Werkblad 6.1 Metriek: lengtematen 1. Vul in: km hm dam m dm cm mm 1 10 100 1000 10000 100000 1000000 0,15 1,5 15 150 1500 15000 150000 0,038 0,38 3,8 38 380 3800 38000 0,267835 2,67835 26,7835 267,835 2678,35 26783,5 267.835 0,012 0,12 1,2 12 120 1.200 12000 43,5 435 4350 43500 435000 4350000 43500000 42,193 421,93 4219,3 42.193 421930 4219300 42193000 0,0016 0,016 0,16 1,6 16 160 1600 2. Reken om: 1 km = 1000 meter 10.000 m 10 km km 1200 cm 12 m meter 80 cm 800 mm 5 hm 7 dm 0,7 m 0,004 km 1500 mm 15 dm 2 2000 m = 3 hm = 300 0,5 km = 4m= 3. Reken uit: a. 1 m + 3 dm = 130 cm f. 12 dm – 5 dm = 70 cm b. 6 m + 148 cm = 7,48 m g. 20 m – 17 dm = 18,3 m c. 190 cm + 2 dm = 210 cm h. 50 dam – 5 m = 4,95 hm d. 7 dm + 482 dm = 48,9 m i. 300 cm – 500 mm = 2,5 m e. 5 m + 112 cm = 612 cm j. 500 mm – 3 dm = 20 cm Werkblad 6.2 Metriek: gewichten 1. Vul in: kg hg dag g dg cg mg 1 1000 1 000 000 0,3 300 300 000 0,0015 1,5 1500 8,5 8500 8 500 000 0,705 705 705 000 0,0002 0,02 20 2. Reken om: 1 kg = 0,75 kg = 12 g = 0,85 kg = 1250 g = 1000 g 10.000 mg 10 g 750 g 1200 g 1,2 kg 0,8 kg 800 g 2 g 12000 mg 850 g 1,25 2000 mg = kg 15 g = 15000 mg 3. Reken uit: = 1,3 kg a. 1 kg + 300 g b. 12 g + 480 mg = 12480 mg c. 190 g + 2 kg = 2,190 g d. 1200 g – 350 g = 0,85 kg e. 1 kg – 870 g = 130 g f. 500 mg – 50 mg = 0,45 g Werkblad 6.3 Metriek: omtrek 1. Ik wil een hekje zetten om mijn grasveld. Dit veldje is 4 bij 8 meter. Hoeveel meter hek moet ik kopen? 4+4+8+8= 24 meter (2x4) + (2x8) = 24 meter -1- Basisvaardigheden rekenen 2. 100 + 100 + 64 + 64 = 328 meter (2x100) + (2x64) = 328 meter 3. Hoe groot is de omtrek van elk figuur? a. 12 cm b. 24 cm c. 45 cm d. 60 cm 4. Bereken van elk vlak de omtrek: a. 3,5 m bij 4,5 m 16 m d. 1,4 km bij 120 m 3,04 km b. 28 dm bij 1,2 m 8m e. 4 hm bij 180 m 1160 m c. 1,75 m bij 25 cm 400 cm f. 90 m bij 1,2 hm 420 m 5. 40 latten Werkblad 6.4 Metriek: oppervlakte 1. Reken om: a. 3 dm2 = 300 cm2 f. 100 cm2 = 1 dm2 b. 2,5 dm2 = 250 cm2 g. 450 dm2 = 4,5 m2 c. 3 m2 = 300 dm2 h. 500 cm2 = 5 dm2 d. 4,5 m2 = 450 dm2 i. 1825 dm2 = 18,25 m2 e. 3,8 m2 = 380 dm2 j. 1000 cm2 = 10 dm2 2. Reken uit/om: a. 2 m2 + 100 dm2 = 300 dm2 f. 1 dm2 = 100 cm2 = 10 000 mm2 b. 1 m2 + 77 dm2 = 177 dm2 g. 3 dm2 = 300 cm2 = 30 000 mm2 c. 5 ½ m2 + 360 dm2 = 910 dm2 d. 7 m2 + 700 dm2 e. 3¼ m2 + 200 dm2 = 525 dm2 = 1400 dm2 h. 7,5 dm2 = 750 cm2 = 75 000 mm2 i. 4 dm2 = 400 cm2 = 40 000 mm2 j. 5½ dm2 = 550 cm2 = 55 000 mm2 3. De bouwgrond kost 100 euro per m2. De akker kost 1,67 euro per m2. Het bos kost 1,67 euro per m2. -2- Basisvaardigheden rekenen Werkblad 6.5 Metriek: inhoud 1. Reken om: m3 dm3 cm3 500 liter 0,5 500 500 000 1700 liter 1,7 1700 1 700 000 0,01 10 10 000 0,25 250 10 liter 250 ml 2. Reken om: liter dl cl 5 0,5 liter 10 dl 1 30 cl 0,3 3 1 10 1000 ml ml 50 500 100 1000 300 100 -3- Basisvaardigheden rekenen
© Copyright 2024 ExpyDoc