Nieuwsbrief BW/Grondzaken/Vastgoed

Nieuwsbrief BW/Grondzaken/Vastgoed
29 september 2014
Waar eindigt het gemeentelijk riool en
waar begint het particulier riool?
Op 3 september 2014 heeft de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem een tussenvonnis
gewezen dat (nog) niet gepubliceerd is. In dat vonnis stond de vraag centraal waar het
gemeentelijk riool eindigt en het particuliere riool begint. Het antwoord op deze vraag was
relevant, omdat de eigenaar van een woning stelde dat schade aan de woning was ontstaan als
gevolg van een lekkende afvoerbuis. Hij wil zijn schade op de eigenaar van de afvoerbuis
verhalen.
Feitelijke situatie
De volgende feitelijke situatie ligt aan de uitspraak ten grondslag. De eigenaar van een woning
stelt dat zijn woning is verzakt. De verzakking zou veroorzaakt zijn door een lekkage aan een
afvoerbuis onder een naast de woning gelegen pad. Hij dagvaardt vervolgens de gemeente en
de eigenaar van het pad (dat is een ander dan de gemeente). Hij vordert dat de gemeente,
althans de eigenaar van de afvoerbuis, de afvoerbuis herstelt en de schade aan zijn woning
vergoedt.
schetsmatige weergave van de
situatie ter plaatse
pagina 2
Het vonnis
Tussen partijen staat de vraag centraal wie eigenaar is van de afvoerbuis die onder het pad ligt.
De rechtbank oordeelt uiteindelijk dat dit de eigenaar van het pad is. De rechtbank overweegt
daartoe het volgende.
Op grond van artikel 5:20 lid 1 aanhef en onder e BW geldt als hoofdregel dat de eigenaar van
een perceel door verticale natrekking de eigendom heeft/verkrijgt van gebouwen en werken die
duurzaam met die grond verenigd zijn, tenzij een gebouw of werk een bestanddeel vormt van
de onroerende zaak van een ander (in dat geval vindt horizontale natrekking plaats). Daarnaast
maakt artikel 5:20 lid 2 BW (in werking getreden op 1 februari 2007) een tweede uitzondering
op deze hoofdregel met betrekking tot de eigendom van netten. De bevoegde aanlegger van
een net is de eigenaar van dat net. Een riolering valt onder de definitie van ‘net’ in de zin van dit
artikellid. Op grond van artikel 155 Overgangswet Nieuw BW is dit artikellid mede van
toepassing op een net dat vóór 1 februari 2007 is aangelegd.
De rechtbank neemt als uitgangspunt dat de gemeente de afvoerbuis heeft aangelegd. De
vraag is vervolgens echter of de gemeente dit heeft gedaan als onderdeel van het gemeentelijk
riool of enkel als toenmalige eigenaar van het desbetreffende perceel. De gemeente was in het
verleden namelijk eigenaar van het achtergelegen perceel en het pad waar de afvoerbuis onder
ligt.
De rechtbank overweegt dat een net in beginsel een deelbare zaak is, die kan worden
gescheiden in meerdere deelnetten, die dan elk een zelfstandige zaak vormen. De vraag waar
de grens tussen twee deelnetten ligt, moet worden beantwoord aan de hand van de
verkeersopvattingen. Daarbij kunnen maatschappelijke aspecten, zoals een redelijk kenbare
afscheiding en technische aspecten, zoals de vraag of de aansluiting tussen twee deelnetten
redelijkerwijs kan worden afgesloten, een rol spelen (Kamerstukken I 2006-2007, 29834, C,
Memorie van antwoord, p. 3). Voorts geldt voor openbare riolering dat bij gemeentelijke
verordening kan worden bepaald wat tot het hoofdriool behoort en waar de huisaansluiting, die
eigendom is van de huiseigenaar, begint.
De betreffende gemeente heeft geen aansluitverordening vastgesteld. De grens tussen het
gemeentelijk riool en de particulier aansluiting moet daarom bepaald worden aan de hand van
de verkeersopvatting. De rechtbank oordeelt dat de grens tussen het gemeentelijk riool en het
particulier riool ligt ter plaatse van de erfgrens tussen het pad en de straat. Daartoe acht de
rechtbank de volgende omstandigheden van belang:

op de erfgrens tussen het pad en de straat is een afgesloten deur geplaatst;

de aansluiting van de afvoerbuis op het gemeentelijk riool bevindt zich blijkens een
rapport voor de poort aan de zijde van de straat;

de diameter van de afvoerbuis onder het pad wijkt af van de diameter van de
gemeentelijke rioolbuizen;

het gemeentelijk riool ligt dieper dan de afvoerbuis onder het pad;
pagina 3

het materiaal van de buizen van het gemeentelijk riool verschilt van dat van de
afvoerbuis onder het pad;

de huisaansluiting/terreinaansluiting kan technisch gezien eenvoudig worden afgesloten
van de gemeentelijke riolering.
Op grond van het voorgaande concludeert de rechtbank dat het riool onder het voetpad moet
worden aangemerkt als particulier deelnet. De betreffende afvoerbuis kan dus niet als
bestanddeel van het gemeentelijk riool worden beschouwd. Er vindt dus geen horizontale
natrekking plaats. Op grond van de hoofdregel van artikel 5:20 lid 1 onder e BW is de eigenaar
van het pad door verticale natrekking tevens eigenaar van de afvoerbuis onder het pad. Als
eigenaar van de afvoerbuis/het deelnet heeft de eigenaar van het pad ook het beheer van het
deelnet.
Conclusie
Een wettelijke definitie aan de hand waarvan de omvang van een rioleringsnetwerk kan worden
bepaald, ontbreekt. Daarom moet die omvang naar verkeersopvatting worden vastgesteld. Uit
deze uitspraak volgen enkel aanknopingspunten die daarbij een rol kunnen spelen.
Indien een gemeente een aansluitverordening heeft vastgesteld, kan aan de hand van die
verordening vastgesteld worden welk deel van de riolering onder de verantwoordelijkheid en het
beheer van de gemeente valt en welk deel onder die van de particulier.
Voor vragen en/of opmerkingen naar aanleiding van deze nieuwsbrief kunt u zich wenden tot:
Kim Heesakkers
[email protected]
024 – 3 828 434
Disclaimer
De informatie in deze nieuwsbrief is bedoeld ter voorlichting van cliënten en andere relaties en kan niet worden gebruikt als advies in
individuele situaties. In die gevallen kan vanzelfsprekend een op de specifieke situatie toegesneden advies worden gegeven.
Hoewel deze nieuwsbrief met de grootst mogelijke zorgvuldigheid tot stand is gekomen, aanvaardt Hekkelman Advocaten N.V. geen
enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten of andere onjuistheden (of de gevolgen daarvan).
© Hekkelman Advocaten N.V.