46 TIJDSCHRIFT VOOR DE volkshuisvesting nummer 1 februari 2014 ACHTERGROND Waar haalt een eigenaar € 35.000 voor funderingsherstel vandaan als zijn hypotheek hoger is dan de waarde van zijn huis? (Foto Dick de Jong) Omvang funderingsproblemen vraagt om aan actieve overheid Je zult maar denken een goed huis te hebben en er dan achterkomen dat de fundering verrot is. Het overkomt vele huiseigenaren. En omdat met herstel grote bedragen gemoeid kunnen zijn, springt de overheid bij, zoals in Zaanstad en Dordrecht. TIJDSCHRIFT VOOR DE volkshuisvesting door Wim van den Engel, gemeente Dordrecht, Dick de Jong, de Groene Werf en bestuurslid KCAF, Willeke Koops, gemeente Zaanstad, en Frank Wassenberg, Platform31 F underingsherstel is een bijzondere en tevens kostbare vorm van particuliere woningverbetering. Maar ook een noodzakelijke: het gaat om bouwtechnische veiligheid. Huizen verzakken, scheuren en dreigen in elkaar te zakken. In Zaanstad en Dordrecht krijgen duizenden woningeigenaren vroeg of laat te maken met de vervanging van de fundering van hun woning. Dergelijke constructieve problemen zijn voor een woningeigenaar altijd onvoorzien en brengen erg hoge kosten met zich. Beide gemeenten hebben na tien jaar stimuleringsbeleid gekozen voor een faciliterende aanpak, maar blijven wel een rol spelen. In modderig Nederland staan op verschillende plekken woningen met ernstige funderingsproblemen, vooral in het westen des lands. Meijer schat dat driekwart miljoen woningen die gefundeerd zijn op houten palen, tot de risicogroep behoren. Ongeveer 200.000 tot 250.000 woningen hebben een latent of acuut funderingsprobleem. Vaak gaat het om eigen woningen. Slechte funderingen kunnen bij alle soorten huizen voorkomen, maar in de praktijk liggen de meest knellende problemen bij de onderkant van de woningmarkt. De aandacht en getallen hebben vooral betrekking op de houten palen funderingen: houtrot, houtschimmels, te lage grondwaterstanden, bacteriën, te weinig of te korte palen en negatieve kleef. Daarnaast zijn er ook vele woningen die op staal (d.w.z. op een laag zand) zijn gebouwd, en verzakken. Wie is er eigenlijk aansprakelijk voor een slechte fundering van een oud huis? De verantwoordelijkheidsvraag is weliswaar belangrijk, maar eigenlijk achterhaald. De Hoge Raad heeft uiteindelijk bepaald dat de dader op het kerkhof ligt: er is niet één partij aan te wijzen voor de schuldvraag. De oorzaken van de slechte funderingen kunnen verschillen, met verschillende schuldenaren. Uiteindelijk komt het op het bordje van de huidige eigenaar. Hoewel het om privaat bezit gaat, grijpen gemeenten wel in om redenen van verpaupering, leefbaarheid, waardedaling van panden in de nabije omgeving, volksgezondheid, veiligheid en vervolgschade aan gemeentebezit. Het rijk heeft in het verleden erkend dat gemeenten noch eigenaren de benodigde soms buitensporig hoge uitgaven - € 60.000 tot € 80.000 of nog meer - alleen konden dragen. In 2001 zegde het rijk subsidie toe aan zes gemeenten: Dordrecht, Gouda, Haarlem, Waddinxveen, Schiedam en Zaanstad, die, met een verlenging, duurde tot 2010. In 2009 stelde een grotere groep gemeenten een manifest op, naar aanleiding waarvan uiteindelijk het Kenniscentrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF) is opgericht. Grote investeringen leiden hooguit tot waardebehoud ten opzichte van de oorspronkelijke situatie. Begin 2013 zijn de financieringseisen aangescherpt waardoor het alleen mogelijk is om funderingsherstel uit te laten voeren met de overwaarde van de woning of met eigen geld. En dit blijkt steeds minder vaak aanwezig. Dit leidt ertoe dat er per bouwblok dikwijls wel een of meerdere eigenaren zijn die funderingsherstel niet kunnen betalen, waardoor herstel van het gehele blok stagneert. De Tweede Kamer heeft in een motie medio 2013 de minister gevraagd om in overleg met het KCAF tot aanvullende voorstellen te komen om de stagnatie te verhelpen en een verdere aanpak te bevorderen. Dit nummer 1 FEBRUARI 2014 ACHTERGROND 47 overleg heeft geresulteerd in een aantal voorstellen die eind januari aan de minister worden aangeboden, ter behandeling in de Kamer. Naar schatting van onderzoeksbureau Deltares (2012) zal de totale benodigde investering bij de woningen op houten palen, wanneer er niet snel iets gebeurt, kunnen oplopen tot zo’n 40 miljard euro in de komende 25 jaar. En dan spreken we alleen nog maar over technische kosten, en niet over bijkomende kosten. Funderingsaanpak in Zaanstad Zaanstad is een van de gemeenten die zich sinds 2001 inzet voor funderingsherstel. Als gevolg van de slappe veenbodem en een bacterie die de hier veel gebruikte grenenhouten palen aantast, zijn veel buurten kwetsbaar voor verzakkingen. Zaanstad heeft 9.000 vooroorlogse particuliere woningen en mogelijk nog eens 7.000 naoorlogse woningen die kampen met een slechte fundering. Vaak gaat het om kleine, gehorige en slecht geïsoleerde woningen in oude wijken, gemengd met corporatiebezit dat ook aan verbetering toe is. Een bouwtechnisch, financieel en ook maatschappelijk probleem. Eigenaren worden, vaak plotseling, geconfronteerd met uitgaven van vele tienduizenden euro’s voor een vorm van herstel die eigenlijk niet leidt tot zichtbare verbeteringen en de woning enkel terugbrengt op ‘normaal’ niveau. Het is te zien als een probleem van de individuele eigenaar. Een deel van de eigenaren redt het inderdaad op eigen kracht, maar er zijn ook eigenaren die ondersteuning nodig hebben om hun woning te kunnen herstellen. Kan de gemeente of overheid deze woningeigenaren de rug toe keren? De gemeentelijke stimuleringsaanpak van de afgelopen jaren had de vorm van een drietrapsraket: • onderzoek: het aanwijzen van onderzoeksgebieden en het laten uitvoeren en betalen van funderingsonderzoek. Hierbij is gekozen voor de aanpak van bouwblokken • van bewustwording naar start van aanpak: eigenaren individueel en groepsgewijs informeren over de resultaten, zoeken van ‘blokhoofden’ die als spreekbuis voor een groep eigenaren fungeren, subsidie voor een technisch voorbereidingplan • financiering van herstel: mogelijkheid voor alle eigenaren om een laagrentende lening af te sluiten via de SVn Ook werd het Gemeentelijk Adviesbureau Funderingsherstel opgericht, een interdisciplinair team (bouwkundig en financieel advies, communicatie) dat intensief contact heeft met betrokken eigenaren. Bij herstel van een bouwblok moeten immers alle eigenaren meewerken en het is de kunst ook de laatste eigenaar in een blok mee te krijgen. Een kwart van de vooroorlogse woningen is inmiddels onderzocht op funderingskwaliteit en zo’n 1.200 woningen zijn hersteld, ongeveer 100 per jaar. Daarmee is direct duidelijk dat er nog een grote opgave ligt. Ongeveer de helft van de eigenaren maakte gebruik van de goedkope leningen; de gemeente heeft nu nog zo’n € 14 miljoen uit staan. Omdat de leningen grotendeels met geleend geld zijn verschaft, drukken de rentelasten op de gemeentelijke begroting. Door een ernstige verzakking in Krommenie in 2008, waarbij eigenaren van de ene op de andere dag hun woning moesten verlaten, laaide binnen de gemeente de funderingsdiscussie weer op. Door alle gemeentelijke inventarisaties was het probleem inmiddels een stuk bekender geworden onder de inwoners van Zaanstad. Het stimuleringsbeleid leidde weliswaar tot goede resultaten, maar het gemeentebestuur besefte ook dat deze ingrijpende aanpak op lange termijn niet 48 TIJDSCHRIFT VOOR DE volkshuisvesting nummer 1 februari 2014 ACHTERGROND goed houdbaar was. Bovendien was er meer interne afstemming nodig. Funderingsherstel startte uit het oogpunt van verbetering van leefbaarheid van wijken, maar bleek ook andere doelen te hebben: veilig kunnen wonen en het voorkomen van schade aan woningen bij werkzaamheden in de openbare ruimte. Zo kwam Zaanstad in 2010 tot een nieuwe beleidslijn, vastgelegd in de nota ‘Nieuw fundament’. Uitgangspunt is dat in de eerste plaats eigenaren verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van hun woning. Dat was natuurlijk altijd al zo, maar omdat de gemeente onderzoek initieerde en betaalde, was dat besef wat naar de achtergrond verdwenen en leek de gemeente probleemeigenaar geworden. Een slappe veenbodem en een bacterie die de hier veel gebruikte grenenhouten palen aantast, zorgen voor verzakkingen Er is meer aandacht voor de relatie tussen funderingsproblematiek en de openbare ruimte. De gemeente voert risicoanalyses uit in gebieden waar de sector Realisatie en Beheer een schop in de grond gaat steken, bijvoorbeeld bij vervanging van rioleringen in straten met oude woningen. Hiervoor is een protocol ontwikkeld. Daarnaast zijn de helpende en de dwingende hand meer in balans gebracht: er worden meer woningen gemonitord op zakkingen, er zijn nieuwe beleidsregels voor handhaving geformuleerd en de toezichthoudende rol van de gemeente is versterkt. Dat is vanuit veiligheid noodzakelijk, want de slijtage van de woningvoorraad gaat door. Wie door Zaanstad rijdt, moet dan ook niet vreemd opkijken diverse bouwblokken in de stutten te zien staan. TIJDSCHRIFT VOOR DE volkshuisvesting De leningen zijn stopgezet. Wat is gebleven is de subsidie voor funderingsonderzoek, onderzoek dat al snel tot 2.000 euro per inspectieput kan oplopen. Hoewel een eigenaar liever niet hoort dat de fundering van zijn woning slecht is, maakt zo’n onderzoek wel duidelijk dat herstel nodig is. Soms vragen potentiële kopers om een funderingsonderzoek. Eigenaren moeten in tegenstelling tot voorheen zelf het initiatief nemen, een bureau zoeken en opdracht verlenen. Het is een eerste stap in bewustwording, die nodig is om tot handelen over te gaan. Ook het Gemeentelijk Adviesbureau Funderingsherstel is in stand gebleven. Particuliere woningverbetering is intensief maatwerk en gemeentelijke capaciteit blijkt onontbeerlijk om tot resultaten te komen. De subsidie voor een technisch voorbereidingsplan en de mogelijkheden voor nummer 1 FEBRUARI 2014 ACHTERGROND 49 laagrentende leningen zijn beëindigd. Alleen voor een kleine groep die net buiten de boot valt, wordt nog de mogelijkheid voor een maatwerklening onderzocht. In een tijd van economische crisis, waarin veel eigenaren de overwaarde van hun woning hebben zien verdampen, is een aanpak gericht op eigen verantwoordelijkheid geen eenvoudige. Want waar haalt een eigenaar € 35.000 voor funderingsherstel vandaan als zijn hypotheek hoger is dan de waarde van zijn huis en banken steeds strengere regels hanteren? Zaanstad zoekt daarom naar nieuwe financieringsmogelijkheden. Het idee is onderzocht om de ondergrond onder de verzakkende huizen aan te kopen, deze in erfpacht terug te geven (met een jaarlijkse canon) en zo de eigenaren middelen te verschaffen om hun fundering te herstellen. Dit stuit vooralsnog echter op fiscaal-juridische belemmeringen die alleen met wetswijzigingen zijn op te lossen. Zo wordt gedeeltelijke verkoop in de wet fictief gezien als gehele verkoop, waardoor de gehele hypotheekschuld een box 3 schuld wordt en de eigenaar geen recht op hypotheekrenteaftrek meer heeft. Een ander idee is de inzet van de Betaalbare Koopwoningen Zaanstad BV (BKZ) voor herstel van woningen in slechte bouwkundige staat. Deze BV, waarvan de gemeente alle aandelen heeft, is in 2005 in het leven geroepen om nieuwe koopwoningen toegankelijk te maken voor lage inkomensgroepen. Nu er voldoende regulier aanbod op de markt is, wordt gekeken of de BKZ een geschikt financieringsinstrument is voor kwaliteitsverbetering van de bestaande bouw. De basis van het rekenmodel is: aankoop van de grond en de woning, herstellen van de fundering en het geheel vervolgens in erfpacht uitgeven. Ook opties met cascoherstel en energiebesparende maatregelen als isolatie en zonne-energie zijn doorgerekend. In de businesscase is de rol van banken onontbeerlijk: zij moeten bereid zijn een deel van het risico af te dekken. Gesprekken met banken en andere marktpartijen worden ook gevoerd over een onderhoudsfonds, een product dat het voor eigenaren aantrekkelijk moet maken om voor het onderhoud van hun woning te sparen. Voorkomen is immers beter dan genezen. Funderingsaanpak in Dordrecht Vanaf 1800 tot ongeveer 1945 werden woningen in Dordrecht op houten palen gefundeerd. Deze palen gingen zo’n twaalf meter de grond in en daar bovenop kwam een gemetselde muur. Na de oorlog ging men over op het bouwen op betonnen palen of een combinatie van hout en beton. Tegen het eind van de negentiger jaren manifesteerde de funderingsproblematiek zich grootschalig in wijken als Oud-Krispijn, Nieuw-Krispijn, Reeland en de 19e-eeuwse schil. Eind 2000 blijkt uit onderzoek dat er ca. 1.350 woningen mogelijk last hebben van funderingsproblemen als gevolg van rottende palen. Voor ruim 1.100 woningen is er uiteindelijk een hersteladvies afgegeven. Binnen het gemeentelijk beleid voor particuliere woningverbetering is in Dordrecht het afgelopen decennium veel aandacht gegaan naar de aanpak van de funderingsproblematiek. Uitgangspunt is dat huiseigenaren zelf verantwoordelijk zijn voor hun woningen, inclusief de fundering en het herstel daarvan. De gemeente wilde en kon indertijd de bereidwillige woningeigenaren financieel ondersteunen. In 2001 stelde de gemeente € 30 miljoen ter beschikking voor een stadsbrede funderingsaanpak bestaande uit onderzoek, procesbegeleiding, een subsidieregeling en het vrijmaken van gemeentelijke capaciteit. Dordrecht was een van de zes gemeenten die in 2001 een rijksbijdrage kreeg, van ruim 2,4 miljoen euro.
© Copyright 2024 ExpyDoc