Lees meer - Hekkelman Advocaten & Notarissen

Nieuwsbrief Ondernemingsrecht
16 april 2015
Verhuurder, vestig een pandrecht!
Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 18 november 2014 bepaald dat een stil pandrecht dat is
gevestigd ten behoeve van een verhuurder, ook door de verhuurder kan worden uitgewonnen
voor huurpenningen die verschuldigd raken na de faillietverklaring. Voor dergelijke vorderingen,
indien dat zogenaamde boedelvorderingen zijn, is het stil pandrecht zelfs hoger in rang dan het
bodemvoorrecht van de fiscus.
De casus was als volgt. Heineken had op grond van de met haar huurder gesloten
huurovereenkomst een bezitloos pandrecht gevestigd op de bedrijfsinventaris van de huurder.
Toen de huurder failleerde, zijn de verpande inventarissen verkocht. Zowel de curator als
Heineken als de verhuurder maakten aanspraak op de opbrengst. Het Hof komt tot de conclusie
dat (mits juist geformuleerd) het pandrecht mede strekt tot zekerheid voor de boedelvorderingen
die de verhuurder verkrijgt na de faillietverklaring.
De curator heeft nog beargumenteerd dat, nu sprake was van een stil pandrecht, de opbrengst
ten goede zou moeten komen aan de fiscus. De Invorderingswet bepaalt namelijk dat ingeval
van een stil pandrecht op inventarissen, de fiscus in rang boven de pandhouder gaat. Het Hof
oordeelt dat het (bodem)voorrecht alleen hoger in rang is bij verdeling van de opbrengst onder
schuldeisers van wie vorderingen zijn ontstaan vóór de faillietverklaring of wanneer de
opbrengst wordt verdeeld onder boedelschuldeisers en de fiscus dus een boedelvordering
heeft. Boedelvorderingen en faillissementsvorderingen concurreren niet met elkaar. Alle
boedelvorderingen dienen namelijk (ongeacht hun rang) te worden voldaan vóór
faillissementsvorderingen. Dat is alleen anders wanneer de faillissementsvordering is
gesecureerd met een pand- of hypotheekrecht. De pand- of hypotheekhouder kan namelijk zijn
rechten uitoefenen als ware er geen faillissement. Het Hof kwam dus tot een oordeel dat een
fiscale faillissementsvordering geen voorrang geniet boven een door pandrecht gesecureerde
boedelvordering, ook al is dat pandrecht gevestigd op bodemzaken.
pagina 2
In de praktijk is een pandrecht op inventarissen pas waardevol wanneer er geen fiscale
vorderingen zijn of de opbrengst van de inventarissen hoger is dan de fiscale vorderingen.
Wanneer de opbrengst van de inventarissen lager is dan de fiscale vorderingen, is het
pandrecht op de inventarissen waardeloos. De fiscus heeft dan namelijk recht op de opbrengst.
Vóór 1 januari 2013 kon de pandhouder op inventarissen het bodemvoorrecht van de fiscus nog
pareren door bijvoorbeeld de inventarissen vóór het faillissement uit het bedrijfspand te
verwijderen. Door de wijziging van de Invorderingswet heeft dat echter geen zin meer. Gelet op
voornoemd arrest van het Gerechtshof is dat niet het geval indien de pandhouder een
boedelvordering heeft.
Onder normale omstandigheden heeft de verhuurder ingeval van faillissement nagenoeg altijd
een boedelvordering. Die boedelvordering kan derhalve met een stil pandrecht op inventarissen
worden gesecureerd en dat pandrecht is wél waardevol. Een boedelschuldeiser met een
pandrecht op inventarissen kan zijn pandrecht namelijk uitoefenen alsof er geen faillissement is.
Onduidelijk is hoe deze situatie zou uitpakken wanneer er een tweede pandrecht op de
bodemzaken zou zijn gevestigd ten behoeve van de verhuurder en een eerste pandrecht voor
de bank. De bank beschikt doorgaans namelijk niet over boedelvorderingen. Hoe de verdeling
van de opbrengst dan zou zijn, is (nog) niet duidelijk.
Voor vragen en/of opmerkingen naar aanleiding van deze nieuwsbrief kunt u zich wenden tot:
Joppe Steverink
Maartje van der Beek
[email protected]
[email protected]
026 – 3 777 137
026 – 3 777 111
Disclaimer
De informatie in deze nieuwsbrief is bedoeld ter voorlichting van cliënten en andere relaties en kan niet worden gebruikt als advies in
individuele situaties. In die gevallen kan vanzelfsprekend een op de specifieke situatie toegesneden advies worden gegeven.
Hoewel deze nieuwsbrief met de grootst mogelijke zorgvuldigheid tot stand is gekomen, aanvaardt Hekkelman Advocaten N.V. geen
enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten of andere onjuistheden (of de gevolgen daarvan).
© Hekkelman Advocaten N.V.