Archief OCMW Gent Oorsprong straatnamen en straatnaamborden

Archief OCMW Gent
Neermeerskaai 1b
9000 Gent
Oorsprong straatnamen en straatnaamborden
In 1785 werd er een poging tot ordening van de straatnamen gedaan toen men besliste
naamplaten te laten aanbrengen op de hoeken van de straten. Deze eerste naamplaten die
uit blik vervaardigd waren, werden vernieuwd in 1836 om in 1845 vervangen te worden door
platen uit gegoten ijzer met verheven letters. Ze werden later vervangen door de blauwe
geëmailleerde platen.
Het systeem van de nummering van de huizen dat nu nog in voege is dateert van 1812.
In 1799 besloot de Franse bezetter de straatnamen te vertalen in het Frans, maar
benamingen die herinnerden aan het Oud Regime, de kloosters of de godsdienst in het
algemeen werden totaal gewijzigd.
Aaigemstraat
Aaigem is de oude benaming van de buurt, die al vermeld werd in de zevende eeuw (=
Germaanse nederzetting Hathinga haim - Andigahem - Hadeghem).
Deze straat volgt de loop van een oude buurtweg die vermeld werd in de 14e eeuw.
De huidige benaming dateert van 1942. Voordien was de straat een deel van de oude weg
van de Kortrijkse Poort naar Sint-Denijs-Westrem. Later werd ten westen van de Koning
Albertlaan een deel van de Meersstraat Aaigemstraat gedoopt.
De actuele aflijning dateert van 1892 en 1913.
Abdisstraat
Dit is een doodlopend zijstraatje van de Groot-Brittanniëlaan, getrokken in 1927. Het verleent
sinds 1960 toegang tot het Provinciaal Handels- en Taalinstituut aan de Henleykaai.
Een abdis is de leidster, het hoofd, van een abdij of klooster. Zij is de 'primus inter pares'
onder de zusters en nonnen en wordt in de hiërarchie gevolgd door de priores. In haar
werkzaamheden wordt de abdis bijgestaan door de raad. Dit is een kleine groep zusters of
nonnen, waaronder de priores, die samen het dagelijks bestuur van de abdij of het klooster
regelen.
De mannelijke leider van een abdij of klooster noemt men een abt. Een abdij is een mannenof vrouwenklooster waar een orde Christenen - zoals de benedictijnen, kartuizers,
cisterciënzers en norbertijnen - leeft en werkt. Om een abdij te stichten zijn er minimaal 12
leden nodig.
Bijlokekaai
Het woord bijloke betekent oorspronkelijk omheining, afsluiting. ‘Iets beluiken’ is in de
middeleeuwen zoveel als ‘iets afsluiten’. In een tekst van 1477 lezen we hoe ‘een meersch
rontomme beloken is met ene gracht’.
Later ging die betekenis over op de afgesloten grond zelf en werd een ‘biloken veld’
eenvoudigweg een ‘biloke’ genoemd. Deze biloke lag vlak voor het hospitaal en bestond
voor een deel uit bouwland en voor een deel uit weiden.
In 1753, bij het graven van de Coupure, die dwars door de biloke getrokken werd, ging deze
grond verloren en werd tevens het Burgerlijk Gasthuis van de stad afgescheiden.
Voor oudere Gentenaars is het ook de kaai waar zij roeibootjes konden huren om op de Leie
te varen. De naam Bijlokekaai dateert officieel van 24 maart 1870.
Eedverbondkaai
De huidige benaming is de oorspronkelijke naam van deze kaai. Met eedverbond wordt het
‘Eedverbond der Edelen’ onder Willem van Oranje bedoeld. Het doel van dit verbond was de
opheffing van de Inquisitie en verzachting van de plakkaten met maatregelen tegen de
ketters.
Archief OCMW Gent
Neermeerskaai 1b
9000 Gent
Deze straat werd in 1884 aangelegd tussen de IJzerlaan en kort voorbij de Beemdstraat. In
het oudste gedeelte van de kaai vond je op het einde van de 19e eeuw vooral industriële
gebouwen terug. De laatste jaren zijn deze allemaal verdwenen en vervangen door
appartementsgebouwen. In 1929 werd de kaai verlengd tot aan de Koning Albertbrug. Het is
de linker-Leie-oever tussen de Jan Palfijn- en Koning Albertbrug, de bocht van de rivier
volgend. Het straatgedeelte opklimmend naar de Koning Albertbrug werd pas rond 1930
bebouwd.
Godshuizenlaan
Dit deel van de ringlaan tussen de Bijlokekaai (Leie) en de Martelaarslaan (voorheen ook
Godshuizenlaan) werd in 1864 aangelegd op de gedempte oude stadswal.
Een godshuis is een gebouw dat dient voor de eredienst, een kerkgebouw of tempel. Het is
ook een liefdadigheidsinstelling waar om godswil armen, zieken en ouderen werden
verzorgd. Vaak worden godshuis en gasthuis als synoniemen gebruikt.
Aan de ene kant wordt de laan voor het grootste deel ingenomen door de voormalige abdij
van de Bijloke, nu het STAM.Aan de andere kant bevindt zich nu onder andere het
Provinciaal Instituut voor Haartooi en Schoonheidszorgen.
Gordunakaai
Deze straat die vroeger Albrechtkaai en Albertkaai heette, werd in 1912 aangelegd aan de
linker-Leie-oever na het rechttrekken van de bochtige Leieloop tussen de nieuw aangelegde
Koning Albertbrug en het toenmalig Patijntje.
De eerste paar honderd meter vanaf de Koning Albertbrug werd bebouwd in de jaren twintig.
Voor het overige dateert de bebouwing pas uit de jaren zestig, omdat van 1923 tot 1960 de
braakliggende gronden werden aangewend voor houten noodwoningen of barakken. Voorbij
de Europabrug werden de gronden slechts zeer laat bebouwd door de moerassige bodem.
In 1942 werd dit Gordunakaai genoemd, naar een figuur uit een sage over het ontstaan van
Gent.
Groot-Brittanniëlaan
De nieuwe boulevard tussen de Godshuizenlaan en de Koning Albertbrug werd getrokken
tussen 1902 en 1905 en pas na 1913 verkaveld.
In 1918 kreeg deze boulevard de naam Engelselaan, wat later veranderde in GrootBrittanniëlaan.
Henleykaai
In 1907 besliste de gemeenteraad van Gent een nieuwe straat de naam Henleystraat te
geven, naar de overwinning die de Gentse roeiers van de Club Nautique behaalden in het
Engelse Henley.
De rechter-Leie-oever tussen de Jan Palfijn- en Koning Albertbrug, aangelegd ca. 1913,
kreeg aldus de naam Henleykaai en werd pas gedeeltelijk bebouwd in de jaren 1930.
Jubileumlaan
Deze laan kreeg haar naam naar aanleiding van de 50ste verjaardag van de Gentse
Maatschappij voor de Huisvesting, die er een aantal appartementsgebouwen liet optrekken.
Met de viering van haar honderdjarig bestaan in 2004, zette de Gentse Maatschappij voor de
Huisvesting een symbolische stap van huisvestingsbeleid naar woonbeleid. Naast de
naamsverandering naar ‘WoninGent’ kwam er ook het nieuw logo waarin de mens centraal
staat.
Archief OCMW Gent
Neermeerskaai 1b
9000 Gent
Koning Albertlaan
De huidige Koning Albertlaan is een deel van de rechtstreekse verbinding tussen de Bijloke
en het Parkplein, een idee dat al in 1887 werd geopperd.
Pas in 1905 werd de aanleg definitief goedgekeurd. De straat werd Albertlaan genoemd en
in 1942 verbeterd tot Koning Albertlaan (derde koning der Belgen).
Het gedeelte tussen het Koningin Maria-Hendrikaplein en de Meersstraat werd in 1905
verkaveld en tegen 1914 grotendeels bebouwd. Het gedeelte ten noorden van de
Meersstraat werd in 1912 verkaveld. De bebouwing is nog relatief goed gehandhaafd, maar
de oorspronkelijke sfeer ging in 1968 verloren toen de brede middenberm met de dubbele rij
platanen jammer genoeg moest verdwijnen.
Maria-Hendrikaplein
Het Koningin-Maria Hendrikaplein is een vijfhoekig plein dat fungeert als stationsplein vóór
het station Gent-Sint-Pieters. De zuidkant van het plein wordt ingenomen door het
stationsgebouw, aan de andere kant stralen verschillende straten uit, in wijzerzin de Koningin
Fabiolalaan, de Koning Boudewijnstraat, de Koning Albertlaan, de Smidsestraat, de Koningin
Elisabethlaan, de Koningin Astridlaan en de Prinses Clementinalaan. Het plein is genoemd
naar koningin Maria-Hendrika (tweede koningin van België). Het plein is met zijn treinstation
en bus- en tramhaltes een belangrijk knooppunt voor het openbaar vervoer in Gent.
Martelaarslaan
Dit werd vroeger ook Godshuizenlaan genoemd en maakt deel uit van de brede ringlaan
aangelegd rond 1864 op de gedempte stadswal. Sinds 1918-1919 werd het deel tussen
Bijlokehof en de Rozemarijnstraat, Martelaarslaan genoemd naar de terecht- stelling van de
burgers tijdens de Eerste Wereldoorlog.
De linker straatwand voorbij de bocht van de huidige Groot-Brittanniëlaan werd sinds 1869
ingenomen door het enorme complex van het jongensweeshuis.
Meersstraat
De straat volgt het tracé van de middeleeuwse weg naar Sint-Denijs-Westrem. In 1877 werd
deze buurtweg officieel Meersstraat genoemd.
In 1892 werd ze afgelijnd, zodat nog weinig huizen dateren van vóór deze periode. Het
gedeelte ten oosten van de Paul Fréderiquestraat werd hoofdzakelijk rond de eeuwwisseling
bebouwd. Het gedeelte ten westen dateert grotendeels uit de jaren dertig.
Neermeerskaai
De oude vorm ‘meersch’ verraadt het best de herkomst van het woord. Het is te vergelijken
met het Engelse ‘marsh’ (moeras). De Neermeersen waren oorspronkelijk een eiland,
afgelijnd door de Leie, in de vorm van een trapezium. De gedempte waterloop was de Leiearm van Ekkergem die liep volgens het tracé van de Jubileumlaan-Henri Dunantlaan.
Rond 1953 besliste het stadsbestuur van Gent om de tot dan toe onbebouwde terreinen te
urbaniseren en om de gronden langs de geplande Watersportbaan ter beschikking te stellen
voor het bouwen van flatgebouwen en bescheiden woningen.
Nonnemeersstraat
Deze straat werd genoemd naar de lage moerassige weiden van de zusters van de Bijloke.
Het is de korte verbindingsstraat tussen de Godshuizenlaan en de Abdisstraat, aangelegd in
de vroegere Bijloke- of Nonnemeersen rond 1927. Aan de linker straatzijde is deze bebouwd
met doorsnee burgerhuizen uit de jaren 1930.
De rechter straatzijde is bijna volledig ingenomen door de voormalige magazijnen van de
Archief OCMW Gent
Neermeerskaai 1b
9000 Gent
“Etablissements Textiles F. Hanus".
Offerlaan
De dreef die de Martelaarslaan met de Neermeerskaai verbindt, kreeg de naam Offerlaan.
De stedelijke schietbaan voor de Burgerwacht was er gevestigd en werd tijdens de Eerste
Wereldoorlog gebruikt als executieplaats waar 52 burgers door de Duitse bezetter werden
gefusilleerd. De naamgeving van deze dreef verwijst vermoedelijk naar het offer dat zij
brachten.
Patijntjestraat
De straat volgt het tracé van een oude buurtweg, die al vermeld werd in de 14e eeuw.
Mogelijks was de strook tussen de Distelstraat en de Aaigemstraat een oude Frankische
dries (= een braakliggende akker of weiland).
De straat werd bij collegebesluit van 1877 Patijntjestraat genoemd, naar de herberg ‘Het
Patijntje’ aan de Leie. In de winter werd daar geschaatst wat in het frans ‘patiner’ is, vandaar
komt vermoedelijk de naam.
De huidige aflijning dateert van 1912. De bebouwing is zeer verscheiden en bevat zowel
landelijke villa’s van rond de eeuwwisseling, Art Decohuizen, gebouwen in de Nieuwe
Zakelijkheid, appartements- gebouwen uit de jaren dertig en zestig als hedendaagse
eengezins- woningen.
Prosper Claeysstraat
Op vraag van de Stad Gent besloot het Bureel van Weldadigheid in 1900 huizen te bouwen
voor werklieden en dit met gelden voortkomend van legaten en weldoeners.
Deze huizen, 41 in totaal, werden gebouwd tussen 1901 en 1914.
In 1912 werd aan de straat de naam van de toenmalige voorzitter van het Bureel van
Weldadigheid, de heer Prosper Claeys, gegeven.
Voskenslaan
Deze landelijke buurtweg, in 1877 nog Voskensweg genoemd, van het moerassige SintPieters-Aalst werd pas in 1925 definitief afgelijnd.
In 1920 verandert de Voskensweg in Voskensstraat (Rue des Renardeaux) en op 19 maart
1928 besliste het Gentse schepen- college de straat een chiquere naam te geven: de
Voskenslaan of Avenue des Renardeaux. In dezelfde periode werd de nieuwe laan verbreed
en doorgetrokken van de Maaltebruggestraat tot aan de Sterre.
Bronnen: De Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed - Joos Florquin, Ten huize van… - Literair Gent – Gentblogt - Stad Gent OCMW Gent - Rond 1900 – nl - Natuurpunt Gent - STAM – Patijntje - KRCGent (Koninklijke Roeiclub Gent) – Wikipedia - De
Nieuwsbank.nl – Universiteitsbibliotheek - Schrijversgewijs - Vlaamse schrijvers van 1830 tot heden - Hoge School Gent Toegepaste Taalkunde – Basilicakoekelberg - Odis (Het Onderzoekssteunpunt en databank intermediaire structuren in
Vlaanderen, 19e-20e eeuw) - Liberaal Archief - MovE (Musea Oost-Vlaanderen in Evolutie) - Amsab (Instituut voor Sociale
Geschiedenis)