D/2015/3241/090 SVR-st@ts 2015/4 Werkzaamheidsgraad van eenoudergezinnen blijft laag Van de ruim 1 miljoen gezinnen met inwonende kinderen in het Vlaamse Gewest staat vandaag in 21% van de gevallen een alleenstaande ouder aan het hoofd. Het aandeel eenoudergezinnen is de laatste decennia fors toegenomen en is nog groeiend. In absolute aantallen groeiden zij met ruim 75.000 eenheden ten opzichte van 1990, of een stijging van 51% op een kwart eeuw tijd. Het totale aantal alleenstaande ouders in Vlaanderen bedraagt in 2014 ruim 220.000. In ruim 8 op de 10 eenoudergezinnen is de moeder gezinshoofd. De socio-economische positie van eenoudergezinnen blijft evenwel zwak. Ze kennen een lage arbeidsparticipatie: slechts 54% van de alleenstaande ouders is aan het werk. De zwakke positie van Vlaanderen in Europa komt grotendeels op het conto van 50-plussers. We kunnen de werkzaamheidsgraad, die de mate aangeeft waarin de bevolking op arbeidsleeftijd aan het werk is, opdelen naar gezinstype, waarbij we personen in eenoudergezinnen vergelijken met de werkzaamheidsgraad van personen in volgende gezinstypes: gehuwde paren zonder kinderen, gehuwde paren met kinderen, ongehuwde paren zonder kinderen, ongehuwde paren met kinderen en eenpersoonshuishoudens. Werkzaamheidsgraad (15-64 jaar) naar gezinstype in het Vlaamse Gewest, 2013, in % Gehuwd paar zonder kinderen 53,8% Eenoudergezin 54,1% Eenpersoonshuishouden 67,2% Gehuwd paar met kinderen 68,1% Ongehuwd paar met kinderen 80,6% Ongehuwd paar zonder kinderen 83,4% Totaal Bron: EAK (ADS). 66,2% 0 20 De werkzaamheidsgraad van eenoudergezinnen bedraagt 54,1% in 2013. Dat is een stuk lager dan de globale werkzaamheidsgraad van 66,2% over alle gezinstypes heen. Op één gezinstype na hebben eenoudergezinnen het laagste percentage werkzame 40 60 80 100 personen. Gehuwde paren zonder kinderen hebben een nagenoeg even lage werkzaamheid (53,8%). Ongehuwde paren zonder kinderen laten veruit de hoogste werkzaamheid noteren (83,4%). Werkzaamheidsgraad (25-49 jaar) naar gezinstype en geslacht in het Vlaamse Gewest, 2013, in % Eenoudergezin Eenpersoonshuishouden Gehuwd paar met kinderen Gehuwd paar zonder kinderen Ongehuwd paar met kinderen Ongehuwd paar zonder kinderen Totaal 0 20 40 Mannen Bron: EAK (ADS). 60 80 Vrouwen In het jongere segment (25-49 jaar) hebben personen in eenoudergezinnen de laagste werkzaamheidsgraad van alle gezinstypes. Drie kwart (76%) van de alleenstaande ouders in 100 Totaal deze leeftijdsklasse is aan de slag. Ongehuwde paren zonder kinderen hebben de hoogste werkzaamheidsgraad: van hen is 90% aan het werk. Werkzaamheidsgraad (50-64 jaar) naar gezinstype en geslacht in het Vlaamse Gewest, 2013, in % Gehuwd paar zonder kinderen Eenpersoonshuishouden Ongehuwd paar zonder kinderen Eenoudergezin Gehuwd paar met kinderen Ongehuwd paar met kinderen Totaal 0 Bron: EAK (ADS). 10 20 Mannen De werkzaamheidsgraad in het oudere segment van de bevolking (de 50-plussers) daalt met 29 procentpunten ten opzichte van de werkzaamheid in het jongere segment. In alle gezinstypes doet zich een daling voor. Maar de daling ten aanzien van het jongere segment is veruit het grootst (een 30 40 50 Vrouwen 60 70 80 90 Totaal relatieve daling van 49%) bij kinderloze gehuwde paren en bij eenpersoonshuishoudens (40%). Gehuwde paren met kinderen laten de kleinste daling (een relatieve afname van 8%) optekenen in werkzaamheid na leeftijd 50. Eenoudergezinnen situeren zich tussenin met een daling van 18%. Op oudere leeftijden laten de eenoudergezinnen de eenpersoonshuishoudens en de kinderloze gehuwde paren daarmee achter zich in de rangschikking. Hun werkzaamheidsgraad ligt met 62,7% hoger dan de globale werkzaamheidsgraad op deze leeftijden (50-64 jaar): slechts 56,5% van de bevolking is nog aan de slag na leeftijd 50 (63,1% van de mannen en 49,9% van de vrouwen). In Europees perspectief springt de zwakkere positie van Vlaanderen (en België) inzake werkzaamheid van eenoudergezinnen onmiddellijk in het oog. Werkzaamheidsgraad van eenoudergezinnen en van totale bevolking, Vlaams Gewest, EU-15, EU-28 en enkele Europese landen, 2013, in % Bron: EAK (ADS, Eurostat). ur g ijk Lu xe mb t nr ste Oo ew es l ië d V la am sG It a d la n la n it s Du kr an Fr Fin ijk nd ë rl a lg i de Ne Be -1 5 -28 EU EU g ur ijk nr mb xe Lu la n d ste Oo l ië Fin d It a la n it s kr Du Fr rl a de Ne an nd t ë es lg i ew (25-49 jaar) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 V la am sG Be -1 5 EU -28 EU ijk (15-64 jaar) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Eenoudergezinnen Het Vlaamse Gewest scoort niet alleen zwakker vergeleken met de buurlanden Frankrijk, Nederland, Duitsland en Luxemburg, maar ook zwakker dan landen als Italië, Finland en Oostenrijk. De gemiddelde werkzaamheidsgraad van eenoudergezinnen in Vlaanderen ligt ook lager dan het EU-15- en EU-28- gemiddelde. Het verschil in werkzaamheid tussen eenoudergezinnen en de totale bevolking bedraagt 12,1 procentpunten in Vlaanderen en is het op één na (België) grootst. Nederland volgt met 10,7 procentpunten verschil. In Finland, Frankrijk en Oostenrijk wordt haast geen verschil in werkzaamheid tussen eenoudergezinnen en de totale bevolking opgetekend. In Italië zijn Totale bevolking eenoudergezinnen zelfs meer werkzaam dan de totale bevolking. Het vergelijkend beeld wijzigt wanneer we naar het ‘kernsegment’ van 25-49-jarigen kijken. De grote variaties in werkzaamheid op zeer jonge en op oudere leeftijden worden in dit beeld uitgezuiverd. De positie van Vlaanderen ten aanzien van dezelfde selectie van landen verbetert aanzienlijk in dit jongere leeftijdssegment. Het verschil in werkzaamheid tussen eenoudergezinnen en de totale bevolking is hier met 16,3 procentpunten het grootst in Nederland. Hoe gemeten? De werkzaamheidsgraad wordt als volgt berekend: (aantal werkenden/bevolking op arbeidsleeftijd) * 100. De noemer bij de werkzaamheidsgraad bestaat niet uit de beroepsbevolking (zoals bij de werkloosheidsgraad), maar uit de bevolking (werkenden + werklozen + nietberoepsactieven). Er werd gebruik gemaakt van de statistische Meer info: Christine Van Peer Studiedienst van de Vlaamse Regering 02 553 35 68 [email protected] gegevens die worden verzameld op basis van de Enquête naar Arbeidskrachten (EAK), ter beschikking gesteld door ADS (Algemene Directie Statistiek). Vanaf 2012 geeft de EAK extra informatie over de verwantschap van personen ten opzichte van de referentiepersoon (de vraag ‘woont u samen met een partner?’ werd vanaf 2012 toegevoegd).
© Copyright 2024 ExpyDoc