Speech VNG-voorzitter Jorritsma - Vereniging van Nederlandse

ALLEEN HET GESPROKEN WOORD GELDT
VNG-Bestuurdersdag 30 maart 2015 in Nieuwegein
Speech VNG voorzitter Annemarie Jorritsma
Dames en heren,
Welkom op alweer de vierde VNG Bestuurdersdag! Het doet mij deugd dat ook de
raadsleden onze Vereniging opnieuw weten te vinden. Dat was ook een van de
redenen om VNG Bestuurdersdagen te organiseren.
Link met agenda “Gemeenten 2020”
Dames en heren,
Deze bestuurdersdag staat in het teken van “Regionale economische groei”. Een
thema dat ook in de voorbereiding van de agenda “Gemeenten 2020” een centrale
positie inneemt. Deze agenda willen we straks met u vaststellen in de ALV van 3 juni.
Op dit moment worden in alle provincies bijeenkomsten gehouden waarin u mee kunt
denken over deze agenda. Een aantal van u zal daar ongetwijfeld al zijn inbreng
hebben gehad. Inmiddels zijn er levendige discussies geweest in de provincies
Zeeland, Flevoland, Drenthe, Utrecht, Noord-Holland en Brabant.
De eerste schoten voor de boeg zijn inmiddels gelost, ook op het thema van de
regionale economische groei. Een greep uit de suggesties, beelden en hartenkreten:
-
“Zoek naar kansen, denk creatief en out of the box. Laat dingen gebeuren, dat
is mijn motto.”
-
“Er is een flink verschil tussen stad en de periferie. De werkgelegenheid zit
vooral in de steden. In de periferie kunnen we meer en beter samenwerken”
“We moeten over de landsgrenzen heen kijken en kansen grijpen. Zo zijn er
bijvoorbeeld 800 vacatures voor technisch personeel in Gent. De Belgen zitten
-
te springen om onze mensen, maar wij doen er niets mee behalve het ze
-
moeilijk maken met allerlei regelgeving”
“Bestaat mijn provincie straks nog wel? Provinciegrenzen zijn niet heilig, maar
de eigen identiteit van de streek is wel belangrijk”
-
“Met elkaar concurreren, zoals we vroeger allemaal een eigen bedrijventerrein
wilden, is niet meer van deze tijd. Het moet niet uitmaken of bedrijf X in
Groningen of Drenthe komt, als ie maar komt.”
-
“Wellicht maken we in 2020 onderscheid tussen een ‘burgergemeente’ en een
‘productgemeente’. Producten als paspoorten en vergunningen kun je immers
als gemeenten gezamenlijk oppakken vanuit één servicecentrum”
-
Overigens is men het ook wel eens niet geheel met elkaar eens. Zo stelt de
een deelnemer “het zal Drenthe alleen niet zal lukken om weer een bloeiende
economie te krijgen. Daarvoor is samenwerking nodig op Noord-Nederlandse
schaal”.
Een ander gelooft niet zo in die noordelijke schaal. “Laat ze
lekker hun gang gaan daar. Wij moeten zorgen dat de kracht in ons gebied
blijft.”
-
Verder is opvallend dat sommige gemeenten nog veel ruimte voor verbetering
zien en andere gemeenten menen dat ze er eigenlijk al wel zijn. Zo stelde een
van de deelnemers: “In mijn opinie is mijn gemeente een stuk verder van de
rest van Flevoland. Kijk bijvoorbeeld naar servicegerichtheid. Burgers doen
hier al veel zelf, in alle vertrouwen.” Ik zal de naam van de betreffende
gemeente niet noemen, maar kan u in vertrouwen wel meedelen dat het niet
Almere was.
Graag maak ik nog even reclame voor de bijeenkomsten in de overige provincies, die
alle in april worden gehouden:
- Gelderland (1 april)
-
Overijssel (1 april)
-
Friesland (7 april)
-
Zuid-Holland (17 april)
-
Groningen (23 april)
-
In Limburg is gekozen voor een online raadpleging.
De lokale bestuurders uit deze provincies zijn van harte uitgenodigd om hier mee te
denken over onze agenda Gemeenten 2020!
Thema “Regionale economische groei”
Dames en heren,
Voordat we naar onze gasten overgaan, wil ik graag een korte inhoudelijke aftrap op
het thema van deze dag geven.
Allereerst stel ik vast dat de Nederlandse economie op dit moment gelukkig weer een
beetje beter draait. Dat mag echter geen reden zijn om achterover te leunen.
Integendeel, dat moet ons juist aanmoedigen om de handen uit de mouwen te
steken. Na een aanzienlijke periode van recessie en moeizame vooruitgang is het de
uitdaging voor de komende jaren om alle mogelijkheden aan te grijpen om regionale
groei en innovatie te stimuleren. Ook in regio’s waar het nu relatief goed gaat en de
werkloosheid laag is, moeten we de juiste voorwaarden scheppen om ervoor te
zorgen dat het ook in de toekomst goed blijft gaan.
Uitgaan van eigen identiteit en kracht
Dames en heren,
Elke regio en elke gemeenschap heeft zijn eigen kenmerkende kracht. Een kracht
die kan liggen in recreatie, industrie, landbouw, onderwijs, of op welk ander terrein
dan ook. De verdere ontwikkeling en versterking van die unieke kracht bepaalt ook
het economische succes. Dat geldt voor grote en voor kleine gemeenten. En dat
geldt ook voor regionale samenwerking op macro- & microniveau.
Gemeenten, groot en klein, kunnen daaraan verschillende bijdragen leveren. Welke
bijdragen? Dat is lokaal en regionaal maatwerk.
In elk geval kunnen ze voor optimale randvoorwaarden zorgen:
1) Door hun ondernemers te kennen en te weten waar hun ambities liggen
2) Door te zorgen voor een goed vestigingsklimaat, dat begint bij een helder
integraal beleid en één aanspreekpunt voor het bedrijfsleven. In andere
woorden “de rode loper uitrollen”
3) Door het bij elkaar brengen van economisch beleid en arbeidsmarktbeleid tot
een helder integraal verhaal
4) Door het samenbrengen van bedrijven en kennisinstellingen en hen slim te
ondersteunen
5) Door elkaar niet te beconcurreren maar aan te vullen en samen te werken.
Toegang tot financiële middelen
Dames en heren,
We kunnen de economie echt versterken als steden en regio’s meer mogelijkheden
krijgen om te investeren in lokale en regionale kansen. Dat kan door bestaande
overheidsbudgetten voor het stimuleren van innovatie en groei rechtstreeks aan de
regio’s te geven. Die regio’s kunnen hiermee samenwerking en innovatie bevorderen,
de fysieke en digitale bereikbaarheid vergroten en zorgen voor meer toegang tot
kapitaal. Vooral het midden- en kleinbedrijf is hiermee gebaat.
Ik ga hier niet vooruitlopen op onze commissie Financiële ruimte voor gemeenten
onder voorzitterschap van Alexander Rinnooy-Kan, die ‘gemeenten en regio’s als
economische motor’ als een van haar aandachtspunten heeft. Daar horen we meer
over in juni. En ik ga me hier ook niet uitspreken over wijzigingen in de Wet
Houdbaarheid Overheidsfinanciën (Wet Hof).
Wel vind ik dat de regio’s een belangrijker rol moeten krijgen in de toewijzing van
budgetten. Sinds het WRR-advies uit 2013, waarin hier ook voor werd gepleit, heeft
Den Haag nog geen stappen in deze richting gezet. Dat moet nu snel gebeuren,
want regio’s zitten dichter op het bedrijfsleven en weten daardoor beter wat hen
concreet kan helpen.
Daarnaast kan ik me voorstellen dat we gezamenlijk investeringsruimte ontwikkelen
bij grote institutionele beleggers in ons land. Een slimme schakel tussen grote
investeerders en de regio is nodig voor het mobiliseren van de innovatiekracht die
vaak op lokaal niveau te vinden is.
Samenwerking in flexibele netwerken
“Economie” laat zich niet vangen binnen bestuurlijke grenzen.
De bekende roep om opschaling van gemeenten is inmiddels een antwoord van
gisteren. Het gaat niet om de schaalgrootte van individuele gemeenten, maar om de
schaalgrootte van de regio waarbinnen partijen elkaar vinden. Alleen door
samenwerking te zoeken in flexibele netwerken van gemeenten met elkaar en met
partners uit bedrijfsleven, andere overheden en kennisinstellingen, lukt het om de
economie een impuls te geven. Gemeenten doen dat natuurlijk vanuit hun rol als
lokale, eerste overheid voor hun burgers. Dat vraagt om een goede verbinding met
de identiteit van burgers en van de regio.
Globalisering en internationale positie gemeenten en VNG
Dames en heren,
Het open karakter van onze economie en de voortgaande globalisering, vragen van
ons een internationale blik. In ieder geval Europees en soms ook nog daarbuiten. In
internationaal opzicht geldt de noodzaak tot samenwerking misschien nog wel in
versterkte mate, ook voor wat betreft de schaal waarop wordt samengewerkt. Het
heeft geen zin dat Nederlandse regio’s elkaar gaan beconcurreren; samen moeten
we aantrekkelijk zijn ten opzichte van andere regio’s in Europa. Pas daarna doet het
er toe wáár in Nederland een bedrijf zich vestigt. Dat vergt een sterk gezamenlijk
profiel in de wereld, en dat op zijn beurt vergt opnieuw een goede samenwerking
tussen overheid, bedrijfsleven, kennisinstellingen. En binnen de overheid tussen
rijksoverheid en gemeenten.
In wezen zijn wij allemaal ambassadeurs van Nederland.
Als ik voor Almere in het buitenland ben, ben ik tevens even het gezicht van
Nederland. Bij de ontvangst van buitenlandse delegaties in Nederland geldt dat
evenzeer. En Nederlandse gemeenten hebben met elkaar meer dan duizend
zustergemeenten, nog afgezien van de internationale netwerken en koepels waar we
in deelnemen. We moeten ons daar bewuster van zijn! Dat vergt kennis van elkaars
contacten, de bereidheid die voor elkaar in te zetten en een structuur om tot
gezamenlijke prioriteiten te komen. Daarom neemt de VNG deel in de Dutch Trade
and Investment Board (DTIB).
Programma regionale economische ontwikkeling en arbeidsmarkt
De VNG is inmiddels gestart met een programma “Regionale economische
ontwikkeling en arbeidsmarkt”. Hier nemen we samen succesvolle regio’s onder de
loep, analyseren we succesfactoren en verspreiden we kennis. We verbinden van
daaruit gemeenten met elkaar en met andere partijen, om de uitvoeringskracht van
de gemeenten te versterken, ten behoeve van regionale groei.
Vandaag wordt een factsheet verspreid, waarin dieper wordt ingegaan op het
programma. En mocht u het vandaag mislopen, dan kunt u het factsheet vinden op
de website van de VNG, onder het thema “Economie”.
Tot slot
Dames en heren,
Tot zover een aantal inleidende beschietingen op het thema “Regionale
economische groei”. Ik ben zeer benieuwd wat onze gasten hierover zullen vertellen
en heb er het volste vertrouwen in dat hun verhalen ons inspiratie en houvast zullen
bieden. Dat kan toch ook bijna niet anders met verhalen over de samenwerking in de
metropool Rotterdam-Den Haag, de agenda groei van VNO/NCW, het programma
Kennis voor Krachtige Steden en duurzaam ondernemen. En om misverstanden te
voorkomen wil ik hier graag nog eens benadrukken dat er bij al deze thema’s
aandacht is voor de samenwerking tussen grote én kleine gemeenten. Economische
samenwerking houdt zich immers niet aan gemeentegrenzen en is letterlijk
“grenzenloos”.
Onze dagvoorzitter van vandaag is Ester van Rijswijk. Naast journalist en econoom,
is zij co-founder van “Mattermap”. Dat laatste is een methode om orde in
informatiechaos te scheppen. En dat kan natuurlijk ook vandaag zeker geen kwaad!
Ik wens u allen een hele mooie dag toe!”