Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap 28 april 2014 vrije Universiteit amsterdam © 2014 Vrije Universiteit, Amsterdam 2 Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap Administratieve gegevens Naam van de opleiding Croho nummer Niveau van de opleiding Oriëntatie van de opleiding Aantal studiepunten Afstudeerrichtingen Locatie Variant Verval datum accreditatie vrije Universiteit amsterdam B Literatuurwetenschap 560802 bachelor Wetenschappelijk (wo) 180 EC n.v.t. Amsterdam voltijd 31-12-2014 Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap 3 Inhoudsopgave 1. Inleiding..................................................................................................................................4 2. Indeling van het herstelplan ..................................................................................................6 3. Verbetermaatregelen ............................................................................................................6 3.1. het verbeteren van het niveau van de eindwerkstukken ........................................................6 3.2. begeleidings- en beoordelingsinstrumenten voor de eindwerkstukken.................................9 3.3. toezicht door de examencommissie op de toetskwaliteit ....................................................11 3.4. Verdere afspraken .................................................................................................................13 4. Bijlagen.................................................................................................................................13 Bijlagen .........................................................................................................................................14 Studiehandleiding van Methoden en technieken (2013-2014)....................................................14 Studiehandleiding Bachelor scriptiecolloquium Literatuur (2013-2014) .....................................18 Beoordelingsformulier Bachelorscriptie Literatuur ......................................................................20 Literatuur en Samenleving in schema ..........................................................................................22 vrije Universiteit amsterdam Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap 4 1. Inleiding De bacheloropleiding Literatuurwetenschap (LW) is op 20-22 februari 2013 gevisiteerd, samen met de andere opleidingen uit het cluster Taal- en Letterkunde. Tijdens de mondelinge terugkoppeling gaf de voorzitter van het visitatiepanel aan zich zorgen te maken over standaard 3: de mate waarin de studenten van deze bacheloropleiding het beoogde eindniveau realiseren. In de woorden van het visitatierapport: Hoewel de commissie een aantal scripties heeft gelezen die een goed niveau hadden, waren er toch ook scripties waarvan het niveau bedenkelijk was. Aan het theoretisch kader was in die gevallen te weinig aandacht besteed. Daarnaast was er discussie over de becijfering; de cijfers die de opleiding had toegekend, weken sterk af van de commissieoordelen. In vijf gevallen kwam de commissie op een aanzienlijk lager cijfer uit. (pag. 78) De commissie heeft de aanvankelijke selectie van 4 scripties conform het protocol uitgebreid tot 10. Tijdens het bezoek is gesproken met docenten en studenten van de bacheloropleiding Literatuurwetenschap en met de leden van de overkoepelende bachelorexamencommissie Moderne Talen en Culturen (MTC). Het visitatiepanel oordeelde over standaard 3 van deze opleiding negatief en daarmee kwam het eindoordeel van deze opleiding en over de opleiding Literatuur en Samenleving uit op een onvoldoende. Op 10 april 2014 heeft de NVAO aangegeven (brief kenmerk NVAO/20141224/SL) thans niet over te kunnen gaan tot het verlenen van accreditatie, maar wel de mogelijkheid biedt om een herstelplan in te dienen op basis waarvan de NVAO een besluit zal nemen inzake het al dan niet toekennen van een herstelperiode. Daarnaast heeft de commissie aangegeven dat het toetsbeleid bij de Faculteit nog in een opstartfase zit en dat de VU lang heeft gewacht met concrete stappen om de kwaliteit van de toetsing te bewaken. In de woorden van de commissie: De examencommissies bekijken geen scripties en hebben geen bemoeienis met de becijfering. De visitatiecommissie heeft vernomen dat de toetscommissie met ingang van 1 maart 2013 met deze en andere werkzaamheden is begonnen. Ook het beleid ter voorkoming van fraude is voor verbetering vatbaar. (pag. 78) Het faculteitsbestuur, het opleidingsmanagement, de staf en de examencommissie zijn geschrokken van de bevindingen van het visitatiepanel en hebben zich de kritiek zwaar aangetrokken. Zij erkennen de door het panel gesignaleerde tekortkomingen en hebben direct na het bezoek van de visitatiepanel maatregelen genomen. Dit rapport beschrijft alle verbetermaatregelen die sinds het bezoek van het visitatiepanel in februari 2013 zijn genomen om tegemoet te komen aan alle aanbevelingen en kritiekpunten van het visitatiepanel met betrekking tot standaard 3. Tevens wordt ingegaan op de maatregelen die genomen zijn op standaard 2 ten aanzien van de samenhang en het niveau van het programma en de doorwerking daarvan in het programma van de brede bachelor vrije Universiteit amsterdam Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap 5 Literatuur en Samenleving, waar de bachelor Literatuurwetenschap via een planningsneutrale conversie in is opgegaan met ingang van september 2013. Ten slotte geeft het rapport weer welke maatregelen van faculteitswege zijn genomen om de examencommissie te laten functioneren conform de wetgeving en hoe de kwaliteitsborging van toetsen en beoordelingen zal worden verbeterd. Sommige van deze maatregelen zijn met onmiddellijke ingang geïmplementeerd en hebben reeds positieve resultaten geboekt, andere worden stapsgewijs ingevoerd en zullen binnen de aangegeven termijn van 2 jaar de vruchten afleveren. Vanzelfsprekend worden de maatregelen die hieronder worden omschreven ook ingevoerd in de nieuwe brede BA Literatuur en Samenleving. Een team onder leiding van prof. dr. B. Peperkamp is hier momenteel mee bezig. De in dit rapport beschreven maatregelen, facultair en op opleidingsniveau, vormen de eerste fase van het herstelplan voor de opleiding Literatuurwetenschap en daarmee voor de opleiding Literatuur en Samenleving. Deze fase wordt in de zomer van 2014 geëvalueerd. Daarna start de tweede fase waarin de genomen maatregelen zo nodig aangepast en aangevuld worden. Aan het eind van 2015 kan dan over de tweede fase gerapporteerd worden. Al deze maatregelen samen zullen naar ons oordeel de door het visitatiepanel geconstateerde tekortkomingen oplossen en leiden tot het gewenste niveau van de eindwerkstukken, een goede borging van de toetskwaliteit en een versterking van de interne samenhang en het niveau binnen de opleiding Literatuurwetenschap en in het verlengde daarvan ook in het curriculum van de opleiding Literatuur en Samenleving. April 2014 Prof. dr. B.J. Peperkamp, afdelingshoofd van de afdeling Literatuur en Cultuur Prof. dr. D.H. Schram, leerstoelhouder Literatuurwetenschap Prof. dr. M. Hannay, portefeuillehouder Onderwijs Dr. E. Geudeke, directeur Onderwijs vrije Universiteit amsterdam Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap 6 2. Indeling van het herstelplan In haar brief geeft de NVAO aan dat de volgende punten naar haar oordeel in ieder geval in dit herstelplan aan bod dienen te komen: 1. 2. 3. het verbeteren van de theoretische diepgang en het niveau van de analyse in de eindwerkstukken; het strikter inzetten van begeleidings- en beoordelingsinstrumenten voor de eindwerkstukken; scherper toezicht houden door de examencommissie op het niveau van zowel de tussentijdse toetsing als het gerealiseerd eindniveau. Daarnaast vraagt de NVAO om in het herstelplan tevens aandacht te besteden aan de opmerkingen in het rapport ten aanzien van de samenhang en het niveau van het programma. In de volgende hoofdstukken zal beschreven worden welke maatregelen inmiddels genomen zijn en welke nog zullen volgen om de kwaliteit van de eindwerkstukken te verhogen, de taakuitvoering van de examencommissie te verbeteren en de samenhang binnen het onderwijsprogramma te versterken. 3. Verbetermaatregelen 3.1. het verbeteren van het niveau van de eindwerkstukken 3.1.1. Procedure Naar aanleiding van het negatieve oordeel van de visitatiecommissie hebben tien docenten, afkomstig van de leerstoelen Nederlandse Letterkunde, Engelse Letterkunde en Franse Taal en Cultuur van de afdeling literatuur en cultuur, de tien door de commissie gelezen scripties opnieuw beoordeeld. De hierbij gevolgde procedure was als volgt: • de scripties zijn geanonimiseerd en at random verspreid onder de docenten die allen zeer ervaren zijn in het begeleiden van bachelor- en masterscripties; • de docenten hebben ieder de hun toegewezen scriptie beoordeeld aan de hand van het beoordelingsformulier zoals dat sinds maart 2013 binnen de afdeling gehanteerd wordt; • de beoordelingsformulieren zijn vervolgens verzameld en de uitkomsten geanalyseerd in twee plenaire vergaderingen van het zogenaamde hooglerarenberaad; • een samenvatting van deze bevindingen is gecommuniceerd aan de portefeuillehouder onderwijs, de onderwijsdirecteur en aan de verantwoordelijke stafleden – inclusief de hoogleraren. vrije Universiteit amsterdam Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap 7 3.1.2. Bevindingen Vooropgesteld moet worden dat de beoordelaars unaniem het oordeel van de commissie onderschrijven. De cijfers zijn te hoog gezien de kwaliteit van het werk in kwestie. Samenvattend gaat het daarbij om: • De formulering van de vraagstelling • Het expliciteren van de onderzoeksmethodologie en de corpusverantwoording • Het taalgebruik – zowel wat betreft het academisch discours als de grammaticale en orthografische correctheid Meer in bijzonder is over de herbeoordeelde scripties opgemerkt dat : • De onderwerpen veel nauwer moeten aansluiten op de behandelde collegestof of het onderzoek(sgebied) van de docent, voor zover de studenten daar in de bachelorfase mee vertrouwd zijn gemaakt; • In een aantal scripties de onderzoeksvraag niet goed geformuleerd, niet aanwezig of niet genoeg ingeperkt en daarmee onbehandelbaar is; • Diverse scripties geen logische opbouw hebben, wat al te zien is aan de inhoudsopgave; • er af en toe te stevige, generaliserende of concluderende claims gemaakt worden die niet kunnen worden gedekt met het kleine corpusonderzoek en/of de invalide vraagstelling; • de academische houding als gevolg van dit alles niet altijd voldoende getoetst kan worden; • de precisie ontbreekt en het niveau van taal en vorm – zeker voor Letterenstudenten – te wensen over laat. 3.1.3 Maatregelen Naar aanleiding van bovenstaande bevindingen is vanaf maart 2013 in het hooglerarenberaad over herstelmaatregelen nagedacht in drie onderling samenhangende dimensies. Deze maatregelen hebben een bredere uitwerking, met name ook naar de brede bachelor Literatuur en samenleving. Deze drie dimensies zijn: 1. Kwaliteitstoetsing; 2. Competentie staf; 3. Inrichting van het onderwijsprogramma. Ad. 1 Kwaliteitstoetsing Deze maatregelen worden uiteengezet in paragraaf 3.2 van dit rapport. Zie aldaar. Ad. 2 Competentie staf Het hooglerarenberaad acht alle begeleidende docenten van de scripties in kwestie verantwoordelijk voor het gebeurde. Dat geldt in het bijzonder de dienstdoende hoogleraar prof. dr. D.H. Schram. Uiteraard is ook de vraag gesteld of de afdelingshoofden – respectievelijk prof. dr. J. M. Koppenol en prof. dr. B.J. Peperkamp – op enigerlei wijze in gebreke zijn vrije Universiteit amsterdam Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap 8 gebleven. Het antwoord op deze vraag moet bevestigend zijn. Er bestond in de periode 20072011 geen habitus binnen het cluster Literatuur en Cultuur om over de muren van de afzonderlijke opleidingen heen te kijken en een adequate intercollegiale toetsing toe te passen. Daar staat tegenover dat de vorige visitatie geen enkele aanleiding gaf tot wantrouwen of ingrijpen. Integendeel zelfs: bij deze visitatie werd namelijk vastgesteld dat de scripties van Literatuurwetenschap juist te laag werden becijferd. 1 Mw. dr. S. Jensen heeft inmiddels de faculteit verlaten. Met prof. dr. D.H. Schram en dr. J.J.M. van Stralen zijn strikte afspraken gemaakt in verband met het verbeterparcours voor de begeleiding van eindwerkstukken (zie paragraaf 3.2). Ook de overige leden van de afdeling Literatuur en Cultuur worden herhaaldelijk door het afdelingshoofd gewezen op de noodzaak van een strikte naleving van deze afspraken. Ad. 3 Inrichting van het onderwijsprogramma In de onderwijsprogrammering zijn deels direct (vanaf maart 2013) en deels vanaf 1 september 2013 de volgende wijzigingen c.q. aanscherpingen doorgevoerd: a. Methoden en Technieken: studenten moeten sterker en explicieter getraind worden in het formuleren van relevante, uitvoerbare onderzoeksprojecten (op 300 niveau). De huidige studenten van de ‘oude’ bacheloropleidingen hebben een college Methodologie gevolgd, waarin expliciet aandacht is besteed aan het formuleren van een onderzoeksvraag en het kiezen van de meest geschikte methode om deze te beantwoorden. In het vervolg van hun studieprogramma en met name in de scriptiefase zal meer dan tot nu toe het geval was naar deze vaardigheden worden terugverwezen. In de nieuwe bacheloropleiding Literatuur en Samenleving wordt in jaar 1 (periode 6) het onderdeel Methoden en Technieken gegeven. Met ingang van september 2013 heeft dit vak een extra component (3 uur per week) gekregen, waarin relevante onderzoeksvaardigheden in samenhang worden onderwezen. Uiteraard zullen in alle overige vakken in de bachelorfase dimensies van onderzoek en rapportage aan de orde komen, vooral (via feedback op) werkstukken. In de bijlagen is de cursusomschrijving van deze vernieuwde module toegevoegd. Voor het academiejaar 2014-2015 zullen de relaties tussen de verschillende vakken binnen de bachelor Literatuur en Samenleving in het perspectief van onderzoeksgebondenheid nog verder worden aangescherpt. b. Schrijfvaardigheid: heldere opbouw, zorgvuldig taalgebruik en correcte opmaak van academische werkstukken zijn gedurende de hele opleiding een eis. Vanaf maart 2013 worden werkstukken (binnen alle bacheloropleidingen van de afdeling Literatuur en Cultuur) consequent teruggestuurd ter verbetering zodra er meer dan drie evidente taalfouten in zitten. In het tweedejaars vak Vormen en functies van verhalen schrijven studenten met ingang van september 2013 een groot werkstuk. 1 Visitatierapport QANU februari 2007, Kunst en Cultuur, Faculteit der Letteren, Vrije Universiteit Amsterdam, pag. 151 vrije Universiteit amsterdam Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap 9 c. Scriptie(voorbereidings)traject. Om dit traject beter te laten verlopen en de door de commissie geconstateerde problemen te voorkomen, zijn met ingang van maart 2013 voor alle bacheloropleidingen binnen de afdeling Literatuur en Cultuur de volgende maatregelen doorgevoerd (zie ook onder 3.2): • een vroege controle, door de tweede lezer en/of de examencommissie, van de opzet van de scriptie (vraagstelling, inhoudsopgave en voorlopige bibliografie) (daadwerkelijk ingevoerd in maart 2013); • peer-review door medestudenten. Het leren geven van feedback draagt bij aan academische vorming (ingevoerd in maart 2013); • een digitale check van de Academische Vaardigheden-kennis aan het begin van jaar 3 (met indien nodig een remedial traject) en extra aandacht voor academische (schrijf)vaardigheden in het scriptiecolloquium (doorlopende leerlijn schrijfvaardigheden; wordt ingevoerd in september 2014); • strengere bewaking van de onderwerpskeuze – deze moet voortaan nauw aansluiten bij de expertise van de begeleidende docent. Het probleem van de te brede onderwerpen wordt bij de nieuwe opleiding Literatuur en Samenleving ook verholpen door het onderzoeksgebonden onderwijs, dat de keuzevrijheid van studenten eveneens inperkt (is ingevoerd in september 2013). 3.2. begeleidings- en beoordelingsinstrumenten voor de eindwerkstukken Naar aanleiding van de bevindingen van de visitatiecommissie, die haar zorgen heeft uitgesproken over de kwaliteit van de toetsing, met name wat betreft de scripties, is in april 2013 het onderstaande opgesteld door prof.dr. B.J. Peperkamp (afdelingshoofd Literatuur en Cultuur), mw.dr. P.H. Moser (voorzitter bachelor examencommissie Moderne Talen en Culturen) en mw.dr. M.J.E. van Tooren (opleidingscoördinator Literatuur en Cultuur). Zij hebben zich daarbij gebaseerd op de facultaire richtlijnen (zie de bachelor scriptiehandleiding zoals te vinden op http://www.let.vu.nl/nl/studenten/regelgeving-encommissies/Scriptiehandleiding/index.asp) en bestaande, goed lopende praktijken zoals het scriptiecolloquium Engelse Letterkunde dat mw.dr. B. Boter begeleidt. Daarmee zijn de volgende regels gaan gelden: 3.2.1 Onderwerpen • De opleiding formuleert een beperkt aantal domeinen waarbinnen studenten hun scriptie kunnen schrijven. Deze domeinen sluiten aan bij de expertise van de docent. De scriptieonderwerpen worden voorafgaand aan het scriptiecolloquium gepubliceerd op BlackBoard (ingevoerd in september 2013). 3.2.2. Colloquium • De opleiding biedt vanaf week 1 van periode 4 een scriptiecolloquium aan (ingevoerd vrije Universiteit amsterdam Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap • • • • 10 in het cursusjaar 2013-2014). De student die een scriptie wil gaan schrijven, schrijft zich in voor het scriptiecolloquium. Tijdens dit colloquium wordt een onderwerp gekozen en een onderzoeksvraag geformuleerd. De eindtermen en de doelstellingen van de scriptie worden duidelijk gemaakt. De onderzoeksvraag moet zo nauwkeurig mogelijk worden gepreciseerd. De student wordt gewezen op het beoordelingsformulier en op het feit dat de scriptie aan een fraudecontrole zal worden onderworpen. De cursusomschrijving is opgenomen in de bijlagen. 3.2.3. Overeenkomst • De student en de beoogde scriptiebegeleider vullen dan de scriptieovereenkomst in. • De examencommissie toetst de scriptieovereenkomst op de volgende punten: - formulering en wetenschappelijk gehalte onderzoeksvraag - relevante expertise van de begeleider - frequentie van de begeleiding • Zodra een overeenkomst is goedgekeurd, stuurt de secretaris van de examencommissie hierover bericht naar student en begeleider en archiveert de goedgekeurde overeenkomst (ingevoerd in het cursusjaar 2013-2014). 3.2.4 Beoordeling (ingevoerd april 2013) • De begeleider beoordeelt de scriptie aan de hand van het beoordelingsformulier dat de afdeling in gezamenlijk overleg hebben vastgesteld en dat in opgenomen in de bijlagen. De tekst vinden is op de website van de afdeling: www.literatuurensamenleving.nl. De begeleider bewaart het formulier op papier en als pdf. In de beoordeling spreekt de begeleider een zorgvuldig, goed beargumenteerd, waarheidsgetrouw oordeel uit. • De tweede lezer, die afkomstig moet zijn van een andere opleiding dan de begeleider, beoordeelt de scriptie eveneens aan de hand van het beoordelingsformulier . Ook hij/zij bewaart het formulier op papier en als pdf. Dit gebeurt onafhankelijk van het oordeel van de begeleider. De eerste lezer neemt kennis van de beoordeling van de tweede lezer en voegt beide beoordelingen samen. In dit uiteindelijke beoordelingsdocument wordt het eindcijfer vermeld en gemotiveerd aan de hand van beide beoordelingen. • Conform de facultaire richtlijnen wordt bij een verschil van twee punten of meer tussen de beoordelingen, de examencommissie geïnformeerd door de begeleider. Deze zal een derde beoordelaar aanwijzen. Ook indien het verschil in cijfer tussen de beoordeling van de begeleider(s) en de tweede lezer één punt bedraagt en dit verschil bepalend is voor de toekenning van voldoende of onvoldoende wordt de Examencommissie ingeschakeld en zal door de examencommissie een derde beoordelaar worden aangewezen. Het eindcijfer wordt gevormd door het gemiddelde van de 3 afzonderlijke beoordelingen (beoordeling door de begeleider(s), beoordeling vrije Universiteit amsterdam Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap • 11 door de tweede lezer, beoordeling door de derde beoordelaar). De examencommissie geeft dit eindcijfer door aan de student. Het beoordelingsformulier is opgenomen in de bijlagen. 3.2.5 Fraudebestrijding • De begeleider toetst de scriptie op plagiaat door middel van Turnitin of Safeassignment (Blackboard), en slaat de resultaten van deze toets op als pdf. Van geconstateerd plagiaat wordt altijd melding gemaakt bij de examencommissie. 3.2.6 Archivering • In overeenstemming met de facultaire regels geeft de begeleider, met het eindcijfer, een compleet dossier door aan de administratie. Dit dossier bevat de definitieve tekst van de scriptie in pdf, de scriptieovereenkomst in pdf en het beoordelingsformulier (ingevoerd in april 2013). • De begeleider levert hetzelfde dossier, aangevuld met het rapport van de plagiaatcontrole (in pdf) in bij het afdelingshoofd. Deze documenten worden gearchiveerd op een deel van de website dat alleen voor medewerkers toegankelijk is; doel hiervan is niet alleen een overzicht te krijgen van de scriptieonderwerpen, maar ook het beschikbaar hebben van het materiaal voor analyse van bijvoorbeeld beoordelingsnormen (ingevoerd in april 2013). 3.3. toezicht door de examencommissie op de toetskwaliteit Als onderdeel van het toetsbeleid van de Faculteit is op 1 maart 2013 de facultaire toetscommissie ingesteld. De toetscommissie legt verantwoording af aan de examencommissies en bestaat uit leden afkomstig uit de examencommissies, te weten: minimaal 6 leden: 5 leden afkomstig uit de bachelorexamencommissies (uit elke commissie één lid) en één lid uit de Examencommissie van de Graduate School of Humanities. De toetscommissie heeft de volgende taken: • Het toezien op de (borging van de) kwaliteit van de toetsen. • Minimaal een maal per semester rapporteren aan de examencommissies. De notulen van de toetscommissie worden ook naar alle examencommissies gestuurd. • Jaarlijks een plan van werkzaamheden maken. • Jaarlijks een verslag van haar werkzaamheden maken en daarin aanbevelingen doen. • Het bewaken van de kwaliteit van de toetsen door pro-actief op te treden. Voor aanvang van het studiejaar kunnen de afdelingshoofden, de examencommissies en de Opleidingscommissies, de toetscommissie verzoeken om per afdeling ten minste twee vakken te selecteren die door de toetscommissie aan een nader onderzoek onderworpen zullen worden. Het is de toetscommissie die de vakken selecteert. De vakkenselectie wordt daarna aan de examencommissies voorgelegd. vrije Universiteit amsterdam Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap 12 • Re-actief optreden als daar op basis van bijvoorbeeld de vakevaluaties, zak/slaagpercentages of sterk afwijkende tentamenresultaten aanleiding toe is. Daartoe gaat de commissie als volgt te werk: Per periode opvragen van de lijsten met zak/slaagpercentages. Indien daartoe aanleiding is, vraagt de commissie het betreffende tentamen op. Per periode opvragen van de gemiddelde scores per tentamen. Indien daartoe aanleiding is wordt het betreffende tentamen opgevraagd bij de docent. • Het per semester trekken van steekproef uit de tentamens (per leerjaar en per opleiding). Van deze tentamens worden onder meer op de volgende aspecten beoordeeld: - Heeft vooraf collegiale toetsing plaatsgevonden? - Zijn antwoordmodellen aanwezig? - Is vooraf per vraag de normering bepaald en bekend gemaakt aan de studenten? • Periodiek tentamens voor te leggen aan de specialisten op het gebied van toetskwaliteit (analyse op consistentie van de vragen, itemanalyse en dergelijke) • Tentamens waarbij een probleem is geconstateerd worden in het daaropvolgende jaar standaard beoordeeld door de toetscommissie. • Per academisch jaar worden per afdeling twee scripties en stageverslagen beoordeeld door de toetscommissie. • Daar waar in de vakevaluaties tentamens onvoldoende scoren, kan de leerstoelhouder en/of de OC de toetscommissie vragen, onderzoek te doen naar het betreffende tentamen. De bachelorexamencommissie van de afdeling Moderne Talen en Culturen heeft de toetscommissie verzocht om 2 eerstejaars tentamens van de opleiding Literatuur en Samenleving te analyseren. Dit betreft de vakken Literature, Culture and Society (periode 1) en Literatuurwetenschap (periode 1). De uitkomsten en verbeterpunten hiervan zijn met de betreffende docenten besproken. Daarnaast heeft de toetscommissie tien scripties beoordeeld, waaronder drie Bachelor Literatuurwetenschap scripties. Het gaat hier om scripties geschreven in het cursusjaar 2012-2013, waarbij scripties geselecteerd zijn met hoge of juist lage cijfers. De uitkomsten zijn met de begeleiders besproken. Vanuit de bachelor examencommissie Moderne Talen en Culturen en binnen de opleiding, is men actief bezig met het nader formuleren en implementeren van het fraudebeleid. Zo is in het najaar van 2013 bij het vak Academische Vaardigheden (1e jaar Literatuur en Samenleving) academische integriteit een expliciet onderwerp van discussie en reflectie gemaakt aan de hand van actuele voorbeelden en beleidsstukken daarover van de VU, de KNAW en de VNSU. Waar mogelijk wordt bij andere colleges daarop aangehaakt. Als voorbeeld hiervan kan genoemd worden dat de studenten bij het vak Literaire analyse als deelopdracht een creatieve bewerking maakten van een literaire tekst (bij wijze van interpretatie). Toen vanuit het college geprobeerd werd die resultaten online te plaatsen, bleek dat problematisch omdat er rechten op de gebruikte teksten, muziek en filmbeelden zaten. Dit voorbeeld zal gebruikt worden als vrije Universiteit amsterdam Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap 13 inzet van een afdelingsbrede discussie rond academische integriteit om te komen tot nadere richtlijnen. Daarnaast beraadt de examencommissie zich over strengere sancties bij geconstateerd plagiaat, zodat de student bijvoorbeeld een jaar moet wachten voor hij/ zij opnieuw aan het betreffende college mag deelnemen. Ten slotte kan hier vermeld worden dat de examencommissie alle scriptieovereenkomsten bespreekt en beoordeelt en overeenkomsten zo nodig terugstuurt naar de student of begeleider voor nadere aanvullingen. Dit is inmiddels al een aantal keren voorgekomen. 3.4. Verdere afspraken Bij de verdere invulling van het curriculum van de bachelor Literatuur en Samenleving wordt overeenkomstig de suggesties van de visitatiecommissie, veel aandacht besteed aan beroepsoriëntatie, internationalisering en onderzoeksgebonden onderwijs. Daarnaast is het aantal contacturen, conform de Vu-richtlijnen opgehoogd van 3 of 4 uur per vak naar 7 uur per vak in jaar 1 (vanaf 2013-2014) en naar 6 per vak in jaar 2 (vanaf het cursusjaar 2014-2015). Vanaf het cursusjaar 2015-2016 zal ook in jaar 3 6 uur college per vak de norm zijn. Naar aanleiding van de visitatie zijn op een aantal fronten maatregelen genomen, zoals beschreven in dit herstelplan. Sommige van deze maatregelen hebben al geleid tot nieuwe werkwijzen en tot een aantal inhoudelijke maatregelen in het onderwijs om zo meer schrijf- en onderzoeksvaardigheden te trainen en een betere voorbereiding op de scriptie te bieden. Alle genomen maatregelen worden geëvalueerd in de zomer van 2014, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor de examencommissie en de toetscommissie. Daarnaast zullen ook in het stafberaad de nieuwe procedures en begeleidingsinstrumenten onder de loep genomen worden en zullen deze waar nodig verder worden aangescherpt en aangevuld. Dit zal er toe leiden dat in het cursusjaar 2014-2015 de tweede fase van het herstelplan kan ingaan, waar aan het eind van 2015 over gerapporteerd kan worden. 4. Bijlagen Als aanvulling op de tekst zijn de volgende bijlagen toegevoegd: • Studiehandleiding van de vakken o Methoden en technieken (2013-2014) o Bachelor scriptiecolloquium literatuurwetenschap (2013-2014) • Beoordelingsformulier Bachelorschriptie LW • Literatuur en Samenleving in schema jaar 1 (2013-2014) en jaar 2 (2014-2015) vrije Universiteit amsterdam Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap 14 Bijlagen Studiehandleiding van Methoden en technieken (2013-2014) Methoden en technieken Literatuur en Samenleving BA, jaar 1 Coördinator: drs. Eric Akkerman Docenten: drs. Eric Akkerman, prof. dr. Ben Peperkamp, drs. Wouter Schrover, drs. Anne-Fleur van der Meer Contact: [email protected], [email protected] EC: 6.0 Voertaal: Nederlands ---------------------------------------------------------------------------------------------------------Cursusbeschrijving In deze cursus doe je met behulp van digitale middelen onderzoek naar literatuur. Je leert onder meer over de verschillende digitale verschijningsvormen van (literaire) teksten en verdiept je in de vraag welke onderzoeksmogelijkheden deze bieden. We besteden veel aandacht aan de vraag hoe je digitale middelen, zoals concordantieprogrammatuur en programmatuur voor de annotatie van teksten, kunt inzetten om relevante literatuurwetenschappelijke kwesties te onderzoeken. Daartoe gaan we in het bijzonder met één specifieke casus uitgebreid aan de slag, te weten de novelle ‘Fanny’ van Marcellus Emants. Aan de hand van deze tekst leer je een onderscheid maken tussen object- en conceptdomein en maak je (nader) kennis met de zogeheten Literature & Science Studies. Ook reflecteer je op het belang van de literatuurtheoretische notie intertekstualiteit voor de studie van literatuur. Zodoende leer je hoe digitale tools vooral een meerwaarde bieden wanneer je werkt vanuit een relevante wetenschappelijke vraagstelling en theorie. Leerdoelen - De student kan aan de hand van een casus kritisch reflecteren op de waarde en (wetenschappelijke) implicaties van enkele literatuurtheoretische benaderingen. - De student leert de mogelijkheden kennen van digitale bronnen en gegevensbestanden in het onderzoek naar literaire teksten. - De student kan met behulp van relevante ICT- methoden en technieken zelfstandig literatuurwetenschappelijke opdrachten uitvoeren, die gericht zijn op bronnenonderzoek, concordantie, annotatie en tekstpresentatie. - De student kan kritisch reflecteren op de (meer)waarde en beperkingen van digitale methoden en technieken in vergelijking met andere methoden en technieken. vrije Universiteit amsterdam Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap 15 Toetsing Tijdens de cursus worden verschillende opdrachten uitgevoerd, die gezamenlijk voor 90% meetellen. Dit cijfer komt tot stand op basis van een gewogen gemiddelde van de cijfers van een vijftal opdrachten: • E-resources 16% • Concordantie 25% • Annotatie 25% • Reflectieopdracht 6% • Tekstpresentatie 18% Daarnaast wordt de participatie (aanwezigheid en actieve deelname) tijdens de cursus beoordeeld (10%). Beide onderdelen moeten als voldoende beoordeeld worden. In de eerste twee weken van de cursus zijn de werkgroepen alleen toegankelijk voor studenten die op tijd (donderdag om 11.30 uur) via Blackboard hun opdracht hebben ingeleverd. Deze module is een verplicht vak in het eerste jaar. Er geldt een verplichte aanwezigheid. Deze module geldt als ingangseis bij Literaire receptie van de klassieken (intertekstualiteit) en Virtuele uitgeverij in het tweede jaar. Studiebelasting Totaal: 6.0 EC (168 uur) Aanwezigheid hoorcolleges Aanwezigheid practica Aanwezigheid werkcolleges Lezen literatuur Maken opdrachten Afronding 12 uur 12 uur 8 uur 30 uur 100 uur 6 uur * De herkansingsmogelijkheid voor deze cursus is in augustus. Literatuur: De teksten die tijdens deze cursus gebruikt worden, kunnen in bijna alle gevallen online worden gevonden. Het is niet nodig om zelf literatuur aan te schaffen. Primair: Couperus, Louis. Eline Vere. Amsterdam: P.N. Kampen & Zoon, 1890. Deyssel, Lodewijk van. Een liefde. Den Haag: Bert Bakker, 1974. Eeden, Frederik van. Van de koele meren des doods. Amsterdam: W. Versluys, 1900. Emants, Marcellus. ‘Fanny.’ Een drietal novellen. Haarlem: W.C. de Graaff, 1879. 212302. Emants, Marcellus. ‘Waan.’ De Gids 68 (1904): 1-50, 213-270. Secundair: Anbeek, Ton. ‘Kenmerken van de Nederlandse naturalistische roman.’ De nieuwe taalgids 72 (1979) 6: 520-534. vrije Universiteit amsterdam Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap 16 Kemperink, Mary. ‘Medische theorieën in de Nederlandse naturalistische roman.’ De negentiende eeuw 17 (1993) 3: 114-171. Kemperink, Mary, Ben Peperkamp en Paul Wackers. ‘Literatuur en natuurwetenschap. Ter inleiding.’ Nederlandse Letterkunde 9 (2004) 3: 205-209. [BB] Mathijsen, Marita. ‘De commentaar.’ Naar de letter. Handboek editiewetenschap. Assen: Van Gorcum, 1995. 333-351. Meijer, Maaike. ‘Intertekstualiteit.’ In tekst gevat. Inleiding tot een kritiek van representatie. Amsterdam: Amsterdam UP, 2005 (1996). 18-37. NB: Van de primaire teksten dient alleen Fanny integraal gelezen te worden. Overzicht van de cursus Hieronder vind je een schematisch overzicht van de cursus. De hoor- en werkcolleges worden (grotendeels) verzorgd door Ben Peperkamp, de practica door Eric Akkerman. NB: in de eerste week is er zowel op maandag als vrijdag een hoorcollege en een practicum (i.v.m. Pinksteren in de tweede week). Vanwege de volle eerste week raden we je aan al van tevoren te beginnen met het lezen van enkele teksten. Week 1 Hoorcollege Maandag 2 juni – 11.00-14.15 uur 11A-36 Kennismaking en inleiding • Objectdomein: de naturalistische roman, casus Fanny • Conceptdomeinen: literatuurhistorische benadering, literatuur & wetenschap • Toelichting algemene opdracht (object/conceptdomein) ten behoeve van werkcollege Voorbereiding: Practicum Maandag 2 juni – 14.30-17.30 uur 13A-36 Werkcollege Donderdag 5 juni – 13.30-15.15 uur 14A-37 Hoorcollege Vrijdag 6 juni – 11.00-14.15 uur 14A20 (vanaf 13.30 uur in 14A37) • • • • • • Lezen Emants (1879) Korte terugblik op e-resources (zoals eerder behandeld tijdens cursus Inleiding literatuurwetenschap) Behandeling relevante digitale bronnen Werken aan opdracht e-resources (16%) Bespreking opdracht e-resources Bespreken artikelen aan de hand van opdracht Voorbereiding: • • • • • Lezen artikelen Anbeek (1979) en Kemperink (1993) Algemene opdracht (object/conceptdomein) Intertekstualiteit Literatuur & wetenschap Uitleg concordantie (Eric Akkerman) Voorbereiding: Practicum Vrijdag 6 juni – 14.30-17.30 uur 13A-36 vrije Universiteit amsterdam • • • • Lezen artikel Kemperink, Peperkamp & Wackers (2004) Lezen hoofdstuk Meijer (2005) Practicum concordantie Beginnen met werken aan opdracht concordantie Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap Week 2 Werkcollege Donderdag 11 juni – 13.30-15.15 uur 14A-37 Week 3 Hoorcollege Maandag 16 juni – 11.00-14.15 uur 11A-36 • 17 Bespreken opdracht concordantie Voorbereiding: • Inleveren opdracht concordantie (uiterlijk donderdag om 11.30 uur) • • Annotatie: theorie Uitleg E-margin (Eric Akkerman) Voorbereiding: • Lezen hoofdstuk Mathijsen (1995) Practicum • Practicum E-margin Maandag 16 juni – • Beginnen met werken aan opdracht annotatie 14.30-17.30 uur 13A-36 Werkcollege • Bespreken opdracht annotatie Donderdag 19 juni – Voorbereiding: 13.30-15.15 uur • Inleveren opdracht annotatie (uiterlijk donderdag om 14A-37 11.30 uur) Zelfwerkzaamheid • Maken reflectieopdracht – deze dient uiterlijk maandagochtend om 9.00 uur ingeleverd te worden via Blackboard. Week 4 Hoorcollege Maandag 23 juni – 11.00-14.15 uur 11A-36 Practicum Maandag 23 juni – 14.30-17.30 uur 13A-36 Werkcollege Donderdag 26 juni – 13.30-15.15 uur 14A-37 Afronding • • Editiewetenschap Bespreking voorbeelden (van studenten) Voorbereiding: • • • • Opdracht: elke student neemt een editie mee en bereidt een korte toelichting (5 minuten) op het door hem/haar gekozen voorbeeld voor. (Voor welke doelgroep is de editie geschikt, welke onderdelen bevat de annotatie, enz). Uitleg werking van de projectpagina Beginnen met werken aan opdracht tekstpresentatie Korte presentaties van studenten (per groepje) over tekstpresentatie Voorbereiding: • Presentatie voorbereiden Vrijdag 27 juni is de laatste dag dat aan de tekstpresentatie gewerkt kan worden. Daarna worden alle opdrachten beoordeeld. vrije Universiteit amsterdam Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap 18 Studiehandleiding Bachelor scriptiecolloquium Literatuur (2013-2014) BA-Scriptiecolloquim 2013-2014 Brief 10 december 2013 ivm Eerste bijeenkomst woensdag 5 februari 2014 om 11.00 – HG 12A32 Geachte studenten, Deze brief is bestemd voor Bachelorstudenten die in periode 4 met de scriptie gaan beginnen en in juni 2014 moeten afronden. Wij willen jullie alvast attenderen op enkele formele en inhoudelijke zaken die van groot belang zijn. Let erop dat je 2de jaars studiepunten in orde moeten zijn – spreek anders je studiebegeleider. Tijdens een eerste algemene scriptiebijeenkomst, zullen de hiernavolgende kwesties aan bod komen. Uiteraard kun je in december en januari alvast beginnen met nadenken over de vraag over wat voor onderwerp je een scriptie zou willen schrijven en wie je als begeleider wil. Bestudeer ook weer heel goed de richtlijnen van ACVA. Agenda voor de eerste bijeenkomst: 1. Hoe ziet een goede scriptie eruit? 2. Scriptiehandleiding 3. Scriptiecontract/overeenkomst 4. Onderwerpen en begeleiding 5. Het scriptietraject Ad 1 Hoe ziet een goede scriptie eruit? - Zelfstandig onderzoek - Goed afgebakend onderwerp - Duidelijke vraagstelling - Goed opgebouwd betoog met adequaat analytisch en conceptueel instrumentarium - Controleerbare uitspraken - Adequate verwerking van relevante secundaire literatuur - Noten, bibliografie en spelling conform de ACVA-regels (men raadplege de werkbank) - Informatievergaring en schriftelijk rapporteren. Ad 2 Scriptiehandleiding - Op de website van de faculteit. - Nuttig is ook het boek van Jan Renkema: Schrijfwijzer. Ad 3 Scriptiecontract/overeenkomst - op de website van de faculteit Ad 4 Onderwerp en begeleiding Een van de docenten Oudere of Moderne Nederlandse letterkunde is je begeleider/ eerste lezer. Een van de anderen is je tweede lezer en beslist mee over je eindcijfer. Voor studenten van LW geldt dat een van de docenten LW je begeleider/ eerste lezer is. Een andere docent uit de afdeling Literatuur en Cultuur is je tweede lezer en beslist mee over je eindcijfer. vrije Universiteit amsterdam Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap 19 Mogelijkheden: je schrijft een BA-scriptie - in vervolg op een college uit jaar 3 - in relatie tot het lopend onderzoek van een van de docenten. Wij opereren in groepsverband hetgeen de mogelijkheid biedt tot samenwerken en peer review. De keuze van het scriptieonderwerp wordt in nauw overleg met begeleiders gekozen. De heren Schram en Van Stralen zullen hier meer informatie over geven. Je kunt ze ondertussen ook zelf benaderen. De bedoeling is dat je enkel een onderwerp kiest dat past of aansluit bij de “onderzoeksprofielen” van de scriptiebegeleiders. Er wordt rekening gehouden met de werklast van de docenten. Je zou dus ook een andere begeleider toegewezen kunnen krijgen dan je in eerste instantie wilde. Ad 5 Het scriptietraject (exacte data worden later bekendgemaakt) Toelichting: het scriptietraject kent twee sporen: * een ‘individueel’ spoor (tutorial en bespreking met begeleider), * een ‘collectief’ spoor (enkele bijeenkomsten met de scriptieklas; eventueel te verdelen in groepen) De collectieve scriptieklas komt in principe vier of vijf keer bijeen: - 1ste bijeenkomst (week 1 van periode 4): algemene informatie, verdeling scripties over docenten voor zover studenten zich nog niet zelf eerder hebben aangemeld - 2de bijeenkomst (bijvoorbeeld weken 2 of 3): formaliteiten zoals ACVA-regels; iedereen presenteert vraagstelling en scriptieopzet - 3de en 4de bijeenkomsten (bijvoorbeeld weken 5 en 6): bespreking voortgang, voetangels en klemmen - 5de bijeenkomst (bijvoorbeeld week 7 van periode 5): presentaties van de scripties, met powerpoint Alle scripties moeten vroeg in juni 2014 in finale vorm worden ingeleverd; streefdatum is 9 juni. Bovendien moet een korte samenvatting gereed worden gemaakt voor de website; zie voorbeelden op de weblogs van MNL en ONL bij http://vu-moderne-nederlandseletterkunde.blogspot.com/ Vriendelijke groet, Ena Jansen (scriptiecolloquim-coördinator) Mede namens Dick Schram en Hans van Stralen vrije Universiteit amsterdam 20 Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap Beoordelingsformulier Bachelorscriptie Literatuur Wij verzoeken u om de cijfers van de scripties en stages vanaf 1 mei 2013 op de volgende wijze digitaal aan te leveren: U stuurt een mail naar [email protected] met daarin vermeld de naam van de student, het studentnummer en het cijfer. U stuurt als bijlagen mee: • De definitieve tekst van de scriptie/het stageverslag in pdf; • De scriptie/stageovereenkomst in pdf • Het beoordelingsformulier (in de onderstaande versie) In de cc regel van bedoelde email gelieve ook te zetten: [email protected] Naam student: …………………………………. Studentnummer: ………………………………… Opleiding: ………………………………… Begeleider/tweede lezer: ………………………………… ……………………………………………………… criteria omschrijving Vraagstelling Wordt de centrale vraag op een duidelijke manier ingeleid, of komt deze als het ware uit de lucht vallen? Is de centrale vraag of probleemstelling in dit werkstuk eenvoudig en begrijpelijk geformuleerd, bijvoorbeeld analoog aan een van de volgende algemene vraagstellingen: Hoe kan methode A bijdragen aan het oplossen van vraagstuk B? Kan verschijnsel C het beste worden verklaard met behulp van theorie D of theorie E? toelichting Beschrijft de auteur de gebruikte onderzoeksmethode(n) op een duidelijke manier (beschrijving); wordt nader toegelicht waarom gekozen is voor deze in plaats van andere methoden (rechtvaardiging)? toelichting Worden de gegevens – in kwalitatieve of kwantitatieve vorm – overzichtelijk volgens een nader aangegeven ordeningsprincipe (bijv. chronologisch, naar auteurs, of naar items) gepresenteerd? Wordt op verantwoorde wijze gebruikgemaakt van tabellen, figuren, diagrammen of schema’s? Methode Presentatie bevindingen; structuur en opbouw vrije Universiteit amsterdam Beoordeling: o-v-g-zg Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap toelichting Analyse van bevindingen Worden de gegevens niet alleen goed beschreven maar ook nader geanalyseerd met behulp van kwalitatieve en/of kwantitatieve analysetechnieken die passen in de gekozen onderzoeksmethode(n)? toelichting Gebruik van bestaande keuze, documentatie, analyse secundaire literatuur toelichting Argumentatie en interne logica van het betoog, onderscheid tussen conclusies empirisch gefundeerde uitspraken en meningen, veronderstellingen en vooroordelen Volgen de conclusies logisch uit de (analyse van de) bevindingen? Geven de conclusies een duidelijk antwoord op de centrale vraag? toelichting Vorm en taalgebruik Heeft het werkstuk een omvang die past bij de inhoud? Zijn er veel of weinig typografische fouten? Is de tekst prettig leesbaar? Wordt op verantwoorde wijze van appendices gebruik gemaakt, en op correcte wijze naar literatuur verwezen? Is de alineaindeling consequent? Is het taalgebruik correct, helder, wetenschappelijk, volgens de conventies van het genre, samenhang, stijl toelichting Proces van voorbereiding inzet, duur, onafhankelijkheid, eigen inbreng, en schrijven hoeveelheid herzieningen, afbakeningen toelichting Scriptie is gecontroleerd Is de scriptie door de eerste lezer gecontroleerd op op plagiaat het gebruik van plagiaat middels SafeAssignment? toelichting Alle aspecten dienen voldoende te zijn voor een voldoende beoordeling Eindcijfer: Richtlijn: 5 of lager, indien één of meer aspecten o is/zijn 6 indien alle aspecten v zijn 7 indien minimaal de helft van de aspecten g en de overige aspecten v zijn 8 indien alle aspecten g zijn (of tegenover elke v een zg staat) 9 indien de meeste aspecten zg zijn en de overige g zijn 10 indien alle aspecten zg zijn vrije Universiteit amsterdam 21 22 Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap Literatuur en Samenleving in schema Literatuur en samenleving jaar 1 in schema (2013-2014) Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Periode 5 Periode 6 Literature, Culture and Society (6 ec) Academische Vaardigheden * LS1 (6 ec) Academische Vaardigheden* LS2 (6 ec) Westeuropese literatuur (6 ec) Creatieve industrie (6 ec) Methoden en Technieken (6 ec) Tentamen Tentamen en kleine onderzoeksopdrachte n Opdrachten op het gebied van: e-resources concordantie annotatie reflectie tekstpresentatie Literature and Media (6 ec) Creatief schrijven (6 ec) Tentamen, essay (2500 woorden), wekelijks blog en groepspresentatie Tentamen en schrijfopdracht (korte fictionele tekst) Tentamen, korte schrijfopdrachten en eindessay Literatuurwetenschap (6 ec) Tentamen, korte onderzoeks- en schrijfopdrachten, essay (700 woorden) Literaire analyse (6 ec) Tentamen (twee deeltoetsen), kort essay en creatieve bewerking van een tekst *Academische Vaardigheden bestaat uit: Zoeken en presenteren wetenschappelijke informatie: zoekopdrachten Schriftelijk presenteren: werkstuk Mondeling presenteren: presentatie op ‘congres’ Academic English: grammar and writing: schrijfopdracht In periode 1 en 2, 4 en 5 volgen de studenten 2 uur per week het Atelier (verkenningsmodule) waaraan ook enkele kleine schrijf- en/of onderzoeksopdrachten verbonden zijn. vrije Universiteit amsterdam 23 Herstelplan Bachelor Literatuurwetenschap Literatuur en Samenleving jaar 2 in schema (2014-2015) Specialisatie Nederlands Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Periode 5 Periode 6 Cultuurgeschiedenis (6 ec) Vormen en Functies van verhalen (6 ec) Literaire Receptie van klassieke mythen (6 ec) Wetenschapsgeschiedenis (6 ec) Filosofie (6 ec) Virtual Publishing House (6 ec) Tentamen en werkstuk Werkstuk over eigen onderzoek(je) Literair-historisch overzicht 1 (oudere periodes) (6 ec) Specialisatie Engels Literair-historisch overzicht 2 (nieuwere periodes) (6 ec) Tentamen en werkstuk (analyse van een gedicht) Tentamen, presentatie en essay Cultuurgeschiedenis (6 ec) British and American Literature 1776-1900 (6 ec) Tentamen en essay (1500 woorden) Aspects of British and American Literature 1550-1800 (6 ec) American Literature 1900-present (6 ec) Tentamen en kleinere schrijfopdrachten Drie korte (500 woorden) en een eindessay (2500 woorden) vrije Universiteit amsterdam Praktische opdrachten Literatuur en het esthetisch oordeel (6 ec) Tentamen en een aantal kleinere schrijfopdrachten (portfolio) Literaire Receptie van klassieke mythen (6 ec) Wetenschapsgeschiedenis (6 ec) Boekwetenschap en literair bedrijf (6 ec) Individuele opdrachten en groepspresenta tie Filosofie (6 ec) Virtual Publishing House (6 ec) Praktische opdrachten Werkstuk over eigen onderzoek(je) British Literature 1900-present (6 ec) Fiction and Film (6 ec) Groepspresen-tatie en eindessay (2500 woorden) ‘Research journal’ en eindessay (2500 woorden)
© Copyright 2024 ExpyDoc