Tekst bij de toolboxen (PDF)

Om te onthouden
Veiligheidsindex Bouw
Wat is de Veiligheidsindex Bouw (VI)?
De veiligheidsindex is een instrument om de veiligheid op de bouwplaats te meten. De metingen
kunnen door iedereen (leidinggevenden, medewerkers, veiligheidskundigen) kunnen worden
uitgevoerd en kosten ongeveer een half uurtje tijd. De meting bestaat uit het zetten van turfjes voor
situaties die correct of niet correct zijn op de bouwplaats. Deze turfjes zet je op een papieren
waarnemingsformulier met behulp van een checklist (instructiekaart).
De resultaten van het eigen bedrijf zijn te vergelijken met die van andere bedrijven.
Hoe werkt het?
De veiligheidsindex wordt per toerbeurt uitgevoerd door één, liefst twee waarnemers. Je verdeelt de
bouwplaats in hapklare stukjes die je helemaal kunt overzien, de zogenaamde waarnemingsgebieden.
Je gaat op een plek staan waar je het desbetreffende waarnemingsgebied helemaal kan overzien.
Vervolgens beoordeel je aan de hand van de instructiekaart voor elk onderdeel (beginnende met
werkgewoontes, dan steigers, enzovoort) welke situaties correct zijn en welke niet. Je turft zowel de
situaties die goed zijn (in de kolom “correct”), als die niet goed zijn (in de kolom “niet correct” ) op het
waarnemingsformulier. Je turft dus niet alleen de situaties die fout zijn! Daarna ga je naar het
volgende waarnemingsgebied en doe je hetzelfde. Dit doe je totdat je de hele bouwplaats hebt
beoordeeld.
Berekenen van de Veiligheidsindex
Met de meetgegevens die op het waarnemingsformulier zijn ingevuld, wordt de veiligheidsindex
berekend. Om een goede indruk te krijgen is het nodig dat:
- elke ronde in totaal minstens 100 situaties zijn geturfd;
- alle correcte en niet-correcte situaties zijn aangegeven;
- twijfelgevallen zijn genoteerd en besproken met de uitvoerder.
De berekening doe je volgens de formule op het waarnemingsformulier. Je krijgt een getal tussen de 1
en de 100, en hoe hoger het getal is, hoe veiliger de bouwplaats op dat moment was.
Wie kunnen er mee werken?
Iedereen kan de metingen doen. Het werkt het beste als je in tweetallen de waarnemingen doet, dan
kun je twijfelgevallen direct bespreken. Blijven er dan nog twijfelgevallen dan noteer je deze om later
te bespreken in bijvoorbeeld een werkoverleg. Je doet de waarnemingen op basis van je eigen
inschatting van wel/niet veilig met behulp van de aanwijzingen op de instructiekaart. Het is niet erg als
er af een toe een inschattingsfout wordt gemaakt. Doordat je veel turfjes zet, zal het eindresultaat
toch een goed beeld geven.
Hoe vaak?
In een fase waarin er nog veel verandert doe je idealiter 1x per week een meetronde. In een fase
waarin er minder verandert is 1x per 2 weken genoeg.
Direct aan de slag
Op de website www.veiligheidsindexbouw.nl kun je alles wat je nodig hebt downloaden. Hier kun je
ook meer informatie vinden.
Om vertrouwd te raken met de veiligheidsindex zijn er ook een filmpje en een game om mee te
oefenen.
Toolbox Veiligheidsindex Bouw
© Stichting Arbouw 2011. Alle rechten voorbehouden