Richtje Reinsma Post en code

Richtje Reinsma Post en code
COLUMN
Het woord ‘innovatie’ roept het verlangen op naar voortvarende vooruitgang, naar een glanzende toekomst vol
gemak, creativiteit en schoonheid. Heerlijk is het idee
om het trage, zware verleden met al zijn fiasco’s en
faillissementen achter te laten. Toch kan vernieuwing
haar status vanzelfsprekend slechts ontlenen aan het
oude, verdwijnende en bestaande. Juist wat verdwijnt
blijkt vaak het bestuderen waard voor wie vat wil krijgen
op de veranderingen in het heden die de opmaat lijken
te zijn voor de toekomst.
Onlangs hoorde ik de literatuurwetenschapper en
filosoof Emma de Vries op de radio vertellen over haar
promotieonderzoek aan de Universiteit Leiden naar
de betekenis van de handgeschreven, papieren brief
in tijden van digitale communicatie. Zij signaleert een
opleving van de brief, een mode die lijkt aan te sluiten
bij de slow movement en de herwaardering van het
ambachtelijke en authentieke. Volgens De Vries moet
je niet te snel denken dat het hier gaat om een louter
nostalgisch protest van conservatieve achterblijvers.
Richtje Reinsma
tekent en schrijft.
Ze studeerde aan
de Gerrit Rietveld
Academie
(bachelor) en
het Sandberg
Instituut (master).
De Vries veronderstelt dat de brief kwaliteiten bezit
die juist nu, in digitale tijden, in het oog springen. Zijn
materialiteit maakt de brief bijvoorbeeld onverslaanbaar
intiem; de hand van de schrijver en de hand van de ontvanger deelden immers hetzelfde papier. De brief kent
ook een minder romantisch voordeel: zijn wettelijke
bescherming. Het briefgeheim, benadrukt De Vries, is
vele malen beter beschermd door de privacywetgeving
dan online communicatie. Informatie op het internet is
vogelvrij; de strijd om solide wetten ter bescherming
van burgers tegen bedrijven en geheime diensten
staat nog in de kinderschoenen. Gevoelige zaken kan
een eenentwintigste-eeuwer beter toevertrouwen aan
papier dan aan het scherm. Tegen betaling van porto
is het transport daarvan degelijk beschermd, terwijl
wie digitaal iets zogenaamd gratis verzendt kans loopt
daarvoor duur ‘in natura’ te betalen met zijn privédata. Een fraai project waarin oude en nieuwe media
op doeltreffende wijze gecombineerd worden is de
webklassieker PostSecret. Dit kunstproject, begonnen in
2005, bestaat uit een blog waarop initiator Frank Warren
elke zondag verse geheimen plaatst. Die zijn door de
eigenaars van de geheimen bondig verwoord op een
zelf versierde ansichtkaart, en vervolgens anoniem per
post naar PostSecret verstuurd. Piepkleine en reusachtige geheimen staan dwars door elkaar. Soms grappig:
‘Museums make me horney’, soms tragisch: ‘I told my
parents I was raped under the boardwalk so they would
pay for my abortion’. De collectie vormt een overtuigend
en aangrijpend bewijs van het feit dat ontelbare mensen
in het dagelijks leven verbergen wat ze echt ervaren,
denken, doen en willen, omdat ze al dan niet terecht
vrezen voor de consequenties.
Een andere intrigerende fusie van post en technologie
die De Vries in haar onderzoek onder de loep neemt
betreft Delivery for Mr. Assange: A Life Mail Art Piece
(2013). Dit kunstproject van !Mediengruppe Bitnik
bestond uit de verzending van een postpakket geadresseerd aan Julian Assange in de Ecuadoriaanse ambassade
in Londen. In het pakket was een camera ingebouwd
die zijn eigen transport filmde en live streamde. Het
pakket kwam heelhuids in handen van Assange, ondanks
zijn strengbewaakte isolement. Hij benutte het om met
behulp van kaartjes die hij voor de dove camera ophield
steun te vragen voor zijn collegastrijders aan het front
van de internetvrijheid, zoals Chelsea Manning, Anakata
en Jeremy Hammond.
Ook het kunstproject Postcards from Aleppo (2013) was
een poging om isolement te doorbreken, in dit geval
van een stad lamgelegd door oorlog. Op initiatief van
Art Camping Aleppo, een Syrische kunstbeweging in
oorlogstijd onder leiding van Issa Touma, maakten
Aleppijnen en naar Aleppo gevluchte Syriërs ansichtkaarten met teksten, tekeningen en foto’s waarmee
ze berichtten over wat hen bezig hield. Zo tekende
George Shamoun een serie plattegronden van Aleppo in
de vorm van een vervagende vingerafdruk. De handgemaakte kaarten werden gescand en op Facebook
geplaatst.
Onder andere in Amsterdam werd teruggeschreven.
Samen met een aantal collega-kunstenaars organiseerde
ik daartoe een ansichtkaartenwerkplaats tijdens een
kunstfestival. De handgemaakte antwoordkaarten uit
Amsterdam werden zowel op Facebook gepost als in de
brievenbus gegooid; we hadden namelijk gehoord dat er
nog steeds af en toe post bezorgd werd in Aleppo. Zodra
het een moment rustig lijkt proberen de vuilnismannen,
postbodes en winkeliers daar de draad weer op te pakken. De post uit Amsterdam is overigens tot op heden
niet gearriveerd.
De componist Merlijn Twaalfhoven heeft dezelfde
ansichtkaarten uit Aleppo gebruikt voor het libretto van
de mini-opera A Postcard from Aleppo, geschreven in
samenwerking met Abdelkader Benali. In New York deed
Twaalfhoven een project met de educatieve afdeling van
het New York Philharmonic Orchestra, waarbij kinderen
in New York ‘muzikale postkaarten’ componeerden
om een audiocorrespondentie te starten met Syrische
vluchtelingenkinderen in Jordanië.
De Aleppijnse ansichten hebben zodoende inmiddels
grote afstanden afgelegd en veel mensen bereikt,
zowel dankzij de persoonlijke waarde van hun handgemaakte, papieren originelen als door de snelle en
eenvoudige verspreiding van hun digitale kopieën via
Facebook. Een typisch geval van ‘neo-epistoliek’, zoals
De Vries het noemt.
Papier en code, het persoonlijke en het massale, het
authentieke en het anonieme, het snelle en het trage
– het is zaak te innoveren door het beste van oude en
nieuwe media te combineren.
Mediafonds april 2015 609 – cultuur en media 15