Nieuwegein //^Jp^jft 2 0 1 4

Postbus 1 3' 30 AA
IBAN:
Bezoekadres
NL49 BNGH 0 2 8 5 0 0 4 3 8 7
S t a d s p l e i n 1 3 4 3 1 LZ
www.nieuwegein.nl
B I C : BNGHNL2G
2 014-11
Nieuwegein
//^Jp^
j ft
\
\
*
K
Duurzame Ontwikkeling
*■
.
•
Contactper
Telefoon
E-mail
ion
Laurens van M iltenburg
( 0 3 0 ) 6 0 7 14 6 1
[email protected]
Gemeenteraad Nieuwegein
Datum
Postbus 1
Kenmerk
3430 AA NIEUWEGEIN
19 m a a r t 2 0 1 4
-.
Zaaknummer
M
Berichtnummer
Onderwerp
l"J-
~>->^
'V7-3
S ö O
s t a n d v a n zaken
beleidsvisie externe
veiligheid
Geachte raad,
VERZONDEN 2 4 MAART 2 ( M
In 2007 heeft de raad de 'beleidsvisie externe veiligheid - richting aan risico's'
vastgesteld (raadsnummer 2 0 0 7 - 3 0 4 ) . In deze brief informeren wij u over de
stand van zaken met betrekking t o t de beleidsvisie.
Beleidsvisie externe veiligheid
Directe aanleiding voor de beleidsvisie was de wet- en regelgeving welke als
gevolg van enkele rampen en incidenten zoals de vuurwerkramp in Enschede
ingesteld is. In deze regelgeving staan de begrippen plaatsgebonden risico en
groepsrisico centraal 1 . Voor het plaatsgebonden risico geldt een norm tot
kwetsbare objecten 2 , waarvan niet afgeweken mag worden. Voor de afstand t o t
beperkt kwetsbare objecten geldt een richtwaarde. Voor het groepsrisico geldt
een oriëntatiewaarde en een verantwoordingsplicht. In de beleidsvisie wordt een
overzicht gegeven van risicobronnen, saneringssituaties en aandachtspunten en is
het gemeentelijke beleid met betrekking t o t (nieuwe) risicobedrijven en -bronnen
vastgelegd.
Uitvoering beleid
In de bijlage 'stand van zaken beleidsvisie externe veiligheid' wordt een overzicht
gegeven van de acties sinds vaststelling van de beleidsvisie. Als gevolg van deze
acties blijkt dat n u :
1
Het plaatsgebonden risico (PR) geeft de kans per jaar aan dat een persoon
overlijdt als gevolg van een calamiteit met een gevaarlijke stof. Het PR wordt weergegeven
met risicocontouren rondom de inrichting. Het groepsrisico (GR) is de cumulatieve kans op
een ongeval waarbij ten minste 10 slachtoffers vallen. Het GR wordt weergegeven in een
grafiek en wordt getoetst aan een oriëntatiewaarde.
2
Kwetsbare objecten zijn onder andere woningen, scholen, ziekenhuizen en
grote kantoorpanden. Beperkt kwetsbare objecten zijn bijvoorbeeld bedrijven en kleine
kantoren
Bladnummer
2/2
Zaaknummer
Onderwerp
s t a n d van zaken b e l e i d s v i s i e e x t e r n e
veiligheid
•
In alle gevallen wordt voldaan aan de afstandsnc rmen /oor het
plaatsgebonden risico tot kwetsbare objecten zoals woningen, ziekenhuizen
en kinderdagverblijven.
•
Na het treffen van maatregelen aan de gasleiding in Blokhoeve eind 2014
wordt in alle gevallen voldaan aan de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico.
•
In de bestemmingsplannen van onze gemeente is geborgd dat nieuwe
risicobedrijven zich uitsluitend kunnen vestigen onder voorwaarden op de
daartoe aangewezen bedrijventerreinen.
Sinds 2007 zijn er geen nieuwe risicobronnen bijgekomen. Het aantal
risicobedrijven is verminderd doordat de ammoniakkoelinstallatie van de
voormalige Greenery inmiddels is ontmanteld.
Is de beleidsvisie nog actueel?
In onze gemeente zijn geen ruimtelijke ontwikkelingen gepland of wenselijk
waardoor het gebiedsgericht beleid voor externe veiligheid aanpassing behoeft.
De aangewezen bedrijventerreinen bieden nog steeds voldoende ruimte om te
kunnen voldoen aan de veiligheids- en effectafstanden die normaliter een rol
spelen bij externe veiligheid. Ook leidt wet- en regelgeving van na 2007 of
voortschrijdend inzicht niet tot andere ambities dan welke in de beleidsvisie reeds
zijn verwoord. Uit voorgaande concluderen wij dat de beleidsvisie externe
veiligheid nog steeds voldoet.
Tot slot
Wij vertrouwen erop u met deze brief voldoende geïnformeerd te hebben. Als u
nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met Laurens van Miltenburg, adviseur
Milieu van onze afdeling Duurzame Ontwikkeling. Zijn gegevens staan bovenaan
in deze brief.
Mat vriendelijke groet,
burgemeester en wethouders,
.C.M. van Elteren
secretaris
Bijlagen
F.T.J.M. Backhuijs
burgemeester
stand van zaken beleidsvisie externe veiligheid
Postbus 1 3430 AA
__
Nieuwegein
//yjf^jft
»
Bezoekadres Stadsplein 1 3431 LZ v ww.nieuwegein.nl
2 0 U -11 3
Duurzame Ontwikkeling
va
X-
Stand van zaken Beleidsvisie externe
veiligheid
Datum 28 fet j a r i 2014
Auteur Laurens van Miltenburg
Versie Definitief
ivisie ext
Versie definitief
ie veiligheid
stand van zaken 2014
Datum 3 maart 2014
2 (9)
Inhoudsopgave
1
Inleiding
1.1
1.1.1
1.1.2
1.1.3
1.2
1.3
1.3.1
1.3.2
2
3
Saneringssituaties en aandachtspunten beleidsvisie
Overzicht stand van zaken saneringssituaties uit de beleidsvisie
Overzicht stand van zaken aandachtspunten uit beleidsvisie
Conclusie saneringssituaties & aandachtspunten
Voorkomen nieuwe saneringssituaties
Regionale samenwerking
Structuurvisie buisleidingen
Leidsche Rijn tunnel
Is de beleidsvisie nog actueel?
2.1
2.2
2.3
Visie en ambitie
Nieuwe ontwikkelingen
Conclusie
Bijlage: B&W besluiten externe veiligheid
3
4
4
5
6
6
6
6
8
8
8
8
9
Beleidsvisie externe veiligheid stand van zaken 2014
Versie definitief Datum 3 maart 2014
3 (9)
Inleiding
In de periode 2007-2013 is de wet -en regelgeving op het gebied van
externe veiligheid definitief vorm gegeven. Dit maakt het mogelijk om na te gaan of de
doelen uit de beleidsvisie gehaald zijn en of deze nog actueel is.
In 2007 heeft de raad de 'beleidsvisie externe veiligheid - richting aan
risico's' vastgesteld (raadsnummer 2007-304). Directe aanleiding voor deze
beleidsvisie was de wet- en regelgeving welke als gevolg van enkele rampen en
incidenten zoals de vuurwerkramp in Enschede ingesteld is. In de beleidsvisie wordt
een overzicht gegeven van risicobronnen, saneringssituaties en aandachtspunten en is
het gemeentelijke beleid met betrekking tot (nieuwe) risicobedrijven en -bronnen
vastgelegd.
In 2004 het Besluit externe veiligheid inrichtingen van kracht geworden.
Hierin staan normen voor het plaatsgebonden en groepsrisico voor bedrijven1. In 2010
is vergelijkbare regelgeving voor buisleidingen in werking getreden. Eind 2013 is het
Besluit externe veiligheid transportroutes gepubliceerd en is het wetsvoorstel voor een
landelijk 'Basisnet' voor het vervoer van gevaarlijk stoffen over de weg, het water, en
langs het spoor door de Eerste Kamer aangenomen. En op lokaal niveau heeft de
Gasunie ons per brief van 18 november 2013 definitief toegezegd fysieke maatregelen
te nemen aan de hoge druk gasleiding in Blokhoeve met het doel het groepsrisico te
saneren.
1.1
Saneringssituaties en aandachtspunten beleidsvis
Op dit moment wordt overal in Nieuwegein voldaan aan de
afstandsnormen /oor het plaatsgebonden risico (PR) tot kwetsbare objecten en doen
zich geen saneringssituaties voor.
Voor een overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico (GR)
geldt formeel gezien geen saneringsplicht. In de beleidsvisie zijn deze gevallen toch als
saneringssituatie aangemerkt, onder andere omdat de rijksoverheid met de LPGbranche en de Gasunie is overeengekomen overschrijdingen te saneren.
In de tabellen op de volgende bladzijde is aangegeven welke acties zijn
uitgevoerd. De risicobronnen zijn ten opzichte van 2007 dezelfde gebleven, met
uitzondering van de Greenery. De ammoniakkoelinstallatie is inmiddels ontmanteld en
er is geen risicobedrijf meer aanwezig op deze locatie. Ook zijn er geen nieuwe
risicobronnen bijgekomen in onze gemeente.
1
Het plaatsgebonden risico (PR) geeft de kans per jaar aan dat een persoon overlijdt als gevolg
van een calamiteit met een gevaarlijke stof. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren
rondom de inrichting. Het groepsrisico (GR) is de cumulatieve kans op een ongeval waarbij ten
minste 10 slachtoffers vallen. Het GR wordt weergegeven in een grafiek en wordt getoetst aan
een oriëntatiewaarde.
Belt
Versie
1.1.1
svisie externe veiligheid
definitief
stand van zaken 2 0 1 4
4 (9)
Datum 3 m a a r t 2014
Overzicht stand van zaken saneringssituaties uit de beleidsvisie
Tabel 1 , Stand van zaken sanerinq^sittiaries
Reden voor saneren
Huidige situatie
2007
:olab Production
Overschrijding PR 10"5 contour Contour zoals vastgelegd in de
(200 m). Geen nieuwbouw
Netherlands B.V.
omgevingsvergunning ligt op het terrein
binnen 200 meter van Ecolab
van Ecolab of valt over het
Merwi
lal. Het GR ligt ruim beneden
de oriëntatiewaarde.
Conclusie: de normaevina voor externe
veiligheid is geen belemmering voor
ruimtelijke ontwikkelinqen nabij Ecolab.
LPG tankstation
Overschrijding GR
Bij alle 7 tankstations in onze gemeente
. Vreeswijk
zijn de maatregelen uit het convenant
autogas genomen (lossen LPG door
tankauto's met hittewerende coating en
' verbeterde lossla ng). Dus ook bij de
tankstations waar geen overs :hrijding van
LPG tankstation AC
Overschrijding GR
het GR was. Bij de tankstatic is AC
. Verhoef
srhoef en Plettenburg is tevens de
ca[
:eit v;in de Dndergrondse tank
verkleind. D Dr deze ma
|elen ligt nu
bij alle ta
stations het groepsrisico onder
de oriëntatiewaarde.
Concl jsie: de hooate van het GR bii de
LPG tankstations is acceptabel. Voor
nieuwe ontwikkelingen kan tot 150 m het
GR beperkinqen qeven.
Prinses Beatrixsluis Vijf woningen met
De sluiswoningen krijgen na de aanleg van
waarschijnlijk overschrijding
de derde kolk geen wo
jnctie rr »er. De
van de PR 10"6 norm
verbreding van de sluis leidt niet tot een
10"6 PR-contour op de oever.
Conclusie: het PR van het Lekkanaal of
Beatrixsluis is geen aandacht punt.
Risicobron
1.1.2
Overzicht stand van zaken aandachtspunten uit beleidsvisie
Tabel 2 . Stand van zaken aandachtspunten
Risicobron
LPG tankstations
Ammoniakkoelinstallatie
Reden aandachtspui
2007
Twee LPG-tankstations met
beperkt kwetsbare objecten
binnen de 10"6 PR-contour
(Plettenburg en Vreeswijk).
Een LPG tankstation met
beperkt kwetsbare objecten
binnen de 10"5 PR contour
i/reeswij k)
The Greenery, een deel van
de leidingen lopen buiten de
inrichting. Binnen de 10"6
contour liggen beperkt
kwetsbare objecten.
Huidige situatie
Bij tankstation Plettenburg is, naast de
maatregelen genoemd in tabel, ook het
PG vulpunt verplaatst en de doorzet aan
LPG beperkt. Hierdoor zijn er geen beperkt
kwetsbare obji :en meer binnen de 10"6
PR-contour.
Bij tankstation Vreeswijk zijn geen extra
maatregelen getroffen en is de situatie
onveranderd. Dit is toelaatbaar volgens de
regelgeving en de beleidsvisie.
Conclusie: Alleen bii tankstation Vreeswijk
is het PR nog een aandachtspunt. In geval
van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen is
verplaatsing van het vulpunt kansrijk.
De niei re explo
)e Jong Coldstores
heeft d ammoniak installatie ontmanteld.
Het is daardoor niet waarschijnlijk dat op
deze locatie een doorstart plaats vindt
door een nieuwe partij.
Conclusie: In oeval toch een doorstart
plaatsvindt, kan voldaan worden aan de
normen. Indien geen doorstart dan kan bij
de volgende herziening vi
bestemmingsplan het risicobedrijf weg
bestemd worden.
Beleidsvisie externe veiligheid
Versie
definitief
stand van zaken 2
5 (9)
Datum 3 m a a r t 2014
Vervoer van
gevj
ijke stoffen
ovei
Am;
JamRijn
aal en
Lekkanaal
Van belang bij nieuwe
ruimtelijke ontwikkelingen
langs de kanalen en bij
=) toe ïame van het
in gevaarlijke
sto ren per schip.
Kegelmeerplaatsen
(nabij plofsluis en
ten zuiden
Beatrixsluis)
Van belang bij nieuwe
ruimtelijke ontwikkelingen
langs de vaarwegen
Rijkswegen
Van belang bij nieuwe
ruil
elingen
lan js de
swegen
Buisleidingen
Aardgasleidingen (3), o.a,
A-510 in het noorden van
Nieuwegein
ARK en Lekkanaal zijn onderdeel van het
Basisnet Water. De 10"6 PR-contour komt
niet op de oever en het GR is
verwaarloosbaar. Hierbij is rekening
gehouden met een toename van het
vet
(ij onl
elingen vanaf 1.500
pers/ha (dubb
ge bebouwing) of 2500
pers/ha (er ilzijdh
ibouw 3) moet het
GR verantw 3rd wo sn.
De Lok is niet genoemd in de b
svisie
van 2007. Op de Lek is bovens
ide
eveneens van toepassing.
Concl ;ie: het vervoer van gevaarlijke
stoffen over de vaarwegen is geen
belemmering voor nieuwe ruimtelijke
ontwikkelinqen.
Voc egelmeer
veili
in tot on< r andere
aaneengesloten w
Conclusie: De keaelmeerDlaatsen bliiven
een aandachtspunt in geval van nieuwe
ruimtelijke ontwikkelingen.
De A2, A12 en A27 zijn onderdeel van het
Ba ;net Weg. Op 2 wegvakken langs de
A l '. is sprake van een PR-contour buiten
de >eg te nax. 25 m. In alle gevallen
wc t vole in aai de ori mtatiewaarde
voi
iR, al
bij de A12 bedraagt
het GR m
x de
oriëntatiewaarde.
Conclusie: Het PR is aeen belemmerina
voor nieuwe ontwikkelingen langs de
rijkswegen. Indien de A12-zone verder
ontwikkeld gaat worden is het GR een
aandachtspunt.
abij de IJs steinse 'eg viel de PRco Dur van de 40 bar Ie ig over
woningen. Deze situatie is door de
asunie in 2012 gesaneerd door
toepassing van de maatregel 'striktere
begeleiding werkzaamheden'. Bij alle hoge
druk aardgasleidingen in onze gemeente
ligt daardoor nu de 10"6 PR-contour op de
eidingen (= 0 m).
Bij de 66 bar leiding in Blokhoeve (A-510)
is een overschrijding van de oriëntatiewaarde. D
sunie zal deze situatie
leren door h
nbrengen van gele
)laten
:en lengte van 5
ter, vi
14. Bij de
idinge
) ligt 2t GR
ver beneden de oriërtatiev aarde.
Conclusie: H iewel het GR in de 66 bar
leiding nu onder de oriëntatiewaarde ligt
(d.w.z. ook nadat blok Oost en West in
Blokhoeve gerealiseerd zijn) blijft het GR
een aandachtspunt. De 40 bar leidingen in
onze gemeente vormen geen belemmering
bij ruimtelijke ontwikkelinqen.
1.1.3
Conclusie saneringssituaties & aandachtspunten
Uit de tabellen kan geconcludeerd worden dat de acties uit de beleidsvisie
voor de saneringssituaties en aandachtspunten uitgevoerd zijn. Voldaan wordt aan de
wettelijke normen. Daarnaast wordt voldaan aan de gemeentelijke ambitie om bij alle
Beleidsvisie externe veiligheid stand van zaken 2014
Versie definitief Datum 3 maart 2014
risicobronnen te voldoen aan de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico. De risico's van
)estaar e sit ties zij i conform de ge
de doe en in de beleidsvisie gereduceerd,
voor onze gemeente is nu de beheersfase aangebroken.
1.2
Voorkomen nieuwe saneringssituaties
Om nieuwe saneringssituaties te voorkomen zijn in de beleidsvisie een
aantal doelen gest ld, onder andere:
•
Bij nieuwe ofte herziene bestemmingsplannen worden bestaande
risicobedrijven positief bestemd als risicobedrijven.
•
Ve:
g van nieuwe risicobedrijven wordt uitsluitend mogelijk
gemaakt middels een vrijstellingsbevoegdheid, indien:
o de aan te houden veiligheidsafstand over het eigen
bouwperceel valt of over de bestemmingen verkeer, groen, of
water.
o door het college een positief besluit is genomen over de
verantwoording van het groepsrisico.
•
ieuwe risicobedrijven mogen zich uitsluitend vestiging op de daartoe
aangewezen bedrijventerreinen (zie bijlage 3 beleidsvisie).
Inmiddels is bovenstaand beleid in alle vigerende bestemmingsplannen
van onze < emeente nader uitgewerkt en is de standaard voor nieuwe
bestemmingsplénner Daarnaast is in de reguliere werkprocessen van de gemeente
geborgd dat bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen altijd getoetst wordt aan de grensen richtwaj
voor het plaatsgebonden risico en een verantwoording van het
groepsrisico opgeste d wordt (indien relevant).
>nze gemeente hebben zich tot dusverre geen nieuwe risicobedr jven
gevestigd.
1.3
Regionale samenwerking
1.3.1
Structuurvisie buisleidingen
In de Structuurvisie van 2012-2035 is geen reservering opgenomen voor
leidingstroken in de provincie Utrecht.
In 2009 is door de rijksoverheid een notitie planMER opgesteld ten
behoeve van de nieuwe Structuurvisie Buisleidingen. Een dergelijke structuurvisie
dient als leidr d voor het aanleggen van nieuwe en het uitbreiden van bestaande
buisleidingentracés, specifiek voor het transport van gevaarlijke stoffen zoals aardgas.
In de notitie worden twee tracés dwars door onze gemeente voorgesteld. Gezien het
ruimtebeslag
n een leidingstrook (70 meter), de beperkingen die een strook
opgelegd aan ruimtelijke ontwikkelingen (GR), en de toename van de risico's in onze
gemeente, is door het college in samenwerking met de provincie, de BRU en stad
Utrecht een reactie ingediend, en later op het ontwerpbesluit een zienswijze.
Uiteindelijk zijn de twee tracés komen te vervallen.
1.3.2
Leidsche Rijn tunnel
Doordat ook de parallelbuizen van de Leidsche tunnel vrijgegeven zijn
voor het vervoer van explosieve stoffen, is er geen toename van LPG-transporten in
Nieuwegein.
6 (9)
Beleidsvisie externe veiligheid stand van zaken 2014
Versie definitief Datum 3 maart 2014
In 2010 bleek dat het openstellen van de tunnel aan de A2 bij Leidsche
Rijn consequenties heeft voor gemeente Nieuwegein. Men was voornemens alleen de
hoofdbaan van deze tunnel open te stellen voor het vervoer van LPG. De aansluiting
van de A12 naar de A2 in noordelijke richting (knooppunt Oudenrijn) is echter zodanig
dat vrachtwagens altijd op de parallelbaan uitkomen. Daardoor moeten LPGtankwagens omrijden via de rijkswegen langs Nieuwegein, in het bijzonder via afrit 9
aan de A2 nabij de Poort van Nieuwegein. Doordat deze vervoerstroom fors kan zijn
gaf dit een toename van de risico's voor de burgers en mogelijke belemmeringen voor
nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in onze gemeente. In verscheidene bestuurlijke
overleggen tussen R IS, het ministerie van I&M, en de gemeenten Utrecht, Stichtse
Vecht en Nieuwegein is vervolgens overeengekomen ook de parallelbanen van de
tunnel open te stellen voor het vervoer van LPG. Hierdoor is er geen toename van
LPG-transporten in Nieuwegein.
7 (9)
Beleidsvisie externe veiligheid
Versie
definitief
stand van zaken 2014
Datum 3 m a a r t 2 0 1 4
Is de beleidsvisie nog actueel?
Zoals hiervoor besproken is het overzicht van saneringssituaties en
aandachtspunten in de beleidsvisie achterhaald, zoals ook verwacht mag worden. Voor
de actuele situatie volstaat het overzicht in deze nota. Daarmee heeft de beleidsvisie
echter niet aan kracht ingeboet.
2.1
Visie en ambitie
In onze gemeente zijn geen nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen gepland
of wenselijk waardoor het gebiedsgericht beleid aanpassing m.b.t. externe veiligheid
behoeft. De aangewezen bedrijventerreinen bieden nog steeds voldoende ruimte om te
kunnen voldoen aan de veiligheids- en effectafstanden die normaliter een rol spelen bij
externe veiligheid. De concentratie van grote groepen mensen is hier beperkt en er
doen zich geen specifieke problemen voor met betrekking t o t de zelfredzaamheid en
rampenbestrijding.
Daarnaast zijn in hoofdstuk 4 van de beleidsvisie de beleidsmatige
uitgangspunten geformuleerd welke bij besluitvorming meegewogen moeten worden.
Deze zijn onverminderd actueel. De nieuwe wet- en regelgeving of voortschrijdend
inzicht leiden niet tot andere ambities dan welke in de beleidsvisie zijn verwoord.
2.2
Nieuwe ontwikkelingen
Het is altijd mogelijk dat de ontwikkeling van nieuwe technologieën risico's
met zich mee brengen die nog niet geregeld zijn in de wetgeving en/of de beleidsvisie.
Een voorbeeld hiervan is LNG (vloeibaar aardgas). De minister is voornemens LNGtankstations onder het Besluit externe veiligheid inric ïtingen (Bevi) te laten vallen,
maar dit kan nog wel 2 jaar duren. Naar verwachting komt het ministerie in maart
2014 met een interim beleid. Dit beleid moet voorkomen dat de vestiging van nieuwe
tankstations zal leiden tot saneringssituaties nadat men eenmaal de wettelijke
veiligheidsafstanden heeft vastgesteld. Het interim beleid kan als aanvulling op de
beleidsvisie saneringssituaties voorkomen.
2.3
Conclusie
Uit voorgaande concluderen wij dat de beleidsvisie externe veiligheid nog
steeds voldoet.
8 (9)
Beleidsvisie externe veiligheid
Versie
definitief
Bijl;
stand van zaken 2014
Datum 3 m a a r t 2 0 1 4
&.W besluiten externe veiligheid
Genomen B&W besluiten met betrekking tot externe veiligheid:
•
2006. Besluit 'Externe veiligheid en bedrijven, in het bijzonder LPGtankstations' (2006/2722).
2007. Besluit'Beleidsvisie externe veiligheid' (2007/7116).
2009. Besluit 'Groepsrisico LPG-tankstation AC Verhoef'
(2009/7444).
2009. Besluit'Structuurvisie buisleidingen' (2009/14180).
2010. Besluit'Milieuvergunning Shell tankstation Terberg'
(2010/10302).
2011. Oplegnotitie'Openstelling parallelbuizen tunnel Leidsche
Rijn' collegevergadering 8-2-2011.
2012. Besluit'Verantwoording groepsrisico Ecolab Production
Netherlands B.V.' (2012/438).
2006-2012. Diverse besluiten met betrekking tot Hoogspanningslijn
en hogedruk gasleiding Blokhoeve.
2007-heden. Diverse bestemmingsplannen met daarin planregels
voor externe veiligheid en een verantwoording van het
groepsrisico.
9 (9)