PDFVeelgestelde vragen rond

Pijler 2 steun – LV
Versie 3/4/2015
VEELGESTELDE VRAGEN ROND AGROMILIEUMAATREGELEN
Welke agromilieumaatregelen zijn opgenomen in het nieuwe PDPO III?
 Mechanische onkruidbestrijding
 Teelt van vlinderbloemigen
 Verwarringstechniek in de fruitteelt
 Teelt van vezelvlas met verminderde bemesting
 Teelt van vezelhennep met verminderde bemesting
 Behoud van lokale veerassen
Andere PDPO III-maatregelen:
 Aanplantsubsidie voor boslandbouwsystemen (agroforestry)
 Hectaresteun voor de biologische productiemethode
Infofiches per maatregel: Op www.vlaanderen.be/landbouw/glb2020 vindt u per maatregel een informatiefiche
met de subsidievoorwaarden die gelden vanaf 2015.
Dit document bevat veel gestelde vragen en antwoorden met betrekking tot agromilieumaatregelen.
Inhoud
1 Algemeen .......................................................................................................................... 1
2 Maatregelspecifieke informatie ............................................................................................. 2
2.1 Agromilieumaatregel teelt van vlinderbloemigen (VLI) .......................................................... 2
2.2 Agromilieumaatregel behoud van lokale veerassen ............................................................... 4
2.3 Agromilieumaatregel teelt van vezelhennep/vezelvlas met verminderde bemesting (HNP/VLS)…… 4
2.4 Agromilieumaatregel verwarringstechniek in de fruitteelt ....................................................... 4
1 Algemeen
1.1 Waarom moet in het jaar voorafgaand aan de start van een LV-agromilieuverbintenis een
verbintenisaanvraag worden ingediend uiterlijk op 30/11 via het e-loket?
Een nieuwe verbintenisaanvraag kan NIET langer via de verzamelaanvraag, maar moet via een voorafgaande
INSCHRIJVING o.a. omwille van:
- Conformiteit EU-regelgeving, VLM en andere lidstaten
- Subsidievoorwaarden van de nieuwe verbintenissen starten al op 1 januari
- Budgetcontrole (eventuele selectie van dossiers als er te veel aanvragen zijn)
1.2 Wat als het budget voor een maatregel overschreden wordt?
De bevoegde entiteit beoordeelt jaarlijks de verbintenisaanvragen op basis van het budget dat in dat jaar
beschikbaar is voor de maatregel. Als het beschikbare budget ontoereikend is, wordt eventueel een selectie (of
een lager bedrag) toegepast op basis van criteria van economische doelmatigheid en milieuefficiëntie
(oppervlakte, aantal dieren, teelt, ras).
1.3 Ik diende een verbintenisaanvraag voor een agromilieuverbintenis in in het najaar 2014, maar in 2015
kan ik het alsnog niet doen door omstandigheden. Wat dan?
De voorafgaande aanvraag voor een nieuwe vijfjarige agromilieuverbintenis in het najaar is een
verbintenisaanvraag waarbij de verbintenis start op 1 januari 2015. Als er geen betalingsaanvraag gebeurt in de
VA2015 (eerste jaar van de verbintenis) dan zal de verbintenis stopgezet worden zonder gevolg. Als er echter in
de aanvraag tot aanpassing gekozen wordt om een lopende vijfjarige verbintenis (gestart in 2013 of vroeger)
1
verder te zetten met dezelfde verbintenisoppervlakte, dan moet de lopende verbintenis gedurende de
resterende looptijd wel verder nageleefd worden onder de nieuwe PDPO III-subsidievoorwaarden.
1.4 Ik deed geen aanvraag voor agromilieuverbintenissen 2015. Kan ik dan dit jaar een verbintenis vanaf
2016 aanvragen?
Dat zal volgens de huidige wetgeving mogelijk zijn als er voldoende budget beschikbaar is. Door de gewijzigde
aanvraagprocedure van subsidies vanaf 2015 kunnen via de verzamelaanvraag geen nieuwe verbintenissen
meer gesloten worden. U moet voortaan tijdens de aanvraagperiode uw aanvraag indienen voorafgaand aan
de start van uw nieuwe verbintenis. Een verbintenis vangt steeds aan op 1 januari van het jaar volgend op het
jaar van de verbintenisaanvraag. Als u een nieuwe vijfjarige verbintenis wil aanvragen die start op 1 januari
2016 moet u een verbintenisaanvraag indienen uiterlijk 30 november 2015.
1.5 Kan een landbouwer die een nieuwe verbintenis wil aangaan, maar nu nog bezig is met aanplant
van bijvoorbeeld nieuwe fruitbomen, volgend jaar zijn verbintenisoppervlakte verhogen? Wat
indien de verhoging van de oppervlakte/aantal meer dan 120% bedraagt?
Iemand die in 2015 subsidie wil ontvangen, moest zich voorafgaand inschrijven via het e-loket tot uiterlijk 30
november. In een inschrijving moet de verbintenisoppervlakte of het verbintenisaantal gekozen worden. Deze
verbintenisoppervlakte of dit verbintenisaantal moet minimaal nageleefd worden gedurende vijf jaar. Deze
vaste verbintenisoppervlakte of verbintenisaantal kan NIET meer gewijzigd worden na 30 november! Jaarlijks
kan dan maximaal voor 120% van de verbintenisoppervlakte/verbintenisaantal betaald worden.
Hij kan in het tweede, derde, vierde of vijfde jaar tijdens de inschrijvingsperiode een vervanging indienen om
een nieuwe vijfjarige verbintenis aan te gaan met een verbintenisoppervlakte of een verbintenisaantal dat
groter is dan 120% van de huidige verbintenisoppervlakte of verbintenisaantal. In het tweede en het derde jaar
kan de landbouwer tijdens de inschrijvingsperiode een uitbreiding indienen om de
verbintenisoppervlakte/verbintenisaantal te verhogen tot maximaal 120% van de huidige
verbintenisoppervlakte/verbintenisaantal. Er kan daarna tot maximaal 120% van de verhoogde
verbintenisoppervlakte of verbintenisaantal betaald worden.
Cfr. Uitbreidingsregels in de fiche Subsidies voor agromilieumaatregelen – algemeen op de LV website
www.vlaanderen.be/landbouw/glb2020.
1.6 Wat kan gecombineerd worden?
Op de website www.vlaanderen.be/landbouw/glb2020 vindt u onder Combinatie alle info over de combinaties
van de subsidiemaatregelen.
Combinaties:
- Zie fiche ‘Dubbele financiering en combinaties van subsidiemaatregelen’
- Zie ‘Flowchart dubbele financiering’
- Zie ‘Combinaties EAG vergroening met agromilieumaatregelen beheerovereenkomsten en hectaresteun
bio’
- Zie ‘Combinaties agromilieumaatregelen beheerovereenkomsten en hectaresteun bio
- Zie ook ‘Veelgestelde vragen over dubbele financiering en combinaties van subsidiemaatregelen’
2 Maatregelspecifieke informatie
2.1 Agromilieumaatregel teelt van vlinderbloemigen (VLI)
2.1.1 Moet een nieuw perceel voor VLI ingezaaid zijn bij aanvang van het jaar? Bijvoorbeeld na laat gerooide
bieten: moet de VLI er staan vanaf 1 januari?
Neen, een nieuw perceel moet ingezaaid zijn vóór 1 juni van het jaar in kwestie.
2
2.1.2 Mag ik VLI aanvragen op een perceel met nulbemesting?
Ja.
2.1.3 Komt doorzaai van klaver in bestaand gras in aanmerking voor de VLI-premie vanaf 2015? Is het voldoende
dat bij een eventuele controle de landbouwer de factuur kan voorleggen van de kilo’s klaver die zijn
doorgezaaid?
Ja, bij gebruik van voldoende gecertificeerd zaaizaad (min. 3 kg/ha witte klaver, 6 kg/ha rode klaver of 6 kg/ha
bij combinatie witte en rode klaver) komt doorzaai in aanmerking voor VLI.
2.1.4 Mag ik VLI aanvragen in een VEN-gebied waarbij de klaver wordt doorgezaaid?
In een VEN-gebied moet u voldoen aan de milieuwetgeving: http://www.natuurenbos.be/nlBE/natuurbeleid/natuur-en-natura- 2000/ven_en_ivon/magda. Zoek op ‘doorzaai’.
Binnen het VEN blijft het normale beheer door maaien of begrazen noodzakelijk om de graslanden te kunnen
behouden. Graslanden met een belangrijke natuurwaarde (de historisch permanente graslanden) mag men niet
frezen, doorzaaien, …
Het hangt er dus van af of uw perceel volgens ANB een historisch permanent grasland (HPG) is.
2.1.5 Hoeveel klaver moet er voorkomen op een perceel grasklaver bij controle, ervan uitgaande dat de
landbouwer voldoende facturen kan voorleggen?
De klaver moet duidelijk zichtbaar en verspreid over het perceel aanwezig zijn. De landbouwer is altijd
verantwoordelijk om er voor te zorgen dat de klaver behouden blijft en indien nodig om bij te zaaien.
2.1.6 Komen duivenbonen, in de volksmond paardenbonen, die worden gebruikt voor voeders voor dieren in
aanmerking voor VLI vanaf 2015?
Ja, die kunnen voor VLI en/of voor vergroening (EAG) aangegeven worden als teeltcode ‘52’ (Veld- en
tuinbonen).
2.1.7 Tot wanneer is nabegrazing (na 15 augustus) bij VLI toegestaan onder de nieuwe PDPO IIIsubsidievoorwaarden?
Nabegrazing is toegestaan tot uiterlijk 15 februari van het jaar volgend op de aanvraag (dus zolang de teelt
behouden moet blijven).
2.1.8 Ik heb een afgelopen VLI-verbintenis. Moet ik bij het aangaan van een nieuwe vijfjarige verbintenis opnieuw
inzaaien?
Als er nog voldoende klaver aanwezig is, volstaan ook eerdere facturen en certificaten voor de percelen uit
een voorafgaande afgelopen verbintenis.
2.1.9 Is er interferentie voor een perceel VLI (grasklaver of grasluzerne) met het behoud van blijvend grasland uit
de vergroening?
Er is mogelijk wel interferentie met het behoud van blijvend grasland uit de vergroening als altijd hetzelfde
perceel aangeven wordt. Een perceel met grasklaver of grasluzerne wordt na 5 jaar blijvend grasland, maar
omwille van de VLI maatregel is er vrijstelling van inzaaiverplichting als het perceel gescheurd wordt in het
jaar na aflopen van de maatregel EN als de Vlaamse ratio met meer dan 5% is gedaald. Met andere woorden,
door de VLI-maatregel krijgt de landbouwer vrijstelling van inzaaiverplichting of herstelmaatregelen, als die
zich zouden opdringen. Maar die vrijstelling geldt enkel in het jaar na afloop van de VLI-maatregel.
2.1.10 Zijn de betalingsrechten en VLI-premie combineerbaar?
Ja, de uitbetaling van de basis betaalrechten en VLI zijn combineerbaar. Enkel de uitbetaling van de
vergroeningspremie en de VLI-premie zijn niet combineerbaar indien het VLI-perceel gebruikt wordt als EAG
3
(als stikstofbindend gewas). In dat geval zal de VLI-premie niet betaald worden (kan enkel bij klaver, luzerne,
erwten en bonen want mengsels met gras kunnen niet als EAG).
2.2 Agromilieumaatregel behoud van lokale veerassen
2.2.1 In de nieuwe verbintenissen voor speciale rundveerassen is een minimum van 20 dieren opgelegd. Als een
landbouwer 10 van het ene speciale ras en 10 van een ander speciaal ras zou hebben, is dat dan voldoende om
een verbintenis af te sluiten of is het per soort ras?
Ja, is voldoende. De voorwaarden van min. 20 dieren is niet per ras, maar over alle veerassen per diersoort
samen.
2.2.2 Moeten de betrokken veehouders bij hun aanvraag van de subsidie voor lokale rundveerassen via e-loket
ook aangeven of ze MPR doen of niet ?
Nee, dat is niet nodig. Deze gegevens worden rechtstreeks van het stamboek bekomen. Landbouwers die MPR
doen, zullen automatisch de extra toelage krijgen indien ze een verbintenis hebben. In de verbintenisaanvraag
via e-loket tot uiterlijk 30 november in het jaar voorafgaand aan de start van de verbintenis moet enkel het
ras en het verbintenisaantal worden ingevuld.
2.3 Agromilieumaatregel teelt van vezelhennep/vezelvlas met verminderde
bemesting (HNP/VLS)
2.3.1 Eén van de voorwaarden voor de nieuwe vezelvlaspremie is dat er geen N-meststoffen mogen opgebracht
worden. Mag er dan ook geen dierlijke mest opgebracht worden?
In de gebruiksperiode (vanaf 1 januari tot en met 10 augustus) mag enkel PK meststof worden opgebracht, geen
stikstofmeststof (N), en dus ook geen dierlijke mest.
2.3.2 Mogen de facturen (zaaizaden/bemesting) op naam van de vlasser staan? Mag het dan een kopie zijn?
Neen, de factuur/bestelbon moet op naam staan van diegene die de verbintenis aangaat. De vlasser die zaad in
bulk heeft gekocht zal aan de landbouwer een deel van het zaad moeten bezorgen en er moet een
factuur/bestelbon zijn aan de landbouwer voor de hoeveelheid zaad die op zijn perceel zal gebruikt worden.
Idem voor de meststoffen.
2.3.3 Kan een landbouwer die vezelhennep wil telen voor eigen gebruik ook een nieuwe verbintenis aangaan?
Een landbouwer kan een verbintenis aangaan als hij de vezelhennep teelt voor ‘eigen gebruik’ zolang dat eigen
gebruik inhoudt dat hij de vezelhennep laat zwingelen (zoals bij vlas) voor de productie van vezels. Dit moet
hij dan kunnen aantonen met een verwerkingscontract. Hij kan geen verbintenis aangaan als hij de hennep wil
hakselen voor dierenvoeder, zaad of er iets anders mee wil doen.
2.4 Agromilieumaatregel verwarringstechniek in de fruitteelt
2.4.1 Komt druiventeelt in aanmerking voor de agromilieumaatregel verwarringstechniek?
Momenteel zijn er geen toepassingen met feromoonverwarringsmiddelen in de druiventeelt erkend in België.
Bijgevolg kan er momenteel geen aanvraag ingediend worden. Indien er in de toekomst wel producten erkend
zouden worden, zal dit gecommuniceerd worden.
4