download de PDF

De tweede editie van Read my World, het nieuwe internationale
literatuurfestival van Amsterdam, gaf opnieuw een verfrissend beeld van
een regio die voornamelijk door rampspoed in het nieuws komt. De formule:
geef opkomende schrijvers en dichters uit de regio zelf de kans om te laten
zien wat er in hun wereld speelt. Verslag van een drie dagen durende ontdekkingstocht door
de literaire actualiteit van het Caraïbisch gebied.
Dag 1
Op de pont van CS naar Amsterdam-Noord kleurt een vroege avond de watervlakte van het
IJ oranje en violet. Ik ben op weg naar de onlangs officieel geopende Tolhuistuin, aan de voet
van de voormalige Shell-toren, komende dagen de thuishaven van Read my World. Vorig
jaar haalde het nieuwe literatuurfestival jonge schrijvers en dichters uit het Midden-Oosten
naar Nederland. Dit tweede jaar staat het Caraïbisch gebied centraal. Suriname, Jamaica,
Guyana, Haïti, ik verheug me op een reis door
onbekend gebied.
De grote zaal is goed gevuld, het publiek is
gemiddeld jong en minstens zo gemengd als
Amsterdam zelf. Op het podium begint dub poet
Sheldon Shepherd een ritmische klankimprovisatie
die overgaat in een a capella rap over leven en
liefde in Kingston. Read my world in the news
daily… De frontman van het Jamaicaanse spoken
word-collectief No-Madzz wordt begeleid door
jazzbassist Pablo Nahar, rechtstreeks uit Suriname. Welcome to the Caribbean.
Festivalcurator Sharda Ganga, toneelschrijfster uit Suriname, legt aan presentator Andrew
Makkinga uit wat dit festival bijzonder maakt. ‘Het komt niet vaak voor dat een festival je
vraagt om jouw wereld te tonen.’ De Guyanese curator Ruel Johnson, schrijver en polemist:
‘Ik wil laten zien dat de globalisering ons ook bereikt, onze literatuur is erdoor in een
stroomversnelling gekomen.’
Nieuwe generatie
De Haïtiaanse curator Kettly Mars koos voor Evelyne
Truillot, Jean-Euphèle Milcé en Emmelie Prophète. De
Franstalige Milcé draagt het aangrijpende gedicht Temps
mort voor, geschreven na de verwoestende aardbeving.
‘Een moment klampt het volk […] zich vast aan de
uitgestoken hand van de cholera en beloften van chaos.’
In sneltreinvaart ontvouwt zich op het podium een
staalkaart van de nieuwe literaire generatie. In korte
voordrachten tonen Vladimir Lucien en Kendel Hippolyte (St. Lucia), Davlin Thomas (Trinidad
& Tobago), Sara Bharrat (Guyana), Shakirah Bourne en Adrian Green (Barbados) een grote
diversiteit in taal, vorm en presentatie. Een flink deel van de schrijvers verkent de literaire
mogelijkheden van de creoolse volkstalen. Shakirah Bourne leest uit haar boek ‘In Time of
need’ dat de 26-jarige schrijfster recent erkenning bracht als groot literair talent.
Uit een leunstoel in een hoek van het podium staat een kleine zwarte man op. De tengere
gestalte met puntbaardje en oxford bril blijkt niemand minder dan de legendarische BritsJamaicaanse dub-dichter Linton Kwesi Johnson. ‘LKJ’ bereikte in de jaren zeventig en tachtig
een cultstatus met Bass Culture en Inglan is A Bitch, dichtbundels geschreven in het Brits-
creools van Jamaica. Op gelijknamige lp’s, begeleid door de beste vroege dub-musici,
verwoordde hij charismatisch en beheerst de grieven van West Indians in Londen, die na het
Newcross massacre (13 doden) in opstand
kwamen tegen racistische behandeling door de
Londense politie en het vrijuit gaan van de
brandstichters.
Muzikale poëzie
‘Ik hoor altijd een bass-line op de achtergrond’,
vertelt de nog steeds vitale dichter. ‘Als dichter
besefte ik dat mijn gedichten via die muziek een
groter publiek konden bereiken.’ LKJ toerde met
Allan Ginsberg en William Burroughs festivals in Europa en de VS af. Zijn vroegste
inspiratiebronnen zijn Prince Buster en King Tubby, aartsvaders van de ska en latere
rapmuziek. Dezelfde bronnen waaruit twee generaties later Sheldon Shepherd put.
Wie beter kan deze avond de cirkel rond maken dan Glenn de Ramdamie, alias Typhoon.
Sinds enkele jaren bestormt hij de podia van zowel pop- als literatuurfestivals met half
geïmproviseerde gedichten begeleid door muzikanten in een veelvoud van stijlen. Typhoon,
enigszins te vergelijken met Stromae, heeft net de 3voor12-prijs gewonnen en is slecht bij
stem. Desondanks beweegt hij als een dolfijn door de taal, put net zo makkelijk uit rap als uit
klassieke literatuur en toont zich een ongeëvenaard performer. Tijdens zijn improvisatie met
Pablo Nahar heeft hij genoeg aan ‘dit is dus het interactieve gedeelte’ om de zaal mee laten
doen.
Dag 2
Zaterdag rond het middaguur filteren magistrale platanen het zonlicht in de Tolhuistuin. Aan
uitklaptafels eten bezoekers pizza uit de steenoven of couscous uit een van de kraampjes.
Zangeres Denise Jannah leest in de toearegtent voor uit Clark Accord’s De koningin van
Paramaribo. In de Tuinzaal een gesprek tussen Vladimir Lucien, Ruel Johnson en Sara Bharrat
over de invloed van toerisme en ‘exotisme’ op de Caraïbische cultuur.
Tijdens ‘What comes from afar’, een project
van de School der Poëzie, lezen leerlingen van
drie Amsterdamse scholen gedichten voor
geïnspireerd door teksten van Shakirah Bourne
en Kendel Hippolyte. Per klas lezen drie
leerlingen een selectie voor, waaruit soms
onverwacht talent blijkt.
Nobelprijswinnaar
Hippolyte en Bourne beantwoorden hun
vragen. ‘Wat zijn uw inspiratiebronnen? Op welk moment van de dag schrijft u? Helpt
muziek bij het schrijven?’ Voor de Hippolyte zijn de allergrootste dichters William Blake en
nobelprijswinnaar Derek Walcott, net als hijzelf afkomstig van St. Lucia. Hippolyte schrijft ‘op
elk moment van de dag, want een mooie gedachte kan zo weer weg zijn.’ Jazzmuziek,
calypso en reggae stimuleren bij hem het creatieve proces, maar ook Europese klassieke
muziek. ‘Op een dag hoop ik een gedicht te schrijven dat klinkt als een grote jazzsolo.’
Shakirah Bourne is onder de indruk van de prestaties. Haar advies: ‘Blijf schrijven en lees
vooral zoveel mogelijk verhalen om inspiratie op te doen.’
Op een rood pluchen canapé wisselen drie Vlaams-Nederlandse schrijversduo’s teksten en
ideeën uit in het kader van de tournee ‘Ken je buren’. ‘Beter een goede buur dan een
vochtige muur’, grapt presentatrice Friedl Lesage. K. Schippers, Miek
Zwamborn, Joke Hermsen, Neske Beks, Bernard Dewulf, Els Moors en
Ann Meskens zijn de namen.
Kiezen wordt nu lastig, want in het paviljoen gaat journaliste Linda
Polman in gesprek met Zarayda Groenhart, Evelyne Truillot en JeanEuphèle Milcé over werkelijkheid en beeldvorming over Haïti.
Het volgen van de curatoren in de grote zaal lijkt de meest
interessante optie. Sharda Ganga licht toe waarom ze Kendel Hippolyte, Adrian Green,
Sheldon Sherpherd en Davlin Thomas heeft uitgekozen. ‘Voor mij tonen zij het contrast
tussen de meer speelse, muzikale literaire tradities in de Caraïben en de cerebrale
benadering van literatuur die ik van Europa ken.’
Getooid met rode plastic duivelsoren leest Davlin
Thomas uit zijn theaterstuk ‘The Idiot’. Een moeder
overste gaat bij de bisschop te biecht en geeft toe dat ze
mannen en vrouwen verleidt om ze te vermoorden
tijdens hun orgasme. Een vileine monoloog over in
onschuld vermomd kwaad. ‘In Trinidad en Tobago is
theater puur vermaak. Ik geef mijn publiek wat het wil
en laat ze bulderen van het lachen. Maar dan zet ik ze
plotseling een spiegel voor. Regeringen de schuld geven
is makkelijk, maar het kwaad zit in ons allemaal.’
Dichter Adrian Green uit Barbados toont zich een performer die het publiek met ritmische,
half gezongen gedichten in een trance brengt, waarin betekenissen over elkaar heen
buitelen. Sheldon Shepherd presenteert zijn eerste boek ‘In the morning yah’, waarin hij
speciaal voor Read My World zijn dub-poëzie heeft gebundeld, met CD.
Verplaatsing en beweging
Curator Ruel Johnson koos op het Caraïbische literatuurfestival
Carifesta ‘simpelweg de jonge schrijvers met het grootste
talent.’ De dichter Vladimir Lucien, afkomstig van St. Lucia, brak
dit jaar internationaal door met Sounding Ground, een
indrukwekkende dichtbundel over identiteit, cultuur, religie,
politiek en ‘thuis’. Deze elementen hebben volgens Lucien geen
vaste kern, maar bestaan bij de gratie van verplaatsing en
beweging. In zijn poëzie onderzoekt hij die beweging, inclusief
de spanning tussen zijn Frans-creoolse kwéyol achtergrond en
het Engels van een volgende kolonisator waarin hij zijn
gedichten schrijft. Uit ´the true sounds of numbers’: In deze
samenscholingen van stilte, deze wereld van ziekte, van mensen
die organen missen / wil ik de klank horen van cijfers. Of ze
blaten of wenen, of zingen als vogels (…)
Shakirah Bourne leest Crossing Over, een
verhaal in creools-Engels over een
ondeugend schoolmeisje dat tijdens
begrafenissen over open grafkuilen heen
springt, maar haar onschuld kwijtraakt als
een vriendinnetje tijdens het spelen valt
en overlijdt. ‘But now because of things
like them, Lasonta may be going to Hell. If
I did know that little children could dead, I
would never have played these tricks.’
Sara Bharrat werd in Guyana nationaal
bekend door haar blog ‘Break your silence’, waarop ze jongeren aanmoedigt het taboe op
interetnische relaties te doorbreken. Ze leest een verhaal over de liefde van een Guyaanse
creool voor een hindoestaans meisje. Tijdens een prijsuitreiking joeg ze hiermee een
Guyaanse minister de zaal uit. ‘In mijn land wordt liefde tussen verschillende
bevolkingsgroepen nog steeds als bloedvervuiling gezien.’
Gentile silence
Engagement, vooral rond kleur en klasse, is in vele schakeringen aanwezig. Niet
verwonderlijk in een gebied waar de slavernijgeschiedenis en het koloniale systeem nog elke
dag doorwerken. In de Toearegtent vraagt Chris Keulemans aan Ruel Johnson of woede een
vruchtbare creatieve voedingsbodem kan zijn. ‘Etnische politiek geeft in Guyana elke dag
reden tot boosheid’, antwoordt Johnson. ‘Naarmate ook onze samenleving rustiger wordt,
groeit de gentile silence over de misstanden.
Schrijvers hebben de natuurlijke rol om die aan
de kaak te blijven stellen.’
Dat er ook in Nederland nog wel iets te
bediscussiëren valt illustreert Christine Otten.
Ze leest uit haar recente roman Rafaël,
gebaseerd op de waargebeurde zoektocht van
een vrouw naar de Tunesische vader van haar
kind. Als Nederland na de Tunesische lente de
grens sluit voor Tunesiërs, moet de man om
terug te komen naa Amsterdam de gevaarlijke
‘Lampedusaroute’ kiezen. Onderweg raakt hij zoek in de naamloze wereld van de illegaliteit.
Intussen kuiert Linton Kwesi Johnson gemoedelijk over het festivalterrein en laat zich
aanklampen voor ‘selfies met’. In de tent gaat hij in op het gebruik van creools-Engels als
‘upright stand’, over het gevaar van fascisme en racisme, over taal en macht. LKJ
waarschuwt voor de nieuwe nationale retoriek
in Europa. ‘In ex-Joegoslavië hebben we
gezien waar deze taal toe leidt’. Zijn jongere
alter ego Sheldon Shepherd rapt in een
minder politieke, persoonlijke taal. ‘My heart
sings, my heart sucks’.
Na een snelle maaltijd bij een van de kramen is er in de grote zaal een discussie over de rol
van ‘machismo’ in de Caraïbische cultuur, naar aanleiding van een door Cindy Kerseborn
gefilmd schrijversportret van Frank Martinus Arion. In de Tuinzaal is de Dichtersmarathon
begonnen. In een meditatieve sfeer wisselt twee uur lang een keur aan dichters elkaar af:
Charles Ducal, Hagar Peters, Vladimir Lucien, Edwin Fagel, Maria van Daalen, Tonnus
Oosterhoff, Maarten van der Graaff, Antoine
de Kom (kleinzoon van), Geert Buelens, Erik
Solvanger. Indrukwekkend is de voordracht
van de Syrisch-Palestijnse dichter Ghayath
Almadhoun, een van de ontdekkingen van
Read my World editie 1. Read my World liet
Almadhouns epische werk vertalen, uitgever
Jurgen Maas zorgde voor een bibliofiele editie.
‘Weg van Damascus’ is een apocalyptische
stream of consciousness van een dichter die de
verwoeste stad van zijn jeugd is ontvlucht.
Cultuurgrens
Ik pak nog een glimp mee van Christine Ottens literatuurshow Bijlmer Boekt XL in de grote
zaal. De Nederlandse rapper Brainpower daagt cabaretier Jörgen Raymann uit om zelf ook
eens over de cultuurgrens te stappen. Met klasse zingt de Surinaamse Raymann het
melancholieke ‘Langs het tuinpad van mijn vader’ van Wim Sonneveld.
Met een Spoken Beat Night in de Tuinzaal mag multitalent Jeannine Valeriano het officiële
programma van dag 2 afsluiten. Haar improvisaties worden ondersteund door live animaties
en jazzmusici Maarten Ornstein, Mark Tuinstra en Ronald Snijders. Snijders imponeert met
een authentieke indiase raga op een Europese dwarsfluit.
Voor wie na deze overvloed nog niet wil gaan slapen gloeien in de tuin verschillende
vuurpotten. Een flink publiek heeft zich daaromheen verzameld voor storytelling en muziek
door onder anderen Kendel Hippolyte en Sahand Sahebdivani.
Dag 3
Op zondag begint het programma later in de middag. In de grote zaal presenteert de literaire
organisatie Perdu ´omgekeerde interviews´. De schrijver stelt vragen aan een lezer, wat leidt
tot verbluffende gesprekken. Anne Vegter las Charles Ducal en is zo lyrisch dat de
bescheiden Vlaamse dichter er nauwelijks tussenkomt. Sharda Ganga las Els Moors´ Liederen
van een kapseizend paard in Suriname en vond dat vooral vervreemdend. Moors: ‘hoorde je
een stem?’ Ganga: ‘Ik zag iemand worstelen om een plek te vinden, die er niet is. Heel
beklemmend, vooral het deel over een man die ontwaakt in een lijkzak maar van het
personeel het mortuarium niet uit mag.’ Moors: ‘denk je: dit is een schrijver met een
persoonlijk probleem, of ook:
waarom wordt dit geschreven?’
Ganga: ‘Caraïbische schrijvers
beschrijven vaak lijden als gevolg
van de Europese cultuur. Hier lees
ik over lijden binnen de Europese
cultuur zelf: een vergeefse zoektocht naar liefde.’
Het gesprek Brave New World gaat over beeldvorming, opvoeding en kinderboeken. Carl
Haarnack (Buku Bibliotheca Surinamica) geeft een overzicht van racistische beelden in
Nederlandse kinderboeken vanaf de 18e eeuw, de bedenkelijke traditie waaruit Zwarte Piet
afkomstig is.
De Haïtiaanse Evelyne Trouillot herkent de beelden niet uit de Franse boeken die ze als kind
las. ‘Bij Jules Verne komen geen zwarte mensen voor. Pas sinds twintig jaar zie je zwarte
kinderen in de jeugdliteratuur en tegenwoordig is dat booming business in Haïti.’
Truillot schrijft nu zelf over een zwarte jongen die met zijn ouders uit New York terugkomt
naar Haïti. De Afro-Amerikaans-Nederlandse striptekenares Mylo Freedman: ‘Op een dag
vroeg ik me af waarom alle prinsessen op de wereld blond moeten zijn.’ Haar Prinses
Arabella-stripboeken over een gekleurd prinsesje zijn nu een wereldwijd succes.
Geert Buelens en Maria van Daalen geven een artistieke reflectie op Sounding Ground van
Vladimir Lucien. Het is een van de mooiste ontmoetingen van het festival, te vergelijken met
die tussen Willem Jan Otten en Ghayat Almadhoun tijdens editie 1 (beide het werk van
redacteur Joost Baars). Als tweetalige Vlaming herkent Buelens de moeilijkheid om je ‘thuis’
te vinden in een koloniale taal. Dat vereist permanente vertaling, maar kansloos is het niet,
stelt Buelens. Als Lucien voordraagt uit de cyclus ‘Horn’, creools voor overspel, draagt zijn
talent de zaal nog eens op vleugels. En liefde zou een kudde van momenten zijn, grazend op
de herinnering als we ons peinzend omdraaien / Van die permanente pastorale verheft zich
misschien nooit meer een gezicht om ons vluchtig aan te zien / Met een schampere blik of
loom wantrouwen, mondenvol oude lust herkauwend (…)
Een wereld aangeraakt
Tijdens Room with a View presenteren Karin
Amatmoekrim, Auke Hulst, Rachid Novaire en
Gerbrand Bakker nieuwe verhalen, geïnspireerd door
foto’s die Caraïbische festivalgasten maakten vanuit
hun werkkamer thuis. En dan gaat het festival naar
een laatste hoogtepunt. In de grote zaal speelt de
Tekstsmederij een dialoog van Malou de Roy van
Zuydewijn geïnspireerd door Davlin Thomas. Wijnand
Stomp en Sara van Gennip spelen een directeur en
zijn pr-assistente, die achter hun professionele masker een seksuele relatie en allerlei
minder fraaie motieven verbergen.
Tijdens het Sranan Poku-dansfeest dwaal ik nog wat door de Tolhuistuin. Ik realiseer me dat
dit niet het festival was van de herkenning, maar van de ontdekking. Ik heb een wereld
aangeraakt die ik maar oppervlakkig kende. In vele presentatievormen heb ik kennis
gemaakt met schrijvers, dichters en performers met een andere geschiedenis, een ander
wereldbeeld en onverwachte literaire vormen. En dwars door alle verschillen heen dat ene
onderwerp van alle literatuur: het universele zoeken naar betekenis en schoonheid in de
condition humaine.
Komend jaar gaan Willemijn Lamp en Matthijs Ponte van Read my World op
zoek naar opkomend talent in een ander ver cultuurgebied waarmee
Nederland een historische verbinding heeft: Indonesië. Dat belooft een nieuwe
ontdekkingsreis. Mis het niet, zou ik zeggen.
[Frank Siddiqui / [email protected]]