DOC 54 0967/001
CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE BELGIQUE
BELGISCHE KAMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
17 maart 2015
17 mars 2015
WETSONTWERP
PROJET DE LOI
houdende bepalingen
inzake de bevoorradingszekerheid
op het gebied van energie
portant des dispositions
en matière de sécurité d’approvisionnement
sur le plan énergétique
Blz.
Pages
SOMMAIRE1
INHOUD1
Samenvatting ..............................................................
Memorie van toelichting ..............................................
Voorontwerp ................................................................
Advies van de Raad van State ....................................
Wetsontwerp ...............................................................
Bijlage..........................................................................
3
4
11
15
23
27
DE SPOEDBEHANDELING WORDT DOOR DE REGERING GEVRAAGD
OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 51 VAN HET REGLEMENT.
1
0967/001
DOC 54 Overeenkomstig artikel 8, § 2, 2°, van de wet van
15 december 2013 werd de impactanalyse niet gevraagd.
Résumé .......................................................................
Exposé des motifs .......................................................
Avant-projet .................................................................
Avis du Conseil d’État .................................................
Projet de loi .................................................................
Annexe ........................................................................
LE GOUVERNEMENT DEMANDE L’URGENCE
L’ARTICLE 51 DU RÈGLEMENT.
1
3
4
11
15
23
27
CONFORMÉMENT À
Conformément à l ’ar ticle 8, § 2, 2°, de la loi du
15 décembre 2013, l ’ analyse d ’ impact n ’ a pas
été demandée.
1496
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
2
DOC 54
0967/001
De regering heeft dit wetsontwerp op 17 maart
2015 ingediend.
Le gouvernement a déposé ce projet de loi le
17 mars 2015.
De “goedkeuring tot drukken” werd op 18 maart
2015 door de Kamer ontvangen.
Le “bon à tirer” a été reçu à la Chambre le 18 mars
2015.
N-VA
PS
MR
CD&V
Open Vld
sp.a
Ecolo-Groen
cdH
VB
PTB-GO!
FDF
PP
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
Nieuw-Vlaamse Alliantie
Parti Socialiste
Mouvement Réformateur
Christen-Democratisch en Vlaams
Open Vlaamse liberalen en democraten
socialistische partij anders
Ecologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales – Groen
centre démocrate Humaniste
Vlaams Belang
Parti du Travail de Belgique – Gauche d’Ouverture
Fédéralistes Démocrates Francophones
Parti Populaire
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
QRVA:
CRIV:
CRABV:
CRIV:
Parlementair document van de 54e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
Voorlopige versie van het Integraal Verslag
Beknopt Verslag
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag
en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken
(met de bijlagen)
QRVA:
CRIV:
CRABV:
CRIV:
PLEN:
COM:
MOT:
Plenum
Commissievergadering
Moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
PLEN:
COM:
MOT:
DOC 54 0000/000:
DOC 54 0000/000:
Document parlementaire de la 54e législature, suivi
du n° de base et du n° consécutif
Questions et Réponses écrites
Version Provisoire du Compte Rendu intégral
Compte Rendu Analytique
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le
compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu
analytique traduit des interventions (avec les annexes)
Séance plénière
Réunion de commission
Motions déposées en conclusion d’interpellations
(papier beige)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.lachambre.be
courriel : [email protected]
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.dekamer.be
e-mail : [email protected]
De publicaties worden uitsluitend gedrukt op FSC gecertificeerd papier
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
Les publications sont imprimées exclusivement sur du papier certifié FSC
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
DOC 54
0967/001
3
SAMENVATTING
RÉSUMÉ
Dit wetsontwerp implementeert een eerste maatregel van de regering om de bevoorradingszekerheid
inzake energie op korte en lange termijn te waarborgen. Het zet in op de verlenging van de kerncentrales
Doel 1 en Doel 2.
Le présent projet de loi implémente une première
mesure du Gouvernement afi n de garantir la sécurité
d’approvisionnement en matière d’énergie à court
terme et à long terme. Il concerne la prolongation des
centrales nucléaires Doel 1 et Doel 2.
Dit ontwerp wijzigt dus de wet van 31 januari 2003
houdende de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor
industriële elektriciteitsproductie teneinde de levensduur van de kerncentrales te Doel 1 en Doel 2 te
verlengen met tien jaar om bij te dragen aan de
bevoorradingszekerheid inzake elektriciteit in België.
Le présent projet vise donc à modifi er la loi du
31 janvier 2003 sur la sortie progressive de l’énergie
nucléaire à des fi ns de production industrielle d’électricité pour prolonger la durée de vie des centrales
nucléaires de Doel 1 et de Doel 2 de dix ans aux
fi ns de contribuer à la sécurité d’approvisionnement
électrique en Belgique
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
4
DOC 54
MEMORIE VAN TOELICHTING
0967/001
EXPOSÉ DES MOTIFS
DAMES EN HEREN,
MESDAMES, MESSIEURS,
Dit wetsontwerp implementeert een eerste maatregel van de regering om de bevoorradingszekerheid
inzake energie op korte en lange termijn te waarborgen. Het zet in op de verlenging van de kerncentrales
Doel 1 en Doel 2.
Le présent projet de loi implémente une première
mesure du gouvernement afin de garantir la sécurité
d’approvisionnement en matière d’énergie à court terme
et à long terme. Il concerne la prolongation des centrales
nucléaires Doel 1 et Doel 2.
Dit ontwerp wijzigt dus de wet van 31 januari 2003 houdende de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie teneinde de levensduur van
de kerncentrales te Doel 1 en Doel 2 te verlengen met
tien jaar om bij te dragen aan de bevoorradingszekerheid inzake elektriciteit in België.
Le présent projet vise donc à modifier la loi du
31 janvier 2003 sur la sortie progressive de l’énergie
nucléaire à des fins de production industrielle d’électricité pour prolonger la durée de vie des centrales
nucléaires de Doel 1 et de Doel 2 de dix ans aux fins de
contribuer à la sécurité d’approvisionnement électrique
en Belgique.
HOOFDSTUK I
CHAPITRE IER
Wijziging van de wet van
31 januari 2003 houdende de geleidelijke
uitstap uit kernenergie voor industriële
elektriciteitsproductie
Modification de la loi du
31 janvier 2003 sur la sortie progressive de
l’énergie nucléaire à des fins de production
industrielle d’électricité
Het regeerakkoord van 10 oktober 2014 stelt dat:
L’accord de gouvernement du 10 octobre 2014
prévoit que:
“Om de bevoorradingszekerheid op lange termijn te
verzekeren, kiest de regering voor een overgang naar
een duurzaam energiesysteem. Deze overgang moet
technologieneutraal zijn. Er wordt daarbij volop ingezet
op onderzoek en ontwikkeling naar een verbreding van
de energiemix, die met een deel van de nucleaire rente
zal worden gefinancierd.
“Afin de garantir la sécurité d’approvisionnement à
long terme, le gouvernement opte pour une transition
vers un système énergétique durable. Cette transition
doit être neutre sur le plan technologique. Dans ce
cadre, il sera pleinement misé sur la recherche et le
développement relatifs à l’élargissement du mix énergétique qui seront financés par une partie de la rente
nucléaire.
De huidige regering neemt kennis van een potentieel
problematische situatie met betrekking tot bevoorradingszekerheid op korte termijn. Ze zal, in overleg met
de Gewesten, dit probleem terdege aanpakken om de
risico’s op een stroomtekort te vermijden. De regering
zal het winterplan uitvoeren om de bevoorradingszekerheid van gezinnen en bedrijven veilig te stellen op
korte termijn. Het beroep op instrumenten waarover
de regering en de netbeheerder beschikken, zoals
vraagbeheersing, import en de strategische reserve,
zal verzekerd worden.” (p. 94-95).
Le présent gouvernement prend connaissance d’une
situation potentiellement problématique en matière de
sécurité d’approvisionnement à court terme. Il entend,
en concertation avec les Régions, prendre ce problème
à bras le corps pour éviter les risques de pénurie
d’électricité. Le gouvernement exécutera le plan hiver
afin de garantir la sécurité d’approvisionnement des
ménages et des entreprises à court terme. Le recours
aux instruments dont disposent le gouvernement et
le gestionnaire de réseau, tels que la gestion de la
demande, l’importation et la réserve stratégique, sera
assuré.” (pp.94-95).
Deze potentieel problematische situatie met betrekking tot de bevoorradingszekerheid, werd reeds
aangetoond in de Memorie van toelichting van het
wetsontwerp van 24 oktober 2013 tot wijziging van de
Cette situation potentiellement problématique en
matière de sécurité d’approvisionnement a déjà été mise
en exergue dans l’Exposé des motifs du projet de loi du
24 octobre 2013 modifiant la loi du 31 janvier 2003 sur
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
DOC 54
0967/001
5
wet van 31 januari 2003 houdende de geleidelijke uitstap
uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie en
tot wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de
voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de
kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales (Doc. Parl., 53-3087/001).
Zij blijft actueel. Zij is overigens aangetoond in verschillende studies door de Algemene Directie Energie van de
FOD Economie, waaronder recentelijk haar studie over
de perspectieven van elektriciteitsbevoorrading tegen
2030 (cfr. http://economie.fgov.be/nl/modules/publications/analyses_studies/etude_perspectives_approvisionnement_electricite_horizon_2030_-_projet.jsp).
la sortie progressive de l’énergie nucléaire à des fins
de production industrielle d’électricité et modifiant la loi
du 11 avril 2003 sur les provisions constituées pour le
démantèlement des centrales nucléaires et pour la gestion des matières fissiles irradiées dans ces centrales
(Doc. Parl., 53-3087/001). Elle reste d’actualité. Elle est,
par ailleurs, mise en évidence dans plusieurs études
par la Direction générale Energie du SPF Economie et
tout récemment dans son étude sur les perspectives
d’approvisionnement à l’horizon 2030 (cf. http://economie.fgov.be/fr/modules/publications/analyses_etudes/
etude_perspectives_approvisionnement_electricite_
horizon_2030_-_projet.jsp).
Het risico dat de sluiting van kernreactoren in
2015 (Doel 1, Doel 2) met zich zou meebrengen, voor
de bevoorradingszekerheid in België, werd eveneens
bevestigd in het rapport van de GEMIX groep van september 2009 “Welke ideale energiemix voor België tegen 2020 en 2030” (http://economie.fgov.be/nl/binaries/
rapport_gemix_2009_nl_tcm325-76356.pdf).
Le risque que ferait courir, pour la sécurité d’approvisionnement en Belgique, la fermeture de réacteurs
nucléaires en 2015 (Doel 1, Doel 2) a aussi été confirmé dans l’étude du Groupe GEMIX de septembre
2009 “Quel mix énergétique idéal pour la Belgique
aux horizons 2020 et 2030” (http://economie.fgov.be/fr/
binaries/gemix1_fr_tcm326-201964.pdf).
Volgens deze studie (zie specifiek pagina 4 en 5)
zou de sluiting van de drie kerncentrales Tihange 1,
Doel 1 en Doel 2 een risico op bevoorradingszekerheid
creëren. Bijgevolg raadt ze in het bijzonder aan om de
drie reactoren Doel 1, Doel 2 en Tihange 1 met 10 jaar
te verlengen.
Selon cette étude (voir spécialement les pages 4 et
5), la fermeture en 2015 des trois centrales nucléaires
Tihange 1, Doel 1 et Doel 2 ferait courir un risque de
sécurité d’approvisionnement. En conséquence, elle
recommande notamment de prolonger de 10 ans les
trois réacteurs Doel 1, Doel 2 et Tihange 1.
Overigens heeft het Federaal Planbureau de kwantitatieve kostenanalyse uitgevoerd van een black-out
op de Belgische economie in haar rapport van maart
2014. Het Planbureau schat de sociaaleconomische
schade ten gevolge van een elektriciteitspanne van
één uur op ongeveer 120 miljoen euro in geval van
onderbreking tijdens de week op een ogenblik dat alle
bedrijven actief zijn (zie de studie “Belgische blackouts berekend — Een kwantitatieve evaluatie van
stroompannes in België” van het Federaal Planbureau,
gepubliceerd in maart 2014 (http://www.plan.be/admin/
uploaded/201403170843050.WP_1403.pdf).
Par ailleurs, le Bureau fédéral du Plan a fait l’analyse
quantitative des coûts d’un black-out sur l’économie
belge dans son rapport de mars 2014. Le Bureau
estime ainsi le préjudice socio-économie d’une panne
d’électricité d’une heure à environ 120 millions d’euros
en cas de coupure, en semaine, à un moment où toutes
les entreprises sont actives (voir L’étude “Belgische
black-outs berekend — Een kwantitatieve evaluatie
van stroompannes in België” du Bureau Fédéral du
Plan publiée en mars 2014 (http://www.plan.be/admin/
uploaded/201403170843050.WP_1403.pdf).
Gelet op de grote onzekerheid over het heropstarten
van de reactoren Doel 3 en Tihange 2, de aangekondigde sluiting van conventionele productie-eenheden
in 2015 en de daarop volgende jaren en het feit dat de
integratie van buitenlands productievermogen op het
Belgisch net op korte termijn niet mogelijk is, heeft de
Regering beslist op 18 december 2014 om:
Considérant les grandes incertitudes liées au redémarrage des unités Doel 3 et Tihange 2, la fermeture
annoncée de centrales thermiques en 2015 et dans
les années qui suivront, et le fait que l’intégration
des capacités étrangères au réseau belge n’est pas
possible à court terme, le Gouvernement a décidé le
18 décembre 2014 de:
1. de reactoren Doel 1 en 2 onmiddellijk te verlengen
voor een periode van tien (10) jaar zonder dat de exploitatieduur van deze reactoren 2025 overschrijdt. Het
akkoord van het Federaal Agentschap voor Nucleaire
Controle (hierna “FANC”), dat de voorwaarden betreffende de beveiliging en de veiligheid zal vastleggen, is
1. prolonger immédiatement les unités de Doel 1 et
de Doel 2 pour une période de dix (10) ans sans que la
durée d’exploitation de ces réacteurs ne puisse dépasser 2025. L’accord de l’Agence Fédérale de Contrôle
Nucléaire (ci-après, “AFCN”), qui fixera les conditions
relatives à la sûreté et à la sécurité, sera un préalable
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
6
DOC 54
0967/001
een onvoorwaardelijke essentiële voorwaarde vooraleer
de verlenging van deze reactoren kan ingaan;
indispensable avant que la prolongation de ces unités
ne soit effective;
2. Erover te waken dat de voorwaarden om tot een
effectieve concurrentie op de Belgische productiemarkt
aangemoedigd worden en dat in dat kader de exploitant
aangemoedigd moet worden om de mogelijkheden te
onderzoeken om derden te laten investeren in de eigendomsstructuur en het conform maken van de reactoren
Doel 1 en Doel 2;
2. veiller à encourager des conditions de concurrence
effective en matière de production d’énergie sur le territoire belge et dans ce cadre, d’encourager l’exploitant
à examiner les possibilités d’investissements de tiers
dans la détention et la mise aux normes des unités
Doel 1 et Doel 2;
3. Elia te vragen om haar inspanningen om de interconnectiecapaciteit te ontwikkelen verder te zetten
conform de actuele planning;
3. demander à Elia de poursuivre ses efforts pour
développer la capacité d’interconnexion conformément
au planning actuel;
4. een energietransitiefonds te creëren met afdoende
middelen waarvan de modaliteiten later gedefinieerd
zullen worden. Dit fonds zal instaan om onderzoek en
ontwikkeling aan te moedigen in innoverende projecten
in het energiedomein en onder meer om energieproductie en — opslag aan te moedigen;
4. créer un fonds de transition énergétique, avec des
moyens adéquats, dont les modalités seront ultérieurement définies aux fins d’encourager la recherche et
le développement dans des projets innovants dans le
domaine de l’énergie et notamment pour développer la
production et le stockage d’énergie;
5. De bepalingen van de energie-efficiëntie-richtlijn
(2012/27/EU) om te zetten voor wat betreft de federale
bevoegdheden aangaande vraagbeheer. Daarenboven
vraagt de regering aan de CREG om de middelen te
onderzoeken om de toegang tot de markt voor vraagbeheer te faciliteren;
5. transposer les dispositions de la directive efficacité
énergétique (2012/27/EU) qui relèvent de ses compétences en matière de la gestion de la demande;
6. de aanbevelingen vragen, onder meer aan de
CREG, om het buiten bedrijf stellen van conventionele
productie-eenheden, zoals gas en WKK, die hun levenscyclus nog niet beëindigd hebben, te voorkomen
door te waken over de “rentabiliteit” (kostenefficiëntie);
6. demander des recommandations, notamment à la
CREG, en vue d’éviter la mise hors service d’unités de
production conventionnelles, comme le gaz et la cogénération qui ne sont pas encore en fin de vie, en veillant
notamment à assurer la rentabilité (“cost efficient”);
7. de maatregelen om de verhoging van de flexibiliteit
van het aanbod te onderzoeken onder meer door middel
van investeringen in nieuwe capaciteit te bestuderen;
7. rechercher les mesures pour augmenter la flexibilité
de l’offre entre autre par l’examen des moyens d’investissement dans de nouvelles capacités;
8. aan de minister van Energie, Leefmilieu en
Duurzame Ontwikkeling te vragen om haar werkzaamheden omtrent de ontwikkeling van een energievisie
en het afsluiten van een energiepact verder te zetten.
8. demander à la ministre de l’Energie, de l’Environnement et du Développement Durable de poursuivre
ses travaux pour développer une vision énergétique et
rédiger un pacte énergétique.
Om dit akkoord uit te voeren, moeten er onmiddellijk
bepaalde beslissingen genomen worden om rekening te
houden met technische en reglementaire beperkingen.
Deze beslissingen beogen eveneens, onder andere,
om een verlenging binnen optimale veiligheidsomstandigheden te garanderen. Het spreekt voor zich dat alle
hierboven vermelde punten eveneens prioritair dienen
uitgevoerd te worden.
Afin d ’exécuter cet accord, certaines décisions
doivent être prises sans attendre pour tenir compte
notamment de contraintes techniques et règlementaires. Ces décisions visent également à garantir, entre
autres, une prolongation dans des circonstances de
sécurité optimale. Il va de soi que l’intégralité des points
énoncés ci-avant doivent également être exécutés
prioritairement.
Een tweede voorontwerp van wet tot het verzekeren
van de financiering van de energietransitie en de ontwikkeling van de vraagrespons werd eveneens opgesteld
Un second avant-projet de loi visant à assurer le
financement de la transition énergétique et le développement des effacements de la consommation a
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
DOC 54
0967/001
7
en zal in werking moeten treden tijdens de komende
maanden na het advies van de Raad van State, Afdeling
Wetgeving.
également été élaboré et devra entrer en vigueur dans
les prochains mois après avis de la section de législation
du Conseil d’État.
Gezien de risico’s voor de bevoorradingszekerheid
van het land, moet de levensduur van de kerncentrales
Doel 1 en Doel 2 met 10 jaar, dus tot 2025, verlengd worden, mits het naleven van de voorschriften in verband
met de tienjaarlijkse herzieningen van de beveiliging, in
het bijzonder met betrekking tot de specifieke aspecten
van de “LTO” (Long Term Operation), de heraanpassing van het actieplan voor de stresstests, en de vereiste goedkeuringen van het Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle.
Vu les risques pour la sécurité d’approvisionnement
du pays, la durée de vie des centrales nucléaires de
Doel 1 et de Doel 2 doit être prolongée de 10 ans, donc
jusqu’en 2025, moyennant le respect des prescriptions
en matière de réévaluation décennale de sûreté couvrant notamment les aspects spécifiques du “LTO” (Long
Term Operation), la réadaptation du plan d’action relatif
aux tests de résistance, et les approbations nécessaires
de l’Agence Fédérale de Contrôle Nucléaire.
Uiteraard heeft het ontwerp van wet enkel tot doel
om het tijdsschema van vergunning tot industriële
elektriciteitsproductie door splijting van kernbrandstoffen te wijzigen, zoals ingevoerd door de wet van
31 januari 2003 houdende de geleidelijke uitstap uit
kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie. Het
laat de toelatingen verleend krachtens de andere geldende wetten onverlet. Overigens, om te antwoorden op
de opmerking van de Afdeling Wetgeving van de Raad
van State in zijn advies 57 093/3, wordt verduidelijkt dat
de kerncentrale van Doel 1 elektriciteit kan produceren
door splijting van kernbrandstoffen vanaf de inwerkingtreding van de wet en dat ze gedesactiveerd zal worden
op 15 februari 2025.
Il est entendu que le projet de loi vise exclusivement
à adapter le calendrier de permission de production industrielle d’électricité à partir de la fission de
combustibles nucléaires tel qu’instauré par la loi du
31 janvier 2003 sur la sortie progressive de l’énergie
nucléaire à des fins de production industrielle d’électricité. Il n’affecte pas les autorisations délivrées en vertu
des autres lois applicables. Par ailleurs, pour répondre
à la remarque de la section de législation du Conseil
d’État dans son avis 57 093/3, il est précisé que la centrale nucléaire de Doel 1 peut produire de l’électricité à
partir de la fission de combustible nucléaire à compter
de l’entrée en vigueur de la loi et qu’elle sera désactivée
le 15 février 2025.
Het spreekt voor zich dat de verlenging van de vergunning voor de industriële productie van elektriciteit op
basis van de splijting van kernbrandstof in de kerncentrales Doel 1 en Doel 2 enkel van kracht zal gaan mits
een akkoord tussen de eigenaar(s) en de Federale Staat
wordt gesloten. Het ontwerp van wet maakt gewag van
slechts één enkele eigenaar voor de twee kerncentrales
in kwestie. Het in het huidige ontwerp van wet bedoelde
begrip van eigenaar dient generiek te worden opgevat
in de hypothese dat het eigendom later gesplitst zou
worden tussen meerdere eigenaars.
Il est évident que la prolongation de la durée de permission de production industrielle d’électricité à partir
de la fission de combustibles nucléaires des centrales
nucléaires de Doel 1 et Doel 2 ne sera effective que
pour autant qu’un accord entre le(s) propriétaire(s) et
l’État fédéral intervienne. Le projet de loi ne vise qu’un
seul propriétaire pour les deux centrales nucléaires en
question. La notion de propriétaire visée par le présent
projet de loi s’entend de manière générique dans l’hypothèse où la propriété serait divisée ultérieurement entre
plusieurs propriétaires.
Dit ontwerp delegeert de bevoegdheid aan de Koning
om, desgevallend, bij besluit vastgesteld na overleg in
de Ministerraad, de einddatum van de vergunning voor
de industriële productie van elektriciteit door de splijting
van kernbrandstof, die vastgelegd wordt in dit ontwerp
van wet voor de kerncentrales Doel 1 en Doel 2, te vervroegen tot 31 maart 2016. Tot deze vervroeging wordt
slechts van rechtswege overgegaan, indien voornoemd
akkoord tussen de eigenaar(s) en de Federale Staat niet
gesloten werd voor 30 november 2015.
Le présent projet délègue la compétence au Roi
d’avancer, le cas échéant, par arrêté délibéré en Conseil
des ministres, la date limite de permission de production
industrielle d’électricité par fission de combustibles
nucléaires fixée par le présent projet de loi pour les centrales nucléaires de Doel 1 et Doel 2 au 31 mars 2016.
Cette obligation d’avancer les dates de permission de
production d’électricité n’existe que dans l’hypothèse
où l’accord précité entre l’État fédéral et le propriétaire
n’est pas conclu avant le 30 novembre 2015.
De bepalingen van deze verlenging zullen op deze
manier voldoende op voorhand vastgesteld zijn, zodat
de betrokken centrales beschikbaar zijn tijdens de
Les modalités de cette prolongation seront ainsi
déterminées suffisamment à temps afin de permettre
aux unités concernées d’être disponibles pour la période
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
8
DOC 54
0967/001
winterperiode 2015-2016 en bijdragen tot de bevoorradingszekerheid van het land.
hivernale 2015-2016 et de subvenir de la sorte à la
sécurité d’approvisionnement du pays.
De studie over de bevoorradingsperspectieven tegen
2030 analyseert de bevoorradingszekerheid in het geval
van een verlenging van de uitbating van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2 en de sluiting van Doel 3 en
Tihange 2. Dit scenario, Nuc-2000 genaamd, werd,
net als de anderen, onderworpen aan een analyse van
de milieu impact (Strategische milieubeoordeling van
de studie over de perspectieven van elektriciteitsbevoorrading tegen 2030, addendum, blz. 29 en 30). De
studie heeft geen nieuwe impact op het milieu en de
gezondheid.
L’étude sur les perspectives d’approvisionnement à
l’horizon 2030 analyse la sécurité d’approvisionnement
dans le cas d’une prolongation de la durée d’exploitation
des unités nucléaires de Doel 1 et de Doel 2 et la fermeture de Doel 3 et Tihange 2. Ce scénario, dénommé
Nuc-2000, a, comme les autres, fait l’objet d’une analyse sur les incidences environnementales (Evaluation
environnementale stratégique sur les perspectives
d’approvisionnement en électricité à l’horizon 2030,
addendum, pages 29 et 30). L’étude conclut à l’absence
d’incidence nouvelle sur l’environnement et la santé.
Daarom wordt voorgesteld om de wet van
31 januari 2003 houdende de geleidelijke uitstap uit
kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie
te wijzigen.
C’est pourquoi, il est proposé d’amender la loi du
31 janvier 2003 sur la sortie progressive de l’énergie nucléaire à des fins de production industrielle d’électricité.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
COMMENTAIRES DES ARTICLES
Artikel 1
Article 1er
Dit artikel bepaalt de constitutionele bevoegdheidsgrondslag.
Le présent article précise le fondement constitutionnel en matière de compétence.
Art. 2
Art. 2
Dit artikel staat de exploitant van de kerncentrale
Doel 1 toe om opnieuw elektriciteit door splijting van
kernbrandstoffen te produceren vanaf de inwerkingtreding van voorliggend wetsontwerp. Het bepaalt
het nieuwe tijdsschema van de geleidelijke uitstap uit
kernenergie voor industriële productie van elektriciteit.
Het tijdsschema bepaalt enkel de data die betrekking
hebben op de vergunning tot industriële elektriciteitsproductie door splijting van kernbrandstoffen. Het laat
de toelatingsvoorwaarden verleend krachtens andere
wetten, zoals de wetten met betrekking tot de technische
exploitatie of de beveiliging, die volledig van toepassing
blijven, onverlet.
Le présent article permet à l’exploitant de la centrale
nucléaire de Doel 1 de produire à nouveau de l’électricité
à partir de la fission de combustibles nucléaires à dater
de l’entrée en vigueur du projet de loi. Il fixe le nouveau
calendrier de sortie progressive du nucléaire à des fins
de production industrielle d’électricité. Le calendrier fixe
uniquement les dates relatives à la permission de production industrielle d’électricité à partir de la fission de
combustibles nucléaires. Il n’affecte pas les conditions
d’autorisation délivrées en vertu d’autres lois comme
celles en rapport avec l’exploitation technique ou de la
sûreté qui restent intégralement d’application.
Zo wordt erin geregeld dat de kerncentrales
Doel 1 en Doel 2 gedeactiveerd worden op de volgende
data en geen elektriciteit meer kunnen produceren
vanaf 15 februari 2025, wat Doel 1 betreft en vanaf
1 december 2025, wat Doel 2 betreft.
Il est ainsi prévu pour les centrales nucléaires de
Doel 1 et de Doel 2 que celles-ci sont désactivées aux
dates suivantes et ne peuvent plus produire d’électricité
dès le 15 février 2025 pour ce qui concerne Doel 1 et
dès le 1er décembre 2025 pour ce qui concerne Doel 2.
Art. 3
Art. 3
Dit artikel bevat het beginsel van een jaarlijkse
vergoeding als tegenprestatie voor de toekenning van
Le présent article instaure le principe d’une redevance annuelle en contrepartie de la concession du
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
DOC 54
0967/001
9
het recht tot toelating om elektriciteit door splijting van
kernbrandstoffen te produceren volgens het nieuwe
tijdsschema om bij te dragen aan het garanderen van
de bevoorradingszekerheid van het land (de “Dienst”).
droit visant à permettre de produire de l’électricité à
partir de la fission de combustibles nucléaires selon le
nouveau calendrier pour contribuer à assurer la sécurité
d’approvisionnement du pays(le “Service”)..
De wetgever bepaalt de modaliteiten voor de
berekening en de inning van deze vergoeding voor
15 november 2015. De Regering zal erop toezien dat het
bedrag van deze vergoeding een redelijk verband houdt
met het belang of de waarde van de Dienst om rekening
te houden met opmerkingen van de Afdeling Wetgeving
van de Raad van State in zijn advies 57 093/3.
Le législateur détermine les modalités de calcul
et de perception de cette redevance avant le
15 novembre 2015. Le Gouvernement veillera à ce que
le montant de cette rémunération conserve un rapport
raisonnable avec l’intérêt ou la valeur du Service pour
tenir compte des observations de la section de législation du Conseil d’État dans son avis 57 093/3.
Het bedrag van de heffing zal immers vastgesteld
worden rekening houdende met in het bijzonder (i) het
voordeel dat de eigenaar uit de Dienst kan halen, (ii)
de investeringen die hij zal moeten uitvoeren om de
voorschriften inzake de tienjaarlijkse herziening van de
beveiliging na te leven, met betrekking tot de specifieke
aspecten van de “LTO” (Long Term Operation) en ze
uitvoeren, (iii) van de aanpassing van het actieplan
voor de stresstests, en (iv) van de andere bijkomende
investeringen nodig om de vereiste goedkeuringen
van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle
te bekomen.
Le montant de la redevance sera en effet fixé en
tenant compte notamment (i) du bénéfice que le propriétaire pourra retirer du Service, (ii) des investissements
qu’il devra réaliser pour respecter les prescriptions en
matière de réévaluation décennale de sûreté couvrant
notamment les aspects spécifiques du “LTO” (Long Term
Operation) et les mettre en oeuvre, (iii) de l’adaptation
du plan d’action relatif aux tests de résistance, et (iv) des
autres investissements additionnels requis pour obtenir
les approbations nécessaires de l’Agence Fédérale de
Contrôle Nucléaire.
De betaling van de eigenaar als tegenprestatie voor
de Dienst is dus geen belasting, maar een heffing die
aanvaard is door de begunstigde van de Dienst, zijnde
de eigenaar. De heffing zal een gemeten aandeel opleveren van de winst die voortvloeit uit de Dienst. Geen
enkele andere heffing ten voordele van de Federale
Staat, anders dan de vergoeding bedoeld in paragraaf
1 en de algemene belastingen, gelinkt aan het eigendom
en de exploitatie van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2,
kan geïnd worden. De heffingen die niet rechtstreeks
aan de Federale Staat of de schatkist toekomen zoals
onder andere deze geïnd door het FANC of deze voorzien in de NIRAS-reglementering blijven verschuldigd.
Le paiement du propriétaire en contrepartie du
Service n’est donc pas un impôt et constitue une redevance acceptée par le bénéficiaire du Service, à savoir le
propriétaire. La redevance représentera une quote-part
mesurée du bénéfice découlant du ServiceAucune autre
charge en faveur de l’État fédéral, autres que la redevance visée par le paragraphe 1er et les impôts d’application générale, liées à la propriété et l’exploitation des
centrales nucléaires de Doel 1 et Doel 2 ne pourra être
prélevée. Les charges qui ne reviennent pas directement
à l’État fédéral ou au trésor public, comme entre autres
celles perçues par la AFCN ou celles prévues dans la
réglementation ONDRAF restent dues.
Tot slot is erin voorzien dat de Federale Staat een
overeenkomst afsluit met de eigenaar(s) van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2 om in het bijzonder de formules
met betrekking tot de berekeningswijze van de vergoeding, voorzien in paragraaf 2 van de bedoelde wet, te
verduidelijken en de schadeloosstelling van de partijen
in geval van niet naleving van hun verplichtingen. Het
spreekt voor zich dat een definitieve of voorlopige stopzetting wegens veiligheids- of beveiligingsredenen, het
recht op terugbetaling aan de eigenaar niet verschaft.
Enfin, il est prévu que l’État fédéral conclut une
convention avec le(s) propriétaire(s) des centrales
nucléaires de Doel 1 et de Doel 2 afin notamment de
décliner s’il échet les formules relatives aux modalités
de calcul de la redevance prévue par la loi visée au
paragraphe 2 et de régler les modalités d’indemnisation
des parties en cas de non-respect de leurs obligations.
Il va de soi qu’une mise à l’arrêt définitive ou provisoire
pour des raisons de sécurité ou de sûreté n’ouvre pas
droit à l’indemnisation du propriétaire.
In zijn advies 57 093/3 merkt de Afdeling Wetgeving
van de Raad van State op dat de normatieve functie
niet kan uitgeoefend worden door het afsluiten van overeenkomsten met de eigenaar van de kerncentrales van
Doel 1 en van Doel 2. De Regering heeft klaarblijkelijk
Dans son avis 57 093/3, la section de législation du
Conseil d’État fait observer que la fonction normative
ne peut pas être exercée par la conclusion de conventions avec le propriétaire des centrales nucléaires
de Doel 1 et de Doel 2. Le Gouvernement n’entend
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
10
DOC 54
0967/001
niet de bedoeling om het principe van de heffing en
haar modaliteiten in te voeren door een overeenkomst.
Zoals hierboven vermeld, zal deze vastgelegd worden door een wet, die zal aangenomen worden voor
15 november 2015. De contractuele verbintenissen
kunnen enkel aangegaan worden na de aanname van
deze wet.
évidemment pas instaurer le principe de la redevance
et ses modalités par une convention. Comme énoncé
plus haut, celle-ci sera fixée par une loi qui sera adoptée
avant le 15 novembre 2015. Les engagements contractuels ne pourront être contractés qu’après l’adoption
de cette loi.
Art. 4
Art. 4
Dit artikel regelt de inwerkingtreding van dit ontwerp
van wet. Gezien de hoogdringendheid om een wettelijk
kader te creëren teneinde de verlenging van de centrales Doel 1 en Doel 2 mogelijk te maken, wordt gekozen
voor een onmiddellijke inwerkingtreding op de dag van
bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Le présent article organise l’entrée en vigueur du
présent projet de loi. Vu l’urgence d’organiser un cadre
légal pour permettre la prolongation des unités Doel 1 et
Doel 2, il est opté pour une entrée en vigueur immédiate
de la loi à dater de sa publication au Moniteur Belge.
De minister van Energie,
La ministre de l’Énergie,
Marie Christine MARGHEM
Marie Christine MARGHEM
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
DOC 54
0967/001
11
VOORONTWERP VAN WET
AVANT-PROJET DE LOI
onderworpen aan het advies van de Raad van State
soumis à l’avis du Conseil d’État
Voorontwerp van wet houdende diverse bepalingen
inzake energie inzake de bevoorradingszekerheid op
het gebied van energie
Avant-projet de loi portant des dispositions diverses
en matière d’énergie en matière de sécurité
d’approvisionnement sur le plan énergétique
Artikel 1
Article 1er
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel
74 van de Grondwet.
La présente loi règle une matière visée à l’article 74 de la
Constitution.
Deze wet zet gedeeltelijk de Richtlijn 2012/27/EU
om van het Europees Parlement en van de Raad van
25 oktober 2012 houdende de energie-efficiëntie, tot wijziging
van de Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en tot intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG.
La présente loi transpose partiellement la Directive
2012/27/UE du Parlement européen et du Conseil du
25 octobre 2012 relative à l’efficacité énergétique, modifiant
les Directives 2009/125/CE et 2010/30/UE et abrogeant les
Directives 2004/8/CE et 2006/32/CE.
HOOFDSTUK I
CHAPITRE IER
Wijziging van de wet van 31 januari 2003 houdende
de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële
elektriciteitsproductie
Modification de la loi du 31 janvier 2003 sur la sortie
progressive de l’énergie nucléaire à des fins de
production industrielle d’électricité
Art. 2
Art. 2
In artikel 4 van de wet van 31 januari 2003 houdende de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie, laatst gewijzigd door de wet van 18 december 2013,
worden de volgende wijzigingen aangebracht:
A l’article 4 de la loi du 31 janvier 2003 sur la sortie
progressive de l’énergie nucléaire à des fins de production industrielle d’électricité, modifié en dernier lieu par la
loi du 18 décembre 2013, les modifications suivantes sont
apportées:
1° de woorden “Doel 1: 15 februari 2015;” worden vervangen door de woorden “Doel 1: 15 februari 2025;” en de
woorden “Doel 2: 1 december 2015;” worden vervangen door
de woorden “Doel 2: 1 december 2025”;
1° les mots “Doel 1: 15 février 2015;” sont remplacés
par les mots “Doel 1: 15 février 2025;” et les mots “Doel 2:
1er décembre 2015;” sont remplacés par les mots “Doel 2:
1er décembre 2025”;
2° een paragraaf 3, luidende als volgt, wordt ingevoegd;
2° un paragraphe 3, rédigé comme suit, est inséré;
“De Koning vervroegt, bij besluit vastgesteld na overleg in
Ministerraad, de in paragraaf 1 bedoelde einddatum voor de
kerncentrales Doel 1 en Doel 2 tot 31 maart 2016, indien de
in artikel 4/2, § 3, bedoelde overeenkomst niet is afgesloten
uiterlijk op 30 november 2015.
“Le Roi avance, par arrêté délibéré en Conseil des
ministres, la date visée au paragraphe 1er pour les centrales
nucléaires de Doel 1 et de Doel 2 au 31 mars 2016, si la
convention visée à l’article 4/2, § 3, n’est pas conclue au plus
tard pour le 30 novembre 2015.”.
Art. 3
Art. 3
In dezelfde wet wordt in het hoofdstuk 2, laatst gewijzigd
door de wet van 18 december 2013, een artikel 4/2 ingevoegd,
luidende als volgt:
Dans la même loi, au sein du chapitre 2, modifié en dernier
lieu par la loi du 18 décembre 2013, il est inséré un article
4/2, rédigé comme suit:
“Art. 4/2. § 1. De eigenaar van de kerncentrales Doel 1 en
Doel 2 stort aan de Federale Staat een jaarlijkse vergoeding
bij wijze van tegenprestatie voor de verlenging van de duur
betreffende de toelating tot industriële elektriciteitsproductie
“Art. 4/2. § 1er. Le propriétaire des centrales nucléaires
Doel 1 et Doel 2 verse à l ’État fédéral une redevance
annuelle en contrepartie de la prolongation de la durée de
permission de production industrielle d’électricité à partir
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
12
DOC 54
0967/001
door splijting van kernbrandstoffen tot 15 februari 2025 voor
Doel 1 en tot 1 december 2025 voor Doel 2.
de la fission de combustibles nucléaires de ces centrales
jusqu’au 15 février 2025 pour Doel 1 et jusqu’au 1er décembre 2025 pour Doel 2.
§ 2. De vergoeding, bedoeld in paragraaf 1, sluit alle andere heffingen ten voordele van de Federale Staat uit (met
uitzondering van de belastingen van algemene toepassing)
die zouden verbonden zijn aan het eigendom of de exploitatie
van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2, aan de inkomsten,
productie of productiecapaciteit van deze centrales of aan het
gebruik van kernbrandstof door deze centrales.
§ 2. La redevance, visée au paragraphe 1er, exclut toutes
autres charges en faveur de l’État fédéral (à l’exception des
impôts d’application générale) qui seraient liées à la propriété
ou à l’exploitation des centrales nucléaires Doel 1 et Doel 2,
aux revenus, production ou capacité de production de ces centrales ou à l’utilisation par celles-ci de combustible nucléaire.
§ 3. De Federale Staat sluit een overeenkomst af met
de eigenaar van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2 in het
bijzonder om:
§ 3. L’État fédéral conclut une convention avec le propriétaire des centrales nucléaires Doel 1 et Doel 2 notamment
en vue de:
1° de berekeningswijze van de vergoeding, bedoeld in
paragraaf 1, te verduidelijken;
1° préciser les modalités de calcul de la redevance visée
au paragraphe 1er;
2° de schadeloosstelling te regelen van de ene partij door
de andere partij in geval deze laatste haar verbintenissen
niet nakomt.”.
2° régler l’indemnisation de chacune des parties en cas
de non-respect de leur engagement contractuel.”.
HOOFDSTUK II
CHAPITRE II
Wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende
de organisatie van de elektriciteitsmarkt en van
de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer
van gasachtige producten en andere door middel
van leidingen
Modification de la loi du 29 avril 1999 relative à
l’organisation du marché de l’électricité et de la loi du
12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux et
autres par canalisations
Art. 4
Art. 4
In artikel 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de
organisatie van de elektriciteitsmarkt, laatst gewijzigd door
de wet van 8 mei 2014, een 24°sexies, luidende als volgt,
wordt ingevoegd:
A l’article 2 de la loi du 29 avril 1999 relative à l’organisation
du marché de l’électricité, modifié en dernier lieu par la loi
du 8 mai 2014, un 24°sexies, rédigé comme suit, est inséré:
“24°sexies “Richtlijn 2012/27/EU”: de Richtlijn 2012/27/
EU van het Europees Parlement en van de Raad van
25 oktober 2012 houdende de energie-efficiëntie, tot wijziging
van de Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en tot intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG;”.
“24°sexies “Directive 2012/27/UE”: la Directive 2012/27/UE
du Parlement européen et du Conseil du 25 octobre 2012 relative à l’efficacité énergétique, modifiant les Directives
2009/125/CE et 2010/30/UE et abrogeant les Directives
2004/8/CE et 2006/32/CE;”.
Art. 5
Art. 5
In dezelfde wet wordt een artikel 4ter ingevoegd, luidende
als volgt:
Dans la même loi, un article 4ter, rédigé comme suit,
est inséré:
“A r t . 4 t e r.Ee n b e g r o t i n g s f o n d s , g e n a a m d
“Energietransitiefonds”, wordt opgericht. Het vormt een
begrotingsfonds in de zin van artikel 62 van de wet van
22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van
de comptabiliteit van de Federale Staat.
“Art. 4ter. Un fonds budgétaire intitulé “fonds de transition
énergétique” est créé. Il constitue un fonds budgétaire au sens
de l’article 62 de la loi du 22 mai 2003 portant organisation
du budget et de la comptabilité de l’État fédéral.
Het wordt gespijsd door de vergoeding die betaald wordt
aan de Federale Staat in overeenstemming met artikel 4/2 van
de wet van 31 januari 2003 houdende de geleidelijke uitstap
uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie.
Il est alimenté par la redevance versée à l’État fédéral
conformément à l’article 4/2 de la loi du 31 janvier 2003 sur
la sortie progressive de l’énergie nucléaire à des fins de
production industrielle d’électricité.
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
DOC 54
0967/001
13
De Koning bepaalt de gebruiksvoorwaarden voor dit fonds
bij besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad.”.
Le Roi détermine les modalités d’utilisation de ce fonds
par arrêté délibéré en Conseil des ministres.”.
Art. 6
Art. 6
In artikel 12 § 5, eerste lid, van dezelfde wet, laatst gewijzigd
door de wet van 8 januari 2012, wordt een 25° en een 26°
ingevoegd, luidende als volgt:
A l’article 12, § 5, alinéa 1er, de la même loi, modifié pour
la dernière fois par la loi du 8 janvier 2012, il est inséré un 25°
et un 26° rédigés comme suit:
“25° de tarieven bevatten geen prikkels die de algehele
efficiëntie van het elektrische systeem aantasten of die de
marktdeelname van de vraagrespons in verband met balancerings- en nevendiensten kunnen belemmeren. De tarieven
beogen de efficiëntie aangaande het ontwerp en het beheer
van infrastructuur te verbeteren. Ze stimuleren de leveranciers
om de participatie van de eindafnemer aan de algehele efficientie van het elektrische systeem te verhogen, met inbegrip
van vraagrespons;
“25° les tarifs ne contiennent aucune incitation préjudiciable à l’efficacité globale du système électrique ou qui
pourrait faire obstacle à la participation des effacements de
la consommation, aux marchés d’ajustement et à la fourniture
de services auxiliaires. Les tarifs visent à améliorer l’efficacité
en ce qui concerne tant la conception que l’exploitation des
infrastructures et encouragent les fournisseurs à améliorer la
participation du client final à l’efficacité globale du système
électrique, y compris par l’effacement de la consommation;
26° de tarieven voldoen aan de vereisten van de bijlage XI
van de richtlijn 2012/27/EU.”.
26° les tarifs rencontrent les exigences de l’annexe XI de
la directive 2012/27/UE.”.
Art.7
Art. 7
In artikel 23, § 1, tweede lid, van dezelfde wet, laatst gewijzigd door de wet van 8 mei 2014, wordt een 5° bis ingevoegd,
luidende als volgt:
A l’article 23, § 1er, alinéa 2, de la même loi, modifié en
dernier lieu, par la loi du 8 mai 2014, il est inséré un 5° bis
rédigé comme suit:
“5°bis aanmoedigen van vraagzijdemiddelen, zoals
vraagrespons, om deel te nemen aan het aanbod op de
groothandelsmarkt;”.
“5°Lbis encourager les ressources portant sur la demande,
telles que les effacements de consommation, à participer au
marché de gros au même titre que les ressources portant
sur l’offre;”.
Art. 8
Art. 8
In artikel 15/5bis, § 5, eerste lid, van de wet van 12 april
1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en
andere door middel van leidingen, laatst gewijzigd door de
wet van 8 januari 2012, wordt een 23° ingevoegd, luidende
als volgt:
A l’article 15/5bis, § 5, alinéa 1er, de la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux et autres par canalisations, modifié en dernier lieu par la loi du 8 janvier 2012, il
est inséré un 23°, rédigé comme suit:
“23° de tarieven bevatten geen prikkels die de algehele
efficiëntie aantasten of die de marktdeelname van de vraagrespons in verband met balancerings- en nevendiensten
kunnen belemmeren. De tarieven beogen de efficiëntie
aangaande het ontwerp en het beheer van infrastructuur te
verbeteren. Ze stimuleren de leveranciers om de participatie
van de eindafnemer aan de algehele efficiëntie te verhogen,
met inbegrip van vraagrespons.”.
“23° les tarifs ne contiennent aucune incitation préjudiciable à l’efficacité globale ou qui pourrait faire obstacle à
la participation des effacements de la consommation, aux
marchés d’ajustement et à la fourniture de services auxiliaires.
Les tarifs visent à améliorer l’efficacité en ce qui concerne
tant la conception que l’exploitation des infrastructures et
encouragent les fournisseurs à améliorer la participation du
client final à l’efficacité globale, notamment par l’effacement
de la consommation.”.
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
14
DOC 54
0967/001
HOOFDSTUK III
CHAPITRE III
Wijziging van de organieke wet van
27 december 1990 houdende oprichting van
begrotingsfondsen
Modification de la loi organique du
27 décembre 1990 créant des fonds budgétaires
Art. 9
Art. 9
De tabel gevoegd bij de organieke wet van
27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, wordt de rubriek 42 Economie, K.M.O., Middenstand en
Energie, aangevuld als volgt:
Le tableau, joint à la loi organique du 27 décembre 1990 créant
des fonds budgétaires, la rubrique 42 Economie, P.M.E.,
Classes moyennes et énergie est complété par les dispositions suivantes:
“Benaming van het organiek begrotingsfonds:
“Dénomination du fonds budgétaire organique:
32-42 Energietransitiefonds
32-42 Fonds de transition énergétique
Aard van de toegewezen ontvangsten:
Nature des recettes affectées:
De vergoeding die betaald wordt aan de Federale Staat
krachtens artikel 4/2 van wet van 31 januari 2003 houdende de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële
elektriciteitsproductie.
Aard van de toegestane uitgaven:
La redevance versée à l’État fédéral en vertu de l’article
4/2 de la loi du 31 janvier 2003 sur la sortie progressive
de l’énergie nucléaire à des fins de production industrielle
d’électricité.
Nature des dépenses autorisées:
1° Maatregelen om onderzoek en ontwikkeling te stimuleren en te ondersteunen in innoverende projecten binnen het
energiedomein binnen het kader van de bevoegdheden van
de Federale Staat.
1° Mesures pour encourager et soutenir la recherche et le
développement dans des projets innovants dans le domaine
de l’énergie relevant des compétences de l’État fédéral.
2° Maatregelen voor het behoud van en/of de ontwikkeling
van en/of het onderzoek van een systeem om de bevoorradingszekerheid en het netevenwicht te waarborgen, in het
bijzonder in verband met de energieproductie en —opslag.”.
2° Mesures pour maintenir et/ou développer et/ou rechercher tout système permettant de garantir la sécurité d’approvisionnement et/ou l’équilibre du réseau et notamment de
production et de stockage d’énergie.”.
HOOFDSTUK IV
CHAPITRE IV
Slotbepaling
Disposition finale
Art. 10
Art. 10
Deze wet treedt in werking de dag waarop ze in het
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
La présente loi entre en vigueur le jour de sa publication
au Moniteur belge.
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
DOC 54
0967/001
15
ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE
NR. 57.093/3 VAN 16 FEBRUARI 2015
AVIS DU CONSEIL D’ÉTAT
N° 57.093/3 DU 16 FÉVRIER 2015
Op 9 februari 2104 is de Raad van State, afdeling
Wetgeving, door de minister van Energie verzocht binnen een
termijn van vijf werkdagen een advies te verstrekken over een
voorontwerp van wet “houdende diverse bepalingen inzake
energie inzake de bevoorradingszekerheid op het gebied
van energie”.
Le 9 février 2015, le Conseil d’État, section de législation,
a été invité par la ministre d’Énergie à communiquer un avis,
dans un délai de cinq jours ouvrables, sur un avant-projet
deloi “portant des dispositions diverses en matière d’énergie en matière de sécurité d’approvisionnement sur le plan
énergétique”.
Het voorontwerp is door de derde kamer onderzocht op
12 februari 2015. De kamer was samengesteld uit Jo Baert,
kamervoorzitter, Jan Smets en Jeroen Van Nieuwenhove,
staatsraden, en Annemie Goossens, griffier.
L’avant-projet a été examiné par la troisième chambre le
12 février 2015. La chambre était composée de Jo Baert, président de chambre, Jan Smets et Jeroen Van Nieuwenhove,
conseillers d’État, et Annemie Goossens, greffier.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse
tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jo Baert,
kamervoorzitter.
La concordance entre la version française et la version
néerlandaise de l’avis a été vérifiée sous le contrôle de
Jo Baert, président de chambre.
Het verslag is uitgebracht door Paul Depuydt, eerste
auditeur-afdelingshoofd.
Le rapport a été présenté par Paul Depuydt, premier auditeur chef de section.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op
16 februari 2015.
L’avis, dont le texte suit, a été donné le 16 février 2015.
*
*
1. Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de
Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, moeten in
de adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving
van het spoedeisende karakter ervan.
1. Selon l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 3°, des lois sur le
Conseil d’État, coordonnées le 12 janvier 1973, la demande
d ’avis doit indiquer les motifs qui en justifient le caractère urgent.
In het onderhavige geval wordt het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd als volgt:
En l’occurrence, l’urgence est motivée comme suit:
“Cet avant-projet de loi comporte une disposition essentielle visant à modifi er la loi du 31 janvier 2003 sur la sortie
progressive de l’énergie nucléaire à des fi ns de production
industrielle d’électricité pour prolonger la durée de vie des
centrales nucléaires de Doel 1 et de Doel 2 de dix ans aux
fi ns de contribuer à la sécurité d’approvisionnement électrique en Belgique.
“Cet avant-projet de loi comporte une disposition essentielle visant à modifier la loi du 31 janvier 2003 sur la sortie
progressive de l’énergie nucléaire à des fins de production
industrielle d’électricité pour prolonger la durée de vie des
centrales nucléaires de Doel 1 et de Doel 2 de dix ans aux
fins de contribuer à la sécurité d’approvisionnement électrique
en Belgique.
Il consacre les premiè res mesures prises par le
Gouvernement pour répondre aux problèmes en matière de
sécurité d’approvisionnement et aux risques de pénurie en
électricité à court terme, au regard des grandes incertitudes
liées au redémarrage des unités Doel 3 et Tihange 2, de la
fermeture annoncée de centrales thermiques en 2015 et
dans les années qui suivront, et le fait que l’intégration des
capacités étrangères au réseau belge n’est pas possible à
court terme. La sécurité d’approvisionnement en électricité
n’est pas assurée pour l’hiver prochain et les modalités de
la prolongation doivent être déterminées sans plus attendre
afi n de permettre à l’exploitant de rendre les unités concernées disponibles pour la période hivernale 2015-2016. Il faut
donc un cadre légal célère qui accompagne les négociations
avec l’exploitant.
Il consacre les premières mesures prises par le
Gouvernement pour répondre aux problèmes en matière de
sécurité d’approvisionnement et aux risques de pénurie en
électricité à court terme, au regard des grandes incertitudes
liées au redémarrage des unités Doel 3 et Tihange 2, de
la fermeture annoncée de centrales thermiques en 2015 et
dans les années qui suivront, et le fait que l’intégration des
capacités étrangères au réseau belge n’est pas possible à
court terme. La sécurité d’approvisionnement en électricité
n’est pas assurée pour l’hiver prochain et les modalités de la
prolongation doivent être déterminées sans plus attendre afin
de permettre à l’exploitant de rendre les unités concernées
disponibles pour la période hivernale 2015-2016. Il faut donc
un cadre légal célère qui accompagne les négociations avec
l’exploitant.
Conformément à l’article 84, § ler, alinéa ler, 3°, des lois
coordonnées sur le Conseil d’État et en raison de l’urgence
Conformément à l’article 84, § ler, alinéa ler, 3°, des lois
coordonnées sur le Conseil d’État et en raison de l’urgence
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
16
DOC 54
0967/001
motivée par la nécessité de promulguer et publier cet avantprojet de loi dans les plus brefs délais et par les considérants
repris dans l’exposé des motifs de l’avant-projet de loi lesquels énoncent notamment que:
motivée par la nécessité de promulguer et publier cet avantprojet de loi dans les plus brefs délais et par les considérants
repris dans l’exposé des motifs de l’avant-projet de loi lesquels énoncent notamment que:
“Vu les risques pour la sécurité d’approvisionnement du
pays, la durée de vie des centrales nucléaires de Doel 1 et
de Doel 2 doit être prolongée de 10 ans, donc jusqu’en
2025, moyennant le respect des prescriptions en matière
de réévaluation décennale de sûreté couvrant notamment
les aspects spécifi ques du “LTO” (Long Term Operation), la
réadaptation du plan d’action relatif aux tests de résistance
(‘stress tests’), et les approbations nécessaires de l’Agence
Fédérale de Contrôle Nucléaire.
“Vu les risques pour la sécurité d’approvisionnement du
pays, la durée de vie des centrales nucléaires de Doel 1 et
de Doel 2 doit être prolongée de 10 ans, donc jusqu’en
2025, moyennant le respect des prescriptions en matière
de réévaluation décennale de sûreté couvrant notamment
les aspects spécifiques du “LTO” (Long Term Operation), la
réadaptation du plan d’action relatif aux tests de résistance
(‘stress tests’), et les approbations nécessaires de l’Agence
Fédérale de Contrôle Nucléaire.
Le risque que ferait courir, pour la sécurité d’approvisionnement en Belgique, la fermeture de réacteurs nucléaires en
2015 (Doel 1, Doel 2) a aussi été confi rmé dans l’étude du
Groupe GEMIX de septembre 2009 “Quel mix énergétique
idéal pour la Belgique aux horizons 2020 et 2030” (http://
economie.fgov.be/fr/binaries/gemix1_fr_tcm326-201964.pdf).
Le risque que ferait courir, pour la sécurité d’approvisionnement en Belgique, la fermeture de réacteurs nucléaires en
2015 (Doel 1, Doel 2) a aussi été confirmé dans l’étude du
Groupe GEMIX de septembre 2009 “Quel mix énergétique
idéal pour la Belgique aux horizons 2020 et 2030” (http://
economie.fgov.be/fr/binaries/gemix1_fr_tcm326-201964.pdf).
Selon cette étude (voir spécialement les pages 4 et 5), la
fermeture en 2015 des trois centrales nucléaires Tihange 1,
Doel 1 et Doel 2 ferait courir un risque de sécurité d’approvisionnement. En conséquence, elle recommande notamment
de retarder de 10 ans la fermeture des trois réacteurs Doel 1,
Doel 2 et Tihange 1.
Selon cette étude (voir spécialement les pages 4 et 5), la
fermeture en 2015 des trois centrales nucléaires Tihange 1,
Doel 1 et Doel 2 ferait courir un risque de sécurité d’approvisionnement. En conséquence, elle recommande notamment
de retarder de 10 ans la fermeture des trois réacteurs Doel 1,
Doel 2 et Tihange 1.
Par ailleurs, le Bureau fédéral du Plan a fait l’analyse
quantitative des coûts d’un black-out sur l’économie belge
dans son rapport de mars 2014. Le Bureau estime ainsi le
préjudice socio-économie d’une panne d’électricité d’une
heure à environ 120 millions d’euros en cas de coupure, en
semaine, à un moment où toutes les entreprises sont actives
(voir L’étude “Belgische black-outs berekend — Een kwantitatieve evaluatie van stroompannes in België” du Bureau
Fédéral du Plan publiée en mars 2014 (http://www.plan.be/
admin/uploaded/201403170843050.WP_1403.pdf).
Par ailleurs, le Bureau fédéral du Plan a fait l’analyse
quantitative des coûts d’un black-out sur l’économie belge
dans son rapport de mars 2014. Le Bureau estime ainsi le
préjudice socio-économie d’une panne d’électricité d’une
heure à environ 120 millions d’euros en cas de coupure, en
semaine, à un moment où toutes les entreprises sont actives
(voir L’étude “Belgische black-outs berekend — Een kwantitatieve evaluatie van stroompannes in België” du Bureau
Fédéral du Plan publiée en mars 2014 (http://www.plan.be/
admin/uploaded/201403170843050.WP_1403.pdf).
Ces conclusions sont encore confi rmées dans l’évaluation
d’Elia contenant une analyse probabiliste relative à l’état de
la sécurité d’approvisionnement du pays dans le cadre des
réserves stratégiques (novembre 2014) et dans l’avis reposant sur une analyse déterministe réalisée par la Direction
générale de l’Energie du SPF Economie qui a conduit à
l’arrêté ministériel pris par la ministre de l’Energie donnant
instruction à Elia de constituer une réserve stratégique pour
un volume de 2750 MW complémentaire au volume déjà
contracté en 2014”.”.
Ces conclusions sont encore confirmées dans l’évaluation
d’Elia contenant une analyse probabiliste relative à l’état de
la sécurité d’approvisionnement du pays dans le cadre des
réserves stratégiques (novembre 2014) et dans l’avis reposant sur une analyse déterministe réalisée par la Direction
générale de l’Énergie du SPF Économie qui a conduit à
l’arrêté ministériel pris par la ministre de l’Énergie donnant
instruction à Elia de constituer une réserve stratégique pour
un volume de 2750 MW complémentaire au volume déjà
contracté en 2014”.”.
2. Die motivering kan slechts worden betrokken op hoofdstuk I van het voorontwerp, dat handelt over de wijziging van
de wet van 31 januari 2003 “houdende de geleidelijke uitstap
uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie”.
2. Cette motivation ne peut se rapporter qu’au chapitre
Ier de l’avant-projet, qui traite de la modification de la loi
du 31 janvier 2003 “sur la sortie progressive de l’énergie
nucléaire à des fins de production industrielle d’électricité”.
De adviesaanvraag bevat geen motivering voor het spoedeisende karakter van de adviesaanvraag met betrekking tot
La demande d’avis ne contient aucune motivation pour
l’urgence de celle-ci concernant les chapitres II et III du
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
DOC 54
0967/001
17
de hoofdstukken II en III van het ontwerp1. Het eerst vermelde
hoofdstuk bevat voornamelijk bepalingen ter (gedeeltelijke)
omzetting van richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement
en de Raad van 25 oktober 2012 “betreffende energie-efficientie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/
EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en
2006/32/EG” (hierna: richtlijn 2012/27/EU), terwijl het in tweede orde vermelde hoofdstuk een wijziging bevat aan de tabel
gevoegd bij de organieke wet van 27 december 1990 “houdende oprichting van begrotingsfondsen”.
projet1. Le premier chapitre cité comporte principalement
des dispositions transposant (partiellement) la directive
2012/27/UE du Parlement européen et du Conseil du
25 octobre 2012 “relative à l’efficacité énergétique, modifiant
les directives 2009/125/CE et 2010/30/UE et abrogeant les
directives 2004/8/CE et 2006/32/CE” (ci-après: directive
2012/27/UE), alors que le chapitre cité en deuxième lieu
apporte une modification au tableau annexé à la loi organique
du 27 décembre 1990 “créant des fonds budgétaires”.
Gelet op het voorgaande is de adviesaanvraag onontvankelijk wat de hoofdstukken II en III van het ontwerp betreft. Ter
inachtneming van het voorschrift van artikel 3, § 1, eerste lid,
van de wetten op de Raad van State zullen die hoofdstukken
dan ook opnieuw om advies aan de Raad van State moeten
worden voorgelegd.
Eu égard à ce qui précède, la demande d’avis est irrecevable en ce qui concerne les chapitres II et III du projet.
Conformément au prescrit de l’article 3, § 1er, alinéa 1er, des
lois sur le Conseil d’État, ces chapitres devront par conséquent être à nouveau soumis pour avis au Conseil d’État.
*
*
3. Overeenkomstig artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, heeft de afdeling Wetgeving zich
moeten beperken tot het onderzoek van de bevoegdheid van
de steller van de handeling, van de rechtsgrond2, alsmede van
de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan.
3. En application de l’article 84, § 3, alinéa 1er, des lois sur le
Conseil d’État, la section de législation a dû se limiter à l’examen de la compétence de l’auteur de l’acte, du fondement
juridique2 et de l’accomplissement des formalités prescrites.
*
*
STREKKING VAN HET ONTWERP
PORTÉE DU PROJET
4. Het om advies voorgelegde ontwerp strekt er in de
eerste plaats toe de datum voor het desactiveren van de
nucleaire centrales Doel 1 en Doel 2 te verdagen tot, respectievelijk, 15 februari 2025 en 1 december 2025. Daartoe
wordt artikel 4 van de wet van 31 januari 2003 gewijzigd
(artikel 2, 1°, van het ontwerp). Voorts wordt in hetzelfde
artikel van de wet van 31 januari 2003 een nieuwe paragraaf
ingevoegd volgens welke de Koning de hiervoor vermelde
data tot 31 maart 2016 dient te vervroegen indien uiterlijk op
30 november 2015 geen overeenkomst met de eigenaar van
de betrokken kerncentrales is gesloten in verband met de
berekeningswijze van de jaarlijkse vergoeding en in verband
met de schadeloosstelling (zie verder) (artikel 2, 2°, van
het ontwerp).
4. Le projet soumis pour avis vise tout d’abord à reporter la
date de désactivation des centrales nucléaires Doel 1 et Doel 2,
respectivement, au 15 février 2025 et au 1er décembre 2025.
L’article 4 de la loi du 31 janvier 2003 est modifié à cet effet
(article 2, 1°, du projet). En outre, il est inséré dans le même
article de la loi du 31 janvier 2003 un nouveau paragraphe,
énonçant que le Roi est tenu d’avancer les dates précitées au
31 mars 2016 si, au plus tard le 30 novembre 2015, aucune
convention n’est conclue avec le propriétaire des centrales
nucléaires concernées à propos des modalités de calcul de
la redevance annuelle et de l’indemnisation (voir plus loin)
(article 2, 2°, du projet).
Ten slotte wordt in de wet van 31 januari 2003 ook een
nieuw artikel 4/2 ingevoegd (artikel 3 van het ontwerp), waarvan de draagwijdte als volgt kan worden samengevat:
Enfin, il est également inséré dans la loi du 31 janvier 2003 un
nouvel article 4/2 (article 3 du projet), dont la portée peut être
résumée comme suit:
1
1
Même si, sur le fond, il existe un lien certain entre, d’une part,
les articles 5 et 9 du projet qui concernent le fonds budgétaire
“Fonds de transition énergétique” et, d’autre part, les disposition
du chapitre Ier, force est de constater que l’existence de ce lien
ne suffit pas en soi pour admettre l’urgence pour les articles 5 et
9. En effet, la création d’un fonds budgétaire peut difficilement
être considérée à ce point urgente qu’elle requière d’invoquer
l’urgence de la demande d’avis. À défaut d’une justification
spécifique à cet effet, ces articles ne peuvent pas non plus
être examinés.
2
S’agissant d’un avant-projet de loi, on entend par “fondement
juridique” la conformité aux normes supérieures.
2
Ook al is er een zeker inhoudelijk verband tussen, enerzijds,
de artikelen 5 en 9 van het ontwerp die betrekking hebben op
het begrotingsfonds “Energietransitiefonds” en, anderzijds, de
bepalingen van hoofdstuk I, moet worden vastgesteld dat het
bestaan van dit verband op zich niet volstaat om de spoedeisendheid voor de artikelen 5 en 9 te aanvaarden. De oprichting
van een begrotingsfonds is immers bezwaarlijk als zo dringend
te beschouwen dat ervoor een beroep moet worden gedaan op
een spoedadviesaanvraag. Bij ontstentenis van een specifieke
verantwoording ervoor kunnen ook die artikelen niet worden
onderzocht.
angezien het om een voorontwerp van wet gaat, wordt onder
“rechtsgrond” de overeenstemming met de hogere rechtsnormen verstaan.
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
18
DOC 54
0967/001
— de eigenaar van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2 stort
aan de Federale Staat een jaarlijkse vergoeding als tegenprestatie voor de verlenging van de exploitatieduur van de
centrales (ontworpen artikel 4/2, § 1);
— le propriétaire des centrales nucléaires Doel 1 et
Doel 2 verse à l’État fédéral une redevance annuelle en
contrepartie de la prolongation de la durée d’exploitation des
centrales (article 4/2, § 1er en projet);
— de jaarlijkse vergoeding sluit alle andere heffingen
ten voordele van de Federale Staat uit, met uitzondering
van de belastingen van algemene toepassing (ontworpen
artikel 4/2, § 2);
— la redevance annuelle exclut toutes autres charges en
faveur de l’État fédéral, à l’exception des impôts d’application
générale (article 4/2, § 2 en projet);
— de Federale Staat sluit een overeenkomst met de
eigenaar van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2 om de berekeningswijze van de jaarlijkse vergoeding te verduidelijken
en de schadeloosstelling te regelen indien een partij haar
verbintenissen niet nakomt (ontworpen artikel 4/2, § 3).
— l’État fédéral conclut une convention avec le propriétaire
des centrales nucléaires Doel 1 et Doel 2 en vue de préciser
les modalités de calcul de la redevance annuelle et de régler
l’indemnisation si une partie ne respecte pas ses engagements (article 4/2, § 3 en projet).
ALGEMENE OPMERKINGEN
OBSERVATIONS GÉNÉRALES
A. VERVAL VAN BEPALINGEN VAN DE VERGUNNING EN VERLENGING
A. CADUCITÉ DES DISPOSITIONS DE L’AUTORISATION ET
VAN DE EXPLOITATIEDUUR
PROLONGATION DE LA DURÉE D ’ EXPLOITATION
5. Krachtens artikel 4, § 1, eerste streepje, van de
wet van 31 januari 2003 is de kerncentrale Doel 1 op
15 februari 2015 gedesactiveerd, zodat de kerncentrale
vanaf die datum geen elektriciteit meer mag produceren. Uit
artikel 4, § 2, van de wet volgt dat in de individuele vergunningen tot exploitatie en tot industriële elektriciteitsproductie
door splijting van kernbrandstoffen, die door de Koning zonder
tijdsbeperking zijn toegekend, de bepalingen betreffende de
toelating tot industriële elektriciteitsproductie door splijting
van kernbrandstoffen een einde nemen op de in artikel 4,
§ 1, vermelde datum.
5. En vertu de l’article 4, § 1er, premier tiret, de la loi du
31 janvier 2003, la centrale nucléaire Doel 1 a été désactivée le 15 février 2015, de sorte qu’elle ne peut plus produire
d’électricité depuis cette date. Il résulte de l’article 4, § 2, de
la loi que dans les autorisations individuelles d’exploitation
et de production industrielle d’électricité à partir de la fission
de combustibles nucléaires, délivrées pour une période sans
limitation de durée par le Roi, les dispositions relatives à la
permission de production industrielle d’électricité à partir de
la fission de combustibles nucléaires prennent fin à la date
mentionnée à l’article 4, § 1er.
Omdat de wijziging van de datum voor desactivatie van
Doel 1 niet is doorgevoerd vóór 15 februari 2015, zijn op
grond van artikel 4, § 2, van de wet van 31 januari 2003 de
bepalingen betreffende de toelating tot industriële elektriciteitsproductie door splijting van kernbrandstoffen in de
vergunning of vergunningen voor die kerncentrale vervallen
op 15 februari 2015. Indien het ontwerp wet wordt, zullen
die bepalingen echter niet herleven vermits het ontwerp
ertoe beperkt is het verbod van elektriciteitsproductie vanaf
15 februari 2015 te vervangen door een verbod dat ingaat
vanaf 15 februari 2025.
La modification de la date de désactivation de Doel 1 n’ayant
pas été effectuée avant le 15 février 2015, les dispositions relatives à la permission de production industrielle d’électricité à
partir de la fission de combustibles nucléaires sont devenues
caduques le 15 février 2015, en application de l’article 4, § 2,
de la loi du 31 janvier 2003, dans l’autorisation ou les autorisations délivrée(s) pour cette centrale nucléaire. Si le projet
devient loi, ces dispositions ne pourront toutefois pas revivre,
le projet se bornant à remplacer l’interdiction de production
d’électricité à partir du 15 février 2015 par une interdiction qui
prend cours le 15 février 2025.
Indien het de bedoeling zou zijn te vermijden dat voor de
elektriciteitsproductie in Doel 1 een volledig nieuwe vergunningsaanvraag zou moeten worden gedaan, zal in het ontwerp moeten worden voorzien in een specifieke procedure
houdende toekenning van een vergunning of in een andere
aangepaste specifieke regeling.
Si l’intention est d’éviter que la production d’électricité
de Doel 1 doive faire l’objet d’une toute nouvelle demande
d’autorisation, le projet devra prévoir une procédure spécifique d’octroi d’une autorisation ou un autre régime spécifique adapté.
B. KWALIFICATIE VAN DE JAARLIJKSE VERGOEDING
B. QUALIFICATION DE LA REDEVANCE ANNUELLE
6.1. Luidens het ontworpen artikel 4/2, § 1, van de wet
van 31 januari 2003 dient de eigenaar van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2 aan de Federale Staat een jaarlijkse
vergoeding te storten “bij wijze van tegenprestatie voor de
verlenging van de duur betreffende de toelating tot industriële
elektriciteitsproductie door splijting van kernbrandstoffen tot
15 februari 2025 voor Doel 1 en tot 1 december 2025 voor
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
6.1. Selon l ’article 4/2, § 1er, en projet, de la loi du
31 janvier 2003, le propriétaire des centrales nucléaires
Doel 1 et Doel 2 est tenu de verser à l’État fédéral une
redevance annuelle “en contrepartie de la prolongation de
la durée de permission de production industrielle d’électricité à partir de la fission de combustibles nucléaires de ces
centrales jusqu’au 15 février 2025 pour Doel 1 et jusqu’au
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
DOC 54
0967/001
19
Doel 2”. De vraag rijst of die jaarlijkse vergoeding te beschouwen is als een belasting of als een retributie. Dat heeft
immers consequenties voor de delegaties die de wetgever in
dit verband aan de uitvoerende macht kan verlenen.
1er décembre 2025 pour Doel 2”. La question se pose de savoir
si cette contribution annuelle doit être considérée comme un
impôt ou comme une redevance. En effet, cette qualification
a des conséquences pour les délégations que le législateur
peut conférer à cet égard au pouvoir exécutif.
6.2. Bij de wet van 18 december 2013 “houdende wijziging
van de wet van 31 januari 2003 houdende de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie en
houdende wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende
de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de
kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald
in deze kerncentrales” werd een enigszins vergelijkbare, doch
meer uitgewerkte regeling ingevoerd (zie artikel 4/1 van de
wet van 31 januari 2003). Zo wordt de hoogte van die vergoeding bepaald bij artikel 4/1, § 2, tweede lid, van de wet van
31 januari 2003. In de ontworpen regeling is dat niet het geval.
6.2. La loi du 18 décembre 2013 “modifiant la loi du
31 janvier 2003 sur la sortie progressive de l’énergie nucléaire
à des fins de production industrielle d’électricité et modifiant
la loi du 11 avril 2003 sur les provisions constituées pour le
démantèlement des centrales nucléaires et pour la gestion
des matières fissiles irradiées dans ces centrales” a instauré
un dispositif quelque peu comparable, mais plus élaboré (voir
l’article 4/1 de la loi du 31 janvier 2003). Ainsi, l’article 4/1,
§ 2, alinéa 2, de la loi du 31 janvier 2003 fixe le montant de
cette contribution. Tel n’est pas le cas du dispositif en projet.
In advies 53 816/1/V van 9 september 2013 ging de Raad
van State ervan uit dat het om een belasting ging3.
Dans l’avis 53 816/1/V du 9 septembre 2013, le Conseil
d’État a considéré qu’il s’agissait d’un impôt3.
In de verantwoording bij het betrokken amendement van
de Regering werd echter de stelling verdedigd dat het niet om
een belasting, maar om een retributie zou gaan4. Daarbij verwees de Regering naar een arrest van het Hof van Cassatie:
Or, la justification de l ’amendement concerné du
Gouvernement défendait la thèse selon laquelle il ne s’agirait pas d’un impôt, mais d’une redevance4. À cet égard, le
Gouvernement se référait à un arrêt de la Cour de cassation:
“Aldus heeft het Hof van Cassatie in een arrest van
10 mei 2002 (Nr. C010034F) een retributie gedefinieerd als
“in essentie de vergoeding […] die de overheid van bepaalde
belastingplichtigen eist als tegenprestatie voor een bijzondere
dienst die zij in hun persoonlijk belang heeft geleverd of voor
een rechtstreeks en bijzonder voordeel dat zij hun heeft toegestaan”. Er wordt vereist dat het bedrag van die vergoeding
in redelijke verhouding staat tot het belang of de waarde van
de verstrekte dienst of het toegekende voordeel, hetgeen hier
het geval is in zoverre de vergoeding een redelijk deel is van
de winst die voortvloeit uit de verlenging van de levensduur
van de kerncentrale Tihange 1.”
“Ainsi, dans un arrêt du 10 mai 2002 (n° C010034F), la Cour
de Cassation a défini une redevance comme étant “essentiellement la rémunération que l’autorité réclame à certains
redevables en contrepartie d’une prestation spéciale qu’elle
a effectuée à leur profit personnel ou d’un avantage direct et
particulier qu’elle leur a accordé”. Il est requis que le montant de cette rémunération présente un rapport raisonnable
avec l’intérêt ou la valeur du service fourni ou de l’avantage
consenti, ce qui est le cas en l’occurrence, dans la mesure
où la redevance représente une quote-part mesurée du
bénéfice découlant de l’exploitation prolongée de la centrale
nucléaire Tihange 1”.
Het bedoelde cassatiearrest bevat de volgende
overwegingen:
L’arrêt de la Cour de cassation visé comporte les considérants suivants:
“Attendu que la redevance est essentiellement la rémunération que l’autorité réclame à certains redevables en
contrepartie d’une prestation spéciale qu’elle a effectuée
à leur profit personnel ou d’un avantage direct et particulier
qu’elle leur a accordé;
“Attendu que la redevance est essentiellement la rémunération que l’autorité réclame à certains redevables en
contrepartie d’une prestation spéciale qu’elle a effectuée
à leur profit personnel ou d’un avantage direct et particulier
qu’elle leur a accordé;
Que le montant d’une rétribution doit présenter un rapport
raisonnable avec l’intérêt du service fourni, faute de quoi la
redevance perdrait son caractère de rétribution et devrait être
considérée comme un impôt.”5
Que le montant d’une rétribution doit présenter un rapport
raisonnable avec l’intérêt du service fourni, faute de quoi la
redevance perdrait son caractère de rétribution et devrait être
considérée comme un impôt”5.
3
3
4
5
Adv.RvS nr. 53 816/1/V van 9 september 2013 over een ontwerp
dat geleid heeft tot de wet van 18 december 2013, Parl.St. Kamer
2013-14, nr. 53-3087/002, 7-11.
Parl.St. Kamer 2013-14, nr. 53-3087/002, 5.
Cass. 10 mei 2002, Pas. 2002, I, 1123 en Arr.Cass. 2002, 1250.
In dezelfde zin: Cass. 28 januari 1988, Arr.Cass. 1987-88, 660 en
Pas. 1988, I, 619; Cass. 10 september 1998, Pas. 1998, 942 en
Arr.Cass. 1998, 877.
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
4
5
Avis C.E. n° 53 816/1/V du 9 septembre 2013 sur un projet devenu
la loi du 18 décembre 2013, Doc. parl., Chambre, 2013-2014,
n° 53-3087/002, pp. 7-11.
Doc. parl., Chambre, 2013-2014, n° 53-3087/002, p. 5.
Cass., 10 mai 2002, Pas. 2002, I, 1123 et Arr. Cass., 2002, 1250.
Dans le même sens: Cass., 28 janvier 1988, Arr. Cass., 1987-88,
660 et Pas. 1988, I, 619; Cass., 10 septembre 1998, Pas., 1998,
942 et Arr. Cass., 1998, 877.
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
20
DOC 54
0967/001
Volgens het Grondwettelijk Hof is, opdat een heffing kan
worden gekwalificeerd als een retributie, niet alleen vereist
dat het gaat om de vergoeding van een dienst die de overheid
presteert ten voordele van de heffingsplichtige individueel
beschouwd (bv. parkeergeld voor het stationeren op de
openbare weg, vergoeding voor het uitreiken van kadastrale
uittreksels, vergoeding voor de inschrijving van voertuigen),
maar ook dat zij een louter vergoedend karakter heeft, zodat
er een redelijke verhouding moet bestaan tussen de kostprijs
of de waarde van de verstrekte dienst en het bedrag dat de
heffingsplichtige verschuldigd is6.
La Cour constitutionnelle considère que pour qu’une taxe
puisse être qualifiée de rétribution, il n’est pas seulement
requis qu’il s’agisse de la rémunération d’un service accompli
par l’autorité au bénéfice du redevable considéré isolément
(par exemple redevance de stationnement pour le stationnement sur la voie publique, redevance pour la délivrance
d’extraits cadastraux, redevance pour l’immatriculation des
véhicules), mais également qu’elle ait un caractère purement
indemnitaire, de sorte qu’un rapport raisonnable doit exister
entre le coût ou la valeur du service fourni et le montant dû
par le redevable6.
In de zaak waarover het voormelde cassatiearrest van
10 mei 2002 handelt, ging het om het heffen van parkeergeld
voor het stationeren van motorrijtuigen op de openbare weg.
De door de overheid verstrekte dienst was in die zaak derhalve het ter beschikking stellen van een parkeerplaats en de
hoogte van de parkeerretributie diende in overeenstemming
te zijn met de waarde van die dienst.
Dans l’affaire qui fait l’objet de l’arrêt de cassation précité
du 10 mai 2002, il s’agissait d’établir des redevances de stationnement pour le stationnement de véhicules à moteur sur la
voie publique. Dans cette affaire, le service fourni par l’autorité
consistait dès lors en la mise à disposition d’un emplacement
de stationnement et le montant de la redevance de stationnement devait correspondre à la valeur de ce service.
In ar tikel 4/1, § 2, t weede lid, van de wet van
31 januari 2003 wordt bepaald dat de jaarlijkse vergoeding
die de eigenaars van Tihange 1 dienen te storten aan de
Staat, overeenstemt met 70 procent van het positieve verschil tussen, enerzijds, de opbrengst van de verkoop van de
elektriciteit geproduceerd in Tihange 1 en, anderzijds, de
som van bepaalde kosten (o.a. de exploitatiekosten van de
kerncentrale)7. Daargelaten de vaststelling dat ten zeerste
kan worden betwijfeld of het creëren van de mogelijkheid
Tihange 1 te exploiteren tot 30 september 2025 (in plaats van
tot 30 september 2015) wel kan worden beschouwd als een
door de overheid verstrekte dienst,8 moet worden vastgesteld
dat de raming van de “waarde” van die “dienst” op 70 procent
van de opbrengst van de verkoop van de door de centrale
geproduceerde elektriciteit, met aftrek van bepaalde kosten,
kennelijk niet in een redelijke verhouding staat tot de kostprijs
of de waarde van de verstrekte “dienst”9. Het produceren van
elektriciteit is immers vooral mogelijk door het ter beschikking
hebben van een installatie voor splijting van kernbrandstoffen
en voor het opwekken van elektriciteit en door het voorzien in
de nodige brandstof om die installatie te doen draaien. Noch
de site van de kerncentrale, noch de installaties, noch de
brandstof worden echter door de Staat ter beschikking gesteld.
De tussenkomst van de overheid is beperkt tot de verlenging
van de termijn voor elektriciteitsproductie in Tihange 1. In zoverre er geen redelijke verhouding bestaat tussen de kostprijs
of de “waarde” van de door de Staat verstrekte “dienst” en het
L’article 4/1, § 2, alinéa 2, de la loi du 31 janvier 2003 dispose que la redevance annuelle que les propriétaires de
Tihange 1 doivent verser à l’État correspond à 70 pourcent de
la différence positive entre, d’une part, le produit de la vente
de l’électricité produite à Tihange 1 et, d’autre part, la somme
de certains coûts (e.a. les coûts d’exploitation de la centrale
nucléaire)7. Indépendamment de la constatation qu’il est fort
douteux que la création de la possibilité d’exploiter Tihange
1 jusqu’au 30 septembre 2025 (au lieu du 30 septembre 2015)
puisse effectivement être considérée comme un service
fourni par l’autorité8, il faut constater que l’estimation de la
“valeur” de ce “service” à 70 pourcent du produit de la vente
de l’électricité produite par la centrale, après déduction de
certains coûts, n’est manifestement pas en proportion raisonnable avec le coût ou la valeur du “service” fourni9. En
effet, la production d’électricité est surtout possible si l’on a
à sa disposition une installation de fission de combustibles
nucléaires et de production d’électricité et si le combustible
nécessaire au fonctionnement de cette installation est fourni.
Or, ni le site de la centrale nucléaire, ni les installations, ni le
combustible sont mis à disposition par l’État. L’intervention
de l’État est limitée à la prolongation du délai pour la production d’électricité à Tihange 1. Dans la mesure où il n’existe
pas de proportion raisonnable entre le coût ou la “valeur” du
“service” fourni par l’État et le montant dû par les propriétaires
de Tihange 1, il y a lieu de considérer qu’il s’agit d’un impôt.
Le Conseil d’État estime dès lors devoir confirmer son point
6
6
7
8
9
Vaste rechtspraak, zie o.m. GwH 21 november 2013,
nr. 158/2013, B.6.2.
Het gaat derhalve grosso modo om de nettowinst die wordt
gerealiseerd met de verkoop van elektriciteit geproduceerd in
Tihange 1.
Dan zou immers welhaast elk voordeel dat voortvloeit uit de
uitoefening van de normatieve functie door de overheid, als een
dienst beschouwd kunnen worden.
RvS 24 maar t 1981, nr. 21 061, p.v.b.a. Staes Marcel,
nr. 8.2.2.5 (“Een retributie moet worden vastgesteld uitgaande
van de kostprijs van de door de overheid verstrekte dienst en niet
van het (…) voordeel dat de dienst oplevert voor de gebruiker.”)
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
7
8
9
Jurisprudence constante, voir notamment C.C., 21 novembre 2013,
n° 158/2013, B.6.2.
Il s’agit dès lors, globalement, du bénéfice net réalisé sur la vente
d’électricité produite à Tihange 1.
En effet, presque tout avantage résultant de l’exercice de la
fonction normative par l’autorité pourrait alors être considéré
comme un service.
C.E., 24 mars 1981, n° 21 061, S.P.R.L. Staes Marcel,
n° 8.2.2.5 (“Une redevance doit être établie sur la base du coût du
service rendu par l’autorité et non pas en fonction de l’avantage
(...) que ce service procure à l’usager”.)
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
DOC 54
0967/001
21
bedrag verschuldigd door de eigenaars van Tihange 1, moet
ervan worden uitgegaan dat het om een belasting gaat. De
Raad van State meent dan ook zijn standpunt aangaande de
kwalificatie van de jaarlijkse vergoeding voor de exploitatie
van Tihange 1 te moeten bevestigen.
de vue sur la qualification de la contribution annuelle prévue
pour l’exploitation de Tihange 1.
6.3. Wat de thans voorliggende ontworpen regeling betreft,
wordt in het ontwerp de hoogte van de jaarlijkse vergoeding
niet bepaald, dit in tegenstelling tot artikel 4/1 van de wet
van 31 januari 2003, en blijkt er ook niet uit dat die jaarlijkse
vergoeding proportioneel dient te zijn aan de kosten die
voortvloeien uit de tussenkomst van de overheid. Vermits
het derhalve niet is uitgesloten dat op grond van de ontworpen regeling de hoogte van de jaarlijkse vergoeding zo
wordt vastgesteld dat die proportionaliteit niet voorhanden
is, dienen de strengere regels inzake het legaliteitsbeginsel
voor belastingen te worden nageleefd. De formulering van
de delegatie biedt de wetgever immers geen garantie dat die
proportionaliteit verzekerd zal zijn.
6.3. En ce qui concerne le dispositif en projet à l’examen,
le projet ne fixe pas le montant de la contribution annuelle,
contrairement à l’article 4/1 de la loi du 31 janvier 2003, et
ne fait pas non plus apparaître que celle-ci doit être proportionnée aux frais résultant de l’intervention de l’autorité.
Étant donné qu’il n’est dès lors pas exclu qu’en application
du dispositif en projet, le montant de la contribution annuelle
soit fixé sans que l’existence de cette proportionnalité soit
garantie, les règles plus strictes relatives au principe de légalité en matière d’impôts devront être observées. En effet, telle
qu’elle est formulée, la délégation n’offre pas au législateur la
garantie que cette proportionnalité sera respectée.
Doch zelfs indien het ontwerp zo zou worden omgewerkt
dat er een redelijk verband bestaat tussen de hoogte van de
heffing en de kostprijs of waarde van de tussenkomst vanwege
de overheid, kan de kwalificatie als “retributie” niet worden
aanvaard bij ontstentenis van de omschrijving van een door
de overheid verstrekte “dienst”, in de zin zoals die term moet
worden begrepen. Voor zover het de bedoeling zou zijn om,
zoals het geval is in artikel 4/1, § 2, tweede lid, van de wet
van 31 januari 2003, de jaarlijkse vergoeding te bepalen op
een ruim deel van de nettowinst die wordt gerealiseerd met
de verkoop van elektriciteit geproduceerd in Doel 1 en Doel 2,
kan bovendien eenzelfde redenering worden gevolgd als onder 6.2, wat eveneens tot de conclusie leidt dat de jaarlijkse
vergoeding te beschouwen is als een belasting.
Toutefois, même si le projet devait à être remanié de
manière telle qu’un rapport raisonnable existe entre le montant de la contribution et le coût ou la valeur de l’intervention
par l’autorité, la qualification de “redevance” ne peut pas être
admise en l’absence de la définition d’un “service” fourni par
l’autorité, au sens de l’acception de ce mot. En outre, dans la
mesure où l’intention serait de fixer la contribution annuelle,
comme c’est le cas à l’article 4/1, § 2, alinéa 2, de la loi
du 31 janvier 2003, à une part importante du bénéfice net
réalisé sur la vente d’électricité produite à Doel 1 et Doel 2,
un raisonnement identique à celui exposé au point 6.2 peut
être suivi, ce qui aboutirait également à la conclusion que la
contribution annuelle doit être considérée comme un impôt.
Het wettigheidbeginsel inzake belastingen, neergelegd in
de artikelen 170, § 1, en 172, tweede lid, van de Grondwet,
vereist dat de essentiële elementen van de belasting bij wet
worden bepaald. Het gaat om de elementen aan de hand
waarvan de belastingschuld kan worden bepaald, zoals de
belastingplichtigen, de grondslag van de belastingen, de
aanslagvoet of het tarief, en de eventuele vrijstellingen en
verminderingen.
Le principe de légalité en matière d’impôts, consacré aux
articles 170, § 1er, et 172, alinéa 2, de la Constitution, exige
que les éléments essentiels de l’impôt soient établis par la
loi. Il s’agit des éléments permettant de déterminer la dette
d’impôt, tels que les contribuables, l’assiette des impôts, le
taux d’imposition ou le tarif, et les exemptions ou réductions
éventuelles.
Op zijn minst die essentiële elementen zullen dus bij wet
moeten worden geregeld. De Regering blijkt zich daarvan
bewust te zijn, aangezien in de memorie van toelichting, bij de
bespreking van artikel 3 van het ontwerp, wordt aangekondigd
dat de Regering vóór 31 december 2015 een wetsontwerp zal
indienen met betrekking tot de nadere regels voor de berekening en de inning van de jaarlijkse vergoeding.
Ces éléments essentiels devront donc à tout le moins être
réglés par la loi. Le Gouvernement semble en être conscient,
dès lors que l’exposé des motifs, dans le commentaire de
l’article 3 du projet, annonce que le Gouvernement déposera
avant le 31 décembre 2015 un projet de loi relatif aux modalités
de calcul et de perception de la contribution annuelle avant
le 31 décembre 2015.
C. L’ EXERCICE DE LA FONCTION NORMATIVE
C. HET UITOEFENEN VAN DE NORMATIEVE FUNCTIE
7. In het ontworpen artikel 4/2, § 3, van de wet van
31 januari 2003 wordt melding gemaakt van een overeenkomst, te sluiten tussen de Federale Staat en de eigenaar van
de kerncentrales Doel 1 en Doel 2, waarin de berekeningswijze van de jaarlijkse vergoeding zal worden “verduidelijk[t]”
en om de schadeloosstelling bij het niet nakomen van verbintenissen te “regelen”.
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
7. L’article 4/2, § 3, en projet, de la loi du 31 janvier 2003 fait
état d’une convention, à conclure entre l’État fédéral et le
propriétaire des centrales nucléaires Doel 1 et Doel 2, qui
“précisera” les modalités de calcul de la redevance annuelle
et “réglera” l’indemnisation en cas de non-respect des engagements contractuels.
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
22
DOC 54
0967/001
7.1. In de eerste plaats dient te worden opgemerkt dat de
normatieve functie niet door middel van overeenkomsten met
de betrokkenen kan worden uitgeoefend. Dat zou strijdig zijn
met de Grondwet. In zoverre het de bedoeling zou zijn om
normen tot stand te brengen, kan dit derhalve niet door middel
van een overeenkomst gebeuren10.
7.1. Il convient avant toute chose d’observer que la fonction normative ne peut pas être exercée par la conclusion
de conventions avec les intéressés. Un tel procédé serait
contraire à la Constitution. Dans la mesure où l’on envisagerait
de fixer des normes, cette fixation ne pourrait dès lors pas
intervenir par la voie d’une convention10.
7.2. Vermits het, luidens de memorie van toelichting, de
bedoeling is om de nadere regels op te nemen in een wetsontwerp, is niet duidelijk wat de precieze verhouding is tussen de
overeenkomst bedoeld in het ontworpen artikel 4/2, § 3, van
de wet van 31 januari 2003 en de in het vooruitzicht gestelde
wet tot vaststelling van de nadere regels inzake de berekening
en de inning van de jaarlijkse vergoeding.
7.2. Étant donné que, selon l’exposé des motifs, l’intention
est d’intégrer les modalités dans un projet de loi, le lien précis
entre la convention visée à l’article 4/2, § 3, en projet, de la loi
du 31 janvier 2003 et la loi envisagée fixant les modalités de
calcul et de perception de contribution annuelle, n’apparaît
pas clairement.
Dat het om een “overeenkomst” gaat die “verbintenissen”
bevat en uiterlijk op 30 november 2015 dient te zijn gesloten
(ontworpen artikel 4, § 3, van de wet van 31 januari 2003),
geeft aan dat er verplichtingen uit zullen voortvloeien voor
beide partijen. Aangezien de fiscale aangelegenheid een
bevoegdheid is die bij de Grondwet aan de wet is voorbehouden en, meer algemeen, gelet op het in opmerking 7.1 in
herinnering gebrachte beginsel, is het echter de wetgever die
ter zake de beslissingen moet nemen, zodat het niet aan de
uitvoerende macht staat om daaromtrent reeds verbintenissen aan te gaan die de wetgever op zijn minst feitelijk zouden
kunnen binden. Hoogstens zou de uitvoerende macht zich
ertoe kunnen verbinden de in de “overeenkomst” omschreven
(niet: bepaalde) regels aan het Parlement voor te leggen, dat
autonoom beslist de regels al of niet te aan te nemen.
Le fait qu’il s’agisse d’une “convention” qui comporte des
“engagements” et qui doit être conclue le 30 novembre 2015 au
plus tard (article 4, § 3, en projet, de la loi du 31 janvier 2003)
indique que des obligations en découleront pour les deux
parties. La matière fiscale étant une compétence que la
Constitution réserve à la loi et, de manière plus générale,
eu égard au principe rappelé dans l’observation formulée
au point 7.1, il incombe toutefois au législateur de prendre
les décisions en l’espèce, de sorte qu’il n’appartient pas au
pouvoir exécutif de contracter déjà des engagements à cet
effet qui pourraient lier le législateur du moins dans les faits. À
la rigueur, le pouvoir exécutif pourrait s’engager à soumettre
les règles définies dans la “convention” au Parlement, qui
décide en toute autonomie de les adopter ou non.
ONDERZOEK VAN DE TEKST
EXAMEN DU TEXTE
Artikel 1
Article 1er
8. Vermits hoofdstuk II uit het ontwerp weggelaten moet
worden, dient ook het tweede lid van artikel 1 te vervallen.
De bepalingen in hoofdstuk I van het ontwerp hebben immers
geen uitstaans met de omzetting van richtlijn 2012/27/EU.
8. Le chapitre II devant être omis du projet, l’alinéa 2 de
l’article 1er doit également être supprimé. En effet, les dispositions du chapitre Ier du projet n’ont aucun rapport avec la
transposition de la directive 2012/27/UE.
10
De griffier,
De voorzitter,
Le greffier,
Le président,
Annemie GOOSSENS
Jo BAERT
Annemie GOOSSENS
Jo BAERT
Ook het bij wet laten bekrachtigen van een dergelijke overeenkomst zou niet kunnen. Het Grondwettelijk Hof aanvaardt evenwel
in wel bepaalde omstandigheden, namelijk wanneer de wetgever
zich in de onmogelijkheid bevindt om zelf alle essentiële elementen van een belasting vast te stellen omdat de inachtneming
van de parlementaire procedure hem niet in staat zou stellen om
een doelstelling van algemeen belang te verwezenlijken, dat de
Koning gemachtigd wordt om dit te doen, onder meer op voorwaarde dat de genomen maatregelen door de wetgevende macht
worden bekrachtigd (zie bv. GwH 1 december 2004, nr. 195/2004,
B.16.3). Deze techniek kan hier niet worden gebruikt omdat het
om een overeenkomst gaat en niet om een koninklijk besluit, en
omdat het geen kwestie is van de onmogelijkheid van de wetgever
om zelf de essentiële elementen te bepalen.
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
10
La confirmation d’une telle convention par la loi ne serait pas non
plus possible. Toutefois, la Cour constitutionnelle admet dans des
circonstances bien déterminées, à savoir lorsque le législateur se
trouve dans l’impossibilité d’établir lui-même tous les éléments
essentiels d’un impôt parce que le respect de la procédure parlementaire ne lui permettrait pas de réaliser un objectif d’intérêt
général, que le Roi est habilité à le faire, notamment à condition
que les mesures prises soient confirmées par le pouvoir législatif
(voir, par exemple, C.C., 1er décembre 2004, n° 195/2004, B.16.3).
Cette technique ne peut pas être utilisée en l’occurrence, étant
donné qu’il s’agit d’une convention et non d’un arrêté royal, et
qu’il ne s’agit pas d’une question d’impossibilité du législateur
d’établir lui-même les éléments essentiels.
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
DOC 54
0967/001
23
WETSONTWERP
PROJET DE LOI
FILIP,
PHILIPPE,
KONING DER BELGEN,
ROI DES BELGES,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen,
ONZE GROET.
À tous, présents et à venir,
SALUT.
Op voordracht van de minister van Energie, Leefmilieu
en Duurzame Ontwikkeling en op advies van de in Raad
vergaderde ministers,
Sur la proposition de la ministre de l’Énergie, de
l’Environnement et du Développement durable et sur
l’avis des ministres réunis en Conseil,
HEBBEN
WIJ BESLOTEN EN BESLUITEN WIJ:
NOUS AVONS ARRÊTÉ ET ARRÊTONS:
De minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame
Ontwikkeling is ermee belast in Onze naam bij de Kamer
van volksvertegenwoordigers het ontwerp van wet in te
dienen waarvan de tekst hierna volgt:
La ministre de l’Énergie, de l’Environnement et du
Développement durable est chargée de présenter en
Notre nom à la Chambre des représentants le projet de
loi, dont la teneur suit:
Artikel 1
Article 1er
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in
artikel 74 van de Grondwet.
La présente loi règle une matière visée à l’article
74 de la Constitution.
HOOFDSTUK 1
CHAPITRE 1ER
Wijziging van de wet van
31 januari 2003 houdende de geleidelijke
uitstap uit kernenergie voor industriële
elektriciteitsproductie
Modification de la loi du
31 janvier 2003 sur la sortie progressive de
l’énergie nucléaire à des fins de production
industrielle d’électricité
Art. 2
Art. 2
In artikel 4 van de wet van 31 januari 2003 houdende
de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële
elektriciteitsproductie, laatst gewijzigd door de wet van
18 december 2013, worden de volgende wijzigingen
aangebracht:
A l’article 4 de la loi du 31 janvier 2003 sur la sortie
progressive de l’énergie nucléaire à des fins de production industrielle d’électricité, modifié en dernier lieu par
la loi du 18 décembre 2013, les modifications suivantes
sont apportées:
1° Le § 1er est remplacé par ce qui suit:
1° § 1 wordt vervangen door wat volgt:
Ҥ 1. De kerncentrale Doel 1 kan opnieuw elektriciteit produceren vanaf de inwerkingtreding van de wet
van @ 2015 houdende bepalingen inzake de bevoorradingszekerheid op gebied van energie. Ze wordt
gedesactiveerd en mag geen elektriciteit meer produceren vanaf 15 februari 2025. De andere kerncentrales
bestemd voor industriële elektriciteitsproductie door
splijting van kernbrandstoffen, worden gedesactiveerd
op de volgende data en mogen geen elektriciteit meer
produceren vanaf dan:
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
“§ 1er. La centrale nucléaire Doel 1 peut à nouveau
produire de l’électricité à compter de l’entrée en vigueur
de la loi du @ 2015 portant des dispositions en matière
de sécurité d’approvisionnement sur le plan énergétique. Elle est désactivée et ne peut plus produire de
l’électricité à la date du 15 février 2025. Les autres
centrales nucléaires destinées à la production industrielle d’électricité à partir de la fission de combustibles
nucléaires, sont désactivées aux dates suivantes et ne
peuvent plus produire d’électricité dès cet instant:
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
24
DOC 54
— Doel 3: 1 oktober 2022;
— Doel 3: 1er octobre 2022;
— Tihange 2: 1 februari 2023;
— Tihange 2: 1er février 2023;
— Doel 4: 1 juli 2025;
— Doel 4: 1er juillet 2025;
— Tihange 3: 1 september 2025;
— Tihange 3: 1er septembre 2025;
— Tihange 1: 1 oktober 2025;
— Tihange 1: 1er octobre 2025;
— Doel 2: 1 december 2025.”
— Doel 2: 1er décembre 2025.”
2° een paragraaf 3, luidende als volgt, wordt
ingevoegd:
0967/001
2° un paragraphe 3, rédigé comme suit, est inséré:
Ҥ 3. De Koning vervroegt, bij besluit vastgesteld
na overleg in Ministerraad, de in paragraaf 1 bedoelde einddatum voor de kerncentrales Doel 1 en
Doel 2 tot 31 maart 2016, indien de in artikel 4/2, § 3,
bedoelde overeenkomst niet is afgesloten uiterlijk op
30 november 2015.”.
“§ 3. Le Roi avance, par arrêté délibéré en Conseil des
ministres, la date visée au paragraphe 1er pour les centrales nucléaires de Doel 1 et de Doel 2 au 31 mars 2016,
si la convention visée à l’article 4/2, § 3, n’est pas
conclue au plus tard pour le 30 novembre 2015.”.
Art. 3
Art. 3
In dezelfde wet wordt in het hoofdstuk 2, laatst gewijzigd door de wet van 18 december 2013, een artikel
4/2 ingevoegd, luidende als volgt:
Dans la même loi, au sein du chapitre 2, modifié en
dernier lieu par la loi du 18 décembre 2013, il est inséré
un article 4/2, rédigé comme suit:
“Art. 4/2. § 1. De eigenaar van de kerncentrales
Doel 1 en Doel 2 stort aan de Federale Staat een
jaarlijkse vergoeding bij wijze van tegenprestatie voor
de verlenging van de duur betreffende de toelating
tot industriële elektriciteitsproductie door splijting van
kernbrandstoffen tot 15 februari 2025 voor Doel 1 en
tot 1 december 2025 voor Doel 2.
“Art. 4/2. § 1er. Le propriétaire des centrales nucléaires
Doel 1 et Doel 2 verse à l’État fédéral une redevance
annuelle en contrepartie de la prolongation de la durée
de permission de production industrielle d’électricité
à partir de la fission de combustibles nucléaires de
ces centrales jusqu’au 15 février 2025 pour Doel 1 et
jusqu’au 1er décembre 2025 pour Doel 2.
§ 2. De vergoeding, bedoeld in paragraaf 1, sluit alle
andere heffingen ten voordele van de Federale Staat uit
(met uitzondering van de belastingen van algemene toepassing) die zouden verbonden zijn aan het eigendom
of de exploitatie van de kerncentrales Doel 1 en Doel
2, aan de inkomsten, productie of productiecapaciteit
van deze centrales of aan het gebruik van kernbrandstof
door deze centrales.
§ 2. La redevance, visée au paragraphe 1er, exclut
toutes autres charges en faveur de l’État fédéral (à l’exception des impôts d’application générale) qui seraient
liées à la propriété ou à l’exploitation des centrales
nucléaires Doel 1 et Doel 2, aux revenus, production ou
capacité de production de ces centrales ou à l’utilisation
par celles-ci de combustible nucléaire.
§ 3. De Federale Staat sluit een overeenkomst af met
de eigenaar van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2 in
het bijzonder om:
§ 3. L’État fédéral conclut une convention avec le
propriétaire des centrales nucléaires Doel 1 et Doel
2 notamment en vue de:
1° de berekeningswijze van de vergoeding, bedoeld
in paragraaf 1, te verduidelijken;
1° préciser les modalités de calcul de la redevance
visée au paragraphe 1er;
2° de schadeloosstelling te regelen van de ene partij
door de andere partij in geval deze laatste haar verbintenissen niet nakomt.”.
2° régler l’indemnisation de chacune des parties en
cas de non-respect de leur engagement contractuel.”.
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
DOC 54
0967/001
25
HOOFDSTUK 2
CHAPITRE 2
Slotbepaling
Disposition finale
Art. 4
Art. 4
Deze wet treedt in werking de dag waarop ze in het
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
La présente loi entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Gegeven te Brussel, 16 maart 2015
KAMER
2e
Donné à Bruxelles, le 16 mars 2015
FILIP
PHILIPPE
VAN KONINGSWEGE:
PAR LE ROI:
De minister van Energie,
La ministre de l’Énergie,
Marie Christine MARGHEM
Marie Christine MARGHEM
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
26
KAMER
DOC 54
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
0967/001
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
DOC 54
0967/001
27
BIJLAGE
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
ANNEXE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
28
KAMER
DOC 54
Gecoördineerde versie van het Hoofdstuk II
van de wet van 31 januari 2003 houdende de
geleidelijke uitstap uit kernenergie voor
industriële elektriciteitsproductie, die de
modificaties aangebracht bij de ontwerp van
wet houdende bepalingen inzake de
bevoorradingszekerheid op het gebied van
energie integreert
Version coordonnée du Chapitre II de la loi du
31 janvier 2003 sur la sortie progressive de
l'énergie nucléaire à des fins de production
industrielle d'électricité intégrant les
modifications apportées par le projet de loi
portant des dispositions en matière de sécurité
d’approvisionnement sur le plan énergétique
HOOFDSTUK II. - Beginselen van geleidelijke
uitstap
uit
de
industriële
elektriciteitsproductie door splijting van
kernbrandstoffen en verbod van nieuwe
kerncentrales.
Art. 3. Geen enkele nieuwe nucleaire centrale
bestemd
voor
de
industriële
elektriciteitsproductie door splijting van
kernbrandstoffen, kan worden opgericht en/of
in exploitatie gesteld.
Art. 4. § 1. De nucleaire centrales bestemd
voor de industriële elektriciteitsproductie door
de splijting van kernbrandstoffen, worden
gedesactiveerd op de volgende data en mogen
vanaf dan geen elektriciteit meer produceren:
- Doel 1 : 15 februari 2015;
- Doel 2 : 1 december 2015;
- Doel 3 : 1 oktober 2022;
- Tihange 2 : 1 februari 2023;
- Doel 4 : 1 juli 2025;
- Tihange 3 : 1 september 2025;
- Tihange 1 : 1 oktober 2025.
De kerncentrale Doel 1 kan opnieuw
elektriciteit
produceren
vanaf
de
inwerkingtreding van de wet van […] 2015
houdende
bepalingen
inzake
de
bevoorradingszekerheid op gebied van
energie. Ze wordt gedesactiveerd en mag geen
elektriciteit meer produceren vanaf 15 februari
2025. De andere kerncentrales bestemd voor
industriële elektriciteitsproductie door splijting
van kernbrandstoffen, worden gedesactiveerd
op de volgende data en mogen geen
elektriciteit meer produceren vanaf dan :
Doel 3 : 1 oktober 2022 ;
Tihange 2 : 1 februari 2023 ;
Doel 4 : 1 juli 2025 ;
Tihange 3 : 1 september 2025 ;
Tihange 1 : 1 oktober 2025 ;
Doel 2 : 1 december 2025.
CHAPITRE II. - Principes de sortie progressive
de la production industrielle d'électricité à
partir de la fission de combustibles nucléaires
et d'interdiction de nouvelles centrales
nucléaires.
Art. 3. Aucune nouvelle centrale nucléaire
destinée à la production industrielle
d'électricité à partir de la fission de
combustibles nucléaires, ne peut être créée
et/ou mise en exploitation.
Art 4. § 1er. Les centrales nucléaires destinées à
la production industrielle d'électricité à partir
de la fission de combustibles nucléaires, sont
désactivées aux dates suivantes et ne peuvent
plus produire d'électricité dès cet instant:
- Doel 1 : 15 février 2015;
- Doel 2 : 1er décembre 2015;
- Doel 3 : 1er octobre 2022;
- Tihange 2 : 1er février 2023;
- Doel 4 : 1er juillet 2025;
- Tihange 3 : 1er septembre 2025;
- Tihange 1 : 1er octobre 2025.
La centrale nucléaire Doel 1 peut à nouveau
produire de l’électricité à compter de l’entrée
en vigueur de la loi du […] 2015 portant des
dispositions
en
matière
de
sécurité
d’approvisionnement sur le plan énergétique.
Elle est désactivée et ne peut plus produire de
l’électricité à la date du 15 février 2025. Les
autres centrales nucléaires destinées à la
production industrielle d'électricité à partir de
la fission de combustibles nucléaires, sont
désactivées aux dates suivantes et ne peuvent
plus produire d'électricité dès cet instant:
- Doel 3 : 1er octobre 2022;
- Tihange 2 : 1er février 2023;
- Doel 4 : 1er juillet 2025;
- Tihange 3 : 1er septembre 2025;
- Tihange 1 : 1er octobre 2025 ;
- Doel 2 : 1er décembre 2025.
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
0967/001
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
DOC 54
KAMER
0967/001
29
§ 2. In de individuele vergunningen tot
exploitatie
en
tot
industriële
elektriciteitsproductie door splijting van
kernbrandstoffen, die door de Koning zonder
tijdsbeperking werden toegekend,
§ 2. Dans les autorisations individuelles
d'exploitation et de production industrielle
d'électricité à partir de la fission de
combustibles nucléaires, délivrées pour une
période sans limitation de durée par le Roi,
a) krachtens de wet van 29 maart 1958
betreffende de bescherming van de bevolking
tegen
de
uit
ioniserende
stralingen
voortspruitende gevaren alsook op basis van
artikel 5 van het koninklijk besluit van 28
februari 1963 houdende algemeen reglement
op de bescherming van de bevolking en van de
werknemers tegen het gevaar van de
ioniserende stralingen en die van toepassing
blijven krachtens artikel 52 van de wet van 15
april 1994;
a) en vertu de la loi du 29 mars 1958 relative à
la protection de la population contre les
dangers résultants des radiations ionisantes
ainsi que sur base de l'article 5 de l'arrêté royal
du 28 février 1963 portant règlement général
de la protection de la population et des
travailleurs contre le danger des radiations
ionisantes et qui restent d'application en vertu
de l'article 52 de la loi du 15 avril 1994;
b) op basis van artikel 16 van de wet van 15
april 1994, alsook krachtens de artikelen 5 en 6
van het koninklijk besluit van 20 juli 2001
houdende algemeen reglement op de
bescherming van de bevolking, van de
werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar
van de ioniserende stralingen;
b) sur base de l'article 16 de la loi du 15 avril
1994, ainsi qu'en vertu des articles 5 et 6 de
l'arrêté royal du 20 juillet 2001 portant
règlement général de la protection de la
population,
des
travailleurs
et
de
l'environnement contre le danger des
rayonnements ionisants;
nemen de bepalingen betreffende de toelating
tot industriële elektriciteitsproductie door
splijting van kernbrandstoffen een einde op de
datum vermeld in paragraaf 1. De overige
bepalingen blijven onverkort van toepassing tot
op het ogenblik dat ze worden aangepast
krachtens de wet van 15 april 1994 of haar
uitvoeringsbepalingen.
les dispositions relatives à la permission de
production industrielle d'électricité à partir de
la fission de combustibles nucléaires prennent
fin à la date mentionnée au paragraphe 1er. Les
autres dispositions restent intégralement
d'application jusqu'à ce qu'elles soient adaptées
en vertu de la loi du 15 avril 1994 ou de ses
arrêtés d'exécution.
§ 3. De Koning vervroegt, bij besluit
vastgesteld na overleg in Ministerraad, de in
paragraaf 1 bedoelde einddatum voor de
kerncentrales Doel 1 en Doel 2 tot 31 maart
2016, indien de in artikel 4/2, § 3, bedoelde
overeenkomst niet is afgesloten uiterlijk op 30
november 2015.
Art. 4/1. § 1. De eigenaars van de kerncentrale
Tihange 1 storten aan de Staat, elk naar
evenredigheid met zijn onverdeeld aandeel en
zonder hoofdelijkheid onderling, een jaarlijkse
vergoeding,
berekend
overeenkomstig
paragraaf 2, bij wijze van tegenprestatie voor
de verlenging van de exploitatieduur van de
centrale tot 30 september 2025.
§ 2. De jaarlijkse vergoeding bedoeld in
paragraaf 1 wordt vastgesteld voor de periode
§ 3. Le Roi avance, par arrêté délibéré en
Conseil des Ministres, la date visée au
paragraphe 1er pour les centrales nucléaires de
Doel 1 et de Doel 2 au 31 mars 2016, si la
convention visée à l’article 4/2, § 3, n’est pas
conclue au plus tard pour le 30 novembre
2015.
Art. 4/1. § 1er. Les propriétaires de la centrale
nucléaire Tihange 1 versent à l'Etat, chacun au
prorata de sa part indivise et sans solidarité
entre eux, une redevance annuelle, calculée
conformément au paragraphe 2,
en
contrepartie de la prolongation de la durée
d'exploitation de la centrale jusqu'au 30
septembre 2025.
§ 2. La redevance annuelle visée au paragraphe
1er est établie pour la période du 1er octobre
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
30
KAMER
DOC 54
van 1 oktober tot 31 december 2015, voor elk
van de kalenderjaren van 2016 tot 2024 en voor
de periode van 1 januari tot 30 september
2025. Zij is verschuldigd op 15 april van het jaar
volgend op dat waarvoor zij is vastgesteld.
au 31 décembre 2015, pour chacune des
années calendrier de 2016 à 2024 et pour la
période du 1er janvier au 30 septembre 2025.
Elle est due au 15 avril de l'année qui suit la
période pour laquelle elle est établie.
Voornoemde vergoeding stemt voor elke
periode overeen met 70 procent van het
positieve verschil tussen, enerzijds, de
opbrengst van de verkoop van de elektriciteit
van de kerncentrale Tihange 1, vastgesteld zoals
bepaald in het derde lid, en, anderzijds, de som
van volgende posten :
Ladite redevance correspond, pour chaque
période, à 70 pourcent de la différence positive
entre, d'une part, le produit de la vente de
l'électricité de la centrale nucléaire Tihange 1,
établi comme prévu à l'alinéa 3, et, d'autre part,
la somme des postes suivants :
1° het geheel van de werkelijke kosten
verbonden aan de exploitatie van de centrale,
met inbegrip van de afschrijvingen van de
vereiste
investeringen
voor
levensduurverlenging, en
1° l'ensemble des charges réelles liées à
l'exploitation de la centrale, en ce compris les
amortissements relatifs aux investissements de
jouvence requis, et
2° een globale netto vergoeding van 9,3 procent
op de investeringen voor levensduurverlenging,
tot dekking van de kost van het kapitaal
aangewend voor die investeringen en van de
specifieke risico's van het project vergeleken in
een internationale context.
2° une rémunération globale nette de 9,3
pourcent appliquée aux investissements de
jouvence, destinée à couvrir le coût du capital
mobilisé par ces investissements et les risques
spécifiques du projet, mesurés de façon
comparative
dans
un
environnement
international.
De eigenaars van de kerncentrale Tihange 1
hebben de vrije beschikking over de elektriciteit
geproduceerd door de centrale. Voor de
berekening van voornoemde vergoeding wordt
de opbrengst van de verkoop van de
elektriciteit van de centrale vastgesteld op basis
van de maximale productie van de centrale, aan
een beschikbaarheid van 100 procent, die
wordt geacht aan de marktprijs te worden
verkocht voor één derde op termijn twee jaar
op voorhand, voor één derde op termijn één
jaar op voorhand en voor één derde de dag
vóór de dag van productie. Deze opbrengst
wordt geregulariseerd in functie van de
werkelijk geproduceerde hoeveelheid door de
prijs van de volumes, aangekocht ter
compensatie van niet geproduceerde volumes
tijdens perioden van onbeschikbaarheid, in
rekening te brengen.
Les propriétaires de la centrale nucléaire
Tihange 1 ont la libre disposition de l'électricité
produite par la centrale. Pour le calcul de ladite
redevance, le produit de la vente de l'électricité
de la centrale est établi sur la base de la
production maximale de celle-ci, à une
disponibilité de 100 pourcent, qui est réputée
être vendue, au prix du marché, pour un tiers à
terme deux ans à l'avance, pour un tiers à
terme un an à l'avance et pour un tiers le jour
avant le jour de production. Ce produit est
régularisé en fonction de la quantité réellement
produite par la prise en compte du prix des
volumes achetés pour compenser des volumes
non produits lors des périodes d'indisponibilité.
Wanneer voor enige periode de aldus
vastgestelde verkoopopbrengst lager is dan de
som van de posten bedoeld in het tweede lid,
1° en 2°, wordt het negatieve verschil in
Lorsque, pour une période, le produit de la
vente ainsi établi est inférieur à la somme des
postes visés à l'alinéa 2, 1° et 2°, la différence
négative est portée en déduction du produit de
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
0967/001
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
DOC 54
0967/001
31
mindering gebracht van de verkoopopbrengst vente des périodes suivantes, étant entendu
van de volgende perioden, met dien verstande qu'un solde négatif subsistant au 30 septembre
dat een eventueel negatief saldo per 30 2025 demeure à charge des propriétaires.
september 2025 ten laste blijft van de
eigenaars.
§ 3. Onverminderd de opdrachten die haar
worden toevertrouwd door de wet van 29 april
1999 betreffende de organisatie van de
elektriciteitsmarkt, is de Commissie voor de
Regulering van de Elektriciteit en het Gas belast
met een bijzondere opdracht om de inkomsten
en de werkelijke kosten bedoeld in paragraaf 2
te verifiëren. De eigenaars van de kerncentrale
Tihange 1 verstrekken aan de Commissie alle
gegevens die zij nodig heeft voor deze
verificatie.
§ 3. Sans préjudice des missions qui lui sont
confiées par la loi du 29 avril 1999 relative à
l'organisation du marché de l'électricité, la
Commission de Régulation de l'Electricité et du
Gaz est chargée d'une mission spéciale de
vérification des revenus et des charges visés au
paragraphe 2. Les propriétaires de la centrale
nucléaire Tihange 1 communiquent à la
Commission toutes les données dont celle-ci a
besoin aux fins de cette vérification.
§ 4. De vergoeding bedoeld in paragraaf 1 sluit
alle andere heffingen ten voordele van de Staat
uit (met uitzondering van de belastingen van
algemene toepassing) die zouden zijn
verbonden aan de eigendom of de exploitatie
van de nucleaire centrale Tihange 1, aan de
inkomsten, productie of productiecapaciteit van
deze centrale of aan het gebruik van nucleaire
brandstof door de centrale.
§ 4. La redevance visée au paragraphe 1er
exclut toutes autres charges en faveur de l'Etat
(à l'exception des impôts d'application
générale) qui seraient liées à la propriété ou à
l'exploitation de la centrale nucléaire Tihange 1,
aux revenus, production ou capacité de
production de cette centrale ou à l'utilisation
par celle-ci de combustible nucléaire.
§ 5. De Staat kan met de eigenaars van de § 5. L'Etat peut conclure une convention avec
kerncentrale Tihange 1 een overeenkomst les propriétaires de la centrale nucléaire
aangaan teneinde :
Tihange 1 en vue de :
1° de nadere regels te preciseren voor de
berekening van elk van de bestanddelen van de
vergoeding bedoeld in paragraaf 1, voor de
aanrekening
van
eventuele
negatieve
verschillen op de inkomsten van de volgende
perioden, en voor de verificatie van de
inkomsten en kosten verbonden aan de
exploitatie van de centrale; en
2° de schadeloosstelling van de eigenaars te
regelen in geval van vroegtijdige definitieve
stillegging van de centrale die door de overheid
wordt opgelegd, of in geval van eenzijdige
handelingen van de Federale Staat die ofwel de
economische parameters zouden wijzigen die in
de overeenkomst bepaald zijn, ofwel het
vermogen zouden verminderen van de
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
1° préciser les modalités de calcul de chacune
des composantes de la redevance visée au
paragraphe 1er, de l'imputation d'éventuelles
différences négatives sur les revenus des
périodes suivantes, et de la vérification des
revenus et charges liés à l'exploitation de la
centrale; et
2° régler l'indemnisation des propriétaires en
cas d'arrêt définitif anticipé de la centrale
imposé par les autorités publiques ou en cas
d'actes unilatéraux de l'Etat fédéral qui auraient
pour effet soit de modifier les paramètres
économiques définis dans la convention soit de
réduire la capacité des propriétaires à
rentabiliser les investissements de jouvence
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
32
DOC 54
0967/001
eigenaars om het verwachte rendement te consentis pour la prolongation de l'exploitation
halen
uit
de
investeringen
voor de la centrale nucléaire de Tihange 1.
levensduurverlenging gedaan voor de verdere
exploitatie van de kerncentrale Tihange 1.
Art. 4/2. §1. De eigenaar van de kerncentrales
Doel 1 en Doel 2 stort aan de federale Staat
een jaarlijkse vergoeding bij wijze van
tegenprestatie voor de verlenging van de duur
betreffende de toelating tot industriële
elektriciteitsproductie door splijting van
kernbrandstoffen tot 15 februari 2025 voor
Doel 1 en tot 1 december 2025 voor Doel 2.
Art. 4/2. § 1er. Le propriétaire des centrales
nucléaires Doel 1 et Doel 2 verse à l'Etat
fédéral
une
redevance
annuelle
en
contrepartie de la prolongation de la durée de
permission
de
production
industrielle
d'électricité à partir de la fission de
combustibles nucléaires
de ces centrales
jusqu’au 15 février 2025 pour Doel 1 et
jusqu’au 1er décembre 2025 pour Doel 2.
§ 2. De vergoeding, bedoeld in paragraaf 1,
sluit alle andere heffingen ten voordele van de
federale Staat uit (met uitzondering van de
belastingen van algemene toepassing) die
zouden verbonden zijn aan het eigendom of de
exploitatie van de kerncentrales Doel 1 en Doel
2, aan de inkomsten, productie of
productiecapaciteit van deze centrales of aan
het gebruik van kernbrandstof door deze
centrales.
§ 2. La redevance, visée au paragraphe 1er,
exclut toutes autres charges en faveur de l'Etat
fédéral (à l'exception des impôts d'application
générale) qui seraient liées à la propriété ou à
l'exploitation des centrales nucléaires Doel 1 et
Doel 2, aux revenus, production ou capacité de
production de ces centrales ou à l'utilisation
par celles-ci de combustible nucléaire.
§ 3. L'Etat fédéral conclut une convention avec
§ 3. De federale Staat sluit een overeenkomst
le propriétaire des centrales nucléaires Doel 1
af met de eigenaar van de kerncentrales Doel 1
et Doel 2 notamment en vue de :
en Doel 2 in het bijzonder om:
1° de berekeningswijze van de vergoeding, 1° préciser les modalités de calcul de la
bedoeld in paragraaf 1, te verduidelijken ;
redevance visée au paragraphe 1er;
2° de schadeloosstelling te regelen van de ene 2° régler l'indemnisation de chacune des
partij door de andere partij in geval deze parties en cas de non-respect de leur
laatste haar verbintenissen niet nakomt.
engagement contractuel.
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
Centrale drukkerij – Imprimerie centrale

Een Belgische studie rond het opsporen van diabetes

K. 54-564/2

002 - La Chambre des représentants de Belgique

DOC 54 0657/001 DOC 54 0657/001

DOC 54 0353/002 DOC 54 0353/002

DOC 54 0500/001 DOC 54 0500/001

DOC 54 0792/003 DOC 54 0792/003

DOC 54 0624/001 DOC 54 0624/001

SM 100 (PDF) - Van Lancker

Vanne de zone à 6 voies