Voorwaardenvoor abonnementen

RIJKSREGISTER VAN DE NATUURLIJKE PERSONEN
ONDERRICHTINGEN VOOR
HET BIJHOUDEN VAN
DE INFORMATIEGEGEVENS
Gecoördineerde versie
01.10.2014
ONDERRICHTINGEN VOOR HET BIJHOUDEN VAN
DE INFORMATIEGEGEVENS IN HET RIJKSREGISTER
Gecoördineerde versie van 1 oktober 2014
IT206
IT013
IT010
Collecte
Wijzigingen ten opzichte van de versie van 1 juli 2014
Nieuwe code K2=06 : aan de grens (Dublin)
Code 04
Nieuwe structuur + opmerking naamswijziging
Nieuwe structuur + uitleg
IT 153
IT 246
IT 124
IT 125
IT 210/9
IT111-113
IT 013
IT 191
IT 123
Nr. 169 B
IT 031
Wijzigingen ten opzichte van de versie van 1 oktober 2013
Begraving in het buitenland (enkel Vlaanderen)
e-mailadres
Schijnhuwelijk (nieuw IT)
Schijn-wettelijke samenwoning (nieuw IT)
Inschrijving wachtregister (hoofdstuk 62)
Rechtsbekwaamheid (toepassing vanaf 1 september 2014)
Code 4
Rijbewijzen
Beëindiging – code 6
Suppressie
Code 33 - opmerking
IT 206
IT 195
IT 140-141
IT 120
IT 031
IT 001
IT 153
IT 132
Collecte
IT 130
IT 202
IT 019
IT 131
IT 199
IT 001
IT 123
Wijzigingen ten opzichte van de versie van 1 september 2012
Nieuwe codes voor Raad van State, Raad voor Vreemdelingebetwistingen en CGVS
Invoering bijlage 6 en 12 / Suppressie
Toepassing voor FOD BuZa
Polygame huwelijken / Nietigverklaring huwelijken
Nieuwe codes
Afvoering van ambtswege buitenland – code 99992
Uitvaartcontract voor gemeenten Vlaams Gewest
Stemrecht Belgen in het buitenland – nieuw hoofdstuk
E-Birth: collecte van kind met ouder in wachtregister - Controle
Kiesgegevens – nieuw hoofdstuk
Code 4.1.6 – toevoeging Taiwan
Uitbreiding tekstzone
Automatische suppressie
Paspoort – codes statuut
Code 99993
Zorgwonen: interpretatie - voorbeelden
IT 192
IT 195
Collecte B.S.
Nr. 447
Nr. 176
Nr. 309
IT 110
IT 153
IT 150
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Wijzigingen ten opzichte van de versie van 2 december 2011
Nr. 533 - Opmerking
Nieuwe codes V.I.K.
Aanvulling
Inschrijving E.U.burgers
Fictief adres voor DVZ
Nietigverklaring huwelijk na echtscheiding
Afstamming na naamswijziging
Toevoeging gemeente van begraving
e-Death: Aanpassing structuren
INLEIDING
AFKORTINGEN EN SYMBOLEN
I.
AFKORTINGEN
M.B.
K.B.
KWB
B.S.
W.
A.O.
M.O.
N.I.S.
B.W.
IT
OC
D
R-kaart
FOD
II.
Ministerieel besluit
Koninklijk besluit
Kieswetboek
Belgisch Staatsblad
Wet
Algemene onderrichtingen
Ministeriële omzendbrief
Nationaal Instituut voor de Statistiek
Burgerlijk Wetboek
Informatietype
Operatiecode
Dienstcode
Door het Rijksregister opgestelde steekkaart ten behoeve van de gemeente, of
in het on-line systeem gedrukte steekkaart op het eindstation van de gemeente.
Federale Overheidsdienst
SYMBOLEN
In de structuren van de informatietypes kunnen de volgende symbolen voorkomen:

N
A
X

Gecoördineerde versie
01.10.2014
blanco of spatie, d.w.z. geen informatie;
numeriek teken, de cijfers van 0 tot 9;
letterteken, te weten de hoofd- en kleine letters evenals de blanco of spatie;
alfanumeriek teken, dat wil zeggen : lettertekens of cijfers;
volgende speciale tekens:
, komma
. punt
; puntkomma
: dubbelpunt
/ schuine streep
( open haakje
) gesloten haakje
+ plus
- min
- koppelteken
* asterisk
III.
INHOUD
Omschrijving
Deel 1 :
Definities
Deel 2 :
Algemene Werkwijze
IT
1 - 17
I. De Basisverzameling
II. De collecte burgerlijke stand
III. Bijwerking van de informaties
IV. Bijzondere structuren
Deel 3 :
Nummers
25
28
32
39
De informaties
Hoofdstuk 1
Het identificatienummer van de natuurlijke personen
000
100 – 109
Hoofdstuk 2
Referentiedossier
002
111 – 113
Hoofdstuk 3
Geslachtsverandering
004
114 – 116
010 - 011 - 012 013
121 – 149
135d
001
161 - 171
018 - 019 - 020 –
022 - 023 - 026
185 - 190
Hoofdstuk 7
Aangifte van aanvraag tot inschrijving
005
194
Hoofdstuk 8
Bepaling van de hoofdverblijfplaats
003
212 – 217
Hoofdstuk 9
Plaats van herkomst
006
218 - 220
Hoofdstuk 10
Tijdelijke aanwezigheid
007
222
Hoofdstuk 4
Familienaam en voornamen, adellijke titel
“De zich noemende …”
Hoofdstuk 5
Gemeente van verblijf
Hoofdstuk 6
Adres
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Hoofdstuk 11
Recht op terugkeer
008
223
Hoofdstuk 12
Referentieadres
024
266
Hoofdstuk 13
Wettelijke woonplaats
027
267
Hoofdstuk 14
Voorlopige inschrijving
028
268
Hoofdstuk 15
Geboorteplaats
100
271 - 278
Hoofdstuk 16
Geboortedatum (aangegeven)
101
280
Hoofdstuk 17
Afstamming
110
281 - 292
Hoofdstuk 18
Statuut van de persoon die vertegenwoordigd (bijgestaan) wordt
111
294 - 295
Hoofdstuk 19
Persoon die vertegenwoordigt of bijstaat
113
296 - 299
111 - 113
300
120
301 – 312
313
314
315
121
316 - 319
122
320
Hoofdstuk 19bis
IT 111 – Juridisch statuut van de persoon
IT 113 – De naam, de voornaam en het adres
van de bewindvoerder over de goederen of
van de persoon van wie melding wordt gemaakt in de in artikel 1249, eerste lid, van het
Gerechtelijk Wetboek bedoelde beslissing
III.
IT 113 – Voor niet-ontvoogde minderjarigen:
de identiteit van de voogd (en de toeziende
voogd) of van de pleegvoogd.
I.
II.
Hoofdstuk 20
Burgerlijke staat
Model 7ter: notificatie van een huwelijk
Akten van bekendheid
Nietigverklaring van akten
Hoofdstuk 21
Geboorteplaats van de echtgenoot
Hoofdstuk 22
Contract (huwelijks- en vermogensrechtelijk)
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Hoofdstuk 23
Wettelijke samenwoning
Hoofdstuk 24
Overlijden (de plaats en datum van het overlijden) –
Gerechtelijke beslissing tot verklaring van overlijden
123
321 - 323
150
325 – 328
Model 7bis: notificatie van een overlijden
329
Hoofdstuk 25
Beslissing tot verklaring van afwezigheid
151
334
Hoofdstuk 26
Samenstelling van het gezin
140 - 141
341 - 352
Hoofdstuk 27
070
361 - 365
Hoofdstuk 28
De pensioenbrevetten
073
370 - 372
Hoofdstuk 29
Speciale pensioenbrevetten
074
375
Hoofdstuk 30
160
381
Hoofdstuk 31
Nationaliteit
031
401 - 406
Hoofdstuk 31bis
Meervoudige nationaliteit
032
407 - 409
Hoofdstuk 32
De kiesgegevens
130
410 - 413
Hoofdstuk 33
Kiesgegevens vreemde onderdanen
131
415 - 419
Hoofdstuk 34
Stemrecht Belgen in buitenland
132
420 - 423
Hoofdstuk 35
Leurderskaart
193
425 - 427
Hoofdstuk 36
Informaties betreffende vreemdelingen
197 – 198 – 200
431 – 434
Beroep
Militie
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Hoofdstuk 37
Vermelding van het register
210
446 - 448
Hoofdstuk 38
Rijbewijs
191
451
Hoofdstuk 39
Identiteitsbewijs
195
461 - 468
Hoofdstuk 40
Sociale Zekerheidskaart
196
472
199
476 – 484
Hoofdstuk 42
Boek- en bladnummer
240
486 – 489
Hoofdstuk 43
Gemeentelijke informatie
246
496 - 497
Hoofdstuk 44
Erkenning van titel
190
501 - 503
Hoofdstuk 45
Bijzondere informatie (vreemdelingen)
202
506
Hoofdstuk 46
Wachtregister
205 - 206 - 207
507 - 509
Hoofdstuk 47
Niet mededeelbaar adres
252
510
Hoofdstuk 48
Collectedatum
253
511
Hoofdstuk 49
Datum laatste bijwerking
254
512
Hoofdstuk 41
Paspoort (Belg)
Hoofdstuk 50
Codificatie van openbare wegen
517
Hoofdstuk 51
Transplantatie van organen
521 - 529
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Hoofdstuk 52
Informatie “schenking van organen”
192
530 - 534
Hoofdstuk 53
Wijze van teraardebestelling
152
535 - 536
Hoofdstuk 54
Aangegeven adres (wachtregister)
214
537 - 539
Hoofdstuk 55
Bestaan van het identiteits- en handtekeningsertificaat
180
540
Hoofdstuk 56
Wijze van lijkbezorging en rituelen
153
545
040 - 046
550 - 561
251
565
Hoofdstuk 59
Verwijzing geannuleerd dossier
250
566
Hoofdstuk 60
Schijnhuwelijk
124
570
Hoofdstuk 61
Schijn-wettelijke samenwoning
125
580
Hoofdstuk 57
Informatie van het register van afgevoerden van de
Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid
Hoofdstuk 58
Datum bijwerking hoofdverblijfplaats
Hoofdstuk 62
De inschrijving in het wachtregister van de vreemdelingen die niet beschikken over een identificatienummer
van het Rijksregister en die in het huwelijk willen treden
of een verklaring van wettelijke samenwoning willen afleggen
IV. BIJLAGEN
1. Formulier A83.
2. Lijst van de informatietypes.
3. Lijst van de transactiecodes.
4. Lijst van de verwerpingscodes
Gecoördineerde versie
01.10.2014
DEEL 1
DEFINITIES
Gecoördineerde versie
01.10.2014
DEFINITIES
1.
Het bijhouden van de informatiegegevens kan onder verschillende vormen gebeuren.
Werkelijke wijzigingen
2.
In de loop van zijn bestaan kunnen wijzigingen optreden in bepaalde elementen van de staat, de
rechten of de gezinstoestand van een persoon (bijvoorbeeld: een ongehuwde trouwt, de opeenvolgende
adresveranderingen, ...).
Deze werkelijke wijzigingen worden bij conventie bijwerkingen genoemd.
3.
Daarnaast kunnen een aantal wijzigingen optreden die even reëel zijn, maar die geen aanleiding geven tot het vervallen van een oude informatie; zij leiden zonder meer tot de suppressie van de oude informatie. Dit is bijvoorbeeld het geval voor een vreemdeling die de Belgische nationaliteit verkrijgt: deze
wijziging geeft onder meer aanleiding tot de suppressie van de informatie "nummer van de Dienst
Vreemdelingenzaken".
Verkeerde informaties
4.
Naast de werkelijke wijzigingen, die we bijwerkingen of suppressies noemen, is er een ander aspect.
Dit betreft de vergissingen die gemaakt werden bij het invoeren van de informatie in het Rijksregister. In
dit geval spreken we van een verbetering of een annulatie.
5.
Men spreekt van verbetering wanneer een verkeerde informatie vervangen wordt door de juiste.
Bijvoorbeeld een vergissing (fout) in een of ander nummer (identiteitskaart, beroepskaart) of in een ander gegeven (verkeerde burgerlijke staat, verkeerde naam, enz...).
6.
Wanneer een informatietype werd doorgegeven voor een persoon op wie het geen betrekking heeft,
dan moet er een annulatie (vernietiging) gebeuren. Bv. per vergissing een adellijke titel vermelden voor
een persoon die geen titel draagt.
7.
Sommige vergissingen kunnen, zonder meer, de annulatie van een volledig dossier tot gevolg hebben. Dit zal het geval zijn wanneer de vergissing betrekking heeft op het geslacht of op de geboortedatum. Deze twee informaties vormen inderdaad de basis voor het toekennen van het identificatienummer
van de natuurlijke personen.
8.
Men moet er op letten in bepaalde gevallen de bovenstaande begrippen niet te verwarren. Zo is een
wijziging van de familienaam, die volgt uit een rechtzetting van de naam uitgaande van het gerecht of
van de administratie, een werkelijke wijziging, dus een bijwerking.
Iets helemaal anders is de verbetering van een fout die gemaakt werd bij de registratie van een
naam in het Rijksregister.
Verrijkingen
9.
Het opslaan van de informaties in het Rijksregister kan in verschillende fasen uitgevoerd worden.
Indien de eerste inzameling alleen basisgegevens bevat die tot doel hebben een identificatienummer
van een natuurlijke persoon toe te kennen, dan volgen daarop verschillende fasen (hun aantal hangt af
van de werkregeling in de gemeenteadministratie), waarin nieuwe informatietypes aan het dossier worden toegevoegd, totdat ten slotte de volledige inhoud van de bevolkingsregisters is overgenomen. Deze
toevoegingen worden bij conventie verrijkingen genoemd.
10.
Deze verrijkingen kunnen op hun beurt twee aspecten vertonen.
Ten eerste kan een nieuw informatietype (bv. de samenstelling van het gezin) opgenomen worden met
Gecoördineerde versie
01.10.2014
de gegevens van de dag waarop het zich voordoet.
Ten tweede kunnen oudere gegevens die door de tijd achterhaald zijn, toegevoegd worden. In dit geval
spreekt men van verrijking van historische informatie.
11.
Men mag inderdaad niet vergeten dat informatie die in het Rijksregister opgenomen is, niet wordt uitgewist wanneer zij achterhaald of gesupprimeerd is.
Op ieder moment kan het Rijksregister dus een overzicht geven van de informaties die voor een bepaalde persoon werden opgenomen. De verbeterde of geannuleerde informaties zullen, tot nader order, uitgewist worden.
Wijzigingen met autogeneratie.
12.
De wijziging van een informatie met betrekking tot één persoon kan een weerslag hebben op andere
personen. Zo bv., wanneer een gehuwd man overlijdt, wordt zijn echtgenote weduwe, en vaak referentiepersoon. Binnen bepaalde perken kan de computer verscheidene wijzigingen aanbrengen uitgaande
van één enkele.
Indien een bepaald dossier niet kan bijgewerkt worden met autogeneratie levert dit een verwerping op.
Deze verwerping ziet er als volgt uit: “ AUTO NOK + NN (= identificatienummer van betrokken dossier)”.
De nodige zorgvuldigheid moet aan de dag gelegd worden bij het inbrengen van informatiegegevens
die een autogeneratie veroorzaken in het dossier van de partner. Bij het verschijnen van de voormelde
verwerping moet in ieder geval het betrokken dossier nagekeken en verbeterd worden.
Opmerkingen.
13.
De automatische informatieverwerking vereist van de gebruiker een strikte opvolging van de voorgeschreven regels.
De computer werkt immers volgens een streng programma en past geen enkele fout aan. Wanneer het
een grove vergissing betreft (onmogelijke geboortedatum) wordt de informatie verworpen. Indien dit niet
het geval is, wordt zij aanvaard. De vergissing zal maar ontdekt worden na de behandeling en het drukken van het document van de bijwerking. Een nieuwe cyclus zal nodig zijn voor de verbetering.
14.
Het regelmatig bijhouden van de informatiegegevens is van levensbelang voor de goede werking van
het systeem.
Het is nodig dat deze werkzaamheden ingeschakeld worden in de organisatie van de dienst die belast is
met het bijhouden van de bevolkingsregisters zodat elke wijziging aangaande een persoon onmiddellijk
aan het Rijksregister meegedeeld wordt.
15.
De wijzigingen door middel van teleprocessing. Het doorgeven gebeurt in code (altijd in geval van
teleprocessing) of voluit geschreven. In dit laatste geval zal het Rijksregister of een regionaal centrum
voor de codering zorgen. Het is wenselijk dat de codering, in de mate van het mogelijke, in de gemeente zelf gebeurt, dit om een opeenhoping van vergissingen te vermijden bij het voluit overschrijven en bij
het omzetten in code-vorm daarna. De gemeente blijft echter vrij in de keuze van de methode.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Samenvatting.
16.
Het bijhouden van de informatie gebeurt op de volgende manieren :
a. de informatie komt niet voor in het dossier.
(1) omdat ze nog niet werd opgenomen :
verrijking (een bestaand feit)
verrijking van historische informatie (achterhaald feit).
(2) omdat het feit nieuw is :
verrijking (bv. overlijden).
b.
de bestaande informatie is achterhaald.
(1) zij wordt op haar vervaldatum vervangen door een nieuwe informatie van dezelfde aard =
bijwerking.
(2) zij wordt op haar vervaldatum niet vervangen door een nieuwe informatie van dezelfde aard
= suppressie.
c.
de bestaande informatie is foutief.
(1) zij wordt vervangen door de juiste informatie = verbetering of verbetering in historiek (correctie).
(2) zij wordt niet vervangen door de juiste informatie = annulatie (vernietiging).
17.
In het volgende deel wordt beschreven welke algemene werkwijze men dient te volgen voor het bijhouden van de informaties. Hierin komen noodzakelijk de volgende elementen voor :
a. identificatie van het te wijzigen dossier.
b. over welke aard van bijhouding, m.a.w. van operatie gaat het ?
c. welke informatie moet er gewijzigd worden ? (informatietype).
d. op welke datum wordt deze wijziging van kracht ?
e. ten slotte, de wijziging zelf.
18. - 24.
Reserve.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
DEEL 2
ALGEMENE
WERKWIJZE
Gecoördineerde versie
01.10.2014
I. Basisverzameling of collecte door de bevolkingsdienst.
25.
Basisverzameling van een dossier
Ieder persoon moet een enig identificatienummer bezitten. Dit nummer wordt het identificatienummer
van het Rijksregister van de natuurlijke personen, of het nationaal nummer, genoemd.
Het wordt toegekend na het invoeren van de basisgegevens.
De basisverzameling, of collecte, van een dossier kan ingevoerd worden aan de hand van het formulier
A.83 (zie hierna).
De collecte wordt meestal door middel van teleprocessing uitgevoerd, met gebruikmaking van transactiecode 98.
De structuur van de basisverzameling die door een terminal wordt verstuurd ziet er als volgt uit:
SLEUTEL
N N N N N N N

TC
9 8

PARAMETERS VAN DE
COLLECTE (formulier A.83)
0 1
Bij aanvaarding van de basisverzameling ontvangt men als antwoord:
“COLL OK – I.N.” gevolgd door het toegekende Rijksregisternummer.
26.
Na het invoeren van de basisverzameling wordt het Rijksregisternummer in het bestand van de natuurlijke personen toegekend.
Met het oog op de toekenning van een Rijksregisternummer worden de informatiegegevens van de
naam, de voornamen, de geboortedatum en het geslacht van de nieuwe persoon vergeleken met de
dossiers van de personen die reeds geregistreerd werden in het Rijksregister. Als de informatiegegevens
dezelfde zijn, wordt de collecte niet aanvaard.
27.
Alle vakken van moeten worden ingevuld, eventueel met nullen. Voor deel II (facultatief gedeelte) geldt
deze verplichting enkel als één van de informaties na vak 83 verschillend is van nul. Vooraleer de persoonsgegevens in te brengen is het nuttig een fonetische ondervraging te doen, om na te gaan of
aan deze persoon reeds een identificatienummer werd toegekend.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
BASISVERZAMELING NATUURLIJKE PERSOON
Rijksregister
Park Atrium
Koloniënstraat 11
1000
BRUSSEL
C
C
0
I.
A.83
NIS-code Gemeente
1
Structuur “ COLLECTE”
A
Geboortedatum
B Code geslacht-nationaliteit
C.1 Een enkele naamgroep
FAMILIENAAM – VOORNAMEN (max. 15 codes)
Naamcode(s)
*
*
Voornaamcode(s)
*
*
*
*
C.2 Twee naamgroepen
FAMILIENAAM – VOORNAMEN (max. 15 codes)
Naamcode(s) groep 1
D
*
*
Naamcode(s) groep 2
Inschrijvingsdatum
E
Voornaamcode(s)
*
*
*
*
Nationaliteit
Adres
F
Datum
Postcode
Straatcode
Huisnummer
II. Collecte : facultatief gedeelte
Adres - Index
Boek - blad
III. Structuur “Bijwerking” :
* * 100/0/DDMMJJJJ/*/NNNNN/NIS-code of plaats en landencode (NNN)
* * 101/0/NN
* * 210/N/N
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Adellijke titel
Het formulier wordt als volgt ingevuld :
-
Vakken bovenaan :

C-C :

NIS-code Gemeente : Het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) heeft een cijfercode
opgesteld, waardoor iedere gemeente als volgt wordt geïdentificeerd :
code 01
1ste cijfer
2de cijfer
3de, 4de en 5de cijfer
-
:
:
:
provinciecode;
arrondissementscode binnen een bepaalde provincie;
gemeentecode binnen een bepaald arrondissement.
Structuur van de basisverzameling :
A. Geboortedatum
:
B. Geslacht en nationali- :
teit
DD MM JJJJ. De groep JJJJ duidt de eeuw en het jaartal
aan.
Voor ééntalige gemeenten worden volgende codes gebruikt :
1:
2:
3:
4:
5:
6:
7:
8:
Belgische man (franstalig)
Belgische vrouw (franstalig)
man van vreemde nationaliteit (franst.)
vrouw van vreemde nationaliteit (franst.)
Belgische man (nederlandstalig)
Belgische vrouw (nederlandstalig)
man van vreemde nationaliteit (nederl.)
vrouw van vreemde nationaliteit (nederl.).
Voor gemeenten van het type B1 of F1 gebruikt men de codes 1, 2, 3 of 4 om een persoon in het Frans in te schrijven;
de codes 5, 6, 7 of 8 gebruikt men om een persoon in het Nederlands in te schrijven.
Voor gemeenten van het type D2 worden de codes 5, 6, 7 of
8 gebruikt om een persoon in het Duits in te schrijven.
C. Naam- en voornaam- :
codes
C.1 Eén naamgroep
De familienaam en de voornamen moeten in code opgenomen worden (maximaal 15 codes).
Achtereenvolgens de codes invullen die overeenstemmen
met de bestanddelen van de naam en de voornamen. De codes bevatten steeds 6 cijfers of 1 letter en 5 cijfers. Ze kunnen
bekomen worden met de transactie 02.
Een voornaamcode mag niet voorafgaan aan een naamcode.
C.2 Dubbele naam
Gecoördineerde versie
01.10.2014
In de terminologie van het Rijksregister zal de dubbele naam
die wordt toegekend met toepassing van de wet van 8 mei
2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op
de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij
de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde (B.S. van 26 mei 2014) voortaan aangeduid worden als “naamgroep”.
De familienaam wordt eerst vermeld en de twee delen van de
naam zijn door één enkele spatie gescheiden.
Deze dubbele naam moet worden ingevoerd op basis van de
bestaande naamcodes.
Er mogen geen nieuwe naamcodes worden toegekend voor
de dubbele naam als geheel.
Voor een koppelteken tussen twee namen wordt de code
999998 gebruikt; een koppelteken tussen twee voornamen
wordt weergegeven met de code 099998. De datum van deze
informatie zal steeds de geboortedatum zijn. Daarom is de
persoon te registreren met zijn naam op dat ogenblik.
D. Inschrijvingsdatum
:
DD MM JJJJ. De inschrijvingsdatum mag nooit voor de geboortedatum liggen.
E. Nationaliteit
:
Deze informatie is verplicht. Er moet overeenstemming zijn
met de code in vak B. Voor Belgen is de code 150.
F. Adres
:
Dit veld bestaat uit 5 subvelden :
de eerste 8 posities bevatten de datum van de informatie: DD MM JJJJ. Indien deze gelijk is aan de inschrijvingsdatum mag hij door nullen vervangen worden;
het postnummer in 4 cijfers ;
de straatcode in 4 cijfers ;
het huisnummer in 4 cijfers. Het nummer 31 wordt ingegeven als 0031;
het indexnummer . Dit veld is facultatief. Het bestaat
uit een grafiek van cijfers, letters of speciale tekens.
Een appartementsnummer is toegelaten.
Boek- en bladnummer
:
De eerste 3 cijfers zijn in principe die van het boek, en de 4
volgende die van het blad.
De cijfers moeten vanaf de rechterkant ingevuld worden voor
het nummer van het boek en voor het bladnummer, eventueel
aan te vullen met nullen links van het boek- of bladnummer.
Deze zone mag enkel cijfers bevatten. Indien deze informatie
opgenomen is in het gedeelte "collecte" mag een informatie
van dit type niet voorkomen in het gedeelte "bijwerking".
Voorbeeld :
Adellijke titel
-
:
boek 12 – blad 202 wordt ingevoerd als
0120202.
Facultatief veld bestaande uit twee posities voor de code van
de adellijke titel (zie nr. 142).
Structuur bijwerking:
De informatietypes 100 (geboorteplaats), 101 (geboortedatum) en 210 (register van inschrijving)
moeten eveneens verplicht worden opgenomen in de collecte.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
II. Inzameling van de geboorte door de dienst van burgerlijke stand (Collecte B.S.)
28.
Context en doel.
De wijzigingen betreffen de modernisering van de bevolkingsdiensten door een onmiddellijke opneming
(maar onder voorbehoud van latere validatie) van de gegevens die vermeld staan op de geboorteakte die
opgemaakt werd door de gemeente van geboorte, en het versneld doorgeven van de geboorten naar, enerzijds, de gemeente van verblijf van het pasgeboren kind (die voormelde gegevens moet valideren), en, anderzijds, de overheden en instellingen die gemachtigd zijn om toegang te hebben tot de identificatiegegevens
van het Rijksregister.
De wijzigingen hebben betrekking op de informatiegegevens die opgenomen worden bij
een pasgeboren kind door de gemeente van geboorte, op basis van de geboorteakte.
de inzameling van
Opmerking: deze collecte mag niet worden uitgevoerd voor de kinderen van asielzoekers aangezien
enkel de Dienst Vreemdelingenzaken bevoegd is voor de inzameling in het wachtregister.
Indien bij de invoering van een collecte burgerlijke stand blijkt dat één van de ouders van het kind is
ingeschreven in het wachtregister wordt de volgende foutboodschap weergegeven: “Deze collecte
mag enkel door DVZ worden uitgevoerd, de ouders staan vermeld in het wachtregister”.
De nodige documenten moeten bezorgd worden aan de Dienst Vreemdelingenzaken, Directie ASIEL, t.a.v.
de heer Patrick VANDENBRANDE, Antwerpsesteenweg 59 B te 1000 Brussel (fax: 02 274 66 62).
29.
Structuur van de collecte B.S.
A.
Algemeen.
De parameters van de inzameling (collecte) worden gewijzigd, om het voor de ambtenaar van de burgerlijke stand
in de gemeente van geboorte mogelijk te maken om de gegevens van een kind in te zamelen op basis van voorlopige gegevens, die opgenomen zijn in de geboorteakte na het opmaken ervan:
-
De collecte gebeurt op basis van het nieuwe document A.83bis – zie hierna.
-
De gemeente van verblijf wordt ervan op de hoogte gebracht dat een inzameling werd gedaan van een persoon over wie zij het beheer zou moeten hebben.
-
De gemeente van verblijf moet de gegevens nagaan van de verblijfplaats, de naam, het adres… en zij moet
de andere relevante gegevens invoeren, zoals de nationaliteit, de vermelding van het register (zie verder), de
gezinssamenstelling, de afstamming.
B. Verschillende scenario’s.
B.1. De gemeente van geboorte is verschillend van de gemeente van beheer:
1. Voorlopige inzameling met een code 02 door de gemeente van geboorte via het formulier A.83bis.
De informatiegegevens in het dossier zijn:
- IT001 (gemeente van beheer).
- IT010 (familienaam en voornamen).
- IT020 (adres van de hoofdverblijfplaats).
- IT031 (nationaliteit) met mogelijkheid van een nationaliteitscode tot 999.
- IT100 (geboorteplaats).
- IT101 (geboortedatum) met een code rechtvaardiging op 0
- IT210 (vermelding van het register) met een code register op 8.
- IT110 (afstamming) (vanaf 1/4/2010)
Als de basisverzameling aanvaard is, wordt de gemeente van verblijf, via de restart en de elektronische post
PUBEXI, op de hoogte gebracht van de collecte van een persoon van wie zij het beheer heeft.
Invloed op de toegepaste werkwijze: bijwerking van bepaalde informatietypes door een andere gemeente dan de
gemeente van beheer.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
De gemeente waar het kind zal verblijven, wordt onmiddellijk en automatisch van de voorlopige collecte van de geboorte op de hoogte gebracht via de vrije berichten in de informaticatoepassingen (Restart) en door een bericht via
de elektronische post van het Rijksregister (Pubexi).
Dergelijke collecte burgerlijke stand wordt gekenmerkt door de code 8 in het IT210 – register van inschrijving. Zij is
slechts voorlopig en moet uiteindelijk gevalideerd worden door de gemeente van verblijf: de geregistreerde gegevens moeten gecontroleerd worden en nadien gevalideerd door de code 8 te wijzigen in de code voor het overeenstemmende register van inschrijving (afhankelijk van het geval de code 1, 2, 3 of 4), op de datum van het oorspronkelijke IT210/8.
 De controle houdt in dat de correctheid van de gegevens die werden ingevoerd bij de basisverzameling moet
worden nagegaan. Eventuele fouten in het dossier moeten op dat ogenblik verbeterd worden door de gemeente
van verblijf als beheerder van het dossier.
Door het dossier achteraf te valideren bevestigt de gemeente van verblijf haar akkoord met de ingevoerde gegevens.
2. Controle van de ingevoerde informatiegegevens en eventuele verbetering door de gemeente van geboorte.
De eventuele verbeteringen kunnen uitgevoerd worden :

met behulp van de operatiecode 11 voor:

met behulp van operatiecode 25 voor:
- IT010 (familienaam en voornamen).
- IT020 (adres van de hoofdverblijfplaats).
- IT031 (nationaliteit).
- IT100 (geboorteplaats).
- IT110 (afstamming)
- IT 100 (geboorteplaats) voor toevoeging of verbetering van een aktenummer.
Invloed op de toegepaste werkwijze: bijwerking van bepaalde informatietypes door een andere gemeente dan de
gemeente van beheer.
De toestemming voor deze wijzigingen wordt gegeven in functie van de gelijkheid tussen NIS-code van de sleutel
die de transactie uitvoert en de NIS-code in het IT100 en de aanwezigheid van een code register 8 in het IT210.
3. De gemeente van beheer voert de nodige bijwerkingen uit om het dossier aan te vullen :
de eerste verplichte bijwerking is de volgende :
- bijwerking van het IT210 (vermelding van het register) via een operatiecode 10 om de juiste code van het register
in te voegen.
vervolgens :
- bijwerking van de andere informatietypes waarover ze beschikt.
B.2. De gemeente van geboorte is identiek aan de gemeente van beheer:
1.
2.
De inzameling wordt uitgevoerd door de dienst burgerlijke stand, onafhankelijk van de dienst
bevolking. Scenario identiek aan punt B.1.
De inzameling wordt uitgevoerd door de verenigde diensten burgerlijke stand en bevolking.
De collecte wordt ingezet met een code 01 via het formulier A.83.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
C. Het formulier A.83bis.
BASISVERZAMELING NATUURLIJKE PERSOON – COLLECTE B.S.
A.83bis
I.
C
C
0
2
NIS-code Gemeente
Structuur “ COLLECTE”
A
Geboortedatum
B Code geslacht-nationaliteit
C.1 Een enkele naamgroep
FAMILIENAAM – VOORNAMEN (max. 15 codes)
Naamcode(s)
*
*
Voornaamcode(s)
*
*
*
*
C.2 Twee naamgroepen
FAMILIENAAM – VOORNAMEN (max. 15 codes)
Naamcode(s) groep 1
D
*
*
Naamcode(s) groep 2
Inschrijvingsdatum
E
Voornaamcode(s)
*
*
*
*
Nationaliteit
Adres
F
Datum
Postcode
Straatcode
Huisnummer
II. Collecte : facultatief gedeelte
Adres - Index
Boek - blad
III. Structuur “Bijwerking” :
* * 100/0/DDMMJJJJ/*/NNNNN/NIS-code of plaats en landencode (NNN)
* * 101/0/NN
* * 110/0/DDMMJJJJ/Structuur ad hoc volgens type van afstamming
* * 210/0/8
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Adellijke titel
D. Bijlagen:
Aanwezigheid van een code BB in de postbus van de gemeente van woonplaats als de inzameling begonnen is
met een code 02 of via het formaat van het formulier A.83bis.
........
MSL/T9/09020301728
MSL/T9/09020301728
T999999 7 +000011000264 +000010000818 +000000000000 +000011000264 +000011000263
080505 152653 +00001
1014999 +000011014871 000000
BB 009020301728
RECLIBGEN DB-STATUS = 0502100
E. Voorbeeld van de structuur van een inzameling:
Sint-Agatha-Berchem (gemeente van geboorte) inzameling voor Charleroi (gemeente van beheer):
982103111 98 0252011030220091111994012848000000000000000000000000030220091500302
2009604375560045 A**1000030220090454521003**101000**21008
F. Afdruk van het dossier:
XXXX367 79 09020301134 N
16.02.2009 13:39:14
DOSSIER MET HISTORIEK
N.N./09.02.03=011-34
001 03.02.2009 Verblijfplaats: Charleroi
010 03.02.2009 Naam : Alesi Voornamen : Boris
020 03.02.2009 Adres : 6043 Rue du Vigneron,45/ A
031 03.02.2009 Nationaliteit : Belg
100 03.02.2009 Geboren te Sint-Agatha-Berchem Akte nr. : 4545
101 03.02.2009 geboortedatum : 03.02.2009 bewijsstuk :
Uittreksel uit de geboorteakte
101 03.02.2009 Kind van: Alesi, Nestor (80.30.83.15 257-59) en van:
Mobutu Esperance (70.03.01 318-76)
210 03.02.2009 Collecte Burgerlijke stand
253 16.02.2009 Collecte van 16.02.2009
254 16.02.2009 Laatste bijwerking op 16.02.2009
G.
Bericht via PUBEXI:
NN : XXXXXXXXXXX – Commune/Gemeente = YYYYY
XXXXXXXXXXX is het nationaal nummer van de collecte.
YYYYY is de NIS-code van de gemeente van geboorte die de collecte heeft uitgevoerd.
30 – 31.
Reserve.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
III. Bijwerking van de informaties.
32.
De computer gaat systematisch na of er overeenstemming bestaat tussen de identificatiegegevens die
worden ingevoerd bij de transacties met betrekking tot het bijhouden van de informaties en de inhoud van
het betrokken dossier in het Rijksregister. Als er geen overeenstemming is, volgt een verwerping.
33.
De volgende gevallen kunnen aanleiding geven tot een verwerping :
-
een foutief identificatienummer;
-
alleen de gemeente waar de inwoner is ingeschreven, mag het dossier wijzigen.
Hierop zijn twee uitzonderingen.
In het geval van autogeneratie kan de wijziging van het dossier van een inwoner uit gemeente A een
wijziging teweegbrengen in het dossier van een inwoner uit gemeente B.
Bovendien kunnen de gemeenten die via terminal met het Rijksregister verbonden zijn, onder bepaalde voorwaarden, de informatie 001 in historiek bijwerken, ter gelegenheid van de inschrijving van
een inwoner in de gemeente.
-
34.
een tegenstrijdigheid van andere elementen; dit kan te wijten zijn aan een vergissing bij het overschrijven of aan de aard van de gegevens die reeds opgenomen zijn in het dossier.
Algemene structuur voor het bijhouden van de informatiegegevens.
De algemene structuur voor het bijwerken van gegevens er als volgt uit :
PARAMETERS BIJWERKING
SLEUTEL
IDENTIFICATIENUMMER
 TC 
N N N N N N N
N N
N N N N N N N N N N N
VAST GEDEELTE VOOR IEDERE TRANSACTIE
VARIABEL GEDEELTE
sleutel:
moet beschouwd worden als het paswoord dat bij iedere transactie moet meegestuurd worden. In het terminal-protocol bestaat de sleutel uit 7 cijfers: de eerste vier veranderen maandelijks; het getal van de laatste drie cijfers moet, enkele gevallen uitgezonderd, na elke transactie met één vermeerderd worden.
tc:
transactiecode 97 of 99.
Na een bijwerking met code 97 antwoordt het Rijksregister met een korte ontvangstmel ding.
Een bijwerking met code 99 geeft aanleiding tot het versturen van een nieuwe bevolkingskaart.
identificatienummer:
parameters:
Gecoördineerde versie
01.10.2014
moet worden ingebracht in 11 cijfers.
dit veld bevat de eigenlijke bijwerking.
De structuren verschillen naargelang het informatietype dat moet bijgewerkt worden. Zij
worden uitvoerig beschreven in “Deel 3: De informaties”.
De algemene structuur voor de eigenlijke bijwerking ziet er als volgt uit:
OC
IT
D
D
D
DATUM
M M J J
I
J
J
- operatiecode
(O.C.)
- informatietype
(I.T.)
- dienstcode
(D)
- datum van de informatie (8 cijfers DD MM JJJJ) (DATUM)
- eigenlijke informatie (veranderlijke lengte)
(I)
(2 cijfers)
(3 cijfers)
(1 cijfer)
OPMERKINGEN :

In sommige gevallen kan van de algemene structuur voor de bijwerking worden afgeweken.

Als gevolg van de aanpassing van de programma’s aan het jaar 2000 moet er rekening gehouden
worden met het volgende:

Iedere datum wordt uitgedrukt in acht cijfers, in volgend formaat: de dag in 2 cijfers, gevolgd
door de maand in 2 cijfers en het jaartal in 4 cijfers (DDMMJJJJ).

De NIS-code die volgt op het identificatienummer mag niet meer ingebracht worden.

De zone, bij het opstarten van het Rijksregister, voorzien om tienmaal het cijfer 0 in te voeren
na de NIS-code van de gemeente van beheer, is niet meer toegelaten.

De parameters van iedere bijwerking mogen door een gelijkheidsteken van elkaar gescheiden worden.

In dezelfde transactie kunnen maximaal 3 bijwerkingen tegelijkertijd verzonden worden. In dat geval
moeten zij gescheiden worden door een specifiek teken, afhankelijk van het type terminal.

Het is niet toegelaten meervoudige bijwerkingen uit te voeren van de informatietypes 110, 120 en
141.

Er kunnen zich eveneens moeilijkheden voordoen bij het gelijktijdig inbrengen van informaties 120 of
141 met andere informatietypes die ook aanleiding kunnen geven tot autogeneratie (001 en 020 met
dienstcode 3).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
35.
Operatiecodes
a.
Algemene codes.
10
11
12
13
17
b.
bijwerking of verrijking
verbetering of verbetering in historiek
suppressie
annulatie of annulatie van informatie in historiek
invoering van informatie in historiek of verrijking van historiek
Bijzondere codes.
14
16
19
20
21
23
25
aanduiding van de gebruikelijke voornaam
toevoeging koppelteken
toevoeging of verwijdering van de fusie van twee gemeenten
verbetering van een datum
toevoeging van voornamen
hernummering van de woningen
verbetering of toevoeging van een aktenummer van de burgerlijke staat.
De structuur van de datums wordt behouden in het binair dossier.
36.
Informatietypes (I.T.).
a. Elk informatietype heeft een eigen codenummer bestaande uit 3 cijfers. Deel 3 behandelt de te volgen werkwijze voor elk informatietype.
b. Een lijst van de verschillende informatietypes met het overeenstemmend codenummer is toegevoegd
als bijlage 2.
Voorbeeld :
Gecoördineerde versie
01.10.2014
informatie " adres " : I.T. 020.
37.
Dienstcodes (D).
a. In principe is de dienstcode 0 (nul) d.w.z. een bewerking volgens het gewoon programma.
b.
De code 1 wordt gebruikt om verschillende feiten in te voeren die dezelfde dag hebben plaatsgehad.
Bijvoorbeeld: om in de informatie 120 twee informaties met betrekking tot de burgerlijke staat, zoals
een huwelijk en een weduwschap op dezelfde dag, in te voeren.
c. De code 2 wordt gebruikt om een informatie in historiek te kunnen verbeteren.
d.
De code 3 kan gebruikt worden in de informaties 001 en 020 voor de gezamenlijke wijziging van de
hoofdverblijfplaats van een gezin, en voor het invoeren van een fusie van 2 gemeenten.
e.
De code 4 moet gebruikt worden in de informatietypes 120 en 121 wanneer een echtgenoot jonger is
dan de voor het aangaan van een huwelijk wettelijk toegelaten leeftijd. Deze code kan eveneens gebruikt worden voor het verwijderen van een fusie van 2 gemeenten.
f.
De code 5 wordt gebruikt bij code 01 van het pensioenbrevet (IT 073) indien het jaar en de
maand van het
brevetnummer niet gelijk zijn aan deze van het identificatienummer.
g.
De dienstcode 7 wordt gebruikt in de verkorte structuur voor het invoeren van het IT 132
(stemrecht Belgen in het buitenland).
h.
38.
De dienstcodes 8 en 9 kunnen niet meer gebruikt worden . De dienstcode 9 werd
vervangen door dienstcode 0.
Datum
a. De datum is, in principe, steeds de datum van het feit dat aan de oorzaak ligt van de bijwerking, bijvoorbeeld: de datum van inschrijving in de gemeente, de datum van het huwelijk, de datum van aangifte van het beroep.
b. De datum wordt in 8 cijfers geschreven : 02 06 2000 = 2 juni 2000.
c.
Is de datum onbekend en betreft het een andere informatie dan de burgerlijke staat, dan kan men de
datum vermelden waarop de gemeente kennis genomen heeft van het feit of die van de dag na de
volkstelling in de loop waarvan het feit ter kennis werd gebracht.
d.
Burgerlijke staat: wanneer de datum onbekend is dan mag het jaar waarin het feit zich vermoedelijk
heeft voorgedaan bij benadering opgetekend worden. De datum heeft natuurlijk geen enkele waarde.
Deze werkwijze mag slechts uitzonderlijk worden toegepast, gelet op de mogelijke risico’s voor informatie in historiek (huwelijk en echtscheiding in een jaar bij benadering).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
e. In bepaalde gevallen is het mogelijk dat twee feiten zich voordoen op dezelfde dag.
Voorbeeld : in het I.T. 120: huwelijk en weduwschap dezelfde dag;
in het I.T. 110: erkenning dezelfde dag als een andere vorm van afstamming.
Alleen in die gevallen zullen twee opeenvolgende bijwerkingen met dezelfde datum aanvaard worden.
f.
De te vermelden datum bij een verbetering (OC 11) is die waarop het feit uitwerking heeft, en niet de
datum waarop de verbetering wordt aangebracht.
g. De te vermelden datum bij een suppressie (OC 12) is die waarop de informatie is gesupprimeerd.
h. De te vermelden datum bij een annulatie of annulatie van een historisch feit (OC 13) is die waarop
de informatie is geannuleerd.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
IV. Bijzondere structuren.
39.
Verbetering in historiek.
OC
1 1
I.T.
N N
N
DATUM
D D M
N.B. :
40.
-
D
2
M
DATUM
D D M
J
J
J
M
J
J
J
J
INFORMATIE
X X X
X
X
X
J
de dienstcode 2 is verplicht.
-
de tweede datum aan het einde van de structuur, zal de datum zijn van de informatie in
historiek die moet verbeterd worden.
-
bij de verbetering van een datum in historiek, met de chronologische volgorde van de
datums geëerbiedigd worden.
Suppressie, annulatie of annulatie in historiek.
O.C.
I.T.
D
Cijfer van 1 tot 3
(eventueel)
DATUM
D
D
M
M
J
J
J
J
N
Er is geen informatie.
De operatiecode is 12 (suppressie) of 13 (annulatie) naar gelang van het geval.
In het geval van suppressie is de datum die waarop de informatie gesupprimeerd wordt.
In geval van meerdere informaties van hetzelfde informatietype met dezelfde datum, kan een cijfer van 1
tot 3 toegevoegd worden aan het einde van de structuur, om de informatie aan te wijzen die moet geannuleerd worden; met het cijfer 1 de eerste, met het cijfer 2 de tweede, met het cijfer 3 de derde.
Bij het I.T. 199 kan dit cijfer van 1 tot 9 gaan.
In het geval van suppressie is de datum die waarop de informatie niet meer van kracht is.
In het geval van annulatie of annulatie van historische informatie de datum van de te annuleren informatie
vermelden.
Er is een uitzondering voor de informatie 073 (pensioenbrevet), voor de informatie 074 (speciaal pensioenbrevet), en voor de informatie 140 (referentiepersoon van het gezin).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
41.
Aanduiding van de gebruikelijke voornaam. (zie nrs. 132  134)
O.C
1 4
I.T.
0 1
0
D
N
Code voornaam
Er is geen datum.
De dienstcode is 0.
42.
Toevoeging van een koppelteken.
O.C
1 6
I.T.
0 1
0
D
0
Code (voor)naam
Er is geen datum.
De informatie bevat de naamcode of de voornaamcode vóór dewelke een koppelteken moet ingelast
worden.
De dienstcode is 0.
43.
Toevoeging of verwijdering van de fusie van twee gemeenten
Toevoeging van de vermelding 'fusie" na de bijwerking van de informatie 001.
19/001/3/DDMMJJJJ
Verwijdering van de vermelding "fusie".
19/001/4/DDMMJJJJ
44.
Verbetering van een datum
O.C.
2 0
I.T.
D
0
VORIGE DATUM
D D M M J
J
J
J
NIEUWE DATUM
D D M M J
J
J
J
De eerste datum is de te verbeteren verkeerde datum, de tweede datum is de juiste.
Deze structuur mag niet gebruikt worden voor de informatie 005, 007, 008, 019, 027, 028, 030, 073, 074,
100, 101, 121, 122, 123, 131, 132, 140, 141, 150, 151, 152, 192, 199, 205, 206 en 252.
De dienstcode is 0.
Bij verbetering van een datum in historiek mag de logische opeenvolging der data niet verstoord worden.
In dit geval overgaan tot annulatie (o.c. 13) en nieuwe bijwerking (o.c. 10 of 17).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
45.
Toevoeging van voornamen.
O.C
2 1
I.T.
0 1
0
D
0
VOORNAAMCODE
VOORNAAMCODE
VOORNAAMCODE
VOORNAAMCODE
Met deze structuur kan men maximum 4 voornamen toevoegen.
De dienstcode is 0.
46.
Hernummering van de woningen.
O.C.
2 3
I.T.
0 2
0
D
0
Deze structuur bevat
NUMMER
INDEX (ev)
de operatiecode (23)
I.T. 020 met dienstcode 0
het gewijzigd nummer
de index (eventueel)
Een nieuwe informatie 020 wordt toegevoegd, met dezelfde datum, hetzelfde postnummer en dezelfde
straatcode als in de meest recente informatie van dat dossier maar met het huisnummer (en eventueel de
index) dat op de operatiecode 23 volgt.
Deze bijzondere bijwerking is slechts toegelaten indien het vermelde huisnummer (eventueel de index),
verschilt van dat van de informatie in het dossier.
Bij gebruik van O.C. 23 mag geen andere wijziging aangebracht worden aan I.T. 020.
47.
Verbetering of toevoeging van een aktenummer.
O.C.
2 5
I.T.
D
0
DATUM
D D M
AKTE NR.
M
J
J
J
J
De datum is die van de informatie in het dossier waarvoor een aktenummer moet ingebracht worden. Het
kan ook om een informatie in historiek gaan.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
48.
Bijzonder geval van de verbetering.
a. De te vermelden datum bij een verbetering met O.C. 11 is die van de correcte informatie.
b. De controle betreffende het recenter zijn, wordt toegepast met de O.C. 11 en 20. De verbetering van
de datum van de informatie wordt vergeleken met de datum van de voorlaatste informatie die aanwezig is in het dossier voor dat informatietype. Deze controle bestaat voor alle informatietypes voor zover een historiek mogelijk is.
49.
Wijzigingen met kettingreactie (autogeneratie).
De wijziging van een informatie met betrekking tot één persoon kan gevolgen hebben op andere personen. Zo wordt bij het overlijden van een gehuwde man zijn echtgenote weduwe, en vaak wordt zij ook referentiepersoon. Binnen zekere perken kan de computer meerdere wijzigingen aanbrengen uitgaande
van één enkele.
Voorbeeld : de informatie "samenstelling van het gezin".
Voor de referentiepersoon van het gezin bevat deze informatie de lijst van de personen die
tot het gezin behoren. Voor elk van deze personen bevat de informatie "plaats in het gezin" de naam van de referentiepersoon van het gezin.
De gemeentelijke overheid moet alleen de informatie "plaats in het gezin" meedelen voor
elk gezinslid, behalve voor de referentiepersoon van het gezin. De computer maakt automatisch de informatie "samenstelling van het gezin" aan voor de referentiepersoon van het
gezin (autogeneratie).
50.
Structuur van het antwoord op iedere transactie of op iedere constructie.
Alle datums worden afgedrukt in 8 cijfers (DDMMJJJJ).
Het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen (zie Deel 3 – Hoofdstuk 1)
wordt afgedrukt in 11 cijfers, maar voor de jaren na 1999 wordt een gelijkheidsteken geplaatst tussen de
geboortedatum en het reeksnummer.
voorbeeld :
000128 = 339-21
Ter herinnering, de identificatienummers voor de jaren 18xx en 19xx worden als volgt afgedrukt :
JJMMDD*NNN-CC (18xx)
asterisk tussen geboortedatum en reeksnummer.
JJMMDD NNN-CC (19xx).
51. – 100. Reserve.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
DEEL 3
DE
INFORMATIES
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 1
I.T. 000 – IDENTIFICATIENUMMER
100.
Samenstelling van het identificatienummer
Ieder persoon dient een enig identificatienummer te bezitten.
Het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen (ook nationaal nummer genoemd) wordt automatisch toegekend na het invoeren van de collecte. Het identificatienummer wordt
weergegeven door het informatietype 000.
Het identificatienummer bevat 11 cijfers, te weten :
-
een eerste groep van zes cijfers gevormd door de geboortedatum in de volgorde : jaar, maand, dag;
-
een tweede groep van drie cijfers, ter identificatie van de personen die op dezelfde dag geboren zijn.
Dit reeksnummer is paar voor een vrouw en onpaar voor een man. Het wordt in de volgorde van de
inschrijvingen toegekend, namelijk 001 tot 997 (man) en van 002 tot 998 (vrouw);
-
een derde groep van twee cijfers, die een controlegetal op grond van de 9 voorafgaande cijfers uitmaakt.
Dit controlegetal wordt als volgt berekend :
-
het getal van negen cijfers, gevormd door de geboortedatum en het reeksnummer, delen door
97;
-
de rest van de deling aftrekken van 97. Het resultaat van de aftrekking vormt het controlegetal.
Voorbeeld :
Gecoördineerde versie
01.10.2014
42.01.22 051-81
man op 22 januari 1942 geboren.
101.
Wijze van toekenning.
Het identificatienummer wordt bij de verzameling van de basisgegevens voor een gegeven geslacht en
geboortedatum automatisch toegekend. Vooraf zijn de informaties met betrekking tot de naam, de voornamen, de geboortedatum en het geslacht van de te registreren persoon reeds vergeleken met de bestaande inschrijvingen. Bij gelijkheid van deze informaties wordt de inschrijving niet aanvaard. Er valt op
te merken dat deze vergelijking gedaan wordt voor een minimum aan informaties.
Met andere woorden, is de te registreren persoon slechts met één voornaam opgenomen, dan zal de
vergelijking slechts op één voornaam gebeuren.
Omgekeerd, indien de persoon gecollecteerd wordt met minstens twee voornamen en indien in het Rijksregister reeds een persoon met één voornaam en met dezelfde karakteristieken voorkomt, zal de collecte
eveneens geweigerd worden.
102.
Bijzonder geval.
Uitzonderlijk kan het gebeuren dat twee personen van hetzelfde geslacht, geboren op dezelfde dag, dezelfde naam en voornamen dragen. Na weigering tot inschrijving en na de vaststelling dat het wel degelijk om twee verschillende personen gaat, kan de gemeente de collecte aanvragen aan de hand van het
formulier A. 83, ondertekend en voorzien van het gemeentezegel, aan de regionale afvaardiging van het
Rijksregister.
103.
Onvolledige geboortedatum.
De onderrichtingen betreffende de collecte schrijven voor op welke wijze de personen, waarvan slechts
het geboortejaar en de maand of zelfs enkel het jaar bekend zijn, moeten geregistreerd worden.
Voorbeeld :
40 00 00 953 – 23
Wanneer in dit geval, alle nummers van de reeks zijn opgebruikt, (van 001 tot 997 voor de mannen bijvoorbeeld) zal de computer als eerste groep een geboortedag geven gelijk aan 01 en herbegint bij de
reeks met 001 :
Voorbeeld :
40 00 01 001 – 28
In voorkomend geval, zal het getal 02 voor de dag gebruikt worden, als de reeks met het getal 01 volledig
uitgeput is, enzovoort.
103bis. Onbekende geboortedatum.
Wanneer geen enkel gegeven van de geboortedatum bekend is, moet de fictieve datum 01001900 of
01002000 gebruikt worden.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
104.
Fout in het geslacht, de geboortedatum of de eeuw.
Iedere fout in het geslacht of in de geboortedatum bij de collecte maakt het identificatienummer voor de
betrokken persoon onbruikbaar. Het is dus noodzakelijk het dossier te annuleren vermits een verbetering van het identificatienummer niet mogelijk is, en de collecte opnieuw in te voeren. Bij een fout in het
geslacht moet de collecte gebeuren door het Rijksregister.
105.
De vernietiging van een identificatienummer kan enkel uitgevoerd worden door het hoofdbestuur van het
Rijksregister. Bijgevolg moet de gemeente altijd een schriftelijke aanvraag tot vernietiging van een identificatienummer opsturen naar het hoofdbestuur van het Rijksregister, vergezeld van de nodige documenten (fotocopie geboorteakte – paspoort enz….).
Het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen en de overgang naar het jaar
2000.
106.
Het koninklijk besluit van 25 november 1997, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 16 december
1997, wijzigt het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de samenstelling van het identificatienummer van de personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen.
Het besluit voorziet geen wijzigingen aan de eigenlijke structuur van het identificatienummer, dat blijft bestaan uit 11 cijfers.
De voornaamste wijzigingen zijn de volgende :
107.

Het volgnummer van inschrijving herbegint bij 001 en 002 respectievelijk voor de mannen en de
vrouwen geboren vanaf 1 januari 2000.

Een toegekend identificatienummer kan niet hergebruikt worden.

Voor de berekening van het controlegetal wordt het cijfer 2 geplaatst vóór de eerste negen cijfers van
het identificatienummer van de personen geboren na 1999.
Het volgnummer van inschrijving wordt hergebruikt.
Het identificatienummer kan niet meer alleen bepaald worden door de eerste negen cijfers, aangezien het
controlegetal berekend wordt op basis van de eeuw van de geboortedatum. Hieruit volgt dat de bestanden die het controlegetal ter identificatie niet bevatten, moeten aangepast worden door het controlegetal
en de eeuw toe te voegen.
Voor de dossiers 18xx en 19xx wordt het controlegetal uit dezelfde reeks getrokken.
Voor de dossiers 20xx wordt het controlegetal uit een andere reeks getrokken.
108.
Geen hergebruik van het identificatienummer.
Er wordt niet meer voorzien in de recuperatie van identificatienummers.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
109.
Het identificatienummer blijft bestaan uit 11 cijfers.
Het identificatienummer blijft bestaan uit 11 cijfers, maar voor het identificatienummer van personen, geboren vanaf 1 januari 2000, zal het cijfer 2 geregistreerd worden in de eerste halve byte van de zone
waarin het identificatienummer is opgenomen. Deze procedure is van toepassing op alle informatietypes
van het binair dossier behalve voor het eerste identificatienummer van het IT 110. In het IT 110 (afstamming) wordt de eerste halve byte, voor de 11 cijfers van het eerste identificatienummer, ingenomen door
de code van de afstamming. Het is dus niet mogelijk om het cijfer 2 op te nemen.
Om te kunnen vaststellen of het identificatienummer betrekking heeft op iemand die geboren is in 18xx,
19xx of 20xx moet het controlegetal berekend worden.
Voor de personen die geboren worden vanaf 1 januari 2000 wordt het controlegetal als volgt berekend:
toevoeging van het cijfer 2 vóór de eerste negen cijfers van het identificatienummer. Dit getal van 10 cijfers wordt gedeeld door 97. Het controlegetal wordt bekomen door de rest van genoemde deling af te
trekken van 97.
110.
Reserve.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 2
I.T. 002 – REFERENTIEDOSSIER
111.
Algemeenheden.
Deze informatie beoogt de invoering van een identificatienummer in een geannuleerd dossier, wat betekent dat het dossier in kwestie een ander identificatienummer heeft bekomen.
Het nieuw dossier neemt geenszins automatisch de inhoud van het vorige dossier over.
De volledige inhoud van het geannuleerde dossier wordt naar de gemeente gestuurd.
112.
Bestanddelen.
Deze informatie bevat :
-
113.
de datum
:
het identificatienummer
:
toegelaten operatiecodes :
8 cijfers
steeds 11 cijfers.
10 en 13
Structuur.
O.C.
N N
I.T.
0 0
DATUM
D D M
M
J
J
J
IDENTIFICATIENUMMER
N N N N N N N
N
N
N
N
Opmerking :
Gecoördineerde versie
01.10.2014
2
D
0
J
Het uitvoeren van deze informatie geschiedt door tussenkomst van de centrale diensten van het Rijksregister, aangezien het betrokken dossier geannuleerd wordt.
HOOFDSTUK 3
I.T. 004 – DE GESLACHTSVERANDERING
114.
Algemeenheden.
De geslachtsverandering brengt de annulatie in het Rijksregister van het dossier van betrokken persoon
met zich mee, alsmede de collecte van een nieuw dossier met een nieuw identificatienummer.
De bevolkingsregisters bevatten een verwijzing naar een eventuele geslachtsverandering; artikel 1, 2,
van het K.B. van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die wordt opgenomen in de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister, omvat de vermelding van het geslacht en eventueel de verwijzing
naar de gerechtelijke beslissing die een rechtzetting van de geboorteakte met zich heeft gebracht wat betreft het geslacht.
Het rijksregister bevat eveneens een informatietype (IT 004) dat toelaat om de verwijzing naar deze gerechtelijke beslissing op te nemen.
Met toepassing van de wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit (B.S. van 11 juli 2007), die
in werking treedt op 1 september 2007, wordt de gerechtelijke procedure die wordt afgesloten met een
vonnis of een arrest houdende vaststelling van de geslachtsverandering vervangen door een administratieve procedure voor de ambtenaar van de burgerlijke stand op basis van een verklaring van betrokkene
(aangifte van geslachtsaanpassing).
Ten vervolge van deze aangifte stelt de ambtenaar van de burgerlijke stand een akte op houdende vermelding van het nieuwe geslacht; in voorkomend geval kan de ambtenaar van de burgerlijke stand, bij
met redenen omklede beslissing, weigeren een akte houdende vermelding van het nieuwe geslacht op te
maken.
De akte houdende vermelding van het nieuwe geslacht heeft uitwerking vanaf de inschrijving in het register van de akten van geboorten. De akte vermeldt de naam, de voornamen, de plaats en datum van geboorte en het nieuwe geslacht, alsmede de nieuwe afstammingsband met de moeder en de vader, zo de
afstamming langs vaderszijde vaststaat.
De inschrijving van de akte houdende vermelding van het nieuwe geslacht in het register van de akten
van geboorten gebeurt wanneer de ambtenaar van de burgerlijke stand vaststelt dat geen verhaal bij de
rechtbank van eerste aanleg tegen voormelde akte werd aangetekend, en ten vroegste 30 dagen na het
verstrijken van de verhaaltermijn, dit wil zeggen 90 dagen te rekenen vanaf de dag waarop de akte houdende vermelding van het nieuwe geslacht werd opgemaakt.
Tegen de weigering van de ambtenaar van de burgerlijke stand tot opmaak van een akte houdende vermelding van het nieuwe geslacht kan bij de rechtbank van eerste aanleg beroep worden ingesteld, dit
binnen zestig dagen te rekenen vanaf de dag van de kennisgeving door de ambtenaar van de burgerlijke
stand van de weigering tot opmaak van deze akte.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Indien, aan het eind van voornoemde juridische procedure, het beschikkend gedeelte van het vonnis of
arrest het nieuwe geslacht vaststelt, schrijft de ambtenaar van de burgerlijke stand onverwijld de bestaande akte houdende vermelding van het nieuwe geslacht in, en schrijft hij het beschikkend gedeelte
van het vonnis of arrest over in het register van de akten van geboorten. Van het beschikkend gedeelte
wordt melding gemaakt op de kant van de akte houdende vermelding van het nieuwe geslacht. Indien
nog geen akte houdende vermelding van het nieuwe geslacht werd opgesteld, schrijft de ambtenaar van
de burgerlijke stand het beschikkend gedeelte van het vonnis of arrest over in het register van de akten
van geboorten.
Het vonnis of het arrest betreffende de wijziging van het geslacht van een persoon heeft uitwerking vanaf
de overschrijving van het beschikkend gedeelte ervan in het register van de akten van geboorten.
115.
Bestanddelen.
De informatie bevat :
-
de datum van de inschrijving van de akte in het register van de akten van geboorten of de datum van
de overschrijving van het vonnis of arrest in het register van de akten van geboorten in geval van beroep tegen de beslissing van de ambtenaar van de burgerlijke stand (opmaak van de akte houdende
vermelding van het nieuwe geslacht of weigering tot opmaak van genoemde akte); deze datum dient
recenter te zijn dan de geboortedatum;
-
de code 1 wordt ingevoerd wanneer de betrokkene man is geworden, en de code 2 indien betrokkene
vrouw is geworden;
-
de grafiek die de referenties bevat van de administratieve procedure, en desgevallend van de gerechtelijke procedure (indien beroep of verhaal werd ingesteld).
Toegestane operatiecodes :
10 en 13
:
enkel door het Rijksregister.
Er wordt geen historiek bijgehouden.
116.
Structuur.
O.C.
N N
0
I.T.
0 4
D
N D
D
M
DATUM
M J J
J
J
CODE
N
GRAFIEK
X…………...X
max. 40 alfanumerieke tekens
Het invoeren van een IT 004 heeft tot gevolg dat er een annulatie van het dossier plaatsgrijpt alsook de
automatische generatie van de N.I.S.-code 99994 (geannuleerd dossier) in het IT 001 met dezelfde datum als het IT 004.
Er dient dus voor gezorgd te worden dat alle transacties (bijvoorbeeld annulatie identiteitskaart,...) voordien gebeurd zijn.
Voorts grijpt bij het invoeren van het IT 004 een controle plaats tussen de code van het opgegeven geslacht en het volgnummer van het identificatienummer. Dus bij een even volgnummer kan nooit een code 2 ingevoerd worden en vice versa.
Gemeenten die dit I.T. in een dossier willen laten invoeren dienen een gemotiveerde aanvraag in te dienen bij het Rijksregister, met toevoeging van de nodige documenten ter rechtvaardiging (afschrift van de
akte houdende vermelding van het nieuwe geslacht).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
117.
Procedure.
1. Wijziging van de voornaam in het bestaande dossier.
2. Akte houdende vermelding van het nieuwe geslacht  een nieuw dossier wordt opgemaakt (nieuw
identificatienummer) door de gemeente.
In het nieuwe dossier worden naast de gegevens van de basisverzameling de overige informatietypes aangevuld: IT 110 (afstamming), IT140-141 (samenstelling van het gezin), ...
In geen geval mag er in het nieuwe dossier melding worden gemaakt van de wijziging van de voornaam.
Indien betrokkene op het moment van de geslachtswijziging nog gehuwd is, moet deze informatie in
het nieuwe dossier worden opgenomen.
Een ontbonden huwelijk, partnerschap of weduwschap mogen niet worden opgenomen.
3. Verzoek tot annulatie van het oude dossier aan de centrale diensten van het Rijksregister.
4. Invoering van het IT002 – verwijzing naar het nieuwe identificatienummer.
5. Invoering van het IT004 en automatische annulatie van het oude dossier.
118. – 120. Reserve.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 4
FAMILIENAAM EN VOORNAMEN, ADELLIJKE TITEL
Algemeenheden.
121.
De informaties met betrekking tot de familienaam, voornamen, en adellijke titel zijn :
a. de familienaam en de voornamen (I.T. 010)
b. het pseudoniem (I.T. 011)
c.
de adellijke titel (I.T. 012)
d. de informatie betreffende de wijziging van de naam, van de voornamen en van de adellijke titel (I.T.
013).
122.
Bijzondere bijwerkingen in het I.T. 010 :
-
het toevoegen van voornamen wanneer deze niet allemaal in de collecte werden opgenomen (code
21);
-
het plaatsen van een koppelteken tussen 2 bestanddelen van de familienaam of tussen 2 voornamen
(code 16);
-
de mogelijkheid om de gebruikelijke voornaam aan te duiden, wanneer deze niet de eerste voornaam
is (code 14).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
I.T. 010 – FAMILIENAAM EN VOORNAMEN
123.
De familienaam en de voornamen behoren tot dezelfde informatie ; zij worden opgenomen in het I.T.
010. Voor het invoeren in de computer wordt elke familienaam en voornaam, inclusief het koppelteken,
vervangen door een code van 6 cijfers of van 1 letter en 5 cijfers (de codes worden toegekend door het
Rijksregister).
De naamcode begint met een cijfer van 1 tot 9 of met de letters E, F, G, H, I, J, K L gevolgd door 5
cijfers.
De voornaamcode begint met het cijfer 0 gevolgd door 5 cijfers, ofwel met de letters A, B, C, D, Z, Y, X
gevolgd door 5 cijfers.
In principe bevat de codering van een familienaam zoveel codes als er bestanddelen zijn (familienaam
en voornamen).
124.
Dubbele naam.
In de terminologie van het Rijksregister zal de dubbele naam die wordt toegekend met toepassing van
de wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de
gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde (B.S. van 26 mei 2014) voortaan aangeduid worden als “naamgroep”.
De familienaam wordt eerst vermeld en de twee delen van de naam zijn door één enkele spatie gescheiden.
Deze dubbele naam moet worden ingevoerd op basis van de bestaande naamcodes.
Er mogen geen nieuwe naamcodes worden toegekend voor de dubbele naam als geheel.
Aan de Belgische kinderen die vanaf 1 juni 2014 geboren worden – datum van inwerkingtreding van
voornoemde wet - zullen de namen die worden gegeven door de ouders dusdanig worden gecodeerd
en geregistreerd in het informatietype IT 010 dat het mogelijk zal zijn het onderscheid te maken tussen
de verschillende naamgroepen op basis van hun herkomst: Ouder 1, Ouder 2.
Er wordt geen verwijzing opgenomen in het IT 010 voor de naam en de voornamen naar het feit of de
naam afkomstig is van de vader of de moeder.
Het onderscheid zal enkel zichtbaar zijn voor de gemeenten van beheer of, in voorkomend geval, de
diplomatieke post.
Naamswijziging.
Artikel 12 van de wet biedt de mogelijkheid aan de ouders of aan de adoptanten om bij een gemeenschappelijke verklaring bij de ambtenaar van de burgerlijke stand ten gunste van hun gemeenschappelijke minderjarige kinderen en onder voorbehoud dat zij geen gemeenschappelijke meerderjarige kinderen hebben op 1 juni 2014, te vragen hen een andere naam toe te kennen die gekozen is in overeenstemming met de bepalingen van de nieuwe wet.
Die verklaring van naamsverandering moet door de ouders worden afgelegd binnen twaalf maanden
vanaf 1 juni 2014, te weten uiterlijk op 31 mei 2015.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Deze naamswijziging moet geregistreerd worden in het Rijksregister onder het IT013 met code 4 en in
het IT010 met vermelding van de nieuwe naam.
Met betrekking tot de datum waarop deze bijwerking moet geregistreerd worden werd het advies gevraagd van de FOD Justitie; dit luidt als volgt: “de akte waarbij de ambtenaar van de burgerlijke stand
de naamkeuze van de vader en de moeder officieel bekrachtigt, heeft uitwerking vanaf de dag dat deze
akte werd opgemaakt”.
De informatiedatum in het IT010 en het IT013 van het dossier van het Rijksregister is dus de datum
van de akte.
125.
Bestanddelen.
De informatie 010 bevat de volgende bestanddelen :
1. de informatiedatum : deze datum kan betrekking hebben op
 de geboortedatum;
 de datum van erkenning;
 de datum van de overschrijving in het geval van een naam- of voornaamwijziging (verbetering of
rechtzetting) op basis van een koninklijk besluit, een ministerieel besluit, een vonnis of een arrest;
 de toekenning van de dubbele naam met toepassing van artikel 12 van de wet van 8 mei 2014
Opmerking
: Iedere naamswijziging moet gerechtvaardigd worden in I.T. 013.
2. de verschillende naam- en voornaamcodes :
Het aantal codes dat kan ingevoerd worden is beperkt tot 15; dit is ook het geval bij de collecte.
126.
Structuur.
- De dienstcode is 0.
- Toegelaten operatiecodes :
- 10 (bijwerking)
- 11 (verbetering)
- 13 (annulatie)
- 14 (aanduiding gebruikelijke voornaam - zie nrs. 132-134)
- 16 (toevoeging van een koppelteken - zie nr. 42)
- 20 (verbetering van een datum)
- 21 (toevoeging van voornamen).
Een enkele naam
O.C.
I.T.
N N 0 1 0
D.
0
INFORMATIEDATUM
D D
M
M
J
J
J
J
FAMILIENAAM – VOORNAMEN (max. 15 codes)
Naamcode(s)
Gecoördineerde versie
01.10.2014
*
*
*
*
Voornaamcode(s)
*
*
Dubbele naam
O.C.
I.T.
N N 0 1 0
D.
0
INFORMATIEDATUM
D D
M
M
J
J
J
J
FAMILIENAAM – VOORNAMEN (max. 15 codes)
Naamcode(s) groep 1
*
*
Naamcode(s) groep 2
*
*
Voornaamcode(s)
*
*
Voorbeelden
Voorbeeld : Dhr. Peeters en mevrouw Janssens hebben een zoon Arie « 522809*373122*011611=027795=019629 »
Peeters Janssens, Arie Victor Jean Peeters, Arie Victor Jean « 522809**011611=027795=019629 » Janssens, Arie Victor Jean « 373122**011611=027795=019629 » Janssens Peeters, Arie Victor Jean « 373122*522809*011611=027795=019629 »
Afdruk in de dossiers
De dubbele naam die wordt toegekend met toepassing van de wet van 8 mei 2014 mag op geen enkele manier kunnen onderscheiden worden van een andere familienaam, een bestaande dubbele familienaam of samengestelde naam.
De transacties 61 en 79 geven de naamgroepen weer.
De transactie 25 die wordt uitgevoerd door een gemeente die een collecte burgerlijke stand invoert
geeft eveneens de naamgroepen.
De afdruk in de dossiers, op de eID, uittreksels en getuigschriften mag in geen enkel geval worden
gewijzigd. Er wordt enkel voorzien in een aanpassing van de bestaande velden voor de familienaam.
127.
Controles.
Bij O.C. 10 :
- De datum van de informatie mag niet kleiner zijn dan de geboortedatum ; hij moet recenter zijn dan
de datum van het vorige I.T. 010.
- De informatie mag niet met een voornaamcode beginnen.
- Een voornaamcode mag niet tussen 2 naamcodes gevoegd worden. Zo ook mag een naamcode
niet tussen 2 voornaamcodes worden geplaatst.
- Drie opeenvolgende voornaamcodes die identiek zijn, worden niet toegestaan.
Bij O.C. 11 :
Zelfde controles als bij O.C. 10, behalve dat de datum recenter moet zijn dan de datum van het voorlaatste I.T. 010 indien er één aanwezig is, of recenter dan de geboortedatum.
Bij O.C. 13 :
De datum moet gelijk zijn aan deze van het I.T. 010 in het dossier.
Minstens 2 I.T.'s 010 moeten in het dossier aanwezig zijn. Met andere woorden O.C. 13 kan niet tot
gevolg hebben dat de informatie met betrekking tot de naam en voornaam in het I.T. 010 verdwijnt in
het dossier.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
KOPPELTEKEN
128.
Het is mogelijk een koppelteken in te lassen bij de basisverzameling, of de bijwerking (OC 10 - naamwijziging), of een verbetering of rechtzetting (OC 11).
De automatische controle die bij de basisverzameling op de naam en de eerste twee voornamen plaatsgrijpt, om te vermijden dat een inwoner een tweede keer wordt geregistreerd, zal dit koppelteken niet in
acht nemen.
129.
Voor het invoeren van het koppelteken moet de code 999998 (naam) tussen 2 naamcodes of van de code 099998 (voornaam) tussen 2 voornaamcodes ingevoegd worden.
Het is uiteraard verboden één van deze 2 codes tussen een naamcode en een voornaamcode te voegen.
Voorbeeld :
130.
Jean-Marie : 019629/099998/022073
Een koppelteken kan ook door middel van O.C. 16 worden toegevoegd (zie nr. 42).
Deze bijzondere wijze van bijwerking zal geweigerd worden wanneer de vermelde code de eerste naamof voornaamcode van het dossier is.
Een ten onrechte ingevoerd koppelteken kan slechts verwijderd worden door het volledige I.T. 010 te
verbeteren (OC 11).
130bis.
In de Franse naamgeving komt veelvuldig een dubbel koppelteken voor. Hieraan werd de naamcode
G21943 toegekend.
TOEVOEGING VAN VOORNAMEN
131.
De toevoeging van voornamen kan door middel van O.C. 21 geschieden.
Deze toevoeging zal geweigerd worden, indien de toe te voegen codes reeds in dezelfde orde in het dossier zijn vermeld.
De toevoeging van voornamen kan niet als resultaat hebben dat er 3 identieke voornamen na elkaar volgen. Een informatie 010 in het dossier kan niet meer dan 15 naam- en voornaamcodes bevatten.
De codes die men wil invoeren mogen niet in dezelfde volgorde in het dossier aanwezig zijn; deze controle zal slechts toegepast worden indien minstens 3 nieuwe voornamen worden ingevoerd.
De code 099998 (koppelteken) kan deel uitmaken van de codes die men wil toevoegen, maar zij kan niet
alleen worden ingevoerd (in dit geval moet O.C. 16 gebruikt worden).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
GEBRUIKELIJKE VOORNAAM
132.
Als de gebruikelijke voornaam niet de eerste voornaam is, kan deze door middel van O.C. 14 aangeduid
worden.
Indien het een samengestelde voornaam betreft (met koppelteken) dan dient het eerste bestanddeel van
de samengestelde voornaam te worden vermeld.
Met andere woorden, dezelfde voornaamcode mag niet tegelijkertijd met O.C. 16 en O.C. 14 worden gebruikt. De O.C. 14 is slechts bruikbaar voor een voornaam met uitzondering van de eerste.
133.
Voorstelling.
De gebruikelijke voornaam wordt, na de naam en de voornamen, tussen haakjes vermeld.
134.
Structuur.
O.C.
1 4
I.T.
0 1
Voorbeeld :
0
D
0
CODE VOORNAAM
14/010/0/020026
Aanduiding van de gebruikelijke voornaam "Julien" : Dupont André Julien Louis (Julien).
OPMERKINGEN :
- In het dossier mag nog geen gebruikelijke voornaam vermeld zijn.
-
De annulatie van een gebruikelijke voornaam kan slechts door een verbetering (OC 11) van de volledige informatie 010 geschieden. Deze procedure geldt trouwens ook voor de annulatie van een koppelteken.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
OPMERKINGEN
135.
a. Onbekende naam.
In zeer uitzonderlijke gevallen, bezit een persoon geen bekende familienaam. Hier moet, bij de collecte,
de code 812545 gebruikt worden.
Op de R-kaart, zal de vermelding "Naam onbekend" in de plaats van de naam worden afgedrukt. (in het
Frans 802507 = "nom inconnu”; in het Duits 762132 = "Unbekannter Name").
In het geval van een bijwerking moet de code 964695 gebruikt worden ; de afdruk is “XXX”.
b.
Zonder familienaam.
Voor de personen die geen familienaam hebben, zal de code 964.695 gebruikt worden; het betreft hier
personen die kunnen bewijzen door een officieel stuk dat zij geen naam hebben. Dit is voornamelijk het
geval voor bepaalde vreemdelingen afkomstig uit Zuidoost-Azië. Deze code zal vertaald worden op alle
documenten door het afdrukken van "XXX".
c.Autogeneratie.
Bij een naamswijziging wordt een autogeneratie doorgevoerd in de informatie 120 of 123 van het dossier
van de partner wanneer een reëel identificatienummer gebruikt wordt.
Indien het dossier een actieve informatie 140 bevat, zullen de dossiers van de gezinsleden worden bijgewerkt (I.T. 141).
Indien het dossier een informatie 141 bevat, waarvan de code "plaats in het gezin" verschilt van 01 (alleenstaande) of 20 (gemeenschappen), wordt het dossier van de referentiepersoon van het gezin bijgewerkt.
Deze autogeneratie werd niet geprogrammeerd voor de informatie 110 (afstamming) vanwege problemen
met de informatie burgerlijke staat. Ieder dossier moet afzonderlijk bijgewerkt worden.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
d.
Vreemdelingen die in hun naam "de zich noemende …" hebben.
In de onderrichtingen naar de gemeentebesturen deelt de Dienst Vreemdelingenzaken mee dat voor een
vreemdeling, die mag worden ingeschreven in het vreemdelingenregister en die zijn identiteit niet kan
bewijzen aan de hand van een nationaal paspoort of een nationale identiteitskaart, op zijn
vreemdelingenkaart vóór de identiteit dient te worden vermeld: “de persoon die verklaart te heten: … en
van … nationaliteit te zijn”.
Het bestand van de namen en voornamen van het Rijksregister bevat codes die deze vermelding
weergeven, ondermeer de naamcodes 105 463, 108 020 en 897 031. Momenteel bevinden zich in het
Rijksregister dossiers die deze naamcodes bevatten.
Met het oog op de uitrol van de elektronische vreemdelingenkaart heeft de Minister van Binnenlandse
Zaken beslist dat, indien de identiteit van de vreemdeling die tot een verblijf wordt toegelaten of
gemachtigd niet vaststaat doordat hij geen geldige identiteitsdocumenten (zoals bijvoorbeeld nationaal
paspoort of identiteitskaart) kan voorleggen, dit uitdrukkelijk moet aangeduid worden door de lettercode
(Decl.:) op de vreemdelingenkaart.
De lettercode (Decl.:) heeft dezelfde betekenis in het Nederlands, het Frans en het Duits. Juridisch sluit
het ook aan met het begrip van declaratief of declaratoir of deklarativ wat een bepaalde feitelijkheid
beoordeelt op verklaring en niet op bewijskrachtige documenten.
Bovendien wordt op deze manier ook de aandacht van derden (in banken, bij het afsluiten van contracten,
…) gevestigd op het feit dat de identiteit van de drager van dergelijke elektronische kaart niet volledig
zeker is.
In dit kader zullen de diensten van het Rijksregister overgaan tot de verbetering van de desbetreffende
dossiers. Deze operatie zal doorgaan op dinsdag 22 juli 2008.
Vanaf die datum dient enkel nog de naamcode 105 463 gebruikt te worden met als vertaling (Decl.:) in het
Nederlands, het Frans en het Duits, en moet deze code gebruikt worden om de personen aan te duiden
die zich in een toestand van niet definitief bewezen identiteit bevinden.
De vermelding (Decl.:) mag in geen geval beschouwd worden als een onderdeel van de familienaam.
Indien de naam van de vreemdeling nadien toch definitief kan vastgesteld worden, moet de
naamswijziging in het Rijksregister ingevoerd worden door de bijwerking van het IT 010 en het IT 013.
Aan de vreemdeling wordt tevens een nieuwe vreemdelingenkaart uitgereikt.
Vanaf 15 januari 2010 moet deze informatie ingevoerd worden in het IT 011.
De verklaarde nationaliteit wordt ingevoerd in het IT031.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
I.T. 011 – HET PSEUDONIEM
I.T. 011 – VERKLAARDE NAAM
136.
Inleiding.
In dit informatietype moet het onderscheid gemaakt worden tussen, enerzijds, het pseudoniem, en, anderzijds, de aanduiding voor de personen van vreemde herkomst die zich in een toestand van niet definitief bewezen identiteit bevinden.
a)
Het pseudoniem staat los van de naam en de voornamen en het wordt meestal aangewend door artiesten.
Het pseudoniem of schuilnaam heeft geen enkele juridische waarde ten aanzien van de officiële naam
van een persoon. Niettemin kan de schuilnaam bij algemeen en standvastig gebruik juridisch worden beschermd als de eigenlijke naam.
Wanneer de gemeente het belangrijk acht de schuilnaam van een persoon te registreren dan moet I.T.
011 gebruikt worden.
De regels met betrekking tot het I.T. 011 zijn dezelfde als die betreffende het I.T. 010.
Opmerking:
Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen het pseudoniem en de familienamen
met bijvoegsels zoals "genaamd ..." (bv. Moray genaamd Moreau).
Dit bijvoegsel behoort tot het I.T. 010, indien het in de geboorteakte voorkomt en kan dan niet als pseudoniem opgenomen worden in het I.T. 011.
b)
De ‘verklaarde naam’ heeft betrekking op vreemdelingen die mogen worden ingeschreven in het vreemdelingenregister en die hun identiteit niet kunnen bewijzen aan de hand van een nationaal paspoort of
een nationale identiteitskaart.
De Dienst Vreemdelingenzaken deelt mee dat voor deze personen op de vreemdelingenkaart vóór de
identiteit dient te worden vermeld: “de persoon die verklaart te heten: … en van … nationaliteit te zijn”.
Enkel de naamcode 105 463 kan ingevoerd worden in het IT 011 om de personen van vreemde herkomst
aan te duiden die zich in een toestand van niet definitief bewezen identiteit bevinden.
Het invoeren van de code 105 463 brengt met zich mee dat de informatie, indien deze is opgenomen in
het dossier van de betrokkene, automatisch wordt vertaald als “(Verklaarde naam)” bij de afdruk van het
dossier. De informatie wordt in de afdrukprogramma’s opgenomen vlak onder de naam.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
137.
a) Structuur voor de aanduiding van het pseudoniem.
O.C.
I.T.
0 1
D
DATUM
D D M
1
M
J
J
J
J
CODE(S) PSEUDONIEM
X
X
Toegelaten codes :
-
Operatiecode (O.C.)
Dienstcode (D.)
b)
Structuur voor de aanduiding van de ‘verklaarde naam’.
O.C.
138.
139.
I.T.
0 1
D
1
:
:
10, 11, 13, 16, 20 en 21.
0.
DATUM
D D M
M
J
J
J
J
NAAMCODE
1 0 5 4
6
3
Afdruk.
1.1.
Afdruk bij de fonetische ondervraging (Tx 40):
Identificatienummer
Naam Voornaam Voornaam
(Verklaarde naam)
Straat en huisnummer Postcode Gemeente
1.2.
Afdruk bij een ondervraging op identificatienummer (Tx 25):
010 (NM) datum Naam, Voornaam Voornaam
011 (DCL) datum (Verklaarde naam)
1.3.
Afdruk bij een ondervraging op een bepaald adres (Tx 36):
Identificatienummer
Inschrijvingsdatum Naam Voornaam
(Verklaarde naam)
1.4.
Afdruk van een ondervraging met volledige historiek (Tx 79):
010 datum Naam: Naam Voornamen: voornaam voornaam
011 datum (Verklaarde naam)
Verbetering van een dossier van de kandidaat-vluchteling
die ”verklaart te heten: … en van … nationaliteit te zijn”.
Wanneer deze personen zich aanbieden met een internationaal erkend identiteitsdocument kan de verklaarde naam en nationaliteit verbeterd worden in het dossier.
Indien de bekende identiteit die opgenomen is in het Rijksregister identiek is aan de identiteit die vermeld
wordt op het paspoort dat door de vreemdeling wordt voorgelegd gaat het gemeentebestuur onmiddellijk
over tot de verwijdering van de vermeldingen ”verklaart te heten: … en van … nationaliteit te zijn”. De
procedure voor de uitreiking van een nieuwe elektronische identiteitskaart wordt eveneens opgestart.
Indien de bekende identiteit die opgenomen is in het Rijksregister niet identiek is aan de identiteit die
Gecoördineerde versie
01.10.2014
vermeld wordt op het paspoort dat door de vreemdeling wordt voorgelegd moet er een onderscheid gemaakt worden tussen, enerzijds, een rechtzetting van een identiteitsgegeven dat vroeger was vastgesteld
op basis van de verklaringen van de vreemdeling, en, anderzijds, een wijziging van de identiteit.
In beide gevallen moet onderzocht worden of er geen identiteitsfraude wordt gepleegd, en moet eveneens voorafgaandelijk het advies van de Dienst Vreemdelingenzaken gevraagd worden.
Bijwerking van het dossier in het Rijksregister.
Ten einde toch een aanduiding in het dossier te behouden van de “verklaarde naam”, en een verwijzing
te geven naar het nieuwe feit werd een operatiecode 12 (suppressie) voorzien voor het bijwerken van het
IT 011.
De suppressie van de verklaarde naam kan niet automatisch via een programma worden uitgevoerd.
De dossiers moeten als volgt bijgewerkt worden:
• Suppressie (OC12) van de actuele informatie van de verklaarde naam in het IT 011 op datum van
voorlegging van het officiële document;
•
Invoering (OC10) van de naam op het officiële document in het IT 010;
• Invoering (OC10) van de reden van de naamswijziging in het IT 013, met eventuele vermelding in
commentaar van de verklaarde naam;
• Invoering (OC10) van de nieuwe informatie in het IT 031 met betrekking tot de nationaliteit; de oude
informatie uit code 45 blijft bewaard in historiek.
140.
Reserve.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
I.T. 012 – DE ADELLIJKE TITEL
141.
Inleiding.
De adellijke titel, gekenmerkt door het I.T. 012, is een eeraanbrengende onderscheiding.
Structuur.
O.C.
1 0
142.
I.T.
0 1
2
D. DATUM
0 D D M
CODE TITEL
M
J
J
J
J
Toegelaten codes :
-
Operatiecode (O.C.) :
10, 11, 12, 13, 17 en 20.
-
Dienstcode (D.)
:
0.
-
Datum
tel wordt verkregen.
:
is de datum waarop de adellijke ti-
-
Code titel
: de adellijke titel wordt in 2 cijfers gecodeerd
volgens onderstaande tabel.
01
03
05
07
09
11
13
15
17
19
21
23
25
Prins
Hertog
Markies
Graaf
Burggraaf
Baron
Ridder
Jonkheer
Aartshertog
Groothertog
Koning der Belgen
Prins van België
Hertog van Brabant,
Prins van België
Voorbeeld :
143. - 144.
Prinses
Hertogin
Markiezin
Gravin
Burggravin
Barones
16
18
20
22
24
26
Jonkvrouw
Aartshertogin
Groothertogin
Koningin der Belgen
Prinses van België
Hertogin van Brabant,
Prinses van België
Toekenning van de adellijke titel "Burggraaf" op 12 december 2000:
10/012/0/12122000/09
Reserve
Gecoördineerde versie
01.10.2014
02
04
06
08
10
12
I.T. 013 – WIJZIGING VAN DE NAAM, VAN DE
VOORNAMEN EN VAN DE ADELLIJKE TITEL
145.
Inleiding.
-
Bij wijziging van de familienaam of de voornaam is het belangrijk de reden van deze verandering te
vermelden.
Een wijziging is het gevolg van een naamsverbetering of een naamswijziging.
De naamswijziging geschiedt ten gevolge van een koninklijk besluit, een ministerieel besluit, een arrest, een vonnis of het voorleggen van een officieel document.
De naamsverbetering gebeurt door een arrest of een vonnis (ook voor een verbetering van een voornaam).
De wijziging van de voornaam is mogelijk door een besluit van de Minister van Justitie of door overlegging van een officieel document.
-
Gelijkaardige wijzigingen kunnen ook geschieden in de adellijke titel.
-
Deze wijzigingen worden opgenomen in het I.T. 013.
-
Naamsverandering en bijwerking van het IT110 (Afstamming).
In het geval van een naamsverbetering of naamswijziging van één van de ouders vindt er geen autogeneratie plaats naar het IT110 (Afstamming) in het dossier van de kinderen. Met toepassing van
de Algemene onderrichtingen voor het houden van de bevolkingsregisters moet deze aanpassing
van de naam ook worden opgenomen in het informatietype van de afstamming. De afstamming
moet immers de identificatie van de ouder(s) weergeven, dit wil zeggen de natuurlijke personen ten
opzichte van wie de afstamming werd vastgesteld, rekening houdende met de eventuele wijzigingen.
De verbetering moet ingaan vanaf de geboortedatum.
146.
Samenstelling.
Het I.T. 013 bevat volgende bestanddelen :
-
147.
de datum van de wijziging of verbetering;
een code die de aard van de wijziging of verbetering aangeeft;
een zone voor toelichting.
Structuur.
O.C.
I.T.
0 1
3
D. DATUM
0 D D M
M
J
TOELICHTING
X
(maximum 60 alfanumerieke tekens)
Gecoördineerde versie
01.10.2014
J
J
X
J
CODE wijz.
N N
148.
Toegelaten codes :
-
Operatiecode (O.C.)
:
10, 11, 13, 17 en 20.
-
Dienstcode (D.)
:
0.
-
Datum
: is de datum van de wijziging of de verbetering in 8 cijfers.
Deze datum is reëel of fictief, doch geen 8 nullen (00000000).
-
Code van wijziging
:
01 =
02 =
03 =
04 =
08 =
15 =
-
deze code, in 2 cijfers is gebaseerd op onderstaande tabel.
koninklijk besluit.
arrest of vonnis.
ministerieel besluit.
artikel 12 van de wet van 8 mei 2014
overlegging van officieel stuk (bv. erkenning, adoptie, materiële misslag cf. art.
99100 BW, ...); of nationaal identiteitsdocument van vreemdeling (paspoort of identiteitskaart).
adellijke titel.
Toelichting :
Voorbeeld :
voor de commentaar zijn maximaal 60 alfanumerieke tekens voorzien.
Naamswijziging van Janssens Hubert in Janson Hubert bij koninklijk besluit van 16
januari 2000, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 23 april 2000 en overgeschreven in de registers van de Burgerlijke Stand op 6 juni 2000.
10/013/0/06062000/01/K.B. van 16012000 - B.S. van 23042000 - Janssens Hubert
149.
OPMERKINGEN :
-
150. - 160.
De invoering van het I.T. 013 vereist de voorafgaandelijke bijwerking van I.T. 010 met dezelfde datum.
De naamsverbetering in historiek is niet toegelaten met O.C. 11 en dienstcode 2.
Reserve.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 5
I.T. 001 – DE GEMEENTE VAN VERBLIJF
161.
De hoofdverblijfplaats – begrip.
a. Voor de precieze omschrijving van het begrip “hoofdverblijfplaats” moet verwezen worden naar de
Algemene Onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters.
b. Onder dit informatietype worden opgenomen :

de gemeente van het hoofdverblijf;

het land waar de diplomatieke of consulaire post gevestigd is die het dossier beheert van de
persoon die zich officieel in het buitenland heeft gevestigd, d.w.z. die zich liet inschrijven in de
consulaire registers. Deze informatie stemt dus niet noodzakelijk overeen met het land van verblijf van betrokkene;

de vermelding “afvoering naar het buitenland” (code 00992), zolang de betrokkene niet is ingeschreven in de consulaire registers in het buitenland;

de bijzondere codes, namelijk :
99990 = overleden.
99991 = afvoering van ambtswege (ambtshalve schrapping).
99992 = afvoering van ambtswege in het buitenland
99993 = schrapping – einde functies
99994 = geannuleerd dossier.
99995 = vrijgesteld van inschrijving.
99996 = afwezig verklaard.
99997 = afvoering – verlies van het recht op verblijf.
99998 = afvoering – geen recht op inschrijving
c.
Samenstelling.
Deze informatie omvat :

de datum van het feit (inschrijving in de gemeente, inschrijving in de consulaire registers, afvoering naar het buitenland, ...);

de NIS-code van de gemeente, de landencode of een bijzondere code .
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Stucturen betreffende de inschrijving in een Belgische gemeente.
162.
Algemene structuur.
O.C.
I.T.
0 0
1
D. DATUM
D D M
M
J
J
J
J
NIS-CODE
N N N
N
N
Toegelaten codes :
-
Operatiecodes (O.C.)
:
-
Dienstcode (D.)
:
-
Datum in 8 cijfers
:
datum van de inschrijving in de gemeente, de afvoering naar het
buitenland, de ambtshalve schrapping, of vrijstelling van
inschrijving.
:
NIS-code van de nieuwe gemeente van beheer, de
landencode of één der bijzondere codes.
-
NIS-code in 5 cijfers
10, 11, 12, 17, 19 en 20;
De operatiecode 13 is niet toegelaten voor de gemeenten.
0 en 3 (zie verder - collectieve bijwerking).
Uiteraard moet de in te voeren NIS-code verschillen van de voorgaande gemeente van beheer en is
de datum van inschrijving recenter dan die in de vorige gemeente.
Voorbeelden :
-
Inschrijving op 15 mei 2000 in de gemeente Boechout (11004) :
10 / 001 / 0 / 15052000 / 11004
-
Invoering van de gemeente Anderlecht (21001) op datum van 19 januari 2000 door de huidige
gemeente van beheer : Overijse (23062) sinds 3 mei 2001.
17 / 001 / 0 / 19012000 / 21001.
Opmerkingen :
-
Bij de invoering van I.T. 001 in historiek (met O.C. 17) moet de datum van deze bijwerking
voorafgaan aan de datum van de huidige gemeente van beheer en uiteraard overeenstemmen met
het feit.
-
De invoering van een I.T. 001 in historiek kan niet tot gevolg hebben dat twee I.T.'s 001 in het dossier
dezelfde datum bezitten of met eenzelfde NIS-code op elkaar volgen.
-
Bij de uitvoering van een I.T. 001 in historiek zijn de bijzonder codes 99990, 99994 of 99995 niet
toegelaten.
-
Indien bij de tienjaarlijkse volkstelling een inwoner van ambtswege wordt ingeschreven, dan is de
inschrijvingsdatum de dag die volgt op de datum van de telling (in principe : 1 januari). Tevens wordt
hier het I.T. 003 bijgewerkt (zie verder).
Gevolg :
De bijwerking van de gemeente van beheer veroorzaakt de automatische suppressie van de
bestaande I.T. 003 (beslissing inzake verblijf), 240 (boek- en bladnummer), 246 (gemeentelijke
informatie), 008 (recht op terugkeer), 028 (voorlopige inschrijving), 252 (niet-mededeelbaarheid van
het adres), 022 (verblijfplaats in het buitenland) en 023 (adres in het buitenland).
163. Fusie van twee gemeenten.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
O.C.
I.T.
0 0
1
D. DATUM
D D M
M
J
J
J
J
Toegelaten codes :
-
Operatiecode (O.C.)
Dienstcode (D.)
:
-
Datum
:
: 13, 19, 20.
3 bij invoering van een fusie
4 bij annulatie van een foutieve fusie.
is de datum van de installatie van de nieuwe
gemeenteraad bij een fusie van gemeenten of de datum van de
foutieve invoering bij annulatie van de fusie.
Voorbeelden :
164.
-
Fusie op 13 september 1977 van de deelgemeente Munkzwalm (45027) met de hoofdgemeente
Zwalm (45065). Na invoering van Zwalm met postcode 9630 bij de inwoner van het voormalige
Munkzwalm kan de fusie worden gedaan.
10 / 001 / 0 / 13091977 / 45065.
19 / 001 / 3 / 13091977.
-
Vermelding op de R-kaart is als volgt :
001 13091977 ZWALM/FUSIE (9630).
-
Indien de fusie in bovenstaand voorbeeld ten onrechte werd doorgevoerd, dan geschiedt de
verwijdering als volgt :
19 / 001 / 4 / 13091977.
-
Bovendien kan een verbetering van het I.T. 001 via de diensten van het Rijksregister nodig zijn.
Verbetering van een datum.
O.C.
2 0
I.T.
0 0
1
D
0
FOUTIEVE DATUM
D D M M J
J
J
J
JUISTE DATUM
D D M M J
J
J
J
Voorbeeld :
I.T. 001 werd foutief ingevoerd met een datum van 3 april 2000, terwijl het 18 april 2000 moest zijn.
20/001/0/03042000/18042000
Opmerkingen :
Een verbetering van datum mag niet tot gevolg hebben dat de bestaande volgorde van de respectievelijke I.T.’s 001 in het dossier worden gewijzigd.
Voorbeeld :
-
In een dossier volgende situatie :
Gecoördineerde versie
01.10.2014
001 05022001 TURNHOUT
09102000 BRUSSEL
06032000 BRASSCHAAT.
-
Turnhout doet de verbetering van inschrijving te Brussel op datum van 5 november 2000.
Dit is mogelijk : 20/001/0/09102000/05112000
-
Turnhout doet de verbetering van inschrijving te Brussel op datum van 2 maart 2000.
Dit wordt geweigerd
20/001/0/09102000/02032000
In dit laatste geval dient de aanpassing te geschieden door de diensten van het Rijksregister.
165.
Verbetering van de gemeente van verblijf.
De algemene structuur moet worden toegepast, met uitzondering van de
operatiecode : O.C. = 11.
166.
Verbetering in historiek.
O.C.
1 1
I.T.
0 0
1
D
D
DATUM
M M J
D
DATUM
M M J
B
J
J
D
D
2
A
J
J
J
Correcte CODE
N N N N
N
J
Toegelaten codes :
-
Operatiecode (O.C.) :
Dienstcode (D.)
:
Datum A
Correcte code
Datum B
:
:
:
11.
2.
De dienstcode is 0, indien het meest recente I.T. de bijzondere codes
99990, 99991 en 99995 betreft.
de correcte datum.
NIS-code van gemeente of landencode.
de datum van het te verbeteren I.T. 001.
Voorbeeld :
Verkeerde inschrijving te Knokke-Heist op 27 januari 2000, terwijl het Gent op 3 februari 2000 moest zijn.
11 / 001 / 2 / 03022000 / 44021 / 27012000.
Opmerkingen :



167.
De verbetering in historiek mag geen twee dezelfde opeenvolgende I.T.'s 001 of twee I.T.’s met
dezelfde datum tot gevolg hebben.
De verbetering in historiek mag niet gebruikt worden met de bijzondere code 99994.
De verbetering in historiek kan niet geschieden bij een gesupprimeerd I.T. 001. In dit geval wendt
men de O.C. 13 aan; structuur die moet worden opgestuurd naar de diensten van het Rijksregister.
Suppressie van de gemeente van verblijf.
De structuur met O.C. 12 is niet mogelijk bij het I.T. 001, tenzij in het geval van afvoering van ambtswege
(bijzondere code 99991 ; nummer 170).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
168.
Annulatie gemeente van verblijf (enkel door de diensten van het Rijksregister).
O.C.
1 3
I.T.
0 0
1
D. DATUM
0 D D M
M
J
J
J
J
Toegelaten codes :
-
Operatiecode : (O.C.) :
Dienstcode (D.)
:
Datum
:
13.
0.
datum van het te vernietigen I.T. 001.
Voorbeeld :
Annulatie van verkeerde gemeente van beheer op 13 maart 2000 in een dossier :
13 / 001 / 0 / 13032000.
Opmerkingen :
-
De annulatie van een I.T. 001 is slechts mogelijk indien er zich minstens twee I.T.'s 001 in het
dossier bevinden.
-
Het is niet toegelaten een I.T. 001 te vernietigen dat onmiddellijk volgt op een gesupprimeerd I.T.
001.
-
De annulatie mag niet tot gevolg hebben dat twee dezelfde informaties elkaar opvolgen, of dat ze
volgende bijzondere codes tot resultaat heeft : van 00992 naar 99991 (van afvoering buitenland 
afvoering van ambtswege).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Structuren betreffende de bijzondere gevallen.
169.
A. Afvoering van ambtswege.
O.C.
1
0
I.T.
0
0
D.
DATUM
D D M
1
M
J
J
J
J
NIS-CODE
9
9
9
9
1
Toegelaten codes :
-
-
Operatiecode (O.C.)
Dienstcode (D.)
Datum
NIS-Code
Opmerking :
:
:
:
10.
0.
de datum van de beslissing ter zake door het College van burgemeester en
schepenen.
Het is de datum van de tienjaarlijkse volkstelling, indien de afwezigheid op dat
ogenblik werd vastgesteld.
:
de bijzondere code 99991 (afvoering van ambtswege).
wanneer de informatie afvoering van ambtswege wordt ingevoerd in het dossier van
betrokkene moet nagegaan worden of in het IT 019 geen informatie “voorstel afvoering van
ambtswege” aanwezig is.
Indien dit het geval is moet deze informatie eerst verwijderd worden (zie nummer 186).
Voorbeeld.
Afvoering door het Schepencollege van een inwoner op 13 juni 2000.
10 / 001 / 0 / 13062000 / 99991.
B. Afvoering van ambtswege van vreemde onderdanen.
Met toepassing van artikel 12, 5°, van het KB van 16 juli 1992 kan de afvoering van ambtswege van vreemde
onderdanen gebeuren na een beslissing genomen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, die een
einde stelt aan het verblijf of de vestiging of die het verlies vaststelt van het recht op of de machtiging tot verblijf of
vestiging. In tegenstelling tot wat voorzien is in artikel 8, lid 2, van het KB van 16 juli 1992, gebeurt deze afvoering van
ambtswege zonder uitdrukkelijke beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
Op basis van de huidige wetgeving, kan de beslissing genomen worden door de dienst Vreemdelingenzaken, en
iedere andere overheid die gemachtigd is om een einde te stellen aan het verblijfsrecht van vreemde onderdanen.
Bovendien kan, in bepaalde gevallen, het verlies van het recht op verblijf het gevolg zijn van het gedrag van de
vreemdeling zelf. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de vreemdeling zijn recht op terugkeer niet binnen de
wettelijke termijn uitoefent, en hij bijgevolg het recht op verblijf verliest door eenvoudige vaststelling.
Een afvoering van ambtswege, louter omwille van het feit dat de betrokken vreemdeling over geen geldige
verblijfsdocumenten meer beschikt, is echter niet mogelijk.
Ten einde het onderscheid te maken met de afvoering van ambtswege bij beslissing van het college van
burgemeester en schepenen werd een specifieke code gecreëerd, namelijk:
99997 – Afvoering – Verlies van het recht op verblijf.
De code 99997 voor de afvoering van ambtswege van vreemde onderdanen moet bijgevolg gebruikt worden voor
alle gevallen van afvoering van een vreemde onderdaan als gevolg van een verlies van het recht op verblijf.
De code 99991 moet gebruikt worden voor alle afvoeringen van ambtswege bij beslissing van het College van
burgemeester en schepenen.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
De burger van de Europese Unie, die bij de gemeente een verklaring van inschrijving indient (“bijlage 19”), wordt
door de gemeente onmiddellijk, zonder voorafgaande woonstcontrole, ingeschreven in het wachtregister op het
aangegeven adres, in afwachting van de uitvoering van de woonstcontrole. Indien de controle positief is, wordt
1
betrokkene ingeschreven in het vreemdelingenregister .
De betrokken burger heeft dan drie maanden de tijd om de nodige documenten aan te leveren die moeten
bevestigen dat hij in de voorwaarden is om hem de verblijfstitel toegekend te zien waar hij volgens het Verdrag
recht op heeft. Indien na drie maanden de nodige documenten niet werden bezorgd, wordt aan de betrokken EUburger een beslissing tot weigering van verblijf afgeleverd (“bijlage 20”), ZONDER bevel om het grondgebied te
verlaten.
Hij krijgt dan opnieuw één maand de tijd om de vereiste documenten te bezorgen. Indien hij bij het verstrijken van
deze termijn de vereiste documenten nog niet heeft voorgelegd, wordt hem een beslissing tot weigering van
verblijf afgeleverd (“bijlage 20”), MET bevel om het grondgebied te verlaten.
Met het oog op een correcte en uniforme registratie door alle gemeenten moeten, na overleg met de Dienst
Vreemdelingenzaken, voormelde beslissingen als volgt geregistreerd worden in de dossiers in het Rijksregister.
De programma’s werden in die zin aangepast.
De eerste beslissing tot weigering van verblijf zonder bevel om het grondgebied te verlaten moet in het IT001
(gemeente van verblijf) van het Rijksregister worden ingevoerd met de specifieke code 99997 – Afvoering –
Verlies van het recht op verblijf.
De informatiedatum voor het invoeren van de code 99997 is deze van de datum van de bijlage 20; in geen geval
kan hier de datum van de kennisgeving aan betrokkene worden vermeld.
Wanneer de EU-burger in de bijkomende termijn de vereiste documenten voorlegt, moet deze afvoering worden
bijgewerkt met een operatiecode 12 (suppressie). Deze bijwerking is identiek aan de procedure die momenteel
gebruikt wordt voor de suppressie van een afvoering van ambtswege bij beslissing van het college van
burgemeester en schepenen.
Voorbeeld:
De afvoering van verlies wegens het recht op verblijf, “bijlage 20” van 15 april 2014, van een EU-burger die sedert
15 januari 2014 was ingeschreven te Charleroi, wordt op 15 mei 2014 gesupprimeerd omdat betrokkene
toegelaten wordt tot het verblijf.
Structuur van de bijwerking: 12/001/0/15052014
Weergave in het dossier:
001 15.01.2014 Résidence : Charleroi
001 15.04.2014 Résidence : Radié
001 15.01.2014 Résidence : Charleroi
001 15.01.2014 Verblijfplaats : Charleroi
001 15.04.2014 Verblijfplaats : Afvoering
001 15.01.2014 Verblijfplaats : Charleroi
- perte de droit au séjour (supprimée le
– Verlies
van
recht
op
15.05.2014)
verlijf (gesupprimeerd
op
15.05.2014)
Dus bij een suppressie van de afvoering wordt de laatste gemeente van verblijf automatisch terug vermeld met de
eerste inschrijvingsdatum ; de datum van de suppressie wordt tussen haakjes vermeld.
Structuur:
O.C.
1
0
0
I.T.
0
D.
1
D
D
M
DATUM
M
J
J
J
J
9
NIS-CODE
9
9
9
7
Toegelaten codes :
-
Operatiecode (O.C.)
Dienstcode (D.)
Datum
:
:
:
-
NIS-Code
:
10.
0.
de datum van de formele beslissing ter zake van de Dienst
Vreemdelingenzaken of een andere overheid.
de bijzondere code 99997 (Afvoering – Verlies van het recht op verblijf).
Opmerkingen:
1
Artikel 5 van het koninklijk besluit van 7 mei 2008 tot vaststelling van bepaalde uitvoeringsmodaliteiten van de wet van 15
december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (B.S. van 13 mei 2008).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
-
Deze structuur kan niet gebruikt worden voor personen die zijn ingeschreven in het wachtregister.
De gemeenten werken het dossier bij op de datum van de formele beslissing terzake van de Dienst
Vreemdelingenzaken of van een andere overheid.
Voorbeeld.
Afvoering van een inwoner op 7 januari 2009 wegens verlies van het recht op verblijf, na beslissing
Vreemdelingenzaken.
10 / 001 / 0 / 07012009 / 99997
van de Dienst
C. Afvoering – geen recht op inschrijving (omzendbrief van 18 februari 2011).
Sinds 1 juni 2008 worden burgers van de Europese Unie die bij de gemeente een verklaring van inschrijving
(“bijlage 19”) aanvragen, alsook hun familieleden die eveneens de hoedanigheid hebben van onderdaan van de
Europese Unie, door de gemeente onmiddellijk ingeschreven in het wachtregister op het aangegeven adres, dit in
afwachting van de uitvoering van de woonstcontrole.
Zodra uit de woonstcontrole blijkt dat betrokkenen effectief op het aangegeven adres verblijven, worden zij op
datum van het verslag van de wijkpolitie ingeschreven in het vreemdelingenregister.
Indien echter uit de woonstcontrole zou blijken dat het aangegeven adres dat is opgenomen in het wachtregister
niet strookt met de realiteit, dienen de betrokken EU-burgers van ambtswege te worden afgevoerd uit het
wachtregister op datum van het verslag van de wijkpolitie.
Deze afvoering gebeurt direct (d.w.z. zonder tussenkomst van het College van Burgemeester en Schepenen) en
na vaststelling dat geen ander hoofdverblijf van betrokkene op het Belgisch grondgebied is gekend.
Voor deze gevallen is een specifieke code voorzien : code 99998 (Afvoering – geen recht op inschrijving).
De vroegere code 4 in het IT003 (die diende te worden ingevoerd in het geval van negatieve woonstcontrole) dient
aldus in dergelijke gevallen niet meer te worden gebruikt.
De op voormelde wijze geschrapte EU-burger kan een nieuwe verklaring van inschrijving vragen bij vestiging van
een nieuw hoofdverblijf in een Belgische gemeente.
Bij het invoeren van het nieuwe IT210/6 – inschrijving in het wachtregister – moet de bestaande informatie met
betrekking tot de eerdere inschrijving niet geannuleerd worden; een historiek van de inschrijvingen in IT210/6 wordt
toegelaten.
Structuur:
O.C.
1
0
0
I.T.
0
D.
1
D
D
M
DATUM
M
J
J
J
J
9
Toegelaten codes :
-
Operatiecode (O.C.)
Dienstcode (D.)
Datum
:
:
:
10.
0.
de datum van het verslag van de wijkpolitie.
-
NIS-Code
:
de bijzondere code 99998.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
NIS-CODE
9
9
9
8
D. Afvoering van ambtswege in het buitenland.
Met toepassing van het koninklijk besluit van 24 januari 2013 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 januari 2003 aangaande de consulaire bevolkingsregisters en identiteitskaarten (B.S. van 7 februari 2013) kan
de consulaire beroepspost overgaan tot een afvoering van ambtswege uit de bevolkingsregisters indien blijkt
dat een persoon niet langer op het aangegeven adres woonachtig is, en wanneer het onmogelijk is gebleken
de nieuwe hoofdverblijfplaats van deze persoon op te sporen.
Ten einde het onderscheid te maken met de afvoering van ambtswege bij beslissing van het college van burgemeester en schepenen wordt een nieuwe bijzondere code toegevoegd om deze informatie te kunnen registreren in het IT001 van het rijksregisterdossier.
De nieuwe code: 99992 – N = Afvoering van ambtswege in buitenland ;
F = Radiation d’office à l’étranger ;
D = Streichung von Amts wegen im Ausland.
De aanpassing van de programma’s wordt operationeel op donderdag 28 maart 2013.
Deze code kan enkel ingevoerd worden door de FOD Buitenlandse Zaken en de centrale diensten van het
Rijksregister.
Indien blijkt dat een persoon overleden is en er geen wettelijk bewijs van voorgelegd kan worden, wordt
eveneens een afvoering van ambtswege ingevoerd in het IT001 van het Rijksregister.
Alvorens deze informatie wordt ingevoerd, zal de betrokken consulaire beroepspost dit feit opnemen in het
IT019 (aangifte van adreswijziging), onder de vermelding “vermoeden van overlijden”.
E. Schrapping – einde functies.
In het kader van de opdrachten die haar werden toegewezen is de Directie Protocol van de FOD
Buitenlandse Zaken belast met, onder meer, het afleveren van de speciale identiteitskaarten aan
diplomaten en andere leden van de diplomatieke en consulaire zendingen alsmede aan hun gezinsleden.
Een groot aantal onder hen, meer bepaald het administratief en technisch personeel van de
ambassades, wordt ingeschreven in het Rijksregister onder de bijzondere codificatie IT210/4 "vreemdelingen K.B. van 30/10/91" (cf. nummer 448 van de Onderrichtingen voor het bijhouden van de
informatiegegevens in het Rijksregister).
Ze worden in het bevolkingsregister vermeld op basis van individuele inlichtingenbulletins die afgeleverd
worden door de Directie Protocol van de FOD Buitenlandse Zaken. De datum die voor de vermelding in
aanmerking genomen moet worden, is die van de indiensttreding die op de voormelde
inlichtingenbulletins voorkomt.
Het schrappen van de vermelding (neerlegging van het ambt, overbrenging van verblijfplaats naar een
andere gemeente, vertrek naar het buitenland, …) gebeurt eveneens op basis van inlichtingen verstrekt
door de Directie Protocol.
Indien de betrokkene moet geschrapt worden uit de registers omwille van de neerlegging van het ambt,
en er geen aanwijzing is van zijn nieuwe verblijfplaats, moet het IT001 (gemeente van verblijf) in het
dossier van het Rijksregister voortaan worden bijgewerkt met de speciale code 99993.
De code 99993 staat voor :
N : Schrapping - Einde functies
F : Suppression - Fin de fonctions
D : Streichung – Ende aus dem Amt.
Wanneer het inlichtingenformulier een aanduiding bevat van de nieuwe verblijfplaats van betrokkene
wordt deze informatie overgenomen in het informatietype 001 (IT 001) als gemeente van verblijf.
Deze werkwijze is eveneens van toepassing voor de personen in het bezit van een speciale
identiteitskaart die eventueel zouden zijn ingeschreven in de registers IT 210/2 (bevolkingsregister) of IT
210/3 (ambtenaar EU).
170.
Suppressie afvoering van ambtswege.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
O.C.
1
2
I.T.
0
0
1
D
0
DATUM
D D M
M
J
J
J
J
Toegelaten codes :
-
Operatiecode (O.C.)
Dienstcode (D.)
Datum
:
:
:
12.
0.
de datum waarop het Schepencollege de beslissing tot intrekking van de
afvoering van ambtswege heeft genomen.
Voorbeeld :
Suppressie op 21 juni 2000 van een afvoering van ambtswege van 17 december 1999 door het Schepencollege van
Brussel.
12 / 001 / 0 / 21062000.
Deze suppressie geeft volgende weergave op de R-kaart :
001 19990101 BRUSSEL (1000) (Afvoering van ambtswege van 17 december 1999
gesupprimeerd op 21 juni 2000).
001 19990101 BRUSSEL (1000).
Dus bij een suppressie van een ambtshalve schrapping wordt de laatste gemeente van verblijf automatisch terug
vermeld met de eerste inschrijvingsdatum met tussen haakjes de vermelding van deze suppressie.
Opmerking :
De annulatie van een ambtshalve schrapping of de inschrijving door een andere gemeente van verblijf dan degene
die de schrapping deed, kan enkel via de diensten van het Rijksregister.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
171.
Verblijfsverandering van en naar het buitenland.
Zowel de afvoering naar het buitenland, als de terugkeer naar België geschieden met de algemene
structuur.
Voor de afvoering naar het buitenland: zie nr. 186bis.
Voorbeeld :
Terugkeer op 8 juni 2000 vanuit Frankrijk naar Edegem.
10 / 001 / 0 / 08062000 / 11013.
Opmerkingen :
172.

Om een dossier vanuit het buitenland in te voeren is het niet noodzakelijk de laatste Belgische
gemeente van verblijf te zijn.

De code 00992 wordt eveneens aangewend bij de uitwijzing uit het land zonder bepaalde
bestemming.
De melding van uitwijzing geschiedt in het I.T. 246 (gemeentelijke informatie) en niet in het I.T. 003
(verblijfsbeslissing).
Vrijstelling van inschrijving.
Volgende categorieën van personen zijn vrijgesteld van inschrijving in de bevolkingsregisters:
1/ de vreemdelingen die deel uitmaken van het diplomatieke korps of die onschendbaarheden genieten
die analoog zijn met die van het diplomatieke korps;
2/ de Belgische studenten die nooit eerder ingeschreven waren in het Rijk of die het Rijk meer dan 5 jaar
geleden hebben verlaten, op voorwaarde dat zij tijdelijk enkel in België verblijven om er te studeren. Op
hun eigen verzoek kunnen zij echter toch worden ingeschreven in de bevolkingsregisters van de
gemeente waar zij effectief verblijven.
Dit wordt uitdrukkelijk geregeld in artikel 19 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de
bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister (Belgisch Staatsblad van 15 augustus 1992).
3/ Het militair personeel van SHAPE en van de NAVO. Deze vrijstelling geldt voor de periode dat dit
militair personeel in België is gevestigd in het kader van hun SHAPE- of NAVO- opdracht.
De leden van het burgerlijk personeel, alsmede de personen ten laste van de militairen en van het
burgerlijk personeel, zijn daarentegen wel onderworpen aan de formaliteiten inzake
vreemdelingenregistratie en dienen derhalve te worden ingeschreven in de bevolkingsregisters.
Hierbij dient te worden verwezen naar de omzendbrieven dd. 10 maart 1967 en 21 mei 1968 van de
Minister van Justitie.
De vrijstelling van inschrijving wordt in het I.T. 001 met de algemene structuur ingebracht.
Hierbij vult men voor de plaats de bijzondere code 99995 in.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Voorbeeld :
Vrijstelling van inschrijving op 29 mei 2000.
10 / 001 / 0 / 29052000 / 99995.
Opmerkingen :
173.

Deze bijzondere code kan enkel aangewend worden in een dossier waarvan de persoon niet de
Belgische nationaliteit bezit.

Bij inbreng van deze bijzondere code heeft de laatste gemeente van verblijf geen enkele toegang
meer tot het dossier. De bijwerkingen dienen te worden toegezonden aan de diensten van het
Rijksregister.
Overleden persoon.

Het overlijden van een persoon wordt automatisch ingebracht in het I.T. 001 bij de invoering van het
I.T. 150 (overlijden).

Indien de genoemde automatische aanpassing niet zou hebben plaatsgevonden, kan de bijwerking
geschieden met de algemene structuur. Hierbij gebruikt men de bijzondere code 99990.
Voorbeeld :
Overlijden op 11 juni 2000.
10 / 001 / 0 / 11062000 / 99990.
Opmerking :
Bij inbreng van de code "overleden" heeft de laatste gemeente van verblijf nog enkel toegang tot het
dossier voor het bijwerken van het aktenummer. Eventuele andere bijwerkingen dienen te worden
toegezonden aan de diensten van het Rijksregister.
174.
Afwezig verklaard.
Er werd vastgesteld dat bepaalde gemeenten de fictieve code 99996 voor een persoon die afwezig
wordt verklaard rechtstreeks invoeren in het IT001.
De afwezigverklaring is echter enkel voorzien voor de juridische procedure die hiertoe kan leiden.
Het invoeren van de beslissing houdende de verklaring van afwezigheid moet verplicht worden
ingevoerd in het IT 151, en heeft tot gevolg dat het IT001 (gemeente van verblijf) in het dossier van de
afwezig verklaarde door autogeneratie automatisch wordt gewijzigd.
De rechtstreekse invoering van de verklaring van afwezigheid in het IT001 wordt bijgevolg niet langer
toegelaten.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
175.
Collectieve bijwerking.
Meestal gebeurt de verandering van verblijfplaats met het ganse huisgezin. In dit geval is het verkieslijk
het I.T. 001 van het gezin bij te werken door gebruik te maken van de algemene structuur, doch met
dienstcode 3. Zodoende zal de informatie 001 gegenereerd worden voor alle nationale nummers die in
het I.T. 140 bij de referentiepersoon van het gezin opgenomen zijn.
Deze procedure kan niet toegepast worden indien de code "plaats in het gezin" gelijk is aan 01
(alleenstaand) of 20 (in gemeenschappen).
Opmerkingen :

Bij toepassing van deze structuur dient men voorafgaandelijk vast te stellen of alle leden van het
gezin wel degelijk naar hetzelfde domicilie verhuizen. Is dit niet het geval moet voor ieder gezinslid
de bijwerking met algemene structuur en dienstcode 0 (nul) geschieden.

Een gelijkaardige procedure is voorzien bij het I.T. 020 (adres).
Maandelijkse lijsten van afschrijvingen.
Om met zekerheid de afschrijvingen van inwoners uit het bevolkingsbestand te kunnen vaststellen, kan
de gemeente via de abonnementsaanvraag voor exploitatiewerken, maandelijks de zogenaamde
mutatielijsten bekomen, die de loop van de bevolking betreffen, namelijk de aankomsten in, de
vertrekkers uit en de adreswijzigingen binnen de gemeente. Voor nadere bijzonderheden, zie de
brochure over de "Exploitatiewerken".
Gecoördineerde versie
01.10.2014
176.
Fictief adres voor NIS-code 21099 (D.V.Z.) in de gemeente van verblijf (IT001).
In 2007 werd de NIS-code 21099 gecreëerd voor de Dienst Vreemdelingenzaken in het
informatietype 001 om te vermijden dat Brussel als gemeente van verblijf zou worden vermeld voor
alle personen die door de Dienst Vreemdelingenzaken werden gecollecteerd in het wachtregister.
Momenteel zijn twee adressen verbonden aan deze code 21099, nl. Koning Albert II-laan, 8 en
Antwerpsesteenweg, 59.
Vanaf 10 juli 2012 zal enkel het volgend fictieve adres – “Onbekend” – worden toegelaten; het zal
de volgende informatiegegevens bevatten: postcode = 0000, straatcode = 9999, huisnummer =
0000.
(Opmerking: de twee hogergenoemde adressen blijven opgenomen in de dossiers waar reeds een
code 21099 was geregistreerd).
Dit fictief adres kan voortaan eveneens gebruikt worden voor een collecte waarbij de NIS-code
21099 ingevoerd wordt als gemeente van verblijf. De bijwerking van het IT020 (adres van de
hoofdverblijfplaats) is eveneens mogelijk. Het indexveld mag niet worden ingevuld.
Een ondervraging 36 in het Rijksregister – alle inwoners op een bepaald adres – zal geen enkele
persoon weergeven die is ingeschreven op het fictief adres.
De afdruk van het nieuwe fictieve adres in een dossier ziet er als volgt uit.
Transactie 61
N
F
D
020(ADR) 02.01.2012 0000/9999/Onbekend,0
020(ADR) 02.01.2012 0000/9999/Inconnu ,0
020(ADR) 02.01.2012 0000/9999/Onbekend,0
Transactie 79
N
F
D
020 02.01.2012 Adres : 0000 Onbekend,0
020 02.01.2012 Adresse : 0000 Inconnu ,0
020 02.01.2012 Anschrift : 0000 Onbekend,0
Opmerking: er wordt geen vertaling in het Duits voorzien wegens problemen in het vertaalbestand
van de openbare wegen waar enkel de combinaties Nederlands-Frans of Frans-Duits zijn
toegelaten voor de benaming van de straten.
177 – 184. Reserve.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 6
I.T. 018 – I.T. 019 – I.T. 020 – I.T. 022 – I.T. 023 – I.T. 026
ADRES
185.
Inleiding
Voor de toepassing van dit begrip wordt onder “adres” verstaan :
-
186.
I.T. 018 :
I.T. 019 :
I.T. 020 :
I.T. 022 :
I.T. 023 :
I.T. 026 :
de aangifte van het adres in het buitenland;
de aangifte van adreswijziging;
het adres van de hoofdverblijfplaats;
de verblijfplaats in het buitenland;
het postadres in het buitenland;
de tijdelijke afwezigheid.
De aangifte van adreswijziging (I.T. 019)
a.
Inleiding
Deze informatie heeft tot doel het nieuwe adres op te nemen dat een inwoner meedeelt bij de aankomst
in een nieuwe gemeente.
b.
Samenstelling
De informatie omvat :
-
-
de datum van de aangifte die overeenstemt met de datum van I.T. 005;
de vermelding van de nieuwe gemeente van beheer met het adres, of
de verandering van de hoofdverblijfplaats binnen de gemeente (interne mutatie).
In dit laatste geval verschilt de datum die vermeld is in het IT 019 van de datum die opgenomen werd
in het IT 005.
de vermelding “voorstel afvoering van ambtswege”. In dit geval moet de informatie geannuleerd
worden door middel van OC 12 bij de definitieve beslissing tot afvoering van ambtswege.
de vermelding van het adres in het buitenland voor een vreemdeling.
de vermelding “vermoeden van overlijden” – enkel voor de Belgen in het buitenland;
Indien blijkt dat een persoon (Belg in het buitenland) overleden is en er geen wettelijk bewijs van voorgelegd kan worden, wordt een afvoering van ambtswege ingevoerd in het IT001 – zie nr. 169 D.
Alvorens deze informatie wordt ingevoerd, zal de betrokken consulaire beroepspost dit feit opnemen in
het IT019 (aangifte van adreswijziging), onder de vermelding “vermoeden van overlijden”.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
c.
Structuur
O.C.
1 0
I.T.
0 1
9
D. DATUM
0 D D M
M
J
J
J
J
PLAATS en ADRES
X
X
Toegelaten code
-
Operatiecode (O.C.)
: 10 (met zelfde effect als O.C. 11)
12 (met zelfde effect als O.C. 13)
-
Dienstcode (D)
:
0
-
Datum
:
datum van aangifte in de gemeente in 8 cijfers
-
Plaats en adres
:
maximum 60 alfanumerieke tekens voor de volledige
vermelding van de nieuwe gemeente van beheer en het adres, of de
nieuwe hoofdverblijfplaats binnen dezelfde gemeente.
Een aantal gebruikers wenst deze adresinformatie op te nemen onder de
volgende vorm : postcode/straatcode/straatbenaming/huisnummer/index.
d.
Controles
-
Bij het invoeren van een I.T. 020 (adres) wordt het I.T. 019 automatisch geannuleerd. Er wordt geen
informatie in historiek bijgehouden.
-
De verbetering van een I.T. 020 wordt niet aanvaard wanneer er zich een I.T. 019 met recentere
datum in het dossier bevindt.
186bis.
a.
De aangifte van het adres in het buitenland (I.T. 018)
Inleiding
Deze informatie heeft tot doel het vreemde land, en desgevallend het nieuwe adres in het buitenland op
te nemen dat een inwoner meedeelt bij de aangifte op de gemeentelijke bevolkingsdienst van zijn vertrek
naar het buitenland.
In het IT 001 moet daarna op dezelfde datum een code 00992 (afgeschreven naar het buitenland)
worden ingevoerd.
De officiële verblijfplaats in het buitenland moet nadien bijgewerkt worden door de diplomatieke posten
door middel van het invoeren van het overeenstemmende IT 001 en IT 022.
Deze procedure is enkel van toepassing voor de Belgen die zich in het buitenland vestigen; hun
dossier wordt dan beheerd door de bevoegde diplomatieke post.
b.
Samenstelling
De informatie omvat :
- Informatiedatum: de datum van de aangifte die moet overeenstemmen met de datum van de afschrijving
naar het buitenland (code 00992) in het I.T. 001;
- Vermelding van de plaats en het adres in het buitenland: drie vrije tekstzones van maximum 55 tekens
voor het invoeren van het adres van betrokkene. De totale lengte van de drie tekstzones samen,
inclusief de twee scheidingstekens, mag echter niet meer zijn dan 70 tekens.
- De derde tekstzone is facultatief; het gebruik van de tweede puntkomma is enkel nodig indien de derde
Gecoördineerde versie
01.10.2014
tekstzone een informatiegegeven bevat.
- Het land: de landencode die overeenstemt met de hoofdverblijfplaats, in drie cijfers tussen haakjes.
- Toegelaten operatiecodes: 10 en 13.
c.
Structuren
1) Structuur met de vermelding van het adres en het land.
O.C.
0
I.T.
1
8
D.
0
D
INFORMATIEDATUM
D M M J J J
TEKSTZONE 1
J
;
(maximum 55 tekens)
TEKSTZONE 2
TEKSTZONE 3
(
;
(maximum 55 tekens)
(maximum 55 tekens)
LANDENCODE
X
X
X
)
verplicht 5 tekens
2) Structuur met enkel de vermelding van het land.
O.C.
0
d.
I.T.
1 8
D.
0
D
INFORMATIEDATUM
D M M J J J
J
(
LANDENCODE
X X X )
Controles

Het IT 018 moet ingevoerd worden vóór het IT 001 (code 00992). De beide informatiedatums moeten
gelijk zijn. Zij moeten tevens recenter zijn dan de datum van het actuele IT 001 in het dossier.

De informatie in het IT 018 moet altijd een landencode bevatten; speciale codes (staatlozen,
vluchtelingen, … ) mogen niet gebruikt worden.

In structuur 1 moet het scheidingsteken “;” minstens éénmaal aanwezig zijn in de bijwerking.
e.
Opmerkingen

Het IT 018 wordt automatisch gesupprimeerd wanneer de informatie met betrekking tot de
verblijfplaats in het buitenland (IT 022) wordt bijgewerkt door de diplomatieke posten.

Er wordt een historiek bijgehouden van de informaties in het IT 018.

De bijwerking van het IT 018 en de daaropvolgende bijwerking van het IT 001 door de gemeente
wordt als volgt weergegeven in het dossier:
001 01.10.2003 Afgeschreven naar het buitenland
001 01.12.1976 Brussel
018 01.10.2003 Via Roma 12 Roma - Italië
Na de bijwerking van de verblijfplaats in het buitenland (IT 001 en 022) door de diplomatieke post is de
weergave als volgt:
Gecoördineerde versie
01.10.2014
001 01.11.2003 Italië
001 01.10.2003 Afgeschreven naar het buitenland
001 01.12.1976 Brussel
018 01.10.2003 Via Roma 12 Roma – Italië (gesupprimeerd op 01.11.2003)
022 01.11.2003 Rome Italië Roma Via Roma 12 (Italië)
diplomatieke
post

landencode
informatie uit
tekstzone
Deze nieuwe werkwijze brengt met zich mee dat de informatie die wordt ingevoerd door de
diplomatieke post in de IT 001 en 022 verschilt van de informatie die door betrokkene wordt
aangegeven aan de bevolkingsdienst, en die wordt ingebracht in het IT 018.
OPMERKINGEN:
Deze procedure voor een afschrijving naar het buitenland moet gevolgd worden voor alle afschrijvingen
naar het buitenland ongeacht de datum van afschrijving.
Ingeval er een adresgegeven wordt ingevoerd, moet de structuur minstens twee tekstzones bevatten, gescheiden door een puntkomma, en wordt zij afgesloten door de landencode tussen haakjes.
Het IT 018 wordt automatisch gesupprimeerd bij het invoeren van een IT 020 en IT 022. De actieve informatie in het IT 018 wordt ook weergegeven bij de fonetische ondervragingen, en in de ondervraging 29
(historiek van de adressen).
*
*
*
De informatie met betrekking tot de effectieve verblijfplaats (IT’s 001, 022 en eventueel 023) wordt bijgewerkt door de diplomatieke post tot wiens ambtsgebied zij behoort.
De informatie die wordt opgenomen in het IT 001 zal in dat geval het land zijn van de (beroeps)post die
het dossier van het Rijksregister beheert. Deze informatie stemt dus niet noodzakelijk overeen met het
land van verblijf van betrokkene.
De informatie van de verblijfplaats wordt opgenomen in het IT 022: zij omvat de datum van inschrijving
en, enerzijds, de bevoegde diplomatieke post en het land waar de post gelegen is, en, anderzijds het
adres van betrokkene en het land waar hij verblijft.
De weergave in het dossier ziet er als volgt uit:
022 (V.B.) datum
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Dipl. Post: diplomatieke post land
plaats /
land
Verblijfplaats: adres;
187.
Het adres van de hoofdverblijfplaats (I.T. 020).
a.
Samenstelling.
Deze informatie bevat :
-
de datum van de informatie;
de postcode in 4 cijfers;
de straatcode in 4 cijfers;
het huisnummer;
een index van 4 alfanumerieke tekens, waarmee de index of het appartementsnummer verplicht
moet aangeduid worden wanneer de woning uit meerdere afzonderlijke wooneenheden bestaat.
b.
Algemene structuur.
O.C.
I.T.
0 2
0
D. DATUM
D D M
HUISNUMMER
N
N
N
N
INDEX
X X X
M
J
J
J
J
POSTCODE
N N N N
STRAATCODE
N
N
N N
X
Toegelaten codes :
-
Operatiecode (O.C.)
Dienstcode (D.)
:
:
10, 11, 13, 17, 20 en 23.
0, 2 en 3.
De dienstcode 2 wordt gebruikt bij een verbetering in historiek.
Samenstelling van de informatie:
-
Datum
:
-
Postcode
:
-
Straatcode :
Het is de datum van inschrijving op het adres.
Een code in 4 cijfers die door de Post wordt toegekend
ter identificatie van een gemeente (of een deel ervan).
Een code in 4 cijfers, die een straat in de gemeente
bepaalt. Deze code wordt toegekend door het Rijksregister, op verzoek en in
overleg met de gemeente.
-
Huisnummer
:
Het wordt voorgesteld door 4 cijfers. Voor de
ontbrekende cijfers worden links nullen aangevuld.
(voorbeeld: 0007 – de nullen worden niet weergegeven).
-
Index
:
4 alfanumerieke tekens die in voorkomend geval de wooneenheid
van het betrokken gezin aanduiden.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
c.
Toekenning van een indexnummer.
Het indexnummer wordt afgedrukt zoals het werd gecodeerd; om dubbelzinnigheden of betwistingen te
voorkomen is het dus niet langer nodig om het indexveld aan te vullen met betekenisloze nullen (cf. de
omzendbrieven van 17 maart 2006 en 25 september 2006).
In het streven naar uniformiteit is het aangewezen dat de gemeenten voortaan volgende regels respecteren voor het toekennen van een indexnummer:

1ste positie :

2de en 3de positie : aanduiding van de verdieping;

4de positie :
eventueel een hoofdletter (zoniet ∆) om een nummer te creëren voor een ander
gebouw en alzo een hernummering van de volledige straat te vermijden;
nummer van de wooneenheid op die verdieping; gebruik van de cijfers 1 tot 9,
en daarna de letters van het alfabet (kleine letters).
Bovendien moeten bij het invoeren van een indexveld nog twee andere principes gerespecteerd worden, met name:
 de index volgt onmiddellijk na het huisnummer (het programma van het Rijksregister plaatst automatisch de schuine streep om de twee zones te scheiden).
 indien nodig kunnen de 4 posities van het indexveld worden opgevuld met spaties (∆).
Voorbeelden:

Gebouw met huisnummer 52/A: invoer van het huisnummer 0052 en als index de letter A gevolgd
door 3 spaties  0052/A∆∆∆.

Gebouw met huisnummer 52A, 3de verdieping, appartement nr. 2: invoer van het huisnummer 0052
en als alfabetische index met appartementnummer A032  0052/A032.

Gebouw met huisnummer 52, 3de verdieping, appartement nr. 2: invoer van het huisnummer 0052
en ∆032 om het appartement in het gebouw aan te duiden  0052/∆032.

Gebouw 52 bis naast het gebouw met huisnummer 52: invoer van het huisnummer 0052 en de index bis∆ (het is evenwel af te raden om op dergelijke manier te nummeren).
Belangrijke opmerking:
Gelet op de gemeentelijke autonomie en rekening houdend met de vroegere instructies is het mogelijk
dat de gemeente (in principe bij gemeentelijk reglement) een andere uniforme methode toepast om het
indexnummer weer te geven door bijvoorbeeld de appartementen of de busnummers doorlopend te
nummeren. Voorbeeld: 52/6 (appartement nr. 6 op 3de verdieping) of 52/b6.
Ten einde geen tegenstrijdigheden te creëren in het woningenbestand en de burger niet nodeloos te belasten met een aantal administratieve formaliteiten kan de gemeente in deze gevallen het bestaande systeem van de nummering van indexen behouden.
De gemeente moet er in ieder geval over waken dat de bestaande nummering van de index niet leidt tot
verwarring of betwisting, dat het indexveld eventueel wordt opgevuld met spaties, en onmiddellijk volgt op
het huisnummer.
Voorbeelden:
Gecoördineerde versie
01.10.2014

Gebouw nr. 52 A, appartement nr. 70 : bestaande index A070 kan behouden blijven  invoer :
0052/A070;

Gebouw nr. 52, bus 6: bestaande index b006 of bus6 kan behouden blijven of in voorkomend geval
aangevuld worden met spaties  invoer: 0052/b006 of 0052/bus6 of 0052/b6∆∆;

Gebouw nr. 52, appartement nr. 1: bestaande index kan behouden blijven of in voorkomend geval
aangevuld worden met spaties  invoer: 0052/0001 of 0052/1∆∆∆.
d.
Controles.
-
Een straatcode is gekoppeld aan een postcode van de gemeente.
-
De benaming van een straat mag niet meer dan 32 tekens bevatten.
-
Met operatiecode 11 kan zowel de datum als het adres gelijktijdig worden verbeterd. Indien enkel de
datum moet worden verbeterd, moet O.C. 20 gebruikt worden.
-
Er dient overeenstemming te zijn tussen een adres (I.T. 020) en de inschrijving in de gemeente van
beheer (I.T. 001). De controle geschiedt door de koppeling van de NIS-code aan de postcode en de
postcode aan de straatcode.
-
Adressen met éénzelfde datum kunnen niet worden ingevoerd in het Rijksregister, behoudens het
bijzonder geval van hernummering.
e.
Hernummering van woningen.
In bepaalde omstandigheden dienen sommige gemeenten de nummering van een woning te herzien.
Dit is een bijzondere toestand : het is geen bijwerking, vermits de datum van de informatie niet verandert.
Het is ook geen verbetering want het vorig huisnummer moet in het dossier bewaard blijven als informatie
in historiek, voor eventuele opzoekingen in de toekomst.
Structuur.
O.C.
2 3
I.T.
0 2
0
D
0
HUISNR.
N N N
N
INDEX
X X X
X
Toegelaten codes :
-
Operatiecode (O.C.) :
Dienstcode (D.)
Huisnummer en index :
23.
: 0.
zie algemene structuur (nummer 187. b).
Voorbeelden :
-
Het huisnummer 25/B in de Rozenlaan te Gent wordt het nummer 31.
23 / 020 / 0 / 0031.
-
Het huisnummer 25/A in de Koningstraat te Brussel wordt het nummer 36/B.
23 / 020 / 0 /0036 / B ∆ ∆ ∆.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Op de R-kaart verschijnt :
-
Rozenlaan 31 (hernummering).
Koningstraat 36/B (hernummering).
Opmerkingen :
De wijziging wordt geweigerd als het nieuw huisnummer, eventueel met inachtneming van de index, gelijk
is aan het in het dossier opgenomen vorig nummer.
De operatiecode 23 mag slechts gebruikt worden als er geen verandering van straat is, m.a.w. de woning
moet in dezelfde straat blijven (identieke straatcode). Indien er toch een verandering van straat is, moet
de hernummering uitgevoerd worden door de centrale diensten van het Rijksregister te Brussel.
De straatbenaming kan later gewijzigd worden.
Geen enkele andere wijziging dan de hernummering kan in het I.T. 020 met O.C. 23 worden ingevoerd.
Indien vóór de hernummering het adres een index bevatte en na de hernummering niet meer, moet bij de
opvraging op straat en huisnummer bij het Rijksregister in de indexzone viermaal een X worden geplaatst.
f.
Autogeneratie.
Indien de dienstcode 3 wordt gebruikt bij een bijwerking van I.T. 020, gaat het programma na of er I.T.'s
140 (samenstelling gezin) aanwezig zijn in het dossier van de referentiepersoon van het gezin
In bevestigend geval worden de adressen van de gezinsleden bijgewerkt, op voorwaarde dat de codes
van het I.T. 140 verschillen van 01 (alleenstaand) en 20 (gemeenschappen).
Voorbeeld :
Een gezin bestaand uit een man, zijn echtgenote en twee kinderen wordt op 2 mei 2000 ingeschreven in
de Provinciestraat 18 te Antwerpen.
10 / 020 / 3 / 02052000 / 2018 / 6232 /0018.
Gevolg :
Gecoördineerde versie
01.10.2014
De bijwerking bij de referentiepersoon van het gezin genereert het nieuwe adres bij de andere
gezinsleden.
188.
Verblijfplaats in het buitenland (I.T. 022).
a.
Inleiding.
Met toepassing van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de wet van 26 juni
2002 inzake consulaire bevolkingsregisters kunnen de Belgen die in het ambtsgebied van een
(ere)consulaire beroepspost hun hoofdplaats vestigen en die niet opgenomen zijn in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente, in deze registers ingeschreven worden.
Het dossier wordt vanaf dat moment beheerd door de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken. Betreft het een hoofdverblijf dan vermeldt het I.T. 001 het land van de diplomatieke post die het dossier beheert. Het I.T. 022 vult deze informatie aan; het kan enkel worden ingevoerd door de FOD Buitenlandse Zaken.
Het zogenaamde “dubbel beheer” van dossiers wordt bijgevolg uitgesloten. Indien de persoon slechts tijdelijk in het buitenland verblijft – zie nummer 96 van de Algemene onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters (gecoördineerde versie april 2002) – blijft de persoon ingeschreven in de
Belgische gemeente die het I.T. 026 (tijdelijke afwezigheid) invoert.
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, §2, 3° van het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende
de toegang door sommige openbare overheden tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, alsmede betreffende het bijhouden en de controle van de informaties, mogen de informatiegegevens betreffende een Belgisch onderdaan die tijdelijk in het buitenland verblijft dan worden ingevoerd of gewijzigd door
de FOD Buitenlandse Zaken of de diplomatieke posten voor de informaties die betrekking hebben op de
burgerlijke staat waarvan ze kennisgeving ontvangen hebben of betreffende akten die ze verleden hebben.
Het I.T. 022 werd eveneens aangepast met het oog op de uitvoering van de wetswijziging voor het stemrecht van de Belgen in het buitenland, ten einde een meer gestructureerde weergave van de informatie te
kunnen garanderen - zie verder: punt d.
b.
Samenstelling.
1.
De informatiedatum: de datum waarop betrokkene op het adres in het buitenland wordt ingeschreven.
2.
Dipl. Post: de code van de diplomatieke post (4 cijfers) toegekend door de FOD Buitenlandse
Zaken.
3.
Territoriale code (TERR): landencode (3 cijfers), toegekend door de FOD Buitenlandse Zaken,
die overeenstemt met de diplomatieke post.
4.
Verblijfplaats in het buitenland: drie vrije tekstzones van maximum 55 tekens voor het invoeren
van het adres van betrokkene. De totale lengte van de drie tekstzones samen mag echter niet
meer zijn dan 70 tekens.
De derde tekstzone is facultatief; het gebruik van de tweede puntkomma is enkel nodig
indien de derde tekstzone een informatiegegeven bevat.
5.
Landencode: verplicht in te vullen zone van 5 tekens, namelijk de landencode, die overeenstemt
met de hoofdverblijfplaats, tussen haakjes.
6.
Toegestane operatiecodes:
Gecoördineerde versie
01.10.2014
10 (invoering of bijwerking);
11 (verbetering);
12 (vervallenverklaring);
13 (vernietiging);
20 (verbetering van een datum).
c.
Structuur.
O.C.
I.T.
0 2
2
D.
0
D
INFORMATIEDATUM
D M M J J J
TEKSTZONE 1
DIPL. POST
J
TEKSTZONE 2
;
;
(maximum 55 tekens)
(maximum 55 tekens)
TEKSTZONE 3
(
(maximum 55 tekens)
TERR.
*
LANDENCODE
X
X
X
)
verplicht 5 tekens
De weergave in het dossier ziet er als volgt uit:
022 (V.B.) datum
Dipl. Post: diplomatieke post
Verblijfplaats: adres;
plaats / land
land
BELANGRIJKE OPMERKINGEN:
1. Niettegenstaande de respectievelijke maximumlengte van de drie tekstzones geldt voor de drie
zones samen, inclusief de twee scheidingstekens, een maximumlengte van 70 tekens + 5 tekens
voor de landencode tussen haakjes.
2. Het invoeren van de asterisk en de eerste puntkomma is verplicht. De landencode tussen haakjes
sluit het bericht af.
3. Het invoeren van de oude structuur voor het I.T. 022 is niet meer mogelijk . De informaties van het
oude type die aanwezig zijn in de dossiers blijven bewaard, en zij worden nog als dusdanig afgedrukt.
De informatie kan echter altijd verbeterd worden.
Voorbeelden :
1) Inschrijving van een Belgisch persoon in de ambassade te Ottawa (Canada) op 15 november 2002
met als adres : Queenstraat 154 te L0R 1B1 Beamsville.
10/022/0/15112002/1056*401Queenstraat 154;L0R 1B1 Beamsville;Ontario(401)
of
10/022/0/15112002/1056*401Queenstraat 154;Beamsville;Ontario(401)
2) Inschrijving van een Belg in het Consulaat te Vilnius (Litouwen) op 15 november 2002 terwijl de
hoofdverblijfplaats van deze persoon gelegen is in Riga (Letland).
10/022/0/15112002/3419*137Rigakaai154;ABC-123 Riga(135)
of
10/022/0/15112002/3419*137Rigakaai 154;Riga(135)
VILNIUS /
LITOUWEN
LETLAND
3) Inschrijving van een Belg in het consulaat te Santa Cruz de Tenerife (Canarische eilanden) – Spanje,
op 15 november 2002 met als adres: Calle Los Angeles, 3 – appartement 5B te 38683 Puerto de
Santiago.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
10/022/0/15112002/3240*109Calle Los Angeles, n° 3 – Apt. 5B;38683 Puerto de Santiago(109)
Opmerking: de schuine streep dient enkel voor de leesbaarheid van de structuur; zij wordt niet opgenomen in de bijwerking.
d.
Stemrecht voor de Belgen in het buitenland.
Alle Belgen die ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters die bijgehouden worden in de Belgische diplomatieke of consulaire beroepsposten in het buitenland en die voldoen aan de kiesbevoegdheidsvoorwaarden zijn onderworpen aan de stemplicht.
Deze personen laten zich inschrijven als kiezer in de Belgische gemeente van hun keuze. De gemeente wordt hiervan op de hoogte gebracht door middel van het formulier voor aanvraag tot inschrijving als
kiezer.
Deze informatie wordt ingebracht in het I.T. 132 – zie hoofdstuk 34 van onderhavige onderrichtingen.
De bijwerking in het I.T. 132 zal echter verworpen worden als er geen I.T. 022 met de nieuwe structuur
in het dossier voorkomt. In bepaalde gevallen zal deze controle zich uitbreiden naar het I.T. 023 (postadres in het buitenland – zie nummer 189).
Wanneer het dossier van dergelijke kandidaat-kiezers geen I.T. 022 met de nieuwe structuur bevat, moet
de gemeente het I.T. 022 invoeren op basis van de gegevens die in de bovenste helft (= eerste adres)
van het formulier voor de aanvraag tot inschrijving als kiezer voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers voorkomen. Het adres onderaan (= tweede adres) doet dienst als correspondentieadres,
en moet in het I.T. 023 ingebracht worden.
Wanneer het dossier van de kandidaat-kiezer een informatie in het I.T. 022 bevat met de oude structuur,
of een informatie die niet overeenstemt met het eerste adres op het formulier, moet de gemeente het
eerste adres op het formulier in het I.T. 022 invoeren met de nieuwe structuur.
In beide gevallen is de informatiedatum dan diegene die vermeld is op het formulier voor de aanvraag tot
inschrijving als kiezer. De structuur onder punt c. is van toepassing.
Indien het dossier een I.T. 022 met de nieuwe structuur bevat, moet alleen de bijwerking van het I.T. 132
uitgevoerd worden.
Opmerking:
Door middel van de puntkomma kan het adres opgedeeld worden in drie rubrieken. Bij het afdrukken
van etiketten worden de drie rubrieken dan op een aparte lijn weergegeven; de puntkomma doet dan
dienst als lijnsprong.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
189.
Postadres in het buitenland (I.T. 023).
Inleiding.
In vreemde landen is het postadres onontbeerlijk om de briefwisseling ter bestemming te brengen. Het
postadres wordt enkel opgenomen voor Belgen, onder het I.T. 023.
In het kader van het stemrecht voor de Belgen in het buitenland voor de federale Wetgevende verkiezingen doet het I.T. 023 dienst als correspondentieadres. In dat geval geeft het I.T. 023 het adres weer waar
betrokkene zijn oproepingsbrief of stembiljet wenst te ontvangen in geval van persoonlijk stemmen in een
Belgische gemeente of stemmen per briefwisseling.
a. Samenstelling.
1.
De informatiedatum: de datum waarop betrokkene op het postadres in het buitenland wordt ingeschreven.
2.
Postadres in het buitenland: drie vrije tekstzones van maximum 55 tekens voor het invoeren
van het adres van betrokkene. De totale lengte van de drie tekstzones samen mag echter niet
meer zijn dan 70 tekens.
De derde tekstzone is facultatief; het gebruik van de tweede puntkomma is enkel nodig indien
de derde tekstzone een informatiegegeven bevat. Door middel van de puntkomma kan het
adres opgedeeld worden in drie rubrieken. Bij het afdrukken van etiketten worden de drie rubrieken dan op een aparte lijn weergegeven; de puntkomma doet dan dienst als lijnsprong.
c.
3.
Landencode: verplicht in te vullen zone van 5 tekens, namelijk de landencode, die overeenstemt met de hoofdverblijfplaats, tussen haakjes.
4.
Toegestane operatiecodes:
10 (invoering of bijwerking);
11 (verbetering);
12 (vervallenverklaring);
13 (vernietiging);
20 (verbetering van een datum).
Structuur.
O.C.
0
I.T.
2
3
D.
0
INFORMATIEDATUM
D D M M J J J
(maximum 55 tekens)
TEKSTZONE 2
TEKSTZONE 1
J
TEKSTZONE 3
;
(maximum 55 tekens)
Gecoördineerde versie
01.10.2014
(maximum 55 tekens)
;
LANDENCODE
(
x
x
x
)
(5 tekens – verplicht)
BELANGRIJKE OPMERKINGEN:
1. Niettegenstaande de respectievelijke maximumlengte van de drie tekstzones geldt voor de drie
zones samen, inclusief de twee scheidingstekens, een maximumlengte van 70 tekens + 5
tekens voor de landencode tussen haakjes.
2. Het invoeren van de eerste puntkomma is verplicht. De landencode tussen haakjes sluit het
bericht af.
3. Het invoeren van de oude structuur voor het I.T. 023 is niet meer mogelijk. De informaties van het
oude type die aanwezig zijn in de dossiers blijven bewaard, en zij worden nog als dusdanig afgedrukt. De informatie kan echter altijd verbeterd worden.
d.
Controles.
Het I.T. 023 kan slechts in een dossier worden bijgewerkt als een I.T. 022 werd opgenomen.
Het I.T. 023 kan worden opgenomen, zelfs als het identiek is aan het I.T. 022.
Het I.T. 023 mag enkel worden ingevoerd door de FOD Buitenlandse Zaken, behalve in een eerste
fase – zie punt e.
Bij wijziging van het I.T. 001 wordt het postadres niet meer afgedrukt op de R-kaart.
Op andere documenten wordt evenwel de melding gemaakt "gesupprimeerd op".
e.
Stemrecht voor de Belgen in het buitenland.
Alle Belgen die ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters die bijgehouden worden in de Belgische
diplomatieke of consulaire beroepsposten in het buitenland en die voldoen aan de kiesbevoegdheidsvoorwaarden zijn onderworpen aan de stemplicht.
Deze personen laten zich inschrijven als kiezer in de Belgische gemeente van hun keuze. De gemeente wordt hiervan op de hoogte gebracht door middel van het formulier voor aanvraag tot inschrijving als kiezer.
Deze informatie wordt ingebracht in het I.T. 132 – zie hoofdstuk 34 van onderhavige onderrichtingen. De bijwerking in het I.T. 132 zal echter verworpen worden als er geen I.T. 022 met de nieuwe
structuur in het dossier voorkomt.
Indien betrokkene, in geval van persoonlijk stemmen in een Belgische gemeente of stemmen per
briefwisseling, zijn oproepingsbrief of stembiljet op een ander adres dan dat van het I.T. 022 wenst te
ontvangen (= tweede adres op het formulier), voert de gemeente het I.T. 023 in.
De informatiedatum is dan diegene die vermeld is op het formulier voor de aanvraag tot inschrijving als kiezer. De structuur onder punt c. is van toepassing.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
190.
Tijdelijke Afwezigheid (I.T. 026).
a. Inleiding.
In sommige gevallen, bepaald in artikel 18 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister, vervalt het hoofdverblijf niet, maar wordt men als tijdelijk
afwezig beschouwd.
Deze gevallen worden verder uitgelegd in de algemene onderrichtingen voor het houden van de bevolkingsregisters.
In geval van tijdelijke afwezigheid wordt het tijdelijk adres, in het Rijk of in het buitenland, in de registers opgenomen als het bekend is.
De registratie hiervan geschiedt onder het I.T. 026.
Wanneer het gezin waarvan een tijdelijk afwezige persoon deel uitmaakt, tijdens diens afwezigheid van
verblijf verandert, wordt de verblijfsverandering van die persoon tegelijk met die van zijn gezin uitgevoerd.
Wat betreft de gevallen van kinderen die in het buitenland worden vastgehouden door een ouder, die
uit dien hoofde werd veroordeeld, moet het begrip tijdelijke afwezigheid in de ruimste zin worden geïnterpreteerd; de betrokken minderjarige kinderen moeten beschouwd worden als tijdelijk afwezig zonder
enige tijdsbeperking.
Met toepassing van het koninklijk besluit van 17 juni 2008 werd een nieuwe categorie toegevoegd, namelijk de personen waarvan de verdwijning zes maand of langer duurt, en die werd gesignaleerd aan de lokale of federale politie. In dit geval eindigt de tijdelijke afwezigheid met de terugkeer van de verdwenen
persoon, of met de vaststelling van zijn overlijden.
b. Samenstelling.
Deze informatie bevat :
-
c.
aanvangsdatum van de afwezigheid.
de code die aanduidt of het om een verdwenen persoon gaat (code 02), of een ander geval van tijdelijke afwezigheid (code 01).
plaats waar de persoon zich bevindt; de plaats wordt voluit geschreven (max. 75 alfanumerieke tekens).
Structuren.
Structuur 1 – Eentalige gemeenten.
O.C.
0
CODE
Gecoördineerde versie
01.10.2014
I.T.
2
6
D.
0
D
D
INFORMATIEDATUM
M
M
J
J
PLAATS (max. 75 tekens)
J
J
Toegelaten codes :
-
Operatiecode (O.C.) :
10, 11 , 12, 13 en 20.
-
Dienstcode (D.)
:
0.
-
Informatiedatum
:
Het is de begindatum van de tijdelijke afwezigheid.
-
Code
:
01 = gewone gevallen van tijdelijke afwezigheid;
02 = verdwijning.
-
Plaats
:
De plaats van de tijdelijke afwezigheid wordt voluit geschreven en in
maximaal 75 alfanumerieke tekens. De codes van gemeenten en landen
worden in deze zone niet vertaald.
Voorbeeld :
1.
Tijdelijk verblijf met ingang van 1 augustus 2007 in de Bloemstraat 25 te Kapellen
10/026/0/01082007/01/Bloemstraat 25, Kapellen.
2. Geval van verdwijning van een minderjarig kind
10/026/0/12022007/02/verdwijning minderjarige
Structuur 2 – Tweetalige gemeenten
O.C.
I.T.
2
0
D.
6
D
D
INFORMATIEDATUM
M
M
J
J
J
Plaats A (max. 60 tekens)
CODE
J
Plaats B (max. 60 tekens)
*
Toegelaten codes :
-
Operatiecode, dienstcode en datum zie structuur 1.
-
Plaats A
-
:
Vermelding van de plaats van de tijdelijke afwezigheid in het Frans en in maximaal
60 alfanumerieke tekens.
Plaats B :
Vermelding van de plaats van de tijdelijke afwezigheid in de tweede taal en in
maximaal 60 alfanumerieke tekens. De zones van plaats A en B worden geschei
den door een asterisk.
Voorbeeld :
Tijdelijk verblijf in de Stationstraat 30 te Ukkel op datum van 17 februari 2007.
10/026/0/17022007/01/ Rue de la Gare 30, Uccle * Stationstraat 30, Ukkel.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
d. Afdruk.
Voor code 01 :
026(AFW) 12.02.2006 /01/ TEKST
026(AFW) 12.02.2006 /01/TEKST ( Gesupprimeerd op 15.02.2008)
Voor code 2 :
026(AFW) 12.02.2006 /02/ Langdurige verdwijning : TEKST
026(AFW) 12.02.2006 /02/ Langdurige verdwijning : TEKST ( Gesupprimeerd op 15.02.2008)
Bij de afdruk van code 02 wordt de ingebrachte tekst voorafgegaan door de vermelding “Langdurige
verdwijning”.
191. – 193. Reserve
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 7
I.T. 005 –VERKLARING VAN INSCHRIJVING
194.
Algemeenheden. (vanaf 1.11.92)
Deze informatie heeft tot doel de verklaring van de betrokkene te registreren volgens welke hij zijn hoofdverblijfplaats wil vestigen in een andere gemeente. Deze registratie gebeurt door de nieuwe gemeente
waar de verklaring wordt afgelegd, zijnde de gemeente van aankomst, en dus niet door de gemeente van
vertrek. Na invoer van het IT 005 en pas dan dient de gemeente van aankomst ook het IT 019 in te voeren.
Vanaf dat ogenblik weet de huidige gemeente van beheer dat één van haar inwoners een verklaring heeft
afgelegd in een andere gemeente volgens hetwelk hij zich in die andere gemeente wil vestigen. Ook
heeft de gemeente van aankomst dan de mogelijkheid om het dossier door middel van de ondervragingscodes 61, 75, 76, 78 en 79 te consulteren.
Bestanddelen.
Deze informatie bevat :
-
de datum van de verklaring van de inschrijving in 8 cijfers (DDMMJJJJ);
-
de NIS-code van de gemeente waar de betrokkene zich laat inschrijven.
Toegestane operatiecodes zijn :
enkel 10.
Indien een IT 005 ten onrechte is ingebracht in het dossier van de betrokkene dient men zich voor de
verwijdering van dit IT 005 te wenden tot de regionale afgevaardigde van het Rijksregister.
Volgende controles worden uitgevoerd :
-
de datum van de informatie moet > 31.10.92;
-
de datum van de informatie moet recenter zijn dan de datum van de meest recente 001, 003, 005,
006, 019, 020, 022, 023, 024, 026 en 028;
-
de NIS-code in de bijwerking moet overeenstemmen met de gemeente van aankomst en moet verschillend zijn van de NIS-code van de gemeente van vertrek;
-
de datum van de in te voeren 001 moet recenter zijn dan de datum van de laatste 005 in het dossier,
m.a.w. er mogen in het dossier geen twee IT 005 na elkaar voorkomen zonder dat een IT 001 in het
dossier aanwezig is met een datum die valt tussen de data van deze IT 005's.
Structuur.
O.C.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
I.T.
D. DATUM
NIS-code
1
0
0
0
5
0
BELANGRIJKE OPMERKING
D
D
M
M
J
J
J
J
N
N
N
N
N
:
De IT 005 met een datum voorafgaand aan 1.11.92 kunnen enkel door de centrale diensten van het
Rijksregister te Brussel worden ingevoerd. Een met redenen omkleed verzoek om een IT 005 in te voeren met een datum voorafgaand aan 1.11.92 dient dus rechtstreeks aan deze diensten gericht te worden.
195. – 211. Reserve
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 8
I.T. 003 – BEPALING VAN DE HOOFDVERBLIJFPLAATS
212.
Algemeenheden.
a.
Krachtens artikel 8 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten
moet de Minister tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken behoort (of zijn gemachtigde) bij moeilijkheden
of betwistingen in verband met het hoofdverblijf een beslissing nemen met betrekking tot het bepalen van de
hoofdverblijfplaats.
De beslissing, die na onderzoek en volgens de procedure voorgeschreven in artikel 8 van de voormelde wet
wordt genomen, wordt betekend aan de betrokken gemeentebesturen die de hun opgelegde inschrijvingen en
schrappingen uitvoeren.
Als het onderzoek uitwijst dat een persoon zijn laatst bekende adres heeft verlaten zonder daar de vereiste aangifte van te hebben gedaan en dat de plaats waar hij gevestigd is, niet gevonden kan worden, neemt de Minister
of zijn gemachtigde een beslissing tot schrapping van ambtswege uit de bevolkingsregisters, die aan de betrokken gemeente wordt betekend.
b.
Het college van burgemeester en schepenen kan beslissen tot de inschrijving van ambtswege of de schrapping
van ambtswege op basis van de artikelen 8 en 9 van het koninklijk besluit van 19 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister.
c.
Met toepassing van artikel 12, 5°, van het KB van 16 juli 1992 kan de afvoering van ambtswege van vreemde
onderdanen gebeuren na een beslissing genomen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, die een einde stelt aan het verblijf of de vestiging of die het verlies vaststelt van het recht op of de
machtiging tot verblijf of vestiging. In tegenstelling tot wat voorzien is in artikel 8, lid 2, van het KB van 16 juli
1992, gebeurt deze afvoering van ambtswege zonder uitdrukkelijke beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
Op basis van de huidige wetgeving, kan de beslissing genomen worden door de dienst Vreemdelingenzaken
of iedere andere overheid die gemachtigd is om een einde te stellen aan het verblijfsrecht van vreemde
onderdanen.
Bovendien kan, in bepaalde gevallen, het verlies van het recht op verblijf het gevolg zijn van het gedrag van
de vreemdeling zelf. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de vreemdeling zijn recht op terugkeer niet binnen
de wettelijke termijn uitoefent, en hij bijgevolg het recht op verblijf verliest door eenvoudige vaststelling.
Een afvoering van ambtswege, louter omwille van het feit dat de betrokken vreemdeling over geen geldige
verblijfsdocumenten meer beschikt, is echter niet mogelijk.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
213.
d.
Een wijziging in de verblijfstoestand kan zich eveneens voordoen ingevolge een arrest van de Raad van State of
een beslissing van een ander rechtscollege.
e.
In het kader van de procedure van inschrijving in het wachtregister waarin is voorzien door de wet van 24 mei
1994, worden de gemeenten verzocht na te gaan of de asielzoekers die in dat register moeten worden ingeschreven, werkelijk op hun grondgebied verblijven. De datum en het resultaat van dat onderzoek worden in het
informatietype 003 ingevoerd.
f.
De burger van de Europese Unie, die bij de gemeente een verklaring van inschrijving aanvraagt, bedoeld in
artikel 42, § 2, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de
vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wordt door de gemeente onmiddellijk, zonder voorafgaande
woonstcontrole, ingeschreven in het wachtregister op het aangegeven adres, in afwachting van de uitvoering
van de woonstcontrole.
De stand van zaken met betrekking tot de woonstcontrole wordt eveneens opgenomen in het IT 003.
De informatie "bepaling van het verblijf" vermeldt de verschillende beslissingen betreffende de bepaling van de verblijfplaats, namelijk : de datum van de beslissing en de referte ervan, die het volgende kan zijn :
-
een beslissing van de Minister of zijn gemachtigde;
een beslissing van het Schepencollege;
een beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken;
een beslissing van de Raad van State of een ander rechtscollege.
In voorkomend geval bevat de informatie 003 voor de in het wachtregister opgenomen personen de datum van het
onderzoek van de gemeente naar de werkelijkheid van het verblijf en het positieve of negatieve resultaat van dat onderzoek.
214.
Bestanddelen.
Deze informatie bevat :
a)
in geval van een beslissing tot het bepalen van de hoofdverblijfplaats van personen die ingeschreven zijn in de
bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister of in het wachtregister (cf. nr. 212, a, b, c en d ) :
-
de datum van de beslissing in 8 cijfers (DDMMJJJJ) en de referte van de beslissing, in het bijzonder de
overheid die de beslissing heeft genomen (maximum 40 tekens voor eentalige gemeenten en 2 x 40 voor
tweetalige gemeenten) :
*
*
*
*
*
Gecoördineerde versie
01.10.2014
FOD Binnenlandse Zaken (de Minister of zijn gemachtigde);
Schepencollege;
Raad van State;
Dienst Vreemdelingenzaken;
Ander rechtscollege (vb. Rechtbank van eerste aanleg van LEUVEN).
b)
enkel in geval van een onderzoek, door de gemeente, naar de werkelijkheid van het verblijf van de personen die
opgenomen zijn in het wachtregister (cf. nr. 212, e) :
-
de datum van het onderzoek van de gemeente tot vaststelling van de verblijfplaats van een asielzoeker (8
cijfers : DDMMJJJJ);
-
het resultaat van het onderzoek van de gemeente:
* Code 1 : de asielzoeker verblijft werkelijk op het adres vermeld in I.T. 001 en I.T. 020;
* Code 2 : de asielzoeker verblijft niet werkelijk op het adres vermeld in I.T. 001 en I.T. 020.
c)
enkel in geval van een onderzoek, door de gemeente, naar de werkelijkheid van het verblijf van de burger van de
Europese Unie, die bij de gemeente een verklaring van inschrijving aanvraagt (cf. nr. 212, f) :
-
de datum van het onderzoek van de gemeente tot vaststelling van de verblijfplaats van de EU-burger (8 cijfers : DDMMJJJJ);
-
de stand van zaken met betrekking tot de woonstcontrole:
* Code 3 – Verblijfscontrole aan de gang;
* Code 4 – Verblijfscontrole negatief.
Opmerkingen :

De code 3 moet worden ingevoerd na de inschrijving van de EU-burger in het wachtregister. Bij een positieve woonstcontrole en daaropvolgende inschrijving in het vreemdelingenregister, wordt de code 3 automatisch geannuleerd.

De code 4 moet worden ingevoerd op de datum van het politieverslag dat de niet inschrijving in het
vreemdelingenregister rechtvaardigt.
Het invoeren van deze code vormt geen beletsel tot het opstarten van de procedure van de afvoering van
ambtswege.

De latere invoering van bepaalde informatietypes zal een invloed hebben op de toestand die aanwezig is
in het informatietype 003 (bepaling van de hoofdverblijfplaats) :
1) Het invoeren van een IT 001 (gemeente van verblijf):
o
Indien een code 3 aanwezig is in het IT 003 : geen actie  de code 3 blijft aanwezig in het dossier;
o
Indien een code 4 aanwezig is in het 003 : automatische annulatie van de code 4.
2) Het invoeren van een IT 005 (aangifte van aanvraag tot inschrijving), van een IT 019 (aangifte van
adreswijziging) of van een IT 020 (adres van de hoofdverblijfplaats) :
Gecoördineerde versie
01.10.2014
o
Indien een code 3 aanwezig is in het IT 003 : geen actie  de code 3 blijft aanwezig in het dossier ;
o
Indien een code 4 aanwezig is in het IT 003 : automatische annulatie van code 4.
215.
Structuur.
-
In geval van bevolkingsonderzoek voor een asielzoeker :
O.C.
N N
I.T.
0
0
3
D.
0
DATUM
D D M
CODE
M
J
J
J
J
Code 1 : positieve verificatie
Code 2 : negatieve verificatie
-
In geval van bevolkingsonderzoek voor een EU-burger :
O.C.
N N
I.T.
0
0
3
D.
0
DATUM
D D M
CODE
M
J
J
J
J
Code 3 : Verblijfscontrole aan de gang
Code 4 : Verblijfscontrole negatief
-
In geval van een beslissing betreffende de bepaling van de hoofdverblijfplaats, of een beslissing van de Dienst
Vreemdelingenzaken aangaande het verlies van het recht op verblijf :
a)
Eentalig
O.C.
N N
I.T.
0
0
3
D.
N
INFORMATIE
X
X
X
X
DATUM
D D M
X
X
M
J
J
max. 40 tekens
J
J
X
X
J
J
X
X
X
INFORMATIE
X
X
X
X
X
X
*
X
X
X
X
Maximum 81 tekens (rekening houdend met de asterisk *)
X
b) Tweetalig
O.C.
N N
I.T.
0
0
3
Toegelaten operatiecodes
216.
Voorbeelden :
217.
Controles.
-
D.
N
DATUM
D D M
:
M
J
J
10, 11, 12, 13 en 20.
10/003/0/20102000/1
10/003/0/25042001/Sch.coll.
10/003/0/25062002/FOD. Bin. Z. Nr. III.21/723/01.370/02*SPF.Int.
De informatiedatum moet een reële datum zijn.
Operatiecode 17 is niet toegelaten.
Behalve de gewoonlijke controles moet voor het invoeren van de afgekorte structuur 003 (in geval van bevolkingsonderzoek voor de asielzoekers) wordt gecontroleerd of de betrokkene in het wachtregister is ingeschreven.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 9
I.T. 006 – LAND EN PLAATS VAN HERKOMST
218.
Algemeenheden.
Deze informatie heeft tot doel de datum van de aankomst in België van een Belg of van een vreemdeling
op te nemen, alsook het land van herkomst en, indien bekend, de plaats in dat land.
219.
Bestanddelen.
a) datum van de aankomst in België : indien deze datum niet gekend is moet de datum van inschrijving
in de gemeente, ofwel een fictieve datum (8 cijfers) genomen worden.
b) plaats van herkomst
dit element omvat :
-
hetzij de plaatsnaam, voluit geschreven, gevolgd door de code van het land tussen haakjes.
hetzij alleen de code van het land tussen haakjes.
De voluit geschreven informatie, haakjes en landencode inbegrepen mag niet meer dan 40 tekens
bedragen ; in deze informatie mogen geen vier opeenvolgende numerieke tekens voorkomen.
Toegestane operatiecodes :
220.
10, 11, 13, 17 en 20.
Structuren
a) de plaatsnaam is bekend
O.C.
N N
I.T.
0 0
6
D. DATUM
0 D D M
LAND
(
N
N
N
Gecoördineerde versie
01.10.2014
)
M
J
J
J
J
PLAATS
X X X X X
max. 40 tekens
X
b) de plaatsnaam is onbekend
O.C.
N N
I.T.
0 0
6
D. DATUM
0 D D M
M
J
J
J
J
LAND
(
N
N
N
)
Voorbeelden
10/006/0/15062000/Boekarest (124)
10/006/0/15062000/(124)
Controles
a) De code tussen haakjes moet een landencode zijn.
b) De informatie moet minstens een landencode bevatten.
De speciale codes (staatlozen, vluchtelingen) zijn uitgesloten.
c) Waarschijnlijkheid met de inhoud van de informatie 001 is vereist.
(1) is er slechts één informatie 001 (geen historiek), dan dient de datum van de informatie 006 ouder
of gelijk te zijn aan die van de informatie 001.
(2) zijn er meer informaties 001, dan moet de datum van de informatie 006 onmiddellijk recenter zijn
dan de overeenstemmende datum van een landencode of van de code 99991, en onmiddellijk
ouder dan of gelijk aan de overeenstemmende datum van een NIS-code van een Belgische gemeente.
(3) de informatie 001 die onmiddellijk volgt op of gelijk is aan de datum van de informatie 006, moet
als NIS-code een code hebben van een Belgische gemeente.
221.
Reserve.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 10
I.T. 007 – TIJDELIJKE AANWEZIGHEID
222.
A. Algemeenheden
Deze informatie heeft tot doel de tijdelijke aanwezigheid in België om studieredenen te registreren.
B. Samenstelling
De informatie bevat :
-
de datum van de aanvang van de tijdelijke aanwezigheid, onder de vorm DD (dag) MM (maand) JJJJ
(jaar);
-
de numerieke codes met betrekking tot IT 007 bestaan uit twee cijfers (codes 03, 04, 05, 06, 07 en
08). De betekenis van de nieuwe codes wordt uitgelegd onder punt E;
-
de vervaldatum (DDMMJJJJ), dit wil zeggen de datum waarop betrokkene België terug zal moeten
verlaten.
-
de toegestane operatiecodes zijn 10 en 13.
Er wordt een historiek bijgehouden van dit informatietype.
Opmerkingen:
1. De codes die aanduiden of het om een student (=1) gaat, of om een persoon die om familiale redenen in België verblijft (=2) zijn niet meer geldig vanaf 30 november 1998. De codes 1 en 2 zullen
echter bewaard blijven in het centraal bestand voor wat de informatiegegevens betreft die vóór deze
datum werden ingevoerd.
2. Met toepassing van de nieuwe reglementering voor de inschrijving van de EU-burgers in de bevolkingsregisters vanaf 1 juni 2008 wordt geen vervaldatum meer vermeld op de verklaring van inschrijving. Er werd bijgevolg een nieuwe structuur zonder vervaldatum gecreëerd voor de codes 07 en 08.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
C. Structuur
C.1. Structuur met vervaldatum
O.C.
N N
0
D
I.T.
0 7
D
D.
0
D
D
VERVALDATUM
M M J J
M
DATUM
M J J
J
J
J
J
CODE INFO
N
N
C.2. Structuur zonder vervaldatum (vanaf 1 juni 2008 – enkel voor code 07 en 08)
O.C.
N N
0
I.T.
0 7
D.
0
D
D
M
DATUM
M J J
J
J
CODE INFO
N
N
D. Controles
-
De persoon moet vreemdeling zijn. De codes moeten 03, 04, 05, 06, 07 of 08 zijn.
-
Betrokkene moet in een Belgische gemeente verblijven.
-
Vervaldatum > informatiedatum; de vermelding van de twee eerste cijfers van het jaar moet 19 of 20
zijn.
-
Er is geen datumcontrole voorzien voor het invoeren van de nieuwe codes (03, 04, enz.); de oude
codes kunnen naar de nieuwe codes omgezet worden.
E. Nieuwe categorieën voorzien in informatie 007
CODE
REFERENTIE
03
vreemde studenten (art. 58 tot 61 van de wet van 15 december 1980)
04
familielid (03)
05
studenten (beperkt verblijf, art. 9 en 13 van de wet van 15 december 1980)
06
familielid (05)
07
studenten EU (art. 50 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981)
08
familielid (07)
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 11
I.T. 008 – RECHT OP TERUGKEER
223.
A. Algemeenheden.
De informatie heeft tot doel het recht op terugkeer te registreren dat aan vreemdelingen, ingeschreven in
het bevolkings- of vreemdelingenregister, kan worden toegekend als zij België wensen te verlaten.
B. Bestanddelen.
De informatie bevat :
-
de datum waarop de bijlagen betreffende het recht op terugkeer worden afgegeven (8 cijfers);
-
de limietdatum tot wanneer dit recht op terugkeer kan uitgeoefend worden.
Met toepassing van artikel 39 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang
tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen kan het recht op
terugkeer voor vreemdelingen in bepaalde omstandigheden ook uitgeoefend worden na een
afwezigheid van meer dan één jaar.
De controle op de einddatum in de structuur voor het invoeren van het IT 008 werd bijgevolg
opgeheven.
Er wordt een historiek van dit informatietype bijgehouden.
De toegestane operatiecodes zijn : 10, 11, 12, 13 en 17.
Volgende controles worden uitgevoerd :
-
de betrokkene dient vreemdeling te zijn;
de gewone datumcontroles;
de limietdatum = of < datum + 1 jaar;
bij OC 10 dient 001 een Belgische gemeente te zijn.
Indien de meest recente 001 in het dossier geen Belgische gemeente is zal bij de invoer van een nieuw
IT 001, dat wel een Belgische gemeente aanduidt, er een automatische suppressie plaatsgrijpen van het
IT 008.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Deze automatische suppressie zal niet gebeuren, indien de datum van het nieuwe IT 001 van een
Belgische gemeente recenter is dan de limietdatum opgenomen in het IT 008. In dit laatste geval dient
de gemeente zelf de suppressie in te voeren na controle van het recht op terugkeer.
C. Structuur.
O.C.
N N
I.T.
0 0
224. – 265. Reserve
Gecoördineerde versie
01.10.2014
8
D. DATUM
0 D D M
M
J
J
J
J
LIMIETDATUM
D D M M
J
J
J
J
HOOFDSTUK 12
I.T. 024 – REFERENTIEADRES
266.
A. Algemeenheden.
Deze informatie heeft tot doel aan te duiden :
a) dat het adres, opgenomen in het IT 020, dient beschouwd te worden als een referentieadres;
b) van welke datum af dit adres een referentieadres is.
B. Bestanddelen.
De informatie bevat enkel de datum waarop het adres opgenomen in het IT 020 een referentieadres is
geworden.
Toegestane operatiecodes :
enkel 10.
Aangezien er dus een verband bestaat tussen het IT 020 en het IT 024 dienen volgende controles
uitgevoerd te worden :
-
bij invoer van het IT 024 moet nagegaan worden of de datum van het IT 024 gelijk is aan of meer
recenter is dan het laatste IT 020;
-
indien een IT 024 (gesupprimeerd of niet) in het dossier aanwezig is kan enkel nog een 10/020/X
worden toegelaten met een datum die recenter is dan die van de recentste IT 024 (suppressiedatum
of invoerdatum).
-
bij invoer van het nieuwe IT 020 wordt automatisch een 12/024/0/datum IT 020 gegenereerd, behalve
indien het meest recente IT 024 reeds gesupprimeerd is.
C. Structuur.
O.C.
I.T.
1 0 0 2
4
D. DATUM
0 D D M
M
J
J
J
J
I.T. 024 moet worden ingevoerd door de gemeente van beheer.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 13
I.T. 027 – WETTELIJKE VERBLIJFPLAATS
267.
A. Algemeenheden.
Deze informatie heeft tot doel de meest recente wettelijke verblijfplaats zoals bepaald in hoofdstuk II,
punten 19 en 76, b) van de algemene onderrichtingen betreffende het bijhouden van de
bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister op te nemen in zoverre deze wettelijke verblijfplaats
niet overeenstemt met de werkelijke hoofdverblijfplaats opgenomen in het IT 020.
B. Bestanddelen.
De informatie bevat :
-
de datum waarop de wettelijke verblijfplaats gevestigd werd (8 cijfers);
-
de grafiek die de wettelijke verblijfplaats weergeeft (inclusief adres en woonplaats).
Er wordt geen historiek bijgehouden.
Toegestane operatiecodes :
10 en 13.
Het IT 027 is een informatietype waarbij geen verband wordt gelegd met gelijk welk ander informatietype
(bijvoorbeeld het IT 020); m.a.w. wijzigingen van de werkelijke hoofdverblijfplaats hebben geen
automatische invloed op het IT 027.
C. Structuur.
O.C.
1 0
I.T.
0 2
7
D. DATUM
0 D D M
M
J
J
J
GRAFIEK
J N ………………… N
max. 40 alfanumerieke tekens
Het IT 027 dient ingevoerd te worden door de gemeente van beheer.
Ingeval van wijziging van het IT 027 dient het eerst geannuleerd te worden met OC 13 en daarna
opnieuw ingevoerd te worden met OC 10.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 14
I.T. 028 – VOORLOPIGE INSCHRIJVING
268.
A. Algemeenheden.
Deze informatie heeft tot doel het verloop van de juridische acties te registreren voor de personen,
waarvan het nog niet vaststaat dat zij op de plaats waar zij hun woonplaats gevestigd hebben, kunnen
ingeschreven worden (art. 16, § 2, 2°, 3° en 4° van het K.B. van 16 juli 1992 betreffende de
bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister).
Worden achtereenvolgens vermeld :
-
de voorlopige inschrijving en de datum waarop deze komt te vervallen en vóór de welke dus een
juridische actie dient gestart te worden;
-
het feit dat een juridische actie gestart is en de uiterlijke datum waarop een beslissing dient genomen
te worden;
-
het resultaat van de juridische actie met opgave van de datum van uitvoering en van de referenties
van deze juridische actie.
Opmerking :
Dit informatietype heeft niet tot doel het begrip "precair statuut" te registreren.
B. Bestanddelen.
De informatie bevat :
-
de datum waarop de voorlopige inschrijving heeft plaatsgevonden ingevolge de aanvraag van
betrokkene tot inschrijving, de datum op dewelke de juridische of administratieve procedure gestart
is, of de datum op dewelke een juridische of administratieve beslissing is genomen ;
-
de code die weergeeft of het gaat om :
-
een voorlopige inschrijving = 1;
een juridische of administratieve actie = 2;
een juridische of administratieve actie die de verwijdering oplegt = 3;
een juridische beslissing die toelating geeft om te blijven = 4;
Gecoördineerde versie
01.10.2014
-
de vervaldatum bestaat uit 8 cijfers (DDMMJJJJ); “vervaldatum" die weergeeft ingeval van :
-
voorlopige inschrijving wanneer op zijn laatst de juridische actie dient gestart te worden;
juridische actie wanneer ten laatste een juridische beslissing dient gestart te worden;
juridische beslissing wanneer deze ten uitvoer dient gebracht te worden.
In geval van een code 4 zal de vervaldatum bestaan uit 8 nullen.
-
een grafiek die voor code 3 en 4 de referenties weergeeft van de administratieve of gerechtelijke
beslissing.
Historiek is voor dit informatietype toegestaan.
De toegestane operatiecodes zijn
: 10, 11, 12 en 13.
Volgende controles worden uitgevoerd :
-
de gewone datumcontroles;
-
indien code = 1 dient de vervaldatum = of < datum + 3 maanden;
-
indien code = 2 dient de vervaldatum = of < datum van de code 1 + 3 jaar;
-
bij OC 10 dient de meest recente 001 een Belgische gemeente te zijn.
Ingeval van invoer van een nieuw IT 001 = buitenland zal het meest recente IT 028 automatisch
gesupprimeerd worden.
C. Structuur.
O.C.
N N
I.T.
0 2
8
D. DATUM
0 D D M
VERVALDATUM
D D M M J
Gecoördineerde versie
01.10.2014
J
J
M
J
J
J
J
CODE
N
GRAFIEK
J X …………… X
max. 40 alfanumerieke tekens
HOOFDSTUK 15
I.T. 100 – GEBOORTEPLAATS
271.
Algemeenheden.
Het I.T. 100 dient opgenomen te worden in de collecte.
De gegevens, die deel uitmaken van de informatie geboorteplaats zijn de geboortedatum en -plaats, alsmede het nummer van de geboorteakte.
272.
Bestanddelen.
Deze informatie bevat :
-
de geboortedatum;
het nummer van de geboorteakte;
de geboorteplaats;
in voorkomend geval, een bijkomende vermelding, nl. van het aanvullend register.
Toegestane operatiecodes
273.
:
10, 11 en 25.
Geboortedatum
Deze datum, in 8 cijfers, moet noodzakelijkerwijze met het eerste deel van het identificatienummer overeenstemmen (het jaartal wordt in 4 cijfers vermeld). Uitzondering op deze regel treedt op, voor de onvolledige geboortedata, (vermelding van 2 of 4 nullen : dag en/of maand onbekend)
274.
Nummer van de geboorteakte.
Dit nummer is in 5 cijfers vermeld, eventueel links met nullen aan te vullen.
Is het nummer van de akte onbekend, 5 nullen schrijven.
Het nummer van de geboorteakte kan eventueel gewijzigd of aan de informatie toegevoegd worden door
middel van de operatiecode 25.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
275.
Geboorteplaats
a) Is de persoon in een Belgische gemeente geboren, zelfs in een afgeschafte gemeente (bv. door fusie),
dan moet de N.I.S.-code van deze gemeente gebruikt worden. Indien er geen N.I.S.-code toegekend
geweest is, dan moet de collecte toevertrouwd worden aan de Centrale diensten van het Rijksregister
te Brussel.
Het is noodzakelijk om voor de volgende gemeenten het district te registreren waar de akten van de
burgerlijke stand worden verleden :
NIS-CODE
11212
11222
11223
11232
11242
11252
11262
11272
11282
11292
11210
BENAMING
ANTWERPEN
(BERENDRECHT)
ANTWERPEN
(ZANDVLIET)
ANTWERPEN
(BERENDRECHTZANDVLIET-LILLO)
ANTWERPEN
(BERCHEM)
ANTWERPEN
(BORGERHOUT)
ANTWERPEN (DEURNE)
ANTWERPEN (EKEREN)
ANTWERPEN (HOBOKEN)
ANTWERPEN (MERKSEM)
ANTWERPEN (WILRIJK)
BRECHT (district 2)
NIS-CODE
21204
31205
52501
52502
52503
52504
52505
52506
52507
BENAMING
BRUSSEL (district 2)
BRUGGE (district 2)
CHARLEROI (D1)
(CHARLEROI-DAMPREMY)
CHARLEROI (D2)
(GILLY-LODELINSART)
CHARLEROI (D3)
(GOSSELIES-RANSART)
CHARLEROI (D4)
(M/S/SAMBRE-COUILLET)
CHARLEROI (D5)
(JUMET-ROUX)
CHARLEROI (D6)
(MARCINELLE-Mt-sMARCHIENNE)
CHARLEROI (D7)
(MARCHIENNE-AU-PONTGOUTROUX-MONCEAU-SURSAMBRE)
b) Is de persoon in het buitenland geboren, dan dient men de benaming voluit te schrijven in maximum
40 tekens, met inbegrip van de landencode (tussen haakjes en in 3 cijfers).
BELANGRIJKE OPMERKING:
Het invoeren van plaatsnamen met speciale tekens uit landen die geen gebruik maken
van het Romeins alfabet levert in bepaalde informatietypes problemen op bij het afdrukken van deze namen.
Het is bijgevolg aangewezen dat de buitenlandse plaatsnamen met speciale tekens ingevoerd
worden in hoofdletters zonder vermelding van de speciale tekens.
c) Is de persoon in het buitenland geboren en is alleen het land bekend, alleen de landencode tussen
haakjes opnemen.
d) Is de geboorteplaats onbekend, een fictieve code "00000" gebruiken. Deze code mag door geen enkele andere vermelding gevolgd worden. De informatie moet verplicht worden afgesloten met de code 999 tussen haakjes – (999).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
276.
Bijkomende vermelding met betrekking tot, inzonderheid, het aanvullend register
Zo nodig kan het nummer van de akte van de burgerlijke stand aangevuld worden met :
-
de verwijzing naar het jaar van het register, wanneer dit jaar verschilt van dat van de gebeurtenis
(B.v. een geboorte op 30 december 1969, ingeschreven in januari 1970).
-
de vermelding dat het gebruikte register een aanvullend register is.
Indien één van deze twee aanduidingen moet toegevoegd worden zal zij achter de eigenlijke informatie worden geschreven, voorafgegaan door het teken +.
-
277.
in code :
+01
jaar van het register 1970, wanneer de gebeurtenis in 1969 plaatsgreep. Het
cijfer 1 duidt aan dat het een aanvullend register betreft.
+1
het jaar van het register en van de gebeurtenis zijn identiek (=blanco) ; de
akte staat in het aanvullend register genoteerd (=1).
+9
als het gebeuren plaatsgreep in 1968 maar in 't register van 1969 werd opgetekend. Het betreft het gewone register (blanco in de zone van het aanvullend
register).
Structuur.
a. Met N.I.S.-code (voor de personen geboren in België).
O.C.
N N
I.T.
1 0
0
NIS-CODE
N N N
D. DATUM
0 D D M
M
A.R.
+ N
N
N
N
J
J
J
J
*
AKTE NR.
N N N
N
N
b. Met voluit geschreven benaming (voor de personen geboren in het buitenland).
O.C.
N N
I.T.
1 0
0
PLAATS
D. DATUM
0 D D M
M
J
J
J
LANDENCODE
(
N N N
40 tekens maximum
J
*
A.R.
+ X
)
AKTE NR.
N N N
N
N
N
N
X
c. Met operatiecode 25 (toevoeging van aktenummer)
O.C.
2 5
I.T.
1 0
Gecoördineerde versie
01.10.2014
0
D. DATUM
0 D D M
M
J
J
J
J
*
AKTE NR.
N N N
d. Voorbeelden
10/100/0/10061972/00157/21013/+1
10/100/0/25071972/00000/KATMANDOE (213)
278.
Regels betreffende de geboortedatum
1. Geboortedatum is bekend.
a. De maand moet tussen 01 en 12 liggen.
b. Dag
-
kan liggen tussen 01 en 31, indien de maand gelijk is aan 01, 03, 05, 07, 08, 10, 12.
-
kan liggen tussen 01 en 30, indien de maand gelijk is aan 04, 06, 09, 11.
-
kan liggen tussen 01 en 29, indien de maand gelijk is aan 02 en het om een schrikkeljaar
gaat.
-
kan liggen tussen 01 en 28, indien de maand gelijk is aan 02 en het geen schrikkeljaar is.
Krachtens de onderrichtingen van het FOD Justitie (Bestuur van de Wetgeving) mag geen enkele
geboortedatum worden aanvaard, die niet aan bovenvermelde eisen beantwoordt (bijvoorbeeld : 31
april).
In voorkomend geval is de geboortedatum te verbeteren hetzij door het gemeentebestuur, hetzij op
initiatief van het Rijksregister indien hij daartoe wordt aangezocht.
2. Onvolledige geboortedatum
De dag en de maand zijn door nullen te vervangen.
3. Geboortedatum is onbekend
De datum bestaat dan uit 8 nullen.
279.
Reserve.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 16
I.T. 101 – GEBOORTEDATUM
280.
A. Algemeenheden.
Ten einde de registratie mogelijk te maken van nieuw ingeschrevenen in het Rijksregister waarvan
de geboortedatum deel uitmaakt van een uitgeputte reeks van volgnummers, in de even of oneven
reeks naargelang het geslacht, wordt voorzien dat voor deze personen dezelfde toepassing
gebruikt wordt als voor de personen bij wie de dag of de maand van het geboortejaar niet gekend
zijn. De geboortedatum in het identificatienummer wordt dan als volgt samengesteld: de eerste
twee cijfers geven het geboortejaar weer, en het derde, vierde, vijfde en zesde cijfer worden
voorgesteld door het cijfer nul.
Wanneer de mogelijkheden van het reeksnummer uitgeput zijn, wordt bij een nieuwe inschrijving
het zesde cijfer van het geboortejaar in het identificatienummer vermeerderd met 1 en de
nummering van het reeksnummer vangt opnieuw aan bij het begin.
Indien het geboortejaar van een persoon niet gekend is, zijn de eerste vijf cijfers van de
geboortedatum nullen en is het zesde cijfer een1.
Voor ieder persoon die ingeschreven wordt in het Rijksregister zal de informatie met betrekking tot
de geboortedatum altijd uit het IT 101 worden opgehaald.
B. Samenstelling van het I.T. 101.
De informatie 101 bevat volgende gegevens :

de datum van de informatie : de geboortedatum van het geboortejaar waarin de maand en de
dag eventueel vervangen zijn door nullen;

de geboortedatum;

de vermelding van het bewijsstuk.
Toegelaten operatiecodes :
Dienstcode
:
10 en 13.
0.
Het I.T. 101 bevat geen historische informatie
B.1
Datum van de informatie
De datum wordt uitgedrukt in acht cijfers en omvat de dag en de maand, eventueel in nullen, evenals het
geboortejaar (DDMMJJJJ). Het geboortejaar moet in overeenstemming zijn met het jaar in het identificatienummer van het dossier.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
B.2
De geboortedatum
Deze datum die voorgesteld is in acht cijfers bevat de reële of een fictieve geboortedatum (DDMMJJJJ)
en bestaat uit volgende elementen :
de geboortedag;
de geboortemaand;
het geboortejaar met aanduiding van de eeuw in vier cijfers; het moet in overeenstemming zijn met
het geboortejaar dat in het identificatienummer van het Rijksregister in het dossier voorkomt.
-
B.3
Het bewijsstuk
Het bewijsstuk wordt opgenomen door middel van een code van twee cijfers. Deze code duidt het type
van bewijsstuk aan ter staving van de geboortedatum.
00
01
02
03
04 =
05
06
07
08
=
=
=
=
09
10
11
99
=
=
=
=
C.
= Geboorteakte.
= Paspoort.
= Inlichtingenbulletin voor vreemdelingen (Dienst voor Vreemdelingenzaken).
= Inlichtingenbulletin voor asielzoekers (Dienst voor vreemdelingenzaken).
Uittreksel uit de registers van de Burgerlijke Stand afgeleverd door de plaatselijke overheid van
het land van herkomst.
Uittreksel uit de geboorteakte (Consulaat).
Uittreksel uit de huwelijksakte (Consulaat).
Identiteitskaart land van herkomst.
Getuigschrift afgeleverd door Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de
staatslozen.
Uittreksel uit de huwelijksakte of huwelijksakte opgemaakt in België.
Trouwboekje.
Inlichtingenbulletin Buitenlandse Zaken.
Zonder bewijsstuk.
Bijwerking van het I.T. 101 (structuur)
O.C.
1
D
D.
0
D
1
M
I.T.
0
1
D.
0
Geboortedatum
M
J
D
J
Informatiedatum
M
M
J
J
D
J
J
J
J
Bewijsstuk
N
N
Opmerkingen.
 Iedere wijziging aan het IT 101 brengt een annulatie van het dossier met zich mee.
 De gemeente zal enkel de rechtvaardigingscode kunnen verbeteren, met gebruikmaking van de
volledige structuur. De verbetering moet uitgevoerd worden met een operatiecode 10; de invoering
van de nieuwe informatie overschrijft de vorige informatie.
 Het invoeren van de informatie, evenals iedere andere bijwerking van het IT 101, moet worden
uitgevoerd door de diensten van het Rijksregister.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 17
I.T. 110 – DE AFSTAMMING
281.
Algemeenheden
De informatie “afstamming”, gekenmerkt door het informatietype 110, bevat in hoofdzaak de identiteit van
de ouders en de wijze van afstamming.
Deze materie maakt het voorwerp uit van de bepalingen, opgenomen onder Titel VII en VIII van het Burgerlijk Wetboek.
De oude bepalingen werden vervangen :
-
voor wat de eigenlijke afstamming betreft door de wet van 31 maart 1987;
-
voor wat de adoptie betreft, door de wet van 27 april 1987.
Beide wetten zijn verschenen in het Belgisch Staatsblad van 27 mei 1987 (datum inwerkingtreding : 6 juni
1987).
Titel VII van het Burgerlijk Wetboek onderscheidt :
-
-
de afstamming van moederszijde die wordt vastgesteld :

door de vermelding van de naam van de moeder in de geboorteakte;

door erkenning, door middel van authentieke akte, bij gebreke van de geboorteakte of indien de
naam van de moeder niet vermeld is in de akte;

door een vonnis (onderzoek naar het moederschap).
de afstamming van vaderszijde die wordt vastgesteld :

hetzij rechtstreeks uit hoofde van de echtgenoot van de moeder tijdens het huwelijk of binnen
300 dagen na de ontbinding ervan;

hetzij door erkenning door middel van een authentieke akte (eventueel onderworpen aan een
vonnis van homologatie);

hetzij door een vonnis (onderzoek naar het vaderschap).
De afstamming van vaderszijde kan worden betwist en kan aanleiding geven tot annulatie. De afstamming van moederszijde kan eveneens worden betwist, bij gebreke van bezit van staat.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Titel VIII van het Burgerlijk Wetboek onderscheidt twee types van adoptie : de eigenlijke adoptie
en de volle adoptie.
Deze nieuwe wetgeving verschilt aanzienlijk van de oude, in het bijzonder met betrekking tot toestanden
die verdwijnen, zoals : wettig kind, (niet) erkend natuurlijk kind, gewettigd kind, gewettigd kind door adoptie.
De verschillen worden aangeduid door het invoeren van nieuwe codes die de vormen van afstamming
bepalen vanaf 6 juni 1987.
*
*
Met toepassing van de wet van 18 mei 2006 (B.S. van 20 juni 2006, Ed. 2) tot wijziging van een aantal
bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, meer bepaald artikel 343, § 1, wordt de adoptie door personen
van hetzelfde geslacht mogelijk gemaakt.
De bepalingen van deze wet treden in werking tien dagen na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad, dit is op 30 juni 2006.
Deze wijziging heeft geen invloed op de teksten van de Algemene onderrichtingen voor het houden van
de bevolkingsregisters, noch op de onderrichtingen voor het bijhouden van de informatiegegevens in het
Rijksregister.
De programma’s van het Rijksregister werden aangepast ten einde de adoptie (gewone en volle adoptie)
door personen van hetzelfde geslacht mogelijk te maken; concreet betekent dit voor deze gevallen het
weglaten van de controle op de identificatienummers (man – vrouw).
282.
Samenstelling.
Deze informatie bevat :
-
de datum van de vaststelling van de afstamming (datum in 8 cijfers DDMMJJJJ);
de wijze van afstamming;
de identificatie van één of van beide ouders;
de plaats van geboorte of van de overschrijving van een akte of van een vonnis in de registers van
de Burgerlijke Stand, met vermelding van de akte of het vonnis (NIS-code of voluit geschreven);
een commentaarzone voor maximum 60 alfanumerieke tekens.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
283.
Wijzen van afstamming.
Er zijn de door de wet voorgeschreven wijzen van afstamming vóór 6 juni 1987 en deze voorgeschreven
vanaf die datum.
a. Wijzen van afstamming gelegen vóór 6 juni 1987.
00
01
02
03
04
05
06
07
08
09
wettig kind
gewettigd kind
niet erkend natuurlijk kind
erkend natuurlijk kind
geadopteerd kind
gewettigd kind ingevolge adoptie
vondeling
natuurlijk kind ingevolge ontkenning
onbekende afstamming
onbepaalde afstamming.
b. Wijzen van afstamming vanaf 6 juni 1987.
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
kind geboren uit het huwelijk
afstamming van moederszijde met erkenning door de vader bij de geboorte
afstamming van moederszijde (vermelding in de akte van geboorte)
afstamming van moederszijde door erkenning
adoptie
volle adoptie
vondeling
afstamming van moederszijde ingevolge de nietigverklaring van de afstamming
van vaderszijde
onbekende afstamming
onbepaalde afstamming
afstamming van vaderszijde door erkenning
afstamming van moeders- en/of vaderszijde door vonnis
afstamming van vaderszijde door nietigverklaring van de afstamming van
moederszijde
nietigverklaring van de afstamming van moeders- en/of vaderszijde
herroeping van de adoptie.
Opmerkingen :
De codes 8 en 18 worden gebruikt voor de personen waarvan de ouders niet gekend zijn in feite of in
rechte. Deze wijze van afstamming kan nl. in het Frans recht bestaan.
De codes 9 en 19 worden gebruikt voor de personen waarvan de identiteit van de ouders gekend is maar
zonder dat de wijze van de afstamming kan worden vastgesteld. Deze wijze van afstamming slaat uitsluitend op vreemde onderdanen of op hen die het geweest zijn.
c.
-
Voorbeelden
Kind geboren op 16 juli 2000 uit ongehuwde ouders. De vader erkent het kind bij de geboorte. Deze
erkenning geschiedt in de akte van geboorte.
10/110/0/16072000/11/65022521785/*/67010212046/*/AKTENR/NIS-CODE/*/ COMMENTAAR.
-
Kind geboren op 16 juli 2000. De vader van het kind deed de erkenning reeds op 1 juli 2000. De
naam van de moeder is opgenomen in de akte van geboorte.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
1. 10/110/0/01072000/20/65022521785/*/0040/62063
2. 10/110/0/16072000/12/67010212046
-
Kind geboren op 16 juli 2001. De vader en de moeder van het kind doen de erkenning allebei op 1
juli 2001. De erkenning door de moeder vóór de geboorte is in feite overbodig, omdat de vermelding
van de naam van de moeder in de akte van geboorte de afstamming langs moederszijde vaststelt.
Niettemin moet dan de registratie van de erkenning door de moeder geschieden.
1. 10/110/0/01072001/20/65022521785/*/0040/62063
2. 10/110/0/01072001/13/67010212046/*/0040/62063.
-
-
Kind geboren op 16 juli 2002 uit een ongehuwde vrouw en een man, gehuwd met een andere vrouw.
De vader erkent het kind op 20 juli 2002. De akte van erkenning wordt bij verzoekschrift ter homologatie neergelegd bij de Rechtbank van Eerste Aanleg van de woonplaats van het kind. Het verzoekschrift dateert van 4 augustus 2002. De homologatie wordt toegestaan op 15 september 2002 en
wordt overgeschreven in de rand van de akte van erkenning op 25 september 2002
1)
bijwerking van de afstamming langs moederszijde :
10/110/0/16072002/12/67010212046.
2)
bijwerking van de afstamming langs vaderszijde :
10/110/0/25092002/20/65022521785/*/0040/62063/*/ Verzoekschrift 4.8.2002 - REA Luik - homolog op 15.09.2002.
De erkenning heeft wel gevolgen vanaf 4 augustus 2002.
Kind geboren op 16 juli 2002 in Frankrijk uit een ongekende vader. De naam van de moeder is niet
vermeld in de akte van geboorte en zij doet geen erkenning.
Het kind of zijn wettelijke vertegenwoordiger laat via vonnis de afstamming langs moederszijde vaststellen (rechtsvordering tot onderzoek naar het moederschap).
1)
2)
-
10/110/0/16072000/18
10/110/0/18052001/21/67010212046/*/0032/62062/*/Vonnis REA Luik op 26.04.2001
Kind geboren op 16 juli 2000 uit ongehuwde ouders. De vader erkent het kind op 4 augustus 2000.
Een rechtsvordering tot betwisting van het vaderschap wordt ingeleid door de vader, die bewijst dat
aan zijn toestemming een gebrek kleefde. De rechtbank vernietigt de erkenning op 15 februari 2001
en het vonnis wordt op 3 maart 2001 overgeschreven.
1)
2)
3)
10/110/0/16072000/12/67010212046
10/110/0/04082001/20/65022521785/*/0040/62063
10/110/0/03032001/23/65022521785/*/0005/62063/*/Vonnis REA Luik op 15.02.2001.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
d. Overzichtstabellen :
1. Wijzen van afstamming vóór 6 juni 1987
Te gebruiken
code
Te registreren wijze
van afstamming
Wettelijke referenties
Tekst op R-kaart
Tekst op attesten
00
wettig kind
oud artikel 312 B.W.
(en volgende)
kind van …………… en
van ………………..
zoon/dochter van
………. en ……….
01
gewettigd kind
oud artikel 331 B.W.
(en volgende)
kind van …………… en
van ………………..
zoon/dochter van
………. en ……….
02
niet erkend natuurlijk
kind
kind van …………….
zoon/dochter
van ……………
03
erkend natuurlijk kind
oud artikel 334 B.W.
(en volgende)
kind van……………….
(en van ………….…)
04
geadopteerd kind
Titel VIII B.W.
(oud)
geadopteerd kind
van …… ( en van …)
05
gewettigd kind door
adoptie
Titel VIII B.W.
(oud)
geadopteerd kind
van …… ( en van ……)
zoon/dochter van
………. (en van
……….)
zoon/dochter van
………. (en van
……….)
zoon/dochter van
…... (en van ….)
06
vondeling
art. 58 B.W.
afstamming niet gekend
afstamming niet gekend
07
natuurlijk kind ingevolge ontkenning
oud art. 312, tweede
lid, Art. 313 e.v. B.
W.
kind van …………….
zoon/dochter
van ……………
08
onbekende afstamming
afstamming niet gekend
09
onbepaalde afstamming
onbepaalde afstamming
van …… (en van ……)
afstamming niet gekend
zoon/dochter van
………. (en van
……….)
Gecoördineerde versie
01.10.2014
2. Wijzen van afstamming vanaf 6 juni 1987
Te gebruiken
code
Te registreren
wijze van afstamming
Wettelijke referenties
10
kind geboren uit
het huwelijk
Art. 312, 315 en
317 B. W.
kind van …………… en zoon/dochter van
van ………………..
………. en ……….
11
afstamming van moederszijde met erkenning
door de vader bij de geboorte
afstamming van moederszijde (vermelding in
geboorteakte)
Art. 312 en 319 B. W.
kind van …………… en zoon/dochter van
van ………………..
………. en ……….
Art. 312 B. W.
kind van …………….
zoon/dochter van
………. (en van
……….)
13
afstamming van moederszijde door erkenning
Art 313 B. W.
erkend kind van
…………….
14
adoptie
Titel VIII B. W.
geadopteerd kind
van …………………..
( en van …………..…..)
zoon/dochter van
………. (en van
……….)
zoon/dochter van
………. (en van
……….)
15
volle adoptie
Titel VIII B. W.
geadopteerd kind
van …………………..
( en van …………..…..)
zoon/dochter van
………. (en van
……….)
16
vondeling
Art. 58 B. W.
vondeling
afstamming niet
gekend
17
kind van …………….
zoon/dochter
van ……………
18
afstamming van moederszijde ingevolge nietigverklaring van de afstamming van vaderszijde
onbekende afstamming
kind
19
onbepaalde afstamming
kind van
………………….. (en
van ………………….)
afstamming niet
gekend
zoon/dochter van
………. (en van
……….)
20
afstamming van vaderszijde door erkenning
Art. 319 en
319bis B. W.
21
afstamming van moeders- en/of vaderszijde
door vonnis
Art. 314 en 322 B. W.
22
afstamming van vaderszijde door nietigverklaring
van de afstamming van
moederszijde
Art. 312,§.2 B. W.
23
nietigverklaring van de
Art. 330 B. W.
afstamming van moeders- of vaderszijde
herroeping van de adop- Art. 354 en 366 B. W.
tie
12
24
Belangrijke opmerking :
---------------------------Gecoördineerde versie
01.10.2014
Tekst op R-kaart
Tekst op attesten
erkend kind
van……………….
(en van ………….…)
kind van……………….
(en van ………….…)
zoon/dochter van
………. (en van
……….)
zoon/dochter van
………. (en van
……….)
kind van …………….
zoon/dochter
van ……………
afstamming vernietigd
t.o.v.
………………………
adoptie herroepen
t.o.v. ……………………
geen afdruk van
afstamming
geen afdruk van
afstamming
De codes 23 en 24, die zich eerder uitzonderlijk zullen voordoen, kunnen in hun gevolgen zeer complexe
situaties inzake de afstamming doen ontstaan.
In deze gevallen zal op de attesten van het Rijksregister geen afstamming afgedrukt worden.
Na bepaling van de nieuwe afstamming, dient de gemeente zelf de passende vermeldingen op de attesten aan te brengen.
284.
Datum van de afstamming.
a. Wijzen van afstamming vóór 6 juni 1987.
De datum van afstamming is :
-
de geboortedatum : voor de wijzen van afstamming 00, 02 en 08;
-
de vermoedelijke geboortedatum : voor de wijze van afstamming 06;
-
de geboortedatum of een latere datum dan de geboortedatum : voor de wijze van afstamming 09;
-
de geboortedatum, een vroegere (nooit vroeger dan 9 maand vóór de geboorte) of latere datum dan
de geboortedatum : voor de wijze van afstamming 01 en 03;
-
een latere datum dan de geboortedatum : voor de andere wijzen van afstamming.
b. Wijzen van afstamming vanaf 6 juni 1987.
De datum van afstamming is :
-
de geboortedatum : voor de wijzen van afstamming 10, 11, 12 en 18;
-
de vermoedelijke geboortedatum : voor de wijze van afstamming 16;
-
de geboortedatum of een latere datum dan de geboortedatum : voor de wijze van afstamming 19;
-
de geboortedatum, een vroegere of latere datum dan de geboortedatum : voor de wijzen van afstamming 13 en 20;
-
een latere datum dan de geboortedatum : voor de andere wijzen van afstamming.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Opmerkingen :
285.
-
Bij bepaalde wijzen van afstamming moet er een overschrijving of kantmelding gebeuren in de registers van de Burgerlijke Stand als vormvereiste, die gesteld is op straffe van nietigheid voor de afstamming ter zake. In deze gevallen is de datum in het I.T. 110 dan ook de datum van overschrijving
of kantmelding. Deze datum betekent geenszins dat de gevolgen van de afstamming slechts ingaan
vanaf de datum van inschrijving of kantmelding.
-
Voor sommige wijzen van afstamming bepaalt het Burgerlijk Wetboek zekere grenzen aan de data
rekening houdend met de leeftijd van het kind, de leeftijd van de ouders of het leeftijdsverschil tussen
het kind en zijn ouders.
-
Naamsverandering en bijwerking van het IT110 (Afstamming).
In het geval van een naamsverbetering of naamswijziging van één van de ouders vindt er geen autogenratie plaats naar het IT110 (Afstamming) in het dossier van de kinderen. Met toepassing van
de Algemene onderrichtingen voor het houden van de bevolkingsregisters moet deze aanpassing
van de naam ook worden opgenomen in het informatietype van de afstamming. De afstamming
moet immers de identificatie van de ouder(s) weergeven, dit wil zeggen de natuurlijke personen ten
opzichte van wie de afstamming werd vastgesteld, rekening houdende met de eventuele wijzigingen.
De verbetering moet ingaan vanaf de geboortedatum.
Structuren.
a. Toegelaten operatiecodes : 10, 11, 13 en 17.
b. Identificatienummer van de vader en de moeder.
Voor sommige wijzen van afstamming (zie structuren hieronder) is het nodig de vader, de moeder of
beiden te identificeren. De identificatie zal als volgt geregistreerd worden :
1°
De vader en/of de moeder zijn in het Rijksregister geregistreerd : in dit geval moet hun identificatienummer in het Rijksregister gebruikt worden.
2°
Eén van de ouders, of beiden, zijn niet in het Rijksregister geregistreerd :
-
hun geboortedatum is gekend
De identificatie geschiedt door een fictief nummer van 11 cijfers waarvan de eerste 6 cijfers
de geboortedatum zijn, in de volgorde jaar-maand-dag gevolgd door 999 00 voor de vader
en door 000 00 voor de moeder. Op dit fictief nummer volgen de codes van naam en voornamen, met een maximum van 10 codes, gevolgd.
-
hun geboortedatum is niet gekend
Het fictief nummer hierboven zal als volgt samengesteld zijn :


000001 999-00 voor de vader
000001 000-00 voor de moeder.
Dit nummer wordt eveneens gevolgd door de codes van de naam en de voornamen met een
maximum van 10 codes.
Deze werkwijze mag slechts worden toegepast wanneer de geboortedatum van de ouders
werkelijk niet gekend is.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
c. Tabel van de toegelaten opvolgingen voor de wijzen van afstamming die vanaf 6 juni 1987 van kracht
zijn.
INFORMATIE IN HET DOSSIER
a) Nihil
Opmerking:
Gecoördineerde versie
01.10.2014
TOEGELATEN BIJWERKING
Alles
b) de recentste informatie in het dossier
in minder recent dan 6 juni 1987
informaties die na of gelijk aan 6 juni
1987 kunnen ingevoerd worden.
00
01
02
03
04
05
06
07
08
09
14-15-17-20-21-23
14-15-23
13-14-15-20-21
13-14-15-20-21-23
13-14-15-20-21-24
13-14-15-20-21
13-14-15-20-21
14-15-20-21-23
13-14-15-20-21
13-14-15-20-21
c) de recentste informatie in het dossier
is recenter dan of gelijk aan 6 juni
1987
informaties die na of gelijk aan 6 juni
1987 kunnen ingevoerd worden.
10
11
12-13
14
15-16
17
18-19
20
21
22
23
24
14-15-17-20-23
14-15-22-23
14-15-20-23
13-14-15-20-21-24
13-14-15-20-21
14-15-20-21-23
13-14-15-20-21
13-14-15-23
13-14-15-20-21-23
13-14-15-21
13-14-15-20-21-23
13-14-15-17-20-21-22-23-24
In geval van een overleden kind wordt de bijwerking van de afstamming met een
code 13 of 20 (erkenning) toegelaten tot één jaar na de geboortedatum.
d.
Opmerkingen.
-
De bijwerking van de informatie afstamming zal de vorige niet steeds uitwissen. Indien er informaties in
historiek aanwezig zijn, moet de toestand van de afstamming onderzocht worden in het kader van de informaties in historiek.
-
De afstamming moet de gegevens van de geboorteakte exact overnemen.
-
Inzake de overschrijving van de akten van de Burgerlijke Stand, moet, in voorkomend geval, het district
vermeld worden.
-
De datum van een bijwerking moet recenter zijn dan de datum van de vorige informatie. Deze regel is
niet van toepassing voor de wijze van afstamming 03 daar beide data gelijk kunnen zijn.
-
De plaats van het feit is een Belgische gemeente of een land; is de plaats niet gekend dan is de code
00000 toegelaten.
-
Voor de codes 12, 13 en 17 moet de ouder die is vermeld een vrouw zijn.
Het moet een man zijn voor code 20 of 22.
Bij nietigverklaring van de afstamming of bij herroeping van de adoptie, moet de ouder of moet(en) de
ouder(s) worden vermeld die bij deze nietigverklaring of herroeping betrokken zijn.
-
Voor de code 05 kan bij het afdrukken van elk document dat het I.T.110 bevat, het ontbrekende identificatienummer gevonden worden door de afstamming 00, 01 en 05, die er onmiddellijk aan voorafgaat.
-
Voor de afstammingscodes 09 en 19 is een toelichting mogelijk van maximum 60 alfanumerieke tekens.
-
De vermelding die wordt toegevoegd in de zone “commentaar” moet altijd als eerste teken een
letter bevatten, GEEN CIJFER.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
286.
Structuur voor de afstammingscodes 00, 09, 10 en 19
O.C.
N N
I.T.
1 1
D. DATUM
N D D M
M
J
J
J
J
Identificatienummer VADER
N N N N N N N
N
N
N
N
*
Identificatienummer MOEDER
N N N N N N N N
N
N
N
*
0
COMMENTAAR
X
X
X
maximum 60 alfanumerieke tekens
O.C.
N N
I.T.
1 1
X
D. DATUM
N D D M
M
J
J
J
J
Identificatienummer VADER
N N N N N N N
N
N
N
N
*
Fictief Identificatienummer MOEDER
N N N N N N 0 0 0
0
0
0
NAAMCODE
CODE
N N
code naam/voornaam
CODE
N N
code naam/voornaam
*
maximum 10 codes
COMMENTAAR
X
X
X
maximum 60 alfanumerieke tekens
O.C.
N N
I.T.
1 1
0
D. DATUM
N D D M
M
J
Fictief Identificatienummer VADER
N N N N N N 9 9 9
NAAMCODE
X
J
J
0
0
J
code naam/voornaam
CODE
N N
code naam/voornaam
*
maximum 10 codes
Identificatienummer MOEDER
N N N N N N N N
N
N
N
COMMENTAAR
X
X
X
maximum 60 alfanumerieke tekens
O.C.
N N
I.T.
1 1
Gecoördineerde versie
01.10.2014
0
D. DATUM
N D D M
M
J
*
X
J
J
J
CODE
N N
Fictief Identificatienummer VADER
N N N N N N 9 9 9
NAAMCODE
0
0
code naam/voornaam
code naam/voornaam
*
maximum 10 codes
Fictief Identificatienummer MOEDER
N N N N N N 0 0 0
NAAMCODE
0
0
code naam/voornaam
code naam/voornaam
*
maximum 10 codes
COMMENTAAR
X
X
X
maximum 60 alfanumerieke tekens
X
Voorbeelden :
-
Vader en moeder zijn gehuwd, beiden zijn opgenomen in het Rijksregister. Een wettig kind (code 00)
wordt geboren op 25 december 1972.
10/110/0/25121972/00/45030601973/*/48060712056
-
De ouders zijn gehuwd, maar de moeder is niet opgenomen in het Rijksregister. Er wordt een kind
geboren uit huwelijk op 17 februari 2000 (code 10).
10/110/0/17022000/10/65070811905/*/68051700000/464816/010731/001063
287.
O.C.
N N
O.C.
N N
Structuur afstammingscodes 01, 04, 05, 09, 11, 14, 15, 19, 21
1
I.T.
1 0
D.
N D
D
M
DATUM
M J J
J
CODE
N N
J
N
N
Identificatienummer VADER
N N N N N N N
N
N
*
N
N
Identificatienummer MOEDER
N N N N N N N N
N
*
N
Aktenummer
N N N N
*
X
I.T.
1 1
0
Gecoördineerde versie
01.10.2014
N
NIS-CODE
N N N N
D. DATUM
N D D M
M
J
J
J
J
COMMENTAAR
X X
X X
maximum 60 alfanumerieke tekens
CODE
N N
X
Identificatienummer VADER
N N N N N N N
N
N
N
Fictief Identificatienummer MOEDER
0 0 0 0 0 1 0 0 0
0
0
NAAMCODE
N
*
code naam/voornaam
code naam/voornaam
*
maximum 10 codes
N
O.C.
N N
aktenummer
N N N N
I.T.
1 1
0
N
NIS-CODE
COMMENTAAR
N N N N
* X X X
X
maximum 60 alfanumerieke tekens
D. DATUM
N D D M
M
J
Fictief Identificatienummer VADER
0 0 0 0 0 1 9 9 9
NAAMCODE
J
J
0
0
J
code naam/voornaam
X
X
X
X
CODE
N N
code naam/voornaam
*
maximum 10 codes
Identificatienummer MOEDER
N N N N N N N N
N
O.C.
N N
Aktenummer
N N N N
I.T.
1 1
0
N
N
N
*
NIS-CODE
COMMENTAAR
N N N N
* X X X
X
maximum 60 alfanumerieke tekens
D. DATUM
N D D M
M
J
Fictief Identificatienummer VADER
0 0 0 0 0 1 9 9 9
Gecoördineerde versie
01.10.2014
N
J
J
0
0
J
CODE
N N
NAAMCODE
code naam/voornaam
code naam/voornaam
*
maximum 10 codes
Fictief Identificatienummer MOEDER
0 0 0 0 0 1 0 0 0
NAAMCODE
0
0
code naam/voornaam
code naam/voornaam
*
maximum 10 codes
N
Aktenummer
N N N N
N
NIS-CODE
COMMENTAAR
N N N N
* X X X
X
maximum 60 alfanumerieke tekens
X
X
Voorbeelden :
-
De ouders zijn gehuwd, beiden zijn opgenomen in het Rijksregister. Een gewettigd kind (code 01)
wordt geboren te Gent op 2 juli 1986
10/110/0/02071986/01/62031403924/*/64071311403/*/00103/44021
-
De ouders zijn niet geregistreerd in het Rijksregister. De akte van adoptie wordt op 10 januari 2000
verleden voor notaris Vandenberghe te Lokeren. De overschrijving van het vonnis van homologatie
van volle adoptie vindt plaats op 17 december 2000 (code 15).
10/110/0/17122000/15/57100899900/330137/019324/024410/*/59021300000/473163/026365/02505
3/*/00092/46014/*/Akte Lokeren bij notaris Vandenberghe van 10.01.2000
288.
Structuur afstammingscode 02 en 12
O.C.
N N
O.C.
N N
I.T.
1 1
0
D. DATUM
N D D M
J
J
J
Identificatienummer MOEDER
N N N N N N N N
N
N
N
I.T.
1 1
J
J
J
0
0
0
D. DATUM
N D D M
M
M
Fictief Identificatienummer MOEDER
N N N N N N 0 0 0
NAAMCODE
J
CODE
N N
J
CODE
N N
code naam/voornaam
code naam/voornaam
maximum 10 codes
Voorbeelden :
-
Een niet erkend natuurlijk kind wordt geboren op 2 januari 1983. De moeder is opgenomen in het
Rijksregister (code 02).
10/110/0/02011983/02/57030911213
-
Een ongehuwde moeder, die niet geregistreerd is in het Rijksregister, krijgt een kind op 6 november
Gecoördineerde versie
01.10.2014
2000 (code 12).
10/110/0/06112000/12/62042700000/368904/021679/023786
289.
Structuur afstammingscode 03, 04, 07, 13, 14, 15, 17, 21, 23, 24
O.C.
N N
I.T.
1 1
0
D. DATUM
N D D M
M
Identificatienummer MOEDER
N N N N N N N N
N
O.C.
N N
Aktenummer
N N N N
I.T.
1 1
0
N
J
J
J
J
N
N
N
*
NIS-CODE
COMMENTAAR
N N N N
* X X X
X
maximum 60 alfanumerieke tekens
D. DATUM
N D D M
M
J
Fictief Identificatienummer MOEDER
0 0 0 0 0 1 0 0 0
NAAMCODE
CODE
N N
J
J
0
0
code naam/voornaam
J
X
X
X
X
CODE
N N
code naam/voornaam
*
maximum 10 codes
N
Aktenummer
N N N N
N
NIS-CODE
COMMENTAAR
N N N N
* X X X
X
maximum 60 alfanumerieke tekens
Voorbeelden :
- Natuurlijk kind ingevolge ontkenning door de vader (code 07) op 15 januari 1986 te Brugge. De
moeder heeft een identificatienummer. Vonnis van de rechtbank van eerste aanleg op 13 december
1985 te Brugge.
10/110/0/15011986/07/60012003814/*/00030/31005/*/Rb.
13.12.1985
-
1ste
Aanleg
Brugge
-
vonnis
op
Herroeping van de adoptie t.o.v. de vader te Lier op 15 mei 2000 (code 24). De moeder heeft geen
identificatienummer. Vonnis van de rechtbank van eerste aanleg op 10 april 2000 te Antwerpen.
10/110/0/15052000/24/64080700000/359908/028739/022647/*/00142/12021/*/Rb. 1ste Aanleg Antwerpen - vonnis op 10.04.1989
Gecoördineerde versie
01.10.2014
290.
O.C.
N N
Structuur afstammingscode 03, 04, 14, 15, 20, 21, 22, 23, 24
I.T.
1 1
D. DATUM
N D D M
M
J
J
J
J
Identificatienummer VADER
N N N N N N N
N
N
N
N
*
N
O.C.
N N
0
Aktenummer
N N N N
I.T.
1 1
0
N
NIS-CODE
COMMENTAAR
N N N N
* X X X
X
maximum 60 alfanumerieke tekens
D. DATUM
N D D M
M
J
Fictief Identificatienummer VADER
0 0 0 0 0 1 9 9 9
NAAMCODE
CODE
N N
J
J
0
0
code naam/voornaam
J
X
X
X
X
CODE
N N
code naam/voornaam
*
maximum 10 codes
N
Aktenummer
N N N N
N
NIS-CODE
COMMENTAAR
N N N N
* X X X
X
maximum 60 alfanumerieke tekens
Voorbeelden :
-
Natuurlijk kind erkend door de vader te Brussel op 2 februari 1984 (code 03). De vader heeft een identificatienummer. Homologatie door Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel op 3 maart 1984. Overschrijving
van het vonnis van homologatie op 5 april 1984.
10/110/0/05041984/03/56030709319/*/00111/21004/*/Erkend 02.02.1984 - REA. Brussel – Homologatie op
03.03.1984
-
Erkenning door de vader te Hasselt op 19 mei 2000 (code 20) overgeschreven op 10 juli 2000 ingevolge homologatie door de Rechtbank van Eerste Aanleg te Hasselt op 7 juni 2000. Vader heeft geen identificatienummer.
10/110/0/10072000/20/65090299900/469028/026642/025281/*/00098/71022/*/ Erkend 19 mei 2000 - REA
Hasselt - Homologatie op 07.06.2000
Gecoördineerde versie
01.10.2014
291.
Structuur afstammingscode 06, 08, 16, 18
Voorbeeld :
O.C.
N N
I.T.
1 1
D. DATUM
N D D M
0
M
J
J
J
CODE
N N
J
Voorbeeld :
Vondeling op 2 februari 1985 (code 06).
10/110/0/02021985/06
292.
Meerdere informatiegegevens in het IT 110.
a) Invoering van informatiegegevens op dezelfde datum (OC 10).
De programma’s van het IT 110 (Afstamming) in het Rijksregister werden aangepast om voor alle codes van
afstamming te kunnen voorzien in het opnemen van meerdere informatiegegevens op eenzelfde datum.
Dit was tot op heden immers enkel het geval voor de codes van afstamming 01 (gewettigd kind), 03 (erkend
natuurlijk kind), 13 (afstamming van moederszijde) en 20 (afstamming van vaderszijde door erkenning).
Om een duidelijk onderscheid te kunnen maken met de bestaande toepassingen, en om de aandacht te
vestigen op het invoeren van verschillende informatiegegevens op dezelfde datum moet de dienstcode 1
gebruikt worden.
Structuur:
1
O.C.
0
I.T.
1 0
1
D.
1 D
D
M
DATUM
M J J
J
J
b) Annulatie van informatiegegevens (OC 13)
De structuur van de operatiecode 13 werd bijgevolg eveneens gewijzigd, ten einde een van de
informatiegegevens met eenzelfde datum te kunnen verwijderen. Dezelfde principes worden toegepast als in
het IT 246 van de Gemeentelijke Informatie.
In geval van meerdere informaties in het IT 110 moet een volgnummer (V) toegevoegd worden aan het einde
van de structuur, om de informatie aan te wijzen die moet geannuleerd worden.
De recentste informatie bovenaan in het bedoelde informatietype is nummer 1, de tweede informatie is
nummer 2, enz.
Indien de recentste informatie moet geannuleerd worden, is het volgnummer niet vereist.
Structuur voor annulatie van de recentste informatie.
O.C.
1 3
I.T.
1 1
0
D. DATUM
0 D D M
M
J
J
J
J
Structuur voor de annulatie van een andere informatie (zelfs indien slechts 1 informatiegegeven met die datum
voorkomt):
O
.C.
3
Gecoördineerde versie
01.10.2014
I.T.
1
1
D.
0
0
DATUM
D
D
M
M
J
V
J
J
J
X
293.
Schema inzake vermelding identificatienummer en zone toelichting.
CODE
AFSTAMMING
IDENTIFICATIENUMMER
VADER
MOEDER
00
01
ja
ja
ja
ja
02
03
neen
ja
neen
ja
ja
neen
ja
ja
neen
neen
neen
neen
ja
ja
neen
ja
ja
neen
neen
ja
ja
neen
ja
ja
neen
neen
neen
neen
ja
ja
neen
ja
ja
neen
ja
ja
neen
ja
ja
neen
ja
neen
ja
neen
ja
neen
ja
ja
ja
ja
ja
ja
neen
ja
ja
neen
ja
neen
ja
neen
ja
neen
ja
neen
ja
ja
neen
ja
ja
neen
ja
neen
ja
neen
ja
neen
neen
ja
neen
ja
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
herroeping t.o.v. één
of van beide adoptanten
Gecoördineerde versie
01.10.2014
ZONE TOELICHTING
ongebruikt
- ongebruikt indien erkenning vóór het huwelijk
- referenties van het vonnis indien wettiging na huwelijk
ongebruikt
als erkenning door rechtbank gemachtigd is
datum van de akte van adoptie (notaris of vrederechter)
met eventuele referenties
datum van de akte van adoptie (notaris of vrederechter)
met eventuele referenties
ongebruikt
referenties van het vonnis
ongebruikt
toelichting mogelijk
ongebruikt
ongebruikt
ongebruikt
ongebruikt
datum van de akte van adoptie (notaris of vrederechter)
met eventuele referenties
datum van de akte van adoptie (notaris of vrederechter)
met eventuele referenties
ongebruikt
referenties van het vonnis
ongebruikt
toelichting mogelijk
- toelichting mogelijk inzake erkenning door de vader
(art. 319 B.W.)
- referenties: van het vonnis tot machtiging van de erkenning
(art. 320 B.W.)
referenties van het vonnis tot vaststelling
van het vader- of moederschap
referenties van het vonnis
referenties van het vonnis
referenties van het vonnis
houdende herroeping van de adoptie
HOOFDSTUK 18
I.T. 111 – STATUUT VAN DE PERSOON DIE WORDT
VERTEGENWOORDIGD OF BIJGESTAAN
294.
Doel van de informatie.
Deze informatie heeft tot doel voor een persoon die wordt vertegenwoordigd of bijgestaan zijn toestand
op te nemen, alsook de rechtvaardiging van zijn toestand en de rechtsmacht die de beslissing heeft
genomen.
De verschillende mogelijke toestanden worden opgenomen met de volgende codes :
50
de persoon is ontvoogd (voor niet gehuwde minderjarigen)
61
de persoon is geplaatst onder statuut van verlengde minderjarigheid
62
de persoon is hersteld in zijn rechten
63
de persoon is onbekwaam verklaard
65
de persoon is ten huize afgezonderd
67
de persoon is geplaatst in een instelling
68
onder voorlopige bewindvoering
69
bijstand gerechtelijk raadsman.
Overeenkomstig de beslissing van de Ministerraad mag ter vrijwaring van het privé-leven de ontzetting
uit de ouderlijke macht niet meer in het Rijksregister opgenomen worden. Ook in de zone “commentaar’ mag hierover niets vermeld worden.
De verschillende mogelijke rechtvaardigingen zijn opgenomen met volgende codes :
2
-
familieraad
3
-
vonnis van de rechtbank
5
-
bevelschrift van de vrederechter
7
-
nader te bepalen autoriteit
294bis.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van het Algemeen Kieswetboek mogen gerechtelijk onbekwaam
verklaarden, personen onder het statuut van verlengde minderjarigheid en geïnterneerden niet tot de
stemming toegelaten worden. De kiesonbekwaamheid duurt zolang er geen einde komt aan één van
voornoemde situaties.
De informatie aangaande het statuut van de persoon die wordt vertegenwoordigd of bijgestaan, wordt in het
Rijksregister ingevoerd in het informatietype 111, met de codes 61 (verlengde minderjarigheid), 63
(onbekwaam verklaard) of 65 (ten huize afgezonderd).
In deze drie gevallen moet bij het invoeren van de desbetreffende informatie in het IT 111 eveneens een code
3 (= geen kiezer) ingevoerd worden bij het IT 130 met betrekking tot de kiesgegevens.
Het omgekeerde geldt eveneens: wanneer bij gerechtelijke beslissing een einde gemaakt wordt aan dergelijke toestand moet het IT 111 gesupprimeerd worden, evenals de code 3 in het IT 130.
Volledigheidshalve wil ik er op wijzen dat de codes 67 (geplaatst in een instelling), 68 (onder voorlopige
bewindvoering) en 69 (bijstand gerechtelijk raadsman) geen automatische schorsing van het kiesrecht tot
gevolg hebben.
295.
Samenstelling
De informatie omvat :
a.
b.
c.
d.
de datum (8 cijfers)
de toestand van de persoon – 2 cijfers (TS)
de rechtvaardiging ( R )
de commentaar : 40 tekens
Toegestane operatiecodes :
10, 11, 12, 13, 17 en 20.
Structuur
O.C. 10, 11, 17 :
O.C.
N N
I.T.
1 1
1
D. DATUM
N D D M
COMMENTAAR
X X X
max. 40 alfanumerieke tekens
M
J
J
X
X
X
M
J
J
J
J
J
J
O.C. 12 en 13 :
O.C.
N N
I.T.
1 1
Gecoördineerde versie
01.10.2014
1
D. DATUM
N D D M
TS
N N
R
N
Controles
voor O.C. 10
-
de datum moet reëel zijn; hij moet recenter zijn dan de geboortedatum, en dan de meest recente
informatie 111 in het dossier.
voor O.C. 11
-
de datum moet recenter zijn dan de voorlaatste informatie 111 in het dossier.
Opmerking
Deze informatie 111 komt voor in het dossier van het kind, en mag niet opgenomen worden in het dossier van de ouders.
De historiek blijft zichtbaar op de R-kaart.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 19
I.T. 113 – DE PERSOON DIE VERTEGENWOORDIGT OF
BIJSTAAT
296.
Doel van de informatie.
Deze informatie heeft tot doel de identiteit op te nemen van de persoon die iemand vertegenwoordigt
of bijstaat die minderjarig, onbekwaamverklaard, afgezonderd, geïnterneerd of onder het statuut van
verlengde minderjarigheid geplaatst is.
De informatie 113 moet in het dossier van de persoon opgenomen worden die wordt vertegenwoordigt
of bijgestaan.
297.
Samenstelling.
De informatie bevat :
a. de datum van de informatie (in 8 cijfers : DDMMJJJJ);
b. de code die de toestand vermeldt van de persoon die vertegenwoordigt;
c. de grond of rechtvaardiging van de informatie;
d. het identificatienummer van de persoon die vertegenwoordigt, of zijn naam en adres in 60 alfanumerieke tekens;
e. een commentaar van 40 tekens die met name toelaat de rechtsmacht op te nemen die de beslissing heeft genomen.
*
a.
de datum
b.
de code van de informatie
*
: is deze van de grond van de informatie, behalve voor de code 10 (voor de
minderjarigen of voor de geplaatsten onder het statuut van verlengde minderjarigheid) waar het de datum zal zijn waarop het adres van de vader (of bij gebreke, van
de moeder) verschilt van dat van de minderjarige.
:
10 :
voor niet ontvoogde minderjarigen of onder statuut van verlengde minderjarigheid : adres
van de vader (of van de moeder) indien het verschilt van dat van de minderjarige;
21 :
wettig beheerder (een ander persoon dan de vader of de moeder) : identificatienummer of
naam en adres;
22 : voogd : identificatienummer of naam en adres;
23 : persoon die het hoederecht bezit : identificatienummer of naam en adres;
24 : voorlopige bewindvoerder;
25 : gerechtelijke raadsman;
26 : curator.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
c.
grond van de informatie :
Toegestane operatiecodes :
298.
1
2
3
4
5
6
geboorte
familieraad
vonnis van de rechtbank
notariële akte
bevelschrift van de vrederechter
overlijden.
10, 11, 12, 13, 17 en 20.
Structuur.
a. voor de code 10 :
O.C.
N N
I.T.
1 1
3
C. DATUM
N D D M
ADRES
X X X
M
X
J
X
J
J
J
CODE
1 0
X
b. voor de andere codes :
O.C.
N N
299.
I.T .
1 1
D. DATUM
N D D M
M
J
J
J
J
CODE
N N
IDENTIFICATIENUMMER
N N N N N N N
N
N
N
N
*
COMMENTAAR
X X X
3
R
N
X
X
X
Controles.
De datum is reëel ; hij mag niet voorafgaan aan de geboortedatum ; hij moet recenter zijn dan de datum
van de meest recente informatie 113 in het dossier.
.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 19bis RECHTSBEKWAAMHEID
300.
Inleiding.
De wet van 17 maart 2013 (B.S. van 14 juni 2013) tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid, treedt in werking op 1 september 2014.
De belangrijkste nieuwigheden die deze hervorming met zich meebrengt zijn de volgende :
-
een strikte opdeling tussen het statuut van meerderjarigen en het statuut van minderjarigen.
een soepel statuut naar het model van het voorlopig bewind: het belang van de beschermde persoon
speelt een doorslaggevende rol.
er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de bescherming van de persoon en het beheer
van de goederen.
de verouderde terminologie wordt aangepast: de negatief klinkende termen ‘voogd’ en ‘pupil’ worden
vervangen door ‘bewindvoerder’ en ‘beschermde persoon’.
de staat van verlengde minderjarigheid, de staat van onbekwaam verklaarde en de bijstand van een
gerechtelijk raadsman verdwijnen.
de aanstelling van een vertrouwenspersoon wordt aangemoedigd en de figuur van de vertrouwenspersoon wordt opgewaardeerd.
de beschermde persoon wordt meer betrokken in het besluitvormingsproces.
de invoering van een buitengerechtelijke beschermingsregeling.
De onderrichtingen met betrekking tot het bijhouden van de informatiegegevens in het Rijksregister worden als volgt aangepast aan deze nieuwe reglementering:
• De hoofdstukken 18 (IT111 – statuut van de persoon die wordt vertegenwoordigd of bijgestaan) en
19 (IT113 – de persoon die vertegenwoordigt of bijstaat) blijven slechts van toepassing met een informatiedatum vóór 1 september 2014.
•
Een nieuw hoofdstuk 19bis – “Rechtsbekwaamheid” – wordt ingevoegd.
Dit hoofdstuk bevat 3 delen:
I. IT 111 – Juridisch statuut van de persoon
II.
IT 113 – De naam, de voornaam en het adres van de bewindvoerder over de goederen of van
de persoon van wie melding wordt gemaakt in de in artikel 1249, eerste lid, van het Gerechtelijk
Wetboek bedoelde beslissing
III.
IT 113 – Voor niet-ontvoogde minderjarigen: de identiteit van de voogd (en de toeziende voogd)
of de pleegvoogd.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
I.
I.01.
IT 111 – Juridisch statuut van de persoon
Doel van de informatie.
Deze informatie heeft tot doel de volgende gegevens op te nemen:
I.02.
-
Voor een minderjarig persoon : het feit dat hij ontvoogd werd;
-
Voor een meerderjarig persoon : de informatie met betrekking tot de beslissing(en) waarbij beschermende maatregelen worden opgelegd.
Samenstelling
De informatie omvat :
a. de informatiedatum: het is de datum vanaf wanneer de beschermende maatregelen gevolgen
krijgen.
Met toepassing van artikel 492/3 B.W. is dit:
 De datum van de bekendmaking van de beschikking in het Belgisch Staatsblad wat betreft de handelingen bedoeld in artikel 499/7, §§ 1 en 2 (datum waarop de rechterlijke beschermingsmaatregel gevolgen krijgt).

De datum van de neerlegging van het verzoek tot aanstelling van een bewindvoerder voor
de andere handelingen.
b. Het juridisch statuut van de persoon (ST)
50 : de persoon werd ontvoogd (voor niet-gehuwde minderjarigen);
70 : onder bescherming.
c. de rechtvaardiging (R)
4 : rechterlijke beschermingsmaatregel betreffende de goederen
6 : rechterlijke beschermingsmaatregel betreffende de persoon
8 : rechterlijke beschermingsmaatregel betreffende de goederen en de persoon
d. de commentaar (40 tekens) : voor het opnemen van de referentie en de datum van de rechterlijke beslissing.
e. Toegestane operatiecodes
Gecoördineerde versie
01.10.2014
:
10, 11, 12, 13, 17 en 20.
I.03.
Structuur
1) voor O.C. 10, 11, 17 :
O.C.
N N
1
I.T.
1 1
D.
N D
D
M
DATUM
M J J
COMMENTAAR
X X X
X
max. 40 alfanumerieke tekens
X
J
J
J
J
N
ST
N
R
N
X
2) voor O.C. 12 en 13 :
O.C.
N N
I.04.
1
I.T.
1 1
D.
N D
D
M
DATUM
M J J
Controles
voor O.C. 10: de datum moet reëel zijn; hij moet recenter zijn dan de geboortedatum, en dan de
meest recente informatie 111 in het dossier.
voor O.C. 11: de datum moet recenter zijn dan de voorlaatste informatie 111 in het dossier.
De historiek blijft zichtbaar op de R-kaart.
I.05.
Opmerking.
De wet van 21 januari 2013 (B.S. van 14 juni 2013) “tot wijziging van het Kieswetboek en van de wet van
17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan
het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, ingevolge de instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid” treedt eveneens in
werking op 1 juni 2014.
Met toepassing van deze wet wordt artikel 7, eerste lid, 1°, van het Algemeen Kieswetboek als volgt
gewijzigd:
“Art. 7.In de uitoefening van het kiesrecht worden geschorst en tot de stemming mogen niet worden
toegelaten zolang die onbekwaamheid duurt:
1° de beschermde personen die krachtens artikel 492/1 van het Burgerlijk Wetboek uitdrukkelijk
onbekwaam werden verklaard om hun politieke rechten uit te oefenen en zij die geïnterneerd zijn met
toepassing van de bepalingen van de hoofdstukken I tot VI van de wet van 9 april 1930 tot bescherming
van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele
strafbare feiten, vervangen bij artikel 1 van de wet van 1 juli 1964.
De kiesonbekwaamheid houdt op tegelijk met de beëindiging van de onbekwaamheid krachtens artikel
492/4 van het Burgerlijk Wetboek of met de definitieve invrijheidstelling van de geïnterneerde.”
In deze gevallen moet bij het invoeren van de desbetreffende informatie in het IT 111 eveneens een code
5 (= geen kiezer) ingevoerd worden bij het IT 130 met betrekking tot de kiesgegevens.
Het omgekeerde geldt eveneens: wanneer bij gerechtelijke beslissing een einde gemaakt wordt aan dergelijke toestand moet het IT 111 gesupprimeerd worden, evenals de code 5 in het IT 130.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
II.
II.01.
IT 113 – De naam, de voornaam en het adres van
de bewindvoerder over de goederen of van de
persoon van wie melding wordt gemaakt in de in
artikel 1249, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde beslissing
Doel van de informatie.
Deze informatie heeft tot doel om in het dossier van de beschermde persoon de identiteit op te
nemen van de persoon die werd aangeduid als bewindvoerder van de persoon en/of bewindvoerder
over de goederen.
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 496/4 B.W. kan de vrederechter, met uitzondering van de
ouders van de te beschermen persoon, slechts één persoon tot bewindvoerder over de persoon aanwijzen. In het belang van de te beschermen persoon kan hij evenwel verscheidene bewindvoerders
over de goederen aanstellen.
II.02.
Samenstelling.
De informatie omvat :
a. de informatiedatum: de datum vanaf wanneer de beschermende maatregelen gevolgen krijgen.
Met toepassing van artikel 492/3 B.W. is dit:
 De datum van de bekendmaking van de beschikking in het Belgisch Staatsblad wat betreft de handelingen bedoeld in artikel 499/7, §§ 1 en 2 (datum waarop de rechterlijke beschermingsmaatregel gevolgen krijgt).

De datum van de neerlegging van het verzoek tot aanstelling van een bewindvoerder voor
de andere handelingen.
b. het juridisch statuut van de persoon die vertegenwoordigt (CODE)
Code 30 : bewindvoerder over de goederen;
Code 31 : bewindvoerder over de persoon;
Code 32 : bewindvoerder over de goederen en de persoon (indien de vrederechter dezelfde
persoon heeft aangesteld als bewindvoerder over de persoon en de goederen);
c.
de basis of de rechtvaardiging van de informatie ( R)
code 5 : beslissing van de vrederechter
Gecoördineerde versie
01.10.2014
d. Identificatie van de bewindvoerder

Het rijksregisternummer van de bewindvoerder over de goederen, of zijn naam en voornaam,
en adres in maximum 60 tekens (alfanumeriek); indien meerdere personen worden aangewezen in deze hoedanigheid, worden hun rijksregisternummers of de namen en voornamen, en
adressen opgenomen.

Het rijksregisternummer van de bewindvoerder over de persoon, of zijn naam en voornaam,
en adres in maximum 60 tekens (alfanumeriek); indien de ouders worden aangewezen in deze hoedanigheid, worden hun rijksregisternummers of de namen en voornamen, en adressen
opgenomen.

Het rijksregisternummer van de bewindvoerder over zowel de persoon als de goederen, of zijn
naam en voornaam, en adres in maximum 60 tekens (alfanumeriek); indien de ouders worden aangewezen in deze hoedanigheid, worden hun rijksregisternummers of de namen en
voornamen, en adressen opgenomen.
e. de commentaar (40 tekens) : voor het opnemen van de referentie en de datum van de rechterlijke
beslissing.
f.
II.03.
Toegestane operatiecodes
:
10, 11, 12, 13, 17 en 20.
Structuur.
a. Met rijksregisternummer.
O.C.
N N
I.T .
1 1
3
D. DATUM
N D D M
Rijksregisternummer
N N N N N N
Commentaar
X X X X
N
M
J
N
N
N
N
X
X
X
X
J
J
J
CODE
N N
R
N
J
J
J
CODE
N N
R
N
b. Zonder rijksregisternummer.
O.C.
N N
I.T .
1 1
3
D. DATUM
N D D M
M
J
Naam en adres (max. 60 tekens)
*
Commentaar
Gecoördineerde versie
01.10.2014
c.
Met O.C. 12 en O.C. 13
O.C.
N N
I.T.
1 1
3
D. DATUM
N D D M
M
J
J
J
J
V
N
In geval van meerdere actieve informaties in het IT 111, zelfs met een verschillende datum, moet een
volgnummer (V) toegevoegd worden aan het einde van de structuur, om de informatie aan te wijzen
die moet gesupprimeerd of geannuleerd worden.

Het volgnummer is verplicht voor de bijwerking met operatiecode 12.
De recentste informatie bovenaan in het bedoelde informatietype is nummer 1, de tweede informatie is
nummer 2, enz.

Het volgnummer is facultatief voor de bijwerking met operatiecode 13.
Indien de recentste informatie moet gesupprimeerd of geannuleerd worden, is het volgnummer niet
vereist.
II.04.
Opmerkingen.
-
De datum is reëel ; hij mag niet voorafgaan aan de geboortedatum ; hij moet recenter zijn dan de
datum van de meest recente informatie 113 in het dossier.
-
De informatie 113 moet in het dossier van de persoon opgenomen worden die wordt vertegenwoordigt of bijgestaan.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
III.
IT 113 – Voor niet-ontvoogde minderjarigen: de
identiteit van de voogd (en de toeziende voogd)
of de pleegvoogd
III.01. Doel van de informatie.
Deze informatie heeft tot doel om in het dossier van de niet-ontvoogde minderjarige de identiteit op te
nemen van de voogd (en de toeziende voogd) of de pleegvoogd.
III.02. Samenstelling.
De informatie omvat :
a. de informatiedatum: het is de datum vanaf wanneer de beschermende maatregelen gevolgen
krijgen.
b. De code die het statuut weergeeft van de persoon die vertegenwoordigt (CODE)
10 – voor niet-ontvoogde minderjarige
22 – voogd
27 – toeziende voogd
28 – pleegvoogd
c.
de basis of de rechtvaardiging van de informatie ( R)
code 5 : beslissing van de vrederechter
d. Identificatie van de voogd (en de toeziende voogd) of de pleegvoogd
Het rijksregisternummer van de voogd (en de toeziende voogd) of de pleegvoogd, of zijn naam en
voornaam, en adres in maximum 60 tekens (alfanumeriek).
e. de commentaar (40 tekens) : voor het opnemen van de referentie en de datum van de rechterlijke
beslissing.
f.
Toegestane operatiecodes
:
10, 11, 12, 13, 17 en 20.
III.03. Structuur.
a.
voor de code 10 :
O.C.
N N
I.T.
1 1
3
ADRES
X X X
Gecoördineerde versie
01.10.2014
C. DATUM
N D D M
M
X
J
X
J
X
J
J
CODE
1 0
b.
voor de overige codes met rijksregisternummer :
O.C.
N N
I.T .
1 1
3
D. DATUM
N D D M
Rijksregisternummer
N N N N N N
N
Commentaar
X X X X
c.
M
J
N
N
N
N
X
X
X
X
J
J
CODE
N N
R
N
J
J
J
CODE
N N
R
N
J
J
J
V
N
J
voor de overige codes zonder rijksregisternummer:
O.C.
N N
I.T .
1 1
3
D. DATUM
N D D M
M
J
Naam en adres (max. 60 tekens)
*
Commentaar
X X X X
d.
X
X
X
X
Voor de O.C. 12 en OC 13:
O.C.
N N
I.T.
1 1
3
D. DATUM
N D D M
M
J
In geval van meerdere actieve informaties in het IT 111, zelfs met een verschillende datum, moet een
volgnummer (V) toegevoegd worden aan het einde van de structuur, om de informatie aan te wijzen
die moet gesupprimeerd of geannuleerd worden.

Het volgnummer is verplicht voor de bijwerking met operatiecode 12.
De recentste informatie bovenaan in het bedoelde informatietype is nummer 1, de tweede informatie is
nummer 2, enz.

Het volgnummer is facultatief voor de bijwerking met operatiecode 13.
Indien de recentste informatie moet gesupprimeerd of geannuleerd worden, is het volgnummer niet
vereist.
III.04. Opmerkingen.
-
De datum is reëel ; hij mag niet voorafgaan aan de geboortedatum ; hij moet recenter zijn dan de
datum van de meest recente informatie 113 in het dossier.
-
De informatie 113 moet in het dossier van de persoon opgenomen worden die wordt vertegenwoordigt of bijgestaan.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 20
I.T. 120 – BURGERLIJKE STAAT
301.
Algemeen
De term burgerlijke staat wordt in zijn enge betekenis gebruikt, d.w.z. ongehuwd, gehuwd, enz….
De informatie 120 kenmerkt de burgerlijke staat.
Aangezien er bijzondere toestanden bestaan die te wijten zijn aan de aanwezigheid van vreemde onderdanen, kan het zijn dat sommige van deze toestanden (verstoten, bigamie) in het Belgisch recht
niet voorkomen.
302.
Bestanddelen.
De informatie 120 bevat :
-
de datum van de gebeurtenis of de datum waarop de wijziging van de burgerlijke staat dient in
aanmerking genomen te worden;
-
de eigenlijke burgerlijke staat;
-
het nummer van de akte (eventueel 4 nullen);
-
de identificatie van de echtgenoot (eventueel);
-
de plaats van de gebeurtenis;
-
in voorkomend geval, een bijkomende vermelding betreffende, inzonderheid, de inschrijving in een
aanvullend register;
-
onafhankelijk van de datum waarop de wijziging van de burgerlijke staat in aanmerking moet worden genomen, in geval van echtscheiding of scheiding van tafel en bed en van goederen met toepassing van de wet van 30 juni 1994, vermeldt men de datum waarop het vonnis werd uitgesproken, de NIS-code van de gemeente waar het vonnis werd uitgesproken, de code van de rechtbank,
de datum van de overschrijving en de NIS-code van de gemeente van overschrijving.
Toegestane operatiecodes :
Gecoördineerde versie
01.10.2014
10, 11, 12 (enkel voor code 50-51), 13, 17, 20 en 25.
303.
Datums.
De datum in 8 cijfers (DDMMJJJJ) behelst :
-
de geboortedatum voor een ongehuwde;
-
de datum van het huwelijk of van het weduwschap;
In geval van echtscheiding en van scheiding van tafel en bed en van goederen dient er een onderscheid te worden gemaakt tussen de wijzigingen van de burgerlijke staat die plaatsvonden vóór 1 oktober 1994 en degene die plaatsvonden na 1 oktober 1994, met toepassing van de wet van 30 juni
1994.
Voor de echtscheiding en de scheiding van tafel en bed en van goederen die plaatsvonden vóór 1 oktober 1994, dient men als informatiedatum de datum van overschrijving van het vonnis of arrest in de
registers van de burgerlijke stand te nemen.
Wat de echtscheiding en de scheiding van tafel en bed en van goederen betreft die plaatsvond na 30
september 1994, is de in te voeren informatiedatum deze waarop het vonnis in kracht van gewijsde is
getreden.
In dat geval bevat die informatie eveneens de datum van het echtscheidingsvonnis of van het vonnis
van scheiding van tafel en bed en van goederen.
304.
-
In geval van nietigverklaring van het huwelijk of van een putatief huwelijk, zal de informatiedatum
deze zijn waarop het vonnis of arrest overgeschreven is in de registers van de burgerlijke stand.
-
In geval van ontbinding van het huwelijk op een bijzondere wijze, is de datum die welke vermeld is
in de akte van ontbinding.
-
Sommige elementen van de datum kunnen onbekend zijn; zij worden vervangen door nullen.
Nochtans is een datum met acht nullen uitgesloten. Indien alleen het jaartal is aangegeven, moet
worden aangenomen dat het om een benaderende datum gaat, zelfs voor het jaartal.
Eigenlijke burgerlijke staat.
De beschouwde burgerlijke staten zijn :
10
ongehuwd
20
gehuwd
25
nietigverklaring van het huwelijk
26
putatief huwelijk
30
weduwnaar (weduwe)
40
gescheiden
41
echtscheiding uitgesproken met toepassing van de wet van 30 juni 1994
50 scheiding van tafel en bed en van goederen
51
scheiding van tafel en bed en van goederen uitgesproken met toepassing van de wet
van 30 juni 1994
60
ontbinding van het huwelijk op een bijzondere wijze
80
partnerschap
81
beëindiging partnerschap
90
onbepaald
In het geval van de ongehuwde staat, bevat de informatie slechts de geboortedatum en de code 10.
Een persoon waarvoor geen informatie 120 werd ingevoerd, wordt als ongehuwd beschouwd.
De vermelding “ongehuwd” kan opnieuw ingevoerd worden na de nietigverklaring van een huwelijk.
Code 50 – 51.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Het informatietype IT 120 met betrekking tot de burgerlijke staat voorziet in twee codes voor de
registratie van de scheiding van tafel en bed en van goederen, al naargelang deze werd uitgesproken
vóór (code 50) of met toepassing van de wet van 30 juni 1994 (code 51).
Hoewel de scheiding van tafel en bed geen wijziging inhoudt van de burgerlijke staat – de echtgenoten
blijven immers gehuwd – worden de codes 50 en 51 toegepast voor het invoeren van deze informatie in
het Rijksregister omdat er ter zake een vonnis was uitgesproken, en de gemeenten wensten dat deze
informatie zou worden opgenomen in de dossiers van de betrokken personen. Het betreft dus eigenlijk
de bevestiging van een feitelijke toestand.
Indien de echtgenoten zich later opnieuw verzoenen, wijzigt hierdoor evenmin de burgerlijke staat,
maar gaat het opnieuw over de bevestiging van een feitelijke toestand, nl. het feit dat zij terug willen
samenleven. Op het vlak van het Rijksregister is er geen mogelijkheid om van de toestand van
scheiding van tafel en bed over te gaan naar de oorspronkelijke gehuwde toestand omdat er, enerzijds,
geen ontbinding geweest is van de huwelijksband, en, anderzijds, omdat de verzoening geen akte van
de burgerlijke stand inhoudt.
Ten einde dit probleem op te lossen en de gemeenten toe te laten de informatie met betrekking tot de
verzoening na scheiding van tafel en bed te registreren, wordt in de programma’s voor de bijwerking
van het IT120 in de gevallen van een code 50 of 51 een operatiecode 12 (suppressie) toegestaan die
het einde aangeeft van de scheiding van tafel en bed.
Code 90
In een aantal gevallen is het, door het ontbreken van de nodige akten, niet mogelijk om het informatiegegeven met betrekking tot de burgerlijke staat in het Rijksregisterdossier van een persoon
correct bij te werken.
In geen geval kan het informatiegegeven burgerlijke staat (IT 120) worden bijgewerkt louter op
verklaring van betrokkene.
Daarom werd voor de eigenlijke burgerlijke staat de code 90 met vermelding “onbepaald” gecreeerd.
Bij een code 90 kan als informatiedatum enkel de geboortedatum gebruikt worden. Een code 10
(ongehuwd) kan eventueel nadien met dezelfde informatiedatum ingevoerd worden.
Code 80-81
Met toepassing van de wet van 16 juli 2004 (B.S. van 27 juli 2004) houdende het Wetboek van Internationaal Privaatrecht kunnen, naast het huwelijk en de wettelijke samenwoning, ook in het buitenland tot stand gekomen relaties van samenleven gevolgen hebben in België.
De informatie met betrekking tot de burgerlijke staat, en de verklaring en beëindiging van de wettelijke samenwoning worden vermeld in de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister.
Het lijkt daarom aangewezen in die registers ook melding te maken van de buitenlandse relaties
van samenleven die in België werden erkend, temeer daar sommige van die relaties gevolgen
hebben voor de burgerlijke staat.
In afwachting van de definitieve vastlegging, door de FOD Justitie, van de informatie die met betrekking tot de verschillende vormen van samenleven moet worden opgenomen in de registers,
wordt voorzien in een tijdelijke oplossing.
In het Rijksregister wordt in het informatietype met betrekking tot de burgerlijke staat (IT120), een
code 80 – Partnerschap – en een code 81 – Beëindiging partnerschap –gecreëerd.
De informatie die met betrekking tot het partnerschap of de beëindiging van het partnerschap
moet worden opgenomen in het Rijksregister stemt overeen met de informatie die moet worden
Gecoördineerde versie
01.10.2014
opgenomen voor het huwelijk of de echtscheiding.
De structuren voor het invoeren van het partnerschap (code 80) zijn gelijk aan deze van het huwelijk (code 20), en de structuren van de beëindiging van het partnerschap (code 81) zijn gelijk aan
deze voor het invoeren van de echtscheiding (code 41).
305.
Nummer van de akte
Dit nummer, van 4 cijfers, wordt op dezelfde wijze ingevoerd als in paragraaf 274 is
vermeld.
306.
Identificatie van de echtgenoot.
a. De echtgenoot wordt geïdentificeerd door zijn identificatienummer. De informatie 120 hoeft voor
de echtgenoot niet ingevoerd te worden, als zij voor de echtgenote werd ingevoerd, voor zover het
identificatienummer van de echtgenoot reëel is.
De invoering van deze informatie in het dossier van de echtgenoot geschiedt immers automatisch
(generatie).
De informatie 120 zowel in het dossier van de echtgenoot als in dat van de echtgenote invoeren,
vormt op zich geen fout, maar zal een overbodige verwerping van de generatie veroorzaken.
De voornoemde procedure wordt toegepast bij een huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht.
b. Indien het identificatienummer van één van de echtgenoten na een fonetische opvraging onbekend is of nog niet bestaat, moet de informatie 120 in het dossier van de andere ingevoerd worden
met een fictief identificatienummer, gevolgd door de codes van de familienaam en voornamen. (cf.
nr. 285 b.)
c.
Krachtens de wet van 13 februari 2003 (Belgisch Staatsblad van 28 februari 2003- Derde editie) tot
openstelling van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht en tot wijziging van een aantal
bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, die in werking getreden is op 1 juni 2003, wordt het huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht toegelaten.
De informatiedatum die moet vermeld worden is deze van 1 juni 2003 of een recentere datum.
De codes 20 (gehuwd), 25 (nietigverklaring van het huwelijk), 51 (scheiding van tafel en bed en
van goederen met toepassing van de wet van 30 juni 1994) en 41(echtscheiding uitgesproken met
toepassing van de wet van 30 juni 1994) moeten ingevoerd worden in het dossier van één van de
twee echtgenoten of ex-echtgenoten (autogeneratie in het ander dossier).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
307.
Plaats van de gebeurtenis.
cf. nr. 275.
Bij weduwschap gaat het om de plaats van overlijden van de echtgenoot.
Commentaar (b.v. inzake echtscheiding) kan ingevoerd worden in het vak dat voor de plaats van de
gebeurtenis bestemd is, op voorwaarde dat deze plaats voluit wordt vermeld, het aantal tekens in dat
vak (plaats en commentaar samen) niet meer dan 60 bedraagt en de landencode met (NNN) op het
einde van de commentaar vermeld wordt.
Voor de echtscheiding en voor de scheiding van tafel en bed en van goederen na 30.09.1994, worden
twee NIS-codes voorgeschreven :
a. De NIS-code van de gemeente waar het vonnis is uitgesproken. Indien het vonnis in het buitenland werd uitgesproken, worden de vakken bestemd voor de code van de rechtbank, de NIS-code
van het vonnis en de datum van het vonnis niet ingevuld en worden er eenvoudig twee opeenvolgende asterisken ingevuld; de datum van overschrijving of, bij gebreke daarvan, de datum van de
bijwerking en de landencode worden met de gegevens betreffende de buitenlandse rechtbank in
de commentaar opgenomen met tussen haakjes het land waar de rechtbank gevestigd is.
b. De NIS-code van de overschrijving : deze wordt weergegeven door de NIS-code van de gemeente
waar de rechterlijke beslissing in de registers van de burgerlijke stand over geschreven werd.
308.
Bijkomende vermelding. - cf; nr. 276.
Betreft een inschrijving in het aanvullend register (zal worden opgenomen op het einde van de structuur).
In dit geval mag het aktenummer niet gelijk zijn aan 0000.
309.
Bijzondere gevallen.
a. Als een persoon sterft en zijn dossier een informatie 120 bevat met code burgerlijke staat 20, 50 en
51 en een reëel identificatienummer voor de echtgenoot, dan wordt het weduwschap in het dossier
van deze laatste automatisch gegenereerd.
b. De opeenvolgende burgerlijke staten voor een zelfde echtgenoot kunnen ingevoerd worden door
een bijwerking waarin de identiteit van de echtgenoot niet meer opgenomen wordt (zie nr. 310 c.)
b.v. huwelijk gevolgd door deze burgerlijke staten : scheiding van tafel en bed en van goederen,
echtscheiding of weduwschap.
Dit geldt zowel voor een reëel als een fictief identificatienummer van de echtgenoot.
Bij code 20 moet natuurlijk een identificatienummer in de informatie voorkomen.
c.
Operatiecode 12 is enkel toegelaten voor het invoeren van de verzoening na de scheiding van tafel
en bed en van goederen (suppressie van code 50-51) .
Gecoördineerde versie
01.10.2014
d. Wordt de naam van een persoon, waarvan het dossier een informatie 120 met een reëel identificatienummer voor de echtgenoot bevat, verbeterd of gewijzigd, dat zal deze naam automatisch verbeterd of gewijzigd worden in het dossier van de echtgenoot.
e. Een andere burgerlijke staat dan die van ongehuwde wordt geweigerd indien de persoon of de
echtgenoot jonger is dan 18 jaar. Dit verbod geldt niet voor operatiecode 13.
Indien, in een bijzonder geval, een huwelijk werd toegestaan tussen personen die de vereiste leeftijdsvoorwaarden niet vervullen, moet dienstcode 4 gebruikt worden.
f.
Voor de vreemde onderdanen waarvan de code “nationaliteit” begrepen is tussen 251 en 279 of
351 en 379, zijn 2 opeenvolgende informatiegegevens van huwelijk toegelaten.
Verstoting kan slechts betrekking hebben op de vreemde onderdanen waarvan de nationaliteit met
diezelfde codes overeenstemt; ze is niet wettelijk indien de akte in België, zelfs in een consulaat of
een ambassade, verleden is.
Het punt f) van het nummer 309 is niet toepasselijk op het huwelijk tussen personen van hetzelfde
geslacht.
OPMERKING – POLYGAME HUWELIJKEN :
Met toepassing van de omzendbrief van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 januari 2013
werd de registratie van een polygaam huwelijk in de bevolkingsregisters die gehouden worden door
de gemeenten, en in het Rijksregister strikt gereglementeerd.
Enkel onder de voorwaarden die werden uiteengezet in voornoemde omzendbrief is het nog
mogelijk een polygaam huwelijk te registreren.
Om hieraan tegemoet te komen werden de programma’s van het Rijksregister voor het bijwerken
van het informatietype met betrekking tot de burgerlijke staat (IT120) aangepast.
De bijwerkingen met betrekking tot een polygaam huwelijk zullen voortaan nog enkel kunnen
ingevoerd worden door de diensten van het Rijksregister. De aanvragen moeten gestuurd worden
naar de bevoegde regionale afvaardiging, onder voorlegging van de nodige bewijsstukken.
Een polygaam huwelijk wordt geregistreerd met vermelding van de gerechtelijke overheid die
uitspraak deed, de datum van het vonnis of arrest, en de overschrijving ervan in de registers.
De informatie moet ingevoerd worden met de structuur voor het bijwerken van de echtscheiding; de
structuur wordt beschreven in punt 310, h).
g. Bij een nietigverklaring van het huwelijk wordt het huwelijk geacht nooit te hebben bestaan.
Concreet moeten de reeds gerealiseerde gevolgen eveneens ongedaan gemaakt worden en
kunnen er geen toekomstige gevolgen meer uit het huwelijk ressorteren. Indien na het huwelijk
een echtscheiding volgt moet men er dus van uitgaan dat de echtscheiding niet heeft plaats
gevonden.
De nietigverklaring van een huwelijk wordt bijgewerkt in het Rijksregister met een code 25.
a)
De nietigverklaring van een huwelijk volgt op het betrokken huwelijk: de gemeente werkt het IT120 bij door
middel van operatiecode 25. De vermelding “ongehuwd” kan opnieuw ingevoerd worden na de nietigverklaring
van een huwelijk.
Structuur.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
O.C.
1
I.T.
0
1
2
0
D.
DATUM
0
D
D
M
M
J
J
J
J
IDENTIFICATIENUMMER ECHTG.
N
N
N
N
N
N
N
N
CODE
AKTENR.
2
N
5
N
N
N
NIS-CODE
N
N
N
*
N
N
N
N
N
Voorbeeld:
120 24.02.2010 Ongehuwd
120 23.02.2010 Nietigverklaring huwelijk te Brussel Akte nr : 2817 met Wxxx, Axxx (64.03.02 xxx-xx)
120 09.11.1994 Gehuwd te Brussel Akte nr : 0559 met Wxxx, Axxx (64.03.02 xxx-xx)
120 10.08.1968 Ongehuwd
b)
De nietigverklaring van het huwelijk wordt uitgesproken nadat één of meerdere andere feiten met betrekking
tot de burgerlijke staat van de betrokkenen hebben plaatsgehad.
Deze bijwerking kan enkel door de diensten het Rijksregister worden uitgevoerd. De aanvraag moet gericht worden aan de regionale afvaardiging die bevoegd is voor uw provincie met voorlegging van de nodige bewijsstukken.
Bij de registratie van het informatiegegeven zal in bepaalde gevallende de chronologie in het dossier niet gerespecteerd worden.
De informatie moet worden ingevoerd na de informatiegegevens waarop zij betrekking heeft. De volledige structuur moet worden gebruikt, dit wil zeggen met vermelding van de naam van de ex-partner.
De informatiedatum is deze waarop het vonnis of arrest overgeschreven is in de registers van de burgerlijke stand.
Er werd een nieuwe structuur gecreëerd om de gewenste informatie op de overeenkomstige plaats in het IT120
van het betrokken dossier te kunnen registreren.
1.
Structuur bijwerking eigen dossier - zonder autogeneratie:
ACTUELE STRUCTUUR BIJWERKING IT 120
PLAATS
@
2.
1 of 01
Structuur bijwerking eigen dossier met autogeneratie in het dossier van de partner:
ACTUELE STRUCTUUR BIJWERKING IT 120
@
PLAATS
IT120
1 of 01
,
PLAATS IT120
PARTNER
1 of 01
Algemene opmerkingen:

De volledige structuur moet gebruikt worden; het identificatienummer van de betrokken partner moet worden
opgenomen in de bijwerking.

De informatie moet worden ingevoerd na de informatiegegevens waarop zij betrekking heeft. Bij de registratie
van het informatiegegeven zal in bepaalde gevallende de chronologie in het dossier niet gerespecteerd worden.

De informatiedatum is deze waarop het vonnis of arrest overgeschreven is in de registers van de burgerlijke
stand.
Gecoördineerde versie
01.10.2014


De structuur kan enkel gebruikt worden voor de bijwerkingen met een code 25 (nietigverklaring van het huwelijk) of 40-41 (echtscheiding).
De plaats in de volgorde van de aanwezige informaties in het IT120 moet verplicht worden ingevoerd; zij wordt
bepaald door toevoeging van het overeenkomstige cijfer na de huidige structuur (de 1 geldt louter als voorbeeld).
Een informatie “120/10 – ongehuwd” kan in het dossier van betrokkene worden ingevoerd onmiddellijk na de registratie van een informatie “120/25 – nietigverklaring”, enkel en alleen wanneer er slechts één informatiegegeven
“120/20 - gehuwd” aanwezig is in het dossier.
De informatiedatum moet liggen vóór de datum van de bijwerking, en moet hoger zijn dan of gelijk zijn aan de geboortedatum in het dossier.
Deze bijwerking kan uitgevoerd worden door de gemeente of de regionale afvaardiging.
Voorbeeld 1 :
120 24.02.2010 Ongehuwd
120 23.02.2010 Nietigverklaring van het huwelijk te Brussel Akte nr : 2817 met Wxxx Axxx
(64.03.02 xxx-xx)
120 07.10.1997 Gescheiden Vonnis Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel op 05.09.1997
overgeschreven op 21.10.1997 te Brussel Akte nr : 1433
120 09.11.1994 Gehuwd te Brussel Akte nr : 0559 met Wxxx, Axxx (64.03.02 xxx-xx)
120 10.08.1968 Ongehuwd
Voorbeeld 2 :
120 15.06.2002 Gehuwd te Brussel Akte nr : 0293 met Mxxx, Dxxx Sxxx (73.06.08 xxx-xx)
120 23.02.2010 Nietigverklaring van het huwelijk te Brussel Akte nr : 2817 met
Wxxx Axxx (64.03.02 xxx-xx)
120 07.10.1997 Gescheiden Vonnis Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel op 05.09.1997
overgeschreven op 21.10.1997 te Brussel Akte nr : 1433
120 09.11.1994 Gehuwd te Brussel Akte nr : 0559 met Wxxx, Axxx (64.03.02 xxx-xx)
120 10.08.1968 Ongehuwd
310.
Structuur.
a) Met reëel identificatienummer.
O.C.
N N
I.T.
1 2
0
D. DATUM
N D D M
M
J
IDENTIFICATIENUMMER ECHTG.
N N N N N N N N N
J
J
J
CODE
N N
AKTENR.
N N N
N
N
*
NIS-CODE
N N N
J
CODE
N N
N
N
N
b) Met fictief identificatienummer.
O.C.
N N
I.T.
1 2
0
D. DATUM
N D D M
M
J
J
FICTIEF IDENTIFICATIE NR. ECHTG.
N N N N N N N N N N
CODE NAAM EN VOORNAMEN
Gecoördineerde versie
01.10.2014
J
N
AKTENR.
N N N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
NIS-CODE of plaats in het buitenland (voluit)
*
X X X
X X
Max. 60 tekens (evt. bijkom. vermelding)
c) Vereenvoudigde structuur.
O.C.
N N
I.T.
1 2
0
D. DATUM
N D D M
M
J
J
J
J
CODE
N N
AKTENR.
N N N
N
*
NIS-CODE of plaats in het buitenland (voluit)
X X X
X X
(evt. bijkom. vermelding)
d) Ongehuwd (code 10) / Onbepaald (code 90).
O.C.
N N
I.T.
1 2
0
D. DATUM
N D D M
M
J
J
J
J
CODE
N N
e) Speciale structuur voor O.C. 13 :
enkel te gebruiken wanneer er meerdere I.T. 120 met dezelfde datum in het dossier aanwezig zijn.
O.C.
1 3
Gecoördineerde versie
01.10.2014
I.T.
1 2
0
D. DATUM
N D D M
M
J
J
J
J
Cijfers 1 tot 3
N
f)
Structuur voor de echtscheiding en de scheiding van tafel en bed en van goederen
met reëel identificatienummer.
J
J
J
CODE
BS
N N
N
N
*
CODE rechtbank
N
NIS-CODE uitspraak DATUM uitspraak
N N N N N D D M M J
J
J
J
O.C.
I.T.
N
1
N
D. DATUM
2
0
N
D
D
M
M
J
IDENTIFICATIENUMMER ECHTG.
N N N N N N N N N
DATUM overschrijving
D
D
M
M
J
J
*
COMMENTAAR
X X
X
J
J
NIS-CODE
schrijving
N N N
AKTENR. BS
N
N
N
N
*
overN
N
Aanv.Reg.
+ N N
of
Aanv.Reg.
+ N N
g) Structuur voor de echtscheiding en de scheiding van tafel en bed van goederen met
fictief identificatienummer
O.C.
I.T.
N
1
N
D. DATUM
2
0
N
D
D
M
M
J
J
FICTIEF IDENTIFICATIE NR ECHTG.
N N N N N N N N N N
*
CODE
rechtbank
N
NIS-CODE
spraak
N N N
uit-
D
D
M
M
J
J
*
COMMENTAAR
X X
X
J
AKTENR. BS
J
J
N
CODE naam en voornaam
N N N N ….
N
N
N
N
N
DATUM uitspraak
N
N
J
NIS-CODE
schrijving
N N N
DATUM overschrijving
CODE
BS
N N
D
D
M
M
J
J
J
J
*
overN
N
Aanv.Reg.
+ N N
of
Aanv.Reg.
+ N N
h) Vereenvoudigde structuur voor de echtscheiding en de scheiding van tafel en bed
Gecoördineerde versie
01.10.2014
N
N
van goederen
O.C.
I.T.
N
1
2
*
CODE
rechtbank
N
N
CODE
BS
N N
D. DATUM
0
N
D
D
M
NIS-CODE
spraak
N N N
M
J
uit-
D
M
M
J
J
*
COMMENTAAR
X X
X
J
N
J
NIS-CODE
schrijving
N N N
J
J
N
N
N
N
J
J
J
*
DATUM uitspraak
N
DATUM overschrijving
D
J
AKTENR. BS
D
D
M
M
J
overN
N
J
CODE
BS
N N
Aanv.Reg.
+ N N
of
Aanv.Reg.
+ N N
i)
Structuur echtscheiding buitenland
O.C.
I.T.
N
1
N
D. DATUM
2
0
N
D
D
IDENTIFICATIE NR.
N N N N N N
N.I.S. of
landencode
N N N N
Opmerking:
Gecoördineerde versie
01.10.2014
M
N
M
N
J
J
J
N
N
N
*
*
AKTENR.
N
N
N
N
DATUM OVERSCHRIJVING
D D M M J J J
COMMENTAAR (landencode)
N
*
X
X
X
(NNN)
- de datum van overschrijving is in principe gelijk aan de eerste datum.
- indien geen commentaar het woord “te” inbrengen.
J
311.
Opmerking.
-
Bij gebruik van de dienstcode 1 is het mogelijk een I.T. 120 met code 30 (weduwschap) in te voeren, die dezelfde datum heeft als de laatste informatie 120 in het dossier met code 20, 25, 26, 40,
41, 50 of 51.
Dit geval is voorzien om een weduwschap op te nemen dat plaatsvond op de dag van het huwelijk,
op de dag van de overschrijving van een vonnis of arrest in het register van de burgerlijke stand
(nietigverklaring van het huwelijk, putatief huwelijk, echtscheiding en scheiding van tafel en bed en
van goederen die plaatsvonden vóór 1 oktober 1994, of op de dag waarop het vonnis dat de burgerlijke staat wijzigt in kracht van gewijsde is getreden (echtscheiding en scheiding van tafel en
bed en van goederen die na 30 september 1994 plaatsvonden).
-
De code van de burgerlijke staat moet verenigbaar zijn met de voorgaande code burgerlijke staat
die in het dossier aanwezig is :
Vorige code is :
niets
niets, 10, 25, 26, 30, 40, 41
niets, 20, 50, 51
niets, 20, 50, 51, 25
niets, 20, 50, 51
niets, 20, 50, 51
niets, 20
niets, 20, 25
In te voeren
code mag zijn :
10
20
25
26
30
40, 41
50, 51
10
Volgende code mag zijn :
20, niets
25, 26, 30, 40, 41, 50, 51, niets
20, 26, niets
20, niets
20, niets
20, niets
25, 26, 30, 40, 41, niets
20
Deze controles worden enkel voor Belgen uitgevoerd. Voor vreemdelingen is de controle beperkt
tot het nazicht van de opeenvolgende codes.
-
-
Indien het identificatienummer van de echtgenoot reëel is en indien de code “burgerlijke staat” van
de bijwerking 30 is (weduwschap), moet de datum van deze bijwerking gelijk zijn aan de datum van
het I.T. 150 (overlijden) in het dossier van de overleden echtgenoot.
O.C. 13 : indien speciale structuur in nr. 310 e . gebruikt wordt :
met het cijfer 1, wordt enkel de 1e informatie op die datum geannuleerd.
met het cijfer 2, wordt enkel de 2e informatie op die datum geannuleerd.
met het cijfer 3, wordt enkel de 3e informatie op die datum geannuleerd.
Wat de codes 41 en 51 betreft, die gebruikt worden voor de echtscheiding en de scheiding van tafel en bed en van goederen van na 1 oktober 1994, dienen volgende punten aangestipt te worden :

de controle voor code 41 zijn dezelfde als voor code 40;
de controle voor code 51 zijn dezelfde als voor code 50.

De codes 40 en 50 kunnen gebruikt worden met informatiedatums van vóór 1 oktober 1994.
De code 41 en 51 kunnen gebruikt worden met informatiedatums recenter dan 30 september
1994.

Het type rechtbank wordt als volgt bepaald : code 1 voor de rechtbank van eerste aanleg – code 2 in geval van beroep.

Het is onmogelijk een oude structuur met code 40 of 50 door middel van code 11 te verbeteren
in een nieuwe structuur met code 41 of 51. Dient dit te gebeuren, dan moet men de oude structuur verwijderen met code 13 en de nieuwe structuur invoeren met code 10.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
312.
313.

Bij de operatiecode 20 moet worden nagegaan welke de code BS (burgerlijke staat) in het dossier is. Is deze 40 of 50, dan dient de nieuwe informatiedatum vóór 1 oktober 1994 te liggen. Is
deze code 41 of 51, dan dient de informatiedatum na 30 september 1994 te liggen. Voor toevoeging in historiek met code 17 gelden dezelfde regels.

De verbetering van het aktenummer van de burgerlijke stand door middel van code 25 blijft mogelijk voor de beide structuren bestemd voor de echtscheiding en de scheiding van tafel en bed
en van goederen.
Generaties.
-
Indien de code burgerlijke staat van de bijwerking 20 is, het identificatienummer van de echtgenoot
reëel is, en indien het dossier van deze echtgenoot een informatie 100 (plaats en datum van geboorte) bevat, zal de informatie 121 bijgewerkt worden.
-
Indien de code burgerlijke staat van de bijwerking 20, 40, 41, 50 of 51 is – waarbij de betrokken
persoon een vrouw is – en het identificatienummer van de echtgenoot reëel is, zal de bijwerking
van de informatie 120 in het dossier van deze echtgenoot door generatie geschieden.
-
Na de invoering van een huwelijk in het informatietype 120 met betrekking tot de burgerlijke
staat, controleert het programma of er reeds een gezinsverband tussen de betrokken
personen bestaat in het IT140/141 voor de gezinssamenstelling.
Indien dit het geval is, zal de bestaande gezinsverband automatisch gesupprimeerd worden,
en wordt een plaats in het gezin met code 02 – echtgenoot/echtgenote – gecreëerd op de
datum van het huwelijk.
Indien u vaststelt dat deze autogeneratie niet werd gerealiseerd, moet deze bijwerking
manueel uitgevoerd worden.
Model 7ter: Notificatie van een huwelijk via elektronische post.
Volgens artikel 6 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en
het vreemdelingenregister (B.S. van 15 augustus 1992), en volgens nummer 62 van de Algemene
onderrichtingen van 7 oktober 1992 betreffende het houden van de bevolkingsregisters, worden
de akten van de burgerlijke stand betreffende de personen die niet ingeschreven zijn in de gemeente, binnen acht dagen na de datum ervan, bij afschrift of uittreksel bezorgd aan de gemeente
waar die personen in de registers zijn ingeschreven.
In sommige gevallen zijn lange termijnen nodig voor het doorzenden van de informatie van de ene
gemeente naar een andere.
Het model 7ter heeft tot doel de termijn voor het inbrengen van de informatie met betrekking tot
het huwelijk (IT120) in de bevolkingsregisters en in het Rijksregister aanzienlijk in te korten. De
hogergenoemde procedure blijft verder van kracht; zij wordt niet vervangen door het gebruik van
het model 7ter (huwelijk).
Het versturen van het model 7ter (huwelijk) behoort onbetwistbaar tot de bevoegdheid van de gemeentelijke bevolkingsdienst. De procedure geldt enkel als aanbeveling aan de gemeenten.
Naar analogie van het model 7bis (overlijden) wordt het model 7ter (huwelijk) via de elektronische
post van het Rijksregister – PUBEXI – doorgestuurd. De toepassing omvat zowel een bericht voor
de kennisgeving van het huwelijk, als een bericht voor de annulatie van een eerder doorgestuurde
informatie.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Het komt de gemeente van beheer toe de geldigheid van de informatie te beoordelen, en na te
gaan of het model 7ter (huwelijk) volledig en op een coherente wijze werd ingevuld.
De informatie met betrekking tot het huwelijk mag door de gemeente van beheer worden ingevoerd, zelfs wanneer het nummer van de huwelijksakte ontbreekt. Het aktenummer kan later toegevoegd worden door middel van operatiecode 25.
De structuur voor de toevoeging of verbetering van een aktenummer ziet er als volgt uit:
2
O.C.
5
I.T.
D
0 D
D
M
DATUM
M J J
AKTE NR.
J
J
De datum is die van de informatie in het dossier waarvoor een aktenummer moet ingebracht worden.
Het dossier van de partner wordt bijgewerkt via autogeneratie.
314.
Burgerlijke staat: Akten van bekendheid.
In bepaalde door de wet voorziene gevallen, in het bijzonder in het geval bedoeld in artikel 70 en
volgende van het Burgerlijk Wetboek, kan een beroep gedaan worden op de procedure voor het
opstellen van een akte van bekendheid, in het bijzonder wanneer betrokkene niet in de mogelijkheid is om een akte van de burgerlijke stand voor te leggen.
De akte van bekendheid heeft dus enkel een aanvullend karakter.
De akten van de burgerlijke stand kunnen geenszins op algemene wijze vervangen worden door
een akte van bekendheid (de akten van overlijden kunnen niet vervangen worden door een akte
van bekendheid).
In de gevallen waar zij door de wet opgelegd worden, vormen de akten van de burgerlijke stand
inderdaad het enige bewijs van de staat van de personen.
Indien de gevolgde procedure echter volgens de wet verliep, in de daarin limitatief opgesomde gevallen, heeft de akte van bekendheid dezelfde waarde als een akte van de burgerlijke stand voor
al de feiten die als bekend worden beschouwd.
Er moet dus met de vermeldingen in de akte van bekendheid die een akte van geboorte vervangt,
rekening gehouden worden met de namen, de voornamen, de afstamming, en de geboortedatum.
Het bestaande dossier moet eventueel gewijzigd worden of, in voorkomend geval, gehercollecteerd worden.
315.
Nietigverklaring van akten.
Het invoeren van een vernietiging van een echtscheidingsvonnis is inderdaad niet als dusdanig
opgenomen in de structuren voor het invoeren van de informatiegegevens met betrekking tot de
burgerlijke staat (IT120).
De vernietiging heft echter de rechtsgevolgen op van het vonnis van de echtscheiding; men moet er dus
vanuit gaan dat de echtscheiding niet heeft plaatsgevonden.
De informatie die met betrekking tot de echtscheiding was opgenomen in het dossier van de
betrokkenen mag dus volledig worden verwijderd.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 21
I.T. 121 – GEBOORTEPLAATS VAN DE ECHTGENOOT
316.
Bestanddelen.
Deze informatie bevat :
- de huwelijksdatum in 8 cijfers (DDMMJJJJ).
- de geboorteplaats van de echtgenoot.
Toegestane operatiecodes : 10, 11, 13, en 17.
317.
Huwelijksdatum.
Door het invoeren van de huwelijksdatum kan gemakkelijk de verbinding gemaakt worden met het I.T.
120 om de echtgenoot te identificeren.
Bovendien wordt het mogelijk in alle gevallen een bijwerking te doen, zelfs indien het tweede huwelijk
volgt met een oudere persoon dan de eerste partner.
N.B. : Indien de huwelijksdatum niet met zekerheid gekend is, moet een fictieve datum vermeld worden (4 nullen + jaar en eeuw uitgezonderd).
318.
Geboorteplaats van de echtgenoot.
De geboorteplaats, voorafgegaan door een asterisk, mag in code (NIS-code van de gemeente) vermeld
worden, of zij mag voluit geschreven worden, gevolgd door de landencode tussen haakjes.
Het is noodzakelijk voor bepaalde gemeenten het district, waar de akte van geboorte wordt bijgehouden,
op te nemen met de betrokken NIS-code.
De maximumlengte van de informatie is 40 tekens.
319.
Structuur.
O.C.
N N
I.T.
1 2
1
D. HUWELIJKSDATUM
0 D D M M J J
GEBOORTEPLAATS
X X X max. 40 tekens
Voorbeelden :
Gecoördineerde versie
01.10.2014
J
J
*
X
X
X
10/121/0/25062000/*/52045
10/121/0/25042000/*/Nice (111)
HOOFDSTUK 22
I.T. 122 – HUWELIJKSCONTRACTEN EN
VERMOGENSRECHTELIJKE CONTRACTEN
320.
A. Algemeenheden.
Nieuwe reglementaire bepalingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters maken het mogelijk
in deze registers de facultatieve verklaring van het bestaan van een huwelijkscontract of een vermogensrechtelijk contract op te nemen, evenals de eventuele mededeling van deze informatie aan derden.
Het betreft, in onderhavig geval, het koninklijk besluit van 12 juni 1996 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die opgenomen wordt in de bevolkingsregisters en
in het vreemdelingenregister en het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende het verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters en uit het vreemdelingenregister (Belgisch Staatsblad van 27 augustus 1996). Voornoemd koninklijk besluit van 12 juni 1996 werd gewijzigd door het koninklijk besluit van 5
september 1996 met hetzelfde onderwerp, dat gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad van 3 oktober 1996.
De algemene onderrichtingen van 7 oktober 1992 betreffende het houden van de bevolkingsregisters en
het vreemdelingenregister (Belgisch Staatsblad van 15 oktober 1992) werden aangepast met toepassing
van de omzendbrief van 14 oktober 1996 van de Directie van de Verkiezingen en van de Bevolking (Facultatieve vermelding van huwelijkscontracten en vermogensrechtelijke contracten in het gemeentelijk
bevolkingsregister - Referte III.21/721.40.016/96).
*
*
B. Nieuw I.T. 122.
De facultatieve verklaring van het bestaan van een huwelijkscontract of een vermogensrechtelijk contract,
die dient als aanvulling op de vermelding met betrekking tot de burgerlijke staat, moet opgenomen worden in een specifiek informatietype (IT. 122), met het oog op de registratie ervan in het Rijksregister van
de natuurlijke personen.
*
*
De procedure voor het opnemen van de facultatieve verklaring van een huwelijkscontract of een vermogensrechtelijk contract in de bevolkingsregisters wordt beschreven in de bovengenoemde omzendbrief
van 14 oktober 1996.
C. Bestanddelen.
-
de datum van de facultatieve verklaring van het huwelijkscontract of vermogensrechtelijk contract;
Gecoördineerde versie
01.10.2014
-
type van contract, namelijk :
code 1 : vermogensrechtelijk contract ;
code 2 : huwelijkscontract.
-
de identiteit van de notaris bij wiens minuten het contract werd opgemaakt (N.I.S.-code van de administratieve standplaats van de notaris - naam en voornaam van de notaris).
Een historiek is toegelaten bij dit informatietype.
Toegestane operatiecodes
Opmerking
: 10 en 13.
: De termen "notaris", "notaire" en "Notar" worden automatisch afgedrukt; zij
moeten
bijgevolg niet voorafgaan aan de identiteit van de notaris.
D. Structuur.
Type 1 (operatiecode 10)
O.C.
1 0
I.T.
1 2
2
D. DATUM
0 D D M
C
M
J
J
NIS-CODE
GRAFIEK
J J
_________|________
max. 40 tekens
Code 1 : vermogensrechtelijk contract
Code 2 : huwelijkscontract
Type 2 (operatiecode 13)
O.C.
1 3
I.T.
1 2
2
D. datum van te annuleren info.
0 D D M M J J J
J
E. Controles.
De datum van de verklaring van het vermogensrechtelijk contract die in het Rijksregister wordt ingevoerd,
moet recenter zijn dan de datum van inwerkingtreding van bovengenoemd koninklijk besluit van 5 september 1996, zijnde 3 oktober 1996.
In het geval van een huwelijkscontract mag de verklaring niet ingevoerd worden voor de minderjarigen
jonger dan 16 jaar.
Voor de vermogensrechtelijke contracten mag de verklaring niet ingevoerd worden voor de minderjarigen
jonger dan 18 jaar.
F.
Opmerkingen :
Uitzonderlijk kan éénzelfde persoon meerdere vermogensrechtelijke contracten hebben afgesloten die
gelijktijdig van toepassing zijn. In dat geval moet de informatie 122 op dezelfde manier geïnterpreteerd
worden als de informatie 073 of 140.
Als een vermogensrechtelijk contract, daarentegen, een vorig contract annuleert, moet dit laatste contract
in eerste instantie geannuleerd worden (cf. structuur type 2).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 23
I.T. 123 – WETTELIJKE SAMENWONING
321.
Algemeenheden .
De wet van 23 november 1998, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 12 januari 1999, heeft het
Burgerlijk Wetboek gewijzigd door de invoering van de wettelijke samenwoning (invoeging van een titel
Vbis, met als opschrift “Wettelijke samenwoning”, artikelen 1475 tot 1479, in boek III van het Burgerlijk
Wetboek).
De wetgever biedt op deze manier de mogelijkheid een officieel karakter te geven aan de vormen van
samenwoning ten einde een relatieve juridische zekerheid te verzekeren voor de samenwonenden.
Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de toestand van samenleven van twee personen die de
verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van
de gemeenschappelijke woonplaats.
De verklaring wordt afgelegd door middel van een geschrift dat tegen ontvangstbewijs wordt overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dat geschrift bevat de volgende gegevens:
1°
de datum van de verklaring;
2°
de naam, de voornamen, geboorteplaats en –datum;
3°
de gemeenschappelijke woonplaats;
4°
de vermelding van de wil van beide partijen om wettelijk samen te wonen;
5°
de vermelding dat beide partijen vooraf kennis hebben genomen van de inhoud van de
artikelen 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek, die het statuut van wettelijke
samenwoning regelen;
6°
in voorkomend geval, de vermelding van de overeenkomst die is bedoeld in artikel
1478 van het Burgerlijk Wetboek, namelijk: de overeenkomst tussen de partijen die in
authentieke vorm wordt verleden voor de notaris, tot regeling van de modaliteiten van
de wettelijke samenwoning subsidiair aan de wet.
De ambtenaar van de burgerlijke stand gaat na of beide partijen voldoen aan de wettelijke voorwaarden inzake de wettelijke samenwoning en maakt in bevestigend geval melding van de verklaring in het
bevolkingsregister.
Het afleggen van de verklaring van wettelijke samenwoning veronderstelt dat de partijen juridisch bekwaam zijn om contracten aan te gaan, en dat zij niet verbonden zijn door een huwelijk of door een andere wettelijke samenwoning (voorwaarde betreffende de afwezigheid van wettelijke samenwoning, te
controleren in de toekomst).
*
*
Het nieuwe statuut van wettelijke samenwoning dat niet kan gelijkgesteld worden met een huwelijk of
ondertrouw brengt niettemin bijzondere rechten en verplichtingen mee.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Door het enkele feit van de wettelijke samenwoning dragen de wettelijke samenwonenden bij in de lasten van het samenleven naar evenredigheid van hun mogelijkheden.
Op dezelfde wijze verbindt iedere schuld, die door een der wettelijke samenwonenden wordt aangegaan ten behoeve van het samenleven en van de kinderen die door hen opgevoed worden, de andere
samenwonende hoofdelijk. Deze is echter niet aansprakelijk voor schulden die, gelet op de bestaansmiddelen van de samenwonenden, buitensporig zijn.
De artikelen 215, 220, § 1, en 224, §1 van het Burgerlijk Wetboek zijn eveneens van toepassing op het
statuut van de wettelijke samenwoning (onmogelijkheid voor een van de samenwonenden om, zonder
de instemming van de andere samenwonende, onder de levenden onder bezwarende titel of gratis te
beschikken over de rechten die hij bezit op het onroerend goed dat als voornaamste woning dient –
verbod voor een van de samenwonenden om, alleen, het onroerend goed dat als voornaamste woning
dient met een hypotheek te bezwaren – onmogelijkheid voor een van de samenwonenden om te beschikken, onder de levenden, onder bezwarende titel of gratis, over het huisraad dat aanwezig is in het
onroerend goed dat als voornaamste woning dient – het recht op de huur van het onroerend goed dat
door een van de samenwonenden werd gehuurd – vertegenwoordiging van de samenwonende die onbekwaamverklaard is of die in de onmogelijkheid is zijn wil te kennen te geven door de andere samenwonende voor voornoemde handelingen – mogelijkheid tot nietigverklaring van bepaalde handelingen
die werden verricht zonder de medewerking van een van de samenwonenden).
De wet tot invoering van de wettelijke samenwoning bepaalt eveneens de modaliteiten volgens dewelke de wettelijke samenwoning ophoudt (huwelijk, overlijden, in onderlinge overeenstemming of éénzijdig: neerleggen van een schriftelijke verklaring bij de ambtenaar van de burgerlijke stand – vonnis).
In geval van beëindiging van de wettelijke samenwoning maakt de ambtenaar van de burgerlijke stand
hiervan melding in het bevolkingsregister.
*
*
Het is mogelijk dat een vreemdeling die hier illegaal op het grondgebied verblijft een wettelijke samenwoning aangaat met een andere vreemdeling (ongeacht de verblijfssituatie) of een Belg, zolang ze een gemeenschappelijk hoofdverblijf hebben in België.
De gemeenschappelijke hoofdverblijfplaats moet hier dus beschouwd worden in de zin van artikel 102
van het Burgerlijk Wetboek, en niet als de woonplaats waar betrokkene is ingeschreven in het bevolkings, vreemdelingen- of wachtregister overeenkomstig artikel 36 van het Gerechtelijk Wetboek.
Deze informatie kan ingebracht worden door gebruik te maken van de structuur met een fictief identificatienummer.
*
*
Ten einde de informatie met betrekking tot de wettelijke samenwoning te kunnen opnemen in het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt voorzien in een I.T. 123.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
322.
Structuren van het I.T. 123.
1.
Het invoeren van de informatie kan op de volgende manieren gebeuren:
Structuur 1
a) structuur met reëel identificatienummer:
O.C.
1 0
I.T.
1 2
3
D
0
Datum van de verklaring
D D M M J J
Datum van inschrijving
D D M M J J
J
J
J
J
NIS-code
N N N
N
N
Identificatienummer van de samenwonende
N N N N N N N N N N N
|___________________________________|
11 posities
b) structuur met fictief identificatienummer:
O.C.
1
0
1
I.T.
2
D
3
Datum van inschrijving
M
M
J
J
D
D
J
J
Datum van de verklaring
M
M
J
J
J
N
N
N
NIS-code
J
Fictief identificatienummer
N
N
N
N
N
D
D
X
X
Naamcode 1
X
X
X
-
Operatiecode
:
10 en 13.
-
Dienstcode
:
0.
-
Datum van de verklaring
:
8 cijfers.
-
NIS-code van de gemeente waar de verklaring werd afgelegd.
Naamcode xx
X
X
N
N
N
Naamcode 10 (= maximum)
X
X
X
X
X
-
Datum van de inschrijving, na onderzoek van de voorwaarden door de ambtenaar van
de burgerlijke stand
: in 8 cijfers.
-
Identificatienummer van de samenwonende:
* het reële identificatienummer,
* een fictief nationaal nummer (000001 999-00 voor een man; 000001 000-00 voor een vrouw), gevolgd door maximum 10 naam- en voornaamcodes, eventueel gevolgd door een asterisk.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Structuur 2.
Indien de samenwoning van bij het begin wordt geregeld door een overeenkomst tussen de partijen die
in authentieke vorm wordt verleden voor de notaris (artikel 1478 BW), wordt de volgende structuur toegepast:
a) structuur met reëel identificatienummer:
O.C.
1 0
I.T.
1 2
3
D
0
Datum van de verklaring
D D M M J J
Datum van inschrijving
D D M M J J
NIS-code (1)
N N N N
J
J
J
NIS-code
N N N
N
N
Identificatienummer van de samenwonende
N N N N N N N N N N N
|___________________________________|
11 posities
J
Commentaar (maximum 40 tekens) (2)
X
--
N
X
b) structuur met fictief identificatienummer:
O.C.
1
0
D
D
X
X
1
I.T.
2
D
3
Datum van inschrijving
M
M
J
J
Naamcode 1
X
X
X
NIS-code (1)
D
D
J
J
Datum van de verklaring
M
M
J
J
J
N
N
N
Fictief identificatienummer
N
N
N
N
N
Naamcode xx
X
NIS-code
J
X
N
N
N
Naamcode 10 (= maximum)
X
X
X
X
X
*
Commentaar (maximum 40 tekens) (2)
(1) NIS-code van de administratieve standplaats van de notaris.
(2) Naam en voornamen van de notaris (commentaar van maximum 40 tekens).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Structuur 3.
De overeenkomst kan later zijn dan de verklaring van samenwoning.
Op grond van een door de notaris uitgereikt attest moet in dit geval de voornoemde informatie ingevoerd worden met behulp van een structuur waarbij de overeenkomst die volgt op de verklaring van
wettelijke samenwoning duidelijk kan onderscheiden worden.
Deze structuur volgt op de reeds in het dossier aanwezige structuur 1 :
a) structuur met reëel identificatienummer:
O.C.
1 0
I.T.
1 2
3
D
0
Datum van de verklaring (1)
D D M M J J J
Datum van inschrijving (3)
D D M M J J J
NIS-code (5)
NIS-code (2)
J
Identificatienummer samenwonende (4)
N N N N N N N N N N
J
N
Grafiek (6)
b) structuur met fictief identificatienummer:
O.C.
1
0
1
I.T.
2
D
3
D
D
J
D
D
Datum van inschrijving (3)
M
M
J
J
J
X
X
Naamcode 1
X
X
X
NIS-code (5)
Datum van de verklaring (1)
M
M
J
J
J
N
N
N
NIS-code (2)
J
Fictief identificatienummer (4)
N
N
N
N
N
N
Naamcode xx
X
X
N
N
Naamcode 10 (= maximum)
X
X
X
X
X
*
Commentaar (maximum 40 tekens) (6)
(1) De datum van de verklaring moet later zijn dan de reeds in het dossier aanwezige structuur 1 vermelde datums.
(2) NIS-code van de gemeente waar de verklaring werd afgelegd.
(3) De datum van inschrijving moet gelijk zijn aan of later zijn dan de datum van de verklaring.
(4) Het identificatienummer van de samenwonende moet gelijk zijn aan dit van structuur 1 in het dossier.
(5) NIS-code van de administratieve standplaats van de notaris of eventueel de landencode van het
land waar de akte verleden werd (de invoering van de landencode in plaats van de NIS-code is
ook toepasbaar op structuur 2).
(6) Naam en voornaam van de notaris.
*
*
*
De datums van inschrijving van de wettelijke samenwoning kunnen gelijk zijn aan of later zijn dan de
datums van de verklaring.
De invoering van een informatie betreffende de wettelijke samenwoning in het dossier van één van de
samenwonenden brengt de automatische (autogeneratie) invoering van deze informatie met zich mee
in het dossier van de andere samenwonende.
Bij een naamswijziging van één van de samenwonenden wordt het IT 123 in het dossier van de andere
samenwonende automatisch aangepast.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
2.
Annulatie van een informatie in het dossier.
O.C.
1 3
3.
I.T.
1 2
3
D
0
Datum te annuleren informatie
D D M M J J J J
Beëindiging van de wettelijke samenwoning.
De beëindiging van de wettelijke samenwoning kan geschieden door:
- het overlijden van één van de samenwonenden;
- het huwelijk van één van de samenwonenden;
- onderlinge overeenstemming;
- éénzijdige verklaring;
- het vonnis van een rechtbank.
De volgende codes worden gebruikt om de reden van de beëindiging aan te duiden:
- code 1 - huwelijk van één van de samenwonenden;
- code 2 - overlijden van één van de samenwonenden;
- code 3 - onderlinge overeenstemming;
- code 4 - éénzijdige verklaring;
- code 5 - vonnis.
Als de partijen beiden nog in dezelfde gemeente ingeschreven zijn, moet de volgende structuur worden
gebruikt:
O.C
1 0
I.T.
1 2
3
 Operatiecode :
 Dienstcode
 Datum
:
C
 NIS-code
:
:
D
0
Datum
D D M
M
J
J
J
J
C
N
NIS-code
N N N
N
N
10.
: 0.
datum van de gebeurtenis die een einde maakt aan de wettelijke
samenwoning (8 cijfers).
Code die de reden van de beëindiging weergeeft.
code van een gemeente of eventueel het land waar in
bepaalde gevallen de wettelijke samenwoning beëindigd wordt omwille
van een huwelijk of een overlijden.
Indien de partijen niet meer in dezelfde gemeente zijn ingeschreven, is de volgende structuur van toepassing:
O.C.
1 0
I.T.
1 2
3
D
0
Datum
D D
M
M
J
J
J
J
Datum betekening –kennisgeving
NIS-code (4)
(3)
D D M M J J J J N N N N
C (1)
N
NIS-code (2)
N N N N
N
N
(1) C : Code die de reden van de beëindiging weergeeft (1 tot 5 hierboven); te vermelden voor
de NIS-code van de gemeente waar de verklaring werd afgelegd.
(2) NIS-code van de gemeente waar de verklaring werd afgelegd.
(3) Datum van de betekening of de kennisgeving (8 cijfers).
(4) NIS-code van de gemeente van de betekening of kennisgeving.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
4. Beëindiging van de wettelijke samenwoning door nietigverklaring
a)
Algemeenheden
Met toepassing van artikel 11 van de wet van 2 juni 2013 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire rechtsmacht, het Strafwetboek, het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen, met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijnwettelijke samenwoningen, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23 september 2013, wordt een artikel 1476quinquies ingevoegd in
het Burgerlijk Wetboek.
De nieuwe bepalingen voorzien in de eventuele nietigheid van een wettelijke samenwoning indien deze kennelijk werd
afgelegd met het oog op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel, of indien deze werd aangegaan zonder vrije
toestemming van beide wettelijk samenwonenden.
Ten einde deze vorm van stopzetting van wettelijke samenwoning te kunnen opnemen in het Rijksregister werd een
code 6 gecreëerd – nietigverklaring van de wettelijke samenwoning bij rechterlijke beslissing.
Art. 1476quinquies. § 1. In de in de artikelen 1476bis en 1476ter bedoelde gevallen, kan een vordering tot nietigverklaring worden ingesteld door de wettelijk samenwonenden zelf en door allen die daarbij belang hebben.
De procureur des Konings vordert de nietigheid van een dergelijke wettelijke samenwoning.
Elk exploot van betekening van een vonnis of arrest dat een wettelijke samenwoning nietig verklaart, wordt door de optredende gerechtsdeurwaarder onmiddellijk in afschrift meegedeeld aan de griffier van het gerecht dat de beslissing
heeft uitgesproken.
Wanneer de nietigheid van de wettelijke samenwoning is uitgesproken bij een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of
arrest, stuurt de griffier, onverwijld een uittreksel bevattende het beschikkende gedeelte en de vermelding van de dag
van het in kracht van gewijsde treden van het vonnis of arrest aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van woonplaats van beide partijen of, indien de partijen geen woonplaats hebben in dezelfde gemeente, aan
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van de woonplaats van elk van hen en aan de Dienst Vreemdelingenzaken.
De griffier brengt de partijen hiervan in kennis.
De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt onverwijld melding van de nietigverklaring van de wettelijke samenwoning in het bevolkingsregister.
Ze heeft eveneens gevolgen ten voordele van de kinderen, ook al is geen van beide partijen te goeder trouw geweest.
§ 2. De in de artikelen 1476bis en 1476ter bedoelde wettelijke samenwoning, die nietig verklaard is, heeft niettemin gevolgen ten voordele van de partij die de wettelijke samenwoning te goeder trouw is aangegaan.
Art. 1476bis. Er is geen wettelijke samenwoning wanneer, ondanks de geuite wil van beide partijen om wettelijk samen
te wonen, uit een geheel van omstandigheden blijkt dat de intentie van minstens een van beide partijen kennelijk enkel
gericht is op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel dat is verbonden aan de staat van wettelijk samenwonende.
Art. 1476ter. Er is evenmin een wettelijke samenwoning wanneer deze wordt aangegaan zonder vrije toestemming van
beide wettelijk samenwonenden of de toestemming van minstens een van de wettelijk samenwonenden werd gegeven
onder geweld of bedreiging.
b)
Samenstelling van de informatie.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Deze informatie omvat:

Informatiedatum:

Code:
6 = nietigverklaring bij rechterlijke beslissing

NIS-code:
NIS-code van de gemeente

Datum vonnis:

Rijksregisternummer:

NIS Rechtbank:

Code rechtbank (CR):

@:
c)
Structuren
a.
OC Datum van de vermelding in het bevolkingsregister
datum waarop het vonnis of arrest werd uitgesproken
reëel of, desgevallend fictief rijksregisternummer met bijhorende naamcodes
(cf. supra), dat overeenstemt met de nietigverklaarde samenwoning
NIS-code van de gemeente waar het vonnis of arrest werd uitgesproken
01 : Rechtbank van eerste aanleg (vonnis)
02 : Hof van beroep (arrest)
Het kan nodig zijn om een nietigverklaring in historiek uit te voeren (structuur
met … @) wanneer deze nietigverklaring wordt uitgesproken na een beëindiging op andere wijze en
registratie van een nieuwe wettelijke samenwoning. De plaats in het IT wordt aan het einde van de
structuur ingegeven, voorafgegaan door het teken “@”.
Structuur met reëel rijksregisternummer
IT D Informatiedatum Code
X X 1 2 3 0 D D M M E E J J
6 NIS‐Code Datum vonnis N N N N N D D M M E E J J
Rijksregisternummer NIS Rechtbank CR Plaats N N N N N N N N N N N N N N N N N N @ N N b.
OC Structuur met fictief rijksregisternummer
IT D Informatiedatum Code X X 1 2 3 0 D D M M E E J J
NIS‐Code 6 N N N
Datum vonnis N
N D D M M E E J J
Rijksregisternummer Naamcode (01) Naamcode (NN) N N N N N N N N N N N X X X X X X Naamcode (10=maximum)
X * N N N N N N N @ N N X X X X X 
Toegelaten operatiecodes :

Dienstcode:
NIS Rechtbank CR 10 en 13
0
*
*
Gecoördineerde versie
01.10.2014
*
Plaats
323.
Controles.
De informatie aangaande de wettelijke samenwoning wordt bijgehouden in historiek.
De chronologische volgorde in het I.T. 123 moet gerespecteerd worden.
Er mogen enkel reële datums ingevoerd worden die na 31 december 1999 liggen.
De datum van de inschrijving van de wettelijke samenwoning moet later zijn dan of gelijk aan de datum
betreffende de verklaring. De datum van de betekening of de kennisgeving van de verklaring van de
beëindiging van de wettelijke samenwoning moet later zijn dan of gelijk aan de datum betreffende de
verklaring van de beëindiging.
Het invoeren van de beëindiging van een wettelijke samenwoning veronderstelt de voorafgaande aanwezigheid in het dossier van een actieve verklaring van wettelijke samenwoning.
Een verklaring van wettelijke samenwoning kan slechts worden ingevoerd bij afwezigheid van een huwelijk of van een actieve informatie met betrekking tot de wettelijke samenwoning.
De samenwonenden moeten samenleven op hetzelfde adres op het tijdstip van de verklaring (controle
I.T. 001 en I.T. 020).
Een oud I.T. 111 (statuut van de persoon die vertegenwoordigd of bijgestaan wordt) met de codes 61,
63, 67 of 69 kan niet voorkomen in de dossiers van de twee samenwonenden.
De twee samenwonenden mogen niet minderjarig zijn (minder dan 18 jaar), tenzij hun dossier een I.T.
111 bevat met code 50 (emancipatie).
324.
Reserve.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 24
I.T. 150 –
OVERLIJDEN (de plaats en datum van het overlijden) –
GERECHTELIJKE BESLISSING TOT VERKLARING VAN
OVERLIJDEN
325.
Algemeenheden.
Met toepassing van de wet van 9 mei 2007 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de afwezigheid en de gerechtelijke verklaring van overlijden (B.S. van 21 juni 2007) werden een aantal artikelen van
het Burgerlijk Wetboek gewijzigd, evenals de vermelding van het informatietype bedoeld in artikel 3, eerste lid, 6°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
Onder genoemd informatietype wordt voortaan opgenomen “de plaats en datum van het overlijden, of, in
het geval van een verklaring van afwezigheid, de datum van de overschrijving van de beslissing houdende verklaring van afwezigheid”.
Het I.T. 150 bevat de plaats en de datum van het overlijden, of de plaats en de datum die zijn vastgesteld
in de gerechtelijke beslissing tot verklaring van overlijden.
Het I.T. 151 bevat de informatie met betrekking tot de beslissing houdende verklaring van afwezigheid
(zie hoofdstuk 25).
326.
HET OVERLIJDEN.
A. Samenstelling.
Deze informatie omvat de volgende gegevens:
a. De datum van overlijden.
-
De datum van overlijden is de datum waarop het overlijden werkelijk geschiedde en niet de datum van de aangifte ervan. Deze datum kan ook ingevoerd worden indien hij gelijk is aan de geboortedatum of de datum van het huwelijk.
-
Onbekende datum van overlijden (8 nullen), evenals het gebruik van nullen voor een onvolledige
datum is uitgesloten.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
b. Het nummer van de akte.
c.
d.
-
Dit nummer wordt vermeld in 4 cijfers, eventueel links met nullen aan te vullen. Het nummer van
de akte is dit van de gemeente van overlijden en niet van de gemeente van beheer (woonplaats).
-
Is het nummer van de akte onbekend, dan 4 nullen schrijven.
De plaats van overlijden.
-
De plaats van overlijden is de plaats waar het overlijden werkelijk gebeurde en niet de gemeente
van beheer (woonplaats). Deze gebeurtenis wordt eveneens ingeschreven in het daartoe bestemd register van de gemeente van overlijden.
-
Doet het feit zich voor in een Belgische gemeente, zelfs een afgeschafte gemeente (bijvoorbeeld
ingevolge fusie), dan steeds de N.I.S.-code van deze gemeente gebruiken.
-
Voor de Belgische gemeenten waaraan door het Nationaal Instituut van de Statistiek geen N.I.S.code werd toegekend, dient de plaats voluit te worden vermeld, gevolgd door de landencode van
België tussen haakjes in 3 cijfers (150).
-
In bepaalde gemeenten moet het district als plaats worden vermeld in de akten van de burgerlijke stand.
-
Is de gebeurtenis in het buitenland geschied, de plaats voluit schrijven, gevolgd door de landencode in 3 cijfers tussen haakjes. Is de plaats onbekend, dan enkel de landencode in 3 cijfers
tussen haakjes vermelden.
De bron.
Dit is de vermelding van het feit of de informatie met betrekking tot het overlijden werd ingevoerd
door de dienst burgerlijke stand van de gemeente van overlijden (code 1) of door de gemeente
van verblijf (code 0) in het kader van het project e-Death van het Rijksregister.
B. Structuren.
a. Met vermelding van de N.I.S.-code.
O.C.
1
0
I.T.
1
5
D.
0
NIS-CODE
N
Gecoördineerde versie
01.10.2014
N
N
N
0
BRON
N
N
INFORMATIEDATUM
D
D
M
M
J
J
AKTENUMMER
J
J
N
N
N
N
Toegelaten codes :
-
Operatiecode (O.C.)
Dienstcode (D.)
Informatiedatum
Aktenummer
-
N.I.S.-code
:
10, 13 (niet voor de gemeenten – enkel Rijksregister) en 25.
: 0
: is de datum van overlijden in 8 cijfers (DDMMJJJJ).
: is vermeld in 4 cijfers, gebeurlijk links met nullen aan te vul-
len.
:
is vermeld in 5 cijfers.
Voorbeeld :
-
Persoon overleden te Leuven op 21 augustus 2000. Dit overlijden wordt overgeschreven in het register van overlijden op 23 augustus 2000 onder aktenummer 684:
10/150/0/21082000/0684/24062
b. Met vermelding van de plaats.
O.C.
1 0
I.T.
1 5
0
D. INFORMATIEDATUM
0 D D M M J J
PLAATS
X
max. 40 alfanumerieke tekens
J
J
AKTENR.
N N N
N
*
X
Toegelaten codes :
-
Wat betreft operatiecode, dienstcode, informatiedatum en aktenummer, zie structuur a hierboven.
Plaats :
vermelding van de plaats van overlijden, gevolgd door de landencode tussen
haakjes
in 3 cijfers.
Dit gegeven mag maximaal 40 alfanumerieke tekens tellen met inbegrip van de landencode.
Voorbeeld :
-
Persoon overleden op 19 juli 2000 in Toulon te Frankrijk:
10/150/0/19072000/0000/*/Toulon (111)
C. Project e-Death
Het doel van het project bestaat erin om het overlijden te registreren «bij de bron»: de dienst burgerlijke
stand van de gemeente van overlijden voert na het opstellen van de overlijdensakte, met behulp van een
geïntegreerde software burgerlijke stand/bevolking, automatisch en onder gestructureerde vorm, in het
Rijksregister de informatie van de overlijdensakte in.
Procedure.
In de huidige stand van zaken wordt het overlijden (IT 150) ingevoerd door de gemeente van verblijf op
basis van de overlijdensakte die wordt opgemaakt en overgezonden door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar de persoon is overleden. Deze procedure blijft nog altijd mogelijk.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
De dienst van de burgerlijke stand van de plaats waar de persoon is overleden krijgt de toelating om de
informatie overlijden (IT 150) in het dossier van deze persoon in te voeren. Tevens wordt de bron van de
informatie geregistreerd onder de vermelding „dienst burgerlijke stand“.
In een eerste fase zullen enkel de pilootgemeenten de procedure “Overlijden-Burgerlijke Stand” kunnen
uitvoeren.
Opmerkingen:
Annulatie van de eID.
Bij nota van 16 augustus 2012 werd u op de hoogte gebracht van aanpassingen aan de programma’s van
Belpic:

de annulatie van de eID wordt opnieuw mogelijk gemaakt voor de gemeente van verblijf op het
ogenblik van het overlijden.

er is geen automatische opvolging/bijwerking van deze dossiers door het Rijksregister. De bijwerkingen moeten manueel uitgevoerd worden door de gemeente van verblijf.

de annulatie via de Belpic-toepassing moet zo spoedig mogelijk na kennisneming van het feit
worden uitgevoerd, en in ieder geval binnen de maand na de datum van het overlijden (= datum
van het IT001).

is deze termijn overschreden, dan moet de annulatie aangevraagd worden bij de regionale afvaardiging die bevoegd is voor uw provincie.

er wordt geen onderscheid gemaakt of het een kaart van vreemdelingen dan wel van Belgen is.
Ik wil er bovendien nog op wijzen dat de gemeente van verblijf de eID verplicht moet terugvragen bij de
aangifte van het overlijden.
Bijwerkingen na het invoeren van het IT150.
De gemeente van overlijden kan enkel het IT150 bijwerken tot één maand na de datum van overlijden.
De gemeente van verblijf kan de IT 010, 110, 120, 140, 141 en 150 bijwerken tot één maand na de datum van
overlijden.
Is deze termijn overschreden, dan moet de bijwerking van het dossier aangevraagd worden bij de regionale afvaardiging die bevoegd is voor uw provincie, mits voorlegging van de nodige officiële bewijsstukken.
Toevoeging aktenummer met OC 25.
De gemeente van verblijf kan het aktenummer toevoegen door middel van de operatiecode 25.
D. Autogeneraties.
-
De invoering van het I.T. 150 heeft tot gevolg dat indien de overleden persoon gehuwd of gescheiden
van tafel en bed was en in het I.T. 120 (burgerlijke staat) van zijn dossier een reëel identificatienummer van zijn partner aanwezig is, automatisch in het I.T. 120 van de partner het weduwschap (code
30) wordt ingebracht.
-
De invoering van het I.T. 150 heeft tot gevolg dat, indien de overleden persoon een gezinslid was
(I.T. 141 in zijn dossier), automatisch de samenstelling van het gezin van de referentiepersoon (I.T.
140 in zijn dossier) wordt aangepast : de overleden persoon wordt gesupprimeerd bij de referentiepersoon van het gezin.
De eerste twee leden zijn eveneens toepasselijk op de huwelijken tussen personen van hetzelfde
geslacht.
-
De invoering van het I.T. 150 heeft tot gevolg dat het I.T. 001 (hoofdverblijfplaats) van de overleden
persoon automatisch wordt aangepast : vermelding van de term "overleden" (bijzondere code 99990)
Gecoördineerde versie
01.10.2014
in het I.T. 001 op datum van overlijden. De laatste gemeente van beheer krijgt een R-kaart ter controle van de gegevens van het overlijden.
-
De invoering van het IT 150 genereert, in voorkomend geval, een automatische stopzetting van de
wettelijke samenwoning.
-
Bij het invoeren van een IT150 wordt een actieve IT132 vervallen verklaard.
Indien we te maken hebben met de gevallen van volmacht (code 2 en 4) dan moet het actieve
IT132 bij het dossier waarvan het nationaal nummer, naargelang het geval van de volmachtgever
of volmachtdrager, terug te vinden is in het actieve IT132 van het basisdossier (bijwerking), eveneens vervallen verklaard worden.
E. Controles.
De code “BRON” moet een cijfer zijn, gelijk aan 0 of 1.
Indien de code “BRON” gelijk is aan 1, moet de NIS-code van de sleutel die de transactie uitvoert gelijk zijn aan de NIS-code die in de informatie wordt opgenomen: de gemeente die het dossier bijwerkt
is de gemeente van overlijden.
Er wordt rekening gehouden met eventuele districten: de NIS-code die wordt opgenomen in de structuur kan toebehoren aan een district van de gemeente die de sleutel beheert.
In een eerste fase moet bij een code “BRON” = 1, de NIS-code van de sleutel die de transactie uitvoert opgenomen zijn in de lijst van de pilootgemeenten.
Indien de code “BRON” gelijk is aan 0 : huidige procedure die niet verandert.
F. Afdruk in de dossiers.
De afdruk in de dossiers wordt gewijzigd voor alle transacties die het IT150 weergeven, maar alleen in
het geval waar de bron van de informatie de dienst burgerlijke stand is.
Opmerking: de uittreksels die bij de weergave het IT 001 (gemeente van verblijf) met als informatie
overlijden opnemen worden niet aangepast; de bron zal in deze gevallen niet worden afgedrukt.
Afdruk voor code “BRON” = 1
Transactie 79
F
150 08.12.1989 Décédé(e) à Lennik Acte no : 0077 (Service état civil)
N
150 08.12.1989 Overleden te Lennik Akte nr : 0077 (Dienst burgerlijke stand)
D
150 08.12.1989 Sterbefall im Lennik Urkunde nr : 0077 (Standesamt)
Transactie 61
F
150(DEC) 08.12.1989 0077 Lennik (Service état civil)
N
150(OVL) 08.12.1989 0077 Lennik (Dienst burgerlijke stand)
D
150(STF) 08.12.1989 0077 Lennik (Standesamt)
Gecoördineerde versie
01.10.2014
327.
GERECHTELIJKE BESLISSING TOT VERKLARING VAN OVERLIJDEN.
(zie de artikelen 126 tot 135 van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd door de wet van 9 mei 2007 tot
wijziging van diverse bepalingen betreffende de afwezigheid en de gerechtelijke verklaring van overlijden).
A. Samenstelling.
Deze informatie wordt gekenmerkt door het IT 150 en zij omvat de datum van overlijden die vastgesteld
is in de gerechtelijke beslissing tot verklaring van overlijden, een code voor het type van beslissing die
aanduidt dat het gaat om een gerechtelijke beslissing tot verklaring van overlijden, de refertes van de gerechtelijke beslissing tot verklaring van overlijden, de datum van de overschrijving van de gerechtelijke
beslissing tot verklaring van overlijden in de akten van de burgerlijke stand, de NIS-code van de gemeente waar de akte werd overgeschreven (laatste woonplaats van de overledene of de stad Brussel ingeval
hij nooit een woonplaats heeft gehad in België).
a.
De datum van overlijden (informatiedatum).
De datum van overlijden wordt vastgesteld in de gerechtelijke beslissing tot verklaring van overlijden; de datum wordt vermeld in 8 cijfers (DDMMJJJJ).
b.
Code type van beslissing.
Code 1: gerechtelijke beslissing tot verklaring van overlijden.
c.
De datum van de overschrijving van de gerechtelijke beslissing tot verklaring van overlijden.
Datum in 8 cijfers (DDMMJJJJ).
d.
De NIS-code van de gemeente waar de akte werd overgeschreven.
De laatste woonplaats van de overledene of de stad Brussel ingeval hij nooit een woonplaats heeft
gehad in België.
e.
De refertes van de gerechtelijke beslissing tot verklaring van overlijden.
Rechtscollege dat uitspraak deed en de datum van de beslissing: maximum 40 alfanumerieke tekens.
B. Structuur.
O.C.
1
0
D
1
D
I.T.
5
0
D.
0
Datum overschrijving
M M J
J
J
D
J
D
N
INFORMATIEDATUM
M
M
J
J
NIS-code
N
N N
J
J
Code Type
1
Refertes (max. 40 tekens)
N
*
Toegelaten codes.
-
Operatiecode : 10.
De operatiecode 13 is niet toegelaten voor de gemeenten, enkel voor de diensten van het
Rijksregister.
Dienstcode:0;
Informatiedatum = datum van het overlijden vastgesteld in de gerechtelijke beslissing: in 8 cijfers;
Code type van beslissing: 1 = gerechtelijke beslissing tot verklaring van overlijden;
Datum van de overschrijving van de beslissing: in 8 cijfers (DDMMJJJJ);
NIS-code: NIS-code van de gemeente die de overschrijving doet;
Refertes van de beslissing en datum: maximum 40 alfanumerieke tekens.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Voorbeeld.
De rechtbank van eerste aanleg van Leuven velt op 23 juli 2007 een vonnis dat het overlijden vaststelt
op 15 mei 2003 van een persoon ingeschreven in de bevolkingsregisters van Leuven. Het beschikkend gedeelte van het vonnis wordt overgeschreven in de registers van de burgerlijke stand te Leuven
op 28 september 2007.
10/150/0/15052003/1/28092007/24062/*/REA Leuven 23072007
C. Autogeneraties.
De invoering van een IT 150 van een gerechtelijke verklaring van overlijden (code type beslissing 1) heeft
tot gevolg dat:
328.
-
indien de overleden persoon gehuwd of gescheiden van tafel en bed was en in het I.T. 120 (burgerlijke staat) van zijn dossier een reëel identificatienummer van zijn partner aanwezig is, automatisch in
het I.T. 120 van de partner het weduwschap (code 30) wordt ingebracht.
-
indien de overleden persoon een gezinslid was (I.T. 141 in zijn dossier), automatisch de samenstelling van het gezin van de referentiepersoon (I.T. 140 in zijn dossier) wordt aangepast : de overleden
persoon wordt gesupprimeerd bij de referentiepersoon van het gezin.
-
het I.T. 001 (hoofdverblijfplaats) van de overleden persoon automatisch wordt aangepast : vermelding van de term "overleden" (bijzondere code 99990) in het I.T. 001 op datum van overlijden. De
laatste gemeente van beheer krijgt een R-kaart ter controle van de gegevens van het overlijden.
BESLISSING TOT VERBETERING VAN DE AKTE VAN DE BURGERLIJKE STAND.
(Artikelen 133, derde lid en 134 van het Burgerlijk Wetboek)
A.
Samenstelling.
Deze informatie wordt gekenmerkt door het IT 150 en zij omvat de datum van de overschrijving van de
beslissing tot verbetering van de akte van de burgerlijke stand (meer bepaald ingeval het bewijs geleverd
wordt dat de overleden verklaarde persoon nog in leven is), evenals de refertes van het vonnis en de
NIS-code van de gemeente van de overschrijving.
a. De datum van de overschrijving van de beslissing : in 8 cijfers (DDMMJJJJ);
b. De code type beslissing : 2 – beslissing tot verbetering van de akte van de burgerlijke stand;
c. De NIS-code van de gemeente van de overschrijving;
d. De refertes van de beslissing tot verbetering: rechtscollege dat het vonnis heeft geveld en de datum ervan.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
B.
Structuur.
O.C.
1
0
1
NIS-code 1
N
N
N
I.T.
5
N
0
N
D.
0
D
NIS-code 2
N
N
N
D
M
Informatiedatum
M
J
J
J
J
Code Type
2
Refertes (max. 40 tekens)
N
N
*
Toegelaten codes.
-
Operatiecode : 10.
De operatiecode 13 is niet toegelaten voor de gemeenten, enkel voor de diensten van het Rijksregister.
Dienstcode:0.
Informatiedatum: datum van de overschrijving van de beslissing tot verbetering van de akte van de
burgerlijke stand, in 8 cijfers: DDMMJJJJ;
Code type van beslissing = 2;
NIS-code 1: de NIS-code van de gemeente waar de overschrijving in de akten van de burgerlijke
stand plaatsheeft;
NIS-code 2: de NIS-code van de nieuwe gemeente van verblijf;
Refertes: referentie van de beslissing en de datum: maximum 40 alfanumerieke tekens.
Voorbeeld.
Als gevolg van het opnieuw verschijnen van een persoon die overleden werd verklaard bij gerechtelijke
verklaring (zie voorbeeld onder nummer 327 B), werd een vonnis tot verbetering van de akte van de burgerlijke stand uitgesproken op 15 mei 2007 door de rechtbank van eerste aanleg te Leuven. Deze beslissing werd overgeschreven in de registers van de burgerlijke stand te Leuven op 1 juli 2007, en betrokkene is ingeschreven te Brussel.
10/150/0/01072007/2/24062/21004/REA Leuven op 15052007
C.
Autogeneraties.
Het invoeren in het IT 150 van een beslissing tot verbetering van een akte van de burgerlijke stand (code
type beslissing 2) heeft tot gevolg dat de informatie “overlijden” automatisch gesupprimeerd wordt op de
datum van de overschrijving van de beslissing, en dat een nieuwe informatie “gemeente van verblijf
(IT001) wordt gegenereerd.
Opmerking:
De gemeente waar betrokkene zijn verblijf gevestigd heeft zorgt voor de bijwerking van het informatietype
020 (adres).
Het huwelijk blijft ontbonden.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
329.
Opmerkingen.
-
Wanneer een dossier een informatie overlijden bevat, kan de gemeente in het IT 150 enkel nog het
aktenummer bijwerken of de beslissing tot verbetering van de akte van de burgerlijke stand invoeren.
Andere wijzigingen aan het I.T. 150 (verbeteringen, annulaties, ...), alsmede bijwerkingen van andere
informaties in het dossier van de overleden persoon nog slechts geschieden door het regionaal bureau van het Rijksregister. De laatste gemeente van beheer vraagt de desbetreffende bijwerkingen
voorzien van de nodige handtekeningen en het gemeentezegel.
-
330.
Een identificatienummer dat toegekend werd, mag niet hergebruikt worden.
Model 7bis – Notificatie van een overlijden
Volgens artikel 6 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en
het vreemdelingenregister (B.S. van 15 augustus 1992), en volgens nummer 62 van de Algemene
onderrichtingen van 7 oktober 1992 betreffende het houden van de bevolkingsregisters, worden
de akten van de burgerlijke stand betreffende de personen die niet ingeschreven zijn in de gemeente, binnen acht dagen na de datum ervan, bij afschrift of uittreksel bezorgd aan de gemeente
waar die personen in de registers zijn ingeschreven.
In sommige gevallen zijn lange termijnen nodig voor het doorzenden van de informatie van de ene
gemeente naar een andere.
Het model 7bis heeft tot doel de termijn voor het inbrengen van de informatie met betrekking tot
het overlijden (IT150) in de bevolkingsregisters en in het Rijksregister aanzienlijk in te korten. De
hogergenoemde procedure blijft verder van kracht; zij wordt niet vervangen door het gebruik van
het model 7bis (overlijden).
Het versturen van het model 7bis (overlijden) behoort onbetwistbaar tot de bevoegdheid van de
gemeentelijke bevolkingsdienst. De procedure geldt enkel als aanbeveling aan de gemeenten.
Het model 7bis (overlijden) wordt via de elektronische post van het Rijksregister – PUBEXI –
doorgestuurd. De toepassing omvat zowel een bericht voor de kennisgeving van het overlijden, als
een bericht voor de annulatie van een eerder doorgestuurde informatie.
Het komt de gemeente van beheer toe de geldigheid van de informatie te beoordelen, en na te
gaan of het model 7bis (overlijden) volledig en op een coherente wijze werd ingevuld.
De informatie met betrekking tot het overlijden mag door de gemeente van beheer worden ingevoerd, zelfs wanneer het nummer van de overlijdensakte ontbreekt. Het aktenummer kan later
toegevoegd worden door middel van operatiecode 25.
De structuur voor de toevoeging of verbetering van een aktenummer ziet er als volgt uit:
2
O.C.
5
1
I.T.
5 0
D
0 D
D
M
DATUM
M J J
AKTE NR.
J
J
De datum is die van de informatie in het dossier waarvoor een aktenummer moet ingebracht
worden.
Het dossier van de partner wordt bijgewerkt via autogeneratie.
330. – 333. Reserve
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 25
I.T. 151 –
BESLISSING TOT VERKLARING VAN AFWEZIGHEID
334.
A. Algemeenheden.
Deze informatie heeft tot doel de volgende informatie op te nemen:
1. de beslissing van de vrederechter tot aanstelling van een gerechtelijk bewindvoerder ingeval van een
vermoeden van afwezigheid dat werd vastgesteld door de rechtbank van eerste aanleg. De
beslissing tot vervanging van de gerechtelijk bewindvoerder, de beslissing tot beëindiging van zijn
mandaat of tot wijziging van zijn bevoegdheden wordt eveneens opgenomen in het
bevolkingsregister van de laatste woonplaats van de afwezige (artikel 113, § 3 van het Burgerlijk
Wetboek, zoals gewijzigd door de wet van 9 mei 2007 tot wijziging van diverse bepalingen
betreffende de afwezigheid en de gerechtelijke verklaring van overlijden – B. S. van 21 juni 2007).
2. de datum van de overschrijving van de beslissing houdende verklaring van afwezigheid (zie artikel 3,
eerste lid, 6°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke
personen, zoals gewijzigd door de wet van 9 mei 2007 tot wijziging van diverse bepalingen
betreffende de afwezigheid en de gerechtelijke verklaring van overlijden – B. S. van 21 juni 2007).
De beslissing houdende verklaring van afwezigheid die in kracht van gewijsde is gegaan, geldt als
een akte van de burgerlijke stand.
Deze laatste kan verbeterd worden ingeval de afwezig verklaarde persoon terugkeert of indien het
bewijs geleverd wordt van zijn bestaan.
Het vonnis houdende verbetering van de akte van de burgerlijke stand wordt eveneens opgenomen
in het IT151.
Het IT151 wordt beschouwd als een wettelijk informatietype.
Een historiek wordt bewaard.
Het I.T. 151 moet ingevoerd worden door de gemeente van verblijf (laatste woonplaats).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
B. Bestanddelen.
De informatie bevat :

Beslissing van de vrederechter:

De datum van de beslissing van de vrederechter.

Het type van beslissing:
1.
2.
3.
4.


aanwijzing van een gerechtelijk bewindvoerder;
vervanging van de gerechtelijk bewindvoerder;
beëindiging van het mandaat van de gerechtelijk bewindvoerder;
wijziging van de bevoegdheden van de gerechtelijk bewindvoerder.

Het identificatienummer in het Rijksregister van de gerechtelijk bewindvoerder of van de nieuwe
bewindvoerder ingeval van een vervanging.

de grafiek die de referenties weergeeft van de beslissing van de vrederechter: maximum 40
alfanumerieke tekens.
Beslissing houdende verklaring van afwezigheid:

De datum van de overschrijving van de beslissing houdende verklaring van afwezigheid.

De code voor het type beslissing: 5 = beslissing houdende verklaring van afwezigheid.

de grafiek die de referenties weergeeft van de gerechtelijke beslissing en de datum ervan:
maximum 40 alfanumerieke tekens.
Vonnis ter verbetering van de akte van de burgerlijke stand:
(ingeval de afwezig verklaarde persoon terugkeert of indien het bewijs geleverd wordt van zijn
bestaan nadat de beslissing houdende verklaring van afwezigheid in kracht van gewijsde is gegaan).

De datum van de overschrijving van de beslissing tot verbetering.

De code voor het type beslissing: 6 = vonnis tot verbetering.

de grafiek die de referenties weergeeft van de beslissing tot verbetering en de datum ervan:
maximum 40 alfanumerieke tekens.
Toegestane operatiecodes: 10 en 13.
Ingeval van een verbetering van het I.T. 151 moet eerst een annulatie van de bestaande informatie
worden doorgevoerd met O.C. 13, waarna de correcte informatie met O.C. 10 kan worden ingevoerd.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
C. Structuur.
1. Beslissing van de vrederechter:
O.C.
1
0
I.T.
1
5
Identificatienummer
N N N N N
1
D.
0
DATUM
D
D
N
N
Type
M
M
J
J
J
J
Code type: 1 – 4.
Grafiek (max. 40 tekens)
N
N
N
N
2. Beslissing houdende verklaring van afwezigheid of beslissing tot verbetering:
O.C.
I.T.
D. DATUM
Type Grafiek (max. 40 tekens)
Code type: 5 – 6.
D. Autogeneratie
Het invoeren van de beslissing houdende de verklaring van afwezigheid (type beslissing 5) in het IT 151
heeft tot gevolg dat het IT001 (gemeente van verblijf) in het dossier van de afwezig verklaarde wordt gewijzigd. Een informatie “afwezig verklaard” wordt via autogeneratie in het IT opgenomen op de datum van
de overschrijving van de beslissing houdende verklaring van afwezigheid.
Deze informatie stemt overeen met de fictieve NIS-code 99996.
Het invoeren van het IT 151 (type beslissing 5) heeft tot gevolg dat, indien de overleden persoon gehuwd
of gescheiden van tafel en bed was en in het I.T. 120 (burgerlijke staat) van zijn dossier een reëel identificatienummer van zijn partner aanwezig is, automatisch in het I.T. 120 van de partner het weduwschap
(code 30) wordt ingebracht.
Het invoeren van het IT 151 (type beslissing 5) heeft tot gevolg dat, indien de overleden persoon een
gezinslid was (I.T. 141 in zijn dossier), automatisch de samenstelling van het gezin van de
referentiepersoon (I.T. 140 in zijn dossier) wordt aangepast: de afwezig verklaarde persoon wordt
gesupprimeerd bij de referentiepersoon van het gezin.
Het invoeren in het IT 151 van een beslissing tot verbetering (type beslissing 6) heeft tot gevolg dat de informatie “afwezig verklaard” in het IT 001 automatisch gesupprimeerd wordt op de datum van de overschrijving van de beslissing.
Het huwelijk blijft ontbonden.
335. - 340. Reserve
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 26
I.T. 140 – SAMENSTELLING VAN HET GEZIN
ALGEMEENHEDEN.
341.
De informatie "samenstelling van het gezin" vertoont twee aspecten. Voor de referentiepersoon van het
gezin (I.T. 140) zal ze de verschillende leden van het gezin en ieders plaats in het gezin opnemen. Voor
het lid van het gezin (I.T. 141) zal de informatie de referentiepersoon van het gezin en de plaats in het
gezin bevatten.
Krachtens de wet van 13 februari 2003, wordt vanaf 1 juni 2003, bij een huwelijk tussen personen van
hetzelfde geslacht, één van de echtgenoten beschouwd als referentiepersoon van het gezin, de andere
echtgenoot wordt dan beschouwd als gezinslid ( plaats in het gezin : echtgenoot of echtgenote cf. nr.
347).
342.
Daar beide informaties redundant zijn zal slechts één van beide opgenomen worden, t.w. die met
betrekking tot elk lid van het gezin, de referentiepersoon van het gezin uitgezonderd. Dit informatietype
wordt voorgesteld door code 141. Iedere informatie 141 brengt automatisch een informatie teweeg in het
dossier van de referentiepersoon van het gezin ; op zijn R-kaart zal zij voorkomen met code 140. Deze
140 zal voor de gemeenteadministratie enkel toegankelijk zijn met O.C. 12. (zie nrs. 349 d en e).
Het voorafgaande lid is van toepassing op personen van hetzelfde geslacht die een huwelijk aangaan.
343.
Soms is een persoon referentiepersoon van het gezin zonder dat er andere gezinsleden zijn.
Het zal mogelijk zijn dit op de R-kaart te preciseren door de invoering van een bijwerking
10/141/0/datum/01.
344.
De personen die deel uitmaken van hetzelfde gezin, moeten dezelfde woonplaats hebben (zelfde I.T.
020). Daaruit volgt dat het identificatienummer van elk gezinslid gekend moet zijn op het ogenblik van
het opnemen van de informatie "samenstelling van het gezin".
Het is niet toegelaten dat in een dossier een actief I.T. 141 en één of meer actieve I.T. 140 samen
aanwezig zijn.
Bij ontvangst van het model 3, bewijs van inschrijving bepaald bij artikel 7, § 5, tweede lid, van het
koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister, moet nagegaan worden of wel degelijk alle personen van hetzelfde gezin op het nieuw adres
werden ingeschreven. Is dit niet het geval moet de gezinssamenstelling op het oude adres correct
vermeld worden, eventueel na een onderzoek ter plaatse.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
INFORMATIE 141
345.
Bestanddelen.
Deze informatie bevat :
-
de datum van de wijziging (8 cijfers – DDMMJJJJ);
de plaats in het gezin;
het identificatienummer van de referentiepersoon van het gezin.
Toegestane operatiecodes : 10, 11 en 13.
346.
Datum van de wijziging.
De datum is die van de opneming in het gezin of de datum waarop iemand het gezin verlaat, of nog de
datum waarop zijn plaats in het gezin is gewijzigd.
347.
Plaats in het gezin.
De plaats in het gezin kan met de volgende codes ingebracht worden :
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
15
16
17
20
Gecoördineerde versie
01.10.2014
alleenstaand referentiepersoon van het gezin
echtgenoot, echtgenote
zoon, dochter
schoonzoon, schoondochter
kleinzoon, kleindochter
vader, moeder
schoonvader, schoonmoeder
grootvader, grootmoeder
broer, zuster
schoonbroer, schoonzuster
verwant, verwante
niet verwant
stiefzoon, stiefdochter
achterkleinzoon, achterkleindochter
oom, tante
neef, nicht (verwantschap in de derde graad)
neef, nicht (verwantschap in de vierde graad)
gemeenschappen, tehuizen.
Controles werden uitgewerkt om het leeftijdsverschil tussen de referentiepersoon van het gezin en de
gezinsleden na te gaan :
-
indien de code "plaats in het gezin" 03 is, zal de referentiepersoon van het gezin minstens 12 jaar
ouder zijn dan het gezinslid.
-
indien de code 05 is, zal de referentiepersoon van het gezin minstens 25 jaar ouder zijn.
-
indien de code 06 is, zal de referentiepersoon van het gezin minstens 12 jaar jonger zijn.
-
indien de code 08 is, zal de referentiepersoon van het gezin minstens 25 jaar jonger zijn.
-
indien de code 14 is, zal de referentiepersoon van het gezin minstens 45 jaar ouder zijn.
OPMERKINGEN:
-
De informatie echtgenoot/echtgenote (IT141/02) zal nog slechts kunnen ingevoerd worden als het
IT 120 (burgerlijke staat) de vermelding “gehuwd” bevat.
De overeenkomst van het identificatienummer in de beide informatietypes zal eveneens gecontroleerd worden.
-
Er moet bovendien aan herinnerd worden dat de informatie met betrekking tot de burgerlijke staat,
die door de Dienst Vreemdelingenzaken werd ingevoerd in het dossier van een kandidaatvluchteling, na diens overschrijving in het bevolkings- of vreemdelingenregister, enkel kan gewijzigd worden op voorlegging van officiële documenten. Evenmin kan deze informatie zonder geldige reden gewoon uit het dossier verwijderd worden.
-
Het is gebleken dat de gezinssamenstelling bij een verhuis naar een andere gemeente, in vele
gevallen, op datum van de inschrijving in de nieuwe gemeente van verblijf wordt heropgenomen
in het dossier met exact dezelfde gegevens als vóór de verhuis. Indien de gezinssamenstelling
dezelfde blijft na de verhuis, is er geen reden om deze informatiedatum aan te passen.
Er wordt in de programma’s een controle ingebouwd die deze bijwerking uitsluit.
De bijwerking van de gezinssamenstelling zal bijgevolg worden verworpen wanneer dezelfde
identificatienummers in dezelfde relatie worden opgenomen in het IT 140/141 op een nieuwe
informatiedatum; deze controle geldt voor de codes van “plaats in het gezin” 2 tot 17, en voor de
code 20 wanneer deze reeds is opgenomen in het betrokken informatietype.
348.
Identificatienummer van de referentiepersoon van het gezin. (moet reëel zijn)
Deze informatie is verplicht wanneer de code plaats in het gezin verschilt van de codes 01 of 20.
Is de code 01 dan hoeft niets te worden vermeld.
Is de code 20 dan volgt ofwel een identificatienummer, ofwel een zone commentaar (zie nr. 349 c).
349.
Structuur.
a. Met code "plaats in het gezin" van 02 tot 17.
O.C.
N N
I.T.
1 4
1
D. DATUM
0 D D M
M
IDENTIFICATIE nr. referentiepersoon
N N N N N N N N N
b. Met code "plaats in het gezin" 01.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
J
N
J
N
J
J
CODE
N N
O.C.
N N
c.
I.T.
1 4
1
D. DATUM
0 D D M
M
J
J
J
J
CODE
0 1
M
J
J
J
J
CODE
2 0
J
J
Met code "plaats in het gezin" 20.
O.C.
N N
I.T.
1 4
1
D. DATUM
0 D D M
COMMENTAAR
X X
Max. 20 tekens
X
X
X
d. Structuur voor O.C. 13 : met I.T. 140 (dienstcode 0).
O.C.
1 3
I.T.
1 4
0
D. DATUM
0 D D M
M
REËEL IDENTIFICATIENUMMER
N N N N N N N N N
J
N
J
N
-
Het identificatienummer op het einde van de structuur zal dat zijn van de persoon die geen deel
uitmaakt van het gezin en die men wil onttrekken aan het dossier van de referentiepersoon van het
gezin.
-
Deze bijwerking is niet toegelaten voor de gemeenten.
e. Structuur voor O.C. 13 : bij alleenstaande.
O.C.
1 3
350.
I.T.
1 4
0
D. DATUM
0 D D M
M
J
J
J
J
CODE
0 1
De verschillende procedures eigen aan de 141 - 140.
Aangezien het gemeentebestuur geen toegang heeft tot het informatietype 140 met de operatiecode 10,
is het verplicht de informaties betreffende het "gezin" via het informatietype 141 in te voeren.
Mogelijke gevallen
A. Invoering van het begrip "alleenstaand referentiepersoon van het gezin"
1) Het dossier bevat geen I.T. 140 of 141 :
In te voeren : 10/141/0/datum/01
2) Het dossier bevat een informatie 141 :
d.w.z. dat een gezinslid zelf "alleenstaand referentiepersoon van het gezin" wordt. In te voeren
bijwerking : 10/141/0/datum/01.
Deze bijwerking zal automatisch de informatie 140 in het dossier van de referentiepersoon van
het gezin supprimeren.
3) Het dossier bevat een informatie 140, met code "plaats in het gezin" verschillend van 01 ; dit is
het geval van een referentiepersoon van het gezin die zijn gezin verlaat om "alleenstaand
referentiepersoon van het gezin" te worden.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Het dossier moet als volgt bijgewerkt worden.
a) De leden van het gezin zijn in de gemeente ingeschreven :
-
de informatie 141 bijwerken (O.C.10) in het dossier van het gezinslid dat nadien
referentiepersoon van het gezin zal worden.
10/141/0/datum/01
-
de dossiers van de andere leden bijwerken, die veranderen van referentiepersoon van
het gezin.
10/141/0/datum/code plaats in 't gezin/identificatienummer nieuw referentie-persoon
van het gezin.
Na de verwerking van de informatie 141 in het dossier van het laatste gezinslid, zal
automatisch het dossier van de vorige referentiepersoon van het gezin een informatie
140/01 (alleenstaand referentiepersoon van het gezin) bevatten.
b) De gezinsleden worden beheerd door een andere gemeente.
Rechtstreeks te behandelen in het dossier van de referentiepersoon van het gezin:
12/140/0/datum/identificatienummer van het gezinslid
Deze behandeling moet herhaald worden voor ieder gezinslid.
De informatie 140/01 zal automatisch ingevoerd worden.
B. Invoering van het begrip "gezinslid"
1) Het dossier bevat geen I.T. 140 of 141 :
In te voeren : 10/141/0/datum/code (zie nr. 347)/identificatienummer van de referentie-persoon
van het gezin.
2) Het dossier bevat reeds een informatie 141 : dit is het geval van een wijziging van "plaats in het
gezin", bijv. een niet verwant gezinslid wordt echtgenote.
10/141/0/datum/01 en vervolgens
10/141/0/zelfde dat./code/identificatienummer van dezelfde referentiepersoon van het gezin.
3) Dossier bevat een informatie 140/01 ; d.w.z. een "alleenstaand referentiepersoon van het
gezin" wordt gezinslid.
In te voeren : 10/141/0/datum/code/identificatienummer van de referentiepersoon van het
gezin.
4) Dossier met een informatie 140, wanneer de code verschillend is van 01, d.w.z. een
referentiepersoon van het gezin wordt gezinslid.
Zelfde behandeling als beschreven in A.3) hierboven.
10/141/0/datum/01 en vervolgens 10/141/01/zelfde dat./code/identificatienummer van dezelfde
referentiepersoon van het gezin.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
C. Verbetering van de plaats in het gezin en/of de identiteit van de referentiepersoon van het
gezin.
De correctie moet altijd geschieden in het dossier van het gezinslid :
11/141/0/datum/code (nooit code 01)/identificatienummer van de referentiepersoon van het gezin.
D. Een gezinslid verlaat het gezin om :
1) zelf referentiepersoon van het gezin te worden :
Men moet :
a. de informatie 141 in zijn dossier bijwerken om er eerst een alleenstaand referentiepersoon
van het gezin van te maken.
10/141/0/datum waarop gezin wordt verlaten/01.
b. de dossiers bijwerken van zijn toekomstige gezinsleden :
10/141/0/datum/code/identificatienummer nieuw referentiepersoon van het gezin.
Datum moet gelijk zijn aan datum in a. hierboven.
2) "alleenstaand referentiepersoon van het gezin" te worden (zie hierboven nr. 350 A.2).
3) om gezinslid te worden bij een andere referentiepersoon, bijv. bij huwelijk.
10/141/0/datum/01 en vervolgens
10/141/0/zelfde datum/code/identificatienummer nieuwe referentiepersoon
E. Verbetering van een datum van informatie
De datum van een informatie 141 kan enkel verbeterd worden met operatiecode 11. Het gebruik
van operatiecode 20 is niet toegelaten.
F. Bijzonder gebruik van de informatie 141/01
Zoals blijkt uit bepaalde gevallen (zie nr. 350 A 3 a., B 2, D 1 a en D3 ) wordt de overgang van de
toestand referentiepersoon van het gezin naar gezinslid of de wijziging van de plaats in het gezin
met behoud van dezelfde referentiepersoon van het gezin bekomen via de code 01 die, in deze
gevallen, een tijdelijke overgangsfunctie vervult.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
351.
Bijzondere gevallen
a. Bij wijziging van de naam of voornaam van een gezinslid is er een automatische generatie van
deze wijziging in de overeenkomstige informatie 140 van de referentiepersoon van het gezin.
b. Wederkerig, indien de naam of voornamen van een referentiepersoon van het gezin zijn gewijzigd,
is er automatische generatie van deze wijziging in de dossiers van de gezinsleden.
c.
Iedere verbetering van datum met operatiecode 11 veroorzaakt een overeenstemmende generatie
in het dossier van de referentiepersoon van het gezin.
d. Ieder referentiepersoon van het gezin moet dezelfde woonplaats hebben als de leden van zijn
gezin. Voor de operatiecodes 12 en 13 wordt bij de generaties deze controle van de woonplaats
niet gedaan.
e. Er treedt geen generatie op als het betrokken referentiepersoon van het gezin overlijdt (geval van
een suppressie). De gemeente moet de nieuwe gezinstoestand van de overlevende(n) zelf
bijwerken.
f.
Bij overlijden van een gezinslid, is er automatisch suppressie van de overeenstemmende informatie
140 in het dossier van de referentiepersoon van het gezin.
g. De dossiers van de leden van een gezin, waarvan de referentiepersoon van het gezin van
inschrijving is vrijgesteld en in de mate dat deze laatste geen identificatienummer gekregen heeft,
moeten met de code "plaats in het gezin" 20 bijgewerkt worden. Voluit geschreven commentaar zal
deze bijzondere toestand verduidelijken.
352.
Ieder geval dat niet behandeld werd of dat aanleiding geeft tot moeilijkheden moet aan de regionale
afgevaardigde van het Rijksregister voorgelegd worden.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
353.
Structuur bijwerking – van toepassing vanaf 01.02.2011.
Mogelijke waarden voor de code “LOG.” :
00
01
02
03
00
Gezin niet collectief wonen
Zorgwonen – Vlaams Gewest
Collectief wonen – Waals Gewest
Collectief wonen – Brussels Gewest
Gezin in buitenland – FOD Buitenlandse Zaken
1. Met code “plaats in het gezin” 02 tot 17.
O.C.
N
N
N
I.T.
4
1
1
D.
0
D
D
INFORMATIEDATUM
M
M
J
J
J
J
CODE
N
N
LOG.
N
N
IDENTIFICATIENUMMER REFERENTIEPERSOON
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
2. Met code “plaats in het gezin” 01.
O.C.
N
N
I.T.
4
1
1
D.
0
D
D
INFORMATIEDATUM
M
M
J
J
J
J
CODE
0
1
LOG.
N
N
D
INFORMATIEDATUM
M
M
J
J
J
J
CODE
2
0
LOG.
0
0
3. Met code “plaats in het gezin” 20.
O.C.
N
N
1
X
COMMENTAAR (max. 20 tekens)
X
X
X
I.T.
4
1
D.
0
D
X
X
4. BuZa – Plaats in het gezin 02 tot 17 met fictief identificatienummer “man” en (gedeeltelijk) gekende
geboortedatum in te voeren in het dossier van de referentiepersoon.
O.C.
N N
I.T.
1 4
0
D.
0
DATUM
D D M
M
E
E
J
J
FICTIEF IDENTIFICATIENUMMER GEZINSLID
J J M/0 M/0 D/0 D/0 9 9 9 0 0
CODE
N N
LOG
0 0
NAAM- /VOORNAAMCODES (max. 10)
5. BuZa – Plaats in het gezin 02 tot 17 met fictief identificatienummer “man” en onbekende geboortedatum in
te voeren in het dossier van de referentiepersoon.
O.C.
N N
I.T.
1 4
0
D.
0
DATUM
D D M
M
E
FICTIEF IDENTIFICATIENUMMER
GEZINSLID
0 0 0 0 0 1 9 9 9 0 0
Gecoördineerde versie
01.10.2014
E
J
J
CODE
N N
LOG
0 0
NAAM- /VOORNAAMCODES (max. 10)
6. BuZa – Plaats in het gezin 02 tot 17 met fictief identificatienummer “vrouw” en (gedeeltelijk) gekende
geboortedatum in te voeren in het dossier van de referentiepersoon.
O.C.
N N
I.T.
1 4
0
D.
0
DATUM
D D M
M
E
E
J
J
FICTIEF IDENTIFICATIENUMMER GEZINSLID
J J M/0 M/0 D/0 D/0 0 0 0 0 0
CODE
N N
LOG
0 0
NAAM- /VOORNAAMCODES (max. 10)
7. BuZa – Plaats in het gezin 02 tot 17 met fictief identificatienummer “vrouw” en onbekende geboortedatum
in te voeren in het dossier van de referentiepersoon.
O.C.
I.T.
1 4
0
D.
0
DATUM
D D M
M
E
E
J
FICTIEF IDENTIFICATIENUMMER
GEZINSLID
0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0
354.
J
CODE
N N
LOG
0 0
NAAM- /VOORNAAMCODES (max. 10)
Controles.
BELANGRIJK :
•
De code LOG. 00 moet verplicht worden ingevoerd voor de gewone gezinssamenstelling.
•
De fictieve identificatienummers kunnen enkel gebruikt worden door de FOD Buitenlandse Zaken.
1.
Controles voor wooncode (LOG.) 00 – Gewone gezinssamenstelling:
De bestaande controles blijven van toepassing.
2.
Controles voor wooncode (LOG.) 01 – Zorgwonen (Vl.):
De controles voor wooncode (LOG.) 00 zijn eveneens van toepassing.
Bij het invoeren van een code plaats in het gezin, welke code ook, wordt gecontroleerd of er een
informatietype 140 – referentiepersoon van het gezin – aanwezig is in het dossier waarvan het
identificatienummer als “referentiepersoon van het gezin” in de wooncode (LOG.) 01 wordt ingevoerd.
Volgorde:
De personen A en B moeten worden ingevoerd in collectief wonen, code 01; persoon A is de
referentiepersoon, persoon B is gezinslid bij A.
Invoeren van de informatie “referentiepersoon van het gezin” in het dossier van persoon A door middel van
de transactie 10/141/0/DDMMJJJJ/01/01
Invoeren van de informatie “plaats in het gezin” in het dossier van persoon B door middel van de transactie
10/141/0/DDMMJJJJ/XX/01/Identificatienummer persoon A
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Deze bijwerking supprimeert automatisch het IT140 dat aanwezig is in het dossier van A.
Slechts één “gezinslid” kan afhangen van de “referentiepersoon”.
Opmerking:
Het decreet van 27 maart 2009 van de Vlaamse Overheid tot aanpassing en aanvulling van het
ruimtelijke plannings-, vergunningen- en handhavingsbeleid geeft een wettelijke regeling aan het
zorgwonen.
Het zorgwonen wordt gedefinieerd als een vorm van wonen waarbij voldaan is aan alle hiernavolgende
voorwaarden :
a) in een bestaande woning wordt één ondergeschikte wooneenheid gecreëerd,
b) de ondergeschikte wooneenheid vormt één fysiek geheel met de hoofdwooneenheid,
c) de ondergeschikte wooneenheid, daaronder niet begrepen de met de hoofdwooneenheid gedeelde
ruimten, maakt ten hoogste één derde uit van het bouwvolume van de volledige woning,
d) de creatie van de ondergeschikte wooneenheid gebeurt met het oog op het huisvesten van :
1) hetzij ten hoogste twee ouderen in de zin van de gecoördineerde decreten van 18 december 1991
inzake voorzieningen voor ouderen,
2) hetzij ten hoogste twee hulpbehoevende personen, zijnde personen met een handicap, personen die
in aanmerking komen voor een tenlasteneming door de Vlaamse zorgverzekering, alsmede personen
met een nood aan ondersteuning om zich in het thuismilieu te kunnen handhaven,
e) de eigendom, of ten minste de blote eigendom, op de hoofd- en de ondergeschikte wooneenheid berust
bij dezelfde titularis of titularissen
Het lijkt dus de bedoeling van het zorgwonen om de bewoners van de ondergeschikte wooneenheid steeds
als afzonderlijk gezin te beschouwen, terwijl deze worden ingeschreven onder hetzelfde huisnummer als de
bewoners van de hoofdwooneenheid.
Om de bewoners van de zorgwoning als afzonderlijke gezinnen te beschouwen dient hier dus geen
rekening te worden gehouden met de feitelijke elementen zoals bedoeld onder randnummer 11, b) van deel
I van de Algemene Onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters.
Van zodra is voldaan aan de 5 hogergenoemde voorwaarden is er sprake van zorgwonen en kunnen de
bewoners van de ondergeschikte wooneenheid als afzonderlijk gezin worden ingeschreven, dit zonder dat
een bijkomend huisnummer dient te worden voorzien.
De controle van deze voorwaarden veronderstelt bijgevolg een degelijke samenwerking tussen de Dienst
Bevolking en de Dienst Ruimtelijke Ordening van de gemeente.
Wanneer de strikte voorwaarden die vereist zijn om van zorgwonen te kunnen spreken niet vervuld zijn,
dienen de betrokken personen te worden ingeschreven als deel uitmakend van éénzelfde gezin. Deze
voorwaarden dienen restrictief te worden geïnterpreteerd, omdat het een uitzondering betreft op de
algemene regel voor de inschrijving van een gezin of huishouden.
Toegepast op deze nieuwe vormen van wonen betekent dit dat elke woontoestand door de gemeente
afzonderlijk dient te worden onderzocht.
Aan de hand van voormelde feitelijke gegevens dient duidelijk te blijken of de betrokken woning dan ook uit
afzonderlijke wooneenheden bestaat, dan wel één geheel vormt.
Voor het invoeren van referentiepersoon en gezinslid moet gebruik gemaakt worden van de tweeledige
structuur.
Op die manier is er een bijkomende controle dat de personen die in zorgwonen worden ingeschreven niet
worden opgenomen in het gezin van de referentiepersoon die reeds op dit adres was ingeschreven.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Bij het invoeren van de tweede structuur wordt een autogeneratie uitgevoerd naar het dossier van de
betrokken referentiepersoon.
Voorbeelden:
A) Een alleenstaand persoon A wordt hulpbehoevend. Een tweede persoon B komt bij A wonen om hem
te helpen.
1. Wordt bij persoon A de wooncode 01 ingevoerd (hij is de hulpbehoevende)?
2. Blijft hij alleenstaand of wordt hij gezinshoofd?
3. Wordt de code “plaats in het gezin” voor persoon B alleenstaand of niet-verwant?
4. Wordt bij persoon B (die niet hulpbehoevend is) ook wooncode 01 ingevoerd?
 Deze situatie valt onder de toepassing van zorgwonen, als ook aan de andere voorwaarden van
zorgwonen is voldaan.
De vijfde voorwaarde – huisvesting van oudere of hulpbehoevende personen – voor het zorgwonen is niet
alleen van toepassing is op gezonde mensen die een oudere of hulpbehoevende in huis nemen.
Het omgekeerde wordt eveneens als zorgwonen beschouwd, met name dat mensen die oud of
hulpbehoevend worden, hun te grote woning opdelen, in het kleinste deel gaan wonen en gezonde mensen
in huis nemen om hen bij te staan.
Persoon A, de hulpbehoevende, wordt ingeschreven als alleenstaande onder de wooncode LOG = 01 met
de transactie: 10/141/0/informatiedatum/01/01.
Persoon B, de zorgverlener, wordt ingeschreven als alleenstaande op hetzelfde adres als persoon A onder
de wooncode LOG = 00 met de transactie 10/141/0/informatiedatum/01/00.
 Indien de voorwaarden voor zorgwonen niet vervuld zijn, geldt volgende procedure:
Persoon B moet worden ingeschreven bij persoon A onder het gezinsverband zoals voorzien voor de
bijwerking van het informatiegegeven van de gezinssamenstelling (verwant, niet verwant, …); de wooncode
LOG = 00 geldt voor beiden.
B) Stel dat persoon B hier de hulpbehoevende was die bij persoon A komt wonen. Is de werkwijze dan
juist dezelfde?
Deze situatie valt onder de toepassing van zorgwonen indien aan de 5 voorwaarden wordt voldaan.
Persoon B moet worden ingeschreven op het adres van persoon A als alleenstaande onder de wooncode
LOG = 01 door middel van transactie: 10/141/0/DDMMJJJJ/01/01.
Indien de voorwaarden voor zorgwonen niet vervuld zijn, geldt de inschrijving zoals in voorbeeld A.
C) De moeder van de referentiepersoon van het gezin is hulpbehoevend en komt bij het gezin wonen.
1. Moet de referentiepersoon dan eerst alleenstaand gemaakt worden en dan wooncode LOG= 01
toevoegen?
2. Wordt het dossier van de moeder bijgewerkt met wooncode LOG=01 en “plaats in het gezin” als moeder
of als alleenstaande?
Deze situatie valt onder de toepassing van zorgwonen indien aan de 5 voorwaarden wordt voldaan.
De moeder moet worden ingeschreven op het adres van haar zoon, als alleenstaande onder de wooncode
LOG = 01 door middel van transactie: 10/141/0/DDMMJJJJ/01/01.
De informatie met betrekking tot de referentiepersoon (zoon), en desgevallend het gezin, wordt niet
gewijzigd.
Indien de voorwaarden voor zorgwonen niet vervuld zijn; geldt de inschrijving zoals vermeld in
voorbeeld A.
D) Stel dat niet alleen de moeder maar ook de vader van de referentiepersoon van het gezin beide bij het
gezin komen wonen?
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Deze situatie valt onder de toepassing van zorgwonen indien aan de 5 voorwaarden wordt voldaan.
De vader (persoon X) en de moeder (persoon Y) moeten worden ingeschreven op het adres van de zoon,
als “referentiepersoon met gezinslid” onder de wooncode LOG = 01.
Volgorde:
Invoeren van de informatie “referentiepersoon van het gezin” in het dossier van persoon X (vader) door
middel van de transactie 10/141/0/DDMMJJJJ/01/01.
Invoeren van de informatie “plaats in het gezin” in het dossier van persoon Y (moeder) door middel van
de transactie 10/141/0/DDMMJJJJ/XX/01/Identificatienummer persoon X.
Deze bijwerking supprimeert automatisch het IT140 dat aanwezig is in het dossier van X. Slechts één
“gezinslid” kan afhangen van de “referentiepersoon”.
De informatie met betrekking tot de referentiepersoon (zoon), en desgevallend het gezin, wordt niet
gewijzigd.
Indien de voorwaarden voor zorgwonen niet vervuld zijn; geldt de inschrijving zoals vermeld in
voorbeeld A.
3.
Controles voor wooncode (LOG.) 02 - Collectief wonen (Wallonië):
De controles voor wooncode (LOG.) 00 zijn eveneens van toepassing.
Bij het invoeren van een code plaats in het gezin, welke code ook, wordt gecontroleerd of er een
informatietype 140 – referentiepersoon van het gezin – aanwezig is in het dossier waarvan het
identificatienummer als “referentiepersoon van het gezin” in de wooncode (LOG.) 02 wordt ingevoerd.
Volgorde:
De personen A en B moeten worden ingevoerd in collectief wonen, code 02; persoon A is de
referentiepersoon, persoon B is gezinslid bij A.
Invoeren van de informatie “referentiepersoon van het gezin” in het dossier van persoon A door middel van
de transactie 10/141/0/DDMMJJJJ/01/02
Invoeren van de informatie “plaats in het gezin” in het dossier van persoon B door middel van de transactie
10/141/0/DDMMJJJJ/XX/02/Identificatienummer persoon A
Deze bijwerking supprimeert automatisch het IT140 dat aanwezig is in het dossier van A.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
4.
Controles voor wooncode (LOG.) 03 – Collectief wonen (Brussel):
De controles voor wooncode (LOG.) 00 zijn eveneens van toepassing.
Bij het invoeren van een code plaats in het gezin, welke code ook, wordt gecontroleerd of er een
informatietype 140 – referentiepersoon van het gezin – aanwezig is in het dossier waarvan het
identificatienummer als “referentiepersoon van het gezin” in de wooncode (LOG.) 03 wordt ingevoerd.
Volgorde:
De personen A en B moeten worden ingevoerd in collectief wonen, code 01; persoon A is de
referentiepersoon, persoon B is gezinslid bij A.
Invoeren van de informatie “referentiepersoon van het gezin” in het dossier van persoon A door middel van
de transactie 10/141/0/DDMMJJJJ/01/03
Invoeren van de informatie “plaats in het gezin” in het dossier van persoon B door middel van de transactie
10/141/0/DDMMJJJJ/XX/03/Identificatienummer persoon A
Deze bijwerking supprimeert automatisch het IT140 dat aanwezig is in het dossier van A.
5.
Controles voor wooncode (LOG.) 00 – Buitenlandse zaken:
Er kan geen controle worden uitgevoerd op de overeenkomst van de adressen van de “referentiepersoon”
en het “gezinslid” aangezien het IT 022 – verblijfplaats in het buitenland – dit niet toelaat.
Bij het gebruik van een fictief identificatienummer moeten minstens drie tekens worden ingevoerd in de
zone die voorzien is voor de naam en voornamen.
355.
Afdruk in de dossiers.
1.
Voor wooncode (LOG.) 00 : Geen wijzigingen ten opzichte van oude structuren
2.
Voor wooncode (LOG.) 01 :
Alleenstaand referentiepersoon :
140 (RPG) 02.12.2009 01/Zorgwonen alleenstaande
of
140 (RPG) 02.12.2009 01/Zorgwonen alleenstaande ( Gesupprimeerd op 02.12.2009)
Gezinslid :
141 (GZL) 02.09.2009 12/Niet verwant (GZL) : 01 Zorgwonen gezinslid : Bottom
Nestor (55.10.17 435-86)
of
141 (GZL) 02.09.2009 12/Niet verwant (GZL) : 01 Zorgwonen gezinslid: Bottom
Nestor (55.10.17 435-86) (Gesupprimeerd op 01.02.2010)
3.
Voor wooncode (LOG.) 02 :
Idem als voor code LOG. 01
02 = 02/Collectief wonen Wallonië
4.
Voor wooncode (LOG.) 03 :
Idem als voor code LOG. 01
03 = 03/Collectief wonen Brussel
5.
Voor wooncode (LOG.) 00 – Buitenlandse Zaken :
Alleenstaande 140
Gecoördineerde versie
01.10.2014
TX79
F 140 05.01.2013 Ménage : Isolé
N 140 05.01.2013 Gezin : Alleenstaand
D 140 05.01.2013 Haushalt : Alleinstehend
TX61
F 140(PRM) 05.01.2013 01/Isolé
N 140(RPG) 05.01.2013 01/Alleenstaand
D 140(KPH) 05.01.2013 01/Alleinstehend
Bij de referentiepersoon van het gezin 140
TX79
F 140 05.01.2013 Ménage : Fille :Eichenscher,Belaïd (10.05.06 000-00)
N 140 05.01.2013 Gezin : Dochter :Eichenscher,Belaïd (10.05.06 000-00)
D 140 05.01.2013 Haushalt : Tochter :Eichenscher,Belaïd (10.05.06 000-00)
TX61
F 140(PRM) 05.01.2013 03/Fille Eichenscher,Belaïd (10.05.06 000-00)
N 140(RPG) 05.01.2013 03/Dochter Eichenscher,Belaïd (10.05.06 000-00)
D 140(KPH) 05.01.2013 03/Tochter Eichenscher,Belaïd (10.05.06 000-00)
356. – 360. Reserve.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 27
I.T. 070 – HET BEROEP
361.
Inleiding.
De informatie “beroep” vermeldt de activiteit waaruit een persoon zijn voornaamste bestaansmiddelen put; zij wordt gekenmerkt door het I.T. 070.
362.
363.
Algemeenheden.
-
De informatie beroep wordt opgenomen in code en betreft enkel het hoofdberoep.
Het beroep wordt weergegeven met uitsluiting van elke aanduiding betreffende een specialiteit
in de beroepsklasse, de eventuele werkgever, een bijkomend beroep of ambt, een titel of een
mandaat, of de plaats waar die activiteit wordt uitgeoefend.
-
De gemeente mag de juistheid betreffende het beroep niet nagaan, maar dient ter voorkoming
van misbruiken ondermeer bij vrije beroepen, waarvan de titel is beschermd door de wet, de
overlegging van een officieel stuk ter zake te eisen. Deze beroepen worden in de beroepenlijst
aangeduid met de vermelding “BB”.
-
Ingevolge de aanpassing van artikel 95, § 4 van het Kieswetboek door de wet van 11 maart
2003, wordt, enerzijds, de groep van het overheidspersoneel (federaal, gemeenschappen en
gewesten, provinciaal en gemeentelijk) dat lid kan zijn van een kiesbureau aanzienlijk uitgebreid en wordt, anderzijds, aan de bevoegde diensten van de overheidsinstellingen en aan de
overheden die onderwijzend personeel tewerkstellen, de verplichting opgelegd om de lijst van
hun personeelsleden met hun beroep mede te delen aan de gemeentebesturen waar zij hun
hoofdverblijfplaats hebben. Deze informatie qua beroep zal permanent worden bijgehouden
en bijgewerkt door het gemeentebestuur in het bevolkingsdossier van betrokkene.
De beroepen die in aanmerking kunnen genomen worden om lid te zijn van een kiesbureau
worden in de beroepenlijst aangeduid met de vermelding “BK”.
Opmerkingen.

Een nieuwe vereenvoudigde lijst van beroepencodes werd opgesteld. Deze lijst wordt toegepast vanaf 1 november 2007. Het Rijksregister staat nog enkel in strikt gerechtvaardigde situaties een nieuwe beroepencode toe. Het Rijksregister wil immers voortaan vermijden dat een
nutteloze aanwas van allerlei beroepencodes ontstaat die inhoudelijk overeenstemmen met één
der bestaande beroepencodes. Voor meer uitleg hieromtrent: zie punt II. 2 van de verklarende
nota bij de beroepencodes van het Rijksregister.

Voor wat betreft de beroepscode van de E.U.-ambtenaar (niet-Belg) dient één van volgende codes
gebruikt :
Gecoördineerde versie
01.10.2014
51130
51131
51132
51133

364.
-
Ambtenaar Europese Unie - Commissie
“
- Raad
“
- Economisch en Sociaal Comité
“
- Europees Parlement.
Voor de Belgische E.U.-ambtenaar mag alleen de beroepscode 51134 (ambtenaar E.U.) gebruikt
worden.
Samenstelling
De informatie beroep bevat :
 de informatiedatum: dit is de datum van aangifte van het beroep (8 cijfers : DDMMJJJJ).
Deze datum mag nooit benaderend zijn, d.w.z. met vervanging van de maand en/of dag door nullen.
Wel is het toegelaten in dat geval als datum te registreren, deze waarop de gemeente van de verklaring van betrokkene kennis heeft gekregen (bijvoorbeeld, bij de inschrijving in de bevolkingsregisters).
De code 59990 (zonder beroep – student) kan ingevoerd worden vanaf de leeftijd van 12
jaar.
Voor alle andere codes mag de informatiedatum nooit kleiner zijn dan de geboortedatum +17 jaar; op
die manier kan het beroep worden ingevoerd voor een laatstejaarsstudent die onmiddellijk begint te
werken na de verplichte leertijd.
 de informatie ‘beroep’: het beroep wordt gecodeerd in 5 cijfers, die het eigenlijke beroep aangeven,
gevolgd door een 6e cijfer, dat de overeenstemmende sociale groep aanduidt.
code
Sociale groep
Beschermde beroepstitel
(Brug)gepensioneerd
Zelfstandige
Loontrekkende
Stagiair / Leercontract
Helper
Onbepaald
365.
0
1
2
3
5
6
9
afdruk N
(Besch. Ber)
(Brug)pens.)
(Zelfst.)
(Loontr.)
(Stage/Lrct)
(Helper)
afdruk F
(Prof. Prtg)
(Pré)pens.)
(Indép.)
(Salar.)
(Stage/Appr)
(Aide)
afdruk D
(Ges. Beruf)
(Früh)pens.)
(Selbst.)
(Lohn.)
(Prakt/Lehr)
(Gehilf.)
Structuur
O.C.
I.T.
0 7
0
D. INFORMATIEDATUM
D D M M J J
BEROEP
J
J
Toegelaten codes :
-
Operatiecode (O.C.)
:
10, 11, 13, 17 en 20.
-
Dienstcode
:
0
Voorbeeld :
Gecoördineerde versie
01.10.2014
(D.)
Invoering op 12 december 2007 van de beroepencode "glasmaker".
10/070/0/12122007/573209
366.
DE BEROEPENCODES VAN HET RIJKSREGISTER - VERKLARENDE NOTA.
Een nieuwe, vereenvoudigde lijst van beroepencodes werd door het Rijksregister ontworpen ten einde het informatiegegeven “beroep” (IT 070) betrouwbaarder en pertinenter te maken, en om tegelijkertijd te voldoen aan de noden van openbare
overheden en instellingen, en van wetenschappelijke onderzoekers in verband met de informatie omtrent het beroep.
Uitgangspunt voor het opstellen van de nieuwe lijst is de bestaande ISCO 88-beroepennomenclatuur. Deze nomenclatuur vormt – op het niveau van de driecijfercode – de (wetenschappelijke) basis voor het opstellen van de lijst.
I.
Opbouw van het beroepenbestand.
Het beroepenbestand is opgebouwd uit verschillende niveaus. Een inzicht in deze verschillende niveaus en hun inhoudelijke betekenis kan helpen om de structuur van het beroepenbestand beter te kunnen doorgronden:
1.
Het eerste niveau (code = 1 cijfer) omvat 10 beroepsgroepen die zijn gestructureerd naar afnemende mate van complexiteit van de taken en kennisvereisten verbonden aan een beroep: hoger kader en directie horen onder groep 1,
specialisten met een hoog niveau van professionele kennis en ervaring behoren tot groep 2, personeelsleden behorend
tot het tussenkader zijn onder groep 3 te classificeren, enzovoort. De tien beroepsgroepen zijn de volgende:
1.
Hogere kaderleden, bedrijfsleiders & zaakvoerders
2.
Specialisten in wetenschappelijke beroepen
3.
Tussenkader & technici in wetenschappelijke beroepen
4.
Administratief bedienden
5.
Dienstverlenend- en verkoopspersoneel
6.
Landbouwers en gekwalificeerde arbeiders in de landbouw en visserij
7.
Vakarbeiders
8.
Fabrieksarbeiders; bedieners van installaties, machines & assemblage
9.
Ongekwalificeerde arbeiders en bedienden
10.
2.
Krijgsmacht (militairen)
Deze 10 ruim omschreven beroepsgroepen worden vervolgens ingedeeld in twee of meerdere subcategorieën (code =
2 cijfers). In totaal zijn er op dit niveau 27 beroepsgroepen te onderscheiden.
Voorbeeld voor de beroepsgroep van de vakarbeiders.
7
71
72
73
74
Vakarbeiders
Vakarbeiders in mijnen, groeven en de bouw
Vakarbeiders in de metallurgie en de metaalconstructie
Vakarbeiders in de precisienijverheid en drukwerk
Andere vakarbeiders
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Op het derde ISCO-niveau (code = 3 cijfers) worden deze 27 beroepsgroepen nog eens verder opgesplitst in 117 beroepsgroepen, die als het ware de wetenschappelijke basisstructuur vormen van het beroepenbestand. Het is namelijk
op dit niveau dat de koppeling gebeurt met de uitgebreide NIS-beroepenlijst.
3.
Voorbeeld voor de beroepsgroep van de vakarbeiders.
7
Vakarbeiders
71
Vakarbeiders in mijnen, groeven en de bouw
711
Mijn- en groevearbeiders
712
Arbeiders in de ruwbouw
713
Arbeiders in de afwerking van gebouwen
714
Arbeiders voor schilder- en gevelwerken
Met het oog op het operationeel maken van de beroepenlijst van het Rijksregister werd een vierde niveau uitgewerkt.
Het betreft hier het meest gedetailleerde en meest ‘concrete’ niveau, namelijk de omschrijving van 202 beroepenclusters die werden verkregen na koppeling met de uitgebreide NIS-beroepenlijst. Deze clusters van beroepen krijgen
naast de ISCO-cijfercode (bv. 713) nog een bijkomende lettercodering (a-b-c-…; bv. 713a – 713b – 713c) en worden
verder uitgewerkt in een opsomming van concrete, afzonderlijke beroepen. Deze dienen als basis voor de codering
van het beroep in het Rijksregister.
4.
Voorbeeld voor de beroepsgroep van de vakarbeiders.
7
Vakarbeiders
71
Vakarbeiders in mijnen, groeven en de bouw
711
Mijn- en groevearbeiders
711a
Mijnwerker, groevearbeider, steenhouwer, …
712
Arbeiders in de ruwbouw
712a
Timmerman; parketvloerlegger; bekister
712b
Metselaar; vloerenlegger; betonwerker
713
Arbeiders in de afwerking van gebouwen
713a
Loodgieter
713b
Electricien
713c
Plafonneerder; isoleerder; dakdekker
714
Arbeiders voor schilder- en gevelwerken
714a
Schilder; arbeider façadewerken
Bij de codering van de respectievelijke beroepenclusters en beroepen in het bestand van het Rijksregister werd rekening gehouden met de nummering van de ISCO-beroepsnomenclatuur: de nieuwe beroepencode begint met het cijfer
5, gevolgd door de driecijfercode, en de lettercodering (zie punt 4) die als volgt wordt omgezet : a = 0, b = 1, c = 2, …
5.
Voorbeeld voor de beroepsgroep van de vakarbeiders.
7
VAKARBEIDERS
71
Vakarbeiders in mijnen, groeven en de bouw
711
712
713
Mijn- en groevearbeiders
711a
mijnwerker, groevearbeider; steenhouwer
Arbeiders in de ruwbouw
712a
timmerman, parketvloerlegger; bekister
712b
metselaar, vloerenlegger, beton(af)werker
Arbeiders in de afwerking van gebouwen
713a
loodgieter
713b
electricien
II.
Benaming
57110
Mijn- en groevearbeiders
57120
57121
Arbeider ruwbouw – hout
Arbeider ruwbouw – steen
57130
57131
Loodgieter, buizenfitter
Electricien,
electricienhersteller
Arbeider afwerking van gebouwen
plafonneerder, isoleerder; dakdekker;
57132
Arbeiders voor schilder- en gevelwerken
714a
arbeider voor schilder- en facadewerken:
schilder, behanger en decorateur; plaatser
van vast tapijt, …
57140
173c
714
Code
RR
Arbeider schilder- en gevelwerken
In de praktijk.
De voornaamste bedoeling van de vereenvoudiging van de beroepencodes is een overzichtelijk kader te creëren waaruit
de burger gemakkelijk een categorie van beroepsomschrijvingen kan kiezen waaronder de taak valt die hij effectief uitoefent.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
De effectieve taak die wordt uitgeoefend is ook de belangrijkste reden waarom de informatie die wordt opgeslagen in het
IT 070 van het Rijksregister in de toekomst kan gebruikt worden voor statistisch en wetenschappelijk onderzoek.
Echter, de omschrijving die een burger aan een beroep geeft zal niet steeds dezelfde zijn als deze die is opgenomen in het
beroepenbestand. Daarenboven komen heel wat beroepen meerdere malen voor in de lijst, en dit op verschillende niveaus. In deze gevallen zal het dus nodig zijn om bijkomende stappen te ondernemen om het juiste beroep te kunnen selecteren.
Er werd door de diensten van het Rijksregister een zoekmachine ontwikkeld, op basis van de uitgebreide NISberoepenlijst. De zoekmachine kan geraadpleegd worden op de website van het Rijksregister: www.ibz.rrn.fgov.be
1.
Een beroep komt meerdere malen voor in de lijst
1.1. Beroep onder eenzelfde beroepencluster: geen probleem
Heel wat beroepen die in het uitgebreide beroepenbestand zijn opgenomen komen meerdere malen terug in de lijst. Wanneer een beroep meerdere malen terugkomt onder eenzelfde beroepencluster, vormt zich geen probleem.
Bijvoorbeeld: wanneer ‘onderwijzer’ zal worden ingegeven als zoekterm zal dit verschillende keren terugkomen in de beroepenlijst: als ‘onderwijzer(es) lager onderwijs’, ‘onderwijzer zedenleer’, ‘onderwijzer godsdienst’, enzovoort), maar deze
vallen allen onder dezelfde beroepencluster ‘(kleuter)onderwijzer; leerkracht voorschoolonderwijs’.
1.2. Beroep onder verschillende beroepenclusters: aanduiding van beroepencluster & ISCO-beroepsgroep
Echter kan het ook voorkomen dat een beroep of beroepsomschrijving meerdere keren voorkomt in het beroepenbestand,
en dit op verschillende niveaus of onder verschillende beroepenclusters.
Een voorbeeld dat we hier kunnen aanhalen is ‘ingenieur’. In verschillende beroepenclusters vinden we ingenieurs terug
(zie voorbeeld).
Beroep
Beroepencluster
Beroepscode RR
HOOFDINGENIEURDIRECTEUR
(OPENBARE DIENST)

122c - andere leidinggevende kaderleden: beheerder onderwijsinstellingen (o.a. schooldirecteur), ingenieur openbare dienst, directeur artistieke sector, stationschef, …

51222 – Directeur /
Leidinggevend kaderlid (bestuur)
HOOFD TECNISCH
INGENIEUR (OPENBARE
DIENST)

122c - andere leidinggevende kaderleden: beheerder onderwijsinstellingen (o.a. schooldirecteur), ingenieur openbare dienst, directeur artistieke sector, stationschef, …

51222 – Directeur /
Leidinggevend kaderlid (bestuur)
INGENIEUR
INFORMATICA

213a - informatica ingenieur; informaticus, systeemanalist en -ontwerper, netwerkontwerper;
programmeur

52130 - Informaticaspecialist
INGENIEUR-ARCHITECT

214b - burgerlijk, industrieel en technisch ingenieur

INGENIEUR
STEDEBOUW

214b - burgerlijk, industrieel en technisch ingenieur

LANDBOUWINGENIEUR

221a - landbouwingenieur; bioloog; farmacoloog, patholoog; agronoom en soortgelijke
specialisten (land-, tuin- & bosbouwdeskundige, ecologist, bodemspecialist)

52142 – Ingenieur
(burgerlijk, industrieel,
technisch)
52142 – Ingenieur
(burgerlijk, industrieel,
technisch)
52210 - Specialist in de
biowetenschappen
TECHNISCH INGENIEUR
LANDBOUWKUNDE

221a - landbouwingenieur; bioloog; farmacoloog, patholoog; agronoom en soortgelijke
specialisten (land-, tuin- & bosbouwdeskundige, ecologist, bodemspecialist)

52210 - Specialist in de
biowetenschappen
1.3. Beroep onder verschillende beroepenclusters: kernvragen stellen
Om een beroep dat meermaals voorkomt in de beroepenlijst, een juiste plaats te geven kan het aangewezen zijn om via
enkele kernvragen het beroep – zij het in een andere omschrijving – verder af te bakenen. Enkele voorbeelden van basisvragen die hiertoe kunnen dienen zijn:
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Voorbeeldvraag 1: Oefent u het beroep uit in een leidinggevende functie of als zelfstandige?
Welk beroep?
Verpleegkundige

Verpleegkundige

Bijkomende vraag
In leidinggevende functie?
In ondergeschikt
band?
ver-


Beroepencluster / RR-code
223a – hogere verpleegkundige
52230 – Hogere verpleegkundige
323a – verpleegkundige (op ondergeschikt niveau)
53230 – verplegend personeel
Voorbeeldvraag 2: Bent u bedrijfsleider of zaakvoerder in een grote of kleine onderneming?
Welk beroep?
Ondernemer
afbraakwerken
Ondernemer
afbraakwerken


Bijkomende vraag
In een onderneming met
10 of meer werknemers?
In een onderneming met
minder dan 10 werknemers?


Beroepencluster / RR-code
121a – bedrijfsleider in de privé; niet in
dienstverband / 51210 – bedrijfsleider
131a – zaakvoerder in de industrie, bouw,
transport/opslag/communicatie, zakelijke
dienstverleners / 51310 – zaakvoerder
Voorbeeldvraag 3: Welk is uw diploma? Heeft u een diploma voor het beroep dat u uitoefent?
Welk beroep?
Scheikundige

Scheikundige

Bijkomende vraag
Hebt u een universitair
diploma?
Hebt
u
een
nietuniversitair diploma?


Beroepencluster / RR-code
211a – Scheikundige, natuurkundige, meteoroloog, klimatoloog / 52110 – Natuurkundige, scheikundige
311b – niet-universitair scheikundige;
hulpscheikundige, laborant / 53111 –
Scheikundige (niet-universitair)
2. Een beroep komt niet voor in de lijst
Uiteraard is het ook mogelijk dat bepaalde beroepen die burgers aanhalen (nog) niet terug te vinden zijn in het bestaande
beroepenbestand. Dit kan onder meer zijn omdat het beroep op een andere manier is omschreven. In dat geval is het
aangewezen om op zoek te gaan naar een synoniem of de juiste taalkundige omschrijving die als zoekterm kan worden
aangewend.
Een tweede mogelijkheid is dat het opgegeven beroep op geen enkele manier is terug te vinden is. Dit kan bijvoorbeeld
wanneer het gaat over ‘nieuwe beroepen’. In dat geval is het aangewezen om deze ‘nieuwe beroepen’ te inventariseren
en op basis van een aantal vastgelegde criteria een plaats te gaan geven in het beroepenbestand. Daartoe zal binnen het
Rijksregister een werkgroep opgericht worden die op periodieke basis de aanvragen voor nieuwe beroepencodes zal onderzoeken en ze, desgevallend, een nieuwe code zal geven binnen in de bestaande nomenclatuur.
De aanvragen tot het opnemen van nieuwe beroepen in de codelijst moeten worden gericht aan de dienst Externe Relaties
van het Rijksregister.
367. – 369. Reserve
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 28
I.T. 073 – DE PENSIOENBREVETTEN
370.
Inleiding
-
371.
Onder deze informatie kunnen de verschillende pensioenbrevetten, waarvan een persoon houder
kan zijn, worden opgenomen.
Deze informatie wordt gekenmerkt door het I.T. 073.
Samenstelling
Deze informatie bevat de datum van toekenning van het pensioenbrevet, de categorie en het brevetnummer.
a) Datum van toekenning
-
De datum van de toekenning van het pensioenbrevet is de datum waarop een persoon effectief het
recht verwerft op een bepaald pensioen (datum in 8 cijfers DDMMJJJJ).
Indien de gemeente deze datum niet kent, zal zij de datum van kennisname van het pensioen invoeren.
b) Categorie van het pensioenbrevet
-
Deze categorieën verschillen naargelang van het feit of de pensioenen werden toegekend in België
of in het buitenland.
De pensioenbrevetten toegekend in België worden aangeduid door één der onderstaande codes :
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
Gecoördineerde versie
01.10.2014
het rust- en overlevingspensioen.
het Rijkspensioen.
het oorlogspensioen.
het mijnwerkerspensioen.
het gemeentelijk pensioen.
het ziekte- en invaliditeitspensioen.
het pensioen voor zelfstandigen.
het gemengd pensioen.
het militair anciënniteitspensioen.
de rente bij arbeidsongevallen.
-
De categorie van de pensioenbrevetten, toegekend in het buitenland, duidt niet de aard van het pensioenbrevet aan maar wel het land van de toekenning.
Volgende codes zijn hiervoor voorzien :
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
land buiten de E.U.;
Duitsland;
Frankrijk;
Luxemburg (Groot-Hertogdom);
Denemarken;
Italië;
Verenigd Koninkrijk;
Ierland;
Nederland.
Andere gevallen – zie structuur onder 372 c).
Opmerking :
Voor bijzondere categorieën van pensioenbrevet zie nummer 375.
c) Het nummer van het pensioenbrevet
372.
-
De nummers van de pensioenbrevetten hebben een verschillende samenstelling naargelang van de
aard van het pensioen en het land van toekenning.
-
Wat de belangrijke categorie rust- en overlevingspensioen (code 01) betreft zal de samenstelling van
dit brevetnummer gewoonlijk als volgt zijn : eerste 4 cijfers zijn het geboortejaar en maand van belanghebbende, dan een spatie gevolgd door 5 cijfers.
-
Dit brevetnummer wordt soms nog aangevuld met 2 cijfers, die het controlegetal vormen en geen
deel uitmaken van het eigenlijke brevetnummer.
Structuren
a) Algemene structuur
O.C.
I.T.
0 7
3
D. DATUM
D D M
CAT.
M
J
J
J
J
NUMMER
X
X
Toegelaten codes :
-
Operatiecode (O.C.)
Dienstcode (D.)
:
Datum
-
Categorie (Cat)
-
Nummer brevet
:
0
:
10, 12 en 13
: is de datum in 8 cijfers waarop het pensioen
wordt toegekend.
: is het soort pensioen toegekend in België of het land van
toekening van buitenlandse pensioenen in 2 cijfers.
bestaat uit maximaal 13 alfanumerieke tekens.
Wanneer het nummer korter is, moet de zone niet worden opgevuld met
nullen.
Voorbeeld :
Persoon krijgt op 1 november 2000 een rustpensioen toegewezen met nummer 2510/63087/12:
10/073/0/01112000/01/25106308712
Gecoördineerde versie
01.10.2014
b) Structuur voor een oorlogspensioen
O.C.
I.T.
0 7
3
NUMMER
N N N
D. DATUM
D D M
N
N
N
N
M
N
J
-
J
J
N
N
J
CAT.
0 3
N
/
N
N
N
Toegelaten codes :
-
Wat betreft de operatiecode, de dienstcode en datum zie structuur a hierboven.
-
Categorie (Cat.)
: 03
Nummer van het pensioenbrevet
(Nummer)
: bestaat uit 8 cijfers, een liggend
streepje, 2 cijfers, een
schuine streep en 4 cijfers.
Voorbeeld :
Persoon krijgt op 1 november 2000 het oorlogspensioen met nummer 25101632446718.
10/073/0/01112000/03/25101632-44/6718
c) Ander geval
O.C.
I.T.
0 7
3
NUMMER
N N N
D. DATUM
D D M
N
N
N
N
M
N
J
J
J
J
N
N
N
A
CAT.
2 9
N

een letter
N
N
N
N
  
|_________|

3 spaties
Opmerkingen :
-
Geen enkele bijwerking mag als resultaat hebben dat in het dossier een informatie verschijnt die
reeds aanwezig is met dezelfde datum, categorie en pensioenbrevetnummer. Wel kunnen meerdere
informaties worden ingebracht met hetzelfde pensioenbrevetnummer, doch met een verschillende
categorie.
-
Bij de invoering van een rust- en overlevingspensioen (code 01) moeten de eerste 4 cijfers van het
pensioenbrevetnummer normaliter overeenstemmen met het geboortejaar en geboortemaand van
belanghebbende. Indien dit niet het geval is, dient de dienstcode 5 te worden aangewend.
-
Voor een supressie of annulatie van een I.T. 073 moet de structuur, aan het eind, de categorie en het
pensioenbrevetnummer bevatten.
373. –374. Reserve
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 29
I.T. 074 – SPECIALE PENSIOENBREVETTEN
375.
a) Inleiding
-
Deze informatie neemt de pensioenbrevetten van allerlei aard op die omwille van hun structuur of inhoud niet kunnen opgevangen worden in het I.T. 073.
Deze informatie wordt gekenmerkt door het I.T. 074.
b) Samenstelling
-
Deze informatie bevat de datum van de toekenning van het pensioenbrevet (8 cijfers : DDMMJJJJ),
een reeksnummer en de identificatie van het pensioenbrevet.
c) Structuur
O.C.
I.T.
0 7
4
D. DATUM
0 D D M
RN
M
J
J
J
J
IDENTIFICATIE van het BREVET
Toegelaten codes :
-
Operatiecode (O.C.)
:
10, 12 en 13
-
Dienstcode (D.)
:
0
-
Datum
-
Reeksnummer (R.N.)
: 1, 2 of 3 afhankelijk van het aantal reeds opgenomen I.T. 074
in
het dossier.
-
Identificatie brevet
: weergave van het eigenlijke brevetnummer in maximaal
40
alfanumerieke tekens met eventueel een toelichting
Gecoördineerde versie
01.10.2014
: is de datum in 8 cijfers waarop het pensioenbrevet werd toegekend.
Indien deze datum onbekend is, de datum van kennisname door de
gemeente.
Voorbeeld :
Een persoon ontvangt op 1 november 2000 een pensioen uit Zweden met nummer
PEN 668790 = WE = XLZ193.
10/074/0/01112000/1/PEN668790=WE=XLZ193-Pensioen Zweden.
Opmerkingen :
-
Indien het dossier van een persoon nog geen I.T. 074 bevat, moet het reeksnummer 1 zijn.
-
Indien het dossier van een persoon reeds een I.T. 074 bevat, moet het reeksnummer van de nieuwe
informatie met één eenheid verhoogd worden.
-
Bij annulatie van het meest recente I.T. 074 in het dossier van een persoon, moet de structuur van de
annulatie het reeksnummer vermelden op het einde. Bij annulatie van oudere I.T.'s 074 moet de
structuur van de annulatie dit reeksnummer niet vermelden.
-
Bij annulatie van een informatie in het I.T. 074, die niet de meest recente is, wordt geen automatische
hernummering voorzien van de reeksnummers in het dossier. De gemeente zal zelf de informaties in
het I.T. 074 moeten aanpassen om een logische opeenvolging van de reeksnummers te verkrijgen.
376. – 380.
Reserve
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 30
I.T. 160 – MILITIE
381. De wetten op de militie werden opgeheven.
Dit informatietype werd afgesloten.
382. - 400. Reserve.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 31
I.T. 031 – NATIONALITEIT EN RECHTVAARDIGING
401.
Algemeen.
De informatie ”nationaliteit” betreft enerzijds de Belgische burgers en anderzijds de vreemdelingen.
Voor de Belgen hebben de hierna gebruikte rechtvaardigingscodes (zie nr. 403) als grondslag:
1
de gecoördineerde wetten op de verwerving, het verlies en de herkrijging van de nationaliteit (K.B.
van 14 december 1932);
2
de wet van 28 juni 1984 betreffende sommige aspecten van de toestand van de vreemdelingen
en houdende invoering van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (Titel II);
3
de wet van 13 juni 1991 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit en van de
artikelen 569 en 628 van het Gerechtelijk Wetboek;
4
de wet van 6 augustus 1993 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit en de
wetten betreffende de naturalisatie.
5°
de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische
nationaliteit (Belgisch Staatsblad van 6 april 2000).
6°
de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 28
december 2006, Ed. 3)
7°
de wet van 4 december 2012 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit
teneinde het verkrijgen van de Belgische nationaliteit migratieneutraal te maken (B.S. van 14
december 2012).
Voor de vreemdelingen zijn de nationaliteitscodes deze die opgenomen zijn in de lijst van de landen en
nationaliteiten. Het betreft codes die overeenstemmen met onafhankelijke Staten (met uitzondering van
elk niet autonoom gebied) en codes die betrekking hebben op vluchtelingen en staatlozen.
402.
Samenstelling van de informatie "nationaliteit".
a.
Voor de Belgen.
(1) indien geen nationaliteitsrechtvaardiging vereist is - (kind geboren in België uit een Belgische vader)
:
-
de datum van de informatie in 8 cijfers, namelijk de geboortedatum;
-
de nationaliteitscode van Belg (150).
(2) indien een nationaliteitsrechtvaardiging noodzakelijk is :
Gecoördineerde versie
01.10.2014
-
de datum van de informatie in 8 cijfers, die de geboortedatum kan zijn of de datum
waarop de Belgische nationaliteit toegekend of verkregen wordt;
-
de nationaliteitscode van Belg (150);
-
de code voor rechtvaardiging van de Belgische nationaliteit (nr. 403);
-
de plaats (NIS-code in vijf cijfers of landencode in vijf cijfers) die weergeeft :
-
b.

ofwel de gemeente of het land van verblijf op het ogenblik dat de Belgische nationaliteit
toegekend wordt;

ofwel de plaats van de overschrijving van de akte of het vonnis of de plaats van
inschrijving van de verklaring ingeval van verkrijging.

Voor bepaalde gemeenten dient het district opgegeven te worden (zie nr. 275).

Ingeval deze plaats onbekend is, code 99999 invoeren.
een eventuele commentaar van maximum 60 tekens.
Voor de vreemdelingen.
(1) Indien geen nationaliteitsrechtvaardiging vereist is :
-
de datum van de informatie in 8 cijfers, meestal, maar niet noodzakelijk, de geboortedatum.
-
de nationaliteitscode.
(2) Indien een nationaliteitsrechtvaardiging vereist is :
-
de datum van de informatie in 8 cijfers;
-
de nationaliteitscode;
-
een commentaar van maximum 60 tekens.
(3) OPMERKINGEN :

De buitenlandse onderdanen die, krachtens de wet van 22 december 1999 betreffende de
regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het
grondgebied van het Rijk, het voorwerp zijn van een positieve beslissing van regularisatie, dienen te
worden ingeschreven in het vreemdelingenregister.
Wanneer de nationaliteit van de betrokken buitenlandse onderdanen niet werd vastgesteld bij de
inschrijving in dit register, dient de vermelding “nog niet definitief bewezen” (code 901) te worden
ingevoerd in het IT 031.
In dit specifiek geval is het gebruik van de vermelding “onbepaald” volstrekt af te raden.

Indien de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (CGVS) of de Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen (RVV) de hoedanigheid van vluchteling toekent aan een vreemdeling
geeft het CGVS, nadat de beroepstermijnen verstreken zijn, een attest van erkenning van de
hoedanigheid van vluchteling aan hem af.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Op basis van dit attest moet de informatie met betrekking tot de nationaliteit (IT031) van betrokkene
bijgewerkt worden. De informatiedatum voor de bijwerking is de datum van de beslissing tot
erkenning van de hoedanigheid van vluchteling (zie beslissing tot erkenning of eventueel IT 206).
Deze datum mag niet verward worden met de datum van de betekening of de datum van afgifte van
het betrokken attest.
403.
Codes voor rechtvaardiging van de Belgische nationaliteit.
A.
Te gebruiken codes voor een informatiedatum vóór 1 januari 1985.
10
door geboorte
De vermelding "door geboorte" wordt niet meer afgedrukt overeenkomstig artikel 3 van de wet van
6 augustus 1993.
20
30
50
60
70
80
geboren in het buitenland.
naturalisatie.
door huwelijk.
door nationaliteitskeuze.
herkrijging van de Belgische nationaliteit.
behoud van de Belgische nationaliteit.
Het behoud van de Belgische nationaliteit krachtens artikel 27, § 2 van de wet van 28 juni 1984
mag evenwel aanvangen op een datum na 1 januari 1985.
81
krachtens artikel 5 van het K.B. van 14 december 1932.
Worden Belg : de niet ontvoogde minderjarige kinderen wanneer diegene van hun ouders, die over
hen het hoederecht uitoefent, vrijwillig de hoedanigheid van Belg verkrijgt of herkrijgt.
Op voorwaarde evenwel dat ze bewijzen dat ze een vreemde nationaliteit bezitten of deze
herkrijgen als gevolg van hun verklaring zelf, mogen ze tot het einde van hun tweeëntwintigste jaar
van de Belgische nationaliteit afstand doen door een verklaring zoals voorgeschreven bij artikel 22.
82
90
00
B.
door verklaring (art. 15 van het K.B. van 14 december 1932).
bijzondere gevallen, waarbij aanvullende informaties vereist zijn.
nationaliteitscode niet vermeld.
Te gebruiken codes voor een datum met uitwerking vanaf 1 januari 1985.
(1)
Geboorte in België (toekenning)
11
12
13
14
15
-
uit een Belgische ouder (Art. 8, § 1, 1).
geadopteerd door een Belg (Art. 9, 1).
staatloze (Art. 10, 1e lid).
vondeling (verondersteld in België te zijn geboren) – (Art. 10, 2e lid).
van wie één ouder of adoptant die in België geboren is, een verklaring
heeft afgelegd tot toekenning van de Belgische nationaliteit (Art. 11).
N.B.
(2)
Ter herinnering, geen verantwoording indien Belgische vader (nr. 402, a. (1)).
Geboorte in buitenland (toekenning)
21
geboren uit een Belgische vader die in België geboren is (Belgische of vreemde moeder)
(Art. 8, § 1, 2°, a)
22
geboren uit een Belgische moeder die in België geboren is (Belgische of vreemde vader)
(Art. 8, § 1, 2, a).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
23
van wie een ouder Belg is die in het buitenland geboren is en die binnen vijf jaar na de
geboorte een verklaring heeft afgelegd waarin hij verzoekt om toekenning van de
Belgische nationaliteit aan zijn kind (Art. 8, § 1, 2, b).
24
van wie de vader Belg is en in het buitenland geboren is, indien het kind geen andere nationaliteit bezit of behoudt tot de leeftijd van 18 jaar (of ontvoogding) (Art. 8, § 1, 2, c).
25
van wie de moeder Belg is en in het buitenland geboren is, indien het kind geen andere
nationaliteit bezit of behoudt tot de leeftijd van 18 jaar (of ontvoogding) (Art. 8, § 1, 2, c).
26
geadopteerd door een Belg(ische) geboren in België (Art. 9. 2, a).
27
geadopteerd door een Belg(ische) geboren in het buitenland, die binnen vijf jaar na de
adoptie een verklaring heeft afgelegd waarin hij verzoekt om toekenning van de Belgische
nationaliteit aan zijn kind (Art. 9, 2, b).
28
geadopteerd door een Belg(ische) geboren in het buitenland indien het kind geen andere
nationaliteit bezit (Art. 9, 2, c).
(3) Bijzondere gevallen van toekenning
65
Belg door collectief effect
(Art. 12).
(4) Verkrijging van de Belgische nationaliteit
30
naturalisatie
(Art. 19)
51
op verklaring ingevolge huwelijk
(Art. 16)
60
door nationaliteitskeuze
70
door herkrijging
90
91
C.
(Art. 13  15)
(Art. 24)
bijzondere gevallen die een commentaar vergen
(met name art. 22, 5, c a contrario en art. 28)
door bezit van de staat
(Art. 17)
Te gebruiken codes voor een datum met uitwerking vanaf 1 januari 1992 (geboorte in België).
16
geboren in België uit een ouder die zelf in België geboren is en die er gedurende vijf jaar in
de loop van de tien jaren die aan de geboorte van het kind voorafgaan, zijn hoofdverblijf heeft
gehad (Art. 11, 1e lid).
17
geboren in België en geadopteerd door een vreemdeling die zelf in België geboren is en die
er zijn hoofdverblijfplaats heeft gehad gedurende vijf jaar in de loop van de tien jaren
voorafgaand aan de dag waarop de adoptie uitwerking heeft; de betrokkene wordt Belg op de
dag dat de adoptie uitwerking heeft op voorwaarde dat deze op de dag van de adoptie de
Gecoördineerde versie
01.10.2014
leeftijd van achttien jaar niet bereikt heeft en niet ontvoogd is (Art. 11, 2e lid).
18
geboren in België, van wie de ouders of in geval van adoptie de adoptanten, een verklaring
afleggen tot toekenning van de Belgische nationaliteit vóór het kind twaalf jaar wordt. De
ouders of adoptanten moeten hun hoofdverblijfplaats in België hebben gehad gedurende de
tien jaren voorafgaand aan de verklaring, en het kind sedert zijn geboorte (Art. 11bis, § 1).
19 -
geboren in België, die er sedert zijn geboorte zijn hoofdverblijf heeft, die de leeftijd van
achttien jaar heeft bereikt en minder dan dertig jaar oud is, en die een verklaring aflegt om de
Belgische nationaliteit te bekomen voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats
waar hij zijn hoofdverblijf heeft (Art. 12bis, § 1). (tot 1 mei 2000)
-
geboren in België, die er sedert zijn geboorte zijn hoofdverblijf heeft, die de leeftijd van
achttien jaar bereikt heeft, en die een verklaring aflegt om de Belgische nationaliteit te
verkrijgen voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar hij zijn hoofdverblijf
heeft (Art. 12bis, § 1, 1°, zoals gewijzigd bij artikel 4 van de wet van 1 maart 2000 tot wijziging
van een zeker aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit).
Opmerking: Wat de code 19 betreft, de controle betreffende de maximumleeftijd (30 jaar) van de
vreemdeling die de verklaring aflegt wordt niet meer gedaan vanaf 1 mei 2000.
De controle
betreffende de minimumleeftijd blijft echter verder bestaan.
29
D.
Verklaring van behoud van de nationaliteit.( 01/01/95 – art. 22, § 1, 5°).
Te gebruiken codes voor een datum met uitwerking vanaf 1 mei 2000.
85
geboren in het buitenland, die de leeftijd van 18 jaar bereikt heeft, die een verklaring heeft
afgelegd om de Belgische nationaliteit te verkrijgen voor de ambtenaar van de burgerlijke
stand van de plaats waar hij zijn hoofdverblijf heeft, en van wie één ouder op het tijdstip van
de verklaring de Belgische nationaliteit bezit (art. 12bis, § 1, 2°).
De code 85 kan gebruikt worden met een informatiedatum tot en met 31 mei 2007.
86
de vreemdeling die de leeftijd van 18 jaar bereikt heeft, die sedert ten minste zeven jaar zijn
hoofdverblijf in België heeft gevestigd, die voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de
plaats waar hij zijn hoofdverblijf heeft een verklaring heeft afgelegd om de Belgische
nationaliteit te verkrijgen en die op het tijdstip van de verklaring toegelaten of gemachtigd is
tot een verblijf van onbeperkte duur in het Rijk, of toegelaten werd om er zich te vestigen (Art.
12bis, § 1, 3°).
De code 86 kan gebruikt worden met een informatiedatum tot en met 27 december 2006.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
E.
Codes te gebruiken met toepassing van de wet van 27 december 2006.
87
de vreemdeling, die een verklaring heeft afgelegd om de Belgische nationaliteit te verkrijgen voor
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar hij zijn hoofdverblijf heeft, en van wie
een ouder of adoptant de Belgische nationaliteit bezit op het tijdstip van de verklaring, voor zover
de adoptie gevolgen heeft voordat de geadopteerde de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt of
ontvoogd is vóór die leeftijd. Indien de aangever zijn hoofdverblijfplaats in het buitenland heeft,
moet hij aantonen werkelijke banden met zijn Belgische ouder of adoptant te hebben bewaard en
moet deze ouder of adoptant zijn hoofdverblijfplaats in België hebben op het tijdstip van de
verklaring (art. 12bis, § 1, 2°).
Code te gebruiken met een informatiedatum vanaf 1 juni 2007.
88
de vreemdeling, die voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar hij zijn
hoofdverblijf heeft een verklaring heeft afgelegd om de Belgische nationaliteit te verkrijgen, die
zich kan beroepen op zeven jaar hoofdverblijfplaats in België gedekt door een wettelijk verblijf en
die op het tijdstip van de verklaring gemachtigd of toegelaten werd tot een verblijf van onbeperkte
duur (art. 12bis, § 1, 3°).
Code te gebruiken met een informatiedatum vanaf 28 december 2006.
95
vervallenverklaring van de Belgische nationaliteit (art. 23).
Hij die van de staat van Belg vervallen is verklaard, kan alleen door naturalisatie opnieuw Belg
worden.
In deze gevallen moet de nationaliteitscode 991 gebruikt worden in de structuur van de
bijwerking. Deze code zal niet vertaald worden bij de afdruk (= blanco).
Code te gebruiken met een informatiedatum vanaf 28 december 2006.
F.
Code voor de persoon “die verklaart te heten: … en van … nationaliteit te zijn”..
45
De toestand van een nog niet definitief bewezen nationaliteit voor een vreemdeling
wordt voortaan aangeduid met de code 45.
De code wordt vertaald als: (Verklaarde nationaliteit).
De vermelding volgt direct na de informatie die met betrekking tot de nationaliteit in het
dossier van betrokkene is opgenomen.
De structuur voor de bijwerking is deze opgenomen onder 404 b.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
G. Codes te gebruiken met toepassing van de wet van 4 december 2012.
Wet van 4 december 2012 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische
nationaliteit teneinde het verkrijgen van de Belgische nationaliteit
migratieneutraal te maken. –
Codes met uitwerking vanaf 1 januari 2013
Nieuwe
codes
Verwijzing
Geboorte in België – Toekenning
geboren in België uit een ouder die zelf in België geboren is en die er gedurende
vijf jaar in de loop van de tien jaren die aan de geboorte van het kind voorafgaan,
zijn hoofdverblijf heeft gehad
geboren in België en geadopteerd door een vreemdeling die zelf in België geboren is en die er zijn hoofdverblijfplaats heeft gehad gedurende vijf jaar in de loop
van de tien jaren voorafgaand aan de dag waarop de adoptie uitwerking heeft; de
betrokkene wordt Belg op de dag dat de adoptie uitwerking heeft op voorwaarde
dat deze op de dag van de adoptie de leeftijd van achttien jaar niet bereikt heeft
en niet ontvoogd is
geboren in België, van wie de ouders of in geval van adoptie de adoptanten, een
verklaring afleggen tot toekenning van de Belgische nationaliteit vóór het kind
twaalf jaar wordt. De ouders of adoptanten moeten hun hoofdverblijfplaats in België hebben gehad gedurende de tien jaren voorafgaand aan de verklaring, en het
kind sedert zijn geboorte
31
Geboren in België
(art. 11, § 1, 1°)
32
Geboren in België
(art. 11, § 1, 2°)
33
Belg door verklaring ouders (art. 11, § 2)
 Opmerking: in de programma’s is een leeftijdscontrole voorzien tot 13 jaar;
voor een toekenning na deze leeftijd moet de bijwerking aangevraagd worden bij
de dienst Externe Relaties van het Rijksregister.
Bijzonder geval van toekenning
Belg door collectief effect
66
Belg door collectief effect
(Art. 12)
Verkrijging van de Belgische nationaliteit - Naturalisatie
Belanghebbende moet :
1° de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt;
2° wettelijk verblijven in België;
3° en aan België buitengewone verdiensten hebben bewezen of kunnen bewijzen op het wetenschappelijk, sportief, of sociocultureel vlak en daardoor een bijzondere bijdrage kunnen leveren voor de internationale uitstraling van België;
4° en met redenen omkleden waarom het voor hem zo goed als onmogelijk is
om de Belgische nationaliteit te verkrijgen door het afleggen van een nationaliteitsverklaring overeenkomstig artikel 12bis.
de vreemdeling die de leeftijd van achttien jaar heeft en de hoedanigheid heeft
van staatloze in België krachtens de er vigerende internationale overeenkomsten,
en sedert ten minste twee jaar wettelijk verblijf heeft in België
35
36
Naturalisatie / Buitengewone verdienste
(art. 19, § 1)
Naturalisatie / Staatloze
(art. 19, § 2)
Verkrijging van de Belgische nationaliteit – Op verklaring
de vreemdeling die :

de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt;

en in België geboren is;

en er sedert zijn geboorte wettelijk verblijft.
de vreemdeling die :

de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt;
Gecoördineerde versie
01.10.2014
40
Belg door verklaring
(art. 12bis, § 1, 1°)
41
Belg door verklaring
(art. 12bis, § 1, 2°)

en vijf jaar wettelijk verblijf in België heeft;

en het bewijs levert van de kennis van één van de drie landstalen;

en zijn maatschappelijke integratie bewijst;

en zijn economische participatie bewijst.
de vreemdeling die :

de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt;

en vijf jaar wettelijk verblijf in België heeft;

en het bewijs levert van de kennis van één van de drie landstalen;

en gehuwd is met een Belg, indien de echtgenoten gedurende ten minste drie
jaar in België hebben samengeleefd, of de ouder is van een Belgisch minderjarig of niet-ontvoogd minderjarig kind;

en zijn maatschappelijke integratie bewijst.
de vreemdeling die :

de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt;

en vijf jaar wettelijk verblijf in België heeft;

en het bewijs levert omwille van een handicap of invaliditeit geen betrekking of
economische activiteit te kunnen uitoefenen of de pensioengerechtigde leeftijd
heeft bereikt.
de vreemdeling die :

de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt;

en tien jaar wettelijk verblijf in België heeft;

en het bewijs levert van de kennis van één van de drie landstalen;

en het bewijs levert van zijn deelname aan het leven van zijn onthaalgemeenschap.
42
Belg door verklaring
(art. 12bis, § 1, 3°)
43
Belg door verklaring
(art. 12bis, § 1, 4°)
44
Belg door verklaring
(art. 12bis, § 1, 5°)
Door herkrijging
71
Belg door herkrijging van
de nationaliteit (Art. 24)
Verklaring van behoud van de Belgische nationaliteit
92
Verklaring van behoud van
de nationaliteit
(Art. 22, § 1, 5°)
Verlies van de Belgische nationaliteit
Verlies van de Belgische nationaliteit – bedrieglijke handelwijze
Art. 23, §1, 1°
Verlies van de Belgische nationaliteit – inbreuk < 10 jaar na bekomen van de nationaliteit
Art. 23/1, §1, 1°
Verlies van de Belgische nationaliteit – inbreuk < 5 jaar na bekomen van de nationaliteit
Art. 23/1, §1, 2°
Verlies van de Belgische nationaliteit – huwelijk nietig wegens schijnhuwelijk
Art. 23/1, §1, 3°
Gecoördineerde versie
01.10.2014
96
97
98
99
Verlies van de Belgische
nationaliteit
(art. 23, § 1, 1°)
Verlies van de Belgische
nationaliteit
(art. 23/1, § 1, 1°)
Verlies van de Belgische
nationaliteit
(art. 23/1, § 1, 2°)
Verlies van de Belgische
nationaliteit
(art. 23/1, § 1, 3°)
404. Structuren.
a.
Zonder rechtvaardiging van nationaliteit noch commentaar
cfr. nr. 402 a. (1) en nr. 402 b. (1).
O.C.
N N
b.
I.T.
0 3
1
M
J
J
J
J
NAT.
N N
N
Met rechtvaardiging van nationaliteit en met of zonder commentaar
cfr. nr. 402 a. (2).
O.C.
N N
I.T.
0 3
1
PLAATS
N N N
c.
D. DATUM
N D D M
D. DATUM
N D D M
N
N
M
J
J
J
J
NAT.
N N
N
CODE
N N
COMMENTAAR
X X X X
Zonder rechtvaardiging van nationaliteit en met commentaar.
cfr. nr. 402 b. (2).
O.C.
N N
I.T.
0 3
1
D. DATUM
N D D M
M
J
J
J
J
NAT.
N N
N
J
J
J
J
NAT.
1 5
0
COMMENTAAR
X X X X
d.
Met rechtvaardiging van nationaliteit.
O.C.
N N
405.
I.T.
0 3
1
2
DIPL. POST
0 N N N
9
D. DATUM
N D D M
N
M
LANDENCODE
(NNN)
Voorbeelden.
-
10/031/0/12102000/111
Invoering van de informatie "nationaliteit", voor een Frans staatsburger.
-
10/031/0/19031969/103/verzaking verkl. Brussel.
Invoering van de informatie "nationaliteit" voor een Duits staatsburger (DBR) die op 19 maart 1969
verzaakt heeft aan de Belgische nationaliteit.
-
10/031/0/11101980/150/30/35013
Verkrijging van de Belgische nationaliteit door naturalisatie.
-
10/031/0/11101985/150/24/21015
Toekenning van de Belgische nationaliteit aan een in het buitenland geboren persoon die in
Schaarbeek verblijft en wiens vader Belg is en in het buitenland geboren is (minder dan 18 jaar)
(Wet 28 juni 1984, art. 8, 2, b).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
406.
-
10/031/0/01061995/150/51/53053/Rechtb. 1 aanleg Bergen.
Verkrijging van de Belgische nationaliteit door de vreemde echtgenoot van een Belgisch persoon,
die voldoet aan de voorwaarden van verblijf in België (Wet 28 juni 1984, art. 16, § 2).
-
10/031/0/28012000/150/19/21004
Verwerving van de Belgische nationaliteit van een in België geboren persoon, van minstens 18 jaar
en minder dan 30 jaar oud, die in Brussel verblijft en sedert zijn geboorte in België zijn hoofdverblijf
heeft, door nationaliteitsverklaring afgelegd door belanghebbende voor de ambtenaar van de
burgerlijke stand van de stad Brussel ((Wet van 3 juni 1991, art. 12bis, § 1 van het Wetboek van de
Belgische nationaliteit) vóór de wijziging bij de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal
bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit (tot op 1 mei 2000)
-
10/031/0/08112000/150/85/62063
Verwerving van de Belgische nationaliteit door een in het buitenland geboren persoon, van
minstens 18 jaar oud, die in Luik verblijft en waarvan één van de ouders op het tijdstip van de
verklaring de Belgische nationaliteit bezit.
Bijwerkingsprocedure.
- Toegelaten zijn de operatiecodes 10, 11, 13, 17 en 20
- De operatiecode 13 wordt slechts aangenomen voor zover er ten minste een informatie 031 blijft
bestaan in het dossier na annulatie.
- Er worden controles verricht inzake de structuren, de informatiedata, de opeenvolging van de
informaties "nationaliteit" in het dossier, de minimum- of maximumleeftijd voor bepaalde gevallen van
verwerving of toekenning van de Belgische nationaliteit.
- Indien voor de verwerving of de toekenning van de Belgische nationaliteit vereist wordt dat de
betrokken persoon in België geboren is, wordt de geboorteplaats in het dossier geverifieerd.
- Inzake opeenvolging van twee informaties "nationaliteit" zijn onder meer volgende sequenties
verboden :
1. de opeenvolging van twee informaties met codes die in gebruik werden gebracht op 1 januari
1985 of 1 januari 1992;
2. de opeenvolging van twee informaties met codes waarvan de eerste reeds in gebruik was vóór
1 januari 1985 en de tweede in gebruik is sedert 1 januari 1985 of 1 januari 1992 (uitgezonderd
voor de code 90).
3.
-
de opeenvolging van twee informaties met identieke codes (met uitzondering van de codes 80,
90 en 29).
De verwerving of de toekenning van de Belgische nationaliteit kan een automatische schrapping
van de informaties 131, 200, 202 en 210 met zich meebrengen.
BELANGRIJKE OPMERKING:
Het invoeren van plaatsnamen met speciale tekens uit landen die geen gebruik maken van
het Romeins alfabet levert in bepaalde informatietypes problemen op bij het afdrukken van
deze namen.
Het is bijgevolg aangewezen dat de buitenlandse plaatsnamen met speciale tekens ingevoerd worden in hoofdletters zonder vermelding van de speciale tekens.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
IT031: Codes rechtvaardiging van verkrijging van de Belgische nationali‐
teit – vertaling in dossier. Code
FR
NL
D
né(e) en Belgique - Art.8, § 1er,
1°
geboren in België - Art.8, § 1, 1°
In Belgien geboren - Art. 8 § 1 Nr. 1
geboren in België - Art.9, 1°
In Belgien geboren - Art. 9 Nr. 1
geboren in België - Art.10, eerste lid
In Belgien geboren - Art. 10 Abs. 1
0
10
11
12
13
14
15
né(e) en Belgique - Art.9, 1°
né(e) en Belgique - Art.10, alinéa 1er
né(e) en Belgique - Art.10, alinéa 2
geboren in België - Art.10, tweede lid
In Belgien geboren - Art. 10 Abs. 2
geboren in België - Art.11
In Belgien geboren - Art. 11
geboren in België - Art.11, eerste lid
In Belgien geboren - Art. 11 Abs. 1
geboren in België - Art.11, tweede lid
In Belgien geboren - Art. 11 Abs. 2
geboren in België - Art.11bis, § 1
In Belgien geboren - Art. 11bis § 1
19
né(e) en Belgique - Art.11
né(e) en Belgique - Art.11, alinéa 1er
né(e) en Belgique - Art.11, alinéa 2
né(e) en Belgique - Art.11bis, §
1er
né(e) en Belgique - Art.12bis, §
1er
geboren in België - Art.12bis, § 1
In Belgien geboren - Art. 12bis § 1
20
par filiation
door afstamming
Durch Abstammung
21
er
né(e) à l'étranger - Art.8, § 1 ,
2°, a)
geboren in het buitenland - Art.8, § 1,
2°, a)
Im Ausland geboren - Art. 8 § 1 Nr. 2
Buchstabe a)
22
er
né(e) à l'étranger - Art.8, § 1 ,
2°, a)
geboren in het buitenland - Art.8, § 1,
2°, a)
Im Ausland geboren - Art. 8 § 1 Nr. 2
Buchstabe a)
23
né(e) à l'étranger - Art.8, § 1er,
2°, b)
geboren in het buitenland - Art.8, § 1,
2°, b)
Im Ausland geboren - Art. 8 § 1 Nr. 2
Buchstabe b)
24
er
né(e) à l'étranger - Art.8, § 1 ,
2°, c)
geboren in het buitenland - Art.8, § 1,
2°, c)
Im Ausland geboren - Art. 8 § 1 Nr. 2
Buchstabe c)
25
er
né(e) à l'étranger - Art.8, § 1 ,
2°, c)
geboren in het buitenland - Art.8, § 1,
2°, c)
Im Ausland geboren - Art. 8 § 1 Nr. 2
Buchstabe c)
26
né(e) à l'étranger - Art.9, 2°, a)
Im Ausland geboren - Art. 9 Nr. 2
geboren in het buitenland - Art.9, 2°, a) Buchstabe a)
27
né(e) à l'étranger - Art.9, 2°, b)
28
né(e) à l'étranger - Art.9, 2°, c)
29
par conservation de la nationali- door behoud van de nationaliteit té - Art.22, § 1er, 5°
Art.22, § 1, 5°
Durch Beibehaltungserklärung - Art.
22 § 1 Nr. 5
par naturalisation
né(e) en Belgique - Art.11, § 1er,
1°
er
né(e) en Belgique - Art.11, § 1 ,
2°
par déclaration parents - Art.11,
§2
geboren in België - Art.11, § 1, 2°
Durch Einbürgerung
In Belgien geboren - Art. 11 § 1 Abs.
1 Nr. 1
In Belgien geboren - Art. 11 § 1 Abs.
1 Nr. 2
door verklaring ouders - Art.11, § 2
Durch Erklärung Eltern - Art. 11 § 2
naturalisatie buitengewone verdienste
- Art.19, § 1
naturalisatie, staatloze - Art.19, § 2
Einbürgerung außerordentliche Verdienste - Art. 19 § 1
Einbürgerung Staatenloser - Art. 19
§2
door verklaring - Art.12bis, § 1, 1°
Durch Erklärung - Art. 12bis § 1 Nr. 1
16
17
18
30
31
32
33
35
36
40
naturalisation mérite exceptionnel - Art.19, § 1er
naturalisation, apatride - Art.19,
§2
par déclaration - Art.12bis, § 1er,
1°
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Im Ausland geboren - Art. 9 Nr. 2
geboren in het buitenland - Art.9, 2°, b) Buchstabe b)
Im Ausland geboren - Art. 9 Nr. 2
geboren in het buitenland - Art.9, 2°, c) Buchstabe c)
door naturalisatie
geboren in België - Art.11, § 1, 1°
44
par déclaration - Art.12bis, § 1er,
2°
er
par déclaration - Art.12bis, § 1 ,
3°
par déclaration - Art.12bis, § 1er,
4°
par déclaration - Art.12bis, § 1er,
5°
45
(Nationalité déclarée)
(Verklaarde nationaliteit)
(Angegebene Staatsangehörigkeit)
50
door huwelijk
51
par mariage
déclaration suite à mariage Art.16
verklaring ingevolge huwelijk - Art.16.
Durch Eheschließung
Erklärung infolge Eheschließung Art. 16
60
par option
door keuze
Durch Option
65
par effet collectif - Art.12
door collectief effect - Art.12.
Durch kollektive Folge - Art. 12
66
par effet collectif - Art.12
door collectief effect - Art.12.
Durch kollektive Folge - Art. 12
70
par recouvrement
door herkrijging
Durch Wiedererlangung
71
door herkrijging - Art.24
Durch Wiedererlangung - Art. 24
85
par recouvrement - Art.24
par conservation de la nationalité
en vertu de l'art. 5 L.C.-A.R.
14/12/1932
en vertu de l'art.15 L.C.-A.R.
14/12/1932
né(e) à l'étranger - Art.12bis, §
1er, 2°
door behoud
ingevolge art. 5 Gec.W.-K.B.
14/12/1932
ingevolge art.15 Gec.W.-K.B.
14/12/1932
geboren in het buitenland - Art.12bis, §
1, 2°
durch Beibehaltungserklärung
gemäss Art. 5 Koord. G. - K.E.
14.12.1932
gemäss Art. 15 Koord. G. - K.E.
14.12.1932
Im Ausland geboren - Art. 12bis § 1
Nr. 2
86
Art.12bis, §1er, 3°
Art.12bis, § 1, 3°
Art. 12bis § 1 Nr. 3
87
Art.12bis, §1er, 2°
Art.12bis, § 1, 2°
Art. 12bis § 1 Nr. 2
Art. 12bis § 1 Nr. 3
auf Grund des Besitzes des Standes
- Art. 17
41
42
43
80
81
82
er
door verklaring - Art.12bis, § 1, 2°
Durch Erklärung - Art. 12bis § 1 Nr. 2
door verklaring - Art.12bis, § 1, 3°
Durch Erklärung - Art. 12bis § 1 Nr. 3
door verklaring - Art.12bis, § 1, 4°
Durch Erklärung - Art. 12bis § 1 Nr. 4
door verklaring - Art.12bis, § 1, 5°
Durch Erklärung - Art. 12bis § 1 Nr. 5
88
Art.12bis, §1 , 3°
Art.12bis, § 1, 3°
91
par possession d'état - Art.17
door bezit van staat - Art.17
92
par conservation de la nationali- door behoud van de nationaliteit té - Art.22, § 1er, 5°
Art.22, § 1, 5°
durch Beibehaltungserklärung - Art.
22 § 1 Nr. 5
95
Art.23
Art.23
Art. 23
er
96
Art.23, § 1 , 1°
Art.23, § 1, 1°
Art. 23 § 1 Nr. 1
97
Art.23/1, § 1er, 1°
Art.23/1, § 1, 1°
Art. 23/1 § 1 Nr. 1
98
Art.23/1, § 1er, 2°
Art.23/1, § 1, 2°
Art. 23/1 § 1 Nr. 2
99
Art.23/1, § 1er, 3°
Art.23/1, § 1, 3°
Art. 23/1 § 1 Nr. 3
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 31 bis
I.T. 032 – DE MEERVOUDIGE NATIONALITEIT
407.
Algemeenheden.
Het wetboek van de Belgische nationaliteit werd grondig gewijzigd door de wet van 27 december 2006
houdende diverse bepalingen (I), gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 december 2006.
Met toepassing van artikel 386, 1° en 2°, van voormelde wet werd de regel van de meervoudige nationaliteit ingevoerd ten aanzien van de Belgische onderdanen die vrijwillig de nationaliteit hebben verworven
van een Staat die geen partij is bij het Verdrag van de Raad van Europa van 6 mei 1963, goedgekeurd bij
de wet van 22 mei 1991.
De Staten die partij zijn bij voornoemd Verdrag, en waarvoor bijgevolg geen meervoudige nationaliteit
kan worden ingevoerd, zijn: Oostenrijk, Denemarken, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland,
Noorwegen, Spanje en het Verenigd Koninkrijk.
Bij koninklijk besluit van 25 april 2007 (B.S. van 10 mei 2007) werd de inwerkingtreding van voornoemde
artikelen van de wet van 27 december 2006 vastgesteld op 8 juni 2007.
*
*
Het koninklijk besluit van 23 april 2008 (B.S. van 30 april 2008, Ed. 3) tot vaststelling van de datum van
inwerkingtreding van artikel 386, 1° en 2° van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) ten aanzien van de Staten die Partij zijn bij het Verdrag van de Raad van Europa van 6 mei
1963 betreffende de beperking van gevallen van meervoudige nationaliteit en betreffende militaire verplichtingen in geval van meervoudige nationaliteit heft deze beperking op met ingang van 28 april 2008.
Vanaf deze datum kan iedere Belg dus op vrijwillige basis de nationaliteit van eender welk ander land
verwerven, met behoud van de Belgische nationaliteit.
* *
Het principe van de meervoudige nationaliteit laat niet toe om zich te beroepen op meerdere nationaliteiten tezelfdertijd. De omzendbrief van 23 september 2004 betreffende de aspecten van de wet van 16 juli
2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht die betrekking hebben op het personeelstatuut herinnert met name aan de bepalingen van het Verdrag van ’s-Gravenhage van 12 april 1930 waarin
“wordt beoogd op onweerlegbare wijze vast te stellen dat een Belg die een andere nationaliteit bezit, door
de Belgische overheden steeds als Belg wordt beschouwd”.
De kennisgeving van de vrijwillige verwerving van een vreemde nationaliteit zal afhangen van de buitenlandse overheden. In bepaalde gevallen is voorzien in een verplichting tot het mededelen van deze informatie aan de Belgische overheden, met name aan de FOD Buitenlandse Zaken, krachtens een internationale overeenkomst, bilaterale overeenkomsten of diplomatieke relaties met bepaalde landen.
*
*
Het invoeren van een andere nationaliteit voor een Belgisch onderdaan zal gebeuren aan de hand van
een akte van verwerving van de nationaliteit of een getuigschrift dat de vreemde nationaliteit bevestigt,
of op basis van een paspoort dat werd uitgereikt door een buitenlandse overheid, voor zover duidelijk
Gecoördineerde versie
01.10.2014
kan vastgesteld worden dat de vreemde nationaliteit werd verworven na 8 juni 2007, of naargelang het
geval 28 april 2008.
Het is niet noodzakelijk dat voor ieder afzonderlijk geval een officieel document van de FOD Buitenlandse Zaken wordt voorgelegd of aangevraagd. In bepaalde gevallen (bilaterale overeenkomsten) zal
de bevoegde buitenlandse overheid de Belgische FOD Buitenlandse Zaken op de hoogte brengen dat
een Belgisch onderdaan de vreemde nationaliteit heeft verworven;
In alle gevallen moet het gaan om een vrijwillige verwerving van een vreemde nationaliteit, met behoud
van de Belgische nationaliteit.
Belgische onderdanen die oorspronkelijk een andere nationaliteit hadden omwille van hun geboorte in
het land van herkomst of omwille van de nationaliteit van hun ouders kunnen niet in aanmerking komen.
*
* *
Het I.T. 032 in het Rijksregister van de natuurlijke personen voorziet in het opnemen van de meervoudige
nationaliteit.
Het I.T. 032 wordt beschouwd als een wettelijk informatietype.
408.
Structuren.
1. Structuren voor het bijwerken van de informatie (OC 10).
a) Eenvoudige structuur
O.C.
1 0
I.T.
0 3
D. INFORMATIEDATUM
0 D D M M J J
2
J
J
NAT.
N N
N
b) Structuur met grafiek
O.C.
1 0
I.T.
0 3
2
D. INFORMATIEDATUM
0 D D M M J J
J
J
NAT.
N N
Grafiek (max. 60)
N
Toegelaten codes :
-
Dienstcode (D.)
Informatiedatum
-
Nat.
-
Grafiek (facultatief)
Gecoördineerde versie
01.10.2014
: 0;
: is de datum van de vrijwillige verwerving van de vreemde nationaliteit
(DDMMJJJJ);
: code van het land waarvan de vrijwillige nationaliteit werd
verworven;
: commentaarzone van maximum 60 alfanumerieke tekens.
2. Structuur voor het supprimeren van een informatie (OC 12).
O.C.
1 2
I.T.
0 3
2
D. INFORMATIEDATUM
0 D D M M J J
J
J
V.
N
Toegelaten codes :
-
Dienstcode (D.)
Informatiedatum
V.
:0
: is de datum waarop de informatie gesupprimeerd wordt.
: volgnummer van de te supprimeren informatie.
In geval van meerdere informaties van hetzelfde informatietype met dezelfde datum, kan een cijfer van 1
tot 3 toegevoegd worden aan het einde van de structuur, om de informatie aan te wijzen die moet geannuleerd worden; met het cijfer 1 de eerste, met het cijfer 2 de tweede, met het cijfer 3 de derde.
3. Structuur voor het annuleren van een informatie (OC 13).
O.C.
1 3
I.T.
0 3
2
D. INFORMATIEDATUM
0 D D M M J J
J
J
Toegelaten codes :
-
409.
Dienstcode (D.)
Informatiedatum
:0
: is de datum van de informatie die moet geannuleerd worden.
Controles.

De informatiedatum moet recenter zijn dan 8 juni 2007, datum van inwerkingtreding van de regel van
de meervoudige nationaliteit (verwerping 322).

Een meervoudige nationaliteit kan niet worden ingevoerd voor volgende nationaliteiten:
Landencode
Land
105
Oostenrijk
108
Denemarken
109
Spanje
111
Frankrijk
112
Verenigd Koninkrijk
113
Luxemburg
116
Ierland
121
Noorwegen
128
Italië
129
Nederland
150
België
Deze beperking is slechts van toepassing tussen 8 juni 2007 en 27 april 2008. Vanaf 28 april 2008 is
de meervoudige nationaliteit toegelaten voor alle nationaliteiten.
 Specifieke verwerpingscodes voor het IT 032 :
CODE
326
347
370
373
Gecoördineerde versie
01.10.2014
BETEKENIS
Geen Belgische nationaliteit aanwezig in het IT 031.
Geen IT 031 aanwezig in het dossier.
Landencode waarvoor geen meervoudige nationaliteit kan worden
ingevoerd (zie hierboven).
Betrokkene is nog geen 18 jaar oud op de informatiedatum.
HOOFDSTUK 32
I.T. 130 – DE KIESGEGEVENS
410.
Inleiding.
Dit informatietype heeft tot doel de volgende gegevens te kunnen opnemen:

De uitsluiting van het kiesrecht, of van het recht om aan een gemeentelijke volksraadpleging deel te
nemen, van betrokkene (code 3);

Het feit of iemand de hoedanigheid van “kiezer” of “deelnemer aan een gemeentelijke
volksraadpleging” heeft teruggekregen (code 1);
-
Met toepassing van de wet van 14 april 2009 houdende diverse bepalingen inzake verkiezingen (B.S.
van 15 april 2009) werden de artikelen 6 en 7 van het Algemeen Kieswetboek gewijzigd. De nieuwe
bepalingen schrappen het automatisme tussen de veroordeling en het definitieve verlies of de tijdelijke
schorsing van zijn stemrecht die hieruit voortvloeit voor de veroordeelde. De ontzetting uit het
kiesrecht moet uitdrukkelijk worden vastgelegd in het vonnis.
Met toepassing van de bepalingen van het Strafwetboek ter zake kan de rechter bovendien beslissen
om iemand uit te sluiten van het stemrecht of van het recht om kandidaat te zijn bij de verkiezingen, of
een combinatie van één van beide.
Vier nieuwe codes – 4 (kiezer), 5 (niet-kiezer), 8 (kandidaat) en 9 (niet-kandidaat) – werden gecreëerd
om hieraan tegemoet te komen. Deze codes hebben uitwerking vanaf 15 april 2009. De code 3 blijft
bestaan voor de informatiegegevens vóór deze datum.

De registratie van de personen die, overeenkomstig artikel 95, § 4 van het Algemeen Kieswetboek,
aangewezen kunnen worden voor de functie van voorzitter van een stembureau of van voorzitter of
bijzitter van een stemopnemingsbureau (code 6);

De registratie van de personen die aangewezen kunnen worden als bijzitter van een stembureau
(code 7); dit is ook van toepassing voor onderdanen uit de Europese Unie bij de
gemeenteraadsverkiezingen in de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
NB: De bijzitters van de stembureaus worden door de voorzitter van het kantonhoofdbureau
aangewezen tussen de kiezers van de stemafdeling.

De registratie van vrijwilligers;

Het aantal keer dat iemand effectief gezeteld heeft als voorzitter of bijzitter.
Normaal wordt iemand door het informaticaprogramma als kiezer, of als deelnemer aan een gemeentelijke
volksraadpleging, geselecteerd wanneer hij aan alle kiesbevoegdheidsvereisten voldoet zonder dat het
nodig is in zijn dossier de informatie "kiezer" of ”deelnemer aan een gemeentelijke volksraadpleging” in te
voeren.
De uitsluiting van het recht om deel te nemen aan een gemeentelijke volksraadpleging moet bijgevolg
expliciet in het dossier van de betrokkene worden opgenomen, met vermelding van de aanvangs- en
einddatum van de kiesonbevoegdheid.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
411.
Bestanddelen
Deze informatie omvat de datum waarop de electorale toestand aanvangt, de code betreffende de
electorale toestand en gebeurlijk een aanwijzing voor de functie van voorzitter in een stembureau
(overeenkomstig artikel 95, § 4 van het Algemeen Kieswetboek), en van voorzitter of bijzitter van een
stemopnemingsbureau, de einddatum van de kiesonbevoegdheid of van de onbevoegdheid om deel te
nemen aan een gemeentelijke volksraadpleging, de aanduiding of iemand vrijwilliger is voor een functie in
een stembureau of stemopnemingsbureau, en het aantal keer dat iemand effectief dergelijke functie heeft
uitgeoefend.
a) de datum van de electorale toestand
De datum is deze :
-
waarop iemand in aanmerking kan worden genomen om aangewezen te worden voor de functie van
voorzitter in een stembureau (overeenkomstig artikel 95, § 4 van het Algemeen Kieswetboek), en van
voorzitter of bijzitter van een stemopnemingsbureau;
-
waarop iemand uitgesloten is van het kiesrecht of van het recht om deel te nemen aan een
gemeentelijke volksraadpleging, of wiens kiesrecht of recht om deel te nemen aan een gemeentelijke
volksraadpleging geschorst is;
-
waarop iemand, na een periode van kiesonbevoegdheid, of van onbevoegdheid om deel te nemen
aan een gemeentelijke volksraadpleging (de datum ligt tussen de leeftijd van 16 en 18 jaar),
heringeschreven wordt;
-
waarop iemand de hoedanigheid van kiezer of van deelnemer aan een gemeentelijke
volksraadpleging (de datum ligt tussen de leeftijd van 16 en 18 jaar) terugkrijgt: machtiging om zijn
kiesrecht of recht op deelname aan een gemeentelijke volksraadpleging uit te oefenen bij bepaalde
veroordelingen of sommige kiesonbevoegdheidsverklaringen waarbij uitstel of opschorting voorzien is;
-
waarop iemand niet-kiezer en/of niet-kandidaat is.
b) de code van de electorale toestand
Deze code kan zijn:
4
Kiezer / deelnemer aan een gemeentelijke volksraadpleging
(code geldig tot 15.04.2009)
Geen kiezer / Geen deelnemer aan een gemeentelijke volksraadpleging
(code geldig tot 15.04.2009)
Kiezer (code geldig vanaf 15.04.2009)
5
Niet-kiezer (code geldig vanaf 15.04.2009)
6
Voorzitter stembureau / Voorzitter/bijzitter stemopnemingsbureau
7
Bijzitter in stembureau
8
Kandidaat (code geldig vanaf 15.04.2009)
9
Geen kandidaat (code geldig vanaf 15.04.2009)
1
3
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Code 1 - Kiezer / Deelnemer aan een gemeentelijke volksraadpleging.
-
Deze code moet enkel ingevoerd worden na een periode van kiesonbevoegdheid, of van
onbevoegdheid om deel te nemen aan een gemeentelijke volksraadpleging.
-
In de andere gevallen worden de kiezers die voldoen aan de kiesbevoegdheidsvoorwaarden of aan de
voorwaarden om deel te nemen aan een gemeentelijke volksraadpleging automatisch geselecteerd
door de computer zonder dat zich hiervoor een I.T. 130 met code 1 dient te bevinden in het dossier.
Code 3 - Geen kiezer / Geen deelnemer aan een gemeentelijke volksraadpleging.
-
Deze code wordt ingebracht in het dossier van de personen die zijn uitgesloten of geschorst van het
kiesrecht of van het recht om deel te nemen aan een gemeentelijke volksraadpleging.
-
De bepalingen betreffende de uitsluiting van en de schorsing uit het kiesrecht zijn opgenomen in de
artikelen 6 tot 9bis van het Kieswetboek. De Parketten doen de kennisgevingen inzake de
veroordelingen met de uitsluiting van of schorsing uit het kiesrecht tot gevolg aan de
gemeentebesturen (artikel 13 van het Kieswetboek). Zie in dit verband eveneens nr. 294bis van
onderhavige onderrichtingen.
-
Opmerking:
Uitsluiting van het kiesrecht is definitief, terwijl schorsing uit het kiesrecht
voor een bepaalde termijn is.
Code 4 – Kiezer
Code 5 – Niet-kiezer
Code 8 – Kandidaat
Code 9 – Niet-kandidaat
-
Met toepassing van de wet van 14 april 2009 houdende diverse bepalingen inzake verkiezingen (B.S.
van 15 april 2009) werden de artikelen 6 en 7 van het Algemeen Kieswetboek gewijzigd.
De nieuwe bepalingen schrappen het automatisme tussen de veroordeling en het definitieve verlies of
de tijdelijke schorsing van zijn stemrecht die hieruit voortvloeit voor de veroordeelde. Voortaan moet
de strafrechter zich expliciet uitspreken over het feit of de persoon die hij veroordeeld zal hebben als
dader van een misdaad of misdrijf, als bijkomende straf bij deze veroordeling zijn kiesrechten zal
verliezen, en, indien dit het geval is, zal hij de duur van deze onmogelijkheid moeten vastleggen in de
uitspraak of het arrest van veroordeling.
Deze regeling geldt voor alle veroordelingen die werden uitgesproken na de publicatie van
voornoemde wet, dit is na 15 april 2009.
De ontzettingen en schorsingen van het kiesrecht die van toepassing waren op deze datum blijven
gehandhaafd.
Met toepassing van de bepalingen van het Strafwetboek ter zake kan de rechter bovendien beslissen
om iemand uit te sluiten van het stemrecht of van het recht om kandidaat te zijn bij de verkiezingen, of
een combinatie van één van beide.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Code 6 - Functie als voorzitter in een stembureau, of voorzitter/bijzitter in een
stemopnemingsbureau.
-
Deze code wordt vermeld in het dossier van de personen die omwille van hun beroep in aanmerking
kunnen worden genomen om aangewezen te worden voor de functie van voorzitter in een
stembureau, of van voorzitter of bijzitter in een stemopnemingsbureau.
-
Met toepassing van hogergenoemde wet van 14 april 2009 is artikel 95, § 4, derde lid, van
het Kieswetboek als volgt gewijzigd en zijn er voortaan de onderstaande categorieën toe te
passen vanaf 8 juni 2009.
“Deze personen worden aangewezen in de hierna vermelde volgorde :
1. de magistraten van de Rechterlijke Orde;
2. de gerechtelijke stagiairs;
3. de advocaten en de advocatenstagiairs volgens hun inschrijving op het tableau of de lijst van
stagiairs;
4. de notarissen;
5. de gerechtsdeurwaarders;
6. de bekleders van een ambt die onder de Staat, de gemeenschappen en de gewesten ressorteren
en de bekleders van een gelijkwaardige graad die ressorteren onder provincies, gemeenten en
openbare centra voor maatschappelijk welzijn, onder enige instelling van openbaar nut al dan niet
bedoeld in de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van
openbaar nut of onder de autonome overheidsbedrijven bedoeld in de wet van 21 maart 1991
betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;
7. het onderwijzend personeel;
8. de vrijwilligers;
9. indien nodig, de personen die aangewezen zijn onder de kiezers van de kieskring.”
Opmerkingen:
1. Met toepassing van artikel 95, § 4, 4de lid van het Kieswetboek, moeten de overheden die personen
bedoeld in de categorieën 6 en 7 tewerkstellen, de naam, de voornamen, het adres en het beroep van
deze personen meedelen aan de gemeentebesturen waar zij hun hoofdverblijfplaats hebben.
2. De aanduiding of iemand als vrijwilliger (categorie 8) wenst te zetelen, wordt niet als een afzonderlijke
categorie opgenomen. De aanduiding van vrijwilliger wordt met een specifieke code opgenomen in de
structuur van de bijwerking.
3. Het wetsontwerp tot aanpassing van artikel 95, § 4, 3de lid voorzag eveneens de mogelijkheid om,
via de nieuwe nomenclatuur die gebruikt wordt in de klassering van de beroepen door de diensten
van het Rijksregister, ook nieuwe beroepscategorieën op te roepen (vb. ingenieur, bibliothecaris,
technicus…). De Raad van State raadde af om deze opsomming in het Kieswetboek op te nemen
bij gebrek aan een wettelijke basis voor deze lijst van beroepen.
Ondanks deze juridische bemerking, lijkt het echter aangewezen om ook aan deze categorieën
voorrang te geven bij de oproeping van de voorzitters en bijzitters van de kiesbureaus.
Het gaat meer bepaald om de beroepen die overeenkomen met de nummers 52110 tot 53480 in
de klassering van de beroepen in het Rijksregister van de natuurlijke personen.
Deze personen moeten bijgevolg opgenomen worden onder de categorie 9 (gewone kiezers).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Code 7 - Functie als bijzitter in een stembureau.
Deze code wordt vermeld in het dossier van de personen die in aanmerking kunnen worden genomen om
aangewezen te worden voor de functie van bijzitter in een stembureau.
Opmerkingen:

Zowel de code 6 als de code 7 kunnen tegelijkertijd voorkomen in een dossier: iemand kan omwille
van zijn beroep opgenomen worden met de code 6, en hij kan zelf vrijwilliger zijn voor de functie van
bijzitter in een stembureau (code7).

Zowel voor de code 6 (voorzitter van een stembureau, of voorzitter/bijzitter van een
stemopnemingsbureau) als de code 7 (bijzitter van een stembureau) wordt voorzien in de mogelijkheid
voor het opnemen van vrijwilligers die zich aanbieden voor deze functies.

In beide gevallen kan tevens het aantal keer vermeld worden dat betrokkene effectief gezeteld heeft.
c) Einddatum van de kiesonbevoegdheid
412.
-
Dit is de datum waarop de kiesonbevoegdheid of de onbevoegdheid om deel te nemen aan een
gemeentelijke volksraadpleging eindigt; deze datum mag enkel worden vermeld als er een code 3
(geen kiezer/ geen deelnemer aan een gemeentelijke volksraadpleging ) in het dossier staat.
-
Deze einddatum is eveneens van toepassing voor code 5 (niet-kiezer) en code 9 (niet-kandidaat).
-
De levenslange uitsluiting wordt weergegeven door de fictieve vervaldatum : 31.12.2199.
-
Indien een persoon opgenomen staat als "niet-kiezer" met een verstreken einddatum zonder dat een
nieuwe informatie "kiezer" werd ingevoerd, zal het computerprogramma deze persoon toch als kiezer
selecteren.
Structuren.
1. Structuur voor de bijwerking OC 10 met code (C) 4 of 8
OC
1
IT
0
1
3
0
D
INFORMATIEDATUM
0
D
D
M
M
E
C
E
J
J
4/8
Toegelaten codes :
-
Operatiecode (O.C.) :
10, 11, 13 en 20.
-
Dienstcode (D.)
0
-
Informatiedatum
-
Code (C)
:
:
is de datum in 8 cijfers waarop betrokkene opnieuw
kiezer of kandidaat wordt.
: 4 = kiezer
8 = kandidaat
2. Structuur voor de bijwerking OC 10 met code (C) 5 of 9
OC
1
IT
0
1
3
Gecoördineerde versie
01.10.2014
0
D
INFORMATIEDATUM
0
D
D
M
M
E
E
J
J
C
EINDATUM ONTZETTING
5/9
D
D
M
M
E
E
J
J
Toegelaten codes :


Operatiecode (O.C.)
:
10, 11, 13 en 20.

Dienstcode (D.)
:
0
Informatiedatum
:
is de datum in 8 cijfers waarop betrokkene uitgesloten
wordt om kiezer of kandidaat te zijn.

Code (C)
:
5 = niet-kiezer
9 = niet-kandidaat

Einddatum ontzetting
:
is de datum in 8 cijfers waarop de uitsluiting van het stemrecht of de
uitsluiting van het recht om kandidaat te zijn bij de verkiezingen
eindigt.
OPMERKING: De codes 4/8 en 5/9 kunnen gelijktijdig, en in verschillende combinaties, voorkomen in
een dossier.
Voorbeeld 1:
Iemand wordt op 15 april 2013, voor een periode van 5 jaar, geschorst van het recht
om te stemmen, maar niet van het recht om kandidaat te zijn.
 Niet-kiezer/kandidaat
Bijwerking: 10=130=0=15042013=5=14042018
10=130=0=15042013=8
Voorbeeld 2: Iemand wordt op 20 maart 2013 uitgesloten van het stemrecht (=
levenslang), maar mag slechts gedurende een periode van 10 jaar geen kandidaat zijn
bij verkiezingen.
Bijwerking: 10=130=0=20032013=5=31122199
10=130=0=20032013=9=19032023
3. Structuur voor de bijwerking OC 10 met code 6 – Voorzitter in een stembureau, of voorzitter/bijzitter in
een stemopnemingsbureau
O.C.
1
0
I.T.
1
3
D.
0
0
INFORMATIEDATUM
D
D
M
M
J
J
-
Operatiecode (O.C.)
:
10, 11, 13 en 20
-
Dienstcode (D.)
:
0
Gecoördineerde versie
01.10.2014
C.
J
J
6
CAT.
VRIJW.
AANTAL
NIS-CODE
N
N
N
N
N
-
Informatiedatum
:
-
Code (C.)
:
-
Categorie (CAT.)
:
is de datum waarop de informatie in het dossier wordt ingevoerd.
6
deze stemt overeen met de nieuwe categorieën, zoals vastgelegd in de
wet van 14 april 2009 houdende diverse bepalingen inzake verkiezingen
(BS van 15 april 2009).
Door het invoeren van de nieuwe structuur, die van toepassing is vanaf 1 juni 2009, wordt de
informatie weergegeven in het dossier met vermelding van de nieuwe categorie, afgekort, en
tussen haakjes de aanduiding “Gewijzigd”.
Belangrijke opmerking: De vermelding “niveau A en B” voor de ambtenaren wordt
weggelaten bij de afdruk in het dossier.
Het lijkt echter aangewezen om bij voorkeur ambtenaren van niveau A/B te selecteren
voor deze functies.
Afdruk in het dossier
CAT
OMSCHRIJVING
Afkorting
Abréviation
Abkürzung
01 –
de magistraten van de Rechterlijke
art. 95, § 4, al. 3, 1° Orde;
Magistraat
Magistrat
Magistrat
02 –
de gerechtelijke stagiairs;
art. 95, § 4, al. 3, 2°
Ger. Stage
Stag. Jud.
Ger. Prakt
de advocaten en de advocatenstagi03 –
airs volgens hun inschrijving op het
art. 95, § 4, al. 3, 3°
tableau of de lijst van stagiairs;
Advocaat
Avocat
R. Anwalt
04 –
de notarissen;
art. 95, § 4, al. 3, 4°
Notaris
Notaire
Notar
05 –
de gerechtsdeurwaarders;
art. 95, § 4, al. 3, 5°
Ger. Deurw
Huissier
GVollziehr
06 –
ambtenaren niveau A en B;
art. 95, § 4, al. 3, 6°
Ambt
Fonct.
Beamter
07 –
het onderwijzend personeel;
art. 95, § 4, al. 3, 7°
Onderwijs
Enseignem.
Lehrpers.
Kiezer
Electeur
Wahler
08 –
de vrijwilligers;
art. 95, § 4, al. 3, 8°
09 –
personen aangewezen onder de kieart. 95, § 4, al. 3, 9° zers van de kieskring.
Voorbeeld:
Betrokkene wordt ingeschreven als potentieel voorzitter in de hoedanigheid van
2009, geen vrijwilliger, nog niet gezeteld, in de gemeente Buggenhout.
leerkracht op 17 juli
Bijwerking: 10/130/0/17072009/6/07/00/00/42004
Afdruk:
-
130
17072009 6/art.95,par.4,al.3, cat.7 Onderwijs (Gewijzigd)//00/
te Buggenhout
Vrijwilliger (VRIJW.) : aanduiding dat betrokkene wenst te zetelen als
Code 00 : geen vrijwilliger
Code 01: vrijwilliger.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
vrijwilliger.
Opmerkingen:
Ten einde dubbel gebruik van de benaming in de afdruk te vermijden worden de vrijwilligers niet
als afzonderlijke categorie vermeld; de categorie 08 kan dus niet ingevoerd worden.
Gezien het vrijwillige karakter van de deelname van deze personen zullen zij een oneindig aantal
keer aangewezen kunnen worden tenzij de betrokkenen vragen om niet meer als vrijwilliger te
worden opgenomen in het Rijksregister.
-
Aantal
:
-
NIS-code
:
het aantal keer dat iemand effectief gezeteld heeft in een stembureau of
stemopnemingsbureau.
de NIS-code van de gemeente die de informatie invoert;
deze informatie kan nuttig zijn wanneer betrokkene ondertussen verhuisd is (=
andere gemeente van beheer).
4. Structuur voor de bijwerking OC 10 met code 7 – Bijzitter in een stembureau
O.C.
1 0
1
I.T.
3 0
D.
0
D
INFORMATIEDATUM
D M M J J J
-
Operatiecode (O.C.) :
10, 11, 13 en 20
-
Dienstcode (D.)
0
-
Informatiedatum
-
Code (C.)
:
-
Categorie (CAT.) :
00
-
Vrijwilliger (VRIJW.) :
:
:
J
C
7
CAT.
0 0
VRIJW.
AANTAL
N
NIS-CODE
N N N
is de datum waarop de informatie in het dossier wordt ingevoerd.
7
aanduiding dat betrokkene wenst te zetelen als vrijwilliger.
Code 00 : geen vrijwilliger
Code 01: vrijwilliger.
Opmerking:
Gezien het vrijwillige karakter van de deelname van deze personen zullen zij een oneindig
aantal keer aangewezen kunnen worden tenzij de betrokkenen vragen om niet meer als
vrijwilliger te worden opgenomen in het Rijksregister.
-
Aantal
-
NIS-code
:
het aantal keer dat iemand effectief gezeteld heeft in een stembureau.
: de NIS-code van de gemeente die de informatie
invoert; deze
informatie kan nuttig zijn wanneer betrokkene ondertussen verhuisd is
(= andere gemeente van beheer).
Voorbeeld:
Betrokkene wordt voor de eerste keer ingeschreven als vrijwilliger voor de functie van bijzitter
stembureau in de gemeente Buggenhout op 22 juli 2009.
Bijwerking: 10/130/0/22072009/7/00/01/00/42004
Afdruk:
Gecoördineerde versie
01.10.2014
130
22072009 7/00/vrijwilliger/00/ te Buggenhout
in
een
N
Opmerking:
Indien iemand die als vrijwilliger geregistreerd staat, niet langer in deze hoedanigheid wenst op te treden
bij de verkiezingen, moet de informatie in de overeenstemmende code 6 of 7 worden ingevoerd met de
aanduiding “geen vrijwilliger” (= code 0).
Het aantal keer dat betrokkene effectief gezeteld heeft, moet worden overgenomen uit de bestaande informatie in het dossier.
Er wordt geen historiek bijgehouden; de bestaande informatie wordt overschreven. Dit geldt voor de code
6 en 7.
5. Structuur voor de bijwerking OC 13 met volgnummer (V)
OC
1
IT
3
1
3
0
D
INFORMATIEDATUM
0
D
D
M
M
E
V
E
J
J
N
6. Structuur voor de bijwerking OC 20 met volgnummer (V)
OC
2
IT
0
1
3
0
D
OUDE DATUM
0
D
D
M
M
NIEUWE DATUM
E
E
J
J
D
D
M
M
V
E
E
J
J
N
In geval van meerdere actieve informaties in het IT 130, zelfs met een verschillende datum, moet een
volgnummer (V) toegevoegd worden aan het einde van de structuur, om de informatie aan te wijzen die
moet geannuleerd of verbeterd worden.
De recentste informatie bovenaan in het bedoelde informatietype is nummer 1, de tweede informatie is
nummer 2, enz.
Indien de recentste informatie moet geannuleerd of verbeterd worden, is het volgnummer niet vereist.
OC12: vernietiging van foutief ingevoerde informatie.
OC20: verbetering van een datum.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
7. Oude structuren (pro memorie)
a) Structuur zonder einddatum van de kiesonbevoegdheidsperiode
1° Met Code 1.
-
Deze structuur wordt toegepast wanneer iemand de hoedanigheid van kiezer bezit (machtiging tot
uitoefening van het kiesrecht bij bepaalde veroordelingen of kiesonbevoegdheidsverklaringen met
uitstel of opschorting).
-
Deze structuur wordt eveneens toegepast bij personen die de hoedanigheid van kiezer of van
deelnemer aan een gemeentelijke volksraadpleging, na uitsluiting of schorsing van het kiesrecht,
terugkrijgen.
O.C.
1
I.T.
3 0
D.
INFORMATIEDATUM
D M M J J J
D
J
C.
1
Toegelaten codes :
-
Operatiecode (O.C.) :
10, 11, 13 en 20.
-
Dienstcode (D.)
0
-
Informatiedatum
-
:
: is de datum in 8 cijfers waarop betrokkene opnieuw kiezer of
deelnemer aan een gemeentelijke volksraadpleging wordt.
Code kiezer / deelnemer aan een gemeentelijke volksraadpleging (C) : 1
2° Met Code 6 (oude structuur).
O.C.
1
-
I.T.
3 0
D.
D
D
INFORMATIEDATUM
M M J J J
J
Code
6
CAT.
Deze categorieën geven de selectie weer overeenkomstig de aanduidingen gedaan in genoemd
wetsartikel. De codes van deze categorieën zijn :
01 - Art. 95, § 4, 1 (rechters).
02 - Art. 95, § 4, 2 (vrederechters).
03 - Art. 95, § 4, 3 (politierechters).
04 - Art. 95, § 4, 4 (advocaten).
05 - Art. 95, § 4, 5 (notarissen).
06 Art. 95, § 4, 6 (ambtenaren - niveau A en B van alle openbare overheden).
07 - Art. 95, § 4, 7 (onderwijzend personeel).
08 - Art. 95, § 4, 8 (stagiairs parket).
09 - Art. 95, § 4, 9 (gewone kiezers).
10 (vrijwilligers).
Opmerking: deze informatiegegevens blijven behouden in de dossiers. De informatie wordt
weergegeven met vermelding van de verwijzing naar het wetsartikel; enkel voor de vrijwilligers wordt
de benaming voluit geschreven.
b) Structuur met einddatum van de kiesonbevoegdheidsperiode
Gecoördineerde versie
01.10.2014
-
Deze structuur wordt toegepast voor een persoon die uitgesloten of geschorst wordt van de
uitoefening van het kiesrecht
O.C.
1
0
I.T.
1
3
D.
0
0
INFORMATIEDATUM
D
D
M
M
J
J
J
J
C.
EINDDATUM KIESONBEVOEGDHEID
3
D
D
M
M
J
J
J
J
Toegelaten codes :
Datum :
is de datum in 8 cijfers waarop betrokkene het kiesrecht verliest of het
om deel te nemen aan een gemeentelijke volksraadpleging.
Code niet-kiezer / niet-deelnemer aan gemeentelijke volksraadpleging (C):
recht verliest
3
Einddatum van de kiesonbevoegdheid (facultatief):
is de datum in 8 cijfers waarop de uitsluiting van het kiesrecht of het recht om deel te nemen
aan een gemeentelijke volksraadpleging eindigt.
413.
414.
Verwerpingen.
370
Foutieve vervaldatum
373
Foutieve kiezerscode
374
Betrokkene heeft op de informatiedatum de leeftijd van 15 jaar niet bereikt !
375
De informatie in de bijwerking is onverenigbaar met de informatie in het dossier
376
Geen actief IT132 of geen opgeheven IT132
377
Foutieve code voor vrijwilliger (enkel 00 en 01 toegelaten)
378
Foutieve code voor de categorie
379
Foutieve code voor het aantal keer gezeteld
Het verlies van het kiesrecht dat door middel van code 3 opgenomen wordt in het IT 130, moet ingevoerd
worden in de dossiers van de onderdanen van de Europese Unie (verkiezing van het Europees Parlement en gemeenteraadsverkiezingen) en in de dossiers van de onderdanen van buiten de Europese
Unie (gemeenteraadsverkiezingen).
Deze informatie is van essentieel belang wanneer het College van Burgemeester en Schepenen moet
oordelen over de gegrondheid van de aanvraag van de betrokkenen tot deelname aan een verkiezing,
vóór hun eventuele inschrijving op de lijst der kiezers.
De ontzetting uit het kiesrecht dient voor de onderdanen van binnen en buiten de Europese Unie eveneens in aanmerking genomen te worden bij het opmaken van de lijsten der deelnemers aan een gemeentelijke volksraadpleging.
Deze bepalingen zijn eveneens van toepassing voor de nieuwe codes 5 (niet-kiezer) en 9 (nietkandidaat) die geldig zijn vanaf 15 april 2009.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 33
I.T. 131 – DEELNAME AAN DE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN EN AAN DE EUROPESE VERKIEZINGEN
DOOR VREEMDE ONDERDANEN
DIE IN BELGIE VERBLIJVEN
415.
Algemeenheden
De wet van 27 januari 1999 tot wijziging van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, van de nieuwe gemeentewet en van de gemeentekieswet, en tot uitvoering van de
richtlijn van de Raad van de Europese Unie nr. 94/80/EG van 19 december 19942 (Belgisch Staatsblad
van 30 januari 1999), voorziet de mogelijkheid voor de onderdanen van de andere Lidstaten van de
Europese Unie die in België verblijven om de hoedanigheid van gemeenteraadskiezer te verwerven.
Behalve wat de nationaliteit betreft, moeten deze voldoen aan de andere kiesbevoegdheidsvoorwaarden, en moeten zij hun wil te kennen geven om dit stemrecht in België uit te oefenen.
De wet van 19 maart 2004 (B.S. van 23 april 2004, Ed. 2) voorziet de mogelijkheid voor de onderdanen
van een Staat buiten de Europese Unie om zich te laten registreren als gemeenteraadskiezer.
Naast de voormelde kiesbevoegdheidsvoorwaarden moet deze laatste categorie van kiezers:

een verklaring afleggen waarin de indiener van de aanvraag zich ertoe verbindt de Grondwet, de wetten van het Belgische volk en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden na te leven.

op het ogenblik van de indiening van de aanvraag: vijf jaar ononderbroken hoofdverblijfplaats in België, gedekt door een wettelijke verblijfstitel, kunnen laten gelden.
Dit informatietype heeft tot doel de erkenning te registreren van de aanvraag ingediend door:
2

de onderdanen van de Lidstaten van de Europese Unie die in België verblijven om ingeschreven te
worden op de kiezerslijsten voor de verkiezing van het Europees Parlement en/of de gemeenteraden;

de onderdanen van een Staat buiten de Europese Unie die minstens 5 jaar ononderbroken in België
verblijven om ingeschreven te worden op de kiezerslijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen.
Zie eveneens het koninklijk besluit van 25 maart 1999 (Belgisch Staatsblad van 3 juni 1999) alsook het ministerieel besluit
van 25 mei 1999 en de omzendbrief van 25 mei 1999 (Belgisch Staatsblad van 3 juni 1999).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
416.
Samenstelling.
-
417.
Operatiecode:
Informatietype:
Dienstcode:
10, 12, 13;
131;
0;
-
Informatiedatum:
de datum waarop het College van Burgemeester en
Schepenen de erkenning geeft tot deelneming aan de Europese en/of de
gemeenteraadsverkiezingen;
-
Categorieaanduiding :
01 = aanvrager wenst deel te nemen aan de Europese verkiezingen;
02 = aanvrager wenst deel te nemen aan de gemeenteraadsverkiezingen;
-
NIS-code:
de NIS-code van de gemeente van de hoofdverblijfplaats
waar de aanvrager door het College van Burgemeester en Schepenen
werd aanvaard als kiezer;
-
Grafiek:
de naam van de plaatselijke of territoriale collectiviteit (gemeente,
kieskring) waar de betrokkene laatst werd ingeschreven als kiezer in zijn land van
oorsprong of bij het consulaat van het land van verblijf waar het stemrecht werd
uitgeoefend enkel voor de verkiezing van het Europees Parlement.
Maximum 40 tekens, en afgesloten door de landencode in drie posities tussen
haakjes.
Structuren.
1. Structuur voor deelname aan de verkiezingen van het Europees Parlement:
O.C.
1 0
I.T.
1 3
Code
0 1
N
1
D
0
NIS-code
N N N
Datum van de informatie
D D M M J J
J
J
Grafiek (max. 40 tekens)
N
*
(XXX)
2. Structuur voor deelname de gemeenteraadsverkiezingen:
O.C.
1 0
I.T.
1 3
Code
0 2
N
Gecoördineerde versie
01.10.2014
1
D
0
NIS-code
N N N
Datum van de informatie
D D M M J J
N
J
J
3. Structuur voor de operatiecodes 12 (suppressie) en 13 (annulatie).
Gebruik van de operatiecodes 12 en 13: indien betrokkene van de kiezerslijst moet geschrapt worden
(verlies van de kiesvoorwaarden – afzien van de hoedanigheid van kiezer / ab initio ontbreken voorwaarden), zal de gemeente overgaan tot respectievelijk de suppressie of de nietigverklaring van de informatie. De gewone structuur voor de bovenvermelde operatiecodes is de volgende:
O.C.
1 2
1 3
I.T.
1
3
D
1
0
Datum van de informatie
D
D
M
M
J
J
J
J
Indien het nodig is in de historiek te werken, wordt een speciale structuur
gebruikt, nl.
-
voor de operatiecode 12: suppressiedatum gevolgd door een volgnummer (V).
-
voor operatiecode 13: annulatiedatum gevolgd door een volgnummer (V).
Deze procedure maakt het mogelijk de informatie aan te duiden die effectief moet vernietigd of gesupprimeerd worden.
O.C.
1 2
1 3
418.
I.T.
1
3
D
1
0
Datum van de informatie
D
D
M
M
J
J
J
V
J
Controles:
-
algemene controles: structuur, lengte;
-
er wordt een historiek van de informaties bijgehouden;
-
controle betreffende de nationaliteit van onderdanen van een andere Lidstaat van de Europese
Unie (EU);
-
betrokkene mag niet ingeschreven zijn in het wachtregister;
-
categorieaanduiding van de verkiezing (01 of 02);
-
de NIS-code moet een Belgische gemeente zijn;
-
de grafiek bevat een geldige landencode van de EU, voorafgegaan door een naam van een gemeente, kieskring of consulaat bestaande uit minstens 3 alfanumerieke posities;
-
het I.T. 131 mag niet ingevoerd worden met een datum die ligt tussen het afsluiten van de kiezerslijsten en de dag van de verkiezingen;
-
controle op de termijn van vijf jaar vóór de indiening van de aanvraag voor de vreemde onderdanen buiten de EU.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
419.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN.
1) Het afzien van de hoedanigheid van gemeente- of Europese kiezer kan altijd worden ingevoerd behalve tussen het afsluiten van de kiezerslijst en de datum van de verkiezing. Deze aanvragen moeten
schriftelijk ingediend worden bij de gemeente van verblijf.
2) Voor de verkiezing van het Europees Parlement is een herinvoering van het I.T. 131, na de ontneming
daarvan altijd mogelijk, behalve tussen het afsluiten van de kiezerlijst en de datum van de verkiezing.
3) Voor de gemeenteraadsverkiezingen is de herinvoering van het I.T. 131, na de ontneming daarvan,
slechts mogelijk voor de volgende gemeenteraadsverkiezingen.
4) De codes 01 en 02 kunnen worden ingevoerd op dezelfde datum met de operatiecode 10.
5) De onderdanen van de Europese Unie moeten ingeschreven zijn in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister van een Belgische gemeente op de datum waarop de kiezerslijst wordt afgesloten. Ambtenaren van de Europese Unie worden vermeld in het bevolkings- of vreemdelingenregister; deze vermelding is gelijkgesteld met inschrijving. Er is geen verblijfsvoorwaarde van 5 jaar.
6) Eenmaal een burger uit of buiten de Europese Unie zich heeft ingeschreven als kiezer, blijft deze inschrijving als kiezer ook gelden voor toekomstige verkiezingen van het Europees Parlement en/of gemeenteraad, en dit zolang deze burger de bovenvermelde kiesbevoegdheidsvoorwaarden blijft vervullen. Er moet dus niet telkens een nieuwe aanvraag tot inschrijving als kiezer geschieden.
7) De inschrijving van een vreemde onderdaan voor deelname aan de gemeenteraadsverkiezingen is niet
langer geldig wanneer betrokkene hiertoe zelf besluit of wanneer betrokkene niet meer voldoet aan
één van de kiesbevoegdheidsvoorwaarden.
De inschrijving als kiezer is bijgevolg niet meer geldig indien betrokkene van ambtswege wordt afgevoerd of indien hij wordt afgeschreven naar het buitenland.
Het is echter gebleken dat in dergelijke gevallen bepaalde gemeenten vaak nalaten om het IT131 bij te
werken.
De programma’s voor het bijwerken van het IT131 in het Rijksregister worden aangepast zodanig dat
bij het invoeren van een afvoering van ambtswege of een afschrijving naar het buitenland in het T001,
een automatische suppressie zal gegenereerd worden van de inschrijving als kiezer in het IT131.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 34
I.T. 132 – REGISTRATIE VAN HET STEMRECHT VAN DE
BELGEN DIE GEVESTIGD ZIJN IN HET BUITENLAND,
VOOR DE VERKIEZING VAN DE FEDERALE
WETGEVENDE KAMERS
420.
Algemeenheden
De wet van 7 maart 2002 (Belgisch Staatsblad van 8 mei 2002) heeft het stemrecht voor de Belgen die in het
buitenland gevestigd zijn, voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers, ingrijpend gewijzigd.
Alle Belgen die ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters die bijgehouden worden in de Belgische diplomatieke of consulaire beroepsposten in het buitenland en die voldoen aan de kiesbevoegdheidsvoorwaarden
zijn onderworpen aan de stemplicht.
De wet van 19 juli 2012 tot wijziging van het Kieswetboek, wat betreft het stemrecht van de Belgen in het buitenland (B.S. van 22 augustus 2012) beoogt dit stemrecht te vereenvoudigen door te voorzien in objectieve
criteria met betrekking tot de aansluiting bij een gemeente van inschrijving, door de inschrijving als kiezer te
bestendigen en de nadere regelen betreffende de stemming en de verwerking van de stemmen te verbeteren.
De Belg in het buitenland moet zich niet meer bij elke verkiezing verplicht opnieuw inschrijven als kiezer, behalve wanneer:
 hij niet meer in de diplomatieke of consulaire post in kwestie is ingeschreven;
 hij bij de vorige verkiezing niet heeft gestemd;
 hij bij de vorige verkiezingen gekozen heeft per brief te stemmen en zijn stemwijze niet binnen de opgelegde termijn heeft bevestigd.
Zij kunnen hun stemrecht uitoefenen op vijf manieren:
 Persoonlijk stemmen in een Belgische gemeente;
 Stemmen bij volmacht in een Belgische gemeente;
 Persoonlijk stemmen in de diplomatieke of consulaire beroepspost waar zij ingeschreven zijn;
 Stemmen bij volmacht in de diplomatieke of consulaire beroepspost waar zij ingeschreven zijn;
 Stemmen per briefwisseling.
De in het buitenland verblijvende Belg – die bij volmacht stemt in België – moet een volmachtdrager aanduiden onder de kiezers van de gemeente waar hij is ingeschreven; dit geeft blijk van een objectief aansluitingscriterium. De volmachtdrager kan echter ook een andere in het buitenland verblijvende Belg zijn die in dezelfde gemeente in België is ingeschreven, en die ervoor gekozen heeft om persoonlijk in deze gemeente te
gaan stemmen
Overeenkomstig artikel 147bis, §2, van het Kieswetboek mag iedere gemachtigde slechts één volmacht hebben.
Het IT 132 heeft tot doel in het Rijksregister de informatie betreffende dit bijzonder type van uitoefening van
het stemrecht op te nemen.
Het IT132 wordt ingevoerd en bijgewerkt door de diensten van de FOD Buitenlandse Zaken. De nieuwe
structuren zijn van toepassing vanaf 21 mei 2013.
*
421.
Samenstelling van de informatie.
1. De informatiedatum:
Gecoördineerde versie
01.10.2014
*
*





De datum waarop de diplomatieke post het inschrijvingsformulier ontvangt (indiening);
De datum waarop de diplomatieke post het inschrijvingsformulier ontvangt tot wijziging van de
stemwijze;
De datum waarop het beroep tegen de niet-erkenning door de diplomatieke post aanvaard
wordt door het College van burgemeester en schepenen;
De datum waarop het Hof van Beroep uitspraak doet over het beroep ingesteld tegen de beslissing van het College van burgemeester en schepenen.
In geval van de code 90: de datum waarop het beroep wordt ingesteld.
2. Code:
01 = persoonlijk stemmen in een Belgische gemeente;
02 = stemmen bij volmacht in een Belgische gemeente;
03 = persoonlijk stemmen in de diplomatieke of consulaire beroepspost waar zij
ingeschreven zijn;
04 = stemmen bij volmacht in de diplomatieke of consulaire beroepspost waar zij ingeschreven
zijn;
05 = stemmen per briefwisseling.
90 = invoering van het beroep
De codes 02 en 04 worden ingevoerd in het dossier van de volmachtgever. In het dossier van de volmachtdrager zal respectievelijk de code 12 en 14 voorkomen (autogeneratie).
3.
NIS-code:
- de NIS-code van de Belgische gemeente waar de kiezer wordt ingeschreven;
- de NIS-code van de Belgische gemeente waar het beroep wordt ingesteld.
4.
Post: de code van de diplomatieke post (4 cijfers) toegekend door de FOD Buitenlandse Zaken.
5.
Territoriale code: landencode (3 cijfers) toegekend door de FOD Buitenlandse Zaken.
6.
Code adres: aanduiding van het adres waar betrokkene zijn oproepingsbrief of stembiljet wenst te
ontvangen.
Code 0 =
niet van toepassing.
Code 1 =
er is slechts één adres vermeld op het formulier voor aanvraag tot inschrijving als kiezer; het adres moet overeenstemmen met het adres
vermeld in IT 022.
Code 2 =
het tweede adres dat vermeld is op het formulier voor aanvraag tot inschrijving als kiezer wordt gebruikt als correspondentieadres; dit adres moet overeenstemmen met het adres vermeld in het IT 023. Het eerste adres wordt opgenomen in het IT 022.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
7. Nationaal nummer:
Voor de codes 02 en 04 moet het bericht vervolledigd worden met het
nationaal nummer van de volmachtdrager.
Opmerking: in afwachting van de definitieve aanduiding van de volmachtdrager kan een nationaal
nummer bestaande uit 11 nullen worden ingevoerd (000000 000-00), zonder autogeneratie.
Het reële nationale nummer kan worden ingevoerd tot 20 dagen voor de verkiezingen door middel
van een verbetering (OC 11), met autogeneratie naar het betrokken dossier.
8.
9.
Criterium
01 =
de Belgische gemeente waar de persoon het laatst ingeschreven was in de bevolkingsregisters;
02 =
de Belgische gemeente van zijn geboorteplaats;
03 =
de Belgische gemeente waar de vader of moeder van de persoon in de bevolkingsregisters is ingeschreven of laatst was ingeschreven;
04 =
de Belgische gemeente waar een verwant tot de derde graad in de bevolkingsregisters
is ingeschreven of laatst was ingeschreven of de Belgische gemeente waar een bloedverwant in de opgaande lijn is geboren, is ingeschreven of was ingeschreven in de bevolkingsregisters.
Datum geldigheid verkiezingen:
deelname aan de verkiezingen die plaatsvinden vanaf de eerste dag van de vierde maand volgend op de indiening van het
formulier.
Opmerking:
In de structuur van de bijwerking met OC10 kan deze datum worden ingevuld met
8 nullen. Via programma wordt dan automatisch de geldigheidsdatum toegevoegd.
De datum kan later eventueel verbeterd worden met een OC11; in dat geval moet de reële datum
worden vermeld.
10. Toegestane operatiecodes: 10 (invoering of bijwerking);
11 (verbetering);
12 (vervallenverklaring of suppressie);
13 (vernietiging).
422.
Bijwerkingen.
A. Structuur voor bijwerking IT132 (OC10) met de codes 01, 03 en 05.
O.C.
1
I.T.
0
CODE
N
1
3
2
D.
INFORMATIEDATUM
0
D
NIS-CODE
N
N
CODE ADRES
N
N
D
M
M
E
DIPL. POST
N
N
N
N
N
N
N
DATM GELDIGHEID VERKIEZINGEN
N
D
D
M
M
E
E
J
*
J
B. Structuur voor bijwerking IT132 (OC10) met de codes 02 en 04 (= volmacht).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
J
J
TERR.
CRITERIUM
N
E
N
N
N
Voor de codes 02 en 04 moet het bericht vervolledigd worden met het nationaal nummer van de
volmachtdrager.
In afwachting van de definitieve aanduiding van de volmachtdrager kan een nationaal nummer bestaande uit 11 nullen worden ingevoerd (000000 000-00). In dat geval heeft er geen autogeneratie
plaats.
Het reële nationale nummer kan worden ingevoerd tot 20 dagen voor de verkiezingen door middel
van een verbetering (OC 11), met autogeneratie naar het betrokken dossier.
O.C.
I.T.
1
0
1
3
CODE
N
D.
2
INFORMATIEDATUM
0
D
D
NIS-CODE
N
N
N
CODE ADRES
N
N
M
N
N
N
N
E
E
J
DIPL. POST
N
N
N
N
IDENTIFICATIENUMMER RR
N
M
N
N
N
N
N
TERR.
N
*
CRITERIUM
N
N
N
J
N
N
N
N
DATUM INSCHRIJVING
D
D
M
M
E
E
J
J
C. Controles.
a)
Controles – voor kiezer en voor zowel volmachtgever als volmachtdrager:
-
Belg zijn op de dag waarop de kiezerslijst wordt afgesloten;
De volle leeftijd van 18 jaar hebben bereikt op de dag van de verkiezingen;
Ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters die gehouden worden in de diplomatieke
posten (= met werkelijk IT001 (landencode) en IT022);
Niet ontheven zijn van zijn stemrecht op de dag van de verkiezingen.
b) Bijkomende controles:
Voor code 04 (stemming bij volmacht in de diplomatieke post): de landencode in het IT001 en de code
van de diplomatieke post in IT022 moeten in de dossiers van zowel volmachtgever als volmachtdrager
identiek zijn.
D. Structuur voor bijwerking IT132 met OC11
Door middel van een bijwerking met operatiecode 11 kunnen alle aanwezige informatiegegevens in het
IT132 verbeterd worden, met uitzondering van de informatiedatum.
De volledige structuur zoals hierboven beschreven in de punten A en B moet dus gebruikt worden (OC
= 11).
Voor een aanpassing van de informatiedatum moet de actieve informatie eerst verwijderd worden met
OC13, waarna de correcte informatie kan geregistreerd worden met OC10.
E. Structuur voor bijwerking IT132 met OC12 en OC13.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
OC
N
N
IT
1
3
D
2
0
Informatiedatum
D
D
M
M
J
J
V
J
J
N
In geval van meerdere actieve informaties in het IT 132, zelfs met een verschillende datum, moet een
volgnummer (V) toegevoegd worden aan het einde van de structuur, om de informatie aan te wijzen die
moet geannuleerd worden.
De recentste informatie bovenaan in het bedoelde informatietype is nummer 1, de tweede informatie is
nummer 2, enz.
Indien de recentste informatie moet geannuleerd worden, is het volgnummer niet vereist.
OC12: vervallenverklaring indien betrokkene bijvoorbeeld niet meer voldoet aan de voorwaarden om kiezer te zijn.
OC13: vernietiging van foutief ingevoerde informatie.
F. Wijzigingen in IT132 naar aanleiding van een bijwerking van een ander IT.
a)
Bijwerken gemeente van beheer - IT001 (inclusief annulatie van een dossier).
In geval van wijziging van verblijfplaats :
- hetzij door verhuis in het buitenland;
- hetzij door verhuis van buitenland naar binnenland;
- hetzij door verhuis van binnenland naar buitenland;
wordt een actieve informatie IT132 vervallen verklaard op de datum van de nieuwe inschrijving.
Indien in het dossier dat bijgewerkt wordt een actief IT132 aanwezig is dat een nationaal nummer bevat van een volmachtdrager of volmachtgever, wordt in dat dossier een vervallenverklaring van het
IT132 gegenereerd.
b)
Bijwerken kiesgegevens - IT130.
Bij invoeren van een IT130 code 3 - uitgesloten van het kiesrecht – wordt een actieve IT132 vervallen verklaard, voor zover de vervaldatum van de kiesonbevoegdheid  de verkiezingsdag. Indien
we te maken hebben met de gevallen van volmacht (code 2 en 4) dan wordt het actieve IT132 bij het
dossier waarvan het nationaal nummer, naargelang het geval van de volmachtgever of volmachtdrager, terug te vinden is in het actieve IT132 van het basisdossier (bijwerking), eveneens vervallen
verklaard.
c)
Bijwerken overlijden - IT150.
Bij invoeren van een IT150 wordt een actieve IT132 vervallen verklaard.
Indien we te maken hebben met de gevallen van volmacht (code 2 en 4) dan moet het actieve
IT132 bij het dossier waarvan het nationaal nummer, naargelang het geval van de volmachtgever of
volmachtdrager, terug te vinden is in het actieve IT132 van het basisdossier (bijwerking), eveneens
vervallen verklaard worden.
d)
Bijwerken nationaliteit – IT031.
Bij invoeren van een IT031 – nationaliteitswijziging in het geval dat een Belg vreemdeling wordt –
wordt een actieve IT132 vervallen verklaard.
Indien we te maken hebben met de gevallen van volmacht (code 2 en 4) dan wordt het actieve
IT132 bij het dossier waarvan het nationaal nummer, naargelang het geval van de volmachtgever of
Gecoördineerde versie
01.10.2014
volmachtdrager, terug te vinden is in het actieve IT132 van het basisdossier (bijwerking), eveneens
vervallen verklaard.
e)
Bijwerken verblijfplaats in buitenland – IT022.
Het IT132 in het dossier wordt automatisch gesupprimeerd wanneer de Belg in het buitenland ingeschreven wordt in het bevolkingsregister van een andere diplomatieke of consulaire beroepspost.
Concreet gezien gebeurt dit bij een wijziging van de code van de diplomatieke post in het IT022.
De eventuele informatie met betrekking tot de volmacht in het dossier van de volmachtdrager zal
eveneens gesupprimeerd worden.
G. Opmerkingen.
423.
1.
Een persoon kan niet tegelijk volmachtdrager en volmachtgever zijn.
2.
Een dossier kan meerdere actieve informaties in het IT132 bevatten:
-
wanneer een persoon die in het buitenland verblijft zelf ingeschreven is als kiezer, en tegelijkertijd volmachtdrager is voor een ander persoon.
-
de betrokkene wenst een andere stemwijze te hanteren. Deze wijziging wordt actief vanaf de
eerste dag van de vierde maand volgend op de indiening van de aanvraag. In de tussentijd blijft
de vorige inschrijving geldig.
3.
Een nieuwe informatie kan ingevoerd worden op de dag dat een andere informatie vervallen verklaard wordt.
4.
De nieuwe structuren moeten altijd worden gebruikt. Indien, om één of andere reden, een bijwerking
moet worden ingevoerd met een informatiedatum die ligt vóór 21 mei 2013, moeten de informaties
“criterium” en “datum geldigheid” worden opgevuld met nullen.
Consultatie.
Het IT132 wordt in principe ingevoerd door de diplomatieke of beroepsconsulaire post waar het formulier tot inschrijving als kiezer wordt ingediend.
De transactie 45 (Uittreksel uit het kiezersregister) zal voor een Belg die in het buitenland verblijft en
die aanspraak maakt op zijn stemrecht, zowel de verblijfplaats in het buitenland als het informatietype
132 afdrukken.
Deze transactie wordt voor een gemeente echter enkel aanvaard indien de vraag gesteld wordt door de
gemeente is opgenomen in het desbetreffende IT132 (= overeenstemming gemeente die vraag stelt
met NIS-code uit IT132).
Structuur:


%WS45nationaal nummerdatum1datum2T
Datum1 = een reële datum (vorm ddmmeejj) die niet in de toekomst ligt; bijvoorbeeld datum van
vandaag.
Datum2 = een reële datum (vorm ddmmeejj) die wel in de toekomst ligt (bijvoorbeeld datum van de
vooropgestelde volgende verkiezingsdag 15062003).
Gecoördineerde versie
01.10.2014

T = aanduiding van de taalcode (N, F, D).
Afdruk van het adres bij transactie 45:
Indien er persoonlijk gestemd wordt in een diplomatieke post (code 03), of gestemd wordt bij volmacht
in een Belgische gemeente of in een diplomatieke post (codes 02 en 04) dan wordt het adres van het
IT022 afgedrukt.
Indien er persoonlijk gestemd wordt in een Belgische gemeente (code 01) of per briefwisseling (code
05) ziet de afdruk er als volgt uit:


voor code adres = 1 : afdruk van het adres uit IT022;
voor code adres = 2 :
afdruk van het adres uit IT022 + afdruk van het IT023 voorafgegaan
door de vermelding “correspondentieadres”.
Een gemeente die de code ‘beroep’ (= code 90) heeft ingevoerd kan de informatie ‘verkiezing’ (IT130)
consulteren via de transactie 45. Dit geeft haar de mogelijkheid om na te kijken of de persoon die het
beroep heeft ingesteld eventueel ontzet is van zijn kiesrechten.
424.
Reserve.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 35
I.T. 193 – LEURDERSKAART
425.
Algemeenheden.
Deze informatie heeft tot doel de leurderskaart te registreren, uitgereikt aan de betrokkene.
426.
Bestanddelen.
De informatie bevat :
-
de datum waarop de leurderskaart wordt uitgereikt (8 cijfers);
-
het nummer van de leurderskaart, dat in principe als volgt is samengesteld :
-
-
de eerste twee posities geven het jaar van de afgifte weer;
de volgende, of de volgende twee posities geven de provincie weer;
de laatste vier posities zijn een serienummer;
het volgnummer van de leurderskaart (indien niet van toepassing, dan 00);
-
volgnummer met twee posities :
a) met cijfers (zie structuur 1);
b) met letters : deze letters dienen ingevoerd te worden in de tweede positie van het volgnummer. De eerste positie dient dan steeds een nul te zijn. (zie structuur 2).
-
volgnummer hoger dan 99 ; aan te vullen met nullen vooraan tot max. 5 posities (zie structuur 3).
-
de categorieaanduiding waarbij met het cijfer 1 wordt aangeduid dat de kaart werd afgegeven voor
die categorie, met het cijfer 0 dat ze niet voor die categorie geldig is. In totaal zijn er dus 4 categorieen voorzien die in alle combinaties kunnen gebruikt worden;
-
de NIS-code van de gemeente die de kaart uitreikt;
-
de datum waarop de leurderskaart komt te vervallen. Deze datum bestaat uit 8 cijfers (ddmmjjjj).
Er wordt een historiek van de uitgereikte leurderskaarten bijgehouden.
Toegestane operatiecodes : 10, 11, 13 en 20.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Volgende controles worden uitgevoerd :
-
427.
de algemene controles (datum, lengte,...).
de datumcontrole voor opvolging van het informatietype in historiek.
de datum van afgifte + 7 jaar = of > de vervaldatum.
de datum van afgifte + 1 jaar = of > de eerste twee posities van de leurderskaart.
de NIS-code moet van een Belgische gemeente zijn.
de categorieaanduiding is 1 of 0.
een leurderskaart waarvan het kaartnummer 8 cijfers bevat kan enkel maar ingevoerd worden met een
informatiedatum recenter dan 01.01.1995.
Structuren
Structuur 1.
O.C.
N N
I.T.
1 9
3
D. DATUM
0 D D M
NR. KAART
N N N N
NIS
N N
N
N
N
M
J
J
Volgnr.
N
N
J
J
C1 C2 C3 C4
N
N
N
N
N
N
N
VERVALDATUM
D D M M J
J
J
J
Structuur 2.
O.C.
N N
I.T.
1 9
3
D. DATUM
0 D D M
M
J
J
NR. KAART
N N N N
N
N
NIS
N N
N
VERVALDATUM
D D M M J
N
N
N
Volgnr.
0
X
J
J
C1 C2 C3 C4
N
N
N
N
J
J
J
Structuur 3.
O.C.
N N
I.T.
1 9
3
D. DATUM
0 D D M
M
J
J
NR. KAART
N N N N
N
N
NIS
N N
N
VERVALDATUM
D D M M J
Structuur 4.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
N
N
N
J
VOLGNR.
N
N
N
J
N
J
C1 C2 C3 C4
N
N
N
N
N
J
J
O.C.
N N
I.T.
1 9
3
D. DATUM
0 D D M
M
J
J
NR. KAART
N N N N
N
N
NIS
N N
N
VERVALDATUM
D D M M J
N
N
N
N
J
Volgnr.
N
N
J
C1 C2 C3 C4
N
N
N
N
J
J
J
Structuur 5.
O.C.
N N
I.T.
1 9
3
D. DATUM
0 D D M
M
J
J
NR. KAART
N N N N
N
N
NIS
N N
N
VERVALDATUM
D D M M J
N
N
N
N
J
Volgnr.
0
X
J
C1 C2 C3 C4
N
N
N
N
J
J
J
Structuur 6.
O.C.
N N
C1
C2
C3
C4
=
=
=
=
I.T.
1 9
3
D. DATUM
0 D D M
M
J
J
NR. KAART
N N N N
N
N
NIS
N N
N
VERVALDATUM
D D M M J
N
N
N
N
J
J
VOLGNR.
N
N
N
J
N
J
N
C1 C2 C3 C4
N
N
N
N
J
openbare markten;
openbare weg;
huis aan huis verkoop;
op andere plaatsen.
OPMERKINGEN :
de vermelding van de letters N of F, die de taal aanduiden waarin het document wordt opgesteld, wordt
niet opgenomen.
428. – 430. Reserve
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 36
I.T. 197 – I.T. 198 – I.T. 200 –
DE INFORMATIES BETREFFENDE VREEMDELINGEN
431.
Inleiding.
In dit hoofdstuk worden informaties opgenomen die specifiek betrekking hebben op vreemdelingen die
zich vestigen in een Belgische gemeente.
Deze informaties omvatten :
-
432.
de beroepskaart, gekenmerkt door het I.T. 197;
de arbeidskaart, gekenmerkt door het I.T. 198;
het nummer van de Dienst Vreemdelingenzaken, gekenmerkt door het I.T. 200.
De beroepskaart. (I.T. 197)
a) Samenstelling
-
De beroepskaart wordt afgeleverd aan iedere vreemdeling die in België een zelfstandige beroepsactiviteit uitoefent.
Sommige categorieën van vreemdelingen (EU-onderdanen) zijn echter vrijgesteld van de verplichting
houder te zijn van een kaart.
Nog andere vreemdelingen zijn niet verplicht een kaart te bezitten, hetzij wegens de aard van hun
beroep, hetzij wegens de beperkte duur van de uitgeoefende activiteit.
-
Deze kaart bevat de datum van aflevering, het nummer van de kaart en de vervaldatum.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
b) Structuur
O.C.
I.T.
1 9
7
D. DATUM
D D M
KAARTNUMMER
X
X
M
J
J
J
J
VERVALDATUM
D
D
M M
J
J
J
J
Toegelaten codes :
-
Operatiecode (O.C.)
:
10, 11, 12 en 13.
-
Dienstcode (D)
:
0
-
Datum
:
is de datum in 8 cijfers, waarop de geldigheid
van de kaart
aanvangt.
-
Kaartnummer
-
Vervaldatum
:
is een nummer in maximaal 13 alfanumerieke tekens.
:
is de datum, in 8 cijfers, waarop de geldigheid van de
kaart
vervalt.
Voorbeeld :
Afgifte op 15 juli 2000 van een beroepskaart met nummer ALG71018 die geldig is voor 5
jaar aan een vreemdeling die zelfstandig is.
10/197/0/15072000/ALG71018/14072005
OPMERKINGEN :
-
De aanvangsdatum kan reëel of fictief zijn, doch niet gelijk aan 8 nullen (00000000). Deze datum
moet minstens 16 jaar recenter zijn dan de geboortedatum en hij moet voorafgaan aan de vervaldatum.
-
Indien de beroepskaart voor onbepaalde duur wordt afgeleverd dan wordt als einddatum : 00009999
vermeld. Bij de afgifte van een tweede kaart voor onbepaalde duur aan eenzelfde vreemdeling wordt
als einddatum eveneens 00009999 vermeld.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
433.
De arbeidskaart. (I.T. 198)
a) Samenstelling
-
De arbeidskaart wordt afgeleverd aan iedere vreemdeling van buiten de E.U. die in België werkt als
werknemer. Ook hier zijn er sommige categorieën van vreemdelingen die zijn vrijgesteld van de
verplichting houder te zijn van een arbeidskaart.
-
Deze kaart bevat, zoals de beroepskaart, de datum van aflevering, het nummer van de kaart en de
vervaldatum.
b) Structuur
-
Wat de structuur, toelichting en opmerkingen betreft, zie structuur bij de beroepskaart hierboven.
-
Anders dan bij de beroepskaart, zal het nummer van de arbeidskaart bestaan uit de hoofdletter A, B
of C gevolgd door 6 cijfers.
Toegelaten codes :
-
434.
operatiecode (O.C.)
: 10, 11, 12, 13 en 20
Dienstcode
:0
Het nummer van de dienst vreemdelingenzaken (I.T. 200)
Met toepassing van het koninklijk besluit van 27 januari 2005 (B.S. van 18 februari 2005) tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die opgenomen
wordt in de bevolkingsregisters en in het vreemdelingenregister wordt de Dienst Vreemdelingenzaken bevoegd om het dossiernummer, dat door deze dienst toegekend wordt aan een vreemdeling, in te voeren in zowel het bevolkings- en vreemdelingenregister als het wachtregister.
Het betrokken informatietype in het Rijksregister (IT 200) zal dus voortaan nog enkel kunnen bijgewerkt worden door de Dienst Vreemdelingenzaken.
De nieuwe toepassing werd operationeel vanaf 1 maart 2005.
a) Samenstelling
Deze informatie omvat het dossiernummer en de datum waarop deze werd toegekend door de Dienst
Vreemdelingenzaken (DVZ).
b) Structuur
O.C.
2
I.T.
0 0
Toegelaten codes :
Gecoördineerde versie
01.10.2014
D.
0 D
D
M
DATUM
M J J
NUMMER DVZ
J
J
-
Operatiecode (O.C.)
:
10, 11, 12, 13, 17 en 20
-
Dienstcode (D.)
:
0
-
-
Datum
Nummer DVZ
: datum waarop het nummer
werd toegekend door DVZ.
:
is het nummer in 7 cijfers.
Voorbeeld : op 11 maart 2005 kent de Dienst Vreemdelingenzaken aan een vreemdeling het nummer
5433847 toe.
10/200/0/11032005/5433847
OPMERKINGEN :
-
Zoals vermeld moet het nummer steeds 7 cijfers bevatten. Soms begint de nummering met de letter
A; in dat geval moet de letter A vervangen worden door het cijfer 7.
-
Indien een nummer uit minder dan 7 cijfers bestaat, dan moet het links aangevuld worden met nullen.
-
Sommige reeksen van nummers moeten als volgt worden omgezet :
200C20
200C25/8
200C22/3
200C11/PAK
200C21/1 (+ jaar)
200C42 (SHAPE)
33C23741
200C/25/2
-
=
= 6200020
= 6200258
= 6200223
= 6200011
6200211
= 6200042
= 6323741
= 6200252
De vreemdelingen die houder zijn van een bijzondere verblijfsvergunning hebben allen het volgende
nummer : 2854400.
435. - 445. Reserve.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 37
I.T. 210 – VERMELDING VAN HET REGISTER
446.
Algemeenheden.
Deze informatie heeft tot doel het register op te nemen waarin een inwoner is ingeschreven, hetzij het
bevolkingsregister, hetzij het vreemdelingenregister of het wachtregister .

Voor de Belgen zal deze informatie niet opgenomen worden, aangezien zij ambtshalve in het bevolkingsregister worden ingeschreven, met uitzondering van de vreemdelingen die de Belgische nationaliteit hebben verkregen.

Voor de vreemdelingen laat deze informatie toe de overgang van het vreemdelingenregister naar het
bevolkingsregister aan te duiden; in dit geval is de datum van de informatie deze van de machtiging
verleend door de minister tot wiens bevoegdheid deze materie behoort.

Indien de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (CGVS) of de Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen (RVV) de hoedanigheid van vluchteling toekent aan een vreemdeling
geeft het CGVS, nadat de beroepstermijnen verstreken zijn, een attest van erkenning van de
hoedanigheid van vluchteling aan hem af.
Op basis van dit attest moet de vreemdeling worden ingeschreven in het vreemdelingenregister. De
informatiedatum voor de bijwerking van het IT210 is de datum van de beslissing tot erkenning van de
hoedanigheid van vluchteling (zie beslissing tot erkenning of eventueel IT 206). Deze datum mag niet
verward worden met de datum van de betekening of de datum van afgifte van het betrokken attest.
447.
Burgers van de Europese Unie en hun familieleden.
Naar aanleiding van de richtlijn 2004/38 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende
het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, wordt de Belgische verblijfsprocedure voor EU-vreemdelingen met ingang van 1 juni 2008 volledig
gewijzigd.
Onder burger van de Unie wordt voor de toepassing van de nieuwe reglementering verstaan de onderdanen van
de landen die behoren tot de Europese Economische Ruimte: de inwoners van één van de 26 Lidstaten van de
Europese Unie, alsmede de inwoners van de landen Noorwegen, IJsland en Liechtenstein.
a) Voor de burger van de Europese Unie houdt dit de onmiddellijke inschrijving in het wachtregister in
wanneer hij bij de gemeente een verklaring van inschrijving aanvraagt, in afwachting van de
uitvoering van de woonstcontrole (KB van 7 mei 2008 - B.S. van 13 mei 2008, Ed. 2).
Met toepassing van het koninklijk besluit van 7 mei 2008 worden de burgers van de Europese Unie,
die bij de gemeente een verklaring van inschrijving aanvragen (“bijlage 19”) door de gemeente
onmiddellijk, zonder voorafgaande woonstcontrole, op het aangegeven adres ingeschreven in het
Gecoördineerde versie
01.10.2014
wachtregister op datum van de bijlage 19.
Om het onderscheid met de asielzoekers duidelijk te maken wordt voor deze categorie vreemdelingen
de code 6 gecreëerd in het Register van inschrijving.

Bij een positieve woonstcontrole worden deze EU-burgers, overeenkomstig de onderrichtingen
voor het houden van de bevolkingsregisters, op de datum van het verslag van de wijkpolitie in het
vreemdelingenregister (IT 210 – code 1) ingeschreven.
In de programma’s van het Rijksregister is een controle ingebouwd die de inschrijving in het
wachtregister en in het vreemdelingenregister op dezelfde datum verhindert.

Bij een negatief politieonderzoek wordt overgegaan tot een afvoering van ambtswege – code 99998.
De op voormelde wijze geschrapte EU-burger kan een nieuwe verklaring van inschrijving vragen bij
vestiging van een nieuw hoofdverblijf in een Belgische gemeente.
Bij het invoeren van het nieuwe IT210/6 – inschrijving in het wachtregister – moet de bestaande informatie met betrekking tot de eerdere inschrijving niet geannuleerd worden; een historiek van de inschrijvingen in IT210/6 wordt toegelaten.
b) De familieleden van de EU-burger, die afkomstig zijn van buiten de Europese Unie, worden na de
woonstcontrole ingeschreven in het vreemdelingenregister.
De inschrijving van deze categorie vreemdelingen in het vreemdelingenregister gebeurt eveneens onmiddellijk bij de collecte, met een code 7. De inschrijving wordt bij het uitvoeren van de collecte automatisch omgezet naar een code 1.
c)
Collectestructuur vanaf 1 juni 2008.
Ten einde de onmiddellijke inschrijving van de Europese burgers in het wachtregister mogelijk te maken,
wordt de structuur van de collecte uitgebreid met het informatietype 210 en de bijhorende vermelding van
de code.
Het IT 210 moet verplicht in de collectestructuur worden opgenomen voor alle vreemdelingen.
Om het onderscheid te kunnen maken tussen de 2 categorieën bij de burgers van de Unie en hun familieleden, en deze informatie in het dossier te kunnen raadplegen, worden twee bijkomende vermeldingen
gecreëerd in het IT 210, met name:


code 6 :
W.R.- EU-Burger, die een verklaring van inschrijving heeft aangevraagd.
code 7 :V.R.- Familielid, die een verblijfskaart van een familielid van een burger
van de Unie heeft aangevraagd.
BIJZONDERE OPMERKING:
Indien de nationaliteit van de EU-burger, die in het wachtregister moet gecollecteerd worden, op de datum van de geboorte niet overeenstemt met één van de codes van de 29 landen uit de E.E.R. dient een
bijzondere dienstcode gebruikt te worden.
De dienstcode 6 moet gebruikt worden om de collecte uit te voeren met de oorspronkelijke nationaliteit.
Onmiddellijk na de collecte moet de nationaliteit van betrokkene (IT031), op de ingangsdatum ervan, gewijzigd worden in de huidige nationaliteit (zie tabel):
Nationaliteit
U.S.S.R.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Code
172
Einddatum
27/12/1991
Nationaliteit
Letland
Estland
Litouwen
Code
135
136
137
Begindatum
21/08/1991
20/08/1991
06/09/1991
Tsjecho-Slovakije
Joegoslavië
130
171
169
31/12/1992
31/12/1992
03/02/2003
Tsjechische Republiek
Slowakije
Slovenië
140
141
147
01/01/1993
01/01/1993
25/06/1991
Voorbeeld.
Een EU-burger die in 1976 geboren werd in Tsjecho-Slovakije moet gecollecteerd worden met de nationaliteitscode 171. Onmiddellijk na de collecte moet de nationaliteit dan aangepast worden in, naar gelang
de situatie, 140 (Tsjechië) of 141 (Slowakije) met ingangsdatum 1 januari 1993.
448.
Samenstelling.
De informatie bevat :
- de datum van inschrijving in het register.
- de code:
1 : vreemdelingenregister
2 : bevolkingsregister
3 : Ambtenaar Europese Unie (omzendbrief 13 maart 1989)
4 : vreemdelingen (K.B. 30 oktober 1991 betreffende de verblijfsdocumenten van
bepaalde geprivilegieerde vreemdelingen)
5 : wachtregister
6 : W.R.- EU-Burger, die een verklaring van inschrijving heeft aangevraagd.
7 : V.R.- Familielid, die een verblijfskaart van een familielid van een burger van de
Unie heeft aangevraagd.
8:
Collecte burgerlijke stand door de gemeente van geboorte.
9:
Wachtregister – Aangifte huwelijk/samenwoning
449.
a) Structuur.
O.C.
N N
I.T.
2 1
0
D. DATUM
0 D D M
M
J
J
Toegestane operatiecodes : 10 en 13
Bijkomende toegestane operatiecodes voor code 1 en 2
J
J
CODE
1 tot 7
: 11 en 20
b) Afdruk
CODE 6
N
F
D
W.R.- EU-Burger, die een verklaring van inschrijving heeft aangevraagd
R.A.- Citoyen UE, ayant introduit une demande d'attestation d'enregistrement
W.R.- Unionsbürger – hat eine Anmeldebescheinigung beantragt
CODE 7
N
F
D
450.
V.R.- Familielid, die een verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie
heeft aangevraagd
R.E.- Membre de la famille, ayant introduit une demande de carte de séjour de membre
de la famille d'un citoyen de l'Union
F.R.- Familienangehörige - hat eine Aufenthaltskarte für Familienangehörige eines Unionsbürgers beantragt
Reserve.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 38
I.T. 191 – RIJBEWIJS
451.
Het koninklijk besluit van 26 maart 2014 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16
juli 1992 tot vaststelling van de informatie die opgenomen wordt in de bevolkingsregisters
en in het vreemdelingenregister, teneinde niet meer over te gaan tot de registratie van het
informatiegegeven betreffende het rijbewijs, werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad
van 5 juni 2014, Ed.2.
Dit koninklijk besluit treedt in werking op 15 juni 2014. Voortaan zal de behandeling
gecentraliseerd worden bij de FOD Mobiliteit en Vervoer door middel van het systeem
Mercurius, zonder tussenkomst van het Rijksregister. Het moment is bijgevolg
aangebroken om de huidige procedures van ondervraging en bijwerking van de
kruispuntbank van de rijbewijzen door tussenkomst van het Rijksregister te beëindigen.
Concreet zullen de bijwerkingen (transactiecode 91) en de ondervragingen
(transactiecode 92) van het Rijksregister volledig stopgezet worden vanaf 15 juni 2014,
en moeten alle bijwerkingen en ondervragingen verlopen via het systeem Mercurius. De
informatie die is opgeslagen in de IT 191-194 van de dossiers in het Rijksregister zal niet
meer afgedrukt worden.
452. – 460.
Reserve
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 39
I.T. 195 – HET IDENTITEITSBEWIJS
461.
Inleiding.
a) Wettelijke principes
-
Deze informatie neemt de identiteitskaarten en -bewijzen op voor zowel Belgen als vreemdelingen.
-
De identiteitsbewijzen voor vreemdelingen zijn voorzien in de vreemdelingenreglementering
ter zake.
-
Bij het K.B. van 29 juli 1985 betreffende de identiteitskaarten (B.S. van 7 september 1985) is
bepaald dat iedere Belg vanaf de leeftijd van 12 jaar een identiteitskaart kan bekomen waarvan het model werd vastgelegd ingevolge een resolutie van 28 september 1977 van het Ministercomité van de Raad van Europa tot invoering en harmonisering van de nationale identiteitskaarten.
-
De nieuwe Europese identiteitskaart is vanaf 1 december 1985 in omloop gebracht.
-
Sedert 1 oktober 1990 dient iedere Belg vanaf 12 jaar in het bezit te zijn van een identiteitskaart-Europees model, doordat het oude model (groene kaart) werd afgeschaft.
-
Deze informatie wordt gekenmerkt door het I.T. 195.
b) Bijzondere verwerkingsprocedures
-
Voor de identiteitskaarten van de Belgen - Europees model werd een centraal identiteitskaartenbestand opgericht dat beheerd wordt door de FOD Binnenlandse Zaken.
-
De aanvraag en verwerking van het Europees model van de identiteitskaart van Belg - Europees model gebeurt via eigen bijwerkingsprocedures en wordt gekenmerkt door de algemene
transactiecodes 95 en 96 (zie hiervoor de brochure met onderrichtingen van de FOD Binnenlandse Zaken). Dit centraal identiteitskaartenbestand is van blijvende aard en slaat al de
informaties in historiek op.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
-
Deze eigen bijwerkingsprocedures geschieden via het net van het Rijksregister, doch hebben
geen enkele weerslag op het Rijksregisterdossier van betrokkene. Bijgevolg dient de afgifte
van een identiteitskaart voor Belg Europees model nog te worden ingevoerd in het Rijksregisterdossier van betrokkene onder het I.T. 195 voor de gemeenten aangesloten (conventie)
bij het Rijksregister.
-
Het nummer van de elektronische identiteitskaart wordt automatisch opgenomen in het
IT195.
OPMERKING:
Het is absoluut noodzakelijk om, zoals het de regel is voor elke bijwerking van een informatiegegeven in het Rijksregister, na te gaan of, na de activering van de kaart, de
automatische registratie van de bovengenoemde informatiegegevens wel degelijk heeft
plaatsgevonden. Het kan immers gebeuren dat, als gevolg van een technisch probleem,
de autogeneratie van de informatietypes 195 en 180 niet werd uitgevoerd.
In dat geval moeten ze afzonderlijk in het rijksregisterdossier worden ingegeven, met
inachtneming van de structuren die in deze onderrichtingen worden beschreven.
462.
Structuur van identiteitskaarten, andere dan het Europees Model.
Samenstelling (I.T. 195).
a) Datum van Afgifte
Het is de datum van de afgifte, de vernieuwing of de verlenging van de identiteitskaart of het
identiteitsbewijs. Het moet een reële datum zijn (8 cijfers DDMMJJJJ).
b) Aard van het identiteitsbewijs (Type)
De types van identiteitsbewijs met hun code zijn als volgt vastgelegd :
00
10
20
30
40
50
60
70
80
90
Gecoördineerde versie
01.10.2014
identiteitsbewijs van Belg.
bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister (BIVR).
identiteitskaart van vreemdeling (IK).
attest van immatriculatie (AI) (modellen A en B).
EU- kaart (uitgezonderd zelfstandige arbeiders).
identiteitskaart voor Belgen in het buitenland.
identiteitsstuk voor kinderen jonger dan 12 jaar.
identiteitsbewijs voor kinderen jonger dan 12 jaar.
EU- kaart (voor zelfstandigen).
ander identiteitsbewijs (voor een vreemdeling).
Opmerkingen :
-
Door de nieuwe wetgeving inzake de Europese identiteitskaart van Belg is het type 00 vanaf
1 oktober 1990 niet meer van toepassing.
Dit type is dan ook nog enkel noodzakelijk voor het opslaan van informatie in historiek.
-
Het attest van immatriculatie-model B (type 30), is voorbehouden voor de onderdanen van
een lidstaat van de Europese Unie.
Het model A is voor de overige vreemdelingen bestemd.
Het onderscheid tussen beide modellen wordt gemaakt in de zone voor het nummer.
-
Toepassing van type 90 wordt gemaakt bij een bijzonder verblijfsbewijs, dienend als verblijfsvergunning of consulaire identiteitskaart. Deze bewijzen worden gewoonlijk door een
diplomatieke of consulaire post afgegeven.
Wanneer dit document opgesteld wordt door een gemeente, de NIS-code van de gemeente
gebruiken.
c) Duplicaat van een identiteitsbewijs
-
De afgifte van een duplicaat van een identiteitsbewijs, als gevolg van een aangifte van verlies of vernietiging, kan worden geregistreerd door wijziging van het cijfer van de eenheden
van het type voor alle identiteitsbewijzen, behalve voor het type 90.
-
Het eerste duplicaat zal steeds aangeduid worden door het cijfer 1; de daaropvolgende duplicata moeten steeds het duplicaatnummer van de vorige afgifte + 1 dragen. Het maximum
aantal bedraagt 9.
Voorbeeld :
Aanduiding van een tweede duplicaat bij een identiteitskaart voor vreemdeling (type 20) : 22.
d) Nummer van het identiteitsbewijs
-
Over het algemeen bestaat het nummer van het identiteitsbewijs uit 3 letters en 6 cijfers.
Zijn er minder dan 3 letters dan moet rechts aangevuld worden met spaties.
Zijn er minder dan 6 cijfers dan schrijft men de cijfers rechts en vult men links met nullen
aan.
-
Voor het type 50 moet het nummer 12 cijfers bevatten.
-
Voor het type 30 als het nummer niet bekend is : 999999 (3 spaties en zes keer het cijfer
9).
-
Voor het type 90 kan het nummer bestaan uit één letter en zeven cijfers.
-
Voor het type 30 wordt het model van het attest gespecifieerd in het 1e teken van de zone.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
De structuur is als volgt :
1e teken
2e teken
:
letter A of B al naargelang van het model.
: letter N of F
(Nederlandstalig attest = N, Franstalig attest = F).
3e teken
: (spatie)
4e teken tot 9e teken
: het nummer van het attest invullen vanaf rechts, dus met
weglating van het 1e cijfer of cijfer van het miljoental
van het nummer, dat steeds 0 (nul) is.
Opmerking :
Sommige nummers van bewijzen voor vreemdelingen kunnen bestaan uit 6 cijfers en 3 letters.
Dit verschil ten opzichte van de vroegere samenstelling, overigens zonder belang, vergt het omzetten van de rubriek letters en de rubriek cijfers voor het opnemen door het Rijksregister.
e) Gemeente van afgifte of verlenging
-
Hier dient men de NIS-code van de gemeente te vermelden waar het identiteitsbewijs werd
uigegeven of verlengd.
-
Is het bewijs niet door een gemeente afgegeven of is de gemeente onbekend, dan vijf nullen
(00000) invoeren.
-
Bij type 50, wordt de gemeente van afgifte vervangen door het land waar het bewijs werd
afgeleverd. De landencode 00992 is toegelaten, wanneer het land onbepaald is. Dit type 50
wordt in beginsel nooit door de gemeente ingevoerd.
f) Vervaldatum
(8 cijfers : DDMMJJJJ)
-
Het is de datum waarop de geldigheid van het identiteitsbewijs vervalt.
Deze datum moet uiteraard recenter zijn dan de datum van afgifte of verlenging.
-
Een vervaldatum is slechts mogelijk bij de types 10, 20, 30, 40, 50, 70, 80 of 90.
g) Verlengingsnummer
Dit nummer wordt uitsluitend toegepast bij type 10, 30, 100 en 110 en bestaat uit het cijfer
1, 2 of 3.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
462bis
Structuren
a) Structuur voor type 00 en 60
O.C.
I.T.
1 9
5
D INFORMATIEDATUM
D D M M J J J
T.I.
J
NUMMER v.h. BEWIJS
NIS-CODE
X X X X X X X X X N N N N N
b) Structuur voor type 20, 30, 40, 80 en 90
O.C.
I.T.
1 9
5
D INFORMATIEDATUM
D D M M J J J
T.I.
J
NUMMER
NIS-CODE
X X X X X X X X X N N N N N
VERVALDATUM
D D M M J J
J
J
c) Structuur voor type 10
O.C.
I.T.
1 9
5
D INFORMATIEDATUM
D D M M J J J
J
T.I.
1 0
NUMMER
NIS-CODE
X X X X X X X X X N N N N N
VERVALDATUM
D D M M J J
J
J
DUUR
X
d) Structuur voor type 10 met verlengingsnummer
O.C.
I.T.
1 9
5
D INFORMATIEDATUM
D D M M J J J
J
T.I.
1 0
NUMMER
NIS-CODE
X X X X X X X X X N N N N N
VERVALDATUM
D D M M J J
462ter
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Toegelaten codes :
J
J
DUUR V
X
N
-
Operatiecode (O.C.) :
10, 11, 12, 13 en 20
-
Dienstcode (D.)
:
-
Informatiedatum
-
T.I.
-
Vervaldatum
-
Duur
:
datum van uitreiking
:
:
0
type identiteitskaart
8 cijfers
:
A = onbeperkte duur
B = beperkte duur
-
V (verlengingsnummer) :
0, 1, 2 of 3 (enkel voor type 10)
Opmerking:
De toevoeging van een verlenging in een bestaande informatie gebeurt met OC 11
(verbetering) en verlengingsnummer 0, terwijl de bijwerking van een verlenging gebeurt met OC 10 en verlengingsnummer 1, 2 of 3.
463.
Controles
bij type
controle
00 tot 09
de datum van de informatie moet recenter zijn dan de geboortedatum en
de persoon moet Belg zijn
10 tot 19
20 tot 29
30 tot 39
40 tot 49
80 tot 89
90
de persoon moet vreemdeling zijn
50 tot 59
de persoon moet Belg zijn
60 en 70
de datum mag niet recenter zijn dan de geboortedatum + 12 jaar
Gecoördineerde versie
01.10.2014
464.
Structuur voor de identiteitskaart van Belgen - Europees Model.
Samenstelling
a) Datum van afgifte
-
De datum van afgifte van de kaart is deze waarop de burger zijn kaart komt afhalen of in zijn bezit krijgt.
Het moet een werkelijk bestaande datum zijn die gelegen is na 1 december 1985.
b) Type Identiteitskaart
-
Ter onderscheiding van de identiteitskaart voor Belg - oud model (groene kleur) zal de nieuwe Europese
identiteitskaart code N00 (hoofdletter N, nul, nul) dragen.
c) Kaartnummer
Het kaartnummer bevat 12 cijfers :
-
de eerste 3 duiden de gemeente in code aan die de kaart afgeeft; deze code is begrepen tussen 001 en
589.
-
de 7 volgende cijfers zijn een reeksnummer (het 1e cijfer mag nooit 8 of 9 zijn);
-
de laatste twee cijfers zijn het controlegetal.
Structuur.
O.C.
I.T.
1 9
5
D. DATUM
D D M
M
J
J
J
J
T.I.
N 0
0
KAARTNUMMER
Toegelaten codes :
-
Operatiecode (O.C.)
:
10, 11, 13 en 20
-
Dienstcode (D.)
:
0
-
Datum
:
is de datum van uitreiking in 8 cijfers.
-
Type Identiteitskaart (T.I.) :
N00
-
Kaartnummer
is het nummer van de identiteitskaart in 12 cijfers
:
Controles :
-
De datum van de informatie moet recenter zijn dan 1 december 1985 en recenter dan de geboortedatum
+ 11 jaar en 10 maanden.
-
De datum bij de O.C. 10 moet recenter zijn dan de vorige informatie 195 en bij de O.C. 11 moet hij recenter zijn dan het voorlaatste I.T. 195.
-
De informatie 'nationaliteit" (I.T. 031) moet Belg (landencode 150) zijn op de datum van de afgifte van de
kaart.
-
De eerste 3 cijfers van het kaartnummer moeten overeenstemmen met de gemeente in de informatie
"gemeente van beheer" (I.T. 001) met inachtneming van beide informatiedata.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
IDENTITEITSSTUKKEN EN –BEWIJZEN VOOR KINDEREN
JONGER DAN TWAALF JAAR
465.
Inleiding
Het Koninklijk besluit van 10 december 1996 betreffende de identiteitsstukken en –bewijzen voor kinderen
onder de twaalf jaar (Belgisch Staatsblad van 20 december 1996) dat in werking is getreden op 1 januari
1997, heeft nieuwe identiteitsdocumenten ingevoerd voor de voornoemde kinderen. De wijze van toekenning van de documenten heeft het voorwerp uitgemaakt van het ministerieel besluit van 23 december 1996
(Belgisch Staatsblad van 31 december 1996) en van de omzendbrief van 17 februari 1997. Het informatietype betreffende de identiteitsbewijzen (I.T. 195) dient aangepast te worden met het oog op de juiste invoering van de nieuwe documenten in het Rijksregister van de natuurlijke personen.
Er dient verwezen te worden naar de volgende gegevens.
466.
Identiteitsstukken voor kinderen jonger dan 12 jaar.
1.
De informatie betreffende het identiteitsstuk bestaat uit de volgende bestanddelen:
a.
b.
c.
d.
2.
de afgiftedatum;
het type identiteitsdocument : code 60;
het nummer van het identiteitsstuk;
de NIS-code van de gemeente van afgifte.
Afgiftedatum (8 cijfers : DDMMJJJJ).
Het gaat om de datum waarop het bewijs afgegeven werd. Het moet een werkelijk bestaande datum zijn.
Het identiteitsstuk wordt uitgereikt aan elk kind onder de twaalf jaar bij zijn eerste inschrijving in de
bevolkingsregisters van een Belgische gemeente of in het wachtregister.
Op het identiteitsstuk staat geen vervaldatum.
In geval van verlies of beschadiging wordt het identiteitsstuk geannuleerd en vervangen door een nieuw
document (geen duplicaat), dat een nieuwe afgiftedatum en een nieuw nummer zal bevatten.
3.
Nummer van het identiteitsstuk.
Het nummer van het identiteitsstuk heeft de volgende structuur : het jaartal in 2 cijfers gevolgd door een
volgnummer in vier cijfers (b.v. : 970001)
Een verwerpingscode 383 werd gecreëerd voor het invoeren van ongeldige tekens in het nummer van de
identiteitsstukken en –bewijzen voor kinderen jonger dan 12 jaar in het IT 195.
Het nummer van het identiteitsstuk of –bewijs moet bestaan uit het jaartal van afgifte in 2 cijfers, gevolgd
door een volgnummer van 4 cijfers (of 5 cijfers voor de grote steden). Alle andere tekens worden
geweigerd.
4.
Gemeente van afgifte.
De gemeente van de eerste inschrijving van het kind of de gemeente van inschrijving, die het document
vernieuwd heeft.
De NIS-code van de gemeente van afgifte wordt vermeld achter het nummer van het identiteitsstuk.
5.
Toegestane operatiecodes : 10, 11, 13 en 20.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
6.
Controles :
-
de datum van afgifte moet gelijk zijn aan of recenter dan de geboortedatum en hij mag niet gelijk zijn
aan of recenter dan de datum van de twaalfde verjaardag.
-
de codes betreffende de duplicata worden niet toegelaten.
7.
Structuur van IT 195 (geldig vanaf 1.1.1997).
Type 1 (operatiecodes 10 en 11)
O.C.
I.T.
1 9
5
D. DATUM v. AFGIFTE
D D M M J J
Nr. identiteitsstuk
J
J
TYPE
6 0
NIS-CODE
Type 2 (operatiecode 13)
O.C.
1 3
467.
I.T.
1 9
5
D. Annulatiedatum v.d. informatie
0 D D M M J J J J
Identiteitsbewijzen voor kinderen jonder dan twaalf jaar
1.
De informatie betreffende het identiteitsbewijs bestaat uit de volgende bestanddelen :
a.
b.
c.
d.
e.
2.
de afgiftedatum;
het type identiteitsdocument : code 70;
het nummer van het identiteitsbewijs;
de NIS-code van de gemeente van afgifte;
de vervaldatum van het identiteitsbewijs.
Afgiftedatum (8 cijfers : DDMMJJJJ).
Het gaat om de datum waarop het identiteitsbewijs overhandigd werd. Het moet een werkelijk bestaande
datum zijn.
Het identiteitsbewijs wordt afgegeven, op verzoek van de persoon of de personen die het ouderlijk gezag
over het kind uitoefenen, door de gemeente waar het kind op het ogenblik van de afgifte in de registers
(bevolkingsregister - wachtregister) is ingeschreven.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
3.
Nummer van het identiteitsbewijs:
Cfr. nummer 466.3.
4. Gemeente van afgifte: de gemeente waar het kind op het ogenblik van de afgifte van het
identiteitsbewijs ingeschreven is.
5.

Vervaldatum (8 cijfers : DDMMJJJJ).
Datum waarop de geldigheidsduur van het identiteitsbewijs eindigt, hetzij maximum twee jaar na de
datum van afgifte.
Deze datum moet altijd liggen vóór de datum van de twaalfde verjaardag.
De vervaldatum bevindt zich in de informatiestructuur achter de NIS-code van de gemeente van
afgifte.


6.
Toegestane operatiecodes : 10, 11, 13 en 20.
7.
Controles :
-
De afgiftedatum moet gelijk zijn aan of recenter dan de geboortedatum en hij mag niet gelijk zijn aan
of recenter zijn dan de datum van de twaalfde verjaardag.
-
De vervaldatum van het bewijs (einde geldigheidsduur) mag niet gelijk zijn aan of recenter zijn dan
de datum van de twaalfde verjaardag.
-
De vervaldatum van het bewijs mag niet recenter zijn dan twee jaar na de afgiftedatum van het
identiteitsbewijs.
-
De duplicaten van het identiteitsbewijs mogen niet worden ingevoerd.
8.
Bijwerkingsstructuur : (geldig vanaf 1.1.97)
Type 1 (Operatiecodes 10 en 11)
O.C.
I.T.
1 9
5
D. Afgiftedatum v.h. bewijs
D D M M J J
Nr. v.h. Bewijs
NIS-CODE
J
J
TYPE
7 0
VERVALDATUM
D D M M J
J
J
J
Type 2 (operatiecode 13)
O.C.
1 3
468.
I.T.
1 9
5
D. Annulatiedatum v.d. informatie
D D M M J J J J
De structuur van de nummering van de identiteitsstukken en –bewijzen zoals zij vastgesteld werd door
het voornoemde koninklijk besluit, kan praktische problemen stellen voor de gemeenten die meer dan
100.000 inwoners tellen. Voor deze gemeenten wordt de toekenning van een reeksnummer van vijf
cijfers aanvaard. Het probleem ad hoc van het Rijksregister van de natuurlijke personen zal bijgevolg
worden aangepast.
De gemeenten met meer dan 100.000 inwoners die een nummering van vijf cijfers wensen te gebruiken
dienen hiervoor een aanvraag in te dienen bij de FOD Binnenlandse Zaken (Directie van de Verkiezingen
en van de Bevolking).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
469.
Identiteitskaart voor de Belgen in het buitenland.
Met toepassing van artikel 7, §1, van de wet van 26 juni 2002 inzake consulaire bevolkingsregisters en
identiteitskaarten (B.S. van 27 juli 2002) wordt aan de Belgen die de leeftijd van 12 jaar bereikten en
die in de consulaire bevolkingsregisters van een Belgische consulaire post zijn ingeschreven een identiteitskaart afgegeven.
De modaliteiten werden vastgelegd in het koninklijk besluit van 23 januari 2003 aangaande de consulaire bevolkingsregisters en identiteitskaarten (B.S. 19 maart 2003).
Deze informatie wordt in het informatietype 195 van het Rijksregister opgenomen met de code 50. Bij
een afdruk op de R-kaart wordt voor de code 50 de vermelding “identiteitskaart” weergegeven.
In beginsel wordt deze informatie nooit ingevoerd door de gemeente.
Deze toepassing trad in werking op 4 augustus 2003.
a) Samenstelling van de informatie.
- informatiedatum :
de datum waarop de identiteitskaart werd uitgereikt.
- nummer van de identiteitskaart:
- code van de diplomatieke post die bevoegd is om identiteitskaarten uit te reiken: 4 cijfers;
- volgnummer: 6 cijfers;
- controlegetal: 2 cijfers.
- plaats van aflevering:
landencode van het land van uitgifte.
- vervaldatum :
datum van uitreiking + geldigheidsduur:
- voor personen vanaf 12 tot en met 21 jaar = 5 jaar;
- voor personen vanaf 22 tot en met 74 jaar = 10 jaar;
- voor personen vanaf 75 jaar = onbeperkt geldig.
In dit geval moet de fictieve vervaldatum “31122199” gebruikt
worden.
b) Structuur voor code 50.
OC
1
0
0
DC
0
5
D
INFORMATIEDATUM
M
M
J
J
D
NUMMER IDENTITEITSKAART
TYPE
5
IT
9
1
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
*
Plaats van
aflevering
N N N
D
D
Betrokkene moet ingeschreven zijn in het buitenland.
Betrokkene moet ouder zijn dan 12 jaar.
Berekening van het controlegetal van de identiteitskaart (modulo 97).
Vervaldatum = datum van uitreiking + geldigheidsduur.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
J
VERVALDATUM
c) Controles.
-
J
M
M
J
J
J
J
470.
Eenheidsstructuur voor alle identiteitsbewijzen.
De nieuwe structuur is van toepassing vanaf 20 februari 2007, en zij wordt gebruikt voor het
invoeren van alle identiteitskaarten en -bewijzen.
1. Wettelijke principes.

Deze informatie neemt de identiteitskaarten en -bewijzen op voor zowel Belgen als
vreemdelingen.

De identiteitsbewijzen voor vreemdelingen zijn voorzien in de vreemdelingenreglementering ter zake.

Koninklijk besluit van 23 januari 2003 aangaande de consulaire bevolkingsregisters en
identiteitskaarten (B.S. van 19 maart 2003);

Koninklijk besluit van 25 maart 2003 betreffende de identiteitskaarten (B.S. van 28
maart 2003);

Koninklijk besluit van 1 september 2004 houdende de beslissing om de elektronische
identiteitskaart veralgemeend in te voeren (B.S. van 15 september 2004);

Koninklijk besluit van 18 oktober 2006 betreffende het elektronisch identiteitsdocument
voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar (B.S. van 31 oktober 2006, Ed. 2).
2. Samenstelling van de informatie.

Operatiecodes
: 10, 11, 13 en 20

Informatietype
: 195

Dienstcode
:0

Informatiedatum: de datum waarop het identiteitsbewijs werd uitgereikt.

Indicatie ‘N’
:
de letter N moet worden ingevoegd om het
onderscheid te maken met de oude structuren;

Type
:
de bestaande types blijven behouden; zij worden
voorafgegaan door twee nullen. De mogelijkheid wordt geboden om uit te breiden, of om een onderscheid te voorzien
naargelang de instantie die het identiteitsbewijs aflevert, bijvoorbeeld voor de Dienst Vreemdelingenzaken;

Kaartnummer:

NIS-code:

Vervaldatum: datum waarop de geldigheid van het identiteitsbewijs
Gecoördineerde versie
01.10.2014
het nummer van het identiteitsbewijs, maximum 12
alfanumerieke tekens. Indien het nummer minder dan 12 tekens bevat, moet er links begonnen worden met het invullen
van het nummer; de overblijvende vakken worden ingevuld
met spaties;
de NIS-code van de Belgische gemeente die het
identiteitsbewijs uitreikt;
vervalt;

Duplicaat (Dup.) :
volgnummer van het duplicaat in twee cijfers (01, 02,
03, …);
Opmerking: de invoering van een duplicaat door ophoging van het cijfer van de eenheid van het type document is niet meer toegelaten (bv; code 31 voor invoering van
een duplicaat A.I.);

Verlenging (Verl.) : dit nummer wordt uitsluitend toegepast bij type 10
en bestaat uit de cijfers 01, 02 of 03;

Duur:
geldigheidsduur in maanden (twee cijfers).
3. Structuur.
O.C.
1
I.T.
9
D.
5
D D
Informatiedatum
M M J
J
Kaartnummer
Vervaldatum
Type
J
J
N
NIS-code
Dup.
Verl.
Duur
OPMERKINGEN:
Alle vakken zijn voorzien in de eenheidsstructuur. De laatste drie zones moeten worden ingevuld met “nullen” als zij niet van toepassing zijn.
De controles voor het manueel invoeren van de verschillende types van identiteitsbewijzen blijven van toepassing (zie voorgaande punten).
De oude structuren blijven van toepassing voor het bijwerken van de informatie van het IT195 in
historiek.
De informatie voor een aantal identiteitsbewijzen wordt automatisch ingevoerd in het IT 195;
voor andere zal de bijwerking manueel moeten uitgevoerd worden. Een overzicht wordt gegeven in de volgende tabel.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
471.
Type
00
Overzicht van de in te voeren gegevens in de nieuwe structuur van IT 195 (vanaf 20/02/2007).
Benaming
Kaartnummer
NIScode
Verval- Duplidatum caat
Verlenging
Duur
Identiteitsbewijs van Belg automatische invoer in het IT 195 - nummer van 12 cijfers beginnend met 590
Bewijs van inschrijving in
10 het vreemdelingen-register
(BIVR)
BIVR –
11
Tijdelijk verblijf
ja
ja
ja
mogelijk
mogelijk
ja
automatische invoer van het elektronisch document
12
BIVR
automatische invoer van het elektronisch document
13
Identiteitskaart voor
vreemdeling
automatische invoer van het elektronisch document
14
EU - langdurig ingezetene
automatische invoer van het elektronisch document
15
E kaart
automatische invoer van het elektronisch document
16
E+ kaart
automatische invoer van het elektronisch document
17
F kaart
automatische invoer van het elektronisch document
18
F+ kaart
automatische invoer van het elektronisch document
20
Identiteitskaart van
vreemdeling
ja
ja
ja
mogelijk
neen
neen
30
Attest van Immatriculatie
ja
ja
ja
mogelijk
mogelijk
ja
40
EU-kaart (- zelfstandigen)
ja
ja
ja
mogelijk
neen
neen
50
Identiteitskaart Belgen in
het buitenland
12 cijfers
landencode
(5 cijfers)
ja
neen
neen
neen
60
Identiteitsstuk -12 jaar
begint met jaartal in 2 cijfers
+ volgnummer in 4 (5) cijfers
ja
neen
neen
neen
70
Identiteitsbewijs -12 jaar
idem 60
ja
ja
neen
neen
neen
neen
neen
neen
71
neen
automatische invoer Elektr. identiteitsbewijs -12
nummer van 12 cijfers bejaar
ginnend met 610
80
EU-kaart (zelfstandigen)
ja
ja
ja
90
Ander identiteitsbewijs
(voor vreemdelingen)
ja
ja
ja
Gecoördineerde versie
01.10.2014
mogelijk
mogelijk
IT 195 – Bijkomende codes vanaf 1 juni 2008.
Type
Benaming
Kaartnummer
21
Verblijfskaart familielid
van Unieburger
Carte de séjour
membre de famille d’un
citoyen de l’Union
Aufenthaltskarte Familienangehörige Unionsbürgers
Duurzame verblijfskaart familielid van
Unieburger
Carte de séjour permanent membre de
famille d’un citoyen de
l’Union
Daueraufenthaltskarte
Familienangehörige
Unionsbürgers
Verklaring van inschrijving
Attestation
d’enregistrement
Anmeldebescheinigung
Document staving
duurzaam verblijf
Document attestant
permanence du séjour
Dokument Bescheinigung Daueraufenthalts
Bijlage 15 – Attest
22
41
42
0100
(*)
Annexe 15 – Attestation
0110
Anlage 15 - Bescheinigung
Bijlage 35 - Speciaal verblijfsdocument
Annexe 35 - Document
spécial de séjour
Anlage 35 - Besonderes
Aufenthaltsdokument
Vervaldatum
Duplicaat
Verlenging
Duur
Ja
NIScode
Ja
Ja
Mogelijk
Mogelijk
Ja
Ja
Ja
Ja
Mogelijk
Neen
Neen
Neen
Ja
Neen
Neen
Neen
Neen
Neen
Ja
Neen
Neen
Neen
Neen
Neen
(12 nullen invoeren)
Ja
Ja
(verplicht)
Neen
Mogelijk
Neen
Neen
(12 nullen invoeren)
Ja
Ja
(verplicht)
Neen
Mogelijk
Neen
(*) Opmerking:
De bijlage 15 moet worden geregistreerd wanneer zij geldt als bewijs van inschrijving in het bevolkings- of
vreemdelingenregister, met name wanneer zij wordt afgeleverd in het kader van een vestigingsaanvraag of aanvraag
tot duurzaam verblijf (artikel 30 – artikel 56 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981), of in het kader van de
aangifte van een verblijfsvergunning / vestigingsvergunning / elektronische vreemdelingenkaart (artikel 119 van
voornoemd KB).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Er werden vier nieuwe types van identiteitsbewijs gecreëerd voor het invoeren van de informatie in het IT 195 van het
Rijksregister met betrekking tot de bijzondere identiteitskaarten die door de dienst protocol van de FOD Buitenlandse Zaken kunnen worden afgeleverd. De aanpassingen aan de programma’s werden operationeel op dinsdag 4 oktober 2011.
Type
Benaming
Bijzondere identiteitskaart P
0091
Carte d’identité spéciale P
Sonderausweis P
Bijzondere identiteitskaart E
0092
Carte d’identité spéciale E
Sonderausweis E
Bijzondere identiteitskaart S
0093
Carte d’identité spéciale S
Sonderausweis S
Bijzondere identiteitskaart C
0094
Carte d’identité spéciale C
Sonderausweis C
Kaartnr.
NIS
Vervaldatum
Duplicaat
Verlenging
Duur
ANNNNNN
N∆∆∆∆
Ja
Ja
(verplicht)
Neen
Mogelijk
Max. 5 jaar
Ja
(verplicht)
Neen
Mogelijk
Max. 5 jaar
ANNNNNN
N∆∆∆∆
Ja
ANNNNNN
N∆∆∆∆
Ja
Ja
(verplicht)
Neen
Mogelijk
1 jaar
Uitz.
Taiwan 2j.
ANNNNNN
N∆∆∆∆
Ja
Ja
(verplicht)
Neen
Mogelijk
Max. 5 jaar
Opmerkingen:
1.
Het komt regelmatig voor dat in het informatietype 195 met betrekking tot de identiteitsbewijzen de limiet van het
toegestane aantal gegevens per informatietype wordt overschreden, bijvoorbeeld in geval het attest van immatriculatie
gedurende meerdere jaren wordt verlengd/hernieuwd.
Ten einde problemen bij het bijwerken en afdrukken van dergelijke dossiers te vermijden werd de
verwerpingscode 386 ingevoerd voor het IT195:
IT
Code verwerping
Omschrijving
195
386
90 informatiegegevens van IT 195 in het dossier. Dossier te behandelen.
Deze verwerping duidt aan dat het betrokken IT reeds 90 informatiegegevens bevat, en bijgevolg moet ingekort
worden. Dit kan door de informaties (verlengingen) die betrekking hebben op eenzelfde
nummer
van
identiteitsbewijs te groeperen in één informatie, nl. door de eerste afgifte van de kaart met het nieuwe nummer te
vermelden met de vervaldatum van het laatste identieke kaartnummer (= 4de verlenging). Het is aan te bevelen om in
dergelijke gevallen een afdruk met de volledige historiek van
het dossier te maken.
2.
De programma’s van het Rijksregister werden aangepast zodanig dat bij het invoeren van bijwerkingen in bepaalde
informatietypes eerst verplicht moet overgegaan worden tot de annulatie van de identiteitskaart van betrokkene in het
centraal register van de identiteitskaarten.
De controle op de annulatie van de identiteitskaart is voorzien in de volgende informatietypes:
- IT 001 (gemeente van verblijf) – bij de annulatie van een dossier (bijwerking die enkel kan uitgevoerd worden
door de diensten van het Rijksregister).
-
IT 001 – bij het invoeren van de informatie “afvoering van ambtswege” (code 99991).
In bepaalde gevallen kan de informatie “afvoering van ambtswege” toch moeten ingevoerd worden zonder dat de
identiteitskaart moet geannuleerd worden. Deze bijwerking zal alleen, en enkel in gerechtvaardigde
omstandigheden, kunnen uitgevoerd worden door de regionale diensten van het Rijksregister met
gebruikmaking van
de dienstcode 4.
-
IT 031 (nationaliteit) – bij een wijziging van de nationaliteit.
-
IT 150 (plaats en datum van het overlijden) – bij het invoeren van het overlijden.
Indien de identiteitskaart van de betrokkene niet werd geannuleerd vóór het invoeren van de bijwerking wordt de
verwerpingscode 366 teruggestuurd.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Er werden 2 nieuwe types van identiteitsbewijs gecreëerd voor het invoeren van de informatie in het IT 195 van het
Rijksregister met betrekking tot de voorlopige identiteitskaarten die aan Belgen kunnen worden afgeleverd:
Type
Benaming
0200
Voorlopige Identiteitskaart (VIK)
Carte d’Identité provisoire
(CIP)
Vorläufiger Personalausweis
Voorlopig Bewijs van
Identiteit -12 jaar
(VIB -12)
Cerificat d’Identité provisoire -12 ans
(CIP -12)
Vorläufiger Identitätsnachweis – 12 Jahre
0210
Kaartnummer
Ja
Ja
NIS-Code
Ja
NIS-Code
Regionale
Afvaardiging
Ja
(cf. supra)
Vervaldatum
Ja
(verplicht)
Duplicaat
Verlenging
Duur
Neen
Neen
2 maanden
Ja
(verplicht)
Neen
Neen
2 maanden
De gegevens met betrekking tot de voorlopige identiteitsdocumenten kunnen enkel worden ingevoerd door de regionale
afvaardigingen en de centrale diensten van het Rijksregister.
De aanpassingen aan de programma’s werden operationeel op 15 februari 2012.
Er werden 2 nieuwe types van identiteitsbewijs gecreëerd voor het invoeren van de informatie in het IT 195 van het Rijksregister met betrekking tot de bijlagen 6 en 12:
Type
Benaming
Kaart-
NIS-Code
Vervaldatum
Duplicaat
Verlenging
Duur
NIS-code
van de gemeente
Ja
Neen
Mogelijk
1 maand
NIS-code
van de gemeente
Ja
Neen
Neen
Neen
nummer
0120
Bijlage 12
12 nullen
Annexe 12
(verplicht)
Anlage 12
0121
Bijlage 6
Annexe 6
12 nullen
(verplicht)
Anlage 6
Opmerkingen:
Bijlage 12 (code 120) kan worden ingevoerd voor personen ouder dan 11 jaar, ongeacht de nationaliteit.
Bijlage 6 (code 121) kan enkel worden ingevoerd voor Belgen die jonger zijn dan 12 jaar.
Indien de kaart wordt teruggevonden vóór de definitieve annulering moet de bijlage 6/12 gesupprimeerd worden in het
IT195, door middel van de structuur 12/195/0/DDMMEEJJ/000000000000
De aanpassing van de programma’s werd operationeel op 5 maart 2013.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 40
I.T. 196 – SOCIALE ZEKERHEIDSKAART
472.
A. Algemeen
De wet van 25 januari 1985 tot invoering van een kaart voor sociale zekerheid (B.S. van 13 februari
1985) schrijft voor dat iedere werknemer in het bezit moet zijn van een sociale zekerheidskaart. Het K.B.
van 7 oktober 1985 tot uitvoering van artikel 1, derde en vierde lid, van voornoemde wet geeft de beschrijving van de kaart, alsmede de inhoud en de wijze waarop zij wordt uitgereikt.
De identificatiegegevens over de personen (familienaam en voornamen, geboortedatum en –plaats, gemeente van verblijf en het adres, beroep en het identificatienummer in het Rijksregister van de natuurlijke
personen) zijn deze die in het bevolkingsbestand van het Rijksregister zijn geregistreerd. Het codecijfer
ter aanduiding van het sociaal zekerheidsstelsel wordt door de gemeente in het bevolkingsbestand ingebracht.
De sociale zekerheidskaart wordt uitgereikt aan de werknemer, Belg of vreemdeling, die in het bevolkings- of in het vreemdelingenregister is ingeschreven en die aan de voltijdse leerplicht heeft voldaan.
B. Samenstelling.
Deze informatie bevat :
- de datum van afgifte van de kaart in 8 cijfers (DDMMJJJJ);
- het codecijfer voor het sociaal zekerheidsstelsel;
- het kaartnummer.
De toegelaten operatiecodes zijn : 10, 11, 12, 13 en 20.
De toegelaten dienstcode is 0.
C. Datum van afgifte
De datum van afgifte van de kaart is deze waarop de werknemer zijn sociale zekerheidskaart komt afhalen op het gemeentebestuur. Het moet een werkelijk bestaande datum zijn die recenter is dan 23 juni
1986.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
D. Codecijfer sociaal zekerheidsstelsel
Ter aanduiding van het sociaal zekerheidsstelsel van betrokkene zijn volgende codecijfers te gebruiken :
01
werknemer(ster)
02
openbare sector
03
zelfstandige
04
gepensioneerde
E. Kaartnummer
Het nummer van de sociale zekerheidskaart bevat 12 cijfers :
1) de eerste 3 duiden de gemeente van afgifte van de kaart aan;
2) de 7 volgende cijfers zijn een reeksnummer dat met 9 of 8 moet beginnen;
3) de laatste 2 cijfers zijn het controlegetal.
F.
Structuur
O.C.
N N
I.T.
1 9
D. DATUM
0 D D M
6
KAARTNUMMER
N N N N N
N
N
M
N
J
J
J
J
N
N
N
N
CODE
0 N

steeds nul
G. Voorbeeld
Invoering van de informatie naar aanleiding van de afgifte van de kaart :
10/196/0/16072000/01/016900098718
H. Controle
-
de datum van de informatie moet recenter zijn dan 23.06.86 en recenter dan de geboortedatum van
betrokkene + 16 jaar;
-
het codecijfer “sociale zekerheid” moet begrepen zijn tussen 01 en 04;
-
kaartnummer : -
473. – 475. Reserve
Gecoördineerde versie
01.10.2014
de eerste 3 cijfers moeten begrepen zijn tussen 001 en 589.
het 4de cijfer moet 9 zijn (na uitputting van de reeks met 9 wordt de reeks met
8 aangevat).
HOOFDSTUK 41
I.T. 199 – PASPOORT
476.
Algemeenheden
Het betreft het reispaspoort aan een Belg afgegeven door een gemeentelijke of provinciale overheid, of door een diplomatieke of consulaire post.
Deze aangelegenheid wordt geregeld door de wet van 14 augustus 1974 betreffende de afgifte
van paspoorten (B.S. van 21 december 1974).
Met toepassing van de omzendbrief van 4 maart 2002 van de FOD Buitenlandse Zaken, werd de
reglementering omtrent de afgifte van tweede paspoorten gewijzigd en werd het aanvullend of
complementair paspoort afgeschaft.
Deze reglementering trad in werking op 1 april 2002.
Met toepassing van de omzendbrief van 2 augustus 2004 met kenmerk C23.1-92 van de FOD
Buitenlandse Zaken werd de reglementering omtrent de afgifte van paspoorten opnieuw gewijzigd.
De nieuwe reglementering trad in werking op 1 september 2004.
Vanaf die datum werden volgende aanpassingen doorgevoerd:
- alle paspoorten hebben een geldigheidsduur van 5 jaar;
- het systeem van het tweede paspoort blijft bestaan, maar dit tweede paspoort heeft eveneens een geldigheidsduur van 5 jaar;
- paspoorten voor minderjarigen hebben eveneens een geldigheidsduur van 5 jaar;
- er worden geen verlengingen meer toegestaan. Dit betekent dat in de structuur het verlengingsnummer (2 cijfers) steeds 00 is en ook blijft.
Om zo weinig mogelijk aanpassingen door te voeren in de bestaande programma’s werden de
bestaande structuren gehandhaafd.
477.
Samenstelling van de informatie
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Deze informatie bevat :
A) De datum van afgifte (8 cijfers)
Het betreft de datum waarop het reispaspoort afgegeven of verlengd werd. Het is de datum waarop het paspoort effectief wordt afgegeven aan de burger.
OPMERKING :
In geval van vervroegde verlenging van een reispaspoort (voordat het
vervallen is), is de datum die geregistreerd moet worden, de datum waarop
de verlenging gebeurt.
De verlenging van een paspoort is niet meer toegestaan vanaf 1 september 2004.
B) Het nummer van het reispaspoort (maximum 10 alfanumerieke tekens)
Elk afgegeven reispaspoort draagt een afzonderlijk nummer, of het nu gaat om een eenvoudige
afgifte, of om een afgifte naar aanleiding van een diefstal, verlies of beschadiging. Op dezelfde
manier draagt het reispaspoort dat afgegeven is als aanvulling op een geldig paspoort, eveneens
een ander nummer dan het eerste reispaspoort waarbij het gevoegd wordt.
C) De code die aangeeft of het om een afgifte, een vervanging of een aanvulling gaat (1 cijfer)
De volgende codes zullen gebruikt worden :
-
als het gaat om een afgifte
:
0
-
als het gaat om een vervanging naar aanleiding
van een diefstal, verlies of beschadiging
:
5
als het gaat om een aanvulling op een geldig paspoort
:
6
-
Met ingang van 1 april 2002 werd het aanvullend paspoort afgeschaft.
De code 6 blijft behouden voor bijwerkingen met een informatiedatum vóór 1 april 2002.
N.B.
:
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Er dient opgemerkt te worden dat het gebruik van de termen "duplicaat van
paspoort" fout is. Een paspoort dat afgegeven wordt naar aanleiding van het
verlies, de diefstal of de beschadiging van een paspoort, draagt een ander nummer
dan het verloren, gestolen of beschadigde paspoort. De code 5 wordt gebruikt
wan
neer het gaat om een diefstal, verlies of beschadiging, en de tekst die met de code
overeenstemt en die op de R-kaart gedrukt wordt, is "vervangen".
D) Het type paspoort (1 cijfer)
De code 1 of 2 moet ingevoerd worden voor paspoorten afgeleverd na 1 april 2002.
Code 1 wordt gebruikt voor : - de invoering van het eerste paspoort;
- de verlenging van het eerste paspoort;
Code 2 wordt gebruikt voor : - de invoering van het tweede paspoort;
- de verlenging van het tweede paspoort - het betreft eigenlijk
een nieuw paspoort met een geldigheidsduur van één jaar;
- de verlenging van een bestaand paspoort, afgeleverd vóór 1 april
2002, dat beschouwd wordt als een tweede paspoort.
E) De code van de plaats van afgifte of verlenging (5 cijfers)
Een reispaspoort kan afgegeven worden door een gemeente, door een diplomatieke of consulaire
post of door een provinciebestuur.
-
Als het reispaspoort afgegeven of verlengd wordt door een gemeente: de NIS-code van de
gemeente aanduiden.
-
Als het reispaspoort afgegeven of verlengd wordt door een provinciebestuur, wordt de informatie ingevoerd door de laatste gemeente van beheer.
Eén van de hieronder opgesomde codes zal gebruikt worden :
10.000
20.000
- 20.001
- 20.002
21.000
30.000
40.000
50.000
60.000
70.000
80.000
90.000
-
voor de provincie Antwerpen
voor de provincie Brabant
voor de provincie Vlaams-Brabant
voor de provincie Waals-Brabant
voor Brussels Hoofdstedelijk Gewest
voor de provincie West-Vlaanderen
voor de provincie Oost-Vlaanderen
voor de provincie Henegouwen
voor de provincie Luik
voor de provincie Limburg
voor de provincie Luxemburg
voor de provincie Namen
Als het reispaspoort afgegeven of verlengd wordt door een diplomatieke of consulaire post,
wordt de informatie ingevoerd door de FOD Buitenlandse Zaken, dat een bijzondere codificatie met 5 cijfers gebruikt voor deze posten. Deze code begint steeds met een nul.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
OPMERKING :
Een persoon kan op een bepaald moment twee reispaspoorten toegekend krijgen door verschillende instanties (een gemeente en een ambassade of een ambassade en een provinciebestuur bijvoorbeeld).
Als dat zo is, kan eenzelfde instantie, in bepaalde gevallen die voorzien zijn door de van
kracht zijnde reglementering, twee reispaspoorten afgeven aan eenzelfde persoon, mits voorafgaande toelating van de FOD Buitenlandse Zaken.
F) De vervaldatum (8 cijfers)
Het betreft de datum waarop het reispaspoort vervallen is (= laatste geldigheidsdatum).
Wanneer een vervallen reispaspoort door zijn houder terugbezorgd wordt aan het gemeentebestuur, moet de opheffing van dit paspoort geregistreerd worden (operatiecode 12, structuur zoals
onder 478.3).
Er zal op dezelfde manier tewerk gegaan worden wanneer de persoon gemachtigd is een vervallen reispaspoort te bewaren na de nietigverklaring daarvan door het gemeentebestuur.
Als een vervallen reispaspoort daarentegen in het bezit blijft van zijn houder zonder dat het nietig verklaard is door het gemeentebestuur, kan de opheffing van dit paspoort niet geregistreerd
worden.
G) Het nummer van verlenging (2 cijfers).
Voor een afgifte is dit nummer 00.
Voor een eerste verlenging is dit nummer 01, enz.
OPMERKING : -
Een geldig reispaspoort kan vervroegd verlengd worden.
- De verlenging mag niet meer dan vijf jaar bedragen.
Vanaf 1 september 2004 is een verlenging van een paspoort niet meer toegestaan; het nummer
blijft dus steeds 00.
H) Het volgnummer van het register model D (8 cijfers)
Dit is het nummer in 8 cijfers, zoals het vermeld staat in het register model D.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
I) Het nummer van het vervangen reispaspoort (10 alfanumerieke tekens)
Voor de bijwerkingen met een informatiedatum vóór 1 april 2002 maximum 10 alfanumerieke
tekens, die uitsluitend ingevuld wordt als het nummer van het vervangen reispaspoort of van het
paspoort ter aanvulling waarvan een reispaspoort afgegeven wordt, gekend is.
In de nieuwe structuur wordt het oude paspoortnummer vermeld, ter vervanging waarvan het
nieuwe paspoort wordt afgegeven.
In de twee gevallen is deze zone facultatief met een variabele lengte (max. 10 alfanumerieke tekens).
J) De productiedatum
De productiedatum is de datum die vermeld is op het paspoort (= eerste geldigheidsdatum).
478.
Structuren
Toegestane operatiecodes :
10 – 12 – 13 en 17.
1) Algemene structuur met informatiedatum vóór 1 april 2002 (OC 10 en 17).
O.C. I.T.
N N 1 9
9
D. DATUM
0 D D M M J
J
J
J
NUMMER VAN HET PASPOORT
CODE NIS-CODE
X X X X X X X X X X N
N N N N N

0 = afgifte
5 = vervanging
6 = aanvulling
VERVALDATUM
D D M M J J
J
V.
VOLGNUMMER
N N N N N N N N N N

Verlengingsnummer :
00 in geval van afgifte
01 in geval van eerste verlenging
02 in geval van tweede verlenging
J
NUMMER VAN HET PASPOORT
X X X X X X X X X X
facultatieve zone
Gecoördineerde versie
01.10.2014
2) Structuur voor operatiecode 13.
a) algemene structuur
O.C. I.T.
N N 1 9
b)
9
D. DATUM
0 D D M M J
J
J
J
Wanneer het dossier meerdere IT 199 op dezelfde datum bevat, zal het volgnummer
vermeld worden.
O.C.
1 3
I.T.
1 9
9
D. DATUM
0 D D M M J
J
J
J
J
J
J
VOLG.
N
Waarde van 1 tot 9
3) Structuur voor operatiecode 12.
O.C. I.T.
N N 1 9
9
D. DATUM
0 D D M M J
NUMMER VAN HET PASPOORT
X X X X X X X X X X

De opheffing van een vervallen reispaspoort wordt slechts in twee gevallen geregistreerd :
-
ofwel heeft de persoon het reispaspoort teruggegeven aan de gemeente;
-
ofwel heeft de persoon zijn reispaspoort bewaard nadat de gemeente de vermelding "nietig verklaard" erop heeft aangebracht.
De in te voeren datum is de vervaldatum.

Verlenging tweede paspoort : het nieuwe paspoort kan slechts ingevoerd worden als het bestaande tweede paspoort vervallen verklaard wordt (OC 12).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
479.
Voorbeelden :
* Een reispaspoort nr. EA 756236 is afgegeven door de stad Gent op 14
mei 2002 ter vervanging van het reispaspoort EA 125633 dat verloren
werd door zijn houder. Het is geldig voor een periode van een jaar. Dit
nummer wordt geregistreerd onder het volgnummer 356.
10/199/0/14052002/EA756236/5/1/44021/13052003/00/00000356/EA
125633
* Een persoon die houder is van een reispaspoort EA 756236, afgegeven
door de stad Gent, en vervallen op 16 december 2000, bezorgt dit pas
poort terug aan de gemeente.
12/199/0/16122000/EA756236
480.
Controles

Bij de invoering van het IT 199, zal het programma controleren of de persoon de Belgische nationaliteit heeft.

De vervaldatum moet later zijn dan de datum van afgifte.

Elke fictieve datum wordt geweigerd.

Voor eenzelfde reispaspoort moet het verlengingsnummer gelijk zijn aan het vorige verlengingsnummer + 1.

Als het reispaspoortnummer wijzigt, moet het verlengingsnummer gelijk zijn aan 00.

Als het reispaspoortnummer minder dan 10 tekens bevat, moeten er na dit nummer de nodige
spaties ingevoegd worden ().

Voor de codes 5 en 6 moet het paspoortnummer dat op het einde van de structuur vermeld
wordt, als historiek in het dossier voorkomen.

Bij het invoeren van de informatie met betrekking tot het paspoort wordt nagegaan welke informatie er daaromtrent reeds aanwezig is in het dossier : een tweede paspoort kan enkel ingevoerd
worden indien er een geldig paspoort aanwezig is; het invoeren van een nieuw paspoort wordt
geweigerd wanneer er twee paspoorten aanwezig zijn.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Opmerkingen :
o Het is aangewezen om, op het moment dat het paspoort afgeleverd wordt aan de burger,
de bijwerking in te voeren in het Rijksregister, zodanig dat bij een eventuele verwerping
men niet met het probleem zit dat de informatie niet kan worden ingebracht terwijl de
burger fysisch zijn paspoort reeds op zak heeft.
o De informatiegegevens betreffende de actieve reispaspoorten worden in chronologische
volgorde op de R-kaart gedrukt, maar de historiek die op die kaart vermeld staat, is
voortaan beperkt tot de laatste 10 jaren.
o Bij de afdruk van de paspoorten zal ter hoogte van een tweede paspoort de vermelding
"2de ppt" aangebracht worden.
481.
Eenheidsstructuur voor alle paspoorten uitgereikt vanaf 1 april 2002.
De nieuwe structuur is van toepassing vanaf 15 februari 2007, en zij wordt gebruikt voor het
invoeren van alle paspoorten die werden uitgereikt na 1 april 2002.
De informatie die reeds in de dossiers werd ingevoerd met betrekking tot dergelijke paspoorten blijft behouden; zij moet niet vervangen worden.
De oude structuren blijven bewaard voor het bijwerken van informatie in historiek van de paspoorten die werden afgeleverd vóór 1 april 2002.
1. Samenstelling van de informatie.

Operatiecodes: 10, 13 en 17
De programma’s werden aangepast zodat het niet langer mogelijk zal zijn om
de suppressie van een informatie (operatiecode 12) in te voeren. Deze aanpassing trad in werking op 31 mei 2007.
De te supprimeren informatie moet vanaf dat moment worden ingevoerd met
een operatiecode 10 en de overeenstemmende code voor de status van het
paspoort.

Informatietype: 199

Dienstcode: 0

Informatiedatum:

Indicatie ‘N’:

Paspoortnummer:
Gecoördineerde versie
01.10.2014
de datum waarop het paspoort effectief werd
uitgereikt aan de burger, of de datum waarop zich een bepaald
feit heeft voorgedaan, bv. verlies;
de letter N moet worden ingevoegd om het
onderscheid te maken met de oude structuren;
het nummer van het paspoort in acht tekens,
desgevallend aan te vullen met spaties achteraan;

Code status:
0 = aflevering
1 = annulatie
2 = vernietiging
3 = verlies
4 = diefstal
5 = ongeldigverklaring
6 = intrekking of inbewaringneming
7 = administratieve fout
8 = productiefout
voor de uitleg van de codes: zie nr. 482

NIS-code:

Productiedatum: de datum die vermeld is op het paspoort (= eerste
geldigheidsdatum);

Vervaldatum:
de NIS-code van de Belgische gemeente, de provincie
of de diplomatieke post die het paspoort uitreikt;
de datum waarop het reispaspoort vervallen is (=
laatste geldigheidsdatum).
2. Structuur.
O.C.
1
I.T.
9
D.
9
D
D
Paspoortnummer
D
D
Productiedatum
M M E E
Informatiedatum
M M E E
Status
J
J
D
D
J
J
N
NIS-code
Vervaldatum
M M E E
J
J
3. Afdruk.
Het gaat hier om een vereenvoudigde structuur van de informatie ‘paspoort’.
Worden nog enkel weerhouden :
informatiedatum
type paspoort (zie verder)
paspoortnummer
vertaling statuscode
vertaling NIS-code
productiedatum
vervaldatum
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Bij deze nieuwe structuur wordt het ‘type paspoort’ supplementair afgedrukt.
Het type zal bepaald worden aan de hand van de initialen of de samenstelling van het
paspoortnummer, zie onderstaande tabel.
Initialen
paspoortnummer
LD123456
LA123456
CE123456
Nummers beginnend met
EA … tot EH …
A1234…
B123456
C1234…
12345678
482.
afdruk
Dienstpaspoort
Diplomatiek paspoort
Voorlopig paspoort
Paspoort
Reisdocument voor vluchtelingen
Reisdocument voor vreemdelingen
Reisdocument voor staatlozen
Uitleg van de “Code Status”
De status, het statuut, het fysiek lot, de fasen in de levenscyclus van een paspoort, en de uitleg bij
de coderingen van het statuut van een paspoort in het Rijksregister zijn de volgende:
O = aflevering: op de reële datum van afgifte.
1 = annulatie: Annulatie gebeurt alleen op vraag van de burger, om hem het document terug te geven als aandenken. Vraagt de burger niet om een annulatie, dan vernietigt het paspoortbestuur het
paspoort.
Bij annulatie wordt de rechterbovenhoek van het paspoort, gevormd door de bovenkant van de rug,
de rechterbovenhoek (aan de open kant van het paspoort) en het punt 2 centimeter onder de rechterbovenhoek weggeknipt, zodanig dat het door alle bladzijden geperforeerde nummer van het paspoort gedeeltelijk verwijderd is.
Wanneer de paspoorthouder nog gebruik wil maken van nog geldige visa in het paspoort, ongeacht
het paspoort zelf nog geldig is of niet, dan laat het paspoortbestuur de bladzijden met de identiteitsgegevens en de nog geldige visa intact; de rechterbovenhoek van deze bladzijden wordt niet afgesneden. Het nut van deze vorm van annulatie is gebruik te kunnen maken van nog geldige visa,
vooral om gemakkelijker een nieuw visum in het nieuwe paspoort te bekomen, maar tegelijk te kunnen aantonen dat het paspoort zelf geannuleerd is. De meeste landen aanvaarden immers niet dat
meerdere geldige visa voor een persoon zich in meerdere paspoorten op naam van die persoon bevinden.
De afgesneden rechterbovenhoek wordt vernietigd.
Alle lege bladzijden worden in zwarte, onuitwisbare inkt bestempeld of beschreven met
“NIETIG”. Nadien wordt het paspoort aan de burger teruggegeven.
2 = vernietiging: Bij vernietiging wordt het paspoort of het reisdocument versnipperd, verbrand of
voor recyclage terug aan het productiecentrum bezorgd. Paspoortbesturen vernietigen paspoorten
wanneer een nieuw wordt afgegeven en de aanvrager het oude niet terug wenst, of wanneer een
door het productiecentrum geleverd paspoort na een maand nog niet werd opgehaald - indien paspoortbestuur en aanvrager niet anders afspraken.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
3 = verlies: dit is het gevolg van een (eventueel door de politie geregistreerde) verklaring van de titularis van verlies van het paspoort. Het paspoort wordt niet meer teruggevonden, en moet dus als
verloren worden beschouwd.
4 = diefstal: Er is maar sprake van diefstal wanneer ze werd vastgesteld in een verslag of procesverbaal van politie die de omstandigheden van de diefstal omschrijft. Het politieverslag of procesverbaal gaat verder dan een eenvoudige registratie van een verklaring van een privé-persoon.
5 = ongeldigverklaring: Er is sprake van een ongeldigverklaring wanneer het paspoort in kwestie
nog effectief in omloop is. Buitenlandse Zaken of een ander paspoortbestuur kan een paspoort ongeldig verklaren wanneer de houder ervan geen recht meer heeft om het te gebruiken, bijvoorbeeld
wegens een veroordeling, een opsporing door politie of justitie, het verzet van een ouder tegen
het verder gebruik van een reeds afgegeven maar niet in bewaring gegeven paspoort door zijn
kind. Ook wanneer na overlijden het paspoort niet voor annulatie of vernietiging werd voorgelegd,
moet het worden ongeldig verklaard.
6 = intrekking of inbewaringneming: Er is enkel sprake van een al dan niet tijdelijke intrekking of
inbewaringname/-gave wanneer het paspoort in kwestie effectief bij het paspoortbestuur werd ingeleverd. Dit kan bijvoorbeeld bij onenigheid tussen de ouders over het gebruik van het paspoort door
hun kind. Als oplossing kan het paspoort bij het paspoortbestuur worden ingeleverd totdat er overeenstemming wordt bereikt. Een paspoort kan ook worden ingetrokken op uitnodiging of instructie
van Buitenlandse Zaken of een ander paspoortbestuur wanneer de titularis door een veroordeling of
opsporing door politie of justitie het recht op gebruik van een paspoort tijdelijk verliest.
7 = ADMINISTRATIEVE FOUT: het paspoort bevat een administratieve fout ten gevolge van een verkeerde handeling van het paspoortbestuur: verkeerde foto, verkeerde identiteitsgegevens, ….. Het is het paspoortbestuur (en indien nodig uiteindelijk Buitenlandse Zaken) die de administratieve fout vaststelt, niet de burger of de producent. Bij administratieve fout vernietigt of annuleert het paspoortbestuur het paspoort. 8 = PRODUCTIEFOUT: Het paspoort vertoont beschadigingen of imperfecties zoals slechte druk van tekst en/of foto, slechte bevestiging van bladzijden, … Het is de producent (en indien nodig uitein‐
delijk Buitenlandse Zaken) die de productiefout erkent, niet het paspoortbestuur of de burger. Een paspoort met productiefout wordt in regel vernietigd door de producent onder supervisie van Bui‐
tenlandse Zaken. De vernietiging van dit paspoort zal later door Buitenlandse Zaken worden geregi‐
streerd. o Administratieve of productiefout kunnen door het paspoortbestuur al voor afgifte worden vastgesteld en mogen dan niet meer worden afgegeven. In deze gevallen wordt het betrok‐
ken paspoort niet in het rijksregister geregistreerd (het werd immers niet afgegeven). o Maar soms komt de administratieve of productiefout maar na afgifte en verloop van tijd naar boven. o Paspoorten met een administratieve of productiefout moeten zo snel mogelijk worden ver‐
nietigd en vervangen. De verschillende opeenvolgende statussen van een paspoort, die zich overigens nooit tegelijk kunnen voordoen, vormen samen de historiek van een paspoort. Een nieuwe status wordt steeds bijgeschreven, en niet overgeschreven op een eerdere status.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
De status wordt ook bijgeschreven bij het paspoort waarop het betrekking heeft. De status verlies
wordt dus bij het verloren paspoort ingeschreven, en niet bij het nieuwe paspoort dat ten gevolge
van het verloren paspoort werd afgegeven.
OPMERKING:
Met toepassing van het koninklijk besluit van 8 juli 2013, verschenen in het Belgisch Staatsblad van
17 juli 2013, worden de gegevens met betrekking tot het Belgisch paspoort in de bevolkingsregisters
ingevoerd door de FOD Buitenlandse Zaken.
Deze bijwerking van het IT199 in het Rijksregister is enkel van toepassing voor de gemeenten die
paspoorten met vingerafdrukken afgeven; dit is vanaf het moment dat bij de gemeente het hiertoe benodigde materiaal is geïnstalleerd en zij voor de afgifte van paspoorten is overgeschakeld
naar het programma BELPAS van de FOD Buitenlandse Zaken.
De automatische bijwerking van het IT199 vanuit “BELPAS” werd operationeel op 16.09.2013.
483. Verwerpingscode 378 (nota van 06.02.2008).
Naar aanleiding van een wijziging in de programma’s van het IT199 aangaande de paspoorten (test
op aanwezigheid van een paspoortnummer in het dossier) werd vastgesteld dat verschillende diensten er niet in slagen sommige annulaties van paspoorten (alle codes behalve de aflevering = code
0) in te voeren.
De bijwerking geeft als resultaat de verwerpingscode "378" en dit om de volgende reden : vroeger
bestond het paspoortnummer uit 10 posities, nu slechts uit 8 posities.
Indien het oorspronkelijke paspoort verkeerd werd ingevoerd zoals in de volgende voorbeelden :
00EB123456
(nummer voorafgegaan door twee nullen)
ΔΔEB123456
(nummer voorafgegaan door twee spaties)
EB00123456
(twee overbodige nullen)
EBΔΔ123456
(twee overbodige spaties), enz.,
dan gaat de vergelijking niet op zodat dit beschouwd wordt als een ander paspoort.
Het oude te annuleren paspoort dient in het dossier aanwezig te zijn onder de vorm : EB123456ΔΔ
(twee spaties op het einde).
Door het oude paspoort te verwijderen en opnieuw correct in te voeren (volgens de oude structuur
onder nr. 478, 2 van de instructies of met de nieuwe structuur onder nr. 481 van de instructies, afhankelijk van de datum) kan nadien de annulatie zonder probleem worden uitgevoerd.
484. - 485.
Reserve.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 42
I.T. 240 – BOEK- EN BLADNUMMER
486.
Bestanddelen.
Deze informatie bevat :
- de datum van de informatie;
- het boek- en bladnummer.
Toegestane operatiecodes
487.
:
10, 11, 12, 13 en 20.
Datum
De datum, in 8 cijfers, is die van de inschrijving van een persoon in het boek (in feite, meestal in overeenstemming met de datum van de 001 of van de 020).
488.
Boek- en bladnummer.
Dit nummer is samengesteld uit 7 cijfers, letters worden niet aangenomen.
In beginsel, geven de eerste drie cijfers het boeknummer aan, de vier volgende het bladnummer.
Het boek- en bladnummer wordt elk afzonderlijk van rechts af geschreven en aangevuld met nullen.
Voorbeeld : boek 12, blad 202 = 0120202.
Dit nummer is eigen aan elke gemeente, wat betekent dat bij een wijziging van het I.T. 001, dit nummer
niet meer afgedrukt maar vervangen wordt door het teken # of .
De nieuwe gemeente moet alsdan deze informatie opnieuw invoeren.
489.
Structuur.
O.C.
N N
I.T.
2 4
0
NUMMER
N N N
490. - 495.
Reserve
Gecoördineerde versie
01.10.2014
D. DATUM
0 D D M
N
N
N
N
M
J
J
J
J
HOOFDSTUK 43
I.T. 246 – DE GEMEENTELIJKE INFORMATIES
496.
Samenstelling.
-
Iedere gemeente mag in dit I.T. de specifieke informaties aanduiden die zij wenst.
Ten einde de gemeenten toe te laten op een vlotte manier, via elektronische weg, te communiceren
met hun burgers, werd besloten om de gemeenten de mogelijkheid aan te bieden het e-mailadres en
telefoonnummer(s) van haar burgers te registreren in de bevolkingsregisters. Deze informatie kan
eveneens geregistreerd worden in het IT 246.
In bepaalde gevallen kan het aangewezen zijn om aan de specifieke informaties een code toe te kennen
(Bijvoorbeeld: 1 = bouwpremie; 2 = aankooppremie, …).
-
De informatiedatum:
Wat in het bijzonder de datum betreft, is dit ofwel deze van de laatst verwerkte bijwerking, ofwel die van
een bepaalde specifieke informatie in de mate waarin die datum voor de andere specifieke informaties
geen belang heeft.
Immers kan een informatie met dezelfde datum als in het dossier worden ingevoerd, wanneer de zone
toelichting verschillend is.
De datum wordt vermeld in 8 cijfers; er mag geen fictieve datum gebruikt worden.
De afdruk van de ondervragingscode 61 werd aangepast ten einde de verschillende IT246 met dezelfde
datum weer te geven.
-
Hierbij gaat de lijst van de functionaliteiten die verbonden zijn aan het IT246:

Iedere gemeente kan een tekst invoeren (hieronder lab1 genoemd);

Iedere tweetalige gemeente (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) kan twee teksten invoeren ten einde
het onderscheid mogelijk te maken in de taalkeuze bij de ondervraging van het dossier (hieronder
lab1 en lab2 genoemd);

Indien lab2 niet ingevuld wordt, dan zal lab1 worden weergegeven welke ook de taalkeuze is bij de
ondervraging;

Iedere gemeente kan bovendien, naast de tekst, een e-mailadres invoeren: [email protected] ;

Indien de burger in een nieuwe gemeente van beheer wordt ingeschreven, wordt aan de informatie
een einddatum toegevoegd (logische suppressie). Deze einddatum kan zelf niet gesupprimeerd
worden. De aangewezen procedure voor bijwerking ziet er als volgt uit: een nieuwe informatie voor
het e-mailadres moet worden ingevoerd mits toestemming van de burger (het e-mailadres kan uiteraard hetzelfde zijn) met een nieuwe informatiedatum en de informatie met einddatum moet worden
verwijderd.

De lengte van het e-mailadres is beperkt tot 120 tekens; de lengte van de teksten blijft behouden op
Gecoördineerde versie
01.10.2014
40 tekens.

Een gsm-nummer kan geregistreerd worden; max. 20 tekens.
Toegelaten tekens: 0-9, spatie, +, (, )

-
497.
Een telefoonnummer van een vast toestel kan geregistreerd worden; max. 20 tekens.
Toegelaten tekens: 0-9, spatie, +, (, )
Toegelaten codes :
 Operatiecode (O.C.)
:
 Dienstcode (D.)
0
:
10, 11, 12, 13, 17
Structuren.
1)
Bijwerking (OC 10)
O.C.
1
0
2
I.T.
4
6
D.
0
D
INFORMATIEDATUM
D
M M J
J
J
LAB1
Lab1=”………” (max. 40 tekens)
E-MAILADRES
mailto= “……………” (max. 120 tekens)
J
LAB2
Lab2=”………” (max. 40 tekens)
GSM-NUMMER
Gsm=”…” (max. 20)
TELEFOONNUMMER
Tel=”…” (max. 20)
Voorbeeld: Inwoner van een gemeente bekomt op 13 januari 2014 een aankooppremie, waarbij de toekenningsvoorwaarden vervallen op 12 april 2014. De gemeente heeft de code 3 toegekend aan de aankooppremie. De gemeente heeft 2 mogelijkheden bij de invoering :
10/246/0/13012014/lab1=”Aankooppremie”
of
10/246/0/13012014/lab1=”3-verval:12042014”
Voorbeelden voor het invoeren van contactgegevens:
10/246/0/01012013/Lab1=”A contacter”
10/246/0/01012013/Lab1=”A contacter” Lab2=”Te contacteren”
10/246/0/01012013/Lab1=”Louis Pal (papa)” mailto=”[email protected]”
10/246/0/01012013/mailto=”[email protected]” Lab1=” Louis Pal (papa)”
10/246/0/01012013/mailto=”[email protected]”
10/246/0/01012013/gsm=”0477 40 50 63”
10/246/0/01012013/tel=”+32 010 695 847”
Gecoördineerde versie
01.10.2014
2)
1
Verbetering van een informatie (OC 11)
O.C.
1
I.T.
4
6
2
D.
0
D
D
LAB1
Lab1=”………” (max. 40 tekens)
INFORMATIEDATUM
M M J
J
J
J
LAB2
Lab2=”………” (max. 40 tekens)
E-MAILADRES
mailto= “……………” (max. 120 tekens)
GSM-NUMMER
Gsm=”…” (max. 20)
TELEFOONNUMMER
Tel=”…” (max. 20)
PLAATS
Where nr=x (x = min.1 / max. 99)
Voorbeelden
:
11/246/0/01012013/Lab1=”A contacter”, Lab2=”Te contacteren” where Nr=1
11/246/0/01012013/Lab1=”A contacter”, Lab2=”Te contacteren”
11/246/0/01012013/Lab1=”A contacter” where Nr=3
11/246/0/01012013/Lab1=" Louis Pal (papa) ", mailto="[email protected]" where Nr=21
11/246/0/01012013/ tel=“+32 010 695 847”, gsm = " " where Nr=11
3)
OC
1 3
Annulatie van een informatie (OC 13)
2
IT
4
6
D
0
D
D
Informatiedatum
M M J J
V
J
J
N
N
In geval van meerdere actieve informaties in het IT 246, zelfs met een verschillende datum, moet een
volgnummer (V) toegevoegd worden aan het einde van de structuur, om de informatie aan te wijzen die
moet geannuleerd worden.
De recentste informatie bovenaan in het bedoelde informatietype is nummer 1, de tweede informatie is
nummer 2, enz. Het volgnummer wordt uitgebreid tot 99.
Indien de recentste informatie moet geannuleerd worden, is het volgnummer niet vereist.
Voorbeeld: Afdruk van het dossier (61):
246 (G.N) 10.10.2006 3-verval: 09/10/2011
246 (G.N) 10.10.2006 bouwpremie
246 (G.N) 05.07.2004
hondentaks
Annulatie van de informatie ‘hondentaks’ van 5 juli 2004 gebeurt als volgt: 13/246/0/05072004/3
Operatiecode 17 – bijwerking in historiek.
De operatiecode 17 wordt toegelaten ten einde de registratie van een informatie in historiek
mogelijk te maken.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Operatiecode 20 – verbetering van een datum.
Het verbeteren van een datum door middel van de operatiecode 20 wordt niet langer
toegelaten.
Deze bijwerking moet voortaan worden uitgevoerd met een operatiecode 11, met vermelding
van de nieuwe informatiedatum en eventueel de betrokken plaats in het informatietype.
498. Controles.
• De aanwezigheid van het teken “@” in het e-mailadres wordt gecontroleerd;
• Alleen de tweetalige gemeenten (Brussels Gewest) kunnen een lab2 invoeren;
• In minstens één veld moet een informatie worden opgenomen: ze kunnen niet allemaal een
lengte = 0 hebben;
• Toegelaten tekens voor het telefoonnummer: 0-9, spatie, +, (, ).
• Twee identieke informaties in het IT246 zijn niet toegelaten.
Ter informatie volgen hierna de beperkingen die van toepassing zijn bij de creatie van een emailadres bij grote providers:
Hotmail: het e-mailadres mag enkel letters en cijfers bevatten of één van volgende tekens: punt
(.), gedachtenstreepje (-) of onderstreepje (_). Speciale tekens, letters met accent en niet Latijnse
lettertekens zijn niet toegelaten.
Gmail: de adressen mogen volgende tekens bevatten : de letters (a-z), de cijfers (0-9), gedachtenstreepje (-), onderstreepje (_), afkappingstekens (‘) en punten (.). Het gelijkheidsteken (=) en
haakjes (> en <) zijn niet toegelaten evenmin als het gebruik van meerdere punten na elkaar.
Yahoo: enkel letters, cijfers, onderstreepje (_) en één punt (.) zijn toegelaten.
Deze beperkingen zijn eveneens van toepassing.
499. – 500.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Reserve
HOOFDSTUK 44
I.T. 190 – DE ERKENNING VAN TITELS
501.
Inleiding.
Dit informatietype omvat de erkende titels ten gevolge van oorlogsgebeurtenissen.
Deze informatie wordt gekenmerkt door het I.T. 190.
502.
Samenstelling
a) Datum
-
Het is de datum van de erkenning door de bevoegde commissie.
-
Deze datum moet steeds recenter zijn dan de uitvoeringsdatum van de eerste beslissing ter
zake, zijnde 22.12.1946.
b) Code Titels (C.T.)
01
02
03
04
05
06
07
08
09
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Politiek gevangene.
Weggevoerde.
Gewapend weerstander.
Burgerlijk weerstander.
Lid van de sluikpers.
Werkweigeraar.
Wehrmacht-weigeraar.
Oorlogswees.
Oorlogsweduwe.
503.
Structuur.
O.C.
I.T.
1 9
0
D. DATUM
D D M M J
COMMENTAAR
X
C.T.
J
J
J
X
Toegelaten codes :
-
operatiecode (O.C.) :
10, 11, 12, 13 en 20.
-
Dienstcode (D.)
0
-
Datum
-
Code van de titel (C.T.) :
in 2 cijfers.
-
Toelichting (facultatief) :
commentaar in maximaal 20 alfanumerieke tekens.
Voorbeeld
:
:
van de titel.
is de datum in 8 cijfers van de erkenning
: Op 15 februari 2000 wordt persoon erkend als "weggevoerde" door de
Commissie der Erkenningen van de FOD Volksgezondheid bij beslissing
van 11 juli 2001.
10/190/0/15022000/02/FOD Vlksgez 11072001
OPMERKINGEN
504. – 505.
Reserve
Gecoördineerde versie
01.10.2014
: - De toelichting bij gemeenten, die vallen onder het
stelsel van de
tweetaligheid, wordt uitgebreid tot 40 alfanumerieke tekens,
waarbij de twee talen moeten worden gescheiden door een
asterisk.
-
In het dossier mag er geen I.T. 190 aanwezig zijn met de
zelfde code titel als deze die men wil invoeren.
-
Bij O.C. 12 moet, na de datum ook de code van de titel toe
gevoegd worden.
HOOFDSTUK 45
I.T. 202 – DE BIJZONDERE INFORMATIE
506.
a) Toepassingsgebied.
Het IT 202 moet vanaf 3 maart 2008 verplicht worden ingevoerd. Het werd aangepast en
gestructureerd ten einde volgende informatie te kunnen opnemen:
 De reden van verblijf.
 Het identificatienummer van het Rijksregister van de persoon die het recht op
gezinshereniging opent.
Voor de reden van verblijf volstaat het niet om enkel de generieke categorieën op te
nemen, maar dient steeds de meest gedetailleerde reden van verblijf te worden
gehanteerd (zie d – Lijst van de verblijfsmotieven).
Voor de Dienst Vreemdelingenzaken moeten als Europese burgers beschouwd worden: de
ingezetenen van de 27 lidstaten van de Europese Unie, evenals de ingezetenen van de
lidstaten van de Europese Economische Ruimte (E.E.R.). Momenteel behoren slechts drie
niet EU-landen tot de E.E.R., namelijk Liechtenstein, IJsland en Noorwegen.
Voor de Zwitserse onderdanen worden, op basis van de afgesloten akkoorden, dezelfde
regels toegepast als voor Europese onderdanen. Wat betreft de verblijfsmotieven worden de
Zwitsers dus gelijkgeschakeld met Europese burgers.
Indien een vreemdeling van Europese herkomst geen gebruik wenst te maken van de
meest gunstige bepalingen die hem overeenkomstig de Europese richtlijnen en
reglementen worden toegekend, moet hij beschouwd worden als een niet Europese
vreemdeling, en zal hij bijgevolg onderworpen zijn aan de verblijfsmotieven voor de niet
Europeanen.
Bijvoorbeeld: voor een Fransman die in België komt werken (loontrekkende) en die de
toepassing van de Europese bepalingen niet aanvraagt, moet als reden van verblijf de
code 4.1.1 in het Rijksregister worden opgenomen, en niet de code 4.2.1.
Het IT 202 wordt niet opgenomen in de dossiers van de personen die zijn ingeschreven in
het wachtregister.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
b) Samenstelling
Oorspronkelijk moesten in het IT 202 de bijkomende informatiegegevens worden
opgenomen met betrekking tot de verblijfstoestand van de vreemdelingen, die door de
gemeenten facultatief ingegeven zijn in een niet-gestructureerde alfanumerieke zone.
De oude structuur van het IT 202 zal vanaf voornoemde datum niet meer kunnen gebruikt
worden. Indien u de informatie die op dat moment aanwezig is in het IT 202 wenst te behouden, of nieuwe gelijkaardige informatie wenst in te voeren, kan deze opgenomen worden in
het IT 246 (Gemeentelijke informatie).
Het IT 202 wordt aangepast en gestructureerd ten einde volgende informatie te kunnen
opnemen:
 De reden van verblijf:
1. Gezinshereniging, samenwoonst en adoptie;
2. Asiel en diverse bescherming;
3. Regularisatie;
4. Werknemer;
5. Andere redenen;
6. Student;
7. Langdurig ingezetene;
8. Vreemdeling die een bijzonder statuut geniet.

Het identificatienummer van het Rijksregister van de persoon die het recht op
gezinshereniging opent.
De reden van verblijf moet verplicht worden opgenomen in het dossier van de volgende
vreemdelingen:

Alle vreemdelingen die, na de inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen met
betrekking tot het IT 202, voor de eerste maal een aanvraag doen en een
vreemdelingenkaart of een verblijfsdocument bekomen;

Alle vreemdelingen die, na de inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen met
betrekking tot het IT 202, een aanvraag doen en een hernieuwing of verlenging van
hun vreemdelingenkaart of verblijfsdocument bekomen of aan wie een duplicaat van
hun vreemdelingenkaart of verblijfsdocument wordt afgeleverd.
c) Structuur
-
structuur zonder identificatienummer:
O.C.
I.T.
C1
0
1
C2
Gecoördineerde versie
01.10.2014
D.
C3
Informatiedatum
C4
structuur met identificatienummer:
O.C.
I.T.
C1
0 1
C2
D.
C3
Informatiedatum
C4
Identificatienummer
Toegelaten codes :
-
Operatiecode (O.C.)
Dienstcode (D.)
Informatiedatum
C1
- C2, C3, C4
:
:
:
:
:
10 en 13
0
is de datum van het feit in 8 cijfers.
de code die de bestemmeling (DVZ, KSZ,
Sociale Integratie, Vlaamse Gemeenschap) van de informatie aangeeft; voorlopig is dit een vaste waarde, nl. 01.
geven het verblijfsmotief weer, met de
onderverdeling onder punt d)
De structuur met identificatienummer wordt alleen gebruikt voor de gevallen van “gezinshereniging, samenwoonst en adoptie” (code C2 = 01).
Het identificatienummer van het Rijksregister is dat van de persoon die het recht op
gezinshereniging opent.
Opmerkingen:
1. De automatische suppressie van het IT 202 bij een verandering van
verblijfsgemeente wordt nog enkel toegepast indien de informatie werd ingevoerd
met de oude structuur.
2. Er wordt een historiek bijgehouden van de informatie in IT 202.
3. De informatie zal toegankelijk zijn voor ieder die een machtiging tot toegang tot het
Rijksregister heeft gekregen.
d) Lijst van de verblijfsmotieven.
Gezinshereniging, samenwoonst en adoptie :
1.1.1
Gezinshereniging met een niet Europeaan – Echtgenoot/partner : echtgenoot (huwelijk) of partner
(geregistreerd partnerschap dat of niet wordt beschouwd als gelijkwaardig aan een huwelijk) ouder dan 21 jaar of
18 jaar van een niet-Europese vreemdeling die toegelaten of gemachtigd is tot een verblijf van onbeperkte duur in
het Rijk of gemachtigd is om er zich te vestigen, die zich met hem vestigen of komen vestigen.3
1.1.2
Gezinshereniging met een niet Europeaan – Ascendant : ouders van een vreemdeling die erkend is als
vluchteling voor zover zij met hem komen samenleven en op voorwaarde dat hij jonger is dan 18 jaar en het Rijk
binnengekomen is zonder begeleiding van een krachtens de wet verantwoordelijke meerderjarige vreemdeling en
4
vervolgens niet daadwerkelijk onder de hoede van een dergelijk persoon gestaan heeft.
1.1.3
Gezinshereniging met een niet Europeaan – Descendant : al of niet gemeenschappelijk kind dat
alleenstaand is en jonger dan 18 jaar (behalve als het kind gehandicapt is) van de vreemdeling, van zijn
5
echtgenoot of partner die zich met hem komen vestigen.
1.2.1
Gezinshereniging met een Europeaan (behalve een Belg) of met een Zwitser – Echtgenoot : echtgenoot van
een Europese vreemdeling (behalve een Belg) of een Zwitserse onderdaan die toegelaten of gemachtigd is tot
een verblijf van onbeperkte duur in het Rijk of gemachtigd is om er zich te vestigen en die zich met hem vestigen
3
Artikel 10, 4° en 5° van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
4
Artikel 10, 7° van de wet van 15 december 1980.
5
Artikel 10, 4°, 5° en 6° van de wet van 15 december 1980.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
of komen vestigen.
1.2.2
Gezinshereniging met een Europeaan (behalve een Belg) of met een Zwitser – Ascendant : ascendanten (of
die van de echtgenoot) van een Europese vreemdeling (behalve een Belg) of een Zwitserse onderdaan die
toegelaten of gemachtigd is tot een verblijf van onbeperkte duur in het Rijk of gemachtigd is om er zich te
vestigen, die te hunnen laste zijn en die zich met hem vestigen of komen vestigen.
1.2.3
Gezinshereniging met een Europeaan (behalve een Belg) of met een Zwitser – Descendant : descendanten,
beneden 21 jaar of die te hunnen laste zijn, van een Europese vreemdeling (behalve een Belg) of een Zwitserse
onderdaan die toegelaten of gemachtigd is tot een verblijf van onbeperkte duur in het Rijk of gemachtigd is om er
zich te vestigen en die zich met hem vestigen of komen vestigen.
1.3.1
Gezinshereniging met een Belg – Echtgenoot : echtgenoot van een Belg die zich met hem vestigen of komen
vestigen.
1.3.2
Gezinshereniging met een Belg – Ascendant : ascendanten (of die van de echtgenoot) van een Belg, die te
hunnen laste zijn en die zich met hem vestigen of komen vestigen.
1.3.3
Gezinshereniging met een Belg – Descendant : descendanten (en/of die van de echtgenoot), beneden 21
jaar of die te hunnen laste zijn en die zich met hem vestigen of komen vestigen.
1.4.0
Samenwoonst (omzendbrief van 1997) : niet-Europese vreemdelingen die een machtiging tot voorlopig
verblijf hebben verkregen op basis van samenwoning in het kader van een duurzame relatie met een Belg of een
Europeaan.
1.5.0
Adoptie : vreemdelingen die in het bezit zijn van een visum D met de vermelding B23 – tijdelijk verblijf,
beperkt tot 6 maanden, met het oog op een adoptie + verlenging van het verblijf na een machtiging van de Dienst
Vreemdelingenzaken, in functie van de duidelijke vooruitgang van de adoptieprocedure, die wordt bewezen door
middel van een schriftelijk document dat van de centrale federale overheid of de bevoegde centrale
communautaire overheid uitgaat.
2.0.0 Asiel en diverse bescherming :
2.1.0 Vluchteling : al of niet Europese vreemdelingen aan wie het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen
en de Staatlozen (C.G.V.S.) of de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (R.V.V.) de status van vluchteling heeft
toegekend zoals omschreven in het Verdrag van Geneve en in de artikelen 48 en volgende van de wet van 15
december 1980.
2.2.0
Subsidiaire bescherming : al of niet Europese vreemdelingen aan wie het C.G.V.S. of de R.V.V. de
subsidiaire beschermingsstatus heeft verleend die door de Europese Richtlijn 200/83/EG van de Raad van 19
april 2004 is ingevoerd en in onze wetgeving is omgezet door de artikelen 48/4 en volgende van de wet van 15
december 1980.
2.3.0
Tijdelijke bescherming : vreemdelingen die behoren tot de groepen omschreven in de beslissing die door de
Raad van de Europese Unie is uitgevaardigd als gevolg van een massale toestroom van ontheemden naar de
6
lidstaten van de Europese Unie en deze, overeenkomstig Richtlijn 2001/55/EG van 20 juli 2001.
2.4.0
Slachtoffer van de mensenhandel : vreemdelingen die slachtoffer zijn van het misdrijf mensenhandel7 of van
8
het misdrijf mensensmokkel en die samenwerken met de Belgische politieautoriteiten en de Belgische rechtelijke
autoriteiten.
2.5.0
N.B.M.V. – Niet Begeleide Minderjarige Vreemdeling : niet-Europese vreemdelingen die jonger dan 18 jaar
zijn, die niet begeleid zijn door een persoon die het ouderlijk gezag of de voogdij en die de erkenning van de
hoedanigheid van vluchteling hebben gevraagd ofwel niet voldoen aan de voorwaarden tot toegang en verblijf op
het grondgebied.9 Europese vreemdelingen die jonger dan 18 jaar zijn, die niet begeleid zijn door een persoon
die het ouderlijk gezag of de voogdij en die zich in een kwetsbare toestand bevinden.10
2.6.0
Staatloos : personen van wie geen enkele Staat hem als zijn onderdaan krachtens zijn wetgeving beschouwt
en die zich dit status door de Belgische overheid hebben zien erkennen.
3.0.0 Regularisatie :
6
Artikel 61/2 en v. van de wet van 15 december 1980.
Het artikel 433 quinquies van Strafwetboek definieert het misdrijft mensenhandel als : « de werving, het vervoer, de overbrenging, de
huisvesting, de opvang van een persoon, de wisseling of de overdracht van de controle over hem teneinde ten aanzien van deze persoon
de misdrijven te laten plegen die bedoeld worden in de artikelen 379, 380, § 1 en § 4, en 383 bis, § 1 ; ten aanzien van deze persoon het
misdrijf te laten plegen dat bedoeld wordt in artikel 433 ter ; deze persoon aan het werk te zetten of te laten aan het werk zetten in omstandigheden die in strijd zijn met de menselijke waardigheid ; bij deze persoon organen of weefsels weg te nemen of te laten wegnemen
in strijd met de wet van 13 juni 1986 betreffende het wegnemen en transplanteren van organen ; deze persoon tegen zijn wil een misdaad
of een wanbedrijf te doen plegen. »
8
Het artikel 77 bis van de wet van 15 december 1980 definieert het misdrijft mensenmokkel : « het ertoe bijdragen, op welke manier ook,
rechtstreeks of via een tussenpersoon, dat een persoon die geen onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie het grondgebied
van een lidstaat van de Europese Unie of van een Staat die partij is bij een internationale overeenkomst betreffende de overschrijding van
de buitengrenzen, die België bindt, binnenkomt, erdoor reist of aldaar verblijft, zulks in strijd met de wetgeving van deze Staat, met het
oog op het direct of indirect verkrijgen van een vermogensvoordeel. »
9
Programmawet van 24 december 2002, Hoofdstuk 6. - Voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen.
10
Omzendbrief van 2 augustus 2007 betreffende niet-begeleide Europese minderjarigen in kwetsbare toestand.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
7
3.1.0
Art. 9 lid 3 – humanitair : vreemdelingen die een machtiging tot verblijf hebben verkregen op basis van deze
bepaling met uitzondering van artikel 9, lid 3 dat men als technisch kan aanmerken, te weten : wanneer alle
voorwaarden voor het verkrijgen van een machtiging tot verblijf zijn vervuld als student, door het verkrijgen van
een arbeidskaart of een beroepskaart, op grond van samenwoning, als zelfstandige werknemer die onderdaan is
van een land in Centraal of Oost Europa en wanneer de aanvraag voor de machtiging tot verblijf is ingediend
11
tijdens het wettelijk verblijf van de betrokkene.
3.2.0
Art. 9 bis : vreemdelingen die, in België, een machtiging tot verblijf hebben verkregen op basis van deze
bepaling met uitzondering van artikelen 9 bis dat als technisch kan worden aangemerkt, te weten wanner de
vreemdeling toegelaten of gemachtigd is tot een verblijf van maximum 3 maanden of van meer dan 3 maanden
en hij de voorwaarden vervult om op grond van een andere hoedanigheid te worden gemachtigd tot een verblijf
van meer dan 3 maanden.12
3.3.0
Art. 9 ter : vreemdelingen die op zodanige wijze lijden aan een ziekte dat deze ziekte een reëel risico inhoudt
voor hun leven of fysieke integriteit of een reëel risico inhoudt op een onmenselijke of vernederende behandeling
wanner er geen adequate behandeling is in hun land van herkomst of het land waar zij verblijven en die, in
België, een machtiging tot verblijf hebben verkregen op basis van deze bepaling.
3.4.0
Wet de 1999 : vreemdelingen die een regularisatie van hun verblijfssituatie hebben verkregen op basis van
de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van
vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk.
4.0.0 Werknemer :
4.1.1
Niet-Europese werknemer - Loontrekkende : niet-Europese vreemdelingen die in België om er, tegen
betaling, een werk, van hand of intellectuele aard, onder het gezag van een werkgever komen uit te oefenen.
4.1.2
Niet-Europese werknemer - Zelfstandige : niet-Europese vreemdelingen die in België om er een
beroepsactiviteit uit hoofde waarvan zij niet dooreen arbeidsovereenkomst of een statuut verbonden zijn uit te
oefenen of om er een zelfstandige in het uitoefenen van zijn beroepsactiviteit zonder tegenover hem door een
arbeidsovereenkomst verbonden te zijn en dit los van het feit of zij al of niet familieleden van deze zelfstandige
zijn te bijstaan of te vervangen.
4.1.3
Niet-Europese werknemer - Onderzoeker : niet-Europese vreemdelingen die houder zijn van een diploma
van hoger onderwijs dat toegang geeft tot doctoraatprogramma’s in het land waar het diploma behaald werd, die
do Niet-Europese werknemer - Zelfstandige or een in België erkende onderzoekinstelling geselecteerd werden
en die in het Rijk komen om een onderzoeksproject uit te oefenen waarvoor de bovengenoemde kwalificaties
vereist zijn. Echter, niet door deze reden van verblijf worden beoogd de onderzoekers die in België onderzoek
komen verrichten, in de hoedanigheid van student, met het oog op het behalen van een doctorstitel.
4.1.4
Niet-Europese werknemer – Hooggekwalificeerde werknemer : niet-Europese vreemdelingen die een jaarlijks
bruto wedde ontvangen die hoger is dan het bedrag dat is vermeld in artikel 67 van de wet van 3 juli 1978
13
betreffende de arbeidsovereenkomsten, die hoge kwalificaties aantonen en die in België een functie komen
bekleden waarvoor de genoemde kwalificaties zijn vereist.
4.1.5
Niet-Europese werknemer - Seizoenarbeider : niet-Europese vreemdelingen die naar België komen om
gedurende arbeidsperiodes waarvan de duur beperkt is, ofwel omwille van het seizoengebonden karakter van het
werk, zoals landbouwoogsten, het plukken van bessen…, ofwel omdat de ondernemingen die hen tewerkstellen
verplicht zijn om op bepaalde momenten van het jaar, zoals tijdens vakantieperiodes, hulppersoneel aan te
werven, te werken.
4.1.6
Niet-Europese werknemer – Begunstigde van het stelsel van de « werkvakantie » : Australische, NieuwZeelandse, Canadese en Taiwanese onderdanen van 18 tot 30 jaar die een machtiging tot voorlopig verblijf
hebben verkregen (visum type D met vermelding « B24 ») op grond van overeenkomsten over het stelsel dat
« werkvakantie » wordt genoemd.
4.2.1
Europese of Zwitserse werknemer - Loontrekkende : Europese of Zwitserse vreemdelingen die in België om
er, tegen betaling, een werk, van hand of intellectuele aard, onder het gezag van een werkgever komen uit te
oefenen.
4.2.2
Europese of Zwitserse werknemer – Zelfstandige : Europese of Zwitserse vreemdelingen die in België om er
een beroepsactiviteit uit hoofde waarvan zij niet dooreen arbeidsovereenkomst of een statuut verbonden zijn uit
te oefenen of om er een zelfstandige in het uitoefenen van zijn beroepsactiviteit zonder tegenover hem door een
arbeidsovereenkomst verbonden te zijn en dit los van het feit of zij al of niet familieleden van deze zelfstandige
zijn te bijstaan of te vervangen.
4.2.3
Europese of Zwitserse werknemer – Peco : vreemdelingen die een economische activiteit anders dan in
loondienst wensen uit te oefenen in het Rijk of er een vennootschap wensen op te richten en die een machtiging
tot verblijf hebben verkregen op basis van een overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht
11
Omzendbrief van 19 februari 2003 over de toepassing van artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
12
Artikel 25/2 van het koninklijk besluit van du 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen. Omzendbrief van 26 juni 2007 betreffende de wijzigingen in de reglementering betreffende het verblijf
van vreemdelingen ten gevolge van de inwerkingtreding van de wet 15 september 2006.
13
Zij moeten houder zijn van een diploma universitair of hoger onderwijs, maar het karakter « hooggekwalificeerd » zal eveneens deel
uitmaken van hun CV en van de vergelijking tussen de kwalificaties en de uitgeoefende functies.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds en Polen, Hongarije, Roemenië, Bulgarije,
Slowakije, Tsjechië, Estland, Letland en Litouwen anderzijds.
5.0.0 Andere redenen :
5.1.1
Niet-Europese onderdaan - Houder van een visum D dat een beperkt tijdelijk verblijf toekent : niet-Europese
vreemdelingen die, in hun land van herkomst of het land waar zij verblijven, een machtiging tot voorlopig verblijf
hebben verkregen zoals bij voorbeeld : visum met de vermelding B16 (verblijf beperkt tot 8 maanden), B17
(verblijf beperkt tot 1 jaar), B16 (verblijf beperkt tot 6 maanden),…
5.1.2
Niet-Europese onderdaan – recht op verblijf erkend door een internationaal verdrag: niet Europese
vreemdelingen wiens recht op verblijf erkend wordt door een internationaal verdrag. Het gaat met name om de
volgende bilaterale overeenkomsten: Overeenkomst tussen België en Marokko betreffende de tewerkstelling van
Marokkaanse werknemers in België; Akkoord tussen België en Turkije betreffende de tewerkstelling van Turkse
werknemers in België ; Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Democratische Volksrepubliek Algerije
betreffende de tewerkstelling en het verblijf in België van Algerijnse werknemers et hun families; Akkoord tussen
het Koninkrijk België en de Socialistische Bondsrepubliek Joegoslavië betreffende de tewerkstelling en het verblijf
in België van Joegoslavische werknemers.
5.1.3
Niet-Europese onderdaan – wettelijke voorwaarden voor het verwerven van de Belgische nationaliteit: nietEuropese vreemdelingen die voldoen aan de wettelijke voorwaarden om de Belgische nationaliteit te verwerven
door nationaliteitskeuze of om ze opnieuw te verkrijgen, zonder dat evenwel vereist is dat ze gedurende de twaalf
maanden voorafgaand aan de aanvraag om tot verblijf te worden toegelaten hun hoofdverblijf in België moeten
hebben gehad en zonder dat ze een verklaring van nationaliteitskeuze of een verklaring met het oog op het
herkrijgen van de Belgische nationaliteit hoeven te doen.
5.1.4
Niet-Europese onderdaan – verlies van de Belgische nationaliteit door huwelijk: vrouwen die hun Belgische
nationaliteit verloren hebben door hun huwelijk of ingevolge het verwerven van een vreemde nationaliteit door
hun echtgenoot.
5.2.1
Europese onderdaan – Gepensioneerde : Europese vreemdelingen die een beroepsactiviteit al of niet in
loondienst hebben uitgeoefend en die een rustpensioen, een vervroegd pensioen of een ouderdomspensioen
genieten et die zich in België komen vestigen.
5.2.2
Europese onderdaan – Begunstigde van diensten : Europese vreemdelingen die in België komen verblijven
om er van een of meer dienstverrichtingen die niet bestaat in de levering van een lichamelijk goed te kunnen
14
genieten.
5.2.3
Europese onderdaan - Rentenier : Europese vreemdelingen die over voldoende middelen beschikken om in
hun behoeften te voorzien zonder te moetent werken en die zich in België komen vestigen.
5.2.4
Europese onderdaan – Recht op voortgezet verblijf : Europese vreemdelingen die hun werkzaamheid staken
omdat zij de leeftijd hebben bereikt waarop aanspraak op het ouderdomspensioen kan worden gemaakt, op
voorwaarde dat zij het bewijs leveren gedurende de 12 voorafgaande maanden in het Rijk hun werkzaamheid te
hebben uitgeoefend en er sedert meer dan 3 jaar voortdurend te hebben verbleven; die hun werkzaamheid
staken als gevolg van een blijvende arbeidsongeschiktheid, op voorwaarde dat zij het bewijs leveren sedert meer
dan 2 jaar voortdurend in het Rijk te hebben verbleven; die hun werkzaamheid staken om ze uit te oefenen op het
grondgebied van een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen, maar die hun verblijf op het
grondgebied behouden en er dagelijks of ten minste eenmaal per week terugkeren, op voorwaarde dat zij het
bewijs leveren dat zij op het Belgische grondgebied 3 jaar bij voortduring werkzaam zijn geweest en er terzelfder
tijd voortdurend verblijf hebben gehad.
5.2.5
Europese onderdaan - Werkzoekende : Europese vreemdelingen die geen werk hebben, beschikbaar op de
werksmarkt zijn en die in België komen om een werk te zoeken en te vinden.
5.2.6 Beschikker van voldoende bestaansmiddelen.
6.0.0 Student :
15
6.1.1
Niet-Europese student - Student : niet-Europese vreemdelingen die toegelaten zijn tot een instelling van
hoger onderwijs en die naar België komen om er een voltijdse studie te volgen die wordt afgesloten met een door
de lidstaat erkend getuigschrift van hoger onderwijs of een opleiding ter voorbereiding op dergelijk onderwijs.
6.1.2
Niet-Europese student – Andere vorm van opleiding : niet-Europese vreemdelingen die naar België komen
om een erkend programma van voortgezet onderwijs te volgen in het kader van een uitwisselingsprogramma dat
ten uitvoer wordt gelegd door een door België erkende organisatie ; een onbezoldigde stage te volbrengen in een
onderneming van de openbare of particuliere sector of een openbare of particuliere instelling voor beroepsopleiding die door de lidstaat wordt erkend ; een programma voor concrete solidariteitsactiviteiten te volgen op basis
van een programma van een staat of van de Gemeenschap dat doelstellingen van algemeen belang nastreeft.
14
Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen heeft beschouwd dat toeristen, personen die medische verzorging krijgen en
personen die zakenreizen ondernemen afnemers van diensten zijn.
Het betreft een openbare of particuliere instelling die door de ontvangende lidstaat moet zijn erkend.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
15
6.2.0
Europese of Zwitserse student : Europese of Zwitserse vreemdelingen die bij wijze van hoofdactiviteit een
studie volgen, met inbegrip van een beroepsopleiding, aan een openbare of particuliere instelling die door de
overheid is erkend of gesubsidieerd.
7.0.0 Langdurig ingezetene :
7.1.0
Activiteit al dan niet in loondienst : niet-Europese vreemdelingen die de status van langdurig ingezetene in
een Europees land hebben verkregen en naar België komen om er een economische activiteit in loondienst of als
zelfstandige uit te oefenen.
7.2.0
Studie of opleiding : niet-Europese vreemdelingen die de status van langdurig ingezetene in een Europees
land hebben verkregen en naar België komen om er een studie of een beroepsopleiding te volgen.
7.3.0
Andere redenen : niet-Europese vreemdelingen die de status van langdurig ingezetene in een Europees land
hebben verkregen en naar België komen om er andere reden dan om er economische activiteit in loondienst of
als zelfstandige uit te oefenen of om er een studie of beroepsopleiding te volgen.
8.0.0 Vreemdeling die een bijzonder statuut geniet :
8.1.0
Shape : al of niet Europese vreemdelingen die deel uitmaken van het burgerlijk personeel van Shape
alsmede de al of niet Europese vreemdelingen de ten laste zijn van de militairen en van het burgerlijk personeel
16
van Shape.
8.2.0
Navo : al of niet Europese vreemdelingen die deel uitmaken van het burgerlijk personeel van Navo alsmede
de al of niet Europese vreemdelingen de ten laste zijn van de militairen en van het burgerlijk personeel van
Navo17.
9.9.9
Belpic – voorlopige code :
9.9.9
Belpic – voorlopige code: In de procedure voor de aanmaak van het basisdocument van de elektronische
vreemdelingenkaart wordt de gemeente verplicht voor de betrokken vreemdeling de reden van migratie aan te geven.
Deze informatie wordt vervolgens automatisch overgenomen in het IT 202 van het Rijksregister.
In bepaalde gevallen is deze informatie niet onmiddellijk beschikbaar.
Ten einde de aanmaakprocedure voor het opstarten van de productie van de elektronische vreemdelingenkaart toch te
laten verdergaan moet in deze gevallen de code 9.9.9 (Belpic – Voorlopige code) worden gebruikt.
Nadien moet de reden van migratie als volgt bijgewerkt worden in het dossier van betrokkene in het Rijksregister:
Verwijderen van de informatie met de code 9.9.9 (OC 13);
Invoering van het correcte verblijfsmotief (OC 10) op dezelfde datum als de verwijderde informatie.
Om het oneigenlijke gebruik van de code 9.9.9 te beperken is het vanaf 4 augustus 2009 niet langer mogelijk deze code in te
voeren voor de vreemde onderdanen die ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister (IT210/1).
16
De volgende personen worden als ten laste beschouwd : de echtgenoot en de kinderen (Omzendbrief nr. 200 C 42/SHAPE van 10
maart 1967 betreffende de vestiging van SHAPE in België. Formaliteiten voor inschrijving in de gemeentelijke registers en voor de afgifte
van verblijfsvergunningen, toepasselijk op burgerlijk personeel van vreemde nationaliteit dat deel uitmaakt van SHAPE, alsmede op de
personen ten laste van de militairen en van het burgerlijk personeel.
17
De volgende personen worden als ten laste beschouwd : de echtgenoot en de kinderen (Omzendbrief nr. 200 C 42/NATO/1 van 21 mei
1968 betreffende de vestiging van de Internationale Militaire Staf (I.M.S.) van het Militair Comité van de Navo in België. Formaliteiten voor
inschrijving in de gemeentelijke registers en voor de afgifte van verblijfsvergunningen, toepasselijk op burgerlijk personeel van vreemde
nationaliteit dat deel uitmaakt van de I.M.S., alsmede op de personen ten laste van de militairen en van het burgerlijk personeel.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
d) Toegelaten codes en controles.
Persoon die recht doet ontstaan = de persoon die reeds in België verblijft.
Hoofddossier = persoon die naar België komt.
Controles
C2
C3
C4
01
01
01
01
01
02
01
01
03
01
02
01
01
02
02
01
02
03
01
03
01
01
03
02
01
03
03
Persoon die recht opent = Belg
01
04
00
Verblijfsmotief wordt enkel toegekend aan niet Europeanen die komen samenwonen
met iemand uit de EU (inclusief Belg), de EER of Zwitserland.
01
02
05
01
00
00
02
02
02
02
02
02
03
04
05
06
00
00
00
00
00
03
01
00
03
03
03
04
04
04
04
04
04
02
03
04
01
01
01
01
01
01
00
00
00
01
02
03
04
05
06
04
02
01
04
02
02
04
02
03
Toegelaten nationaliteiten :
Polen, Hongarije, Roemenië, Bulgarije,Slowakije, Tsjechië, Estland, Letland en Litouwen.
05
01
01
Toegelaten nationaliteiten : alle nationaliteiten behalve
landen EU (inclusief B) EN EER (Noorwegen, IJsland, Lichtenstein)
EN Zwitserland
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Hoofddossier : alle nationaliteiten – behalve Belg – toegelaten.
Persoon die recht doet ontstaan : alle nationaliteiten toegelaten.
NN hoofddossier + NN hereniging (die recht doet ontstaan) : ouderdom ≥ 18 jaar
Hoofddossier : alle nationaliteiten – behalve Belg - toegelaten.
Persoon die recht doet ontstaan : alle nationaliteiten toegelaten.
NN hereniging (die recht doet ontstaan) :
- ouderdom < 18 jaar
- moet vluchteling zijn.
Enkel de vader en de moeder van de vreemdeling zijn betrokken Þ wordt niet getest!
Hoofddossier : alle nationaliteiten – behalve Belg - toegelaten.
Persoon die recht doet ontstaan : alle nationaliteiten toegelaten.
NN hoofddossier < 18 jaar.
Hoofddossier : alle nationaliteiten – behalve Belg - toegelaten.
Persoon die recht doet ontstaan : alle nationaliteiten – behalve Belg - toegelaten.
Hoofddossier : alle nationaliteiten – behalve Belg – toegelaten
Dit verblijfsmotief kan enkel toegekend worden aan de vreemdelingen voor wie de
vermelding “Vluchteling” is opgenomen in het IT 031.
De vreemdeling moet jonger zijn dan 18 jaar.
Dit verblijfsmotief kan enkel toegekend worden aan de vreemdelingen voor wie de
vermelding “Staatloos” is opgenomen in het IT 031.
Toegelaten nationaliteiten : alle nationaliteiten behalve Belg.
Dit verblijfsmotief kan alleen toegekend worden aan ingezetenen uit Australië, NieuwZeeland, Canada en Taiwan die tussen 18 en 30 jaar (inbegrepen) oud zijn.
Toegelaten nationaliteiten :
landen EU (exclusief België) EN EER (Noorwegen, IJsland, Lichtenstein)
EN Zwitserland
05
01
02
05
05
05
05
05
05
05
06
01
01
02
02
02
02
02
01
03
04
01
02
03
04
05
01
06
06
01
02
02
00
07
07
07
08
08
01
02
03
01
02
00
00
00
00
00
Toegelaten nationaliteiten :Marokko, Turkije, Algerije, Tunesië, Macedonië, Kroatië,
Servië, Montenegro, Bosnië-Herzegovina, Slovenië
Toegelaten nationaliteiten – alle nationaliteiten behalve België.
Toegelaten nationaliteiten – alle nationaliteiten behalve België.
Toegelaten nationaliteiten: landen EU (exclusief B) EN
EER (Noorwegen, IJsland, Lichtenstein) EN
Zwitserland
Toegelaten nationaliteiten – alle nationaliteiten behalve België.
Verplicht aanwezig : it007 met code 03 of 05 of 07.
Toegelaten nationaliteiten – alle nationaliteiten behalve België.
Toegelaten nationaliteiten: landen EU (exclusief België) EN
EER (Noorwegen, IJsland, Lichtenstein) EN
Zwitserland
Verplicht aanwezig : it007 met code 03 of 05 of 07.
Toegelaten nationaliteiten – alle nationaliteiten behalve België.
Toegelaten nationaliteiten – alle nationaliteiten behalve België.
f) Verwerpingslijst.
Code
Omschrijving
322
- Foutieve informatiedatum
- leeftijd één der personen niet correct
323
Verkeerde lengte bijwerking (inputbericht)
332
Persoon die recht opent (identificatienummer): foutief of onbestaand dossier
372
Code C1 en/of C2 en/of C3 en/of C4 niet numeriek
373
Code C1 foutief
374
Code C2/C3/C4 combinatie onbestaand (zie tabel hierboven voor de mogelijke combinaties)
375
Bij gezinshereniging : beide identificatienummers zijn aan elkaar gelijk
352
- Persoon is geen vreemdeling OF geen informatie nationaliteit in dossier aanwezig
- It202 niet toegestaan voor personen ingeschreven in het wachtregister
Geen vluchteling
353
Persoon die recht opent is geen Belg
354
Nationaliteit niet in overeenstemming met verblijfscode (C2/C3/C4)
355
Persoon die recht opent is niet afkomstig uit EU, EER of Zwitserland
356
Geen niet-Europeaan
357
Geen Europeaan
358
Geen staatsloze
359
Persoon niet uit Canada, Australië of Nieuw-Zeeland
Persoon niet afkomstig uit één van volgende landen : Polen, Hongarije, Roemenië, Bulgarije, Slowakije, Tsjechië, Estland, Letland, Litouwen
Geen informatie Tijdelijke aanwezigheid (it007) – student - in het dossier
351
360
361
362
363
Persoon die recht opent mag geen Belg zijn
Persoon niet afkomstig uit één van volgende landen : Marokko, Turkije, Tunesië, Algerije, Macedonië,
Kroatië, Servië, Montenegro, Bosnië-Herzegovina, Slovenië
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 46
I.T. 205 - I.T. 206 – I.T. 207 – WACHTREGISTER
507.
A. Doel van het I.T. 205 en zijn bijwerking door de gemeenten.
1.
Dit informatietype betreft alleen de vreemdelingen opgenomen in het wachtregister en
het
vreemdelingenregister.
Deze informatie geeft enkel de categorie weer waarin een bepaald persoon zich bevindt op
het tijdstip van de inschrijving in het register waarin hij of zij werd opgenomen.
De categorieën zijn :
code 1 : asielzoeker (WR + VR)
code 2 : familielid van een asielzoeker (WR + VR)
code 3 : ontheemden (VR)
code 4 : ontheemden en asielzoekers (VR)
De gemeenten hebben enkel toegang tot de dossiers van de personen ingeschreven in het
vreemdelingenregister. Zij kunnen dan volgende bijwerkingen uitvoeren :
-
2.
invoeren van de categorieën 3 of 4 voor het dossier van het vreemdelingenregister
(OC10);
suppressie van de categorieën 1, 2, 3 of 4, op het ogenblik van de toekenning van het
statuut van vluchteling (OC12).
vernietiging van de categorieën 3 of 4 in geval van vergissing.
De informatiedatum van het IT 205 moet overeenstemmen met de datum waarop het
statuut voor de personen geviseerd door het artikel 54 § 1, alinea 1, 5° van de wet van
15.12.1980, hun werd toegekend.
Toegelaten codes :
-
operatiecode (OC) :
10, 12 en 13
-
dienstcode
0
Gecoördineerde versie
01.10.2014
:
B.
Structuren voor I.T. 205.
1) Invoeren van een informatie.
O.C.
1 0
I.T.
2 0
Code =
2)
5
D. DATUM
0 D D M
CODE
3
4
ontheemden
ontheemden en asielzoekers
M
J
J
J
J
Suppressie van een informatie : afschaffing van I.T. 205 ten gevolge van de toekenning
van het statuut van vluchteling.
O.C.
1 2
I.T.
2 0
5
D. DATUM
0 D D M M J J J J
(= datum waarop statuut vluchteling is toegekend)
3) Annulatie van een informatie
O.C.
1 3
508.
I.T.
2 0
5
D. DATUM
0 D D M
M
J
J
J
J
1. Doel van het I.T. 206 en zijn bewerking door de gemeenten.
Dit informatietype geeft de eigenlijke administratieve toestand (de huidige en zijn historiek) van de persoon die opgenomen is in het wachtregister. De bijwerking van de genoemde informatie maakt het mogelijk de kennisgeving, door de gemeente, van een beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken of
van een ander organisme te vermelden.
Toegelaten codes :
-
operatiecode (OC) :
10 en 13
-
dienstcode
0
Gecoördineerde versie
01.10.2014
:
2. Structuur.
-
Kennisgeving, door de gemeente, van een beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken
of van een ander organisme.
O.C.
I.T.
1
2
0
D. DATUM
0
6
0
D
D
REFERTENUMMER
N N N N N N
O.C.
1 3
M
N
M
N
J
J
N
N
J
J
J
J
J
J
Code kennisgeving
1
6
Org
NIS
0
N
N
N
N
Annulatie van de informatie
I.T.
2 0
6
D. DATUM
0 D D M
M
3. Code 45 – Onbeperkt verblijf.
Deze code geeft weer dat de asielaanvraag of het beroep bij de Raad van State van betrokkene zonder voorwerp is geworden omdat betrokkene binnen een periode van zestig
dagen na het toestaan van zijn definitief verblijf niet te kennen heeft gegeven zijn asielprocedure of beroep bij de Raad van State verder te willen zetten.
Op deze datum voert de bevoegde instantie de code 45 – Onbeperkt verblijf: asielaanvraag zonder voorwerp (art. 55) – in in het IT 206 van het Rijksregister.
Deze informatie kan enkele worden ingebracht (bijwerking) door:
- Dienst Vreemdelingenzaken;
- Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen;
- Vaste Beroepscommissie.
De Raad van State volgt zijn eigen procedures.
De aanpassing werd operationeel vanaf 1 april 2004.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
N
4. ASIELPROCEDURE
Codes die van toepassing zijn vanaf 1 juni 2007.
De asielprocedure wordt in het Rijksregister opgenomen onder het informatietype 206 (IT206). Binnen dit
informatietype worden verschillende gegevens opgenomen.
Een eerste gegeven, de code K1, geeft de code van de status weer in dewelke de asielzoeker zich kan
bevinden (beslissing, notificatie, …).
Een tweede gegeven (ORG) verwijst naar het organisme dat het gegeven heeft ingevoerd, beheert.
Een derde gegeven, de code K2, geeft meer details over de code K1.
Hierna volgt het overzicht van de verschillende codes.
1. De Organismen.
Code
ORG
1
2
3
4
5
6
7
8
0
Naam organisme
NIS-code
Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ)
Commissariaat Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS)
Vaste Beroepscommissie (VBV)
Raad van State (RVS)
Minister van Binnenlandse Zaken
Centrum voor sociale integratie
Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RVV)
FEDASIL
Andere (gemeente, …)
01152
01160
01165
03450
01162
2. Codes voor de status van het dossier (K1).
01
10
11
12
13
14
15
16
17
18
20
22
30
40
45
50
60
80
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Asielaanvraag ingediend
Beslissing oude asielprocedure
Advies gegeven door het CGVS (ontvankelijk verklaard voor 1 juni 1993)
Beslissing  van toepassing voor de nieuwe asielprocedure
Kennisgeving van deze beslissing - via de post (DVZ )
Kennisgeving van deze beslissing - rechtstreeks (DVZ )
Kennisgeving van deze beslissing - per fax (DVZ )
Kennisgeving van deze beslissing door de betrokken instantie
Intrekking (beslissing)
Schrapping
Een niet schorsend beroep is ingediend
=>het bevel tot verlaten van het grondgebied blijft geldig
Een schorsend beroep is ingediend
=>het bevel tot verlaten van het grondgebied wordt opgeschort
De asielzoeker heeft het grondgebied verlaten
De asielzoeker heeft afstand gedaan van zijn asielaanvraag
Onbeperkt verblijf : asielaanvraag zonder voorwerp (art. 55)
Uitstel van maatregel
Ontsnapping (uit een gesloten instelling)
Procedure (Raad van State en Raad voor Vreemdelingenbetwistingen)
3. Uitleg van de code K2 per organisme.
3.1. Dienst voor Vreemdelingenzaken (DVZ).
K1
01
K2
01
02
03
04
05
06
10
1
2
5
6
7
8
9
Beschrijving
Bureau R
Zaventem (geldig voor centrum 127 en grens)
Gevangenis of gesloten centrum
Andere grenzen (Oostende, Antwerpen)
Gemeentelijke administratie
Aan de grens (Dublin)
Beslissing:
ontvankelijk - toelating tot verblijf;
de procedure wordt geschorst;
weigering van verblijf zonder bevel tot verlaten van het grondgebied;
weigering van verblijf met bevel tot verlaten van het grondgebied;
weigering het grondgebied te betreden zonder uitdrijving;
weigering het grondgebied te betreden met uitdrijving;
weigering van “in behandeling nemen”
Opmerking
WIJZIGING :
bijwerking van de codes
1,2, 5, 6, 7, 8, en 9
niet meer toegestaan
vanaf de datum van
de nieuwe asielprocedure op
1/6/2007 !
bevel tot verlaten van het grondgebied – bijlage 13
12
40
4
00
Aanvraag speciale procedure (enkel voor DVZ)
01
Weigering subsidiaire bescherming - speciale procedure
02
Toekenning subsidiaire bescherming - speciale procedure
03
Dossier overgemaakt aan CGVS
04
Beslissing : bevel om het grondgebied te verlaten
05
Beslissing : annulatie van de asielaanvraag
06
Beslissing : weigering van verblijf zonder bevel om het grondgebied te verlaten
07
Beslissing : weigering van verblijf met bevel om het grondgebied te
verlaten
08
Beslissing : weigering van toegang tot het grondgebied zonder uitdrijving
09
Beslissing : weigering van toegang tot het grondgebied met uitdrijving
10
Beslissing : weigering van in overwegingname van een asielaanvraag
De asielzoeker heeft afstand gedaan van zijn asielaanvraag
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Nieuwe codes
in het kader
van de nieuwe
asielprocedure:
03
04
05
06
07
08
09
10
3.2.
Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS).
K1
K2
Beschrijving
10
00
Begin onderzoek ten gronde
01
Ontvankelijk
02
Erkenning
05
Niet ontvankelijk
06
Weigering ten gronde
09
Weigering in behandeling nemen
01
Gunstig advies
02
Ongunstig advies
01
Weigering vluchtelingenstatus + weigering subsidiaire bescherming
02
11
12
Opmerking
GEEN WIJZIGING.
GEEN WIJZIGING.
17
/
Weigering vluchtelingenstatus + toekenning subsidiaire bescherming
Intrekking of opheffing vluchtelingenstatus of subsidiaire bescherming
Beslissing : niet in overwegingname EU-onderdaan
Beslissing : erkenning van de vluchtelingenstatus
Beslissing : in overwegingname meervoudige asielaanvraag
EU-onderdaan
/
45
/
/
03
04
05
06
WIJZIGINGEN – toevoeging codes K2 =
04 en 05.
Code 06: vanaf
01.06.2013
GEEN WIJZIGING.
4. Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.
80 = code die aanduidt dat het gaat om een “procedure”
7 = aanduiding van het beherend organisme = Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RVV)
Origine organisme
4.1.
1 = DVZ
2 = CGVS
5 = Minister FOD Binnenlandse Zaken
De rolnummer en de datum van inschrijving op de rol, met vermelding van
‘Hangende procedure’.
Code = 0 = hangende procedure.
4.2.
Het beëindigen van de procedure met vermelding van ‘Procedure gesloten’.
Code = 9 = procedure gesloten.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
4.3.
Specifieke bijkomende structuur voor de procedure (vanaf 2/1/2008).
Nationaal nummer
10
206
0
ddmmeejj
80
7
O
C
ddmmeejj
rrrrrrrrrr
*
C1
01, 02 …
11
80 = procedure
7 = Raad voor Vreemdelingenbetwistingen
O = organisme
1 = DVZ
2 = CGVS
3 = VBC
5 = Minister Binnenlandse Zaken
C=
0 = hangende procedure
9 = gesloten procedure
ddmmeejj = datum bestreden beslissing
rrrrrrrrrr = referentienummer (minimum 2, maximum 10 tekens)
C1
N
F
D
01
Hangende procedure – schorsend
Procédure en cours - suspensif
Anhängiges
aufschiebend
02
Hangende
schorsend
niet-
Procédure en cours – non
suspensif
Anhängiges Verfahren – nicht
aufschiebend
03
Erkenning van de vluchtelingenstatus
Reconnaissance en qualité de
réfugié
Anerkennung
Flüchtlingsstatus
04
Weigering vluchtelingenstatus - toekenning subsidiaire bescherming
Refus du statut de réfugié – octroi de la protection subsidiaire
Verweigerung des Flüchtlingsstatus – Zuerkennung des subsidiären Schutzes
05
Weigering vluchtelingenstatus – weigering subsidiaire bescherming
Refus du statut de réfugié – refus de la protection subsidiaire
Verweigerung des Flüchtlingsstatus – Verweigerung des subsidiären Schutzes
06
Vernietiging
Annulation
Nichtigerklärung
07
Procedure
voorwerp
Procédure clôturée, sans objet
Abgeschlossenes
gegenstandslos
08
Beroep verworpen
Recours rejeté
Beschwerde abgelehnt
09
Schorsing bevolen
Suspension ordonnée
Aussetzung angeordnet
10
Schorsing verworpen - gesloten
Suspension rejetée - clôturé
Aussetzung
geschlossen
abgelehnt
-
11
Schorsing verworpen - hangend
Suspension
cours
Aussetzung
anhängig
abgelehnt
-
procedure
afgesloten,
5. Raad van State.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
–
zonder
rejetée
–
en
Verfahren
–
des
Verfahren,
Opmerking: Indien C1 niet gekend zou zijn kan een code 00- Onbepaald opgenomen worden; voorlopig is dit echter
niet toegelaten.
10
206
10
0
206
0
ddmmeejj
ddmmeejj
K1
Org
80
4
K1
Org
80
4
O-O
C
ddmmeejj
rrrrrrrrrr
0
O-O
C
ddmmeejj
rrrrrrrrrr
9
*
C1
*
01
03
*
C1
*
02
04
05
K1: 80 = procedure
Org die de informatie beheert:
4 = Raad van State
O-O = organisme tegen hetwelk beroep wordt aangetekend
1 = DVZ
2 = CGVS
3 = VBC (vóór 01/06/2007)
5 = Minister Binnenlandse Zaken
7 = Raad voor Vreemdelingenbetwistingen
C = 0 = hangende procedure
9 = gesloten procedure
ddmmeejj = datum bestreden beslissing
rrrrrrrrrr = referentienummer (minimum 2, maximum 10 tekens)
C1 = zie tabel.
Code
C1
Frans
Nederlands
Duits
01
Procédure en cours –
Enrôlement CE
Procedure hangende –
Inschrijving op de rol RvSt
laufendes Verfahren – Eintragung in
die Liste des Staatsrats
02
Procédure terminée –
Non admis
Procedure beëindigd –
Niet-toelaatbaar verklaard
abgeschlossenes Verfahren Nicht zugelassen
03
Procédure en cours –
Admis
Procedure hangende Toelaatbaar verklaard
laufendes Verfahren - Zugelassen
04
Procédure terminée –
Rejet
Procedure beëindigd –
Verwerping
abgeschlossenes Verfahren –
Abweisung
05
Procédure terminée –
Cassation et renvoi au
CCE
Procedure beëindigd –
Verbreking en verwijzing
naar de RVV
abgeschlossenes Verfahren – Kassation und Verweisung an den Rat für Ausländerstreitsachen
09
Procédure clôturée
Gesloten procedure
abgeschlossenes Verfahren
509.
1. Doel van het I.T. 207
Dit informatietype vermeldt de verplichte plaats van inschrijving – O.C.M.W. waarvan de betrokken
vreemdeling afhangt - bepaald door de Minister of door zijn gemachtigde krachtens artikel 54 van de wet
van 15 december 1980.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
De informatie wordt ingevoerd door de Dienst Vreemdelingenzaken.
2. Structuren voor I.T. 207
1) Invoeren van een informatie.
O.C.
1 0
I.T.
2 0
7
NIS-Code =
2)
O.C.
1 2
I.T.
2 0
D. DATUM
0 D D M
M
J
J
J
J
NIS-CODE
N N N
N
N
NIS-code van een Belgische gemeente
Suppressie van een informatie
7
D. DATUM
0 D D M
M
J
J
J
J
M
J
J
J
J
3) Annulatie van een informatie
O.C.
1 3
I.T.
2 0
7
D. DATUM
0 D D M
De hierboven vermelde informatiegegevens (I.T. 205 – 206 – 207) kunnen worden geraadpleegd door
de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de Dienst Vreemdelingenzaken, of
door de diensten van de Bestuursdirectie van het Maatschappelijk Welzijn van de FOD Sociale Zaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu.
3. Opvanginitiatief.
Het ministerieel besluit van 29 november 1999 (Belgisch Staatsblad van 8 december 1999) wijzigde
het ministerieel besluit van 30 januari 1995 tot regeling van de terugbetaling door de Staat van de kosten van de dienstverlening door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een
behoeftige die de Belgische nationaliteit niet bezit en niet in het bevolkingsregister is ingeschreven.
Deze reglementaire wijziging strekt ertoe de maatschappelijke dienstverlening van de O.C.M.W.’s te
heroriënteren van financiële hulp naar materiële hulp, ten einde te verhelpen aan de huidige verstoring van de kwaliteit van het onthaalbeleid.
Om dit objectief te bereiken, dient men op passende wijze de O.C.M.W.’s die aan asielzoekers maatschappelijke dienstverlening verstrekken in een opvanginitiatief onder de vorm van materiële hulp, te
vergoeden.
Er dient een nieuwe structuur ingevoerd te worden met het oog op het opnemen van het opvanginitiatief.
Invoering van het opvanginitiatief :
Operatiecode
NIS-code
Code
Gecoördineerde versie
01.10.2014
:
:
:
10
NIS-code van het O.C.M.W.
01 = opvanginitiatief
02 = opvanginitiatief – CENTRUM (gemeente)
OC
1 0
IT
2
0
7
NIS-code
N N N
D
0
N
INFORMATIEDATUM
D D M M J J
N
J
J
J
J
Code
0 1
Annulering van een opvanginitiatief :
Operatiecode
OC
1 3
IT
2
Gecoördineerde versie
01.10.2014
0
7
:
D
0
13
INFORMATIEDATUM
D D M M J J
HOOFDSTUK 47
I.T. 252 – REGISTRATIEPERIODE “NIET
MEDEDEELBAAR ADRES”
510.
A. Algemeenheden
Deze informatie heeft tot doel de datum vast te leggen vanaf dewelke het adres in het IT 020 niet
mededeelbaar wordt en vanaf wanneer dit adres terug mededeelbaar kan worden.
B. Bestanddelen
De informatie bevat :
-
de datum waarop de beslissing van het College is genomen;
de begindatum is de datum waarop het adres niet mededeelbaar wordt (normaliter gelijk aan vorige
datum);
de einddatum waarop de niet mededeelbaarheid komt te vervallen d.w.z. vorige datum + 6 maand.
Er wordt geen historiek bijgehouden.
Toegestane operatiecodes : 10 en 13.
Indien in het dossier van de betrokkene reeds een IT 252 aanwezig is bij het invoeren van een 10/252/0
wordt dit IT 252 overschreven met het nieuw ingevoerde IT 252.
Volgende controles worden uitgevoerd :
- vervaldatum is datum + 6 maand
Indien een nieuw IT 001 of IT 020 wordt ingevoerd wordt automatisch een 13/252/0 gegenereerd.
C. STRUCTUUR.
O.C.
N N
I.T.
2 5
2
D. DATUM
0 D D M
EINDDATUM
D D M M
J
J
J
M
J
J
J
Het IT 252 wordt beschouwd als een wettelijk gegeven.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
J
J
BEGINDATUM
D D M M
J
J
J
J
HOOFDSTUK 48
I.T. 253 – COLLECTEDATUM
511.
Vaststellen van de datum.
Het gaat om de datum (DDMMJJJJ) waarop de collecte in de computer van het Rijksregister geregistreerd werd, en waarop voor betrokken persoon een identificatienummer werd toegekend.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 49
I.T. 254 – DATUM VAN LAATSTE BIJWERKING
512.
- Het betreft de datum waarop een nieuwe R-kaart van een persoon afgedrukt en doorge
stuurd wordt naar de gemeente van beheer, als gevolg van een bijwerking in het dossier
van de betrokkene.
-
Deze datum wordt gekenmerkt door I.T. 254. Hij wordt bovenaan op de R-kaart ver
meld, naast de NIS-code van de gemeente van beheer.
OPMERKING.
Deze datum blijft onveranderd bij elke latere afdruk of ondervraging, zolang geen nieuwe bijwerking in
het dossier werd uitgevoerd.
513. – 516. Reserve
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 50
CODIFICATIE VAN OPENBARE WEGEN
517.
Inleiding
-
Aan iedere openbare weg moet een straatcode worden toegekend.
-
De straatcode bestaat uit vier cijfers.
-
Iedere straatcode is gekoppeld aan het postnummer.
-
Door deze beide codes worden de benamingen van de openbare wegen opgenomen in het Rijksregister en laten zij het invoeren en wijzigen van adressen toe.
-
De codes moeten zodanig toegekend worden dat zij een eventuele groepering in wijken (bv. kieswijken) of delen van de gemeente toelaten.
-
De lijsten van de openbare wegen worden door het Rijksregister opgesteld per postnummer, in de
numerieke volgorde van de straatcodes.
Indien deze lijst niet overeenstemt met de alfabetische volgorde van de benaming van de openbare wegen kan de gemeente, op haar verzoek, een alfabetische lijst per postnummer bekomen.
Procedures
Volgende mogelijkheden kunnen zich voordoen:
-
benaming van een nieuwe openbare weg;
-
herbenaming van een bestaande openbare weg (geheel of gedeeltelijk) met behoud van de oude
straatcode;
-
herbenaming van een bestaande openbare weg (geheel of gedeeltelijk) met toekenning van een
nieuwe straatcode;
-
toekenning van een nieuwe straatcode aan een bestaande openbare weg (geheel of gedeeltelijk)
zonder herbenaming.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Benaming van een nieuwe openbare weg
De gemeente deelt aan het hoofdbestuur van het Rijksregister de beslissing mee van het College van
burgemeester en Schepenen betreffende de nieuwe benaming van de openbare weg, alsmede de
overeenstemmende straatcode.
Herbenaming van een bestaande openbare weg
met behoud van de oude straatcode
De gemeente deelt aan het hoofdbestuur van het Rijksregister de beslissing mee van het College van
Burgemeester en Schepenen betreffende de herbenaming van de openbare weg met behoud van de
bestaande straatcode.
De gemeente moet niets veranderen in de dossiers. De nieuwe benaming zal op de R-kaart afgedrukt
worden naar aanleiding van latere bijwerkingen.
Herbenaming van een bestaande openbare weg
met toekenning van een nieuwe straatcode
Indien de postnummers en/of de codes van de openbare wegen gewijzigd worden, moet de gemeente
een formulier “Voorstel tot wijziging van de codes van de openbare wegen” (zie verder) opmaken.
In voorkomend geval moet de nieuwe benaming ingevuld worden in kolom 8 van het formulier.
Toekenning van een nieuwe straatcode aan een
bestaande openbare weg zonder herbenaming
Dezelfde procedure als in vorig geval moet gevolgd worden, met uitzondering van de verplichte vermelding van de straatnaam.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
GEMEENTE
:
NIS-CODE :
VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE CODES VAN DE OPENBARE
WEGEN
Kaartcode: 04
Postnummer
Straatcode
Huisnummer (*)
C
OPMERKINGEN
oud
nieuw
oud
nieuw
laagste
hoogste
(**)
o.a. de benaming van de openbare weg
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(*) :
facultatief
(**) :
- = voor alle huisnummers; 1 = alleen onpare nummers; 2 = alleen pare nummers.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Praktische werkwijze
(alleen van toepassing op de laatste twee gevallen)
Het formulier “Voorstel tot wijziging van de codes van openbare wegen” moet als volgt ingevuld worden.
In de linkerbovenhoek moet duidelijk de naam van de gemeente en de overeenstemmende NIS-code
worden vermeld.
Kolom 1
: het “oud” postnummer, dit is de postcode van de openbare weg
vermeld in kolom 3.
Kolom 2
: “nieuw” postnummer; dit is de postcode van de openbare weg
vermeld in kolom 4. In
veel gevallen veranderen de postnummers niet, zodat de kolommen 1 en 2 gelijk
zijn.
Kolom 3
: aanduiding van de huidige code van de openbare weg die in het
Rijksregister opgeno
men is.
Kolom 4
:
Kolom 5 en kolom 6
Kolom 7
het voorstel van de nieuwe code van de openbare weg.
: in te vullen wanneer een bestaande openbare weg in twee of meer
delen wordt
opgesplitst, of over twee of meer wijken loopt. Voor ieder deel wordt dan
het
laagste en het hoogste huisnummer vermeld.
: bepaalt de groepen van huisnummers waarvan sprake is in de
kolommen 5 en 6. Indien
er geen onderscheid gemaakt wordt tussen de pare en de onpare huisnummers (bij
voorbeeld bij de huisnummering op pleinen) moet een streepje gezet worden.
Als het alleen om de onpare huisnummers gaat, moet het cijfer 1 vermeld worden;
het
cijfer 2 zal gebruikt worden voor de pare huisnummers.
Opmerking
In sommige gevallen kunnen twee of drie lijnen moeten ingevuld worden, één voor
de onpare huisnummers, één voor de pare nummers, en één voor beide.
Kolom 8
Gecoördineerde versie
01.10.2014
: ieder informatie die nuttig kan zijn.
Bijvoorbeeld: de benaming van de openbare weg. Deze informatie is verplicht in
het geval van een wijziging van de benaming.
Algemene opmerkingen
-
De gemeenten mogen geen manuele omzettingen uitvoeren.
-
De codes van openbare wegen die niet meer gebruikt worden, worden uit het vertaalbestand verwijderd.
-
Het programma voorziet een beperking van de benaming van de openbare weg tot 32 tekens,
spaties en eventuele afkortingen inbegrepen.
Een langere naam moet door de gemeente worden afgekort.
Voor de tweetalige gemeenten zijn twee zones van 32 tekens, gescheiden door een asterisk,
voorzien.
Historiek van de straatbenaming
Sommige gemeenten hechten er belang aan dat, bij de wijziging van de benaming van de openbare
wegen, de oude straatbenaming tussen haakjes verschijnt na de nieuwe benaming in ieder individueel
dossier.
Dergelijke werkwijze, die op geen enkele reglementaire basis berust, heeft geen belang voor het actuele adres, noch voor datgene in historiek.
Het volstaat dat deze wijzigingen worden bewaard in het gemeentearchief.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 51
WEGNEMING EN TRANSPLANTATIE VAN ORGANEN NA
OVERLIJDEN
521.
Algemeen
De wet van 13 juni 1986 betreffende de wegneming en transplantatie van organen (B.S. van 14 februari
1987) bekrachtigt het opting out-principe volgens hetwelke organen en weefsels mogen weggenomen
worden na het overlijden van een persoon behalve wanneer er verzet is vanwege een van zijn naastbestaanden en voor zover betrokkene, bij leven, geen uitdrukkelijke verklaring heeft afgelegd.
Deze verklaring kan ofwel bestaan uit een uitdrukkelijke wilsbeschikking zijn organen af te staan na
overlijden, ofwel, daarentegen, uit een verzet tegen elke wegneming.
Kunnen dergelijke verklaring laten optekenen bij de gemeente van hun verblijfplaats :
-
de personen van Belgische en vreemde nationaliteit die in het bevolkingsregister ingeschreven zijn;
-
de vreemde onderdanen die sedert meer dan zes maanden in het vreemdelingenregister ingeschreven zijn.
Vermits de wet van kracht is op 24 februari 1987, mag geen enkele verklaring een datum hebben die
deze voorafgaat. De verklaringen die zouden afgelegd zijn vóór deze datum ingevolge de omzendbrief
van de Staatssecretaris voor Volksgezondheid dd. 2 oktober 1986, zullen dus medegedeeld worden aan
het Rijksregister met de datum van 24 februari 1987.
De procedure voor het registreren van de verklaring van een persoon houdt het gebruik van een
bijzondere structuur in, die hierna beschreven wordt, waarbij transactiecode 93 gebruikt wordt.
Vermits deze verklaring dient opgetekend te worden in de bevolkings- of vreemdelingenregisters, zal de registratie van een verklaring voor de gemeenten automatisch de generatie van een
nieuwe informatie, geïdentificeerd door I.T. 192, tot gevolg hebben.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
REGISTRATIE VAN EEN VERKLARING EN BIJHORENDE VERRICHTINGEN
522.
Algemene structuur
Elke transactie die betrekking heeft op een verrichting voor het registreren van een verklaring inzake de
schenking van organen omvat :
a) een hoofding die de transactie bepaalt, evenals de identiteit van de persoon;
b) de eigenlijke transactie.
A. Hoofding
SLEUTEL
N N N
N
N
N
N

TC1
9 3
IDENTIFICATIENUMMER
N N N N N N N
Sleutel
:
N
TC2
0 1

N
N
N


NIS-code
N N N
N

enkel voor transactie die via terminal overgezonden wordt;
TC1
: algemene transactiecode voor berichten die via het Rijksregister
doorgezonden worden (artikel 6 van de wet van 8 augustus 1983);
TC2
: bijkomende transactiecode voor verrichtingen in verband met de
schenking
van organen (code = 01).
B. Eigenlijke transactie
Deze transactie kan betrekking hebben op :
(1) het bekomen van een aanvraagformulier;
(2) de eigenlijke verklaring;
(3) de annulatie van een verklaring;
(4) de herdruk van een verklaring;
(5) de opvraging betreffende het bestaan van een verklaring.
523.
N
Formulier voor de verklaring
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Het te gebruiken formulier is dit waarvan een model gevoegd is bij het K.B. van 30 oktober 1986 (B.S.
van 14 februari 1987).
Voor de gemeenten die via terminal aangesloten zijn op het Rijksregister kan dit formulier dat de identiteit van de persoon bevat, bekomen worden door middel van volgende transactie (hoofding, zie 522. a).
O.C.
0 1

1

T.
A
T
= N, F of D met vermelding van het identificatienummer op het antwoord-formulier;
= 1, 2 of 3
zonder vermelding van het identificatienummer op het
ant-woordformulier.
524.
Registratie van een verklaring
Structuur
O.C.
1 0

DATUM VERKLARING
D D M M J J
-
Datum verklaring
-
Code verklaring (CV)
J
J

C.V.
N N

: ter herinnering , de datum dient gelijk te zijn aan of recenter te
zijn dan 24 februari 1987.
10
verklaring van verzet;
11
herroeping van een verklaring van verzet;
12
herroeping van een verklaring van verzet en invoering van een verklaring van
uitdrukkelijke toestemming;
20
verklaring van uitdrukkelijke toestemming;
21
herroeping van uitdrukkelijke toestemming;
22
herroeping van een verklaring van uitdrukkelijke toestemming en invoering
van een verklaring van verzet.
Taal (T) : N, F of D
N.B.
T.
A
:
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Elke verklaring geeft aanleiding tot een ontvangstmelding.
525.
Annulatie van een verklaring
Het is mogelijk een volgens 524 ingevoerde verklaring te annuleren.
Structuur
O.C.
1 2
C.V.
N N


Code verklaring (CV)
Taal (T)
526.
:
T
A
:
het betreft een code die in de verklaring voorkomt en die men
wenst te annuleren.
N, F of D
Andere verrichtingen
a. Herdruk van een geregistreerde verklaring
O.C.
1 5

Taal (T)
1
:

T
A
N, F of D
b. Opvraging van toestand van een verklaring
Structuur
O.C.
1 5

Opmerking
527.
2

T
A
:
Deze verrichtingen kunnen slechts geschieden in de loop van de week
waarin de
verklaring werd ingevoerd.
Nadien kan het enkel nog via de FOD Volksgezondheid.
Werkwijze voor de gemeenten zonder terminal
Alleen het nummer 524 is voor deze gemeenten van toepassing; de overige bewerkingen betreffen
slechts de gemeenten met terminal.
Een copie van de behoorlijk ingevulde verklaring met vermelding van het identificatienummer zal aan de
bevoegde regionaal afgevaardigde worden toegestuurd; Na registratie zal laatstgenoemde een ontvangstbewijs in 2 exemplaren terugzenden.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
528.
Foutencodes m.b.t. de registratie van de verklaring
400
401
402
403
405
407
408
409
461
463
466
529.
informatie gemeente (I.T. 001)
fout
informatie naam (I.T. 010)
fout
informatie geb. plaats (I.T. 100)
fout of ontbrekend
informatie adres (I.T. 020)
fout
informatie adellijke titel (I.T. 012) fout
informatie nationaliteit (I.T. 031)
fout
informatie beroep (I.T. 070)
fout
informatie burg. staat (I.T. 120)
fout
code verklaring bestaat niet
verklaring is niet meer aanwezig in bestand
verklaring is reeds geannuleerd of de annulatie is onuitvoerbaar
Voorbeelden
1.
Aanvragen van formulieren met afdruk van het identificatienummer.
445262193013203023216111002011N
2.
Registreren van een verklaring
a) Verklaring tot verzet
445232293016406051587511002102402200010F
b) Intrekking van een verklaring tot verzet
445262893016406051587511002100303200011N
3.
Herdrukken van een ontvangstbewijs
445263893016406051587511002151N
4.
Opvragen van de toestand van een verklaring.
44526399301640605187511002152N
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 52
I.T. 192 – INFORMATIE “SCHENKING VAN ORGANEN”
530.
Samenstelling
-
Datum van de verklaring in 8 cijfers : datum waarop de persoon zijn verklaring heeft gedaan , hetzij
van verzet, van toestemming of van herroeping van een van beide.
Die datum mag niet vóór 24 februari 1987 gelegen zijn.
-
Code van verklaring: Code in 2 cijfers : cfr 524.
-
Gemeente waar de verklaring werd afgelegd: N.I.S.-code in 5 cijfers.
531.
Structuur en operatiecodes
- Operatiecode/I.T./dienstcode/datum/code verklaring/NIS-code
- Operatiecode : 10, 13 (geen historiek)
Iedere operatiecode 10 zal de uitwissing van de vorige informatie tot gevolg hebben.
- Dienstcode
: 0.
532.
Voorbeelden
10/192/0/15062000/10/13007
10/192/0/05052000/12/62063
13/192/0/05052000/12
533.
Opmerking
De procedure voor het registreren van de verklaring van een persoon houdt het gebruik in van een bijzondere structuur waarbij transactiecode 93 moet gebruikt worden (zie nr. 522 e.v. van de Onderrichtingen).
Deze bijwerking heeft automatisch de generatie van een nieuwe informatie in het IT192 van het Rijksregister tot gevolg.
De rechtstreekse bijwerking van het IT192 moet dus een uitzondering blijven, en kan enkel uitgevoerd
worden in geval er een verschil zou bestaan tussen de databanken RR – Orgadon.
Voor de volledigheid moet hieraan toegevoegd worden dat alle bijwerkingen van een dossier (toevoeging, verbetering, annulatie, …) die worden aangevraagd door een gemeente moeten schriftelijk of op
digitale wijze ingediend worden, desgevallend op basis van een officieel document.
534.
Verwerpingen
302
: In de identificatie van het dossier is de NIS-code niet correct;
322
: Datum van de informatie is fout;
326
: Code van de verklaring (herroeping) ongeldig;
338
: NIS-code in de informatie is fout;
347
: Structuurfout (code ontbreekt);
374
: Datum i.v.m. de eeuw is fout.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 53
I.T. 152 – WIJZE VAN TERAARDEBESTELLING
535.
Algemeenheden
Krachtens artikel 15bis van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, ingevoegd door de wet van 28 december 1989 (Belgisch Staatsblad van 12 januari 1990), kan elkeen tijdens zijn leven een vrijwillige schriftelijke kennisgeving van zijn laatste wilsbeschikking inzake de wijze
van lijkbezorging richten tot de ambtenaar van de burgerlijke stand van zijn gemeente.
De gemeenten zijn wettelijk gehouden de verklaring te ontvangen betreffende de laatste wilsbeschikking inzake de wijze van teraardebestelling in de vorm die bepaald werd door het koninklijk besluit van
2 augustus 1990 tot regeling van de inschrijving door de gemeenten van de laatste wilsbeschikking
inzake de wijze van teraardebestelling (Belgisch Staatsblad van 29 augustus 1990), zoals gewijzigd
door het koninklijk besluit van 28 januari 2000 tot wijziging van voornoemd koninklijk besluit (Belgisch
Staatsblad van 1 maart 2000) en door de omzendbrief van 7 februari 2000 betreffende de registratie
van de laatste wilsbeschikking inzake de wijze van lijkbezorging (Belgisch Staatsblad van 4 maart
2000).
Ten einde mogelijke verwarring of eventueel tegenstrijdige informatie tussen de
informatietypes 152 en 153 te vermijden werden de programma’s voor het bijwerken van de
informatie met betrekking tot de laatste wilsbeschikking in het Rijksregister aangepast zodanig
dat nog enkel het IT 153 zal kunnen bijgewerkt worden.
536.
Samenstelling van de informatie.
De verklaringen inzake de keuze van de wijze van lijkbezorging worden in het Rijksregister van de natuurlijke personen opgenomen met de datum van de bedoelde verklaring.
Structuur 1.
De eerste structuur van de informatie bevat:

de datum waarop de verklaring wordt afgelegd : 8 cijfers;

de code die de inhoud van de verklaring weergeeft:







code 1 : begraving van het stoffelijk overschot.
code 2 : lijkverbranding (voor code 2 beperkte geldigheidsduur die overeenkomt met de inwerkingtreding van de bepalingen van het koninklijk besluit van 28 januari 2000,
hetzij 11 maart 2000). De code 2 blijft behouden voor de verklaringen uit het verleden.
code 3 : crematie gevolgd door begraving van de as binnen de omheining van de begraafplaats.
code 4 : crematie gevolgd door bijzetting van de as in het columbarium van de begraafplaats.
code 5 : crematie gevolgd door verstrooiing van de as in de strooiweide van de begraafplaats.
code 6 : crematie gevolgd door verstrooiing van de as in de Belgische territoriale zee.
code 7 : crematie gevolgd door uitstrooiing van de as op een andere plaats dan de begraafplaats of in de Belgische territoriale Zee.
Gecoördineerde versie
01.10.2014


O.C.
N N
code 8 : crematie gevolgd door begraving van de as op een andere plaats dan de begraafplaats.
code 9 : crematie gevolg door bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats.
I.T.
1 5
Operatiecodes
Dienstcode
2
:
:
D
0
DATUM
D D M
M
J
J
J
J
CODE
N
10 en 13
0
Er wordt geen historiek bijgehouden van de informatie.
In geval van wijziging van de verklaring wordt alleen de informatie van de recentste verklaring opgenomen. In de gevallen van herroeping van de verklaring zonder een nieuwe beschikking, van afvoering van ambtswege uit de bevolkingsregisters, of van afschrijving naar het buitenland wordt geen enkele informatie bewaard.
Structuur 2.
De tweede structuur voorziet in het registreren van het IT 152 voor de personen jonger dan 16 jaar; zij
bevat de volgende gegevens:
 de datum van de verklaring;
 de code die de inhoud van de verklaring weergeeft (zie structuur 1);
 het identificatienummer van de wettelijke vertegenwoordiger;
 de naam en de eerste voornaam van deze wettelijke vertegenwoordiger (voluit geschreven).
O.C.
N N
I.T.
1 5
2
D
0
DATUM
D D M
IDENTIFICATIENUMMER
N N N N N N N
M
N
J
N
J
N
J
N
J
CODE
N
GRAFIEK
X X X
X X X
|______________________|
max. 60 tekens
Er wordt gecontroleerd of de wettelijke vertegenwoordiger opgenomen is in het Rijksregister en of deze
ouder is dan 18 jaar. In speciale gevallen, waar de wettelijke vertegenwoordiger jonger zou zijn dan 18
jaar, dient het dossier voorgelegd te worden aan de centrale diensten van het Rijksregister te Brussel.
Er wordt geen historiek bijgehouden van de afgelegde verklaringen.
De toegelaten dienst- en operatiecodes voor de tweede structuur zijn dezelfde als voor de eerste
structuur.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
INFO 152
Code
T-L-S
Vertaling – Traduction – Übersetzung
1
F
N
D
F
N
D
F
Inhumation des restes mortels
Begraving van het stoffelijk overschot
Beerdigung
Incinération
Lijkverbranding
Feuerbestattung
Crémation suivie de l’inhumation des cendres dans l’enceinte du cimetière
Crematie gevolgd door begraving van de as binnen de omheining van de begraafplaats
Einäscherung mit anschliessender Beerdigung
Crémation suivie du placement des cendres dans le columbarium du cimetière
Crematie gevolgd door bijzetting van de as in het columbarium van de begraafplaats
Einäscherung mit anschliessender Beisetzung der Urne in einer Urnenwand
Crémation suivie de la dispersion des cendres sur la pelouse de dispersion du
cimetière
Crematie gevolgd door verstrooiïng van de as in de strooiweide van de begraafplaats
Einäscherung mit anschliessender Verstreuung der Asche auf einer dazu
bestimmten Parzelle des Friedhofs
Crémation suivie de la dispersion des cendres en mer territoriale belge
Crematie gevolgd door verstrooiïng van de as in de Belgische territoriale zee
Einäscherung mit anschliessender Verstreuung der Asche auf dem an das
belgische Staatsgebiet angrenzenden Küstengewässer
Crémation suivie de la dispersion des cendres à un endroit autre que le cimetière
ou la mer territoriale belge
Crematie gevolgd door uitstrooiïng van de as op een andere plaats dan de begraafplaats of in de Belgische territoriale zee
Einäscherung mit anschliessender Verstreuung der Asche an einem anderen Ort
als einem Friedhof oder den belgischen Hoheitsgewässern
Crémation suivie de l’inhumation des cendres à un endroit autre que le cimetière
Crematie gevolgd door begraving van de as op een andere plaats dan de begraafplaats
Einäscherung mit anschliessender Beerdigung der Asche an einem anderen Ort
als einem Friedhof
Crémation suivie de la conservation des cendres à un endroit autre que le
cimetière
Crematie gevolgd door bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats
Einäscherung mit anschliessender Aufbewahrung der Asche an einem anderen
Ort als einem Friedhof
2
3
N
4
D
F
N
D
5
F
N
D
6
F
N
D
7
F
N
D
8
F
N
D
9
F
N
D
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 54
I.T. 214 – OPGEGEVEN ADRES
537.
Algemeenheden
Het koninklijk besluit van 18 juli 2001 (B.S. van 14 augustus 2001) heeft het koninklijk besluit van 1
februari 1995 tot vaststelling van de in het wachtregister vermelde informatiegegevens en tot aanwijzing van de overheden die bevoegd zijn om die gegevens in het wachtregister in te voeren, gewijzigd.
Overeenkomstig deze reglementering dient het adres, dat door de asielzoekers opgegeven wordt bij
de Dienst Vreemdelingenzaken, het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen,
de directeurs van de opvangcentra voor vluchtelingen en de Raad van State, opgenomen te worden in
het wachtregister.
De voornoemde overheden, namelijk :
de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ),
het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS),
de Raad van State (RVS),
de directeurs van de opvangcentra voor vluchtelingen,
mogen het IT 214 invoeren en bijwerken.
De toegang tot het IT 214 wordt beperkt tot de volgende instanties of overheden :
de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ),
het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS),
Fedasil
de Raad van State (RVS),
de directeurs van de opvangcentra voor vluchtelingen,
de gemeenten.
Voorziene operatiecodes :
-
10 : invoering en bijwerking
13 : annulatie.
Er wordt een historiek bijgehouden.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
538.
Structuur
Operatiecode 10 : invoeren of bijwerken.
OC
1 0
IT
2
1
4
CODE
N
D
0
INFORMATIEDATUM
D D M M J J
POSTCODE
N N N N
J
STRAATCODE
N
N
N
N
J
HUISNR.
N N N
N
index appartement
X
X
X
X
-
C=
code van het organisme dat de informatie invoert of bijwerkt :
1 = Dienst Vreemdelingenzaken – DVZ
2 = Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen – CGVS
3 = Raad van State – RVS
6 = directeurs van de opvangcentra voor vluchtelingen
8 = FEDASIL
-
postcode/straatcode/huisnummer/index appartement : zelfde structuur als bij het informatietype
020 (adres). De laatste rubriek, nl. de appartementsindex, is facultatief.
Operatiecode 13 : annulatie
OC
1 3
539.
Reserve
Gecoördineerde versie
01.10.2014
IT
2
1
4
D
0
INFORMATIEDATUM
D D M M J J
J
J
HOOFDSTUK 55
I.T. 180 – BESTAAN VAN HET IDENTITEITS- EN
HANDTEKENINGSCERTIFICAAT
540. Algemeenheden
Met toepassing van de wet van 25 maart 2003 (B.S. van 28 maart 2003, Ed. 4) worden de gegevens
die worden opgeslagen en bewaard in het Rijksregister van de natuurlijke personen aangevuld met
het identiteits- en handtekeningscertificaat dat voorkomt op de elektronische identiteitskaart.
De nummers van deze twee certificaten en het nummer van de elektronische identiteitskaart worden opgenomen in het informatietype 180.
Vanaf 16 januari 2007 zal nog enkel het nummer van de elektronische identiteitskaart en de eventuele aanwezigheid van de certificaten in het IT180 worden opgenomen.
Het elektronisch identiteitsdocument voor de Belgische kinderen jonger dan 12 jaar bevat alleen
het identiteitscertificaat (koninklijk besluit van 18 oktober 2006 – B.S. van 31 oktober 2006, Ed. 2).
Dit certificaat kan geactiveerd worden vanaf de leeftijd van 6 jaar. De eventuele aanwezigheid van
het identiteitscertificaat wordt eveneens opgenomen in het IT180.
De invoering van de informatie in het IT180 gebeurt automatisch bij het afleveren van de identiteitskaart. De annulatie gebeurt eveneens automatisch bij revocatie van de kaart.
OPMERKING:
Het is absoluut noodzakelijk om, zoals het de regel is voor elke bijwerking van een informatiegegeven in het Rijksregister, na te gaan of, na de activering van de kaart, de automatische registratie van de bovengenoemde informatiegegevens wel degelijk heeft plaatsgevonden. Het
kan immers gebeuren dat, als gevolg van een technisch probleem, de autogeneratie van de informatietypes 180 en 195 niet werd uitgevoerd.
In dat geval moeten ze afzonderlijk in het rijksregisterdossier worden ingegeven, met inachtneming van de structuren die in deze onderrichtingen worden beschreven.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
541.
a) Structuur met informatiedatum vóór 16 januari 2007.
O.C.
1
8
I.T.
0
D.
D
D
M
DATUM
M J J
J
KAARTNUMMER
J
CERT. 1
CERT. 2
b) Structuur met informatiedatum vanaf 16 januari 2007.
O.C.
1
8
I.T.
0
D.
D
D
M
DATUM
M J J
KAARTNUMMER
542.
J
J
CERT. 1
0 of 1
CERT. 2
0 of 1
Samenstelling.
-
Operatiecode (O.C.)
:
10, 12 en 13
-
Dienstcode (D.)
:
0
-
Informatiedatum
:
de datum waarop de certificaten geactiveerd werden;
-
Kaartnummer
:
het nummer van de elektronische identiteitskaart in 12
cijfers; het nummer begint met 590, gevolgd door een
volgnummer in 7 cijfers, en het controlegetal van 2 cijfers;
het nummer van het elektronisch identiteitsdocument
voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar begint met 610;
-
Certificaat 1 en 2
(Structuur a)
-
Certificaat 1 en 2
(Structuur b)
:
het nummer van het certificaat in 39 cijfers;
: de eventuele aanwezigheid van de certificaten
wordt als volgt weergegeven:
0 = geen certificaat
1 = certificaat.
Controles.
Naast de standaardcontroles worden volgende specifieke controles uitgevoerd:
 Het kaartnummer en de twee certificaten mogen enkel numerieke tekens bevatten;
 Er moeten steeds 2 certificaten ingevuld worden.
Er is geen controle op het overeenstemmende kaartnummer in het IT195 van het dossier.
Er moet in ieder geval over gewaakt worden dat er overeenstemming blijft bestaan tussen de informatie omtrent de verschillende kaarten in de beide informatietypes.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
543.
Afdruk.
1. Bij ondervragingen 61, 64, 65, 66 en 67, en bij bijwerking 99 :
Nederlands:
180 (CER) dd.mm.eejj
I.K. : xxx-xxxxxxx-xx
Nr.Certif. 1 xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Nr.Certif. 2 xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Frans:
180 (CER) dd.mm.eejj
C.I. : xxx-xxxxxxx-xx
No.Certif. 1 xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
No.Certif. 2 xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Duits:
180 (ZER) dd.mm.eejj
Bear. : xxx-xxxxxxx-xx
Zertif.nr. 1 xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Zertif.nr. 2 xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
2. Dossier met historiek (ondervragingen 75, 76, 78 en 79) :
Nederlands:
180 dd.mm.eejj
I.K. : xxx-xxxxxxx-xx
Nr. Certif. 1 xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Nr. Certif. 2 xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
(Gesupprimeerd op ddmmjjjj)
Frans:
180 dd.mm.eejj
C.I. : xxx-xxxxxxx-xx
No. Certif. 1 xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
No. Certif. 2 xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
(Supprimé le jjmmaaaa)
Duits:
180 dd.mm.eejj
Bear. : xxx-xxxxxxx-xx
Zertif.nr. 1 xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Zertif.nr. 2 xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
(Aufgehoben am ttmmjjjj)
Opmerking : de 4de lijn wordt alleen weergegeven als het IT180 geannuleerd is.
3.
Vanaf 16 januari 2007 vermeldt het IT180 in beide afdrukken nog slechts het kaartnummer en
de aanduiding 0 of 1 (zonder tekst).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 56
I.T. 153 – WIJZE VAN LIJKBEZORGING EN RITUELEN
545.
TOEPASSING VOOR DE GEMEENTEN VAN HET VLAAMSE GEWEST
Algemeenheden
Krachtens artikel 15bis, § 2, eerste lid van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de
lijkbezorging, ingevoegd door de wet van 28 december 1989 (Belgisch Staatsblad van 12 januari
1990), kan elkeen tijdens zijn leven een vrijwillige schriftelijke kennisgeving van zijn laatste wilsbeschikking inzake de wijze van lijkbezorging richten tot de ambtenaar van de burgerlijke stand van
zijn gemeente.
Sedert 1 januari 2002 werd de materie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging overgeheveld naar de Gewesten.
Met toepassing van het koninklijk besluit van 19 april 2006 (B.S. 5 mei 2006, Ed. 2) moeten deze
verklaringen eveneens worden opgenomen in de bevolkingsregisters en in het vreemdelingenregister.
Het Vlaamse Gewest heeft van zijn bevoegdheid gebruik gemaakt door de bekendmaking van een
decreet van 16 januari 2004, gewijzigd op 10 november 2005, op de begraafplaatsen en de lijkbezorging.
Dit decreet behoudt voor iedereen de mogelijkheid om zijn wijze van teraardebestelling en van uitstrooiing van de as te kiezen, maar het maakt het eveneens mogelijk om bij de kennisgeving van
zijn laatste wilsbeschikking te kiezen voor het ritueel van de levensbeschouwing voor de uitvaartplechtigheid.
Het Besluit van 24 februari 2006 van de Vlaamse Regering (B.S. 18 april 2006) regelt de vaststelling van de wijzen van lijkbezorging, de asbestemming en de rituelen van de levensbeschouwing
voor de uitvaartplechtigheid die kunnen opgenomen worden in de schriftelijke kennisgeving van de
laatste wilsbeschikking.
Met toepassing van het decreet van 9 december 2011 (B.S. van 10 januari 2012) van de Vlaamse
Gemeenschap, houdende wijziging van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en
de lijkbezorging, wat de wens inzake de laatste rustplaats betreft, kan naast de begraafwijze en het
ritueel van de levensbeschouwing voor de uitvaartplechtigheid ook de gemeente waar men begraven wil worden of de gemeente waar de as begraven, bijgezet of uitgestrooid moet worden, aangeduid worden.
Met toepassing van het decreet van 22 februari 2013 (B.S. van 15 maart 2013, Ed. 2) van de
Vlaamse Gemeenschap, houdende wijziging van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, kan de burger eveneens het bestaan van een uitvaartcontract in de
wilsbeschikking laten registreren.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
546.
Samenstelling van de informatie.
De verklaringen inzake de keuze van de wijze van lijkbezorging en de rituelen van de levensbeschouwing voor de uitvaartplechtigheid worden in het Rijksregister van de natuurlijke personen opgenomen met de datum van de bedoelde verklaring.
a)
Structuur 1: zonder wettelijke vertegenwoordiger.
De eerste structuur van de informatie bevat:

de informatiedatum : de datum waarop de verklaring wordt ingediend bij de ambtenaar van de
burgerlijke stand;

de code die de wijze van lijkbezorging weergeeft (WL):








code 01 : begraving van het stoffelijk overschot.
code 03 : crematie gevolgd door begraving van de as binnen de omheining van de begraafplaats.
code 04 : crematie gevolgd door bijzetting van de as in het columbarium van de begraafplaats.
code 05 : crematie gevolgd door verstrooiing van de as in de strooiweide van de begraafplaats.
code 06 : crematie gevolgd door verstrooiing van de as in de Belgische territoriale zee.
code 07 : crematie gevolgd door uitstrooiing van de as op een andere plaats dan de begraafplaats
of in de Belgische territoriale Zee.
code 08 : crematie gevolgd door begraving van de as op een andere plaats dan de begraafplaats.
code 09 : crematie gevolg door bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats.
Opmerking : deze codes stemmen overeen met de codes uit het IT 152.
de code die het ritueel van de uitvaartplechtigheid weergeeft (CR):

 code 01: een uitvaartplechtigheid volgens de Katholieke Godsdienst;
 code 02: een uitvaartplechtigheid volgens de Protestantse Godsdienst;
 code 03: een uitvaartplechtigheid volgens de Anglicaanse Godsdienst;
 code 04: een uitvaartplechtigheid volgens de Orthodoxe Godsdienst;
 code 05: een uitvaartplechtigheid volgens de Joodse Godsdienst;
 code 06: een uitvaartplechtigheid volgens de Islamitische Godsdienst;
 code 07: een uitvaartplechtigheid volgens de Vrijzinnige levensovertuiging;
 code 08: een uitvaartplechtigheid volgens Neutraal Filosofische overtuiging.

de NIS-code van de gemeente waar de verklaring werd ingediend bij de ambtenaar van de burgerlijke stand.

de datum van de verklaring: datum waarop de verklaring door de declarant werd opgemaakt.

NIS Begraving: de NIS-code van de gemeente of de deelgemeente (= NIS-code van de afgeschafte gemeente, voor de fusie) waar men begraven wil worden, of de gemeente/deelgemeente waar
de as begraven, bijgezet of uitgestrooid moet worden.
Opmerking: Indien er geen aanduiding wordt gegeven van de gemeente/deelgemeente van begraving moet de zone aangevuld worden met nullen.
Voorbeeld: 10=153=0=15022012=01=01=23002=14022012=*=00000

Het bestaan van een uitvaartcontract (UVC):
 Code 00 = geen uitvaartcontract;
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Code 01 = uitvaartcontract.


Naam van de firma waarmee het contract werd afgesloten: het inschrijvingsnummer van de contracterende onderneming in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) in tien posities.

De datum waarop het contract werd afgesloten.

Contractnummer: referenties van het contract (alfanumerieke zone van 30 tekens).
OPMERKING: In geval van het ontbreken van een uitvaartcontract moet er voor het nummer KBO tien nullen
ingevoerd worden, de datum van het contract wordt ingevoerd als acht nullen, en voor het contractnummer
moeten minstens drie nullen worden ingevoerd.
Structuur: (verplicht te gebruiken vanaf 20 mei 2013).
De informatiedatum moet gelijk zijn aan, of recenter zijn dan 25 maart 2013.
OC
1
IT
0
1
WL
N
5
CR
N
N
D
3
0
UVC
N
N
Informatiedatum
D
D
M
NIS-code
N
N
N
N
M
E
E
J
J
Datum opmaak van de verklaring
N
N
D
D
M
M
E
E
J
J
NIS-code Begraving
*
N
N
N
N
N
*
*
Nummer KBO
N
N
N
N
N
N
N
Datum van het contract
N
N
N
D
D
Toegelaten operatiecodes :
10 en 13
Dienstcode
0
:
M
M
E
E
J
Contractnummer (max 30 tekens)
J
X
X
X
X
X
X
Opmerkingen:
1. Voor het invoeren van de codes van de wijze van lijkbezorging en de rituelen bestaan er drie
mogelijkheden:



de declarant kiest enkel voor een wijze van lijkbezorging;
de declarant kiest enkel voor het ritueel van een uitvaartplechtigheid;
de declarant kiest voor een combinatie van beide.
De voorziene vakken voor de codering moeten in elk geval ingevuld worden; indien slechts één
keuze wordt gemaakt, moet het andere vak de code “00” bevatten.
2. Er wordt geen historiek bijgehouden van de informatie.
3. In geval van wijziging van de verklaring wordt alleen de informatie van de recentste verklaring
Gecoördineerde versie
01.10.2014
opgenomen. In de gevallen van herroeping van de verklaring zonder een nieuwe beschikking,
van afvoering van ambtswege uit de bevolkingsregisters, of van afschrijving naar het buitenland wordt geen enkele informatie bewaard.
b)
Structuur 2: met wettelijke vertegenwoordiger.
De tweede structuur voorziet in het registreren van het IT 153 voor de personen jonger dan 16 jaar;
zij bevat de volgende gegevens:

alle informatie die wordt opgenomen in structuur 1;

het identificatienummer van de wettelijke vertegenwoordiger;

de naam en de eerste voornaam van deze wettelijke vertegenwoordiger (voluit geschreven).
Deze structuur moet ook gebruikt worden om de laatste wilsbeschikking te kunnen opnemen in het
dossier van een persoon die onder het statuut van verlengde minderjarigheid werd geplaatst, indien de verklaring wordt afgelegd door de wettelijke vertegenwoordiger.
Concreet betekent dit dat het dossier een IT 111 (statuut van de persoon die wordt
vertegenwoordigd of bijgestaan) moet bevatten met een code 61 (geplaatst onder statuut van
verlengde minderjarigheid).
Structuur:
OC
1
IT
0
1
WL
N
5
CR
N
N
D
3
0
UVC
N
N
Informatiedatum
D
D
M
NIS-code
N
N
N
N
M
E
E
J
J
Datum opmaak van de verklaring
N
N
D
D
M
M
E
E
J
J
NIS-code Begraving
*
N
N
N
N
N
*
*
Nummer KBO
N
N
N
N
Datum van het contract
N
N
N
N
N
N
D
D
M
M
Identificatienummer wettelijke vertegenwoordiger
*
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
E
E
J
J
Contractnummer (max 30 tekens)
X
X
X
X
X
X
Grafiek (max 60 tekens)
X
X
X
X
X
X
Er wordt gecontroleerd of de wettelijke vertegenwoordiger opgenomen is in het Rijksregister en of deze
ouder is dan 18 jaar. In speciale gevallen, waar de wettelijke vertegenwoordiger jonger zou zijn dan 18
jaar, dient het dossier voorgelegd te worden aan de centrale diensten van het Rijksregister te Brussel.
Er wordt geen historiek bijgehouden van de afgelegde verklaringen.
De toegelaten dienst- en operatiecodes voor de tweede structuur zijn dezelfde als voor de eerste
structuur.
c)
Structuren voor begraving in het buitenland
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Nieuwe structuur bijwerking voor de gemeenten van het Vlaamse Gewest – mogelijkheid tot registreren van een buitenlandse gemeente als plaats van begraving.
De informatie wordt ingevoerd door vermelding van de gemeente in het buitenland en de landencode,
met uitzondering van een code 150 (België).
Zonder wettelijke vertegenwoordiger
OC 1 0 IT 5 1
D
0
3
D
D
Informatiedatum M E M
E
J
J
WL CR UVC NIS‐code
Datum opmaak van de verklaring
N N N N N N N N
N
N
N
D
D
M
M E E J
Plaats van begraving voluit (max. 60 tekens) met landencode tussen haakjes
* * (
Nummer KBO N N N N N N N N N N
X
X
X
)
Datum van het contract
D D M M E E J J
J
* * Contractnummer (max 30 tekens)
X X X X X X
Met wettelijke vertegenwoordiger
OC 1 IT 0 1 D
5 3 Informatiedatum 0
D
D
M
M
E E J
J
WL N N N UVC N N NIS‐code
N N N
N
Datum opmaak van de verklaring
N
N
D
D
( X M Datum van het contract
N N N N N N N N N N
D
D
M
Identificatienummer wettelijke vertegenwoordiger
* N N N N N N N N
N
N
N
M
E
E
X X Nummer KBO M
Plaats van begraving voluit (max. 60 tekens) met landencode tussen haakjes
* * d)
CR J
) E E J
J
* * Contractnummer (max 30 tekens)
J
X
X X X
X
X
Grafiek (max 60 tekens) X
X
X
X
X X Structuren met informatiedatum 20.01.2012 - 24 maart 2013
De oude structuren blijven van toepassing voor het bijwerken van eventuele historiek in het IT15.
Deze bijwerkingen kunnen enkel uitgevoerd worden door de diensten van het Rijksregister voor een
gemeente uit het Vlaamse Gewest.

Structuur zonder wettelijke vertegenwoordiger:
OC
Gecoördineerde versie
01.10.2014
IT
D
Informatiedatum
1
WL
N
5
3
CR
N
N
N
0
D
NIS-code
N
N
N
N
D
N
M
D
M
J
J
J
Datum opmaak van de verklaring
D
M
M
J
J
J
J
J
NIS Begraving
*
N

N
N
N
N
Structuur met wettelijke vertegenwoordiger:
OC
IT
5
1
WL
N
N
N
NIS Begraving
N N N N
*
D
N
M
D
Informatiedatum
M
J
J
J
Datum opmaak van de verklaring
D
M
M
J
J
J
J
J
N
N
N
N
N
N
N
Grafiek (max. 60 tekens)
X
X
X
X
X
X
Structuren met informatiedatum vóór 20.01.2012

Structuur zonder wettelijke vertegenwoordiger:
OC
IT
5
1
WL
N

N
N
D
0
3
CR
N
D
NIS-code
N
N
N
N
D
N
D
M
Informatiedatum
M
J
J
J
Datum opmaak van de verklaring
D
M
M
J
J
J
J
J
Structuur met wettelijke vertegenwoordiger:
OC
IT
5
1
WL
N
N
N
Operatiecodes :
Dienstcode
:
D
NIS-code
N
N
N
N
N
D
0
3
CR
N
Identificatienummer
N N N N N
547.
D
NIS-code
N
N
N
N
Identificatienummer
N
N
N
N
N
*
e)
CR
N
D
0
3
N
N
N
N
D
N
N
D
M
Informatiedatum
M
J
J
J
Datum opmaak van de verklaring
D
M
M
J
J
J
Grafiek (max. 60 tekens)
X X X
X X
J
J
X
10 en 13
0
TOEPASSING VOOR DE GEMEENTEN VAN HET BRUSSELSE EN HET WAALSE
GEWEST.
Met toepassing van de ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 november
Gecoördineerde versie
01.10.2014
2007 tot vaststelling van de wijzen van lijkbezorging, de asbestemming en de rituelen van de levensbeschouwing voor de uitvaartplechtigheid die kunnen opgenomen worden in de laatste wilsbeschikking, werd het invoeren van het IT 153 met betrekking tot de wijze van lijkbezorging en rituelen ook van toepassing voor de 19 gemeenten van het Brussels Gewest. De aanpassing van de
programma’s van het Rijksregister werd operationeel op 5 februari 2008.
De ordonnantie van 24 februari 2011 (B.S. van 3 maart 2011) tot wijziging van de ordonnantie van
29 november 2007 tot vaststelling van de wijzen van lijkbezorging, de asbestemming en de rituelen
van de levensbeschouwing voor de uitvaartplechtigheid die kunnen opgenomen worden in de laatste wilsbeschikking, voorziet voor de inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vanaf 3
maart 2011 ook in het opnemen in de bevolkingsregisters van het eventueel aangegane uitvaartcontract.
Deze informatie zal in het IT153 kunnen bijgewerkt worden met de structuren die tot nu enkel voorzien waren voor de gemeenten van het Waalse Gewest.
Bij besluit van 29 oktober 2009 van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 6 maart
2009 tot wijziging van hoofdstuk II van titel III van boek II van deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie (B.S. van 24 november 2009), werd een regeling uitgewerkt voor de inwoners van het Waalse Gewest.
Naast de vastlegging van de lijkbezorging, van de bestemming van de as na de crematie, en van
het al dan niet confessionele ceremonieel voor de bijzetting voorziet de regeling ook in het opnemen in de bevolkingsregisters van het eventueel aangegane uitvaartcontract, evenals het nummer
van het contract, de datum van de ondertekening van het contract, de naam van de firma waarmee
het contract werd gesloten en de referenties van het contract .
Ten einde deze bijkomende informatie te kunnen opnemen, werden twee nieuwe structuren gecreeerd die enkel door de gemeenten van het Waalse Gewest zullen kunnen gebruikt worden.
De ordonnantie van 24 februari 2011 (B.S. van 3 maart 2011) tot wijziging van de ordonnantie van
29 november 2007 tot vaststelling van de wijzen van lijkbezorging, de asbestemming en de rituelen
van de levensbeschouwing voor de uitvaartplechtigheid die kunnen opgenomen worden in de
laatste wilsbeschikking, voorziet voor de inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vanaf 3
maart 2011 ook in het opnemen in de bevolkingsregisters van het eventueel aangegane
uitvaartcontract.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
a) Samenstelling van de informatie.
Naast de gegevens vermeld onder nr. 546 worden eveneens opgenomen:

Het bestaan van een uitvaartcontract (UVC):

Code 00 = geen uitvaartcontract;

Code 01 = uitvaartcontract.

Naam van de firma waarmee het contract werd afgesloten: het inschrijvingsnummer van de contracterende onderneming in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) in tien posities.

De datum waarop het contract werd afgesloten.

Contractnummer: referenties van het contract (alfanumerieke zone van 30 tekens).
OPMERKING: In geval van het ontbreken van een uitvaartcontract voor de gemeenten uit het
Waalse Gewest, moet er voor het nummer KBO tien nullen ingevoerd worden, de
datum van het contract wordt ingevoerd als acht nullen, en voor het contractnummer
moeten minstens drie nullen worden ingevoerd.
b) Structuur 1: zonder wettelijke vertegenwoordiger
OC
1 0
WL
N N
1
IT
5 3
CR
N N
D
0
D
UVC
N N
Nummer KBO
N N N N N
N
D
Informatiedatum
M M E E J
J
N
NIS-code
N N N
N
Datum opmaak van de verklaring
D D M M E E J J
N
N
D
Datum van het contract
D M M E E J J
N
N
Contractnummer (max 30 tekens)
X X X
X X X
c) Structuur 2: met wettelijke vertegenwoordiger
OC
1 0
IT
1 5
WL
N N
CR
N N
3
UVC
N N
Nummer KBO
N N N N N
*
D
0
N
D
Informatiedatum
D M M E E
N
NIS-code
N N N N
Datum opmaak van de verklaring
D D M M E E J J
N
Datum van het contract
D M M E E J J
N
N
N
D
J
J
Identificatienummer wettelijke vertegenwoordiger
N N N N N N N N N N N
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Contractnummer (max 30 tekens)
X X X
X X X
Grafiek (max 60 tekens)
X X X
X X
X
548.
OPMERKING.
In de veronderstelling dat er zich reeds een IT 152 met een eerder geregistreerde Wilsbeschikking
bevindt in het dossier in het Rijksregister, wordt deze informatie automatisch gesupprimeerd bij het
opnemen van een uitvaartcontract en/of andere wilsbeschikking in het nieuwe IT153.
In de mate dat deze twee informatietypes elkaar aanvullen, komt het de gemeenteambtenaar toe
erover te waken dat de burger het formulier dat hem wordt bezorgd met het oog op het opnemen
van de informatie in het IT 153 behoorlijk invult.
Immers, wanneer het formulier correct wordt ingevuld, kunnen de informatiegegevens die reeds
opgenomen zijn in het IT 152 en die worden vermeld op voormeld formulier, de facto worden
bevestigd of geregistreerd in het IT 153.
Deze werkwijze laat toe om het IT 152 te supprimeren in het dossier van de burger wanneer voor
diezelfde persoon een IT 153 wordt opgenomen; het oude IT 152 wordt uiteraard bewaard in de
historiek van het dossier.
De gemeente zal eveneens zelf een manuele suppressie van het IT 152 kunnen uitvoeren indien
het IT 153 voordien werd ingevoerd.
De aanpassing van de programma’s wordt operationeel op 17 februari 2011.
Vanaf deze datum kan nog enkel het IT 153 ingevoerd worden.
De programma’s worden aangepast om de invoer van het IT 152 onmogelijk te maken vanaf deze
datum.
549.
Reserve.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 57
I.T. 040 – 046 : Identificatiegegevens afkomstig van het
register van afgevoerden van de KSZ
550.
Algemeenheden.
Met toepassing van het koninklijk besluit van 22 januari 2007 (B.S. van 15 februari 2007) tot wijziging van het
koninklijk besluit van 8 januari 2006 tot bepaling van de informatietypes, verbonden met de informatietypes
bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, werden 7 nieuwe informatietypes gecreëerd.
Het gaat om volgende informatietypes (IT):
 IT 040: informatie betreffende het geslacht;
 IT 041: informatie betreffende de naam en de voornamen;
 IT 042: informatie betreffende de hoofdverblijfplaats;
 IT 043: informatie betreffende de nationaliteit;
 IT 044: informatie betreffende de geboorteplaats en –datum;
 IT 045: informatie betreffende de burgerlijke staat;
 IT 046: informatie betreffende het overlijden.
In deze IT’s wordt de informatie opgenomen betreffende de identificatiegegevens van betrokkene, zoals die
voorkomt in het register van afgevoerden, bedoeld in artikel 4 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ).
Het gaat hier om personen die van ambtswege werden afgevoerd, of die werden afgeschreven naar het buitenland zonder dat zij zich lieten inschrijven in de registers van een diplomatieke post.
Zodra het identificatiedossier van een afgevoerde persoon wijzigt in de registers van de KSZ, wordt het dossier
doorgestuurd naar het Rijksregister, en wordt de informatie automatisch opgenomen in het dossier van betrokkene.
Deze informatietypes moeten de gemeente toelaten om een controle uit te oefenen op de informatie die met
betrekking tot deze gegevens aanwezig is in het Rijksregister.
De verplichting voor de gemeente om een controle uit te oefenen werd uitdrukkelijk opgenomen in hogergenoemd koninklijk besluit van 22 januari 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de toegang door sommige openbare overheden tot het Rijksregister van de natuurlijke personen en
betreffende het bijhouden en de controle van de informaties.
Voor sommige gegevens zullen de gemeenten de officiële documenten ontvangen, maar voor andere gegevens zullen zij zelf de nodige controles moeten uitvoeren, bijvoorbeeld voor een vaststelling van de hoofdverblijfplaats.
De controle van de doorgestuurde gegevens kan leiden tot een bijwerking van het eigen bevolkingsregister.
De bijwerking van de IT’s 040-046 is beperkt tot het al dan niet akkoord gaan met de doorgestuurd informatie.
Bij akkoord moet uiteraard het overeenkomstige informatietype uit het Rijksregister worden aangepast.
De opname van verschillende gegevens kan niet van permanente aard zijn, want dat zou alleen maar tot
verwarring leiden. Daarom wordt de informatie van de KSZ uitgewist in het Rijksregister, hetzij na validatie
door de gemeente en in voorkomend geval na aanpassing van het Rijksregister, hetzij – bij gebrek aan validatie – automatisch na drie maanden door de diensten van het Rijksregister.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
551.
Procedure van verzending naar de gemeente.
Voor alle personen die van ambtswege werden afgevoerd of die werden afgeschreven naar het buitenland
zonder zich te hebben laten inschrijven in de registers van een diplomatieke post worden de identificatiegegevens, die zijn opgenomen in de bestanden van de KSZ, meegedeeld aan het Rijksregister.
De bedoelde informatiegegevens worden op automatische wijze overgeschreven in het Rijksregisterdossier.
Deze invoer van gegevens heeft enkel plaats als het adres, opgenomen in het IT 042, dat van een Belgische
gemeente is.
De stukken waarover de KSZ beschikt als bewijs van deze informatie zullen onder gescande vorm door de
diensten van het Rijksregister, via e-mail, bezorgd worden aan de gemeente die is opgenomen in het IT 042,
en, in voorkomend geval, aan de laatste gemeente van verblijf.
De mededeling van de invoer van de informatietypes 040-046 geschiedt als volgt:
Het dossier van de natuurlijke persoon bevat een
IT 001 =
99991 (afvoering van ambtswege);
00992 (afschrijving naar het buitenland);
00xxx (landencode) en geen IT 022.
1. Uitvoering van de bijwerking.
2. Informatie naar de gemeente in het IT 042:
a. Vrij bericht als de gemeente werkt met computerverbinding (RESTART);
b. Indien niet: via publilink;
c. Andere: R-kaart.
3. Betrokkene was voordien ingeschreven in een Belgische gemeente
(minstens 1 IT001 in België):
a. Vrij bericht als de gemeente werkt met computerverbinding (RESTART);
b. Indien niet: via publilink;
c. Andere: R-kaart.
Opmerkingen:

Het binair dossier kan enkel gestuurd worden naar de gemeente die opgenomen is in het IT 042, naar de
laatste Belgische gemeente van verblijf, en eventueel naar de FOD Buitenlandse Zaken (zie punt 2.4. hierboven).

De informatietypes 040 – 046 worden enkel weergegeven in de ondervragingscodes van het type 61 (= 61,
64, 65, 66, 67) en van het type 79 (= 75, 76, 78, 79).

Alleen de gemeente die is opgenomen in het IT 042, de laatste gemeente van verblijf, FOD Buitenlandse
Zaken, en de diensten van het Rijksregister kunnen ondervragingen van de voornoemde types 61 of 79
uitvoeren.
 Bij een nieuwe inschrijving in een Belgische gemeente worden de informatietypes 040046 niet automatisch verwijderd uit het dossier. Dit gebeurt enkel wanneer de gemeente een annulatie van
de betrokken informatietypes (OC 13) uitvoert.
 Wanneer het geslacht, zoals het werd opgenomen in het bestaande dossier in het
Rijksregister, inderdaad foutief blijkt te zijn, moet de gemeente de annulatie van het dossier vragen aan de
centrale diensten van het Rijksregister.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
552.
IT040: Geslacht – Afgevoerde KSZ.
a. Samenstelling.
De informatie die wordt opgenomen in het IT 040 omvat volgende gegevens:

Datum :

Datum opladen :

Datum antwoord gemeente :

Code :

Geslacht:
de informatiedatum die is opgenomen in het register
van de KSZ;
de datum van het automatisch opladen van de
informatie in het Rijksregister;
datum van het antwoord dat door de gemeente wordt
ingevoerd;
code die door de gemeente als antwoord wordt
gegeven;
00 = onbepaald
01 = man
02 = vrouw
b. Structuren.
1) Bijwerking van de informatie
Een aantal van de bovenvermelde gegevens wordt automatisch ingevoerd. De structuur van de bijwerking is
beperkt tot het al dan niet akkoord gaan met de informatie afkomstig van het register van afgevoerden van de
KSZ, en de overeenstemmende datum van deze informatie.
OC
1 5






IT
0
4
0
D
0
DATUM 1
D D M
Operatiecode (OC)
Informatietype (IT)
Dienstcode (D)
Datum 1
Datum 2
Code
:
:
:
:
:
:
M
J
J
J
J
DATUM 2
D D M
CODE
M
J
J
J
J
15 ;
040 ;
0;
de overeenstemmende informatiedatum uit het IT ;
de datum waarop de gemeente het antwoord invoert ;
01 = akkoord (OK)
04 = niet akkoord (NOK).
2) Annulatie van de informatie
Wanneer de gemeente, na controle van de ingevoerde gegevens, akkoord gaat met deze informatie, en de
bijwerking van het Rijksregister heeft uitgevoerd, mag zij de informatie afkomstig van de KSZ verwijderen.
OC
1 3




IT
0
4
0
D
0
Operatiecode (OC)
Informatietype (IT)
Dienstcode (D)
Datum
Gecoördineerde versie
01.10.2014
DATUM
D D M
:
:
:
:
M
J
J
J
J
13 ;
040 ;
0;
de overeenstemmende informatiedatum van de te verwijderen
gegevens uit het IT.
553.
IT041: Naam – Afgevoerde KSZ.
a. Samenstelling.
De informatie die wordt opgenomen in het IT 041 omvat volgende gegevens:

Datum :

Datum opladen :

Datum antwoord gemeente :

Code :

Naam:
de informatiedatum die is opgenomen in het register
van de KSZ;
de datum van het automatisch opladen van de
informatie in het Rijksregister;
datum van het antwoord dat door de gemeente wordt
ingevoerd;
code die door de gemeente als antwoord wordt
gegeven;
grafiek van maximum 75 tekens
b. Structuren.
1) Bijwerking van de informatie
Een aantal van de bovenvermelde gegevens wordt automatisch ingevoerd. De structuur van de bijwerking is
beperkt tot het al dan niet akkoord gaan met de informatie afkomstig van het register van afgevoerden van de
KSZ, en de overeenstemmende datum van deze informatie.
OC
1 5






IT
0
4
1
D
0
DATUM 1
D D M
Operatiecode (OC)
Informatietype (IT)
Dienstcode (D)
Datum 1
Datum 2
Code
:
:
:
:
:
:
M
J
J
J
J
DATUM 2
D D M
CODE
M
J
J
J
J
15 ;
041 ;
0;
de overeenstemmende informatiedatum uit het IT ;
de datum waarop de gemeente het antwoord invoert ;
01 = akkoord (OK)
04 = niet akkoord (NOK).
2) Annulatie van de informatie
Wanneer de gemeente, na controle van de ingevoerde gegevens, akkoord gaat met deze informatie, en de
bijwerking van het Rijksregister heeft uitgevoerd, mag zij de informatie afkomstig van de KSZ verwijderen.
OC
1 3




IT
0
4
1
D
0
Operatiecode (OC)
Informatietype (IT)
Dienstcode (D)
Datum
Gecoördineerde versie
01.10.2014
DATUM
D D M
:
:
:
:
M
J
J
J
J
13 ;
041 ;
0;
de overeenstemmende informatiedatum van de te verwijderen
gegevens uit het IT.
554.
IT042: Adres – Afgevoerde KSZ.
a. Samenstelling.
De informatie die wordt opgenomen in het IT 042 omvat volgende gegevens:

Datum
:

Datum opladen :

Datum antwoord gemeente :

Code :





NIS-code:
Postcode:
Huisnummer:
Index:
Straat:
de informatiedatum die is opgenomen in het register
van de KSZ;
de datum van het automatisch opladen van de
informatie in het Rijksregister;
datum van het antwoord dat door de gemeente wordt
ingevoerd;
code die door de gemeente als antwoord wordt
gegeven;
b. Structuren.
1) Bijwerking van de informatie
Een aantal van de bovenvermelde gegevens wordt automatisch ingevoerd. De structuur van de bijwerking is
beperkt tot het al dan niet akkoord gaan met de informatie afkomstig van het register van afgevoerden van de
KSZ, en de overeenstemmende datum van deze informatie.
OC
1 5






IT
0
4
2
D
0
DATUM 1
D D M
Operatiecode (OC)
Informatietype (IT)
Dienstcode (D)
Datum 1
Datum 2
Code
:
:
:
:
:
:
M
J
J
J
J
DATUM 2
D D M
CODE
M
J
J
J
J
15 ;
042 ;
0;
de overeenstemmende informatiedatum uit het IT ;
de datum waarop de gemeente het antwoord invoert ;
01 = akkoord (OK)
04 = niet akkoord (NOK).
2) Annulatie van de informatie
Wanneer de gemeente, na controle van de ingevoerde gegevens, akkoord gaat met deze informatie, en de
bijwerking van het Rijksregister heeft uitgevoerd, mag zij de informatie afkomstig van de KSZ verwijderen.
OC
1 3




IT
0
4
2
D
0
Operatiecode (OC)
Informatietype (IT)
Dienstcode (D)
Datum
Gecoördineerde versie
01.10.2014
DATUM
D D M
:
:
:
:
M
J
J
J
J
13 ;
042 ;
0;
de informatiedatum van de te verwijderen gegevens.
555.
IT043: Nationaliteit – Afgevoerde KSZ.
a. Samenstelling.
De informatie die wordt opgenomen in het IT 043 omvat volgende gegevens:

Datum :

Datum opladen :

Datum antwoord gemeente :

Code :

Nationaliteit:
de informatiedatum die is opgenomen in het register
van de KSZ;
de datum van het automatisch opladen van de
informatie in het Rijksregister;
datum van het antwoord dat door de gemeente wordt
ingevoerd;
code die door de gemeente als antwoord wordt
gegeven;
landencode in 3 posities
b. Structuren.
1) Bijwerking van de informatie
Een aantal van de bovenvermelde gegevens wordt automatisch ingevoerd. De structuur van de bijwerking is
beperkt tot het al dan niet akkoord gaan met de informatie afkomstig van het register van afgevoerden van de
KSZ, en de overeenstemmende datum van deze informatie.
OC
1 5






IT
0
4
3
D
0
DATUM 1
D D M
Operatiecode (OC)
Informatietype (IT)
Dienstcode (D)
Datum 1
Datum 2
Code
:
:
:
:
:
:
M
J
J
J
J
DATUM 2
D D M
CODE
M
J
J
J
J
15 ;
043 ;
0;
de overeenstemmende informatiedatum uit het IT ;
de datum waarop de gemeente het antwoord invoert ;
01 = akkoord (OK)
04 = niet akkoord (NOK).
2) Annulatie van de informatie
Wanneer de gemeente, na controle van de ingevoerde gegevens, akkoord gaat met deze informatie, en de
bijwerking van het Rijksregister heeft uitgevoerd, mag zij de informatie afkomstig van de KSZ verwijderen.
OC
1 3




IT
0
4
3
D
0
Operatiecode (OC)
Informatietype (IT)
Dienstcode (D)
Datum
Gecoördineerde versie
01.10.2014
DATUM
D D M
:
:
:
:
M
J
J
J
J
13 ;
043 ;
0;
de overeenstemmende informatiedatum van de te verwijderen
gegevens uit het IT.
556.
IT044: Geboorte – Afgevoerde KSZ.
a. Samenstelling.
De informatie die wordt opgenomen in het IT 044 omvat volgende gegevens:

Datum :

Datum opladen :

Datum antwoord gemeente :

Code :


NIS-code:
Geboorteplaats :
de informatiedatum die is opgenomen in het register
van de KSZ;
de datum van het automatisch opladen van de
informatie in het Rijksregister;
datum van het antwoord dat door de gemeente wordt
ingevoerd;
code die door de gemeente als antwoord wordt
gegeven;
NIS-code van een Belgische gemeente;
plaats in het buitenland (facultatief)
b. Structuren.
1) Bijwerking van de informatie
Een aantal van de bovenvermelde gegevens wordt automatisch ingevoerd. De structuur van de bijwerking is
beperkt tot het al dan niet akkoord gaan met de informatie afkomstig van het register van afgevoerden van de
KSZ, en de overeenstemmende datum van deze informatie.
OC
1 5






IT
0
4
4
D
0
DATUM 1
D D M
Operatiecode (OC)
Informatietype (IT)
Dienstcode (D)
Datum 1
Datum 2
Code
:
:
:
:
:
:
M
J
J
J
J
DATUM 2
D D M
CODE
M
J
J
J
J
15 ;
044 ;
0;
de overeenstemmende informatiedatum uit het IT ;
de datum waarop de gemeente het antwoord invoert ;
01 = akkoord (OK)
04 = niet akkoord (NOK).
2) Annulatie van de informatie
Wanneer de gemeente, na controle van de ingevoerde gegevens, akkoord gaat met deze informatie, en de
bijwerking van het Rijksregister heeft uitgevoerd, mag zij de informatie afkomstig van de KSZ verwijderen.
OC
1 3




IT
0
4
4
D
0
Operatiecode (OC)
Informatietype (IT)
Dienstcode (D)
Datum
Gecoördineerde versie
01.10.2014
DATUM
D D M
:
:
:
:
M
J
J
J
J
13 ;
044 ;
0;
de overeenstemmende informatiedatum van de te verwijderen
gegevens uit het IT.
557.
IT045: Burgerlijke staat – Afgevoerde KSZ.
a. Samenstelling.
De informatie die wordt opgenomen in het IT 045 omvat volgende gegevens:

Datum :

Datum opladen :

Datum antwoord gemeente :

Code :

Burgerlijke staat:
de informatiedatum die is opgenomen in het register
van de KSZ;
de datum van het automatisch opladen van de
informatie in het Rijksregister;
datum van het antwoord dat door de gemeente wordt
ingevoerd;
code die door de gemeente als antwoord wordt
gegeven;
code van de burgerlijke staat (cf. IT 120).
b. Structuren.
1) Bijwerking van de informatie
Een aantal van de bovenvermelde gegevens wordt automatisch ingevoerd. De structuur van de bijwerking is
beperkt tot het al dan niet akkoord gaan met de informatie afkomstig van het register van afgevoerden van de
KSZ, en de overeenstemmende datum van deze informatie.
OC
1 5






IT
0
4
5
D
0
DATUM 1
D D M
Operatiecode (OC)
Informatietype (IT)
Dienstcode (D)
Datum 1
Datum 2
Code
:
:
:
:
:
:
M
J
J
J
J
DATUM 2
D D M
CODE
M
J
J
J
J
15 ;
045 ;
0;
de overeenstemmende informatiedatum uit het IT ;
de datum waarop de gemeente het antwoord invoert ;
01 = akkoord (OK)
04 = niet akkoord (NOK).
2) Annulatie van de informatie
Wanneer de gemeente, na controle van de ingevoerde gegevens, akkoord gaat met deze informatie, en de
bijwerking van het Rijksregister heeft uitgevoerd, mag zij de informatie afkomstig van de KSZ verwijderen.
OC
1 3




IT
0
4
5
D
0
Operatiecode (OC)
Informatietype (IT)
Dienstcode (D)
Datum
Gecoördineerde versie
01.10.2014
DATUM
D D M
:
:
:
:
M
J
J
J
J
13 ;
045 ;
0;
de overeenstemmende informatiedatum van de te verwijderen
gegevens uit het IT.
558.
IT046: Overlijden – Afgevoerde KSZ.
a. Samenstelling.
De informatie die wordt opgenomen in het IT 046 omvat volgende gegevens:

Datum :

Datum opladen :

Datum antwoord gemeente :

Code :
de informatiedatum die is opgenomen in het register
van de KSZ;
de datum van het automatisch opladen van de
informatie in het Rijksregister;
datum van het antwoord dat door de gemeente wordt
ingevoerd;
code die door de gemeente als antwoord wordt
gegeven;
b. Structuren.
1) Bijwerking van de informatie
Een aantal van de bovenvermelde gegevens wordt automatisch ingevoerd. De structuur van de bijwerking is
beperkt tot het al dan niet akkoord gaan met de informatie afkomstig van het register van afgevoerden van de
KSZ, en de overeenstemmende datum van deze informatie.
OC
1 5






IT
0
4
6
D
0
DATUM 1
D D M
Operatiecode (OC)
Informatietype (IT)
Dienstcode (D)
Datum 1
Datum 2
Code
:
:
:
:
:
:
M
J
J
J
J
DATUM 2
D D M
CODE
M
J
J
J
J
15 ;
046 ;
0;
de overeenstemmende informatiedatum uit het IT ;
de datum waarop de gemeente het antwoord invoert ;
01 = akkoord (OK)
04 = niet akkoord (NOK).
2) Annulatie van de informatie
Wanneer de gemeente, na controle van de ingevoerde gegevens, akkoord gaat met deze informatie, en de
bijwerking van het Rijksregister heeft uitgevoerd, mag zij de informatie afkomstig van de KSZ verwijderen.
OC
1 3




IT
0
4
6
D
0
Operatiecode (OC)
Informatietype (IT)
Dienstcode (D)
Datum
Gecoördineerde versie
01.10.2014
DATUM
D D M
:
:
:
:
M
J
J
J
J
13 ;
046 ;
0;
de overeenstemmende informatiedatum van de te verwijderen
gegevens uit het IT.
559.
IT 040 – 046 : AFDRUK / IMPRESSION
1) Transactie / Transaction type 61 (= 61, 64, 65, 66, 67)
N
040 (SEX) 10.11.1990 10.05.2006/15.06.2006/04/00/Onbepaald
041 (NM.) 11.11.1990 10.02.2006/15.03.2006/01/Bas.Gilbert Jean
042 (ADR) 13.11.1990 01.05.2006/01.06.2006/01/23077/1600
Sint-Pieters-Leeuw/Dorp, 15
043 (NAT) 12.11.1990 01.02.2006/01.03.2006/02/805/Vluchteling van
Guyanese herkomst
044 (GPL) 11.11.1990 10.02.2006/15.03.2006/03/21015/Schaarbeek/Zwarte Woud
045 (B.S)
11.11.1990 10.02.2006/15.03.2006/06/41/Uit de echt gescheiden
046 (OVL) 10.11.1990 10.05.2006/15.06.2006/09
F
040 (SEX) 10.11.1990 10.05.2006/15.06.2006/04/00/Indéterminé
041 (NOM) 11.11.1990 10.02.2006/15.03.2006/01/Bas.Gilbert Jean
042 (ADR) 13.11.1990 01.05.2006/01.06.2006/01/23077/1600
Sint-Pieters-Leeuw/Dorp, 15
043 (NAT) 12.11.1990 01.02.2006/01.03.2006/02/805/Réfugié d’origine
guyanaise
044 (L.N)
11.11.1990 10.02.2006/15.03.2006/03/21015/Schaerbeek/Zwarte Woud
045 (E.C)
11.11.1990 10.02.2006/15.03.2006/06/41/Divorcé
046 (DEC) 10.11.1990 10.05.2006/15.06.2006/09
D
040 (SEX) 10.11.1990 10.05.2006/15.06.2006/04/00/Unbestimmt
041 (NM.) 11.11.1990 10.02.2006/15.03.2006/01/Bas.Gilbert Jean
042 (ADR) 13.11.1990 01.05.2006/01.06.2006/01/23077/1600
Sint-Pieters-Leeuw/Dorp, 15
043 (NAT) 12.11.1990 01.02.2006/01.03.2006/02/805/Flüchtling von
guyanesischer Herkunft
044 (G.O) 11.11.1990 10.02.2006/15.03.2006/03/21015/Schaarbeek/Zwarte Woud
045 (PST) 11.11.1990 10.02.2006/15.03.2006/06/41/Geschieden
046 (STF) 10.11.1990 10.05.2006/15.06.2006/09
Gecoördineerde versie
01.10.2014
2) Transactie/Transaction type 79 (= 75, 76, 78, 79)
N
040 10.11.1990
040 10.11.1990
040 10.11.1990
041 11.11.1990
Geslacht: 10.05.2006/15.06.2006/04/00/Onbepaald
Geslacht: 10.05.2006/15.06.2006/05/02/V.
Geslacht: 10.05.2006/15.06.2006/01/01/M.
Naam en voornamen : 10.02.2006/15.03.2006/01/Bas.Gilbert
Jean
042
13.11.1990 Adres: 01.05.2006/01.06.2006/01/23077/1600
Sint-Pieters-Leeuw/Dorp, 15
042 12.11.1990 Adres: 01.02.2006/01.03.2006/01/23077/1600
Sint-Pieters-Leeuw/Dorp, 52/A
043 12.11.1990 Nationaliteit: 01.02.2006/01.03.2006/02/805/Vluchteling
van Guyanese herkomst
043 11.11.1990 Nationaliteit: 10.02.2006/15.03.2006/06/129/Nederland
044 11.11.1990 Geboren te:
10.02.2006/15.03.2006/03/21015/Schaarbeek/Zwarte Woud
045 11.11.1990 Burgerlijke staat: 10.02.2006/15.03.2006/06/41/Uit de echt
gescheiden
045 11.11.1990 Burgerlijke staat: 10.02.2006/15.03.2006/07/20/Gehuwd
046 10.11.1990 Overlijden: 10.05.2006/15.06.2006/09
F
040 10.11.1990 Sexe: 10.05.2006/15.06.2006/04/00/Indéterminé
040 10.11.1990 Sexe: 10.05.2006/15.06.2006/05/02/F.
040 10.11.1990 Sexe: 10.05.2006/15.06.2006/01/01/M.
041 11.11.1990 Nom et prénoms : 10.02.2006/15.03.2006/01/Bas.Gilbert Jean
042
13.11.1990 Adresse: 01.05.2006/01.06.2006/01/23077/1600
Sint-Pieters-Leeuw/Dorp, 15
042
12.11.1990 Adresse: 01.02.2006/01.03.2006/01/23077/1600
Sint-Pieters-Leeuw/Dorp, 52/A
043 12.11.1990 Nationalité: 01.02.2006/01.03.2006/02/805/Réfugié
d’origine guyanaise
043 11.11.1990 Nationalité: 10.02.2006/15.03.2006/06/129/Pays-Bas
044 11.11.1990 Né(e) à:
10.02.2006/15.03.2006/03/21015/Schaarbeek/Zwarte Woud
045 11.11.1990 Etat civil: 10.02.2006/15.03.2006/06/41/Divorcé(e)
045 11.11.1990 Etat civil: 10.02.2006/15.03.2006/07/20/Marié(e)
046 10.11.1990 Décès: 10.05.2006/15.06.2006/09
D
040 10.11.1990 Geschleckt: 10.05.2006/15.06.2006/04/00/Unbestimmt
040 10.11.1990 Geschleckt: 10.05.2006/15.06.2006/05/02/F.
040 10.11.1990 Geschleckt: 10.05.2006/15.06.2006/01/01/M.
041
11.11.1990 Name und Vorname(n): 10.02.2006/15.03.2006/01/Bas.Gilbert Jean
042
13.11.1990 Anschrift: 01.05.2006/01.06.2006/01/23077/1600
Sint-Pieters-Leeuw/Dorp, 15
042
12.11.1990 Anschrift: 01.02.2006/01.03.2006/01/23077/1600
Sint-Pieters-Leeuw/Dorp, 52/A
043 12.11.1990 Nationalität: 01.02.2006/01.03.2006/02/805/Flüchtling von
guyanesischer Herkunft
043 11.11.1990 Nationalität: 10.02.2006/15.03.2006/06/129/Niederlande
044 11.11.1990 Geburtsort:
10.02.2006/15.03.2006/03/21015/Schaarbeek/Zwarte Woud
045 11.11.1990 Zivilstand: 10.02.2006/15.03.2006/06/41/Geschieden
045 11.11.1990 Zivilstand: 10.02.2006/15.03.2006/07/20/Verheiratet
046 10.11.1990 Sterbefall: 10.05.2006/15.06.2006/09
Gecoördineerde versie
01.10.2014
560.
Manueel invoeren van de informatiegegevens van IT 040 – 046.
De informatiegegevens, afkomstig uit het register van afgevoerden van de Kruispuntbank van de Sociale
Zekerheid, worden automatisch ingevoerd in de betrokken dossiers in het Rijksregister (BIBO-operatie).
In uitzonderlijke omstandigheden kan het echter nodig zijn dat de gegevens manueel moeten worden ingevoerd.
Deze operaties kunnen enkel worden uitgevoerd door de centrale diensten van het Rijksregister of door de regionale afvaardigingen.
De structuren voor de bijwerking zien er als volgt uit.
1. Bijwerking IT 040 – Geslacht.
OC
1
0
IT
0
4
0
DC Informatiedatum KSZ
0
D
D
M M J
Geslacht
J
J
J
2. Bijwerking IT 041 – Naam.
OC
1
0
IT
0
4
1
DC Informatiedatum KSZ
0
D D M M J
Naam (grafiek max. 75 tekens)
J
J
J
3. Bijwerking IT 042 – Adres.
OC
1
0
IT
0
4
Postcode
2
DC Informatiedatum KSZ
0
D
D
M M J
Huisnummer
J
J
NIS-Code
0
N
N
J
Index (facultatief)
N
N
Straatnaam (max. 75 tekens)
*
*
*
4. Bijwerking IT 043 – Nationaliteit.
OC
1
0
IT
0
4
3
DC Informatiedatum KSZ
0
D
D
M M J
J
J
J
Nationaliteit
0
X
X
X
5. Bijwerking IT 044 – Geboorte.
OC
1 0
IT
0 4
4
DC Informatiedatum KSZ
0 D D M M J J
J
Nis-Code
N N N
J
Geboorteplaats
N
N
6. Bijwerking IT 045 – Burgerlijke staat.
OC
1
0
IT
0
4
5
DC Informatiedatum KSZ
0
D
D
M M J
Code BS
J
J
J
J
J
J
7. Bijwerking IT 046 – Overlijden.
OC
1
0
IT
0
4
Gecoördineerde versie
01.10.2014
6
DC Informatiedatum KSZ
0
D
D
M M J
N
561.

Documenten die in aanmerking kunnen worden genomen voor een bijwerking.
voor de informatiegegevens betreffende de naam en de voornaam, de geboorteplaats en –datum
en het geslacht:
-
-
-

voor de informatiegegevens betreffende de burgerlijke staat:
-
-

de geboorteakte (afschrift van de akte of uittreksel ervan – uittreksel uit de meertalige akte
die aan de internationale vereisten beantwoordt);
indien de geboortedatum die op de geboorteakte vermeld staat, onvolledig of totaal onbepaald is: elk later opgemaakt document met betrekking tot de geboortedatum (vonnis tot
verbetering van de geboorteakte dat werd overgeschreven in de registers van de burgerlijke stand en waarvan melding wordt gemaakt op de afschriften van de geboorteakte of op
de uittreksels ervan; andere akte van de burgerlijke stand die verwijst naar de geboortedatum; huwelijksboekje,enz…);
voor elke fout in verband met de naam, de voornaam, de geboortedatum en het geslacht:vonnis tot verbetering van de geboorteakte dat overgeschreven werd in de registers
van de burgerlijke stand en dat vermeld staat op de afschriften van de geboorteakte of uittreksels ervan;
bij gebreke van een geboorteakte: een akte van bekendheid, een vonnis tot verklaring van
de geboorte dat werd overgeschreven in de registers van de burgerlijke stand, of desgevallend een in kracht van gewijsde gegaan vonnis dat de ontbrekende akte van de burgerlijke stand vervangt maar de staat niet aanwijst (cf. nieuw artikel 47 van het Burgerlijk Wetboek)
de huwelijksakte (de eventuele beslissing met betrekking tot de echtscheiding wordt overgeschreven in de registers van de burgerlijke stand en staat vermeld op de afschriften van
de huwelijksakte of op de uittreksels ervan)
bij gebreke van een huwelijksakte: een vonnis tot verklaring van het huwelijk dat werd
overgeschreven in de registers van de burgerlijke stand of een in kracht van gewijsde gegaan vonnis dat de ontbrekende akte van de burgerlijke stand vervangt maar de staat niet
aanwijst (cf. nieuw artikel 47 van het Burgerlijk Wetboek), een andere akte van de burgerlijke stand die verwijst naar het huwelijk, een huwelijksboekje.
voor de informatiegegevens betreffende het overlijden:
-
de overlijdensakte;
bij gebreke van de overlijdensakte : de rechterlijke beslissing tot verklaring van het overlijden die in kracht van gewijsde is gegaan (cf. nieuw artikel 133 van het Burgerlijk Wetboek)
of het beschikkend gedeelte van de voornoemde beslissing dat werd overgeschreven in de
registers van de burgerlijke stand.
Gecoördineerde versie
01.10.2014

voor de informatiegegevens betreffende de nationaliteit:
3 mogelijke situaties:
-

voor de informatiegegevens betreffende de hoofdverblijfplaats:
-
-
voor personen die de Belgische nationaliteit bezitten door afstamming of door geboorte in
België: geen akte of bewijs vereist
voor personen die de Belgische nationaliteit hebben verworven: de akte of het bewijs van
het verwerven van de Belgische nationaliteit
voor personen van vreemde nationaliteit: de akte of het bewijs dat de vreemde nationaliteit
bevestigt; het paspoort dat uitgereikt werd door de buitenlandse overheden.
Als de in het I.T. 042 opgenomen informatiegegevens een adres betreffen
binnen het grondgebied van de gemeente, dient de gemeente een onderzoek uit voeren naar
de reële verblijfplaats van betrokkene. Indien uit dit onderzoek blijkt dat betrokkene effectief
zijn hoofdverblijfplaats heeft gevestigd op dit adres, gelast
het college van burgemeester en schepenen de inschrijving van ambtswege van de
betrokkene op dit adres.
Als de informatiegegevens betrekking hebben op een adres dat zich bevindt op het grondgebied
van een andere gemeente, wordt deze hiervan op de hoogte gebracht met het oog op de regularisatie van de verblijfstoestand van de betrokkene.
Volgens artikel 31 van het Wetboek van Internationaal Privaatrecht, kan een buitenlandse akte van
de burgerlijke stand of buitenlandse gerechtelijke beslissing inzake de burgerlijke stand slechts als
basis dienen voor een bijwerking in het Rijksregister na onderzoek van de voorwaarden bedoeld in
artikel 27, §1, van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van Internationaal Privaatrecht
(voor wat betreft een buitenlandse authentieke akte) of in de artikelen 24 en 25 en, naargelang van
het geval, in de artikelen 39, 57 en 72 van voormelde wet (voor wat betreft een buitenlandse gerechtelijke beslissing).
Wat deze akten van de burgerlijke stand opgemaakt in het buitenland en deze buitenlandse gerechtelijke beslissingen betreft, dient hierbij nog te worden opgemerkt dat,volgens artikel 30 van het Wetboek van Internationaal Privaatrecht, deze documenten slechts kunnen worden voorgelegd indien zij
werden gelegaliseerd. Voor bepaalde landen geldt, in de plaats van de gewone legalisatie, de vereenvoudigde mogelijkheid van apostille (ingevoerd door het Verdrag van Den Haag van 5 oktober
1961 tot afschaffing van het vereiste van legalisatie van buitenlandse openbare akten). Voor nog andere landen geldt, op basis van internationale en Europese regels, een vrijstelling van legalisatie.
Voor welke landen de legalisatie, de apostille of de vrijstelling geldt, kan – per categorie van document en per land – worden nagegaan op de website van de FOD Buitenlandse Zaken
(www.diplomatie.be).
562. – 564. Reserve
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 58
I.T. 251 – DATUM BIJWERKING
HOOFDVERBLIJFPLAATS
565.
A. Algemeenheden
Met toepassing van de vernieuwde gecoördineerde versie van de Algemene onderrichtingen
betreffende het houden van de bevolkingsregisters wordt vanaf 1 juli 2010 voor de inschrijving
op het nieuwe adres in beginsel de datum in aanmerking genomen van de aangifte van de
adresverandering in plaats van de datum van het politieonderzoek tot vaststelling van de
hoofdverblijfplaats.
De programma’s van het Rijksregister voor de bijwerking van de informatietypes 001 (gemeente
van verblijf), 005 (aangifte van wijziging verblijfplaats) en 020 (adres) werden aangepast zodat
deze informatietypes op dezelfde datum kunnen geregistreerd worden.
De retroactiviteit van de inschrijving tot de datum van aangifte creëerde in bepaalde gevallen
een juridische onzekerheid, in andere gevallen was zij aanleiding tot verwarring.
Om hieraan tegemoet te komen zal de datum waarop het IT001 effectief wordt bijgewerkt door
de bevolkingsdienst, automatisch geregistreerd worden in het IT251 (datum van de bijwerking
van de hoofdverblijfplaats).
Het opnemen van de uitvoeringsdatum (registratie in het Rijksregister) van de nieuwe
inschrijving door de betrokken gemeente moet een verduidelijking aanbrengen ten aanzien van
alle gebruikers van het Rijksregister.
B. Bestanddelen
Bij het invoeren van de nieuwe NIS-code in het IT001 (gemeente van verblijf) met een
operatiecode 10, uitsluitend, die de laatste vermelding van het IT001 wijzigt, wordt automatisch
een nieuwe registratie opgenomen in het IT251 (datum van de bijwerking van de
hoofdverblijfplaats).
De datum die vermeld wordt, is de registratiedatum van de voormelde bijwerking.
Er wordt een historiek bijgehouden.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
C. STRUCTUUR.
Toegestane operatiecodes : 10 en 13.
De bijwerkingen kunnen enkel uitgevoerd worden door de diensten van het
Rijksregister, in geval van een manifeste vergissing door de betrokken
bevolkingsdienst.
De aanvragen tot verbetering en/of wijziging van het IT 251 moeten, met vermelding van de
reden, gestuurd worden naar de regionale afvaardiging van het Rijksregister die bevoegd is
voor uw provincie.
1. Structuur met operatiecode 10.
O.C.
1 0
2
IT
5
1
D
0
D
D
M
Datum
M J
J
J
J
D
M
Datum
M J
J
J
J
2. Structuur met operatiecode 13.
O.C.
1 3
2
IT
5
1
D
0
D
D. ONDERVRAGINGEN.
De vermelding van het IT251 wordt toegevoegd in de ondervragingen 15 – 18 – 25 – 49 – 61 –
70 – 79.
De toevoeging van het IT251 zal eveneens gebeuren in de volgende certificaten met
adresgegevens:
code 32
code 38
code 42
code 43
code 44
code 45
code 46
code 54
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Uittreksel uit het bevolkings- of vreemdelingenregister.
Uittreksel van inschrijving in een bepaalde gemeente.
Gezinssamenstelling.
Bewijs van leven.
Bewijs van nationaliteit.
Uittreksel uit het kiesregister.
Bewijs van woonst.
Uittreksel uit het bevolkings-, wacht of vreemdelingenregister.
HOOFDSTUK 59
I.T. 250 – VERWIJZING NAAR GEANNULEERD
DOSSIER
566.
A. Algemeenheden
Bij de annulatie van een dossier in het Rijksregister omwille van een verkeerde geboortedatum
of geslacht, of in geval van een dubbel dossier, wordt in het IT002 van het geannuleerde
dossier het identificatienummer opgenomen van het nieuwe actieve dossier.
In bepaalde gevallen bestond de nood om bij de consultatie van het nieuwe dossier eveneens
mededeling te krijgen van de verwijzing naar het (de) oude geannuleerde dossier(s).
Het nieuwe informatietype 250 houdt de verwijzing in naar het geannuleerde dossier.
B. Bestanddelen
Deze informatie bevat:

tum
De informatiedatum:
de datum van de annulatie van het foutieve dossier; deze damoet overeenkomen met de datum van de informatie “geannuleerd dossier” in het IT001.

sier.
Het identificatienummer:
het (de) identificatienummer(s) van het geannuleerde dosMeerdere informaties kunnen aanwezig zijn in het dossier.
Er kunnen tevens meerdere IT250 voorkomen met dezelfde
datum.
Nadat het nieuwe dossier werd gecollecteerd, wordt bij de verrijking van het dossier één of
meerdere informatiegegevens ingevoerd in het IT250.
Meerdere informaties kunnen aanwezig zijn in het IT250.
Meerdere informaties in het IT250 kunnen dezelfde datum hebben.
C. Structuren.
Toegestane operatiecodes : 10, 13 en 17.
De bijwerkingen kunnen enkel uitgevoerd worden door de diensten van het
Rijksregister.
De aanvragen voor een bijwerking van het IT 250 moeten, met vermelding van de reden,
gestuurd worden naar de regionale afvaardiging van het Rijksregister die bevoegd is voor uw
provincie.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
1. Structuur met operatiecode 10.
O.C.
1
0
IT
2
5
D
0
0
INFORMATIEDATUM
D
D
M
M
J
J
J
IDENTIFICATIENUMMER
J
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
2. Structuur met operatiecode 13.
O.C.
1
3
IT
2
5
D
0
0
INFORMATIEDATUM
D
D
M
M
J
J
J
IDENTIFICATIENUMMER
J
N
N
N
N
N
N
N
N
N
3. Structuur met operatiecode 17.
O.C.
1
7
IT
2
5
D
0
0
INFORMATIEDATUM
D
D
M
M
J
J
J
IDENTIFICATIENUMMER
J
N
N
N
N
N
N
N
N
N
D. Ondervragingen.
De vermelding van het IT250 wordt toegevoegd in de ondervragingen 11 – 12 – 13 – 14 – 15 –
17 – 21 – 22 – 23 – 25 – 61 – 75 – 76 – 78 en 79.
E. Afdruk in de dossiers.
Transactie 61
N 250(G.D) 05.02.1996 XX.XX.XX XXX-XX
F 250(D.A) 05.02.1996 XX.XX.XX XXX-XX
D 250(A.A) 05.02.1996 XX.XX.XX XXX-XX
Transactie 79
N 250 05.02.1996 Geannuleerd dossier : XX.XX.XX XXX-XX
F 250 05.02.1996 Dossier annulé : XX.XX.XX XXX-XX
D 250 05.02.1996 Akte aufgehoben : XX.XX.XX XXX-XX
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 60
I.T. 124 – SCHIJNHUWELIJK
570.
Algemeenheden.
In de strijd tegen schijnhuwelijken en/of schijn-wettelijke samenwoningen is het noodzakelijk gebleken
om de formaliteiten en beslissingen voorafgaand aan het afsluiten van deze gebeurtenis te kunnen registreren, zodanig dat bij een verandering van de gemeente van beheer, de nieuwe gemeente van beheer
niet overgaat tot de geldigverklaring van een verdacht huwelijk of van een verdachte wettelijke samenwoning.
Bij vermoeden van schijnhuwelijk worden de verschillende stappen in de procedure geregistreerd in het
IT 124 – Schijnhuwelijk.
Het doel bestaat er dus in om:

Het fenomeen van “shopping” van huwelijk/wettelijke samenwoning in verschillende gemeenten
tegen
te gaan;

Het beperken of vermijden van een intensieve informatie-uitwisseling en bijhorende werklast;

Het vermijden van tegenstrijdige informatiegegevens van de vreemdeling en zijn partner, Belg,
EU
burger of gevestigd vreemdeling.
Met toepassing van artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie
die opgenomen wordt in de bevolkingsregisters en in het vreemdelingenregister, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 28 februari 2014 (B. S. van 24 maart 2014), wordt onder nr. 29° volgende informatie
bijkomend opgenomen in de bevolkingsregisters:
“behalve de identificatiegegevens van de persoon met wie het huwelijk gepland is, de informatie betreffende de formaliteiten en beslissingen die voorafgaan aan de huwelijksvoltrekking bedoeld in de artikelen 63, §2 en 4, 64, §1, en 167 van het Burgerlijk Wetboek, met name:
1°
de afgifte van het bericht van ontvangst bedoeld in artikel 64, §1, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek, wanneer aan het huwelijk een verblijfsrechtelijk voordeel verbonden is;
2°
de weigering van de opmaak van de akte van aangifte van het huwelijk zoals voorzien in artikel 63,
§ 2, tweede lid, en § 4 van het Burgerlijk wetboek, gemotiveerd door twijfels over de authenticiteit of
de geldigheid van de documenten bedoeld in artikel 64 van het Burgerlijk Wetboek waardoor een
vermoeden van een huwelijk zoals bedoeld in artikel 146bis van het Burgerlijk Wetboek kan ontstaan, en de datum waarop de betrokken partijen in kennis gesteld werden van deze beslissing;
3°
het uitstel van de voltrekking van het huwelijk zoals voorzien in artikel 167, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, gemotiveerd door een ernstig vermoeden van een huwelijk zoals bedoeld in artikel
146bis van het Burgerlijk Wetboek;
4°
de weigering van de voltrekking van het huwelijk, zoals voorzien in artikel 167, eerste lid, van het
Burgerlijk Wetboek, gemotiveerd op basis van artikel 146bis van het Burgerlijk Wetboek, en de datum waarop de betrokken partijen in kennis gesteld werden van deze beslissing.”
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Deze informatie wordt gewist vijf jaar na de datum waarop de ambtenaar van de burgerlijke stand de betrokken partijen in kennis heeft gesteld van de beslissing van weigering om de akte van huwelijksverklaring op te maken of van de beslissing van weigering om het huwelijk te voltrekken, of in geval van voltrekking van het huwelijk tussen de declaranten.
571.
Samenstelling van de informatie.

INFORMATIEDATUM: de datum van de beslissing genomen door de ambtenaar van de burgerlijke stand.

CODE BESLISSING
CODE
OMSCHRIJVING
01
Afgifte van het ontvangstbewijs van de aangifte van het huwelijk (art. 64, § 1, eerste
lid B.W.)
02
Weigering tot het opmaken van de akte van de huwelijksaangifte (art. 63, § 4 B.W.)
03
Uitstel van huwelijksvoltrekking (art. 167, 2
04
Weigering van huwelijksvoltrekking (art. 167, eerste lid B.W.)
de
lid B.W.)

NIS-CODE: de code van de gemeente (van de ambtenaar van de burgerlijke stand) waar de beslissing werd genomen.

DATUM KENNISGEVING: de datum waarop de betrokken partijen in kennis werden gesteld van de beslissing.
Indien de datum niet gekend is, moet deze opgenomen worden met 8 nullen.

RIJKSREGISTERNUMMER: reëel identificatienummer van de partner. Het gebruik van een fictief identificatienummer is niet toegelaten.
De bijwerking wordt uitgevoerd in één dossier, waarna autogeneratie plaatsvindt naar het dossier van de
partner.
OPMERKING
De personen die niet over een identificatienummer bij het Rijksregister van de natuurlijke personen beschikken en die van plan zijn om te trouwen, worden ingeschreven in het wachtregister van de gemeente van de aangifte van het huwelijk.
De personen die onder deze bepaling worden ingeschreven in het wachtregister worden vermeld in het
IT 210 – register van inschrijving – onder de code 9.
IT 210/9 =
572.
Wachtregister – Aangifte huwelijk/samenwoning
Registre d’attente – Déclaration mariage/cohabitation
Warteregister - Ankündigung Eheschließung/Erklärung Zusammenwohnen
Structuur bijwerking.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
a)
Toegelaten operatiecodes:
10 – bijwerking
11 – verbetering
13 – annulatie
b)
Structuur met OC 10
O.C.
1
0
I.T.
D.
1 2 4
0
INFORMATIEDATUM
D
D
M
M
J
DATUM KENNISGEVING
D
c)
D
M
J
J
J
0
X
RIJKSREGISTERNUMMER
J
J
N
N
N
1
I.T.
D.
N
N
N
1 2 4
0
INFORMATIEDATUM
D
D
M
M
J
DATUM KENNISGEVING
D
d)
J
NIS-CODE
N
N
N
N
N
Structuur met OC 11
O.C.
1
M
J
CODE BESLISSING
D
M
M
J
J
J
J
CODE BESLISSING
J
J
0
X
RIJKSREGISTERNUMMER
J
N
N
N
N
N
N
N
NIS-CODE
N
N
V
N
N
N
Structuur met OC 13
O.C.
1
3
I.T.
1
2
D
4
0
V
INFORMATIEDATUM
D
D
M
M
J
J
J
J
N
Opmerking voor OC 11 en OC 13:
In geval van meerdere actieve informaties in het IT 124, zelfs met een verschillende datum, moet een
volgnummer (V) toegevoegd worden aan het einde van de structuur, om de informatie aan te wijzen die
moet verbeterd of geannuleerd worden.
De recentste informatie bovenaan in het bedoelde informatietype is nummer 1, de tweede informatie is
nummer 2, enz.
Indien de recentste informatie moet verbeterd of geannuleerd worden, is het volgnummer niet vereist.
573.
Verwerpingen.
Code
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Verklaring
574.
373
Probleem bij het lezen van de informatie 010 in het tweede dossier
375
Het tweede dossier bevat een IT001 met de code 99990
379
De code beslissing is niet correct
386
De logische volgorde in de codes van beslissing wordt niet gerespecteerd
387
De eerste code van beslissing in de procedure moet 1 zijn
388
Het rijksregisternummer van het tweede dossier verschilt van het rijksregisternummer
(tweede dossier) dat werd opgenomen in een vorige informatie
Wissen van de gegevens.
Bij het wissen van de gegevens worden deze fysiek verwijderd uit het dossier (= annulatie).
De gegevens worden gewist vijf jaar na de datum waarop de ambtenaar van de burgerlijke stand
de betrokken partijen in kennis heeft gesteld van :
• de beslissing van weigering om de akte van huwelijksverklaring op te maken;
• de beslissing van weigering om het huwelijk te voltrekken.
 De transacties voor het uitwissen van deze gegevens worden door tussenkomst van het
Rijksregister via een specifieke batch-toepassing gegenereerd.
De gegevens worden eveneens automatisch gewist na de registratie van de voltrekking van het
huwelijk tussen de betrokken partijen.
 Bij het registreren van het huwelijk in het ene dossier wordt dit gegeven automatisch overgenomen in het andere dossier door autogeneratie, en worden bovengenoemde gegevens die betrekking hebben op de beide personen eveneens door autogeneratie automatisch gewist.
De schrapping uit het wachtregister gebeurt na dezelfde periode en volgens dezelfde modaliteiten als deze die voorzien zijn voor het wissen van de gegevens bedoeld in punt 29°.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
575.
Afdruk in de dossiers.
Code
Transactie
Afdruk
01
61
Charue,Domitien (XX.XX.XX XXX-XX) De uitreiking van de ontvangstbevestiging
bedoeld in artikel 64, § 1, eerste lid, van het burgerlijk wetboek te Charleroi. Datum
van kennisgeving : 01.02.2014
79
Formaliteiten voor het huwelijk : De uitreiking van de ontvangstbevestiging bedoeld in artikel 64, § 1, eerste lid, van het burgerlijk wetboek te Charleroi met
Charue Domitien (XX.XX.XX XXX-XX). Datum van kennisgeving : 01.02.2014
61
Charue,Domitien(XX.XX.XX XXX-XX) De weigering tot het opstellen van de akte
van huwelijksverklaring te Charleroi. Datum van kennisgeving : 02.02.2014
79
Formaliteiten voor het huwelijk : De weigering tot het opstellen van de akte van
huwelijksverklaring te Charleroi met Charue,Domitien (XX.XX.XX XXX-XX). Datum
van kennisgeving : 02.02.2014
61
Charue,Domitien (XX.XX.XX XXX-XX) De opschorting van de huwelijksviering te
Charleroi datum van kennisgeving : 03.02.2014
79
Formaliteiten voor het huwelijk : De opschorting van de huwelijksviering te Charleroi met Charue,Domitien (XX.XX.XX XXX-XX). Datum van kennisgeving :
03.02.2014
61
Charue,Domitien(XX.XX.XX XXX-XX) De weigering om het huwelijk te voltrekken
te Charleroi datum van kennisgeving : 04.02.2014
79
Formaliteiten voor het huwelijk : De weigering om het huwelijk te voltrekken te
Charleroi met Charue Domitien (XX.XX.XX XXX-XX). Datum van kennisgeving :
04.02.2014
02
03
04
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 61
I.T. 125 – SCHIJN-WETTELIJKE SAMENWONING
580.
Algemeenheden.
In de strijd tegen schijnhuwelijken en/of schijn-wettelijke samenwoningen is het noodzakelijk gebleken
om de formaliteiten en beslissingen voorafgaand aan het afsluiten van deze gebeurtenis te kunnen registreren, zodanig dat bij een verandering van de gemeente van beheer, de nieuwe gemeente van beheer
niet overgaat tot de geldigverklaring van een verdacht huwelijk of van een verdachte wettelijke samenwoning.
Bij vermoeden van schijn-wettelijke samenwoning worden de verschillende stappen in de procedure geregistreerd in het IT 125 – Schijn-wettelijke samenwoning.
Het doel bestaat er dus in om:

Het fenomeen van “shopping” van huwelijk/wettelijke samenwoning in verschillende gemeenten
tegen te gaan;

Het beperken of vermijden van een intensieve informatie-uitwisseling en bijhorende werklast;

Het vermijden van tegenstrijdige informatiegegevens tuseen de vreemdeling en zijn partner,
Belg, EU-burger of gevestigd vreemdeling.
Met toepassing van artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie
die opgenomen wordt in de bevolkingsregisters en in het vreemdelingenregister, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 28 februari 2014 (B. S. van 24 maart 2014), wordt onder nr. 30° volgende informatie
bijkomend opgenomen in de bevolkingsregisters:
“behalve de identificatiegegevens van de persoon waarmee het aangaan van een wettelijke samenwoning gepland is, de informatie betreffende de beslissingen die voorafgaan aan de opstelling van een akte
van verklaring van wettelijk samenwonen bedoeld in artikel 1476, §1, B.W., met name:
1° het uitstel van de melding van de verklaring van wettelijke samenwoning, zoals voorzien in artikel 1476quater, tweede lid ;
2° de weigering van de melding van de verklaring van wettelijke samenwoning en de datum waarop de betrokken partijen in kennis gesteld werden van deze weigeringsbeslissing, zoals voorzien in artikel 1476quater, eerste lid.”
De informatie wordt gewist vijf jaar na de datum waarop de betrokken partijen in kennis werden gesteld
van de beslissing van weigering om melding te maken van de verklaring van wettelijke samenwoning, of
in geval van opstelling van de verklaring van wettelijk samenwonen tussen de declaranten.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
581.
Samenstelling van de informatie.

INFORMATIEDATUM: de datum van de beslissing genomen door de ambtenaar van de burgerlijke stand.

CODE BESLISSING
CODE
OMSCHRIJVING
01
Uitstel van de melding van
(art. 1476quater, 2de lid B.W.)
de
verklaring
van
wettelijke
samenwoning
02
Weigering van de melding van de verklaring van wettelijke samenwoning
(art. 1476quater, eerste lid B.W.)

NIS-CODE: de code van de gemeente (van de ambtenaar van de burgerlijke stand) waar de beslissing werd genomen.

DATUM KENNISGEVING: de datum waarop de betrokken partijen in kennis werden gesteld van de beslissing.
ndien de datum niet gekend is, moet deze opgenomen worden met 8 nullen.

RIJKSREGISTERNUMMER: reëel identificatienummer van de partner. Het gebruik van een fictief identificatienummer is niet toegelaten.
De bijwerking wordt uitgevoerd in één dossier, waarna autogeneratie plaatsvindt naar het dossier van de
partner.
OPMERKING
De personen die niet over een identificatienummer bij het Rijksregister van de natuurlijke personen beschikken en die van plan zijn om een wettelijke samenwoning aan te gaan, worden ingeschreven in het
wachtregister van de gemeente van de aangifte van de verklaring van wettelijk samenwonen.
De personen die onder deze bepaling worden ingeschreven in het wachtregister worden vermeld in het
IT 210 – register van inschrijving – onder de code 9.
IT 210/9 = Wachtregister – Aangifte huwelijk/samenwoning
Registre d’attente – Déclaration mariage/cohabitation
Warteregister - Ankündigung Eheschließung/Erklärung Zusammenwohnen
582.
Structuur bijwerking.
a) Toegelaten operatiecodes:
10 – bijwerking
11 – verbetering
13 – annulatie
b)
Structuur met OC 10
O.C.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
I.T.
D.
INFORMATIEDATUM
CODE BESLISSING
NIS-CODE
1
0
1 2 5
0
D
D
M
M
J
DATUM KENNISGEVING
D
c)
D
M
J
J
J
0
X
N N N N N
RIJKSREGISTERNUMMER
J
J
N
N
N
1
I.T.
D.
N
N
N
1 2 5
0
INFORMATIEDATUM
D
D
M
M
J
DATUM KENNISGEVING
D
d)
J
N
N
N
N
N
Structuur met OC 11
O.C.
1
M
J
D
M
M
J
J
J
J
CODE BESLISSING
J
J
0
X
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N N N N N
V
RIJKSREGISTERNUMMER
J
NIS-CODE
N
N
N
Structuur met OC 13
O.C.
1
3
I.T.
1
2
D
5
0
V
INFORMATIEDATUM
D
D
M
M
J
J
J
J
N
Opmerking voor OC 11 en OC 13:
In geval van meerdere actieve informaties in het IT 125, zelfs met een verschillende datum, moet een
volgnummer (V) toegevoegd worden aan het einde van de structuur, om de informatie aan te wijzen die
moet verbeterd of geannuleerd worden.
De recentste informatie bovenaan in het bedoelde informatietype is nummer 1, de tweede informatie is
nummer 2, enz.
Indien de recentste informatie moet verbeterd of geannuleerd worden, is het volgnummer niet vereist.
583.
584.
Verwerpingen.
Code
Verklaring
373
Probleem bij het lezen van de informatie 010 in het tweede dossier
375
Het tweede dossier bevat een IT001 met de code 99990
379
De code beslissing is niet correct
386
De logische volgorde in de codes van beslissing wordt niet gerespecteerd
387
De eerste code van beslissing in de procedure moet 1 zijn
388
Het rijksregisternummer van het tweede dossier verschilt van het rijksregisternummer
(tweede dossier) dat werd opgenomen in een vorige informatie
Wissen van de gegevens.
Bij het wissen van de gegevens worden deze fysiek verwijderd uit het dossier (= annulatie).
Gecoördineerde versie
01.10.2014
De gegevens worden gewist vijf jaar na de datum waarop de ambtenaar van de burgerlijke stand
de betrokken partijen in kennis heeft gesteld van van de beslissing van weigering om melding te
maken van de verklaring van wettelijke samenwoning.
 De transacties voor het uitwissen van de gegevens worden door tussenkomst van het Rijksregister via een specifieke batch-toepassing gegenereerd.
De gegevens worden eveneens automatisch gewist na de registratie van de akte van wettelijk
samenwonen tussen de declaranten.
 Bij het registreren van de verklaring van wettelijke samenwoning in het ene dossier wordt dit
gegeven automatisch overgenomen in het andere dossier door autogeneratie, en worden bovengenoemde gegevens die betrekking hebben op de beide personen eveneens door autogeneratie
automatisch gewist.
De schrapping uit het wachtregister gebeurt na dezelfde periode en volgens dezelfde modaliteiten als deze die voorzien zijn voor het wissen van de gegevens bedoeld in punt 30°.
585.
Afdruk in de dossiers.
Code
Transactie
Afdruk
01
61
Charue,Domitien (XX.XX.XX XXX-XX) Het uitstel van de melding van de verklaring
van wettelijke samenwoning te Charleroi datum van kennisgeving : 01.02.2014
79
Formaliteiten voor de wettelijke samenwoning : Het uitstel van de melding van de
verklaring van wettelijke samenwoning te Charleroi met Charue,Domitien
(XX.XX.XX XXX-XX) Datum van kennisgeving : 01.02.2014
61
Charue,Domitien (XX.XX.XX XXX-XX) De weigering van de melding van de verklaring van wettelijke samenwoning te Charleroi. Datum van kennisgeving :
02.02.2014
79
Formaliteiten voor de wettelijke samenwoning : De weigering van de melding van
de verklaring van wettelijke samenwoning te Charleroi met Charue,Domitien
(XX.XX.XX XXX-XX) Datum van kennisgeving : 02.02.2014
02
Gecoördineerde versie
01.10.2014
HOOFDSTUK 62
De inschrijving in het wachtregister van de vreemdelingen die
niet beschikken over een identificatienummer van het Rijksregister en die in het huwelijk willen treden of een verklaring
van wettelijke samenwoning willen afleggen.
Het koninklijk besluit van 28 februari 2014 (B. S. van 24 maart 2014) tot wijziging van het koninklijk
besluit van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die opgenomen wordt in de bevolkingsregisters
en in het vreemdelingenregister, en tot voorschrift van de inschrijving in het wachtregister van de
vreemdelingen die niet beschikken over een identificatienummer van het Rijksregister en die in het
huwelijk willen treden of een verklaring van wettelijke samenwoning willen afleggen, trad in werking op 3
april 2014.
Met de nota van 24 maart 2014 werd u op de hoogte gebracht van de aanpassing van de structuren
voor het bijwerken van de informatiegegevens met betrekking tot de schijnhuwelijken of schijn-wettelijke
samenwoningen op het vlak van IT 124 (schijnhuwelijk) en IT 125 (schijn-wettelijke samenwoning), en
tot de inschrijving in het wachtregister van de vreemdelingen die niet beschikken over een identificatienummer van het Rijksregister en die in het huwelijk willen treden of een verklaring van wettelijke samenwoning willen afleggen.
eze onderrichtingen hebben een bepaald aantal problemen opgeleverd die betrekking hebben op de
praktische uitvoering van de nieuwe bepalingen, in het bijzonder wat betreft de inschrijving in het wachtregister van de vreemdelingen die niet beschikken over een rijksregisternummer.
Ten einde hieraan tegemoet te komen, en mogelijk uiteenlopende interpretaties te vermijden, maar bovendien toch het beoogde doel van de wetgever na te streven, werd in overleg met de Dienst Vreemdelingenzaken, een onderrichting ter verduidelijking en tot rechtzetting van deze inschrijving in het wachtregister opgesteld.
Deze onderrichtingen houden rekening met de geest en het doel dat werd vooropgesteld in het koninklijk besluit van 28 februari 2014, en dat erin bestaat om te kunnen beschikken over de nodige informatie
in de strijd tegen schijnhuwelijken en schijn-wettelijke samenwoningen door een pertinente uitwisseling
van informatiegegevens ten behoeve van de betrokken overheden.
01. De informatiedatum
De gegevens die met betrekking tot voornoemde informaties worden ingevoerd in de dossiers van het
Rijksregister moeten bijgevolg een informatiedatum bevatten die ligt na 3 april 2014.
Een uitzondering wordt gemaakt voor de procedures die werden ingezet vóór 3 april 2014 en waarvan
de beslissing tot weigering werd genomen na deze datum; de weigering wordt ingevoerd met een code
02 of 04 voor het IT124 (schijnhuwelijk), en de code 02 voor het IT 125 (schijn-wettelijke
samenwoning).
Voorbeeld:
Afgifte van het ontvangstbewijs van de aangifte van het huwelijk op 20 januari 2014, waarna een
weigering tot het opmaken van de akte van de huwelijksaangifte volgt op 15 april 2014.
02. Aangifte van de verklaring door een persoon die niet over een rijksregisternummer beschikt.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
Het koninklijk besluit voorziet, onder meer, in het opnemen in het wachtregister van de
identificatiegegevens van de persoon die van plan is om een huwelijk of een wettelijke samenwoning
maar die op dat ogenblik niet over een titel van inschrijving in het bevolkings- of vreemdelingen- of
wachtregister beschikt, en bijgevolg ook niet over een rijksregisternummer beschikt.
Indien één van de toekomstige echtgenoten of wettelijk samenwonenden niet in de bevolkingsregisters
is ingeschreven, wordt hij ingeschreven in het wachtregister van de gemeente van de aangifte van het
huwelijk of van de aangifte van de verklaring van wettelijk samenwonen.
De inschrijving van deze vreemdelingen in het wachtregister gebeurt onmiddellijk, zonder voorafgaande
woonstcontrole. In het IT020 van het dossier van betrokkene wordt een fictief adres opgenomen; het
aangegeven, maar niet gecontroleerde adres wordt opgenomen in het IT003 (cf. infra).
De ambtenaar van de burgerlijke stand moet bijgevolg, via een (fonetische) ondervraging van het
Rijksregister, een controle uitvoeren.
03. De collecte.
Indien de vreemdeling niet wordt teruggevonden, maakt de gemeente waar de verklaring wordt
afgelegd de collecte aan. Ten einde het verschil duidelijk te maken tussen de asielzoekers en de
burgers uit de Europese Unie, die eveneens in het wachtregister worden ingeschreven, wordt een
specifieke code in het IT 210 - Register van inschrijving – van het Rijksregister gecreëerd, met name
code 9 : “Wachtregister – Aangifte huwelijk/samenwoning”.
De opname in het Rijksregister wordt beperkt tot de basisidentificatiegegevens die worden opgenomen
in de collecte, met name:

De naam en de voornaam/voornamen;

Geboorteplaats en –datum;

Nationaliteit;

Adres: de zones voor de aanduiding van het adres in de collectestructuur

worden ingevuld met “0000” voor postcode, straatcode, en huisnummer. De benaming van de
straat bevat een afkorting die verwijst naar het koninklijk besluit tot inschrijving van deze
vreemdeling, met name “KB 160792 InfoRegisters – art1,al5”.
 De vermelding van het register (IT210) met, in dit geval, een code 9 - “Wachtregister – Aangifte
huwelijk/samenwoning”.
04. Bijwerkingen onmiddellijk na de collecte.
Onmiddellijk na de collecte registreert de gemeente het adres dat de vreemdeling opgeeft in zijn
verklaring in het IT003, onder structuur 1 in de commentaarzone van maximum 40 alfanumerieke
tekens (zie nr. 215 van de onderrichtingen).
Vervolgens werkt de gemeente, al naargelang het geval, het IT124 (schijnhuwelijk) of IT125 (schijnwettelijke samenwoning) bij.
Na de collecte worden de volgende informatiegegevens opgenomen in het IT 120:
 Ongehuwd (code 10) op de datum van de geboorte
 Onbepaald (code 90) op de datum van de verklaring, behalve indien een rechtsgeldig bewijsstuk
wordt voorgelegd dat de ontbinding van een vorig huwelijk staaft.
De informatietypes 120 en 123 zullen, in voorkomend geval, eveneens worden bijgewerkt in geval een
huwelijk wordt afgesloten of bij de registratie van een verklaring van wettelijke samenwoning.
05. Opmerkingen.
Indien de betrokken vreemdeling reeds is ingeschreven in een ander register, en met andere woorden
over een rijksregisternummer beschikt, blijft hij ingeschreven in dat register.
Gecoördineerde versie
01.10.2014
De vreemdeling wordt ingeschreven in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister, al naargelang
het geval, wanneer hij over een geldige verblijfstitel beschikt of wanneer hij een asielaanvraag indient.
Deze inschrijvingen gebeuren verplicht met woonstcontrole, overeenkomstig
reglementering inzake inschrijving in de registers.
Alleen vanaf dat ogenblik moeten alle informatietypes bijgewerkt worden.
de
geldende
06. Aangifte van adresverandering.
Bij de aangifte van een adreswijziging door de betrokken vreemdeling wordt het IT003 bijgewerkt met
het nieuwe adres door de gemeente waar betrokkene zijn aangifte van huwelijk of wettelijke
samenwoning in laatste instantie heeft ingediend.
Op die manier wordt een historiek van het aangegeven adres bewaard in het dossier.
Een aangifte van adreswijziging geeft dus geen aanleiding tot een aanpassing van het IT001 in het
Rijksregister.
07. Nieuwe aangifte van een verklaring van huwelijk of wettelijke samenwoning.
Indien de vreemdeling die op bovengenoemde wijze werd gecollecteerd een nieuwe aangifte van
huwelijk of wettelijke samenwoning indient in een andere gemeente, al dan niet met dezelfde partner,
wordt opnieuw een fonetische ondervraging uitgevoerd ter controle.
Bij een positieve controle voert de nieuwe gemeente haar NIS-code in in het IT001, wordt zij de
gemeente van beheer, en wordt het IT003 bijgewerkt met de nieuw aangegeven verblijfplaats.
08. Bijwerking van IT124-IT125
De informatietypes IT 124 en 125 moeten worden bijgewerkt voor de volgende gevallen:
1) de schijnhuwelijken, zijnde de situaties bedoeld in artikel 146 bis van het Burgerlijk Wetboek,
namelijk, de huwelijken aangegaan met het oog op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel
dat is verbonden aan de staat van gehuwde, en waarbij de ambtenaar van de burgerlijke stand de
bepalingen van de artikelen 63, § 4, en 64, § 1 van het Burgerlijk Wetboek zal toepassen.;
2) de verklaringen van wettelijke samenwoning waarbij de ambtenaar van de burgerlijke stand
toepassing zal maken van de bepalingen van artikel 1476quater van het Burgerlijk Wetboek.
Iedere gemeente die vermeld staat in het IT001, en bijgevolg eerder gemeente van beheer is geweest
in het betrokken dossier, kan te allen tijde de informatiegegevens met betrekking tot de informatietypes
124 en 125 bijwerken voor de lopende procedures.
Er kan in geen geval een nieuw informatiegegeven worden toegevoegd in de IT124-125 die verwijzen
naar een mogelijke schijnrelatie met een persoon met hetzelfde rijksregisternummer.
09. Toegang tot de dossiers.
De toegang tot de informatiegegevens van de dossiers die een IT210/9 bevatten wordt als volgt
vastgelegd.
Iedere gemeente heeft via de ondervraging 25 toegang tot de informatiegegevens die zijn opgenomen
in de dossiers van de personen die zijn ingeschreven in het wachtregister 210/9, met uitzondering van
Gecoördineerde versie
01.10.2014
de informatie die betrekking heeft op het IT124 of IT125. De toegang tot deze gegevens kan uitsluitend
worden verleend na machtiging door het sectoraal Comité van het Rijksregister.
De gemeenten die zijn geregistreerd als gemeente waar de betrokkene een verklaring heeft ingediend
in de zin van het koninklijk besluit van 28 februari 2014 kunnen de informatiegegevens met betrekking
tot het IT124/125 in de lopende procedure bijwerken. Zij hebben via de ondervraging 25 toegang tot de
wettelijke informatiegegevens van het dossier, inclusief het IT124-125 dat zij beheren.
De gemeente van beheer heeft de volledige toegang tot het dossier; zij kan bijgevolg eveneens een
ondervraging 61 of 79 uitvoeren.
10. Huwelijken en wettelijke samenwoningen die werden afgesloten in het buitenland.
Na overleg met de FOD Justitie kan hieromtrent het volgende worden meegedeeld.
De vraag met betrekking tot de eventuele registratie van huwelijksakten die werden afgesloten in het
buitenland en die niet worden erkend in België, maakt in de huidige stand van zaken, deel uit van een
project tot indienststeling van een gegevensbank van buitenlandse akten, dat beheerd wordt door de
diensten van de Eerste Minister.
Er is geen wettelijke basis voor de inschrijving in een register van de weigering tot erkenning van een
buitenlandse huwelijksakte. Artikel 31, § 3, van het Wetboek Internationaal Privaatrecht bepaalt met
name dat “de Koning een register kan aanleggen en zijn werking regelen, voor beslissingen en akten
die voldoen aan de voorwaarden bedoeld in § 1, wanneer zij betrekking hebben op een Belg of op een
vreemdeling die in België verblijft”; met andere woorden dit geldt enkel voor akten en beslissingen die
werden erkend en overgeschreven in de registers.
Gecoördineerde versie
01.10.2014