I. S C h i p es* w<er O v e rn e m in g va n a rtik e le n e n z . z o n d e r toestem m in g va n de u itg e v e rs is verb o d en U-DAAGS TIJDSCHRIFT, J a a r - a b o n n e m e n t (b ij v o o r u it b e ta lin g ) f 30,-, ORGAAN VAN : b u ite n N e d e r la n d f50,-, losse n u m m e rs f2 ,- , v a n o u d e ja a r g a n g e n f2 ,5 0 N E D E R L A N D S E V E R E N IG IN G B O U W M E E S T E R S IN G EW IJD AAN SCHEEPSBOUW , 21 APRIL SCHEEPVAART EN V A N T E C H N IC I O P S C H E E P V A A R T G E B IE D N ED ERLA N D f VIERENDERTIGSTE JAARGANG - C EN TRA LE - IN S T IT U U T V O O R S C H E E P V A A R T EN 1967 - NO 8 H A VEN BELAN G EN BO N D VAN LU C H TVA ART SC H EEPS - N ED ERLA N D SC H S C H E E P S B O U W K U N D IG P R O E F S T A T IO N U IT G E V E R S W Y T - R O T T E R D A M 6 R E D A C T IE : T e l. R E D A C T IE - A D R E S : Burg. s’ Ja c o b p lein 10, Rotterdam-2, Telefoon 126 030 25 45 00 * , P ie te r de H oochw eg 111, ir. J. N . Jou stra, prof. ir. J. H. K rietem eijer, prof. dr. ir. W . P. A. van Lam m ere n en J. G. F. W a r r is T e le x 21408, P o s tre k e n in g 58458 OP 30 A P R IL A.S. HO O PT H.M. D E K O N IN G IN H A AR 58e VERJA ARDAG TE V IEREN Foto Max Koot „Schip en W erf” verscheen voor het eerst op 11 januari 1934 op initiatief van het hoofdbestuur der Vereeniging van Technici Scheepvaartgebied (thans Nederlandse Vereniging van Tech Ongetwijfeld zal het aan vele lezers zijn ontgaan dat de samen op nici Scheepvaartgebied geheten) onder redactie van de heren stelling van de redactie van ons blad onlangs een belangrijke Heil op en De in deze taak bijgestaan door de heer G. Zanen, wijziging heeft ondergaan. Met ingang van het nummer van aanvankelijkRooij, als secretaris der redactie en later als redacteur. 24 maart jl. komen de oude en zo vertrouwde namen van ir. J. W. In 1948 trad prof. ir. L. Troost tot de redactie toe en in 1953 Heil en ir. G. de Rooij niet meer in de kop voor en worden er prof. dr. ir. W. P. A. van Lammeren, waardoor de reeds lang een drietal nieuwe — op zichzelf ook niet onbekende — namen bestaande met het Nederlandsch Scheepsbouwkundig aangetroffen, nl. die van ir. J. N. Joustra, prof. ir. J. H. Kriete- Proefstationbanden te Wageningen nauwer werden aangehaald. Prof. ir. meijer en J. G. F. Warris. Van de oude redactie is slechts prof. dr. L. Troost overleed op 18 m aart 1966. ir. W. P. A. van Lammeren gebleven. Nu thans het ogenblik is aangebroken waarop de heren Heil De thans met het oog op hun leeftijd afgetreden leden van de en De Rooij als redacteuren zijn teruggetreden, past het redactie redactie hebben met de heer G. Zanen — die reeds enige jaren en uitgevers deze heren hun grote erkentelijkheid te betuigen geleden aftrad — meer dan 30 jaren lang hun beste krachten aan voor het belangrijke werk dat zij voor „Schip en W erf” ons tijdschrift gewijd en het in nauwe samenwerking met de uit verricht. De nieuwe redactie stelt er een eer in hun werk te hebben mogen gevers Wyt-Rotterdam gemaakt tot wat het thans is: vooraanstaand voortzetten, teneinde het tijdschrift de plaats te doen behouden Nederlands tijdschrift, bekend over de gehele wereld, gewijd aan die het heeft bereikt en het in samenwerking met de uitgevers zo scheepsbouw, scheepvaart en daarmede direct verwante bedrijfs mogelijk tot nog grotere bloei te brengen. takken, een blad, waarin op zijn terrein alle facetten van de Redactie en Uitgevers technische en economische ontwikkeling worden belicht. R E D A C T IE W IJZ IG IN G SC A N DIN AVI Ë’S G R O O TSTE BA G G ER M O LEN DE „ B O T T E N O P P ” Deze molen is gebouwd voor de haven van Götcborg door de Wcstduitse firma „Orenstein-Koppel und Liibecker Maschinebau A.G.”, en is kortgeleden aan de opdrachtgever afgeleverd. De baggermolen heeft een lengte van 47,5 m bij een breedte van 9,6 m. De baggerdiepte is 18 m. De emmerinhoud is 525 liter, de baggersnelheid 24 emmers per minuut. De machines bestaan uit twee opgela den 4-takt, 4-cilinder Nohab-Polar diesel motoren, boring 250 mm, slag 300 mm. H et normale continuvermogen van deze motoren is 450 bhp bij 750 omw/min. In dit geval is het vermogen echter ge reduceerd tot 360 bhp bij 600 omw/ min als ruime veiligheidsmarge voor de zware dienst. De Bottenopp voor de haven van Göteborg Door een van de motoren wordt de emmerketting aangedreven via een hy draulische transmissie. W anneer de em mers een grotere snij weerstand ondervin den, wat ook in de werkelijkheid bij het succesvolle proefbaggeren in de Lübeckse haven gebeurde, wordt de snelheid auto matisch verminderd en het vermogen op gevoerd. De tweede diesel is gekoppeld m et een generator, voor de stroomvoor ziening van elektromotoren, hydropom pen, enz. De baggermolen wordt geassisteerd door twee draadloos bediende, zelfopenende bakken, gebouwd bij A. Vuyk & Zonen’s Scheepwerven N.V., Capelle a /d IJssel. De bakken hebben een „Stor no” radiozend- en ontvangapparatuur, die de twee scharnierende helften van de bakken kan openen en sluiten m et draad loze bediening door een enkele man aan boord van de sleepboot. Bedieningshut van de Bottenopp. T R A W L N E T L IE R E N , O N TW ERP K O S T E N Y E R G E L S JK IN G EN B E R E K E N IN G TUSSEN M ET EEN H Y D R A U L IS C H E - EN E L E K T R IS C H E A A N D R IJV IN G door D ip l. In g . H . H A R M S Voordracht gehouden voor de N ederlandse Vereniging van Technici op Scheepvaartgebied, afdeling „R o tterd a m ” op 2 2 septem ber 1966 Inleiding De inzet van vissersschepen op vanggebieden ver van de thuis haven m aakt het — voor een succesvol economisch gebruik van de schepen •— noodzakelijk, dat alle aan boord geïnstalleerde machines volkomen bedrijfszeker zijn. Tot de belangrijkste installaties behoort de vislier. De op fig. 1 getoonde m oderne hektrawler van de „Universiteitsklasse” in bezit van de „Nordsee, Deutsche Hochseefischerei G .m .b.H .” heeft bij een lengte over alles van 87,7 m een laadvermogen van ca. 650 t diepvriesvisfilet. D at betekent de vangst van een 2 i a 3 maal zo grote hoeveelheid verse vis tijdens een reis van ca. 90 dagen (zie fig. 2). H et resul taat van een tocht welke gaat tot in de wateren van WestGroenland, Newfoundland en A frika hangt voor een belangrijk deel af van de onberispelijke werking van de vislier. H et uitvallen van, of storingen in deze installatie betekenen vangstverlies, onder sommige omstandigheden zelfs het afbreken van de reis, en terug keer naar de thuishaven voor reparatie, als het niet mogelijk is de vaak tonnen wegende onderdelen per vrachtvliegtuig naar een noodreparatiehaven in de buurt van de vangplaats te brengen. Bij een waarde van een m oderne hektrawler van ca. ƒ 8-10 miljoen, en dagelijkse vaste kosten van het schip van ƒ 9.000.- en meer, leidt dit in ieder geval tot niet meer te dragen verliezen voor de reder. Bijzonder zwaar weegt in zulk een geval, behalve het verlies van de verdiensten van de reder, ook het ophouden van de vangstpremie voor de bemanning, om dat voor schepen, welk weinig inbrengen, bij het tegenwoordige personeelstekort, heel moeilijk een bemanning te krijgen is. Deze enkele getallen hebben tot doel te tonen hoe belangrijk een lierinstallatie is en hoe zorgvuldig men zowel de aandrijving alsook het mechanische gedeelte m oet ont werpen. Principes Bij het ontwerp van een hefwerktuig m oet m en het vermogen van de aandrijving in pk bepalen volgens de form ule: Hierbij moet men de te hijsen last Q in kp, en de hijssnelheid v in m /m in. aangeven. Duidelijke uitspraken over de last en de hijssnelheid geven samen met de karakteristiek van de aandrijvende motor duidelijk gedefinieerde waarden voor de werking van de lier. Bij een vislier worden deze waarden bepaald uit het samenspel van de lier met de scheepsvoortstuwing en het sleepnet. Voor deze drie factoren gelden telkens bepaalde karakteristieken, die door verschillende arbeidsvoorwaarden, resulterend uit windkracht, windrichting, zeegang, stromingen, toestand van de bodem en waterdiepte, binnen bepaalde grenzen variabel zijn. Op fig. 3 ziet U drie karakteristieken van een vislier resulterend uit de arbeids processen. A. Net uitzetten. B. Net slepen. C. Net inhalen. De hier volgende uiteenzettingen zullen U een overzicht over de opbouw van deze karakteristieken geven. a. Netweerstandskromme. Volgens W. Henschke, Schiffbautechnisches Handbuch deel 1, bedraagt de trossentrek van een gesleept 180 voets trawlnet 9J t bij een scheepssnelheid van 4 J kn. Daaruit volgt een netweerstand van Pm = 9 t waarbij wordt aangenomen dat de trossen niet door hangen, bij een netsnelheid in het water van VNX = 139 m /m in. en een aangenomen verhouding van 1 : 3 voor de diepte van het net onder de achterste draadschijf t.o.v. de afstand van de scheerborden tot deze draadschijf, gemeten in het projectievlak op dat moment. Aangenomen dat de netweerstand afhankelijk is van het kwa draat van de netsnelheid in het water, zijn de overige punten van de kromme te berekenen volgens de formule: (V N2p -P.Y2 --- P.\’l X Fig. 2. / T/ y, t0 n Ni)' f ito! T-3SS.e-oï.i-?/ 'Vswet -,j Vs s 8 »£ Vs = J 'nu 200 »0 lm/mm 3 uiran88SCb*aK};£te!t Leinengeschwindigkeit Om/min N e iz w id e rs f and PN C»o] 200 250 300 350 N etzg esch w in d ig keit V^[ m /m in ] Fig. 4. In figuur 4 zijn de aldus berekende waarden van de netw eer stand P x in tonnen ten opzichte van de netsnelheid V in m /m in. uitgezet. M en m oet daarbij in het oog houden dat de daaruit resul terende netw eerstandskrom m e slechts voor gunstige w erkom stan digheden geldt: d.w.z. goede om standigheden van wind en goede gesteldheid van de bodem . H oe deze netweerstandskrom m e ver schuift al naar de verandering van de om standigheden, tonen de voor gem iddelde en slechte om standigheden als gemiddelde w aar den aangegeven krom m en. In het diagram werden bovendien nog de gebruikelijke w aarden voor slepen, inhalen en vieren aangegeven. De grenzen van deze waarden liggen voor slepen en inhalen bij een netw eerstand van 7 tot 1 I ton, en voor vieren bij een netweerstand van 4 tot 5 ton. Hierbij werd aangenom en dat voor het vieren ongeveer de helft van de bij het inhalen optredende netweerstand voldoende is om een onberispelijke werking van de scheerborden te verkrijgen. Te hoge waarden van de weerstand verhinderen, dat het net goed bij de bodem kom t, terwijl te lage waarden het vistuig kunnen doen ineenvallen. b. Lierkarakteristiek (halen) In figuur 5 zijn de netw eerstandskrom m en bij het inhaalbereik voor verscheidene scheepssnelheden uitgezet. Voor het coördinatiesysteem zijn hiertoe de trossentrek PTrl in ton uitgezet voor twee trossen, en de inhaalsnelheid VL in m /m in. O m dat ik bin nen het kader van dit referaat slechts de probleemstellingen en de tendenzen van de samenhangen wil aantonen, worden in het ver volg slechts de toestanden onder goede werkom standigheden on derzocht. Verder wordt hier afgezien van het onderzoek naar de omstandigheden tijdens de pelagische visserij. Uit de netweerstandskromme van figuur 4 volgen de weerstandskrommen met de scheepssnelheid Vs in knopen als para m eter uit de vergelijking: Netsnelheid V x =» Scheepssnelheid V s -f- inhaalsnelheid V L . cos n. Hierbij is a de hoek tussen de draad en het langsscheepse vlak. Uit dc waarden van de netweerstand P,v in diagram I volgt de trossentrek voor twee draden uit: A' Pr,-. cos u ton. Ter bepaling van het benodigde liervermogen is in figuur 5 een aantal krommen aangegeven met het liervermogen N lv in pk als parameter, volgend uit de vergelijking: P r r j- V ,. 75 - 60 . >, pk. Als lierkarakteristiek worden hiervoor lijnen met constant ver mogen gekozen, zoals ze bijvoorbeeld voorkomen bij de toepas sing van constantstroom aandrijving, of Leonard aandrijving met thyristor gestuurd veld. Bij hydraulische aandrijvingen is"deze karakteristiek te bereiken door het toepassen van een overeen- T ro sse n zu g für 2 Kurrleinen Cto3 35 Netzw rderstancJskurven fü r u n tersch ied lich e Schiffsge sch w in d igke ite n und gute A rb eitsb e d in g u n ge n A rb e itsb e re ich : Schle p p en und Hieven Nyy» SCO PS *\v 300 PS W indenantriebsleistungen bezogen auf die A b trie b s welle des W ind en an trie b s motors Leinengeschw indigkeit VLCm/min3 Fig. 5. k o m stig regelorgaan welke het verpompte volume afhankelijk van d e oliedruk regelt. D eze karakteristiek is in het raam van dit referaat gekozen, o m d a t ze volledig toegepast op het gehele bereik van de liertromm elkarakteristiek een constant vermogen, en daarbij een gelijk m a tig e belasting van het boordnet garandeert, samen m et een m in im ale inhaaltijd. Een traditionele Leonard-karakteristiek met g e lijk motorvermogen bv. met hoofdstroomkarakteristiek van het inhaalbereik zou bij een vergelijking van de inhaaltijden bij gelijke belastings-, en vierverhoudingen, buiten het nominale bereik, een lan g ere tijd voor het inhieuwen nodig hebben overeenkomstig de afw ijkingen van de Leonard-karakteristiek van de karakteristiek v a n het constante vermogen. Om een gelijke inhaaltijd te bereiken z o u dus een lier met een traditionele Leonard-karakteristiek met e e n m otor met overeenkomstig groter vermogen uitgerust moeten w o rd en. H et in figuur 5 gegeven bereik voor het slepen en halen, d o e t inzien, binnen welke grenzen het vereiste vermogen van de lieraandrijving variëren kan bij de in de praktijk gebruikelijke scheepssnelheid van Ks= — 1 tot -f- 1 kn tijdens het halen. W an n e e r men er van uitgaat dat een zo groot mogelijke haalsnelheid b ereik t moet worden om de inhaaltijd zo kort als mogelijk te hou d e n , kan men reeds uit dit diagram concluderen dat het te instal le re n liervermogen voor het onderzochte geval op ca. 500 a 600 pk m o e t liggen. Omdat echter dit liervermogen ook een overeen k o m en d hoog primair vermogen vereist, en omdat dan de maximale trossentrek ook een overeenkomend groter dieselvermogen voor d e voortstuwing nodig maakt, is het nodig, zeker door de daaraan verbonden hogere kosten, een verder onderzoek te doen naar het benodigde liervermogen. c. Lierkarakteristiek (vieren) In figuur 6 zijn de netweerstandskrom m en tijdens het vieren bij verschillende scheepssnelheden uitgezet. In het coördinaten systeem is hiertoe eveneens de trossentrek voor twee trossen PTrl in ton, en de viersnelheid V L in m /m in. gekozen. V oor de bepaling van het bij het vieren optredende liervermogen dat in het boordnet teruggevoerd wordt is de toestand „vieren”, de krommenbundel met het door de lier teruggevoerde vermogen N mv als parameter uitgezet. H et door de lier teruggeleverde vermogen aan de as van de lierm otor is te berekenen uit de vergelijking: P m ■V h . r, N* w PkU it dit diagram resulteert bv. een energieterugvoering van ca. 230 pk bij de werking in het gebied vieren, bij een scheepssnelheid van V s = 1 1 kn. Bij de bepaling van het vieren van een vislier met energieterugvoer moet men erop letten, dat ter vermijding van onnodig hoge trossentrek en daarbij behorend onnodig hoog teruggevoerd ver mogen, het maximale trom m eltoerental voldoende hoog ontworpen wordt. d. Karakteristieken van een hektrawler Om de samenwerking tussen scheepsvoortstuwing, lier en sleep net te kunnen onderzoeken zijn de vereiste gegevens van het schip in figuur 7 aangegeven. Voor het onderzoek zijn van belang: De scheepssnelheid V s in kn, het asvermogen bij vrije vaart in apk, de stuwkracht van de schroef voor het vrijvarende schip en de stuwkracht aan de paal, beide laatste in tonnen uitgezet ten opzichte van de spoed van de schroef in % van de vollastspoed. Trossenzug für 2 Kurrleinen V[_Cm/min] Lein e n ge sch w in d igkeil Fig. 6. Bij het geval dat de grondslag is van dit onderzoek, gaat het om een hektraw ler m et voortstuwing door een verstelbare schroef m et een diam eter van 3,2 m en een vrijwel constant astoerental van n = 200 om w /m in. De getekende krom m en zijn bepaald uit de proeftochtgegevens. L et ook op de betrekkelijk hoge vermogensopnam e bij spoed nul, zoals karakteristiek voor alle verstelbare schroeven. Samenwerking tussen schip en lier In figuur 8 is het scheepsvoortstuwingsvermogen N s in epk en apk van een hektraw ler afhankelijk van het liervermogen N ]V in pk, en de scheepssnebheid V s in kn bij het inhalen van een 180 voets traw lnet uitgezet. De waarden van de krommen zijn berekend door gebruik te m aken van de krom m en in de figuren 5 en 7. In het diagram is verder het halen aangeduid, en ook nog het over blijvende dieselaandrijvingsvermogen in het vanggebied, na aftrek van het gebruik door het boordnet en de fabrieksinstallatie. U it het diagram blijkt, dat het dieselvermogen bepaald voor de vrije vaart, inclusief de afnam e door het boordnet en de fabriek, tijdens de uit- of thuisreis ten opzichte van het voor het vanggebied berekende vermogen zo groot is, dat het op de vangstplaats be schikbare vermogen voor de bepaling van het liervermogen geen Fig. 8. criterium vormt. Beschouwt men echter het liervermogen tijdens het halen, bij de daarbij in de praktijk gebruikelijke scheepssnelheid V s = — 1 tot + 1 knoop, dan kan gezegd worden dat het liervermogen voor de onderzochte trawler tussen 400 en 500 pk liggen moet. Uit de verzameling apk krommen volgt de bundel epk krom m en, wanneer men de rendementen er in verwerkt welke uitgezet zijn in figuur 9 met de schematische opstelling van de voortstuwingsinstallatie. Bij een kritische beschouwing van deze waarden moet er nogmaals op gewezen worden, dat het geval dat de basis van dit onderzoek vormt, een willekeurig gekozen scheepsinstallatie is. Een vergelijking van verschillende voortstuwingsinstallaties en het nauwkeurige onderzoek van de daaruit resulterende meest economische trawler-voortstuwingsinstallatie, rekening houdend m et alle factoren, inclusief bouw-, bedrijfs- en onderhoudskosten, zou buiten het bestek van dit referaat vallen en is voor een m o gelijke latere publikatie gereserveerd. "^KuppÜ Bordnetz ? Ges=0,893 Bepaling van cle liertrom mel De bepaling van de liertrom m el w ordt gedaan m et behulp van figuur 10. In dit diagram zijn in de rechterbovenhoek de trom m eldiam eter D Tr in m m ten opzichte van de draadsnelheid V L in m /m in uitgezet, waarbij het trom m eltoerental n in opm als para m eter is gebruikt. D e kleinste trom m eldiam eter is daarin als D Ti. = 390 mm, en de grootste als D Tr = 1450 m m aangenom en. Bij de voor dit onderzochte geval toegepaste draad m et een om trek van 3 i" , overeenkom end m et een diam eter van 26 mm, horen de in het linkerdeel van het diagram aangegeven lagen draad van 1 t/m 20. De capaciteit van de liertrom m el K Tr in vadem s is te berekenen uit de vergelijking: n .7i ■z K fr 1,852 . (D i -f- n . d) waarbij n = het aantal lagen draad, z = het aantal windingen per laag draad, D, = de kleinste trom m eldiam eter in m, d = de draaddiam eter in m. Links onderaan het diagram is de trom m elcapaciteit bij het aantal lagen draad aangegeven, waarbij de verscheidene trom m ellengten als param eter zijn ingevoerd. Bij de bepaling van de capa citeit van een liertrom m el m oet een bepaalde reserve in acht genomen worden Zoals U in figuur 10 zien kunt, zijn de lagen 1 en 2 als uitloopreserve genom en voor het geval van haken van het net, terwijl de 20e laag als reserve dient voor het, volgens D IN 655, rekening houden m et de draaddiam etertolerantie van ± 5 % van de draaddiam eter, evenals om de oneffenheden door splitsen, sluitings en G -haken op te vangenIn het onderzochte geval was door de opdrachtgever een trom melcapaciteit van K Tr = 1600 vadem geëist bij een vrijuitsteken van 150 mm van de trom m elflenzen, m et een opgewikkelde 3 i" draad. Rekening houdend m et deze eis en de uitloopreserve in de eerste en tweede laag, resulteert uit figuur 10 een vereiste trom mellengte van L = 1770 m m overeenkom end m et een theoreti sche trom m elcapaciteit van K Vr = 2100 vadem . Bepaling van het m axim ale draaim om ent en toerental van de lier trom m el (inhaalvermogen) Bij de bepaling van koppel en toerental van de liertrom m el, is voor het bereiken van een optim ale werking van de lier, de karak teristiek zo te kiezen, dat zowel een voldoend koppel als een vol doend toerental bereikt w ordt, zie fig. 11. V oor het m axim ale trom m elm om ent m oet m en er van uitgaan, dat bij h et inhalen m et een scheepssnelheid to t 1 knoop ook in de bovenste draadlagen geen noemenswaardige verm indering van de m axim ale draadsnel heid zal optreden ten gevolge van vroegtijdig bereiken van het m axi male trom m eldraaim om ent. D e karakteristiek kan dus zover in het gebied van hogere draadsnelheid verschoven w orden, tot op d'e bovenste grondlaag bij een scheepssnelheid van ca. 1 kn de draadsnelheid' net begint te verm inderen. Deze bepaling kom t heel dicht bij de in de praktijk voorkom ende om standigheden, om dat onder slechte om standigheden, welke, zoals in figuur 4 te zien was, to t een verschuiving van de netw eerstandskrom m e leiden, autom atisch ook de scheepssnelheid tijdens het halen doen ver minderen. In het onderzochte geval w erd door de opdrachtgever een hy draulische lieraandrijving gevraagd. V oor de bepaling van de lierkarakteristiek stond een in koppel door de in continubedrijf to e laatbare maximum oliedruk begrensd en door de pom popbrengst in het toerental begrensde aandrijvingskarakteristiek ter beschik king. Voor de in figuur 11 aangegeven lierkarakteristiek, werd de motorkarakteristielc zo gekozen, dat het m axim ale trom m el- Fig. 10. Angenom m ener Antriebsmotor 2xHAM63 nmot= 750 U/min Cmax] nTr0n= 60 U/min Cmax] moment bij een drukverschil van ca. 200 kp/cm 2 bereikt wordt. Bij de toepassing van twee hydromotoren van het type HAM 63, resul teert hieruit een overbrengingsverhouding van i = 12,5 voor het Herwerk, bij een aangenomen rendement v — 0,8. Dit rendem ent omvat behalve de verliezen in het mechanische deel van de lier, ook alle uit de draadwrijving ontstane verliezen tot aan de uittrede van de draad uit de galgschijf. Het maximale trommeltoerental is dan bij gebruik van het maximaal continu toelaatbare toerental van de oliemotor, n = 60 omw/min. In figuur 11 zijn de netweerstandskrommen bij verschillende scheepssnelheden onder goede omstandigheden, evenals de ligging van de besproken liervermogens aangegeven. Voor elke draadlaag zijn bovendien de maximale koppel- en toerentallijnen ingetekend. Op de linkerzijde van het diagram is het drukverschil over de hydromotor in kgf/cm2 m et de verschillende draadlagen als para meter aangegeven. Hierbij is een gemiddelde oliedruk gekozen om rekening te houden met de inwendige verliezen van het hydraulische systeem, welke een daling van het koppel bij gelijke oliedruk, afhankelijk van de oliesnelheid veroorzaken. Voor het uiteindelijke vastleggen van het vermogen vereist voor de aandrijving van de lier, wordt met behulp van figuur 11, de figuur 12 opgesteld, waarin het drukverschil in kp/cm 2, als m aat voor de lierbelasting tegen de inhaaltijd in min wordt uitgezet, waarbij het lieraandrijvingsvermogen N w en de scheepssnelheid Vs als parameters zijn gekozen. De inhaaltijden zijn voor de totale draadlengte, in dit onderzochte geval 2100 vadem, uitgezet. Uit de verbindingskrommen van de eindpunten der inhaaltijden voor de verschillende aandrijfvermogens blijkt, dat een toenam e van het liervermogen slechts in het gebied van 200 tot ca. 450 pk een verhoudingsgewijs grote procentuele winst aan inhaaltijd m et zich mee brengt. Bij een verdere toename is de procentuele tijd winst niet meer zo beslissend, dat een verdere toename van het aandrijvende vermogen voor het onderzochte scheepstype lonend schijnt. De figuur toont ook zeer duidelijk, dat een vermeerdering van de scheepssnelheid tijdens het inhalen gepaard gaat m et een niet geringe toename van de inhaaltijd. Zoals uit figuur 8 te con cluderen was, betekent dit ook een toename van het voortstuwingsvermogen van het schip tijdens het halen. Dat leidt in ieder geval tot tijd- en geldverlies voor het schip. De officieren moeten er daarom ook steeds op letten, dat het net met een minimale scheeps snelheid en een maximale inhaalsnelheid wordt ingehaald. Bij een installatie met verstelbare schroef is deze bedrijfstoestand heel eenvoudig in te stellen. In het onderste deel van het diagram zijn ook nog de karakteris tieken van de verscheidene draadlagen bij verschillende aandrijvingsvermogens en scheepssnelheden uitgezet. Hierdoor is het mogelijk in combinatie met figuur 10 ook de inhaaltijden voor tussenliggende draadlengten te bepalen. Onderzoek naar de levensduur van de hydraulische aandrijving Hoe voert men op de doelmatigste wijze de controle uit op de gekozen hydraulische aandrijving wat betreft een voldoende levens duur, waarbij men de in het voorgaande beschreven werkomstan digheden in aanmerking neemt? Zoals in fig. 13 voorgesteld, zal men eerst te werk gaan volgens figuur 13; men zet in het eerste kwadrant van een in vier kwartieren verdeeld coördinatensysteem, de uit de figuren 11 en 12 bepaalde karakteristiek van de liertrommel uit, met het bijbehorende punt voor de levensduur, die uit figuur 12 genomen kan worden. Voor het te onderzoeken geval is een gedeelde lieruitrusting m et een aandrijvend vermogen van N w = 220 pk per liermotor geko zen. Behalve de reeds voor figuur 11 gekozen hydromotor H A M 63, zal in het volgende ook nog de levensduur van de één m aat kleinere hydromotor HAG-50 onderzocht worden. In de kwartieren 2 en 4 van figuur 13 zijn de verschillende mogelijke overbrengingsverhoudingen van de mechanische lieraandrijving als parameter aangegeven, terwijl in het 4e kw artier een lierrendement, aandrijvings- en trossenverliezen van tj = 0,8 in aanmerking genomen wordt. T er bepaling van de m otorkarakteristiek, gaat men m et het arbeidspunt B van de liertrom m el als m aximaal toerental naar het 2e kwartier en bepaalt via de grens w aarden van de toerentallen van de betreffende hydrom otoren H A G -50 en HAG-63 de bijbehorende overbrengingsverhoudingen. V oor het onderzochte geval resulteert een overbrengingsverhou ding van i = 12,5 bij toepassing van de hydrom otor H A G -63 en i = 16,3 bij toepassing van de hydrom otor H A G -50. D oor spiege ling van de toerental- en koppelwaarden van d'e trom m elarbeidspunten A, C, B aan de param eters i = 12,5 en i = 16,3 van de overbrengingsverhoudingen in de kwartieren 2 en 4, ontstaan in het derde kwartier de m otorkarakteristieken A u C, en B x van de hydrom otor HAG-63, en A 2, C2 en B.2 van de hydrom otor H A G 50. D e punten C, en C2 zijn als punten voor continubedrijf m aat gevend voor de bepaling van de levensduur van de hydrom otor. Rekening houdend m et de werkomstandigheden van deze hydrau lische aandrijving, zullen ze een levensduur van meer dan 10.000 bedrijfsuren moeten hebben. In figuur 14 vindt de controle plaats op beide in figuur 14 bepaalde motorkarakteristieken, voor wat betreft hun ligging binnen de grenskromme van de bijbehorende hydrom otor. Tot dit doel zijn in het 4e kw artier het drukverschil-draaim om ent verband voor de hydrom otoren H A G -50 en HA G-63 uitgezet In het derde kwartier zijn binnen de grenskrommen van de hydro m otoren de bijbehorende levensduurwaarden van de hydraulische pom pen HAP-50 en HA P-63 voor 3000 /60 00 /10 .0 00 en 40.000 bedrijfsuren aangegeven. Deze waarden zijn uit de gegevens van de leverancier van de hydrauliek genomen. E en overzetting van de in kw artier 1 aangegeven m otorkarakte ristieken A u Cu B x en A 2, C2, B 2 in het derde kw artier m et ge bruikmaking van de overeenkomende karakteristieken in de kwartieren 2 en 4 toont, dat de levensduureis van m eer dan 10.000 voor de arbeidspunten Cx en C2 ook nog door de hydrom otor [U/minl Fig. 13. H A G -50 vervuld wordt. H et m aximale draaim om ent A., van de H A G -50 ligt echter m et een drukverschil van 306 kp/cm - buiten de door de fabrikant toegestane druk grens. In het onderzochte geval kan dus slechts de hydrom otor H A G -63 toegepast worden. Kostenvergelijking van elektrische en hydraulische aandrijvingen H et zou nu te onderzoeken zijn hoe de in het voorgaande bepaalde hydrom otor H A G -63 zich wat de kosten betreft verhoudt tot de vergelijkbare zuiver elektrische aandrijving. In fig. 15 ziet U een vergelijking van de destijds voor vislieren gebruikelijke, en de voor het onderzochte geval onder discussie staande lieraandrijvingen, waarbij voor een betere vergelijking behalve de procentueel opgegeven bouwkosten, de W ard Leonard aandrijving gelijk 100 % , ook de w erkingskarakteristieken en rendem entskrom m en zijn aangegeven. H et is nog verm eldenswaard, dat het bij de onderzochte lieraandrijvingen om gedeelde aan drijvingen gaat, welke voor noodbedrijf met een m axim aal verm o gen van 275 pk per lierm otor ontw orpen zijn, zodat bij uitvallen van een aandrijvende m otor de aandrijving van de gekoppelde lieren door een m otor m et vergroot vermogen plaatsvindt. Afzonderlijk zijn onderzocht: A. D raaistroom -H ydraulische aandrijving H A G -50, B. D raaistroom -G elijkstroom W ard Leonard aandrijving, C. D raaistroom -G elijkstroom constante stroomaandrijving, D. Draaistroom-Gelijkstroom aandrijving m et semiductorbesturing. E. Draaistroom-Hydraulische aandrijving HA G-63. Van een onderzoek naar de technische gelijkwaardigheid van elektrische en hydraulische aandrijvingen, waarbij het generatorische deel van de aandrijving rechtstreeks m et de scheepshoofdaandrijving verbonden is, werd in het bestek van deze voordracht afgezien, daar hier de verhoudingen gelijk liggen. Uit de vergelijking van de lieraandrijvingen is te zien dat de vermogenskarakteristieken en rendem entskrom m en niet zo beslis send van elkaar afwijken, dat vanuit deze basis één van de onder zochte aandrijvingen van verder onderzoek uitgesloten worden moet. Een vergelijking van de bouwkosten toont echter dat de traditionele W ard Leonard aandrijving w at de prijs betreft de voorkeur heeft. De in zijn toelaatbare belastingswaarden voor het onderzochte bedrijfsgeval niet toereikende (voldoende) draaistroom-hydraulische aandrijving, ligt met zijn bouwkosten nog onder de gelijkstroom W ard Leonard aandrijving, terwijl de draaistroom-hydraulische aandrijving HA G-63, bepaald door de genor maliseerde sprong van de cilinderboringen van 50 naar 63 mm, het meest kostbaar is. Hoe sterk deze sprong doorwerkt, blijkt niet alleen uit het verschil in de bouwkosten, 84 % bij de H A G -50 hydrom otor en 130 % bij de HAG-63, m aar was ook duidelijk te zien aan fi guur 14 uit de waarden voor de levensduur van het punt C van de trommelkarakteristiek. Motordrehzahl CU/min] Fig. 14. H ier bleken de waarden van 10.000 bedrijfsuren voor het punt Co van de hydrom otor HAG-50, en 40.000 bedrijfsuren voor het punt C] van de HAG-63. Om m et de hydraulische aandrijvingen in het hier onderzochte, en voor de tegenwoordig voor grote vislieren ter sprake komende verm ogens, ten opzichte van de zuiver elektrische lieren ook voor w at de kosten betreft te kunnen concurreren, moet ook van de kan t van de hydrauliekfabrikant een tussenmaat worden vervaar digd, w elke de sprong tussen de hydromotoren HAG-50 en HAG63 verkleint en daarmee de bouwkosten van de lieraandrijving in niet geringe mate zal doen verminderen. Een verhoging van de t.z.t. door de fabrikanten toegelaten con tinubedrijf sdruk, door overeenkomstige versterking van de beschik bare pom ptypes, waardoor een verhoging van de levensduur wordt bereikt, lijkt ons niet raadzaam, omdat zich dan b.v. bij het bedrijf aan boord, gebaseerd op vroegere ervaringen moeilijkheden kun nen voordoen op het gebied van pijpkoppelingen, armaturen en stuurschuiven. Een com binatie van hydropompen en -motoren van kleinere m aat to t een bedrijfsaggregaat met een karakteristiek overeen kom end m et die van de HAG-63 moet niet gebouwd worden, om dat iedere oplossing die hieruit ontstaat met zijn bijbehorende verdeelinrichtingen, koppelingen en extra pijpleidingsverbindingen de eenvoudige opbouw van de installatie als geheel zal beïnvloeden. D e bouw kosten zouden door een dergelijke oplossing wel vermin deren, m aar de extra onderhoudskosten zullen zeker in niet geringe m ate stijgen. Bij een vergelijking van concurrerende offertes voor hydrau lische lieraandrijvingen kan men vaak vaststellen, dat aan het begrip levensduur, dat ongeveer lineair met het toerental en tot de derde macht met de druk verandert, te weinig betekenis wordt gegeven. De uiteindelijke gebruiker, aan wie een complete instal latie aangeboden wordt, kent deze samenhangen in de m eeste gevallen helemaal niet en zal door gebrekkige inform atie al te gemakkelijk de veel goedkopere, m aar in haar levensduurbepaling veel zwakkere, installatie kopen. D e voorwaarde voor de juiste waardering van de levensduur van een hydraulische installatie is echter, dat de gebruiker daarvan duidelijke gegevens voor de belastingen van de hem voorgestelde installaties tot zijn beschik king heeft. Als interessante vernieuwing op het gebied van de zuiver elektrische lieraandrijvingen, wordt hier nog gewezen op de gelijkstroomaandrijving m et semiductorbesturing, welke wat de kosten betreft nog onder de draaistroom-hydraulische installatie HA G-63 ligt en door het wegvallen van twee roterende elektrische machines een belangrijke stijging van het totale rendem ent brengt. De hier opgetekende bouwkosten kunnen natuurlijk slechts als richtwaarden gelden, om dat de afzonderlijke installaties door bij zondere wensen van de opdrachtgever in hun opbouw sterk variëren kunnen, en ook omdat zowel bij elektrische als bij hydraulische aandrijvingen, van fabrikaat tot fabrikaat belangrijke prijsverschillen mogelijk zijn. De oorzaken welke ondanks de ongunstige prijsverhouding toch tot een toepassing van een draaistroom-hydraulische aan drijving HAG-63 in een belangrijk aantal hektrawlers heeft gevoerd — momenteel bevinden zich 8 schepen m et hydraulische X, ; j pK^) A. HyjfaMitk- Antrób HA&~5tt . (f^ K l € Km&mtstmm ~ Aftineh C. I {J&bê~4 ^ D, E Erstettungskosten der Antriebg A - E ? «N - !iJ E. Hyrirautik- Antrieb H A S ~63 Fig. 15. lieraandrijving van deze grootte in de vaart worden hieronder genoemd: 1. D e toepassing van ook in deze grootte nog in serie vervaar digde hydraulische m otoren en pompen, evenals van de ook in serie gemaakte hydraulische schakel- en stuurelem enten, staan bij reparaties het op korte termijn uitwisselen van alle vereiste onderdelen toe, binnen de normale ligtijden in de haven. De verzending, ook van grotere, onderdelen naar een noodreparatiehaven kan per lijndienst van de vliegtuigmaat schappijen gebeuren. 2. H et constante toerental van de hydraulische pom p m aakt het toepassen van norm ale kortsluitankerm otoren mogelijk, m et hun zeer eenvoudige schakelapparatuur. 3. H et verhoudingsgewijs kleine GD'2 van de hydrom otor, slechts ca. y10 van dat van een vergelijkbare gelijkstroommotor, helpt het snelle om keren van de draairichting, bijvoorbeeld bij het haken van het net. 4. N a het bereiken van de maximale stroomopname van de de hydraulische pom p aandrijvende draaistroom m otor, volgt door de hydraulische vermogensregelaar het terugregelen van de pompzwenkhoek en daarmee het toerental van de hydrom otor tot een kromme van een vrijwel constante stroom opnam e, zie fig. 16. Daarbij komt o.a. de stijging van het rendem ent bij verm inderde pompzwenkhoek het aan drijvende vermogen volledig ten goede. 5. N a het bereiken van het maximaal ingestelde aand'rijfkoppel wordt de pompzwenkhoek afhankelijk van een gegeven ver loop van het draaim om ent verder geregeld. D e stroom opnam e van de draaistroom m otor neemt daarbij gestadig af. Bij volledig draaim om ent en stilstaande hydrom otor bedraagt de stroom opnam e nog slechts ca. 15 % van de vollast stroom opnam e, om dat de hydraulische pom p op dit punt nog slechts het drukniveau onderhouden en de lekolieverliezen opvangen moet. 6. Ook bij het vieren is de lierkarakteristiek duidelijk door de maximale pom pzwenkhoek en het ingestelde maximale draaim om entveiioop bepaald. Zo ontstaat bijvoorbeeld bij haken van het net het meegeven van de draad, volgens de draaim om ent begrenzing door uitzwenken van de pomp in het viergebied. H et ontstane teruggeleverde vermogen gaat hierbij niet als warm te in de olie over, m aar wordt via de draaistroom m otor van de hydropom p, welke dan oversynchroom als generator werkt in het boordnet teruggevoerd. 7. Alle door de belasting aan de hydraulische aandrijving opged'rongen regelingen verlopen automatisch zonder ingrijpen van de lierm an, waarbij natuurlijk het automatisch omhoog regelen van de installatie steeds slechts tot het vooraf inge stelde toerental kan plaatshebben. Pr&5t<M4S fiW .hrvtaxrten <..... ; H V'r-r i til, it> tiytiratAjsctwii XicW extKiM vvntr.'füf'S pm , - . " • i■ ■ •' U 8. De eenvoudige instelbaarheid van de regelorganen staat toe, de lierkarakteristiek binnen korte tijd met de aan boord beschikbare middelen aan veranderde werkomstandigheden aan te passen. 9. De eenvoudige mechanische opbouw van de hydropompen en hydromotoren evenals die van de stuur- en regelorganen, maakt het de officieren aan boord mogelijk eventueel optre dende mankementen te onderkennen en met de aan boord aanwezige middelen te verhelpen. 10. De elastische werking van de hydraulische lieraandrijvingen, ook bij het vieren, betekent een vergaande beveiliging van het kostbare vistuig. Reeds twee netten welke door een lier met hydraulische aandrijving meer gered kunnen worden, kunnen het verschil in de bouwkosten tussen een traditionele elektrische- en een hydraulische aandrijving opheffen. 11. Bij toepassing van langzaamlopende hydromotoren voor de aandrijving van de verscheidene hulplieren, ontstaat door een voeding van deze aandrijvingen vanuit het hoofdpompaggregaat een prijsvermindering van de gehele installatie, in vergelijking met een gecombineerde lieruitrusting bestaande uit elektrohydraulisch gedreven hoofdlieren en elektrisch gedieven hulplieren. De opbouw van de hydraulische vislieraandrijving Voor de dubbele hydraulische aandrijving van een gedeelde vislier is het in fig. 17 getoonde schema ontstaan. De door de axiale plunjerpomp verplaatste olie drijft de axiaalplunjermotor aan, waarvan het toerental en de draairichting door het uitzwen ken van de axiaalplunjerpomp bepaald wordt. Het aandrijvingsvermogen van de pomp is afhankelijk van het produkt „pompopbrengst X drukverschil”, het afgegeven toerental van de motor is afhankelijk van de pompopbrengst en het afgegeven draaimoment van de oliedruk. Het meestal onder hoge druk staande deel van het leidingsysteem, is ter vermijding van al te hoge olie drukken beveiligd door een veiligheidsklep. Om de in een gesloten kringloop ontstane warmte af te voeren, wordt een bepaalde oliehoeveelheid door een spoelventiel afgevoerd. Deze hoeveelheid spoelolie, evenals de lekolie van de hydraulische kringloop, moeten tot instandhouding van de voor een goede werking vereiste voor druk, aan de lagedrukzijde van de kringloop weer toegevoerd worden. De toevoer van deze suppletieolie vindt plaats door de eerste trap van een tweetraps hulppomp, in wiens circuit zich ook nog een veiligheidsklep, oliefilter en terugslagkleppen bevinden. De olie voor de besturing van de installatie wordt voorzien door de tweede trap van de hulppomp, welke haar olie v a n de eerste trap over het filter krijgt. In deze kringloop wordt de v o o r de besturing vereiste oliedruk via een drukregelklep ontw ikkeld. Om een absoluut stilstaan van de axiaalplunjerm otor te berei ken, zonder drukopbouw tegen de ingezette re m , zijn de beide hogedrukleidingen met elkaar verbonden via een elektrom agnetisch bediende vierwegschuif, zodat de onvermijdelijke residuele pom p opbrengst van de axiaalplunjerpomp weg kan lopen. H et vast houden van de last geschiedt in deze tijd door d e vastgezette rem. Voor een optimaal gebruik van het beschikbare aandrijvingsvermogen, wordt de uitzwenking van de axiaalplunjerpom p door een vermogensregelaar, afhankelijk van de olied ru k beheerst. Voor de controle van de installatie tijdens het bedrijf zijn m ano meters voor werkdruk, suppletiedruk en besturingsdruk geïnstal leerd, eveneens een therm om eter voor controle o p de olietem peratuur. De werkdrukmanometer m aakt een directe aflezing van het aandrijvende koppel mogelijk. Rekening h oudend met de diam eter van de buitenste draadlaag op dat moment kan d u s de trossentrek tijdens hieuwen en vieren gemakkelijk berekend worden. De olietemperatuur wordt in de hogedrukleiding gem eten. H ierdoor is het mogelijk een onjuiste werking van spoelventielen, veiligheids kleppen, vermogens- en momentregelaars direct te herkennen. De hydraulische aandrijving is zodanig ontw orpen dat het in enkel- en in parallelbedrijf gebruikt kan w orden. Voor parallel bedrijf van beide axiaalplunjerpompen en m otoren welke de beide mechanisch gekoppelde liertrommels aandrijven, worden de hogedrukpijpleidingen over een vierwegschuif z o geschakeld dat de verschillende drukken en pompvolumes v an de beide afzon derlijke kringlopen zich nivelleren kunnen. H ierdoor is het mogelijk dat beide motoren gelijke koppels en gelijke toerentallen aan de mechanische verbindingsas van het lierdrijfw erk afgeven. Gelijktijdig met deze verbindingsschuif wordt een tweede vier wegschuif in werking gezet, welke de regeling v a n de ene axiaal plunjerpomp afschakelt. H et uitzwenken van d eze pom p gebeurt bij parallelbedrijf door een mechanische verbindingsstang, welke via een met hydraulische olie gevulde cilinder m et de besturing en vermogensregeling van de andere pomp gekoppeld wordt. Het voordeel van deze schakeling ligt h ierin, dat tijdens het halen en vieren door de lierm an geen correcties op het inhalen of vieren van beide draden gegeven hoeven te w orden. V ooropgesteld is dan natuurlijk dat de draden op beide trom m els evenlang zijn. Bij ingeschakeld afzonderlijk bedrijf kan bij verschillende draadsnelheden door beïnvloeding van de verm ogensregeling alleen m aar de snelste zijde teruggeregeld worden. H ierd oo r is het niet mogelijk de volledige ter beschikking staande verm ogens van beide aandrijvingen te gebruiken. Bij parallelbedrijf daarentegen ver deelt het volledige aandrijvingsvermogen zich in verhouding m et de verschillende trossentrekken over de beide drijfwerken. Als nadeel van deze schakeling is te noemen, dat bij parallelbedrijf met het vermogen ook de als maximale waarden ingestelde draaimomentkrommen overeenkomend m et de belasting van de ene trommel op de andere geschoven worden. De openingswaarde van de doorregelkarakteristiek voor de bescherming tegen over belasting door de ontlastkleppen bij het haken van het net kan daardoor in een extreem geval bij eenzijdige belasting verdubbeld worden. Dit leidt bij de trawlvisserij zeker tot draadbreuk, voor zover de officieren er niet op letten de installatie bij slechte bodem gesteldheid van het begin af aan gescheiden te laten werken. Fig. 18 toont een dergelijke installatie m et com pacte opstelling van de hydropompen. De kettingaandrijving welke beide elektro m otoren verbindt wordt norm aal niet gebruikt. Bij noodbedrijf, bij uitvallen van een hydraulisch circuit, wordt hierover het elektrische aandrijvende vermogen van de intacte kringloop in zoverre vergroot, dat na een overeenkomstig hoger instellen van de vermogens- en koppelregelaars het vissen onder vrijwel nor male omstandigheden voortgezet kan worden. D e verbinding van beide lieraandrijvingen vindt plaats over de m echanische verbin dingsas, het in- en uitkoppelen van de liertrommels door pneu matisch bediende lamellenkoppelingen. Het koelen en voorverwarmen van de olie vindt in deze instal latie plaats door middel van het gebruik van de uit de m achine kamer afgezogen warme lucht. Deze warme lucht wordt over de oppervlakten van de olietanks geblazen, waardoor ze al naar gewenst warmte afgeeft of opneem t. Voor zeer koude gebieden, of voor het eerste op warm en van de olie is een extra thermostatisch geregelde elektrische verwarm ing geïnstalleerd. Na overleg met de verscheidene fabrikanten was het mogelijk in de volgende installaties dezelfde oliesoort toe te passen: Hydraulische installatie van de lieren, Hydraulische installatie van de luiken en zwenkgalgen, Hydraulische installatie van de stuurmachine, De dubbele V ulkan voortstuwingsinstallatie. Gekozen is een bijzondere hydraulische olie m et een viscositeit van 5 °E bij 50 °C, een viscositeitsindex van 98 en een vriespunt van — 30 °C. De in meer dan 20 m aanden onder extreme om stan digheden opgedane ervaringen in Afrikaanse en W estgroenlandse wateren hebben de juistheid van de gedane keuze bevestigd. Fig. 19. Fig. 20. De verhouding in grootte van de hydraulische m otor t.o.v. de lier met een vermogen van 275 pk kunt U in fig. 19 zien, welke de lieruitrusting van een hektrawler van de „universiteitsklasse” tijdens de montage aan boord toont. Een elektrische m otor van hetzelfde vermogen zou de gehele vrije ruimte op de lierfundatieplaat vullen. Voor de keus van de voor deze hydraulische installatie toe te passen oliesoort was behalve de bekende eisen: juist viscositeitsgebied; schuimvastheid; verouderingsbestendigheid; corrosiebestendigheid; druk- en hechtbestendigheid; geschiktheid bij lage temperaturen, ook nog aan de eis van de rederij te voldoen, zo weinig mogelijk oliesoorten aan boord toe te passen. Ervaringen De ervaringen welke in de afgelopen 5 jaar m et een groot aantal hydraulische vislieren op hektrawlers zijn opgedaan, m aken duide lijk dat deze aandrijvingen voor het ruwe gebruik aan boord zeer geschikt zijn.M en m oet echter zeggen dat een aantal punten in de toekomst nog verbeterd moeten worden, om voor de hydraulische aandrijvingen een groter toepassingsgebied te kunnen ontsluiten. V an deze punten zijn enige bijzonder m arkante hieronder aan gegeven. /. Geluidshinder Hydraulische pompen en motoren veroorzaken bij m iddelbare en hoge bedrijfsdrukken een geluid van soms bijzondere sterkte. Omdat het schip een goede klankkast vormt, zijn in de meeste gevallen bijzondere maatregelen nodig, om de hinder voor de bemanning tot een dragelijk peil te reduceren. 2. Gevoeligheid voor vuil Bij de montage en inbedrijfstelling aan boord van schepen van hydraulische installaties, is het door de bedrijvigheid voor de indienststelling van het schip, afhankelijk van schilderwerk, lassen en plaatsen van uitrusting, niet altijd mogelijk de hydraulische installatie volkomen schoon te houden. Dit leidt er m aar al te vaak toe, dat op de eerste reis een reeks van kleine maar ook grote storingen in de regel- en besturingsorganen optreedt, die enkel en alleen veroorzaakt wordt door de met de olie door de instal latie rondgepompte vuildeeltjes. Het toepassen van geprefabri ceerde installaties welke zoveel mogelijk in de werkplaats afgem on teerd worden brengt hierin reeds een verbetering. Slotbeschouwing over de lier karakteristiek (vieren) Tot slot zou ik graag nog iets dieper op de vierkarakteristiek van een hydraulisch gedreven vislier willen ingaan. Bij het in het voorgaande ingestelde onderzoek was er van uit gegaan, dat de maximale draadsnelheidsw aarden van de inhaalkarakteristiek ook bij benadering voor het vieren gelden, om dat tijdens het vieren een toenam e van het toerental van de hydrom otor slechts binnen de grenzen van de om kering van het uit de lekolieverliezen ontstane verschil tussen theoretisch en effectief toerental van de hydrom otor en de oversynchronisering van de draaistroom-aandrijfmotor van de hydropom p mogelijk is. 3. Temperatimrgevoeligheid van de olie Bij scheepsinstallaties welke zowel in de arctische als in de tropische gebieden moeten werken, moeten door de officieren bijzondere bedrijfsvoorschriften in acht worden genomen, om de b.v. door te lage olietemperaturen ontstaande storingen in de besturingsorganen, van tevoren te voorkomen. Bij dergelijke instal laties moet men trachten slechts één oliesoort voor arctische en tropische gebieden toe te passen. De regel- en besturingsorganen moeten zo gevormd zijn, dat door sterke viscositeitsveranderingen zo weinig mogelijk storingen te voorschijn komen. Zoals de prak tijk heeft getoond kunnen opwarmvoorschriften voor de olie aan boord in bedrijf niet altijd aangehouden worden. 4. Controle van de olie Omdat er tegenwoordig naar mijn weten geen exacte m eet waarde bestaat, welke het mogelijk maakt een duidelijke beslissing te nemen, of de zich in een installatie bevindende olie vervangen moet worden, is het raadzaam om de ca. 1000 bedrijfsuren een oliemonster te nemen en deze op de volgende waarden te laten onderzoeken: dichtheid bij 15 °C; viscositeit bij 50 °C en 100 °C; zuurgetal; verzepingsgetal; in benzine onoplosbare vreem de vaste stoffen; asgehalte; P„ waarde en zwavelgehalte. Deze onderzoekingen moet men voor een installatie zo mogeiijk steeds door dezelfde specialisten laten uitvoeren. Zet men de ver kregen gegevens van de afzonderlijke proeven grafisch uit ten opzichte van de tijd, dan kan men betrekkelijk eenvoudig uit de verandering van de waarden opmaken wanneer de olie zover ver ouderd is dat ze vervangen moet worden. Hoe belangrijk deze oliecontrole is, blijkt uit fig. 20, welke corrosieplekken op een pompmiddenlager toont, welke aan een sterk verouderde agres sieve olie te wijten zijn. 5. Controle van hydropompen en hydromotoren Na bepaaide periodes moeten behalve de besturings- en regelorganen ook de pompen en motoren een grondige controle onder gaan. Hierbij is het belangrijk dat ook de stuurspiegel zeer zorg vuldig onderzocht en zonodig nabewerkt wordt. In fig. 21 zijn twee typische uitvoeringen van zulk een stuurspiegel te zien. U it voering 1 is voor het onderhoud en de controle van de hydrau lische installatie bijzonder geschikt, omdat de stuurspiegel zonder veel moeite gedemonteerd en nabewerkt kan worden. Bij uitvoe ring 2 eist iedere controle van dit belangrijke onderdeel het u it nemen van de pomp of motor en het transport ervan naar de werkplaats voor demontage en controle. Fig. 21. Zoals U in figuur 22 kunt zien, blijken de voor deze installatie volgende draadsnelheidswaarden: Laag 1 : 80 m /m in; Laag 10 : 170,5 m /m in; Laag 20 : 271 m /m in. Tro sse n zu g für 2 Kurrleinen VL Cm/min] Le inengeschw ind igkeit Fig. 22. Om met de trossentrek binnen de grenzen van het aangegeven vierinterval te blijven, is het dus nodig tijdens het uitzetten van het net, de scheepssnelheid van ca. 11 knoop bij de bovenste draadlaag te verm inderen tot ca. 6 knoop bij de onderste draadlaag. Een vasthouden van de scheepssnelheid van V s = 11 kn zou b.v. bij de 10 draadlaag een trossentrekverhoging tot 15,5 ton voor beide draden geven, bij een terug te voeren verm ogen van ca. 470 pk. O m dat deze waarden m et een overeenkomstig lange tijd voor het netuitzetten verbonden zijn en bovendien het verm inderen van de scheepssnelheid tijdens het uitzetten niet altijd uitgevoerd werd, wat tot een verzwaarde belasting van net en lier voert, schijnt het raadzaam te zijn ook bij hydraulische installaties m et een verhoogde viersnelheid te werken. Hierbij kan, zoals het diagram toont, een verhoging van het maximale trom m eltoerental van 60 tot 85 om w /m in als voldoende gezien worden. D oor deze bepaling volgen de onderstaande waarden voor de maximale draadsnelheden: Nederlands Normalisatie-instituut, Rijswijk (Z.H.) H et Nederlands Norm alisatie-instituut heeft opgesteld: N E N 6001 IJzer en staal. Soorten en keu ringseisen. Ruwijzer en ferrolegeringen Toelichting: D e norm vervangt H oofdstuk I van V Laag 1 : 1 1 3 m /m in; Laag 1 0 : 2 4 1 m /m in ; Laag 20 : 383 m /m in. Om binnen de juiste grenzen van het vieren te blijven kan dus nog tot ca. de 10e laag m et een scheepssnelheid van 11 kn het net uitgezet worden. H et terugkomende vermogen bedraagt dan nog m aar ca. 270 pk. E en dergelijke stijging in de viersnelheid is bij hydraulische lieraandrijvingen slechts door extra kosten in de hydraulische instal latie of in de m echanische overbrengingen te bereiken. D it leidt dan natuurlijk tot een verdere prijsverhoging van de hydraulisch gedreven lieren, om dat bij een lier m et elektrische aandrijving deze toerentalstijging autom atisch binnen de toerentalgrenzen van de elektrom otor gehouden wordt. M en zou dan op economische gronden in de m eeste gevallen gedwongen zijn een toerentalverhouding van 1 : 1 voor hieuwen en vieren op de koop toe te nemen, voor zover m en niet van zins is bij een hydraulische aandrijving de welbeproefde pneum atisch geregelde bandrem toe te passen, welke ook het voordeel van een goede karakteristiek heeft. 1035-11 (Ruwijzer, gietijzer, gietstaal, blok ken en halfprodukten). Bij de herziening van hoofdstuk I van het ontw erp V 1035-11 is uitgegaan van de E uronorm 1-55 (Ruwijzer en ferrolegerin gen). De in N E N 6001 gebruikte aandui dingen zijn aan de classificatie en codenum mering van E uronorm 1 aangepast. Exem plaren van deze norm zijn verkrijg baar bij het N ederlands Norm alisatie-insti tuut, Polakweg 5 te Rijswijk (Z.H.), tegen de prijs van ƒ 5,-— voor contribuanten, onder wijsinstellingen en studerenden. V oor overige bestellers bedraagt de prijs ƒ 20,— per stuk. Bij aankoop van 10 of meer exemplaren van deze norm kunnen getalskortingen w orden verleend van 5 tot 30 % . SLEEP H O P P ER ZU IG ER „G EO PO TES IX ” De J 7 februari 1967 aan de vloot van de Koninklijke Maatschappij tot het uit voeren van openbare werken „Adriaan Volker” N.V. toegevoegde sleephopper zuiger Geopotes IX is gebouwd door de I.H.C. Holland N.V., op haar werf Gusto te Schiedam. De opdracht tot de bouw werd 12 mei 1965 verstrekt; de stapel loop vond plaats op 11 november vorig jaar. Bij de bouw van dit schip, dat de grootste sleephopperzuiger van Europa is, zijn de nieuwste technische vindingen toe gepast, waardoor dit vaartuig op de zwaar ste werken kan worden ingezet. De technische gegevens van het schip zijn: lengte over alles 125,40 m, lengte tussen de loodlijnen 115 m, breedte vol gens de mal 21 m, holte in de zijde halve lengte 10,30 m, diepgang 8 m, laadruiminhoud nominaal 6000 m3, een zuigdiepte onder de lege lastlijn van 30 m, kan bereikt worden, vermogen voortstuwingsinstallatie 5440 pk, snelheid 12 knoop, vermogen (totaal) pompinstallatie 3400 pk. De Geopotes IX is gebouwd volgens de voorschriften en onder toezicht van Bureau Veritas volgens de eisen van de klasse >{< 1.3/3 (Haute Mer) 1-1 A en CP. Het schip en de inrichting voldoen verder aan de voorschriften van de Ne derlandse Scheepvaartinspectie. Constructie Over de lengte van het laadruim heeft de Geopotes IX geen zeeg. De machine kamer is door middel van een waterdicht schot gescheiden van de pompkamers. In het voorschip is een grote ballasttank aan gebracht, die gevuld kan worden door de baggerpompen. Indien het schip leeg is, kan op deze wijze de stuurlast tot een minimum worden teruggebracht. Een loopgang door de bakboordsluchtkast waarborgt tijdens slecht weer de verbin ding tussen de bemanningsverblijven, brug en machinekamer. De twee vrijdragende roeren (van het spade-type) zijn van een geheel gelaste constructie en voorzien van gietijzeren onderglijdleggers met „Sublime”-afdichting. Hopper De hoogste overstroomstand van de hopper is aangebracht bij een inhoud van 6400 m 3. Tijdens het zuigen kunnen de overstroomkleppen worden geopend bij de standen 5720, 4880, 4040, 3200 en 2360 m 3. Het laadruim is aan de bovenzijde ge heel gesloten. In het vlak zijn twee rijen van elk elf I.H.C.-kegelkleppen aange bracht, die ieder afzonderlijk worden be wogen door een hydraulische cilinder. In drie minuten kunnen alle kleppen tegelijk worden gesloten. De normale slag van de hydraulische cilinder is één meter. Wan neer tussen de geleidevinnen op de klep pen vuil blijft hangen, is een maximale slag van 1,30 m eter mogelijk. De overvloei van de hopper geschiedt over het achterschot van het laadruim via kokers naar de zijden. Bciggerinstallatie De Geopotes I X is voorzien van twee zuigbuizen die achter het laadruim aan SB en BB zijn aangebracht. Deze buizen hebben elk een diam eter van 900 mm. Voor elke zuigbuis zijn twee sleepkoppen aanwezig, namelijk een sleepzuigmond van het I.H.C.-type en een van het California-type. In plaats van de opgezogen baggerspe cie in het laadruim te storten, kan deze ook via een directe afvoerpijp buiten boord worden geperst. Beide pompen werken daarbij samen. Dit z.g. agitatiebaggeren wordt onder bepaalde omstan digheden toegepast. De zuigbuizen worden te water gelaten en opgehesen d.m.v. 3 hijsblokken, één voor de zuigbuismond, één voor de middenknik en één voor de buisbocht. Het onderste deel van de zuigbuizen is flexibel opgehangen, waarbij de hijsdraad over schijven loopt, welke zijn gemonteerd op een hydraulische cilinder, de z.g. deiningscompensatoren. Hiermee is een ver ticale beweging t.g.v. de deining van on geveer 6 meter mogelijk en tevens kan de meest geschikte druk van de zuigbuis mond op de bodem hierdoor worden in gesteld. De twee baggerpompen worden elk aangedreven door een dieselmotor, fa brikaat Smit-Bolnes. Deze niet omkeer bare 10-oilinder motoren zijn van het type V 310-D en kunnen elk een maxi mum vermogen van 1850 pk bij 300 omw./min. ontwikkelen. De pompen zijn I.H.C.-standaardpom pen, vervaardigd van mangaan-silicium staal. M achine-installatie De sleephopperzuiger wordt voortge stuwd door middel van twee om keerbare 16-cil. Smit-Bolnes dieselmotoren van het type V 316 D, die elk een vierbladige schroef aandrijven. Het maximale vermo gen per motor is 3000 pk bij 300 om w ./ min. Op het tussendek is voor de bediening en controle van deze motoren een bedieningskamer geplaatst, die voorzien is van een zware geluidsisolatie. Twee dieselgeneratoren, elk bestaande uit een 860 pk dieselmotor en een 570 kW draaistroomdynamo, zorgen voor de opwekking van elektrische stroom. Als haven-aggregaat is een 116 kW generator geplaatst, die wordt aangedre ven door een dieselmotor van 175 pk. Op het hoofddek is een noodaggregaat opgesteld, bestaande uit een 20 kW gene rator en een 28,5 pk dieselmotor. In het voorschip is in een dwarsscheep se buis een roestvrij stalen boegschroef gemonteerd, die wordt aangedreven door een omkeerbare gelijkstroommotor van 600 pk. Deze boegschroef kan een dwarsscheepse stroomkracht geven, waar door de wendbaarheid van het schip wordt verhoogd. Inrichting en uitrusting De Geopotes I X biedt accommodatie aan 51 man. In het vrijstaande brugdekhuis zijn voor kapitein, uitvoerder en of ficieren zeven één-persoonshutten. De overige bemanningsleden zijn gehuisvest in het voorschip. Daar bevinden zich ook drie eetsalons, twee kombuizen en een hospitaal. Een airconditionings-installatie zorgt er voor dat de gehele accomm oda tie op een goede tem peratuur en voch tigheid w ordt gehouden. De ruime, zeer m oderne brug loopt over vrijwel de gehele breedte van het schip. In het middengedeelte (aan de voorzijde) zijn de apparaten opgesteld die nodig zijn voor de bediening van de m o toren en voor de navigatie, zoals echo lood, twee radar-apparaten, loudhailer en de boegschroefbedieningen. Ook kunnen vandaar de bodem kleppen en afsluiters van het ladingsysteem. worden bediend. In elk van de brugvleugels bevindt zich een bedieningsstand voor de zuigbuislieren en pallen voor de bokken, alsmede een stanidaanwijzer van de zuigbuis en vacuüm m eters voor de 'baggerpompen. V an groot belang voor het eigenlijke baggeren zijn de volgende apparaten: een schrijvende ladingm eter, een concen- tratiem eter, een snelheidsmeter, die de snelheid van de baggerspecie in de pers leidingen naar de hopper aangeeft en een laadsnelheidsm eter waarmee de vulsnelheid van het laadruim wordt gemeten. Op het sloependek zijn twee dekkranen geplaatst, elk m et een capaciteit van 10 ton. Deze kranen kunnen worden ge bruikt voor de zuigbuizen, de bokken, de pom phoofden en de luiken boven de m achinekam er. IN D IE N S T S T E L L IN G O N D E R Z E E B O O T B E S T R IJD 1 N G S F R E G A T „ V A N Op 14 februari 1967 werd op de werf van de Nederlandsche D ok en Scheepsbouw M aatschappij te Am ster dam het eerste van de zes voor de Konink lijke M arine in aanbouw zijnde onderzeebootbestrijdingsfregatten van de Van Speijk-klasse in dienst gesteld. H et be treft het fregat Van Speijk, dat op 5 m aart 1965 door mevrouw A. H . van E s-K at, echtgenote van de staatssecreta ris van Defensie (M arine), werd gedoopt en te w ater gelaten. Deze indienststelling geschiedde door de aangewezen com m andant, kapitein-luitenant ter zee J. H. Weyers. De plechtigheid, welke werd opgeluisterd door de m arinierskapel der Koninklijke M arine m et daarbij ingedeeld de tam boers en pijpers van het korps mariniers, werd bijgewoond door vele m arine en civiele autoriteiten, w aaronder de staats secretaris van Defensie (M arine) A. van Es en diens echtgenote als doopster van dit schip; de bevelhebber der zeestrijdkraohten, vice-adm iraal A. H. J. van der Schatte Olivier; de vlagoffioier materieel, vice-adm iraal H. M. van den W all Bake; de com m andant der zeem acht in N eder land, schout-bij-nacht Jonkheer W. C. M. de Jonge van Ellem eet; de burgem eester van A m sterdam , mr. G. van H all en de president-directeur van de genoem de werf, de heer P. Goedkoop Dzn. Inzake de bouw van deze fregatten valt het volgende op te merken. D oor een speciaal geprofileerd voordek en hoge bouw van de rom p is een „droog” schip ontwikkeld, dat ook bij hoge zee gang en m axim um snelheid nauwelijks water overneem t. Alhoewel deze fregat ten oorspronkelijk naar Brits ontwerp zijn opgezet, is er zoveel gewijzigd, dat er een nagenoeg eigen Nederlands ontw erp is ontstaan. Zo is de indeling bijvoorbeeld gewijzigd om. de accommodatie aan te passen aan de N ederlandse opvattingen. In de slaapverblijven van de bem anning heeft iedereen een afgescheiden kooi m et kast en aparte ventilatie. Tevens is er in ieder m anschappenverblijf een zithoek. Het gehele schip is airconditioned. B o vendien is praktisch de gehele elektroni sche installatie (radar, vuurleiding en gevechtsinform atie-apparatuur) van N eder lands fabrikaat, alsmede de elektrische installatie. S P E IJK ” Voorts is er op het achterschip een vliegdek met hangar om een onderzeebootbestrijdingshelikopter mee te voeren. De bewapening bestaat uit een dubbel loops kanon van 12 om, een drieloops m ortier om dieptebom m en af te vuren en twee geleide wapensystemen, waarmee raketten tegen vliegtuigen en schepen kun nen worden afgevuurd. De technische gegevens zijn: standaard waterverplaatsing 2.850 ton; grootste lengte 113 m ; grootste breedte 12,5 m; gemiddelde diepgang 4,25 m; machineverm ogen 30.000 apk; maximum snel heid 28,5 zeemijlen per uur; bemanning: 253 koppen. H et ontwerp is gem aakt door de Ko ninklijke M arine; het is voor de bouw nader uitgewerkt door de N.V. N eder landsche Vereenigde Scheepsbouw Bureaux te ’s-Gravenhage. H et geheel staat onder verantwoordelijkheid van de vlag officier materieel der Koninklijke Marine. Veel grote en kleine industrieën in Ne derland werkten aan de bouw mee. De overige fregatten van de Van Speijkklasse zullen heten: Tjerk Hidd.es, lsaac Sweers, Van Galen, Van Nes, Evertsen. N E D ER L A N D SE V E R E N I G I N G V A N T E C H N I C I Mededeling voor de leden van de afdeling „Rotterdam” Het is het bestuur van de afdeling „Rotterdam” door verschillende omstandigheden niet meer mogelijk vóór 19 mei 1967 nog een leden vergadering als toegezegd in „Schip en W erf” nr. 7 van 7 april 1967 over het Huishoudelijk Reglement te beleggen. De leden der afdeling worden daarom verzocht hun eventuele bezwaren schriftelijk kenbaar te maken en zij kunnen deze desgewenst op de aanstaande Algemene Ledenvergadering in Delft nog toelichten. 26 april 1967 Pompen en pijpleidingen aan boord van te Groningen schepen, door de heer C. P. M olenaar, Engineer Surveyor Lloyd’s Register of Ship ping. N ederlandse Vereniging van Technici op Scheepvaartgebied O pgericht 1 juli 1898 A lgem een S e c re ta ria a t: B urg. s*Jacobp!ein 10 R otterdam T elefoon 12 60 30 BALLOTAGE De volgende heren zijn de Ballotage comm issie gepasseerd: Voorgesteld voor het Gewoon lidmaat schap: J. M. R. H. ANDREOLI, Chef Technische Dienst N.V. Nederl. Aanneming M aat schappij van Werken Buitengaats; Citroënstraat 41, ’s-Gravenhage. Voorgesteld door J. Grollé. F. W. BAUMANN, Machine Surveyor Germanischer Lloyd; Van Opbergenstraat 28, Rotterdam-14. Voorgesteld door W. A. Behrens. Ir. R. W. VAN DEN BERG,w.i„ Adj. chef machinefabriek De Rotterdamsche Droogdok Mij. N.V.; Courzandseweg 27, Rotterdam-22. Voorgesteld door ir. D. van den Berg. G. M. DEN BEZEMER, Onder-directeur (speciaal belast met grote scheepsdiesels) Koninklijke M achinefabriek Gebr. Stork & Co. N.V.; Ant. van Leeuwenhoeklaan 13, Hengelo (O.). Voorgesteld door E. A. van der Molen. J. C. BEZUIJF.N, Werktuigkundige (met di ploma C) N.V. Vereenigde Nederlandsche Scheepvaart Mij., ’s-Gravenhage; Burg. Hermansweg 30, Ouddorp (Z.H.). Voorgesteld door M. Rietveld. A. J. VAN BOCHOVE, Inspecteur Tech nische Dienst Van Nievelt, Goudriaan & Go’s Stoomvaart Maatschappij; Kolhagen 14, Rotterdam-26. Voorgesteld door J. Kregel. P. J. M. VAN D EN BOOM, le Ass. Wal kapitein Verolme Dok- en Scheeps bouw Mij. N.V.; Miltons traat 18, Rotterdam-24. Voorgesteld door W. A. Behrens. OP SCHEEPVAARTGEBIED PROGRAM M A Algemene Ledenvergadering. A anvang 16.00 te Delft uur. N adere mededelingen hierover volgen nog. Half-automatisch lassen in de scheepsbouw, 23 mei 1967 te Groningen door de heer K. van Klingeren, hoofdverte genwoordiger L’A ir Liquide N ederland N.V. 1 juni 1967 D e Philips5 motor, door ir. G. Th. M. Neete Rotterdam len, wetenschappelijk m edew erker N atu ur 2 juni 1967 kundig Laboratorium N.V. Philips’ Gloei te Amsterdam lampenfabrieken te Eindhoven. 19 mei 1967 O. CORBA, Afgest. H.T.S. afd. Scheepsbouwkunde; D irecteur Bureau voor Scheeps- en W erktuigbouw ir. W. den Boer N.V .; W illem de Zwijgerlaan 37, Dordrecht. Voorgesteld door J. A. Dros. K. L. A. J. M. V A N DAM M E, Directeur afd. Scheepsherstelling Mercantile M a rine Engineering & Graving Docks Co. N.V.; 6 H enri de Winterlei, Brasschaat (België). Voorgesteld door J. J. Maartense. L. J. DO N K ER, Zaalchef Tekenkamer dieselm otoren Koninklijke Machinefa briek G ebr. Stork & Co. N.V., Kuipers dijk 87, Hengelo (O.). Voorgesteld door E. A . van der Molen. J. C. D U D O CK , Afgest. H.T.S. 'afd. W erktuigbouwkunde; Bedrijfsassistent Scheepsbouw Mij. „Nieuwe W ater weg” N .V ., Schiedam; Burg. de Bordes plein 1, Vlaardingen. Voorgesteld door G. J. de Jongh. P. EEKHOUT, Hoofdwerktuigkundige (met diploma C) V an Nievelt, Goudriaan & Co’s Stoom vaart Maatschappij N.V., Rotterdam; Floris de Vijfdelaan 294, Vlaardingen. Voorgesteld door J. van Dorp. Ir. B. VAN EN G ELSD O R P GASTELAARS, s.i., Scheepsbouwkundig In genieur; Julianalaan 90b, Schiedam. Voorgesteld door J. F. Vrouwes. B. FU K K EN , D irecteur afd. „Transport” Van Rietschoten & Houwens’ Techni sche M aatschappij „Pneum atiek” N.V., Rotterdam; Rijksstraatweg 138, Rijsoord Voorgesteld d o o r C. J. Glavimans Sr. J. G R O EN EN D IJK , Algemeen Inspec teur N.V. Vereenigde Nederlandsche Scheepvaart M aatschappij; Van Poelgeestlaan 59, Leiderdorp. Voorgesteld d o or Th. D. H. van B al deren. C. J. VAN D E G R U IT E R , Engineer Sur veyor to Lloyd’s Register of Shipping; Van A nrooystraat 13, Slikkerveer. Voorgesteld door J. G. F. Warris. P. H. M. HABES, Engineer Surveyor to Lloyd’s Register of Shipping; Van Bassenstraat 154, Rotterdam-14. Voorgesteld d o or J. G. F. Warris. J. H E R IN G A , N autisch expert Scheepvaart Inspectie, Rotterdam; Kijkduinsestraat 858, ’s-Gravenhage. Voorgesteld door P. A. L. Blokzeyl. J. HiETTINGA, D irecteur G. F. J. Bruinhof Beheermij. N.V., Rotterdam ; Ocarinialaan 192, Rijswijk (Z.H.). Voorgesteld door J. F. Vrouwes. H. V A N HOUT, M edewerker Tekenkam er Biarens Shipbuilding & Eng. Corp. Ltd. (Afgest. H.T.S., afd. Scheepsbouwkun de); Lange H erenvest 124, H aarlem . Voorgesteld door J. G. van d er W erff. H. H. VAN ID D EK IN G E, Afgest. H.T.S., afd. Scheepsbouwkunde; Ass.-bedrijfs leider Verolme Dok- en Scheepsbouw M aatschappij; Beatrixstraat P /R o z e n burg. Voorgesteld door P. Nieuwburg. K. P. KORNAAT, Afgest. H.T.S., afd. Scheepsbouwkunde; M edew erker G. Pleysier - Bureau voor Scheepsbouw/ Constructiewerk; Vaartweg 74, V laardingen. Voorgesteld door G. Pleysier. A. K U IPE R , Oud-Scheep'swerktuigkundige (met diploma B); Bedrijfsassistent Scheepsbouw M aatschappij „N ieuw e W aterweg” N .V., Schiedam; V an Oostervantstraat 19, Vlaardingen. Voorgesteld door G. J. d e Jongh. C. K U IPE R , Inspecteur Technische Dienst Biaggermaatsdhappij Bos & Kalis N .V ., Rapendredht; Spaarndamseweg 574, Haarlem . Voorgesteld door J. H. Tim m an. Ir. E. E. F. DE LABT, Reder ij-directeur Rederij U.B.E.M .; Broydenborglaan 71, Hoboken (België). Voorgesteld door J. J. M aartense. J. T. J. LAFORCE, Afgest. H.T.S., afd. W erktuigbouwkunde; A ssistent Scheepsen W erktuigkundig expert Fa. C. L aar man, Rotterdam; V ondellaan 132, Papendrecht. Voorgesteld door J. A. de Hoog. C. V AN LEEU W EN, Oud-Soheepswerktuigkundige (met diplom a C-2); Assistenlt-foediijfslieider Wilton-FijenocnrdBronswerk N.V., Schiedam; Sportlaan 220, Vlaiardingen. Voorgesteld door H. F. Kleywegt. M. DE LIGT, Dok- en havenm eester Scheepsbouw M aatschappij „Nieuwe W aterweg” N.V., Schiedam; Burg. A. van. W alsum laan 3, V laardingen. Voorgesteld door G. J. de Jongh. P. C. SACHS, A ssistent-bedrijfsleider W ilton-Fijenoord-Bronsw erk N .V ., Schie dam; Johannes Poststraat 30, V laardingcn. Voorgesteld door H . F. Kleywegt. C. M. VAN D E R L IN D E N , Bedrijfsleider Verolm e M achinefabriek IJsselmonde; W itbloem straat 9, Rijsoord. Voorgesteld door A. v. d. Steen. M. W. L. ST E R K E N B U R G , Ship Surveyor to Lloyd’s Register of Shipping, R otter dam; Buys Ballotsingel 92, Schiedam. Voorgesteld door G. Kamps. J. L. V A N D ER M AAS, Assistent-bedrijfsleider Scheepsbouw M aatschappij „N ieuw e W aterweg” N .V ., Schiedam; D atheenstraat 177, Vlaardingen. Voorgesteld door G. J. de Jongh. G. V E R H O E F, E xpert Scheepvaart Inspec tie; A m bachtshof 15, Bodegraven. Voorgesteld door D. Bakker ing. I. W. V A N M ALE, Oud-Scheepswerktuigkundige (met diplom a C 2); Assistentinspecteur W erktuigkundige dienst iN.V. Vereenigde N ederlandsche Scheepvaart M aatschappij; Frederik H endriklaan 36, Zoeterm eer. Voorgesteld door J. van der Meer. J. V E R H O E F F ,Afgest. H.T.S., afd. Scheepsbouwkunde; Scheepsbouwkundig m ede w erker B ureau Nieuwbouw V an N ie velt, G oudriaan & Co’s Stoom vaart Mij. N.V., Rotterdam ; W ilhelm inastraat 39, M ijnsherenland. Voorgesteld door ir. J. N . Joustra. J. A. K. M OSTERT, Engineer Surveyor to Lloyd’s Register of Shipping; Prins M auritsstraat 18, Maassluis. Voorgesteld door J. G. F. W arris. H. VISSER, A fgest. H.T.S., afd. W erktuig bouwkunde; directeur N.V . Eerste N ederlandsche Electrische Ketel R epa ratie Inrichting „E lectra”, Rotterdam ; Van G oghstraat 37, Zwijndrechit. Voorgesteld door H. C. van Ameijde. J. M U LD ER , Inspecteur Technische Dienst V an Nievelt, G oudriaan & Co’s Stoom vaart M aatschappij N .V ., R ot terdam ; Tarw estraat 35, Oo&tendam. Voorgesteld door ir. J. N. Joustra. A. D E VRIES, Bedrijfsleider Bronsw erkFijenoord-N issho, Osaka, Japan 35, House, Jam es Estate, Shioya-Cho Tarum i-K u, Kobe, Japan. Voorgesteld door G. P. van H eyningen. J. G. A. M U N TER , Oud-Scheepswerktuigkundige (met diplom a C); Assistent-bedrijfsleider afd. Scheepsreparatie Wilton-Fijenoord-Bronsw erk N .V ., Schie dam ; Lijs ter laan 86, M aassluis (W). Voorgesteld door H. F. Kleywegt. W. DE V R E U G D , C onstructeur bij V an der G iessen-De N oord N.V.; T roelstrastraat 24, Alblasserdam . Voorgesteld door de heren i.r. W . W. Baron van D edem en G. Takken. K. J. N A U TA , Afgest. H.T.S., afd. Scheepsbouwkunde; Assi sten t-bedrijfsleider Scheepsbouw-Reparatie Verolme Dok en Scheepsbouw M aatschappij N.V.; R aadhuisstraat 13, Rozenburg. Voorgesteld door P. Nieuwburg. J. N E D E R L O F, Surveyor to Lloyd’s Regis ter of Shipping, Rottendam; De W et straat 123, Bolnes. Voorgesteld door G. Kamps. Ir. H. VAN D E R W AL, w.i., H oofdingenieur - chef afd. grote dieselm otoren N.V. Koninklijke M achinefabriek Gebr. Stork & Co.; C. T. Storkstraat 23, Hengelo (O.). Voorgesteld dioor E. A. van der M olen. B. P. Th. W EG EN HOUSEN, Engineer Surveyor to Lloyd’s Register of Ship ping; Plein 1953, nr. 102, R otterdam-23. Voorgesteld door J. G. F. W arris. Ir. L. W. H. D E N IE, s.i., M inisterie van Defensie (M arine), afd. Scheepsbouw; Hengelolaan 589, ’s-Gravenhage. Voorgesteld door B. B. Zinkweg ing. W. VAN D E R W E R FF, Inspecteur T ech nische Dienst S. O udkerk & Zn. N .V ., Rotterdam ; V an V ollenhovenstraat 27, Rotterdam -2. Voorgesteld door H . del M onte Lyon. C. V A N N O O RD , C hef Technische Dienst N.V. N ederlandse Stoom vaart Mij. „O ceaan”, Am sterdam ; Fortuinlaan 66, Kromm enie. Voorgesteld door J. G. F. W arris. P. A. ZW A RT, Engineer Surveyor to Lloyd’s Register of Shipping, A m ster dam; Loosdrechtsedijk 131, O ud-Loosdrecht. Voorgesteld door ir. P. J. N. Jiskoot. P. PIN K STER , Assistent-bedrijfsleider Scheepsbouw M aatschappij „Nieuwe W aterw eg” N.V., Schiedam; Jaersveltstraat 50a, R otterdam -21. Voorgesteld door G. J. de Jongh. Voorgesteld als belangstellende: F. B E EK H U Y SEN , D irecteur H oogerw erff & Co. N.V.; Oost Kinderdijk 4, A lblas serdam. Voorgesteld d o or E. van den Bergh. F. PO ELSTRA, W erktuigkundig expert Scheepvaart Inspectie, ’s-Gravenhage; Solonpad 2, Rotterdam -24. Voorgesteld door D. Bakker ing. H. M. FR A N SSEN , A fdelingschef D. Burger & Zoon; Sonoystraat 12c, R ot terdam -4. Voorgesteld door G. A. Gustafsson. H. VAN D ER G R A A F, D irecteur/Eigenaar Refim N.V.; ’s-Landswerf 148, Rotter d am -14. Voorgesteld door A. M. Veldhuis. M. H A M , D irecteur/E igenaar M. Ham N .V . - Technische Bedrijven - direc teur G olten Service N .V ., Rotterdam; W aelneslaan 21, Hendrik-Ido-Am bacht. Voorgesteld door A. J. van Meeuwen. F. J. D EN H A R TO G , Inkoper Badger Engineering N.V.; Hogenbanweg 86c, Rafctend.am-7. Voorgesteld door A. M . A. Creemers. H . A. M. H O LIER H O EK , Procuratiehou der N im eta N.V.; Im m anuel Kantstraat 322, Rotterdiam-24. Voorgesteld door A. Nilggelie. A. K LO P, D irecteur Klopoon N.V. - Constr. W erkpl., Pieter Postlaan 81b, Rotterdiam-8. Voorgesteld door C. A. van Dijk. G. Chr. LIESHOUT, Inkoper Bataafse Internationale Petroleum Mij. N.V.; Sadéestraat 10, ’s-Gravenhage. Voorgesteld door J. S. Frederiks. A. A. L ITTM A N N LE M AÎTRE, Direc teur (Techn. afd. Benelux) F. van Bree; 34, Charlottalei, A ntwerpen (België). Voorgesteld door E. J. van Steeg. D. N IEV ELD , Dir.-assistent Ijzerhandel H ollandia, Rotterdam ; Vinkenstraat 42, Zandvoort. Voorgesteld door A. Troost. B. C. A. VAN DEN OEVER, Directeur N.V. H olland Rotterdam ; directeur N .V. H olland Cleaning; Korteweg 4, R otterdam -13. Voorgesteld door J. van der Velde. E. H. SLIEP, D irecteur TANS M etaalcon structies N.V., Krim pen a.d. IJssel; D alton Flat, Dieselstraat 40, Schiedam. Voorgesteld door H. O. Sliep. A. J. SPAAN, Technisch adviseur (Scheep vaart en Installaties) VloeistofmeetA pparaten Fabriek „V .A .F.” - afd. van Conoflow-Europa N.V., Rotterdam; Kam erlingh Onnesstraat 8, Reeuwijk. Voorgesteld door L. van Oostveen. W. A. V EER M A N , D irecteur afd. Tech niek Stem mler-Imex N.V., Hilversum/ IJsselstein; Schieweg 41'b, Rotterdam-4. Voorgesteld door A. Niggelie. J. H. VAN W ELY, Procuratiehouder afd. IJzer en Staal van N im eta N .V .; Philip Vinigboonsstraat 199, Rotterdam-14. Voorgesteld door G. Zanen. J. V A N D ER W ERF, D irecteur N.V. M e taalverwerkende Industrie J. van der W erf, Rotterdam ; Frans Lebretlaan 63, D ordrecht. Voorgesteld voor het Junïor-Iidmaatschap: S. O. AARTS, Student a.d. Technische Hogeschool Twente, Enschede, afd. W erktuigbouwkunde; Campuslaan 23102, Enschede. Voorgesteld door J. F. Vrouwes. A. D E BATS, Studerende a.d. H.T.S., afd. Scheepsbouwkunde; Kennemerweg 4, Bloemendaal. Voorgesteld door P. Boekel Dzn. G. J. BIESTERBOS, Student a.d. Techni sche Hogeschool Delft, afd. Scheeps bouwkunde; St. Aldegondestraat 25, Delft. Voorgesteld door J. F. Vrouwes. C. J. BOM, Studerende a.d. H.T.S. Dor drecht, afd. Scheepsbouwkunde; Zwingelspaansedijk 10, Oudemolen. Voorgesteld door ir. H. Janssen. K. BUIS, Studerende a.d. H.T.S. Haarlem, afd. Scheepsbouwkunde; Uiterweg 75, Aalsmeer. Voorgesteld door P. Boekel Dzn. K. VAN ESS, Student a.d. Technische Hogeschool Delft, afd. Scheepsbouw kunde; Van der Veerelaan 28, Amstel veen. Voorgesteld door prof. ir. J. H . Krietemeijer. R. D. K A M PIN G A , Studerende a.d. H.T.S. H aarlem , afd. Scheepsbouwkunde; Raafstraat 24, Haarlem . Voorgesteld door P. Boekel Dzn. K. KROT, Student a.d. Technische Hoge school Delft, afd. Scheepsbouwkunde; Kuyperweg 74, Delft. Voorgesteld door J. F. Vrouwes. R. H. LO EVEN D IE, Studerende a.d. H.T.S., afd. Scheepsbouwkunde; H aar lemmerweg 23, Amsterdam. Voorgesteld door P. Boekel Dzn. Th. J. J. M ATHU, Studerende a.d. H.T.S. Haarlem , afd. Scheepsbouwkunde; Joh. van Oldenbarneveldtlaan 94, Uithoorn (N.H.). Voorgesteld door P. Boekel Dzn. A. PAANS, afgest. H.T.S., afd. Scheeps bouwkunde; Krispijnseweg 169, Dor drecht. Voorgesteld door ir. H. Janssen. G. A. U ITTEN B O G A A R T, Student a.d. Technische Hogeschool Delft, afd. W erktuigbouwkunde; Oude Delft 231, Delft. Voorgesteld door G. A. Spliethoff. J. S. V AN D E W EG, Studerende voor diploma B aan de Hogere Zeevaart school, Rotterdam ; Beekmanstraat 43, Dordrecht. Voorgesteld door A. G. van de Berg. J. D. W ILTON, Student a.d. Technische Hogeschool Delft, afd. Werktuigbouw kunde; Oude Delft 35, Delft. Voorgesteld door ir. B. Wilton. Eventuele bezwaren, schriftelijk, binnen 14 dagen aan het Algemeen Secretariaat, Burg. s’Jacobplein 10, Rotterdam-2. N ederlandse V ereniging van Technici op Scheepvaartgebied A F D E L IN G „ G R O N IN G E N ” Notulen van de vergadering op maandag 16 januari 1967 in één der zalen van Café Rest. Riche te Groningen Aanwezig 45 leden en introducés. Van het bestuur zijn de heren ir. F. Smit J. Rzn. en W. Vuursteen met kennisgeving af wezig. Voorzitter ir. G. A. Sellmeyer. Te 20.15 uur opent de voorzitter de ver gadering met de beste wensen voor het nieuwe jaar en een woord van welkom tot de heer N. Guldenaar die een discussie zal inleiden over het onderwerp: „Elektriciteit aan boord van schepen”. Na het voorlezen van de notulen van de twee voorgaande vergaderingen, enige dis cussie over de geringe belangstelling op de vorige vergadering en een verslag door de voorzitter over de gecombineerde bestuurs vergadering in Rotterdam op 5 jan. krijgt de heer Guldenaar het woord. Als basis van de discussie behandelt deze in het kort de keuze van het generatorvermogen en de keuze tussen gelijkstroom en wisselstroom. Aan de hieropvolgende gedacbtenwisseling wordt door velen deelge nomen. De voorzitter dankt de heer Guldenaar hartelijk voor zijn waardevolle bijdrage aan de reeks discussieavonden die opnieuw bij zonder geslaagd is. Het bestuur stelt voor de heren G. Westra en J. Louwerse te benoemen in de kas controlecommissie, waartoe beide heren zich bereid hebben verklaard. D aar geen bezwa ren kenbaar worden gemaakt wordt overeen komstig besloten. Als bij de rondvraag niets naar voren wordt gebracht sluit de voorzitter de ver gadering te 22.15 uur. Notulen van de afdelingsvergadering op dinsdag 21 maart ’67 in Café Rest. Riche te Groningen Aanwezig 42 leden en introducés. Van het bestuur zijn de heren ir. F. Smit J. Rzn. en W. Vuursteen .met kennisgeving afwe zig. Voorzitter ir. G. A. Sellmeyer. De voorzitter opent te 20.15 uur de ver gadering. Hij m emoreert het overlijden van de heren R. Holwerda en J. W. Thiecke, beiden lid van onze afdeling. Te hunner nagedachtenis wordt een ogenblik stilte in acht genomen. Vervolgens wordt door de voorzitter de spreker voor deze avond ir. C. C. M. Schneiders, H oofd van de Teohnisch-commerciële afdeling bij Lips N.V. te Drunen, welkom geheten. Deze zal spreken over de vraag: „Is een verstelbare schroef verant woord op een coaster?” N a het voorlezen van de notulen van de vorige vergadering krijgt de heer Schnei ders het woord. Deze benadert de kern van zijn onder werp door enerzijds de vraag te stellen: Waarom neem ik géén verstelbare schroef? en anderzijds: W aarom neem ik wel een verstelbare schroef? Vervolgens wijst hij op de toenemende invloed van de luchtvaart op de ontwik keling van deze tak der techniek. Een aantal dia’s illustreren het gespro kene. A an de hieropvolgende discussie w ordt deelgenomen door de volgende h e ren: J. Raatjes, S. Vedder, R . B randsm a, K. Koorenhof, K. Pronk, L . L ussenburg en Aling. D e voorzitter verzoekt de h e e r G. W estra verslag uit te brengen van d e kascontrole. Deze verklaart m ede n am en s de h eer J. Louwerse alles in orde bevonden te hebben. Hij u it zijn waardering v o o r de v o ortref felijke wijze waarop de penningm eester h et afgelopen jaar zijn w erk h e e ft gedaan. D e voorzitter stelt voor de pen ningm eester decharge te verlenen voor h e t gevoerde fi-‘ nanciële beleid. D aar geen bezw aren w o r den geuit w ordt overeenkom stig besloten. Bij de rondvraag w ordt d o o r niem and h et w oord gevraagd. N a e e n m ededeling over de volgende vergadering sluit de v o o r zitter de vergadering te 23.10 uur. N IE U W S B E R IC H T E N P E R SO N A LIA Afscheid B. D. Teensma Op donderdag 27 april 1967 zal de heer B. D. Teensma, adjunct-inspecteur bij de Scheepvaart Inspectie, deze d ien st wegens h et bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd verlaten. Op genoemde dag zal een afscheidsreceptie w orden gehouden van 16.00 to t 17.30 u u r op het bureau van de Scheepvaart Inspectie, Parklaan 15 te Rotterdam. 50-jarig bestaan Nederlands Norm alisatieinstituut, Rijswijk fZ.H.) H et Nederlands N orm alisatie-instituut zal op 2 mei 1967 in het R A I-O ongrescentrum te Amsterdam zijn 50-jarig bestaan herdenken. Z.K .H . Prins Bernhard zal de jub ileum viering bijwonen en een to esp raak houden; in samenwerking m et verschillende organi saties zullen oude autom obielen m eedoen aan een verkeerstekentest en tenslotte zu l len enige prom inente sprekers reliëf aan de bijeenkomst geven. T er gelegenheid hiervan zal op genoem de dag een receptie w orden gehouden in het RAI-Congrescentrum v a n 16.00 to t 17.30 uur. 50-jarig bestaan M achinefabriek Gebr. van der Veen, Rotterdam Op 3 mei 1967 zal de M achinefabriek Gebr. van der Veen haar 50 -jarig bestaan herdenken. T er gelegenheid hiervan z a l op m aandag 8 mei a.s. een receptie w o rd en gehouden in het Parkhotel, W estersingel 7 0 te R otterdam , van 16.00 tot 18.00 uur. 100-jarig bestaan Kromhout M otoren Fabriek N.V ., Amsterdam Op 6 mei 1967 zal K ro m h o u t M oto ren Fabriek N.V. te Am sterdam h aar 100-jarig bestaan herdenken. T er gelegenheid hiervan zal op vrijdag 5 mei a.s. een receptie w o rd en gehouden van 15.30 tot 17.30 uur, K etelstraat 2 te Amsterdam -N. Mutaties bij Verolme United Shipyards In de laatste vergadering van 'aandeel houders en commissarissen van de Verolme Verenigde Scheepswerven is besloten in de hoofdidirectie van het V erolm e-concern op te nemen: de heer ir. J. W. M aingay en als adjunr,t-directeur, tevens hoofd van de Fi nanciële Afdeling, de heer P. Schwencke. D e hoofddirectie bestaat thans uit de heer C. Verolme, president-direeteur, de heer A. Rijke, algemeen directeur en de heren G. Figee, i-r. J. van der M eer en ir. J. W . M aingay. Mededeling Stichting Postakademiale Vorming Gezondheidstechniek, Delft De Stichting Postakadem iale Vorming Gezondheidsttechniek te D elft deelt mede, dat de in het prospectus 1966-1967 van de Stichting voor 22-26 m ei 1967 aangekondigde cursus „Algemene A specten van het ontw erpen van Zuiveringsinstallaties voor A fvalw ater” op genoemde d ata geen door gang vindt. Zij zal w orden verschoven naar het na jaar van. 1967. Een hernieuwde aankondiging zal geschie den in ihet nog te verspreiden prospectus 1967-1968. Adreswijziging American Bureau of Shipping, Rotterdam H et kantoor van A m erican Bureau of Shipping te Rotterdam , is met ingang van 8 april 1967 gevestigd in de M ercatorflat (2e verdieping) G lashaven 8b, Rotterdam -!. Telefoon: 13 82 22. Verenigde Machinefabrieken N .V . Stork-Werkspoor In verband m et de verdere uitbouw van de Dieselm otoren Divisie, w aarvan deel uit m aken: Kon. M achinefabriek Gebr. Stork & Co. N .V ., Hengelo; Stork-Dieselm otoren Zwolle, Zwolle; W erkspoor-Am sterdam N .V ., A m sterdam en K rom hout M otoren Fabriek N.V. te A m sterdam is door boven staande vennootschap het volgende besloten: De verkoop van alle tot het produktiepro'gramm a van bet concern behorende die selm otoren wordt, met uitzondering van de binnenlandse verkoop van de kruishoofd m otoren van Stork-Hengelo, gevestigd in het kantoor van de V M F Stork-W erkspoor, Die selm otoren Divisie, O ostenburgerm iddenstraat 62, Am sterdam -C. Telefoon: (020) 2 1 6 6 21 - Telex: 11102 - Postbus: 4196. Telegram adres: Storwerkdiesel Amsterdam. M en w ordt verzocht correspondentie te richten aan bovengenoem d adres, met dien verstande dat correspondentie over de ver koop van kruishoofdm otoren in het binnen land gericht dient te worden aan de Kon. M achinefabriek Gabr. Stork & Co. N.V., Hengelo. D e iheer M. J. van der Zijden is speciaal ten behoeve van de binnenlandse verkoop van kruishoofdm otoren benoemd tot directie-adviseur te Hengelo. D e heer ir. Th. J. M . van der Pas is benoem d tot verkoop-directeur van de Die selm otoren Divisie. De heer ir. Th. J. M. van. der Pas is benoem d to t directeur van Stork-Zwolle en blijft directeur van K rom hout M otoren F a briek N.V. De heren W. A. van den Boogaard en. d.rs. P. C. van Loon zijn benoemd tot direc teur van K rom hout M otoren Fabriek N .V ., Amsterdam ; beide heren blijven tevens di recteur van Stork-Zwo'lle. Bovenstaande besluiten zijn van kracht ge worden m et ingang van 1 april 1967. N.V. Manotherm, Rotterdam De N.V. M anotherm te Rotterdam , F a briek van M eetinstrum enten en Regelapparatuur heeft de alleenvertegenwoordiging verw orven voor Nederland, en België van de Nakskov Shipyard Ltd. te D ene m arken en de V erenigde M achinefabrieken, D enem arken voor d e afdeling H ydrauliek. Stork V laardingen N .V . te Vtaardingen, een dochterondernem ing van N.V. M ano'therm te R otterdam , heeft de alleenvertegenwoordiging orttvangen voor de W alk end H ubbard Oliebranderinsfcallaties. Edelstaal Maatschappij N .V ., Amsterdam Allegheny-Longdoz S.A. te Brussel heeft Edelstaal M aatschappij N .V . te A m sterdam / Rotterdam aangesteld als alleenvertegen woordigster in N ederland voor koudgewalste roestvrijstalen platen en coils, resp. koudgewalst roestvrij bandstaal. Nederlands Instituut voor Efficiency, ’s-Gravenhagc NIVE Voorjaars-Efficiencydagert 1967 De V oorjaars-Efficiencydagen van het N ederlands Instituut voor Efficiency te D en Haag w orden ditm aal gehouden op dinsdag 30 en woensdag 31 mei a.s. in het K urhaus en het Europa-H otel te Scheveningen. Ben zevental bijeenkom sten over verschil lende onderw erpen zal directeuren en managers, m arketingm ensen, personeels chefs, onderhoudstechnici, inkopers, ver kopers, arbeidskundigen en ideeënbusbe heerders vele interessante nieuwe ideeën bieden. Door het grote aantal bijeenkomsten (waarnaast ook nog een aantal ledenver gaderingen w ordt belegd) is het K urhaus niet ruim genoeg en moest nog een zaal in het aan de andere kant van het plein ge legen Europa-H otel w orden gereserveerd. V oorafgaand aan de bijeenkomsten houdt het N IV E zijn jaarlijkse Algemene Leden vergadering in het K urhaus. Een kort overzicht van de diverse bijeen komsten geeft een indruk van de te be spreken. onderw erpen in al hun variëteit: Dinsdag 30 mei 9.00 uur Algem een Ledenvergadering van het N IV E. 10.30 - 16.30 uur Marketing . . . . ook voor u!, verzorgd door het N IM A , N eder lands Instituut voor M arketing, m et inleidingen door jhr. mr. M. L. de Brauw, N ationale-N ederlanden N .V .; N . H . Benninga, N .V . Lips & Gispen; drs. H. Boenk, Spanjaard N .V .; R. Aeg. Tim m erm an, Kon. Dobbelm an N.V . over m arktverkenning en analyse, produktontw ikkeling, recla me, distributie en Verkoop, gevolgd door groepsdiscussies met de aan wezigen. 10.30- 16.15 uur Het werken in de toekomst — een uitdaging aan het personeelbeleid, verzorgd door de NV P, N eder landse Vereniging voor Personeelbeleid, m et inleidingen over het bernanningsvraagstuk door A . F. M anche, Hem a; wat doen we aan personeel- en promotieplanning, door mr. J. K ranendonk, G. H. Swart, mr. F. F. van Schaik, R. J. M. de Quay; de toekomstige bemanning door een openbare commissie; en beantwoor ding van vragen. 10.45 - 16.30 uur Onderhoud van meet- en regelapparatuur, verzorgd door de N V D O , N ederlandse Vereniging voor Doelmatig O nderhoud, het N IR IA en h et K IV I, en bestaande uit inleidin gen over: ervaringen m et instrumentatie-onderhoud door drs. E. J. Dufoel, Verenigde K unstm estfabrieken N.V.; de plaats van de instrumentatie-afdeling in h.et bedrijf door ir. E. P. H oyer, N.V. Kem pensche Zink-M aatsabappij; de opleiding van, instrumentatievaklieden door G. W. de Vries, N.V . Unilever; en een forum-discussie. 14.00 - 16.30 uur Kwaliteitsaanduiding en informatieve etikettering, verzorgd door die N EV IE, N ederlandse Vereni ging voor Inkoop-Efficiency, en omvat tend een inleidend woord door prof. mr. J. M . Polak, voorzitter va.n de commissie voor Consumentenaange legenheden; kwaliteitsaanduiding en keurm erken d!o or dr. A. R. v. d. Burg, Stichting Kwaliteitsdienst voor de industrie; inform atieve etikettering door mr. H. T. Hueting, Philips; de inhoud van, het etiket, door ir. H. A. W. Nij veld, TNO. Woensdag 31 mei 11.00 - 13.00 uur Het smeden van een image als instrument van de verkooppolitiek, verzorgd door het N IM A , N eder lands Instituut voor M arketing en voorbereid door een groep Verkoop beleid en -organisatie van het NIVE, w aarin G. J. van Hulzen, public relations-adviseur de inleiding spreekt en vervolgens de heer R. Th. von W eiler, Tornado en mr. C. C. M. Wiibaut, DAF, ieder een praktijkvoor beeld uit hun bedrijf geven van imagevorming. D e ochtend wordt besloten m et een forum-discussie, w aaraan ook mr. J. M. C. Barkey Wolf, A M RO -bank en G. E. van Goor, K rasnapolsky, deelnemen. 11.00 - 16.30 uur Leiding - Arbeidskunde Produktiviteit, verzorgd door de VOA, Vereniging Ontwikkeling Arbeidskun de, m et een inleiding over de huidige bedrijfsvoering door K. Kupers, Unilever-Emery N.V.; gebruik en mis bruik van de arbeidskunde door ir. W. B. Rueb, Hoogovens; de arbeids kunde ten dienste van de bedrijfs leiding door P. van Kem pen, Philips; en een panelbespreking. 1 1.00- 16.30 uur Creativiteitsbevordering, verzorgd door het IC, Ideeënbuscen trum , onder leiding van de heer Th. H. Oltheten, Staatsdrukkerij en Uitgeve rijbedrijf, met inleidingen door ir. W. H. Schoonm aker, Hoogovens, Prof. mr. C. B. J. Lievegoed, Ned. Paedagogïsch Instituut voor het Be drijfsleven, J. Kassies, Amsterdam se Toneelschool, en een forum onder leiding van J. G. N olst Trenité, Hoog ovens. Mr. H, N. Pemberton, C. Eng. t Van Lloyd’s Register of Shipping ontvingen wij het volgende bericht naar aanleiding van het overlijden van mr. H. N. Pemberton Mr. H. N. Pemberton, Chairman of the Council of Engineering Institutions, and until recently, Chief Engineer Surveyor of Lloyd’s Register of Shipping, died suddenly in London on Thursday, 6th April, at the age of 65. He served his apprenticeship in mechan ical engineering at Scott’s Shipbuilding and Engineering Company, Greenock, and after a period, of service in the merchant navy, was appointed a ship and engineer surveyor to Lloyd’s Register of Shipping in 1930. Following service in various ports at home and abroad, Mr. Pemberton was promoted to the rank of Principal Surveyor in 1947 and in 1957 was appointed Chief Engineer Surveyor to that Society, in which capacity he served until his retirement in January of this year. During his ten years as Chief Engineer Surveyor he had been responsible for the supervision of the Society’s engineer surveyors throughout the world and for the standards of design, construction and maintenance of ships’ machinery as govern ed by the Society’s rules. He also had overall responsibility for the Society’s work in the non-marine field. Mr. Pemberton had served on a number of governmental committees including the Ministry of Transport/M inistry of Science committee on nuclear propulsion of mer chant ships, the Admiralty/Atomic Energy Authority nuclear warships safety commit tee and the Ministry of Transport com mittee on prevention of pollution of the sea by oil, and had been a member of the United Kingdom delegation at the Safety of Life at Sea Conference in 1960. He was a member of the Ministry of Power nuclear safety advisory committee, the marine engineering and atomic energy com mittees o f the British Ship Research As sociation and the General Council of the British Standards Institution. H e also served as Chairman of -that Institution’s Council for Codes of Practice. A member of a number of learned societies both at home and abroad, M r. Pemberton was a VicePresident, and a gold and silver medallist, of 'the Institute of Marine Engineers and a member of Council of the Institution of Mechanical Engineers, whose Thomas Lowe Gray memorial lecture he delivered in. 1953. In 1963 he received the City and Guilds of London Institute Insignia Award in Mechanical Industries (Honoris Causa). Mr. Pemberton had been a representative of the Institute of Marine Engineers on the Board of the Council of Engineering Institutions since 1964. Although he had only assumed office as Chairman of the Council of Engineering Institutions in January of -this ye-ar he had already reviewed the policy of the Council and established guidelines for future devel opment. There is therefore the satisfaction of knowing that his vision will continue to have an influence on the future of the profession. He had devoted much of his life -to the furtherance of the science of engineering. Throughout the whole field of engineering and particularly in the ship building and mechanical engineering indus tries he had many friends. He was a modest man, with a quick sense of humour, and an ability to take a broad view of problems. He possessed -an air of quiet authority and when the need for a decision was clear, he was capable o-f remarkable firmness. Men of his calibre, experience and wisdom are few in any walk of life, and as head of the engineering profession he will be greatly missed. Opleidingscentrum voor de kapiteins van reuzentankers Uniek initiatief van Esso In Greno-ble wordt een school gebouwd waar de gezagvoerders van tankschepen worden getraind voor commando’s over de steeds groter wordende tankers. In juni a.s. is het centrum, dat door de Standard Oil Company — de moedermaatschappij van de Esso-organisatie — wordt gefinancierd en dat uniek in zijn soort wordt genoemd, gereed om de eerste cursisten te ontvangen. De kosten van het trainingscentrum liggen in de orde van 2 miljoen gulden. De bouw van de school wordt verzorgd door de Société Grenobloise d’Etudes et d’Applications Hydrauliques. De cursussen zullen telkens twee weken duren en maxi maal worden bezet door acht deelnemers. Op deze wijze hoopt men 150 kapiteins en ook zeeloodsen in een jaar tijds „klaar te stomen”. Ook kapiteins die bij andere tankvaartrederijen werkzaam zijn, kunnen gebruik maken van deze speciale opleiding in het „Esso Marine Research -and Training Center”. Aan de school wordt een research-afde ling verbonden, dat ter beschikking zal staan voor regerings- en gemeentelijke instanties, die de leiding van haveninstallaties voeren. Deze instanties kunnen hun haven- en zeeloodsen aan de cursussen laten deelnemen. In het centrum zal verder een onderzoek plaatsvinden naar de gedragingen van grote tankschepen in nauwe vaarwaters. In eerste instantie wordt er echter naar gestreefd o-m kapiteins van tankers tot 80.000 ton dw o-p te leiden tot het commando over 190.000tonners. De school is voorzien van nagebouwde scheepsbruggen, aanlegplaatsen en een aan tal modellen van grote tankers. Het grootste van laatstgenoemde is 13 meter lang; de diepgang is 90 cm en de waterverplaatsing 15 ton. Het model biedt ruimte voor vijf personen. Conferentie over uitwateringsproblemen in Veritas House Scheepsbouwkundige -experts uit zeven landen hebben in Veritas House een twee daagse co-nferentie gehouden op 27 en 28 februari j.I. De deelnemers waren leden van een werkgroep geselecteerd uit de ver scheidene internationale classificatiemaat schappijen. E r stonden problemen in ver band me-t de nieuwe uitwateringsconventie van 1966 op de agenda. In september vorig jaar werd de eer ste conferentie van deze groep in Veritas House -gehouden. Er werd toen overeen stemming bereikt over bepaalde aanbeve lingen met betrekking tot de eisen voor de lekstabiliteit. Tijdens de vergadering werden o.a. besproken de sterkte van luiken en hun sjormethodes, de effectieve lengtes van bo venbouwen en de hoogte van de boeg, en in welke mate de bevestiging van stalen platen met haakbouten gelijkwaardig kan w orden -geacht aan w aterdichte deuren. T e vens werd over algemene kwesties van de uitwatering gesproken, en verder kw am het toekomstige program m a van de „W erk groep van Classificatiemaatschappijen voor de Uitwatering” ter sprake. D et norske Veritas treedt op als secre tariaat van deze werkgroep, en m r. Thorvald M. Bruland, onderdirecteur van dit bureau, is voorzitter van deze groep terwijl mr. Roar Thronsen secretaris- is. D e andere classificatiemaatschappijen m et een vertegenwoordiging in deze w erk groep zijn: The Am erican Bureau o f Shippin-g, Bureau Veritas, G erm anischer Lloyd, Lloyd’s Register of Shipping, Nip-pon Kaiji Kyo-k-ai, en het Registro Italiano. Nieuwe opdrachten De Hollandsche Aannem ing M aatschap pij te Den Haag heeft I.H .C . H olland op dracht gegeven tot de bouw van een sleepzuiger met een nog grotere hopperinhoud dan het onlangs in gebruik genom en vlaggesch-ip, de P. C. S. van H attem . H et nieuwe sdhip, -de H A M 308, een dubbslschroef sleephopperzuiger m et een lengte van 113% m eter en een laadverm o gen van 9.200 ton, kan m et twee zuigbuizen, diameter 1.000 m illim eter, baggeren tot een diepte van 30 meter. H ierdoor is het zelfs mogelijk vaargeulen te m aken voor tankers van 500.000 ton. D e H.A.M., die in 1951 als eerste in Europ-a de sleep-zuigtechniek introduceerde (H A M 301 - Nieuwe W aterweg), baggert momenteel de veelbesproken proefgeul voor Rotterdam . D e nieuwe order is een consequentie van bet baggerbelei-d va-n de H A M .: een vloot van zeer manoeuvreerbare, tot op zekere hoogte geautomatiseerde, sleephopperzuigers van uiteenlopende capaciteit, speciaal ge bouwd om te werken in de steeds drukker wordende waterwegen en havens. L. Smit & Co’s Internationale Sleepdienst heeft onlangs aan N.V. Scheepswerf en M achinefabriek „De M erw ede” te H ardinxveld-Giessendam opdracht gegeven tot het bouwen van een derde bergingszeesleep-boot van 9000 ipk. D e nieuwe een heid zal behoren tot dé klasse van de zeesleepbo-ten Zwarte Zee en W itte Zee en krijgt de naam Rode Zee. De sleepboot zal w orden uitgerust met W erkspoor-motoren. Een bijzonder kenm erk is haar verstelbare schroef welke is om geven door een tunnel. M et de schaalvergroting in de zeescheep vaart alsmede de bouw van steeds meer oliefooorinstal-laties en andere stabiele werkplatform s is ook de vraag n a a r . grotere en zeer krachtige sleepboten 'toegenomen, Een gevolg van deze tendens is dat een aantal kleinere sleepboten van de rederij in de zeer nabije toekom st een groter nutchinevermo-gen zal krijgen. H et vermogen van de sleepboo-t Barents: Zee werd reeds opgevoerd van 1650 ipk tot 3000 ipk. De m otoren van het zuster schip Tasman Zee worden m om enteel ver nieuwd, zodat ook deze sleepboot binnen enkele weken met een verm ogen van 3000 ipk in de vaart komt. A an deze 3000 ipk- klasse zal ook de sleepboot Schelde (nu nog 2500 ipk) worden toegevoegd. N a de indien-ststelling van de nieuwe sleepboot Rode Zee op 15 augustus 1968 zal de vloot van L. Sm it & Co’s Inter nationale Sleepdienst en haar geassocieerde m aatschappijen bestaan uit 98 eenheden, w aaronder 12 zeesleepboten van 3000 ipk tot 9000 ipk. • Geleidelijk aan zullen de acht sleepboten van 1000 ipk tot 2000 ipk worden vervan gen door grotere en wellicht krachtiger een heden, w aardoor L. Smit & C o’s Interna tionale Sleepdienst zoals steeds blijft be schikken over een efficiënte vloot met een grote potentiële omzet. D e naam Rode Zee heeft reeds 70 jaren een bekende klank in de scheepvaartwereld. In 1898 w erd de eerste Roode Zee (1500 pk) in dienst gesteld. Een jaar later w erd deze stoo-msleepibo-ot ver kocht aan het Franse Gouvernem ent. D e tweede Roode Z ee (1150 pk) m aakte van 1909 tot 1933 deel uit van Sm it’s zee gaande vloot In 1938 w erd de eerste motorzeesleepboot Roode Zee in dienst gesteld. Deze 1250 pk sterke sleepboot voer tijdens de Tweede W ereldoorlog in geallieerde dienst. H et schip w erd op 14 april 1944 ter hoogte van Dungeness getorpedeerd, w aar bij het m et zijn bem anning ten onder ging. D e vierde sleepboot R ode Zee (2000 ipk) verscheen in 1949. H et schip w erd in juni 1966 overgedragen aan The Overseas Towage & Salvage Co. Ltd., Londen, een met L. Sm it & C o’s Internationale Sleep dienst geassocieerde maatschappij. Deze vier de R ode Zee vaart thans onder de naam Neptunia. De thans bestelde Rode Zee is dus de vijfde sleepboot, van die naam. T e waterlatingen Op 22 m aart 1967 is m et goed gevolg te w ater gelaten het motorschip M a rap Sky, bouwno. 987 van N.V . v /h Scheepswer ven G ebr. van Diepen te W aterhuizen, be stem d voor M aritim e Agency A /S te K o penhagen. H oofdafm etingen zijn: lengte 56 m, breed te 10,20 m en holte 3,85/6,10 m. In dit schip w ordt geïnstalleerd een 4-takt enkelwerkende Deutz-m otor van het type RBV6M 545 met een vermogen van 750 pk bij 380 om w /m in. Het m otorschip Marag Sky w ordt ge bouwd onder toezicht van Bureau Veritas voor de klasse: ^ I 3 /3 L 1.1. Glacé III A. & C.P. Op 1 april j.1. vond op de IJsselwerf N.V. in Rotterdam de tew aterlating plaats van het bevoorradingsschip N orfolk Shore. D it schip, bestem d voor het vervoer van m aterialen naar en van -boorplatforms, is de eerste van een tweetal schepen, die door O ffshore M arine Limited te Rochester w er den besteld. D e doopplechtigheid werd verricht door mrs. W. W. Dunn, echtgenote van de direc teur van Phillips Petroleum Com pany. D e N o rfo lk Shore is een gladdekschip m et bak en met een bruto-tonnage van 499 grt. De lengte over alles is 48,75 m, de breed te 10,35 m en de holte 4,27 m, terwijl de deadweight ca. 865 ton bedraagt. Behalve voor het vervoer van zoetwater en dieselolie is het schip ook ingericht voor het vervoer van cement, w aartoe twee tanks van elk ca. 1200 cub.ft. zijn inge bouwd, terwijl de mogelijkheid bestaat op het vrije achterdek nog drie even grote tanks bij te plaatsen. De voortstuwing zal worden verzorgd door twee Lister Blackstone-motoren van elk 800 pk, die via een reductiekast elk een schroef aandrijven. Zij m oeten het schip op de proeftocht een snelheid geven van 12% knoop. Teneinde het. m anoeuvreren (ook bij ruwe zee) bij booreilanden te vergemakkelijken, w ordt het schip voorzien van een Gill-boegpropeiler in het voorschip. D e aandrijving hiervan zal geschieden door een Caterpillardieselm otor van 165 pk. Alle genoem de m otoren zullen op afstand vanuit het stuurhuis bedienbaar zijn, terwijl voor de navigatie de op een dergelijk schip gebruikelijke elektronische apparatuur (w.o. een asdic-installatie) zal worden lingebo-uwd. D e bouw geschiedt onder toezicht van Lloyd’s Register of Shipping en in overeen stemm ing m et de voorschriften van de Britse Board of Trade. Op 5 april 1967 werd bij Scheepswerven D. Boot N.V. (werf „D e V ooruitgang”) te Alphen aan den Rijn met goed gevolg te w ater gelaten het m otorschip Brouwers gracht, (b-o-uwnum-mer 1330), bestemd voor Bevrachtingskantoor Spliefihoff te A m ster dam. De doopplechtigheid werd verricht door m evrouw N. G. Spliethoff-Keyzer. De technisohe gegevens zijn: lengte over alles 79,60 m, lengte op de loodlijnen 69,60 m, breedte 1 1,80 m, holte tot hoofd dek 3,89 -m, holte tot shelte-rdeck 6,85 m, m otorverm ogen 1490 pk hij 280 o-mw/niin, deadweight 1310 ton, graneninhoud 121.000 cub.ft. en baleninhoud 1 10.000 cub.ft. De schepen zijn geschikt voor het vervoer van vele soorten ladingen welke in de voor deze soheepsafm etingen relatief zeer grote ruimen gestuwd kan worden. De constructie voldoet aan de eisen van Lloyd’s Register Atlantische vaart met zwaarste ijsklasse 1. O ndanks het feit dat het. hier coasters betreft, waarvan de bruto tonnage kleiner zal zijn dan 500 brt en on danks de m et het oog op de vaart in zw are ijsgang zeer zw aar uitgevoerde scheepsconstructie, hebben de schepen een uitzonder lijk groot draagverm ogen. De 1500 pk In dustrie type 6D 80H D N motor, zal het schip een snelheid geven van ca. 12,6 knoop. In de m otorkam er staan bovendien drie hulpm otoren opgesteld welke generatoren, pom pen, com pressoren en hydraulische pom pen aandrijven. D e inbouw van de m otorinstallatie w ordt uitgevoerd door de N .V . G orter te Hoogezand. De m achinekam er w ordt volgens de nieuwste voorschriften van Lloyd’s Register en Scheepvaart Inspectie uitgerust m et brugbediening beveiligingen en -alarmerin gen, welke het mogelijk maken met een on bemande m otorkam er te varen. De elektrische installatie wordt geleverd door N.V. Vogelenzang De Jon-g te K rim pen aan de llssel. De verblijven van de bem-anning w orden alle voorzien van warm en koud strom end water en centrale verwarming. M et het oog op zware koude zijn de verblijven van een uitstekende isolatie voorzien. H et laadgerei w ordt gevormd door een Poelman ongestaagde m ast met vier vijftons laadbom en, boven de zeer brede luiken. D e H atlappa laadlieren worden hydrau lisch gedreven door in de machinekam er opgestelde pompen. In de bak wordt een havenset. o-pgesteld. Op 6 april werd bij Scheepswerven D. Boot N.V. (werf „De Industrie”) te Alphen aan. den Rijn met goed gevolg te water gelaten het m otorschip Jacomina (bouw num m er 1334), -bestemd voor N.V. Bergings- en. Transportbedrijf Van den Akker te Vliss-ingen. D e doopplechtigheid werd verricht door m evrouw N. D. Roskamp-Bergman. D e technische -gegevens zijn: lengte over alles 3ü m, lengte o-p de loodlijnen. 27 m, breedte 7,75 m, holte tot dek 3 m en mo torverm ogen 325 pk bij 375 om w/m in. H et schip wordt ten be-hoeve van de ber gingswerkzaam heden van een zeer gespe cialiseerde uitrusting voorzien, waaronder ondermeer: een hydraulisch gedreven tweetrommel „L uyt” bergingswinch, welke ca. 100 pk vermogen kan opnemen en afgeven; een door de hoofdm otor gedreven Van Raait be-rgingspomp m et een capaciteit van ca. 550 nrViiur: twee koprollen geschikt voor 'een last van 30 ten elk gemonteerd op de ko-p van het vaartuig: duike-rapparatuur, snijapparatuur. lasapparatuur, enz. H et ruim van het schip, inhoud ca. 150 ma, is zodan-ig ingeridht dat alle losse uitrus tingsstukken, daarin ruim gestuwd en goed toegankelijk, o-pgeborgen kunnen worden. Ten behoeve van de overslag van lading uit gezonken schepen w ordt voorop het schip gemonteerd een Priestman grijperkraan, ook als hijskraan te gebruiken, met een maxim aal hijsvermogen van 23 ton. De kraan uitgerust met verlengstukken voor de arm krijgt een grootste reikwijdte van ongeveer 12 m. De te heffen last is dan 3600 kg. In de m otorkam er staat behalve een aan tal hu lp moto ren opgesteld een hoofdm otor Brons type 5GB 325 pk. De bediening van de hoofdm otor ge schiedt vanuit het stuurhuis. De geïnstal leerde generatoren le-veren draaistroom 220/380 aan het bo-ordnet. De ruim e verblijven bieden plaats aan zeven personen. H et schip wordt gebouwd onder toezicht van Bureau Veritas, de Nederlandse Scheep vaart Inspectie en de Havenarbeids In spectie. Proeftochten Op 4 april 1967 heeft met goed ge volg proefgevaren het motorschip Nikolaj Sif, bouw num m er 783 van E. J. Smit & Z oon’s Scheepswerven N.V. te W esterbroek, -bestemd voor I/S Sif 12 te Kopenhagen. H oofdafm etingen zijn: lengte 66,745 -m, breedte 11,80 m en holte 3,73/6,25 m. In. dit schip werd geïnstalleerd een 4takt, enkelwerkende M aK -m otor van het type 6 M u 451 AK m et een vermogen van 1000 p-k bij 340 om w /m in. H et m otorschip N ikolaj Sif werd ge bouwd onder toezicht van Bureau Veritas voor de klasse: I 3/3 L 1.1. Glacé III A. & C.P. Drie nucleaire „Containerschepen” in nieuwe MarAd-programma Terwijl het de bedoeling is het n.s. Savannah in de mottenballen te doen, heeft M arAd (Maritime Adiministration) een vijfjarig sdheepsprogramma opgesteld dat betrekking heeft op drie snelle m et kern energie voortgestuwde vrachtschepen en op het hiervoor benodigde geld voor onder zoek en ontwikkeling. Dit nucleaire scheepsprogramma maakt deel uit van een nieuw op de gehele scheepvaart betrekking hebbend beleid waarvoor de minister van transport, A. S. Boyd, momenteel steun tracht te vin den van de scheepsindustrie. Het voorstel komt overeen met een plan voor 3 tot 4 nucleaire „supervrachtschepen” van de American Export Isbrandtsen Line (AEIL), de vroegere exploitant van de Savannah, AEIL zei geen commentaar te kunnen ge ven op het plan van M arAd voor zij de tails hadden gezien. Het regeringsvoorstel betreft het bou wen en bedrijven, met federale subsidie, van drie nucleaire schepen die uitgerust zijn voor het vervoeren van vracht in contai ners. De tweede generatie nucleaire schepen zal vermoedelijk bedreven kunnen worden op kostenniveaus die dichter liggen bij die van conventioneel voortgestuwde schepen dan die van de Savannah. In N ew York heeft de „Citizens Committee for N uclear Shipping” kritiek uitgeoefend op de bere keningen van de regering van de kosten van een voortgezette exploitatie van de Sa vannah. Er werd op gewezen dat de huidige en de reeds vervaardigde vervangingskernen voldoende zijn om het schip nog 7 tot 9 jaar in de vaart te houden. Even eens werd gezegd dat buitendienststelling in feite meer zou kosten dan voortgezette ex ploitatie. (Nucleonics Week). overeenkom end m et een gemiddelde indicateurdruk van 10,4 k g /cm 2 en 135 omw/ min. De bovengenoem de 6 cilindermotor heeft dus een verm ogen van 7200 bhp. H et maxim um continuvermogen is 1320 bhp per cilinder bij 140 om w /m in en ca. 11 k g /cm 2 m.i.p. H et prototype werd op de proefstand m eer dan normaal beproefd; tijdens één proef w erd het vermogen op gevoerd to t 8900 bhp bij 145 om w /m in, w at 13 % boven het maxim um continuvermogen ligt. Op verscheidene punten van het frame werden de spanningen opgemeten, om ver gelijkingen te kunnen maken met de be rekeningen en de proefresultaten van de m otor m et 750 m m boring. Alle waarden lagen binnen toelaatbare grenzen. Van het eerst ontwikkelde type, de 750/ 1600 VGS U zijn nu zeven m otoren af geleverd, alle m et 7 cilinders, bovendien zijn er nog enkele in opdracht. H et proto type van deze m otor, geïnstalleerd in de 34.000 ton dw bulkcarrier Vesterfiy is nu reeds anderhalf jaar in de vaart met zeer be vredigende resultaten. Deze nieuwe types zijn enkelwerkend, tweetakt, m et uniflow spoeling en constante drukoplading, zoals de vroegere GV types. D e com ponenten van de nieuwe motoren zijn ontworpen om de grotere krachten te weerstaan die w orden opgewekt door de hogedrukoplading bij de zware continu dienst. In deze m otor zijn e r bovendien enige nieuwigheden toegepast. Tussen de krukkast en de spoelluchtkast is een open kofferdam geplaatst. H ier is ook een dub bele zuigerstangpakkinigbus geïnstalleerd die visueel gecontroleerd k an w orden zonder dat er enig deksel moet worden afgenomen. D e krukstang/kruk verhouding is van 4 : 1 veranderd tot 3,6 : 1. D it houdt de hoogte van de m otor binnen redelijke gren zen, de oscillatiehoek van het kruishoofdlager w ordt vergroot, w at in combinatie met een verzw aarde lagerpen een betere voorwaarde schept voor de vorming van een oliefilm in het lager. H et uitlaatspruitstuk is verplaatst naar een positie boven de turboladers. Hierdoor w ordt de breedte van de m otor vermin derd en er is nu nog slechts één werkbordés op één niveau om de bovenkant van de motor. H et standaard GV ontwerp voor het krukm echanism e, de cilindervoering, oilinderkop en uitlaatklep is behouden geble ven, sam en met h et karakteristieke juk met trekstangen die de uitlaatklep bedienen. De trekstangen zijn n u echter verbonden met een gevorkte hefboom bovenin de kruk kast. D eze hefboom w ordt bediend door de nok op een afzonderlijke nokkenas. Deze nieuwe opstelling geeft een betere toegan kelijkheid tot de krukas-, en krukstangla-1 gers, en veroorzaakt ook een rustiger gang. Een nieuw type voortstuwingsmotor van Götaverken Kort geleden is de eerste dieselmotor van het nieuwe type 630/1400 VGS U bij Götaverken beproefd. Deze motor wordt nu geïnstalleerd in een 16.250 ton dw bulk carrier welke bij de Öresundsvarvet, Landskrona voor Stove Shipping, Oslo in aan bouw is. Deze motor heeft een boring van 630 mm en een slag van 1400 mm. Het continuvermo-gen is 1200 bhp per cilinder, Götaverken dieselmotor met zeer grote boring G ötaverken, die enige tijd een onderzoek heeft verricht naar de meest geschikte cilinderafm etingen voor een nieuwe zeer gro te dieselm otor, heeft nu besloten dat deze m otor een boring zal krijgen van 960 mm en een slag van 1900 mm. De gemiddelde indicateurdruk zal 10,4 kg/cm 2 worden, zoals bij de andere m otoren in de nieuwe G ötaverken iserie van hoogopgeladen. die sels. Op 7 april 1967 heeft Boele’s Scheeps werven en Machinefabriek N.V. te Bolnes het tweede containerschip overgedragen dat in opdracht van Shamrock Shipping Co., Ltd. te Larne, Noord Ierland werd gebouwd. Daags tevoren had h et schip een ge slaagde proeftocht gehouden op het H a ringvliet. Het m.s. M oyle werd gelijk tijdig gebouwd met het zusterschip Curran, dat op 8 februari j.1. aan de eigenaars over gedragen werd. Namens de directie van de w erf werd het woord gevoerd door de heer Joh. Boele en bij monde van managing director mr. C. S. Brown werd het schip door de rederij overgenomen. De voornaamste gegevens zijn: lengte over alles 69,80 m, lengte tussen loodlijnen 64,01 m, breedte 10,97 m, holte tot hoofddek 6,25 m, diepgang 5,11 m, snelheid 13 knoop en container deadWeight 1350 ton. Bij 105 om w /m in zal de m otor een con tinuvermogen van 3000 bhp per cilinder ontwikkelen, wat voor een tw aalfcilinderm otor een vermogen v an 36.000 bhp geeft. N a het toevoegen v an deze diesel met zeer grote boring, bestaat de serie van G ötaverkeris hoog opgeladen diesels uit de volgende types: 520/1100, 63 0 /1 4 0 0 , 750/ 1600, 850/1700 en 960/1900. De serie bestrijkt h e t continuverm ogengebied van 4000 tot 36.000 bhp. Proefgeul voor mond N ieuw e W aterweg voltooid Nog voor Pasen h eeft m en de w erk zaamheden voor het m aken van een proef geul in de Noordzee vo or de m onding van de Nieuwe Waterweg voltooid. H et proefvak, onderdeel van de toekom stige vaargeul voor tankers tot 225.000 ton, is 2 kilom e ter lang. Op 14 novem ber 1966 begon men het w erk in opdracht van de gem eente Rotterdam. De gem eenteraad had v ie r m il joen gulden voor het m aken van dit proefvalc uitgetrokken. De diepte van het proefvak w ord t 25 meter, de breedte van h e t diepe gedeelte is 150 m eter Het talud heeft een helling van ongeveer 1 op 20. V oor de b odem van de zee is deze verhouding gunstig. H et zand van de N oordzee-bodem blijkt, al thans op de plek van de proefgeul, vrij ge pakt van samenstelling te zijn. Ook met het wegzuigen van bovenste la gen van mega-ribbels (een soort „duin toppen” op de zeebodem) zijn p roeven ge nomen op een afstand van 22 kilom eter in zee. De sleephopperzuigers P. C. S. van H at tem en de Geopotes 6 hebben de w erk zaamheden verricht. N u h et w erk is beëin digd, is uit het proefvak rond tw ee miljoen ms zand verwerkt. V an de m ega-ribbels is circa 250.000 m8 zand weggezogen. Wegens ramp bij Land’s End Ook Nederland vraagt IMCO bijeen te komen De Nederlandse regering heeft de sepretaris-generaal van de „Intergoruverniementele M aritieme Consultatieve O rganisa tie” (IMCO) te L onden verzocht op de kortst mogelijke term ijn de ra a d bijeen te roepen ter bespreking v an de problem en, voortvloeiende uit de ram p m et d e Torrey Canyon. 6 april jl. h ad de B ritse rege ring reeds om een bijeenkom st v an de IM CO verzocht om dezelfde reden. H et tweede-kamerlid de heer R. L aan jr. (P.v.d.A.) heeft de m inister van V erkeer en W aterstaat schriftelijk gevraagd of het juist is, dat de internationale overeenkom st die het opzettelijk overboord zetten van afgewerkte olie of van vloeibare brand stof verbiedt, niet is ondertekend do or de landen w aar de zg. „goedkope vlaggen schepen” worden geregistreerd, en d at deze situatie tot nu toe verhinderd h e e ft inter nationaal een apparaat op de bouw en ter bestrijding van ram pen als die m et de Torrey Canyon. Zou de minister, aldus de h eer Laan, willen bevorderen, dat aan h et parlem ent wordt meegedeeld of er een nationaal bestrijdingsapparaat is en hoe dat w erkt. V er der vraagt hij of er tussen de N oordzeeoeverstaten coördinatie is en in hoeverre althans tussen deze staten een doeltref fende alarm hulporganisatie zou kunnen wor den opgezet en voorts of er behoefte be- staat om de geldende internationale regels aan de veranderde technieken in de wereldtankvloot aan de passen en welke initiatie ven in dit opzicht van de Nederlandse rege ring zijn te verwachten. Gemeenschappelijke research van Zweedse scheepswerven en rederijen De Zweedse scheepsbouwindiistrie en de Zweedse rederijen hebben hun pogingen ter bevordering van research en ontwikkelings werk verenigd door de reorganisatie van de Zweedse Scheepsbouw-research Stich ting tot een gemeenschappelijk research-orJ gaan. Laatstgenoemde stichting kwam tot stand in 1955 op initiatief van de Zweedse Vereniging van Scheepsbouwers. H et nieu we gemeenschappelijke orgaan — Stiftelsen Svensk Skeppsforskning, d.i. Stichting Zweedse Scheeps-reseairoh — zal worden gefinancierd door de Zweedse Vereniging van Scheepsbouwers en door de Zweedse Redersvereniging. Volgens de twee verenigingen zal de snel le ontwikkeling van scheepvaart en scheepsbouw voorlopig blijven doorgaan en zal een geavanceerde techniek van steeds grotere betekenis worden. D e scheepvaart is bezig zich te transformeren in een transport-industrie, terwijl schepen op zichzelf steeds ingewikkelder van constructie wor den. Gelijktijdig worden de investeringsbehoeften steeds groter en zal het uitermate belangrijk zijn de meest geschikte oplos singen te vinden voor de daaraan verbonden problemen. Andere ingewikkelde kwesties vormen het rationele gebruik van schepen en het ontwerpen van gelijkwaardige sche pen in een geïntegreerd transportsysteem. D it soort problemen kunnen het best wor den bestudeerd en opgelost in het kader van een nauwe samenwerking tussen de belanghebbenden, aldus de twee verenigin gen. De bestuursleden van het gereorgani seerde research-orgaan vertegenwoordigen de scheepvaartmaatschappijen Grangesberg-Oxelosund, Transatlantic, Salén en Broström, de scheepswerven Götaverken, Eriksberg, Lindhotmen en Kockum, alsme de de materiaaldienst van de Zweedse M a rine. De voorzitter is dhr. N. Svensson, di recteur van Götaverken. KaMeWa-schroef voor tanker van 130.000 ton De grootste 'bestuurbare schroef ter we reld, een KaM eW a-schroef met een dia meter van 7,9 meter, zal worden geïnstal leerd in een 130.000 tons tanker, die voor rekening van Nynas Oil Co. — een onder deel van het Zweedse Johnson-concern — zal worden gebouwd door de Eriksberg-1 scheepswerf in Göteborg. De fabrikanten en ontwerpers van de KaMeW a scheepsschroeven — Karlstads Mekaniska Werkstad, eveneens aangesloten bij het Johnson-concern — hebben mede gedeeld, dat gedurende de eerste twee maanden van dit jaar al vele orders voor dit soort schroeven zijn binnengekomen. De tanker zal w orden voortgedreven door drie 18-cilinder Pielstick motoren, die door middel van reductie-overbrenging een vermogen ontwikkelen van 25.110 pk bij 95 omw. per min. De generatoren en de oliepompen zullen via de tandwielkast di rect worden aangedreven door de hoofdmotoren. Eri'ksberg heeft ook KaMeW a-schroeven besteld voor twee 22.500 tons tankers voor Moss & Co. Tankers Ltd. Het ver mogen van de motoren is 10.080 pk en de doorsnede van de schroef 5,7 meter. Zes container-schepen van elk 14.000 ton dw, besteld door 'd e Johnson Line bij de werf van het W artsila-concern in Abo, Finland, zullen eveneens worden uitgerust m et bestuurbare schroeven. Verder is een KaM eW a-Schroef met een diameter van 5,5 meter besteld voor een Esso-tanker van 17.150 ton m et een motorvermogen van 10.080 pk, die in aanbouw is op de scheepswerf van Lindholmen in Göteborg. Het nieuwe Schiphol Op vrijdag 28 april .1967 zal H.M. de Koningin het nieuwe areaal (voortaan „Schiphol Centrum ” geheten) officieel ope nen. Tien dagen later, op maandag 8 mei, zal het gigantische project „operationeel worden”, als de nacht ervoor de specta culaire verhuizing van de honderden afde lingen en. duizenden mensen haar beslag zal hebben geh ad. D an is de op één na laatste fa.se van dit, rond ƒ 400 miljoen kostende, werk af gerond. Een werk, w aaraan ruim tien jaar geleden is begonnen en waaraan miljoenen man-uren zijn besteed. A an research, minutieuze voorbereiding en planning, aan gecompliceerde problemen van bemaling en drainage, van ultra-moderne elektronische voorzieningen, aan ont werp van geheel nieuwe mechanische en automatische installaties. Een project, dat het allermodernste aan vindingen en tech nisch vernuft om vat en in uiterst nauwe sa menwerking tussen honderden vakmensen op schier alle 'terreinen tot stand is ge komen. Een project dat in grootte direct na de Deltawerken komt, en onze nationale thuishaven tot een der meest geavanceerde ter wereld maakit. 1. Het tangentiële plan omvat vier start en landingsbanen van 3300 meter, die paarsgewijze (aparte baan voor starten en voor landen!) als raaklijnen om het cen trale verkeersareaal zijn en worden aan gelegd. De afstand van deze banen naar het stationsgebouw is kort, zodat taxiën tot een minimum wordt beperkt. 2. H et stationsgebouw is iets groter dan een hectare en m ondt uit in drie pieren waarvan de middelste („B”) zich aan 'het uiteinde vertakt in tweeën; de noord („C”)en zuidpier („A ”) hebben een geprojecteer de ruim te voor eventuele latere vertakkin gen. Alle commerciële vliegtuigen worden op eigen kracht „afgem eerd” aan een der 25 aviobruggen. Qua ruimte is reeds rekening gehouden met de veel grotere vliegtuigen van 250 tot 500 passagiers, die in dit en de komende jaren zullen arriveren. 3. Vertrek, aankomst en transito ge schiedt onafhankelijk van elkaar; vertrek via de eerste verdieping, aankomst via de begane grond, terwijl de overstappende passagier onmiddellijk na aankomst op Schiphol (dus aan de mond van de aviobrug) wordt afgehandeld. 4. Aan- en afvoerwegen zijn zeer effi ciënt geprojecteerd. Behalve per NLM en het KLM-AutO'buS'bedrijf (een overigens unieke aan- en afvoerserviee in de wereld!) kan men met eigen auto via het nieuwe Klaverblad-Schi'phol en 6-baans toevoerwegen het nieuwe areaal veel geinakkelijker bereiken.. De weg via Amstelveen blijft echter voorshands nog een probleem. Vlak bij het stationsgebouw komen twee grote parkeerplaatsen: P-4 voor passagiers, afhalers of w'eg'brengers, bij het Stations gebouw, capaciteit 800 auto’s, dag en nacht geopend, waar de N.V. Luchthaven Schip hol een tarief berekent van ƒ 0,50 per uur tot een maximum van ƒ 4,— per dag. P -l voor bezoekers, capaciteit 2200 auto’s en 110 autobussen, geopend van 7.30 uur tot 23.00 uur. Het tarief is ƒ 0,25 per uur tot een maximum van ƒ 3,— per dag. Bovendien is er onder het stationsge bouw een parkeergarage voor passagiers met een capaciteit van 350 auto’s. De luchthavendirectie heeft hier het tarief ge steld op ƒ .1,25 per uur tot een maximum van ƒ 1 0,— per dag. De eenvoudigste manier blijft echter: „Laat u rijden”. Tenslotte is er nog een aparte stand plaats voor taxi’s bij het stationsgebouw. 5. De passagiersafhandeling geschiedt voortaan in één hal; de vertrekhal, in de andere, de aankomsthal, neemt de aanko mende passagier zijn 'bagage weer in ont vangst. De KLM heeft voor haar passagiers een geheel nieuw elektronisch systeem ontwor pen dat uniek is in de wereld. Nederlands Nornialisatie-instituut, Rijswijk (Z.-H.) Het Nederlands Normalisatie-instituut heeft opgesteld: Ontwerp NEN 1725 V-riemen zonder eind met smal profiel en bijbehorende schijven. Toelichting: Ontwerp N EN 1725 is naast N EN 1727 V-riemen zonder eind en bijbehorende schij ven opgesteld om aan de behoefte aan rie men met een hoger rendem ent te voldoen bij gelijkblijvende minimum schijfbreedte. Bij V-riemen met smal profiel worden door het dichter bijeen liggen van de breed te- en hoogtematen de trekdraden in de bocht gelijkmatiger belast en is de verde ling tussen de trek- en drukkraohten ter weerszijden van de neutrale laag gunstiger. De riemtem peratuur wordt gunstig beïn vloed door het, t.o.v. het volume, relatief grotere oppervlak. H et normontwerp is in overeenstemming met de ISO-aanbevelingen: R 459 Grooved pulleys for narrow V-belts. Grooved Sections SPZ, SPA, SPB. R. 460 Length of narrow V-belts, Sections SPZ, SPA, SPB. Kritiek op dit normontwerp wordt gaar ne ingewacht vóór juni 1967 bij het Neder lands Normalisatie-instituut, Polakweg 5 te Rijswijk (Z.H.), alwaar ook exemplaren van dit normontwerp verkrijgbaar zijn te gen de prijs van ƒ 1,50 per stuk voor con tribuanten, onderwijsinstellingen en stude renden. Voor overige bestellers bedraagt de prijs ƒ 6,— per stuk. Bij aankoop van 10 of meer exemplaren van dit normontwerp kunnen getalskortin gen worden verleend van 5 tot 30 %. T IJD S C H R IF T E N R E V U E Uittreksels van enige belangrijke artikelen uit buitenlandse tijdschriften, zoals deze w orden verwerkt in de kaartzendingen, welke het Nationaal Technisch Instituut voor Scheepvaart en Luchtvaart maandelijks aan de daarop geabonneerden doet toekomen. De aanwinsten der bibliotheek op nautisch, resp. technisch gebied worden eveneens, op kaarten vermeld, aan bovengenoemde abonnees toegezonden. Niet-abonnees kunnen zich afzonderlijk op deze aan winstenlijst abonneren. Inlichtingen worden gaarne verstrekt door de directie van het Instituut, Burg. s’Jacobplein 10, Rotterdam (tel. 13 20 40). „Rudermoment-Messungen auf Grossen Schiffen”, M. Volger In zijn inleiding worden door de auteur i.v.m. de manoeuvreer baarh eid de grootte, constructie en bevestiging van het roer aan het achterschip besproken, alsmede het benodigde vermogen van de stuurm achine. Vervolgens betoogt de schrijver, dat de empirische form ules, die lange tijd zijn toegepast ter bepaling van het maximaal optredende roermoment niet meer voldoen voor de moderne uit voeringen van scheepsroeren en wordt door hem een methode aan gegeven, die is aangepast en kan worden aangewend voor meting v a n roermomenten van grote schepen. In grafieken worden de roerm om enten getoond van een 35.000 ton erts-olietanker en van resp. e e n 4S.0001 en een 78.000 ton tanker. Eveneens in grafische vorm w erden bijzonderheden weergegeven van een uitgevoerde Z-manoeuv re met 21° roeruitslag door een 48.000 tons tanker. De samen vatting behelst nadere bijzonderheden over de stuurproeven. (S c h ift und Hafen, dec. 1966, blz. 830-832, 4 graf.). „Computer-Designed Trawler” De motortrawler Haaja van 470 brt. is de eerste Noorse trawler, d ie met behulp van een „elektronisch brein” werd ontworpen. Als raadgevend bedrijf fungeerde een grote werf in Bergen, die alle mo gelijke gegevens verzamelde over de visserij in het noordelijk ge deelte van de Noordzee, t.w. uitgeoefende krachten door wind en golven, temperaturen van lucht en water, grootte en aard der vis vangsten, afstanden tot de visgronden en andere speciale problemen, d ie zich voordoen bij de visvangst. Het „elektronisch brein” van de universiteit van Bergen werd ingeschakeld om alle berekeningen van h e t ontwerp uit te voeren, teneinde een optimale vorm en optimale afm etingen te verkrijgen. Het afgeleverde vaartuig is 165 voet lang, 3 0 voet breed en heeft een holte van 22 voet. Het kan zowel dienst d o en ten behoeve van de verse visvangst of als vriestrawler. Een installatie aan boord kan per dag 15 ton vismeel leveren. Het maxi m u m machinevermogen bedraagt 1560 pk. De dekuitrusting is zowel geschikt voor diepzeevisserij als voor de z.g. zwevende trawl-visserij. De bemanning bestaat uit 25 man. (Ship and Boat Builder International, mei 1966, blz. 55). „E ïn neues Vcrfahren zur Ermittlung des augenblicklichen Wertes vom Druckanstieg im Motorzylinder”,Ko Terada Door de auteur wordt een nieuw ontwikkeld systeem beschreven, d a t het mogelijk maakt om op ieder moment het oplopen van de d ru k in een motorcilinder af te lezen. Een dergelijk systeem, ver volgt de schrijver, werd tot dusver door alle geïnteresseerden als e e n gemis gevoeld, omdat er op dit gebied geen enkele meetappa ra tu u r bestond. Vooral bij veranderlijk toerental kan het apparaat speciaal van nut zijn. De drukstijging-indicateur is niet alleen bruik b a a r voor zuiver wetenschappelijke problemen bij verbrandingsma chines, doch ook voor beproeving van motoren in werkplaatsen kan z e diensten bewijzen. De opbouw van het apparaat, dat het mecha nische arbeidsvermogen (druk in een cilinder) omzet in een elek trisch signaal wordt aan de hand van een schema uitvoerig be schreven. (V D l Zeitschrift, febr. 1967, blz. 128-133, 13 fig. en graf., 4 ref.). „British Computer will design „Perfect Ships” within hours” Een Amerikaans scheepsbouwbureau heeft een Engelse computer besteld, die in staat zal zijn aan de hand van enige gegevens het „perfecte schip” te ontwerpen voor iedere willekeurige speciale dienst. Een opdrachtgever, die door de computer een optimaal schip v oor een bepaalde trade wil laten berekenen dient behalve de scheepsgegevens nog inlichtingen te verstrekken over de „operating co st”, de te vervoeren lading, verzekering en andere belangrijke facetten. De computer kan dan aan de hand van deze gegevens het „perfecte” scheepsontwerp leveren. De computer, die ook door de Engelse Vickers Shipbuilding Group in gébruik zal worden genomen, is van het type 1902, I.C.T. (16K). (Maritime Reporter/Engineering News, 1 dec. 1966, blz. 52). „Keel laid for Jet-powered roll-on, roll-off Vessel” Op een der hellingen van de Sun Shipbuilding and D ry D oek Co. in de V.S. is de eerste sectie met een gewicht van 50 ton gelegd voor de dubbele bodem van een schip van een revolutionair ontwerp. Het schip is bestemd voor roll-on, roll-off verkeer en zal onder de naam Callaghan door de opdrachtgeefster, de „Am erican E xport Isbrandtsen Lines” op verschillende routes worden ingezet. De 700voet lange Callaghan zal niet alleen het grootste en snelste vracht schip onder de vlag van de Verenigde Staten worden, doch tevens het eerste koopvaardijschip, dat met speciale gasturbines voor de voort stuwing wordt uitgerust. Voor snelle ladingbehandeling worden laadopeningen in de voorsteven en zijpoorten aangebracht. De voortstuwingsinstallatie zal bestaan uit 2 gasturbines met ieder een ver mogen van 20.000 apk, die een snelheid van 26 mijl zullen geven. (Maritime Reporter/Engineering News, 15 jan. 1967, blz. 6). „Model Experiments on Sound Transmission from Engineroom to Accommodation in Motorships”, ir. J. H. Janssen Beschreven worden de resultaten van een onderzoek betreffende geluidsoverdracht zowel door de lucht als door scheepsverbanddelen, van de machinekamer naar accommodatieruimten rond de machinekamersohacht aan boord van een 14.000 dwt. shelterdeck dieselmotorsohip. Voor metingen m.b.t. geluidsoverbrenging door schot ten en dekken werd geëxperimenteerd met een schaalm odel van 1 : 10, van één kant van de machinekamersohaCht, compleet m et dekken, dekbalken, enz. vervaardigd van stalen plaat. Als middel tegen transmissie door sCheepsverbanddelen wordt aanbevolen u it laat- en andere pijpleidingen niet aan de platen van de machinekamerschacht te verbinden. De proefnemingen wezen uit, dat de ge luidsoverbrenging door de lucht bij het model en werkelijke schip aan elkaar gelijk zijn. Verdere experimenten worden aangekondigd. (Nederlands Scheeps-Studiecentrum TN O , rapport no. 87S, dec. 1966, blz. 7-13, 7 fig. en graf., 5 ref.). „Stresses in Transverse Shell Frames”, M. Williams In dit artikel wordt een verhandeling gegeven over de schade, die tijdens stormweer op de M idden-Atlantische Oceaan werd aange richt aan boord van een bulkcarrier van 20.000 ton dw. De schade omvatte het breken van een aantal dwarsscheeps geplaatste spanten in enige dieptanks, w aardoor ook scheuren in de huid ter plaatse optraden. Door een werf in de V.S. werden de nodige voorzieningen getroffen en nadat het schip in Amsterdam was gelost, werden extra versterkingen in de ruim en 3 en 5 en in de dieptank no. 4 aangebraoht. Op verzoek van de rederij werd na beraad met de scheeps werf besloten een aantal proeven te laten uitvoeren door de B.S.R.A., teneinde na te gaan door welke tekortkomingen aan de betrokken scheepsonderdelen de schade was aangericht. De auteur gaat nader in op de resultaten van 'het onderzoek. Tenslotte w orden enige bij zonderheden vermeld over het spanningsverloop van de betrokken constructiedelen in de scheepsromp van hetzelfde schip tijdens een reis in ballast. (Shipping World and Shipbuilder, jan. 1967, blz. 43-47, 8 fig.). „An Analogue Analysis of Ship Mooring”, P. M. Cashin De „Electrical analogue analysis”, die i.n dit artikel wordt behan deld, vormde een onderdeel van een uitgebreid onderzoek naar de mogelijkheid om scheepsbewegingen in bepaalde zeehavens te ver minderen. De resultaten van in Nieuwzeelandse havens gedane proefnemingen worden aan de orde gesteld. Doel van het onderzoek was om na te gaan op welke wijze men „open” havenbekkens kan vrijwaren van de schadelijke invloed van de bewegingen van gemeer de schepen. Enige havens, zoals b.v. Kaapstad, ondervinden veel hinder door het verschijnsel van „staande” golven („standing waves”). De theorie betreffende de invloed van scheepsbewegingen op kaden en steigers wordt besproken. Aan de hand van enige scheepsbewegingsvergelijkingen en grafieken wordt een en ander nader toegelioht. (The Doek and Harbour A uthority, dec. 1966, blz. 236-243, 9 fig. en graf., 1 foto).
© Copyright 2025 ExpyDoc