Jaarverslag 2013

Jaarverslag 2013
Voorwoord
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 3
Van een nieuwe realiteit
naar een nieuw begin
De marktomstandigheden in de afvalsector zijn in de afgelopen jaren
drastisch veranderd. Dit heeft gezorgd voor een nieuwe realiteit:
sterk gedaalde verwerkingstarieven door toenemende concurrentie
en een afnemend aanbod van restafval. Uit de aanbestedingen voor
de verwerking van huishoudelijk afval in de afgelopen jaren blijkt
verder dat de tarieven voor verwerking die gemeenten bereid zijn te
betalen, zijn gedaald.
Willen wij bij nieuwe aanbestedingen van verwerkingscontracten
competitief blijven, dan moeten we onze kostprijs sterk verlagen.
Dit besef heeft ertoe geleid dat wij in het verslagjaar flinke bezuinigingen hebben doorgevoerd. Het was daarbij als snel duidelijk dat het
onvermijdelijk was dat dit gepaard zou gaan met het verlies van
arbeidsplaatsen. Wij hebben dit proces met de grootst mogelijk
zorgvuldigheid doorlopen.
Onderdeel van het bezuinigingsprogramma was een ingrijpende
herstructurering van onze onderneming. We hebben de hoofdstructuur van ons bedrijf sterk vereenvoudigd, met als resultaat
een transparante organisatiestructuur. Met de totale set van
aanpassingen en vernieuwingen hebben wij onze concurrentiekracht verder vergroot. Attero blijft zo een robuust, krachtig en
toekomstbestendig bedrijf.
De Directie, de Raad van Commissarissen en de Aandeelhouderscommisie van Attero hebben, parallel aan de geschetste
ontwikkelingen, gezamenlijk besloten tot het inrichten van een
proces tot mogelijke verkoop van de onderneming. Na een intensief
en gedegen traject van voorbereidingen kon succesvol een
competitief biedingsproces worden doorlopen. Dat alles heeft aan
het einde van 2013 een voorstel tot overname van de aandelen
opgeleverd. Naar verwachting wordt de mogelijke verkoop in de
eerste helft van 2014 afgerond.
Attero heeft in 2013 een negatief netto resultaat - na belastingen gerealiseerd van EUR 67,2 miljoen. Dit is fors lager dan in 2012 toen
het netto resultaat EUR 8,1 miljoen positief bedroeg. Het negatieve
resultaat van 2013 is met name veroorzaakt door een aantal
bijzondere gebeurtenissen in het verslagjaar. In de eerste plaats is
naar aanleiding van de uitkomsten van het proces tot mogelijke
verkoop een impairmentanalyse uitgevoerd. De gewijzigde
inzichten en omstandigheden in 2013 hebben geresulteerd in een
bijzondere waardevermindering van de activa. Ten behoeve van het
proces tot mogelijke verkoop heeft Attero eenmalige kosten
gemaakt voor strategische heroriëntatie, verkoopvoorbereiding,
procesbegeleiding en adviseurs. Ten slotte hebben wij voor de
herstructurering en personeelsreductie een herstructureringsvoorziening gevormd. De extra kosten voor deze bijzondere
gebeurtenissen in 2013 bedroegen ruim EUR 96 miljoen.
De omzet over 2013 bedraagt EUR 328 miljoen (2012: EUR 325
miljoen). De aanvoer van afval en de afzet van de daaruit
teruggewonnen grondstoffen lagen op een goed niveau. Prijzen van
afvalstromen stonden echter onder druk, evenals de prijzen voor
geproduceerde energie. De bedrijfskosten bedroegen EUR 330
miljoen en waren substantieel hoger dan in 2012 (EUR 243 miljoen).
De belangrijkste oorzaken voor de hogere kosten zijn hiervoor al
benoemd: de bijzondere waardevermindering van bepaalde activa,
de kosten voor het proces tot mogelijke verkoop en het vormen van
de herstructureringsvoorziening. Het bedrijfsresultaat is
uitgekomen op EUR -51 miljoen (2012: EUR 34 miljoen).
Attero is 2013 begonnen met het besef dat we te maken hebben
met een nieuwe realiteit. Gedurende het verslagjaar hebben we
ons bedrijf daarvoor op doortastende wijze geprepareerd. We
hebben forse stappen gezet en dat maakt dat Attero klaar is voor
een nieuw begin.
Arnhem, 15 mei 2014
Pierre Vincent
Algemeen directeur
Inhoudsopgave
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 5
Voorwoord
Attero in een oogopslag
f Bedrijfsprofiel
f Kerncijfers
Bericht van de Raad van Commissarissen
Directieverslag
f
f
f
f
Strategische ontwikkelingen
Marktontwikkelingen
Operationele ontwikkelingen
Financiële ontwikkelingen
Algemene informatie
f Corporate governance
f Risicobeheersing en compliance
f Bestuurdersverklaring
3
6
7
8
10
14
15
17
20
24
28
29
31
33
Jaarrekening
35
Controleverklaring van de
onafhankelijke accountant
96
Bestuur en medezeggenschap
f Raad van Commissarissen
f Directie
f Ondernemingsraad
Bijlagen
f Duurzaamheiddoelstellingen
f Milieucijfers
f Sociale cijfers
100
101
101
102
104
105
110
111
Attero in een oogopslag
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 7
Bedrijfsprofiel
Attero richt zich op maximale terugwinning, hergebruik en nuttige
toepassing van grondstoffen uit afval. Door innovatief te blijven
denken en doen, willen wij steeds méér uit reststromen halen.
Onze ruim zevenhonderd medewerkers verwerken op een vijftiental
locaties jaarlijks zo’n 3,3 miljoen ton afval. Dat is afkomstig van
ongeveer 35 procent van alle Nederlandse huishoudens, ofwel bijna
6 miljoen mensen, en van bedrijven.
Wij zijn actief in het sorteren en recyclen van afvalstromen, in
grondreiniging en in bodemsanering. Herbruikbare materialen die
wij uit het afval terugwinnen, vormen nieuwe grondstoffen voor
de industrie.
Wij zijn er trots op dat wij een van de grootste producenten van
groen gas in Nederland zijn; een duurzame vervanger van aardgas
en een uitstekende brandstof voor motorvoertuigen. Wij maken
het mogelijk om op afval te koken, te stoken en te rijden.
Met afval als bron van energie produceert Attero (duurzame)
elektriciteit voor 350.000 huishoudens. We voorzien tevens in de
warmtebehoefte van industrie in de buurt van onze locaties.
Daarnaast produceren wij gecertificeerde funderingsmaterialen
voor de wegenbouw.
Ons bedrijf levert, als marktleider in de verwerking van gft-afval,
compost als cradle-to-cradle bodemverbeteraar voor land- en
tuinbouw, en biobrandstoffen voor energiecentrales.
Dit alles kunnen wij doen dankzij onze klanten, die ons de duurzame
verwerking van het afval van hun burgers en van hun bedrijven
toevertrouwen.
Attero wil maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wij kiezen bij
de realisatie van onze doelstellingen uitdrukkelijk voor een open
dialoog met de samenleving en voor samenwerking met partners die
hetzelfde beogen. We maken werk van veiligheid, zowel voor onze
eigen medewerkers als voor derden. Wij spannen ons in om een
aantrekkelijke werkgever te zijn. En uiteraard een betrouwbaar en
klantgericht bedrijf, met een interessant pakket milieudiensten voor
onze relaties.
8
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Kerncijfers
POQ
29,4%
POQ
netto-omzet
solvabiliteit
EBITDA
Economisch bedragen in duizenden euro’s
2013
2012
2011
2010
Winst- en verliesrekening
Netto-omzet
EBITDA
327.597
107.976
324.932
141.729
350.005
141.830
312.748
127.652
Resultaat na belastingen
waarvan ten behoeve van aandeelhouders Attero Holding NV
-67.196
-70.330
8.092
4.092
25.445
22.700
25.690
20.120
Balans en kasstromen
Geïnvesteerd vermogen
Eigen vermogen
429.714
198.276
502.958
273.492
542.933
274.152
516.840
257.399
Kasstroom uit operationele activiteiten
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Kasstroom voor financieringsactiviteiten (vrije kasstroom)
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Kasstroom totaal
104.587
-68.360
36.227
-57.971
-21.744
106.502
–69.120
37.382
–47.060
–9.678
125.520
–71.816
53.704
–105.836
–52.132
107.638
–52.010
55.628
–114.914
–59.286
29,4
-10,9
35,3
6,5
33,5
10,4
30,7
10,3
Ratio’s (in procenten)
Solvabiliteit
ROIC
Berekeningswijze financiële ratio’s en gebruikte afkortingen
Bedrijfsresultaat
Brutomarge plus overige bedrijfsopbrengsten
minus bedrijfslasten.
EBITDA
Bedrijfsresultaat plus afschrijvingen en
bijzondere waardeverminderingen.
Geïnvesteerd vermogen
Som van de vaste activa, het netto werkkapitaal
en activa en verplichtingen aangehouden voor
verkoop.
Netto werkkapitaal
Totaal vlottende activa en vaste activa
aangehouden voor verkoop minus liquide
middelen en rentedragende vorderingen minus
kortlopende niet-rentedragende verplichtingen
(inclusief kortlopend deel voorzieningen).
Return on invested capital (ROIC)
EBIT gedeeld door gemiddeld geïnvesteerd
vermogen.
Solvabiliteit
Totaal eigen vermogen gedeeld door het
balanstotaal x 100%.
FTE’s
Fulltime equivalents, aantal medewerkers
omgerekend naar een volledige werkweek.
LTIF
Lost Time Injury Frequency, het aantal ongevallen
met verzuim per 1.000.000 gewerkte uren van
eigen personeel, inhuur en derden, berekend over
een bepaalde periode.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 9
11,7 mln m3
3,3 mln ton
1.132 GWh
productie groen gas
afval verwerkt
elektriciteitsproductie
Sociaal
2013
2012
2011
2010
793
727
1,6
4,6
835
787
2,8
3,9
821
774
5,8
4,4
654
617
7,1
4,0
Verwerking brandbaar afval (kton)
Verwerking gft-afval (kiloton)
Verwerking mineraal (kton)
Verwerking puin (kton)
Verwerking verontreinigde grond/bodemsanering (kton)
Verwerking bedrijfsafval (kton)
Verwerking hout (kton)
Verwerking hoogcalorisch materiaal (kton)
Verwerking textiel (kton)
1.824
648
229
177
230
141
19
25
3
3.296
1.868
685
228
163
255
145
17
22
1
3.385
1.896
696
163
183
272
141
14
20
-3.385
1.813
436
133
------2.382
Elektriciteitsproductie (GWh)
1.132
1.165
1.240
1.191
11,7
10,2
10,8
10,4
776,4
0,6
28,8
-853,2
806,4
1,1
44,8
-798,0
854,6
1,8
46,6
-807,1
889,6
12,5
10,6
-715,9
Personeelsleden ultimo jaar1
FTE’s ultimo jaar1
LTIF-score (inclusief derden)
Ziekteverzuim (in procenten)
1 Betreft
eigen personeel
Milieu
Productie groen gas (m3 * 1 miljoen)
Carbon footprint
Scope 1 emissies (kton CO2e)
Scope 2 emissies (kton CO2e)
Scope 3 emissies (kton CO2e)
Bijdrage aan vermeden emissies
Scope 1 emissies
Directe emissies van broeikasgassen ten gevolge
van activiteiten waar de organisatie controle over
heeft. Hieronder vallen procesemissies en
emissies door brandstofverbruik op de locaties en
in het wagenpark.
Scope 2 emissies
Indirecte emissies van broeikasgassen ten
gevolge van extern geproduceerde elektriciteit of
warmte die door de organisatie is ingekocht.
Scope 3 emissies
Emissies van broeikasgassen buiten de
eigendoms- en operationele invloedssfeer van de
organisatie.
Bijdrage aan vermeden emissies
Emissiereducties door de afzet van uit afval
teruggewonnen energie en grondstoffen.
CO2e
Meeteenheid gebruikt om het opwarmend
vermogen van broeikasgassen weer te geven.
CO2 is hierbij het referentiegas, waartegen andere
broeikasgassen gemeten worden.
kton
Kiloton. Dit is 1 miljoen kilogram.
GWh
Gigawattuur, 1 miljard wattuur,
eenheid voor elektriciteit.
Bericht van de Raad
van Commissarissen
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 11
Aan de aandeelhouders
Hierbij biedt de Raad van Commissarissen van Attero het Jaarverslag 2013
en de Jaarrekening 2013 van Attero Holding NV aan.
De Auditcommissie heeft op 14 mei 2014 de Jaarrekening uitvoerig
besproken met de financieel directeur in het bijzijn van de externe
accountant. De Raad van Commissarissen heeft vervolgens op
15 mei 2014 het jaarverslag met de Directie besproken en kennis
genomen van de bevindingen van de Auditcommissie.
De Raad van Commissarissen stemt in met de jaarrekening en kan
zich verenigen met het voorstel voor winstbestemming van de
Directie. Wij stellen u voor de jaarrekening en de daarin opgenomen
winstbestemming in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders
ongewijzigd vast te stellen.
Ernst & Young Accountants LLP heeft de Jaarrekening 2013
gecontroleerd.
Belangrijke thema’s 2013
In het jaar 2013 heeft de vennootschap vier intensieve trajecten
doorlopen. Ze hebben door de samenloop en met hun samenhang
grote impact gehad op de organisatie.
Reorganisatie en herstructurering
Onder de noemer Koploper was in 2012 een programma van kostenreducties en structurele verbeteringen ingezet. Dit programma is in
2013 geïntensiveerd en heeft geresulteerd in een voorstel voor
aanzienlijke personeelsreductie en structurele afname van de
kosten. Dit betekent dat de onderneming genoodzaakt is, afscheid
te nemen van zeer gewaardeerde medewerkers.
Ontwikkeling contractenportfolio
In 2013 is de onderneming zeer succesvol geweest in het ontwikkelen van het contractenportfolio. De huidige ontwikkelingen in
de markt en de herpositionering van de onderneming vragen om
aangepaste acquisitiestrategieën en een sterke oriëntatie op nieuwe
markten. In 2013 is met succes de transitie ingezet naar het
acquireren vanuit andere markten.
Nieuwe innovatieve groei-initiatieven
De onderneming heeft in 2013 extra geïnvesteerd in de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologieën en methoden
voor de verwerking van afval. Daarbij is de focus gericht op duurzame energie, recycling en grondstofhergebruik.
Voorbereidingen verkoop
Aan het einde van 2012 en aan het begin van 2013 heeft de
Aandeelhouderscommissie van Attero aangegeven de mogelijkheden tot vervreemding van haar aandelen te onderzoeken.
Op grond van de uitkomsten en een eerste marktverkenning hebben
de Directie, de Raad van Commissarissen en de Aandeelhouderscommissie gezamenlijk besloten tot het inrichten van een proces
tot mogelijke verkoop van Attero. Om een goed proces optimaal te
faciliteren heeft in 2013 een intensief traject van voorbereidingen
en overleg met de aandeelhouders plaatsgevonden. De zorgvuldige
voorbereidingen hebben het mede mogelijk gemaakt dat een
competitief biedingsproces succesvol kon worden doorlopen.
Het proces tot mogelijke verkoop heeft eind 2013 geleid tot een
voorstel tot overname van de aandelen. De formele afronding van de
voorgenomen verkoop is voorzien in de eerste helft van 2014.
12
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Overige ontwikkelingen
Invulling van het toezicht
De onderneming heeft voor de afvalenergiecentrale Moerdijk in
2013 de eerste stappen gezet om de beschikbaarheid van de
installatie te vergroten en de productie en de kosten van onderhoud
weer op het gewenste peil te brengen. Deze ontwikkeling zal ook in
2014 nog de nodige aandacht vragen.
In 2010 is besloten om op vrijwillige basis de Nederlandse corporate
governance code toe te passen. De wijze waarop dat gebeurt, staat
beschreven op pagina 29 van dit Jaarverslag.
In 2013 is de Raad van Commissarissen vijfmaal regulier bijeen
gekomen. Daarnaast hebben er enkele niet-reguliere vergaderingen
plaatsgevonden in het kader van het proces van mogelijke verkoop.
De vergaderingen van de Raad van Commissarissen werden steeds
in aanwezigheid van de Directie gehouden. De heer F.T.M. Smulders,
manager Juridische Zaken en Secretaris van de Vennootschap,
fungeerde als secretaris van de Raad van Commissarissen.
In februari 2013 heeft de Raad een zelfevaluatie uitgevoerd, die
extern begeleid werd.
De voorzieningen voor de nazorg van stortplaatsen blijven een punt
van aandacht. In het bijzonder betreft dit de nazorggelden die de
nazorgfondsen beheren van de provincies waar stortplaatsen van
Attero aanwezig zijn. Attero draagt hierbij het risico voor mogelijk
achterblijvende rendementen van deze fondsen, zonder de
zeggenschap te hebben over het beheer ervan.
Financiële resultaten
Attero heeft in 2013 een netto resultaat na belastingen gerealiseerd
van EUR 67,2 miljoen negatief. Dit is fors lager dan in 2012 toen het
netto resultaat EUR 8,1 miljoen positief bedroeg. Het bedrijfsresultaat bedroeg EUR 51 miljoen negatief. Het negatieve resultaat
van 2013 is met name veroorzaakt door een aantal bijzondere
gebeurtenissen in het verslagjaar. In de eerste plaats is naar
aanleiding van de uitkomsten van het proces tot mogelijke verkoop
een impairmentanalyse uitgevoerd. Nieuwe inzichten en
omstandigheden, die met name in het tweede halfjaar van 2013
naar voren zijn gekomen, hebben geresulteerd in een bijzondere
waardevermindering van de activa. Ten behoeve van het proces tot
mogelijke verkoop heeft Attero eenmalige kosten gemaakt voor
strategische heroriëntatie, verkoopvoorbereiding, procesbegeleiding en adviseurs. Ten slotte is er voor de herstructurering
en personeelsreductie een herstructureringsvoorziening gevormd.
De extra kosten voor deze gebeurtenissen bedroegen in totaal
EUR 96 miljoen.
Samenstelling
De Raad van Commissarissen bestaat uit vijf personen. De Raad is
zorgvuldig samengesteld in overeenstemming met de profielschets
zoals die in de Bijzondere Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 28 januari 2010 is vastgesteld.
In 2013 heeft de Algemene Vergadering van Aandeelhouders
mevrouw A.M.L.M. Nelissen-Hanssen voor een periode van vier
jaren herbenoemd.
In 2014 zijn mevrouw W.H. Huijbregts-Schiedon en
de heer J.A.M. Hendrikx aftredend volgens rooster.
De heer J.A.M. Hendrikx is niet herbenoembaar wegens
het bereiken van de maximum statutaire zittingstermijn.
De Raad heeft drie commissies ingesteld: de Auditcommissie, de
Renumeratie- en selectiecommissie en de Commissie Juridische
Zaken en Governance. De Commissie Juridische Zaken en
Governance is in 2013 ingesteld. Iedere commissaris heeft zitting in
een commissie.
Auditcommissie
De Auditcommissie houdt toezicht op de interne risicobeheersingen controlesystemen, financiering, financiële informatieverstrekking en informatietechnologie. De commissie adviseert de
Raad van Commissarissen hierover. De Auditcommissie is in 2013
vijfmaal bijeen geweest. Bij al deze vergaderingen was de financieel
directeur aanwezig. Bij drie vergaderingen was tevens de externe
accountant aanwezig. De Auditcommissie heeft uitvoerig overleg
met de Directie gehad over de operationele en financiële ontwikkelingen van de onderneming aan de hand van kwartaalrapportages.
In het kader van de voorbereidingen van het proces tot mogelijke
verkoop is in 2013 een audit uitgevoerd van de halfjaarcijfers 2013.
In aanwezigheid van de externe accountant heeft de commissie
gesproken over de jaarrekening 2012, de halfjaarcijfers 2013,
het auditplan 2013, de managementletter 2013 en de manier
waarop de aanbevelingen uit de managementletter 2012 zijn
opgevolgd. Tevens is gesproken over de aangepaste controleaanpak
2013 in relatie tot een proces tot mogelijke verkoop. In het
bijzonder de impairments die in 2013 hebben plaatsgevonden,
zijn met de externe accountant en de financieel directeur in
detail doorgenomen. Daarnaast zijn de reorganisatiekosten,
nazorgvoorzieningen en de bijzondere posten in de jaarrekening
onderwerpen van speciale aandacht geweest.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 13
De Auditcommissie bestaat uit:
f GHKHHU-YDQGHQ%HOWYRRU]LWWHU
f PHYURXZ$0/01HOLVVHQ+DQVVHQWRWPHL
f PHYURXZ:++XLMEUHJWV6FKLHGRQ
In april 2013 is besloten tot instelling van de Commissie Juridische
Zaken en Governance, waarna mevrouw A.M.L.M. Nelissen-Hanssen
de Auditcommissie heeft verlaten.
Remuneratie- en selectiecommissie
De Remuneratie- en selectiecommissie stelt de selectiecriteria
en benoemingsprocedures vast voor de leden van de Raad van
Commissarissen en de Raad van Bestuur. Zij beoordeelt periodiek
het functioneren van de Raad van Bestuur, en doet voorstellen
voor de bezoldiging van de Raad van Bestuur. De Remuneratieen selectiecommissie heeft in 2012 tweemaal vergaderd.
De jaarlijkse beoordeling van het functioneren van de bestuurder
heeft plaatsgevonden. De Remuneratie- en selectiecommissie
heeft een voorstel voor de Raad van Commissarissen geformuleerd
voor het variabele deel van de beloning van de bestuurder, op basis
van de vastgestelde doelstellingen. Er is gesproken over voortzetting van het dienstverband respectievelijk herbenoeming van
de algemeen directeur. Hierover heeft de Remuneratie- en selectiecommissie een voorstel voor de Raad van Commissarissen
geformuleerd.
De Remuneratie- en selectiecommissie bestaat uit:
f GHKHHU-$0+HQGULN[YRRU]LWWHU
f GHKHHU-3%+XEHUWV
Commissie Juridische Zaken en Governance
Overleg met Aandeelhouderscommissie
De overleggen van een afvaardiging van de Raad van
Commissarissen en de Directie met de Aandeelhouderscommissie
stonden in 2013 met name in het licht van de voorbereiding van een
proces tot mogelijke verkoop, naast de reguliere onderwerpen als
voorbereiding van de aandeelhoudersvergadering en actuele
ontwikkelingen.
Daarnaast werd voor de begeleiding en coördinatie van de
voorbereidingen van een proces tot mogelijke verkoop een
kerngroep samengesteld. Deze bestond uit vertegenwoordigers
van de Aandeelhouderscommissie, Raad van Commissarissen en
Directie. Binnen deze kerngroep is gaande het proces frequent en
intensief overlegd.
Overleg met Ondernemingsraad
Een delegatie van de Raad in wisselende samenstelling heeft in
2013 deelgenomen aan twee vergaderingen van de Ondernemingsraad van Attero.
Vooruitblik 2014
In 2014 zal de afronding van het proces tot mogelijke verkoop
bijzondere aandacht vragen van de Raad van Commissarissen.
Daarbij zal de Raad vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de
continuïteit van de onderneming en de belangen van de stakeholders de dialoog met de aandeelhouders voortzetten. Ook in dat
kader zullen stortvoorzieningen en de herziening van nazorgplannen
en de financiering van de onderneming aan de orde blijven komen.
Het in 2011 gestarte traject om tot verdere efficiëntie te komen zal
in 2014 zijn beslag krijgen.
De Commissie Juridische Zaken en Governance werd in april 2013
ingesteld. In 2013 is de commissie éénmaal bijeengeweest.
Bij deze vergadering was de manager Juridische Zaken aanwezig.
Naast constituerende zaken, zijn daarbij lopende juridische
kwesties, de vennootschappelijke structuur, governance en de
compliance systematiek besproken.
Waardering
De Commissie Juridische Zaken en Governance bestaat uit:
f PHYURXZ$0/01HOLVVHQ+DQVVHQYRRU]LWWHU
f GHKHHU-3%+XEHUWV
J.P.B. Huberts (voorzitter)
J.A.M. Hendrikx
J. van den Belt
W.H. Huijbregts-Schiedon
A.M.L.M. Nelissen-Hanssen
De Raad van Commissarissen spreekt zijn bijzondere waardering uit
voor de prestaties van de organisatie en voor de grote inzet die alle
medewerkers in 2013 opnieuw hebben getoond.
15 mei 2014
Directieverslag
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 15
Strategische ontwikkelingen
Attero streeft ernaar de potentie in afval maximaal te benutten door
hernieuwbare grondstoffen terug te winnen en door duurzame energie te
produceren. Uitgangspunt daarbij is een optimale balans tussen ecologie en
economie. Wij willen op die manier zowel maatschappelijke als financiële
waarde creëren voor al onze stakeholders.
Operational excellence
Het jaar 2013 heeft voor Attero in het teken gestaan van vier
strategische hoofddoelen:
f PHHUEDODQVDDQEUHQJHQLQGHVDPHQVWHOOLQJYDQRQ]H
afvalportefeuille;
f RSHUDWLRQDOH[FHOOHQFH
f RQWZLNNHOHQYDQLQQRYDWLHYHHQGXXU]DPHSURSRVLWLHVYRRU
recycling en duurzame energie;
f YLQGHQYDQHHQQLHXZHHLJHQDDUYRRU$WWHUR
In 2011 is Attero gestart met een programma om de primaire
bedrijfsprocessen in de afvalverwerking verder te verbeteren en te
optimaliseren. Het betreft een programma voor meerdere jaren.
Dit bestaande operational excellence-programma hebben wij in
2013 verbreed naar de gehele organisatie, inclusief de activiteiten
bij staven en ondersteunende diensten.
Als onderdeel van dit programma hebben we allereerst de hoofdstructuur van ons bedrijf sterk vereenvoudigd. Dit heeft
geresulteerd in een transparante organisatiestructuur, met twee
resultaatverantwoordelijke bedrijfsonderdelen:
1. Afvalenergiecentrales;
2. Recycling.
Meer balans in afvalportefeuille
Historisch gezien heeft Attero voor zijn restafvalportfolio altijd een
grote focus op huishoudelijk afval gekend. In het verslagjaar hebben
we besloten onze afhankelijkheid van huishoudelijk restafval te
verkleinen. Gevolg is een aangepaste acquisitiestrategie die moet
leiden tot een evenwichtigere verdeling tussen huishoudelijk afval,
bedrijfsafval, en geïmporteerd afval. Meer evenwicht in onze
afvalportefeuille maakt dat we voor de continuïteit van ons bedrijf
minder afhankelijk zijn van één bepaalde afvalsoort. De nieuwe
acquisitiestrategie heeft in 2013 al een aantal nieuwe verwerkingscontracten voor brandbaar en organisch afval opgeleverd.
Vervolgens is er vanuit de nieuwe hoofdstructuur een ingrijpende
herstructurering in gang gezet. De herstructurering heeft geleid tot
een verlies van circa 120 arbeidsplaatsen (FTE).
De desbetreffende medewerkers in vaste dienst vallen onder een
solide Sociaal Plan. De herstructurering vond plaats in goed overleg
met de Ondernemingsraad. De herstructureringskosten bedroegen
Hoofdstructuur Attero
Directie
Ondersteunende diensten
Afvalenergiecentrales
Afvalenergiecentrale
Wijster
Afvalenergiecentrale
Moerdijk
Recycling
Afvalenergiecentrale
Groningen
Engineering &
Techniek
Kunststoffen
Mineraal
Organisch
Scheiden &
Sorteren
16
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
in 2013 EUR 21,2 miljoen. De jaarlijkse kostenbesparing als gevolg
van de herstructurering bedraagt ongeveer EUR 7,5 miljoen.
Naast het verlies van arbeidsplaatsen heeft het operational
excellence-programma in 2013 ook geleid tot het besluit om onze
locatie in Spijk in 2014 te sluiten. De activiteiten op de locatie - de
verwerking van hoogcalorisch afval tot secundaire brandstoffen zijn de afgelopen jaren niet kostendekkend geweest. Daar zou naar
verwachting in de komende jaren ook geen verandering in komen.
Het aanbod van brandbaar afval nam in 2013 verder af. Tevens dalen
de tarieven.
Met de vereenvoudiging en afslanking van de organisatie heeft
Attero belangrijke stappen gezet in het versterken van zijn
concurrentiekracht. Hiermee spelen we in op de veranderende
markt in de afvalsector en zijn we goed voorbereid op de toekomst.
Nieuwe innovatieve groei-initiatieven
Attero heeft de ambitie om een impuls te geven aan de ontwikkeling
en toepassing van nieuwe technologieën en verwerkingsmethoden.
In 2013 hebben wij daartoe de afdeling ‘New Business &
Development’ opgericht en opnieuw extra financiële middelen
beschikbaar gesteld. Met een budget van EUR 1 miljoen willen wij de
innovatieve en ondernemende cultuur binnen ons bedrijf verder
stimuleren.
Attero ontwikkelt zich nadrukkelijk op het gebied van duurzame
energie en recycling. In 2013 hebben wij weer een aantal belangrijke stappen gezet in de verbreding van onze activiteiten voor
recycling van afvalstromen en grondstoffenhergebruik.
De belangrijkste initiatieven waren:
- vergisting en gasopwerking;
- kunststofscheiding en -sortering;
- opwerking van bodemassen, onttrekking van ferro en
non-ferro metalen.
Verkoop
In 2012 hebben wij een traject doorlopen, gericht op het omvormen
van Attero tot een Publiek Dienstverlener van en voor gemeenten.
In november van dat jaar hebben wij dit in gezamenlijk overleg
met de aandeelhouders beëindigd. De Directie, de Raad van
Commissarissen en de Aandeelhouderscommissie van Attero
hebben vervolgens gezamenlijk besloten tot het inrichten van een
proces tot mogelijke verkoop. Daarbij is gekozen voor een selectief
biedingsproces.
Na een gedegen voorbereiding is de indicatieve biedingsfase van
het proces tot mogelijke verkoop in juni 2013 van start gegaan.
Aansluitend is aan de hand van de bindende biedingen de onderhandelingsfase voorspoedig doorlopen. Dit proces heeft uiteindelijk
op 6 december geresulteerd in overeenstemming met Waterland
Private Equity Investments.
Voordat wij de transactie in 2014 kunnen afronden, is er allereerst
een ‘Verklaring van geen bezwaar’ van de Autoriteit Consument en
Markt (ACM) noodzakelijk. Daarnaast is een advies nodig van de
Ondernemingsraad. Wij hebben deze in januari, respectievelijk
februari 2014 verkregen. Ten slotte dienen de aandeelhouders van
Attero individueel te besluiten over de voorgestelde transactie.
Naar verwachting vindt de afronding van de voorgenomen
transactie in de eerste helft van 2014 plaats.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 17
Marktontwikkelingen
Overheden en bedrijven hebben in 2013 hun maatregelen voortgezet om
de hoeveelheid brandbaar restafval te beperken en meer te recyclen.
Het volume huishoudelijk restafval daalde door de intensivering van de
inzameling van gft-afval, glas, papier en kunststoffen en andere droge
componenten. Ten opzichte van 2012 nam het volume aan brandbaar
restafval van gemeentelijke klanten bij Attero af met circa 5 procent.
Bedrijven boden eveneens steeds meer grondstoffen ter recycling aan,
waardoor het aanbod aan brandbaar restafval verder afnam.
In 2013 heeft Attero zijn klanten wederom gevraagd mee te werken
aan het jaarlijkse klanttevredenheidsonderzoek. In dit onderzoek
meten wij twee zaken: de tevredenheid en de loyaliteit bij onze
klanten.
Sinds 2009 zien wij bij onze klanten een toenemende tevredenheid
over Attero. In 2013 hebben klanten gemiddeld een 7 gegeven voor
tevredenheid. Tegelijkertijd zien wij dat de loyaliteit afneemt.
Contractperioden worden korter en klanten stellen hogere eisen aan
de klantrelatie.
Het merendeel van de klanten beveelt Attero aan vanwege hun
tevredenheid over de communicatie en klantrelatie en hun
vertrouwen in Attero. Tegelijkertijd is er een groep klanten die juist
ontevreden is over deze drie aspecten. Uit dit gegeven trekken wij de
conclusie dat deze aspecten uitermate belangrijk zijn voor klanten.
Wij zetten onze verbeteracties dan ook met name op deze punten in.
In 2013 hebben wij voor het eerst zogenoemde klantarena’s
georganiseerd. Tijdens een klantarena gaan klanten en medewerkers
van Attero in gesprek over actuele onderwerpen. Zowel klanten als
medewerkers waren enthousiast over deze nieuwe manier van
communiceren. In 2014 geven wij vervolg aan deze methode.
Tijdens het onderzoek is ook het imago van Attero onder klanten
onderzocht. Daaruit blijkt dat ‘betrouwbaarheid’ - evenals in 2011 en
2012 - met stip bovenaan staan. Daarnaast is de ‘klantgerichtheid’
van Attero in de ogen van klanten verbeterd. ‘Duurzaamheid’ en
‘innovatie’ worden echter minder herkend dan in het vorige
onderzoek. Daarbij herkennen overheidsklanten deze twee
kernwaarden overigens meer dan bedrijven dat doen. Attero heeft in
de afgelopen jaren juist ingezet op deze twee zaken. De oorzaak van
deze veranderde perceptie is nog niet duidelijk. Reden genoeg om
hier een vervolgonderzoek aan te wijden.
De algehele conclusie is dat het werken aan de verbetering van
klanttevredenheid belangrijk blijft. Daarvoor heeft het onderzoek van
2013 weer nieuwe inzichten opgeleverd. Het wordt ook steeds
duidelijker waar verbeterpunten liggen. Daardoor kunnen wij op de
juiste processen actie ondernemen.
Brandbaar restafval
Attero ondersteunt het landelijk beleid Van Afval Naar Grondstof.
Zo streeft Attero naar een reductie van het huishoudelijk restafval
dat verbrand wordt voor energieproductie. De vrije capaciteit die
daarbij ontstaat, wordt opgevuld met brandstoffen uit het
buitenland die anders gestort zouden worden. Attero streeft voor
zijn afvalenergiecentrales daarom ook naar een meer
uitgebalanceerd afvalportfolio voor energie-opwekking. In 2013
zijn de eerste stappen hier succesvol in gezet. Gedurende het jaar
hebben wij met goed gevolg ingeschreven op de aanbestedingen
van Limburg, Rivierenland, Drenthe en Midwaste/Brabant.
Huishoudelijk restafval
De afname van het aanbod van huishoudelijk restafval zette zich in
2013 verder voort. Gemeenten proberen het afvalscheiding gedrag
van hun inwoners op diverse manieren te beïnvloeden. Dat varieert
van het twee keer per week ophalen van specifieke afvalstromen en
het zonder ‘extra kosten’ verwerken van gft-afval, tot het zogenoemd
omgekeerd inzamelen: alleen de recyclebare stromen worden
opgehaald en inwoners moeten de restfractie huishoudelijk afval
zelf naar een vast punt in de wijk brengen.
18
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Bedrijfsafval
In 2013 hebben wij verder gebouwd aan de groei van de bedrijfsafvalportefeuille. Met name de relatie met bestaande klanten is
geïntensiveerd. De dienstverlening is verder verbeterd, wat
geresulteerd heeft in verdere groei in dit marktsegment.
Import
De import van brandbaar restafval is in 2013 sterk toegenomen.
Brandbaar restafval uit landen als het Verenigd Koninkrijk, Ierland en
Italië wordt in toenemende mate verwerkt in Nederland. Het hoeft
daardoor niet meer gestort te worden in het land van herkomst. Alle
Nederlandse afvalenergiecentrales namen een deel van de verwerking
voor hun rekening. Attero importeerde in 2013 ruim 230 kton afval.
Attero heeft in het verslagjaar 1.824 kton brandbaar restafval
verwerkt (2012: 1.868 kton). In 2013 produceerden wij 1.097 GWh
elektriciteit uit verbranding van restafval (2012: 1.128 GWh).
Groente-, fruit- en tuinafval
In het marktsegment groente-, fruit-, en tuinafval (gft-afval) is
vooral de opkomst van vergisting illustratief voor het streven van
steeds meer gemeenten en samenwerkingsverbanden naar een
meer duurzame verwerking. Attero speelt hierop in met de bouw
van vergistinginstallaties in Wijster en Tilburg. De tarieven voor de
verwerking blijven onveranderd laag, waardoor de vergisting alleen
economisch rendabel is met SDE-subsidie (Stimulering Duurzame
Energieproductie). De hoeveelheid gft-afval die in Nederland
vrijkomt, stijgt voor het eerst sinds lange tijd weer. Het jaar 2013
gaat echter de boeken in als een jaar met een erg koud en lang
voorjaar en een droge zomer. Hierdoor kwam het volume gft-afval
in 2013 licht lager uit dan dat van 2012. Gecorrigeerd naar een jaar
met normale weersomstandigheden betekent dit, dat de stijgende
lijn van de twee voorafgaande jaren doorzet.
Attero heeft in 2013 ingeschreven op aanbestedingen voor gftafval. Wij hebben daarbij de opdrachten gegund gekregen voor de
verwerking van gft-afval uit Limburg, uit het grootste deel van
Noord-Brabant en uit de Milieuregio Arnhem.
Compost vormt een onderdeel van een sluitende grondstoffenkringloop. Alle gecertificeerde compost die wij produceren, wordt
afgezet als Keurcompost. Gebruikers zijn er daardoor zeker van dat
onze compost kwalitatief hoogwaardig is en voldoet aan alle van
toepassing zijnde eisen. Dankzij kwaliteitsverbeteringen groeit de
jaarlijkse afzet naar de potgrond- en opzaksector. Dat draagt bij aan
een verdere CO2-besparing. In 2013 werd in totaal 26 procent van
alle compost als veenvervanging toegepast.
Naast groen gas uit gft-vergisting, produceert Attero in Wijster en
Groningen ook groen gas uit de organische natte fractie (ONF) uit
het restafval. Daarnaast maken wij biobrandstoffen uit groenafval
(Tunka®) en gft-afval (Torch®). Hiervan produceerden wij 44 kton,
die wij vooral in Nederland, Duitsland en België afzetten aan
bio-energiecentrales.
Bij Attero werd in 2013 648 kton gft- en organisch afval verwerkt
(2012: 685 kton). In 2013 produceerden wij 263 kton compost uit
gft- en organisch afval (2012: 287 kton).
Kunststof verpakkingsmateriaal
In de eerste helft van 2013 hebben wij in Wijster een pilot uitgevoerd
om met nascheiding in aanvulling op bronscheiding meer hergebruik
van kunststof te realiseren. Deze pilot - onder begeleiding van
Wageningen University en Nedvang - was succesvol. Dat heeft erin
geresulteerd dat gemeentelijke klanten kunststof door Attero
kunnen laten nascheiden in aanvulling op bronscheiding. De in
Wijster gewonnen kunststoffractie levert dan een belangrijke
bijdrage aan de Nederlandse recyclingdoelstellingen.
Verwerking afvalstromen (in kton)
2013
2012
2011
1.824
1.868
1.896
Verwerking gft- en organisch afval
648
685
696
Verwerking mineraal afval
229
228
163
Verwerking puin
177
163
183
Verwerking verontreinigde grond/bodemsanering
230
255
272
Verwerking bedrijfsafval
141
145
141
Verwerking hout
19
17
14
Verwerking hoogcalorisch materiaal
25
22
20
3
1
3.296
3.385
Verwerking brandbaar afval
Verwerking textielafval
Totaal
3.385
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 19
Zoals ook vastgelegd in de raamovereenkomst verpakkingen, heeft
nascheiden een volwaardige plaats verworven op het gebied van het
recyclen van huishoudelijk verpakkingsafval.
Met de nascheidingsinstallatie in Groningen heeft Attero
geparticipeerd in de landelijk pilot voor drankenkartons. Uit de
resultaten blijkt dat met het nascheiden van drankenkartons
opmerkelijk goede resultaten kunnen worden behaald.
Mineraal afval
De uitrol van de grond- en puinactiviteiten vanuit Wilp naar de
verschillende stortlocaties van Attero krijgt steeds meer vorm.
De geacquireerde volumes groeien dankzij de toegenomen
naamsbekendheid van Attero op dit gebied. Naast bedrijven,
weten ook gemeenten ons hiervoor steeds beter te vinden.
Ondanks de recessie in de bouwsector hebben we met onze
grondreinigingsactiviteiten goede resultaten geboekt. Op het
gebied van de puinrecycling was de recessie in de bouwsector
daarentegen merkbaar. Dat gold ook voor de afzet van
puingranulaat.
Bodemas
In 2013 produceerden de afvalenergiecentrales in Wijster en
Moerdijk 381 kton bodemas (2012: 416 kton). Bodemas blijft over
na verbranding van brandbaar restafval. Het materiaal wordt na
opwerking toegepast in de grond-, weg- en waterbouwsector als
ophoog- en funderingsmateriaal ter vervanging van zand. In het
verslagjaar was de vraag naar bodemas groot door een aantal grote
infrastructurele werken in Nederland.
Attero is medeondertekenaar van de Green Deal Bodemassen
met het ministerie van I&M. Daarin staat de afspraak dat in 2017
50 procent van de bodemas kan worden ingezet als ‘vrij toepasbare
bouwstof’ en de terugwinning van non-ferro metalen is geoptimaliseerd. In dat kader heeft Attero, samen met een aantal partners,
diverse onderzoekslijnen opgestart om nog meer ferro-, en nonferro metalen uit bodemas terug te winnen. De onderzoeken richten
zich op fractioneren, immobiliseren en andere bewerkingen.
Daardoor wordt bodemas uiteindelijk opgewerkt tot een vrij
toepasbare bouwstof.
Secundaire brandstoffen
De prijzen voor elektriciteit zijn in 2013 stabiel tot licht dalend
geweest. Dat gebeurde onder invloed van verdere groei van
productiecapaciteit, een blijvend relatief lage vraag en
ontwikkelingen op de kolen- en gasmarkt zijn. De opbrengsten
uit onze energieproductie geven dan ook een daling te zien.
De verwachting is dat ook voor 2014 deze situatie niet sterk
gaat wijzigen.
In de nascheidinginstallaties in Groningen en Wijster produceert
Attero secundaire brandstoffen. Deze stromen bestaan in hoofdzaak
uit een mengsel van (nog) niet herbruikbaar papier en plastic (PK en
RDF). Dat materiaal wordt met een hoger energierendement in
cementovens en warmtekrachtinstallaties als brandstof toegepast.
Het betrof in 2013 63 kton van de locatie Groningen (2012: 71
kton) en 86 kton van de locatie Wijster (2012: 102 kton). Naast de
afzet aan de cementindustrie in Duitsland, leverden wij RDF/PK aan
een Duitse warmtekrachtinstallatie.
Ferro en non-ferro metalen
Residu-afzet
Voor Attero zijn de opbrengsten van de metalen de op twee na
belangrijkste bron van inkomsten, na de verwerking van afval en de
levering van energie. Wij hebben in 2013 41 kton ferro metalen en
11 kton non-ferro metalen teruggewonnen (2012: 40 kton en 10
kton). Wij zetten alle metalen af voor hergebruik. De opbrengst is
mede afhankelijk van de wereldmarkt voor dit type producten.
Bij verbranding en vergisting van afval komen residuen vrij.
De belangrijkste zijn bodemas, vliegas en rookgasreinigingresidu
uit de afvalenergiecentrales en digestaat uit de ONF-vergistinginstallaties in Groningen en Wijster.
Energieprijzen
De prijzen voor ferro metalen waren over het jaar heen stabiel tot
licht dalend. De markt voor non-ferro metalen toonde in 2013 een
wisselend beeld. Koper heeft een licht stijgende trend laten zien en
voor aluminium was die stabiel tot licht dalend.
In 2013 produceerde Attero 21 kton vliegas (2012: 22 kton) en
16 kton rookgasreinigingresidu (2012: 14 kton). Deze stromen
zetten wij in Duitsland af als nuttige toepassing in voormalige
kalimijnen. Het digestaat dat bij onze vergistinginstallaties in
Groningen en Wijster vrijkomt, verwerken wij in de eigen
afvalenergiecentrales in Moerdijk en Wijster.
20
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Operationele ontwikkelingen
Attero verzorgt als partner van overheden en bedrijven een duurzame oplossing voor
hun afvalstromen. Op onze locaties verwerken wij het afval van ongeveer 35 procent
van alle Nederlandse huishoudens - bijna 6 miljoen mensen - en bedrijfsafval. Het
gaat in totaal jaarlijks om zo’n 3,3 miljoen ton. Wij richten ons op de terugwinning
van herbruikbare grondstoffen en op de omzetting van reststromen in duurzame
energie en nuttige producten zoals energie, compost, secundaire brandstoffen en
bouwstoffen. Daarbij zoeken wij voortdurend naar innovatieve oplossingen.
Recycling
Op verschillende locaties is Attero actief in het omzetten van afval in
grondstoffen, andere bruikbare producten en brandstoffen. Verder
maken wij puinachtige materialen geschikt voor toepassingen in
weg- en betonbouw, en reinigen wij vervuilde grondstromen tot een
secundaire grondstof. Wij zetten de nieuwste technologieën en
inzichten in om te komen tot optimaal hergebruik.
Bij het bedrijfsonderdeel Recycling hebben wij in 2013 de volgende
groei-initiatieven gerealiseerd:
f GHJIWYHUJLVWHULQ:LMVWHULVLQJHEUXLNJHQRPHQ
f GHJIWHQ9*,YHUJLVWHULQ7LOEXUJLVLQJHEUXLNJHQRPHQ
f GHERXZYDQGHJURHQJDVKXELQ:LMVWHULVYDQVWDUWJHJDDQ
f GHNXQVWVWRIVRUWHHULQVWDOODWLHLQ:LMVWHULVLQJHEUXLNJHQRPHQ
f KHWLQQRYDWLHYHWXQQHOYHUJLVWLQJVFRQFHSWLQ9HQORLVJHRSWLPDOLVHHUG
Producten en reststoffen (in kton)
Product/reststof
2013
2012
2011
Compost
263
287
295
PK en RDF
151
173
165
Biobrandstof (o.a. Tunka®, Torch®)
44
47
49
Kunststof
19
11
6
Bodemas
381
416
450
Vliegas
21
22
22
Rookgasreinigingsresidu
16
14
11
Ferro metalen
41
40
45
Non-ferro metalen
11
10
11
Secundaire brandstoffen
28
22
22
Recyclinghout
28
28
31
Zandproducten
93
64
125
Granulaatproducten
95
191
209
Recyclevezel textiel
3
1
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 21
Kunststof- en kunstgrasrecycling
In Wijster hebben wij de nascheiding van kunststoffen uit het
huishoudelijk restafval aangevuld met het sorteren van de nagescheiden harde kunststoffen en folies. Nadat de betreffende hal
met sorteerlijnen in een bijzonder kort tijdsbestek is gerealiseerd,
is de nieuwe installatie in november van het verslagjaar in gebruik
genomen. In de nieuwe installatie wordt de kunststofmix, die met
behulp van nascheiding uit huishoudelijk afval wordt gehaald,
gesorteerd in specifieke monostromen.
In Wilp is de scheiding van kunstgras in zand, rubber en kunststof
verder opgevoerd. De kwaliteit van de kunststoffractie is met een
aantal modificaties in de scheidingsinstallatie aanmerkelijk
verbeterd.
Energieproductie uit biomassa
Eind 2011 tekenden de zogenoemde BOVUS-gemeenten (Bernheze,
Oss, Veghel, Uden en Sint-Oedenrode) en Attero een nieuw contract
voor de duurzame verwerking van gft- en groenafval. Het gft-afval
uit de gemeenten en het overige organisch afval, zoals gras en
bladafval, verwerken wij in samenwerking met regionale partners.
Voor omzetting van snoeihout in duurzame energie gaan wij in
Odiliapeel een nieuwe biomassa-energiecentrale bouwen. Het is de
bedoeling dat de installatie medio 2015 in bedrijf is. De opgewekte
stoom zal worden toegepast in het productieproces van de lokale
aardappelverwerker Peka Kroef. Hiermee geven wij concreet vorm
aan de ambitie van de BOVUS-gemeenten om duurzame energie op
te wekken in een biomassa-energiecentrale in de eigen regio.
Textielrecycling
Met het samenwerkingsverband VAR|Frankenhuis hebben wij in
2012 textielrecycling toegevoegd aan het terugwinnen van grondstoffen uit afvalstoffen en de inzet daarvan bij het maken van
nieuwe producten. VAR|Frankenhuis is in 2013 als enige partij in
Nederland gecertificeerd voor de recycling van zogenoemde
‘vertrouwelijke’ kleding. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om uniformen
van leger, politie, brandweer, vliegtuigmaatschappijen.
Energieproductie uit brandbaar restafval
Composteren en vergisten
In 2013 heeft Attero verder vorm gegeven aan het verduurzamen
van zijn organische verwerkingscapaciteit. Zo hebben we in Wijster
een gft-vergister in gebruik genomen. Daarnaast hebben wij in
Tilburg een geheel nieuwe gft-vergister en een separate VGIvergister opgestart voor verwerking van producten uit de Voedingen genotmiddelenindustrie (VGI). Hiermee heeft Attero zijn
vergistingscapaciteit voor specifieke stromen uitgebreid naar vijf
eenheden. Ze zijn geografisch gelijkmatig over Nederland verdeeld
op de locaties Wijster, Wilp, Tilburg en Venlo. Daarmee is Attero
koploper binnen de sector om de bewerking van organisch materiaal
naar een hoger duurzaamheidsniveau te brengen. Aanvullend hierop
heeft Attero een tweetal vergisters voor ONF in gebruik op zijn
locaties in Groningen en Wijster.
Met de vergisters op onze locaties in Wijster, Tilburg en Venlo
produceerden wij ruim 4,9 miljoen m3 groen gas en 15 GWh groene
stroom uit het gft-afval. Attero behoort tot de grootste partijen in
Nederland voor de productie en levering van groen gas. In het
verslagjaar produceerden wij in totaal ruim 11 miljoen m3 van deze
duurzame (transport)brandstof.
Het onderzoek naar de productie van de grondstof voor bioplastics
heeft Attero voortgezet. Samen met de TU Delft en Paques
onderzoeken wij of uit het vergistingsproces op onze locatie in
Venlo polymeren te destilleren zijn. Die kunnen als grondstof voor
bioplastics worden ingezet. Deze ontwikkeling is een typisch
voorbeeld van de circulaire economie.
Attero heeft op drie locaties installaties voor de verwerking van
brandbaar restafval. In Moerdijk hebben wij een afvalenergiecentrale; in Wijster staat een afvalscheidinginstallatie met een
afvalenergiecentrale. Beide centrales leveren warmte en
(duurzame) elektriciteit. De scheiding- en vergistinginstallatie in
Groningen produceert groen gas.
Bij de afvalenergiecentrales hebben wij in 2013 de volgende
investeringen op het gebied van innovatie gedaan:
f YHUEHWHULQJYDQKHWVWRRNJHGUDJHQGHEHVFKLNEDDUKHLGYDQGH
afvalenergiecentrale Moerdijk door inbouw van verkleiners bij de
afvaltoevoer;
f YHUKRJLQJYDQGHHQHUJLHHIILFLÈQWLH5VWDWXVYDQGHDIYDO
energiecentrale Wijster door aanpassing van de rookgasreiniging,
en de aanleg en in bedrijfname van een warmtenet voor de
waterzuivering;
f RSWLPDOLVDWLHYDQGHNXQVWVWRIVFKHLGLQJELMGHDIYDOHQHUJLH
centrales in Groningen en Wijster;
f DDQSDVVLQJYDQGHRQWLM]HULQJVLQVWDOODWLHYRRUVFKRRQVFKURRW
In 2013 verwerkten onze installaties gezamenlijk 1.824 kton
brandbaar restafval (2012: 1.868 kton). De afvalenergiecentrale
Moerdijk leverde met 906 kton het grootste aandeel voor Attero.
Wijster verwerkte 791 kton afval. In totaal produceerden wij hieruit
in 2013 1.097 GWh elektriciteit (2012: 1.128 GWh). Daarvan kan
54 procent als duurzaam worden aangemerkt. In Groningen wisten
we 133 kton om te zetten in 3,9 miljoen m3 groen gas (2012: 3,3
miljoen m3).
Operationele prestaties
In Moerdijk hebben de programma’s Koploper en Back on Track
geleidelijk tot verbeteringen in de productie- en onderhoudsprocessen geleid. Toch hadden we ook in 2013 te kampen met
procesverstoringen en intensiever en langer durende revisies.
De afvalenergiecentrale Wijster heeft een jaar met prima prestaties
achter de rug. De beschikbaarheid van de installatie was zelfs hoger
dan verwacht.
22
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Wij hebben bij de afvalenergiecentrale Groningen in 2013 verdere
stappen gezet om te komen tot verhoging van het aandeel
nagescheiden kunststoffen tot 8 procent. Ook hebben we de
gasproductie en -opwerking verder geoptimaliseerd.
Energieproductie
Energiesoort
Herkomst
2013
2012
2011
Elektriciteit (GWh)
Verbranding
1.097
1.128
1.203
Vergisting
15
14
14
Stortgas
20
23
23
Zonne-energie
0,004
0,004
0,005
Totaal
1.132
1.165
1.240
Vergisting
5.583
4.299
2.574
Stortgas
6.150
5.939
8.242
11.733
10.238
10.816
709
868
898
Groen gas (x 1.000 m3)
Totaal
Biogas
Stortgas
Jaargemiddelde emissies afvalenergiecentrales (in mg/m30)
2013
Component
1] Totaal
Moerdijk
stof
2012
Wijster
Moerdijk
2011
Wijster
Moerdijk
Wijster
Norm
0,6
1,6
0,7
0,9
1,0
0,7
5
1] CO
18
6
23
8
18
8
50
1] SO
x
4
9
9
7
21
7
40
1] HCl
4,1
0,4
4,4
0,4
0,1
0,3
10
NH3
1,6
< 1,0
1,7
1,0
0,01
2,42
5
1] C
0,5
1,1
0,9
0,8
0,8
0,9
10
76
60
80
53
80
44
200
< 0,05
< 0,05
<0,05
<0,05
<0,06
<0,05
1
< 0,003
< 0,003
<0,003
<0,003
<0,003
<0,003
0,05
0,02
0,06
<0,05
<0,02
0,03
<0,01
0,1
< 0,02
< 0,02
<0,02
<0,02
<0,01
<0,02
0,05
< 0,1
< 0,1
<0,1
<0,1
<0,05
<0,1
0,5
xHy
1] NO
x
2] HF
2] Kwik
2] 3] Dioxines/furanen
2] Cadmium
2] Zware
+ Thallium
metalen
1] Jaargemiddelde
2] Jaargemiddelde
3] in
ng TEQ/m30
van het daggemiddelde van de continu gemeten schoorsteenemissies
van de periodiek gemeten schoorsteenemissies
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 23
Verhogen energierendement
Qua energie-efficiency scoort onze afvalenergiecentrale in
Moerdijk het hoogst van alle installaties met R1-status in Nederland.
In het verslagjaar hebben wij vier maatregelen doorgevoerd om ook
de energie-efficiëntie (R1) van de afvalenergiecentrale Wijster
verder te verbeteren:
f RPERXZYDQGHURRNJDVUHLQLJLQJYDQGHGHUGHHQODDWVWHOLMQQDDU
een zogenoemd SNCR-concept. Dit levert per lijn een
aardgasbeparing op van 2 miljoen m3 aardgas;
f YHUGHUHJURHLYDQGHZDUPWHOHYHULQJDDQ1REOHVVHGDWLV
gevestigd op het naastgelegen Energie Transitiepark MiddenDrenthe (ETP);
f DDQOHJYDQHHQZDUPWHOHLGLQJQDDUGHHLJHQZDWHU]XLYHULQJYRRU
levering van restwarmte, zonder de productie van elektriciteit
negatief te beïnvloeden;
f DDQSDVVLQJYDQGHOXFKWFRQGHQVRUYRRUHHQYHUKRJLQJYDQGH
elektriciteitsproductie.
Revisie
We hebben in Wijster in het verslagjaar de overstap gemaakt van
een anderhalfjarige naar een tweejarige cyclus voor revisies.
Dat betekent dat elke verbrandingslijn één keer in de twee jaar in
revisie gaat. De doelstelling is dat dit een positief effect heeft op de
beschikbaarheid en dat de kosten voor revisies verder zullen dalen.
Deze aanpak vloeit voort uit het Koploper-project. Monitoring van
de effecten hiervan vindt plaats met behulp van performance
management.
Bij onze afvalenergiecentrale Moerdijk zijn wij in 2012 overgestapt
van een eenjarige op een anderhalfjarige revisiecyclus. Bij deze
installatie hebben wij in 2013 extra geïnvesteerd in een technisch
grondigere revisie. Daarbij hebben we structurele, technische
verbeteringen in de installatie doorgevoerd. Ook hebben we de
uitvoering en planning van de revisies verder verbeterd. Dit alles
vormt de basis voor herstel van de prestaties van de installatie in
de komende jaren.
Storten
Attero heeft vier operationele stortplaatsen in respectievelijk
Landgraaf, Tilburg, Wijster en Wilp. Op deze locaties kunnen wij de
komende decennia op milieuverantwoorde wijze specifieke
afvalstromen storten die volgens de wet daarvoor in aanmerking
komen. Het gaat dan om stoffen die niet zijn te benutten voor
hergebruik, composteren of verbranden. Op onze stortlocaties is in
2013 229 kton afval ter verwerking aangeboden (2012: 228 kton).
Naast de vier operationele stortplaatsen beheren wij een groot
aantal gesloten stortplaatsen. Hier richten onze werkzaamheden
zich op vergunningverplichtingen zoals terreinbeheer, controle en
rapportage, het organiseren van afdekprojecten en het opstellen en
actualiseren van diverse (nazorg)plannen. Daarmee voorkomen we
tot in lengte van jaren dat deze stortplaatsen nadelige invloed op het
milieu zouden hebben.
Met het stortgas dat wij aan onze stortplaatsen onttrekken,
produceerden wij in 2013 20 GWh elektriciteit (2012: 23 GWh) en
ruim 6 miljoen m3 groen gas (2012: 5,9 miljoen m3).
Op onze stortplaatsen in Tilburg en Haps werken wij intensief samen
met de lokale waterschappen om het stortgas en het biogas van de
rioolwaterzuiveringsinstallaties om te zetten in groen gas en in
elektriciteit. In 2013 is met waterschap AA en Maas een overeenkomst gesloten voor het zuiveren van het percolaat van de stortplaats Haps en het omzetten van het aan de stortplaats onttrokken
biogas in groene elektriciteit.
In het verslagjaar is weer een deel van de stortplaats in Wijster
voorzien van een definitieve bovenafdichting.
Bufferen brandbaar afval
Door middel van het bufferen van afval kunnen we seizoensinvloeden en effecten van onderhoudswerkzaamheden in de
afvalenergiecentrales opvangen. De vier operationele stortplaatsen
beschikken alle over buffercapaciteit. Eind 2013 was 228 kton
brandbaar afval in buffers voorradig (2012: 187 kton).
Duurzaam stortbeheer
Het verduurzamen van stortplaatsen door intensieve percolatie is
met het voorstel voor de Emissietoetswaarden een stap dichterbij
gekomen. De Advieskamer Stortbesluit buigt zich over de vraag of
uitstel van bovenafdichting in de periode dat de pilotprojecten
worden uitgevoerd, waaronder op de stortplaats Bergen op Zoom
van Attero, haalbaar is.
Herziening nazorgplannen
Voor alle stortplaatsen van Attero zijn nazorgplannen ingediend bij
respectievelijk de provincies Drenthe, Gelderland, Noord-Brabant en
Limburg. Voor enkele stortplaatsen zijn inmiddels de beschikkingen
afgegeven.
24
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Financiële ontwikkelingen
Attero heeft in 2013 een negatief netto resultaat gerealiseerd van EUR 67,2
miljoen. Dit is fors lager dan in 2012 toen het netto resultaat EUR 8,1 miljoen
positief bedroeg. Het negatieve resultaat van 2013 is met name veroorzaakt
door een aantal bijzondere gebeurtenissen in het verslagjaar.
De extra kosten voor deze bijzondere gebeurtenissen in 2013
bedroegen ruim EUR 96 miljoen. In de eerste plaats is naar
aanleiding van de uitkomsten van het proces tot mogelijke verkoop
een impairmentanalyse uitgevoerd. Nieuwe inzichten en
omstandigheden, die met name in het tweede halfjaar van 2013
naar voren zijn gekomen, zoals lagere gerealiseerde tarieven bij
aanbestedingen en verslechtering in de resultaten bij recycling,
hebben geresulteerd in een bijzondere waardevermindering van
de activa van EUR 65 miljoen. Ten behoeve van het proces tot
mogelijke verkoop heeft Attero eenmalige kosten gemaakt voor
strategische heroriëntatie, verkoopvoorbereiding, procesbegeleiding en adviseurs ter grootte van EUR 8 miljoen. Voor de
herstructurering en personeelsreductie is een herstructureringsvoorziening gevormd van EUR 21 miljoen. Overige bijzondere
personeelskosten bedroegen EUR 2 miljoen. De omzet over 2013
bedraagt EUR 328 miljoen (2012: EUR 325 miljoen). De aanvoer van
afval en de afzet van de daaruit teruggewonnen grondstoffen lagen
op een goed niveau. Prijzen van afvalstromen stonden echter onder
druk, evenals de prijzen voor geproduceerde energie. De bedrijfskosten bedroegen EUR 330 miljoen en waren substantieel hoger
dan in 2012 (EUR 243 miljoen). De belangrijkste oorzaken voor de
hogere kosten zijn hiervoor al benoemd: de bijzondere waardevermindering van bepaalde activa, de kosten voor het proces tot
mogelijke verkoop en het vormen van de herstructureringsvoorziening. Het bedrijfsresultaat is uitgekomen op EUR -51 miljoen
(2012: EUR 34 miljoen).
Omzet en brutomarge
De omzet over 2013 bedroeg EUR 328 miljoen (2012 EUR 325
miljoen). De brutomarge bedroeg in 2013 EUR 264,7 miljoen
(2012: EUR 266,7 miljoen).
De brutomarge voor brandbaar restafval nam ten opzichte van 2012
toe met per saldo EUR 8,3 miljoen. De omzet van brandbaar restafval
liet enerzijds een daling zien vanwege de neerwaartse ontwikkeling
van het aanbod van brandbaar restafval van huishoudens en
bedrijven in Nederland (72 kton ten opzichte van 2012).
Anderzijds compenseerde de import van 224 kton brandbaar
restafval uit het Verenigd Koninkrijk deze lagere binnenlandse
aanvoer - op volume - ruimschoots.
De aanvoer van organische stromen was met 493 kton in 2013
hoger dan in 2012 (2012: 485 kton). Als gevolg van gemiddeld
lagere tarieven in 2013 daalde de omzet echter met EUR 0,5 miljoen
ten opzichte van 2012.
Bij minerale stromen was er met name door astbeststromen in 2013
sprake van een hogere aanvoer ten opzichte van 2012. Dit resulteerde per saldo in een hogere omzet van EUR 1,9 miljoen ten
opzichte van 2012.
De energie-opbrengst daalde ten opzichte van 2012. Vanwege een
schade aan de naastgelegen warmtekrachtcentrale in Moerdijk kon
een deel van de stoomproductie namelijk niet worden omgezet in
elektriciteit. Hierdoor ontstond een derving van omzet en SDEsubsidie van EUR 4,4 miljoen. Daarnaast is in 2013 een correctie
op de omzet van EUR -3,8 miljoen doorgevoerd als gevolg van een
lopend dispuut. Hogere gasopbrengsten en lagere inkoopkosten
voor energie compenseerden deze correctie enigszins (EUR 2,5
miljoen).
De marge van ferro en non ferro metalen was in 2013 lager (EUR -1,2
miljoen) als gevolg van gemiddeld lagere tarieven bij licht gestegen
volumes. Afzet van reststromen en externe verwerking van
brandbaar afval - inclusief logistieke kosten - tonen een stijging ten
opzichte van 2012. Naast meer externe verwerking - 94 kiloton -,
pakten ook de gemiddelde verwerkingskosten en handling- en
logistieke kosten hoger uit als gevolg van buffering van afval.
De opbrengsten die voortkwamen uit de afzet van kunststoffen
en bodemassen, zorgden voor een drukkend effect op de kosten.
Het totaaleffect op de kosten en marge van afzet van reststromen
was een toename van EUR 6,3 miljoen.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 25
In 2013 werd een neerwaartse bijstelling doorgevoerd in de
pré-nazorgvoorziening van de stortplaats in Wijster. Dit was het
gevolg van een correctie op de waterzuiveringskosten voor nietstort gerelateerde activiteiten. Naast deze bijstelling heeft er een
aanpassing van de rekenrente en een nadere aanpassing van de
nazorgvoorzieningen plaatsgevonden. Het uiteindelijke effect van
alle aanpassingen (naast de reguliere) binnen de stortvoorzieningen
ten opzichte van 2012 bedraagt EUR 1,8 miljoen.
De overige bedrijfsopbrengsten bedroegen EUR 14,2 miljoen (2012:
EUR 10,3 miljoen). Die stijging in is met name het gevolg van een
uitkering over een schade in 2001 bij VAR (effect EUR 6,0 miljoen).
Ook lagere subsidieopbrengsten, vooral vanwege schade aan de
warmtekrachtcentrale in Moerdijk, droegen hieraan bij. In zowel
2013 als 2012 werd een perceel grond verkocht, per saldo een
voordeel ten opzichte van 2012 van EUR 0,2 miljoen. De resterende
overige bedrijfsopbrengsten – onder andere in de vorm van huuropbrengsten - lagen EUR 0,8 miljoen lager dan in 2012.
De brutomarge, inclusief overige bedrijfsopbrengsten, is in 2013
uitgekomen op EUR 279,0 miljoen en is hiermee EUR 2,0 miljoen
hoger dan in 2012 (2012: EUR 277 miljoen).
Bedrijfskosten
De totale bedrijfskosten bedroegen in 2013 EUR 329,7 miljoen
(2012: EUR 242,8 miljoen).
De personeelskosten zijn met EUR 21,5 miljoen gestegen naar
EUR 93,8 miljoen (2012: EUR 72,3 miljoen). Deze toename werd
hoofdzakelijk veroorzaakt door het treffen van de reorganisatievoorziening met betrekking tot de reorganisatie van Attero
(EUR 21,2 miljoen). Daarnaast drukten een jaarlijkse loonstijging
(periodieken/CAO stijging/harmonisatie VAR) en een stijging van de
pensioenlasten op de personeelskosten. Lagere kosten voor inhuur,
lagere opleidingskosten en lagere overige personeelskosten zorgden
echter ook voor een verlaging van de personeelskosten. Het aantal
FTE’s (2013: 727 FTE) - eigen medewerkers - is gedaald ten
opzichte van vorig jaar (2012: 787 FTE).
De afschrijvingskosten en kosten voor bijzondere waardevermindering namen in 2013 met EUR 51,1 miljoen toe ten opzichte
van 2012. De belangrijkste reden daarvoor is de uitgevoerde
afwaardering van de activa met EUR 64,7 miljoen. In 2012 had
ook een bijzondere afwaardering van activa plaatsgevonden met
EUR 19,5 miljoen (saldo effect afwaarderingen EUR -45,2 miljoen).
De afschrijvingskosten stegen door met name hogere onderhoudsinvesteringen in het jaar 2012 bij de verbrandingsinstallaties. Ook
zijn er hogere afschrijvingen in 2013 door nieuwe investeringen in
ICT in 2012. In 2013 heeft er tevens een bijzondere waardevermindering plaatsgevonden op de installatie in Spijk van EUR 2,1
miljoen. De directie heeft in 2013 het besluit genomen om de
locatie Spijk in 2014 te sluiten.
De kosten van uitbesteed werk, materialen en andere externe kosten
bedroegen in 2013 EUR 70,6 miljoen (2012: EUR 64,7 miljoen).
Deze toename werd voor een belangrijk deel veroorzaakt door
toegenomen advieskosten in het kader van de strategische
heroriëntatie en mogelijke verkoop van Attero. Tevens zijn er
voorbereidingskosten gemaakt voor een warmteproject. Daarnaast
zijn in 2013 minder kosten gemaakt voor campagnes en overige
communicatiemiddelen. De kosten voor het reguliere civiele
onderhoud aan de installaties van verbranden en converteren waren
in 2013 lager. Er was in 2013 wel een toename te constateren van
kosten voor inhuur van materieel/logistiek, huur en onderhoud van
gebouwen en ICT-kosten. Ook hebben wij een een herrubricering
doorgevoerd van kosten voor chemicaliën vanuit de bruto marge.
Het totaaleffect van deze ontwikkelingen was per saldo nihil ten
opzichte van 2012.
De overige bedrijfskosten bedroegen in 2013 EUR 6,5 miljoen
(2012: EUR -1,8 miljoen); een stijging met EUR 8,3 miljoen.
De stijging van deze kosten was met name het gevolg van het
vrijvallen van voorzieningen in 2013 en 2012 (saldo effect EUR 5,1 miljoen). Lagere kosten op het gebied van onderzoek en
ontwikkeling compenseerden de stijging van de verzekeringskosten
vanwege onder andere gestegen assurantiebelasting.
Resultaat voor rente en belasting (EBIT)
Het bedrijfsresultaat van EUR -50,7 miljoen in 2013 was EUR 84,9
miljoen lager dan in 2012. Het bedrijfsresultaat is in sterke mate
negatief beïnvloed door de drie eerder genoemde bijzonderheden in
2013: de bijzondere waardevermindering van activa, de kosten voor
strategische heroriëntatie en voorbereiding en begeleiding van het
proces tot voorgenomen verkoop, en de kosten voor herstructurering.
Financiële baten en lasten
Het saldo van de financiële baten en lasten bedroeg EUR 11,2 miljoen
negatief (2012: EUR 14,2 miljoen negatief); een afname van
EUR 3,0 miljoen. Afname van dit negatieve resultaat komt voort uit
aflossingen van leningen en oprenting van voorzieningen, inclusief
beleggingsresultaat op stortvoorzieningen.
Belasting
De effectieve belastingdruk over 2013 bedroeg -8,5 procent
(2012: 59,4 procent). Verliezen en tijdelijke verschillen waarvoor
wij op voorzienbare termijn geen compensatiemogelijkheid zien,
beïnvloeden de belastingen in 2012 en in 2013.
26
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Resultaat na belastingen
Het resultaat na belastingen in 2013 was EUR -67,2 miljoen en
daarmee per saldo EUR 75,3 miljoen lager dan 2012. Dit werd naast
de operationele ontwikkelingen binnen het bedrijfsresultaat mede
veroorzaakt door het hogere financieringsresultaat en de lagere
belastinglast (effect EUR +6,6 miljoen). Het totale resultaat, toe te
rekenen aan de aandeelhouders van Attero Holding NV, bedraagt
EUR -70,3 miljoen en is daarmee EUR 74,4 miljoen lager dan in 2012.
Naast het lagere resultaat na belastingen (effect ten opzichte van
2012 EUR 75,3 miljoen) werd dit veroorzaakt door een lager
resultaat derden (effect EUR 0,9 miljoen negatief) met name als
gevolg van een lager netto resultaat bij AEC Moerdijk.
Een andere financiële doelstelling is de ‘return on invested capital’
(ROIC), ofwel het behaalde rendement op het geïnvesteerde
vermogen, waarbij een streefwaarde van 10 procent wordt
gehanteerd. In 2013 komt de ROIC met -10,9 procent lager uit dan
de doelstelling (2012: 6,5 procent). Evenals in 2012 is de ROIC in
2013 nadrukkelijk beïnvloed door de extra afschrijvingen op vaste
activa.
Een belangrijk onderdeel van de strategie van Attero is de
ontwikkeling van nieuwe activiteiten gericht op innovatieve groei.
Nieuwe investeringen hebben mogelijk een dempend effect op de
ontwikkeling van de ROIC en de solvabiliteit.
Kasstroom
Vooruitzichten 2014
In 2013 bedroeg de totale vrije kasstroom EUR 36,2 miljoen (2012:
EUR 37,4 miljoen). De investeringen in 2013 in financiële, materiële
en immateriële vaste activa bedroegen EUR 71,6 miljoen. Ze zijn
daarmee vrijwel gelijk aan de investeringen in 2012 (EUR 71,7
miljoen). De investeringen in 2013 hebben zowel betrekking op
groot onderhoud aan de afvalenergiecentrales als op investeringen
in innovatieve groei-initiatieven.
Volumes en verwerkingstarieven van het aangeboden afval,
energieopbrengsten, kosten voor de afzet van reststromen en
operationele kosten waaronder afschrijvingen bepalen in belangrijke
mate de financiële ontwikkeling van Attero. Attero verwerkt
brandbaar, organisch en mineraal afval in uitstekende en moderne
productiefaciliteiten. Ten behoeve van deze faciliteiten hebben wij
meerjarige contracten voor afvalverwerking met gemeentelijke
overheden en bedrijven afgesloten. Een deel van deze contracten
loopt in 2014 af; andere contracten in de jaren daarna. Een deel van
de aflopende contracten is inmiddels via aanbestedingen
herwonnen. Daarbij gaat het onder meer om de verwerking van
brandbaar restafval en gft-afval voor de Limburgse gemeenten en
voor enkele Brabantse regio’s. Door ontwikkelingen in wetgeving en
een actief overheidsbeleid gericht op het verminderen van het
vrijkomen van afvalstromen, zien wij een autonome afname van
afvalaanbod op bestaande Nederlandse, gemeentelijke contracten.
Dit heeft naar verwachting een drukkend effect op omzet en
bedrijfsresultaat.
Financiering
Attero had eind 2013 in totaal EUR 102 miljoen aan externe
financieringen uitstaan en hadden vooral betrekking op de
afvalenergiecentrale in Moerdijk. In 2013 werd EUR 43 miljoen
op bestaande externe financieringen afgelost.
Eind 2013 had Attero de beschikking over EUR 123 miljoen aan
liquide middelen (2012: 145 miljoen). De geldmiddelen werden
belegd in deposito’s en geldmarktfondsen of aangehouden als
banksaldi op spaarrekeningen. Er werden geen aandelen gehouden.
Voor de beleggingen is een beleggingsbeleid opgesteld. Hierin staan
onder meer de richtlijnen geformuleerd voor de beheersing van
risico’s en het optimaliseren van het rendement binnen de daarvoor
gestelde kaders. Daarnaast worden strikte eisen gesteld aan de
instellingen die de gelden beheren.
Financiële doelstellingen
Attero streeft naar een duurzame waardeontwikkeling voor al zijn
stakeholders. Het financiële beleid is gericht op een stabiele en
voorspelbare kasstroomontwikkeling en de ontwikkeling van een
gezonde en sterke balans.
Ten aanzien van de financieringsstructuur hanteert Attero een
doelstelling van een minimale solvabiliteit van 35 procent. De
solvabiliteit ultimo 2013 daalde naar 29,4 procent (2012: 35,3
procent) en komt daardoor uit beneden de beoogde doelstelling.
Oorzaak is met name gelegen in de uitgevoerde bijzondere
afwaardering die een neerwaartse impact heeft op het eigen
vermogen.
Ten aanzien van elektriciteitsproductie en -tarieven verwachten wij
dat in 2014 productie en omzet op een vergelijkbaar niveau zullen
liggen als in 2013. Voor de onderhoudsinvesteringen in de afvalenergiecentrales is de verwachting dat in 2014 de investeringen op
een lager niveau komen dan 2013 als gevolg van het operational
excellence- programma Koploper. De verwachting in 2012 dat de
vergelijkbare kosten in 2013 lager zouden uitvallen dan in 2012, is
niet uitgekomen.
In 2014 zijn groei-investeringen gepland die wij financieren uit de
eigen kasstroom. Dit betreft onder andere een biomassa-energiecentrale en een groengasleiding.
In 2014 werken wij verder aan de versterking van het portfolio van
afval, onder meer door aanbestedingen van huishoudelijk afval,
bedrijfsafvalcontracten en import van buitenlands afval. Daarnaast
zullen wij veel aandacht besteden aan de uitvoering van de
ingezette reorganisatie en personeelsreductie. Dat moet leiden tot
verdere efficiency van de organisatie en tot kostenreductie.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 27
Algemene informatie
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 29
Corporate governance
Attero Holding NV is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht,
waarop het wettelijk structuurregime van toepassing is. De aandelen in Attero
worden gehouden door Nederlandse provincies en gemeenten. Met het oog
op zijn maatschappelijke rol en positie heeft Attero besloten vrijwillig de
Nederlandse corporate governance code zoveel mogelijk te volgen.
Deze code is verplicht van toepassing voor beursgenoteerde Nederlandse
vennootschappen. De Nederlandse corporate governance code kent het
principe van toepassen of uitleggen (comply or explain). De wijze waarop
Attero hieraan uitvoering geeft, is gepubliceerd op de website www.attero.nl.
Algemene Vergadering van Aandeelhouders
Op 26 april 2013 vond in ‘s-Hertogenbosch de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders van Attero Holding NV plaats.
In deze vergadering is de stand van zaken bij de realisatie van de
strategie van Attero besproken. Daarnaast werd de jaarrekening
2012 goedgekeurd en hebben de benoeming van enkele leden van
de Aandeelhouderscommissie en herbenoeming van een lid van de
Raad van commissarissen plaatsgevonden.
Aandeelhouderscommissie
Attero kent een statutaire Aandeelhouderscommissie. Deze
commissie is een vertegenwoordiging van de aandeelhouders ten
behoeve van overleg tussen de aandeelhouders, de Raad van
Commissarissen en het bestuur van Attero Holding. De Aandeelhouderscommissie, de Raad van Commissarissen en de Directie
hebben een convenant opgesteld, waarin afspraken zijn vastgelegd
over de onderlinge samenwerking. In het convenant is tevens het
versterkte recht van aanbeveling voor een derde deel van de Raad
van Commissarissen opgenomen. De Aandeelhouderscommissie
bestond in 2013 uit de volgende leden:
f QDPHQVGHSURYLQFLH1RRUG%UDEDQWGHKHHU/:/3DXOL
(gedeputeerde provincie Noord-Brabant). De heer Pauli is
voorzitter van de Aandeelhouderscommissie;
f QDPHQVGHSURYLQFLH2YHULMVVHOPHYURXZ,$%DNNHU
(gedeputeerde provincie Overijssel). Mevrouw Bakker is
vice-voorzitter van de Aandeelhouderscommissie;
f QDPHQVGHSURYLQFLH/LPEXUJGHKHHU(-.RSSHJHGHSXWHHUGH
provincie Limburg);
f QDPHQVGHSURYLQFLHV*URQLQJHQ'UHQWKHHQ)OHYRODQG
de heer W.J. Moorlag (gedeputeerde provincie Groningen);
f QDPHQVGH%UDEDQWVHJHPHHQWHQGHKHHU-:)+RVNDP
(wethouder gemeente Den Bosch);
f QDPHQVGH9(*$//LPEXUJVHJHPHHQWHQGHKHHU,)7%XVVHU
(wethouder gemeente Venray). De heer Busser volgde in 2013
de heer Terpstra op en werd benoemd als lid van de Aandeelhouderscommissie;
f QDPHQVGH9(*$111RRUGHOLMNHJHPHHQWHQ
mevrouw J.A. Visscher (wethouder gemeente Groningen).
Secretaris van de Aandeelhouderscommissie is
mevrouw M.D.G. Jochemsen.
De Aandeelhouderscommissie biedt de mogelijkheid aan aandeelhouders om via de vertegenwoordiging aanbevelingen te doen aan
de Directie en de Raad van Commissarissen. Directie en commissarissen hebben met de Aandeelhouderscommissie in de loop van
2013 diverse keren gesproken over de realisatie van de strategie en
de reorganisatie.
Om een goed en zorgvuldig proces tot mogelijke verkoop mogelijk
te maken, heeft de onderneming een intensief traject van
voorbereidingen doorlopen. In dit traject is nauw samengewerkt
met de adviseurs van de Aandeelhouderscommissie en heeft
periodiek afstemming plaatsgevonden met de Aandeelhouderscommissie, met name over planning en mijlpalen.
30
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Raad van Commissarissen
Honorering en beloningsbeleid
De Raad van Commissarissen heeft een profielschets waarin de
omvang en de samenstelling van de Raad staan beschreven.
De AvA benoemt commissarissen op basis van een voordracht door
de Raad. De Aandeelhouderscommissie heeft een versterkt recht
van aanbeveling voor een derde van het aantal leden van de
Raad van Commissarissen. De Ondernemingsraad heeft een
versterkt voordrachtrecht voor de benoeming van één commissaris.
De commissarissen zijn allen onafhankelijk in de zin van de
Nederlandse corporate governance code.
Directie
In 2010 zijn de strategie en positionering van Attero vastgesteld.
De Raad van Commissarissen heeft, op advies van de Remuneratieen selectiecommissie, het beloningsbeleid voor de Directie
opgesteld. De AvA heeft dit beleid op 20 april 2011 vastgesteld,
op voorstel van de Raad van Commissarissen, na voorafgaande
bespreking met de Aandeelhouderscommissie.
De Raad van Commissarissen benoemt uit zijn leden een voorzitter.
De Raad van Commissarissen kent drie vaste commissies; een
Auditcommissie, een gecombineerde Remuneratie- en selectiecommissie en sinds het verslagjaar een Commissie Juridische Zaken
en Governance. Voor de commissies is een reglement vastgesteld
dat taken en bevoegdheden nader regelt.
Jaarlijks evalueert de Raad van Commissarissen zijn functioneren en
dat van de individuele commissarissen. In 2013 heeft de evaluatie
geleid tot verbeterpunten die inmiddels doorgevoerd.
De samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn
commissies is opgenomen op pagina 101 van dit Jaarverslag.
Het reglement van de Raad van Commissarissen en zijn commissies,
de profielschets van de Raad van Commissarissen en diens rooster
van aftreden, en het reglement van de Aandeelhouderscommissie
Attero Holding NV zijn gepubliceerd op de website www.attero.nl.
Bestuur
Attero kent een éénhoofdige Directie, die is benoemd door de
Raad van Commissarissen. De Remuneratie- en selectiecommissie
van de Raad van Commissarissen stelt in overleg met de Directie de
werkverdeling vast.
Raad van Commissarissen
De AvA heeft het beloningsbeleid voor de Raad van Commissarissen
op 20 april 2011 vastgesteld, na voorafgaande bespreking met de
Aandeelhouderscommissie.
Variabele beloning
Jaarlijks stelt de Raad van Commissarissen, na advies van de
Renumeratie- en selectiecommissie, de balanced score card vast
voor het variabele deel van de beloning van de Directie. De Directie
stelt de balanced score card voor het management en het overige
personeel vast. De daarbij voor 2013 gehanteerde wegingsfactoren
zijn: 40 procent financieel, 26 procent operationeel, 26 procent
strategie en organisatie en 8 procent veiligheid en personeel.
Naleving van relevante wetgeving op het
gebied van corporate governance
Met ingang van 1 januari 2013 is de Wet Bestuur en Toezicht van
kracht geworden. Hierin zijn bepalingen opgenomen om te komen
tot een evenwichtige verdeling van zetels van het bestuur en de
Raad van Commissarissen van een vennootschap tussen mannen en
vrouwen. Deze evenwichtige verdeling houdt in dat zowel vrouwen
als mannen ten minste 30 procent van de zetels van de Raad van
Commissarissen en het bestuur bezetten. Attero heeft een
éénhoofdig bestuur. De Raad van Commissarissen bestaat uit vijf
personen, waarvan twee vrouwen.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 31
Risicobeheersing en compliance
Risicobeheersing is een integraal onderdeel van het besturingsmodel van Attero.
Wij hanteren een systeem voor risicobeheersing dat is gebaseerd op het Enterprise
Risk Management model van COSO. Attero’s strategie en doelstellingen zijn het
uitgangspunt voor de risicobeheersing. Het systeem is gericht op het signaleren en
beheersen van risico’s om Directie en management te ondersteunen bij het uitvoeren van de strategie en het realiseren van de bedrijfsdoelstellingen. Daarnaast
ondersteunt het systeem van risicomanagement het naleven van wet- en regelgeving en het borgen van de betrouwbaarheid van de financiële rapportages.
Attero onderscheidt drie verdedigingslinies in het risicobeheersingmodel. De eerste linie betreft de primaire verantwoordelijkheid voor
het beheersen van individuele risico’s. Dit is belegd bij het lijnmanagement en het projectmanagement op alle niveaus in de
organisatie. De tweede linie betreft de interne ondersteuning en
monitoring van de uitvoering van risicobeheersing en het rapporteren
daarover aan de Directie. Deze linie komt voor rekening van de
afdeling Externe Verslaglegging & Risicobeheersing. De externe
accountant vormt de derde verdedigingslinie. Adviezen van de
externe accountant met betrekking tot interne beheersmaatregelen
worden binnen de organisatie belegd.
Compliance is een verbijzonderd onderdeel van de benadering van
risicobeheersing die Attero heeft gekozen voor niet-financiële
risico’s en toepasselijke wet- en regelgeving. Vanwege de
complexiteit en het belang van compliance binnen Attero is dit
onderdeel afzonderlijk belegd bij de compliance officer. Deze
bewaakt en registreert compliancerisico’s en -issues en rapporteert
daarover zelfstandig aan de Directie.
Risicotolerantie
Attero’s risicotolerantie is afhankelijk van onder andere de strategische doelstellingen en financiële positie van het bedrijf. Zowel het
vermogen om risico’s op te vangen als de bereidheid om risico’s te
lopen worden regelmatig vastgesteld. We vergelijken de uitkomsten
daarvan met de actuele risico’s die Attero op dat moment loopt.
Wij zijn bereid met name financiële risico’s zelf te dragen. Op de
gebieden veiligheid en compliance is de risicotolerantie zeer laag.
Financiële risico’s die blijven bestaan na genomen beheersingsmaatregelen en die Attero niet wil dragen, hebben wij overgedragen
aan verzekeraars.
Risico’s op strategisch niveau
Attero inventariseert en analyseert risico’s op strategisch niveau,
onder andere door twee keer per jaar risico-inventarisaties uit te
voeren, en legt deze vast in het risicoregister. De belangrijkste
risico’s stellen wij aan de orde in de Risicorapportage.
Twee keer per jaar stelt de Directie de Risicorapportage vast.
Deze wordt besproken met de Auditcommissie en gepresenteerd
aan de Raad van Commissarissen.
Risico’s van energiehandel
Vanwege het bijzondere karakter van de energiehandelsactiviteiten
heeft Attero beleid ontwikkeld en zijn specifieke procedures en
instrumenten ingericht met als doel de risico’s van energiehandel
te beperken. Zowel over de uitvoering van het beleid als over de
effecten van de genomen maatregelen wordt periodiek aan de
Directie gerapporteerd.
Frauderisico’s
Attero hecht groot belang aan de kernwaarde ‘betrouwbaarheid’ en
hanteert daarom onder andere een Frauderegeling en een Regeling
Vermeende Misstanden (Klokkenluiderregeling). Voor beide
regelingen hebben wij meldpunten ingericht. Na actualisatie van
de regelingen in 2010 hebben wij het personeel op de hoogte
gebracht van de afspraken.
In 2013 is één fraudemelding ontvangen. Deze melding is intern
onderzocht. Hieruit is gebleken dat het gaat om een tekortkoming in
het naleven van interne procedures, zonder belangrijke financiële
consequenties. De uitkomsten van het onderzoek zijn gerapporteerd
aan de Directie. In 2013 zijn geen meldingen van vermeende
misstanden ontvangen.
32
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Overzicht van belangrijkste risico’s
De belangrijkste risico’s die in 2013 aan de orde zijn gesteld in de
Risicorapportage, zijn hierna beknopt weergegeven.
Wijziging rekenrente en disconteringsvoet nazorgvoorzieningen,
volatiliteit van beleggingsrendementen van nazorgfondsen
Attero bouwt doelvermogens op voor de eeuwigdurende nazorgverplichtingen van stortplaatsen. Deze doelvermogens dragen wij
op een vastgesteld moment over aan provincies. De hoogte van de
doelvermogens is onder andere gebaseerd op de rekenrente die de
provincies hanteren voor de periode na het overdrachtsmoment.
Indien provincies de rekenrente aanpassen, heeft dat effect op de
hoogte van de doelvermogens die Attero moet opbouwen.
De provincies waar stortplaatsen aanwezig zijn, beheren een
substantieel deel van de nazorgvoorzieningen voor die stortplaatsen.
De zogenoemde nazorgfondsen van de provincies bepalen het
beleggingsbeleid van de nazorggelden. De primaire verantwoordelijkheid voor het bereiken van de doelvermogens voor de nazorgvoorzieningen ligt bij de provinciale fondsen zelf.
Attero is verantwoordelijk voor aanvulling van eventuele tekorten
bij de nazorgfondsen. Wij overleggen intensief met de betrokken
provincies over het beleggingsbeleid en de waardeontwikkeling
van de door de nazorgfondsen belegde vermogens.
Onzekerheden in de ontwikkeling van nieuwe activiteiten
Attero heeft een strategie gekozen waarbinnen wij nieuwe
activiteiten ontwikkelen met focus op de relatie met cliënten,
innovatie en duurzaamheid. Naast de onzekerheid of wij groeiinitiatieven kunnen realiseren, bestaat de onzekerheid over het
moment waarop nieuwe initiatieven tot rendement gaan leiden.
Wij leggen binnen de organisatie nadrukkelijk focus op de
uitvoering van de nieuwe strategie en monitoren de voortgang
daarvan voortdurend en sturen waar nodig bij.
Eindigheid van stoomleveringscontract afvalenergiecentrale
Moerdijk
Attero levert met zijn afvalenergiecentrale in Moerdijk stoom
aan de naastgelegen warmtekrachtcentrale. Het stoomleveringscontract loopt in 2017 af. Attero bespreekt contractvernieuwing
voor levering aan de warmtekrachtcentrale en ontwikkelt tevens
alternatieven voor de afzet of het gebruik van stoom.
Herinvoering stortbelasting en verbrandingsbelasting
In 2014 wordt de afvalstoffenbelasting heringevoerd. Voor het
storten van afval geldt met ingang van april 2014 een stortbelasting.
Daarnaast bestaat het risico dat in de toekomst een verbrandingsbelasting geheven wordt. De invoering van een verbrandingsbelasting zal leiden tot mogelijk hogere kosten voor de sector en tot
een ongelijk internationaal speelveld op de afvalverwerkingsmarkt.
Druk op verwerkingstarieven door afnemend afvalaanbod en
toenemende verwerkingscapaciteit
Het afvalaanbod van bedrijven en huishoudens neemt af als gevolg
van de maatschappelijke trend om minder afval te genereren en
meer afval te scheiden. Tevens is er de afgelopen jaren overcapaciteit ontstaan in de afvalverbrandingsmarkt. Door deze twee
aspecten staan de verwerkingstarieven onder druk. Met het invullen
van een evenwichtig verdeeld contractportfolio reduceren wij het
risico dat de verbrandingscapaciteit van Attero niet volledig zal
worden benut.
Beschikbaarheid afvalenergiecentrales
De beschikbaarheid van de afvalenergiecentrales van Attero is van
cruciaal belang voor de operationele en financiële resultaten. Een
langer dan geplande niet-beschikbaarheid van de centrales heeft
een negatieve invloed op de verwerkingscapaciteit van de centrales
en op de productie van (duurzame) energie. Wij optimaliseren de
beschikbaarheid van de centrales door middel van een zorgvuldige
onderhoudsstrategie en professioneel operationeel management.
Discontinueren van afvalimportcontracten
Attero importeert afval om de afname van het binnenlandse aanbod
op te vangen. Realisatie van verbrandingscapaciteit in het buitenland, of regulering door overheden, kan de import in de toekomst
doen afnemen.
Volatiliteit van prijzen van ferro’s en non-ferro’s
De verwerking van afval in de afvalenergiecentrales resulteert in een
aantal restproducten die Attero afzet. Ferro en non-ferro metalen
zijn restproducten met een positieve prijs. Marktbewegingen zijn
van invloed op de prijzen voor afzet van deze metalen.
Onvoldoende kostenbesparing
De kostprijs van onze dienstverlening moet dalen om aantrekkelijke
tarieven te kunnen bieden en tevens financieel gezond te blijven.
Om kostprijsdaling te realiseren heeft Attero een kostenbesparingsprogramma gestart en in 2013 belangrijke stappen gezet. Indien wij
de doelstellingen van dit programma niet realiseren, heeft dit direct
gevolgen voor het kostprijsniveau en daarmee voor onze
concurrentiekracht.
Procedures
Een belangrijke procedure is de procedure met Shanks. In 2010
is de tariefsystematiek voor de verwerking van gft-afval van de
Brabantse gemeenten geactualiseerd. De firma Shanks heeft
hierin aanleiding gezien om de rechtsgeldigheid van onze gftverwerkingscontracten met de Brabantse gemeenten aan te
vechten. In februari 2014 heeft het Hof Den Bosch tussenvonnis
gewezen. Partijen zijn in afwachting van het eindarrest.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 33
Bestuurdersverklaring
Nieuwe en aangescherpte doelstellingen, veranderingen in wet- en
regelgeving en wijzigingen in de organisatiestructuur en bedrijfsprocessen zijn
telkens aanleiding om de toereikendheid van het systeem van risicobeheersing
van Attero opnieuw te bezien. Daarom zal ook in 2014 de toereikendheid van
het systeem van risicobeheersing voortdurend en zorgvuldig worden bewaakt.
Als dat noodzakelijk is, worden optimalisaties in het systeem doorgevoerd om
uiteindelijk de kans op het realiseren van de zelfgekozen en opgelegde
doelstellingen te vergroten.
Toch kan er geen absolute zekerheid worden gegeven over het
realiseren van de beoogde doelstellingen. Onvoorziene
gebeurtenissen, bewuste of onbewuste menselijke fouten of
vergissingen kunnen aanzienlijke gevolgen hebben. Deze beperking
is echter noodzakelijkerwijs verbonden aan alle risicobeheersing- en
controlesystemen.
Hiermee rekening houdend, kan de Directie met een redelijke mate
van zekerheid verklaren dat:
f GHILQDQFLÈOHUDSSRUWDJHVJHHQRQMXLVWKHGHQYDQPDWHULHHOEHODQJ
bevatten en dat de controlemaatregelen hieromtrent naar
behoren hebben gewerkt;
f ULVLFRVGLHGHUHDOLVDWLHYDQVWUDWHJLVFKHHQRSHUDWLRQHOH
doelstellingen kunnen belemmeren, zijn geïdentificeerd en er
maatregelen zijn getroffen om te voorkomen dat deze risico’s
zich zouden voordoen, dan wel dat de negatieve consequenties
daarvan tot een acceptabel niveau worden gereduceerd;
f RQWZLNNHOLQJHQRSKHWJHELHGYDQUHOHYDQWHH[WHUQHZHWHQ
regelgeving nauwlettend worden gevolgd en indien noodzakelijk
de consequenties daarvan zijn vertaald naar nieuwe of gewijzigde
beheersingsmaatregelen.
Jaarrekening 2013
Attero Holding NV
36
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Inhoudsopgave
Pagina
Geconsolideerde jaarrekening 2013
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
Geconsolideerde winst- en verliesrekening
Geconsolideerde balans
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
Geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
40
41
42
43
44
Toelichtingen op de geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen voor de financiële verslaggeving
Netto-omzet uit hoofde van leveringen van goederen en diensten
Overige bedrijfsopbrengsten
Personeelskosten
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
Kosten uitbesteed werk, materialen en andere externe kosten
Overige bedrijfskosten
Financiële baten en lasten
Winstbelasting
Acquisities
Materiële vaste activa
Vastgoedbeleggingen
Immateriële vaste activa
Overige financiële activa
Voorraden
Vorderingen
Liquide middelen
Eigen vermogen
Rentedragende verplichtingen (langlopend)
Voorzieningen
Overige langlopende verplichtingen
Rentedragende verplichtingen (kortlopend)
Handelsschulden en overige te betalen posten
Doelstelling en beleid inzake beheer van financiële risico’s
Toelichting op kasstroomoverzicht
Informatie verbonden partijen
Niet uit de balans blijkende verplichtingen en activa
Beloning Directie en Raad van Commissarissen
Gebeurtenissen na balansdatum
45
55
55
55
56
56
57
57
58
60
61
68
69
70
71
71
72
73
73
75
80
81
81
82
84
85
86
87
88
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 37
Pagina
Vennootschappelijke jaarrekening 2013
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Vennootschappelijke balans
Vennootschappelijke winst- en verliesrekening
90
91
Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening
Grondslagen voor de financiële verslaggeving
Saldo overige baten en lasten
Financiële vaste activa
Vorderingen
Eigen vermogen
Kortlopende verplichtingen
Informatie verbonden partijen
Personeel
Gebeurtenissen na balansdatum
92
92
92
93
93
93
93
93
93
Overige gegevens
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Winstbestemming
96
98
38
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Geconsolideerde
jaarrekening 2013
40
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Geconsolideerde winst- en verliesrekening
bedragen in duizenden euro’s
2
Netto-omzet uit hoofde van leveringen van goederen en diensten
Kosten van inkoop
Brutomarge
3
Overige bedrijfsopbrengsten
Totaal brutomarge inclusief overige bedrijfsopbrengsten
4
5
6
7
Personeelskosten
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
Kosten uitbesteed werk, materialen en andere externe kosten
Overige bedrijfskosten
9
2012
327.597
324.932
62.862
58.234
264.735
266.698
14.246
10.258
278.981
276.956
93.832
158.724
70.646
6.527
72.338
107.584
64.713
-1.824
Totaal bedrijfskosten
329.729
242.811
Bedrijfsresultaat
-50.748
34.145
Financiële baten
Financiële lasten
8
2013
1.385
12.578
1.364
15.600
Financiële baten en lasten
-11.193
-14.236
Resultaat voor belastingen
-61.941
19.909
5.255
11.817
Resultaat na belastingen
-67.196
8.092
Waarvan:
Resultaat toe te rekenen aan derden
Resultaat toe te rekenen aan aandeelhouders van Attero Holding NV
3.134
-70.330
4.000
4.092
Belastingen
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 41
Geconsolideerde balans (voor voorstel winstbestemming)
bedragen in duizenden euro’s
11
12
13
14
Activa
31 december 2013
31 december 2012
Materiële vaste activa
Vastgoedbeleggingen
Immateriële vaste activa
Overige financiële activa
442.948
9.953
5.175
21.610
512.032
9.953
26.845
17.984
Vaste activa
15
16
9
17
Voorraden
Vorderingen
Winstbelasting
Liquide middelen
479.686
11.688
51.705
5.990
123.043
Vlottende activa
11
Vaste activa aangehouden voor verkoop
Totaal activa
20
933
675.455
770.051
179.302
18.974
257.166
16.326
198.276
64.706
221.905
18.756
11.551
Langlopende verplichtingen
23
3.343
Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders van Attero Holding NV
Aandeel van derden
Rentedragende verplichtingen
Voorzieningen
Latente belastingen
Overige langlopende verplichtingen
22
202.304
31 december 2012
19
21
192.426
31 december 2013
Totaal eigen vermogen
9
10.001
41.688
5.828
144.787
Passiva
18
20
566.814
Rentedragende verplichtingen
Handelsschulden en overige te betalen posten
Voorzieningen
273.492
92.568
220.944
7.416
-
316.918
37.563
91.866
30.832
320.928
53.325
93.522
28.784
Kortlopende verplichtingen
160.261
175.631
Totaal passiva
675.455
770.051
42
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
bedragen in duizenden euro’s
2013
5
25
25
Bedrijfsresultaat
Aanpassingen voor:
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
Resultaat op verkoop van activa
Ontvangen respectievelijk betaalde belastingen
Mutaties voorzieningen en overige mutaties
Mutatie in het operationele werkkapitaal
-50.748
34.145
158.724
-1.029
5.934
-2.418
-5.876
107.584
-852
-9.165
-25.238
28
Kasstroom uit operationele bedrijfsactiviteiten
25
25
Investeringen in materiële en immateriële vaste activa
Opbrengst verkoop materiële en immateriële vaste activa
Opbrengst deelnemingen en beleggingen
Ontvangen rente
Overige
104.587
-71.641
2.291
7
935
48
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Kasstroom voor financieringsactiviteiten ('vrije kasstroom')
25
Aflossing rentedragende verplichtingen
Opname rentedragende verplichtingen
Betaald dividend
Uitbreiding aandeel van derden
Betaalde rente
2012
106.502
-71.717
1.376
7
1.313
-99
-68.360
-69.120
36.227
37.382
-43.326
0
-7.985
0
-6.660
-32.945
3.500
-8.822
20
-8.813
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
-57.971
-47.060
Netto afname van geldmiddelen
-21.744
-9.678
Geldmiddelen per 1 januari
144.787
154.465
Geldmiddelen per 31 december in de balans
123.043
144.787
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 43
Geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen
bedragen in duizenden euro’s
Aantal gewone
aandelen
(x een aandeel)
Stand per 1 januari 2012
Aandelenkapitaal
Agioreserve
Herwaarderingsreserve
financiële
instrumenten
Overige
reserve1
Eigen
vermogen toe
te rekenen
aan aandeelhouders van
Attero
Holding NV
Resultaat
boekjaar
Aandeel van
derden
Totaal eigen
vermogen
1.497
179.877
-
57.154
22.700
261.228
12.924
274.152
Resultaat na belastingen 2012
-
-
-
-
4.092
4.092
4.000
8.092
Niet-gerealiseerde mutaties
-
-
50
-
-
50
-
50
Totaal gerealiseerd en nietgerealiseerd resultaat
-
-
50
-
4.092
4.142
4.000
8.142
Bestemming resultaat 2011
-
-
-
22.700
-22.700
-
-
-
Kapitaalstorting
VAR|Frankenhuis BV
-
-
-
-
-
-
20
20
Uitkering dividend2
-
-
-
-8.204
-
-8.204
-618
-8.822
1.497
179.877
50
71.650
4.092
257.166
16.326
273.492
Resultaat na belastingen 2013
-
-
-
-
-70.330
-70.330
3.134
-67.196
Niet-gerealiseerde mutaties
-
-
-34
-
-
-34
-
-34
Totaal gerealiseerd en nietgerealiseerd resultaat
-
-
-34
-
-70.330
-70.364
3.134
-67.230
Bestemming resultaat 2012
-
-
-
4.092
-4.092
-
-
-
Uitkering dividend2
-
-
-
-7.500
-
-7.500
-486
-7.986
1.497
179.877
16
68.242
-70.330
179.302
18.974
198.276
Stand per 31 december 2012
Stand per 31 december 2013
1 De
149.682.196
overige reserve is vrij uitkeerbaar.
uitgekeerd dividend in 2013 over 2012 aan aandeelhouders van Attero Holding NV bedraagt afgerond EUR 5,01 per 100 aandelen (in 2012 over 2011: EUR 5,48 per 100 aandelen).
2 Het
44
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en
niet-gerealiseerde resultaten
bedragen in duizenden euro’s
2013
2012
-67.196
8.092
Niet-gerealiseerde resultaten
Reële waardemutaties herwaarderingsreserve financiële instrumenten
Belastingen
-46
12
67
-17
Niet-gerealiseerde resultaten na belastingen
-34
50
Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten na belastingen
-67.230
8.142
Waarvan:
Resultaat toe te rekenen aan derden
Resultaat toe te rekenen aan aandeelhouders van Attero Holding NV
3.134
-70.364
4.000
4.142
Resultaat na belastingen
Bedragen die in latere perioden in de winst-en verliesrekening
worden verantwoord
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 45
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
1 Grondslagen voor de financiële verslaggeving
1.1 Informatie over de vennootschap
Attero Holding NV, statutair gevestigd in Arnhem, Nederland, is de houdstermaatschappij van een aantal groepsmaatschappijen in Nederland,
tezamen ‘de Groep’, die zich bezighoudt met het verrichten van milieudiensten, waaronder het grootschalig verwerken van huishoudelijk
afval en bedrijfsafval, organisch afval en mineraal afval, het opwekken en verkopen van energie uit deze afvalstromen en het verkopen van
reststromen van afval.
De Directie, de Raad van Commissarissen en de Aandeelhouderscommissie van de Groep hebben gezamenlijk besloten tot het inrichten van
een proces tot mogelijke verkoop van de Groep. In 2013 is een competitief biedingsproces doorlopen. Dit proces heeft in de zomer van 2013
geleid tot indicatieve biedingen, gevolgd door een uitgebreid due diligence proces in de 2e helft van 2013.
Uiteindelijk heeft dit proces geresulteerd in een aantal bindende biedingen; gevolgd door een voorspoedige onderhandelingsfase.
Met de overname is een bedrag van EUR 170 miljoen gemoeid exclusief rentevergoeding.
Eind 2013 heeft de aandeelhouderscommissie van Attero ingestemd met het voornemen het bedrijf te verkopen aan Waterland Private Equity
Investments. Begin 2014 is van de zijde van de Ondernemingsraad van Attero een positief advies ontvangen en is van de kant van de ACM
vernomen dat er geen bezwaren zijn met betrekking tot de voorgenomen transactie. De individuele aandeelhouders van Attero hebben tot en
met de datum van opmaken van de jaarrekening meer dan 80% van de aandelen voor verkoop aangeboden, waarmee het vereiste minimum
voor het tot stand komen van de verkoop is gehaald. De Directie van Attero verwacht een closing uiterlijk voor 31 mei 2014.
De informatie die verkregen is in dit verkoopproces is mede aanleiding geweest tot het opnieuw uitvoeren van een impairment test,
resulterend in lagere boekwaarden van de activa van Attero. Daarnaast hebben in de 2e helft van 2013 enkele ontwikkelingen plaatsgevonden, waaronder lagere tarieven op de (aanbestedings)markt voor huishoudelijk afval en achterblijvende resultaten op de markt voor
recycling (puinrecycling, kunstgrasverwerking en secundaire brandstoffen), die voor de directie van Attero aanleiding zijn geweest om een
integrale impairment analyse op al haar activa uit te voeren.
Als resultaat van bovengenoemde ontwikkelingen is in 2013 een bijzondere waardevermindering op de activa verantwoord voor een bedrag
van EUR 64,7 miljoen. Ten behoeve van het proces tot de mogelijke verkoop heeft Attero éénmalige kosten gemaakt voor verkoopvoorbereiding, procesbegeleiding en adviseurs. Deze kosten bedragen in totaal circa EUR 8 miljoen.
De geconsolideerde jaarrekening 2013 van de Groep per 31 december 2013 is op 15 mei 2014 opgesteld door het bestuur van de
vennootschap en ter ondertekening aangeboden aan de Raad van Commissarissen. De door het bestuur en de Raad van Commissarissen
op 15 mei 2014 ondertekende geconsolideerde jaarrekening zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders.
1.2 Grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening
De geconsolideerde jaarrekening van de Groep is opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals
aanvaard binnen de Europese Unie (IFRS).
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van historische kostprijs, met uitzondering van derivaten en de voor verkoop
beschikbare financiële vaste activa die gewaardeerd zijn tegen reële waarde. Bovendien worden de reële waarden van tegen geamortiseerde
kostprijs opgenomen financiële instrumenten en vastgoedbeleggingen in de toelichting van de geconsolideerde jaarrekening opgenomen.
De functionele valuta van Attero Holding NV is de euro. Alle bedragen zijn, tenzij anders vermeld, opgenomen in duizenden euro’s.
De vennootschappelijke winst- en verliesrekening van Attero Holding NV is op grond van artikel 402 Titel 9 Boek 2 BW op vereenvoudigde
wijze opgesteld.
46
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
1.3 Grondslagen voor de consolidatie
De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekening van Attero Holding NV en haar groepsmaatschappijen per 31 december 2013.
Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen en vennootschappen waarin beslissende zeggenschap terzake van het bestuur en het financiële
beleid kan worden uitgeoefend. Groepsmaatschappijen worden betrokken in de consolidatie vanaf de datum waarop sprake is van beslissende
zeggenschap. Vanaf de datum dat van beslissende zeggenschap geen sprake meer is, wordt de groepsmaatschappij niet langer betrokken in
de consolidatie. Bij de bepaling of sprake is van beslissende zeggenschap worden ook potentiële stemrechten die onmiddellijk kunnen worden
uitgeoefend in de afweging meegenomen.
Bij de consolidatie wordt de integrale methode toegepast. In het geval dat het belang in de geconsolideerde rechtspersoon minder dan 100%
bedraagt, wordt een aandeel van derden in het eigen vermogen en in het resultaat opgenomen. Het aandeel van derden in het eigen vermogen
en in het resultaat wordt afzonderlijk in de geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking gebracht, ook al resulteert dit in een negatief aandeel
van derden in het eigen vermogen. Financiële relaties en resultaten tussen geconsolideerde maatschappijen onderling worden geëlimineerd.
In het geval een additioneel belang wordt verworven in een groepsmaatschappij waar al beslissende zeggenschap bestond of in het geval
een belang wordt verkocht zonder verlies van beslissende zeggenschap, wordt de transactie behandeld als een vermogensmutatie waarbij
het verschil tussen verkrijgingsprijs en reële waarde ten gunste of ten laste van de overige reserve wordt gebracht.
Vanaf het moment dat beslissende zeggenschap wordt verloren, wordt het belang gewaardeerd tegen reële waarde. De Groep betrekt de
entiteit vanaf dat moment niet langer in de consolidatie. Het verschil tussen de boekwaarde en de reële waarde wordt hierbij ten gunste of
ten laste van het resultaat verantwoord.
1.4 Nieuwe en/of gewijzigde IFRS regelgeving 2013 en toekomstige regelgeving
Toegepaste nieuwe en/of gewijzigde regelgeving
De Groep heeft de volgende nieuwe en/of gewijzigde standaarden en interpretaties, die effectief vanaf het boekjaar 2013 van toepassing
zijn, voor het eerst toegepast in de jaarrekening 2013:
f:LM]LJLQJYDQ,)56
Financial Instruments: Disclosures.
De wijziging heeft betrekking op het verstrekken van aanvullende informatie in de toelichting in
het geval er saldering plaatsvindt tussen financiële activa en verplichtingen. De wijziging heeft
geen gevolgen gehad voor de Groep.
f,)56
Fair value measurements.
In deze nieuwe standaard wordt meer guidance gegeven over de waardering tegen reële waarde.
De wijziging heeft alleen geleid tot aanvullende toelichting in de jaarrekening en heeft geen
gevolgen gehad op de financiële positie of de resultaten van de Groep.
f:LM]LJLQJLQ,$6
Employee Benefits.
Deze wijziging heeft betrekking op de waardering en presentatie van pensioenverplichtingen,
die administratief worden verwerkt als toegezegde pensioenregeling. Deze wijziging heeft geen
consequenties voor de Groep aangezien de pensioenregeling van de Groep classificeert als een
toegezegde bijdrageregeling, en als zodanig wordt verwerkt.
f:LM]LJLQJYDQ,$6
Deze wijziging heeft betrekking op een aangepaste presentatie van items in het overzicht van
Presentation of Financial Statements. gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten. Deze wijziging heeft een beperkte impact gehad op
de presentatie in het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.
f:LM]LJLQJYDQ,$6
Impairment of assets.
Effectief van toepassing per 1 januari 2014. Deze aanpassing heeft betrekking op toelichtingsvereisten met betrekking tot reële waarden en houdt verband met de invoering van IFRS 13.
Uit dien hoofde is de aanpassing vervroegd toegepast door de Groep.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 47
Nog niet toegepaste nieuwe en/of gewijzigde regelgeving
De Groep heeft de volgende nieuwe en/of gewijzigde standaarden en interpretaties, die effectief na het boekjaar 2013 van toepassing zijn,
nog niet toegepast in de jaarrekening 2013. Deze wijzigingen zullen naar verwachting geen belangrijke impact hebben voor de Groep.
f,)56
Consolidated Financial
Statements.
Effectief van toepassing per 1 januari 2014. In deze nieuwe standaard wordt één model van consolidatie
voorgeschreven, ongeacht de (rechts)vorm van de rapporterende entiteiten, die louter is gebaseerd op control.
In deze nieuwe standaard zijn ook de bepalingen van SIC12 Consolidation - Special Purpose Entities geïntegreerd.
f:LM]LJLQJHQLQ,$6HQ,$6 Effectief van toepassing per 1 januari 2014. IAS 27 is qua naam aangepast in Separate Financial Statements;
voorheen werd in IAS 27 de geconsolideerde jaarrekening behandeld. De aangepaste standaard is bedoeld voor
28 als gevolg van IFRS 10
de enkelvoudige jaarrekening van entiteiten die ook een geconsolideerde jaarrekening opstellen. De wijziging
(zie boven).
in IAS 28 Investments in Associates and Joint Ventures heeft vooral betrekking op het niet langer opnemen van
joint ventures in de consolidatiekring.
f,)56
Joint Arrangements.
Effectief van toepassing per 1 januari 2014. Deze nieuwe standaard vervangt de huidige standaard IAS 31
Interest in Joint Ventures. Het belangrijkste element van IFRS 11 is dat de methode van proportionele
consolidatie is komen te vervallen.
Effectief van toepassing per 1 januari 2014. Deze nieuwe standaard vereist meer en uitgebreide informatie
fIFRS 12
Disclosures of Involvement (toelichting) over entiteiten die zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening en over deelnemingen
die niet zijn meegeconsolideerd.
with Other Entities.
f:LM]LJLQJYDQ,$6
Financial Instruments:
Presentation.
Effectief van toepassing per 1 januari 2014. Deze aanpassing heeft betrekking op aanvullende regelgeving
met betrekking tot saldering van financiële activa en verplichtingen en heeft naar verwachting geen gevolgen
voor de Groep.
Daarnaast heeft de Groep IFRS 9 Financial Instruments nog niet toegepast. De ingangsdatum van deze standaard is uitgesteld tot 1 januari
2015 en is nog niet goedgekeurd door de Europese Unie. In deze standaard, waarbij uiteindelijk de huidige IAS 39 Financial Instruments geheel
zal worden vervangen, is de eerste fase van het herzieningsproject Financiële instrumenten opgenomen. Dit betreft de classificatie en
waarderingsregels van financiële activa. Vanwege de bestaande onzekerheden en de uitgestelde invoering heeft de Groep de gevolgen van
deze standaard nog niet verder onderzocht.
1.5 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Significante oordelen en schattingen door het management
Bij het opstellen van de jaarrekening worden bepaalde schattingen en veronderstellingen gedaan die medebepalend zijn voor de opgenomen
bedragen. Verschillen tussen de werkelijke uitkomsten, de gedane schattingen en veronderstellingen zijn van invloed op de bedragen die in
toekomstige periodes worden gerapporteerd.
Door het management gehanteerde veronderstellingen, aannames en schattingen zijn met name van invloed op de waardering van materiële
vaste activa (levensduren en restwaarden), de noodzaak tot bijzondere waardeverminderingen op materiële activa, de waardering van latente
belastingvorderingen, debiteuren (noodzaak tot eventuele waardeverminderingen) en voorzieningen, waaronder de voorziening voor eindafwerking, prénazorg en nazorg van stortplaatsen, de reorganisatievoorziening en de voorziening amovering van een oude energiecentrale.
Voor nadere informatie wordt verwezen naar de algemene grondslagen zoals opgenomen in deze paragraaf alsmede de afzonderlijke
toelichtingen van de betreffende posten.
Presentatie van de winst- en verliesrekening geschiedt hoofdzakelijk volgens een categoriale indeling welke, mede gezien de diversiteit van
de activiteiten, een beter inzicht geeft in de resultaten van de Groep.
Schattingswijzigingen
Een effect van een schattingswijziging wordt prospectief verwerkt in de winst- en verliesrekening. Voor zover een schattingswijziging leidt tot
wijzigingen in activa en verplichtingen of een component van het eigen vermogen wordt de schattingswijziging verwerkt in de periode waarin
de wijziging heeft plaatsgevonden door de boekwaarde van het desbetreffende actief, verplichting of component van het eigen vermogen te
wijzigen.
48
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
In 2013 is ten aanzien van de voorziening voor prénazorg een wijziging doorgevoerd met betrekking tot de verwachte jaarlijkse kosten van
waterzuivering bij de stortplaats in Wijster. De aangepaste berekening die op grond van historische kostenontwikkeling en hierop aangepaste
prognoses tot stand is gekomen, is volgens het management van de Groep een betere benadering van de verwachte kasstromen waarop de
voorziening dient te worden berekend. Het effect hiervan op de berekende voorziening bedraagt EUR 8,4 miljoen; de vrijval is ten gunste van
het resultaat over 2013 onder de inkoopkosten verwerkt.
Vreemde valuta
Monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. Transacties in vreemde valuta
worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. De hieruit ontstane koersverschillen komen ten gunste, respectievelijk ten laste
van het resultaat.
Saldering
Saldering van actief- en passiefposten vindt per tegenpartij plaats indien er sprake is van een contractueel recht om de opgenomen
bedragen te salderen en er sprake is van de intentie om te salderen. Ontbreekt de intentie of de daadwerkelijke uitvoering van de saldering
dan wordt per contract bepaald of er sprake is van een actief- of een passiefpost.
Reële waarde
De reële waarde is de prijs die zou worden ontvangen om een actief te verkopen of die zou worden betaald om een verplichting over te
dragen in een regelmatige transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum. Bij een waardering tegen reële waarde wordt
ervan uitgegaan dat de transactie om het actief te verkopen of de verplichting over te dragen plaatsvindt:
fRSGHEHODQJULMNVWHPDUNWYRRUKHWDFWLHIRIGHYHUSOLFKWLQJ
fRIDOVHUJHHQEHODQJULMNVWHPDUNWLVRSGHYRRUGHOLJVWHPDUNWYRRUKHWDFWLHIRIGHYHUSOLFKWLQJ
De Groep dient toegang te hebben tot de belangrijkste of voordeligste markt. De reële waarde van een actief of een verplichting wordt
bepaald met behulp van de veronderstellingen waarvan marktdeelnemers zouden uitgaan bij het waarderen van het actief of de verplichting,
in de veronderstelling dat marktdeelnemers in hun economisch belang handelen. De Groep gebruikt waarderingstechnieken die in de
gegeven omstandigheden geëigend zijn en waarvoor voldoende gegevens beschikbaar zijn om de reële waarde te bepalen, waarbij zo veel
mogelijk relevante waarneembare inputs en zo weinig mogelijk niet-waarneembare inputs worden gebruikt.
Alle activa en verplichtingen ten aanzien waarvan de reële waarde wordt bepaald of in de jaarrekening wordt vermeld, worden in de in het
navolgende beschreven reële waarde hiërarchie ingedeeld, op basis van de input van het laagste niveau die significant is voor de gehele
waardering:
f1LYHDX*HQRWHHUGHQLHWDDQJHSDVWHSULM]HQRSDFWLHYHPDUNWHQYRRULGHQWLHNHDFWLYDRIYHUSOLFKWLQJHQ
f1LYHDX:DDUGHULQJVWHFKQLHNHQZDDUYRRUGHLQSXWYDQKHWODDJVWHQLYHDXGDWYRRUGHZDDUGHULQJWHJHQUHÈOHZDDUGHVLJQLILFDQWLV
direct of indirect waarneembaar is.
f1LYHDX:DDUGHULQJVWHFKQLHNHQZDDUYRRUGHLQSXWYDQKHWODDJVWHQLYHDXGDWYRRUGHZDDUGHULQJWHJHQUHÈOHZDDUGHVLJQLILFDQWLV
niet waarneembaar is.
Voor activa en verplichtingen die op terugkerende basis in de jaarrekening worden opgenomen, stelt de Groep aan het einde van iedere
verslagperiode vast of door herbeoordeling sprake is wijzigingen in de niveau-indeling van de hiërarchie (op basis van de input van het
laagste niveau die significant is voor de gehele waardering). Ten behoeve van de vermelding van reële waarden licht de Groep de reële
waarde en het niveau in de reële waarde voor zover voorgeschreven door IFRS13 per post in de balans toe.
Netto-omzet
Onder de netto-omzet worden de opbrengsten verantwoord voor de inname van aangeleverd afval, inclusief een vergoeding voor transport
en opslag, alsmede de opbrengsten met betrekking tot afvalstromen uit de verwerking van afval, waaronder energieopbrengsten (onder
aftrek van eigen verbruik), en opbrengsten uit overige hiermee samenhangende activiteiten, onder aftrek van kortingen en over deze omzet
geheven belastingen, waaronder omzetbelasting en afvalstoffenbelasting. Omzet wordt verantwoord bij ontvangst van de ter verwerking
aangeleverde afvalstromen, bij levering van reststromen uit afvalverwerking en bij levering van energieproducten die zijn ontstaan uit de
verwerking van afval, voor zover het waarschijnlijk is dat de economische voordelen naar de Groep zullen vloeien en de omzet betrouwbaar
kan worden geschat.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 49
Kosten van inkoop
Hieronder worden de kosten verantwoord die direct toerekenbaar zijn aan de netto-omzet, waaronder de transportkosten,
inkoopkosten van afvalstromen en producten uit de verwerking van afval (afvoerverplichtingen), kosten voor eindafwerking
en nazorg van stortplaatsen alsmede milieubelastingen in verband met het storten van afval.
Overige bedrijfsopbrengsten
Onder de overige bedrijfsopbrengsten worden opbrengsten verantwoord die niet direct gerelateerd zijn aan de kernactiviteiten, waaronder
subsidies en resultaten bij de verkoop van activa. Subsidies worden slechts opgenomen indien de ontvangst hiervan met redelijke zekerheid
kan worden vastgesteld. Investeringssubsidies worden in mindering gebracht op de aanschafwaarde van het betreffende actief en op basis
van de gebruiksduur ten gunste van het resultaat gebracht. Exploitatiesubsidies worden in het resultaat verantwoord in de periode waarop de
subsidie betrekking heeft. De overheidsbijdrage in verband met de stimulering van opwekking van duurzame energie wordt als overige
bedrijfsopbrengsten verantwoord.
Bedrijfslasten
Kosten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.
Direct aan eigen investeringsprojecten toegerekende kosten (voornamelijk kosten van eigen personeel en materialen) worden in mindering
gebracht op de betreffende kostensoorten.
Financiële baten en lasten
Financiële baten en lasten hebben betrekking op liquide middelen, vreemd vermogen en voorzieningen. De rentebaten en rentelasten
worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben, onder toepassing van de effectieve rentemethode. Financiële resultaten
uit hoofde van renteswaps worden beschouwd als een correctie op de financiële baten en lasten. Bouwrente wordt geactiveerd als onderdeel
van de kostprijs van het actief.
Onder de financiële baten en lasten worden tevens opgenomen de gerealiseerde en ongerealiseerde resultaten van koerseffecten,
gerealiseerde en ongerealiseerde resultaten van financiële instrumenten die niet direct toerekenbaar zijn aan de levering van goederen,
evenals opbrengsten van kapitaalbelangen die als belegging zijn gekwalificeerd.
Financiële instrumenten
Als onderdeel van de normale bedrijfsuitoefening worden risico’s gelopen met betrekking tot energieprijzen, vreemde valuta en
rentestanden. De Groep gebruikt goederentermijncontracten en andere contracten om deze risico’s te verminderen of te elimineren.
De Groep houdt geen financiële instrumenten aan voor handelsdoeleinden.
De Groep heeft contracten gesloten om onderliggende goederen te leveren of te ontvangen in overeenstemming met de behoeften van
de Groep; deze contracten worden niet financieel of op netto basis afgewikkeld en er bestaat ook geen gangbare praktijk om vergelijkbare
contracten financieel of op netto basis af te wikkelen noch om te profiteren van kortetermijn-prijsschommelingen. De contracten worden
afgewikkeld door middel van fysieke levering of ontvangst en kwalificeren daarom als contracten voor eigen gebruik (‘own use’). Deze
contracten kwalificeren dan ook niet als financieel instrument binnen de reikwijdte van IAS 39 en worden daarom niet in de balans
opgenomen.
De Groep heeft als onderdeel van risicobeheer valutatermijncontracten afgesloten om valutarisico’s te beperken met betrekking tot
afvalinnamecontracten uit Engeland waarvan facturering plaatsvindt in Engelse ponden (GBP). Deze contracten vallen binnen de reikwijdte
van IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering en worden tegen reële waarde in de balans opgenomen. De reële waarde van
deze contracten is gebaseerd op actuele marktprijzen per balansdatum. Veranderingen in de reële waarde van de valutatermijncontracten
waarvoor geen hedge accounting kan worden toegepast, worden verwerkt in de winst- en verliesrekening onder financiële baten en lasten.
50
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Hedge accounting wordt toegepast voor valutatermijncontracten die voldoen aan de voorwaarden van IAS 39 Financiële instrumenten:
opname en waardering. Een hedge relatie wordt geacht effectief te zijn indien de Groep, vanaf het begin van de looptijd van het valutatermijncontract, kan verwachten dat veranderingen van de kasstromen van de afgedekte positie vrijwel volledig worden gecompenseerd
door veranderingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument, voor zover deze het gehedgede risico betreffen en de werkelijke
uitkomsten binnen een bandbreedte van 80% tot 125% blijven van de verwachting. Indien hedge accounting kan worden toegepast,
wordt de reële waardemutatie van het valutatermijncontract verantwoord in een IAS 39 reserve als afzonderlijke component onder het
Eigen Vermogen tot het moment dat het afval waarop het valutatermijncontract betrekking heeft, wordt geleverd. Op dat moment wordt
het saldo van de IAS 39 reserve als omzet verwerkt in de winst- en verliesrekening. Vanaf dat moment worden de waardemutaties van het
valutatermijncontract via het resultaat verwerkt onder financiële baten en lasten.
Indien het valutatermijncontract zelf vervalt of wordt verkocht, wordt beëindigd of uitgeoefend of niet meer aan de voorwaarden voldoet,
blijft het cumulatieve resultaat in de IAS 39 reserve (eigen vermogen) opgenomen, totdat de verwachte transactie daadwerkelijk plaatsvindt.
Indien de verwachte transactie naar verwachting niet meer zal plaatsvinden, wordt het in het eigen vermogen verwerkte cumulatieve
resultaat onmiddellijk naar de winst- en verliesrekening overgeboekt.
De overige financiële instrumenten, niet zijnde derivaten, zijn toegelicht onder overige posten in de balans van de Groep.
Acquisities en goodwill
Bedrijfscombinaties worden verantwoord volgens de overnamemethode. De kostprijs van een acquisitie wordt bepaald op het totaal van de
overgedragen vergoeding (bepaald op de reële waarde per de overnamedatum) en het bedrag van een eventueel minderheidsbelang in de
overgenomen partij. Voor iedere bedrijfscombinatie waardeert de Groep het minderheidsbelang in de overgenomen partij tegen hetzij de
reële waarde hetzij een evenredig deel van de nettoactiva van de overgenomen partij. Kosten verband houdend met de overname worden
direct ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. Indien de bedrijfscombinatie in verschillende fasen tot stand komt, wordt per de
overnamedatum de reële waarde van het eerder door de overnemende partij in de overgenomen partij gehouden belang opnieuw bepaald
met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening.
Eventuele door de overnemende partij over te dragen voorwaardelijke vergoedingen worden per de overnamedatum tegen reële waarde
opgenomen. Latere wijzigingen in de reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding die als een actief of een verplichting wordt
aangemerkt, wordt overeenkomstig IAS 39 hetzij in de winst- en verliesrekening verantwoord, hetzij als een mutatie in de niet-gerealiseerde
resultaten. Indien de voorwaardelijke vergoeding als eigen vermogen wordt geclassificeerd, vindt herwaardering slechts plaats bij
definitieve afwikkeling in het eigen vermogen.
Goodwill wordt eerst tegen kostprijs gewaardeerd, zijnde het bedrag waarmee de overgedragen vergoeding het saldo van de verkregen
activa en de overgenomen verplichtingen overschrijdt. Indien deze vergoeding minder bedraagt dan de reële waarde van de nettoactiva van
de overgenomen dochteronderneming, wordt het verschil in de winst- en verliesrekening verantwoord.
Na de eerste opname wordt de goodwill gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met eventuele geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. Voor de toetsing op bijzondere waardevermindering wordt de goodwill die is voortgekomen uit een bedrijfscombinatie vanaf de overnamedatum toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheden die naar verwachting voordeel zullen halen
uit de bedrijfscombinatie, ongeacht of activa of verplichtingen van de overgenomen entiteit aan deze eenheden zijn toegerekend.
Indien goodwill onderdeel van een kasstroomgenererende eenheid is en een deel van de bedrijfsactiviteit binnen die eenheid wordt
afgestoten, wordt de goodwill die op de afgestoten activiteit betrekking heeft, opgenomen in de boekwaarde van die activiteit voor de
vaststelling van het uit de afstoting voortvloeiende resultaat. Goodwill die in een dergelijke omstandigheid wordt afgestoten, wordt bepaald
op basis van de relatieve verhouding in waarden van de afgestoten activiteit en van het gedeelte van de kasstroomgenererende eenheid dat
wordt behouden.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 51
Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen
De waardering van materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen vindt plaats tegen kostprijs, zijnde verkrijgings- of (interne) vervaardigingsprijs, onder aftrek van ontvangen bijdragen, verminderd met de over deze waarde berekende afschrijvingen en eventuele bijzondere
waardeverminderingen. In de kostprijs zijn tevens de geschatte kosten van de verplichting tot ontmanteling en verwijdering van de activa
begrepen. Bouwrente maakt onderdeel uit van de kostprijs van het actief.
De kosten van gepland onderhoud dat erop is gericht de oorspronkelijke prestatie van het actief te handhaven of te herstellen worden
geactiveerd als onderhoudscomponent van het actief en afgeschreven tot de datum van de eerstvolgende geplande onderhoudswerkzaamheden van het betreffende component.
De afschrijving is gebaseerd op de componentenbenadering en vindt plaats volgens de lineaire methode, met uitzondering van met stortplaatsen samenhangende activa die op basis van de werkelijk in het jaar verbruikte stortcapaciteit worden afgeschreven. Bij de bepaling van
de afschrijving wordt rekening gehouden met de verwachte gebruiksduur en de restwaarde van het actief. Beoordeling van de gebruiksduur
en restwaarden vindt jaarlijks plaats. Eventuele aanpassingen worden prospectief verwerkt.
Een materieel vast actief wordt niet langer in de balans opgenomen wanneer het wordt afgestoten of wanneer er geen economische
voordelen meer worden verwacht uit de verdere aanwending of door verkoop van het actief. Een eventuele bate dan wel een last die
voortvloeit uit het niet langer in de balans opnemen van het actief, wordt in het resultaat verwerkt.
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met over deze waarde berekende afschrijvingen en eventuele
bijzondere waardeverminderingen.
De afschrijving vindt plaats volgens de lineaire methode. Bij de bepaling van de afschrijving wordt rekening gehouden met de verwachte
gebruiksduur. Beoordeling van de gebruiksduur vindt jaarlijks plaats. Eventuele aanpassingen worden prospectief verwerkt.
Bijzondere waardeverminderingen
Gedurende het verslagjaar beoordeelt de Groep of er aanwijzingen zijn voor een bijzondere waardevermindering van activa. Indien dergelijke
aanwijzingen bestaan, wordt een schatting gemaakt van de realiseerbare waarde van deze activa. Voor de activa is de realiseerbare waarde
gelijk aan de hoogste van de reële waarde minus verkoopkosten en de bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde wordt bepaald door de contante
waarde van de geschatte toekomstige kasstromen. Voor activa die geen zelfstandige kasstromen genereren en afhankelijk zijn van andere
activa, wordt de realiseerbare waarde bepaald voor de kleinst mogelijke kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.
Voor immateriële vaste activa die nog niet gebruiksklaar zijn en goodwill wordt gedurende het jaar indien hiervoor aanwijzingen zijn en
minimaal eenmaal per jaar de realiseerbare waarde geschat. De goodwill wordt hiertoe bij eerste vaststelling toegewezen aan één of
meerdere kasstroomgenererende eenheden.
Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen indien de boekwaarde van activa, of de kasstroomgenererende eenheid waartoe
de activa behoren, hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen worden ten laste van het resultaat gebracht.
Bijzondere waardeverminderingen van aan kasstroomgenererende eenheden toegewezen activa worden eerst in mindering gebracht op de
boekwaarde van eventueel aan kasstroomgenererende eenheden (of groepen van eenheden) toegerekende goodwill en vervolgens naar rato
in mindering gebracht op de boekwaarde van de overige activa van de eenheid (groep van eenheden). De betreffende activa worden niet
lager gewaardeerd dan de eigen (individuele) realiseerbare waarde.
Een bijzondere waardevermindering wordt eventueel teruggenomen indien vastgesteld wordt dat de uitgangspunten zijn veranderd op basis
waarvan destijds de realiseerbare waarde is bepaald. Een bijzondere waardevermindering wordt uitsluitend teruggenomen voor zover de
resterende boekwaarde van de activa niet hoger is dan de boekwaarde die zou zijn bepaald, na aftrek van afschrijvingen, als in voorgaande
jaren geen bijzondere waardevermindering voor het actief was opgenomen. Bijzondere waardeverminderingen van goodwill worden niet
teruggenomen. Effecten van terugname van bijzondere waardeverminderingen worden ten gunste van het resultaat gebracht.
52
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Overige financiële activa
Binnen de overige financiële activa worden twee categorieën onderscheiden:
- Activa beschikbaar voor verkoop;
- Leningen en vorderingen.
Activa beschikbaar voor verkoop
Hieronder worden kapitaalbelangen opgenomen waarbij geen sprake is van invloed van betekenis. Deze kapitaalbelangen worden bij
verwerving gewaardeerd tegen kostprijs (zijnde de reële waarde) en vanaf dat moment tegen reële waarde. Indien de reële waarde niet
betrouwbaar kan worden vastgesteld, blijft de vervolgwaardering tegen kostprijs.
Ongerealiseerde resultaten als gevolg van de aanpassing van de reële waarde worden in het eigen vermogen verantwoord als onderdeel van
de IAS 39 reserve. Bijzondere waardeverminderingen worden ten laste van het resultaat gebracht.
Leningen en vorderingen
Verstrekte leningen aan geassocieerde deelnemingen, joint ventures of aan externe partijen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde
kostprijs. Waar nodig wordt een voorziening in verband met mogelijke oninbaarheid gevormd die in mindering wordt gebracht op de
boekwaarde.
Voorraden
Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs of lagere opbrengstwaarde (geschatte verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering minus verkoopkosten). De kostprijs is berekend op basis van het systeem van gewogen gemiddelde kostprijs. De kostprijs omvat de
uitgaven en direct toerekenbare kosten bij verwerving van de voorraden en het naar de bestaande locatie en in bestaande toestand brengen
daarvan.
Vorderingen
De (handels)vorderingen worden gewaardeerd tegen reële waarde onder aftrek van een waardecorrectie in verband met verwachte
oninbaarheid. Bij deze waardecorrectie worden verschillende klantrisicoprofielen onderscheiden. Voor de handelsvorderingen wordt de
waardecorrectie in een afzonderlijke ‘voorziening’ verantwoord. Op het moment van vaststelling van definitieve oninbaarheid vindt
daadwerkelijke afboeking van de vordering en bijbehorende ‘voorziening’ plaats.
Overige vorderingen en overlopende activa zijn opgenomen tegen reële waarde onder aftrek van een waardecorrectie in verband met
mogelijke oninbaarheid, die rechtstreeks in mindering op de boekwaarde wordt gebracht.
Liquide middelen
Onder liquide middelen worden geldmiddelen verantwoord, zoals contanten en deposito’s, en ook kasequivalenten die zonder materieel
risico van waardeverandering in geldmiddelen kunnen worden omgezet. De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen reële waarde.
Rentedragende verplichtingen
De rentedragende verplichtingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve rentemethode.
De binnen een jaar vervallende aflossingsverplichtingen op langlopende verplichtingen worden afzonderlijk gepresenteerd onder de
kortlopende rentedragende verplichtingen. Resultaten op terugkoop van rentedragende verplichtingen worden onder de financiële
lasten verantwoord.
Voorzieningen
Voorzieningen worden opgenomen voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen van een onzekere omvang of met een onzeker
tijdstip als gevolg van gebeurtenissen in het verleden. Indien het effect daarvan materieel is, worden de voorzieningen bepaald door de
verwachte toekomstige kasstromen contant te maken met behulp van een actuele disconteringsvoet waarbij rekening is gehouden met
de specifieke risico’s die inherent zijn aan de verplichting en het moment waarop de verwachte kasstromen plaatsvinden. De verwachte
kasstromen binnen een jaar na balansdatum worden als afzonderlijke post opgenomen onder de kortlopende verplichtingen.
Voorzieningen voor verlieslatende contracten worden opgenomen wanneer de contante waarde van de te verwachten kasstromen uit
hoofde van de betreffende contracten per saldo negatief zijn.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 53
Personeelsbeloningen
Vergoedingen na uitdiensttreding
De Groep is voor wat betreft de pensioenregeling voor het grootste deel van de medewerkers aangesloten bij Stichting Pensioenfonds ABP
(ABP).
De ABP-regeling is een Multi-employer regeling. In deze regeling liggen de actuariële en beleggingsrisico’s nagenoeg volledig bij de
deelnemers. Bij deze regeling aangesloten werkgevers hebben geen verplichting tot het voldoen van aanvulende bijdragen als sprake is van
een tekort bij het fonds. Onze verplichtingen bestaan uit het voldoen van de door het fonds vastgestelde premie. Het bestuur van ABP stelt
deze premie jaarlijks vast, op basis van eigen bestandsgegevens en met inachtneming van de door de toezichthouder van ABP (de
Nederlansche Bank) voorgeschreven parameters en vereisten. De premieplicht komt voort uit de aansluiting bij het fonds in het betreffende
jaar en niet uit de aansluiting in voorgaande jaren. De ABP-regeling classificeert verslaggevingtechnisch als een toegezegde bijdrageregeling. Uit dien hoofde zijn de premies verantwoord in het resultaat en zijn verdere toelichtingen niet vereist.
De bedrijfsonderdelen VAR en VAR|Frankenhuis hebben de pensioenregeling ondergebracht bij een externe verzekeringsmaatschappij.
Ook dit betreft een toegezegde bijdrageregeling.
Overige personeelsbeloningen
Overige personeelsbeloningen waaronder diensttijdgebonden uitkeringen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de
verplichtingen uit hoofde van de toegezegde rechten op balansdatum. De berekening van de contante waarde vindt plaats volgens
de ‘projected unit credit methode’. Actuariële resultaten worden hierbij direct in het resultaat verwerkt.
Handelsschulden en overige te betalen posten
De handelsschulden en overige te betalen posten worden gewaardeerd tegen reële waarde.
De hieronder opgenomen afvoerverplichtingen hebben betrekking op de verwachte kosten voor het afvoeren en verder bewerken van de
nog aanwezige voorraad afval en reststromen. De verplichtingen voor reststromen die extern worden afgevoerd worden geraamd op basis
van externe afvoerkosten. De verplichtingen voor reststromen die intern worden afgevoerd, worden geraamd op basis van de variabele
handling- en bewerkingskosten alsmede kosten voor het storten van een deel van de voorraad.
Winstbelasting
Actuele winstbelasting
De bedrijfsactiviteiten van de Groep zijn in hoofdzaak onderworpen aan heffing van winstbelasting in Nederland.
Winstbelasting over het resultaat wordt berekend door toepassing van nominaal geldende tarieven op het in de jaarrekening getoonde
resultaat voor belastingen, rekening houdend met permanente verschillen tussen dit resultaat en het resultaat volgens fiscale grondslagen
op basis van de belastingtarieven waarvan het wetgevingsproces (nagenoeg) is afgesloten op balansdatum. Het aldus berekende belastingbedrag wordt toegevoegd aan de bestaande financiële verhouding met de Belastingdienst, die voorts bestaat uit de belasting over tijdelijke
verschillen tussen het vermogen berekend volgens fiscale grondslagen en het vermogen met behulp van de in deze jaarrekening
gehanteerde grondslagen.
Belastingen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening behalve voor zover ze betrekking hebben op posten die rechtstreeks zijn
opgenomen in het eigen vermogen.
Uitgestelde belastingen
Latente belastingen worden tegen nominale waarde opgenomen voor verschillen tussen de fiscale en de commerciële waardering van activa
en passiva. Deze worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn in de periode waarin de
vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, op basis van belastingtarieven waarvan het wetgevingsproces
(nagenoeg) is afgesloten op balansdatum. De gevolgen van wijzigingen in belastingtarieven worden rechtstreeks in het resultaat verwerkt,
tenzij ze betrekking hebben op posten die rechtstreeks zijn opgenomen in het eigen vermogen.
54
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Latente belastingvorderingen worden in de balans opgenomen voor alle verrekenbare tijdelijke verschillen en voorwaarts compensabele
fiscale verliezen, voor zover het waarschijnlijk is dat er op afzienbare termijn fiscale winst beschikbaar is waarmee deze kunnen worden
gerealiseerd.
Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd indien het in rechte afdwingbaar is om te salderen en de latente
belastingen verband houden met dezelfde belastingplichtige en dezelfde belastingautoriteit.
Lease
Leaseovereenkomsten, inclusief overeenkomsten die een leaseovereenkomst bevatten, waarbij sprake is van overdracht aan de Groep
van nagenoeg alle aan het eigendom verbonden risico’s en voordelen worden geclassificeerd als financiële lease en opgenomen als
investeringen onder materiële of immateriële vaste activa waartegenover een verplichting op lange termijn wordt gevormd. Bij aanvang
van de leaseperiode worden de activa en verplichtingen opgenomen tegen de reële waarde van het geleasede actief, of indien lager,
tegen de contante waarde van de leasebetalingen. De leasebetalingen worden zodanig uitgesplitst in financieringslasten en een aflossing
van de leaseverplichting dat een constante disconteringsvoet over het resterende saldo van de verplichting wordt bereikt.
Het actief wordt afgeschreven over de gebruiksduur of over de leaseperiode indien deze laatste korter is. Indien in de leaseovereenkomsten
geen sprake is van overdracht van nagenoeg alle aan het eigendom verbonden risico’s en voordelen (operationele lease), worden betalingen
uit hoofde van deze leaseovereenkomsten op tijdsevenredige basis als last in het resultaat verwerkt.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is ten aanzien van de operationele kasstromen opgesteld op basis van de indirecte methode, waarbij voor de
herleiding van de mutatie in de geldmiddelen wordt uitgegaan van het bedrijfsresultaat.
Segmentinformatie
Aangezien de Groep niet beursgenoteerd is, wordt gebruik gemaakt van de vrijstelling - op grond van IFRS 8.2 - om geen gesegmenteerde
informatie op te nemen.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 55
2 Netto-omzet uit hoofde van leveringen van goederen en diensten
2013
2012
Verbranden
Composteren
Storten
Overige
Netto-omzet VAR1
275.288
13.660
6.498
1.646
30.505
261.604
18.753
8.242
1.646
34.687
Totaal
327.597
324.932
2013
2012
3.626
6.000
1.041
1.029
2.550
5.127
428
1.049
852
2.802
14.246
10.258
1
De netto-omzet VAR bestaat in hoofdzaak uit activiteiten met betrekking tot recycling, vergisting en bodemsanering/grondreiniging.
3 Overige bedrijfsopbrengsten
Subsidies
Uitkering schadeclaim voorgaande jaren
Huuropbrengsten onroerend goed
Boekwinst verkoop vaste activa
Overige
Totaal
De post ‘Subsidies’ heeft in 2013 en in 2012 hoofdzakelijk betrekking op gelden uit de regeling Stimulering Duurzame Energie (SDE).
De post ‘Uitkering schadeclaim voorgaande jaren’ betreft de uitkomst in 2013 van een verzekeringsclaim met betrekking tot een geleden schade in een eerder boekjaar,
waarvan in eerdere jaren de uitkomst te onzeker was om te verantwoorden en daardoor niet voldeed aan de IFRS-activeringscriteria.
4 Personeelskosten
Salarissen
Sociale lasten
Pensioenkosten
Inhuur personeel
20.1 Dotatie respectievelijk vrijval voorziening personeelsbeloningen
Overige
Totaal
2013
2012
46.635
4.989
5.805
9.041
21.765
5.597
45.515
4.688
5.076
11.194
-836
6.701
93.832
72.338
De toename van de personeelskosten is hoofdzakelijk het gevolg van een dotatie aan de reorganisatievoorziening in 2013 ter hoogte van EUR 21,2 miljoen.
56
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
5 Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
11
11
13
2013
2012
89.224
66.779
2.721
86.112
19.504
1.968
158.724
107.584
2013
2012
Uitbesteed werk
Materialen
Andere externe kosten
44.187
3.491
22.968
43.402
4.661
16.650
Totaal
70.646
64.713
Afschrijving materiële vaste activa
Bijzondere waardevermindering materiële en immateriële vaste activa
Afschrijving immateriële vaste activa
Totaal
6 Kosten uitbesteed werk, materialen en andere externe kosten
De post ‘Andere externe kosten’ heeft betrekking op kantoorkosten en algemene beheerkosten. De toename is voor een groot deel (EUR 8,1 miljoen) veroorzaakt door
toegenomen advieskosten in het kader van de voorgenomen verkoop van Attero.
De honoraria van de accountantsorganisatie overeenkomstig wetsartikel 2:382a BW zijn als volgt samengesteld:
Controle van de jaarrekening
Andere controleopdrachten
Fiscale adviesopdrachten en andere niet-controlediensten
Totaal
2013
2012
559
540
455
517
60
425
1.554
1.002
De kosten onder ‘Andere controleopdrachten’ hebben hoofdzakelijk betrekking op de controle van het halfjaarbericht in het kader van de voorgenomen verkoop van Attero.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 57
7 Overige bedrijfskosten
16
2013
2012
Vrijval overige voorzieningen
Dotatie/vrijval waardecorrectie in verband met verwachte oninbaarheid voor 'Leningen en vorderingen'
Overige
-266
281
6.512
-8.396
-59
6.631
Totaal
6.527
-1.824
2013
2012
897
7
481
1.214
7
143
Totaal financiële baten
1.385
1.364
Rentetoevoegingen voorzieningen
Rentelasten m.b.t. rentedragende verplichtingen
Overige financiële lasten
5.641
6.722
215
7.275
8.381
-56
Totaal financiële lasten
12.578
15.600
Totaal, per saldo lasten
-11.193
-14.236
De post ‘Overige’ bestaat hoofdzakelijk uit verzekeringspremies, onderzoekskosten en heffingen.
8 Financiële baten en lasten
Rentebaten van vorderingen en liquide middelen
Resultaat 'Activa beschikbaar voor verkoop'
Overige financiële baten
58
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
9 Winstbelasting
De belangrijkste onderdelen van de post belastingen zijn:
2013
2012
4.285
-10.370
3.995
-1.634
11.340
9.456
5.255
11.817
Geconsolideerde winst- en verliesrekening
Acute belastingen
Actuele belastinglast over het boekjaar
Aanpassingen winstbelasting over voorgaande jaren1
Latente belastingen
Mutatie als gevolg van ontstaan en terugboeking van tijdelijke verschillen
Belastingen gerapporteerd in de geconsolideerde winst- en verliesrekening
1 Deze
aanpassing wordt voor circa EUR 8,5 miljoen veroorzaakt doordat in 2013 bij het indienen van de definitieve aangiften over 2010 en 2011 van de fiscale eenheid AZN is
besloten een fiscale onderhoudsvoorziening te vormen. Dit was nog niet voorzien tijdens het opstellen van de jaarrekening 2012 waardoor in 2013 acuut verschuldigde belasting
over 2010 en 2011 is uitgesteld naar toekomstige jaren. Het bedrag aan belastingen dat hierdoor is uitgesteld naar toekomstige jaren is opgenomen in ‘Mutatie als gevolg van
ontstaan en terugboeking van tijdelijke verschillen’.
De effectieve belastingdruk is als volgt te specificeren:
Resultaat voor belasting
Hierover te vorderen respectievelijk verschuldige belastingen op
basis van het nominaal wettelijk winstbelastingtarief in Nederland
Belastingeffect van
Resultaten vrij van belasting
Fiscaal niet aftrekbare bedragen
Niet aftrekbare impairment van goodwill met betrekking tot de acquisitie van VAR
Niet gewaardeerde tijdelijke verschillen en fiscaal compensabele verliezen2
Correcties voorgaande jaren3
Overige
Effectieve belastingdruk
25%
2013
2012
-61.941
19.909
-15.485
4.977
8.217
2.604
11.805
-1.886
-
219
342
6.340
-78
17
5.255
11.817
De belastingen zijn zowel in 2012 als in 2013 beïnvloed door verliezen en tijdelijke verschillen waarvoor op voorzienbare termijn geen compensatiemogelijkheid wordt gezien.
2 Dit betreft niet verrekenbare verliezen over het boekjaar, met name van de fiscale eenheid Attero, alsmede vooralsnog niet verrekenbare tijdelijke verschillen met betrekking
tot de in 2013 verantwoorde impairment.
3 Dit betreft in 2013 een teruggaaf als gevolg van de aangifte over 2009.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 59
Latente belastingen
De latente belastingen zijn per 31 december 2013 en 2012 als volgt te specificeren:
Geconsolideerde
balans
Geconsolideerde
winst- en verliesrekening
2013
2012
2013
2012
780
0
-800
0
20
1.884
-2.507
-1.068
1.767
-76
-1.104
2.507
268
-1.767
96
-1.365
-1.335
5.023
-6.143
14
-
-
-
-3.806
Latente belastingverplichtingen
Materiële vaste activa
Voorzieningen
Overige
7.951
10.732
73
7.319
97
632
10.732
-24
5.674
-24
Totaal latente belastingverplichtingen
18.756
7.416
11.340
5.650
-18.756
-7.416
-11.340
-9.456
Latente belastingvorderingen
Materiële vaste activa
Immateriële vaste activa
Voorzieningen
Compensabele verliezen
Overige
Totaal latente belastingvorderingen
Netto latente belastingpositie (te betalen)
Fiscale structuur
Attero Holding NV is vanaf oprichting (2009) zelfstandig belastingplichtig. Attero BV, een 100% dochtermaatschappij van Attero Holding NV
– en de voormalige houdstermaatschappij – vormt met alle 100% dochtermaatschappijen van Attero BV een fiscale eenheid.
Daarnaast vormt AZN Holding BV een fiscale eenheid met de onder AZN Holding BV opgenomen 100% deelnemingen.
VAR BV is per 1 maart 2011 opgenomen in de fiscale eenheid van Attero BV. Tot deze datum was zij zelfstandig belastingplichtig.
VAR|Frankenhuis BV is vanaf oprichting zelfstandig belastingplichtig.
Latente belastingvorderingen
De latente belastingvorderingen hebben betrekking op de fiscale eenheid van Attero BV.
De mutatie inzake voorzieningen in 2013 wordt vooral veroorzaakt door een fiscaal afwijkende waardering van de in 2013 gevormde
reorganisatievoorziening.
Onder de latente balastingvorderingen is een latente verplichting opgenomen en met de vorderingen gesaldeerd. Deze verplichting met
betrekking tot immateriële vaste activa per 31 december 2012 betreft posten die ontstaan zijn naar aanleiding van de acquisitie van VAR.
Waardering van compensabele verliezen vindt alleen plaats indien het waarschijnlijk is dat compensatie mogelijk is op voorzienbare termijn.
Eind 2013 zijn de fiscaal compensabele verliezen van de fiscale eenheid Attero BV ad EUR 34,4 miljoen niet gewaardeerd (latente belastingvordering EUR 8,6 miljoen). De verliezen hebben betrekking op het jaar 2010 (EUR 5,8 miljoen), het jaar 2011 (EUR 9,5 miljoen) en het jaar
2013 (EUR 19,1 miljoen). Daarnaast is voor een bedrag ad EUR 72,1 miljoen aan tijdelijke verschillen niet gewaardeerd (latente belastingvordering EUR 18,1 miljoen), wat hoofdzakelijk betrekking heeft op materiele vaste activa (impairment verantwoord in 2012 en 2013).
Eind 2012 bedroegen de fiscale verliezen EUR 13,2 miljoen (EUR 4,7 miljoen inzake het jaar 2010 en EUR 8,5 miljoen inzake het jaar 2011),
waarvan eind 2012 EUR 7,6 miljoen was gewaaardeerd.
60
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Eind 2013 is het compensabel verlies van Attero Holding NV van EUR 370 duizend (2012: EUR 230 duizend) niet gewaardeerd omdat het
onzeker wordt geacht of in deze vennootschap binnen afzienbare tijd voldoende fiscale winst kan worden gerealiseerd. Dit verlies heeft
betrekking op de jaren 2011 (EUR 28 duizend), 2012 (EUR 202 duizend) en 2013 (EUR 140 duizend). Het compensabele verlies van
VAR|Frankenhuis BV van EUR 764 duizend (2012: EUR 256 duizend met betrekking tot het jaar 2012) is niet gewaardeerd aangezien sprake
is van nieuwe activiteiten voor de Groep waarvan het nog onzeker is of deze activiteiten voldoende fiscale winsten zullen realiseren om de
compensabele verliezen te compenseren. Het verlies heeft betrekking op het jaar 2012 en 2013.
Verliezen ontstaan in 2010 zijn volgens de huidige fiscale regels nog 6 jaar compensabel, verliezen uit 2011 nog 7 jaar en verliezen uit 2013
zijn 9 jaar compensabel.
Latente belastingverplichtingen
De latente belastingverplichtingen hebben betrekking op de fiscale eenheid van AZN Holding BV. De verplichting heeft met name betrekking
op een fiscaal afwijkende waardering van materiële vaste activa en voorzieningen.
In 2013 is de latente belastingverplichting met ruim EUR 11,0 miljoen toegenomen doordat bij het indienen van de definitieve aangiften
over 2010 en 2011 de fiscale waardering van voorzieningen is aangepast, waardoor het verschil tussen de fiscale en commerciële
waardering is toegenomen. De ingediende aangiften over de jaren 2010 en 2011 zijn door de Belastingdienst nog niet formeel goedgekeurd.
Overige
Attero BV en alle hieronder opgenomen 100% dochtermaatschappijen behoorden van 1 januari 2002 tot 1 juli 2009 tot de fiscale eenheid
van Essent NV. Alle te betalen posities per 1 juli 2009 zijn in 2009 met Essent NV afgewikkeld. Aangezien de ingediende aangiften voor de
jaren 2007 tot en met 2009 nog niet definitief zijn geregeld, is tussen Attero BV en Essent NV een ‘tax compensation agreement’ afgesloten
om eventuele afwijkingen van de voorlopig ingediende aangiften en/of de voorlopig berekende belasting achteraf met elkaar te verrekenen.
In 2013 zijn de eerste uitkomsten van een lopend boekenonderzoek bij Essent over de jaren 2007 tot en met 2009, leidend tot een bate
van EUR 0,7 miljoen, bij Attero verwerkt. Het boekenonderzoek over de jaren 2007 tot en met 2009 bij Essent NV is nog niet afgerond.
Daarnaast is door de Belastingdienst een voorbehoud gemaakt voor mogelijke correcties over de jaren 2005 en 2006 met betrekking tot
de fiscale waardering van balansposten. De Belastingdienst heeft in dit kader vragen gesteld met betrekking tot de afwaardering van
bedrijfsmiddelen in 2005 en 2006. Als gevolg van de tax compensation agreement kan een eventuele correctie een impact hebben op
de fiscale eenheid Attero BV.
Attero BV blijft aansprakelijk voor schulden die ontstaan zijn in de periode waarin onderdeel werd uitgemaakt van de fiscale eenheid met
Essent NV.
Vanaf 1 juli 2009 is voor de Attero ondernemingen die voorheen onderdeel uitmaakten van de fiscale eenheid met Essent een nieuwe fiscale
eenheid geformeerd. Hierbij zijn de fiscale boekwaarden per 1 juli 2009 overgegaan van de fiscale eenheid Essent NV naar de nieuwe fiscale
eenheid. Vooruitlopend op de ontvoeging van Essent Milieu BV uit de fiscale eenheid Essent NV waren eind 2008 de latente belastingposities
reeds overgedragen aan Essent Milieu BV.
De Groep heeft groepsmaatschappijen die onderling transacties uitvoeren. De Groep is van mening dat aan deze transacties zakelijke
prijsstellingen ten grondslag liggen.
Het betalen van dividend aan de aandeelhouders van de Groep heeft geen gevolgen voor de vennootschapsbelasting.
10 Acquisities
Acquisities in 2013
De Groep heeft in 2013 geen acquisities verricht.
Acquisities in 2012
De Groep heeft op 2 november 2012 een 60% belang verkegen in VAR|Frankenhuis BV, een onderneming die zich met name bezighoudt met
de verwerking van textiel.
VAR|Frankenhuis BV heeft bij de oprichting een 99% belang in Holfra SA in Frankrijk verkregen.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 61
11 Materiële vaste activa
Het verloop van de materiële vaste activa over 2013 luidt als volgt:
Aanschafwaarde 1 januari 2013
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere
waardeverminderingen 1 januari 2013
Bedrijfsgebouwen
en terreinen
Machines en
installaties
Andere vaste
bedrijfsmiddelen
Werken in
uitvoering
Totaal 2013
441.618
1.044.974
98.860
20.394
1.605.846
-305.375
-712.251
-76.188
-
-1.093.814
136.243
332.723
22.672
20.394
512.032
1.918
511
-42
2.057
375
-232
-145
-4.087
-30
-4.288
67.006
-62.912
71.641
-329
-700
-47.130
-3.343
-89.223
Boekwaarde 1 januari 2013
Investeringen
In gebruik genomen
Desinvesteringen
Herrubricering1
Bijzondere waardevermindering
Aangehouden voor verkoop2
Afschrijvingen
-14.424
-2.841
-10.671
660
62.026
-55
145
-21.023
-472
-74.264
Boekwaarde 31 december 2013
110.694
299.740
16.322
16.192
442.948
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere
waardeverminderingen 31 december 2013
328.644
788.772
83.845
7.596
1.208.857
Aanschafwaarde 31 december 2013
439.338
1.088.512
100.167
23.788
1.651.805
-700
-7.596
1 Van
2 De
de herrubricering is EUR 700 duizend opgenomen bij Immateriele vaste activa onder Software.
post ‘Aangehouden voor verkoop’ heeft betrekking op de boekwaarde van vaste activa op de locatie Spijk van VAR. De activiteiten op deze locatie worden in 2014 beëindigd.
De verwachte gebruiksduur van de belangrijkste activa is als volgt:
fJHERXZHQ
MDDU
fDIYDOHQHUJLHLQVWDOODWLHV
MDDU
In 2013 zijn voor de investeringen geen investeringssubsidies verkregen (2012: nihil). In de investeringen van 2013 en 2012 is geen
bouwrente begrepen.
Bijzondere waardevermindering
De bijzondere waardevermindering in 2013 heeft betrekking op een impairment van EUR 64,7 miljoen, welke in de volgende paragraaf
wordt toegelicht, en een afwaardering van de locatie Spijk met EUR 2,1 miljoen tot de verwachte directe opbrengstwaarde.
De impairment is voor een bedrag van EUR 45,1 miljoen verantwoord onder de materiële vaste activa, en voor een bedrag van
EUR 19,6 miljoen onder de immateriële vaste activa.
Toelichting impairment 2013
In de tweede helft van 2013 hebben diverse ontwikkelingen plaatsgevonden die voor het management van Attero aanleiding zijn geweest
om een impairmentanalyse uit te voeren. De belangrijkste ontwikkelingen die hiertoe aanleiding gaven waren: acquisitie van toekomstige
afvalstromen voor de afvalenergiecentrale binnen de kasstroomgenererende eenheid Verbranden Wijster tegen lagere tarieven dan voorzien
62
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
was of vanuit geografisch minder gunstige locaties; achterblijvende resultaten van de kasstroomgenererende eenheid VAR; en verslechterde
marktvooruitzichten voor traditionele verwerkingswijzen (storten en composteren) als gevolg van wijzigingen in wet- en regelgeving,
actief overheidsbeleid gericht op verminderen van het vrijkomen van afvalstromen en terugdringen van traditionele verwerkingsmethoden
als storten en composteren (Ladder van Lansink). Attero heeft een gedetailleerde analyse uitgevoerd naar bijzondere waardeverminderingen
voor de vaste activa van alle kasstroomgenererende eenheden.
Attero heeft bij de bepaling van de realiseerbare waarde conform IAS 36.130 een vergelijking gemaakt tussen de ‘fair value less costs of
disposal’ en de ‘value in use’. De ‘fair value less costs of disposal’, hierna ook wel ‘ondernemingswaarde’ genoemd, is afgeleid van de recente
biedingen ten behoeve van de voorgenomen verkooptransactie van Attero. Vervolgens is de ‘fair value less costs of disposal’ van Attero
gealloceerd aan de kasstroomgenererende eenheden op basis van een ‘discounted cash flow’ benadering. Dit heeft plaatsgevonden aan de
hand van een ‘stand alone going concern’ meerjarenplanning voor Attero voor de periode 2013 - 2023, aangevuld met nieuwe informatie in
het boekjaar, waaronder de Trading Updates die aan mogelijke kopers zijn verstrekt. Daarnaast is gebruik gemaakt van een WACC na belasting
van 7,6%, een lange termijngroeivoet van 2% en een inschatting van de ‘costs of disposal’. Bij de kasstroomgenererende eenheid Vagron is
vanwege de verwachte eindige bedrijfsvoering geen rekening gehouden met een lange termijngroeivoet.
Er is geen aanleiding te veronderstellen dat de ‘value in use’ waardering tot een hogere waarde komt dan de ‘fair value less costs of disposal’,
mede vanwege het feit dat de effecten van additionele efficiency- en kostenbesparingsprogramma’s nog niet kwalificeren onder de ‘value
in use’ waardering.
Op grond van IAS 36.105 kunnen individuele activa in een kasstroomgenererende eenheid niet gewaardeerd worden op een waarde lager
dan de hoogste van de individuele ‘fair value less costs of disposal’, ‘value in use’ of 0. Bij de bepaling van de bijzondere waardeverminderingen is daarom ook rekening gehouden met de som van de fair value less costs of disposal van de individuele activa in een kasstroomgenererende eenheid, hierna ook wel ‘directe opbrengstwaarde’ genoemd. De directe opbrengstwaarde heeft met name betrekking op
bedrijfsterreinen en is gebaseerd op recente taxaties waarop te verwachten verkoopkosten in mindering zijn gebracht.
Attero kent de volgende kasstroomgenererende eenheden: (1) Verbranden Wijster, (2) Verbranden Moerdijk 123, (3) Verbranden Moerdijk 4,
(4) Vagron, (5) Bioconversie Zuid, (6) Bioconversie Noord, (7) Mineraal Zuid, (8) Mineraal Noord en (9) VAR. Op basis van de vergelijking
tussen de realiseerbare waarde en de boekwaarde is geconcludeerd dat er sprake is van bijzondere waardeverminderingen van materiële
vaste activa bij de kasstroomgenererende eenheden Verbranden Wijster, Bioconversie Zuid, Mineraal Noord en VAR. Uit de berekeningen is
gebleken dat er geen sprake is van bijzondere waardeverminderingen bij de overige kasstroomgenererende eenheden. De boekwaarde per
balansdatum bij deze kasstroomgenererende eenheden ligt ruim 20% onder de berekende realiseerbare waarde.
De in 2013 verwerkte bijzondere waardevermindering bedraagt in totaal EUR 64,7 miljoen en heeft voor EUR 22,4 miljoen betrekking op
de kasstroomgenererende eenheid Verbranden Wijster, voor EUR 32,2 miljoen betrekking op de kasstroomgenererende eenheid VAR, voor
EUR 9,0 miljoen betrekking op de kasstroomgenererende eenheid Bioconversie Zuid en voor EUR 1,1 miljoen betrekking op de kasstroomgenererende eenheid Mineraal Noord. De afwaarderingen van de kasstroomgenererende eenheden Bioconversie Zuid en Mineraal Noord
betreffen additionele afwaarderingen ten opzichte van de reeds in 2012 verantwoorde bijzondere waardevermindering.
Bij de kasstroomgenererende eenheid Verbranden Wijster is sprake van een bijzondere waardevermindering als gevolg van acquisitie van
toekomstige afvalstromen voor de afvalenergiecentrale.
Bij de kasstroomgenererende eenheid VAR is sprake van een bijzondere waardevermindering in verband met de huidige
marktomstandigheden.
Bij de kasstroomgenererende eenheid Bioconversie Zuid (Noord-Brabant en Limburg) is sprake van een bijzondere waardevermindering
als gevolg van de daling van de markttarieven. Deze structureel lagere tarieven in combinatie met de verplichting om additioneel te
investeren in vergistingsinstallaties vanwege geëiste duurzaamheiddoelstellingen bij aanbestedingen, zorgen ervoor dat voor de gehele
groep activa gebruikt voor de vergisting en compostering een extra bijzondere waardevermindering noodzakelijk is.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 63
Bij de kasstroomgenererende eenheid Mineraal Noord is vooral sprake van een bijzondere waardevermindering vanwege de steeds verder
afnemende hoeveelheid mineraal afval dat in Nederland gestort wordt en toekomstig gestort mag worden. De kasstroomgenererende
eenheid Mineraal Noord betreft de operationele stortplaats in Wijster.
In de disounted cash flow berekening ten behoeve van de ‘fair value less costs of disposal’ heeft het management zich gebaseerd op een
toekomstscenario waarin een belangrijk aantal aannames is gedaan. Voor al haar activiteiten betreft het aannames ten aanzien van te
contracteren afvalvolumes en bijbehorende tarieven. Voor de afvalenergiecentrales binnen de kasstroomgenererende eenheden van
Verbranden Wijster, Verbranden Moerdijk 123 en Verbranden Moerdijk 4 zijn daarnaast aannames gedaan voor de hoogte van toekomstige
onderhoudsinvesteringen, toekomstige energieprijzen en toekomstige tarieven voor restproducten. Daarnaast is voor de kasstroomgenererende eenheden Verbranden Moerdijk 123 en Verbranden Moerdijk 4 uitgegaan van een materiële investering om de continuïteit van
de energieopbrengsten na 2017 te waarborgen.
Voor alle aannames geldt dat deze een bepaalde onzekerheidsmarge kennen. De werkelijke ontwikkeling van de bedrijfsvoering kan anders
verlopen dan aangenomen in het toegepaste scenario of inzichten over toekomstige ontwikkelingen ten aanzien van de markt of bedrijfsvoering kunnen aan verandering onderhevig zijn.
Dit kan mogelijk effecten hebben op de uitkomsten van de ‘discounted cash flow’ berekening ten behoeve van de bepaling van de ‘fair value
less costs of disposal’. Indien deze wijzigingen zich voordoen, kan dit een materieel effect hebben op de uitkomsten van de ‘discounted cash
flow’ berekening ten behoeve van de bepaling van de ‘fair value less costs of disposal’.
Voor Attero in brede zin is verondersteld dat de komende jaren een kostenreductieprogramma in stafdiensten, indirecte diensten en
primaire bedrijfsvoering kan worden doorgevoerd. Het kostenreductieprogramma omvat een set aan maatregelen voor het toekomstige
kostenniveau en daarmee winstgevendheid van de onderneming. Dit programma is in 2012 gestart, in 2013 voor een belangrijk deel
uitgevoerd, en loopt door in de jaren 2014 en 2015. De uitkomst van het onderzoek naar waardevermindering is mede afhankelijk van
de mate waarin de besparingsdoelstellingen gerealiseerd kunnen gaan worden.
Sensitiviteitsanalyse
Voor de kasstroomgenererende eenheden van Bioconversie Zuid, Mineraal Zuid en Mineraal Noord is het uitvoeren van een sensitiviteitsanalyse minder relevant enerzijds vanwege het feit dat de ondernemingswaarde significant lager is dan de gebruikte directe opbrengstwaarde en anderzijds dat het niet de verwachting is dat de taxatie die gebruikt is voor de directe opbrengstwaarde snel gaat wijzigen.
Daardoor is de realiseerbare waarde voor deze kasstroomgenererende eenheden naar verwachting redelijk stabiel. Bij de kasstroomgenererende eenheid Bioconversie Noord is geen sensitiviteit uitgerekend aangezien de boekwaarde van deze kasstroomgenererende
eenheid relatief beperkt is en head room groot (340%). Met betrekking tot de kasstroomgenererende eenheden Verbranden Wijster,
Verbranden Moerdijk 123, Verbranden Moerdijk 4, Vagron en VAR is wel een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd.
De belangrijkste gevoeligheden zijn de gehanteerde WACC, de gehanteerde gemiddelde verwerkingstarieven van nog niet gecontracteerde
afvalstromen, de gemiddelde energietarieven en de mate waarin de kostenbesparingen kunnen worden gerealiseerd. De gevoeligheid van
het gehanteerde gemiddelde verwerkingstarief impliceert ook het volume-effect, vanwege het feit dat Attero de totale markt (zowel in
Nederland als in het buitenland) zodanig beschouwt dat er voldoende volume beschikbaar is, maar dat bepalend is het gemiddelde tarief dat
gehanteerd wordt om dit volume aan Attero te binden. Het volume-effect wordt hierbij bijvoorbeeld beïnvloed door de mate en de snelheid
van de recyclingtrend in een belangrijke markt als het Verenigd Koninkrijk.
Bij de kasstroomgenererende eenheden Verbranden Moerdijk 123, Verbranden Moerdijk 4 en Vagron (gezamenlijk circa 46% van het totaal
geïnvesteerd vermogen van Attero) zou sprake zijn van een bijzondere waardevermindering indien één van de volgende factoren zouden
worden gewijzigd:
64
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
WACC
Verbranden Moerdijk 123
Verbranden Moerdijk 4
Vagron
+3,0%-punt
+0,4%-punt
+30,1%-punt
Gemiddeld
lager
verwerkingstarief
-19%
-6%
n.v.t.
Effecten
Energieprijs- kostenreductieprogramma
daling
-28%
-13%
n.v.t.
-133%
-38%
-112%
Productie
groen gas
n.v.t.
n.v.t.
-60%
De kasstroomgenererende eenheid Moerdijk 123 kent een relatief grote head room en is daardoor minder sensitief voor veranderingen van
de in de tabel vermelde parameters. De kasstroomgenererende eenheid Moerdijk 4 heeft een lagere head room en is daarmee sensitiever dan
Moerdijk 123 op alle genoemde parameters.
De kasstroomgenererende eenheid Vagron is met name sensitief voor de te produceren hoeveelheid biogas dat wordt omgezet in groen gas.
De sensitiviteit voor de WACC is relatief laag vanwege de geringe verwachte resterende gebruiksduur.
Bij de kasstroomgenererende eenheden Wijster en VAR is de sensitiviteit uitgedrukt in een daling van de ‘fair value less costs of disposal’ van
EUR 5 miljoen. Indien één van de volgende factoren zou worden gewijzigd vindt er een bijzondere waardevermindering plaats van EUR 5 miljoen:
WACC
Verbranden Wijster
VAR
+1,5%-punt
+0,5%-punt
Gemiddeld
lager
verwerkingstarief
-6%
-1%
Effecten
Energieprijs- kostenreductieprogramma
daling
-6%
n.v.t.
-13%
-99%
De kasstroomgenererende eenhied VAR is relatief sensitief voor aanpassingen op de vermelde parameters en in het bijzonder op de parameter
verwerkingstarief gezien het feit dat de portfolio met name bestaat uit korte termijncontracten.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 65
Het vergelijkende verloop van de materiële vaste activa over 2012 luidt als volgt:
Bedrijfsgebouwen
en terreinen
Machines en
installaties
Andere vaste
bedrijfsmiddelen
Werken in
uitvoering
Totaal 2012
437.550
983.599
101.477
20.213
1.542.839
-284.979
-630.715
-74.544
-
-990.238
Boekwaarde 1 januari 2012
152.571
352.884
26.933
20.213
552.601
Herrubricering
Investeringen
Desinvesteringen
Bijzondere waardevermindering
Afschrijvingen
-1.675
5.290
-486
-8.501
-10.956
1.479
58.462
-31
-9.872
-70.199
-642
2.475
-6
-1.131
-4.957
-101
282
-
-939
66.509
-523
-19.504
-86.112
Boekwaarde 31 december 2012
136.243
332.723
22.672
20.394
512.032
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere
waardeverminderingen 31 december 2012
305.375
712.251
76.188
-
1.093.814
Aanschafwaarde 31 december 2012
441.618
1.044.974
98.860
20.394
1.605.846
Aanschafwaarde 1 januari 2012
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere
waardeverminderingen 1 januari 2012
Toelichting impairment 2012
In 2012 zijn diverse ontwikkelingen voor het management van Attero aanleiding geweest om een impairmentanalyse uit te voeren.
De belangrijkste ontwikkelingen die hiertoe aanleiding gaven waren:
fKHWVWRS]HWWHQYDQKHWWUDMHFWRPWHNRPHQWRW3XEOLHN'LHQVWYHUOHQHU$WWHUR3'$HQGHKLHUGRRUYHUDQGHUHQGHSRVLWLRQHULQJYDQ$WWHUR
in de afvalverwerkingmarkt;
fUHFHQWHPDUNWRQWZLNNHOLQJHQPHWEHWUHNNLQJWRWNODQWJURHSHQYDQ$WWHURGLHYRRUXLWORSHQGRSKHWYHUORSHQYDQFRQWUDFWHQLQ
besloten nieuwe contracten in de markt te zetten, die niet aan Attero zijn gegund en die tegen substantieel lagere tarieven zijn afgesloten;
fYHUVOHFKWHUGHPDUNWYRRUXLW]LFKWHQYRRUWUDGLWLRQHOHYHUZHUNLQJVZLM]HQVWRUWHQHQFRPSRVWHUHQDOVJHYROJYDQZLM]LJLQJHQLQZHW
en regelgeving, actief overheidsbeleid gericht op verminderen van het vrijkomen van afvalstromen en terugdringen van traditionele
verwerkingsmethoden als storten en composteren (Ladder van Lansink).
Attero heeft een gedetailleerde analyse uitgevoerd naar bijzondere waardeverminderingen voor de vaste activa van alle kasstroomgenererende eenheden.
Dit onderzoek heeft plaatsgevonden door middel van een ‘stand alone going concern’ meerjarenplanning voor Attero voor de periode 2013
- 2023. Attero heeft bij de bepaling van de realiseerbare waarde conform IAS 36.130 een vergelijking gemaakt tussen de ‘fair value less
costs of disposal’ en de ‘value in use’ benadering. De ‘fair value less costs of disposal’ is gebaseerd op een ‘discounted cash flow’ benadering,
hierna ook wel ‘ondernemingswaarde’ genoemd, gebruik makend van een WACC na belasting van 7,6%, een lange termijngroeivoet van 2%
en een inschatting van de ‘costs of disposal’. Indien echter op basis van taxaties de directe opbrengstwaarde van de onderliggende activa
hoger ligt dan de ondernemingswaarde, is de ‘fair value less costs of disposal’ gebaseerd op deze directe opbrengstwaarde. De ‘fair value less
costs of disposal’ is hoger dan de ‘value in use’ benadering, met name als gevolg van het feit dat de effecten van een efficiency- en kostenbesparingsprogramma volledig zijn meegenomen in de ‘fair value less costs of disposal’ benadering.
Per kasstroomgenererende eenheid is een realiseerbare waarde bepaald. Voor de kasstroomgenererende eenheden Verbranden Wijster,
Verbranden Moerdijk 123, Verbranden Moerdijk 4, Vagron, Bioconversie Noord en VAR is de realiseerbare waarde gebaseerd op de ‘fair value
less costs of disposal’ op basis van de ondernemingswaarde. Voor de kasstroomgenererende eenheden Bioconversie Zuid, Mineraal Zuid en
Mineraal Noord is de ‘fair value less costs of disposal’ gebaseerd op de directe opbrengstwaarde. De directe opbrengstwaarde heeft met
name betrekking op bedrijfsterreinen bij deze activiteiten en is gebaseerd op recente taxaties waarop te verwachten verkoopkosten in
66
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
mindering zijn gebracht. Bij de kasstroomgenererende eenheid Vagron is vanwege de verwachte eindige bedrijfsvoering geen rekening
gehouden met een lange termijngroeivoet.
Op basis van de vergelijking tussen de realiseerbare waarde en de boekwaarde is geconcludeerd dat er sprake is van bijzondere waardeverminderingen van materiële vaste activa bij de kasstroomgenererende eenheden Bioconversie Zuid, Mineraal Zuid, Mineraal Noord en Vagron.
Deze eenheden vallen in het bedrijfsonderdeel Bio-energie & Mineraal, dat zich bezig houdt met de verwerking van gft- en groenafval,
het storten van niet-brandbare reststromen alsmede de overslag van huishoudelijk afval en gft-afval voor verdere verwerking binnen de
Groep.
Uit de berekeningen is gebleken dat er geen sprake is van bijzondere waardeverminderingen bij de overige kasstroomgenererende eenheden
- waaronder Verbranden Wijster, Verbranden Moerdijk 123, Verbranden Moerdijk 4 alsmede de in 2011 gerealiseerde acquisitie van VAR.
De boekwaarde per balansdatum bij deze kasstroomgenererende eenheden ligt ruim 10% onder de berekende realiseerbare waarde.
De in 2012 verwerkte bijzondere waardevermindering bedraagt in totaal EUR 19,5 miljoen en heeft voor EUR 5,3 miljoen betrekking op de
kasstroomgenererende eenheid Bioconversie Zuid, voor EUR 7,1 miljoen betrekking op de kasstroomgenererende eenhed Mineraal Zuid,
voor EUR 2,2 miljoen betrekking op de kasstroomgenererende eenhed Mineraal Noord en voor EUR 4,9 miljoen betrekking op de kasstroomgenererende eenheid Vagron in Groningen (dit betreft een additionele afwaardering ten opzichte van de reeds in 2006 en 2011
verantwoorde bijzondere waardeverminderingen).
Bij de kasstroomgenererende eenheid Bioconversie Zuid (Noord-Brabant en Limburg) is sprake van een bijzondere waardevermindering als
gevolg van de ingezette daling van de markttarieven. Deze structureel lagere tarieven in combinatie met de verplichting om additioneel te
investeren in vergistingsinstallaties vanwege geëiste duurzaamheiddoelstellingen bij aanbestedingen, zorgen ervoor dat voor de bestaande
activa gebruikt voor de traditionele compostering een extra afschrijving noodzakelijk is.
Bij de kasstroomgenererende eenheden van Mineraal Zuid en Mineraal Noord is vooral sprake van een bijzondere waardevermindering
vanwege de steeds verder afnemende hoeveelheid mineraal afval dat in Nederland gestort wordt en toekomstig gestort mag worden.
De kasstroomgenererende eenheid Mineraal Zuid betreft de stortplaatsen in Noord-Brabant en Limburg (impairment EUR 7,1 miljoen)
en de kasstroomgenererende eenheid Mineraal Noord betreft de operationele stortplaats in Wijster (impairment EUR 2,2 miljoen).
De bijzondere waardevermindering met betrekking tot de kasstroomgenererende eenheid Vagron op de locatie Groningen ad
EUR 4,9 miljoen houdt verband met een actualisatie van de beoordeling die eind 2011 plaatsvond gecombineerd met de verwachte
aanbestedingen voor brandbaar restafval in de regio Groningen als gevolg van het niet doorgaan van PDA.
In de disounted cash flow berekening ten behoeve van de ‘fair value less costs of disposal’ heeft het management zich gebaseerd op een
toekomstscenario waarin een belangrijk aantal aannames is gedaan. Voor al haar activiteiten betreft het aannames ten aanzien van te
contracteren afvalvolumes en bijbehorende tarieven. Voor de afvalenergiecentrales binnen de kasstroomgenererende eenheden van
Verbranden Wijster, Verbranden Moerdijk 123 en Verbranden Moerdijk 4 zijn daarnaast aannames gedaan voor de hoogte van toekomstige
onderhoudsinvesteringen, toekomstige energieprijzen en toekomstige tarieven voor restproducten. Daarnaast is voor de kasstroomgenererende eenheden Verbranden Moerdijk 123 en Verbranden Moerdijk 4 uitgegaan van een materiële investering om de continuïteit
van de energieopbrengsten na 2017 te waarborgen.
Voor alle aannames geldt dat deze een bepaalde onzekerheidsmarge kennen. De werkelijke ontwikkeling van de bedrijfsvoering kan anders
verlopen dan aangenomen in het toegepaste scenario of inzichten over toekomstige ontwikkelingen ten aanzien van de markt of bedrijfsvoering kunnen aan verandering onderhevig zijn.
Dit kan mogelijk effecten hebben op de uitkomsten van de ‘discounted cash flow’ berekening ten behoeve van de bepaling van de ‘fair value
less costs of disposal’. Indien deze wijzigingen zich voordoen, kan dit een materieel effect hebben op de uitkomsten van de ‘discounted cash
flow’ berekening ten behoeve van de bepaling van de ‘fair value less costs of disposal’.
Voor Attero in brede zin is verondersteld dat de komende jaren een kostenreductieprogramma in stafdiensten, indirecte diensten en
primaire bedrijfsvoering kan worden doorgevoerd. Het kostenreductieprogramma omvat een set aan maatregelen voor het toekomstige
kostenniveau en daarmee winstgevendheid van de onderneming. Dit programma is in 2012 gestart en de uitvoering is voorzien in de jaren
2013, 2014 en 2015. De helft van de beoogde besparingen is inmiddels uitgewerkt in concrete plannen. In het programma is voorzien om
in 2013 het resterende deel van de besparingen uit te werken in concrete maatregelen. De uitkomst van het onderzoek naar waardever-
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 67
mindering is afhankelijk van de mate waarin de besparingsdoelstellingen afdoende vertaald kunnen gaan worden in concrete besparingsmaatregelen en de feitelijke realisatie van de plannen.
Sensitiviteitsanalyse
Voor de kasstroomgenererende eenheden van Bioconversie Zuid, Mineraal Zuid en Mineraal Noord is het uitvoeren van een sensitiviteitsanalyse minder relevant enerzijds vanwege het feit dat de ondernemingswaarde siginicant lager is dan de gebruikte directe opbrengstwaarde en anderzijds dat het niet de verwachting is dat de taxatie die gebruikt is voor de directe opbrengstwaarde snel gaat wijzigen.
Daardoor is de realiseerbare waarde voor deze kasstroomgenererende eenheden naar verwachting redelijk stabiel. Bij de kasstroomgenererende eenheid VAR (circa 15% van het geïnvesteerd vermogen) is geen sensitiviteitsanalyse uitgevoerd vanwege het feit dat de VAR
niet sensitief is voor één of enkele gevoeligheden, daar deze kasstroomgenererende eenheid bestaat uit een diverse mix aan activiteiten,
zowel op het gebied van vergisting, recycling, mineraal en productie van secundaire brandstoffen. Met betrekking tot de kasstroomgenererende eenheden Verbranden Wijster, Verbranden Moerdijk 123, Verbranden Moerdijk 4 en Vagron is wel een sensitiviteitsanalyse
uitgevoerd.
De belangrijkste gevoeligheden zijn de gehanteerde WACC, de gehanteerde gemiddelde verwerkingstarieven van nog niet gecontracteerde
afvalstromen, de gemiddelde energietarieven en de mate waarin de kostenbesparingen kunnen worden gerealiseerd. De gevoeligheid van
het gehanteerde gemiddelde verwerkingstarief impliceert ook het volume-effect, vanwege het feit dat Attero de totale markt (zowel in
Nederland als in het buitenland) zodanig beschouwt dat er voldoende volume beschikbaar is, maar dat bepalend is het gemiddelde tarief dat
gehanteerd wordt om dit volume aan Attero te binden. Het volume-effect wordt hierbij bijvoorbeeld beïnvloed door de mate en de snelheid
van de recyclingtrend in een belangrijke markt als het Verenigd Koninkrijk.
Bij de kasstroomgenererende eenheden Verbranden Wijster, Verbranden Moerdijk 123 en Verbranden Moerdijk 4 (gezamenlijk circa 75%
van het totaal geïnvesteerd vermogen van Attero) zou sprake zijn van een bijzondere waardevermindering indien één van de volgende
factoren zouden worden gewijzigd:
Verbranden Wijster
Verbranden Moerdijk 123
Verbranden Moerdijk 4
WACC
Gemiddeld
lager
verwerkingstarief
+2,3%-punt
+1,1%-punt
+0,6%-punt
-4%
-6%
-29%
Effecten
Energieprijs- kostenreductieprogramma
daling
-10%
-8%
n.v.t.
-24%
-57%
-65%
De kasstroomgenererende eenheid Verbranden Moerdijk 4 is minder sensitief voor het gemiddelde verwerkingstarief voor nog niet
gecontracteerde afvalstromen vanwege het feit dat de huidige afvalverwerkingscontracten lopen tot en met 2023. Daarnaast is deze
kasstroomgenererende eenheid minder sensitief voor de energieprijs vanwege beschikte SDE subsidie.
Bij de kasstroomgenererende eenheid Vagron is de sensitiviteit uitgedrukt in een daling van de ‘fair value less costs of disposal’ van EUR 1 miljoen.
Indien één van de volgende factoren zou worden gewijzigd vindt er een bijzondere waardevermindering plaats van EUR 1 miljoen:
Vagron
WACC
Productie
groen gas
+10,7%-punt
-28,3%
De kasstroomgenererende eenheid Vagron is met name sensitief voor de te produceren hoeveelheid biogas dat wordt omgezet in groen gas.
De sensitiviteit voor de WACC is relatief laag vanwege de geringe verwachte resterende gebruiksduur.
68
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
12 Vastgoedbeleggingen
Het verloop van de vastgoedbeleggingen luidt als volgt:
2013
2012
Aanschafwaarde 1 januari
Cumulatieve afschrijvingen 1 januari
9.953
-
10.494
-
Boekwaarde 1 januari
9.953
10.494
-
392
-933
-
9.953
9.953
-
-
9.953
9.953
Investeringen
Herrubricering
Aangehouden voor verkoop
Desinvesteringen
Boekwaarde 31 december
Cumulatieve afschrijvingen 31 december
Aanschafwaarde 31 december
De post ‘Aangehouden voor verkoop’ eind 2012 heeft betrekking op de boekwaarde van bedrijfsterreinen van het bedrijfsonderdeel VAR.
Deze terreinen zijn in januari 2013 verkocht.
De vastgoedbeleggingen hebben betrekking op bedrijfsterreinen, De reële waarde van de vastgoedbeleggingen wordt per 31 december 2013
geschat op circa EUR 12,2 miljoen (2012: EUR 10,0 miljoen). De reële waarde is evenals per 31 december 2012 voor een deel van de vastgoedbeleggingen gebaseerd op marktwaarden (level 2) en voor een deel op kostprijs, omdat er geen betere indicatie voor de reële waarde is.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 69
13 Immateriële vaste activa
Het verloop van de immateriële vaste activa over 2013 luidt als volgt:
Goodwill
Klantcontracten en
klantrelaties
Aanschafwaarde 1 januari 2013
Cumulatieve afschrijvingen 1 januari 2013
10.417
-
Boekwaarde 1 januari 2013
10.417
Investeringen
Herrubricering vanaf materiele vaste activa
Bijzondere waardevermindering
Afschrijvingen
Software
Concessies
vergunningen
en overige
Totaal 2013
6.026
-1.132
13.463
-7.160
5.900
-669
35.806
-8.961
4.894
6.303
5.231
26.845
700
-19.649
-2.721
700
-4.399
-495
-1.910
-4.833
-316
-
-
5.093
82
5.175
Cumulatieve afschrijvingen 31 december 2013
10.417
6.026
9.070
5.818
31.331
Aanschafwaarde 31 december 2013
10.417
6.026
14.163
5.900
36.506
Boekwaarde 31 december 2013
-10.417
De goodwill die is ontstaan als gevolg van de acquisitie van VAR BV is toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid VAR.
Op deze goodwill werd niet afgeschreven. In plaats daarvan wordt jaarlijks beoordeeld of en in hoeverre sprake is van een duurzame
waardevermindering. Zoals toegelicht onder noot 11 is in 2013 sprake van een bijzondere waardevermindering, welke voor een bedrag
van EUR 10,4 miljoen is verantwoord onder Goodwill.
Tevens is een deel van de bijzondere waardevermindering verantwoord onder Klantcontracten en klantrelaties (EUR 4,4 miljoen) en een deel
onder Consessies, vergunningen en overige (EUR 4,8 miljoen).
De stortvergunningen worden afgeschreven op basis van het verwachte stortscenario van de betreffende stortplaatsen.
De verwachte gebruiksduur van software is 5 jaar.
70
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Het vergelijkende verloop van de immateriële vaste activa over 2012 luidt als volgt:
Goodwill
Klantcontracten en
klantrelaties
Software
Concessies
vergunningen
en overige
Totaal 2012
Aanschafwaarde 1 januari 2012
Cumulatieve afschrijvingen 1 januari 2012
10.417
-
6.026
-537
7.103
-5.777
141
-54
23.687
-6.368
Boekwaarde 1 januari 2012
10.417
5.489
1.326
87
17.319
-
-595
5.188
547
-758
20
5.739
-615
5.208
547
5.739
-1.968
10.417
4.894
6.303
5.231
26.845
-
1.132
7.160
669
8.961
10.417
6.026
13.463
5.900
35.806
Investeringen
Herrubricering vanaf materiele vaste activa
Mutatie inzake acquisitie VAR
Afschrijvingen
Boekwaarde 31 december 2012
Cumulatieve afschrijvingen 31 december 2012
Aanschafwaarde 31 december 2012
14 Overige financiële activa
De overige financiële activa zijn als volgt samengesteld:
2013
2012
Beleggingen
500
500
Beschikbaar voor verkoop
500
500
Leningen
Vorderingen nazorg overgenomen stortplaatsen
Overige
237
19.917
956
284
16.127
1.073
Leningen en vorderingen
21.110
17.484
Totaal
21.610
17.984
De beleggingen eind 2013 betreffen een 15% belang in Twence BV voor EUR 0,1 miljoen en een 9% belang respectievelijk 10% belang in
Televisiebedrijf Limburg BV respectievelijk Omroepbedrijf Limburg BV, totaal voor EUR 0,4 miljoen. Deze beleggingen zijn bij de afsplitsing
overgenomen van Essent NV. Deze beleggingen zijn eind 2013 gewaardeerd tegen reële waarde (gebaseerd op level 3), welk gelijk is aan de in
2010 betaalde prijs aan Essent NV. Gedurende 2012 en 2013 zijn er geen reële waarde mutaties in de winst- en verliesrekening en/of eigen
vermogen verantwoord. Het 15% belang in Twence betreft cumulatief preferente aandelen waarbij de waarde is berekend op basis van contant
gemaakte kasstromen rekening houdend met dividend dat jaarlijks wordt ontvangen. De reële waarde van de belangen in Televisiebedrijf Limburg
BV respectievelijk Omroepbedrijf Limburg BV is gebaseerd op de beschikbare jaarrekeningen over het boekjaar 2012. Naar de inschatting van de
Groep zal de waardering van deze beleggingen niet materieel wijzigen wanneer de jaarrekeningen over het boekjaar 2013 beschikbaar komen.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 71
Voor de leningen zijn geen zekerheden ontvangen.
De vorderingen nazorg overgenomen stortplaatsen zijn opgenomen ter dekking van de kosten van de nazorg van overgenomen stortplaatsen.
Voor deze kosten is in de balans van de Groep een voorziening getroffen van eenzelfde omvang. De vordering heeft betrekking op stortplaats
Razob voor een bedrag ad EUR 19,8 miljoen (2012: EUR 15,9 miljoen) en op stortplaats Zevenbergen voor een bedrag ad EUR 0,1 miljoen
(2012: EUR 0,2 miljoen).
De mutaties in 2013 betreffen in hoofdzaak correcties van mutaties uit voorgaande jaren.
De reële waarde van de ‘Leningen en vorderingen’ komt nagenoeg overeen met de boekwaarde.
15 Voorraden
Grond- en hulpstoffen
Gereed product en handelsgoederen
Totaal
2013
2012
9.292
2.396
8.955
1.046
11.688
10.001
Gedurende het boekjaar zijn evenals in 2012 geen voorraden ten laste van het resultaat verantwoord als gevolg van aanpassing van de
voorraadwaarde naar kostprijs of lagere marktwaarde. Er zijn geen voorraden gewaardeerd tegen reële waarde.
16 Vorderingen
2013
2012
Handelsvorderingen
45.412
34.300
Leningen en vorderingen
45.412
34.300
Valutatermijncontracten
Subsidies
Vooruitbetaalde kosten
Overige vorderingen
21
461
597
5.214
67
90
824
6.407
Overige vorderingen en overlopende activa
6.293
7.388
51.705
41.688
Totaal
De reële waarde van de vorderingen komt overeen met de boekwaarde.
De toename van de ‘Handelsvorderingen’ is het gevolg van naverrekeningen met diverse afnemers per ultimo 2013 en daarnaast een dispuut
met een afnemer. Het dispuut wordt naar verwachting in het eerste halfjaar van 2014 opgelost en noodzaakt niet tot een extra dotatie aan
de waardecorrectie in verband met mogelijke oninbaarheid.
72
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
De ouderdom van de ‘Handelsvorderingen’ onder aftrek van de waardecorrectie in verband met mogelijke oninbaarheid is als volgt weer te
geven:
2013
2012
Nog niet vervallen
0-30 dagen vervallen
31-60 dagen vervallen
61-90 dagen vervallen
> 90 dagen vervallen
36.130
4.475
3.378
376
1.053
27.503
4.608
1.352
668
169
Saldo 31 december
45.412
34.300
Het verloop van de waardecorrectie in verband met mogelijke oninbaarheid voor ‘Leningen en vorderingen’ is als volgt weer te geven:
2013
2012
Saldo 1 januari
Dotatie ten laste van c.q. vrijval ten gunste van het resultaat
Afboekingen
513
124
-55
614
-59
-42
Saldo 31 december
582
513
De post ‘Valutatermijncontracten’ is gewaardeerd tegen reële waarde. Dit betreft contracten die zijn afgesloten met betrekking tot
acquisitie van afval uit Ierland dat in de valuta GBP wordt gefactureerd.
De per 31 december 2013 openstaande contracten vervallen maandelijks op basis van de te verwachten verkopen en debiteurenontvangsten. De openstaande contracten per 31 december 2013 hebben een nominale waarde van GBP 1,6 miljoen en een looptijd van
januari 2013 tot en met januari 2015. De reële waarde per balansdatum is gebaseerd op een externe opgave van de marktwaarde (level 2).
De reële waardemutaties van de nog niet vervallen contracten worden tijdelijk in het eigen vermogen opgenomen.
Het saldo van de ‘Vooruitbetaalde kosten’ per 31 december 2012 is EUR 4,275 miljoen lager dan het saldo dat is gepresenteerd in de
jaarrekening 2012 als gevolg van een reclassificatie.
17 Liquide middelen
De liquide middelen zijn als volgt samengesteld:
Bank- en kassaldi
Deposito's
Beleggingen geldmarktfondsen
Totaal
2013
2012
89.543
25.000
8.500
64.676
10.000
70.111
123.043
144.787
De bank- en kassaldi zijn inclusief saldi op spaarrekeningen en vrij beschikbaar. Op bank- en kassaldi wordt een variabele rente vergoed die
overeenkomt met de actuele rentetarieven behorend bij rekening-courant tegoeden.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 73
De geldmarktfondsen worden beheerd door gerenommeerde beleggingsinstellingen waarbij behoud van kapitaal en liquiditeit voorop staat.
Er worden geen aandelen aangehouden; wel obligaties en andere vastrentende waarden.
18 Eigen vermogen
Het verloop van het eigen vermogen is toegelicht in het geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen.
Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt zowel eind 2013 als eind 2012 EUR 3,0 miljoen (300 miljoen aandelen van elk
nominaal één eurocent). Hiervan zijn ultimo 2013 en ultimo 2012 149.682.196 aandelen geplaatst en volgestort.
De agioreserve betreft een reserve als gevolg van de oprichting van het nieuwe groepshoofd Attero Holding NV in 2009. Het betreft
niet-bedongen agio dat vrij uitkeerbaar is.
De herwaarderingsreserve financiële instrumenten betreft eind 2012 en 2013 een herwaarderingsreserve als gevolg van reële waardemutaties
van valuatermijncontracten.
De Groep gaat ten aanzien van kapitaalbeheer uit van de samenstelling van het ‘totaal eigen vermogen’ zoals opgenomen in de geconsolideerde
balans en het geconsolideerde mutatieoverzicht eigen vermogen.
Een belangrijke financiële ratio waarmee het kapitaal door de Groep wordt beheerd, is de solvabiliteit.
De Groep hanteert hiervoor een streefwaarde van 35%. Eind 2013 wordt aan deze doelstelling met een ratio van 29,5% niet voldaan. De Groep
is niet onderhevig aan van buitenaf opgelegde kapitaalvereisten.
De overige reserve betreft een reserve als gevolg van gecumuleerde ingehouden winsten en is ultimo 2013 vrij uitkeerbaar.
19 Rentedragende verplichtingen (langlopend)
Onderstaand zijn de rentedragende verplichtingen per categorie toegelicht.
Contractuele rente
2013
2012
Effectieve rente
2013
2012
2013
2012
8.583
83.662
9.181
109.712
Totaal
92.245
118.893
Waarvan af te lossen binnen 1 jaar:
Achtergestelde lening
Onderhandse leningen
656
26.883
598
25.727
Opgenomen onder kortlopende verplichtingen
27.539
26.325
Opgenomen onder langlopende verplichtingen
64.706
92.568
Achtergestelde lening
Onderhandse leningen
9,4%
5,6-9,6%
9,4%
5,6-9,6%
9,4%
5,7%
9,4%
5,6%
74
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
De contractuele rente is tot het einde van de looptijd vast overeengekomen.
De aflossingsverplichting is eind 2013 als volgt verdeeld:
2014
2015
2016
2017
2018
> 5 jaar
Totaal
Achtergestelde lening
Onderhandse leningen1
656
26.883
719
28.403
788
10.243
2.928
6.568
3.492
-
8.879
8.583
80.976
Totaal
27.539
29.122
11.031
9.496
3.492
8.879
89.559
Van de aflossingsverplichting in 2014 vervalt EUR 14,9 miljoen binnen 6 maanden.
Vergelijkend bedrag eind 2012
2013
2014
2015
2016
2017
> 5 jaar
Totaal
26.325
27.563
29.122
11.031
9.495
12.371
115.907
De verplichting inzake de rentebetalingen is eind 2013 als volgt verdeeld:
Totaal
2014
2015
2016
2017
2018
> 5 jaar
Totaal
5.266
3.682
2.277
1.615
2.841
4.271
19.952
Van de verplichting inzake rentebetalingen in 2014 vervalt EUR 3,8 miljoen binnen 6 maanden.
Vergelijkend bedrag eind 2012
1
2013
2014
2015
2016
2017
> 5 jaar
Totaal
6.771
5.266
3.682
2.277
1.615
7.111
26.722
Verschil tussen de boekwaarde en de aflossingsverplichting heeft betrekking op leningagio, op 31 december 2013 EUR 2.686 (2012: EUR 2.985).
Onder de langlopende rentedragende verplichtingen worden leningen opgenomen die langer dan één jaar ter beschikking staan.
De bedragen voor aflossing, die binnen één jaar vervallen, worden afzonderlijk opgenomen onder de kortlopende rentedragende
verplichtingen.
In de langlopende rentedragende verplichtingen zijn begrepen:
Achtergestelde leningen
De achtergestelde lening is in 2007 door de aandeelhouders van NV Afvalverbranding Zuid-Nederland (AZN) formeel omgezet in
agiokapitaal. Hierbij is besloten dat jaarlijks, afhankelijk van de ontwikkeling van de liquiditeit, een vergoeding over het agiokapitaal is
verschuldigd alsmede terugbetaling van het agiokapitaal dient plaats te vinden, gelijk aan de jaarlijkse rente en aflossingen van de
oorspronkelijke achtergestelde lening. Het agiokapitaal kwalificeert - onder IFRS - als vreemd vermogen. Voor het jaar 2014 wordt
aflossing van het agiokapitaal voorzien van EUR 0,7 miljoen (2013: EUR 0,6 miljoen).
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 75
Onderhandse leningen
De contractuele resterende looptijd bedraagt langer dan 5 jaar.
Voor een gedeelte van de onderhandse leningen met een schuldrest ultimo 2013 van EUR 72,1 miljoen (2012: EUR 97,5 miljoen)
zijn de volgende zekerheden afgegeven:
f9HUSDQGLQJYDQKXLGLJHHQWRHNRPVWLJHUHFKWHQHQYRUGHULQJHQYDQ$=1
f9HUSDQGLQJYDQURHUHQGH]DNHQ$=1
f9HUSDQGLQJYDQDDQGHOHQ$=1
f5HFKWYDQHHUVWHK\SRWKHHNRSRQURHUHQGHJRHGHUHQHQHUISDFKW$=1
De onderhandse leningen zijn verstrekt onder de conditie dat aandeelhouders van de betreffende vennootschap (i.c. AZN Holding BV)
voor meer dan 50% bestaan uit gemeenten, provincies, gemeenschappelijke regelingen en/of de Staat der Nederlanden. Ingeval van een
overname van de Groep door een private onderneming wordt niet langer aan deze voorwaarde voldaan. Op dat moment is goedkeuring van
de leningverstrekker nodig om directe opeisbaarheid van de leningen te voorkomen. Zoals vermeld onder 1.1 voorziet de Groep in 2014 de
afwikkeling van de verkoop van de Groep aan een private onderneming. De verwachting van de Groep is dat de leningen op dat moment niet
direct opgeëist worden.
Reële waarde
De geschatte marktwaarde (reële waarde) van de langlopende rentedragende verplichtingen (inclusief aflossingsverplichting komend
boekjaar) per 31 december 2013 bedraagt EUR 101,3 miljoen (2012: EUR 130,5 miljoen). De schatting is gebaseerd op contant gemaakte
kasstromen (level 2). De disconteringsvoeten zijn gebaseerd op de in de markt voor de Groep geldende rentetarieven voor soortgelijke
financieringen (met vergelijkbare looptijden en voorwaarden). Een specificatie per soort lening is als volgt:
Boekwaarde
Reële waarde
2013
2012
2013
2012
Achtergestelde leningen
Onderhandse leningen
8.583
83.662
9.181
109.712
11.548
89.786
12.389
118.136
Totaal
92.245
118.893
101.334
130.525
20 Voorzieningen
De voorzieningen zijn als volgt te specificeren:
20.1 Personeelsbeloningen
20.2 Overige voorzieningen
Totaal
2013
2012
9.682
212.223
2.154
218.790
221.905
220.944
76
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
20.1. Voorzieningen personeelsbeloningen
2013
Totaal voorzieningen voor personeelsbeloningen:
Reorganisatievoorziening
Diensttijdgebonden uitkeringen
Overige personeelsbeloningen
Totaal
Waarvan opgenomen onder Handelsschulden en overige te betalen kosten
20.3 Waarvan opgenomen onder Kortlopend deel voorzieningen
2013
2012
14.211
1.756
1.303
1.591
1.295
17.270
2.886
-3.295
-4.293
-732
-7.588
Langlopend deel voorzieningen voor personeelsbeloningen:
Reorganisatievoorziening
Diensttijdgebonden uitkeringen
Overige personeelsbeloningen
Totaal langlopend deel
2012
7.301
1.681
700
-732
1.552
602
9.682
2.154
Het kortlopend deel ad EUR 7,6 miljoen (2012: EUR 0,7 miljoen) is afzonderlijk opgenomen onder de kortlopende verplichtingen.
Reorganisatievoorziening
In 2013 is een kostenreductieprogramma gestart. Voor de hiermee samenhangende personele consequenties is in de balans per 31 december
een reorganisatievoorziening opgenomen van EUR 14,2 miljoen die is gevormd ten laste van het resultaat over 2013 (2012: EUR 0).
De voorziening is gebaseerd op de van toepassing zijnde sociale voorzieningen voor boventallige werknemers, gecombineerd met aannames
ten aanzien van de kansen van boventallige werknemers op de arbeidsmarkt. Deze aannames hebben grote invloed op de omvang van
de voorziening en zijn gebaseerd op inschattingen van het management, tot stand gekomen in samenspraak met externe adviseurs.
De belangrijkste aannames zijn:
- 2/3 deel van de boventallige werknemers jonger dan 55 jaar vindt binnen 1 jaar ander werk;
- werknemers met een leeftijd tussen 55 jaar en 60 jaar genereren, gedurende de 3 jaar dat hun inkomen conform het sociaal plan
doorbetaald wordt, eigen inkomsten gelijk aan gemiddeld 25% van hun inkomsten onder het sociaal plan.
De voorziening is contant gemaakt rekening houdend met een disconteringsvoet van 1,1% - 2,2%.
2013
2012
Saldo van de voorziening per 1 januari
Dotatie ten laste van het resultaat
Rente
Uitkeringen en onttrekkingen
21.155
-6.944
-
Totaal
Waarvan opgenomen onder Handelsschulden en overige te betalen kosten
Waarvan opgenomen onder Kortlopend deel voorzieningen
14.211
-3.295
-3.615
-
7.301
-
Totaal langlopend deel
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 77
Diensttijdgebonden uitkeringen
De Groep kent als gevolg van CAO-bepalingen diensttijdgebonden uitkeringen toe aan personeelsleden. Vanaf het moment van
indiensttreding wordt voor deze uitkeringen een voorziening gevormd op basis van het aantal verstreken dienstjaren, verwachte prijs- en
salarisstijgingen, kansen op sterfte, invaliditeit en ontslag.
2013
2012
Aanspraken per 1 januari
Rente
Dotatie
Uitkeringen
1.591
61
192
-88
1.347
291
39
-86
Totaal
1.756
1.591
-75
-39
1.681
1.552
2013
2012
1,0-3,6%
3,0%
1,0-3,7%
3,0%
Waarvan opgenomen onder kortlopend deel voorzieningen
Totaal langlopend deel
De belangrijkste veronderstellingen die ten grondslag liggen aan de berekeningen van de diensttijdgebonden
uitkeringen zijn als volgt:
Disconteringsvoet
Geschatte toekomstige salarisstijgingen
Pensioenregeling ABP
De in 2013 betaalde en ten laste van het resultaat gebrachte premie bedraagt EUR 5,2 miljoen (2012: EUR 4,7 miljoen). Eind 2013 is de
dekkingsgraad van het pensioenfonds (ABP) boven het vereiste minimum uitgekomen, terwijl de dekkingsgraad eind 2011 en 2012 onder
het vereiste minimum lag.
Begin 2012 heeft ABP vanwege de lage dekkingsgraad de tijdelijke premieverhoging aaangepast van 1% naar 3% voor de jaren 2012 en
2013. Daarnaast zijn de pensioenuitkeringen met ingang van 1 april 2013 verlaagd met 0,5%. Gezien de verbetering van de dekkingsgraad
in 2013 worden geen verdere maatregelen verwacht in 2014 om de dekkingsgraad te verbeteren.
Overige personeelsbeloningen
Onder de overige personeelsbeloningen zijn onder meer begrepen de uitkeringen met betrekking tot beëindiging van het dienstverband
van werknemers voor de pensioengerechtigde leeftijd.
78
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
20.2. Overige voorzieningen
Het verloop van de overige voorzieningen is onderstaand weergegeven:
20121
Herrubricering3
Toevoeging2
7.734
834
Eindafwerking en nazorg stortplaatsen
Sanering Wijster
Amovering
Overige
218.562
19.774
6.042
2.464
3.079
Totaal
246.842
3.079
Onttrekking
Kortlopend
deel
-6.687
-19
-21.473
-592
4.474
-12.411
-4.329
-150
-605
13.042
-17.495
-6.706
Vrijval4
2013
-4.474
188.804
15.668
5.892
1.859
-26.539
212.223
1
Inclusief kortlopend deel EUR 26,5 miljoen.
In de toevoeging is EUR 5,6 miljoen in verband met rente opgenomen (2012: EUR 7,3 miljoen).
3 De herrubricering heeft hoofdzakelijk betrekking op overgenomen stortplaatsen, zie noot 14.
4 De vrijval is hoofdzakelijk een gevolg van een herziening van de voorziening voor prénazorg Wijster, een wijziging van de disconteringsvoet en een herziening van de voorziening
Sanering Wijster zoals hierna toegelicht.
2
Eindafwerking en nazorg stortplaatsen
De voorziening eindafwerking en nazorg stortplaatsen is, inclusief het kortlopend deel ad EUR 21,5 miljoen, als volgt onder te verdelen:
2013
2012
Voorziening eindafwerking (inclusief prénazorg)
Voorziening nazorg
164.872
45.405
176.978
41.584
Totaal voorzieningen eindafwerking en nazorg
210.277
218.562
Kortlopend deel
Langlopend deel
21.473
188.804
23.411
195.151
Onderstaand zijn de uitgaven met betrekking tot eindafwerking en nazorg van de stortplaatsen weergegeven die in de komende 10 jaren
naar verwachting zullen plaatsvinden.
2014
22.682
2015-2018
45.432
2019-2023
66.111
Totaal
134.225
De voorziening voor eindafwerking en nazorg van de stortplaatsen wordt gevormd naar gelang de op dat moment bestaande reële
verplichtingen rekening houdend met de verhouding tussen de al gestorte hoeveelheden afval en de vergunde ingerichte hoeveelheid te
storten afval.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 79
Aan de voorziening eindafwerking wordt periodiek gedoteerd op basis van een tarief per ton gestort afval uitgaande van het verschil tussen de
contante waarde van de totale verplichting en de reeds gevormde voorziening, rekening houdend met de nog te storten hoeveelheden afval.
De voorziening wordt berekend aan de hand van de verwachte kosten voor eindafwerking gebaseerd op de huidige technologie. Er wordt
hierbij rekening gehouden met een inflatiepercentage van 2% per jaar (2012: 2%) en een disconteringsvoet van 3,86% (2012: 3,7%).
De voorziening nazorg wordt berekend aan de hand van berekende doelvermogens per stortplaats op basis van door de Provincies goedkeurde
(IPO) rekenmodellen. De hoogte van de doelvermogens is onder andere gebaseerd op de rekenrente die provincies hanteren voor de periode
na het overdrachtsmoment; indien provincies de rekenrente aanpassen, heeft dat effect op de doelvermogens die Attero moet opbouwen.
De Groep gaat voor de (beste) schatting van te verwachten uitgaande kasstromen uit van een gemiddeld prijspeil (IPO midden).
De doelvermogens dienen formeel een keer per 5 jaar te worden geactualiseerd.
In 2012 zijn voor alle stortplaatsen in beheer van de Groep de nazorgplannen en doelvermogens geactualiseerd. In 2013 is het nazorgplan voor
de stortplaats Wijster goedgekeurd. De beoordeling door bevoegd gezag van de andere stortplaatsen is nog gaande. In dat kader heeft overleg
plaatsgevonden met bevoegd gezag van de betreffende Provincies. De uitkomst van de beoordeling door Provincies kan mogelijk effect
hebben op de inhoud van de definitieve nazorgplannen en de hoogte van doelvermogens. Het management van de Groep is van mening dat
de ingediende (concept) plannen, waarop de voorzieningen zijn berekend, de beste schatting zijn voor de te verwachten kosten. Als gevolg
van de discussie is de hoogte van de voorziening in 2013 met EUR 4,0 miljoen aangepast ten laste van het resultaat ten aanzien van punten
waarover naar verwachting overeenstemming wordt bereikt. De verwachting is dat de overige nieuwe nazorgplannen en doelvermogens in
de loop van 2014 worden goedgekeurd.
De disconteringsvoet waarmee de voorziening contant is gemaakt bedraagt 3,86% (2012: 3,7%). Deze disconteringsvoet is gebaseerd op
de marktrente per balansdatum van hoogwaardige ondernemingsobligaties waarbij bij de bepaling van de van toepassing zijnde marktrente
rekening is gehouden met de gewogen gemiddelde looptijd van de verplichting.
Een daling met 0,5% van de reële rente, zijnde de gehanteerde disconteringsvoet onder aftrek van inflatie, heeft een negatief effect van
circa EUR 15 miljoen (2012: EUR 18 miljoen) op het resultaat voor belastingen en een toename van de reële rente met 0,5% een positief
effect van circa EUR 13 miljoen (2012: EUR 15 miljoen).
De Groep exploiteert een aantal stortplaatsen in de provincies Limburg, Noord-Brabant, Gelderland en Drenthe. In de Wet milieubeheer is
bepaald dat provincies een nazorgfonds (een zelfstandige rechtspersoon) moeten oprichten voor de financiering van de nazorg voor gesloten
stortplaatsen. De provincies zijn beheerders van het fonds.
Het fonds wordt gevoed met heffingen die worden betaald door de stortplaatsexploitanten. Door deze opbrengst te beleggen wordt een
doelvermogen bereikt om de eeuwigdurende nazorg voor stortplaatsen zeker te stellen.
De Groep betaalt heffingen aan het Fonds nazorg gesloten stortplaatsen voor de provincie Limburg, het Provinciaal fonds nazorg gesloten
stortplaatsen Noord-Brabant, het Fonds nazorg stortplaatsen Gelderland en het Fonds nazorg gesloten stortplaatsen provincie Drenthe.
De Groep heeft geen invloed op de gelden van deze fondsen. Tekorten bij deze fondsen dienen aangevuld te worden door de exploitanten
van de stortplaatsen.
Ultimo 2013 bedroeg het aandeel van Attero in de beleggingen van deze nazorgfondsen, inclusief VAR, circa EUR 70 miljoen (ultimo 2012
circa EUR 64 miljoen), exclusief het deel met betrekking tot de overgenomen stortplaats Razob (zie noot 14) ad EUR 36 miljoen (2012: EUR
39 miljoen). Met het aandeel van Attero in de beleggingen van deze nazorgfondsen is bij de bepaling van de voorziening nazorg in de balans
van de Groep rekening gehouden.
Ter nakoming van de verplichtingen voor eindafwerking en nazorg van stortplaatsen is aan Provincies in totaal voor een bedrag ad EUR 165
miljoen (2012: EUR 165 miljoen) aan garanties verstrekt. De bedragen van deze garanties zijn gebaseerd op de uiteindelijk benodigde gelden
met betrekking tot de eindafwerking en nazorg, terwijl in de balans van de Groep de voorziening naar rato van de stand van de diverse
stortplaatsen is verantwoord. Eind 2013 zijn met de provincies nieuwe voorstellen overeengekomen over de zekerheidstellingen met
bettreking tot de eindafwerking en nazorg van stortplaatsen. Op basis van nieuwe goedgekeurde nazorgplannen zullen deze nieuwe
zekerheidstellingen/garanties naar verwachting in 2014 worden geffectueerd.
80
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Sanering Wijster
Attero heeft op basis van de resultaten van een inventariserende bodemonderzoek op onze locatie Wijster een voorziening gevormd voor
16 verontreinigingskernen. Inzake de sanering van de verontreiniging is een Saneringsplan op Hoofdzaken opgesteld. Het plan beschrijft de
gefaseerde aanpak van de kernen.
Het bevoegd gezag heeft in 2006 voor het ingediende saneringsplan een beschikking afgegeven.
Er is formele toestemming van de vergunninghoudster om de verontreinigingen functiegericht te saneren. Er is een significant verschil in
kosten tussen functioneel saneren en multifunctioneel saneren. Bij multifunctioneel saneren worden alle verontreinigingen weggehaald.
Bij functioneel saneren is de mate van wegnemen van de verontreiniging afhankelijk van het beoogde gebruik. Bij een functionele sanering
mogen restverontreinigingen blijven zitten als daarmee geen risico’s (mens, ecosysteem, verspreiding) ontstaan. Als gevolg van de lange
historie aan vervuiling en het ontbreken van milieuwetgeving in het verleden verwacht de Groep dat het meest reële toekomstige scenario
zal zijn dat er ernstige mobiele verontreinigingen wordt ontdekt en dat er een multifunctionele sanering dient te worden toegepast.
De omvang van de voorziening wordt in hoge mate bepaald door het verwachte toekomstige gebruik. In 2013 is met de sanering van één
kern gestart en is uit nader onderzoek gebleken dat voor deze kern minder saneringswerkzaamheden nodig zijn dan in de voorgaande
periode voorzien was; de kern wordt functioneel gesaneerd in plaast van multifunctioneel. Deze herziening heeft geleid tot een vrijval van
een deel van de voorziening ter hoogte van EUR 4,3 miljoen.
De kostenraming van de voornamelijk multifunctionele sanering (EUR 15,7 miljoen) achten wij, op basis van het inventariserend bodemonderzoek, het meest waarschijnlijk, maar is een inschatting op basis van de beschikbare informatie. Indien nader onderzoek additionele
mobiele verontreiniging aantoont kunnen de saneringskosten fors toenemen. Indien toekomstige fasen functioneel gesaneerd mogen
worden kunnen de saneringskosten ook lager uitvallen. De contante waarde van de huidige kostenraming van de functionele variant is
EUR 4 miljoen. Dit scenario achten wij echter onwaarschijnlijk.
De rekenrente waarmee de voorziening ultimo 2013 contant is gemaakt bedraagt 1,1% - 3,6% (2012: 1,1 - 3,5%).
Amovering
Hieronder zijn voorzieningen opgenomen voor de verplichting tot ontmanteling van installaties. De voorziening per 31 december 2013 heeft
in hoofdzaak betrekking op ontmanteling van een voormalige energiecentrale.
20.3. Kortlopend deel voorzieningen
Het kortlopende deel van de voorzieningen bestaat uit:
20.1 Personeelsbeloningen
20.2 Overige voorzieningen
Totaal kortlopend deel voorzieningen
2013
2012
4.293
26.539
732
28.052
30.832
28.784
21 Overige langlopende verplichtingen
In verband met de ontwikkelingen in de (buitenlandse) contractposities van Attero in 2013 ten opzichte van 2012, zal naar verwachting van
de directie de verwerking van de afvoerverplichting gedeeltelijk niet binnen een jaar na balansdatum plaatsvinden. Als gevolg hiervan is deze
afvoerverplichting onder ‘overige langlopende verplichtingen’ verantwoord; in voorgaande jaren was de inschatting van de directie dat
verwerking van de afvoerverplichting binnen een jaar na balansdatum zou plaatsvinden, waardoor presentatie onder ‘Handelsschulden en
overige te betalen posten’ heeft plaatsgevonden.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 81
22 Rentedragende verplichtingen (kortlopend)
2013
2012
Aflossingsverplichting langlopende verplichtingen
Kasgeldlening
27.563
10.000
26.325
27.000
Totaal
37.563
53.325
Kasgeldlening
In maart 2011 is de bestaande faciliteit ten behoeve van de vierde verbrandingslijn in Moerdijk verlengd tot eind 2014. De faciliteit eind
2013 bedraagt EUR 20 miljoen en eindigt eind 2014. De opgenomen lening bedraagt eind 2013 EUR 10,0 miljoen (2012: EUR 27,0 miljoen)
en wordt voor eind 2014 geheel afgelost. Als zekerheidsstelling voor deze faciliteit zijn de activa alsmede de afvalleverings- en stroomleveringsovereenkomsten in pand gegeven.
Het gewogen gemiddelde rentepercentage van de post kasgeldleningen bedraagt in 2013 1,0 % (2012: 0,9%).
De Groep beschikt per 31 december 2013 over een kredietfaciliteit in rekening-courant van in totaal EUR 15,0 miljoen (2012: EUR 15,0
miljoen). Daarnaast heeft de Groep beschikking over EUR 20,0 miljoen aan garantiefaciliteiten, waarvan eind 2013 EUR 5,5 miljoen uitstaat.
Voor de faciliteiten zijn geen aanvullende zekerheden verstrekt.
23 Handelsschulden en overige te betalen posten
2013
2012
Leveranciers
Belastingen en premies sociale verzekeringen
Vergoeding aan personeel
Te betalen rente
Afvoerverplichtingen
Subsidies
Overige
35.135
6.914
12.903
2.850
22.192
6.438
5.434
31.533
6.477
7.863
2.391
37.418
4.223
3.617
Totaal
91.866
93.522
De post ‘Vergoeding’ aan personeel betreft schulden inzake reguliere personeelskosten ad. EUR 9,7 miljoen (2012: EUR 7,9 miljoen) en
daarnaast kortlopende schulden voortvloeiend uit de reorganisatie ad. EUR 3,2 miljoen (2012: EUR 0).
De afname van de ‘Afvoerverplichtingen’ is hoofdzakelijk het gevolg van de verantwoording van een deel van deze verplichtingen
(EUR 11,6 miljoen) onder ‘Overige langlopende verplichtingen’.
Het saldo van de schulden aan Leveranciers per 31 december 2012 is EUR 4,275 miljoen lager dan het saldo dat is gepresenteerd in
de jaarrekening 2012 als gevolg van een reclassificatie.
82
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
24 Doelstelling en beleid inzake beheer van financiële risico’s
Financiële risico’s
Als onderdeel van de normale bedrijfsuitoefening worden met name risico’s gelopen met betrekking tot energieprijzen, prijzen van afvalinnamecontracten, vreemde valuta en rentestanden. De Groep gebruikt goederentermijncontracten en andere contracten om deze risico’s
te verminderen of te elimineren. De Groep houdt geen financiële instrumenten aan voor handelsdoeleinden.
De Groep heeft contracten gesloten om onderliggende goederen te leveren of te ontvangen in overeenstemming met de behoeften van
de Groep; deze contracten worden niet financieel of op netto basis afgewikkeld en er bestaat ook geen gangbare praktijk om vergelijkbare
contracten financieel of op netto basis af te wikkelen noch om te profiteren van kortetermijnprijsschommelingen. De contracten worden
afgewikkeld door middel van fysieke levering of ontvangst en kwalificeren daarom als contracten voor eigen gebruik (‘own use’).
Deze contracten kwalificeren dan ook niet als financieel instrument binnen de reikwijdte van IAS 39 en worden daarom niet in de balans
opgenomen.
De Groep heeft voor de verwachte leveringen van energie goederentermijncontracten afgesloten voor leveringen in de toekomst tegen
vooraf vastgestelde prijzen, waardoor het risico van mogelijke toekomstige prijsdalingen deels is afgedekt.
De Groep heeft voor een deel langlopende verkoopcontracten afgesloten met betrekking tot de inname van aangevoerd afval. Hierdoor
heeft een wijziging van de marktpijs voor de inname van afval effect op het toekomstige resultaat en eigen vermogen van de Groep indien
nieuwe contracten worden aangegaan dan wel contracten aflopen en opnieuw moeten worden onderhandeld. Vanaf 2009 is de marktprijs
voor dergelijke contracten sterk gedaald met name als gevolg van een overcapaciteit in de markt van afvalverbranding.
De groep heeft een belangrijk deel van de aflopende verkoopcontracten hernieuwd tegen marktprijzen. Om prijsrisico’s te mitigeren heeft
de Groep een strategie waarbij de portefeuille meer wordt gediversificeerd zodat de Groep minder van de prijsrisico’s van aanbestedingen
afhankelijk is.
De financiële instrumenten in de balans van de Groep beperken zich tot vordering- en schuldposities en uitstaande liquide middelen.
De van belang zijnde risico’s en de wijze waarop met deze risico’s wordt omgegaan zijn als volgt:
Kredietrisico’s
De belangrijkste posten in de jaarrekening van de Groep waarover kredietrisico wordt gelopen, zijn de ‘vorderingen’ (met name handelsvorderingen), liquide middelen en de ‘overige financiële activa’.
Het maximale kredietrisico van de overige financiële activa is gezien de samenstelling hiervan, waarvoor verwezen wordt naar noot 14,
van beperkte omvang vanwege de hieraan gerelateerde voorzieningen die in de balans zijn opgenomen.
Een belangrijke afnemerscategorie betreft lokale overheden, waaronder gemeenten, waarvan het afval wordt ingenomen en door de Groep
verder wordt verwerkt. Het kredietrisico van deze transacties wordt als laag ingeschat.
Het kredietrisico van de overige handelsvorderingen, in hoofdzaak met betrekking tot leveringen van bedrijfsafval, wordt ten opzichte van
de overige hiervoor genoemde afnemerscategorie gemiddeld hoger ingeschat.
Het kredietrisico van handelsvorderingen wordt door middel van organisatorische maatregelen afgedekt, waaronder een wekelijkse
monitoring van de vervallen handelsvorderingen. De Groep hanteert een gemiddelde betalingstermijn van 30 dagen. De gemiddelde
feitelijke betalingstermijn over 2013 is 35 dagen (2012: 32 dagen).
De beoordeling van de inbaarheid van de ‘Leningen en vorderingen’ is afhankelijk van het klantprofiel individueel dan wel collectief bepaald
op basis van risico-inschatting door het management.
Het kredietrisico van de beleggingen zoals opgenomen onder de liquide middelen wordt afgedekt door de gelden uitsluitend te beleggen bij
gerenommeerde beleggingsinstellingen met een hoge credit rating volgens de limieten geformuleerd in het treasury statuut. De limieten
zijn geformuleerd aan de hand van credit rating, waarbij de minimale rating A- (S&P) c.q. A3 (Moody’s) van de instellingen moet zijn.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 83
Het kredietrisico van de beleggingen wordt voorts door middel van organisatorische maatregelen afgedekt, waaronder een continue bewaking
van beleggingslimieten en een kwartaallijkse rapportage over de credit rating van de beleggingsinstellingen en nieuwsontwikkelingen bij de
beleggingsinstellingen.
Valutarisico’s
Vanaf 2012 is de Groep in beperkte mate onderhevig aan risico’s van koersschommelingen vanwege afvalinnamecontracten waarbij facturering
in GBP plaatsvindt. De Groep heeft valutatermijncontracten (per 31 december 2013 nominaal GBP 1,6 miljoen) afgesloten om een deel van dit
risico te verminderen.
Derhalve zijn veranderingen in valutakoersen als gevolg van toekomstige marktontwikkelingen van beperkte invloed op het eigen vermogen en
het resultaat van de Groep.
Interestrisico’s
De Groep is ten aanzien van de langlopende rentedragende verplichtingen in hoofdzaak vaste rentepercentages overeengekomen tot het
einde van de looptijd. Hierdoor bestaat er voor de komende jaren geen renterisico bij het wijzigen van de marktrente. Voor de kortlopende
rentedragende verplichting is een variabele rente overeengekomen.
De overtollige liquide middelen die eind 2013 bestaan, worden belegd in deposito’s, spaarrekeningen en in geldmarktfondsen. In 2013 bedroeg
de hierover ontvangen rentevergoeding gemiddeld circa 0,7% per jaar (2012: 0,8%).
Een stijging van de huidige marktrente met 1% heeft een positieve impact van circa EUR 1,0 miljoen op het resultaat voor belasting en van
circa EUR 0,7 miljoen op het eigen vermogen.
Liquiditeitsrisico’s
Het liquiditeitsrisico is het risico dat de Groep niet aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Om de beschikbare kredietruimte te
beoordelen, worden voortschrijdende liquiditeitsprognoses opgesteld. Gezien de stand van de liquide middelen eind 2013 en de financiële
positie van de Groep is het liquiditeitsrisico eind 2013 laag.
Naast de bestaande kasmiddelen vormt de kasstroom uit operationele activiteiten de voornaamste financieringsbron voor de Groep. Toegang tot
de kapitaalmarkt is beperkt tot vreemd vermogen. Risicodragend vermogen is bij de huidige kring van aandeelhouders in de praktijk niet
beschikbaar. De contractuele aflossingsverplichtingen en renteverplichtingen van de rentedragende verplichtingen zijn opgenomen in noot 19.
84
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
25 Toelichting op kasstroomoverzicht
Ten behoeve van het geconsolideerde kasstroomoverzicht wordt onder de post geldmiddelen het volgende opgenomen:
2013
Bank- en kassaldi
Kortlopende deposito's en effecten
Totaal
Ontvangen subsidies:
Overheidssubsidie SDE opgenomen onder het bedrijfsresultaat
Mutatie in het operationele werkkapitaal:
Toename handelsvorderingen en vooruitbetaalde kosten
Toename in voorraden
Toename in handelsschulden en overige te betalen posten
2012
89.543
33.500
64.676
80.111
123.043
144.787
4.695
5.127
-10.116
-1.687
4.289
-7.843
-715
8.586
-7.514
Kasstroom uit investeringsactiviteiten:
Investeringen in materiële vaste activa (inclusief vastgoedbeleggingen)
Investeringen in immateriële vaste activa
71.641
-
28
66.509
5.208
71.641
Opbrengst verkoop materiële en immateriële vaste activa:
Resultaat op verkoop van activa
Boekwaarde van deze activa
1.029
1.262
71.717
524
852
2.291
Aflossing rentedragende verplichtingen:
Aflossing bestaande financieringen Attero
Aflossing overgenomen leningen VAR
43.043
283
1.376
24.627
8.317
43.326
32.944
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 85
26 Informatie verbonden partijen
Transacties met verbonden partijen geschieden tegen prijzen die ook worden toegepast bij transacties met derden. Vordering- en
schuldposities op jaareinde zijn niet belegd en worden normaal gesproken afgewikkeld tegen contante betalingen. Er zijn geen garanties
ontvangen dan wel afgegeven betreffende de vorderingen en schulden van verbonden partijen. De waardecorrectie in verband met
oninbaarheid is nihil (2012: nihil).
De Groep onderscheidt als verbonden partijen provincies en gemeenten die aandeelhouders van Attero Holding NV zijn,
groepsmaatschappijen en managers op sleutelposities.
Met belangrijke aandeelhouders hebben geen andere transacties plaatsgevonden anders dan uit hoofde van reguliere activiteiten,
zijnde de activiteiten van de Groep op het gebied van milieudiensten.
Voor de toelichting op transacties met managers op sleutelposities wordt verwezen naar noot 28.
Overzicht groepsmaatschappijen
Statutaire
vestigingsplaats
Aandeel
Groep
31 december
2013
Aandeel
Groep
31 december
2012
403verklaring
Groepsmaatschappijen
Attero BV
Attero Noord BV
VAM Mera Wijster CV
VAM Mera Wijster BV
Vagron BV
Vamij Beheer BV
Vamij CV
Vamij Exploitatie BV
Stichting Vamij
Attero Zuid BV
PMG Milieu Services BV
Deponie Zuid NV
Zwolle
Wijster
Wijster
Wijster
Wijster
Wijster
Wijster
Wijster
Zwolle
Haelen
Valkenswaard
Maastricht
100,0%
100,0%
99,7%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
99,7%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
nee
nee
nee
nee
nee
nee
nee
ja
nee
nee
nee
nee
NV Regionale Afvalverwerkingsmaatschappij Zuidoost-Brabant
Beheermaatschappij Gulbergen BV
AZN Holding BV
NV Afvalverbranding Zuid-Nederland
BV Grondbezit Avi Moerdijk I
BV Grondbezit Avi Moerdijk II
Veluwse Afval Recycling (VAR) BV
VAR|Frankenhuis BV1
Holfra SA2
Eindhoven
Eindhoven
Wijster
Moerdijk
Moerdijk
Moerdijk
Voorst
Haaksbergen
Parijs
100,0%
100,0%
80,0%
80,0%
80,0%
80,0%
100,0%
60,0%
60,0%
100,0%
100,0%
80,0%
80,0%
80,0%
80,0%
100,0%
60,0%
60,0%
nee
nee
nee
nee
nee
nee
nee
nee
nee
1 Opgericht
2 Onderdeel
in 2012.
van VAR|Frankenhuis BV.
86
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
27 Niet uit de balans blijkende verplichtingen en activa
Inkoopverplichtingen
De Groep is voor het jaar 2014 inkoopverplichtingen aangegaan voor een bedrag ad EUR 4,2 miljoen
(2012: EUR 5,6 miljoen inzake het jaar 2013).
Daarnaast is in het kader van de aanbouw van materiele vaste activa sprake van contractuele verplichtingen van in totaal EUR 6,6 miljoen
(2012: EUR 12,7 miljoen).
Verkoopverplichtingen
De Groep sluit langlopende verkoopcontracten af met variabele looptijden en diverse contractvoorwaarden met betrekking tot de inname
van aangevoerd afval. Het totaal van de aangegane verkoopverplichtingen bedraagt EUR 777,1 miljoen (2012: EUR 863,9 miljoen).
Daarnaast heeft de Groep contracten afgesloten voor de levering van energie aan derden in 2014 tot en met 2016.
Afgegeven garanties
De Groep heeft eind 2013, naast de garanties zoals toegelicht in noot 20.2 inzake eindafwerking en nazorg van stortplaatsen en in
noot 21 inzake kortlopende rentedragende verplichtingen, voor in totaal EUR 28,8 miljoen aan garanties verstrekt voor energieleveringscontracten en garanties voor afvaltransport en afvalverwerking (2012: EUR 23,8 miljoen).
Operationele lease - Groep als huurder
De Groep heeft huur- en leasecontracten gesloten voor in hoofdzaak installaties, vervoermiddelen en materieel. De Groep gaat ervan
uit dat, in de dagelijkse gang van zaken, contracten die aan het einde van hun looptijd zijn, zullen worden vernieuwd of vervangen.
De operationele leasekosten die ten laste van het resultaat zijn gebracht bedragen EUR 12,9 miljoen (2012: EUR 13,0 miljoen).
De totale verplichting bedraagt EUR 20,8 miljoen (2012: EUR 27,3 miljoen).
2013
< 1jaar
Looptijd in jaren
1-5 jaar
> 5 jaar
Totaal
2012
20,8
27,3
in miljoenen euro’s
Huur en lease
12,2
8,6
--
Gerechtelijke procedures en juridische geschillen
Ultimo 2013 was een aantal groepsmaatschappijen van de Groep betrokken bij verschillende rechtszaken en juridische geschillen.
De verwachte totale financiële effecten van claims bedragen maximaal EUR 5,0 miljoen. Op basis van inschattingen van het financieel
risico zijn voorzieningen getroffen, voorzover aan de criteria voor het vormen van een voorziening is voldaan.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 87
28 Beloning Directie en Raad van Commissarissen
Beloning leden van de Directie
Teneinde inzicht te geven in de ontwikkeling van de beloning van de leden van de Directie worden twee tabellen getoond. De eerste tabel
geeft de beloning aan zoals die op grond van de prestaties over het jaar is vastgesteld. Dit heeft dus betrekking op het jaarlijkse variabele
inkomen korte termijn, dat wordt getoond in het jaar waar het betrekking op heeft. De getoonde bedragen zijn als kosten verantwoord in de
winst- en verliesrekening over 2013. De tweede tabel geeft de beloning aan zoals die per jaar wordt uitbetaald; voor het variabele inkomen
korte termijn is dat het jaar, volgend op het jaar waar het betrekking op heeft.
Jaar van prestatie
2013
2012
bedragen in euro’s
Jaar van uitbetaling
2013
2012
P.M. Vincent
Vast inkomen
Variabel inkomen1
Pensioenkosten en overige sociale kosten2
231.721
75.707
74.861
230.124
57.406
71.596
231.721
57.406
76.952
230.124
64.665
48.546
Totaal Directie
382.289
359.126
366.079
343.335
1 Betreft
voor het jaar van prestatie 2013 een schatting op basis van de meest recente informatie over de realisatie van de prestatie-indicatoren die bepalend zijn voor de variabele
beloning. In de vergelijkende cijfers over 2012 is de werkelijke betaalde variabele beloning verwerkt.
2 Werkgeverskosten pensioenregeling zoals in rekening gebracht door het pensioenfonds; de bijdrage van de bestuurder is hierop in mindering gebracht. Pensioenkosten zijn
inclusief de bijdrage levensloopregeling. Hieronder is tevens de crisisheffing van 16% opgenomen met betrekking tot het inkomen > EUR 150 duizend, die betaald dient te
worden in 2013 (EUR 23.050 over 2012) respectievelijk 2014 (EUR 20.959 over 2013).
In 2013 zijn geen bedragen ten laste van het resultaat gebracht uit hoofde van beloningen van vroegere leden van de Directie (2012: nihil).
Ook zijn er in 2013 geen betalingen gedaan aan leden van de Directie betreffende ontslagvergoedingen.
Beloning leden van de Raad van Commissarissen
Lidmaatschap +
vaste
onkostenvergoeding
Commissies
Totaal
Beloning
2013
Totaal
Beloning
2012
de heer J.P.B. Huberts1,4
voorzitter
de heer J.A.M. Hendrikx1
de heer J. van den Belt2
mevrouw W.H. Huijbregts - Schiedon2
mevrouw A.M.L.M. Nelissen - Hanssen3,4
23.810
15.892
15.892
15.892
15.892
5.141
5.141
5.141
5.141
5.141
28.951
21.033
21.033
21.033
21.033
28.741
20.886
20.886
20.886
20.886
Totaal Directie
87.378
25.705
113.083
112.285
bedragen in euro’s
1¹Lid
Remuneratie- en selectiecommissie
Auditcommissie
3 Lid Auditcommissie, tot mei 2013
4 Lid commissie Juridische Zaken en Governance, vanaf april 2013
2²Lid
De beloning voor het lidmaatschap van de Remuneratie- en selectiecommissie en voor de Auditcommissie is gelijk.
88
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
29 Gebeurtenissen na balansdatum
De Directie, de Raad van Commissarissen en de Aandeelhouderscommissie van de Groep hebben gezamenlijk besloten tot het inrichten van
een proces tot mogelijke verkoop van de Groep. In 2013 is een competitief biedingsproces doorlopen. Dit proces heeft in de zomer van 2013
geleid tot indicatieve biedingen, gevolgd door een uitgebreid due diligence proces in de 2e helft van 2013.
Uiteindelijk heeft dit proces geresulteerd in een aantal bindende biedingen; gevolgd door een voorspoedige onderhandelingsfase.
Met de overname is een bedrag van EUR 170 miljoen gemoeid exclusief rentevergoeding.
Eind 2013 heeft de aandeelhouderscommissie van Attero ingestemd met het voornemen het bedrijf te verkopen aan Waterland Private
Equity Investments.
Begin 2014 is van de zijde van de Ondernemingsraad van Attero een positief advies ontvangen en is van de kant van de ACM vernomen dat
er geen bezwaren zijn met betrekking tot de voorgenomen transactie.
De individuele aandeelhouders van Attero hebben tot en met de datum van opmaken van de jaarrekening meer dan 80% van de aandelen
voor verkoop aangeboden, waarmee het vereiste minimum voor het tot stand komen van de verkoop is gehaald.
De directie van Attero verwacht een closing uiterlijk voor 31 mei 2014. Het tot stand komen van de verkoop heeft geen effect op het
vermogen van de Groep per 31 december 2013 of op het resultaat van de Groep over 2013.
Door de Groep zijn met betrekking tot de voorgenomen verkoop geen garanties verstrekt.
NV Afvalverbranding Zuid-Nederland (AZN) heeft een stoomleveringsovereenkomst met een afnemer. Uit hoofde van die overeenkomst
betaalt AZN maandelijks onder andere kapitaallasten aan de afnemer, voor het gebruik van een deel van diens installatie. Vanwege de
voorgenomen verkoop van Attero meent de afnemer zich te kunnen beroepen op een change of control en stelt daarom een bedrag ineens
op te kunnen eisen.
Attero is van mening dat er geen geldige reden is om dit bedrag op te eisen. Indien het bedrag wel opeisbaar is, heeft dit geen effect op het
vermogen van de Groep per 31 december 2013 of op het resultaat van de Groep over 2013.
Attero heeft op 31 december 2012 en 31 december 2013 een belang van 60% in VAR|Frankenhuis BV. Attero is in gesprek met de
aandeelhouder van de overige 40% van de aandelen om tot overname van deze 40% van de aandelen te komen.
Pierre Vincent neemt per 1 juni 2014 afscheid als algemeen directeur van Attero.
Vennootschappelijke
jaarrekening 2013
90
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Vennootschappelijke balans (voor voorstel winstbestemming)
bedragen in duizenden euro’s
3
4
Activa
31 december 2013
31 december 2012
Financiële vaste activa
179.653
257.378
Vaste activa
179.653
257.378
Vorderingen
30
1.344
Totaal activa
179.683
258.722
Passiva
31 december 2013
31 december 2012
Geplaatst en gestort aandelenkapitaal
Agioreserve
Herwaarderingsreserve
Overige reserve
Resultaat lopend boekjaar
1.497
179.877
16
68.242
-70.330
1.497
179.877
50
71.650
4.092
5
Eigen vermogen
6
Kortlopende schulden
Totaal passiva
179.302
257.166
381
1.556
179.683
258.722
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 91
Vennootschappelijke winst- en verliesrekening
bedragen in duizenden euro’s
2013
2
Resultaat deelnemingen na belastingen
Saldo overige baten en lasten na belastingen
Resultaat na belastingen
-70.189
-141
2012
3.993
99
-70.330
4.092
-70.330
4.092
92
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Toelichtingen op de vennootschappelijke jaarrekening
1 Grondslagen voor de financiële verslaggeving
Attero Holding NV is op 17 maart 2009 opgericht.
Attero Holding NV is de houdstermaatschappij van een aantal groepsmaatschappijen in met name Nederland die zich bezighoudt met het
verrichten van milieudiensten.
De functionele valuta van Attero Holding NV is de euro. Alle bedragen zijn, tenzij anders vermeld, opgenomen in duizendtallen.
De vennootschappelijke jaarrekening van Attero Holding NV is opgesteld volgens de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW.
De gebruikte waarderingsgrondslagen zijn dezelfde als die gebruikt worden voor de geconsolideerde jaarrekening volgens de bepalingen
van artikel 362 lid 8 Titel 9 Boek 2 BW, waarbij investeringen in dochterondernemingen worden verantwoord tegen de nettowaarde van de
activa volgens de vermogensmutatiemethode. De vennootschappelijke winst- en verliesrekening van Attero Holding NV is op grond van
artikel 402 Titel 9 Boek 2 BW op vereenvoudigde wijze opgesteld.
Attero Holding NV hanteert als grondslagen voor waardering en resultaatbepaling in de geconsolideerde jaarrekening de International
Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie (IFRS). Voor de grondslagen wordt verwezen naar de ‘Grondslagen
voor waardering en resultaatbepaling van de geconsolideerde jaarrekening’ voor zover van toepassing.
2 Saldo overige baten en lasten
In het saldo overige baten en lasten is een bedrag opgenomen voor beloning bestuurders.
De ten laste van het resultaat verantwoorde beloning aan de leden van de Directie en aan de leden van de Raad van Commissarissen bedraagt
EUR 495.372 (2012: EUR 468.432) en is toegelicht in noot 28 bij de geconsolideerde jaarrekening.
3 Financiële vaste activa
De financiële vaste activa zijn als volgt samengesteld:
Deelneming in
groepsmaatschappijen
Vorderingen op
groepsmaatschappijen
Totaal 2013
Totaal 2012
Stand 1 januari
257.378
-
257.378
261.535
Resultaat boekjaar
Ontvangen dividend
Overige
-70.189
-7.500
-36
-
-70.189
-7.500
-36
3.993
-8.200
50
Stand 31 december
179.653
-
179.653
257.378
Dit betreft een 100% (directe) deelneming in Attero BV en een (indirecte) deelneming in de in noot 26 van de geconsolideerde jaarrekening
opgenomen groepsmaatschappijen van Attero.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 93
4 Vorderingen
Dit betreft een vordering met betrekking tot vennootschapsbelasting.
5 Eigen vermogen
Voor een nadere toelichting op het eigen vermogen wordt verwezen naar het Geconsolideerde mutatie-overzicht eigen vermogen en noot
18 van de geconsolideerde jaarrekening.
6 Kortlopende verplichtingen
Dit betreft in hoofdzaak een rekening-courant verplichting aan Attero BV. Over het gemiddeld saldo van de rekening-courant verplichting
wordt een variabele rente berekend. De rente bedroeg in 2013 en 2012 4,0%. Er zijn geen zekerheden verstrekt.
7 Informatie verbonden partijen
Voor de informatie inzake verbonden partijen wordt verwezen naar noot 26 van de geconsolideerde jaarrekening.
8 Personeel
Het aantal werknemers per 31 december 2013 bedroeg 1 (2012: 1).
9 Gebeurtenissen na balansdatum
Hiervoor wordt verwezen naar noot 29 van de geconsolideerde jaarrekening.
94
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Overige gegevens
96
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Controleverklaring van de
onafhankelijke accountant
Aan: de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en
de Raad van Commissarissen van Attero Holding NV
Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de jaarrekening 2013 van Attero Holding NV te Arnhem gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de
vennootschappelijke jaarrekening. De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde balans per 31 december 2013,
de geconsolideerde winst- en verliesrekening, het geconsolideerde kasstroomoverzicht, geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen
en geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over 2013 en de toelichting waarin zijn opgenomen een
overzicht van de belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. De vennootschappelijke jaarrekening
bestaat uit de vennootschappelijke balans per 31 december 2013 en de vennootschappelijke winst- en verliesrekening over 2013 met de
toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw
dient weer te geven in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met
Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming
met Titel 9 Boek 2 BW. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het
opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht
in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons
geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt
verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de
jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van
het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van
de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne
beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële
verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele
beeld van de jaarrekening.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 97
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel
te bieden.
Oordeel betreffende de geconsolideerde jaarrekening
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van
Attero Holding NV per 31 december 2013 en van het resultaat en de kasstromen over 2013 in overeenstemming met International
Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW.
Oordeel betreffende de vennootschappelijke jaarrekening
Naar ons oordeel geeft de vennootschappelijke jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen
van Attero Holding NV per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Benadrukking van een onzekerheid in de geconsolideerde jaarrekening vanwege het risico op bijzondere waardeveranderingen van
materiële vaste activa
Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel, vestigen wij de aandacht op noot 11 “Materiële vaste activa” in de toelichting op de
geconsolideerde jaarrekening, waarin de aard en omvang van de bijzondere waardeverminderingen van de materiële vaste activa is
toegelicht, alsmede de belangrijke aannames, de daaraan verbonden inherente onzekerheden, alsmede de hoge mate van
gevoeligheid van deze aannames op de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheden.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het
onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel
2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat
kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Zwolle, 15 mei 2014
Ernst & Young Accountants LLP
w.g. de heer A.E. Wijnsma RA
98
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Winstbestemming
Statutaire bestemming van het resultaat
Overeenkomstig de statuten staat de winst ter vrije beschikking van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Voorstel bestemming resultaat boekjaar 2013
De jaarrekening 2013 is op 15 mei 2014 opgemaakt door de Directie en zal ter vaststelling worden voorgelegd aan
de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
De winst- en verliesrekening sluit met een negatief resultaat toe te rekenen aan aandeelhouders van Attero Holding NV
van EUR 70,3 miljoen.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 99
Bestuur en
medezeggenschap
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 101
Raad van Commissarissen
J.P.B. Huberts, voorzitter / lid van de Remuneratie- en selectiecommissie / lid commissie Juridische Zaken en Governance
(vanaf april 2013)
f 1DWLRQDOLWHLW 1HGHUODQGVH
f *HERRUWHMDDU f %HQRHPG
f YRRUPDOLJGLUHFWLHYRRU]LWWHU165HL]LJHUV
f YRRU]LWWHU%RVDO&RXQFLOYDQ%RVDO%9GLYHUVHPDDWVFKDSSHOLMNH
functies
J.A.M. Hendrikx, vice-voorzitter/voorzitter van de Remuneratie- en
selectiecommissie
f 1DWLRQDOLWHLW 1HGHUODQGVH
f *HERRUWHMDDU f %HQRHPG
f YRRUPDOLJ&RPPLVVDULVGHU.RQLQJLQLQGHSURYLQFLH2YHULMVVHO
f YRRU]LWWHU5Y&6FDQLD1HGHUODQG%9YRRU]LWWHU5Y&%UDPHU%HKHHU
en Exploitatie BV, voorzitter RvC KIWA, lid RvC Acta, diverse
maatschappelijke functies
J. van den Belt, voorzitter van de Auditcommissie
f 1DWLRQDOLWHLW 1HGHUODQGVH
f *HERRUWHMDDU f %HQRHPG
f YRRUPDOLJ&)2YDQ2FÅ19
f OLGEHVWXXUYHUHQLJLQJ1DWXXUPRQXPHQWHQOLG5Y&$FFHOO*URHS19
lid Bosal Council van Bosal BV, lid RvC Groeneveld Groep BV,
lid RvC Holmatro NV, lid RvA Scheuten SARL, Raad bij de
Ondernemingskamer, diverse maatschappelijke functies
Directie
Pierre Vincent, algemeen directeur
Marcel Daemen, directeur Afvalenergiecentrales
Frans Föllings, directeur Recycling
Arno Luisman, financieel directeur
Frans Smulders, secretaris van de Vennootschap
W.H. Huijbregts-Schiedon, lid van de Auditcommissie
f 1DWLRQDOLWHLW 1HGHUODQGVH
f *HERRUWHMDDU f %HQRHPG
f YRRUPDOLJZDDUQHPHQGEXUJHPHHVWHU/RFKHPYRRUPDOLJ
waarnemend burgemeester Roosendaal, voormalig burgemeester
Oosterhout, voormalig gedeputeerde Provincie Noord-Brabant
f OLG(HUVWH.DPHUYRRU]LWWHU5Y&,QWHUJDV+ROGLQJYRRU]LWWHU5DDG
van Toezicht Vrijetijdshuis Brabant, diverse maatschappelijke
functies
A.M.L.M. Nelissen-Hanssen, lid van de Auditcommissie
(tot mei 2013) / lid commissie Juridische Zaken en Governance
(vanaf april 2013).
f 1DWLRQDOLWHLW 1HGHUODQGVH
f *HERRUWHMDDU f %HQRHPG
f YRRUPDOLJSDUWQHUEXUHDXQHOLVVHQYDQGHQGXQJHQ
f YLFHYRRU]LWWHU5DDGYDQ7RH]LFKW0¾[LPD0HGLVFK&HQWUXP
lid Raad van Toezicht stichting Dichterbij, lid Raad van Toezicht
stichting Signum Onderwijs, diverse maatschappelijke functies
102
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Ondernemingsraad Attero
Frans Backhuijs, voorzitter
Henk Bakker, vice-voorzitter
Michel Buitenhuis, lid Dagelijks Bestuur
Martin Schenkenberg van Mierop, vice-voorzitter
Peter Bakkers
Hans Bruntink
Arjan van Hooft
Ruud Luijten
André van Osch
Berry van der Ploeg
Mariëlla Ruijters
Erik Sluiter
Michel Speltie
Arjan Vijge
Bert Waijer
Huub Westerhuis
Hans Woelders
Roely Schaap-Reinds, ambtelijk secretaris
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 103
Bijlagen
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 105
Duurzaamheiddoelstellingen
In deze bijlage wordt beschreven welke voortgang er is geboekt ten aanzien
van Attero’s duurzaamheiddoelstellingen. De doelstellingen zijn verdeeld over
zes aandachtsgebieden.
“Wij tonen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid.”
Doelstelling
Status 2013
Attero zal een actieve rol
spelen in kennisdeling op
het gebied van afvalbeleid.
In 2012 heeft Attero een actieve rol gespeeld bij het uitdragen van kennis op het gebied van afvalbeleid.
De voornaamste doelgroepen bestonden daarbij uit gemeenten en gemeentelijke samenwerkingsverbanden,
rijksoverheid en producentenorganisaties. In 2013 hebben we deze actieve rol verder uitgebouwd, onder
meer door het organiseren van symposia voor een groot aantal gemeenten. Er zijn tevens belangrijke
stappen gezet in het delen van kennis op internationaal niveau. Attero blijft ook in de toekomst een actieve
rol blijven spelen in het delen van kennis.
In 2015 is de carbon
footprint van Attero per
saldo klimaatneutraal.
In 2013 was onze bijdrage aan vermeden emissies voor het eerst groter dan de directe en indirecte emissies
die wij veroorzaken. We hebben in 2013 in scope 1 namelijk lagere emissies gerealiseerd door besparing op
aardgasverbruik, lagere uitstoot via rookgassen (aandeel fossiel daalt) en afname van de methaanemissies
uit stortplaatsen. Daarnaast hebben we in scope 3 een forse toename van (bijdrage aan) vermeden emissies
gerealiseerd door hogere invoeding van geproduceerde energie, toegenomen afzet van compost als
veenvervanger en een toegenomen productie van recyclebare kunststoffen.
In 2015 heeft Attero
aansluiting bij vier of
meer Green Deals.
Het afsluiten van Green Deals is een overheidsinitiatief. Hiermee helpt de rijksoverheid burgers, bedrijven,
organisaties of andere overheden duurzame initiatieven te realiseren die moeilijk van de grond komen.
Attero was al aangesloten bij de Green Deal maximalisatie Veenvervanging, Bodemas, Groengas, Biobased
economy en de Green Deal 50 projecten in Noord Nederland. Daarmee was in 2012 al voldaan aan deze
doestelling.
In 2013 heeft Attero zich bij drie nieuwe Green Deals aangesloten: Bioplastics uit Groente-, Fruit- en
Tuinafval, Duurzaam Energiepark Spinder en Ketenakkoord Kunststofkringloop. Ook in de toekomst zal Attero
een actieve bijdrage blijven leveren aan het initiëren en ondersteunen van eventuele nieuwe Green Deals.
Attero zorgt blijvend
voor ondersteuning van
plaatselijke overheden
in diverse landen waar
behoefte is aan een proces
naar een meer duurzame
inzameling en verwerking
van stedelijk afval.
Attero ondersteunt de stichting Hands for Waste bij haar activiteiten in Burundi en werkt aan een
heroriëntatie met betrekking tot overige projecten op dit vlak. Op 5 augustus 2013 is het contract getekend
voor ‘Clean and waste FREE Bujumbura’ in Burundi. Dit is een project in het kader van Ontwikkelingsrelevante
Infrastructuurontwikkeling (ORIO). Daarmee heeft de Stichting Hands for Waste EUR 442 duizend subsidie
gekregen voor het uitvoeren van de planningsfase. De totale projectsubsidie wordt EUR 11,3 miljoen.
De planningsfase start begin 2014. Attero ondersteunt Hands for Waste bij de voorbereiding en uitvoering
van dit ORIO-project.
Projecten in Macedonië, Irak en Rusland zijn succesvol afgerond. Projecten in Soedan en Ethiopië zijn
gestopt door terugtrekking van enkele partners.
106
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
“Wij bieden onze medewerkers ontwikkelingsmogelijkheden.”
Doelstelling
Status 2013
Attero reserveert circa
2 procent van de loonsom
voor (systematische)
ontwikkeling van de kennis,
vaardigheden en attitudes
die zijn medewerkers
nodig heeft om bepaalde
beroepsgerichte taken
adequaat uit te voeren.
Attero heeft in 2013 fors geïnvesteerd in de procesgang van te volgen opleidingen. Van alle productiefuncties zijn de functiegebonden opleidingen in beeld gebracht en voorzien van een verloopdatum.
Deze matrix maakt het proactief en systematisch volgen van opleidingen mogelijk. Deze is uitgangspunt
voor het verder vormgeven en handelen van de individuele medewerker en van het opleidingsbeleid van
Attero. In het kader van het vitaliteitsbeleid kunnen alle medewerkers in 2014 vrijwillig hun Duurzame
InzetbaarheidsindeX (DIX) laten vaststellen. Dit doen zij door een vragenlijst in te vullen over de duurzame
inzetbaarheid van medewerkers.
Attero wil het huidige hoge
niveau van medewerkerbetrokkenheid minimaal
handhaven.
In 2013 heeft geen medewerkertevredenheidsonderzoek plaatsgevonden. Een dergelijk onderzoek vindt
medio 2014 weer plaats.
“Wij geven onze medewerkers op alle niveaus de bevoegdheden en middelen om
hun werkzaamheden veilig, gezond, milieuverantwoord en optimaal uit te voeren.”
Doelstelling
Status 2013
Attero wil in 2013 met de
doelstelling LTIF<3,5 het
aantal ongevallen met
verzuim met minimaal
40 procent verminderen
ten opzichte van 2012.
Door borging van preventieve acties in het arbojaarplan 2013, is er scherpe aandacht gebleven voor
veilig werken. Mede hierdoor is in 2013 een LTIF van 1,6 gerealiseerd. Er waren vier verzuimongevallen
bij 2,5 miljoen gewerkte uren. We stellen de LTIF-doelstelling ook voor 2014 wederom op <3,5.
Daarbij gaat de aandacht tevens uit naar ongevallen die tot vervangend werk hebben geleid.
Attero wil als preventieve
maatregel in 2013 minimaal
75 procent van de gemelde
onveilige handelingen en
situaties op een effectieve
manier hebben opgelost.
In 2013 is 77 procent van de 707 aangemelde onveilige handelingen en situaties effectief opgelost.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 107
“Wij ontwikkelen duurzame energieconcepten.”
Doelstelling
Status 2013
De bijdrage van nieuwe energieprojecten aan de productie van
groen gas zal jaarlijks 2 miljoen m3
bedragen.
In 2011 en 2012 zijn respectievelijk in Groningen en Wijster nieuwe groengas productieinstallaties
in gebruik genomen. Beide installaties hebben in 2013 een substantieel hogere groengasproductie
geleverd. Tevens is in 2013 in Wijster een nieuwe gft-vergister gerealiseerd. Tezamen hebben
de drie installaties een groei van de groengasproductie gerealiseerd van 3,2 miljoen m3 naar
7,5 miljoen m3 groen gas in 2013 (4,3 miljoen m3 in 2012).
In 2017 wekt Attero 5 procent
van zijn elektriciteitsverbruik zelf
op met wind- en zonne-energie.
Windenergie
In samenwerking met en aantal partners doet Attero onderzoek naar de technische en
economische haalbaarheid van het plaatsen van windmolens op en rond de locatie Tilburg.
Hierbij wordt uitdrukkelijk gekeken naar de mogelijkheden om een windpark te realiseren
waarin ook inwoners van Tilburg kunnen participeren. In 2014 wordt gestart met het voeren
van de ruimtelijke procedures.
Zonnepanelen
Attero heeft in 2013 een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de firma Greenspread.
Hieraan is een onderzoek gekoppeld. Dat moet zicht geven op de haalbaarheid van het plaatsen
van, in eerste instantie, 2 MW zonnepanelen in een zogenoemd zonnepark. Dat zou eind 2014
vorm kunnen krijgen op de stortplaats in Wijster.
De haalbaarheid en innovatie richt zich niet alleen op het technische aspect van een dergelijk
zonnepark op een stortplaats of het rendement van de gekozen panelen of zonnefolie. Vooral ook
de betrokkenheid van de stakeholders van Attero bij het zonnepark staat hoog op de agenda.
Zo gaan we op zoek naar innovatieve vormen van participatie voor de omgeving, klanten,
het personeel en de aandeelhouders van Attero.
De uiteindelijke investering is voorlopig geraamd op 3 miljoen euro. Naar verwachting kunnen
we het uitgewerkte concept ook uitrollen over meerdere van de dertien stortplaatsen die bij
Attero in eigendom en beheer zijn.
In 2014 bereikt de afvalenergiecentrale in Wijster een R1-waarde
van minimaal 0,67.
De R1-waarde van de afvalenergiecentrale Wijster bedroeg in 2012 al 0,70. We hebben in 2013
een aantal aanpassingen doorgevoerd in de centrale. Die hebben gezorgd voor een verbeterde
E-productie en voor bijna een verdubbeling van de warmtelevering aan Noblesse. In 2014 zal de
warmtelevering naar Mineraal en Noblesse nog verder stijgen.
De verwachting is dat de R1-waarde voor 2013 al duidelijk boven de 0,70 zal uitkomen, en in 2014
ongeveer gelijk blijft aan die van 2013.
108
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
“Wij zorgen voor optimaal hergebruik.”
Doelstelling
Status 2013
In 2013 zal Attero met zijn
nascheidingsinstallaties 30 kton
kunststof voor hergebruik uit
afval scheiden.
Het aantal gemeenten waarvoor Attero nagescheiding uitvoert groeit. Daarnaast is er ook een
toename te zien in de hoeveelheid kunststof die wij per huishouden terugwinnen. In de nieuwe
Raamovereenkomst Verpakkingen was er keuzevrijheid voor bronscheiding of nascheiding. Pas na
het succesvol uitvoeren van een pilot voor nascheiding in aanvulling op bronscheiding kunnen
gemeenten sinds 1 juli 2013 kiezen voor dit gecombineerd inzamelsysteem. De doelstelling is
hierdoor niet gerealiseerd. Bij nascheiding wordt tegenwoordig het meetpunt voor recycling
verlegd in de keten. De hoeveelheid nagescheiden kunststoffen die uitgesorteerd is tot de
vigerende DKR-kwaliteitsspecificaties en geaccepteerd is door een gecertificeerde verwerker voor
recycling was voor het boekjaar 7,5 kton. In totaal hebben we in het verslagjaar 14 kton kunstoffen
uit huishoudelijk restafval nagescheiden.
In 2015 zal 30 procent van Attero’s
compost worden toegepast als
veenvervanging.
De producten van Attero vinden hun toepassing steeds meer in segmenten van veenvervanging. In
2013 is 26 procent compost als veenvervanging toegepast (2012: 20 procent).
Attero zal de kwaliteit van zijn
AEC-bodemas zodanig verbeteren
dat op uiterlijk 1 januari 2017
minimaal 50 procent van de bodemas
nuttig wordt toegepast buiten de
huidige IBC-toepassingen en stelt
zich voorts ten doel om in 2020
geen AEC-bodemas meer toe te
passen als IBC-bouwstof.
Attero heeft in 2013 verschillende stappen gezet om deze doelstelling haalbaar te maken.
Het bedrijf Elemetal heeft met Attero in Moerdijk een proefinstallatie gerealiseerd. Deze wint daar
nu op kleine schaal puur koper terug uit bodemas. Daarnaast is Attero een samenwerkingsverband
aangegaan met Inashco. In Wijster is een Inashco ADR-installatie gerealiseerd die fijne non-ferro
metalen terugwint uit bodemas. Door deze initiatieven wordt de bodemas verder opgeschoond.
Daarnaast heeft Attero de sponsoring van een fulltime onderzoeker bij de Technische Universiteit
Eindhoven (TU/e) gecontinueerd. Bij de TU/e wordt onderzocht hoe bodemas kan worden
opgewerkt om deze vrij toepasbaar te maken. Daarnaast zijn er verschillende kleinschalige proeven
met marktpartijen om te kijken hoe er geschikte producten gerealiseerd kunnen gaan worden.
Een definitieve oplossing voor de realisatie van de doelstelling is nog niet gevonden.
Attero wil in 2015 het percentage
grondstoffen uit afval met
20 procent verhogen ten
opzichte van 2011.
Attero heeft als doel steeds meer producten terug te winnen uit afval in plaats van deze te
verwerken in zijn afvalenergiecentrales of te storten op zijn stortplaatsen. Het percentage
producten dat Attero heeft afgezet voor recycling ten opzichte van de aanvoer van afvalstromen
is in 2013 gedaald naar 28 procent (2011: 34 procent). Twee oorzaken zijn de stagnerende bouw
en de relatief lage weersafhankelijke, aanvoer van gft-afval in 2013. Daarnaast dragen voor Attero
belangrijke nieuwe recyclingactiviteiten zoals kunstgrasrecycling, matrassenrecycling en
textielrecycling in tonnage relatief weinig bij aan deze doelstelling. Ondanks deze tegenvallende
cijfers houdt Attero onverminderd vast aan zijn missie meer grondstoffen terug te winnen uit afval.
Attero stelt zich ten doel om uit
organische afvalstromen maximale
waarde te creëren volgens Attero’s
Biobased Waarde Piramide.
De omzetgroei van de gezamenlijke
productengroepen uit deze
waardepiramide zal jaarlijks
minimaal EUR 1 miljoen bedragen.
De groengasinstallaties voor organisch afval en gft-afval in Groningen en Wijster hebben een
hogere energieproductie gekend. Dat geldt eveneens voor de warmtekrachtinstallaties voor de
opwekking van groene stroom uit gft-afval in Wilp en Venlo. Samen met een hogere afzet van
compostproducten, veenvervanging en biomassa heeft dit er toe geleidt dat de Biobased
Waarde Piramide met EUR 1,75 miljoen is toegenomen.
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 109
“Wij zorgen voor het voorkomen van milieuvervuiling.”
Doelstelling
Status 2013
Attero streeft naar het
verduurzamen van zijn stortplaatsen:
een zodanige verwerking van
stortafval dat de effecten binnen
één generatie worden teruggebracht
tot een voor het milieu aanvaardbaar
niveau.
In 2012 startte op onze stortplaats in Bergen op Zoom de pilot van het project ‘Introductie
Duurzaam Stortbeheer’ (IDS) van het Ministerie van Infrastructuur & Milieu (I&M) en IPO.
Doel van het project is te onderzoeken in hoeverre de emissies uit de stortplaats kunnen worden
gereduceerd. Van belang voor de haalbaarheid zijn de Emissie Toets Waarden (ETW’s). Deze zijn
voor onze locatie Bergen op Zoom vastgesteld. De uitdaging is het aantonen van de reductie in
emissiepotentieel op korte termijn (vijf tot vijftien jaar) tot op of onder de Emissie Toets Waarde.
Van belang is verder dat een aantal potentiële IDS-locaties uitstel krijgt voor de aanleg van de
bovenafdichtingen, in afwachting van de resultaten van de pilot. Het is de bedoeling dat het
Ministerie van I&M, de stortsector en de stortplaatsexploitanten in 2014 een convenant sluiten.
Attero wil in 2013 het aantal
geurklachten van omwonenden
beperken tot maximaal 45
geurklachten over het gehele jaar.
In 2013 heeft Attero 25 geurklachten ontvangen.
110
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Milieucijfers
Carbon footprint (in kton CO2e)
2013
2012
2011
2010
Scope 1 emissies
776,4
806,7
854,6
889,6
Scope 2 emissies
0,6
0,3
1,8
12,5
Scope 3 emissies
28,8
44,8
46,6
10,6
853,2
-798,0
-807,1
-715,9
2013
2012
2011
2010
204.326
208.510
215.016
188.658
4.871
8.168
8.525
9.742
2.627
2.352
2.611
1.948
0
601
1.330
--
2013
2012
2011
2010
Leidingwater
84
86
95
59
Grondwater
184
212
248
186
0
0
7
8
Oppervlaktewater
5.098
5.132
4.375
4.874
Totaal
5.366
5.430
4.725
5.127
2013
2012
2011
2010
Oppervlaktewater
4.570
5.125
3.714
4.129
Riool
1.155
1.101
1.008
756
Totaal
5.725
6.225
4.722
4.885
Bijdrage aan vermeden emissies
Energieverbruik
Energiesoort
Eenheid
Elektriciteit
MWh
m3
Gas
x 1.000
Brandstof (diesel)
x 1.000 liter
Propaan
liter
Waterverbruik (x 1.000 m3)
Industriewater
Waterafvoer (x 1.000 m3)
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 111
Sociale cijfers
Medewerkers in cijfers
Eenheid
2013
2012
2011
2010
aantal
793
835
821
654
FTE
727
787
774
617
Medewerkers in dienst getreden
aantal
32
52
46
31
Medewerkers uit dienst getreden
aantal
74
38
31
34
Medewerkers totaal
Verdeling fulltime/parttime
%
84/16
84/16
84/16
85/15
Verdeling man/vrouw
%
83/17
83/17
83/17
84/16
Gemiddelde leeftijd
jr
47
47
46
47
Gemiddelde aantal dienstjaren
jr
14
14
13
14
Verdeling eigen/inhuur
aantal
82/18
84/16
84/16
--
Contracten onbepaalde/bepaalde tijd
aantal
94/6
93/7
95/5
--
Onderverdeling medewerkers naar type werk
2013
Component
2012
2011
FTE
%
FTE
%
FTE
%
506
70
534
68
524
68
Commercie
52
7
56
7
52
7
Projecten
36
5
38
5
33
4
Inkoop, F&C en ICT
66
9
79
10
78
10
Overig
68
9
80
10
87
11
Totaal
727
100
787
100
774
100
Operatie
Veiligheid en gezondheid
Indicator
Ziekteverzuim
Ongevallen met verzuim
LTIF-score
Eenheid
%
Aantal
Aantal ongevallen met verzuim
per 1.000.000 gewerkte uren
2013
2012
2011
2010
4,56
3,9
4,4
4,0
4
7
12
13
1,6
2,8
5,8
7,1
112
Jaarverslag 2013 Attero Holding NV
Contact en informatie
Attero staat open voor uw vragen, opmerkingen en suggesties met
betrekking tot de inhoud van dit verslag. Hiervoor, en voor verzoeken
om aanvullende informatie, kunt u contact opnemen met:
Kees van Tuijl
Afdeling Communicatie
Postbus 4114
6080 AC HAELEN
T (088) 550 10 00
E [email protected]
www.attero.nl