De kikkerkol

Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina B
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina C
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 1
De Kikkerkol
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 2
Ook van Reggie Naus:
Trubbel de Trol
De piraten van hiernaast
De piraten van hiernaast: Zwaarden en zweefmolens
De piraten van hiernaast: De ninja’s van de overkant
De piraten van hiernaast: 1, 2, 3… Enteren!
De piraten van hiernaast: Kanonnen op de camping
Het grote piratenboek
De schat van Inktvis Eiland
Het goud van de verborgen stad
De wraak van Balthasar Grimm
Handboek voor jongens
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 3
Reggie Naus
De kikkerkol
met tekeningen van Kees de Boer
Uitgeverij Ploegsma Amsterdam
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 4
Kijk ook op:
www.ploegsma.nl
www.reggienaus.nl
keesdeboer-prentenboeken.blogspot.nl
avi 7,5 / m6
isbn 978 90 216 7432 2 / nur 282
© Tekst: Reggie Naus 2015
© Omslag en illustraties: Kees de Boer 2015
Vormgeving: Studio Cursief, Irma Hornman
© Deze uitgave: Uitgeverij Ploegsma bv, Amsterdam 2015
Alle rechten voorbehouden.
Uitgeverij Ploegsma drukt haar boeken op papier
met het fsc-keurmerk. Zo helpen we waardevolle
oerbossen te behouden.
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 5
Inhoud
De trol op de achterbank 7
Een Trollenbad 14
De Alvenheide 20
Een bloemetje 26
Kikkerbillen! 31
De spookhond 38
Bello 47
De auto-kabouters 53
Bello op bezoek 59
Violet 65
Onwelkom bezoek 72
Heksenwoord 82
Het kikkerdrankje 90
Een gezellig etentje 99
Vechten! 106
Hoera! 115
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 7
De trol op de achterbank
Pepijn Verhagen zat op de drempel en keek naar
zijn vaders jeep. Zijn grote zus Sanne zat achter het
stuur. Mendert, hun vader, zat naast haar en was
aan het uitleggen hoe een auto werkte. Zodat ze al
een beetje voorbereid was als ze straks rijles mocht
nemen. Dat was pas over een paar jaar, maar Sanne
was erg ongeduldig.
Het was een heel gewone avond, en ook de
kinderen en hun vader waren heel gewoon. Het
enige wat niet zo gewoon was, was de trol op de
achterbank.
‘Vroem!’ schreeuwde de trol. ‘Broem! Vroem!
Toet! Toet!’ Hij deed alsof hij een stuur vasthad en
aan het rijden was. Daarbij sprong hij zo hard op
en neer dat de auto flink door elkaar werd gerammeld.
‘Kun je even stil zitten, Trubbel?’ vroeg Sanne.
‘Ik kan er zo niks van volgen.’
‘Mag ik ook?’ vroeg Trubbel. ‘Ik zal heus heel
voorzichtig zijn. Ik heb altijd al in een echte mensbeesten-kar willen rijden. Vroem! Vroem! Pats!
Boem! Krak! Trubbel, de snelste trol van de wereld!’
7
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 8
‘Liever niet, Trubbel,’ zei Mendert. ‘Laten we naar
binnen gaan. Jullie hebben vast honger.’
‘Pannenkoekers!’ juichte Trubbel. Hij sprong de
auto uit en rende het huis in. Pepijn kon nog net opzij
duiken.
Een uur later hadden ze gegeten. Geen pannenkoeken, maar aardappelen met broccoli en
champignons. Mendert maakte nooit iets met vlees.
Hij hield van de natuur en alles wat daarin leefde.
Daarom was hij boswachter geworden. En ook omdat
hij weg wilde uit de stad. Nadat de moeder van Sanne
en Pepijn dood gegaan was, voelde hij zich daar niet
meer thuis.
Trubbel stond voor het aanrecht en tuurde naar de
lege borden op tafel.
‘Kun je even opzij gaan, Trubbel?’ vroeg Mendert.
‘Ik wil afwassen.’
‘Maar ik ging jullie net een echte Trolse Bordendans laten zien,’ zei Trubbel.
Mendert sprong snel naar voren om de borden van
tafel te grissen. Maar hij was te laat.
Trubbel pakte twee borden en smeet ze tegen de
muur, waar ze met een klap uit elkaar spatten.
Daarna maakte hij een sprongetje en spreidde zijn
armen. ‘Tadaa!’
‘Dat is de Trolse Bordendans?’ vroeg Pepijn.
Trubbel knikte. ‘Ja. En ik krijg honger van al dat
dansen. Is er nog eten?’
8
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 9
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 10
‘Je hebt al vier borden leeg gegeten,’ zei Mendert.
Hij begon de scherven bij elkaar te vegen.
‘Ja, pas vier.’ Trubbel zuchtte en wreef over zijn
enorme buik. ‘Ik rammel van de honger.’
‘Misschien kun je straks nog een eekhoorn
vangen,’ zei Pepijn.
‘Mjam, eekhoorns,’ zei Trubbel. ‘Eekhoorns zijn
mijn lievelingseten. Heb ik dat wel eens verteld?’
‘Elke dag een keer of vijf,’ zei Sanne. ‘Maar je zegt
dat ook over mollen.’
‘En over pannenkoeken,’ zei Pepijn.
‘En over vuilnis,’ zei Sanne.
Trubbel haalde zijn schouders op. Hij liep naar een
vaas die op een kastje stond. ‘Heb ik jullie wel eens
de Trolse Vazendans laten zien?’
Snel duwde Mendert Trubbel in de richting van de
voordeur. ‘Ik denk dat het tijd is om buiten te gaan
spelen!’ zei hij.
Pepijn stond op en volgde Trubbel naar de deur.
‘Ga je ook mee?’ vroeg hij aan zijn zus.
Sanne knikte. Ze trokken hun jassen aan en liepen
het huis uit, de avond in.
Het was herfst in het Nevelwoud. Nu was goed te
zien hoe het woud zijn naam had gekregen. Laag bij
de grond hingen dichte slierten nevel, en de boomtoppen torenden als schimmige reuzen boven de
mist uit. Rotsen en struiken waren net spoken.
Het leek alsof van achter iedere boom een bosgeest
10
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 11
naar de wandelaars gluurde. En als Pepijn en Sanne
Trubbel mochten geloven, wás dat ook zo. Volgens
Trubbel woonden er allerlei vreemde wezens in het
bos. Alsof een trol nog niet vreemd genoeg was.
De familie Verhagen had Trubbel leren kennen
toen ze net in het Nevelwoud woonden. Pepijn en
Sanne waren eerst helemaal niet blij dat ze moesten
verhuizen van de stad naar het bos. Maar alles
veranderde toen ze ontdekten dat Trubbel daar
woonde. Een jonge trol van nog maar 200 jaar oud.
Omdat zijn ouders en zijn opa in steen waren
veranderd, mocht Trubbel bij de familie blijven
wonen. Hun huis stond toch erg afgelegen en er
kwam bijna nooit bezoek.
Maar al snel bleek het niet zo makkelijk om met
een trol samen te wonen. Trubbel at bijvoorbeeld erg
veel. Zo veel dat hij na het eten vaak nog het bos in
trok om extra eten op te scharrelen. De Verhagens
wilden liever niet weten wat hij dan allemaal naar
binnen werkte. Maar vaak kwam hij terug met veren
in zijn mondhoek en af en toe zelfs een pluizige
staart.
En trollen waren nachtwezens. Dat was ook lastig,
want kinderen waren schoolwezens, die ’s nachts
moesten slapen. Volwassen trollen veranderden in
steen als ze in het zonlicht kwamen. Trubbel was
daar gelukkig nog te jong voor. Maar hij kreeg er wel
hoofdpijn van. En dus sliep hij overdag.
Pepijn had al snel ontdekt dat je niet zo goed kunt
11
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 12
slapen als er een trol naast je bed staat die om de
twee minuten ‘Slaap je nog?’ vraagt. Hij zat op school
dus vaak half te dutten. Maar natuurlijk vertelde hij
dat niet aan zijn vader. Trubbel was zijn beste vriend
en Pepijn wilde er voor zorgen dat hij bij hen mocht
blijven. En de dingen die hij van Trubbel leerde,
waren toch veel interessanter dan de dingen op
school.
‘Kijk,’ zei Trubbel terwijl ze door het schemerende
Nevelwoud liepen. Hij sprong op een enorme boom
die plat tussen de struiken lag. ‘Deze boom is
omgevallen omdat er een draak tegen aan is gebotst.
Draken letten nooit zo goed op waar ze lopen. Ze zijn
best klunzig, behalve als ze vliegen. En ze kunnen er
niet tegen als je ze onder hun buik kietelt. Zo is mijn
oom Nozzel dood gegaan. Dat was nog eens een
grappenmaker, oom Nozzel.’
‘Wanneer is de draak tegen die boom gebotst?’
vroeg Sanne. ‘Een paar honderd jaar geleden?’
Trubbel schudde zijn hoofd. ‘Nee, twee weken
geleden.’
Sanne rilde en kwam snel wat dichter bij de
anderen staan.
‘Hij is toch zeker niet meer in de buurt?’ vroeg ze.
Trubbel grinnikte. ‘Niet bang zijn. Jullie zijn veilig
zolang jullie maar bij mij blijven. Met mij in de buurt
kan jullie niks...’ Hij verstijfde en tuurde omhoog
naar de top van een boom. Toen likte hij over zijn
lippen. ‘Mjam, een lekkere, vette eekhoorn. Tot zo!’
12
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 13
Hij sprong van de omgevallen boom en verdween
razendsnel in de struiken.
Pepijn en Sanne bleven alleen achter.
‘Dag Trubbel!’ riep Pepijn de trol na.
‘Sst!’ zei Sanne. ‘Misschien is die draak wel ergens
in de buurt!’
Pepijn keek even om zich heen. De takken van de
bomen hadden enge vormen in de schemering.
Overal om hen heen klonk geritsel. Vroeger dachten
de kinderen dat geritsel in het bos alleen maar
betekende dat er dieren waren. Konijnen of zo. Maar
Trubbel had hun geleerd dat het vaak aardmannetjes
of bosgeesten waren. Of erger.
‘Misschien is het tijd om maar eens terug te gaan,’
zei Pepijn een beetje nerveus.
Sanne knikte.
En snel liepen ze in de richting van hun huis.
13
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 14
Een Trollenbad
Toen Pepijn en Sanne de volgende dag na school naar
huis gingen, was het al schemerig. De dagen werden
steeds korter.
Ze namen elke dag de bus vanuit het dorpje
Asborn. En daarna moesten ze nog een half uur
lopen voor ze thuis waren. Over een zandpad door
een dicht dennenbos. In de zomer was dat niet zo
erg, maar in de herfst was het een koude, en vooral
erg donkere wandeling.
Toen ze halverwege waren, begon het opeens hard
te regenen.
‘Rennen!’ riep Sanne. ‘Voor het hele pad weer in
een modderpoel verandert!’
Maar het had weinig zin. Al binnen een paar
minuten begon de modder tegen hun benen te
spatten.
Toen ze eindelijk de open plek op renden waar hun
huis stond, waren ze dan ook doorweekt. Ze duwden
de voordeur open en gingen snel naar binnen.
Hun vader was al thuis. Hij zat met een kop thee
op de bank. ‘Regent het?’ Hij grinnikte toen hij zijn
kletsnatte kinderen zag.
14
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 15
‘Nee, hoor,’ zei Pepijn. ‘We hebben gewoon zo
hard gerend dat we helemaal nat zijn van het zweet.’
Mendert lachte. ‘Trek maar gauw die natte kleren
uit. Dan zet ik een lekker kopje kruidenthee voor
jullie. Gemberthee is heel goed voor...’
‘Eh... ik heb geen dorst!’ zei Pepijn snel. Hij liep
naar de koelkast en schonk een glas limonade in.
‘Ik ook niet,’ zei Sanne. ‘Ik ga lekker in bad.’
‘Is Trubbel thuis?’ vroeg Pepijn.
‘Hij is in zijn kelder,’ zei Mendert. ‘Maar ik weet
niet of je dat “thuis” kan noemen. Volgens mij ziet
hij het meer als een soort logeerplek. Ik weet de halve
tijd niet waar hij uithangt.’
Toen Trubbel bij hen kwam wonen, zou hij
eigenlijk de kamer naast die van Pepijn krijgen. Maar
de kelder bleek toch handiger. Niet alleen kwam er
geen zonlicht binnen, het was daar ook makkelijker
om Trubbel verborgen te houden voor andere
mensen.
Niet dat dat hij nou zo vaak in zijn kelder sliep…
Hij bleef soms dagen weg. Af en toe sliep hij in de
grot waar hij met zijn opa had gewoond. Maar
meestal hadden ze geen flauw idee waar hij was. Een
trol was te wild om elke dag braaf thuis te zijn.
Pepijn deed de kelderdeur open. Die was in de
keuken. ‘Trubbel?’ riep hij vanaf de keldertrap. Hij
keek rond. Trubbel had de kelder helemaal zelf
ingericht. De vloer was bedekt met een dikke laag
zand. Er stonden zwaarden en helmen die Trubbel
15
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 16
had meegebracht uit zijn grot. En aan de muur
hingen posters van eekhoorns, mollen en andere
lekkere dingen. Er stonden oude meubels en in de
hoek een slordig bed.
Trubbel zat onderuit gezakt in een oude stoel.
‘Wat zie jij er nat uit,’ zei hij toen hij Pepijn zag.
‘Heeft er een bergduivel op je gekwijld?’
‘Nee, het regent,’ zei Pepijn.
‘Jammer,’ zei Trubbel. ‘Van kwijl van bergduivels
kun je lekkere soep maken.’
Pepijn ging in de stoel tegenover Trubbel zitten.
‘En wat heb jij vandaag gedaan?’
‘Geslapen,’ zei Trubbel. Hij likte zijn lippen af. ‘Ik
heb van eekhoorns gedroomd. Hele dikke eekhoorns
met asperges in snotsaus.’
Pepijn trok een vies gezicht. ‘Bah, asperges.’
‘En daarna heb ik iets leuks bedacht,’ zei Trubbel.
Pepijn ging rechtop zitten en keek Trubbel aan. Je
moest altijd oppassen als de trol iets leuks had
bedacht. ‘Wat dan?’
‘Nou, weet je nog dat Sanne vorige week zei dat ik
een vies beest was?’
Pepijn knikte. ‘Omdat er opeens een beschimmelde
boterham uit je vacht viel.’
‘Die bewaarde ik voor als ik opeens honger kreeg,’
zei Trubbel. ‘Maar ik heb dus iets bedacht om te
laten zien dat trollen helemaal niet vies zijn.’
Opeens hoorden ze een harde gil van boven uit het
huis.
16
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 17
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 18
Pepijn sprong op en rende de trap op, gevolgd door
Trubbel.
In de huiskamer zagen ze dat Mendert al voor hen
uit naar boven rende. Ze gingen achter hem aan,
recht naar de badkamer.
Daar stond Sanne in de deuropening, snikkend en
naar adem happend.
‘Wat is er?’ vroeg Mendert.
‘Ik heb de badderkamer mooi gemaakt,’ zei
Trubbel met een tevreden grijns.
Mendert en Pepijn keken over Sannes schouder de
badkamer in. Die was helemaal veranderd. Op de
vloer lag een dikke laag modder en de spiegel zat vol
met bruine handafdrukken. Trolse handafdrukken.
Aan de muren hingen dierenvellen en de badkuip
was tot de rand gevuld met modder.
‘W-wat...?’ stamelde Mendert. ‘Onze badkamer!
Waarom heb je onze badkamer in een modderpoel
veranderd?’
‘Dat is geen modderpoel,’ zei Trubbel. Hij klonk
een beetje beledigd. ‘Dat is een echt Trollenbad. Als
je hier een week in blijft liggen, heb je helemaal geen
vlooien meer. En je haar gaat ervan uit de klit.’
‘Ik heb geen vlooien!’ schreeuwde Sanne. ‘En mijn
haar zit niet in de klit!’
‘Zie je wel dat het werkt?’ zei Trubbel.
‘Ik ben niet in dat vieze modderbad geweest!’ riep
Sanne. ‘En dat ben ik ook niet van plan!’ Ze draaide
zich om en stormde naar haar kamer. Met een klap
18
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 19
smeet ze de deur achter zich dicht.
‘Ik weet het niet zeker,’ zei Trubbel, ‘maar ik heb
het gevoel dat ze niet blij is.’
19
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 20
De Alvenheide
De volgende avond liepen Pepijn en Trubbel door het
bos. Sanne was er niet bij. Ze was nog steeds boos op
Trubbel.
‘Ze draait wel weer bij,’ zei Pepijn. ‘Ze blijft nooit
lang boos.’
‘Mooi zo,’ zei Trubbel. ‘Zullen we een spelletje
doen?’
Pepijn knikte. ‘Wat dan? Als het maar niet zo’n
levensgevaarlijk trollenspelletje is, zoals hoofdbeuken of rotshappen.’
‘Nee, hoor,’ zei Trubbel. ‘Mensbeesten zijn veel te
slecht in dat soort spelletjes. Jullie gaan meteen
kapot. Helemaal geen lol aan. En het is zo’n gedoe
om telkens weer een nieuw mensbeest te moeten
zoeken.’ Hij liep naar een omgevallen boom en boog
zich voorover. ‘Hier onderdoor,’ zei hij.
Pepijn kroop achter Trubbel aan door de opening
onder de boom.
Ze kwamen uit aan de rand van een grote, dorre
vlakte. Er hing een dichte nevel. In de verte kon
Pepijn nog net de toppen van bergen zien.
‘De Alvenheide,’ zei Trubbel. ‘Hier speel ik vaak.’
20
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 21
‘Ik ben hier nog nooit geweest,’ zei Pepijn. Hij ging
wat dichter bij Trubbel staan. Hij vond het er een
beetje eng, maar dat kon ook door het weer komen.
Het was schemerig en dikke grijze wolken gleden
over de heide, opgejaagd door de herfstwind.
Misschien zag het er in de zomer veel vrolijker uit.
‘Wat gaan we hier doen?’ vroeg Pepijn.
‘Een spelletje,’ zei Trubbel. ‘Kom!’ Hij huppelde
vrolijk verder, gevolgd door Pepijn.
Opeens bleef Trubbel stilstaan. ‘Kijk,’ zei hij. Hij
wees naar een houten hutje met een half ingezakt
rieten dak. Het lag aan de rand van de eenzame
heide. Er achter stonden hoge, donkere dennenbomen. Het zag er niet bepaald gezellig uit.
‘Wat is dat voor huisje?’ vroeg Pepijn een beetje
nerveus.
‘Het huisje waar we gaan spelen,’ zei Trubbel. Hij
liet zich voorover op zijn buik in het dorre gras vallen.
‘Jij ook!’ zei hij.
Pepijn deed wat hem gezegd werd.
‘Eh, Trubbel…’ zei hij. ‘Ik vind het hier eigenlijk
een beetje...’
‘Ssst!’ fluisterde Trubbel. ‘Anders hoort ze ons!’
‘Wie?’ vroeg Pepijn.
Maar Trubbel gaf geen antwoord. Hij begon op zijn
buik door het gras te kruipen, zijn staart zwaaiend in
de wind als een enorme plant.
‘Wat gaan we doen?’ fluisterde Pepijn.
‘Hé, kijk. Dit is het nest van koning Zwartglans, de
21
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 22
mierenkoning,’ zei Trubbel. Hij bleef liggen bij een
hoopje zand en begon een vreemd geluid te maken,
ergens tussen zoemen en piepen in. Toen schudde
hij zijn hoofd. ‘Met mieren valt niet te kletsen. Praten
allemaal door elkaar heen. En altijd haast.’
Hij kroop verder, gevolgd door Pepijn, tot ze vlak
bij het hutje waren.
Alles was doodstil rond het vervallen huisje. Het
rook er raar. Naar gedroogde kruiden, maar ook een
beetje vies. Om een of andere reden schoot het woord
‘kruiden-vuilnisbelt’ Pepijn te binnen.
‘Let op,’ zei Trubbel. ‘Dit wordt lachen.’ Hij begon
te grinniken en stond op. Op zijn tenen sloop hij naar
de deur van het huisje en bonsde er op. Snel draaide
hij zich om, rende weg en liet zich giechelend weer
naast Pepijn in het hoge gras vallen.
‘Zijn we nou aan het belletje trekken?’ vroeg Pepijn
verbaasd. ‘Doen trollen dat ook?’
‘Belletje trekken?’ vroeg Trubbel. ‘Nooit van
gehoord.’
Ze wachtten even af, maar er gebeurde niets.
Trubbels mondhoeken zakten omlaag. ‘Wat
flauw!’
‘Er is zeker niemand thuis,’ zei Pepijn. ‘Wie woont
er eigenlijk...’
‘Nu jij!’ onderbrak Trubbel hem.
Pepijn aarzelde even, maar hij wilde zich niet laten
kennen. Hij stond op en sloop naar het huisje. Zo
zacht mogelijk klopte hij op de deur.
22
Naus-Trubbel-Kikkerkol(01)-bw 24-02-15 10:14 Pagina 23