Een emmer voor kerst

Van de weblog van Dirk Maurits Boersma
Twee keer per jaar komen de zendingskerken bij elkaar: op goede vrijdag en op kerstdag. Goede
vrijdag is de grootste happening: dan wordt er eten gekookt voor zo’n 300-400 mensen en treden
er koren op uit alle kerken. De kerstdienst is minder ambitieus: het is een korter programma
(alleen een kerkdienst), er komen minder mensen op af en er wordt alleen koekjes met sap/koffie
geserveerd.
Vanmorgen ging ik met twee vrouwen van onze gemeente naar Soshanguve GG. Een grote emmer
koekjes werd in de auto geladen. Dat is de bijdrage die van iedere kerk verwacht werd. Het maakt
niet uit hoeveel leden de kerk heeft, iedereen neemt ongeveer evenveel koekjes mee én
vruchtensap. Omdat onze kerk zo klein is, vonden onze leden het niet zo’n probleem dat wij het
sap achterwege lieten. Na afloop zeiden ze: ‘De vrouwen van GG zeiden dat ze het sap nog van ons
tegoed hebben. Maar er was nog genoeg over, hoor!’
Zo’n jaarlijkse voorgeschreven bijdrage aan de kerstviering was goed om de vrouwen van onze
gemeente weer bij elkaar te brengen: ze spraken eerst af wie welke ingrediënten zou bijdragen, en
hadden afgesproken dat ze gisteren aan het bakken zouden slaan. Anderen hadden vandaag een
familiebijeenkomst en konden niet naar de kerstdienst; maar ze droegen wel bij. Zo loyaal zijn ze!
De dienst begon met het zingen van
liederen, terwijl laatkomers
binnendruppelden. Dit gebeurde
onder leiding van Japie Mnisi. Toen de
gaten opgevuld waren, nam broer
Jacob het over. Hij studeert voor
predikant, dus hij mag diensten leiden
(en preeklezen). Nog net voor de
dienst vroeg hij of ik het gebed wilde
doen. Dat had ik eigenlijk wel voor
willen bereiden, maar ja.
Daarna kwam de derde Mnisi naar
voren: George, de zendeling. Hij hield
een preek over Matteüs 1,21. Hij
praatte nogal snel, dus ik kan er geen
verslag van geven.
George preekt, met rijk versierde achtergrond
Deel van het verhaal
Na de dienst worden de kinderen, jongeren, vrouwen en mannen afzonderlijk bediend. De
mannen worden verwacht in het lokaal van de Lesedi school. Ze zijn goed vertegenwoordigd, en ik
zie bekende gezichten die ik ook bij de mannentrainingen zie. Na wat korte gesprekjes ga ik buiten
kijken. De muurschilderingen van de Lesedi Christian School vallen me op. Hoofdmomenten uit de
Bijbelse geschiedenis zijn heel duidelijk in beeld gebracht, met korte uitspraken die kinderen
makkelijk kunnen onthouden. Prachtig! Noach, Abraham, Daniël, Petrus en Jezus zijn allemaal
zwart. Daar kunnen de kinderen zich in herkennen!
Terwijl ik foto’s neem, komt een jongetje met de naam S’bu naar me toe. Het lijkt alsof hij me
kent. Ik leg hem uit dat Abraham naar de sterren kijkt en dat God hem laat zien hoeveel kinderen
hij gaat krijgen. ‘Hij kon de sterren niet tellen, zoveel kinderen heeft hij! Jij hoort daar ook bij als je
in Jezus gelooft’ vertel ik hem.
Kind van Abraham
Als ik denk dat ik alle schilderingen gehad heb, wijst hij naar de
voorkant van het gebouw, om de hoek. Daar zie ik de slotscène,
die hem vast het meest aanspreekt: ‘Laat de kinderen tot mij
komen’.
Daar poseert hij nog een keer. Hij is deel van het verhaal.
Met dank aan: