FireAlert Delta Industrieweg 40 b 3251 LX Stellendam 0181

FireAlert
Delta Industrieweg 40 b
3251 LX Stellendam
0181-770067
06-25328519
Noodverlichting
2
Noodverlichting en de regelgeving.
Noodverlichtingsinstallaties en armaturen dienen conform Bouwbesluit, adequaat te
worden geïnspecteerd en onderhouden. De gebruiker van het gebouw draagt de
verantwoording en dient conform wetgeving over een adequate registratie te
beschikken waarin periodiek de status van het veiligheidsniveau van de noodverlichtingsinstallatie is
aangegeven.
Noodverlichting dient bij hoogte verschillen en hellingbanen over de gehele breedte en diepte van de vluchtweg
minimaal 1 lux op de vloer te genereren.
Wettelijke verplichtingen met betrekking tot noodverlichting staan vast in het Bouwbesluit 2003, de Arbowet, de
e
Model Bouwverordening (10 wijziging) en een aantal artikelen van de NEN-1010.
De NEN-EN 1838 heeft geen wettelijke status, maar geeft wel richting aan het ontwerp van een
noodverlichtingsinstallatie, zodat die aan wettelijke eisen voldoet.
Vluchtwegaanduiding (transparantverlichting) met pictogrammen dienen conform wettelijke voorschriften altijd
goed zichtbaar te zijn (op een afstand van ongeveer 20 meter moet een pictogram nog te herkennen zijn) en deze
moeten branden tijdens aanwezigheid van personen.
In het arbeidsomstandighedenbesluit, dat voor elke werkgever van kracht is, is de verplichting van
vluchtrouteverlichting vastgelegd in artikel 3.7.4 en die van veiligheidssignalering voor vluchtrouteaanduiding in
artikel 3.7.5.
Reguliere inspectie en onderhoud van en aan noodverlichting is verplicht en is zelfs in een groeiend aantal
gemeenten vereist voor de gebruiksvergunning. Dit is onder andere vastgelegd in de Model Bouwverordening en
het gebruiksbesluit 2007. Daarnaast wordt er geëist dat de aanwezige noodverlichting goed functioneert. Borging
hiervan is alleen te realiseren door middel van dit reguliere onderhoud. Wij volgen de inspectierichtlijn ISSO 79 en
de NEN-EN 50172, waarbij wij een inspectie / onderhoudsinterval van 1 jaar aanhouden.
Het jaarlijks onderhoud dient uitgevoerd te worden door een vakbekwaam persoon, die kennis heeft van
elektrotechnische werkzaamheden en inzicht heeft in mogelijke gevaren. Het onderhoud is complexer dan het op
het eerst gezicht lijkt en houdt meer in dan een TL-buis vervangen. Met name het testen van de autonomie en het
vervangen van accu’s vergt gedegen kennis.
De term autonomie wordt gebruikt voor de volledige brandduur in nood, op de noodvoeding van de installatie (dit
is de periode dat de installatie autonoom kan functioneren).
In Nederland is de eis voor deze autonomie 1 uur (conform Bouwbesluit en NEN-EN 1838). Dit is te toetsen door
het spanningsloos maken van de installatie of het individuele armatuur.
Noodverlichting
Men gaat er vaak vanuit dat, wanneer er noodverlichting aanwezig is, de veiligheid voldoende gewaarborgd is.
Echter, niets is minder waar.
Noodverlichtingsarmaturen hebben regelmatig zowel zichtbare als onzichtbare defecten zoals accu’s met
onvoldoende capaciteit of kapotte lampen.
Daarnaast is dikwijls sprake van een verkeerde vluchtroute, verouderde pictogrammen of een tekort aan
noodverlichting.
Problemen die zonder een vakkundige controle door een deskundig persoon pas openbaar worden als de nood
aan de man is.
Alleen om deze reden is het al belangrijk om ieder jaar Uw noodverlichting te laten controleren.
Wat kan FireAlert voor U doen ?
FireAlert onderhoudt en controleert elk type en model noodverlichting.
Onze speciaal opgeleide servicemonteurs testen en onderhouden de aanwezige armaturen conform NEN-EN
50172.
Zij controleren of de inrichting nog voldoet aan de eisen en of er geen veranderingen hebben plaatsgevonden.
U ontvangt na afloop een volledig servicerapport met de staat van alle armaturen.
Dit kan tevens als logboek dienen.
Eventuele tekortkomingen worden aan U toegelicht en in overleg met U gerepareerd.
FireAlert houdt hierbij logischerwijs rekening met Uw persoonlijke wensen en welke activiteiten binnen Uw
organisatie/bedrijf plaatsvinden.
De werkzaamheden die we bij U uitvoeren zijn niet tot nauwelijks van invloed op Uw bedrijfsvoering.
3
Noodverlichting
Normatieve verwijzingen:
NEN-EN 1838:
Toegepaste verlichtingstechniek – Noodverlichting
NEN-EN 6088:
Brandveiligheid van gebouwen / Vluchtwegaanduiding
NEN-EN 50172:
Noodverlichtingssystemen voor vluchtwegen
NEN-1010:
Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties
ISSO Publicatie 79:
Inspectie en onderhoud van noodverlichtingsinstallaties
NEN-EN-ISO 7010: 2012:
Grafische symbolen – Veiligheidskleuren en -tekens – Geregistreerde veiligheidstekens
NOOT: NAAR BOVENSTAANDE NORM WORDT VERWEZEN VANUIT DE NEDERLANDSE NORM VOOR
VEILIGHEIDSSYMBOLEN, DE NEN-3011.
HET BOUWBESLUIT VERWIJST DOOR NAAR DE NEN-3011 WELKE OP ZIJN BEURT DUS WEER
DOORVERWIJST NAAR DE NEN-EN-ISO 7010.
4
Noodverlichting
Stappenplan controle noodverlichting:
Visueel
1- Zichtbaarheid
2- Staat van het armatuur
3- Juiste pictogram
4- Juiste plaatsing
5- Belemmering door inventaris
Uitwendig
1- Vaststelling laatste controledatum
2- Uitwendige beschadigingen (krassen, barsten, etc.)
3- Bevestiging
4- Vervuiling (stof, aanslag, verf)
5- Verkleuring van het pictogram of de cover
6- Warmteontwikkeling
7- Veroudering, afnemende helderheid
8- Status indicatoren armatuur
9- Type armatuur
Werking
1- Status indicatoren
2- Omschakeling naar noodbedrijf/accu
3- Controle op eventuele teruglopende lichtopbrengst
Inwendig
1- Beschadigingen
2- Schade door hittevorming
3- Aansluitingen, verbindingen, corrosie
4- Vocht in het armatuur
5- Lekkage accupack
6- Controle leeftijd, type, voltage en ampère accu
Lamp / Accu
1- Vervanging van de lamp in een continue brandend armatuur (jaarlijks)
2- Vervanging van de lamp in een niet continue brandend armatuur (4 jaarlijks)
3- Vervanging accu (4 jaarlijks)
4- Testen werking
Afronden controle
1- Reinigen armatuur
2- Controlesticker plakken
3- Gegevens registreren t.b.v. het logboek
5
Noodverlichting
Noot:
Het is raadzaam om na 12 jaar het volledige armatuur te vervangen. Diverse testen hebben uitgewezen dat de
armaturen na maximaal 12 jaar dusdanig verouderd zijn dat ze niet goed meer functioneren en dusdanig slecht
zijn dat een goede werking na die tijd niet meer gegarandeerd kan worden.
6