Jaarverslag 2013 Voorwoord Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 3 Van een nieuwe realiteit naar een nieuw begin De marktomstandigheden in de afvalsector zijn in de afgelopen jaren drastisch veranderd. Dit heeft gezorgd voor een nieuwe realiteit: sterk gedaalde verwerkingstarieven door toenemende concurrentie en een afnemend aanbod van restafval. Uit de aanbestedingen voor de verwerking van huishoudelijk afval in de afgelopen jaren blijkt verder dat de tarieven voor verwerking die gemeenten bereid zijn te betalen, zijn gedaald. Willen wij bij nieuwe aanbestedingen van verwerkingscontracten competitief blijven, dan moeten we onze kostprijs sterk verlagen. Dit besef heeft ertoe geleid dat wij in het verslagjaar flinke bezuinigingen hebben doorgevoerd. Het was daarbij als snel duidelijk dat het onvermijdelijk was dat dit gepaard zou gaan met het verlies van arbeidsplaatsen. Wij hebben dit proces met de grootst mogelijk zorgvuldigheid doorlopen. Onderdeel van het bezuinigingsprogramma was een ingrijpende herstructurering van onze onderneming. We hebben de hoofdstructuur van ons bedrijf sterk vereenvoudigd, met als resultaat een transparante organisatiestructuur. Met de totale set van aanpassingen en vernieuwingen hebben wij onze concurrentiekracht verder vergroot. Attero blijft zo een robuust, krachtig en toekomstbestendig bedrijf. De Directie, de Raad van Commissarissen en de Aandeelhouderscommisie van Attero hebben, parallel aan de geschetste ontwikkelingen, gezamenlijk besloten tot het inrichten van een proces tot mogelijke verkoop van de onderneming. Na een intensief en gedegen traject van voorbereidingen kon succesvol een competitief biedingsproces worden doorlopen. Dat alles heeft aan het einde van 2013 een voorstel tot overname van de aandelen opgeleverd. Naar verwachting wordt de mogelijke verkoop in de eerste helft van 2014 afgerond. Attero heeft in 2013 een negatief netto resultaat - na belastingen gerealiseerd van EUR 67,2 miljoen. Dit is fors lager dan in 2012 toen het netto resultaat EUR 8,1 miljoen positief bedroeg. Het negatieve resultaat van 2013 is met name veroorzaakt door een aantal bijzondere gebeurtenissen in het verslagjaar. In de eerste plaats is naar aanleiding van de uitkomsten van het proces tot mogelijke verkoop een impairmentanalyse uitgevoerd. De gewijzigde inzichten en omstandigheden in 2013 hebben geresulteerd in een bijzondere waardevermindering van de activa. Ten behoeve van het proces tot mogelijke verkoop heeft Attero eenmalige kosten gemaakt voor strategische heroriëntatie, verkoopvoorbereiding, procesbegeleiding en adviseurs. Ten slotte hebben wij voor de herstructurering en personeelsreductie een herstructureringsvoorziening gevormd. De extra kosten voor deze bijzondere gebeurtenissen in 2013 bedroegen ruim EUR 96 miljoen. De omzet over 2013 bedraagt EUR 328 miljoen (2012: EUR 325 miljoen). De aanvoer van afval en de afzet van de daaruit teruggewonnen grondstoffen lagen op een goed niveau. Prijzen van afvalstromen stonden echter onder druk, evenals de prijzen voor geproduceerde energie. De bedrijfskosten bedroegen EUR 330 miljoen en waren substantieel hoger dan in 2012 (EUR 243 miljoen). De belangrijkste oorzaken voor de hogere kosten zijn hiervoor al benoemd: de bijzondere waardevermindering van bepaalde activa, de kosten voor het proces tot mogelijke verkoop en het vormen van de herstructureringsvoorziening. Het bedrijfsresultaat is uitgekomen op EUR -51 miljoen (2012: EUR 34 miljoen). Attero is 2013 begonnen met het besef dat we te maken hebben met een nieuwe realiteit. Gedurende het verslagjaar hebben we ons bedrijf daarvoor op doortastende wijze geprepareerd. We hebben forse stappen gezet en dat maakt dat Attero klaar is voor een nieuw begin. Arnhem, 15 mei 2014 Pierre Vincent Algemeen directeur Inhoudsopgave Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 5 Voorwoord Attero in een oogopslag f Bedrijfsprofiel f Kerncijfers Bericht van de Raad van Commissarissen Directieverslag f f f f Strategische ontwikkelingen Marktontwikkelingen Operationele ontwikkelingen Financiële ontwikkelingen Algemene informatie f Corporate governance f Risicobeheersing en compliance f Bestuurdersverklaring 3 6 7 8 10 14 15 17 20 24 28 29 31 33 Jaarrekening 35 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 96 Bestuur en medezeggenschap f Raad van Commissarissen f Directie f Ondernemingsraad Bijlagen f Duurzaamheiddoelstellingen f Milieucijfers f Sociale cijfers 100 101 101 102 104 105 110 111 Attero in een oogopslag Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 7 Bedrijfsprofiel Attero richt zich op maximale terugwinning, hergebruik en nuttige toepassing van grondstoffen uit afval. Door innovatief te blijven denken en doen, willen wij steeds méér uit reststromen halen. Onze ruim zevenhonderd medewerkers verwerken op een vijftiental locaties jaarlijks zo’n 3,3 miljoen ton afval. Dat is afkomstig van ongeveer 35 procent van alle Nederlandse huishoudens, ofwel bijna 6 miljoen mensen, en van bedrijven. Wij zijn actief in het sorteren en recyclen van afvalstromen, in grondreiniging en in bodemsanering. Herbruikbare materialen die wij uit het afval terugwinnen, vormen nieuwe grondstoffen voor de industrie. Wij zijn er trots op dat wij een van de grootste producenten van groen gas in Nederland zijn; een duurzame vervanger van aardgas en een uitstekende brandstof voor motorvoertuigen. Wij maken het mogelijk om op afval te koken, te stoken en te rijden. Met afval als bron van energie produceert Attero (duurzame) elektriciteit voor 350.000 huishoudens. We voorzien tevens in de warmtebehoefte van industrie in de buurt van onze locaties. Daarnaast produceren wij gecertificeerde funderingsmaterialen voor de wegenbouw. Ons bedrijf levert, als marktleider in de verwerking van gft-afval, compost als cradle-to-cradle bodemverbeteraar voor land- en tuinbouw, en biobrandstoffen voor energiecentrales. Dit alles kunnen wij doen dankzij onze klanten, die ons de duurzame verwerking van het afval van hun burgers en van hun bedrijven toevertrouwen. Attero wil maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wij kiezen bij de realisatie van onze doelstellingen uitdrukkelijk voor een open dialoog met de samenleving en voor samenwerking met partners die hetzelfde beogen. We maken werk van veiligheid, zowel voor onze eigen medewerkers als voor derden. Wij spannen ons in om een aantrekkelijke werkgever te zijn. En uiteraard een betrouwbaar en klantgericht bedrijf, met een interessant pakket milieudiensten voor onze relaties. 8 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Kerncijfers POQ 29,4% POQ netto-omzet solvabiliteit EBITDA Economisch bedragen in duizenden euro’s 2013 2012 2011 2010 Winst- en verliesrekening Netto-omzet EBITDA 327.597 107.976 324.932 141.729 350.005 141.830 312.748 127.652 Resultaat na belastingen waarvan ten behoeve van aandeelhouders Attero Holding NV -67.196 -70.330 8.092 4.092 25.445 22.700 25.690 20.120 Balans en kasstromen Geïnvesteerd vermogen Eigen vermogen 429.714 198.276 502.958 273.492 542.933 274.152 516.840 257.399 Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom voor financieringsactiviteiten (vrije kasstroom) Kasstroom uit financieringsactiviteiten Kasstroom totaal 104.587 -68.360 36.227 -57.971 -21.744 106.502 –69.120 37.382 –47.060 –9.678 125.520 –71.816 53.704 –105.836 –52.132 107.638 –52.010 55.628 –114.914 –59.286 29,4 -10,9 35,3 6,5 33,5 10,4 30,7 10,3 Ratio’s (in procenten) Solvabiliteit ROIC Berekeningswijze financiële ratio’s en gebruikte afkortingen Bedrijfsresultaat Brutomarge plus overige bedrijfsopbrengsten minus bedrijfslasten. EBITDA Bedrijfsresultaat plus afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Geïnvesteerd vermogen Som van de vaste activa, het netto werkkapitaal en activa en verplichtingen aangehouden voor verkoop. Netto werkkapitaal Totaal vlottende activa en vaste activa aangehouden voor verkoop minus liquide middelen en rentedragende vorderingen minus kortlopende niet-rentedragende verplichtingen (inclusief kortlopend deel voorzieningen). Return on invested capital (ROIC) EBIT gedeeld door gemiddeld geïnvesteerd vermogen. Solvabiliteit Totaal eigen vermogen gedeeld door het balanstotaal x 100%. FTE’s Fulltime equivalents, aantal medewerkers omgerekend naar een volledige werkweek. LTIF Lost Time Injury Frequency, het aantal ongevallen met verzuim per 1.000.000 gewerkte uren van eigen personeel, inhuur en derden, berekend over een bepaalde periode. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 9 11,7 mln m3 3,3 mln ton 1.132 GWh productie groen gas afval verwerkt elektriciteitsproductie Sociaal 2013 2012 2011 2010 793 727 1,6 4,6 835 787 2,8 3,9 821 774 5,8 4,4 654 617 7,1 4,0 Verwerking brandbaar afval (kton) Verwerking gft-afval (kiloton) Verwerking mineraal (kton) Verwerking puin (kton) Verwerking verontreinigde grond/bodemsanering (kton) Verwerking bedrijfsafval (kton) Verwerking hout (kton) Verwerking hoogcalorisch materiaal (kton) Verwerking textiel (kton) 1.824 648 229 177 230 141 19 25 3 3.296 1.868 685 228 163 255 145 17 22 1 3.385 1.896 696 163 183 272 141 14 20 -3.385 1.813 436 133 ------2.382 Elektriciteitsproductie (GWh) 1.132 1.165 1.240 1.191 11,7 10,2 10,8 10,4 776,4 0,6 28,8 -853,2 806,4 1,1 44,8 -798,0 854,6 1,8 46,6 -807,1 889,6 12,5 10,6 -715,9 Personeelsleden ultimo jaar1 FTE’s ultimo jaar1 LTIF-score (inclusief derden) Ziekteverzuim (in procenten) 1 Betreft eigen personeel Milieu Productie groen gas (m3 * 1 miljoen) Carbon footprint Scope 1 emissies (kton CO2e) Scope 2 emissies (kton CO2e) Scope 3 emissies (kton CO2e) Bijdrage aan vermeden emissies Scope 1 emissies Directe emissies van broeikasgassen ten gevolge van activiteiten waar de organisatie controle over heeft. Hieronder vallen procesemissies en emissies door brandstofverbruik op de locaties en in het wagenpark. Scope 2 emissies Indirecte emissies van broeikasgassen ten gevolge van extern geproduceerde elektriciteit of warmte die door de organisatie is ingekocht. Scope 3 emissies Emissies van broeikasgassen buiten de eigendoms- en operationele invloedssfeer van de organisatie. Bijdrage aan vermeden emissies Emissiereducties door de afzet van uit afval teruggewonnen energie en grondstoffen. CO2e Meeteenheid gebruikt om het opwarmend vermogen van broeikasgassen weer te geven. CO2 is hierbij het referentiegas, waartegen andere broeikasgassen gemeten worden. kton Kiloton. Dit is 1 miljoen kilogram. GWh Gigawattuur, 1 miljard wattuur, eenheid voor elektriciteit. Bericht van de Raad van Commissarissen Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 11 Aan de aandeelhouders Hierbij biedt de Raad van Commissarissen van Attero het Jaarverslag 2013 en de Jaarrekening 2013 van Attero Holding NV aan. De Auditcommissie heeft op 14 mei 2014 de Jaarrekening uitvoerig besproken met de financieel directeur in het bijzijn van de externe accountant. De Raad van Commissarissen heeft vervolgens op 15 mei 2014 het jaarverslag met de Directie besproken en kennis genomen van de bevindingen van de Auditcommissie. De Raad van Commissarissen stemt in met de jaarrekening en kan zich verenigen met het voorstel voor winstbestemming van de Directie. Wij stellen u voor de jaarrekening en de daarin opgenomen winstbestemming in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders ongewijzigd vast te stellen. Ernst & Young Accountants LLP heeft de Jaarrekening 2013 gecontroleerd. Belangrijke thema’s 2013 In het jaar 2013 heeft de vennootschap vier intensieve trajecten doorlopen. Ze hebben door de samenloop en met hun samenhang grote impact gehad op de organisatie. Reorganisatie en herstructurering Onder de noemer Koploper was in 2012 een programma van kostenreducties en structurele verbeteringen ingezet. Dit programma is in 2013 geïntensiveerd en heeft geresulteerd in een voorstel voor aanzienlijke personeelsreductie en structurele afname van de kosten. Dit betekent dat de onderneming genoodzaakt is, afscheid te nemen van zeer gewaardeerde medewerkers. Ontwikkeling contractenportfolio In 2013 is de onderneming zeer succesvol geweest in het ontwikkelen van het contractenportfolio. De huidige ontwikkelingen in de markt en de herpositionering van de onderneming vragen om aangepaste acquisitiestrategieën en een sterke oriëntatie op nieuwe markten. In 2013 is met succes de transitie ingezet naar het acquireren vanuit andere markten. Nieuwe innovatieve groei-initiatieven De onderneming heeft in 2013 extra geïnvesteerd in de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologieën en methoden voor de verwerking van afval. Daarbij is de focus gericht op duurzame energie, recycling en grondstofhergebruik. Voorbereidingen verkoop Aan het einde van 2012 en aan het begin van 2013 heeft de Aandeelhouderscommissie van Attero aangegeven de mogelijkheden tot vervreemding van haar aandelen te onderzoeken. Op grond van de uitkomsten en een eerste marktverkenning hebben de Directie, de Raad van Commissarissen en de Aandeelhouderscommissie gezamenlijk besloten tot het inrichten van een proces tot mogelijke verkoop van Attero. Om een goed proces optimaal te faciliteren heeft in 2013 een intensief traject van voorbereidingen en overleg met de aandeelhouders plaatsgevonden. De zorgvuldige voorbereidingen hebben het mede mogelijk gemaakt dat een competitief biedingsproces succesvol kon worden doorlopen. Het proces tot mogelijke verkoop heeft eind 2013 geleid tot een voorstel tot overname van de aandelen. De formele afronding van de voorgenomen verkoop is voorzien in de eerste helft van 2014. 12 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Overige ontwikkelingen Invulling van het toezicht De onderneming heeft voor de afvalenergiecentrale Moerdijk in 2013 de eerste stappen gezet om de beschikbaarheid van de installatie te vergroten en de productie en de kosten van onderhoud weer op het gewenste peil te brengen. Deze ontwikkeling zal ook in 2014 nog de nodige aandacht vragen. In 2010 is besloten om op vrijwillige basis de Nederlandse corporate governance code toe te passen. De wijze waarop dat gebeurt, staat beschreven op pagina 29 van dit Jaarverslag. In 2013 is de Raad van Commissarissen vijfmaal regulier bijeen gekomen. Daarnaast hebben er enkele niet-reguliere vergaderingen plaatsgevonden in het kader van het proces van mogelijke verkoop. De vergaderingen van de Raad van Commissarissen werden steeds in aanwezigheid van de Directie gehouden. De heer F.T.M. Smulders, manager Juridische Zaken en Secretaris van de Vennootschap, fungeerde als secretaris van de Raad van Commissarissen. In februari 2013 heeft de Raad een zelfevaluatie uitgevoerd, die extern begeleid werd. De voorzieningen voor de nazorg van stortplaatsen blijven een punt van aandacht. In het bijzonder betreft dit de nazorggelden die de nazorgfondsen beheren van de provincies waar stortplaatsen van Attero aanwezig zijn. Attero draagt hierbij het risico voor mogelijk achterblijvende rendementen van deze fondsen, zonder de zeggenschap te hebben over het beheer ervan. Financiële resultaten Attero heeft in 2013 een netto resultaat na belastingen gerealiseerd van EUR 67,2 miljoen negatief. Dit is fors lager dan in 2012 toen het netto resultaat EUR 8,1 miljoen positief bedroeg. Het bedrijfsresultaat bedroeg EUR 51 miljoen negatief. Het negatieve resultaat van 2013 is met name veroorzaakt door een aantal bijzondere gebeurtenissen in het verslagjaar. In de eerste plaats is naar aanleiding van de uitkomsten van het proces tot mogelijke verkoop een impairmentanalyse uitgevoerd. Nieuwe inzichten en omstandigheden, die met name in het tweede halfjaar van 2013 naar voren zijn gekomen, hebben geresulteerd in een bijzondere waardevermindering van de activa. Ten behoeve van het proces tot mogelijke verkoop heeft Attero eenmalige kosten gemaakt voor strategische heroriëntatie, verkoopvoorbereiding, procesbegeleiding en adviseurs. Ten slotte is er voor de herstructurering en personeelsreductie een herstructureringsvoorziening gevormd. De extra kosten voor deze gebeurtenissen bedroegen in totaal EUR 96 miljoen. Samenstelling De Raad van Commissarissen bestaat uit vijf personen. De Raad is zorgvuldig samengesteld in overeenstemming met de profielschets zoals die in de Bijzondere Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 28 januari 2010 is vastgesteld. In 2013 heeft de Algemene Vergadering van Aandeelhouders mevrouw A.M.L.M. Nelissen-Hanssen voor een periode van vier jaren herbenoemd. In 2014 zijn mevrouw W.H. Huijbregts-Schiedon en de heer J.A.M. Hendrikx aftredend volgens rooster. De heer J.A.M. Hendrikx is niet herbenoembaar wegens het bereiken van de maximum statutaire zittingstermijn. De Raad heeft drie commissies ingesteld: de Auditcommissie, de Renumeratie- en selectiecommissie en de Commissie Juridische Zaken en Governance. De Commissie Juridische Zaken en Governance is in 2013 ingesteld. Iedere commissaris heeft zitting in een commissie. Auditcommissie De Auditcommissie houdt toezicht op de interne risicobeheersingen controlesystemen, financiering, financiële informatieverstrekking en informatietechnologie. De commissie adviseert de Raad van Commissarissen hierover. De Auditcommissie is in 2013 vijfmaal bijeen geweest. Bij al deze vergaderingen was de financieel directeur aanwezig. Bij drie vergaderingen was tevens de externe accountant aanwezig. De Auditcommissie heeft uitvoerig overleg met de Directie gehad over de operationele en financiële ontwikkelingen van de onderneming aan de hand van kwartaalrapportages. In het kader van de voorbereidingen van het proces tot mogelijke verkoop is in 2013 een audit uitgevoerd van de halfjaarcijfers 2013. In aanwezigheid van de externe accountant heeft de commissie gesproken over de jaarrekening 2012, de halfjaarcijfers 2013, het auditplan 2013, de managementletter 2013 en de manier waarop de aanbevelingen uit de managementletter 2012 zijn opgevolgd. Tevens is gesproken over de aangepaste controleaanpak 2013 in relatie tot een proces tot mogelijke verkoop. In het bijzonder de impairments die in 2013 hebben plaatsgevonden, zijn met de externe accountant en de financieel directeur in detail doorgenomen. Daarnaast zijn de reorganisatiekosten, nazorgvoorzieningen en de bijzondere posten in de jaarrekening onderwerpen van speciale aandacht geweest. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 13 De Auditcommissie bestaat uit: f GHKHHU-YDQGHQ%HOWYRRU]LWWHU f PHYURXZ$0/01HOLVVHQ+DQVVHQWRWPHL f PHYURXZ:++XLMEUHJWV6FKLHGRQ In april 2013 is besloten tot instelling van de Commissie Juridische Zaken en Governance, waarna mevrouw A.M.L.M. Nelissen-Hanssen de Auditcommissie heeft verlaten. Remuneratie- en selectiecommissie De Remuneratie- en selectiecommissie stelt de selectiecriteria en benoemingsprocedures vast voor de leden van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur. Zij beoordeelt periodiek het functioneren van de Raad van Bestuur, en doet voorstellen voor de bezoldiging van de Raad van Bestuur. De Remuneratieen selectiecommissie heeft in 2012 tweemaal vergaderd. De jaarlijkse beoordeling van het functioneren van de bestuurder heeft plaatsgevonden. De Remuneratie- en selectiecommissie heeft een voorstel voor de Raad van Commissarissen geformuleerd voor het variabele deel van de beloning van de bestuurder, op basis van de vastgestelde doelstellingen. Er is gesproken over voortzetting van het dienstverband respectievelijk herbenoeming van de algemeen directeur. Hierover heeft de Remuneratie- en selectiecommissie een voorstel voor de Raad van Commissarissen geformuleerd. De Remuneratie- en selectiecommissie bestaat uit: f GHKHHU-$0+HQGULN[YRRU]LWWHU f GHKHHU-3%+XEHUWV Commissie Juridische Zaken en Governance Overleg met Aandeelhouderscommissie De overleggen van een afvaardiging van de Raad van Commissarissen en de Directie met de Aandeelhouderscommissie stonden in 2013 met name in het licht van de voorbereiding van een proces tot mogelijke verkoop, naast de reguliere onderwerpen als voorbereiding van de aandeelhoudersvergadering en actuele ontwikkelingen. Daarnaast werd voor de begeleiding en coördinatie van de voorbereidingen van een proces tot mogelijke verkoop een kerngroep samengesteld. Deze bestond uit vertegenwoordigers van de Aandeelhouderscommissie, Raad van Commissarissen en Directie. Binnen deze kerngroep is gaande het proces frequent en intensief overlegd. Overleg met Ondernemingsraad Een delegatie van de Raad in wisselende samenstelling heeft in 2013 deelgenomen aan twee vergaderingen van de Ondernemingsraad van Attero. Vooruitblik 2014 In 2014 zal de afronding van het proces tot mogelijke verkoop bijzondere aandacht vragen van de Raad van Commissarissen. Daarbij zal de Raad vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de continuïteit van de onderneming en de belangen van de stakeholders de dialoog met de aandeelhouders voortzetten. Ook in dat kader zullen stortvoorzieningen en de herziening van nazorgplannen en de financiering van de onderneming aan de orde blijven komen. Het in 2011 gestarte traject om tot verdere efficiëntie te komen zal in 2014 zijn beslag krijgen. De Commissie Juridische Zaken en Governance werd in april 2013 ingesteld. In 2013 is de commissie éénmaal bijeengeweest. Bij deze vergadering was de manager Juridische Zaken aanwezig. Naast constituerende zaken, zijn daarbij lopende juridische kwesties, de vennootschappelijke structuur, governance en de compliance systematiek besproken. Waardering De Commissie Juridische Zaken en Governance bestaat uit: f PHYURXZ$0/01HOLVVHQ+DQVVHQYRRU]LWWHU f GHKHHU-3%+XEHUWV J.P.B. Huberts (voorzitter) J.A.M. Hendrikx J. van den Belt W.H. Huijbregts-Schiedon A.M.L.M. Nelissen-Hanssen De Raad van Commissarissen spreekt zijn bijzondere waardering uit voor de prestaties van de organisatie en voor de grote inzet die alle medewerkers in 2013 opnieuw hebben getoond. 15 mei 2014 Directieverslag Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 15 Strategische ontwikkelingen Attero streeft ernaar de potentie in afval maximaal te benutten door hernieuwbare grondstoffen terug te winnen en door duurzame energie te produceren. Uitgangspunt daarbij is een optimale balans tussen ecologie en economie. Wij willen op die manier zowel maatschappelijke als financiële waarde creëren voor al onze stakeholders. Operational excellence Het jaar 2013 heeft voor Attero in het teken gestaan van vier strategische hoofddoelen: f PHHUEDODQVDDQEUHQJHQLQGHVDPHQVWHOOLQJYDQRQ]H afvalportefeuille; f RSHUDWLRQDOH[FHOOHQFH f RQWZLNNHOHQYDQLQQRYDWLHYHHQGXXU]DPHSURSRVLWLHVYRRU recycling en duurzame energie; f YLQGHQYDQHHQQLHXZHHLJHQDDUYRRU$WWHUR In 2011 is Attero gestart met een programma om de primaire bedrijfsprocessen in de afvalverwerking verder te verbeteren en te optimaliseren. Het betreft een programma voor meerdere jaren. Dit bestaande operational excellence-programma hebben wij in 2013 verbreed naar de gehele organisatie, inclusief de activiteiten bij staven en ondersteunende diensten. Als onderdeel van dit programma hebben we allereerst de hoofdstructuur van ons bedrijf sterk vereenvoudigd. Dit heeft geresulteerd in een transparante organisatiestructuur, met twee resultaatverantwoordelijke bedrijfsonderdelen: 1. Afvalenergiecentrales; 2. Recycling. Meer balans in afvalportefeuille Historisch gezien heeft Attero voor zijn restafvalportfolio altijd een grote focus op huishoudelijk afval gekend. In het verslagjaar hebben we besloten onze afhankelijkheid van huishoudelijk restafval te verkleinen. Gevolg is een aangepaste acquisitiestrategie die moet leiden tot een evenwichtigere verdeling tussen huishoudelijk afval, bedrijfsafval, en geïmporteerd afval. Meer evenwicht in onze afvalportefeuille maakt dat we voor de continuïteit van ons bedrijf minder afhankelijk zijn van één bepaalde afvalsoort. De nieuwe acquisitiestrategie heeft in 2013 al een aantal nieuwe verwerkingscontracten voor brandbaar en organisch afval opgeleverd. Vervolgens is er vanuit de nieuwe hoofdstructuur een ingrijpende herstructurering in gang gezet. De herstructurering heeft geleid tot een verlies van circa 120 arbeidsplaatsen (FTE). De desbetreffende medewerkers in vaste dienst vallen onder een solide Sociaal Plan. De herstructurering vond plaats in goed overleg met de Ondernemingsraad. De herstructureringskosten bedroegen Hoofdstructuur Attero Directie Ondersteunende diensten Afvalenergiecentrales Afvalenergiecentrale Wijster Afvalenergiecentrale Moerdijk Recycling Afvalenergiecentrale Groningen Engineering & Techniek Kunststoffen Mineraal Organisch Scheiden & Sorteren 16 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV in 2013 EUR 21,2 miljoen. De jaarlijkse kostenbesparing als gevolg van de herstructurering bedraagt ongeveer EUR 7,5 miljoen. Naast het verlies van arbeidsplaatsen heeft het operational excellence-programma in 2013 ook geleid tot het besluit om onze locatie in Spijk in 2014 te sluiten. De activiteiten op de locatie - de verwerking van hoogcalorisch afval tot secundaire brandstoffen zijn de afgelopen jaren niet kostendekkend geweest. Daar zou naar verwachting in de komende jaren ook geen verandering in komen. Het aanbod van brandbaar afval nam in 2013 verder af. Tevens dalen de tarieven. Met de vereenvoudiging en afslanking van de organisatie heeft Attero belangrijke stappen gezet in het versterken van zijn concurrentiekracht. Hiermee spelen we in op de veranderende markt in de afvalsector en zijn we goed voorbereid op de toekomst. Nieuwe innovatieve groei-initiatieven Attero heeft de ambitie om een impuls te geven aan de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologieën en verwerkingsmethoden. In 2013 hebben wij daartoe de afdeling ‘New Business & Development’ opgericht en opnieuw extra financiële middelen beschikbaar gesteld. Met een budget van EUR 1 miljoen willen wij de innovatieve en ondernemende cultuur binnen ons bedrijf verder stimuleren. Attero ontwikkelt zich nadrukkelijk op het gebied van duurzame energie en recycling. In 2013 hebben wij weer een aantal belangrijke stappen gezet in de verbreding van onze activiteiten voor recycling van afvalstromen en grondstoffenhergebruik. De belangrijkste initiatieven waren: - vergisting en gasopwerking; - kunststofscheiding en -sortering; - opwerking van bodemassen, onttrekking van ferro en non-ferro metalen. Verkoop In 2012 hebben wij een traject doorlopen, gericht op het omvormen van Attero tot een Publiek Dienstverlener van en voor gemeenten. In november van dat jaar hebben wij dit in gezamenlijk overleg met de aandeelhouders beëindigd. De Directie, de Raad van Commissarissen en de Aandeelhouderscommissie van Attero hebben vervolgens gezamenlijk besloten tot het inrichten van een proces tot mogelijke verkoop. Daarbij is gekozen voor een selectief biedingsproces. Na een gedegen voorbereiding is de indicatieve biedingsfase van het proces tot mogelijke verkoop in juni 2013 van start gegaan. Aansluitend is aan de hand van de bindende biedingen de onderhandelingsfase voorspoedig doorlopen. Dit proces heeft uiteindelijk op 6 december geresulteerd in overeenstemming met Waterland Private Equity Investments. Voordat wij de transactie in 2014 kunnen afronden, is er allereerst een ‘Verklaring van geen bezwaar’ van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) noodzakelijk. Daarnaast is een advies nodig van de Ondernemingsraad. Wij hebben deze in januari, respectievelijk februari 2014 verkregen. Ten slotte dienen de aandeelhouders van Attero individueel te besluiten over de voorgestelde transactie. Naar verwachting vindt de afronding van de voorgenomen transactie in de eerste helft van 2014 plaats. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 17 Marktontwikkelingen Overheden en bedrijven hebben in 2013 hun maatregelen voortgezet om de hoeveelheid brandbaar restafval te beperken en meer te recyclen. Het volume huishoudelijk restafval daalde door de intensivering van de inzameling van gft-afval, glas, papier en kunststoffen en andere droge componenten. Ten opzichte van 2012 nam het volume aan brandbaar restafval van gemeentelijke klanten bij Attero af met circa 5 procent. Bedrijven boden eveneens steeds meer grondstoffen ter recycling aan, waardoor het aanbod aan brandbaar restafval verder afnam. In 2013 heeft Attero zijn klanten wederom gevraagd mee te werken aan het jaarlijkse klanttevredenheidsonderzoek. In dit onderzoek meten wij twee zaken: de tevredenheid en de loyaliteit bij onze klanten. Sinds 2009 zien wij bij onze klanten een toenemende tevredenheid over Attero. In 2013 hebben klanten gemiddeld een 7 gegeven voor tevredenheid. Tegelijkertijd zien wij dat de loyaliteit afneemt. Contractperioden worden korter en klanten stellen hogere eisen aan de klantrelatie. Het merendeel van de klanten beveelt Attero aan vanwege hun tevredenheid over de communicatie en klantrelatie en hun vertrouwen in Attero. Tegelijkertijd is er een groep klanten die juist ontevreden is over deze drie aspecten. Uit dit gegeven trekken wij de conclusie dat deze aspecten uitermate belangrijk zijn voor klanten. Wij zetten onze verbeteracties dan ook met name op deze punten in. In 2013 hebben wij voor het eerst zogenoemde klantarena’s georganiseerd. Tijdens een klantarena gaan klanten en medewerkers van Attero in gesprek over actuele onderwerpen. Zowel klanten als medewerkers waren enthousiast over deze nieuwe manier van communiceren. In 2014 geven wij vervolg aan deze methode. Tijdens het onderzoek is ook het imago van Attero onder klanten onderzocht. Daaruit blijkt dat ‘betrouwbaarheid’ - evenals in 2011 en 2012 - met stip bovenaan staan. Daarnaast is de ‘klantgerichtheid’ van Attero in de ogen van klanten verbeterd. ‘Duurzaamheid’ en ‘innovatie’ worden echter minder herkend dan in het vorige onderzoek. Daarbij herkennen overheidsklanten deze twee kernwaarden overigens meer dan bedrijven dat doen. Attero heeft in de afgelopen jaren juist ingezet op deze twee zaken. De oorzaak van deze veranderde perceptie is nog niet duidelijk. Reden genoeg om hier een vervolgonderzoek aan te wijden. De algehele conclusie is dat het werken aan de verbetering van klanttevredenheid belangrijk blijft. Daarvoor heeft het onderzoek van 2013 weer nieuwe inzichten opgeleverd. Het wordt ook steeds duidelijker waar verbeterpunten liggen. Daardoor kunnen wij op de juiste processen actie ondernemen. Brandbaar restafval Attero ondersteunt het landelijk beleid Van Afval Naar Grondstof. Zo streeft Attero naar een reductie van het huishoudelijk restafval dat verbrand wordt voor energieproductie. De vrije capaciteit die daarbij ontstaat, wordt opgevuld met brandstoffen uit het buitenland die anders gestort zouden worden. Attero streeft voor zijn afvalenergiecentrales daarom ook naar een meer uitgebalanceerd afvalportfolio voor energie-opwekking. In 2013 zijn de eerste stappen hier succesvol in gezet. Gedurende het jaar hebben wij met goed gevolg ingeschreven op de aanbestedingen van Limburg, Rivierenland, Drenthe en Midwaste/Brabant. Huishoudelijk restafval De afname van het aanbod van huishoudelijk restafval zette zich in 2013 verder voort. Gemeenten proberen het afvalscheiding gedrag van hun inwoners op diverse manieren te beïnvloeden. Dat varieert van het twee keer per week ophalen van specifieke afvalstromen en het zonder ‘extra kosten’ verwerken van gft-afval, tot het zogenoemd omgekeerd inzamelen: alleen de recyclebare stromen worden opgehaald en inwoners moeten de restfractie huishoudelijk afval zelf naar een vast punt in de wijk brengen. 18 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Bedrijfsafval In 2013 hebben wij verder gebouwd aan de groei van de bedrijfsafvalportefeuille. Met name de relatie met bestaande klanten is geïntensiveerd. De dienstverlening is verder verbeterd, wat geresulteerd heeft in verdere groei in dit marktsegment. Import De import van brandbaar restafval is in 2013 sterk toegenomen. Brandbaar restafval uit landen als het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Italië wordt in toenemende mate verwerkt in Nederland. Het hoeft daardoor niet meer gestort te worden in het land van herkomst. Alle Nederlandse afvalenergiecentrales namen een deel van de verwerking voor hun rekening. Attero importeerde in 2013 ruim 230 kton afval. Attero heeft in het verslagjaar 1.824 kton brandbaar restafval verwerkt (2012: 1.868 kton). In 2013 produceerden wij 1.097 GWh elektriciteit uit verbranding van restafval (2012: 1.128 GWh). Groente-, fruit- en tuinafval In het marktsegment groente-, fruit-, en tuinafval (gft-afval) is vooral de opkomst van vergisting illustratief voor het streven van steeds meer gemeenten en samenwerkingsverbanden naar een meer duurzame verwerking. Attero speelt hierop in met de bouw van vergistinginstallaties in Wijster en Tilburg. De tarieven voor de verwerking blijven onveranderd laag, waardoor de vergisting alleen economisch rendabel is met SDE-subsidie (Stimulering Duurzame Energieproductie). De hoeveelheid gft-afval die in Nederland vrijkomt, stijgt voor het eerst sinds lange tijd weer. Het jaar 2013 gaat echter de boeken in als een jaar met een erg koud en lang voorjaar en een droge zomer. Hierdoor kwam het volume gft-afval in 2013 licht lager uit dan dat van 2012. Gecorrigeerd naar een jaar met normale weersomstandigheden betekent dit, dat de stijgende lijn van de twee voorafgaande jaren doorzet. Attero heeft in 2013 ingeschreven op aanbestedingen voor gftafval. Wij hebben daarbij de opdrachten gegund gekregen voor de verwerking van gft-afval uit Limburg, uit het grootste deel van Noord-Brabant en uit de Milieuregio Arnhem. Compost vormt een onderdeel van een sluitende grondstoffenkringloop. Alle gecertificeerde compost die wij produceren, wordt afgezet als Keurcompost. Gebruikers zijn er daardoor zeker van dat onze compost kwalitatief hoogwaardig is en voldoet aan alle van toepassing zijnde eisen. Dankzij kwaliteitsverbeteringen groeit de jaarlijkse afzet naar de potgrond- en opzaksector. Dat draagt bij aan een verdere CO2-besparing. In 2013 werd in totaal 26 procent van alle compost als veenvervanging toegepast. Naast groen gas uit gft-vergisting, produceert Attero in Wijster en Groningen ook groen gas uit de organische natte fractie (ONF) uit het restafval. Daarnaast maken wij biobrandstoffen uit groenafval (Tunka®) en gft-afval (Torch®). Hiervan produceerden wij 44 kton, die wij vooral in Nederland, Duitsland en België afzetten aan bio-energiecentrales. Bij Attero werd in 2013 648 kton gft- en organisch afval verwerkt (2012: 685 kton). In 2013 produceerden wij 263 kton compost uit gft- en organisch afval (2012: 287 kton). Kunststof verpakkingsmateriaal In de eerste helft van 2013 hebben wij in Wijster een pilot uitgevoerd om met nascheiding in aanvulling op bronscheiding meer hergebruik van kunststof te realiseren. Deze pilot - onder begeleiding van Wageningen University en Nedvang - was succesvol. Dat heeft erin geresulteerd dat gemeentelijke klanten kunststof door Attero kunnen laten nascheiden in aanvulling op bronscheiding. De in Wijster gewonnen kunststoffractie levert dan een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse recyclingdoelstellingen. Verwerking afvalstromen (in kton) 2013 2012 2011 1.824 1.868 1.896 Verwerking gft- en organisch afval 648 685 696 Verwerking mineraal afval 229 228 163 Verwerking puin 177 163 183 Verwerking verontreinigde grond/bodemsanering 230 255 272 Verwerking bedrijfsafval 141 145 141 Verwerking hout 19 17 14 Verwerking hoogcalorisch materiaal 25 22 20 3 1 3.296 3.385 Verwerking brandbaar afval Verwerking textielafval Totaal 3.385 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 19 Zoals ook vastgelegd in de raamovereenkomst verpakkingen, heeft nascheiden een volwaardige plaats verworven op het gebied van het recyclen van huishoudelijk verpakkingsafval. Met de nascheidingsinstallatie in Groningen heeft Attero geparticipeerd in de landelijk pilot voor drankenkartons. Uit de resultaten blijkt dat met het nascheiden van drankenkartons opmerkelijk goede resultaten kunnen worden behaald. Mineraal afval De uitrol van de grond- en puinactiviteiten vanuit Wilp naar de verschillende stortlocaties van Attero krijgt steeds meer vorm. De geacquireerde volumes groeien dankzij de toegenomen naamsbekendheid van Attero op dit gebied. Naast bedrijven, weten ook gemeenten ons hiervoor steeds beter te vinden. Ondanks de recessie in de bouwsector hebben we met onze grondreinigingsactiviteiten goede resultaten geboekt. Op het gebied van de puinrecycling was de recessie in de bouwsector daarentegen merkbaar. Dat gold ook voor de afzet van puingranulaat. Bodemas In 2013 produceerden de afvalenergiecentrales in Wijster en Moerdijk 381 kton bodemas (2012: 416 kton). Bodemas blijft over na verbranding van brandbaar restafval. Het materiaal wordt na opwerking toegepast in de grond-, weg- en waterbouwsector als ophoog- en funderingsmateriaal ter vervanging van zand. In het verslagjaar was de vraag naar bodemas groot door een aantal grote infrastructurele werken in Nederland. Attero is medeondertekenaar van de Green Deal Bodemassen met het ministerie van I&M. Daarin staat de afspraak dat in 2017 50 procent van de bodemas kan worden ingezet als ‘vrij toepasbare bouwstof’ en de terugwinning van non-ferro metalen is geoptimaliseerd. In dat kader heeft Attero, samen met een aantal partners, diverse onderzoekslijnen opgestart om nog meer ferro-, en nonferro metalen uit bodemas terug te winnen. De onderzoeken richten zich op fractioneren, immobiliseren en andere bewerkingen. Daardoor wordt bodemas uiteindelijk opgewerkt tot een vrij toepasbare bouwstof. Secundaire brandstoffen De prijzen voor elektriciteit zijn in 2013 stabiel tot licht dalend geweest. Dat gebeurde onder invloed van verdere groei van productiecapaciteit, een blijvend relatief lage vraag en ontwikkelingen op de kolen- en gasmarkt zijn. De opbrengsten uit onze energieproductie geven dan ook een daling te zien. De verwachting is dat ook voor 2014 deze situatie niet sterk gaat wijzigen. In de nascheidinginstallaties in Groningen en Wijster produceert Attero secundaire brandstoffen. Deze stromen bestaan in hoofdzaak uit een mengsel van (nog) niet herbruikbaar papier en plastic (PK en RDF). Dat materiaal wordt met een hoger energierendement in cementovens en warmtekrachtinstallaties als brandstof toegepast. Het betrof in 2013 63 kton van de locatie Groningen (2012: 71 kton) en 86 kton van de locatie Wijster (2012: 102 kton). Naast de afzet aan de cementindustrie in Duitsland, leverden wij RDF/PK aan een Duitse warmtekrachtinstallatie. Ferro en non-ferro metalen Residu-afzet Voor Attero zijn de opbrengsten van de metalen de op twee na belangrijkste bron van inkomsten, na de verwerking van afval en de levering van energie. Wij hebben in 2013 41 kton ferro metalen en 11 kton non-ferro metalen teruggewonnen (2012: 40 kton en 10 kton). Wij zetten alle metalen af voor hergebruik. De opbrengst is mede afhankelijk van de wereldmarkt voor dit type producten. Bij verbranding en vergisting van afval komen residuen vrij. De belangrijkste zijn bodemas, vliegas en rookgasreinigingresidu uit de afvalenergiecentrales en digestaat uit de ONF-vergistinginstallaties in Groningen en Wijster. Energieprijzen De prijzen voor ferro metalen waren over het jaar heen stabiel tot licht dalend. De markt voor non-ferro metalen toonde in 2013 een wisselend beeld. Koper heeft een licht stijgende trend laten zien en voor aluminium was die stabiel tot licht dalend. In 2013 produceerde Attero 21 kton vliegas (2012: 22 kton) en 16 kton rookgasreinigingresidu (2012: 14 kton). Deze stromen zetten wij in Duitsland af als nuttige toepassing in voormalige kalimijnen. Het digestaat dat bij onze vergistinginstallaties in Groningen en Wijster vrijkomt, verwerken wij in de eigen afvalenergiecentrales in Moerdijk en Wijster. 20 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Operationele ontwikkelingen Attero verzorgt als partner van overheden en bedrijven een duurzame oplossing voor hun afvalstromen. Op onze locaties verwerken wij het afval van ongeveer 35 procent van alle Nederlandse huishoudens - bijna 6 miljoen mensen - en bedrijfsafval. Het gaat in totaal jaarlijks om zo’n 3,3 miljoen ton. Wij richten ons op de terugwinning van herbruikbare grondstoffen en op de omzetting van reststromen in duurzame energie en nuttige producten zoals energie, compost, secundaire brandstoffen en bouwstoffen. Daarbij zoeken wij voortdurend naar innovatieve oplossingen. Recycling Op verschillende locaties is Attero actief in het omzetten van afval in grondstoffen, andere bruikbare producten en brandstoffen. Verder maken wij puinachtige materialen geschikt voor toepassingen in weg- en betonbouw, en reinigen wij vervuilde grondstromen tot een secundaire grondstof. Wij zetten de nieuwste technologieën en inzichten in om te komen tot optimaal hergebruik. Bij het bedrijfsonderdeel Recycling hebben wij in 2013 de volgende groei-initiatieven gerealiseerd: f GHJIWYHUJLVWHULQ:LMVWHULVLQJHEUXLNJHQRPHQ f GHJIWHQ9*,YHUJLVWHULQ7LOEXUJLVLQJHEUXLNJHQRPHQ f GHERXZYDQGHJURHQJDVKXELQ:LMVWHULVYDQVWDUWJHJDDQ f GHNXQVWVWRIVRUWHHULQVWDOODWLHLQ:LMVWHULVLQJHEUXLNJHQRPHQ f KHWLQQRYDWLHYHWXQQHOYHUJLVWLQJVFRQFHSWLQ9HQORLVJHRSWLPDOLVHHUG Producten en reststoffen (in kton) Product/reststof 2013 2012 2011 Compost 263 287 295 PK en RDF 151 173 165 Biobrandstof (o.a. Tunka®, Torch®) 44 47 49 Kunststof 19 11 6 Bodemas 381 416 450 Vliegas 21 22 22 Rookgasreinigingsresidu 16 14 11 Ferro metalen 41 40 45 Non-ferro metalen 11 10 11 Secundaire brandstoffen 28 22 22 Recyclinghout 28 28 31 Zandproducten 93 64 125 Granulaatproducten 95 191 209 Recyclevezel textiel 3 1 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 21 Kunststof- en kunstgrasrecycling In Wijster hebben wij de nascheiding van kunststoffen uit het huishoudelijk restafval aangevuld met het sorteren van de nagescheiden harde kunststoffen en folies. Nadat de betreffende hal met sorteerlijnen in een bijzonder kort tijdsbestek is gerealiseerd, is de nieuwe installatie in november van het verslagjaar in gebruik genomen. In de nieuwe installatie wordt de kunststofmix, die met behulp van nascheiding uit huishoudelijk afval wordt gehaald, gesorteerd in specifieke monostromen. In Wilp is de scheiding van kunstgras in zand, rubber en kunststof verder opgevoerd. De kwaliteit van de kunststoffractie is met een aantal modificaties in de scheidingsinstallatie aanmerkelijk verbeterd. Energieproductie uit biomassa Eind 2011 tekenden de zogenoemde BOVUS-gemeenten (Bernheze, Oss, Veghel, Uden en Sint-Oedenrode) en Attero een nieuw contract voor de duurzame verwerking van gft- en groenafval. Het gft-afval uit de gemeenten en het overige organisch afval, zoals gras en bladafval, verwerken wij in samenwerking met regionale partners. Voor omzetting van snoeihout in duurzame energie gaan wij in Odiliapeel een nieuwe biomassa-energiecentrale bouwen. Het is de bedoeling dat de installatie medio 2015 in bedrijf is. De opgewekte stoom zal worden toegepast in het productieproces van de lokale aardappelverwerker Peka Kroef. Hiermee geven wij concreet vorm aan de ambitie van de BOVUS-gemeenten om duurzame energie op te wekken in een biomassa-energiecentrale in de eigen regio. Textielrecycling Met het samenwerkingsverband VAR|Frankenhuis hebben wij in 2012 textielrecycling toegevoegd aan het terugwinnen van grondstoffen uit afvalstoffen en de inzet daarvan bij het maken van nieuwe producten. VAR|Frankenhuis is in 2013 als enige partij in Nederland gecertificeerd voor de recycling van zogenoemde ‘vertrouwelijke’ kleding. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om uniformen van leger, politie, brandweer, vliegtuigmaatschappijen. Energieproductie uit brandbaar restafval Composteren en vergisten In 2013 heeft Attero verder vorm gegeven aan het verduurzamen van zijn organische verwerkingscapaciteit. Zo hebben we in Wijster een gft-vergister in gebruik genomen. Daarnaast hebben wij in Tilburg een geheel nieuwe gft-vergister en een separate VGIvergister opgestart voor verwerking van producten uit de Voedingen genotmiddelenindustrie (VGI). Hiermee heeft Attero zijn vergistingscapaciteit voor specifieke stromen uitgebreid naar vijf eenheden. Ze zijn geografisch gelijkmatig over Nederland verdeeld op de locaties Wijster, Wilp, Tilburg en Venlo. Daarmee is Attero koploper binnen de sector om de bewerking van organisch materiaal naar een hoger duurzaamheidsniveau te brengen. Aanvullend hierop heeft Attero een tweetal vergisters voor ONF in gebruik op zijn locaties in Groningen en Wijster. Met de vergisters op onze locaties in Wijster, Tilburg en Venlo produceerden wij ruim 4,9 miljoen m3 groen gas en 15 GWh groene stroom uit het gft-afval. Attero behoort tot de grootste partijen in Nederland voor de productie en levering van groen gas. In het verslagjaar produceerden wij in totaal ruim 11 miljoen m3 van deze duurzame (transport)brandstof. Het onderzoek naar de productie van de grondstof voor bioplastics heeft Attero voortgezet. Samen met de TU Delft en Paques onderzoeken wij of uit het vergistingsproces op onze locatie in Venlo polymeren te destilleren zijn. Die kunnen als grondstof voor bioplastics worden ingezet. Deze ontwikkeling is een typisch voorbeeld van de circulaire economie. Attero heeft op drie locaties installaties voor de verwerking van brandbaar restafval. In Moerdijk hebben wij een afvalenergiecentrale; in Wijster staat een afvalscheidinginstallatie met een afvalenergiecentrale. Beide centrales leveren warmte en (duurzame) elektriciteit. De scheiding- en vergistinginstallatie in Groningen produceert groen gas. Bij de afvalenergiecentrales hebben wij in 2013 de volgende investeringen op het gebied van innovatie gedaan: f YHUEHWHULQJYDQKHWVWRRNJHGUDJHQGHEHVFKLNEDDUKHLGYDQGH afvalenergiecentrale Moerdijk door inbouw van verkleiners bij de afvaltoevoer; f YHUKRJLQJYDQGHHQHUJLHHIILFLÈQWLH5VWDWXVYDQGHDIYDO energiecentrale Wijster door aanpassing van de rookgasreiniging, en de aanleg en in bedrijfname van een warmtenet voor de waterzuivering; f RSWLPDOLVDWLHYDQGHNXQVWVWRIVFKHLGLQJELMGHDIYDOHQHUJLH centrales in Groningen en Wijster; f DDQSDVVLQJYDQGHRQWLM]HULQJVLQVWDOODWLHYRRUVFKRRQVFKURRW In 2013 verwerkten onze installaties gezamenlijk 1.824 kton brandbaar restafval (2012: 1.868 kton). De afvalenergiecentrale Moerdijk leverde met 906 kton het grootste aandeel voor Attero. Wijster verwerkte 791 kton afval. In totaal produceerden wij hieruit in 2013 1.097 GWh elektriciteit (2012: 1.128 GWh). Daarvan kan 54 procent als duurzaam worden aangemerkt. In Groningen wisten we 133 kton om te zetten in 3,9 miljoen m3 groen gas (2012: 3,3 miljoen m3). Operationele prestaties In Moerdijk hebben de programma’s Koploper en Back on Track geleidelijk tot verbeteringen in de productie- en onderhoudsprocessen geleid. Toch hadden we ook in 2013 te kampen met procesverstoringen en intensiever en langer durende revisies. De afvalenergiecentrale Wijster heeft een jaar met prima prestaties achter de rug. De beschikbaarheid van de installatie was zelfs hoger dan verwacht. 22 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Wij hebben bij de afvalenergiecentrale Groningen in 2013 verdere stappen gezet om te komen tot verhoging van het aandeel nagescheiden kunststoffen tot 8 procent. Ook hebben we de gasproductie en -opwerking verder geoptimaliseerd. Energieproductie Energiesoort Herkomst 2013 2012 2011 Elektriciteit (GWh) Verbranding 1.097 1.128 1.203 Vergisting 15 14 14 Stortgas 20 23 23 Zonne-energie 0,004 0,004 0,005 Totaal 1.132 1.165 1.240 Vergisting 5.583 4.299 2.574 Stortgas 6.150 5.939 8.242 11.733 10.238 10.816 709 868 898 Groen gas (x 1.000 m3) Totaal Biogas Stortgas Jaargemiddelde emissies afvalenergiecentrales (in mg/m30) 2013 Component 1] Totaal Moerdijk stof 2012 Wijster Moerdijk 2011 Wijster Moerdijk Wijster Norm 0,6 1,6 0,7 0,9 1,0 0,7 5 1] CO 18 6 23 8 18 8 50 1] SO x 4 9 9 7 21 7 40 1] HCl 4,1 0,4 4,4 0,4 0,1 0,3 10 NH3 1,6 < 1,0 1,7 1,0 0,01 2,42 5 1] C 0,5 1,1 0,9 0,8 0,8 0,9 10 76 60 80 53 80 44 200 < 0,05 < 0,05 <0,05 <0,05 <0,06 <0,05 1 < 0,003 < 0,003 <0,003 <0,003 <0,003 <0,003 0,05 0,02 0,06 <0,05 <0,02 0,03 <0,01 0,1 < 0,02 < 0,02 <0,02 <0,02 <0,01 <0,02 0,05 < 0,1 < 0,1 <0,1 <0,1 <0,05 <0,1 0,5 xHy 1] NO x 2] HF 2] Kwik 2] 3] Dioxines/furanen 2] Cadmium 2] Zware + Thallium metalen 1] Jaargemiddelde 2] Jaargemiddelde 3] in ng TEQ/m30 van het daggemiddelde van de continu gemeten schoorsteenemissies van de periodiek gemeten schoorsteenemissies Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 23 Verhogen energierendement Qua energie-efficiency scoort onze afvalenergiecentrale in Moerdijk het hoogst van alle installaties met R1-status in Nederland. In het verslagjaar hebben wij vier maatregelen doorgevoerd om ook de energie-efficiëntie (R1) van de afvalenergiecentrale Wijster verder te verbeteren: f RPERXZYDQGHURRNJDVUHLQLJLQJYDQGHGHUGHHQODDWVWHOLMQQDDU een zogenoemd SNCR-concept. Dit levert per lijn een aardgasbeparing op van 2 miljoen m3 aardgas; f YHUGHUHJURHLYDQGHZDUPWHOHYHULQJDDQ1REOHVVHGDWLV gevestigd op het naastgelegen Energie Transitiepark MiddenDrenthe (ETP); f DDQOHJYDQHHQZDUPWHOHLGLQJQDDUGHHLJHQZDWHU]XLYHULQJYRRU levering van restwarmte, zonder de productie van elektriciteit negatief te beïnvloeden; f DDQSDVVLQJYDQGHOXFKWFRQGHQVRUYRRUHHQYHUKRJLQJYDQGH elektriciteitsproductie. Revisie We hebben in Wijster in het verslagjaar de overstap gemaakt van een anderhalfjarige naar een tweejarige cyclus voor revisies. Dat betekent dat elke verbrandingslijn één keer in de twee jaar in revisie gaat. De doelstelling is dat dit een positief effect heeft op de beschikbaarheid en dat de kosten voor revisies verder zullen dalen. Deze aanpak vloeit voort uit het Koploper-project. Monitoring van de effecten hiervan vindt plaats met behulp van performance management. Bij onze afvalenergiecentrale Moerdijk zijn wij in 2012 overgestapt van een eenjarige op een anderhalfjarige revisiecyclus. Bij deze installatie hebben wij in 2013 extra geïnvesteerd in een technisch grondigere revisie. Daarbij hebben we structurele, technische verbeteringen in de installatie doorgevoerd. Ook hebben we de uitvoering en planning van de revisies verder verbeterd. Dit alles vormt de basis voor herstel van de prestaties van de installatie in de komende jaren. Storten Attero heeft vier operationele stortplaatsen in respectievelijk Landgraaf, Tilburg, Wijster en Wilp. Op deze locaties kunnen wij de komende decennia op milieuverantwoorde wijze specifieke afvalstromen storten die volgens de wet daarvoor in aanmerking komen. Het gaat dan om stoffen die niet zijn te benutten voor hergebruik, composteren of verbranden. Op onze stortlocaties is in 2013 229 kton afval ter verwerking aangeboden (2012: 228 kton). Naast de vier operationele stortplaatsen beheren wij een groot aantal gesloten stortplaatsen. Hier richten onze werkzaamheden zich op vergunningverplichtingen zoals terreinbeheer, controle en rapportage, het organiseren van afdekprojecten en het opstellen en actualiseren van diverse (nazorg)plannen. Daarmee voorkomen we tot in lengte van jaren dat deze stortplaatsen nadelige invloed op het milieu zouden hebben. Met het stortgas dat wij aan onze stortplaatsen onttrekken, produceerden wij in 2013 20 GWh elektriciteit (2012: 23 GWh) en ruim 6 miljoen m3 groen gas (2012: 5,9 miljoen m3). Op onze stortplaatsen in Tilburg en Haps werken wij intensief samen met de lokale waterschappen om het stortgas en het biogas van de rioolwaterzuiveringsinstallaties om te zetten in groen gas en in elektriciteit. In 2013 is met waterschap AA en Maas een overeenkomst gesloten voor het zuiveren van het percolaat van de stortplaats Haps en het omzetten van het aan de stortplaats onttrokken biogas in groene elektriciteit. In het verslagjaar is weer een deel van de stortplaats in Wijster voorzien van een definitieve bovenafdichting. Bufferen brandbaar afval Door middel van het bufferen van afval kunnen we seizoensinvloeden en effecten van onderhoudswerkzaamheden in de afvalenergiecentrales opvangen. De vier operationele stortplaatsen beschikken alle over buffercapaciteit. Eind 2013 was 228 kton brandbaar afval in buffers voorradig (2012: 187 kton). Duurzaam stortbeheer Het verduurzamen van stortplaatsen door intensieve percolatie is met het voorstel voor de Emissietoetswaarden een stap dichterbij gekomen. De Advieskamer Stortbesluit buigt zich over de vraag of uitstel van bovenafdichting in de periode dat de pilotprojecten worden uitgevoerd, waaronder op de stortplaats Bergen op Zoom van Attero, haalbaar is. Herziening nazorgplannen Voor alle stortplaatsen van Attero zijn nazorgplannen ingediend bij respectievelijk de provincies Drenthe, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. Voor enkele stortplaatsen zijn inmiddels de beschikkingen afgegeven. 24 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Financiële ontwikkelingen Attero heeft in 2013 een negatief netto resultaat gerealiseerd van EUR 67,2 miljoen. Dit is fors lager dan in 2012 toen het netto resultaat EUR 8,1 miljoen positief bedroeg. Het negatieve resultaat van 2013 is met name veroorzaakt door een aantal bijzondere gebeurtenissen in het verslagjaar. De extra kosten voor deze bijzondere gebeurtenissen in 2013 bedroegen ruim EUR 96 miljoen. In de eerste plaats is naar aanleiding van de uitkomsten van het proces tot mogelijke verkoop een impairmentanalyse uitgevoerd. Nieuwe inzichten en omstandigheden, die met name in het tweede halfjaar van 2013 naar voren zijn gekomen, zoals lagere gerealiseerde tarieven bij aanbestedingen en verslechtering in de resultaten bij recycling, hebben geresulteerd in een bijzondere waardevermindering van de activa van EUR 65 miljoen. Ten behoeve van het proces tot mogelijke verkoop heeft Attero eenmalige kosten gemaakt voor strategische heroriëntatie, verkoopvoorbereiding, procesbegeleiding en adviseurs ter grootte van EUR 8 miljoen. Voor de herstructurering en personeelsreductie is een herstructureringsvoorziening gevormd van EUR 21 miljoen. Overige bijzondere personeelskosten bedroegen EUR 2 miljoen. De omzet over 2013 bedraagt EUR 328 miljoen (2012: EUR 325 miljoen). De aanvoer van afval en de afzet van de daaruit teruggewonnen grondstoffen lagen op een goed niveau. Prijzen van afvalstromen stonden echter onder druk, evenals de prijzen voor geproduceerde energie. De bedrijfskosten bedroegen EUR 330 miljoen en waren substantieel hoger dan in 2012 (EUR 243 miljoen). De belangrijkste oorzaken voor de hogere kosten zijn hiervoor al benoemd: de bijzondere waardevermindering van bepaalde activa, de kosten voor het proces tot mogelijke verkoop en het vormen van de herstructureringsvoorziening. Het bedrijfsresultaat is uitgekomen op EUR -51 miljoen (2012: EUR 34 miljoen). Omzet en brutomarge De omzet over 2013 bedroeg EUR 328 miljoen (2012 EUR 325 miljoen). De brutomarge bedroeg in 2013 EUR 264,7 miljoen (2012: EUR 266,7 miljoen). De brutomarge voor brandbaar restafval nam ten opzichte van 2012 toe met per saldo EUR 8,3 miljoen. De omzet van brandbaar restafval liet enerzijds een daling zien vanwege de neerwaartse ontwikkeling van het aanbod van brandbaar restafval van huishoudens en bedrijven in Nederland (72 kton ten opzichte van 2012). Anderzijds compenseerde de import van 224 kton brandbaar restafval uit het Verenigd Koninkrijk deze lagere binnenlandse aanvoer - op volume - ruimschoots. De aanvoer van organische stromen was met 493 kton in 2013 hoger dan in 2012 (2012: 485 kton). Als gevolg van gemiddeld lagere tarieven in 2013 daalde de omzet echter met EUR 0,5 miljoen ten opzichte van 2012. Bij minerale stromen was er met name door astbeststromen in 2013 sprake van een hogere aanvoer ten opzichte van 2012. Dit resulteerde per saldo in een hogere omzet van EUR 1,9 miljoen ten opzichte van 2012. De energie-opbrengst daalde ten opzichte van 2012. Vanwege een schade aan de naastgelegen warmtekrachtcentrale in Moerdijk kon een deel van de stoomproductie namelijk niet worden omgezet in elektriciteit. Hierdoor ontstond een derving van omzet en SDEsubsidie van EUR 4,4 miljoen. Daarnaast is in 2013 een correctie op de omzet van EUR -3,8 miljoen doorgevoerd als gevolg van een lopend dispuut. Hogere gasopbrengsten en lagere inkoopkosten voor energie compenseerden deze correctie enigszins (EUR 2,5 miljoen). De marge van ferro en non ferro metalen was in 2013 lager (EUR -1,2 miljoen) als gevolg van gemiddeld lagere tarieven bij licht gestegen volumes. Afzet van reststromen en externe verwerking van brandbaar afval - inclusief logistieke kosten - tonen een stijging ten opzichte van 2012. Naast meer externe verwerking - 94 kiloton -, pakten ook de gemiddelde verwerkingskosten en handling- en logistieke kosten hoger uit als gevolg van buffering van afval. De opbrengsten die voortkwamen uit de afzet van kunststoffen en bodemassen, zorgden voor een drukkend effect op de kosten. Het totaaleffect op de kosten en marge van afzet van reststromen was een toename van EUR 6,3 miljoen. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 25 In 2013 werd een neerwaartse bijstelling doorgevoerd in de pré-nazorgvoorziening van de stortplaats in Wijster. Dit was het gevolg van een correctie op de waterzuiveringskosten voor nietstort gerelateerde activiteiten. Naast deze bijstelling heeft er een aanpassing van de rekenrente en een nadere aanpassing van de nazorgvoorzieningen plaatsgevonden. Het uiteindelijke effect van alle aanpassingen (naast de reguliere) binnen de stortvoorzieningen ten opzichte van 2012 bedraagt EUR 1,8 miljoen. De overige bedrijfsopbrengsten bedroegen EUR 14,2 miljoen (2012: EUR 10,3 miljoen). Die stijging in is met name het gevolg van een uitkering over een schade in 2001 bij VAR (effect EUR 6,0 miljoen). Ook lagere subsidieopbrengsten, vooral vanwege schade aan de warmtekrachtcentrale in Moerdijk, droegen hieraan bij. In zowel 2013 als 2012 werd een perceel grond verkocht, per saldo een voordeel ten opzichte van 2012 van EUR 0,2 miljoen. De resterende overige bedrijfsopbrengsten – onder andere in de vorm van huuropbrengsten - lagen EUR 0,8 miljoen lager dan in 2012. De brutomarge, inclusief overige bedrijfsopbrengsten, is in 2013 uitgekomen op EUR 279,0 miljoen en is hiermee EUR 2,0 miljoen hoger dan in 2012 (2012: EUR 277 miljoen). Bedrijfskosten De totale bedrijfskosten bedroegen in 2013 EUR 329,7 miljoen (2012: EUR 242,8 miljoen). De personeelskosten zijn met EUR 21,5 miljoen gestegen naar EUR 93,8 miljoen (2012: EUR 72,3 miljoen). Deze toename werd hoofdzakelijk veroorzaakt door het treffen van de reorganisatievoorziening met betrekking tot de reorganisatie van Attero (EUR 21,2 miljoen). Daarnaast drukten een jaarlijkse loonstijging (periodieken/CAO stijging/harmonisatie VAR) en een stijging van de pensioenlasten op de personeelskosten. Lagere kosten voor inhuur, lagere opleidingskosten en lagere overige personeelskosten zorgden echter ook voor een verlaging van de personeelskosten. Het aantal FTE’s (2013: 727 FTE) - eigen medewerkers - is gedaald ten opzichte van vorig jaar (2012: 787 FTE). De afschrijvingskosten en kosten voor bijzondere waardevermindering namen in 2013 met EUR 51,1 miljoen toe ten opzichte van 2012. De belangrijkste reden daarvoor is de uitgevoerde afwaardering van de activa met EUR 64,7 miljoen. In 2012 had ook een bijzondere afwaardering van activa plaatsgevonden met EUR 19,5 miljoen (saldo effect afwaarderingen EUR -45,2 miljoen). De afschrijvingskosten stegen door met name hogere onderhoudsinvesteringen in het jaar 2012 bij de verbrandingsinstallaties. Ook zijn er hogere afschrijvingen in 2013 door nieuwe investeringen in ICT in 2012. In 2013 heeft er tevens een bijzondere waardevermindering plaatsgevonden op de installatie in Spijk van EUR 2,1 miljoen. De directie heeft in 2013 het besluit genomen om de locatie Spijk in 2014 te sluiten. De kosten van uitbesteed werk, materialen en andere externe kosten bedroegen in 2013 EUR 70,6 miljoen (2012: EUR 64,7 miljoen). Deze toename werd voor een belangrijk deel veroorzaakt door toegenomen advieskosten in het kader van de strategische heroriëntatie en mogelijke verkoop van Attero. Tevens zijn er voorbereidingskosten gemaakt voor een warmteproject. Daarnaast zijn in 2013 minder kosten gemaakt voor campagnes en overige communicatiemiddelen. De kosten voor het reguliere civiele onderhoud aan de installaties van verbranden en converteren waren in 2013 lager. Er was in 2013 wel een toename te constateren van kosten voor inhuur van materieel/logistiek, huur en onderhoud van gebouwen en ICT-kosten. Ook hebben wij een een herrubricering doorgevoerd van kosten voor chemicaliën vanuit de bruto marge. Het totaaleffect van deze ontwikkelingen was per saldo nihil ten opzichte van 2012. De overige bedrijfskosten bedroegen in 2013 EUR 6,5 miljoen (2012: EUR -1,8 miljoen); een stijging met EUR 8,3 miljoen. De stijging van deze kosten was met name het gevolg van het vrijvallen van voorzieningen in 2013 en 2012 (saldo effect EUR 5,1 miljoen). Lagere kosten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling compenseerden de stijging van de verzekeringskosten vanwege onder andere gestegen assurantiebelasting. Resultaat voor rente en belasting (EBIT) Het bedrijfsresultaat van EUR -50,7 miljoen in 2013 was EUR 84,9 miljoen lager dan in 2012. Het bedrijfsresultaat is in sterke mate negatief beïnvloed door de drie eerder genoemde bijzonderheden in 2013: de bijzondere waardevermindering van activa, de kosten voor strategische heroriëntatie en voorbereiding en begeleiding van het proces tot voorgenomen verkoop, en de kosten voor herstructurering. Financiële baten en lasten Het saldo van de financiële baten en lasten bedroeg EUR 11,2 miljoen negatief (2012: EUR 14,2 miljoen negatief); een afname van EUR 3,0 miljoen. Afname van dit negatieve resultaat komt voort uit aflossingen van leningen en oprenting van voorzieningen, inclusief beleggingsresultaat op stortvoorzieningen. Belasting De effectieve belastingdruk over 2013 bedroeg -8,5 procent (2012: 59,4 procent). Verliezen en tijdelijke verschillen waarvoor wij op voorzienbare termijn geen compensatiemogelijkheid zien, beïnvloeden de belastingen in 2012 en in 2013. 26 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Resultaat na belastingen Het resultaat na belastingen in 2013 was EUR -67,2 miljoen en daarmee per saldo EUR 75,3 miljoen lager dan 2012. Dit werd naast de operationele ontwikkelingen binnen het bedrijfsresultaat mede veroorzaakt door het hogere financieringsresultaat en de lagere belastinglast (effect EUR +6,6 miljoen). Het totale resultaat, toe te rekenen aan de aandeelhouders van Attero Holding NV, bedraagt EUR -70,3 miljoen en is daarmee EUR 74,4 miljoen lager dan in 2012. Naast het lagere resultaat na belastingen (effect ten opzichte van 2012 EUR 75,3 miljoen) werd dit veroorzaakt door een lager resultaat derden (effect EUR 0,9 miljoen negatief) met name als gevolg van een lager netto resultaat bij AEC Moerdijk. Een andere financiële doelstelling is de ‘return on invested capital’ (ROIC), ofwel het behaalde rendement op het geïnvesteerde vermogen, waarbij een streefwaarde van 10 procent wordt gehanteerd. In 2013 komt de ROIC met -10,9 procent lager uit dan de doelstelling (2012: 6,5 procent). Evenals in 2012 is de ROIC in 2013 nadrukkelijk beïnvloed door de extra afschrijvingen op vaste activa. Een belangrijk onderdeel van de strategie van Attero is de ontwikkeling van nieuwe activiteiten gericht op innovatieve groei. Nieuwe investeringen hebben mogelijk een dempend effect op de ontwikkeling van de ROIC en de solvabiliteit. Kasstroom Vooruitzichten 2014 In 2013 bedroeg de totale vrije kasstroom EUR 36,2 miljoen (2012: EUR 37,4 miljoen). De investeringen in 2013 in financiële, materiële en immateriële vaste activa bedroegen EUR 71,6 miljoen. Ze zijn daarmee vrijwel gelijk aan de investeringen in 2012 (EUR 71,7 miljoen). De investeringen in 2013 hebben zowel betrekking op groot onderhoud aan de afvalenergiecentrales als op investeringen in innovatieve groei-initiatieven. Volumes en verwerkingstarieven van het aangeboden afval, energieopbrengsten, kosten voor de afzet van reststromen en operationele kosten waaronder afschrijvingen bepalen in belangrijke mate de financiële ontwikkeling van Attero. Attero verwerkt brandbaar, organisch en mineraal afval in uitstekende en moderne productiefaciliteiten. Ten behoeve van deze faciliteiten hebben wij meerjarige contracten voor afvalverwerking met gemeentelijke overheden en bedrijven afgesloten. Een deel van deze contracten loopt in 2014 af; andere contracten in de jaren daarna. Een deel van de aflopende contracten is inmiddels via aanbestedingen herwonnen. Daarbij gaat het onder meer om de verwerking van brandbaar restafval en gft-afval voor de Limburgse gemeenten en voor enkele Brabantse regio’s. Door ontwikkelingen in wetgeving en een actief overheidsbeleid gericht op het verminderen van het vrijkomen van afvalstromen, zien wij een autonome afname van afvalaanbod op bestaande Nederlandse, gemeentelijke contracten. Dit heeft naar verwachting een drukkend effect op omzet en bedrijfsresultaat. Financiering Attero had eind 2013 in totaal EUR 102 miljoen aan externe financieringen uitstaan en hadden vooral betrekking op de afvalenergiecentrale in Moerdijk. In 2013 werd EUR 43 miljoen op bestaande externe financieringen afgelost. Eind 2013 had Attero de beschikking over EUR 123 miljoen aan liquide middelen (2012: 145 miljoen). De geldmiddelen werden belegd in deposito’s en geldmarktfondsen of aangehouden als banksaldi op spaarrekeningen. Er werden geen aandelen gehouden. Voor de beleggingen is een beleggingsbeleid opgesteld. Hierin staan onder meer de richtlijnen geformuleerd voor de beheersing van risico’s en het optimaliseren van het rendement binnen de daarvoor gestelde kaders. Daarnaast worden strikte eisen gesteld aan de instellingen die de gelden beheren. Financiële doelstellingen Attero streeft naar een duurzame waardeontwikkeling voor al zijn stakeholders. Het financiële beleid is gericht op een stabiele en voorspelbare kasstroomontwikkeling en de ontwikkeling van een gezonde en sterke balans. Ten aanzien van de financieringsstructuur hanteert Attero een doelstelling van een minimale solvabiliteit van 35 procent. De solvabiliteit ultimo 2013 daalde naar 29,4 procent (2012: 35,3 procent) en komt daardoor uit beneden de beoogde doelstelling. Oorzaak is met name gelegen in de uitgevoerde bijzondere afwaardering die een neerwaartse impact heeft op het eigen vermogen. Ten aanzien van elektriciteitsproductie en -tarieven verwachten wij dat in 2014 productie en omzet op een vergelijkbaar niveau zullen liggen als in 2013. Voor de onderhoudsinvesteringen in de afvalenergiecentrales is de verwachting dat in 2014 de investeringen op een lager niveau komen dan 2013 als gevolg van het operational excellence- programma Koploper. De verwachting in 2012 dat de vergelijkbare kosten in 2013 lager zouden uitvallen dan in 2012, is niet uitgekomen. In 2014 zijn groei-investeringen gepland die wij financieren uit de eigen kasstroom. Dit betreft onder andere een biomassa-energiecentrale en een groengasleiding. In 2014 werken wij verder aan de versterking van het portfolio van afval, onder meer door aanbestedingen van huishoudelijk afval, bedrijfsafvalcontracten en import van buitenlands afval. Daarnaast zullen wij veel aandacht besteden aan de uitvoering van de ingezette reorganisatie en personeelsreductie. Dat moet leiden tot verdere efficiency van de organisatie en tot kostenreductie. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 27 Algemene informatie Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 29 Corporate governance Attero Holding NV is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht, waarop het wettelijk structuurregime van toepassing is. De aandelen in Attero worden gehouden door Nederlandse provincies en gemeenten. Met het oog op zijn maatschappelijke rol en positie heeft Attero besloten vrijwillig de Nederlandse corporate governance code zoveel mogelijk te volgen. Deze code is verplicht van toepassing voor beursgenoteerde Nederlandse vennootschappen. De Nederlandse corporate governance code kent het principe van toepassen of uitleggen (comply or explain). De wijze waarop Attero hieraan uitvoering geeft, is gepubliceerd op de website www.attero.nl. Algemene Vergadering van Aandeelhouders Op 26 april 2013 vond in ‘s-Hertogenbosch de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Attero Holding NV plaats. In deze vergadering is de stand van zaken bij de realisatie van de strategie van Attero besproken. Daarnaast werd de jaarrekening 2012 goedgekeurd en hebben de benoeming van enkele leden van de Aandeelhouderscommissie en herbenoeming van een lid van de Raad van commissarissen plaatsgevonden. Aandeelhouderscommissie Attero kent een statutaire Aandeelhouderscommissie. Deze commissie is een vertegenwoordiging van de aandeelhouders ten behoeve van overleg tussen de aandeelhouders, de Raad van Commissarissen en het bestuur van Attero Holding. De Aandeelhouderscommissie, de Raad van Commissarissen en de Directie hebben een convenant opgesteld, waarin afspraken zijn vastgelegd over de onderlinge samenwerking. In het convenant is tevens het versterkte recht van aanbeveling voor een derde deel van de Raad van Commissarissen opgenomen. De Aandeelhouderscommissie bestond in 2013 uit de volgende leden: f QDPHQVGHSURYLQFLH1RRUG%UDEDQWGHKHHU/:/3DXOL (gedeputeerde provincie Noord-Brabant). De heer Pauli is voorzitter van de Aandeelhouderscommissie; f QDPHQVGHSURYLQFLH2YHULMVVHOPHYURXZ,$%DNNHU (gedeputeerde provincie Overijssel). Mevrouw Bakker is vice-voorzitter van de Aandeelhouderscommissie; f QDPHQVGHSURYLQFLH/LPEXUJGHKHHU(-.RSSHJHGHSXWHHUGH provincie Limburg); f QDPHQVGHSURYLQFLHV*URQLQJHQ'UHQWKHHQ)OHYRODQG de heer W.J. Moorlag (gedeputeerde provincie Groningen); f QDPHQVGH%UDEDQWVHJHPHHQWHQGHKHHU-:)+RVNDP (wethouder gemeente Den Bosch); f QDPHQVGH9(*$//LPEXUJVHJHPHHQWHQGHKHHU,)7%XVVHU (wethouder gemeente Venray). De heer Busser volgde in 2013 de heer Terpstra op en werd benoemd als lid van de Aandeelhouderscommissie; f QDPHQVGH9(*$111RRUGHOLMNHJHPHHQWHQ mevrouw J.A. Visscher (wethouder gemeente Groningen). Secretaris van de Aandeelhouderscommissie is mevrouw M.D.G. Jochemsen. De Aandeelhouderscommissie biedt de mogelijkheid aan aandeelhouders om via de vertegenwoordiging aanbevelingen te doen aan de Directie en de Raad van Commissarissen. Directie en commissarissen hebben met de Aandeelhouderscommissie in de loop van 2013 diverse keren gesproken over de realisatie van de strategie en de reorganisatie. Om een goed en zorgvuldig proces tot mogelijke verkoop mogelijk te maken, heeft de onderneming een intensief traject van voorbereidingen doorlopen. In dit traject is nauw samengewerkt met de adviseurs van de Aandeelhouderscommissie en heeft periodiek afstemming plaatsgevonden met de Aandeelhouderscommissie, met name over planning en mijlpalen. 30 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Raad van Commissarissen Honorering en beloningsbeleid De Raad van Commissarissen heeft een profielschets waarin de omvang en de samenstelling van de Raad staan beschreven. De AvA benoemt commissarissen op basis van een voordracht door de Raad. De Aandeelhouderscommissie heeft een versterkt recht van aanbeveling voor een derde van het aantal leden van de Raad van Commissarissen. De Ondernemingsraad heeft een versterkt voordrachtrecht voor de benoeming van één commissaris. De commissarissen zijn allen onafhankelijk in de zin van de Nederlandse corporate governance code. Directie In 2010 zijn de strategie en positionering van Attero vastgesteld. De Raad van Commissarissen heeft, op advies van de Remuneratieen selectiecommissie, het beloningsbeleid voor de Directie opgesteld. De AvA heeft dit beleid op 20 april 2011 vastgesteld, op voorstel van de Raad van Commissarissen, na voorafgaande bespreking met de Aandeelhouderscommissie. De Raad van Commissarissen benoemt uit zijn leden een voorzitter. De Raad van Commissarissen kent drie vaste commissies; een Auditcommissie, een gecombineerde Remuneratie- en selectiecommissie en sinds het verslagjaar een Commissie Juridische Zaken en Governance. Voor de commissies is een reglement vastgesteld dat taken en bevoegdheden nader regelt. Jaarlijks evalueert de Raad van Commissarissen zijn functioneren en dat van de individuele commissarissen. In 2013 heeft de evaluatie geleid tot verbeterpunten die inmiddels doorgevoerd. De samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn commissies is opgenomen op pagina 101 van dit Jaarverslag. Het reglement van de Raad van Commissarissen en zijn commissies, de profielschets van de Raad van Commissarissen en diens rooster van aftreden, en het reglement van de Aandeelhouderscommissie Attero Holding NV zijn gepubliceerd op de website www.attero.nl. Bestuur Attero kent een éénhoofdige Directie, die is benoemd door de Raad van Commissarissen. De Remuneratie- en selectiecommissie van de Raad van Commissarissen stelt in overleg met de Directie de werkverdeling vast. Raad van Commissarissen De AvA heeft het beloningsbeleid voor de Raad van Commissarissen op 20 april 2011 vastgesteld, na voorafgaande bespreking met de Aandeelhouderscommissie. Variabele beloning Jaarlijks stelt de Raad van Commissarissen, na advies van de Renumeratie- en selectiecommissie, de balanced score card vast voor het variabele deel van de beloning van de Directie. De Directie stelt de balanced score card voor het management en het overige personeel vast. De daarbij voor 2013 gehanteerde wegingsfactoren zijn: 40 procent financieel, 26 procent operationeel, 26 procent strategie en organisatie en 8 procent veiligheid en personeel. Naleving van relevante wetgeving op het gebied van corporate governance Met ingang van 1 januari 2013 is de Wet Bestuur en Toezicht van kracht geworden. Hierin zijn bepalingen opgenomen om te komen tot een evenwichtige verdeling van zetels van het bestuur en de Raad van Commissarissen van een vennootschap tussen mannen en vrouwen. Deze evenwichtige verdeling houdt in dat zowel vrouwen als mannen ten minste 30 procent van de zetels van de Raad van Commissarissen en het bestuur bezetten. Attero heeft een éénhoofdig bestuur. De Raad van Commissarissen bestaat uit vijf personen, waarvan twee vrouwen. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 31 Risicobeheersing en compliance Risicobeheersing is een integraal onderdeel van het besturingsmodel van Attero. Wij hanteren een systeem voor risicobeheersing dat is gebaseerd op het Enterprise Risk Management model van COSO. Attero’s strategie en doelstellingen zijn het uitgangspunt voor de risicobeheersing. Het systeem is gericht op het signaleren en beheersen van risico’s om Directie en management te ondersteunen bij het uitvoeren van de strategie en het realiseren van de bedrijfsdoelstellingen. Daarnaast ondersteunt het systeem van risicomanagement het naleven van wet- en regelgeving en het borgen van de betrouwbaarheid van de financiële rapportages. Attero onderscheidt drie verdedigingslinies in het risicobeheersingmodel. De eerste linie betreft de primaire verantwoordelijkheid voor het beheersen van individuele risico’s. Dit is belegd bij het lijnmanagement en het projectmanagement op alle niveaus in de organisatie. De tweede linie betreft de interne ondersteuning en monitoring van de uitvoering van risicobeheersing en het rapporteren daarover aan de Directie. Deze linie komt voor rekening van de afdeling Externe Verslaglegging & Risicobeheersing. De externe accountant vormt de derde verdedigingslinie. Adviezen van de externe accountant met betrekking tot interne beheersmaatregelen worden binnen de organisatie belegd. Compliance is een verbijzonderd onderdeel van de benadering van risicobeheersing die Attero heeft gekozen voor niet-financiële risico’s en toepasselijke wet- en regelgeving. Vanwege de complexiteit en het belang van compliance binnen Attero is dit onderdeel afzonderlijk belegd bij de compliance officer. Deze bewaakt en registreert compliancerisico’s en -issues en rapporteert daarover zelfstandig aan de Directie. Risicotolerantie Attero’s risicotolerantie is afhankelijk van onder andere de strategische doelstellingen en financiële positie van het bedrijf. Zowel het vermogen om risico’s op te vangen als de bereidheid om risico’s te lopen worden regelmatig vastgesteld. We vergelijken de uitkomsten daarvan met de actuele risico’s die Attero op dat moment loopt. Wij zijn bereid met name financiële risico’s zelf te dragen. Op de gebieden veiligheid en compliance is de risicotolerantie zeer laag. Financiële risico’s die blijven bestaan na genomen beheersingsmaatregelen en die Attero niet wil dragen, hebben wij overgedragen aan verzekeraars. Risico’s op strategisch niveau Attero inventariseert en analyseert risico’s op strategisch niveau, onder andere door twee keer per jaar risico-inventarisaties uit te voeren, en legt deze vast in het risicoregister. De belangrijkste risico’s stellen wij aan de orde in de Risicorapportage. Twee keer per jaar stelt de Directie de Risicorapportage vast. Deze wordt besproken met de Auditcommissie en gepresenteerd aan de Raad van Commissarissen. Risico’s van energiehandel Vanwege het bijzondere karakter van de energiehandelsactiviteiten heeft Attero beleid ontwikkeld en zijn specifieke procedures en instrumenten ingericht met als doel de risico’s van energiehandel te beperken. Zowel over de uitvoering van het beleid als over de effecten van de genomen maatregelen wordt periodiek aan de Directie gerapporteerd. Frauderisico’s Attero hecht groot belang aan de kernwaarde ‘betrouwbaarheid’ en hanteert daarom onder andere een Frauderegeling en een Regeling Vermeende Misstanden (Klokkenluiderregeling). Voor beide regelingen hebben wij meldpunten ingericht. Na actualisatie van de regelingen in 2010 hebben wij het personeel op de hoogte gebracht van de afspraken. In 2013 is één fraudemelding ontvangen. Deze melding is intern onderzocht. Hieruit is gebleken dat het gaat om een tekortkoming in het naleven van interne procedures, zonder belangrijke financiële consequenties. De uitkomsten van het onderzoek zijn gerapporteerd aan de Directie. In 2013 zijn geen meldingen van vermeende misstanden ontvangen. 32 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Overzicht van belangrijkste risico’s De belangrijkste risico’s die in 2013 aan de orde zijn gesteld in de Risicorapportage, zijn hierna beknopt weergegeven. Wijziging rekenrente en disconteringsvoet nazorgvoorzieningen, volatiliteit van beleggingsrendementen van nazorgfondsen Attero bouwt doelvermogens op voor de eeuwigdurende nazorgverplichtingen van stortplaatsen. Deze doelvermogens dragen wij op een vastgesteld moment over aan provincies. De hoogte van de doelvermogens is onder andere gebaseerd op de rekenrente die de provincies hanteren voor de periode na het overdrachtsmoment. Indien provincies de rekenrente aanpassen, heeft dat effect op de hoogte van de doelvermogens die Attero moet opbouwen. De provincies waar stortplaatsen aanwezig zijn, beheren een substantieel deel van de nazorgvoorzieningen voor die stortplaatsen. De zogenoemde nazorgfondsen van de provincies bepalen het beleggingsbeleid van de nazorggelden. De primaire verantwoordelijkheid voor het bereiken van de doelvermogens voor de nazorgvoorzieningen ligt bij de provinciale fondsen zelf. Attero is verantwoordelijk voor aanvulling van eventuele tekorten bij de nazorgfondsen. Wij overleggen intensief met de betrokken provincies over het beleggingsbeleid en de waardeontwikkeling van de door de nazorgfondsen belegde vermogens. Onzekerheden in de ontwikkeling van nieuwe activiteiten Attero heeft een strategie gekozen waarbinnen wij nieuwe activiteiten ontwikkelen met focus op de relatie met cliënten, innovatie en duurzaamheid. Naast de onzekerheid of wij groeiinitiatieven kunnen realiseren, bestaat de onzekerheid over het moment waarop nieuwe initiatieven tot rendement gaan leiden. Wij leggen binnen de organisatie nadrukkelijk focus op de uitvoering van de nieuwe strategie en monitoren de voortgang daarvan voortdurend en sturen waar nodig bij. Eindigheid van stoomleveringscontract afvalenergiecentrale Moerdijk Attero levert met zijn afvalenergiecentrale in Moerdijk stoom aan de naastgelegen warmtekrachtcentrale. Het stoomleveringscontract loopt in 2017 af. Attero bespreekt contractvernieuwing voor levering aan de warmtekrachtcentrale en ontwikkelt tevens alternatieven voor de afzet of het gebruik van stoom. Herinvoering stortbelasting en verbrandingsbelasting In 2014 wordt de afvalstoffenbelasting heringevoerd. Voor het storten van afval geldt met ingang van april 2014 een stortbelasting. Daarnaast bestaat het risico dat in de toekomst een verbrandingsbelasting geheven wordt. De invoering van een verbrandingsbelasting zal leiden tot mogelijk hogere kosten voor de sector en tot een ongelijk internationaal speelveld op de afvalverwerkingsmarkt. Druk op verwerkingstarieven door afnemend afvalaanbod en toenemende verwerkingscapaciteit Het afvalaanbod van bedrijven en huishoudens neemt af als gevolg van de maatschappelijke trend om minder afval te genereren en meer afval te scheiden. Tevens is er de afgelopen jaren overcapaciteit ontstaan in de afvalverbrandingsmarkt. Door deze twee aspecten staan de verwerkingstarieven onder druk. Met het invullen van een evenwichtig verdeeld contractportfolio reduceren wij het risico dat de verbrandingscapaciteit van Attero niet volledig zal worden benut. Beschikbaarheid afvalenergiecentrales De beschikbaarheid van de afvalenergiecentrales van Attero is van cruciaal belang voor de operationele en financiële resultaten. Een langer dan geplande niet-beschikbaarheid van de centrales heeft een negatieve invloed op de verwerkingscapaciteit van de centrales en op de productie van (duurzame) energie. Wij optimaliseren de beschikbaarheid van de centrales door middel van een zorgvuldige onderhoudsstrategie en professioneel operationeel management. Discontinueren van afvalimportcontracten Attero importeert afval om de afname van het binnenlandse aanbod op te vangen. Realisatie van verbrandingscapaciteit in het buitenland, of regulering door overheden, kan de import in de toekomst doen afnemen. Volatiliteit van prijzen van ferro’s en non-ferro’s De verwerking van afval in de afvalenergiecentrales resulteert in een aantal restproducten die Attero afzet. Ferro en non-ferro metalen zijn restproducten met een positieve prijs. Marktbewegingen zijn van invloed op de prijzen voor afzet van deze metalen. Onvoldoende kostenbesparing De kostprijs van onze dienstverlening moet dalen om aantrekkelijke tarieven te kunnen bieden en tevens financieel gezond te blijven. Om kostprijsdaling te realiseren heeft Attero een kostenbesparingsprogramma gestart en in 2013 belangrijke stappen gezet. Indien wij de doelstellingen van dit programma niet realiseren, heeft dit direct gevolgen voor het kostprijsniveau en daarmee voor onze concurrentiekracht. Procedures Een belangrijke procedure is de procedure met Shanks. In 2010 is de tariefsystematiek voor de verwerking van gft-afval van de Brabantse gemeenten geactualiseerd. De firma Shanks heeft hierin aanleiding gezien om de rechtsgeldigheid van onze gftverwerkingscontracten met de Brabantse gemeenten aan te vechten. In februari 2014 heeft het Hof Den Bosch tussenvonnis gewezen. Partijen zijn in afwachting van het eindarrest. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 33 Bestuurdersverklaring Nieuwe en aangescherpte doelstellingen, veranderingen in wet- en regelgeving en wijzigingen in de organisatiestructuur en bedrijfsprocessen zijn telkens aanleiding om de toereikendheid van het systeem van risicobeheersing van Attero opnieuw te bezien. Daarom zal ook in 2014 de toereikendheid van het systeem van risicobeheersing voortdurend en zorgvuldig worden bewaakt. Als dat noodzakelijk is, worden optimalisaties in het systeem doorgevoerd om uiteindelijk de kans op het realiseren van de zelfgekozen en opgelegde doelstellingen te vergroten. Toch kan er geen absolute zekerheid worden gegeven over het realiseren van de beoogde doelstellingen. Onvoorziene gebeurtenissen, bewuste of onbewuste menselijke fouten of vergissingen kunnen aanzienlijke gevolgen hebben. Deze beperking is echter noodzakelijkerwijs verbonden aan alle risicobeheersing- en controlesystemen. Hiermee rekening houdend, kan de Directie met een redelijke mate van zekerheid verklaren dat: f GHILQDQFLÈOHUDSSRUWDJHVJHHQRQMXLVWKHGHQYDQPDWHULHHOEHODQJ bevatten en dat de controlemaatregelen hieromtrent naar behoren hebben gewerkt; f ULVLFRVGLHGHUHDOLVDWLHYDQVWUDWHJLVFKHHQRSHUDWLRQHOH doelstellingen kunnen belemmeren, zijn geïdentificeerd en er maatregelen zijn getroffen om te voorkomen dat deze risico’s zich zouden voordoen, dan wel dat de negatieve consequenties daarvan tot een acceptabel niveau worden gereduceerd; f RQWZLNNHOLQJHQRSKHWJHELHGYDQUHOHYDQWHH[WHUQHZHWHQ regelgeving nauwlettend worden gevolgd en indien noodzakelijk de consequenties daarvan zijn vertaald naar nieuwe of gewijzigde beheersingsmaatregelen. Jaarrekening 2013 Attero Holding NV 36 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Inhoudsopgave Pagina Geconsolideerde jaarrekening 2013 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 Geconsolideerde winst- en verliesrekening Geconsolideerde balans Geconsolideerd kasstroomoverzicht Geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 40 41 42 43 44 Toelichtingen op de geconsolideerde jaarrekening Grondslagen voor de financiële verslaggeving Netto-omzet uit hoofde van leveringen van goederen en diensten Overige bedrijfsopbrengsten Personeelskosten Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen Kosten uitbesteed werk, materialen en andere externe kosten Overige bedrijfskosten Financiële baten en lasten Winstbelasting Acquisities Materiële vaste activa Vastgoedbeleggingen Immateriële vaste activa Overige financiële activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen Eigen vermogen Rentedragende verplichtingen (langlopend) Voorzieningen Overige langlopende verplichtingen Rentedragende verplichtingen (kortlopend) Handelsschulden en overige te betalen posten Doelstelling en beleid inzake beheer van financiële risico’s Toelichting op kasstroomoverzicht Informatie verbonden partijen Niet uit de balans blijkende verplichtingen en activa Beloning Directie en Raad van Commissarissen Gebeurtenissen na balansdatum 45 55 55 55 56 56 57 57 58 60 61 68 69 70 71 71 72 73 73 75 80 81 81 82 84 85 86 87 88 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 37 Pagina Vennootschappelijke jaarrekening 2013 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Vennootschappelijke balans Vennootschappelijke winst- en verliesrekening 90 91 Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening Grondslagen voor de financiële verslaggeving Saldo overige baten en lasten Financiële vaste activa Vorderingen Eigen vermogen Kortlopende verplichtingen Informatie verbonden partijen Personeel Gebeurtenissen na balansdatum 92 92 92 93 93 93 93 93 93 Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Winstbestemming 96 98 38 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Geconsolideerde jaarrekening 2013 40 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Geconsolideerde winst- en verliesrekening bedragen in duizenden euro’s 2 Netto-omzet uit hoofde van leveringen van goederen en diensten Kosten van inkoop Brutomarge 3 Overige bedrijfsopbrengsten Totaal brutomarge inclusief overige bedrijfsopbrengsten 4 5 6 7 Personeelskosten Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen Kosten uitbesteed werk, materialen en andere externe kosten Overige bedrijfskosten 9 2012 327.597 324.932 62.862 58.234 264.735 266.698 14.246 10.258 278.981 276.956 93.832 158.724 70.646 6.527 72.338 107.584 64.713 -1.824 Totaal bedrijfskosten 329.729 242.811 Bedrijfsresultaat -50.748 34.145 Financiële baten Financiële lasten 8 2013 1.385 12.578 1.364 15.600 Financiële baten en lasten -11.193 -14.236 Resultaat voor belastingen -61.941 19.909 5.255 11.817 Resultaat na belastingen -67.196 8.092 Waarvan: Resultaat toe te rekenen aan derden Resultaat toe te rekenen aan aandeelhouders van Attero Holding NV 3.134 -70.330 4.000 4.092 Belastingen Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 41 Geconsolideerde balans (voor voorstel winstbestemming) bedragen in duizenden euro’s 11 12 13 14 Activa 31 december 2013 31 december 2012 Materiële vaste activa Vastgoedbeleggingen Immateriële vaste activa Overige financiële activa 442.948 9.953 5.175 21.610 512.032 9.953 26.845 17.984 Vaste activa 15 16 9 17 Voorraden Vorderingen Winstbelasting Liquide middelen 479.686 11.688 51.705 5.990 123.043 Vlottende activa 11 Vaste activa aangehouden voor verkoop Totaal activa 20 933 675.455 770.051 179.302 18.974 257.166 16.326 198.276 64.706 221.905 18.756 11.551 Langlopende verplichtingen 23 3.343 Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders van Attero Holding NV Aandeel van derden Rentedragende verplichtingen Voorzieningen Latente belastingen Overige langlopende verplichtingen 22 202.304 31 december 2012 19 21 192.426 31 december 2013 Totaal eigen vermogen 9 10.001 41.688 5.828 144.787 Passiva 18 20 566.814 Rentedragende verplichtingen Handelsschulden en overige te betalen posten Voorzieningen 273.492 92.568 220.944 7.416 - 316.918 37.563 91.866 30.832 320.928 53.325 93.522 28.784 Kortlopende verplichtingen 160.261 175.631 Totaal passiva 675.455 770.051 42 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Geconsolideerd kasstroomoverzicht bedragen in duizenden euro’s 2013 5 25 25 Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen Resultaat op verkoop van activa Ontvangen respectievelijk betaalde belastingen Mutaties voorzieningen en overige mutaties Mutatie in het operationele werkkapitaal -50.748 34.145 158.724 -1.029 5.934 -2.418 -5.876 107.584 -852 -9.165 -25.238 28 Kasstroom uit operationele bedrijfsactiviteiten 25 25 Investeringen in materiële en immateriële vaste activa Opbrengst verkoop materiële en immateriële vaste activa Opbrengst deelnemingen en beleggingen Ontvangen rente Overige 104.587 -71.641 2.291 7 935 48 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom voor financieringsactiviteiten ('vrije kasstroom') 25 Aflossing rentedragende verplichtingen Opname rentedragende verplichtingen Betaald dividend Uitbreiding aandeel van derden Betaalde rente 2012 106.502 -71.717 1.376 7 1.313 -99 -68.360 -69.120 36.227 37.382 -43.326 0 -7.985 0 -6.660 -32.945 3.500 -8.822 20 -8.813 Kasstroom uit financieringsactiviteiten -57.971 -47.060 Netto afname van geldmiddelen -21.744 -9.678 Geldmiddelen per 1 januari 144.787 154.465 Geldmiddelen per 31 december in de balans 123.043 144.787 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 43 Geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen bedragen in duizenden euro’s Aantal gewone aandelen (x een aandeel) Stand per 1 januari 2012 Aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve financiële instrumenten Overige reserve1 Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders van Attero Holding NV Resultaat boekjaar Aandeel van derden Totaal eigen vermogen 1.497 179.877 - 57.154 22.700 261.228 12.924 274.152 Resultaat na belastingen 2012 - - - - 4.092 4.092 4.000 8.092 Niet-gerealiseerde mutaties - - 50 - - 50 - 50 Totaal gerealiseerd en nietgerealiseerd resultaat - - 50 - 4.092 4.142 4.000 8.142 Bestemming resultaat 2011 - - - 22.700 -22.700 - - - Kapitaalstorting VAR|Frankenhuis BV - - - - - - 20 20 Uitkering dividend2 - - - -8.204 - -8.204 -618 -8.822 1.497 179.877 50 71.650 4.092 257.166 16.326 273.492 Resultaat na belastingen 2013 - - - - -70.330 -70.330 3.134 -67.196 Niet-gerealiseerde mutaties - - -34 - - -34 - -34 Totaal gerealiseerd en nietgerealiseerd resultaat - - -34 - -70.330 -70.364 3.134 -67.230 Bestemming resultaat 2012 - - - 4.092 -4.092 - - - Uitkering dividend2 - - - -7.500 - -7.500 -486 -7.986 1.497 179.877 16 68.242 -70.330 179.302 18.974 198.276 Stand per 31 december 2012 Stand per 31 december 2013 1 De 149.682.196 overige reserve is vrij uitkeerbaar. uitgekeerd dividend in 2013 over 2012 aan aandeelhouders van Attero Holding NV bedraagt afgerond EUR 5,01 per 100 aandelen (in 2012 over 2011: EUR 5,48 per 100 aandelen). 2 Het 44 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten bedragen in duizenden euro’s 2013 2012 -67.196 8.092 Niet-gerealiseerde resultaten Reële waardemutaties herwaarderingsreserve financiële instrumenten Belastingen -46 12 67 -17 Niet-gerealiseerde resultaten na belastingen -34 50 Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten na belastingen -67.230 8.142 Waarvan: Resultaat toe te rekenen aan derden Resultaat toe te rekenen aan aandeelhouders van Attero Holding NV 3.134 -70.364 4.000 4.142 Resultaat na belastingen Bedragen die in latere perioden in de winst-en verliesrekening worden verantwoord Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 45 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 1 Grondslagen voor de financiële verslaggeving 1.1 Informatie over de vennootschap Attero Holding NV, statutair gevestigd in Arnhem, Nederland, is de houdstermaatschappij van een aantal groepsmaatschappijen in Nederland, tezamen ‘de Groep’, die zich bezighoudt met het verrichten van milieudiensten, waaronder het grootschalig verwerken van huishoudelijk afval en bedrijfsafval, organisch afval en mineraal afval, het opwekken en verkopen van energie uit deze afvalstromen en het verkopen van reststromen van afval. De Directie, de Raad van Commissarissen en de Aandeelhouderscommissie van de Groep hebben gezamenlijk besloten tot het inrichten van een proces tot mogelijke verkoop van de Groep. In 2013 is een competitief biedingsproces doorlopen. Dit proces heeft in de zomer van 2013 geleid tot indicatieve biedingen, gevolgd door een uitgebreid due diligence proces in de 2e helft van 2013. Uiteindelijk heeft dit proces geresulteerd in een aantal bindende biedingen; gevolgd door een voorspoedige onderhandelingsfase. Met de overname is een bedrag van EUR 170 miljoen gemoeid exclusief rentevergoeding. Eind 2013 heeft de aandeelhouderscommissie van Attero ingestemd met het voornemen het bedrijf te verkopen aan Waterland Private Equity Investments. Begin 2014 is van de zijde van de Ondernemingsraad van Attero een positief advies ontvangen en is van de kant van de ACM vernomen dat er geen bezwaren zijn met betrekking tot de voorgenomen transactie. De individuele aandeelhouders van Attero hebben tot en met de datum van opmaken van de jaarrekening meer dan 80% van de aandelen voor verkoop aangeboden, waarmee het vereiste minimum voor het tot stand komen van de verkoop is gehaald. De Directie van Attero verwacht een closing uiterlijk voor 31 mei 2014. De informatie die verkregen is in dit verkoopproces is mede aanleiding geweest tot het opnieuw uitvoeren van een impairment test, resulterend in lagere boekwaarden van de activa van Attero. Daarnaast hebben in de 2e helft van 2013 enkele ontwikkelingen plaatsgevonden, waaronder lagere tarieven op de (aanbestedings)markt voor huishoudelijk afval en achterblijvende resultaten op de markt voor recycling (puinrecycling, kunstgrasverwerking en secundaire brandstoffen), die voor de directie van Attero aanleiding zijn geweest om een integrale impairment analyse op al haar activa uit te voeren. Als resultaat van bovengenoemde ontwikkelingen is in 2013 een bijzondere waardevermindering op de activa verantwoord voor een bedrag van EUR 64,7 miljoen. Ten behoeve van het proces tot de mogelijke verkoop heeft Attero éénmalige kosten gemaakt voor verkoopvoorbereiding, procesbegeleiding en adviseurs. Deze kosten bedragen in totaal circa EUR 8 miljoen. De geconsolideerde jaarrekening 2013 van de Groep per 31 december 2013 is op 15 mei 2014 opgesteld door het bestuur van de vennootschap en ter ondertekening aangeboden aan de Raad van Commissarissen. De door het bestuur en de Raad van Commissarissen op 15 mei 2014 ondertekende geconsolideerde jaarrekening zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. 1.2 Grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening De geconsolideerde jaarrekening van de Groep is opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie (IFRS). De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van historische kostprijs, met uitzondering van derivaten en de voor verkoop beschikbare financiële vaste activa die gewaardeerd zijn tegen reële waarde. Bovendien worden de reële waarden van tegen geamortiseerde kostprijs opgenomen financiële instrumenten en vastgoedbeleggingen in de toelichting van de geconsolideerde jaarrekening opgenomen. De functionele valuta van Attero Holding NV is de euro. Alle bedragen zijn, tenzij anders vermeld, opgenomen in duizenden euro’s. De vennootschappelijke winst- en verliesrekening van Attero Holding NV is op grond van artikel 402 Titel 9 Boek 2 BW op vereenvoudigde wijze opgesteld. 46 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 1.3 Grondslagen voor de consolidatie De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekening van Attero Holding NV en haar groepsmaatschappijen per 31 december 2013. Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen en vennootschappen waarin beslissende zeggenschap terzake van het bestuur en het financiële beleid kan worden uitgeoefend. Groepsmaatschappijen worden betrokken in de consolidatie vanaf de datum waarop sprake is van beslissende zeggenschap. Vanaf de datum dat van beslissende zeggenschap geen sprake meer is, wordt de groepsmaatschappij niet langer betrokken in de consolidatie. Bij de bepaling of sprake is van beslissende zeggenschap worden ook potentiële stemrechten die onmiddellijk kunnen worden uitgeoefend in de afweging meegenomen. Bij de consolidatie wordt de integrale methode toegepast. In het geval dat het belang in de geconsolideerde rechtspersoon minder dan 100% bedraagt, wordt een aandeel van derden in het eigen vermogen en in het resultaat opgenomen. Het aandeel van derden in het eigen vermogen en in het resultaat wordt afzonderlijk in de geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking gebracht, ook al resulteert dit in een negatief aandeel van derden in het eigen vermogen. Financiële relaties en resultaten tussen geconsolideerde maatschappijen onderling worden geëlimineerd. In het geval een additioneel belang wordt verworven in een groepsmaatschappij waar al beslissende zeggenschap bestond of in het geval een belang wordt verkocht zonder verlies van beslissende zeggenschap, wordt de transactie behandeld als een vermogensmutatie waarbij het verschil tussen verkrijgingsprijs en reële waarde ten gunste of ten laste van de overige reserve wordt gebracht. Vanaf het moment dat beslissende zeggenschap wordt verloren, wordt het belang gewaardeerd tegen reële waarde. De Groep betrekt de entiteit vanaf dat moment niet langer in de consolidatie. Het verschil tussen de boekwaarde en de reële waarde wordt hierbij ten gunste of ten laste van het resultaat verantwoord. 1.4 Nieuwe en/of gewijzigde IFRS regelgeving 2013 en toekomstige regelgeving Toegepaste nieuwe en/of gewijzigde regelgeving De Groep heeft de volgende nieuwe en/of gewijzigde standaarden en interpretaties, die effectief vanaf het boekjaar 2013 van toepassing zijn, voor het eerst toegepast in de jaarrekening 2013: f:LM]LJLQJYDQ,)56 Financial Instruments: Disclosures. De wijziging heeft betrekking op het verstrekken van aanvullende informatie in de toelichting in het geval er saldering plaatsvindt tussen financiële activa en verplichtingen. De wijziging heeft geen gevolgen gehad voor de Groep. f,)56 Fair value measurements. In deze nieuwe standaard wordt meer guidance gegeven over de waardering tegen reële waarde. De wijziging heeft alleen geleid tot aanvullende toelichting in de jaarrekening en heeft geen gevolgen gehad op de financiële positie of de resultaten van de Groep. f:LM]LJLQJLQ,$6 Employee Benefits. Deze wijziging heeft betrekking op de waardering en presentatie van pensioenverplichtingen, die administratief worden verwerkt als toegezegde pensioenregeling. Deze wijziging heeft geen consequenties voor de Groep aangezien de pensioenregeling van de Groep classificeert als een toegezegde bijdrageregeling, en als zodanig wordt verwerkt. f:LM]LJLQJYDQ,$6 Deze wijziging heeft betrekking op een aangepaste presentatie van items in het overzicht van Presentation of Financial Statements. gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten. Deze wijziging heeft een beperkte impact gehad op de presentatie in het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten. f:LM]LJLQJYDQ,$6 Impairment of assets. Effectief van toepassing per 1 januari 2014. Deze aanpassing heeft betrekking op toelichtingsvereisten met betrekking tot reële waarden en houdt verband met de invoering van IFRS 13. Uit dien hoofde is de aanpassing vervroegd toegepast door de Groep. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 47 Nog niet toegepaste nieuwe en/of gewijzigde regelgeving De Groep heeft de volgende nieuwe en/of gewijzigde standaarden en interpretaties, die effectief na het boekjaar 2013 van toepassing zijn, nog niet toegepast in de jaarrekening 2013. Deze wijzigingen zullen naar verwachting geen belangrijke impact hebben voor de Groep. f,)56 Consolidated Financial Statements. Effectief van toepassing per 1 januari 2014. In deze nieuwe standaard wordt één model van consolidatie voorgeschreven, ongeacht de (rechts)vorm van de rapporterende entiteiten, die louter is gebaseerd op control. In deze nieuwe standaard zijn ook de bepalingen van SIC12 Consolidation - Special Purpose Entities geïntegreerd. f:LM]LJLQJHQLQ,$6HQ,$6 Effectief van toepassing per 1 januari 2014. IAS 27 is qua naam aangepast in Separate Financial Statements; voorheen werd in IAS 27 de geconsolideerde jaarrekening behandeld. De aangepaste standaard is bedoeld voor 28 als gevolg van IFRS 10 de enkelvoudige jaarrekening van entiteiten die ook een geconsolideerde jaarrekening opstellen. De wijziging (zie boven). in IAS 28 Investments in Associates and Joint Ventures heeft vooral betrekking op het niet langer opnemen van joint ventures in de consolidatiekring. f,)56 Joint Arrangements. Effectief van toepassing per 1 januari 2014. Deze nieuwe standaard vervangt de huidige standaard IAS 31 Interest in Joint Ventures. Het belangrijkste element van IFRS 11 is dat de methode van proportionele consolidatie is komen te vervallen. Effectief van toepassing per 1 januari 2014. Deze nieuwe standaard vereist meer en uitgebreide informatie fIFRS 12 Disclosures of Involvement (toelichting) over entiteiten die zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening en over deelnemingen die niet zijn meegeconsolideerd. with Other Entities. f:LM]LJLQJYDQ,$6 Financial Instruments: Presentation. Effectief van toepassing per 1 januari 2014. Deze aanpassing heeft betrekking op aanvullende regelgeving met betrekking tot saldering van financiële activa en verplichtingen en heeft naar verwachting geen gevolgen voor de Groep. Daarnaast heeft de Groep IFRS 9 Financial Instruments nog niet toegepast. De ingangsdatum van deze standaard is uitgesteld tot 1 januari 2015 en is nog niet goedgekeurd door de Europese Unie. In deze standaard, waarbij uiteindelijk de huidige IAS 39 Financial Instruments geheel zal worden vervangen, is de eerste fase van het herzieningsproject Financiële instrumenten opgenomen. Dit betreft de classificatie en waarderingsregels van financiële activa. Vanwege de bestaande onzekerheden en de uitgestelde invoering heeft de Groep de gevolgen van deze standaard nog niet verder onderzocht. 1.5 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Significante oordelen en schattingen door het management Bij het opstellen van de jaarrekening worden bepaalde schattingen en veronderstellingen gedaan die medebepalend zijn voor de opgenomen bedragen. Verschillen tussen de werkelijke uitkomsten, de gedane schattingen en veronderstellingen zijn van invloed op de bedragen die in toekomstige periodes worden gerapporteerd. Door het management gehanteerde veronderstellingen, aannames en schattingen zijn met name van invloed op de waardering van materiële vaste activa (levensduren en restwaarden), de noodzaak tot bijzondere waardeverminderingen op materiële activa, de waardering van latente belastingvorderingen, debiteuren (noodzaak tot eventuele waardeverminderingen) en voorzieningen, waaronder de voorziening voor eindafwerking, prénazorg en nazorg van stortplaatsen, de reorganisatievoorziening en de voorziening amovering van een oude energiecentrale. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de algemene grondslagen zoals opgenomen in deze paragraaf alsmede de afzonderlijke toelichtingen van de betreffende posten. Presentatie van de winst- en verliesrekening geschiedt hoofdzakelijk volgens een categoriale indeling welke, mede gezien de diversiteit van de activiteiten, een beter inzicht geeft in de resultaten van de Groep. Schattingswijzigingen Een effect van een schattingswijziging wordt prospectief verwerkt in de winst- en verliesrekening. Voor zover een schattingswijziging leidt tot wijzigingen in activa en verplichtingen of een component van het eigen vermogen wordt de schattingswijziging verwerkt in de periode waarin de wijziging heeft plaatsgevonden door de boekwaarde van het desbetreffende actief, verplichting of component van het eigen vermogen te wijzigen. 48 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV In 2013 is ten aanzien van de voorziening voor prénazorg een wijziging doorgevoerd met betrekking tot de verwachte jaarlijkse kosten van waterzuivering bij de stortplaats in Wijster. De aangepaste berekening die op grond van historische kostenontwikkeling en hierop aangepaste prognoses tot stand is gekomen, is volgens het management van de Groep een betere benadering van de verwachte kasstromen waarop de voorziening dient te worden berekend. Het effect hiervan op de berekende voorziening bedraagt EUR 8,4 miljoen; de vrijval is ten gunste van het resultaat over 2013 onder de inkoopkosten verwerkt. Vreemde valuta Monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. Transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. De hieruit ontstane koersverschillen komen ten gunste, respectievelijk ten laste van het resultaat. Saldering Saldering van actief- en passiefposten vindt per tegenpartij plaats indien er sprake is van een contractueel recht om de opgenomen bedragen te salderen en er sprake is van de intentie om te salderen. Ontbreekt de intentie of de daadwerkelijke uitvoering van de saldering dan wordt per contract bepaald of er sprake is van een actief- of een passiefpost. Reële waarde De reële waarde is de prijs die zou worden ontvangen om een actief te verkopen of die zou worden betaald om een verplichting over te dragen in een regelmatige transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum. Bij een waardering tegen reële waarde wordt ervan uitgegaan dat de transactie om het actief te verkopen of de verplichting over te dragen plaatsvindt: fRSGHEHODQJULMNVWHPDUNWYRRUKHWDFWLHIRIGHYHUSOLFKWLQJ fRIDOVHUJHHQEHODQJULMNVWHPDUNWLVRSGHYRRUGHOLJVWHPDUNWYRRUKHWDFWLHIRIGHYHUSOLFKWLQJ De Groep dient toegang te hebben tot de belangrijkste of voordeligste markt. De reële waarde van een actief of een verplichting wordt bepaald met behulp van de veronderstellingen waarvan marktdeelnemers zouden uitgaan bij het waarderen van het actief of de verplichting, in de veronderstelling dat marktdeelnemers in hun economisch belang handelen. De Groep gebruikt waarderingstechnieken die in de gegeven omstandigheden geëigend zijn en waarvoor voldoende gegevens beschikbaar zijn om de reële waarde te bepalen, waarbij zo veel mogelijk relevante waarneembare inputs en zo weinig mogelijk niet-waarneembare inputs worden gebruikt. Alle activa en verplichtingen ten aanzien waarvan de reële waarde wordt bepaald of in de jaarrekening wordt vermeld, worden in de in het navolgende beschreven reële waarde hiërarchie ingedeeld, op basis van de input van het laagste niveau die significant is voor de gehele waardering: f1LYHDX*HQRWHHUGHQLHWDDQJHSDVWHSULM]HQRSDFWLHYHPDUNWHQYRRULGHQWLHNHDFWLYDRIYHUSOLFKWLQJHQ f1LYHDX:DDUGHULQJVWHFKQLHNHQZDDUYRRUGHLQSXWYDQKHWODDJVWHQLYHDXGDWYRRUGHZDDUGHULQJWHJHQUHÈOHZDDUGHVLJQLILFDQWLV direct of indirect waarneembaar is. f1LYHDX:DDUGHULQJVWHFKQLHNHQZDDUYRRUGHLQSXWYDQKHWODDJVWHQLYHDXGDWYRRUGHZDDUGHULQJWHJHQUHÈOHZDDUGHVLJQLILFDQWLV niet waarneembaar is. Voor activa en verplichtingen die op terugkerende basis in de jaarrekening worden opgenomen, stelt de Groep aan het einde van iedere verslagperiode vast of door herbeoordeling sprake is wijzigingen in de niveau-indeling van de hiërarchie (op basis van de input van het laagste niveau die significant is voor de gehele waardering). Ten behoeve van de vermelding van reële waarden licht de Groep de reële waarde en het niveau in de reële waarde voor zover voorgeschreven door IFRS13 per post in de balans toe. Netto-omzet Onder de netto-omzet worden de opbrengsten verantwoord voor de inname van aangeleverd afval, inclusief een vergoeding voor transport en opslag, alsmede de opbrengsten met betrekking tot afvalstromen uit de verwerking van afval, waaronder energieopbrengsten (onder aftrek van eigen verbruik), en opbrengsten uit overige hiermee samenhangende activiteiten, onder aftrek van kortingen en over deze omzet geheven belastingen, waaronder omzetbelasting en afvalstoffenbelasting. Omzet wordt verantwoord bij ontvangst van de ter verwerking aangeleverde afvalstromen, bij levering van reststromen uit afvalverwerking en bij levering van energieproducten die zijn ontstaan uit de verwerking van afval, voor zover het waarschijnlijk is dat de economische voordelen naar de Groep zullen vloeien en de omzet betrouwbaar kan worden geschat. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 49 Kosten van inkoop Hieronder worden de kosten verantwoord die direct toerekenbaar zijn aan de netto-omzet, waaronder de transportkosten, inkoopkosten van afvalstromen en producten uit de verwerking van afval (afvoerverplichtingen), kosten voor eindafwerking en nazorg van stortplaatsen alsmede milieubelastingen in verband met het storten van afval. Overige bedrijfsopbrengsten Onder de overige bedrijfsopbrengsten worden opbrengsten verantwoord die niet direct gerelateerd zijn aan de kernactiviteiten, waaronder subsidies en resultaten bij de verkoop van activa. Subsidies worden slechts opgenomen indien de ontvangst hiervan met redelijke zekerheid kan worden vastgesteld. Investeringssubsidies worden in mindering gebracht op de aanschafwaarde van het betreffende actief en op basis van de gebruiksduur ten gunste van het resultaat gebracht. Exploitatiesubsidies worden in het resultaat verantwoord in de periode waarop de subsidie betrekking heeft. De overheidsbijdrage in verband met de stimulering van opwekking van duurzame energie wordt als overige bedrijfsopbrengsten verantwoord. Bedrijfslasten Kosten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Direct aan eigen investeringsprojecten toegerekende kosten (voornamelijk kosten van eigen personeel en materialen) worden in mindering gebracht op de betreffende kostensoorten. Financiële baten en lasten Financiële baten en lasten hebben betrekking op liquide middelen, vreemd vermogen en voorzieningen. De rentebaten en rentelasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben, onder toepassing van de effectieve rentemethode. Financiële resultaten uit hoofde van renteswaps worden beschouwd als een correctie op de financiële baten en lasten. Bouwrente wordt geactiveerd als onderdeel van de kostprijs van het actief. Onder de financiële baten en lasten worden tevens opgenomen de gerealiseerde en ongerealiseerde resultaten van koerseffecten, gerealiseerde en ongerealiseerde resultaten van financiële instrumenten die niet direct toerekenbaar zijn aan de levering van goederen, evenals opbrengsten van kapitaalbelangen die als belegging zijn gekwalificeerd. Financiële instrumenten Als onderdeel van de normale bedrijfsuitoefening worden risico’s gelopen met betrekking tot energieprijzen, vreemde valuta en rentestanden. De Groep gebruikt goederentermijncontracten en andere contracten om deze risico’s te verminderen of te elimineren. De Groep houdt geen financiële instrumenten aan voor handelsdoeleinden. De Groep heeft contracten gesloten om onderliggende goederen te leveren of te ontvangen in overeenstemming met de behoeften van de Groep; deze contracten worden niet financieel of op netto basis afgewikkeld en er bestaat ook geen gangbare praktijk om vergelijkbare contracten financieel of op netto basis af te wikkelen noch om te profiteren van kortetermijn-prijsschommelingen. De contracten worden afgewikkeld door middel van fysieke levering of ontvangst en kwalificeren daarom als contracten voor eigen gebruik (‘own use’). Deze contracten kwalificeren dan ook niet als financieel instrument binnen de reikwijdte van IAS 39 en worden daarom niet in de balans opgenomen. De Groep heeft als onderdeel van risicobeheer valutatermijncontracten afgesloten om valutarisico’s te beperken met betrekking tot afvalinnamecontracten uit Engeland waarvan facturering plaatsvindt in Engelse ponden (GBP). Deze contracten vallen binnen de reikwijdte van IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering en worden tegen reële waarde in de balans opgenomen. De reële waarde van deze contracten is gebaseerd op actuele marktprijzen per balansdatum. Veranderingen in de reële waarde van de valutatermijncontracten waarvoor geen hedge accounting kan worden toegepast, worden verwerkt in de winst- en verliesrekening onder financiële baten en lasten. 50 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Hedge accounting wordt toegepast voor valutatermijncontracten die voldoen aan de voorwaarden van IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering. Een hedge relatie wordt geacht effectief te zijn indien de Groep, vanaf het begin van de looptijd van het valutatermijncontract, kan verwachten dat veranderingen van de kasstromen van de afgedekte positie vrijwel volledig worden gecompenseerd door veranderingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument, voor zover deze het gehedgede risico betreffen en de werkelijke uitkomsten binnen een bandbreedte van 80% tot 125% blijven van de verwachting. Indien hedge accounting kan worden toegepast, wordt de reële waardemutatie van het valutatermijncontract verantwoord in een IAS 39 reserve als afzonderlijke component onder het Eigen Vermogen tot het moment dat het afval waarop het valutatermijncontract betrekking heeft, wordt geleverd. Op dat moment wordt het saldo van de IAS 39 reserve als omzet verwerkt in de winst- en verliesrekening. Vanaf dat moment worden de waardemutaties van het valutatermijncontract via het resultaat verwerkt onder financiële baten en lasten. Indien het valutatermijncontract zelf vervalt of wordt verkocht, wordt beëindigd of uitgeoefend of niet meer aan de voorwaarden voldoet, blijft het cumulatieve resultaat in de IAS 39 reserve (eigen vermogen) opgenomen, totdat de verwachte transactie daadwerkelijk plaatsvindt. Indien de verwachte transactie naar verwachting niet meer zal plaatsvinden, wordt het in het eigen vermogen verwerkte cumulatieve resultaat onmiddellijk naar de winst- en verliesrekening overgeboekt. De overige financiële instrumenten, niet zijnde derivaten, zijn toegelicht onder overige posten in de balans van de Groep. Acquisities en goodwill Bedrijfscombinaties worden verantwoord volgens de overnamemethode. De kostprijs van een acquisitie wordt bepaald op het totaal van de overgedragen vergoeding (bepaald op de reële waarde per de overnamedatum) en het bedrag van een eventueel minderheidsbelang in de overgenomen partij. Voor iedere bedrijfscombinatie waardeert de Groep het minderheidsbelang in de overgenomen partij tegen hetzij de reële waarde hetzij een evenredig deel van de nettoactiva van de overgenomen partij. Kosten verband houdend met de overname worden direct ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. Indien de bedrijfscombinatie in verschillende fasen tot stand komt, wordt per de overnamedatum de reële waarde van het eerder door de overnemende partij in de overgenomen partij gehouden belang opnieuw bepaald met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Eventuele door de overnemende partij over te dragen voorwaardelijke vergoedingen worden per de overnamedatum tegen reële waarde opgenomen. Latere wijzigingen in de reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding die als een actief of een verplichting wordt aangemerkt, wordt overeenkomstig IAS 39 hetzij in de winst- en verliesrekening verantwoord, hetzij als een mutatie in de niet-gerealiseerde resultaten. Indien de voorwaardelijke vergoeding als eigen vermogen wordt geclassificeerd, vindt herwaardering slechts plaats bij definitieve afwikkeling in het eigen vermogen. Goodwill wordt eerst tegen kostprijs gewaardeerd, zijnde het bedrag waarmee de overgedragen vergoeding het saldo van de verkregen activa en de overgenomen verplichtingen overschrijdt. Indien deze vergoeding minder bedraagt dan de reële waarde van de nettoactiva van de overgenomen dochteronderneming, wordt het verschil in de winst- en verliesrekening verantwoord. Na de eerste opname wordt de goodwill gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met eventuele geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. Voor de toetsing op bijzondere waardevermindering wordt de goodwill die is voortgekomen uit een bedrijfscombinatie vanaf de overnamedatum toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheden die naar verwachting voordeel zullen halen uit de bedrijfscombinatie, ongeacht of activa of verplichtingen van de overgenomen entiteit aan deze eenheden zijn toegerekend. Indien goodwill onderdeel van een kasstroomgenererende eenheid is en een deel van de bedrijfsactiviteit binnen die eenheid wordt afgestoten, wordt de goodwill die op de afgestoten activiteit betrekking heeft, opgenomen in de boekwaarde van die activiteit voor de vaststelling van het uit de afstoting voortvloeiende resultaat. Goodwill die in een dergelijke omstandigheid wordt afgestoten, wordt bepaald op basis van de relatieve verhouding in waarden van de afgestoten activiteit en van het gedeelte van de kasstroomgenererende eenheid dat wordt behouden. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 51 Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen De waardering van materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen vindt plaats tegen kostprijs, zijnde verkrijgings- of (interne) vervaardigingsprijs, onder aftrek van ontvangen bijdragen, verminderd met de over deze waarde berekende afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. In de kostprijs zijn tevens de geschatte kosten van de verplichting tot ontmanteling en verwijdering van de activa begrepen. Bouwrente maakt onderdeel uit van de kostprijs van het actief. De kosten van gepland onderhoud dat erop is gericht de oorspronkelijke prestatie van het actief te handhaven of te herstellen worden geactiveerd als onderhoudscomponent van het actief en afgeschreven tot de datum van de eerstvolgende geplande onderhoudswerkzaamheden van het betreffende component. De afschrijving is gebaseerd op de componentenbenadering en vindt plaats volgens de lineaire methode, met uitzondering van met stortplaatsen samenhangende activa die op basis van de werkelijk in het jaar verbruikte stortcapaciteit worden afgeschreven. Bij de bepaling van de afschrijving wordt rekening gehouden met de verwachte gebruiksduur en de restwaarde van het actief. Beoordeling van de gebruiksduur en restwaarden vindt jaarlijks plaats. Eventuele aanpassingen worden prospectief verwerkt. Een materieel vast actief wordt niet langer in de balans opgenomen wanneer het wordt afgestoten of wanneer er geen economische voordelen meer worden verwacht uit de verdere aanwending of door verkoop van het actief. Een eventuele bate dan wel een last die voortvloeit uit het niet langer in de balans opnemen van het actief, wordt in het resultaat verwerkt. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met over deze waarde berekende afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. De afschrijving vindt plaats volgens de lineaire methode. Bij de bepaling van de afschrijving wordt rekening gehouden met de verwachte gebruiksduur. Beoordeling van de gebruiksduur vindt jaarlijks plaats. Eventuele aanpassingen worden prospectief verwerkt. Bijzondere waardeverminderingen Gedurende het verslagjaar beoordeelt de Groep of er aanwijzingen zijn voor een bijzondere waardevermindering van activa. Indien dergelijke aanwijzingen bestaan, wordt een schatting gemaakt van de realiseerbare waarde van deze activa. Voor de activa is de realiseerbare waarde gelijk aan de hoogste van de reële waarde minus verkoopkosten en de bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde wordt bepaald door de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen. Voor activa die geen zelfstandige kasstromen genereren en afhankelijk zijn van andere activa, wordt de realiseerbare waarde bepaald voor de kleinst mogelijke kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Voor immateriële vaste activa die nog niet gebruiksklaar zijn en goodwill wordt gedurende het jaar indien hiervoor aanwijzingen zijn en minimaal eenmaal per jaar de realiseerbare waarde geschat. De goodwill wordt hiertoe bij eerste vaststelling toegewezen aan één of meerdere kasstroomgenererende eenheden. Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen indien de boekwaarde van activa, of de kasstroomgenererende eenheid waartoe de activa behoren, hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen worden ten laste van het resultaat gebracht. Bijzondere waardeverminderingen van aan kasstroomgenererende eenheden toegewezen activa worden eerst in mindering gebracht op de boekwaarde van eventueel aan kasstroomgenererende eenheden (of groepen van eenheden) toegerekende goodwill en vervolgens naar rato in mindering gebracht op de boekwaarde van de overige activa van de eenheid (groep van eenheden). De betreffende activa worden niet lager gewaardeerd dan de eigen (individuele) realiseerbare waarde. Een bijzondere waardevermindering wordt eventueel teruggenomen indien vastgesteld wordt dat de uitgangspunten zijn veranderd op basis waarvan destijds de realiseerbare waarde is bepaald. Een bijzondere waardevermindering wordt uitsluitend teruggenomen voor zover de resterende boekwaarde van de activa niet hoger is dan de boekwaarde die zou zijn bepaald, na aftrek van afschrijvingen, als in voorgaande jaren geen bijzondere waardevermindering voor het actief was opgenomen. Bijzondere waardeverminderingen van goodwill worden niet teruggenomen. Effecten van terugname van bijzondere waardeverminderingen worden ten gunste van het resultaat gebracht. 52 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Overige financiële activa Binnen de overige financiële activa worden twee categorieën onderscheiden: - Activa beschikbaar voor verkoop; - Leningen en vorderingen. Activa beschikbaar voor verkoop Hieronder worden kapitaalbelangen opgenomen waarbij geen sprake is van invloed van betekenis. Deze kapitaalbelangen worden bij verwerving gewaardeerd tegen kostprijs (zijnde de reële waarde) en vanaf dat moment tegen reële waarde. Indien de reële waarde niet betrouwbaar kan worden vastgesteld, blijft de vervolgwaardering tegen kostprijs. Ongerealiseerde resultaten als gevolg van de aanpassing van de reële waarde worden in het eigen vermogen verantwoord als onderdeel van de IAS 39 reserve. Bijzondere waardeverminderingen worden ten laste van het resultaat gebracht. Leningen en vorderingen Verstrekte leningen aan geassocieerde deelnemingen, joint ventures of aan externe partijen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Waar nodig wordt een voorziening in verband met mogelijke oninbaarheid gevormd die in mindering wordt gebracht op de boekwaarde. Voorraden Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs of lagere opbrengstwaarde (geschatte verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering minus verkoopkosten). De kostprijs is berekend op basis van het systeem van gewogen gemiddelde kostprijs. De kostprijs omvat de uitgaven en direct toerekenbare kosten bij verwerving van de voorraden en het naar de bestaande locatie en in bestaande toestand brengen daarvan. Vorderingen De (handels)vorderingen worden gewaardeerd tegen reële waarde onder aftrek van een waardecorrectie in verband met verwachte oninbaarheid. Bij deze waardecorrectie worden verschillende klantrisicoprofielen onderscheiden. Voor de handelsvorderingen wordt de waardecorrectie in een afzonderlijke ‘voorziening’ verantwoord. Op het moment van vaststelling van definitieve oninbaarheid vindt daadwerkelijke afboeking van de vordering en bijbehorende ‘voorziening’ plaats. Overige vorderingen en overlopende activa zijn opgenomen tegen reële waarde onder aftrek van een waardecorrectie in verband met mogelijke oninbaarheid, die rechtstreeks in mindering op de boekwaarde wordt gebracht. Liquide middelen Onder liquide middelen worden geldmiddelen verantwoord, zoals contanten en deposito’s, en ook kasequivalenten die zonder materieel risico van waardeverandering in geldmiddelen kunnen worden omgezet. De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen reële waarde. Rentedragende verplichtingen De rentedragende verplichtingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve rentemethode. De binnen een jaar vervallende aflossingsverplichtingen op langlopende verplichtingen worden afzonderlijk gepresenteerd onder de kortlopende rentedragende verplichtingen. Resultaten op terugkoop van rentedragende verplichtingen worden onder de financiële lasten verantwoord. Voorzieningen Voorzieningen worden opgenomen voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen van een onzekere omvang of met een onzeker tijdstip als gevolg van gebeurtenissen in het verleden. Indien het effect daarvan materieel is, worden de voorzieningen bepaald door de verwachte toekomstige kasstromen contant te maken met behulp van een actuele disconteringsvoet waarbij rekening is gehouden met de specifieke risico’s die inherent zijn aan de verplichting en het moment waarop de verwachte kasstromen plaatsvinden. De verwachte kasstromen binnen een jaar na balansdatum worden als afzonderlijke post opgenomen onder de kortlopende verplichtingen. Voorzieningen voor verlieslatende contracten worden opgenomen wanneer de contante waarde van de te verwachten kasstromen uit hoofde van de betreffende contracten per saldo negatief zijn. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 53 Personeelsbeloningen Vergoedingen na uitdiensttreding De Groep is voor wat betreft de pensioenregeling voor het grootste deel van de medewerkers aangesloten bij Stichting Pensioenfonds ABP (ABP). De ABP-regeling is een Multi-employer regeling. In deze regeling liggen de actuariële en beleggingsrisico’s nagenoeg volledig bij de deelnemers. Bij deze regeling aangesloten werkgevers hebben geen verplichting tot het voldoen van aanvulende bijdragen als sprake is van een tekort bij het fonds. Onze verplichtingen bestaan uit het voldoen van de door het fonds vastgestelde premie. Het bestuur van ABP stelt deze premie jaarlijks vast, op basis van eigen bestandsgegevens en met inachtneming van de door de toezichthouder van ABP (de Nederlansche Bank) voorgeschreven parameters en vereisten. De premieplicht komt voort uit de aansluiting bij het fonds in het betreffende jaar en niet uit de aansluiting in voorgaande jaren. De ABP-regeling classificeert verslaggevingtechnisch als een toegezegde bijdrageregeling. Uit dien hoofde zijn de premies verantwoord in het resultaat en zijn verdere toelichtingen niet vereist. De bedrijfsonderdelen VAR en VAR|Frankenhuis hebben de pensioenregeling ondergebracht bij een externe verzekeringsmaatschappij. Ook dit betreft een toegezegde bijdrageregeling. Overige personeelsbeloningen Overige personeelsbeloningen waaronder diensttijdgebonden uitkeringen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de verplichtingen uit hoofde van de toegezegde rechten op balansdatum. De berekening van de contante waarde vindt plaats volgens de ‘projected unit credit methode’. Actuariële resultaten worden hierbij direct in het resultaat verwerkt. Handelsschulden en overige te betalen posten De handelsschulden en overige te betalen posten worden gewaardeerd tegen reële waarde. De hieronder opgenomen afvoerverplichtingen hebben betrekking op de verwachte kosten voor het afvoeren en verder bewerken van de nog aanwezige voorraad afval en reststromen. De verplichtingen voor reststromen die extern worden afgevoerd worden geraamd op basis van externe afvoerkosten. De verplichtingen voor reststromen die intern worden afgevoerd, worden geraamd op basis van de variabele handling- en bewerkingskosten alsmede kosten voor het storten van een deel van de voorraad. Winstbelasting Actuele winstbelasting De bedrijfsactiviteiten van de Groep zijn in hoofdzaak onderworpen aan heffing van winstbelasting in Nederland. Winstbelasting over het resultaat wordt berekend door toepassing van nominaal geldende tarieven op het in de jaarrekening getoonde resultaat voor belastingen, rekening houdend met permanente verschillen tussen dit resultaat en het resultaat volgens fiscale grondslagen op basis van de belastingtarieven waarvan het wetgevingsproces (nagenoeg) is afgesloten op balansdatum. Het aldus berekende belastingbedrag wordt toegevoegd aan de bestaande financiële verhouding met de Belastingdienst, die voorts bestaat uit de belasting over tijdelijke verschillen tussen het vermogen berekend volgens fiscale grondslagen en het vermogen met behulp van de in deze jaarrekening gehanteerde grondslagen. Belastingen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening behalve voor zover ze betrekking hebben op posten die rechtstreeks zijn opgenomen in het eigen vermogen. Uitgestelde belastingen Latente belastingen worden tegen nominale waarde opgenomen voor verschillen tussen de fiscale en de commerciële waardering van activa en passiva. Deze worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn in de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, op basis van belastingtarieven waarvan het wetgevingsproces (nagenoeg) is afgesloten op balansdatum. De gevolgen van wijzigingen in belastingtarieven worden rechtstreeks in het resultaat verwerkt, tenzij ze betrekking hebben op posten die rechtstreeks zijn opgenomen in het eigen vermogen. 54 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Latente belastingvorderingen worden in de balans opgenomen voor alle verrekenbare tijdelijke verschillen en voorwaarts compensabele fiscale verliezen, voor zover het waarschijnlijk is dat er op afzienbare termijn fiscale winst beschikbaar is waarmee deze kunnen worden gerealiseerd. Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd indien het in rechte afdwingbaar is om te salderen en de latente belastingen verband houden met dezelfde belastingplichtige en dezelfde belastingautoriteit. Lease Leaseovereenkomsten, inclusief overeenkomsten die een leaseovereenkomst bevatten, waarbij sprake is van overdracht aan de Groep van nagenoeg alle aan het eigendom verbonden risico’s en voordelen worden geclassificeerd als financiële lease en opgenomen als investeringen onder materiële of immateriële vaste activa waartegenover een verplichting op lange termijn wordt gevormd. Bij aanvang van de leaseperiode worden de activa en verplichtingen opgenomen tegen de reële waarde van het geleasede actief, of indien lager, tegen de contante waarde van de leasebetalingen. De leasebetalingen worden zodanig uitgesplitst in financieringslasten en een aflossing van de leaseverplichting dat een constante disconteringsvoet over het resterende saldo van de verplichting wordt bereikt. Het actief wordt afgeschreven over de gebruiksduur of over de leaseperiode indien deze laatste korter is. Indien in de leaseovereenkomsten geen sprake is van overdracht van nagenoeg alle aan het eigendom verbonden risico’s en voordelen (operationele lease), worden betalingen uit hoofde van deze leaseovereenkomsten op tijdsevenredige basis als last in het resultaat verwerkt. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is ten aanzien van de operationele kasstromen opgesteld op basis van de indirecte methode, waarbij voor de herleiding van de mutatie in de geldmiddelen wordt uitgegaan van het bedrijfsresultaat. Segmentinformatie Aangezien de Groep niet beursgenoteerd is, wordt gebruik gemaakt van de vrijstelling - op grond van IFRS 8.2 - om geen gesegmenteerde informatie op te nemen. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 55 2 Netto-omzet uit hoofde van leveringen van goederen en diensten 2013 2012 Verbranden Composteren Storten Overige Netto-omzet VAR1 275.288 13.660 6.498 1.646 30.505 261.604 18.753 8.242 1.646 34.687 Totaal 327.597 324.932 2013 2012 3.626 6.000 1.041 1.029 2.550 5.127 428 1.049 852 2.802 14.246 10.258 1 De netto-omzet VAR bestaat in hoofdzaak uit activiteiten met betrekking tot recycling, vergisting en bodemsanering/grondreiniging. 3 Overige bedrijfsopbrengsten Subsidies Uitkering schadeclaim voorgaande jaren Huuropbrengsten onroerend goed Boekwinst verkoop vaste activa Overige Totaal De post ‘Subsidies’ heeft in 2013 en in 2012 hoofdzakelijk betrekking op gelden uit de regeling Stimulering Duurzame Energie (SDE). De post ‘Uitkering schadeclaim voorgaande jaren’ betreft de uitkomst in 2013 van een verzekeringsclaim met betrekking tot een geleden schade in een eerder boekjaar, waarvan in eerdere jaren de uitkomst te onzeker was om te verantwoorden en daardoor niet voldeed aan de IFRS-activeringscriteria. 4 Personeelskosten Salarissen Sociale lasten Pensioenkosten Inhuur personeel 20.1 Dotatie respectievelijk vrijval voorziening personeelsbeloningen Overige Totaal 2013 2012 46.635 4.989 5.805 9.041 21.765 5.597 45.515 4.688 5.076 11.194 -836 6.701 93.832 72.338 De toename van de personeelskosten is hoofdzakelijk het gevolg van een dotatie aan de reorganisatievoorziening in 2013 ter hoogte van EUR 21,2 miljoen. 56 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 5 Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 11 11 13 2013 2012 89.224 66.779 2.721 86.112 19.504 1.968 158.724 107.584 2013 2012 Uitbesteed werk Materialen Andere externe kosten 44.187 3.491 22.968 43.402 4.661 16.650 Totaal 70.646 64.713 Afschrijving materiële vaste activa Bijzondere waardevermindering materiële en immateriële vaste activa Afschrijving immateriële vaste activa Totaal 6 Kosten uitbesteed werk, materialen en andere externe kosten De post ‘Andere externe kosten’ heeft betrekking op kantoorkosten en algemene beheerkosten. De toename is voor een groot deel (EUR 8,1 miljoen) veroorzaakt door toegenomen advieskosten in het kader van de voorgenomen verkoop van Attero. De honoraria van de accountantsorganisatie overeenkomstig wetsartikel 2:382a BW zijn als volgt samengesteld: Controle van de jaarrekening Andere controleopdrachten Fiscale adviesopdrachten en andere niet-controlediensten Totaal 2013 2012 559 540 455 517 60 425 1.554 1.002 De kosten onder ‘Andere controleopdrachten’ hebben hoofdzakelijk betrekking op de controle van het halfjaarbericht in het kader van de voorgenomen verkoop van Attero. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 57 7 Overige bedrijfskosten 16 2013 2012 Vrijval overige voorzieningen Dotatie/vrijval waardecorrectie in verband met verwachte oninbaarheid voor 'Leningen en vorderingen' Overige -266 281 6.512 -8.396 -59 6.631 Totaal 6.527 -1.824 2013 2012 897 7 481 1.214 7 143 Totaal financiële baten 1.385 1.364 Rentetoevoegingen voorzieningen Rentelasten m.b.t. rentedragende verplichtingen Overige financiële lasten 5.641 6.722 215 7.275 8.381 -56 Totaal financiële lasten 12.578 15.600 Totaal, per saldo lasten -11.193 -14.236 De post ‘Overige’ bestaat hoofdzakelijk uit verzekeringspremies, onderzoekskosten en heffingen. 8 Financiële baten en lasten Rentebaten van vorderingen en liquide middelen Resultaat 'Activa beschikbaar voor verkoop' Overige financiële baten 58 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 9 Winstbelasting De belangrijkste onderdelen van de post belastingen zijn: 2013 2012 4.285 -10.370 3.995 -1.634 11.340 9.456 5.255 11.817 Geconsolideerde winst- en verliesrekening Acute belastingen Actuele belastinglast over het boekjaar Aanpassingen winstbelasting over voorgaande jaren1 Latente belastingen Mutatie als gevolg van ontstaan en terugboeking van tijdelijke verschillen Belastingen gerapporteerd in de geconsolideerde winst- en verliesrekening 1 Deze aanpassing wordt voor circa EUR 8,5 miljoen veroorzaakt doordat in 2013 bij het indienen van de definitieve aangiften over 2010 en 2011 van de fiscale eenheid AZN is besloten een fiscale onderhoudsvoorziening te vormen. Dit was nog niet voorzien tijdens het opstellen van de jaarrekening 2012 waardoor in 2013 acuut verschuldigde belasting over 2010 en 2011 is uitgesteld naar toekomstige jaren. Het bedrag aan belastingen dat hierdoor is uitgesteld naar toekomstige jaren is opgenomen in ‘Mutatie als gevolg van ontstaan en terugboeking van tijdelijke verschillen’. De effectieve belastingdruk is als volgt te specificeren: Resultaat voor belasting Hierover te vorderen respectievelijk verschuldige belastingen op basis van het nominaal wettelijk winstbelastingtarief in Nederland Belastingeffect van Resultaten vrij van belasting Fiscaal niet aftrekbare bedragen Niet aftrekbare impairment van goodwill met betrekking tot de acquisitie van VAR Niet gewaardeerde tijdelijke verschillen en fiscaal compensabele verliezen2 Correcties voorgaande jaren3 Overige Effectieve belastingdruk 25% 2013 2012 -61.941 19.909 -15.485 4.977 8.217 2.604 11.805 -1.886 - 219 342 6.340 -78 17 5.255 11.817 De belastingen zijn zowel in 2012 als in 2013 beïnvloed door verliezen en tijdelijke verschillen waarvoor op voorzienbare termijn geen compensatiemogelijkheid wordt gezien. 2 Dit betreft niet verrekenbare verliezen over het boekjaar, met name van de fiscale eenheid Attero, alsmede vooralsnog niet verrekenbare tijdelijke verschillen met betrekking tot de in 2013 verantwoorde impairment. 3 Dit betreft in 2013 een teruggaaf als gevolg van de aangifte over 2009. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 59 Latente belastingen De latente belastingen zijn per 31 december 2013 en 2012 als volgt te specificeren: Geconsolideerde balans Geconsolideerde winst- en verliesrekening 2013 2012 2013 2012 780 0 -800 0 20 1.884 -2.507 -1.068 1.767 -76 -1.104 2.507 268 -1.767 96 -1.365 -1.335 5.023 -6.143 14 - - - -3.806 Latente belastingverplichtingen Materiële vaste activa Voorzieningen Overige 7.951 10.732 73 7.319 97 632 10.732 -24 5.674 -24 Totaal latente belastingverplichtingen 18.756 7.416 11.340 5.650 -18.756 -7.416 -11.340 -9.456 Latente belastingvorderingen Materiële vaste activa Immateriële vaste activa Voorzieningen Compensabele verliezen Overige Totaal latente belastingvorderingen Netto latente belastingpositie (te betalen) Fiscale structuur Attero Holding NV is vanaf oprichting (2009) zelfstandig belastingplichtig. Attero BV, een 100% dochtermaatschappij van Attero Holding NV – en de voormalige houdstermaatschappij – vormt met alle 100% dochtermaatschappijen van Attero BV een fiscale eenheid. Daarnaast vormt AZN Holding BV een fiscale eenheid met de onder AZN Holding BV opgenomen 100% deelnemingen. VAR BV is per 1 maart 2011 opgenomen in de fiscale eenheid van Attero BV. Tot deze datum was zij zelfstandig belastingplichtig. VAR|Frankenhuis BV is vanaf oprichting zelfstandig belastingplichtig. Latente belastingvorderingen De latente belastingvorderingen hebben betrekking op de fiscale eenheid van Attero BV. De mutatie inzake voorzieningen in 2013 wordt vooral veroorzaakt door een fiscaal afwijkende waardering van de in 2013 gevormde reorganisatievoorziening. Onder de latente balastingvorderingen is een latente verplichting opgenomen en met de vorderingen gesaldeerd. Deze verplichting met betrekking tot immateriële vaste activa per 31 december 2012 betreft posten die ontstaan zijn naar aanleiding van de acquisitie van VAR. Waardering van compensabele verliezen vindt alleen plaats indien het waarschijnlijk is dat compensatie mogelijk is op voorzienbare termijn. Eind 2013 zijn de fiscaal compensabele verliezen van de fiscale eenheid Attero BV ad EUR 34,4 miljoen niet gewaardeerd (latente belastingvordering EUR 8,6 miljoen). De verliezen hebben betrekking op het jaar 2010 (EUR 5,8 miljoen), het jaar 2011 (EUR 9,5 miljoen) en het jaar 2013 (EUR 19,1 miljoen). Daarnaast is voor een bedrag ad EUR 72,1 miljoen aan tijdelijke verschillen niet gewaardeerd (latente belastingvordering EUR 18,1 miljoen), wat hoofdzakelijk betrekking heeft op materiele vaste activa (impairment verantwoord in 2012 en 2013). Eind 2012 bedroegen de fiscale verliezen EUR 13,2 miljoen (EUR 4,7 miljoen inzake het jaar 2010 en EUR 8,5 miljoen inzake het jaar 2011), waarvan eind 2012 EUR 7,6 miljoen was gewaaardeerd. 60 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Eind 2013 is het compensabel verlies van Attero Holding NV van EUR 370 duizend (2012: EUR 230 duizend) niet gewaardeerd omdat het onzeker wordt geacht of in deze vennootschap binnen afzienbare tijd voldoende fiscale winst kan worden gerealiseerd. Dit verlies heeft betrekking op de jaren 2011 (EUR 28 duizend), 2012 (EUR 202 duizend) en 2013 (EUR 140 duizend). Het compensabele verlies van VAR|Frankenhuis BV van EUR 764 duizend (2012: EUR 256 duizend met betrekking tot het jaar 2012) is niet gewaardeerd aangezien sprake is van nieuwe activiteiten voor de Groep waarvan het nog onzeker is of deze activiteiten voldoende fiscale winsten zullen realiseren om de compensabele verliezen te compenseren. Het verlies heeft betrekking op het jaar 2012 en 2013. Verliezen ontstaan in 2010 zijn volgens de huidige fiscale regels nog 6 jaar compensabel, verliezen uit 2011 nog 7 jaar en verliezen uit 2013 zijn 9 jaar compensabel. Latente belastingverplichtingen De latente belastingverplichtingen hebben betrekking op de fiscale eenheid van AZN Holding BV. De verplichting heeft met name betrekking op een fiscaal afwijkende waardering van materiële vaste activa en voorzieningen. In 2013 is de latente belastingverplichting met ruim EUR 11,0 miljoen toegenomen doordat bij het indienen van de definitieve aangiften over 2010 en 2011 de fiscale waardering van voorzieningen is aangepast, waardoor het verschil tussen de fiscale en commerciële waardering is toegenomen. De ingediende aangiften over de jaren 2010 en 2011 zijn door de Belastingdienst nog niet formeel goedgekeurd. Overige Attero BV en alle hieronder opgenomen 100% dochtermaatschappijen behoorden van 1 januari 2002 tot 1 juli 2009 tot de fiscale eenheid van Essent NV. Alle te betalen posities per 1 juli 2009 zijn in 2009 met Essent NV afgewikkeld. Aangezien de ingediende aangiften voor de jaren 2007 tot en met 2009 nog niet definitief zijn geregeld, is tussen Attero BV en Essent NV een ‘tax compensation agreement’ afgesloten om eventuele afwijkingen van de voorlopig ingediende aangiften en/of de voorlopig berekende belasting achteraf met elkaar te verrekenen. In 2013 zijn de eerste uitkomsten van een lopend boekenonderzoek bij Essent over de jaren 2007 tot en met 2009, leidend tot een bate van EUR 0,7 miljoen, bij Attero verwerkt. Het boekenonderzoek over de jaren 2007 tot en met 2009 bij Essent NV is nog niet afgerond. Daarnaast is door de Belastingdienst een voorbehoud gemaakt voor mogelijke correcties over de jaren 2005 en 2006 met betrekking tot de fiscale waardering van balansposten. De Belastingdienst heeft in dit kader vragen gesteld met betrekking tot de afwaardering van bedrijfsmiddelen in 2005 en 2006. Als gevolg van de tax compensation agreement kan een eventuele correctie een impact hebben op de fiscale eenheid Attero BV. Attero BV blijft aansprakelijk voor schulden die ontstaan zijn in de periode waarin onderdeel werd uitgemaakt van de fiscale eenheid met Essent NV. Vanaf 1 juli 2009 is voor de Attero ondernemingen die voorheen onderdeel uitmaakten van de fiscale eenheid met Essent een nieuwe fiscale eenheid geformeerd. Hierbij zijn de fiscale boekwaarden per 1 juli 2009 overgegaan van de fiscale eenheid Essent NV naar de nieuwe fiscale eenheid. Vooruitlopend op de ontvoeging van Essent Milieu BV uit de fiscale eenheid Essent NV waren eind 2008 de latente belastingposities reeds overgedragen aan Essent Milieu BV. De Groep heeft groepsmaatschappijen die onderling transacties uitvoeren. De Groep is van mening dat aan deze transacties zakelijke prijsstellingen ten grondslag liggen. Het betalen van dividend aan de aandeelhouders van de Groep heeft geen gevolgen voor de vennootschapsbelasting. 10 Acquisities Acquisities in 2013 De Groep heeft in 2013 geen acquisities verricht. Acquisities in 2012 De Groep heeft op 2 november 2012 een 60% belang verkegen in VAR|Frankenhuis BV, een onderneming die zich met name bezighoudt met de verwerking van textiel. VAR|Frankenhuis BV heeft bij de oprichting een 99% belang in Holfra SA in Frankrijk verkregen. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 61 11 Materiële vaste activa Het verloop van de materiële vaste activa over 2013 luidt als volgt: Aanschafwaarde 1 januari 2013 Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 1 januari 2013 Bedrijfsgebouwen en terreinen Machines en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen Werken in uitvoering Totaal 2013 441.618 1.044.974 98.860 20.394 1.605.846 -305.375 -712.251 -76.188 - -1.093.814 136.243 332.723 22.672 20.394 512.032 1.918 511 -42 2.057 375 -232 -145 -4.087 -30 -4.288 67.006 -62.912 71.641 -329 -700 -47.130 -3.343 -89.223 Boekwaarde 1 januari 2013 Investeringen In gebruik genomen Desinvesteringen Herrubricering1 Bijzondere waardevermindering Aangehouden voor verkoop2 Afschrijvingen -14.424 -2.841 -10.671 660 62.026 -55 145 -21.023 -472 -74.264 Boekwaarde 31 december 2013 110.694 299.740 16.322 16.192 442.948 Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 31 december 2013 328.644 788.772 83.845 7.596 1.208.857 Aanschafwaarde 31 december 2013 439.338 1.088.512 100.167 23.788 1.651.805 -700 -7.596 1 Van 2 De de herrubricering is EUR 700 duizend opgenomen bij Immateriele vaste activa onder Software. post ‘Aangehouden voor verkoop’ heeft betrekking op de boekwaarde van vaste activa op de locatie Spijk van VAR. De activiteiten op deze locatie worden in 2014 beëindigd. De verwachte gebruiksduur van de belangrijkste activa is als volgt: fJHERXZHQ MDDU fDIYDOHQHUJLHLQVWDOODWLHV MDDU In 2013 zijn voor de investeringen geen investeringssubsidies verkregen (2012: nihil). In de investeringen van 2013 en 2012 is geen bouwrente begrepen. Bijzondere waardevermindering De bijzondere waardevermindering in 2013 heeft betrekking op een impairment van EUR 64,7 miljoen, welke in de volgende paragraaf wordt toegelicht, en een afwaardering van de locatie Spijk met EUR 2,1 miljoen tot de verwachte directe opbrengstwaarde. De impairment is voor een bedrag van EUR 45,1 miljoen verantwoord onder de materiële vaste activa, en voor een bedrag van EUR 19,6 miljoen onder de immateriële vaste activa. Toelichting impairment 2013 In de tweede helft van 2013 hebben diverse ontwikkelingen plaatsgevonden die voor het management van Attero aanleiding zijn geweest om een impairmentanalyse uit te voeren. De belangrijkste ontwikkelingen die hiertoe aanleiding gaven waren: acquisitie van toekomstige afvalstromen voor de afvalenergiecentrale binnen de kasstroomgenererende eenheid Verbranden Wijster tegen lagere tarieven dan voorzien 62 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV was of vanuit geografisch minder gunstige locaties; achterblijvende resultaten van de kasstroomgenererende eenheid VAR; en verslechterde marktvooruitzichten voor traditionele verwerkingswijzen (storten en composteren) als gevolg van wijzigingen in wet- en regelgeving, actief overheidsbeleid gericht op verminderen van het vrijkomen van afvalstromen en terugdringen van traditionele verwerkingsmethoden als storten en composteren (Ladder van Lansink). Attero heeft een gedetailleerde analyse uitgevoerd naar bijzondere waardeverminderingen voor de vaste activa van alle kasstroomgenererende eenheden. Attero heeft bij de bepaling van de realiseerbare waarde conform IAS 36.130 een vergelijking gemaakt tussen de ‘fair value less costs of disposal’ en de ‘value in use’. De ‘fair value less costs of disposal’, hierna ook wel ‘ondernemingswaarde’ genoemd, is afgeleid van de recente biedingen ten behoeve van de voorgenomen verkooptransactie van Attero. Vervolgens is de ‘fair value less costs of disposal’ van Attero gealloceerd aan de kasstroomgenererende eenheden op basis van een ‘discounted cash flow’ benadering. Dit heeft plaatsgevonden aan de hand van een ‘stand alone going concern’ meerjarenplanning voor Attero voor de periode 2013 - 2023, aangevuld met nieuwe informatie in het boekjaar, waaronder de Trading Updates die aan mogelijke kopers zijn verstrekt. Daarnaast is gebruik gemaakt van een WACC na belasting van 7,6%, een lange termijngroeivoet van 2% en een inschatting van de ‘costs of disposal’. Bij de kasstroomgenererende eenheid Vagron is vanwege de verwachte eindige bedrijfsvoering geen rekening gehouden met een lange termijngroeivoet. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat de ‘value in use’ waardering tot een hogere waarde komt dan de ‘fair value less costs of disposal’, mede vanwege het feit dat de effecten van additionele efficiency- en kostenbesparingsprogramma’s nog niet kwalificeren onder de ‘value in use’ waardering. Op grond van IAS 36.105 kunnen individuele activa in een kasstroomgenererende eenheid niet gewaardeerd worden op een waarde lager dan de hoogste van de individuele ‘fair value less costs of disposal’, ‘value in use’ of 0. Bij de bepaling van de bijzondere waardeverminderingen is daarom ook rekening gehouden met de som van de fair value less costs of disposal van de individuele activa in een kasstroomgenererende eenheid, hierna ook wel ‘directe opbrengstwaarde’ genoemd. De directe opbrengstwaarde heeft met name betrekking op bedrijfsterreinen en is gebaseerd op recente taxaties waarop te verwachten verkoopkosten in mindering zijn gebracht. Attero kent de volgende kasstroomgenererende eenheden: (1) Verbranden Wijster, (2) Verbranden Moerdijk 123, (3) Verbranden Moerdijk 4, (4) Vagron, (5) Bioconversie Zuid, (6) Bioconversie Noord, (7) Mineraal Zuid, (8) Mineraal Noord en (9) VAR. Op basis van de vergelijking tussen de realiseerbare waarde en de boekwaarde is geconcludeerd dat er sprake is van bijzondere waardeverminderingen van materiële vaste activa bij de kasstroomgenererende eenheden Verbranden Wijster, Bioconversie Zuid, Mineraal Noord en VAR. Uit de berekeningen is gebleken dat er geen sprake is van bijzondere waardeverminderingen bij de overige kasstroomgenererende eenheden. De boekwaarde per balansdatum bij deze kasstroomgenererende eenheden ligt ruim 20% onder de berekende realiseerbare waarde. De in 2013 verwerkte bijzondere waardevermindering bedraagt in totaal EUR 64,7 miljoen en heeft voor EUR 22,4 miljoen betrekking op de kasstroomgenererende eenheid Verbranden Wijster, voor EUR 32,2 miljoen betrekking op de kasstroomgenererende eenheid VAR, voor EUR 9,0 miljoen betrekking op de kasstroomgenererende eenheid Bioconversie Zuid en voor EUR 1,1 miljoen betrekking op de kasstroomgenererende eenheid Mineraal Noord. De afwaarderingen van de kasstroomgenererende eenheden Bioconversie Zuid en Mineraal Noord betreffen additionele afwaarderingen ten opzichte van de reeds in 2012 verantwoorde bijzondere waardevermindering. Bij de kasstroomgenererende eenheid Verbranden Wijster is sprake van een bijzondere waardevermindering als gevolg van acquisitie van toekomstige afvalstromen voor de afvalenergiecentrale. Bij de kasstroomgenererende eenheid VAR is sprake van een bijzondere waardevermindering in verband met de huidige marktomstandigheden. Bij de kasstroomgenererende eenheid Bioconversie Zuid (Noord-Brabant en Limburg) is sprake van een bijzondere waardevermindering als gevolg van de daling van de markttarieven. Deze structureel lagere tarieven in combinatie met de verplichting om additioneel te investeren in vergistingsinstallaties vanwege geëiste duurzaamheiddoelstellingen bij aanbestedingen, zorgen ervoor dat voor de gehele groep activa gebruikt voor de vergisting en compostering een extra bijzondere waardevermindering noodzakelijk is. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 63 Bij de kasstroomgenererende eenheid Mineraal Noord is vooral sprake van een bijzondere waardevermindering vanwege de steeds verder afnemende hoeveelheid mineraal afval dat in Nederland gestort wordt en toekomstig gestort mag worden. De kasstroomgenererende eenheid Mineraal Noord betreft de operationele stortplaats in Wijster. In de disounted cash flow berekening ten behoeve van de ‘fair value less costs of disposal’ heeft het management zich gebaseerd op een toekomstscenario waarin een belangrijk aantal aannames is gedaan. Voor al haar activiteiten betreft het aannames ten aanzien van te contracteren afvalvolumes en bijbehorende tarieven. Voor de afvalenergiecentrales binnen de kasstroomgenererende eenheden van Verbranden Wijster, Verbranden Moerdijk 123 en Verbranden Moerdijk 4 zijn daarnaast aannames gedaan voor de hoogte van toekomstige onderhoudsinvesteringen, toekomstige energieprijzen en toekomstige tarieven voor restproducten. Daarnaast is voor de kasstroomgenererende eenheden Verbranden Moerdijk 123 en Verbranden Moerdijk 4 uitgegaan van een materiële investering om de continuïteit van de energieopbrengsten na 2017 te waarborgen. Voor alle aannames geldt dat deze een bepaalde onzekerheidsmarge kennen. De werkelijke ontwikkeling van de bedrijfsvoering kan anders verlopen dan aangenomen in het toegepaste scenario of inzichten over toekomstige ontwikkelingen ten aanzien van de markt of bedrijfsvoering kunnen aan verandering onderhevig zijn. Dit kan mogelijk effecten hebben op de uitkomsten van de ‘discounted cash flow’ berekening ten behoeve van de bepaling van de ‘fair value less costs of disposal’. Indien deze wijzigingen zich voordoen, kan dit een materieel effect hebben op de uitkomsten van de ‘discounted cash flow’ berekening ten behoeve van de bepaling van de ‘fair value less costs of disposal’. Voor Attero in brede zin is verondersteld dat de komende jaren een kostenreductieprogramma in stafdiensten, indirecte diensten en primaire bedrijfsvoering kan worden doorgevoerd. Het kostenreductieprogramma omvat een set aan maatregelen voor het toekomstige kostenniveau en daarmee winstgevendheid van de onderneming. Dit programma is in 2012 gestart, in 2013 voor een belangrijk deel uitgevoerd, en loopt door in de jaren 2014 en 2015. De uitkomst van het onderzoek naar waardevermindering is mede afhankelijk van de mate waarin de besparingsdoelstellingen gerealiseerd kunnen gaan worden. Sensitiviteitsanalyse Voor de kasstroomgenererende eenheden van Bioconversie Zuid, Mineraal Zuid en Mineraal Noord is het uitvoeren van een sensitiviteitsanalyse minder relevant enerzijds vanwege het feit dat de ondernemingswaarde significant lager is dan de gebruikte directe opbrengstwaarde en anderzijds dat het niet de verwachting is dat de taxatie die gebruikt is voor de directe opbrengstwaarde snel gaat wijzigen. Daardoor is de realiseerbare waarde voor deze kasstroomgenererende eenheden naar verwachting redelijk stabiel. Bij de kasstroomgenererende eenheid Bioconversie Noord is geen sensitiviteit uitgerekend aangezien de boekwaarde van deze kasstroomgenererende eenheid relatief beperkt is en head room groot (340%). Met betrekking tot de kasstroomgenererende eenheden Verbranden Wijster, Verbranden Moerdijk 123, Verbranden Moerdijk 4, Vagron en VAR is wel een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd. De belangrijkste gevoeligheden zijn de gehanteerde WACC, de gehanteerde gemiddelde verwerkingstarieven van nog niet gecontracteerde afvalstromen, de gemiddelde energietarieven en de mate waarin de kostenbesparingen kunnen worden gerealiseerd. De gevoeligheid van het gehanteerde gemiddelde verwerkingstarief impliceert ook het volume-effect, vanwege het feit dat Attero de totale markt (zowel in Nederland als in het buitenland) zodanig beschouwt dat er voldoende volume beschikbaar is, maar dat bepalend is het gemiddelde tarief dat gehanteerd wordt om dit volume aan Attero te binden. Het volume-effect wordt hierbij bijvoorbeeld beïnvloed door de mate en de snelheid van de recyclingtrend in een belangrijke markt als het Verenigd Koninkrijk. Bij de kasstroomgenererende eenheden Verbranden Moerdijk 123, Verbranden Moerdijk 4 en Vagron (gezamenlijk circa 46% van het totaal geïnvesteerd vermogen van Attero) zou sprake zijn van een bijzondere waardevermindering indien één van de volgende factoren zouden worden gewijzigd: 64 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV WACC Verbranden Moerdijk 123 Verbranden Moerdijk 4 Vagron +3,0%-punt +0,4%-punt +30,1%-punt Gemiddeld lager verwerkingstarief -19% -6% n.v.t. Effecten Energieprijs- kostenreductieprogramma daling -28% -13% n.v.t. -133% -38% -112% Productie groen gas n.v.t. n.v.t. -60% De kasstroomgenererende eenheid Moerdijk 123 kent een relatief grote head room en is daardoor minder sensitief voor veranderingen van de in de tabel vermelde parameters. De kasstroomgenererende eenheid Moerdijk 4 heeft een lagere head room en is daarmee sensitiever dan Moerdijk 123 op alle genoemde parameters. De kasstroomgenererende eenheid Vagron is met name sensitief voor de te produceren hoeveelheid biogas dat wordt omgezet in groen gas. De sensitiviteit voor de WACC is relatief laag vanwege de geringe verwachte resterende gebruiksduur. Bij de kasstroomgenererende eenheden Wijster en VAR is de sensitiviteit uitgedrukt in een daling van de ‘fair value less costs of disposal’ van EUR 5 miljoen. Indien één van de volgende factoren zou worden gewijzigd vindt er een bijzondere waardevermindering plaats van EUR 5 miljoen: WACC Verbranden Wijster VAR +1,5%-punt +0,5%-punt Gemiddeld lager verwerkingstarief -6% -1% Effecten Energieprijs- kostenreductieprogramma daling -6% n.v.t. -13% -99% De kasstroomgenererende eenhied VAR is relatief sensitief voor aanpassingen op de vermelde parameters en in het bijzonder op de parameter verwerkingstarief gezien het feit dat de portfolio met name bestaat uit korte termijncontracten. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 65 Het vergelijkende verloop van de materiële vaste activa over 2012 luidt als volgt: Bedrijfsgebouwen en terreinen Machines en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen Werken in uitvoering Totaal 2012 437.550 983.599 101.477 20.213 1.542.839 -284.979 -630.715 -74.544 - -990.238 Boekwaarde 1 januari 2012 152.571 352.884 26.933 20.213 552.601 Herrubricering Investeringen Desinvesteringen Bijzondere waardevermindering Afschrijvingen -1.675 5.290 -486 -8.501 -10.956 1.479 58.462 -31 -9.872 -70.199 -642 2.475 -6 -1.131 -4.957 -101 282 - -939 66.509 -523 -19.504 -86.112 Boekwaarde 31 december 2012 136.243 332.723 22.672 20.394 512.032 Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 31 december 2012 305.375 712.251 76.188 - 1.093.814 Aanschafwaarde 31 december 2012 441.618 1.044.974 98.860 20.394 1.605.846 Aanschafwaarde 1 januari 2012 Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 1 januari 2012 Toelichting impairment 2012 In 2012 zijn diverse ontwikkelingen voor het management van Attero aanleiding geweest om een impairmentanalyse uit te voeren. De belangrijkste ontwikkelingen die hiertoe aanleiding gaven waren: fKHWVWRS]HWWHQYDQKHWWUDMHFWRPWHNRPHQWRW3XEOLHN'LHQVWYHUOHQHU$WWHUR3'$HQGHKLHUGRRUYHUDQGHUHQGHSRVLWLRQHULQJYDQ$WWHUR in de afvalverwerkingmarkt; fUHFHQWHPDUNWRQWZLNNHOLQJHQPHWEHWUHNNLQJWRWNODQWJURHSHQYDQ$WWHURGLHYRRUXLWORSHQGRSKHWYHUORSHQYDQFRQWUDFWHQLQ besloten nieuwe contracten in de markt te zetten, die niet aan Attero zijn gegund en die tegen substantieel lagere tarieven zijn afgesloten; fYHUVOHFKWHUGHPDUNWYRRUXLW]LFKWHQYRRUWUDGLWLRQHOHYHUZHUNLQJVZLM]HQVWRUWHQHQFRPSRVWHUHQDOVJHYROJYDQZLM]LJLQJHQLQZHW en regelgeving, actief overheidsbeleid gericht op verminderen van het vrijkomen van afvalstromen en terugdringen van traditionele verwerkingsmethoden als storten en composteren (Ladder van Lansink). Attero heeft een gedetailleerde analyse uitgevoerd naar bijzondere waardeverminderingen voor de vaste activa van alle kasstroomgenererende eenheden. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden door middel van een ‘stand alone going concern’ meerjarenplanning voor Attero voor de periode 2013 - 2023. Attero heeft bij de bepaling van de realiseerbare waarde conform IAS 36.130 een vergelijking gemaakt tussen de ‘fair value less costs of disposal’ en de ‘value in use’ benadering. De ‘fair value less costs of disposal’ is gebaseerd op een ‘discounted cash flow’ benadering, hierna ook wel ‘ondernemingswaarde’ genoemd, gebruik makend van een WACC na belasting van 7,6%, een lange termijngroeivoet van 2% en een inschatting van de ‘costs of disposal’. Indien echter op basis van taxaties de directe opbrengstwaarde van de onderliggende activa hoger ligt dan de ondernemingswaarde, is de ‘fair value less costs of disposal’ gebaseerd op deze directe opbrengstwaarde. De ‘fair value less costs of disposal’ is hoger dan de ‘value in use’ benadering, met name als gevolg van het feit dat de effecten van een efficiency- en kostenbesparingsprogramma volledig zijn meegenomen in de ‘fair value less costs of disposal’ benadering. Per kasstroomgenererende eenheid is een realiseerbare waarde bepaald. Voor de kasstroomgenererende eenheden Verbranden Wijster, Verbranden Moerdijk 123, Verbranden Moerdijk 4, Vagron, Bioconversie Noord en VAR is de realiseerbare waarde gebaseerd op de ‘fair value less costs of disposal’ op basis van de ondernemingswaarde. Voor de kasstroomgenererende eenheden Bioconversie Zuid, Mineraal Zuid en Mineraal Noord is de ‘fair value less costs of disposal’ gebaseerd op de directe opbrengstwaarde. De directe opbrengstwaarde heeft met name betrekking op bedrijfsterreinen bij deze activiteiten en is gebaseerd op recente taxaties waarop te verwachten verkoopkosten in 66 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV mindering zijn gebracht. Bij de kasstroomgenererende eenheid Vagron is vanwege de verwachte eindige bedrijfsvoering geen rekening gehouden met een lange termijngroeivoet. Op basis van de vergelijking tussen de realiseerbare waarde en de boekwaarde is geconcludeerd dat er sprake is van bijzondere waardeverminderingen van materiële vaste activa bij de kasstroomgenererende eenheden Bioconversie Zuid, Mineraal Zuid, Mineraal Noord en Vagron. Deze eenheden vallen in het bedrijfsonderdeel Bio-energie & Mineraal, dat zich bezig houdt met de verwerking van gft- en groenafval, het storten van niet-brandbare reststromen alsmede de overslag van huishoudelijk afval en gft-afval voor verdere verwerking binnen de Groep. Uit de berekeningen is gebleken dat er geen sprake is van bijzondere waardeverminderingen bij de overige kasstroomgenererende eenheden - waaronder Verbranden Wijster, Verbranden Moerdijk 123, Verbranden Moerdijk 4 alsmede de in 2011 gerealiseerde acquisitie van VAR. De boekwaarde per balansdatum bij deze kasstroomgenererende eenheden ligt ruim 10% onder de berekende realiseerbare waarde. De in 2012 verwerkte bijzondere waardevermindering bedraagt in totaal EUR 19,5 miljoen en heeft voor EUR 5,3 miljoen betrekking op de kasstroomgenererende eenheid Bioconversie Zuid, voor EUR 7,1 miljoen betrekking op de kasstroomgenererende eenhed Mineraal Zuid, voor EUR 2,2 miljoen betrekking op de kasstroomgenererende eenhed Mineraal Noord en voor EUR 4,9 miljoen betrekking op de kasstroomgenererende eenheid Vagron in Groningen (dit betreft een additionele afwaardering ten opzichte van de reeds in 2006 en 2011 verantwoorde bijzondere waardeverminderingen). Bij de kasstroomgenererende eenheid Bioconversie Zuid (Noord-Brabant en Limburg) is sprake van een bijzondere waardevermindering als gevolg van de ingezette daling van de markttarieven. Deze structureel lagere tarieven in combinatie met de verplichting om additioneel te investeren in vergistingsinstallaties vanwege geëiste duurzaamheiddoelstellingen bij aanbestedingen, zorgen ervoor dat voor de bestaande activa gebruikt voor de traditionele compostering een extra afschrijving noodzakelijk is. Bij de kasstroomgenererende eenheden van Mineraal Zuid en Mineraal Noord is vooral sprake van een bijzondere waardevermindering vanwege de steeds verder afnemende hoeveelheid mineraal afval dat in Nederland gestort wordt en toekomstig gestort mag worden. De kasstroomgenererende eenheid Mineraal Zuid betreft de stortplaatsen in Noord-Brabant en Limburg (impairment EUR 7,1 miljoen) en de kasstroomgenererende eenheid Mineraal Noord betreft de operationele stortplaats in Wijster (impairment EUR 2,2 miljoen). De bijzondere waardevermindering met betrekking tot de kasstroomgenererende eenheid Vagron op de locatie Groningen ad EUR 4,9 miljoen houdt verband met een actualisatie van de beoordeling die eind 2011 plaatsvond gecombineerd met de verwachte aanbestedingen voor brandbaar restafval in de regio Groningen als gevolg van het niet doorgaan van PDA. In de disounted cash flow berekening ten behoeve van de ‘fair value less costs of disposal’ heeft het management zich gebaseerd op een toekomstscenario waarin een belangrijk aantal aannames is gedaan. Voor al haar activiteiten betreft het aannames ten aanzien van te contracteren afvalvolumes en bijbehorende tarieven. Voor de afvalenergiecentrales binnen de kasstroomgenererende eenheden van Verbranden Wijster, Verbranden Moerdijk 123 en Verbranden Moerdijk 4 zijn daarnaast aannames gedaan voor de hoogte van toekomstige onderhoudsinvesteringen, toekomstige energieprijzen en toekomstige tarieven voor restproducten. Daarnaast is voor de kasstroomgenererende eenheden Verbranden Moerdijk 123 en Verbranden Moerdijk 4 uitgegaan van een materiële investering om de continuïteit van de energieopbrengsten na 2017 te waarborgen. Voor alle aannames geldt dat deze een bepaalde onzekerheidsmarge kennen. De werkelijke ontwikkeling van de bedrijfsvoering kan anders verlopen dan aangenomen in het toegepaste scenario of inzichten over toekomstige ontwikkelingen ten aanzien van de markt of bedrijfsvoering kunnen aan verandering onderhevig zijn. Dit kan mogelijk effecten hebben op de uitkomsten van de ‘discounted cash flow’ berekening ten behoeve van de bepaling van de ‘fair value less costs of disposal’. Indien deze wijzigingen zich voordoen, kan dit een materieel effect hebben op de uitkomsten van de ‘discounted cash flow’ berekening ten behoeve van de bepaling van de ‘fair value less costs of disposal’. Voor Attero in brede zin is verondersteld dat de komende jaren een kostenreductieprogramma in stafdiensten, indirecte diensten en primaire bedrijfsvoering kan worden doorgevoerd. Het kostenreductieprogramma omvat een set aan maatregelen voor het toekomstige kostenniveau en daarmee winstgevendheid van de onderneming. Dit programma is in 2012 gestart en de uitvoering is voorzien in de jaren 2013, 2014 en 2015. De helft van de beoogde besparingen is inmiddels uitgewerkt in concrete plannen. In het programma is voorzien om in 2013 het resterende deel van de besparingen uit te werken in concrete maatregelen. De uitkomst van het onderzoek naar waardever- Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 67 mindering is afhankelijk van de mate waarin de besparingsdoelstellingen afdoende vertaald kunnen gaan worden in concrete besparingsmaatregelen en de feitelijke realisatie van de plannen. Sensitiviteitsanalyse Voor de kasstroomgenererende eenheden van Bioconversie Zuid, Mineraal Zuid en Mineraal Noord is het uitvoeren van een sensitiviteitsanalyse minder relevant enerzijds vanwege het feit dat de ondernemingswaarde siginicant lager is dan de gebruikte directe opbrengstwaarde en anderzijds dat het niet de verwachting is dat de taxatie die gebruikt is voor de directe opbrengstwaarde snel gaat wijzigen. Daardoor is de realiseerbare waarde voor deze kasstroomgenererende eenheden naar verwachting redelijk stabiel. Bij de kasstroomgenererende eenheid VAR (circa 15% van het geïnvesteerd vermogen) is geen sensitiviteitsanalyse uitgevoerd vanwege het feit dat de VAR niet sensitief is voor één of enkele gevoeligheden, daar deze kasstroomgenererende eenheid bestaat uit een diverse mix aan activiteiten, zowel op het gebied van vergisting, recycling, mineraal en productie van secundaire brandstoffen. Met betrekking tot de kasstroomgenererende eenheden Verbranden Wijster, Verbranden Moerdijk 123, Verbranden Moerdijk 4 en Vagron is wel een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd. De belangrijkste gevoeligheden zijn de gehanteerde WACC, de gehanteerde gemiddelde verwerkingstarieven van nog niet gecontracteerde afvalstromen, de gemiddelde energietarieven en de mate waarin de kostenbesparingen kunnen worden gerealiseerd. De gevoeligheid van het gehanteerde gemiddelde verwerkingstarief impliceert ook het volume-effect, vanwege het feit dat Attero de totale markt (zowel in Nederland als in het buitenland) zodanig beschouwt dat er voldoende volume beschikbaar is, maar dat bepalend is het gemiddelde tarief dat gehanteerd wordt om dit volume aan Attero te binden. Het volume-effect wordt hierbij bijvoorbeeld beïnvloed door de mate en de snelheid van de recyclingtrend in een belangrijke markt als het Verenigd Koninkrijk. Bij de kasstroomgenererende eenheden Verbranden Wijster, Verbranden Moerdijk 123 en Verbranden Moerdijk 4 (gezamenlijk circa 75% van het totaal geïnvesteerd vermogen van Attero) zou sprake zijn van een bijzondere waardevermindering indien één van de volgende factoren zouden worden gewijzigd: Verbranden Wijster Verbranden Moerdijk 123 Verbranden Moerdijk 4 WACC Gemiddeld lager verwerkingstarief +2,3%-punt +1,1%-punt +0,6%-punt -4% -6% -29% Effecten Energieprijs- kostenreductieprogramma daling -10% -8% n.v.t. -24% -57% -65% De kasstroomgenererende eenheid Verbranden Moerdijk 4 is minder sensitief voor het gemiddelde verwerkingstarief voor nog niet gecontracteerde afvalstromen vanwege het feit dat de huidige afvalverwerkingscontracten lopen tot en met 2023. Daarnaast is deze kasstroomgenererende eenheid minder sensitief voor de energieprijs vanwege beschikte SDE subsidie. Bij de kasstroomgenererende eenheid Vagron is de sensitiviteit uitgedrukt in een daling van de ‘fair value less costs of disposal’ van EUR 1 miljoen. Indien één van de volgende factoren zou worden gewijzigd vindt er een bijzondere waardevermindering plaats van EUR 1 miljoen: Vagron WACC Productie groen gas +10,7%-punt -28,3% De kasstroomgenererende eenheid Vagron is met name sensitief voor de te produceren hoeveelheid biogas dat wordt omgezet in groen gas. De sensitiviteit voor de WACC is relatief laag vanwege de geringe verwachte resterende gebruiksduur. 68 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 12 Vastgoedbeleggingen Het verloop van de vastgoedbeleggingen luidt als volgt: 2013 2012 Aanschafwaarde 1 januari Cumulatieve afschrijvingen 1 januari 9.953 - 10.494 - Boekwaarde 1 januari 9.953 10.494 - 392 -933 - 9.953 9.953 - - 9.953 9.953 Investeringen Herrubricering Aangehouden voor verkoop Desinvesteringen Boekwaarde 31 december Cumulatieve afschrijvingen 31 december Aanschafwaarde 31 december De post ‘Aangehouden voor verkoop’ eind 2012 heeft betrekking op de boekwaarde van bedrijfsterreinen van het bedrijfsonderdeel VAR. Deze terreinen zijn in januari 2013 verkocht. De vastgoedbeleggingen hebben betrekking op bedrijfsterreinen, De reële waarde van de vastgoedbeleggingen wordt per 31 december 2013 geschat op circa EUR 12,2 miljoen (2012: EUR 10,0 miljoen). De reële waarde is evenals per 31 december 2012 voor een deel van de vastgoedbeleggingen gebaseerd op marktwaarden (level 2) en voor een deel op kostprijs, omdat er geen betere indicatie voor de reële waarde is. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 69 13 Immateriële vaste activa Het verloop van de immateriële vaste activa over 2013 luidt als volgt: Goodwill Klantcontracten en klantrelaties Aanschafwaarde 1 januari 2013 Cumulatieve afschrijvingen 1 januari 2013 10.417 - Boekwaarde 1 januari 2013 10.417 Investeringen Herrubricering vanaf materiele vaste activa Bijzondere waardevermindering Afschrijvingen Software Concessies vergunningen en overige Totaal 2013 6.026 -1.132 13.463 -7.160 5.900 -669 35.806 -8.961 4.894 6.303 5.231 26.845 700 -19.649 -2.721 700 -4.399 -495 -1.910 -4.833 -316 - - 5.093 82 5.175 Cumulatieve afschrijvingen 31 december 2013 10.417 6.026 9.070 5.818 31.331 Aanschafwaarde 31 december 2013 10.417 6.026 14.163 5.900 36.506 Boekwaarde 31 december 2013 -10.417 De goodwill die is ontstaan als gevolg van de acquisitie van VAR BV is toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid VAR. Op deze goodwill werd niet afgeschreven. In plaats daarvan wordt jaarlijks beoordeeld of en in hoeverre sprake is van een duurzame waardevermindering. Zoals toegelicht onder noot 11 is in 2013 sprake van een bijzondere waardevermindering, welke voor een bedrag van EUR 10,4 miljoen is verantwoord onder Goodwill. Tevens is een deel van de bijzondere waardevermindering verantwoord onder Klantcontracten en klantrelaties (EUR 4,4 miljoen) en een deel onder Consessies, vergunningen en overige (EUR 4,8 miljoen). De stortvergunningen worden afgeschreven op basis van het verwachte stortscenario van de betreffende stortplaatsen. De verwachte gebruiksduur van software is 5 jaar. 70 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Het vergelijkende verloop van de immateriële vaste activa over 2012 luidt als volgt: Goodwill Klantcontracten en klantrelaties Software Concessies vergunningen en overige Totaal 2012 Aanschafwaarde 1 januari 2012 Cumulatieve afschrijvingen 1 januari 2012 10.417 - 6.026 -537 7.103 -5.777 141 -54 23.687 -6.368 Boekwaarde 1 januari 2012 10.417 5.489 1.326 87 17.319 - -595 5.188 547 -758 20 5.739 -615 5.208 547 5.739 -1.968 10.417 4.894 6.303 5.231 26.845 - 1.132 7.160 669 8.961 10.417 6.026 13.463 5.900 35.806 Investeringen Herrubricering vanaf materiele vaste activa Mutatie inzake acquisitie VAR Afschrijvingen Boekwaarde 31 december 2012 Cumulatieve afschrijvingen 31 december 2012 Aanschafwaarde 31 december 2012 14 Overige financiële activa De overige financiële activa zijn als volgt samengesteld: 2013 2012 Beleggingen 500 500 Beschikbaar voor verkoop 500 500 Leningen Vorderingen nazorg overgenomen stortplaatsen Overige 237 19.917 956 284 16.127 1.073 Leningen en vorderingen 21.110 17.484 Totaal 21.610 17.984 De beleggingen eind 2013 betreffen een 15% belang in Twence BV voor EUR 0,1 miljoen en een 9% belang respectievelijk 10% belang in Televisiebedrijf Limburg BV respectievelijk Omroepbedrijf Limburg BV, totaal voor EUR 0,4 miljoen. Deze beleggingen zijn bij de afsplitsing overgenomen van Essent NV. Deze beleggingen zijn eind 2013 gewaardeerd tegen reële waarde (gebaseerd op level 3), welk gelijk is aan de in 2010 betaalde prijs aan Essent NV. Gedurende 2012 en 2013 zijn er geen reële waarde mutaties in de winst- en verliesrekening en/of eigen vermogen verantwoord. Het 15% belang in Twence betreft cumulatief preferente aandelen waarbij de waarde is berekend op basis van contant gemaakte kasstromen rekening houdend met dividend dat jaarlijks wordt ontvangen. De reële waarde van de belangen in Televisiebedrijf Limburg BV respectievelijk Omroepbedrijf Limburg BV is gebaseerd op de beschikbare jaarrekeningen over het boekjaar 2012. Naar de inschatting van de Groep zal de waardering van deze beleggingen niet materieel wijzigen wanneer de jaarrekeningen over het boekjaar 2013 beschikbaar komen. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 71 Voor de leningen zijn geen zekerheden ontvangen. De vorderingen nazorg overgenomen stortplaatsen zijn opgenomen ter dekking van de kosten van de nazorg van overgenomen stortplaatsen. Voor deze kosten is in de balans van de Groep een voorziening getroffen van eenzelfde omvang. De vordering heeft betrekking op stortplaats Razob voor een bedrag ad EUR 19,8 miljoen (2012: EUR 15,9 miljoen) en op stortplaats Zevenbergen voor een bedrag ad EUR 0,1 miljoen (2012: EUR 0,2 miljoen). De mutaties in 2013 betreffen in hoofdzaak correcties van mutaties uit voorgaande jaren. De reële waarde van de ‘Leningen en vorderingen’ komt nagenoeg overeen met de boekwaarde. 15 Voorraden Grond- en hulpstoffen Gereed product en handelsgoederen Totaal 2013 2012 9.292 2.396 8.955 1.046 11.688 10.001 Gedurende het boekjaar zijn evenals in 2012 geen voorraden ten laste van het resultaat verantwoord als gevolg van aanpassing van de voorraadwaarde naar kostprijs of lagere marktwaarde. Er zijn geen voorraden gewaardeerd tegen reële waarde. 16 Vorderingen 2013 2012 Handelsvorderingen 45.412 34.300 Leningen en vorderingen 45.412 34.300 Valutatermijncontracten Subsidies Vooruitbetaalde kosten Overige vorderingen 21 461 597 5.214 67 90 824 6.407 Overige vorderingen en overlopende activa 6.293 7.388 51.705 41.688 Totaal De reële waarde van de vorderingen komt overeen met de boekwaarde. De toename van de ‘Handelsvorderingen’ is het gevolg van naverrekeningen met diverse afnemers per ultimo 2013 en daarnaast een dispuut met een afnemer. Het dispuut wordt naar verwachting in het eerste halfjaar van 2014 opgelost en noodzaakt niet tot een extra dotatie aan de waardecorrectie in verband met mogelijke oninbaarheid. 72 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV De ouderdom van de ‘Handelsvorderingen’ onder aftrek van de waardecorrectie in verband met mogelijke oninbaarheid is als volgt weer te geven: 2013 2012 Nog niet vervallen 0-30 dagen vervallen 31-60 dagen vervallen 61-90 dagen vervallen > 90 dagen vervallen 36.130 4.475 3.378 376 1.053 27.503 4.608 1.352 668 169 Saldo 31 december 45.412 34.300 Het verloop van de waardecorrectie in verband met mogelijke oninbaarheid voor ‘Leningen en vorderingen’ is als volgt weer te geven: 2013 2012 Saldo 1 januari Dotatie ten laste van c.q. vrijval ten gunste van het resultaat Afboekingen 513 124 -55 614 -59 -42 Saldo 31 december 582 513 De post ‘Valutatermijncontracten’ is gewaardeerd tegen reële waarde. Dit betreft contracten die zijn afgesloten met betrekking tot acquisitie van afval uit Ierland dat in de valuta GBP wordt gefactureerd. De per 31 december 2013 openstaande contracten vervallen maandelijks op basis van de te verwachten verkopen en debiteurenontvangsten. De openstaande contracten per 31 december 2013 hebben een nominale waarde van GBP 1,6 miljoen en een looptijd van januari 2013 tot en met januari 2015. De reële waarde per balansdatum is gebaseerd op een externe opgave van de marktwaarde (level 2). De reële waardemutaties van de nog niet vervallen contracten worden tijdelijk in het eigen vermogen opgenomen. Het saldo van de ‘Vooruitbetaalde kosten’ per 31 december 2012 is EUR 4,275 miljoen lager dan het saldo dat is gepresenteerd in de jaarrekening 2012 als gevolg van een reclassificatie. 17 Liquide middelen De liquide middelen zijn als volgt samengesteld: Bank- en kassaldi Deposito's Beleggingen geldmarktfondsen Totaal 2013 2012 89.543 25.000 8.500 64.676 10.000 70.111 123.043 144.787 De bank- en kassaldi zijn inclusief saldi op spaarrekeningen en vrij beschikbaar. Op bank- en kassaldi wordt een variabele rente vergoed die overeenkomt met de actuele rentetarieven behorend bij rekening-courant tegoeden. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 73 De geldmarktfondsen worden beheerd door gerenommeerde beleggingsinstellingen waarbij behoud van kapitaal en liquiditeit voorop staat. Er worden geen aandelen aangehouden; wel obligaties en andere vastrentende waarden. 18 Eigen vermogen Het verloop van het eigen vermogen is toegelicht in het geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen. Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt zowel eind 2013 als eind 2012 EUR 3,0 miljoen (300 miljoen aandelen van elk nominaal één eurocent). Hiervan zijn ultimo 2013 en ultimo 2012 149.682.196 aandelen geplaatst en volgestort. De agioreserve betreft een reserve als gevolg van de oprichting van het nieuwe groepshoofd Attero Holding NV in 2009. Het betreft niet-bedongen agio dat vrij uitkeerbaar is. De herwaarderingsreserve financiële instrumenten betreft eind 2012 en 2013 een herwaarderingsreserve als gevolg van reële waardemutaties van valuatermijncontracten. De Groep gaat ten aanzien van kapitaalbeheer uit van de samenstelling van het ‘totaal eigen vermogen’ zoals opgenomen in de geconsolideerde balans en het geconsolideerde mutatieoverzicht eigen vermogen. Een belangrijke financiële ratio waarmee het kapitaal door de Groep wordt beheerd, is de solvabiliteit. De Groep hanteert hiervoor een streefwaarde van 35%. Eind 2013 wordt aan deze doelstelling met een ratio van 29,5% niet voldaan. De Groep is niet onderhevig aan van buitenaf opgelegde kapitaalvereisten. De overige reserve betreft een reserve als gevolg van gecumuleerde ingehouden winsten en is ultimo 2013 vrij uitkeerbaar. 19 Rentedragende verplichtingen (langlopend) Onderstaand zijn de rentedragende verplichtingen per categorie toegelicht. Contractuele rente 2013 2012 Effectieve rente 2013 2012 2013 2012 8.583 83.662 9.181 109.712 Totaal 92.245 118.893 Waarvan af te lossen binnen 1 jaar: Achtergestelde lening Onderhandse leningen 656 26.883 598 25.727 Opgenomen onder kortlopende verplichtingen 27.539 26.325 Opgenomen onder langlopende verplichtingen 64.706 92.568 Achtergestelde lening Onderhandse leningen 9,4% 5,6-9,6% 9,4% 5,6-9,6% 9,4% 5,7% 9,4% 5,6% 74 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV De contractuele rente is tot het einde van de looptijd vast overeengekomen. De aflossingsverplichting is eind 2013 als volgt verdeeld: 2014 2015 2016 2017 2018 > 5 jaar Totaal Achtergestelde lening Onderhandse leningen1 656 26.883 719 28.403 788 10.243 2.928 6.568 3.492 - 8.879 8.583 80.976 Totaal 27.539 29.122 11.031 9.496 3.492 8.879 89.559 Van de aflossingsverplichting in 2014 vervalt EUR 14,9 miljoen binnen 6 maanden. Vergelijkend bedrag eind 2012 2013 2014 2015 2016 2017 > 5 jaar Totaal 26.325 27.563 29.122 11.031 9.495 12.371 115.907 De verplichting inzake de rentebetalingen is eind 2013 als volgt verdeeld: Totaal 2014 2015 2016 2017 2018 > 5 jaar Totaal 5.266 3.682 2.277 1.615 2.841 4.271 19.952 Van de verplichting inzake rentebetalingen in 2014 vervalt EUR 3,8 miljoen binnen 6 maanden. Vergelijkend bedrag eind 2012 1 2013 2014 2015 2016 2017 > 5 jaar Totaal 6.771 5.266 3.682 2.277 1.615 7.111 26.722 Verschil tussen de boekwaarde en de aflossingsverplichting heeft betrekking op leningagio, op 31 december 2013 EUR 2.686 (2012: EUR 2.985). Onder de langlopende rentedragende verplichtingen worden leningen opgenomen die langer dan één jaar ter beschikking staan. De bedragen voor aflossing, die binnen één jaar vervallen, worden afzonderlijk opgenomen onder de kortlopende rentedragende verplichtingen. In de langlopende rentedragende verplichtingen zijn begrepen: Achtergestelde leningen De achtergestelde lening is in 2007 door de aandeelhouders van NV Afvalverbranding Zuid-Nederland (AZN) formeel omgezet in agiokapitaal. Hierbij is besloten dat jaarlijks, afhankelijk van de ontwikkeling van de liquiditeit, een vergoeding over het agiokapitaal is verschuldigd alsmede terugbetaling van het agiokapitaal dient plaats te vinden, gelijk aan de jaarlijkse rente en aflossingen van de oorspronkelijke achtergestelde lening. Het agiokapitaal kwalificeert - onder IFRS - als vreemd vermogen. Voor het jaar 2014 wordt aflossing van het agiokapitaal voorzien van EUR 0,7 miljoen (2013: EUR 0,6 miljoen). Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 75 Onderhandse leningen De contractuele resterende looptijd bedraagt langer dan 5 jaar. Voor een gedeelte van de onderhandse leningen met een schuldrest ultimo 2013 van EUR 72,1 miljoen (2012: EUR 97,5 miljoen) zijn de volgende zekerheden afgegeven: f9HUSDQGLQJYDQKXLGLJHHQWRHNRPVWLJHUHFKWHQHQYRUGHULQJHQYDQ$=1 f9HUSDQGLQJYDQURHUHQGH]DNHQ$=1 f9HUSDQGLQJYDQDDQGHOHQ$=1 f5HFKWYDQHHUVWHK\SRWKHHNRSRQURHUHQGHJRHGHUHQHQHUISDFKW$=1 De onderhandse leningen zijn verstrekt onder de conditie dat aandeelhouders van de betreffende vennootschap (i.c. AZN Holding BV) voor meer dan 50% bestaan uit gemeenten, provincies, gemeenschappelijke regelingen en/of de Staat der Nederlanden. Ingeval van een overname van de Groep door een private onderneming wordt niet langer aan deze voorwaarde voldaan. Op dat moment is goedkeuring van de leningverstrekker nodig om directe opeisbaarheid van de leningen te voorkomen. Zoals vermeld onder 1.1 voorziet de Groep in 2014 de afwikkeling van de verkoop van de Groep aan een private onderneming. De verwachting van de Groep is dat de leningen op dat moment niet direct opgeëist worden. Reële waarde De geschatte marktwaarde (reële waarde) van de langlopende rentedragende verplichtingen (inclusief aflossingsverplichting komend boekjaar) per 31 december 2013 bedraagt EUR 101,3 miljoen (2012: EUR 130,5 miljoen). De schatting is gebaseerd op contant gemaakte kasstromen (level 2). De disconteringsvoeten zijn gebaseerd op de in de markt voor de Groep geldende rentetarieven voor soortgelijke financieringen (met vergelijkbare looptijden en voorwaarden). Een specificatie per soort lening is als volgt: Boekwaarde Reële waarde 2013 2012 2013 2012 Achtergestelde leningen Onderhandse leningen 8.583 83.662 9.181 109.712 11.548 89.786 12.389 118.136 Totaal 92.245 118.893 101.334 130.525 20 Voorzieningen De voorzieningen zijn als volgt te specificeren: 20.1 Personeelsbeloningen 20.2 Overige voorzieningen Totaal 2013 2012 9.682 212.223 2.154 218.790 221.905 220.944 76 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 20.1. Voorzieningen personeelsbeloningen 2013 Totaal voorzieningen voor personeelsbeloningen: Reorganisatievoorziening Diensttijdgebonden uitkeringen Overige personeelsbeloningen Totaal Waarvan opgenomen onder Handelsschulden en overige te betalen kosten 20.3 Waarvan opgenomen onder Kortlopend deel voorzieningen 2013 2012 14.211 1.756 1.303 1.591 1.295 17.270 2.886 -3.295 -4.293 -732 -7.588 Langlopend deel voorzieningen voor personeelsbeloningen: Reorganisatievoorziening Diensttijdgebonden uitkeringen Overige personeelsbeloningen Totaal langlopend deel 2012 7.301 1.681 700 -732 1.552 602 9.682 2.154 Het kortlopend deel ad EUR 7,6 miljoen (2012: EUR 0,7 miljoen) is afzonderlijk opgenomen onder de kortlopende verplichtingen. Reorganisatievoorziening In 2013 is een kostenreductieprogramma gestart. Voor de hiermee samenhangende personele consequenties is in de balans per 31 december een reorganisatievoorziening opgenomen van EUR 14,2 miljoen die is gevormd ten laste van het resultaat over 2013 (2012: EUR 0). De voorziening is gebaseerd op de van toepassing zijnde sociale voorzieningen voor boventallige werknemers, gecombineerd met aannames ten aanzien van de kansen van boventallige werknemers op de arbeidsmarkt. Deze aannames hebben grote invloed op de omvang van de voorziening en zijn gebaseerd op inschattingen van het management, tot stand gekomen in samenspraak met externe adviseurs. De belangrijkste aannames zijn: - 2/3 deel van de boventallige werknemers jonger dan 55 jaar vindt binnen 1 jaar ander werk; - werknemers met een leeftijd tussen 55 jaar en 60 jaar genereren, gedurende de 3 jaar dat hun inkomen conform het sociaal plan doorbetaald wordt, eigen inkomsten gelijk aan gemiddeld 25% van hun inkomsten onder het sociaal plan. De voorziening is contant gemaakt rekening houdend met een disconteringsvoet van 1,1% - 2,2%. 2013 2012 Saldo van de voorziening per 1 januari Dotatie ten laste van het resultaat Rente Uitkeringen en onttrekkingen 21.155 -6.944 - Totaal Waarvan opgenomen onder Handelsschulden en overige te betalen kosten Waarvan opgenomen onder Kortlopend deel voorzieningen 14.211 -3.295 -3.615 - 7.301 - Totaal langlopend deel Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 77 Diensttijdgebonden uitkeringen De Groep kent als gevolg van CAO-bepalingen diensttijdgebonden uitkeringen toe aan personeelsleden. Vanaf het moment van indiensttreding wordt voor deze uitkeringen een voorziening gevormd op basis van het aantal verstreken dienstjaren, verwachte prijs- en salarisstijgingen, kansen op sterfte, invaliditeit en ontslag. 2013 2012 Aanspraken per 1 januari Rente Dotatie Uitkeringen 1.591 61 192 -88 1.347 291 39 -86 Totaal 1.756 1.591 -75 -39 1.681 1.552 2013 2012 1,0-3,6% 3,0% 1,0-3,7% 3,0% Waarvan opgenomen onder kortlopend deel voorzieningen Totaal langlopend deel De belangrijkste veronderstellingen die ten grondslag liggen aan de berekeningen van de diensttijdgebonden uitkeringen zijn als volgt: Disconteringsvoet Geschatte toekomstige salarisstijgingen Pensioenregeling ABP De in 2013 betaalde en ten laste van het resultaat gebrachte premie bedraagt EUR 5,2 miljoen (2012: EUR 4,7 miljoen). Eind 2013 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds (ABP) boven het vereiste minimum uitgekomen, terwijl de dekkingsgraad eind 2011 en 2012 onder het vereiste minimum lag. Begin 2012 heeft ABP vanwege de lage dekkingsgraad de tijdelijke premieverhoging aaangepast van 1% naar 3% voor de jaren 2012 en 2013. Daarnaast zijn de pensioenuitkeringen met ingang van 1 april 2013 verlaagd met 0,5%. Gezien de verbetering van de dekkingsgraad in 2013 worden geen verdere maatregelen verwacht in 2014 om de dekkingsgraad te verbeteren. Overige personeelsbeloningen Onder de overige personeelsbeloningen zijn onder meer begrepen de uitkeringen met betrekking tot beëindiging van het dienstverband van werknemers voor de pensioengerechtigde leeftijd. 78 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 20.2. Overige voorzieningen Het verloop van de overige voorzieningen is onderstaand weergegeven: 20121 Herrubricering3 Toevoeging2 7.734 834 Eindafwerking en nazorg stortplaatsen Sanering Wijster Amovering Overige 218.562 19.774 6.042 2.464 3.079 Totaal 246.842 3.079 Onttrekking Kortlopend deel -6.687 -19 -21.473 -592 4.474 -12.411 -4.329 -150 -605 13.042 -17.495 -6.706 Vrijval4 2013 -4.474 188.804 15.668 5.892 1.859 -26.539 212.223 1 Inclusief kortlopend deel EUR 26,5 miljoen. In de toevoeging is EUR 5,6 miljoen in verband met rente opgenomen (2012: EUR 7,3 miljoen). 3 De herrubricering heeft hoofdzakelijk betrekking op overgenomen stortplaatsen, zie noot 14. 4 De vrijval is hoofdzakelijk een gevolg van een herziening van de voorziening voor prénazorg Wijster, een wijziging van de disconteringsvoet en een herziening van de voorziening Sanering Wijster zoals hierna toegelicht. 2 Eindafwerking en nazorg stortplaatsen De voorziening eindafwerking en nazorg stortplaatsen is, inclusief het kortlopend deel ad EUR 21,5 miljoen, als volgt onder te verdelen: 2013 2012 Voorziening eindafwerking (inclusief prénazorg) Voorziening nazorg 164.872 45.405 176.978 41.584 Totaal voorzieningen eindafwerking en nazorg 210.277 218.562 Kortlopend deel Langlopend deel 21.473 188.804 23.411 195.151 Onderstaand zijn de uitgaven met betrekking tot eindafwerking en nazorg van de stortplaatsen weergegeven die in de komende 10 jaren naar verwachting zullen plaatsvinden. 2014 22.682 2015-2018 45.432 2019-2023 66.111 Totaal 134.225 De voorziening voor eindafwerking en nazorg van de stortplaatsen wordt gevormd naar gelang de op dat moment bestaande reële verplichtingen rekening houdend met de verhouding tussen de al gestorte hoeveelheden afval en de vergunde ingerichte hoeveelheid te storten afval. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 79 Aan de voorziening eindafwerking wordt periodiek gedoteerd op basis van een tarief per ton gestort afval uitgaande van het verschil tussen de contante waarde van de totale verplichting en de reeds gevormde voorziening, rekening houdend met de nog te storten hoeveelheden afval. De voorziening wordt berekend aan de hand van de verwachte kosten voor eindafwerking gebaseerd op de huidige technologie. Er wordt hierbij rekening gehouden met een inflatiepercentage van 2% per jaar (2012: 2%) en een disconteringsvoet van 3,86% (2012: 3,7%). De voorziening nazorg wordt berekend aan de hand van berekende doelvermogens per stortplaats op basis van door de Provincies goedkeurde (IPO) rekenmodellen. De hoogte van de doelvermogens is onder andere gebaseerd op de rekenrente die provincies hanteren voor de periode na het overdrachtsmoment; indien provincies de rekenrente aanpassen, heeft dat effect op de doelvermogens die Attero moet opbouwen. De Groep gaat voor de (beste) schatting van te verwachten uitgaande kasstromen uit van een gemiddeld prijspeil (IPO midden). De doelvermogens dienen formeel een keer per 5 jaar te worden geactualiseerd. In 2012 zijn voor alle stortplaatsen in beheer van de Groep de nazorgplannen en doelvermogens geactualiseerd. In 2013 is het nazorgplan voor de stortplaats Wijster goedgekeurd. De beoordeling door bevoegd gezag van de andere stortplaatsen is nog gaande. In dat kader heeft overleg plaatsgevonden met bevoegd gezag van de betreffende Provincies. De uitkomst van de beoordeling door Provincies kan mogelijk effect hebben op de inhoud van de definitieve nazorgplannen en de hoogte van doelvermogens. Het management van de Groep is van mening dat de ingediende (concept) plannen, waarop de voorzieningen zijn berekend, de beste schatting zijn voor de te verwachten kosten. Als gevolg van de discussie is de hoogte van de voorziening in 2013 met EUR 4,0 miljoen aangepast ten laste van het resultaat ten aanzien van punten waarover naar verwachting overeenstemming wordt bereikt. De verwachting is dat de overige nieuwe nazorgplannen en doelvermogens in de loop van 2014 worden goedgekeurd. De disconteringsvoet waarmee de voorziening contant is gemaakt bedraagt 3,86% (2012: 3,7%). Deze disconteringsvoet is gebaseerd op de marktrente per balansdatum van hoogwaardige ondernemingsobligaties waarbij bij de bepaling van de van toepassing zijnde marktrente rekening is gehouden met de gewogen gemiddelde looptijd van de verplichting. Een daling met 0,5% van de reële rente, zijnde de gehanteerde disconteringsvoet onder aftrek van inflatie, heeft een negatief effect van circa EUR 15 miljoen (2012: EUR 18 miljoen) op het resultaat voor belastingen en een toename van de reële rente met 0,5% een positief effect van circa EUR 13 miljoen (2012: EUR 15 miljoen). De Groep exploiteert een aantal stortplaatsen in de provincies Limburg, Noord-Brabant, Gelderland en Drenthe. In de Wet milieubeheer is bepaald dat provincies een nazorgfonds (een zelfstandige rechtspersoon) moeten oprichten voor de financiering van de nazorg voor gesloten stortplaatsen. De provincies zijn beheerders van het fonds. Het fonds wordt gevoed met heffingen die worden betaald door de stortplaatsexploitanten. Door deze opbrengst te beleggen wordt een doelvermogen bereikt om de eeuwigdurende nazorg voor stortplaatsen zeker te stellen. De Groep betaalt heffingen aan het Fonds nazorg gesloten stortplaatsen voor de provincie Limburg, het Provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Noord-Brabant, het Fonds nazorg stortplaatsen Gelderland en het Fonds nazorg gesloten stortplaatsen provincie Drenthe. De Groep heeft geen invloed op de gelden van deze fondsen. Tekorten bij deze fondsen dienen aangevuld te worden door de exploitanten van de stortplaatsen. Ultimo 2013 bedroeg het aandeel van Attero in de beleggingen van deze nazorgfondsen, inclusief VAR, circa EUR 70 miljoen (ultimo 2012 circa EUR 64 miljoen), exclusief het deel met betrekking tot de overgenomen stortplaats Razob (zie noot 14) ad EUR 36 miljoen (2012: EUR 39 miljoen). Met het aandeel van Attero in de beleggingen van deze nazorgfondsen is bij de bepaling van de voorziening nazorg in de balans van de Groep rekening gehouden. Ter nakoming van de verplichtingen voor eindafwerking en nazorg van stortplaatsen is aan Provincies in totaal voor een bedrag ad EUR 165 miljoen (2012: EUR 165 miljoen) aan garanties verstrekt. De bedragen van deze garanties zijn gebaseerd op de uiteindelijk benodigde gelden met betrekking tot de eindafwerking en nazorg, terwijl in de balans van de Groep de voorziening naar rato van de stand van de diverse stortplaatsen is verantwoord. Eind 2013 zijn met de provincies nieuwe voorstellen overeengekomen over de zekerheidstellingen met bettreking tot de eindafwerking en nazorg van stortplaatsen. Op basis van nieuwe goedgekeurde nazorgplannen zullen deze nieuwe zekerheidstellingen/garanties naar verwachting in 2014 worden geffectueerd. 80 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Sanering Wijster Attero heeft op basis van de resultaten van een inventariserende bodemonderzoek op onze locatie Wijster een voorziening gevormd voor 16 verontreinigingskernen. Inzake de sanering van de verontreiniging is een Saneringsplan op Hoofdzaken opgesteld. Het plan beschrijft de gefaseerde aanpak van de kernen. Het bevoegd gezag heeft in 2006 voor het ingediende saneringsplan een beschikking afgegeven. Er is formele toestemming van de vergunninghoudster om de verontreinigingen functiegericht te saneren. Er is een significant verschil in kosten tussen functioneel saneren en multifunctioneel saneren. Bij multifunctioneel saneren worden alle verontreinigingen weggehaald. Bij functioneel saneren is de mate van wegnemen van de verontreiniging afhankelijk van het beoogde gebruik. Bij een functionele sanering mogen restverontreinigingen blijven zitten als daarmee geen risico’s (mens, ecosysteem, verspreiding) ontstaan. Als gevolg van de lange historie aan vervuiling en het ontbreken van milieuwetgeving in het verleden verwacht de Groep dat het meest reële toekomstige scenario zal zijn dat er ernstige mobiele verontreinigingen wordt ontdekt en dat er een multifunctionele sanering dient te worden toegepast. De omvang van de voorziening wordt in hoge mate bepaald door het verwachte toekomstige gebruik. In 2013 is met de sanering van één kern gestart en is uit nader onderzoek gebleken dat voor deze kern minder saneringswerkzaamheden nodig zijn dan in de voorgaande periode voorzien was; de kern wordt functioneel gesaneerd in plaast van multifunctioneel. Deze herziening heeft geleid tot een vrijval van een deel van de voorziening ter hoogte van EUR 4,3 miljoen. De kostenraming van de voornamelijk multifunctionele sanering (EUR 15,7 miljoen) achten wij, op basis van het inventariserend bodemonderzoek, het meest waarschijnlijk, maar is een inschatting op basis van de beschikbare informatie. Indien nader onderzoek additionele mobiele verontreiniging aantoont kunnen de saneringskosten fors toenemen. Indien toekomstige fasen functioneel gesaneerd mogen worden kunnen de saneringskosten ook lager uitvallen. De contante waarde van de huidige kostenraming van de functionele variant is EUR 4 miljoen. Dit scenario achten wij echter onwaarschijnlijk. De rekenrente waarmee de voorziening ultimo 2013 contant is gemaakt bedraagt 1,1% - 3,6% (2012: 1,1 - 3,5%). Amovering Hieronder zijn voorzieningen opgenomen voor de verplichting tot ontmanteling van installaties. De voorziening per 31 december 2013 heeft in hoofdzaak betrekking op ontmanteling van een voormalige energiecentrale. 20.3. Kortlopend deel voorzieningen Het kortlopende deel van de voorzieningen bestaat uit: 20.1 Personeelsbeloningen 20.2 Overige voorzieningen Totaal kortlopend deel voorzieningen 2013 2012 4.293 26.539 732 28.052 30.832 28.784 21 Overige langlopende verplichtingen In verband met de ontwikkelingen in de (buitenlandse) contractposities van Attero in 2013 ten opzichte van 2012, zal naar verwachting van de directie de verwerking van de afvoerverplichting gedeeltelijk niet binnen een jaar na balansdatum plaatsvinden. Als gevolg hiervan is deze afvoerverplichting onder ‘overige langlopende verplichtingen’ verantwoord; in voorgaande jaren was de inschatting van de directie dat verwerking van de afvoerverplichting binnen een jaar na balansdatum zou plaatsvinden, waardoor presentatie onder ‘Handelsschulden en overige te betalen posten’ heeft plaatsgevonden. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 81 22 Rentedragende verplichtingen (kortlopend) 2013 2012 Aflossingsverplichting langlopende verplichtingen Kasgeldlening 27.563 10.000 26.325 27.000 Totaal 37.563 53.325 Kasgeldlening In maart 2011 is de bestaande faciliteit ten behoeve van de vierde verbrandingslijn in Moerdijk verlengd tot eind 2014. De faciliteit eind 2013 bedraagt EUR 20 miljoen en eindigt eind 2014. De opgenomen lening bedraagt eind 2013 EUR 10,0 miljoen (2012: EUR 27,0 miljoen) en wordt voor eind 2014 geheel afgelost. Als zekerheidsstelling voor deze faciliteit zijn de activa alsmede de afvalleverings- en stroomleveringsovereenkomsten in pand gegeven. Het gewogen gemiddelde rentepercentage van de post kasgeldleningen bedraagt in 2013 1,0 % (2012: 0,9%). De Groep beschikt per 31 december 2013 over een kredietfaciliteit in rekening-courant van in totaal EUR 15,0 miljoen (2012: EUR 15,0 miljoen). Daarnaast heeft de Groep beschikking over EUR 20,0 miljoen aan garantiefaciliteiten, waarvan eind 2013 EUR 5,5 miljoen uitstaat. Voor de faciliteiten zijn geen aanvullende zekerheden verstrekt. 23 Handelsschulden en overige te betalen posten 2013 2012 Leveranciers Belastingen en premies sociale verzekeringen Vergoeding aan personeel Te betalen rente Afvoerverplichtingen Subsidies Overige 35.135 6.914 12.903 2.850 22.192 6.438 5.434 31.533 6.477 7.863 2.391 37.418 4.223 3.617 Totaal 91.866 93.522 De post ‘Vergoeding’ aan personeel betreft schulden inzake reguliere personeelskosten ad. EUR 9,7 miljoen (2012: EUR 7,9 miljoen) en daarnaast kortlopende schulden voortvloeiend uit de reorganisatie ad. EUR 3,2 miljoen (2012: EUR 0). De afname van de ‘Afvoerverplichtingen’ is hoofdzakelijk het gevolg van de verantwoording van een deel van deze verplichtingen (EUR 11,6 miljoen) onder ‘Overige langlopende verplichtingen’. Het saldo van de schulden aan Leveranciers per 31 december 2012 is EUR 4,275 miljoen lager dan het saldo dat is gepresenteerd in de jaarrekening 2012 als gevolg van een reclassificatie. 82 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 24 Doelstelling en beleid inzake beheer van financiële risico’s Financiële risico’s Als onderdeel van de normale bedrijfsuitoefening worden met name risico’s gelopen met betrekking tot energieprijzen, prijzen van afvalinnamecontracten, vreemde valuta en rentestanden. De Groep gebruikt goederentermijncontracten en andere contracten om deze risico’s te verminderen of te elimineren. De Groep houdt geen financiële instrumenten aan voor handelsdoeleinden. De Groep heeft contracten gesloten om onderliggende goederen te leveren of te ontvangen in overeenstemming met de behoeften van de Groep; deze contracten worden niet financieel of op netto basis afgewikkeld en er bestaat ook geen gangbare praktijk om vergelijkbare contracten financieel of op netto basis af te wikkelen noch om te profiteren van kortetermijnprijsschommelingen. De contracten worden afgewikkeld door middel van fysieke levering of ontvangst en kwalificeren daarom als contracten voor eigen gebruik (‘own use’). Deze contracten kwalificeren dan ook niet als financieel instrument binnen de reikwijdte van IAS 39 en worden daarom niet in de balans opgenomen. De Groep heeft voor de verwachte leveringen van energie goederentermijncontracten afgesloten voor leveringen in de toekomst tegen vooraf vastgestelde prijzen, waardoor het risico van mogelijke toekomstige prijsdalingen deels is afgedekt. De Groep heeft voor een deel langlopende verkoopcontracten afgesloten met betrekking tot de inname van aangevoerd afval. Hierdoor heeft een wijziging van de marktpijs voor de inname van afval effect op het toekomstige resultaat en eigen vermogen van de Groep indien nieuwe contracten worden aangegaan dan wel contracten aflopen en opnieuw moeten worden onderhandeld. Vanaf 2009 is de marktprijs voor dergelijke contracten sterk gedaald met name als gevolg van een overcapaciteit in de markt van afvalverbranding. De groep heeft een belangrijk deel van de aflopende verkoopcontracten hernieuwd tegen marktprijzen. Om prijsrisico’s te mitigeren heeft de Groep een strategie waarbij de portefeuille meer wordt gediversificeerd zodat de Groep minder van de prijsrisico’s van aanbestedingen afhankelijk is. De financiële instrumenten in de balans van de Groep beperken zich tot vordering- en schuldposities en uitstaande liquide middelen. De van belang zijnde risico’s en de wijze waarop met deze risico’s wordt omgegaan zijn als volgt: Kredietrisico’s De belangrijkste posten in de jaarrekening van de Groep waarover kredietrisico wordt gelopen, zijn de ‘vorderingen’ (met name handelsvorderingen), liquide middelen en de ‘overige financiële activa’. Het maximale kredietrisico van de overige financiële activa is gezien de samenstelling hiervan, waarvoor verwezen wordt naar noot 14, van beperkte omvang vanwege de hieraan gerelateerde voorzieningen die in de balans zijn opgenomen. Een belangrijke afnemerscategorie betreft lokale overheden, waaronder gemeenten, waarvan het afval wordt ingenomen en door de Groep verder wordt verwerkt. Het kredietrisico van deze transacties wordt als laag ingeschat. Het kredietrisico van de overige handelsvorderingen, in hoofdzaak met betrekking tot leveringen van bedrijfsafval, wordt ten opzichte van de overige hiervoor genoemde afnemerscategorie gemiddeld hoger ingeschat. Het kredietrisico van handelsvorderingen wordt door middel van organisatorische maatregelen afgedekt, waaronder een wekelijkse monitoring van de vervallen handelsvorderingen. De Groep hanteert een gemiddelde betalingstermijn van 30 dagen. De gemiddelde feitelijke betalingstermijn over 2013 is 35 dagen (2012: 32 dagen). De beoordeling van de inbaarheid van de ‘Leningen en vorderingen’ is afhankelijk van het klantprofiel individueel dan wel collectief bepaald op basis van risico-inschatting door het management. Het kredietrisico van de beleggingen zoals opgenomen onder de liquide middelen wordt afgedekt door de gelden uitsluitend te beleggen bij gerenommeerde beleggingsinstellingen met een hoge credit rating volgens de limieten geformuleerd in het treasury statuut. De limieten zijn geformuleerd aan de hand van credit rating, waarbij de minimale rating A- (S&P) c.q. A3 (Moody’s) van de instellingen moet zijn. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 83 Het kredietrisico van de beleggingen wordt voorts door middel van organisatorische maatregelen afgedekt, waaronder een continue bewaking van beleggingslimieten en een kwartaallijkse rapportage over de credit rating van de beleggingsinstellingen en nieuwsontwikkelingen bij de beleggingsinstellingen. Valutarisico’s Vanaf 2012 is de Groep in beperkte mate onderhevig aan risico’s van koersschommelingen vanwege afvalinnamecontracten waarbij facturering in GBP plaatsvindt. De Groep heeft valutatermijncontracten (per 31 december 2013 nominaal GBP 1,6 miljoen) afgesloten om een deel van dit risico te verminderen. Derhalve zijn veranderingen in valutakoersen als gevolg van toekomstige marktontwikkelingen van beperkte invloed op het eigen vermogen en het resultaat van de Groep. Interestrisico’s De Groep is ten aanzien van de langlopende rentedragende verplichtingen in hoofdzaak vaste rentepercentages overeengekomen tot het einde van de looptijd. Hierdoor bestaat er voor de komende jaren geen renterisico bij het wijzigen van de marktrente. Voor de kortlopende rentedragende verplichting is een variabele rente overeengekomen. De overtollige liquide middelen die eind 2013 bestaan, worden belegd in deposito’s, spaarrekeningen en in geldmarktfondsen. In 2013 bedroeg de hierover ontvangen rentevergoeding gemiddeld circa 0,7% per jaar (2012: 0,8%). Een stijging van de huidige marktrente met 1% heeft een positieve impact van circa EUR 1,0 miljoen op het resultaat voor belasting en van circa EUR 0,7 miljoen op het eigen vermogen. Liquiditeitsrisico’s Het liquiditeitsrisico is het risico dat de Groep niet aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Om de beschikbare kredietruimte te beoordelen, worden voortschrijdende liquiditeitsprognoses opgesteld. Gezien de stand van de liquide middelen eind 2013 en de financiële positie van de Groep is het liquiditeitsrisico eind 2013 laag. Naast de bestaande kasmiddelen vormt de kasstroom uit operationele activiteiten de voornaamste financieringsbron voor de Groep. Toegang tot de kapitaalmarkt is beperkt tot vreemd vermogen. Risicodragend vermogen is bij de huidige kring van aandeelhouders in de praktijk niet beschikbaar. De contractuele aflossingsverplichtingen en renteverplichtingen van de rentedragende verplichtingen zijn opgenomen in noot 19. 84 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 25 Toelichting op kasstroomoverzicht Ten behoeve van het geconsolideerde kasstroomoverzicht wordt onder de post geldmiddelen het volgende opgenomen: 2013 Bank- en kassaldi Kortlopende deposito's en effecten Totaal Ontvangen subsidies: Overheidssubsidie SDE opgenomen onder het bedrijfsresultaat Mutatie in het operationele werkkapitaal: Toename handelsvorderingen en vooruitbetaalde kosten Toename in voorraden Toename in handelsschulden en overige te betalen posten 2012 89.543 33.500 64.676 80.111 123.043 144.787 4.695 5.127 -10.116 -1.687 4.289 -7.843 -715 8.586 -7.514 Kasstroom uit investeringsactiviteiten: Investeringen in materiële vaste activa (inclusief vastgoedbeleggingen) Investeringen in immateriële vaste activa 71.641 - 28 66.509 5.208 71.641 Opbrengst verkoop materiële en immateriële vaste activa: Resultaat op verkoop van activa Boekwaarde van deze activa 1.029 1.262 71.717 524 852 2.291 Aflossing rentedragende verplichtingen: Aflossing bestaande financieringen Attero Aflossing overgenomen leningen VAR 43.043 283 1.376 24.627 8.317 43.326 32.944 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 85 26 Informatie verbonden partijen Transacties met verbonden partijen geschieden tegen prijzen die ook worden toegepast bij transacties met derden. Vordering- en schuldposities op jaareinde zijn niet belegd en worden normaal gesproken afgewikkeld tegen contante betalingen. Er zijn geen garanties ontvangen dan wel afgegeven betreffende de vorderingen en schulden van verbonden partijen. De waardecorrectie in verband met oninbaarheid is nihil (2012: nihil). De Groep onderscheidt als verbonden partijen provincies en gemeenten die aandeelhouders van Attero Holding NV zijn, groepsmaatschappijen en managers op sleutelposities. Met belangrijke aandeelhouders hebben geen andere transacties plaatsgevonden anders dan uit hoofde van reguliere activiteiten, zijnde de activiteiten van de Groep op het gebied van milieudiensten. Voor de toelichting op transacties met managers op sleutelposities wordt verwezen naar noot 28. Overzicht groepsmaatschappijen Statutaire vestigingsplaats Aandeel Groep 31 december 2013 Aandeel Groep 31 december 2012 403verklaring Groepsmaatschappijen Attero BV Attero Noord BV VAM Mera Wijster CV VAM Mera Wijster BV Vagron BV Vamij Beheer BV Vamij CV Vamij Exploitatie BV Stichting Vamij Attero Zuid BV PMG Milieu Services BV Deponie Zuid NV Zwolle Wijster Wijster Wijster Wijster Wijster Wijster Wijster Zwolle Haelen Valkenswaard Maastricht 100,0% 100,0% 99,7% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 99,7% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% nee nee nee nee nee nee nee ja nee nee nee nee NV Regionale Afvalverwerkingsmaatschappij Zuidoost-Brabant Beheermaatschappij Gulbergen BV AZN Holding BV NV Afvalverbranding Zuid-Nederland BV Grondbezit Avi Moerdijk I BV Grondbezit Avi Moerdijk II Veluwse Afval Recycling (VAR) BV VAR|Frankenhuis BV1 Holfra SA2 Eindhoven Eindhoven Wijster Moerdijk Moerdijk Moerdijk Voorst Haaksbergen Parijs 100,0% 100,0% 80,0% 80,0% 80,0% 80,0% 100,0% 60,0% 60,0% 100,0% 100,0% 80,0% 80,0% 80,0% 80,0% 100,0% 60,0% 60,0% nee nee nee nee nee nee nee nee nee 1 Opgericht 2 Onderdeel in 2012. van VAR|Frankenhuis BV. 86 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 27 Niet uit de balans blijkende verplichtingen en activa Inkoopverplichtingen De Groep is voor het jaar 2014 inkoopverplichtingen aangegaan voor een bedrag ad EUR 4,2 miljoen (2012: EUR 5,6 miljoen inzake het jaar 2013). Daarnaast is in het kader van de aanbouw van materiele vaste activa sprake van contractuele verplichtingen van in totaal EUR 6,6 miljoen (2012: EUR 12,7 miljoen). Verkoopverplichtingen De Groep sluit langlopende verkoopcontracten af met variabele looptijden en diverse contractvoorwaarden met betrekking tot de inname van aangevoerd afval. Het totaal van de aangegane verkoopverplichtingen bedraagt EUR 777,1 miljoen (2012: EUR 863,9 miljoen). Daarnaast heeft de Groep contracten afgesloten voor de levering van energie aan derden in 2014 tot en met 2016. Afgegeven garanties De Groep heeft eind 2013, naast de garanties zoals toegelicht in noot 20.2 inzake eindafwerking en nazorg van stortplaatsen en in noot 21 inzake kortlopende rentedragende verplichtingen, voor in totaal EUR 28,8 miljoen aan garanties verstrekt voor energieleveringscontracten en garanties voor afvaltransport en afvalverwerking (2012: EUR 23,8 miljoen). Operationele lease - Groep als huurder De Groep heeft huur- en leasecontracten gesloten voor in hoofdzaak installaties, vervoermiddelen en materieel. De Groep gaat ervan uit dat, in de dagelijkse gang van zaken, contracten die aan het einde van hun looptijd zijn, zullen worden vernieuwd of vervangen. De operationele leasekosten die ten laste van het resultaat zijn gebracht bedragen EUR 12,9 miljoen (2012: EUR 13,0 miljoen). De totale verplichting bedraagt EUR 20,8 miljoen (2012: EUR 27,3 miljoen). 2013 < 1jaar Looptijd in jaren 1-5 jaar > 5 jaar Totaal 2012 20,8 27,3 in miljoenen euro’s Huur en lease 12,2 8,6 -- Gerechtelijke procedures en juridische geschillen Ultimo 2013 was een aantal groepsmaatschappijen van de Groep betrokken bij verschillende rechtszaken en juridische geschillen. De verwachte totale financiële effecten van claims bedragen maximaal EUR 5,0 miljoen. Op basis van inschattingen van het financieel risico zijn voorzieningen getroffen, voorzover aan de criteria voor het vormen van een voorziening is voldaan. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 87 28 Beloning Directie en Raad van Commissarissen Beloning leden van de Directie Teneinde inzicht te geven in de ontwikkeling van de beloning van de leden van de Directie worden twee tabellen getoond. De eerste tabel geeft de beloning aan zoals die op grond van de prestaties over het jaar is vastgesteld. Dit heeft dus betrekking op het jaarlijkse variabele inkomen korte termijn, dat wordt getoond in het jaar waar het betrekking op heeft. De getoonde bedragen zijn als kosten verantwoord in de winst- en verliesrekening over 2013. De tweede tabel geeft de beloning aan zoals die per jaar wordt uitbetaald; voor het variabele inkomen korte termijn is dat het jaar, volgend op het jaar waar het betrekking op heeft. Jaar van prestatie 2013 2012 bedragen in euro’s Jaar van uitbetaling 2013 2012 P.M. Vincent Vast inkomen Variabel inkomen1 Pensioenkosten en overige sociale kosten2 231.721 75.707 74.861 230.124 57.406 71.596 231.721 57.406 76.952 230.124 64.665 48.546 Totaal Directie 382.289 359.126 366.079 343.335 1 Betreft voor het jaar van prestatie 2013 een schatting op basis van de meest recente informatie over de realisatie van de prestatie-indicatoren die bepalend zijn voor de variabele beloning. In de vergelijkende cijfers over 2012 is de werkelijke betaalde variabele beloning verwerkt. 2 Werkgeverskosten pensioenregeling zoals in rekening gebracht door het pensioenfonds; de bijdrage van de bestuurder is hierop in mindering gebracht. Pensioenkosten zijn inclusief de bijdrage levensloopregeling. Hieronder is tevens de crisisheffing van 16% opgenomen met betrekking tot het inkomen > EUR 150 duizend, die betaald dient te worden in 2013 (EUR 23.050 over 2012) respectievelijk 2014 (EUR 20.959 over 2013). In 2013 zijn geen bedragen ten laste van het resultaat gebracht uit hoofde van beloningen van vroegere leden van de Directie (2012: nihil). Ook zijn er in 2013 geen betalingen gedaan aan leden van de Directie betreffende ontslagvergoedingen. Beloning leden van de Raad van Commissarissen Lidmaatschap + vaste onkostenvergoeding Commissies Totaal Beloning 2013 Totaal Beloning 2012 de heer J.P.B. Huberts1,4 voorzitter de heer J.A.M. Hendrikx1 de heer J. van den Belt2 mevrouw W.H. Huijbregts - Schiedon2 mevrouw A.M.L.M. Nelissen - Hanssen3,4 23.810 15.892 15.892 15.892 15.892 5.141 5.141 5.141 5.141 5.141 28.951 21.033 21.033 21.033 21.033 28.741 20.886 20.886 20.886 20.886 Totaal Directie 87.378 25.705 113.083 112.285 bedragen in euro’s 1¹Lid Remuneratie- en selectiecommissie Auditcommissie 3 Lid Auditcommissie, tot mei 2013 4 Lid commissie Juridische Zaken en Governance, vanaf april 2013 2²Lid De beloning voor het lidmaatschap van de Remuneratie- en selectiecommissie en voor de Auditcommissie is gelijk. 88 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 29 Gebeurtenissen na balansdatum De Directie, de Raad van Commissarissen en de Aandeelhouderscommissie van de Groep hebben gezamenlijk besloten tot het inrichten van een proces tot mogelijke verkoop van de Groep. In 2013 is een competitief biedingsproces doorlopen. Dit proces heeft in de zomer van 2013 geleid tot indicatieve biedingen, gevolgd door een uitgebreid due diligence proces in de 2e helft van 2013. Uiteindelijk heeft dit proces geresulteerd in een aantal bindende biedingen; gevolgd door een voorspoedige onderhandelingsfase. Met de overname is een bedrag van EUR 170 miljoen gemoeid exclusief rentevergoeding. Eind 2013 heeft de aandeelhouderscommissie van Attero ingestemd met het voornemen het bedrijf te verkopen aan Waterland Private Equity Investments. Begin 2014 is van de zijde van de Ondernemingsraad van Attero een positief advies ontvangen en is van de kant van de ACM vernomen dat er geen bezwaren zijn met betrekking tot de voorgenomen transactie. De individuele aandeelhouders van Attero hebben tot en met de datum van opmaken van de jaarrekening meer dan 80% van de aandelen voor verkoop aangeboden, waarmee het vereiste minimum voor het tot stand komen van de verkoop is gehaald. De directie van Attero verwacht een closing uiterlijk voor 31 mei 2014. Het tot stand komen van de verkoop heeft geen effect op het vermogen van de Groep per 31 december 2013 of op het resultaat van de Groep over 2013. Door de Groep zijn met betrekking tot de voorgenomen verkoop geen garanties verstrekt. NV Afvalverbranding Zuid-Nederland (AZN) heeft een stoomleveringsovereenkomst met een afnemer. Uit hoofde van die overeenkomst betaalt AZN maandelijks onder andere kapitaallasten aan de afnemer, voor het gebruik van een deel van diens installatie. Vanwege de voorgenomen verkoop van Attero meent de afnemer zich te kunnen beroepen op een change of control en stelt daarom een bedrag ineens op te kunnen eisen. Attero is van mening dat er geen geldige reden is om dit bedrag op te eisen. Indien het bedrag wel opeisbaar is, heeft dit geen effect op het vermogen van de Groep per 31 december 2013 of op het resultaat van de Groep over 2013. Attero heeft op 31 december 2012 en 31 december 2013 een belang van 60% in VAR|Frankenhuis BV. Attero is in gesprek met de aandeelhouder van de overige 40% van de aandelen om tot overname van deze 40% van de aandelen te komen. Pierre Vincent neemt per 1 juni 2014 afscheid als algemeen directeur van Attero. Vennootschappelijke jaarrekening 2013 90 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Vennootschappelijke balans (voor voorstel winstbestemming) bedragen in duizenden euro’s 3 4 Activa 31 december 2013 31 december 2012 Financiële vaste activa 179.653 257.378 Vaste activa 179.653 257.378 Vorderingen 30 1.344 Totaal activa 179.683 258.722 Passiva 31 december 2013 31 december 2012 Geplaatst en gestort aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Overige reserve Resultaat lopend boekjaar 1.497 179.877 16 68.242 -70.330 1.497 179.877 50 71.650 4.092 5 Eigen vermogen 6 Kortlopende schulden Totaal passiva 179.302 257.166 381 1.556 179.683 258.722 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 91 Vennootschappelijke winst- en verliesrekening bedragen in duizenden euro’s 2013 2 Resultaat deelnemingen na belastingen Saldo overige baten en lasten na belastingen Resultaat na belastingen -70.189 -141 2012 3.993 99 -70.330 4.092 -70.330 4.092 92 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Toelichtingen op de vennootschappelijke jaarrekening 1 Grondslagen voor de financiële verslaggeving Attero Holding NV is op 17 maart 2009 opgericht. Attero Holding NV is de houdstermaatschappij van een aantal groepsmaatschappijen in met name Nederland die zich bezighoudt met het verrichten van milieudiensten. De functionele valuta van Attero Holding NV is de euro. Alle bedragen zijn, tenzij anders vermeld, opgenomen in duizendtallen. De vennootschappelijke jaarrekening van Attero Holding NV is opgesteld volgens de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW. De gebruikte waarderingsgrondslagen zijn dezelfde als die gebruikt worden voor de geconsolideerde jaarrekening volgens de bepalingen van artikel 362 lid 8 Titel 9 Boek 2 BW, waarbij investeringen in dochterondernemingen worden verantwoord tegen de nettowaarde van de activa volgens de vermogensmutatiemethode. De vennootschappelijke winst- en verliesrekening van Attero Holding NV is op grond van artikel 402 Titel 9 Boek 2 BW op vereenvoudigde wijze opgesteld. Attero Holding NV hanteert als grondslagen voor waardering en resultaatbepaling in de geconsolideerde jaarrekening de International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie (IFRS). Voor de grondslagen wordt verwezen naar de ‘Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling van de geconsolideerde jaarrekening’ voor zover van toepassing. 2 Saldo overige baten en lasten In het saldo overige baten en lasten is een bedrag opgenomen voor beloning bestuurders. De ten laste van het resultaat verantwoorde beloning aan de leden van de Directie en aan de leden van de Raad van Commissarissen bedraagt EUR 495.372 (2012: EUR 468.432) en is toegelicht in noot 28 bij de geconsolideerde jaarrekening. 3 Financiële vaste activa De financiële vaste activa zijn als volgt samengesteld: Deelneming in groepsmaatschappijen Vorderingen op groepsmaatschappijen Totaal 2013 Totaal 2012 Stand 1 januari 257.378 - 257.378 261.535 Resultaat boekjaar Ontvangen dividend Overige -70.189 -7.500 -36 - -70.189 -7.500 -36 3.993 -8.200 50 Stand 31 december 179.653 - 179.653 257.378 Dit betreft een 100% (directe) deelneming in Attero BV en een (indirecte) deelneming in de in noot 26 van de geconsolideerde jaarrekening opgenomen groepsmaatschappijen van Attero. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 93 4 Vorderingen Dit betreft een vordering met betrekking tot vennootschapsbelasting. 5 Eigen vermogen Voor een nadere toelichting op het eigen vermogen wordt verwezen naar het Geconsolideerde mutatie-overzicht eigen vermogen en noot 18 van de geconsolideerde jaarrekening. 6 Kortlopende verplichtingen Dit betreft in hoofdzaak een rekening-courant verplichting aan Attero BV. Over het gemiddeld saldo van de rekening-courant verplichting wordt een variabele rente berekend. De rente bedroeg in 2013 en 2012 4,0%. Er zijn geen zekerheden verstrekt. 7 Informatie verbonden partijen Voor de informatie inzake verbonden partijen wordt verwezen naar noot 26 van de geconsolideerde jaarrekening. 8 Personeel Het aantal werknemers per 31 december 2013 bedroeg 1 (2012: 1). 9 Gebeurtenissen na balansdatum Hiervoor wordt verwezen naar noot 29 van de geconsolideerde jaarrekening. 94 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Overige gegevens 96 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Attero Holding NV Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening 2013 van Attero Holding NV te Arnhem gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de vennootschappelijke jaarrekening. De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde balans per 31 december 2013, de geconsolideerde winst- en verliesrekening, het geconsolideerde kasstroomoverzicht, geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen en geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over 2013 en de toelichting waarin zijn opgenomen een overzicht van de belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. De vennootschappelijke jaarrekening bestaat uit de vennootschappelijke balans per 31 december 2013 en de vennootschappelijke winst- en verliesrekening over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 97 Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de geconsolideerde jaarrekening Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Attero Holding NV per 31 december 2013 en van het resultaat en de kasstromen over 2013 in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW. Oordeel betreffende de vennootschappelijke jaarrekening Naar ons oordeel geeft de vennootschappelijke jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Attero Holding NV per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Benadrukking van een onzekerheid in de geconsolideerde jaarrekening vanwege het risico op bijzondere waardeveranderingen van materiële vaste activa Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel, vestigen wij de aandacht op noot 11 “Materiële vaste activa” in de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening, waarin de aard en omvang van de bijzondere waardeverminderingen van de materiële vaste activa is toegelicht, alsmede de belangrijke aannames, de daaraan verbonden inherente onzekerheden, alsmede de hoge mate van gevoeligheid van deze aannames op de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheden. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Zwolle, 15 mei 2014 Ernst & Young Accountants LLP w.g. de heer A.E. Wijnsma RA 98 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Winstbestemming Statutaire bestemming van het resultaat Overeenkomstig de statuten staat de winst ter vrije beschikking van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Voorstel bestemming resultaat boekjaar 2013 De jaarrekening 2013 is op 15 mei 2014 opgemaakt door de Directie en zal ter vaststelling worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De winst- en verliesrekening sluit met een negatief resultaat toe te rekenen aan aandeelhouders van Attero Holding NV van EUR 70,3 miljoen. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 99 Bestuur en medezeggenschap Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 101 Raad van Commissarissen J.P.B. Huberts, voorzitter / lid van de Remuneratie- en selectiecommissie / lid commissie Juridische Zaken en Governance (vanaf april 2013) f 1DWLRQDOLWHLW 1HGHUODQGVH f *HERRUWHMDDU f %HQRHPG f YRRUPDOLJGLUHFWLHYRRU]LWWHU165HL]LJHUV f YRRU]LWWHU%RVDO&RXQFLOYDQ%RVDO%9GLYHUVHPDDWVFKDSSHOLMNH functies J.A.M. Hendrikx, vice-voorzitter/voorzitter van de Remuneratie- en selectiecommissie f 1DWLRQDOLWHLW 1HGHUODQGVH f *HERRUWHMDDU f %HQRHPG f YRRUPDOLJ&RPPLVVDULVGHU.RQLQJLQLQGHSURYLQFLH2YHULMVVHO f YRRU]LWWHU5Y&6FDQLD1HGHUODQG%9YRRU]LWWHU5Y&%UDPHU%HKHHU en Exploitatie BV, voorzitter RvC KIWA, lid RvC Acta, diverse maatschappelijke functies J. van den Belt, voorzitter van de Auditcommissie f 1DWLRQDOLWHLW 1HGHUODQGVH f *HERRUWHMDDU f %HQRHPG f YRRUPDOLJ&)2YDQ2FÅ19 f OLGEHVWXXUYHUHQLJLQJ1DWXXUPRQXPHQWHQOLG5Y&$FFHOO*URHS19 lid Bosal Council van Bosal BV, lid RvC Groeneveld Groep BV, lid RvC Holmatro NV, lid RvA Scheuten SARL, Raad bij de Ondernemingskamer, diverse maatschappelijke functies Directie Pierre Vincent, algemeen directeur Marcel Daemen, directeur Afvalenergiecentrales Frans Föllings, directeur Recycling Arno Luisman, financieel directeur Frans Smulders, secretaris van de Vennootschap W.H. Huijbregts-Schiedon, lid van de Auditcommissie f 1DWLRQDOLWHLW 1HGHUODQGVH f *HERRUWHMDDU f %HQRHPG f YRRUPDOLJZDDUQHPHQGEXUJHPHHVWHU/RFKHPYRRUPDOLJ waarnemend burgemeester Roosendaal, voormalig burgemeester Oosterhout, voormalig gedeputeerde Provincie Noord-Brabant f OLG(HUVWH.DPHUYRRU]LWWHU5Y&,QWHUJDV+ROGLQJYRRU]LWWHU5DDG van Toezicht Vrijetijdshuis Brabant, diverse maatschappelijke functies A.M.L.M. Nelissen-Hanssen, lid van de Auditcommissie (tot mei 2013) / lid commissie Juridische Zaken en Governance (vanaf april 2013). f 1DWLRQDOLWHLW 1HGHUODQGVH f *HERRUWHMDDU f %HQRHPG f YRRUPDOLJSDUWQHUEXUHDXQHOLVVHQYDQGHQGXQJHQ f YLFHYRRU]LWWHU5DDGYDQ7RH]LFKW0¾[LPD0HGLVFK&HQWUXP lid Raad van Toezicht stichting Dichterbij, lid Raad van Toezicht stichting Signum Onderwijs, diverse maatschappelijke functies 102 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Ondernemingsraad Attero Frans Backhuijs, voorzitter Henk Bakker, vice-voorzitter Michel Buitenhuis, lid Dagelijks Bestuur Martin Schenkenberg van Mierop, vice-voorzitter Peter Bakkers Hans Bruntink Arjan van Hooft Ruud Luijten André van Osch Berry van der Ploeg Mariëlla Ruijters Erik Sluiter Michel Speltie Arjan Vijge Bert Waijer Huub Westerhuis Hans Woelders Roely Schaap-Reinds, ambtelijk secretaris Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 103 Bijlagen Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 105 Duurzaamheiddoelstellingen In deze bijlage wordt beschreven welke voortgang er is geboekt ten aanzien van Attero’s duurzaamheiddoelstellingen. De doelstellingen zijn verdeeld over zes aandachtsgebieden. “Wij tonen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid.” Doelstelling Status 2013 Attero zal een actieve rol spelen in kennisdeling op het gebied van afvalbeleid. In 2012 heeft Attero een actieve rol gespeeld bij het uitdragen van kennis op het gebied van afvalbeleid. De voornaamste doelgroepen bestonden daarbij uit gemeenten en gemeentelijke samenwerkingsverbanden, rijksoverheid en producentenorganisaties. In 2013 hebben we deze actieve rol verder uitgebouwd, onder meer door het organiseren van symposia voor een groot aantal gemeenten. Er zijn tevens belangrijke stappen gezet in het delen van kennis op internationaal niveau. Attero blijft ook in de toekomst een actieve rol blijven spelen in het delen van kennis. In 2015 is de carbon footprint van Attero per saldo klimaatneutraal. In 2013 was onze bijdrage aan vermeden emissies voor het eerst groter dan de directe en indirecte emissies die wij veroorzaken. We hebben in 2013 in scope 1 namelijk lagere emissies gerealiseerd door besparing op aardgasverbruik, lagere uitstoot via rookgassen (aandeel fossiel daalt) en afname van de methaanemissies uit stortplaatsen. Daarnaast hebben we in scope 3 een forse toename van (bijdrage aan) vermeden emissies gerealiseerd door hogere invoeding van geproduceerde energie, toegenomen afzet van compost als veenvervanger en een toegenomen productie van recyclebare kunststoffen. In 2015 heeft Attero aansluiting bij vier of meer Green Deals. Het afsluiten van Green Deals is een overheidsinitiatief. Hiermee helpt de rijksoverheid burgers, bedrijven, organisaties of andere overheden duurzame initiatieven te realiseren die moeilijk van de grond komen. Attero was al aangesloten bij de Green Deal maximalisatie Veenvervanging, Bodemas, Groengas, Biobased economy en de Green Deal 50 projecten in Noord Nederland. Daarmee was in 2012 al voldaan aan deze doestelling. In 2013 heeft Attero zich bij drie nieuwe Green Deals aangesloten: Bioplastics uit Groente-, Fruit- en Tuinafval, Duurzaam Energiepark Spinder en Ketenakkoord Kunststofkringloop. Ook in de toekomst zal Attero een actieve bijdrage blijven leveren aan het initiëren en ondersteunen van eventuele nieuwe Green Deals. Attero zorgt blijvend voor ondersteuning van plaatselijke overheden in diverse landen waar behoefte is aan een proces naar een meer duurzame inzameling en verwerking van stedelijk afval. Attero ondersteunt de stichting Hands for Waste bij haar activiteiten in Burundi en werkt aan een heroriëntatie met betrekking tot overige projecten op dit vlak. Op 5 augustus 2013 is het contract getekend voor ‘Clean and waste FREE Bujumbura’ in Burundi. Dit is een project in het kader van Ontwikkelingsrelevante Infrastructuurontwikkeling (ORIO). Daarmee heeft de Stichting Hands for Waste EUR 442 duizend subsidie gekregen voor het uitvoeren van de planningsfase. De totale projectsubsidie wordt EUR 11,3 miljoen. De planningsfase start begin 2014. Attero ondersteunt Hands for Waste bij de voorbereiding en uitvoering van dit ORIO-project. Projecten in Macedonië, Irak en Rusland zijn succesvol afgerond. Projecten in Soedan en Ethiopië zijn gestopt door terugtrekking van enkele partners. 106 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV “Wij bieden onze medewerkers ontwikkelingsmogelijkheden.” Doelstelling Status 2013 Attero reserveert circa 2 procent van de loonsom voor (systematische) ontwikkeling van de kennis, vaardigheden en attitudes die zijn medewerkers nodig heeft om bepaalde beroepsgerichte taken adequaat uit te voeren. Attero heeft in 2013 fors geïnvesteerd in de procesgang van te volgen opleidingen. Van alle productiefuncties zijn de functiegebonden opleidingen in beeld gebracht en voorzien van een verloopdatum. Deze matrix maakt het proactief en systematisch volgen van opleidingen mogelijk. Deze is uitgangspunt voor het verder vormgeven en handelen van de individuele medewerker en van het opleidingsbeleid van Attero. In het kader van het vitaliteitsbeleid kunnen alle medewerkers in 2014 vrijwillig hun Duurzame InzetbaarheidsindeX (DIX) laten vaststellen. Dit doen zij door een vragenlijst in te vullen over de duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Attero wil het huidige hoge niveau van medewerkerbetrokkenheid minimaal handhaven. In 2013 heeft geen medewerkertevredenheidsonderzoek plaatsgevonden. Een dergelijk onderzoek vindt medio 2014 weer plaats. “Wij geven onze medewerkers op alle niveaus de bevoegdheden en middelen om hun werkzaamheden veilig, gezond, milieuverantwoord en optimaal uit te voeren.” Doelstelling Status 2013 Attero wil in 2013 met de doelstelling LTIF<3,5 het aantal ongevallen met verzuim met minimaal 40 procent verminderen ten opzichte van 2012. Door borging van preventieve acties in het arbojaarplan 2013, is er scherpe aandacht gebleven voor veilig werken. Mede hierdoor is in 2013 een LTIF van 1,6 gerealiseerd. Er waren vier verzuimongevallen bij 2,5 miljoen gewerkte uren. We stellen de LTIF-doelstelling ook voor 2014 wederom op <3,5. Daarbij gaat de aandacht tevens uit naar ongevallen die tot vervangend werk hebben geleid. Attero wil als preventieve maatregel in 2013 minimaal 75 procent van de gemelde onveilige handelingen en situaties op een effectieve manier hebben opgelost. In 2013 is 77 procent van de 707 aangemelde onveilige handelingen en situaties effectief opgelost. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 107 “Wij ontwikkelen duurzame energieconcepten.” Doelstelling Status 2013 De bijdrage van nieuwe energieprojecten aan de productie van groen gas zal jaarlijks 2 miljoen m3 bedragen. In 2011 en 2012 zijn respectievelijk in Groningen en Wijster nieuwe groengas productieinstallaties in gebruik genomen. Beide installaties hebben in 2013 een substantieel hogere groengasproductie geleverd. Tevens is in 2013 in Wijster een nieuwe gft-vergister gerealiseerd. Tezamen hebben de drie installaties een groei van de groengasproductie gerealiseerd van 3,2 miljoen m3 naar 7,5 miljoen m3 groen gas in 2013 (4,3 miljoen m3 in 2012). In 2017 wekt Attero 5 procent van zijn elektriciteitsverbruik zelf op met wind- en zonne-energie. Windenergie In samenwerking met en aantal partners doet Attero onderzoek naar de technische en economische haalbaarheid van het plaatsen van windmolens op en rond de locatie Tilburg. Hierbij wordt uitdrukkelijk gekeken naar de mogelijkheden om een windpark te realiseren waarin ook inwoners van Tilburg kunnen participeren. In 2014 wordt gestart met het voeren van de ruimtelijke procedures. Zonnepanelen Attero heeft in 2013 een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de firma Greenspread. Hieraan is een onderzoek gekoppeld. Dat moet zicht geven op de haalbaarheid van het plaatsen van, in eerste instantie, 2 MW zonnepanelen in een zogenoemd zonnepark. Dat zou eind 2014 vorm kunnen krijgen op de stortplaats in Wijster. De haalbaarheid en innovatie richt zich niet alleen op het technische aspect van een dergelijk zonnepark op een stortplaats of het rendement van de gekozen panelen of zonnefolie. Vooral ook de betrokkenheid van de stakeholders van Attero bij het zonnepark staat hoog op de agenda. Zo gaan we op zoek naar innovatieve vormen van participatie voor de omgeving, klanten, het personeel en de aandeelhouders van Attero. De uiteindelijke investering is voorlopig geraamd op 3 miljoen euro. Naar verwachting kunnen we het uitgewerkte concept ook uitrollen over meerdere van de dertien stortplaatsen die bij Attero in eigendom en beheer zijn. In 2014 bereikt de afvalenergiecentrale in Wijster een R1-waarde van minimaal 0,67. De R1-waarde van de afvalenergiecentrale Wijster bedroeg in 2012 al 0,70. We hebben in 2013 een aantal aanpassingen doorgevoerd in de centrale. Die hebben gezorgd voor een verbeterde E-productie en voor bijna een verdubbeling van de warmtelevering aan Noblesse. In 2014 zal de warmtelevering naar Mineraal en Noblesse nog verder stijgen. De verwachting is dat de R1-waarde voor 2013 al duidelijk boven de 0,70 zal uitkomen, en in 2014 ongeveer gelijk blijft aan die van 2013. 108 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV “Wij zorgen voor optimaal hergebruik.” Doelstelling Status 2013 In 2013 zal Attero met zijn nascheidingsinstallaties 30 kton kunststof voor hergebruik uit afval scheiden. Het aantal gemeenten waarvoor Attero nagescheiding uitvoert groeit. Daarnaast is er ook een toename te zien in de hoeveelheid kunststof die wij per huishouden terugwinnen. In de nieuwe Raamovereenkomst Verpakkingen was er keuzevrijheid voor bronscheiding of nascheiding. Pas na het succesvol uitvoeren van een pilot voor nascheiding in aanvulling op bronscheiding kunnen gemeenten sinds 1 juli 2013 kiezen voor dit gecombineerd inzamelsysteem. De doelstelling is hierdoor niet gerealiseerd. Bij nascheiding wordt tegenwoordig het meetpunt voor recycling verlegd in de keten. De hoeveelheid nagescheiden kunststoffen die uitgesorteerd is tot de vigerende DKR-kwaliteitsspecificaties en geaccepteerd is door een gecertificeerde verwerker voor recycling was voor het boekjaar 7,5 kton. In totaal hebben we in het verslagjaar 14 kton kunstoffen uit huishoudelijk restafval nagescheiden. In 2015 zal 30 procent van Attero’s compost worden toegepast als veenvervanging. De producten van Attero vinden hun toepassing steeds meer in segmenten van veenvervanging. In 2013 is 26 procent compost als veenvervanging toegepast (2012: 20 procent). Attero zal de kwaliteit van zijn AEC-bodemas zodanig verbeteren dat op uiterlijk 1 januari 2017 minimaal 50 procent van de bodemas nuttig wordt toegepast buiten de huidige IBC-toepassingen en stelt zich voorts ten doel om in 2020 geen AEC-bodemas meer toe te passen als IBC-bouwstof. Attero heeft in 2013 verschillende stappen gezet om deze doelstelling haalbaar te maken. Het bedrijf Elemetal heeft met Attero in Moerdijk een proefinstallatie gerealiseerd. Deze wint daar nu op kleine schaal puur koper terug uit bodemas. Daarnaast is Attero een samenwerkingsverband aangegaan met Inashco. In Wijster is een Inashco ADR-installatie gerealiseerd die fijne non-ferro metalen terugwint uit bodemas. Door deze initiatieven wordt de bodemas verder opgeschoond. Daarnaast heeft Attero de sponsoring van een fulltime onderzoeker bij de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) gecontinueerd. Bij de TU/e wordt onderzocht hoe bodemas kan worden opgewerkt om deze vrij toepasbaar te maken. Daarnaast zijn er verschillende kleinschalige proeven met marktpartijen om te kijken hoe er geschikte producten gerealiseerd kunnen gaan worden. Een definitieve oplossing voor de realisatie van de doelstelling is nog niet gevonden. Attero wil in 2015 het percentage grondstoffen uit afval met 20 procent verhogen ten opzichte van 2011. Attero heeft als doel steeds meer producten terug te winnen uit afval in plaats van deze te verwerken in zijn afvalenergiecentrales of te storten op zijn stortplaatsen. Het percentage producten dat Attero heeft afgezet voor recycling ten opzichte van de aanvoer van afvalstromen is in 2013 gedaald naar 28 procent (2011: 34 procent). Twee oorzaken zijn de stagnerende bouw en de relatief lage weersafhankelijke, aanvoer van gft-afval in 2013. Daarnaast dragen voor Attero belangrijke nieuwe recyclingactiviteiten zoals kunstgrasrecycling, matrassenrecycling en textielrecycling in tonnage relatief weinig bij aan deze doelstelling. Ondanks deze tegenvallende cijfers houdt Attero onverminderd vast aan zijn missie meer grondstoffen terug te winnen uit afval. Attero stelt zich ten doel om uit organische afvalstromen maximale waarde te creëren volgens Attero’s Biobased Waarde Piramide. De omzetgroei van de gezamenlijke productengroepen uit deze waardepiramide zal jaarlijks minimaal EUR 1 miljoen bedragen. De groengasinstallaties voor organisch afval en gft-afval in Groningen en Wijster hebben een hogere energieproductie gekend. Dat geldt eveneens voor de warmtekrachtinstallaties voor de opwekking van groene stroom uit gft-afval in Wilp en Venlo. Samen met een hogere afzet van compostproducten, veenvervanging en biomassa heeft dit er toe geleidt dat de Biobased Waarde Piramide met EUR 1,75 miljoen is toegenomen. Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 109 “Wij zorgen voor het voorkomen van milieuvervuiling.” Doelstelling Status 2013 Attero streeft naar het verduurzamen van zijn stortplaatsen: een zodanige verwerking van stortafval dat de effecten binnen één generatie worden teruggebracht tot een voor het milieu aanvaardbaar niveau. In 2012 startte op onze stortplaats in Bergen op Zoom de pilot van het project ‘Introductie Duurzaam Stortbeheer’ (IDS) van het Ministerie van Infrastructuur & Milieu (I&M) en IPO. Doel van het project is te onderzoeken in hoeverre de emissies uit de stortplaats kunnen worden gereduceerd. Van belang voor de haalbaarheid zijn de Emissie Toets Waarden (ETW’s). Deze zijn voor onze locatie Bergen op Zoom vastgesteld. De uitdaging is het aantonen van de reductie in emissiepotentieel op korte termijn (vijf tot vijftien jaar) tot op of onder de Emissie Toets Waarde. Van belang is verder dat een aantal potentiële IDS-locaties uitstel krijgt voor de aanleg van de bovenafdichtingen, in afwachting van de resultaten van de pilot. Het is de bedoeling dat het Ministerie van I&M, de stortsector en de stortplaatsexploitanten in 2014 een convenant sluiten. Attero wil in 2013 het aantal geurklachten van omwonenden beperken tot maximaal 45 geurklachten over het gehele jaar. In 2013 heeft Attero 25 geurklachten ontvangen. 110 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Milieucijfers Carbon footprint (in kton CO2e) 2013 2012 2011 2010 Scope 1 emissies 776,4 806,7 854,6 889,6 Scope 2 emissies 0,6 0,3 1,8 12,5 Scope 3 emissies 28,8 44,8 46,6 10,6 853,2 -798,0 -807,1 -715,9 2013 2012 2011 2010 204.326 208.510 215.016 188.658 4.871 8.168 8.525 9.742 2.627 2.352 2.611 1.948 0 601 1.330 -- 2013 2012 2011 2010 Leidingwater 84 86 95 59 Grondwater 184 212 248 186 0 0 7 8 Oppervlaktewater 5.098 5.132 4.375 4.874 Totaal 5.366 5.430 4.725 5.127 2013 2012 2011 2010 Oppervlaktewater 4.570 5.125 3.714 4.129 Riool 1.155 1.101 1.008 756 Totaal 5.725 6.225 4.722 4.885 Bijdrage aan vermeden emissies Energieverbruik Energiesoort Eenheid Elektriciteit MWh m3 Gas x 1.000 Brandstof (diesel) x 1.000 liter Propaan liter Waterverbruik (x 1.000 m3) Industriewater Waterafvoer (x 1.000 m3) Jaarverslag 2013 Attero Holding NV 111 Sociale cijfers Medewerkers in cijfers Eenheid 2013 2012 2011 2010 aantal 793 835 821 654 FTE 727 787 774 617 Medewerkers in dienst getreden aantal 32 52 46 31 Medewerkers uit dienst getreden aantal 74 38 31 34 Medewerkers totaal Verdeling fulltime/parttime % 84/16 84/16 84/16 85/15 Verdeling man/vrouw % 83/17 83/17 83/17 84/16 Gemiddelde leeftijd jr 47 47 46 47 Gemiddelde aantal dienstjaren jr 14 14 13 14 Verdeling eigen/inhuur aantal 82/18 84/16 84/16 -- Contracten onbepaalde/bepaalde tijd aantal 94/6 93/7 95/5 -- Onderverdeling medewerkers naar type werk 2013 Component 2012 2011 FTE % FTE % FTE % 506 70 534 68 524 68 Commercie 52 7 56 7 52 7 Projecten 36 5 38 5 33 4 Inkoop, F&C en ICT 66 9 79 10 78 10 Overig 68 9 80 10 87 11 Totaal 727 100 787 100 774 100 Operatie Veiligheid en gezondheid Indicator Ziekteverzuim Ongevallen met verzuim LTIF-score Eenheid % Aantal Aantal ongevallen met verzuim per 1.000.000 gewerkte uren 2013 2012 2011 2010 4,56 3,9 4,4 4,0 4 7 12 13 1,6 2,8 5,8 7,1 112 Jaarverslag 2013 Attero Holding NV Contact en informatie Attero staat open voor uw vragen, opmerkingen en suggesties met betrekking tot de inhoud van dit verslag. Hiervoor, en voor verzoeken om aanvullende informatie, kunt u contact opnemen met: Kees van Tuijl Afdeling Communicatie Postbus 4114 6080 AC HAELEN T (088) 550 10 00 E [email protected] www.attero.nl
© Copyright 2025 ExpyDoc