015.
Dhr. Sjoukes vraagt zich af naar aanleiding van het besprekingsverslag, agendapunt 6, laatste alinea, of er actie is
ondernomen op het voorstel van Dhr. Mijnans om bestuurlijk, in SVP verband, in overleg te treden met het waterschap. Dhr.
Verbeek licht toe dat in het gezamenlijk overleg met het waterschap er aandacht geweest is voor de pompen bij het
Oostvoornse Meer. Het waterschap heeft toegezegd meer aandacht hiervoor te zullen hebben. Aan het einde van de
inlaatperiode moet beoordeeld worden of zij dat waar heeft gemaakt. De voorzitter stelt dat het SVP het voorstel uit het
besprekingsverslag heeft opgepakt en dat het punt in een volgend overleg met het waterschap weer op tafel komt. Daarmee
wordt blijvende druk op het waterschap uitgeoefend om een oplossing te bieden voor de niet functionerende pompen.
Conceptbesluit, in afwachting van besluitvorming 5 februari 2014; De besluitenlijsten worden ongewijzigd
vastgesteld.
4.
Ingekomen stukken
De voorzitter stelt voor om het ingekomen bezwaar bij agendapunt 5 te betrekken. Tevens geeft hij aan dat een antwoordbrief
namens het schap zal worden gestuurd.
Conceptbesluit, in afwachting van besluitvorming 5 februari 2014; Besloten wordt de lijst van ingekomen stukken
voor kennisgeving aan te nemen en in te stemmen met de advisering, met dien verstande dat bij punt 2 tevens een
antwoordbrief zal worden verzonden.
5.
Meerjarig perspectief financiën
VPR
Dhr. Verbeek geeft aan dat het voorliggende stuk helder is en dat er al veel in DB-verband over gesproken is. Als deelnemer
kan hij akkoord gaan met de voordracht. Hij geeft aan dat bezuinigen pijn doet, dat het voor hem acceptabel is wat er nu ligt
en dat steeds de actuele stand van zaken moet worden bekeken en budgetten zo goed mogelijk moeten worden besteed. Dat
er overleg plaatsvindt met SOBM e.a. om dit zo goed mogelijk vorm te geven. Als er stevige maatregelen worden genomen in
het kader van de uitvoering, komen die in het DB aan de orde. Dhr. Verbeek meent dat 80% van de steigers behouden blijft
(red.: deze 80% klopt als momentopname voor 2012 maar zal in 2030 conform het ombuigingenbesluit 2010 geleidelijk zijn
uitgekomen op minder dan 10% van het oorspronkelijk aantal openbare aanlegvoorzieningen; als alle voorstellen uit het
gezamenlijke watersportvoorstel van 28 juni 2012 zouden worden doorgevoerd kan dit ca. 60% van het oorspronkelijk aantal
worden waarvan de helft in vereenvoudigde vorm).
2
Dhr. Korte geeft aan dat ook hij zich achter het voorstel kan scharen. Als iets niet meer kan worden opgebracht moeten er
keuzes worden gemaakt, dat blijft een afweging. In het voorstel is daar een heldere lijn voor uitgezet.
Dhr. Beetstra gaat in op het overleg met gebruikers. Hij vraagt zich af hoe het schap de insprekers serieus kan nemen en of er
in het verleden voldoende aandacht is geweest voor de inbreng van belangengroepen. De bezwaren tegen de praktische
uitvoering van de bezuinigingen die naar voren zijn gebracht, komen ook in de raad van Bernisse regelmatig boven. Hij pleit
ervoor meer in overleg te treden met gebruikers en gebruikersverenigingen alvorens er iets wordt ondernomen. Dhr. Beetstra
constateert dat er veel klachten zijn over de praktische uitvoering. Het overleg tussen de gemeentelijke ambtenaren en de
G.Z-H is inmiddels wel verbeterd en er is intensiever contact. Hij geeft aan dat er een vorm moet worden gevonden om over
de meest noodzakelijke ingrepen te spreken met alle partijen.
Mevr. De Groot spreekt haar complimenten uit voor het stuk. Zij vindt dat de opgenomen marges hier en daar wel wat ruim zijn
en vraagt zich af waarom dat zo is. Als voorbeelden noemt zij blz. 4 Strype, een marge van 100% en blz. 7 Oostvoornse Meer
zuidoever, eveneens een marge van 100%. Daarnaast vraagt zij zich af waarom er bij advies V is gesteld dat het extensiveren
het minste verlies aan landschappelijke- en natuurwaarden betekent. Het schap wilde toch juist een gebied met
natuurwaarden creëren? Mevr. De Groot geeft aan dat zij zich kan voorstellen dat er meer overleg nodig is. Daarnaast gelooft
zij niet zo in het laten schoonmaken van toiletten door vrijwilligers, de continuïteit komt dan snel in gevaar. In den brede stelt
zij voor om een discussie te voeren over het financiële beleid in het Brielse Meer gebied. Er wordt nu teveel gebruik gemaakt
van het meer en de voorzieningen zonder dat daar betaling tegenover staat. Regelingen die er nu zijn, zoals de 3-dagen
regeling, worden creatief toegepast door verplaatsing van de boten bij dezelfde steiger. Mevr. De Groot vindt dat er creatief
mag worden gekeken naar nieuwe inkomstenbronnen om gebruikers ook daadwerkelijk te laten bijdragen. Zij illustreert dit met
de term ‘varende caravan’ in relatie tot ‘vaste‘ liggers op het water. Wie met zijn caravan recreëert of deze stalt, betaalt voor
voorzieningen. Bedoelde boten liggen op het Brielse Meer gratis en dragen niet bij aan de gebruikte voorzieningen. Net als in
de vorige vergadering noemt zij nog het trekpontje bij de waterspeelplaats. Deze wordt oneigenlijk gebruikt. Zij pleit ervoor om
het bijbehorende speeleiland vrij te maken van ligboten ter voorkoming van het achterlaten van vuil zoals dat nu gebeurt.
Dhr. Sjoukes vindt het voorliggende een duidelijk stuk en deelt zijn verbazing dat er voor veel gebieden geen
beheerovereenkomst is. Hij spreekt zijn verontrusting uit over het eerder voor de bezuinigingen in discussie brengenvan het
Oostvoornse Meer en is blij dat dit niet is doorgegaan. Daarnaast lijkt het hem een goed idee om de compensatie van het
Havenbedrijf met betrekking tot de veiligheidscontouren in te zetten voor het Oostvoornse Meer. Daarnaast geeft hij aan dat
de communicatie beter zou moeten kunnen. Dhr. Sjoukes is het niet eens met mevr. De Groot voor wat betreft de inzet van
vrijwilligers bij bijvoorbeeld het schoonmaken van toiletten. Met het oog op de toekomst moet er juist meer gebruik worden
gemaakt van de inzet van vrijwilligers en ondernemers gezamenlijk. Daarnaast geeft hij de suggestie mee om verschillende
manieren te onderzoeken om nieuwe inkomsten te genereren, bijvoorbeeld zoals wat de insprekers aandragen betreffende
parkeermeters voor ligplaatsen of toeristenbelasting.
Dhr. Mijnans geeft aan dat hij het verdedigbaar vindt dat de deelnemersbijdrage omhoog gaat. Als het schap meer wil moet er
ook geld worden gegeven. Hij geeft aan dat bezuinigen niet prettig is en dat daarom de communicatie erg belangrijk is. Hij
vraagt zich af of de aangedragen alternatieven zijn meegenomen. Daarnaast pleit hij ervoor om samenwerking met gebruikers
zoveel mogelijk op te pakken.
Dhr. Taal is blij dat het DB heeft ingestemd met een verhoging van de deelnemersbijdrage. Hij pleit voor meer aandacht om bij
de bezuinigingen de gebruikers te betrekken, zij weten wat er gaande is. Als er wordt bezuinigd moet er voldoende aandacht
zijn voor de communicatie. De inzet van vrijwilligers kan een mooie verbinding scheppen tussen gebruikers in het gebied.
Mevr. Van Nimwegen geeft aan dat Rotterdam zich kan vinden in de verhoging van de deelnemersbijdrage.
Mevr. Kösters geeft aan dat er in 2012 met beide insprekende partijen én SOBM én de Brielse Zeilschool is gesproken over de
3
bezuinigingen van toen en dat ingezamenlijkheid een voorstel tot stand is gebracht dat met hun instemming zo als
bestuursvoorstel is ingediend en door het bestuur op 28 juni 2012 is goedgekeurd. In het voorstel stonden de ideeën die nu
door de insprekers wederom naar voren zijn gebracht en waarvan toen is vastgesteld dat dat een structurele vraag van €
140.000 per jaar betrof. Afgesproken is dat de betreffende partijen zelf met voorstellen zouden komen om dit tekort dat met
hun ideeën gepaard ging te dekken. Over de opgenomen marges in het stuk geeft mevr. Kösters aan dat hiervoor is gekozen
omdat enerzijds gegevens niet per deelgebied voorhanden zijn vanwege het schapsbreed opereren en anderzijds er
onvoldoende budget en daarmee ambtelijke capaciteit beschikbaar is om zaken tot in detail uit te werken. Daar is het bestuur
ook over geïnformeerd.
Dhr. Van der Sande geeft aan dat de provincie geen voorstander is van verhoging van de deelnemersbijdrage. Daarnaast
kondigt hij een brief aan van de provincie dat de inflatie niet moet worden toegepast. . Dhr. Van der Sande geeft aan dat hij het
feit accepteert dat de deelnemersbijdrage omhoog gaat, juist ook omdat het schap geen keuzes wil maken om zaken te
schrappen. De richtlijnen die het bestuur de ambtelijke organisatie meegeeft moeten een duidelijk en consequent kader
vormen, zodat er ook ambtelijk mee gewerkt kan worden. Hij geeft aan dat de bezuinigingen naar verwachting nog wel even
zullen doorgaan. Daarbij is duidelijkheid naar gebruikers nodig. Soms is een ‘nee’ beter dan het uitstellen van moeilijke dingen.
Bezuinigen heeft consequenties en die kan je niet wegcommuniceren. Met betrekking tot het verzoek om ‘meer
communiceren’ verzoekt hij dat meer bestuurlijk te doen. Ook voor de vraag om gebruik van het profijtbeginsel verwijst hij naar
de bestuurlijke club. Als er mogelijkheden zijn om alternatieve inkomsten te generen dan staat de provincie daarvoor open.
In de tweede ronde geeft dhr. Verbeek aan dat zijn gemeente in het kader van het project Brielse Meer 2.0 overlegt met
verschillende partijen waaronder ondernemers en gebruikers. Vanuit de gemeente wordt ook gekeken of er bijvoorbeeld met
vuilstort geld kan worden verdiend. Hij pleit ervoor dat verenigingen zich als één eenheid opstellen. Hij geeft voorbeelden
waarbij het schap al prima werkt met vrijwilligers (Vrijheidsbos, Brielse Zeilschool, Naaktrecreanten).
Dhr. Korte reageert op het pleidooi om te betalen voor de voorzieningen. Hij geeft aan dat het aantal vaartuigen in bezit van
particulieren sterk afneemt. Er is een verschuiving zichtbaar van bezit naar gebruik en dat heeft gevolgen voor ligplaatsen. De
wens is om op veel plekken te kunnen aanmeren zonder een vaste ligplaats. Hij wil graag meedenken over alternatieve
verdienmogelijkheden. Het is belangrijk om daar goed over na te denken omdat het ook handhaafbaar moet zijn.
Dhr. Beetstra geeft aan dat hij voorstander is van het betrekken van vrijwillegers. Als zij een aanbod doen moet het schap daar
zoveel mogelijk op ingaan. Hij roept de verschillende groepen op om in gezamenlijkheid en met één stem te spreken. Hij geeft
aan moeite te hebben met het ‘gratis liggen’ in het Brielse Meer. Het schap zou de werkwijze van het toekomstige Deltaschap
kunnen overnemen voor wat betreft het betalen voor gebruik van de voorzieningen.
Mevr. De Groot geeft aan dat zij zeker niet tegen de inzet van vrijwilligers is, maar dat er wel in termen van continuïteit en
kwaliteitsgarantie moet worden gedacht. Zij geeft aan dat er wel wat strenger mag worden opgetreden tegen overlast in het
Brielse Meer. Zij pleit ervoor om meer geld te innen. Een voorbeeld is het vlaggetje bij de Grevelingen dat als een vignet
functioneert. Recreanten wordt een goede aanlegsteiger en gemaaid gras geboden maar ze betalen er dan ook voor. Gratis
heeft in de maatschappij vaak weinig waarde.
Dhr. Sjoukes vindt het belangrijk dat er sprake is van continuïteit als vrijwilligers worden ingezet. Daarnaast is de veiligheid
belangrijk in de schapsgebieden. Met het oog op de toekomst is het zinvol om meer met ondernemers en vrijwilligers te
werken.
Mevr. Kösters geeft aan dat de insprekers verwijzen naar door hen samen met het SOBM en de Brielse Zeilschool
aangedragen ideeën die in het bestuursbesluit uit 2012 zijn opgenomen. Ter aanvulling geeft zij aan dat via datzelfde besluit
was afgesproken dat de overlegpartijen zelf met uitwerking van hun voorstellen zouden komen die bedoeld waren ter dekking
4
van het genoemde tekort van € 140.000. Zij geeft aan dat zij dhr. De Blaey heeft toegezegd het bestuur te vragen of het
genegen is het verzoek uit 2012 aan te passen met betrekking tot de aan de watersportpartijen gevraagde uitwerking van
ideeën. Als het bestuur het eerdere besluit herziet en wel een beroep doet op de ambtelijke ondersteuning in deze, is er extra
geld nodig. Mevr. Kösters wijst daarbij op de zeer beperkte reservepositie van het schap voor een dergelijk besluit. Voorts
brengt mevr. Kösters het bestuur in herinnering dat zij ten aanzien van inzetten van vrijwillers eerder al heeft besloten dit
alleen met rechtspersonen te zullen doen, met andere woorden met vereningen of stichtingen, en hiermee duidelijke en
vastgelegde afspraken te maken. Dit ter voorkoming van door eerdere sprekers gevreesde discontinuïteit en omdat het schap
bij uitbesteden van werk aan vrijwilligers wel juridisch aansprakelijk blijft voor eventuele gevolgen van niet goed beheren.
De voorzitter geeft aan dat er conform het voorstel kan worden besloten en dat er enkele punten aan worden toegevoegd. Met
betrekking tot de communicatie wordt een bestuurlijke schil ingeschakeld zodat het contact met overlegpartijen niet alleen
ambtelijk verloopt. Deze bestuurlijke schil bestaat uit de gemeentelijke portefeuillehouders onder leiding van dhr. Verbeek. Zij
zullen de gebruikers en belangengroepen te woord staan in verband met de verschillende alternatieve verdienmogelijkheden
en of de inzet van vrijwilligers mogelijk is. Daarin wordt ook de vraag van Mevr. Kösters betrokken. Besluitvorming blijft in het
schapsbestuur plaatsvinden. In de beantwoording van het bezwaar van de Overleggroep Brielse Meer Noord wordt deze
bestuurlijke schil toegelicht. Daarnaast moeten de verschillende gebruikersgroepen meer met elkaar gaan samenwerken en
de voorzitter roept hen daar toe op. Vraagstukken als het profijtbeginsel, de afvalproblematiek, freeriders e.d. zullen door de
portefeuillehouders in de bestuurlijke schil worden besproken in de zin van hoe ver men hierin wil gaan. Een en ander vindt
plaats in overleg met G.Z-H, gebruikers, belangenverenigingen en watersportvertegenwoordigers.
(red. ter ondersteuning van de bestuurlijke schil is het bestuursvoorstel ‘Voorstel instandhouding watersportvoorzieningen’ uit
2012 (AB 28 juni 2012) als bijlage bij het verslag gevoegd).
Conceptbesluit, in afwachting van besluitvorming 5 februari 2014; Het algemeen bestuur besluit:
- Kennis te nemen van de notitie ‘Uitwerking scenario’s tot meerjarig perspectief financiën’ (bijlage 1).
- In te stemmen met het uit laten voeren van de opties I, III, V in de voorgestelde omvang en te laten verwerken in
de programmabegroting 2015 en meerjarenraming;
- In te stemmen met het aanwijzen van optie VIII ‘Deelnemersbijdrage verhogen’ ten bedrage van € 100.000,- als nog
benodigde aanvullende optie ter verdere dekking van de taakstelling en deze eveneens in de
programmabegroting 2015 en meerjarenraming te verwerken;
- In te stemmen met het dekken van de alsdan resterende tekorten in 2015, 2016 en 2017 vanuit de Algemene
Reserve;
- Een krediet te verlenen à € 40.000,- tot 2016, ten laste van de Investeringsreserve om bovenstaande acties uit te
laten voeren;
- De Algemene Reserve, Reserve Afkoopsom Landtong en de Reserve afkoop erfpacht Zuytland Buiten op te
schonen ter verbetering van de overzichtelijkheid en hiertoe de volgende maatregelen door te voeren:
o Claim afwikkeling Quackpolder voortaan te laten rusten op de Algemene Reserve i.p.v. Reserve Zuytland
Buiten;
o Uitgaven Krediet invulling ombuigingsoperatie voortaan ten laste te brengen van de Algemene reserve
i.p.v. reserve Zuytland Buiten;
5
Het bedrag dat dient ter dekking van de exploitatie (voorheen € 88.093 nu € 37.278) te dekken vanuit de
Algemene reserve i.p.v. reserve Zuytland Buiten;
o Bedrag € 47.022 dekking Landtong Rozenburg voortaan ten laste van de Algemene Reserve te brengen
i.p.v. Reserve Landtong;
o Reserve afkoopsom Landtong Rozenburg op te heffen en het restantbedrag over te boeken naar de
Algemene Reserve;
o Reserve afkoop erfpacht Zuytland Buiten tot einde dekking van de verplichting ‘afschrijving bouwrijp
maken’ voor een bedrag van € 187.600 in stand te houden en daarna op te heffen en het restant per 2014
over te hevelen naar de Algemene Reserve;
e
De 1 begrotingswijziging 2014 goed te keuren;
De bestuurlijke schil van gemeentelijke portefeuillehouders onder leiding van dhr. Verbeek in te schakelen voor
communicatie met gebruikers en belangengroepen en voor bespreking van genoemde vraagstukken;
De belangengroepen ertoe op te roepen meer met elkaar samen te werken.
o
6.
Gebruik reclamezuil N57 t.b.v.
implementatie Merk Voorne
Putten
De voorzitter stelt dat er op dit moment geen geld wordt verdiend met de reclamezuil en dat deze om die reden gebruikt mag
worden voor de promotie van het merk Voorne-Putten. Het bestuur heeft verder geen opmerkingen.
Conceptbesluit, in afwachting van besluitvorming 5 februari 2014; Het algemeen bestuur besluit:
- In te stemmen met het in gebruik geven van de reclamezuil langs de N57 voor een periode van 1 jaar, met
stilzwijgende verlenging van 1 jaar tot wederopzegging ter affichering van het merk van Voorne-Putten en ter
promotie van mogelijkheden voor toerisme en recreatie;
- Af te zien van inkomsten die zouden voortvloeien uit de verhuur van reclameruimte op de zuil;
- De kosten voor maken en plaatsen van de benodigde reclamepanelen bij de contractpartij te leggen evenals de
verantwoordelijkheid voor eventuele schade aan terrein en/of object;
- Het regelen van de reclamepanelen en de daarmee verband houdende werkzaamheden te laten uitvoeren door de
contractpartij;
7.
Stedin overeenkomst 150 kV
tracé Bernisse
Dhr. Verbeek vraagt zich af of er in de onderhandeling ook rekening is gehouden met het heffen van gemeentelijke
precariobelastingen. De voorzitter geeft aan dat de overeenkomst uitsluitend over eigen grond van het schap gaat en dat ieder
over zijn eigen grond onderhandelt. Bij de schapsonderhandeling wordt dit aspect meegenomen. Het bestuur heeft verder
geen opmerkingen.
Conceptbesluit, in afwachting van besluitvorming 5 februari 2014; Het algemeen bestuur besluit:
- In te stemmen met het verzoek van Stedin / Eneco aan uw Recreatieschap om als grondeigenaar medewerking te
verlenen aan het realiseren van een 150kV hoogspanningsleiding op 4 percelen in de Bernisse;
- kennis te nemen van de huidige stand van zaken in de onderhandeling over recht van opstal en
schadeloosstelling tussen Stedin / Eneco en uw Recreatieschap;
- in te stemmen met het verder onderhandelen over een opstalovereenkomst met Stedin / Eneco onder voorwaarde
van volledige schadeloosstelling;
- in te stemmen met een verzoek aan de voorzitter om de directeur G.Z-H volmacht te verlenen tot het aangaan,
6
sluiten en ondertekenen van een opstalovereenkomst.
8.
Rondvraag en sluiting
De voorzitter vraagt de vergadering om aandacht voor een goede afweging tussen collectief optreden als schap of als
individuele deelnemer. Dit naar aanleiding van de discussie over de zienswijzen op het bestemmingsplan van Rotterdam.
Gezien de lage frequentie van vergaderen kunnen bestuurlijk dynamische punten beter als individuele deelnemer worden
opgepakt. Hij legt dit ter overweging aan de vergadering voor.
Mevr. Van den Tol nodigt het AB uit voor een rondvaart op het Brielse Meer zodat het AB met eigen ogen de situatie kan
opnemen. Daarnaast geeft zij aan blij te zijn met de serieuze behandeling van haar inspraak en vraagt zij om een
besprekingsverslag. De voorzitter stelt dat een conceptverslag zal worden verstrekt aan de insprekers. Daarnaast vraagt hij
om, ten aanzien van de rondvaart, een uitnodiging te richten aan G.Z-H t.b.v. het Algemeen Bestuur.
Niets meer aan de orde zijnde, wordt de bespreking rond 12.15 uur beëindigd.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 19 juni 2014 te Hellevoetsluis,
de secretaris,
de voorzitter,
de heer R.A.M. van der Sande
7