Een delegatie van de Raad voor Cultuur bezoekt de provincie Brabant, met als motto: Nederland is groter dan de Randstad! In de verschillende provincies leeft de cultuur volop. Ook in Brabant. MOTI / Museum Of The Image - Breda. Moti is, zoals de directie zelf zegt, een vreemde eend in de bijt in de museumwereld. In 2008 heeft het museum, dat tot dan toe gewijd is aan graphic design, een switch gemaakt naar Beeldcultuur. De bestaande collectie heeft als fundament grafische ontwerpen. Maar na de switch zoekt Moti naar een vorm van collectioneren die past bij het nieuwe uitgangspunt. En dat is niet eenvoudig. Algemene musea zijn over het algemeen gericht op vaste objecten, maar het verzamelen van digitale kunst en vormgeving is nog niet overal goed van de grond gekomen. In de ontwikkeling van beeldcultuur is de afgelopen jaren veel verloren gegaan. Vluchtigheid heeft hier gezorgd voor een gat in de historische archiefmatige vastlegging van deze vorm van cultuur. Veel ontwerpen uit de begintijd van webdesign zijn bijvoorbeeld verdwenen. Kunstenaars hebben gelukkig deels zelf verzameld en bewaard. Daardoor kon Moti haar collectie recent verrijken met een verzameling uit Duitsland van homepages. Alle profielen op Hyves zijn inmiddels ook gecollectioneerd. Moti heeft in de nu lopende subsidieperiode geen geld uit de BIS ontvangen. De directie van het museum bepleit voor de BIS vooral maatwerk voor de komende periode. In de opvatting van Moti is beeldcultuur meer dan kunst; ook de omgeving wordt meegerekend. En, beeldcultuur wordt gestuurd vanuit technologie en heeft een eigen dynamiek. Na vijf jaar is er nu een nieuwe vaste opstelling van analoog naar digitaal. Herkenbaarheid en herhaling spelen rol in de ontwikkeling en worden in de nieuwe tentoonstelling getoond. Het budget van Moti gaat voor een groot deel op aan het gebouw en er blijft weinig geld over voor tentoonstellingen. Een vast gebouw is noodzakelijk, maar Moti denkt daarnaast aan een inhoudelijk franchise-model. Zo is er het uitgewerkte plan om Beeldcultuur op het nieuwe station Breda in paviljoens te tonen. En Moti wil zich ook in Amsterdam manifesteren. Op dit moment loopt de expositie: MOTI HOTEL II van Jan van der Ploeg. In Moti hangen ook prachtige affiches van Toorop en Lebeau, een wandtapijt van Gidding en ontwerpen van Crouwel. Scholen maken veelvuldig gebruik van de educatieve ruimte voor kinderen. Moti wil de komende jaren uitgroeien tot hét museum en hét kennisbolwerk voor beeldcultuur in Nederland. Kijk ook op: http://www.motimuseum.nl. AKV St Joost – Breda. De Akademie voor Kunst en Vormgeving St. Joost is een kunstacademie die is voortgekomen uit een fusie tussen de Hogeschool Brabant en de Hogeschool ’s-Hertogenbosch, waarbij de AKV en St. Joost (de kunstacademie in Breda) één zijn geworden. De academie is gevestigd in Breda (850 studenten) en Den Bosch (350 studenten). AKV St. Joost verzorgt opleidingen op het gebied van Beeldende Kunst en Vormgeving. Leerlingen van de academie maken een eigen filmimpressie van de opleiding: http://vimeo.com/76677273. De academie bestaat ruim 200 jaar en heeft zes richtingen bij vormgeving: illustratie, fotografie, audiovisueel, ruimtelijk ontwerpen, grafisch ontwerpen en animatie. Er wordt door de docenten nadrukkelijk gestuurd op een toekomstige hybride praktijk waarin afgestudeerden terecht komen. Jaarlijks zijn er 700 aanmeldingen en worden er 350 studenten aangenomen. Er is helaas uitval in het eerste jaar. Om dat te voorkomen biedt de opleiding proefstudeersessies van een dag aan. De directie stelt vast dat de druk van het sociaal leenstelsel groot is. Er wordt ingezet op interdisciplinair onderwijs, maar de academie leidt wel monodisciplinaire kunstenaars op. In de beroepspraktijk wordt de kunstenaar uiteindelijk interdisciplinair. Er is in de opleiding veel aandacht voor Kunst en Werk, waarbij ondernemerschap aan de orde komt: het maken van businessplannen en het leren presenteren van plannen. Voor afgestudeerden van St. Joost is er het project Starterslift dat hen aan een eerste eigen bedrijf probeert te helpen. Docenten zijn actief in beroepspraktijk en werken een tot twee dagen aan de academie. St. Joost zit in kring met 12 partnerscholen in Amerika en Europa. Kijk ook op: http://www.stjoost.nl. Van Abbemuseum – Eindhoven Het Van Abbemuseum in Eindhoven is een museum voor hedendaagse en moderne kunst en is in 1936 geopend. Het museum is vernoemd naar de oprichter Henri van Abbe, een groot liefhebber van moderne kunst. Van zijn collectie wilde hij de bevolking van Eindhoven laten mee genieten. De collectie bestaat o.a. uit grafisch werk en foto’s, schilderijen, beeldhouwwerken, een aantal installaties en video’s. Voor de sectoranalyse Noodgedwongen Keuzen heeft de commissie BKV van de Raad voor Cultuur in 2011 een gesprek gehad met directeur Charles Essche. De vooruitzichten waren toen somber. Het museum zou te veel naar binnen gekeerd zijn en in een smalle context opereren. Maar, het Van Abbe heeft het tij gekeerd en ontwikkelt zich nu steeds meer – naast een algemeen museum – tot een kenniscentrum en doet onderzoek naar de collectie. Het museum ontsluit de tentoongestelde collectie door gebruik te maken van archiefstukken in de presentaties en door het publiek actief te betrekken. Toeschouwers kunnen kopieën van originele stukken inzien en zo de werken beter plaatsen. Het museum heeft grafisch vormgever Joost Grootens gevraagd kengetallen en collectie-informatie te visualiseren. Vorig jaar was er een prachtige tentoonstelling van El Lissitzky, van wie het Van Abbe een grote collectie in bezit heeft. Kijk ook op: www.vanabbemuseum.nl. Glow – Eindhoven Vanaf 2006 wordt in Eindhoven Glow georganiseerd. De openbare ruimte van het centrum van de stad vormt én het decor én het podium van deze manifestatie. Kunstenaars en designers uit binnen- en buitenland laten lichtkunst- en designtoepassingen zien, die tot stand zijn gekomen door het gebruik van nieuwe mediatechnologieën zoals computers, sensoren, animaties, maar ook door meer bekende projectietechnieken. Dat levert spectaculaire beelden op. Hiermee bewijst Eindhoven nog maar eens dat het niet alleen de lichtstad was, maar vooral nog steeds is. De manifestatie trekt een breed publiek dat via Glow de stad op een heel ander wijze beleeft. Grote gebouwen worden gebruikt in Glow. Zoals het station, de gebouwen van Philips, het stadion van PSV en het Van Abbemuseum. Het aantal bezoekers stijgt per aflevering van Glow. In 2006 bezoeken een kleine 40.000 mensen het lichtspektakel en dat aantal loopt op tot meer van 500.000 in 2013. Naast Glow in de binnenstad van Eindhoven, wordt er ook op Strijp-S een verzameling lichtkunst gepresenteerd onder de naam GLOW NEXT, met als thema Playground. In Strijp-S staat het oude natuurkundig laboratorium van Philips, waarin nu een groot aantal gevestigde technologische, design en wetenschappelijke bedrijven werken, maar ook honderden kleine nieuwe firma’s. Zie ook: http://www.gloweindhoven.nl. Design Academie – Eindhoven De Design Academy Eindhoven verzorgt HBO Bachelors en Masters op het gebied van design. De Design Academy structureert zijn opleidingen niet in de gebruikelijke categorieën als grafisch design, binnen design enz., maar maakt gebruik van vier designdepartementen: markt, forum, lab en atelier. De instelling is in 1947 opgericht onder de naam Akademie voor Industriële Vormgeving Eindhoven. In 1997 werd de naam veranderd in Design Academy Eindhoven. Jaarlijks organiseert de Design Academy de Dutch Design Week, met afstudeerwerk van bachelor en masterstudenten. Tienduizenden mensen bezoeken deze manifestatie. Er is een uitgebreid programma waar bedrijven en kunstinstellingen aan meewerken. Heel Eindhoven is een paar dagen in de ban van het festival. Volgens de directie van de Design Academie had de opleiding nooit in Amsterdam of Milaan kunnen staan. De academie is namelijk ontstaan uit het erfgoed van Philips. Binnen dit bedrijf was vormgeving een onderdeel van het productieproces. Niet alleen het product zelf (TV, verlichting, audioapparatuur bijvoorbeeld) maar ook de verpakking. De academie heeft in de ontwikkeling een stap gezet van louter industrieel design naar social design. In Eindhoven zijn de afgelopen jaren 85.000 banen verdwenen, maar dit heeft de stad niet echt geraakt. De hele regio is nog steeds erg verbonden met de maak en technische industrie. De academie is hierbij van belang als het gaat om het opleiden van de juiste mensen. De focus ligt niet alleen op Nederland. Er wordt deelgenomen aan presentaties in Milaan, New York en China. Dat levert ook veel buitenlandse studenten op: 50% is afkomstig uit het buitenland. Er zijn nu 700 studenten. Het aantal in de bachelorsopleiding loopt terug, maar het aantal masters stijgt. Ook op de Design Academie komen alle docenten uit de beroepspraktijk en werken ze gemiddeld een dag per week voor de academie. Zie ook: http://www.designacademy.nl. Strijp S – Eindhoven Strijp S is een oud bedrijventerrein in het Eindhovense stadsdeel Strijp. Het was eigendom van de N.V. Philips. De electronicagigant is er weggetrokken en het is nu het kloppend hart van nieuwe technische, creatieve en wetenschappelijke ontwikkelingen in Eindhoven. Twee gebouwen worden sinds 2011 ingrijpend verbouwd, met instandhouding van het industriële karakter. Op de begane grond is er ruimte voor horeca, een museum, een galerie of winkeltjes die iets met cultuur of design te maken hebben. Op de eerste verdieping van de gebouwen bevinden zich huurwoningen en andere functies zoals ateliers en kantoorruimte. De tweede tot en met de zesde verdieping zijn volledig omgebouwd tot huurappartementen. De grond van Strijp-S is door de gemeente Eindhoven verworven en projectontwikkelaars zijn aan de slag gegaan met de gebouwen. Er zijn inmiddels 550 bedrijfjes gevestigd, waar meer dan 2.000 mensen werken. De focus ligt op media, urban culture, design en creatieve bedrijven. Kunst, technologie en wetenschap worden in Strijp-S met elkaar verbonden. Waar bedrijven en studenten na hun examen naar Amsterdam vertrokken, besluiten ze nu in Eindhoven te blijven. Zie ook: http://www.strijp-s.nl. Mu – Eindhoven MU heeft een groot internationaal netwerk. De raad voor cultuur heeft aan de instelling als voorwaarde gesteld dat men samenwerkt met andere presentatie-instellingen en de middelen ook aanwendt ter versterking van projecten van hedendaagse kunst in de regio. Angelique Spaninks is directeur van MU en van STRP festival (kunst, technologie en muziek). Inmiddels is de verhuizing van MU naar het Strijp-S terrein bijna voltooid. De oorspronkelijke locatie in De Witte Dame wordt de komende maanden verlaten. MU opereert heel sterk op het gebied van educatie voor scholen. Uitgangspunt is de hedendaagse kunst, met name hybride en multimediale kunst. MU tracht een jong publiek (tot 35 jaar) in contact te brengen met interdisciplinaire kunst. Zij richt zich daartoe op urban art. MU richt zich vooral op de regio. De positionering sluit aan bij de focus van de regio op innovatie en crossovers tussen beeldende kunst en vormgeving. De aandacht voor mediakunst past goed in de regionale ambitie. Begin april opende in de presentatie-instelling MU | Witte Dame onder de titel Out of Office een expositie over de ideale flexwerkplek, die past bij de werkethiek van de 21e eeuw. Tenminste, zo leek het. Want in een maand tijd transformeerde het ontwerpbureau Knol de ruimte van een plek met schommels, een aaibaar kantoor-konijn en een werkbed om tijdens het werken in weg te dromen, naar een plek met een strak patroon van grijze cubicle offices en strenge regels. De flexwerkers waren zich niet bewust dat ze onderdeel uitmaakten van dit sociaal-architectonisch experiment dat de hype rondom het Nieuwe Werken aan de kaak stelt. Voor alle nieuwe exposities kijk op: http://www.mu.nl. Omroep Brabant – Eindhoven Omroep Brabant is als eerste regionale omroep begonnen met publiekprivate samenwerking. Samen met BN/DeStem in Breda is een experiment gestart op het gebied van de primaire nieuwsvoorziening. De eerste resultaten zijn zo goed, dat besloten is de samenwerking verder uit te breiden met het Eindhovens Dagblad en het Brabants Dagblad in de vorming van een breed regionaal mediacentrum. Definitieve besluiten worden genomen als het bestuur van Wegener met een eindoordeel komt. Limburg heeft inmiddels het goede voorbeeld van Brabant gevolgd. Deze publiek-private samenwerking is ook een belangrijk onderdeel van het advies van de Raad voor Cultuur over de toekomst van de Publieke Omroep. Omroep Brabant zoekt verder samenwerking met 040 en professionele lokale omroepen, verenigd binnen de OLON en met de hogeschool Fontis. De omroep stuurt in de richting van een regionale omroep met een journalistieke productie die klaar is voor de toekomst. Omdat het zogenaamde 112-nieuws in de samenwerking goed loopt, wordt nu ook gekeken naar grotere achtergrondverhalen, die gebruikt kunnen worden in print, op radio en TV en in de sociale media. Omdat in de regio Eindhoven veel Engelstaligen werken wordt ook onderzocht of de regionale nieuwsvoorziening in headlines ook in het Engels aangeboden kan worden. De publiek-private samenwerking wordt nu door het Commissariaat voor de Media toegestaan als experiment. Omroep Brabant pleit voor structurele samenwerking in de plaats van een experiment. Wellicht moet daarvoor de mediawet worden aangepast. Kijk ook op: http://www.omroepbrabant.nl. Zuidelijk Toneel – Tilburg Het Zuidelijk Toneel is een theatergezelschap met een lange staat van dienst. In het verleden hebben Gerardjan Rijnders, Ivo van Hove en Johan Simons er als artistiek leider faam gemaakt en beslissende stappen in hun carrière gemaakt. Het ZT heeft organisatorisch een moeilijk jaar achter de rug. Door ziekte van de artistiek leider Matthijs Rümke raakt het productieproces ontregeld. Veertig al verkochte voorstellingen moesten daardoor worden teruggetrokken. Het ZT richt zich op de regio en op de grote zalen in het land en ziet zich vooral als een gezelschap van betrokken makers. Men werkt met artists in residence. Het eigen publiek is vooral in de regio te vinden en blijkt door de jaren trouw. De voorstellingen die gemaakt worden passen bij het regionale publiek en de steden die in het directe verzorgingsgebied liggen. Zo zijn er plannen om voor de regio Eindhoven een productie te ontwikkelen die Philips als onderwerp heeft. Peerke Donders is een typisch voorbeeld van een toneelstuk, gebaseerd op de geschiedenis van Brabant. Bij het plaatsen van voorstellingen in de grote zalen loopt het ZT tegen financiële problemen op. De uitkoopsommen van zalen zijn soms laag, omdat gemeentebesturen blijkbaar de programmeringsbudgetten van de theaters verlagen. Ook blijken musicals en cabaret minder op te leveren, zodat ook de inkomstenbron daarvan voor toneelproducties opdroogt. Het ZT voelt zich thuis in Brabant en wil zich ook in de toekomst blijven richten op vooral de grote steden in de provincie en zo het Brabantse publiek verder aan zich binden. De echt brede toneelproducties die ook buiten de provincie publiek trekken zijn ook onderdeel van het artistieke beleid en zullen ervoor zorgen dat het gezelschap ook in grote zalen in het hele land kan blijven optreden. Zie ook: http://www.hzt.nl. Artemis – Den Bosch Artemis is sinds 1990 het BIS-jeugdgezelschap van Noord-Brabant. Matthijs Rümke (nu dus bij Het Zuidelijk Toneel) was in de jaren 90 de artistiek leider, vervolgens was lange tijd Floor Huygen de artistiek directeur. Artemis heeft een reputatie met kwalitatief hoogstaande, enigszins intellectuele/literaire, jeugdvoorstellingen met gewaagde repertoirekeuzes. Geen spektakels of sprookjes, maar eerder bewerkingen van Wuthering Heights en Strindberg. Het gezelschap heeft ook internationale uitstraling. Helaas heeft Floor Huygen vanwege een ernstige ziekte vorig jaar noodgedwongen haar functie moeten neerleggen. Zij is opgevolgd door Jetse Batelaan, theatermaker, die zowel voor jeugd als voor volwassenen voorstellingen heeft gemaakt. Hij is een van de meest originele theatermakers die er in Nederland rondloopt. De afgelopen jaren heeft hij voorstelling voor zowel jeugd (bij Max, nu Maas) als volwassenen (bij het Rotheater) gemaakt. Enige titels: Een voorstelling waarin hopelijk niets gebeurt, Het geheven vingertje, Een cowboy met zijn handen hoog juicht waarschijnlijk niet en Bonte avond van Bodybuilders. Recent heeft hij de veelgeprezen 4+-voorstelling De man die alles weet gemaakt. Zakelijk directeur is Maurice Dujardin. Theater Artemis is gevestigd in een klein straatje in Den Bosch. Achter de entree ligt een repetitieruimte en een theaterzaal, waar Artemis theater voor alle leeftijden maakt. Er worden twee tot vier artistieke en hoogwaardige theaterproducties per seizoen gemaakt. Door goed acteerwerk, een dynamisch spel, veel humor en verrassende wendingen, weten de toneelspelers en theatermakers van Artemis herkenning en emoties bij een breed publiek op te wekken. De voorstellingen van Artemis vinden niet alleen in eigen huis in Den Bosch plaats, maar ook op locatie, door heel Nederland en zijn zelfs in het buitenland te zien. Daarnaast worden er diverse voorstellingen gegeven op festivals, waaronder het jaarlijks terugkerende theaterfestival Boulevard met het hart op de Parade in Den Bosch. Ook dit jeugdtheatergezelschap ziet net als het Zuidelijk Toneel problemen bij de podia, die steeds minder risico nemen. De uitkoopsommen zijn laag en de partage ongunstig voor gezelschappen. Omdat Jetse Batelaan producties maakt van hoog niveau en het kostenniveau daardoor stijgt wordt het “verkopen” van de producties steeds moeilijker. Men zoekt naar een vast kerncircuit waar men kan optreden en probeert ook volwassen publiek te betrekken. Ook het aantal theaters met vlakke vloeren neemt af en dit is een volgend probleem. Artemis heeft ook een eigen theaterbus, die men op schoolpleinen kan parkeren en daarin kan spelen en publiek kan ontvangen. Men is bij Artemis vooral niet somber. Er is creativiteit volop en die wordt niet alleen ingezet bij de producties, maar ook bij de marketing en bij de verkoop. Zie ook: http://www.artemis.nl. EKWC – Den Bosch De EKWC was de vierde postacademische instelling van Nederland, maar heeft onder invloed van de bezuinigingen de structurele subsidie in de BIS verloren. Wel kan men nog steeds aanspraak maken op de geoormerkte beurzen bij het Mondriaan Fonds en men is bij die aanvrage succesvol gebleken. In 2013 hebben 56 deelnemers uit 21 verschillende landen (beeldend kunstenaars en ontwerpers, docenten, wetenschappers) een werkperiode in het centrum volbracht. Het merendeel had geen ervaring met keramiek. De leeftijden van de deelnemers zijn zeer uiteenlopend. De gemiddelde leeftijd is 41 jaar. Er zijn op dit moment 12 artists in residence, die drie maanden lang intensief werken in Den Bosch. De ateliers zijn dan ook 24 uur per dag open. De kunstenaars komen uit de gehele wereld: Australië, de VS, Latijns Amerika, Europa en Azië. De deelnemers betalen hun opleiding zelf. Dat kan oplopen tot 30.000 euro per jaar. Als een kunstenaar dat bedrag niet kan betalen, wordt gezocht naar alternatieve financieringsvormen. EKWC is een werkplaats voor keramiek en 3-D printen. Er wordt ambachtelijk en technisch materiaalonderzoek gedaan voor artistieke ontwikkeling en industriële toepassing. Discipline overschrijdend werken wordt er bevorderd. Steeds meer kunstenaars vinden hun weg naar digitale maaktechnieken. Eind dit jaar vertrekt het EKWC vanuit Den Bosch naar het ruim honderd jaar geleden gebouwde industriële complex KVL in Oisterwijk. In Oisterwijk gaat het centrum op zoek naar een publiek. Er komt een winkel, een expositieruimte en samenwerking met onderwijs en bedrijfsleven. Zo wil het centrum dat vorig jaar een miljoen aan subsidie verloor zich omvormen tot een culturele onderneming en men is daar dit jaar zeer succesvol in blijken te zijn. Idee in de nieuwe opzet is om een publieksfunctie te integreren.
© Copyright 2024 ExpyDoc