ZO 2 1 SEPTEMBER 2014 TO N G E R LO, A B D I J K E R K A B D I J S T R A AT 4 0 19:30 L AT V I J A S R A D I O KO R I S o.l.v. S I G VA R D S K Ļ A VA KRISTĪNE BARKOVSKA, AGATE BURKINA, IEVA EZERIETE, INGA MARTINSONE, IVETA ROMANCĀNE, INITA VINDAVA sopraan ILZE BĒRZIŅA, ANTRA DREĢE, SANTA KOKINA, GUNDEGA KRŪMIŅA, LĪGA PAEGLE, DACE STRAUTMANE alt RŪDOLFS BĒRTIŅŠ, EGILS JĀKOBSONS, NORMUNDS ĶIRSIS, FERIJS MILLERS, AIGARS REINIS, KĀRLIS RŪTENTĀLS tenor ALDIS ANDERSONS, KĀRLIS BIMBERS, GUNDARS DZIĻUMS, JĀNIS KOKINS, JĀNIS STRAZDIŅŠ, PĒTERIS VAICKOVSKIS bas MUSICA DIVINA ABDIJENWEEKEND 49 ARVO PÄRT………Nunc Dimittis VALENTIN SILVESTROV………Ave Maria GYÖRGY LIGETI………Lux Aeterna SERGEÏ RACHMANINOV………All-night Vigil, opus 37 Priidite, poklonimsya Blagoslovi, dushe moya, Gospoda Blazhen muzh Svete tikhiy Nīne otpushchayeshi Bogoroditse Devo Slava v vīshnikh Bogu Khvalite imya Gospodne Blagosloven yesi, Gospodi Voskreseniye Khristovo videvshe Velichit dusha moya Gospoda Velikoye slavosloviye Dnes spaseniye Voskres iz groba Vzbrannoy voyevode i.s.m. Abdij van Tongerlo 5 0Gemeente CO NTR en Westerlo APUNCTUS M U Z I EK D E NAC H T VA N De naam van de Russische componist Sergei Rachmaninov (18731943) zal altijd verbonden blijven met zijn virtuoze pianomuziek, waaronder het overbekende Tweede en Derde pianoconcerto. Dat Rachmaninov ook enkele sterke koorwerken op zijn palmares heeft staan, dreigt wel eens vergeten te worden. Zelf noemt hij zijn All-night Vigil (Vsénoshchnoye bdéniye) opus 37 uit 1915 voor gemengd koor a cappella nochtans een van zijn absolute lievelingswerken. Dit monumentale koorwerk was het hoogtepunt en meteen ook het slot van een traditie van Russisch-orthodox geïnspireerde muziek, die begon bij Tsjaikovski’s All-night Vigil in 1882. Ook Rimsky-Korsakov en minder klinkende namen als Kastalsky en Chesnokov putten inspiratie uit de gebedstijden van de Russisch-orthodoxe liturgie. Tegelijk markeert de All-night Vigil het einde van Rachmaninovs meest vruchtbare en succesvolle periode, die begon met de algemene appreciatie van zijn Tweede symfonie in 1907. Na de première van All-night Vigil profileerde Rachmaninov zich meer als concertpianist, trok hij weg uit Rusland en vestigde zich in Stockholm, Kopenhagen en uiteindelijk in de Verenigde Staten waar hij in 1943 stierf. Op zijn persoonlijke vraag werd het vijfde deel van All-night Vigil gezongen op zijn begrafenis. Zoals gezegd is het vijftiendelige werk sterk verbonden met de liturgie, meer bepaald met enkele onderdelen van het dagelijkse getijdengebed. Naar Rachmaninovs All-night Vigil wordt vaak kortweg verwezen als De Vespers, maar dat is eigenlijk onvolledig: enkel de eerste zes secties vormen de vespers (of avondgebed), de secties 7-14 vormen de metten (middernachtgebed) en de laatste sectie de priem (ochtendgebed). Samen omspannen deze gebedstijden de periode van zonsondergang tot zonsopgang. Voor de tekst selecteerde Rachmaninov de vijftien bekendste psalmen en hymnen uit het Russischorthodoxe repertoire, die in hun totaliteit de menselijke heilsgeschiedenis van de schepping van de wereld tot en met Christus’ verrijzenis bezingen. Tien van de vijftien secties zijn gebaseerd op oude melodieën uit het middeleeuwse Rusland. Deze melodieën waren oorspronkelijk eenstemmig en werden door L AT V I J A S R A D I O KO R I S 51 Rachmaninov bewerkt tot een overwegend vierstemmige zetting, met uitspringers tot zeven-, acht- of zelfs elfstemmige passages. De meerstemmige gedeeltes worden afgewisseld met enkele solopassages voor de alt en de tenor. De laatste vijf secties componeerde Rachmaninov volledig zelf, weliswaar geent op de schrijfwijze van de traditionele melodieën. Rachmaninov maakte zich de archaïsche stijl volledig eigen: ook de meerstemmige bewerking volgt niet de gangbare West-Europese regels, maar de eeuwenoude muzikale praktijk van de Russische volksmuziek. Heel typisch is de zogenaamde basso profundo, een zeer lage basstem die een donker fundament geeft aan de koorklank. Om de tekst verstaanbaar te houden – het gehele werk is immers een lang gebed – schreef Rachmaninov geen complexe fuga’s of drukke imitatieve passages. De variatie zit in het gebruik van alle mogelijke stemcombinaties en klankkleuren: hij slaagt erin om stemkleuren uit de achtergrond te doen opdoemen en weer te doen verdwijnen in de klankmassa. De absolute meester in het creëren van bewegende klankmassa’s is zonder meer György Ligeti (1923-2006). Zijn succes berust grotendeels op zijn vermogen om met weinig middelen heel mysterieuze klanken te componeren. Als Hongaarse Jood, geboren in Roemenië, ging het hem aanvankelijk nochtans niet voor de wind. Door een toeval overleefde hij de Holocaust (hij verloor wel zijn familie), en in Budapest, achter het Ijzeren Gordijn, werd zijn creativiteit ingeperkt door het socialistisch realisme. Pas in 1956 kon hij vluchten naar het Westen. De specificiteit van zijn muzikaal œuvre hangt samen met deze biografische context: Ligeti noemde zich “immuun voor alle ideologieën”. En inderdaad, al gauw werd hij op muzikaal vlak aangetrokken door experimenten van modernisten als Janáček en Bartók. Zijn grote muzikale nieuwsgierigheid en gezonde scepsis tegenover de traditie bracht hem bij de studie van de vijftiende-eeuwse Vlaamse polyfonie tot de meest recente klankexperimenten. Na een periode van muzikaal aftasten maakte Ligeti in het midden van de jaren 1960 de keuze om de expressiemogelijkheden van de atonaliteit te verbinden met de stabiliteit van een traditioneel tonaal uitganspunt. Lux Aeterna uit 1966 voor 16 onbegeleide stemmen is een van de eerste en bekendste werken die Ligeti’s stempel dragen. Ligeti legt zijn focus niet op toonafstanden, maar op de densiteit van de totale klank. Door telkens noten toe te voegen en weer weg te nemen, schept Ligeti groeiende en afnemende klankwolken. De systematische manier waarop hij dit procedé 52 L AT V I J A S R A D I O KO R I S doorvoert, resulteert in een micropolyfonie: een wervelend web van heel exact uitgeschreven klanken die samen een soort muzikale nevel vormen die de eeuwigheid voorstellen. Het ‘spatiale’ element van Ligeti’s muziek werd ook opgemerkt door de Amerikaanse cineast Stanley Kubrick, die Ligeti’s Lux Aeterna, naast enkele andere van zijn werken, als soundtrack gebruikte in de filmklassieker 2001: A Space Odyssey uit 1968. De Estse componist Arvo Pärt (*1935) gebruikt dan weer een ander soort contrapunt, waarbij soberheid en herhaling essentieel zijn. Waar Ligeti tijdloosheid verklankt door het gebruik van heel dense, complexe en uitgestrekte klankwolken, bereikt Pärt een gelijkaardig effect door eenvoud en absolute zuiverheid. Hiervoor haalt hij inspiratie bij uiteenlopende stijlen: zijn expliciet religieuze muziek combineert een minimalistische soberheid met contrapunt in barokke stijl. Zijn herkenbare melodieën doen sterk denken aan het Gregoriaans, dat hij bewust imiteert. Na een korte experimentele periode ontwierp Pärt rond het jaar 1976 een eigen muzikale schrijfstijl, die hij tintinnabuli doopte, wat letterlijk ‘belletjes’ betekent. Centraal staat de systematische en repetitieve omspeling van een drieklank. Pärts Nunc Dimittis uit 2001 is daar een recent voorbeeld van. Door het contemplatieve karakter van zijn werken, en Pärts religieuze duiding daarvan, wordt zijn stijl wel eens het heilig minimalisme genoemd. De esthetische uitgangspunten van de Oekraïense componist Valentin Silvestrov (*1937) sluiten nauw aan bij die van Pärt. Zijn werken klinken vrij traditioneel tonaal maar winnen aan expressiviteit dankzij enkele modale elementen. Dat geldt ook voor zijn ingetogen Ave Maria uit 2007. Vergelijkbaar met Rachmaninovs All-night Vigil is de emotionele diepgang van de muziek en het kenmerkende gebruik van de basso profundo, die een stevige ondergrond biedt voor een recitatief-achtige melodie. Het gereputeerde Lets Radiokoor brengt een nachtelijk en ietwat sinister programma in een stijl die hen volledig eigen is. Met hun opname van Rachmaninovs All-night Vigil scheerden ze in 2012 hoge toppen, en zowel Ligeti, Pärt als Silvestrov stellen vocale eisen waaraan enkel een koor kan voldoen dat het Oost-Europese en Russische gevoel voor muzikale mystiek in het bloed heeft. Arne Herman L AT V I J A S R A D I O KO R I S 53
© Copyright 2024 ExpyDoc