Weekblad voor Mergel- & Heuvelland

Inleiding
Wat is recht? Dat is de centrale vraag in deze cursus. In de inleiding zullen we ons niet al te
veel verlaten in een academische waterval aan tekstblokken en moeilijk woorden. We gaan
meteen to the point aan de hand van concrete definitie(s) om tot slot de definities uit te
werken en te ontleden.
Definitie recht
“Recht is een geheel van gedragsregels met een institutioneel en begripsmatig kader die
opgelegd word/werd door de maatschappij met als doel de ordening van die maatschappij.”

Gedragsregels
Recht is een geheel van gedragsregels. Met andere woorden; het bepaalt hoe
mensen zich moeten gedragen in een bepaalde maatschappij. Om dit te
bewerkstelligen vaardigen de bevoegde instanties bevelen/verboden en
dwingend/aanvullende regels uit.
Ten eerste heb je de bevelen of verboden (maw; iets moeten of niet mogen doen).
Deze zijn er van verschillende intensiteit. Dit wil zeggen dat niet alle bevelen of
verboden op iedereen van toepassing zijn. Je hebt regelgeving waar iedereen zich
aan moet houden, terwijl wetgeving toegepast op het huwelijk enkel van toepassing
is op gehuwden of mensen die aan het scheiden zijn bv.
Ten tweede heb je nog de regels. Je hebt dwingende regels en aanvullende regels.
Dwingende regels moeten worden nagekomen op straffe van sanctie. Onder
dwingende regels ressorteren we oa wetten, decreten, verdragen,… officiële
wetgeving. Bv; de woninghuurwet. Bij aanvullende regels (het woord zegt het zelf;
meestal aanvullend op een al bestaan dwingende regel) zitten eerder de iets lossere
afspraken en/of de wetten die vrij geïnterpreteerd mogen worden. Bv de regels en
procedures van een koop- en verkoopovereenkomst. In de praktijk worden van deze
regels (weliswaar binnen het wettelijk kader) nog al eens aangepast aan de
omstandigheden. Producent, verkoper en consument wijken soms (licht) af van deze
regels.

Institutioneel en begripsmatig
Onder een institutioneel en begripsmatig karakter begrijpen we de formulering, de
wijze van toepassing en de wijze van afdwinging. De concrete definities in de
wetboeken zijn dus de institutionele en begripsmatige elementen van recht. Bv. een
wet met de daar bijbehorende juridisch correcte opstelling, uitleg, wijze van
toepassing, mogelijkheden tot afdwinging, uitzonderingen,…
*Michael Vanhee /-/ 1ste Bachelor in de Rechten /-/ Cursus Basisbegrippen van recht /-/ AJ 2014-2015*©

Maatschappelijk opgelegd
We leven in een democratische rechtsstaat. Dit impliceert dat wij
vertegenwoordigers kiezen in de parlementen. In de parlementen zijn het de politici
die de regelgevingen maken. De kamerleder, senators, ministers,… zijn
verantwoordelijk voor de gedragsregels en mits wij (de maatschappij) de mensen
aanduiden die ze mogen beheren worden de wetten in feite door het volk gemaakt.
Wij geven als het ware een volmacht aan de politici om gedurende de legislatuur de
maatschappij te vertegenwoordigen en maatschappelijk relevante regelgeving op te
stellen.

Doel: ordening van de maatschappij
Recht is geen onschuldig spelletje. Recht is er met een doel. Eeuwen geleden,
millennia geleden – toen de mens zich in maatschappijen ging organiseren – was er
de nood aan een ‘uniforme’ afspraak omtrent hoe met elkaar samen te leven.
Recht was er van bij den beginnen (en intrinsiek nog steeds) om de maatschappij de
ordenen, er een hiërarchie in te vestigen, regels ter stimulans van de algemene
welvaart en regels voor wanneer men inbreuken pleegde op voorgenoemde
wetgeving.
*Michael Vanhee /-/ 1ste Bachelor in de Rechten /-/ Cursus Basisbegrippen van recht /-/ AJ 2014-2015*©
Kwaliteit van recht
Als we in een maatschappij zouden leven waar de regels gewoon werden opgesteld
naargelang het de wetgever uitkomt, in welke maatschappij zouden we dan leven? Er is een
explosie van wetgeving, dat wel, maar intrinsiek (moeten ze) voldoen ze aan 3 parameters


Rechtszekerheid
Onder rechtszekerheid verstaan we de juridisch-technische vereisten waaraan
wetgeving moet voldoen aleer ze daadwerkelijk als officieel aanvaarde
wet/decreet/… kunnen in werking treden. Een viertal deelparameters zijn onderdeel
van rechtszekerheid.
-
Voorspelbaarheid: ‘Iedereen wordt geacht de wet te kennen’ is het adagium die
gebruikt wordt doorheen de gehele rechtelijke wereld. Gelet op de veelheid aan
(veranderingen in) wetten is dit echter onmogelijk. Dus moet de wetgeving een
zeker voorspelbaarheid in zich hebben. Lees: de wet moet zodanig logisch en
opgebouwd zijn zodat de burger vanuit sociaal standpunt (ethisch, sociaal,
waardelijk,…) of vanuit kennis van andere wetten, de regel vanzelf naleeft.
-
Vastheid: Onder vastheid verstaan we het feit dat wetten voldoende lang
(ongewijzigd) moeten bestaan om een zekere vergroeiing met de maatschappij te
kunnen ondergaan. Als een wet zodanig snel veranderend zodat de vorige versie
nauwelijks tot niet toepasbaar was, dan is de wetgeving niet kwalitatief.
-
Algemeenheid: regelgeving moet abstract en algemeen zijn. Het moet (kunnen)
gelden voor een breed spectrum van de maatschappij. Het viseren of
bevoordelen van één bepaalde groep is niet kwalitatief en moreel niet
verdedigbaar.
-
Onderlinge consistentie: tot slot moet de regelgeving in overeenstemming zijn
met andere, al bestaande, wetten. Nieuwe wetgeving mag niet strijdig zijn en
moet idealiter voorbouwen op andere regels en/of andere regels versterken.
Rechtvaardigheid
Een tweede belangrijk parameter in de kwaliteitscontrole van recht is de
rechtvaardigheid. Regelgeving is evolutief in de tijd en past zichzelf dus aan de mores
van de tijd. Echter, een harde kern van vaste en universele waarden en normen moet
blijven gehandhaafd worden. Zie ook ‘algemeenheid’ bij rechtszekerheid.
*Michael Vanhee /-/ 1ste Bachelor in de Rechten /-/ Cursus Basisbegrippen van recht /-/ AJ 2014-2015*©

Doeltreffendheid
Tot slot moet recht ook doeltreffend en efficient zijn. Geen goede werking, geen
rechts(staat). Middelen ter beschikking van de bevoegde instanties moeten dus
efficient aangewend al naargelang de soort situatie. De middelen moeten worden
aangepast aan de doelstelling; maatschappijverbetering.
Idealiter moet wetgeving dus ook regelmatig geëvalueerd worden. Dit om te zien of
de wetgeving goed in elkaar zit, of er nog aan gesleuteld moet worden of dat de
wetgeving überhaupt nog moet blijven bestaan/ingevoerd worden.
Handhaving van recht
Rechtsregels worden opgesteld door de wetgevers; vertegenwoordigers van de
maatschappij. Maar hoe worden deze regels afgedwongen? Specifiek door de uitvoerende
macht, die respectievelijk de regels in toepassing brengt en nadien inbreuken bestraft en de
toepasbaarheid en relevantie controleert. Dit maakt de uitvoerende macht en de rechterlijke
macht dragers van het maatschappelijk gezag.
Het initiatief tot deze handhaving is verschillend van privaatrecht tot publiekrecht.
In het publiekrecht, die verticaal geordend is (top down en bottom up), is het de overheid
die initiatief neemt om bepaalde regels toe te laten passen en/of inbreuken te bestraffen.
Als instrument heeft ze hier het Openbaar Ministerie voor.
Bij privaatrecht ligt de situatie net anders. Privaatrecht regels de (horizontale) verhoudingen
tussen mensen en/of groepen mensen. Dit geeft als implicatie dat de burger zelf het
initiatief moet nemen.
Conclusie
Het continentaal recht is dus een gehaal van gedragsregels en de ermee smanehangende
institutionele voorschriften, uitgevaardigd en gehandhaafd door of krachtens het
maatschappelijk gezag, met oog op het installeren en ordenen van een rechtszekere,
rechtvaardige, doeltreffende en goede maatschappij.
*Michael Vanhee /-/ 1ste Bachelor in de Rechten /-/ Cursus Basisbegrippen van recht /-/ AJ 2014-2015*©
*Michael Vanhee /-/ 1ste Bachelor in de Rechten /-/ Cursus Basisbegrippen van recht /-/ AJ 2014-2015*©