FACULTEIT INDUSTRIËLE INGENIEURSWETENSCHAPPEN W. DE CROYLAAN 6 BUS 2000 3001 HEVERLEE, BELGIË Conclusies hearings bachelor IW Mei 2014 0. Opzet Tijdens de hearings in mei 2014 gaven studenten uit de 2e opleidingsfase (semester 4) van de bachelor IW feedback over hun opleiding. Elke hearing had betrekking op studenten uit één of twee afstudeerrichtingen. Campus Gent en Aalst Hearing SintKatelijneWaver Geel # responAndere # uit TSO # uit ASO denten achtergrond 1 Bouwkunde 5 2 2 1 2 Elektromechanica 8 2 6 - 3 Elektronica-ICT 4 1 1 2 Elektromechanica Kunststofverwerking Elektronica-ICT Bouwkunde Bouwkunde Chemie Elektronica-ICT Elektromechanica 4 2 8 5 6 4 5 5 6 3 3 - 3 3 1 4 2 5 1 - 4 4 - 2 3 - 6 3 - 4 Oostende Afstudeerrichting(en) 5 6 7 8 9 10 Elektromechanica Elektronica-ICT 3 Moderator(s) Julie Vermeersch en Gerda Friant Julie Vermeersch en Benny De Man Julie Vermeersch en Geoffrey Ottoy Julie Vermeersch en Hubert Ernest Julie Vermeersch Julie Vermeersch en Isabelle Moons Voor campus Gent afstudeerrichting chemie en voor de afstudeerrichtingen van campus Leuven waren eveneens hearings gepland, maar deze konden uiteindelijk niet doorgaan omwille van onvoorziene omstandigheden. Er was helaas geen mogelijkheid meer om nog nieuwe hearings te organiseren voor de examenperiode. De conclusies in dit document zijn een weerspiegeling van de overtuigingen uit alle hearings samen. Waar er duidelijke verschillen zijn tussen campussen of afstudeerrichtingen is dit expliciet aangegeven, om te vermijden dat de conclusies de vorm van de grootste gemene deler aannemen en als algemeen geldend worden geïnterpreteerd. Voor meer gedetailleerde en aanvullende feedback, zie de documenten met conclusies over de opleiding op de relevante campus. 1 1. Feedback per aspect i. Beoogde leerresultaten ii. Het merendeel van de studenten herkent de leerresultaten van op de ECTS-fiches of door vermelding door docenten. Communicatie over leerresultaten is voor hen echter totaal onbelangrijk. Als ze de ECTSfiches checken, is het dan ook vooral om de puntenverdeling en examenvorm te weten te komen. De formulering van de leerresultaten is voldoende helder. Enkel “operationaliseren” roept consequent vragen op, en in beperkte mate ook “professionaliteit” en “ethisch handelen”. Vormgeving en inhoud programma De structuur van de opleiding is voor alle studenten duidelijk. Gemeenschappelijke eerste drie semesters: quasi unaniem: sterk voordeel! o Argumenten die spontaan in elke hearing werden geuit: Een ingenieur heeft een brede basiskennis nodig, moet van alles wat weten. Kennismaken met alle disciplines helpt bij het maken van een studiekeuze. o Bijkomende argumenten: Brede basiskennis van wetenschapsvakken laat toe om ook vlot nog een bijkomende opleiding te volgen. Variatie in het curriculum is interessanter. o Veel studenten weten bij de start nog niet welke afstudeerrichting ze willen doen of veranderen van mening in de eerste semesters. Ze vragen om de keuze voor een afstudeerrichting niet te vervroegen. o Dat de eerste semesters inhoudelijk breed en gemeenschappelijk worden vormgegeven, betekent duidelijk niet dat de OPO’s oppervlakkig blijven. De studenten vinden dat zij een zeer grondige, diepgaande voorkennis verwerven van alle disciplines. Voorkennis is niet nodig: de vakken beginnen overal vanaf nul. o Studenten uit TSO merken dat zij een voorsprong hebben in de ingenieursvakken, terwijl ASO beter voorbereidt op fundamentele wetenschappen, wiskunde en talen. o Studenten die in het secundair onderwijs industriële wetenschappen volgden, vinden dat de opleiding heel goed aansluit en ook een deel herhaling inhoudt in het 1e jaar. Studenten uit ASO hebben het doorgaans wat zwaarder. o Op campussen Aalst, Gent en Oostende kon iedereen goed volgen. o Op campussen Sint-Katelijne-Waver en Geel lijkt een technische vooropleiding desalniettemin een duidelijk voordeel te bieden. De technische vakken beginnen nog steeds vanaf nul maar gaan aan een hoog tempo door de leerstof, terwijl de wetenschapsvakken meer tijd laten om bij te benen. De OPO’s bouwen volgens alle studenten op een logische, zinvolle manier op elkaar verder. Conclusies hearings bachelor IW 2 Het aanbod aan afstudeerrichtingen is volgens alle studenten uitgebreid en toch niet te breed, behalve volgens de studenten van campus Geel, waarvan tamelijk wat studenten bijkomend ook bouwkunde willen kunnen studeren. Uitleg over de afstudeerrichtingen is heel belangrijk voor de studenten wanneer zij een studiekeuze moeten maken. o Info op de website, mondelinge toelichting door docenten, bedrijfsbezoeken en presentaties door ingenieurs uit de industrie worden alle als zinvol en wenselijk beschouwd. Elke campus hanteert een of meer van deze aanpakken. o Studenten willen graag zowel info over het programma van de afstudeerrichting zelf als over de mogelijkheden die ze hier later mee hebben (doorstroommogelijkheden en beroepsuitwegen). Meestal belicht de info vooral sem4-5-6, al hanteren de docenten soms ook een bredere blik. o De toelichting moet niet alleen voldoende uitgebreid zijn (is vooral goed op campussen Oostende en Geel) maar ook op de juiste momenten worden gegeven. Liefst al eens aan het eind van het 1e jaar en nogmaals enkele weken voor ze een definitieve keuze moeten maken. De studenten van alle campussen vinden dat de uitleg al wat vroeger mag komen. Kennis, onderzoeksvaardigheden, praktijkvaardigheden en algemene vaardigheden zijn overal mooi verweven in het curriculum volgens de studenten. De praktijkgerichtheid in het algemeen en de labo’s in het bijzonder zijn een sterk pluspunt volgens alle studenten! o Hoewel de labo’s veel voorbereiding en nazorg vragen, zijn de studenten hier zeer positief over: motiverend en verhelderen de leerstof. o Op elke campus zijn de studenten tevreden over de nadruk die op praktijk ligt en over de hoeveelheid labosessies, al mag het altijd meer. o Hoe dichter de labosessies in de tijd aansluiten bij de hoorcolleges, hoe sterker de stimulans om de leerstof goed bij te houden. Een optimale aansluiting van de hoorcolleges en de labosessies is echter moeilijk in de praktijk. Wijsbegeerte bevalt bijna alle studenten niet omdat het een te andere manier van leren is en te weinig aansluit bij de rest van het programma. Over de noodzaak aan en wenselijkheid van talenvakken in het curriculum is geen eensgezindheid. Vooral vanaf het 2e jaar geven docenten regelmatig de relevantie van leerstof voor latere vakken of voor de latere jobuitoefening aan, of verwijzen ze naar hun eigen professionele ervaring. Dat een aantal van hun docenten duidelijk zelf ook in het werkveld staan of ruime ervaring hebben, wordt uitdrukkelijk vermeld en gewaardeerd door de studenten op campussen Oostende en Sint-Katelijne-Waver. De lesroosters zijn goed en de lesplanningen zijn flexibel. o De studenten hebben weinig springuren. o Studenten die liever op een ander tijdstip labosessies willen volgen, kunnen blijkbaar gemakkelijk vragen om te wisselen van groep. Conclusies hearings bachelor IW 3 iii. Studeerbaarheid De studiebelasting is op alle campussen, in het 1e en 2e jaar, en in alle afstudeerrichtingen over het algemeen in orde. o 1e fase Het niveau van het 1e jaar was ongeveer wat de studenten verwachtten. De moeilijkheid ligt er voor de meeste studenten vooral in de hoeveelheid leerstof. Het 1e jaar moeilijker maken lijkt hen niet aan te raden: dit jaar is een overgangsfase van secundair naar hoger onderwijs en veel studenten hebben de aanpassingstijd nodig. Voor studenten met vooropleiding IW in secundair: tamelijk veel herhaling. Voor studenten uit ASO ligt de studiebelasting hoger maar is deze nog steeds doenbaar. Studenten die heroriënteren van burgerlijk ingenieur hadden zwaarder verwacht. e o 2 fase In het 2e jaar klopt de verhouding tussen het aantal studiepunten en de bijhorende studielast doorgaans voor een aantal vakken niet helemaal. In het 1e jaar lijkt dit beter in verhouding. Het 2e jaar is op alle campussen zwaarder dan het 1e jaar. Het programma telt enorm veel OPO’s met telkens weinig studiepunten. De studenten hebben niet het gevoel dat er te veel vakken worden gegeven, het maakt de examenregeling enkel nogal vol. De semesters verschillen wel in studiebelasting en verhouding studeren-opdrachten maken. o In semesters met veel labo’s houden de studenten in het jaar doorgaans weinig tijd over om de theorie grondig bij te houden. Toch verkiezen ze dit boven “blokvakken”. Gent: vooral sem2 en sem3. Oostende: vooral sem2. Maar sem3 ook zwaar door moeilijkere theoretische vakken die tamelijk snel gaan en meer zelfstandigheid verwachten (maar niet problematisch). Sem4 opvallend rustiger, meer ademruimte om vakken bij te houden. Sint-Katelijne-Waver: sem3 en voor sommige afstudeerrichtingen ook sem4. Geel: sem4. De verhouding tussen de tijd voor contactmomenten en het zelfstandig leren is over het algemeen goed. Normale hoeveelheid lesuren en thuis ook wel nog heel wat tijd nodig, maar het is in evenwicht. De opdrachten zijn doorgaans goed gespreid, of in ieder geval tijdig aangekondigd. o Vooral bij bouwkunde en chemie vallen de opdrachten soms in de praktijk allemaal op het einde van de semester, a.g.v. wachten tot in de lessen bepaalde onderwerpen behandeld zijn of bv. een werfbezoek hebben kunnen doen. o Bij de andere afstudeerrichtingen kunnen de studenten zelf meer plannen wanneer ze de opdrachten maken. Conclusies hearings bachelor IW 4 iv. Studiebegeleiding v. Er is overal voldoende begeleiding in het 1e jaar. o Oefenzittingen, voorkennistoetsen, bijlessen, monitoraat, ... hielpen de studenten goed. o De overstap van het secundair naar hoger onderwijs viel voor alle studenten goed mee. o Proefexamens worden positief geëvalueerd omdat ze een idee geven van de vraagstelling in het hoger onderwijs, zelfs al geeft de moeilijkheidsgraad soms een vertekend beeld of zijn ze wat afschrikwekkend. e In het 2 jaar wordt er niet echt meer begeleiding voorzien, maar dit vinden de studenten ook niet nodig. Overigens zijn de lesgroepen vaak ook klein genoeg voor persoonlijke ondersteuning waar nodig. De studenten kunnen overal gemakkelijk bij iemand terecht in geval van vragen. o De docenten zijn op alle campussen vlot aanspreekbaar, ook na het 1e jaar, en in zeer sterke mate op campussen Aalst, Gent en Oostende. Dat waarderen de studenten enorm. o De studenten van campus Oostende geven aan dat ze het een voordeel vinden dat vanaf sem3 een opleidingshoofd per afstudeerrichting is. Zo weten ze altijd bij wie ze terecht kunnen met vragen of opmerkingen. o De studenten van campus Gent appreciëren het studentensecretariaat als vlot aanspreekbare contactpersoon in geval van vragen. Op vlak van feedback kan het op alle campussen vaak beter. o Bij de meeste labo’s krijgen de studenten weinig feedback op verslagen, geen feedback, of pas feedback wanneer het al te laat is om nog bij te sturen. o Doorgaans kan de student wel feedback vragen, maar de studenten vinden het logisch dat ze bij permanente evaluatie (waar ze trouwens positief tegenover staan) ook permanente feedback horen te krijgen en hier niet zelf om moeten vragen. o Feedback is volgens hen het meest zinvol wanneer ze hun verslag terugkrijgen met hierop een quotering aangevuld met toelichting. o De feedback op examens is over het algemeen goed, en studenten vinden het positief dat ze deze kunnen gaan inkijken, zelfs al maken ze hier niet standaard gebruik van. Op de meeste campussen staan docenten hier ook echt voor open. Werkvormen Er is een goed evenwicht tussen hoorcolleges en andere werkvormen. o De labo’s helpen als voorbereiding op de examens. Ze vergen veel werk, maar liever zo dan minder praktijk. o Tijdens de labosessies zouden de studenten graag nog meer tijd krijgen om te experimenteren en uit fouten te leren, zonder dat dit meteen een negatief gevolg heeft voor hun cijfers. Vrij kunnen experimenteren motiveert hen. Conclusies hearings bachelor IW 5 o vi. Soms krijgen de studenten tijdens de labosessies en oefenzittingen ook nog even toelichting van de theorie. Op campus Aalst vinden de studenten het jammer dat er dan soms weinig tijd overblijft, maar op de andere campussen blijft de uitleg beknopt en vinden studenten het positief dat ze zo beter in staat zijn om zelf aan de slag te gaan. o Projectwerk vinden ze boeiend omdat het vakoverschrijdend leerstof combineert en mooie output oplevert. De studenten staan positief tegenover deze werkvorm. Soms mogen de projecten volgens hen zelfs nog uitdagender en vrijer. o De studenten merken een toenemende zelfstandigheid in de opleiding, vooral in de oefensessies. De groepsgrootte wordt overal beoordeeld als goed. o Voor hoorcolleges vinden ze het niet erg dat ze in het 1e jaar in een grote groep zitten. Alleen is het geroezemoes soms storend. Verder is het geen probleem: er is voldoende tijd tussen lessen en docenten zijn heel aanspreekbaar, dus ze kunnen gemakkelijk na de les vragen gaan stellen. o Voor oefeningen zijn ze blij dat ze in kleine groepen zitten, want dan hebben ze minder angst dat ze misschien “domme vragen” stellen. Lessen in kleinere groepen zijn vaak interactiever en daardoor interessanter volgens de studenten. o Bij labo’s worden ze in nog kleinere groepen opgesplitst zodat iedereen vlot zelf aan de slag kan en er voldoende persoonlijke begeleiding mogelijk is. o De kleinschaligheid en het persoonlijke contact op campussen Aalst en Oostende zijn pluspunten die de studenten meermaals uitdrukkelijk vermelden. Vooral voor schuwere studenten zien ze dit als een belangrijk voordeel. Gastcolleges: komen af en toe voor, vooral in het 2e jaar. Zijn interessant omdat ze de link naar de praktijk mooi leggen en meestal heel andere inzichten bieden. De communicatie tussen docenten die samenwerken kan vaak beter, aangezien zij regelmatig niet op de hoogte blijken te zijn van wat elk behandelt. Studiemateriaal Het cursusmateriaal is over het algemeen goed, zij het ietwat verouderd bij sommige docenten, vooral op campus Gent en Oostende. Liever een goede cursus dan enkel powerpoint of notities: iets om op terug te vallen als eens les gemist of bepaalde theorie minder duidelijk is. Soms dure boeken aankopen die niet gebruikt worden: er wordt niet altijd goed aangegeven welke boeken nodig zijn als cursus en welke eerder een naslagwerk zijn. Er wordt soms gebruik gemaakt van anderstalig studiemateriaal. De meningen hierover verschillen sterk. o Op campus Oostende vinden de studenten dit een voordeel. o Op campus Geel vinden ze dit iets minder handig maar nog steeds oké in combinatie met Nederlandstalige slides. Conclusies hearings bachelor IW 6 o vii. Op campussen Aalst, Gent en Sint-Katelijne-Waver variëren de meningen van sterk contra over neutraal tot sterk pro. Toledo wordt door sommige docenten gebruikt, maar door anderen niet echt. Studenten willen liever dat ze het wel gebruiken, vooral om geannuleerde lessen of andere mededelingen te communiceren, evenals hun contactgegevens. Voorzieningen viii. De labo’s zijn overal goed uitgerust voor onderwijs. o Vooral op campus Geel zijn de studenten hier lovend over. o Op campussen Oostende en Sint-Katelijne-Waver zijn de labo’s soms verouderd, maar zeker nog oké volgens de studenten. o Er is zowel klassiekere als modernere apparatuur aanwezig. Beide werken nog degelijk en de studenten vinden de oudere toestellen vaak net leerrijker: deze bieden meer inzicht in de werking en vereisen meer persoonlijke inbreng, en dat vinden ze een grote meerwaarde. Bij jobuitoefening kan de apparatuur later ook verouderd zijn, dus vinden ze het goed om niet enkel met modernere toestellen te leren werken. De netwerkinfrastructuur kan op alle campussen ook soms beter. De studentenvoorzieningen verschillen van campus tot campus. o De studenten van campus Gent zijn over het algemeen tevreden, enkel over de refter heerst grote ontevredenheid omdat deze overbevolkt is tijdens middagpauzes. o Op campus Oostende zijn de studenten zeer tevreden met de vele zitplaatsen op de campus, verkoop van broodjes en soep, studentenrestaurant, parking, peda op de campus, … o De studenten van Sint-Katelijne-Waver vinden het studielandschap soms wat te lawaaierig om te studeren, maar zeer geschikt om samen te werken of om toch wat te proberen te leren. Ze zouden dit graag nog uitgebreid zien met extra studeerplaatsen. o De studenten hebben wel klachten over de cursusverkoop op campussen Geel, Oostende en Sint-Katelijne-Waver. Beoordeling, toetsing en examinering De meeste docenten communiceren goed over wat studenten kunnen verwachten van het examen. o Uiteenlopende manieren: toelichting over examenvorm en manier van vraagstelling, voorbeeldexamens, puntenverdeling, overlopen cursus in notendop, vragen beantwoorden, aangeven wat hoofd- en bijzaken zijn, … De examens stellen relevante vragen: een combinatie van theorie en ruim voldoende oefeningen, wat een goede weerspiegeling is van de praktijkgerichte en probleemoplossende focus. Conclusies hearings bachelor IW 7 Doorgaans bieden examens voldoende de kans om aan te tonen dat ze de leerstof en/of vaardigheden onder de knie hebben. De studenten hebben een voorkeur voor mondelinge examens (gevoel dat ze beter kunnen bewijzen dat ze het kunnen) en verkiezen ze permanente evaluatie boven “blokken”. De organisatie van de examens verloopt vlot. o Examenrooster sinds dit jaar overal voldoende vroeg beschikbaar. o Voor studenten in modeltraject zijn de examenroosters goed gespreid. o De studenten krijgen overal zeer veel inspraak in de examenroosters, persoonlijk (Oostende, Sint-Katelijne-Waver en Geel) of via studentenvertegenwoordigers (Gent), en hier wordt veel rekening mee gehouden. o Op elke campus zijn de studenten vragende partij om hun examenroosters reeds aan het begin van het jaar te krijgen. Ze zijn wel wat ongerust dat ze dan geen inspraak meer krijgen en de roosters daardoor misschien minder goed zullen zijn. 2. Over situering in hogeronderwijslandschap i. Integratie en multicampus De studenten zijn niet overal op de hoogte van de mogelijkheid om na sem3 van campus te veranderen. o Wel op de hoogte in Aalst en Oostende. o Minder dan de helft van de studenten op de hoogte in Geel, Gent en Sint-KatelijneWaver. o De studenten zouden graag meer info krijgen over welke richtingen op andere campussen worden aangeboden en op welke momenten in de opleiding ze vlot kunnen overstappen. Ze vinden de mogelijkheid om te veranderen voor een geschiktere studiekeuze of voor specialisatie positief, al overweegt slechts een minderheid van de studenten het omdat ze hun campus meestal speciaal kozen voor de locatie en/of aangeboden afstudeerrichtingen en omdat de studenten op alle campussen tevreden zijn. De doorsnee student is honkvast. o De regionale nabijheid van hun campus vinden ze overal een sterke troef. o Verplicht les moeten volgen op een andere campus zouden ze een nadeel vinden. o De studenten zouden eventueel overwegen om in de masteropleiding les op een andere campus te volgen voor een specifieke specialisatie, maar op dit moment schatten ze dat vooral praktische factoren (bereikbaarheid, mate waarin dit in lessenrooster past, …) door zouden wegen in de beslissing om dit al dan niet te doen. Gemengde gevoelens bij de integratie o Voornaamste pluspunt: een universitair diploma en de status van KU Leuven vinden ze positief voor hun zoektocht naar een job later, vooral in het buitenland. o Minpunten: De administratie is ingewikkelder geworden. Conclusies hearings bachelor IW 8 o o o ii. Ontvangen soms mails die weinig relevant zijn (over activiteiten in Leuven of andere campussen, …). Eerder “nutteloze” voordelen in Leuven in plaats van in hun eigen stad. De studenten op campussen Geel en Sint-Katelijne-Waver vinden het een nadeel dat hun opleiding voortaan de academische kalender van KU Leuven volgt omdat de activiteiten en stuvo’s op hun campussen meer zijn afgestemd op de kalender van de hogeschool. De studenten op campus Oostende zijn daarentegen voorstander om de vakantieregeling van KU Leuven over te nemen. De integratie heeft op de meeste campussen geen invloed gehad op de kwaliteit van de stuvo’s. De communicatie tussen docenten van zelfde en verschillende campussen is een aandachtspunt. Doorslaggevende factoren bij studiekeuze Op elke campus weegt duidelijk een andere eigenschap door voor hun keuze om juist op die campus te gaan studeren. o Aalst: nabijheid campus o Geel: landelijke campus in eigen regio o Gent: vlot bereikbare studentenstad o Oostende: kleinschaligheid (persoonlijk contact met docenten en kleine lesgroepen) o Sint-Katelijne-Waver: goede reputatie in industrie De studenten vergelijken actief de opleiding op hun eigen campus met die van andere campussen (meer of minder nadruk op praktijk of management, reputatie, ...), zowel tijdens de hearings als wanneer ze hun studiekeuze maakten. De vergelijking beperkt zich wel tot de dichtstbijgelegen campussen. 3. Algemeen oordeel i. Tevredenheid Alle studenten die deelnamen aan de hearings, ongeacht of ze dit vrijwillig of verplicht deden, gaven aan dat ze tot nu toe tevreden tot zeer tevreden zijn over hun opleiding. ii. Sterke punten Praktijkgerichte, toepassingsgerichte opleiding o Focus op kunnen en begrijpen in plaats van op kennen. o Theorie in functie van toepassing, niet hoofdfocus, voldoende maar niet te veel. o Veel aandacht voor labo’s, oefeningen en practica. Brede basisvorming met pas keuze voor afstudeerrichting na sem3. Vlot aanspreekbare docenten en les in kleine groepen. Bepaalde docenten die zeer begaan zijn met hun vak en de studenten of die veel ervaring hebben in de industrie. Conclusies hearings bachelor IW 9 iii. Veel inspraak in examenroosters. Regionale nabijheid. Goede studentenvoorzieningen. Weinig springuren in lessenrooster. Suggesties ter verbetering Iets uitgebreidere en eerdere toelichting van afstudeerrichtingen om studiekeuze na sem3 te ondersteunen. Waar nodig het cursusmateriaal vernieuwen. Nog betere communicatie en afstemming tussen docenten. De studiebelasting voldoende spreiden over het semester, door bijvoorbeeld geen labo’s te plannen in de laatste week of een overkoepelend verslag te vragen in plaats van een verslag per labosessie. Een meer ingenieursgerichte of actualiteitsgerichte aanpak hanteren voor de wijsgerige/levensbeschouwelijke vakken. (De suggesties ter verbetering waren doorgaans zeer OPO-gebonden of hadden te maken met zeer specifieke stuvo’s van de campus.) 4. Interessante citaten Interessante citaten zijn terug te vinden in de documenten met de conclusies per campus. Conclusies hearings bachelor IW 10
© Copyright 2025 ExpyDoc