Angiografie: Behandeling van vernauwde bloedvaten Via dottermethode en/of stentplaatsing Afdeling radiologie Locatie Veldhoven De behandeling vindt plaats op locatie Veldhoven: Datum: …………………………………..……………………. Dag/tijdstip: …………………………………dag …………………….……………..uur U kunt zich melden om: O ………………….. uur bij de receptie, voor de verpleegafdeling O ………………….. uur bij de afdeling radiologie, routenummer 055 U wordt 1 nacht opgenomen. Neemt u uw servicepas mee? Vooraf • Bent u bij eerder röntgenonderzoek overgevoelig gebleken voor contrastmiddel, geef dit direct door aan de afdeling radiologie, telefoonnummer (040) 888 90 00. • Slikt u bloedverdunners, zoals acenocoumarol (sintromitis) of marcoumar (fenprocoumon), of andere bloedverdunnende middelen, overleg dan vooraf met uw behandelend specialist of u tijdelijk moet stoppen. • Slikt u metformine (Glucophage), overleg dan vooraf met uw behandelend specialist of u tijdelijk moet stoppen met het innemen van dit middel. Wat is een dotterbehandeling en een stentplaatsing? Met de dotterbehandeling worden vernauwing(en) van bloedvaten opgerekt. Hiervoor gebruikt men een dotterkatheter. Dit is een dun slangetje met aan het uiteinde een ballonnetje. Deze katheter wordt via de lies ingebracht. Op de plaats van de vernauwing wordt het ballonnetje opgeblazen. Het opblazen van het ballonnetje geeft een drukkend gevoel. Bij een stentplaatsing wordt een metalen buisje (stent) achtergelaten op de plaats van de vernauwing. Ook deze wordt ingebracht met een katheter. Het bloed kan dan weer beter doorstromen. 1 Deze behandeling wordt gedaan in plaats van of als voorbereiding op een operatie. Voorbereiding thuis De voorbereiding bestaat uit: • Het ruim ontharen van beide liezen de dag vóór het onderzoek met een tondeuse (dus niet scheren). Is dit niet mogelijk dan onthaart een verpleegkundige u bij opname. • De dag van het onderzoek mag u licht ontbijten (toast, witbrood of beschuit, kaas, rookvlees, vruchtenhagel, honing, thee of koffie). • U neemt uw temperatuur op bij het opstaan en noteert deze. • Als het onderzoek in de loop van de middag plaatsvindt, dan mag u een lichte lunch eten. De opname U meldt zich bij de receptie. Op de afdeling heeft u een gesprek met een verpleegkundige. Tijdens dit gesprek is er gelegenheid om vragen te stellen. De verpleegkundige brengt u naar uw kamer. Hier wordt de bloeddruk en polsslag gemeten en er wordt bij u een infuusnaald geprikt. U krijgt een operatiehemd aan. Verder gaat u voor het onderzoek naar het toilet. Tijdens het onderzoek is dit namelijk niet meer mogelijk. Het onderzoek U wordt in bed naar de afdeling radiologie gebracht. Op de afdeling radiologie neemt de laborant(e) de procedure van de behandeling met u door. U neemt plaats op de onderzoekstafel. De laborant(e) legt steriele doeken over u heen. U krijgt een plaatselijke verdoving door een prikje in uw lies, zodat u tijdens het onderzoek geen pijn voelt. Daarna prikt de radioloog uw liesslagader aan en brengt via dit gaatje een slangetje (katheter) in. De radioloog legt het slangetje neer op de te behandelen plaats. Als de exacte plaats van de vernauwing is vastgesteld, wordt het slangetje (de katheter) vervangen door een dotterkatheter. Bij het opblazen van het ballonnetje van de dotterkatheter wordt de 2 vernauwing opgerekt. Is de vernauwing niet voldoende opgerekt, dan kan de radioloog besluiten een stent te plaatsen. Dit is een metalen buisje dat op de plaats van de vernauwing wordt achtergelaten. Het zorgt ervoor dat het bloed weer normaal door kan stromen. Na de behandeling gaat het slangetje eruit. Daarna wordt de liesslagader ± 20 minuten dichtgedrukt en een drukverband of drukpleister aangelegd op de punctieplaats. Na het onderzoek Het is belangrijk dat u uw been recht houdt en plat blijft liggen, om het gaatje goed dicht te houden. De lies mag niet buigen. Op de afdeling controleert de verpleegkundige u regelmatig. Als u denkt dat er bloed uit het wondje komt of als de lies opzwelt, waarschuw dan onmiddellijk de verpleegkundige. U heeft bedrust tot de volgende morgen. Direct na het onderzoek mag u eten en drinken. De duur van het onderzoek Op de afdeling radiologie blijft u één tot drie uur. Daarnaast blijft u één nacht in het ziekenhuis op de verpleegafdeling. Adviezen voor thuis • Tot een week na het onderzoek mag u uw lies niet zwaar belasten. Dit houdt in dat u niet mag sporten en zwaar tillen. • Op de plaats van de punctie kan een bloeduitstorting ontstaan. Deze zakt in de loop van de tijd uit. U neemt contact op met het ziekenhuis als de lies pijnlijk wordt. Uitslag van het onderzoek of de behandeling Uw medisch specialist informeert u over de uitslag. Complicaties en risico’s Kan het bloedvat niet opgerekt worden met een dotter- of stentbehandeling, dan kan een bloedvatoperatie worden uitgevoerd. 3 Er is een kleine kans dat bij het dotteren een stukje kalk van de vaatwand loslaat of dat de bloedvatwand wordt beschadigd. Dit wordt operatief herstelt of u krijgt 1 à 2 dagen medicijnen in het bloedvat toegediend, die het stolsel oplossen. De behandelend chirurg bespreekt dit met u. Straling Om organen en bloedvaten zichtbaar te maken gebruiken we röntgenstraling. Straling kan schadelijk zijn voor uw gezondheid. De hoeveelheid röntgenstraling die wij gebruiken is echter zo gering, dat daar geen schadelijk effect van is te verwachten. Ook niet als u meerdere onderzoeken krijgt. Het is wel belangrijk om te weten of u in verwachting bent. Sommige onderzoeken kunnen namelijk schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Waardevolle bezittingen Het ziekenhuis is een openbaar gebouw waar veel mensen inen uitlopen. We raden u daarom aan om grote geldbedragen, pasjes, kostbare sieraden en andere waardevolle bezittingen thuis te laten. Het ziekenhuis is niet aansprakelijk bij verlies of diefstal. Belangrijke telefoonnummers • Heeft u vragen over het onderzoek of de behandeling zelf, dan kunt u bellen met de afdeling radiologie, op werkdagen telefoonnummer (040) 888 90 00. • Bent u verhinderd bel dan zo snel mogelijk, uiterlijk 24 uur van tevoren, met de afdeling radiologie om een nieuwe afspraak te maken, (040) 888 90 00. • Het telefoonnummer van de verpleegafdeling krijgt u bij opname. • Heeft u een nierdotter gehad, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek van uw eigen specialist. Buiten kantooruren neemt u contact op met de spoedeisende hulp, telefoonnummer (040) 888 88 11. 4 Máxima Medisch Centrum www.mmc.nl Telefoonnummer (040) 888 80 00 Locatie Eindhoven: Ds. Th. Fliednerstraat 1 Postbus 90 052 5600 PD Eindhoven Locatie Veldhoven: de Run 4600 Postbus 7777 5500 MB Veldhoven De informatie in deze folder is van algemene aard en is bedoeld om u een beeld te geven van de zorg en voorlichting die u kunt verwachten. In uw situatie kunnen andere adviezen of procedures van toepassing zijn. Deze folder is dan ook slechts een aanvulling op de specifieke (mondelinge) voorlichting van uw specialist of behandelaar. © MMC.131.223_01_14
© Copyright 2024 ExpyDoc