De Sutter - Hans Vandeweghe

20
ZATERDAG 14/03/2015
Man City seponeert zaak-Kompany
Vincent Kompany (28) wordt na
een weekje bankzitten gewoon
weer aan de aftrap verwacht,
vanavond tegen Burnley. Coach
Manuel Pellegrini veegde de
woordenwisseling tussen zijn
aanvoerder en ploegmaat
Fernandinho tijdens de rust van
de match tegen Liverpool
onder de mat. “Er was geen
opstootje. Het is zelfs te onbe-
nullig om erover te praten.”
Pellegrini blijft Kompany steunen, ondanks kritiek op de mindere vorm van de Rode Duivel.
“Vincent heeft geen probleem
met de manier waarop wij verdedigen. Zijn wij niet de derde
beste defensie in de Premier
League? Kompany blijft
een belangrijke
speler.” 1KTH3
DeMorgen.
Löw leidt Mannschaft tot 2018
Joachim Löw (55)
heeft zijn contract
als bondscoach
van de Duitse
nationale ploeg
met twee jaar verlengd, tot en met het
WK 2018 in Rusland.
Dat maakte de Duitse
voetbalbond DFB bekend.
Vorige week meldden de Duitse
media al dat de onderhandelingen in een afrondende fase
waren aanbeland. Löw coacht
de Mannschaft sinds 2006. Hij
nam toen na het WK in eigen
land (waar Duitsland derde
werd) over van Jürgen Klinsmann. Zijn grootste succes
behaalde ‘Jogi’ afgelopen zomer
toen hij Duitsland in Brazilië naar
de wereldtitel leidde. 1BELGA3
Portret. De rustige vastheid in Tom De Sutter,
Zijn vrouw komt zelden kijken, de laatste
weken heeft hij geen Champions Leaguematch gezien en op een rustdag ging hij
naar Batibouw. Vergis u niet: alles voor
zijn sport, maar Tom De Sutter (29)
heeft zo zijn eigen logica om
te overleven in Circus Voetbal.
‘Bij een slechte wedstrijd stort
mijn wereld niet in’, zegt voor
de slotmatch van de reguliere
competitie tegen Westerlo.
Defour klaar voor Gent en bekerfinale
Toen Steven Defour (26)
twee weken geleden tegen
Kortrijk geblesseerd raakte
aan de enkel, stelde Anderlecht een onbeschikbaarheid
van drie tot vier weken
voorop. De kans is evenwel
reëel dat hij morgen tegen
AA Gent al aan de aftrap
komt. “Steven heeft vrijdag
een deel van de training
meegedaan”, zegt trainer
Besnik Hasi. “Het gaat heel
goed, maar of dat voldoende
is om te spelen, moeten we
nog bekijken. Voor de bekerfinale van volgende week is
hij zeker inzetbaar. Als het
aan hem ligt, is hij er ook
zondag al bij. Ik moet eerst
nog eens luisteren bij de
medische staf.”
Ook Dennis Praet is klaar.
“Dennis heeft drie dagen
meegetraind, het evolueert
positief”, zegt Hasi. “Maar ik
ga hem niet laten starten,
want hij heeft lang niet
gespeeld. Als alles goed
gaat, zal hij wel speelminuten krijgen.” Marko Marin en
Rolando lijken niet tijdig fit
voor het competitieduel. 2RN4
Programma speeldag 30
Hans Vandeweghe
Sportjournalist
@hansvdw
Morgen (15/03)
Waasland-Beveren - Lokeren
Charleroi - Moeskroen-Péruwelz
Lierse - KV Kortrijk
Zulte Waregem - Oostende
Standard - Racing Genk
Westerlo - Club Brugge
Anderlecht - AA Gent
Cercle Brugge - KV Mechelen
14u30
Alle wedstrijden van de 30ste speeldag
worden op hetzelfde moment afgewerkt.
de man die met Club Brugge zijn vierde titel kan winnen
‘Ik ben niet
die brave jongen
in de spits’
column
Mourinho
PSG verdiende het.” Dat is het slimste wat José Mourinho deze week heeft gezegd. Alles daaraan voorafgaand en alles daarna behoort tot de categorie bs,
stierenstront.
“Wij houden van Mourinho”, schrijven of zeggen
journalisten soms. In welke hoedanigheid dan? Als
sit-downcomedian op persconferenties? Kan ik inkomen. Als stand-upcomedian langs de lijn? Misschien
ook nog. Als voetbalcoach? Neen toch.
Woensdag heb ik eerst naar Tegen de sterren op gekeken
– mijn guilty pleasure en gek van Meskens N., ik beken – en
vervolgens ingepikt in het voetbal dat ik veiligheidshalve
op de digicorder had staan. Het stond 0-0, maar ik miste
Ibrahimovic. Met missen bedoel ik niet dat ik niet zonder
kan; ik zag hem gewoon niet lopen. Cavani wel en nog wel
wat volk, maar niet die Zweedse giraf. Op Sporza website
dan maar gaan checken. Rood verdorie. Teruggespoeld.
Herhalingen. Uit 37 verschillende hoeken. Ik ben een
Mulder-volgeling: het is bij mij al snel rood, maar hier
dacht ik: als dit ook al rood is? En dan die
negen Chelseaspelers huilend om een
kaart. Engelse fair play? Neen hoor, dat
was Portugese whining. En die stomme
scheidsrechter trapte er nog in ook.
Ik zweer het, ik was geheel onbevooroordeeld beginnen te kijken omdat het allebei bijeengekochte teams zijn. Chelsea
is een privéspeeltje van
Roman Abramovitsj die
eerst al het geld zo
doneerde, maar na te
hebben gezien hoe
Malcolm Glazer dat
had gefikst bij Man
United prompt zijn
geleend geld in de boekhouding opnam. (Dat
heet leveraged buyout,
handig voor als u een
keer slim wil doen.)
Ook PSG is gewoon
speelgoed, maar dan van
Qatar Sports Investment
en dat is perversie in het
kwadraat. Mijn voorkeur
ging dus uit naar de
koopploeg die het meeste
zou bijdragen aan het
spektakel. Voor competities als de Champions
League, die wereldwijd
worden uitgezonden, zijn
niet alle kijkers supporters. Ze zijn consumenten
van een dienst, een spektakel en hopen bij de
aankoop geamuseerd te
worden.
Amuseren en voetbal
is zo al een heikele combinatie, want tot zijn
essentie herleid is het een oneerlijk spel. In geen enkele
spelsport wint zo vaak de slechtste of meest negatieve of
zwakste ploeg. Woensdag was het haast zover. Eerst stond
het 1-0 voor de Engelsen. Om dat doelpunt te scoren, waren
die een halve keer over de middellijn gekomen met aanvallende bedoelingen en het was prijs. Tien minuten of zo
voor tijd. Jammer.
De Parijzenaars waren slechts met tien, maar zetten
Chelsea onder hoge druk. Chelsea plooide terug. Er was
geen meter gras meer tussen de Londense lijnen, maar die
van PSG liepen er toch netjes tussen. Het werd 1-1, op een
mooie kopbal, vier minuten voor tijd. Verlengingen.
Daarop volgde een strafschop voor de thuisploeg. Terecht,
meesterlijk omgezet door Eden Hazard, maar jammer dat
het daardoor 2-1 werd.
Chelsea had niks, maar dan echt helemaal niks getoond.
PSG daarentegen zette Chelsea weer onder druk en zes
minuten voor tijd kopte Thiago Silva de 2-2 binnen. Ik heb
toen een gil gegeven en ik was vast niet alleen: behalve de
Chelseasupporters zal de hele wereld hebben gegild.
Ik begrijp de trainers uit mindere competities niet die
absoluut willen gaan kijken bij Mourinho. Wat kan je daar
nu leren? Hoe je moet verdedigen? Alsof dat een kunst is,
met zeven achterin. Ik begrijp ook de journalisten niet die
Mourinho op handen dragen. Voor zijn spektakel op de
persconferentie, maar wat heeft deze man al bijgedragen
aan het amusementsproduct voetbal? Eden Hazard beter
gemaakt? Je kan maar vermoeden hoe goed hij nu zou zijn
als Mourinho zijn trainer niét was. Het voetbal van José
Mourinho is de negatie van zijn sport.
“Als je twee keer laat scoren op corner, verdien je niet te
winnen”, sneerde ‘The Special One’ naar zijn spelers.
Topcoach hoor en topmens, die Mourinho. Parkeert zijn
bus voor zijn eigen doel, haalt die niet eens weg als de
anderen met tien vallen en geeft zijn spelers dan ook nog
eens de schuld.
© PN
HANS VANDEW EGHE
21
DeMorgen. ZATERDAG 14/03/2015
“Ik voelde niet echt druk, maar als voetballertje
probeer je toch onbewust iets terug te geven.
Veel ouders rijden al die kilometers en hoeveel
kinderen breken door? Ik brak niet door en ik
was niet eens kwaad. Ik had niet het gevoel dat
ik klaar was om bij Club door te schuiven naar
de A-kern. Dan denk je: derde klasse zal wel
mijn niveau zijn en misschien haal ik ooit wel
tweede klasse. Na een jaar kwam Roland Rotty
van Cercle mij halen. Terug naar eerste, daar
had ik echt geen rekening meer mee gehouden,
want ik was al begonnen met studeren en had
zelfs al een jaar marketing in Gent afgewerkt.”
Erkenning
Zoals leeftijdsgenoot Nicolas Lombaerts, die
naar Gent moest verkassen om door te breken
en aan rechtenstudies was begonnen, was voor
Tom De Sutter die andere concurrent van Club
de springplank naar hoger. “Dat jaar bij Torhout
heb ik mij ook goed geamuseerd met voetballen
en met het studentenleven, maar toen ik die
kans kreeg bij Cercle ben ik ervoor gegaan.
Dat is een beetje een constante in mijn carrière. Eerst hoge verwachtingen, dan iets minder
en zelfs kritiek, en vervolgens vecht ik terug. Als
het moet, als de nood hoog is, kan ik blijkbaar
altijd iets meer brengen. De erkenning? Die
komt pas veel later, heb ik al geleerd.”
Die erkenning verloopt via de media, ondervond hij tot zijn scha en schande en hij ziet zichzelf niet bepaald als het grootste slachtoffer.
Daarvoor heeft hij een goede concullega in
gedachten. “De media maken of kraken een speler. Neem nu Olivier Deschacht. We hebben contact, over de clubgrenzen heen, jawel. We hebben weleens samen gefietst, maar ik fiets te snel
naar zijn goesting en ik heb weleens getennist en
dat kan hij te goed, naar mijn goesting. Ik respecteer vooral de voetbalspeler ‘Olli’. Hij had
vorige week vijfhonderd wedstrijden in het eerste van Anderlecht en nu pas beginnen ze hem
voor vol te aanzien, terwijl hij er twee jaar geleden ook al vierhonderd had. In Anderlecht!
“Types als Deschacht en bij ons Timmy
Simons halen seizoen na seizoen hetzelfde hoge
niveau maar krijgen soms niet de waardering
die een frivole voetballer na één goed seizoen
krijgt. Zij moeten elk jaar opnieuw overtuigen en
die aanvaller kan een hele carrière teren op twee
opvallende goals die iedereen zich herinnert.”
Dat noemt men tegen de eigen winkel spreken, want de spits Tom De Sutter leeft zelf van
die momenten. Met name bij Anderlecht wisselde hij de goede momenten af met mindere en
verloor vaker dan hem lief was het vertrouwen
van de coach. Ariël Jacobs was niet zijn favoriete
sportieve baas, geeft hij toe. “Als je naast de
ploeg viel, zag hij je niet meer staan. Dodelijk is
dat voor een speler. John van den Brom was ook
streng voor mij, maar hij was er voor iedereen.”
‘Voor mijn plaats kopen ze
altijd spitsen, maar ik speel
nog altijd. Ik weet wat ik kan.
Ik ben een goede targetspits,
niet te snel, maar balvast’
TOM DE SUTTER
CLUB BRUGGE
© BELGA
Hoe Tom De Sutter nuchter over zijn carrière
vertelt, lijkt hij op de eerder vermelde Olivier
Deschacht. Ook hij heeft na al die jaren een soort
rustige vastheid gekregen waar geen tegenslag
of dip tegenop kan. “Er zijn gelijkenissen. In zijn
plaats kochten ze verdedigers, maar uiteindelijk
staat hij daar nog. Voor mijn plaats kopen ze
altijd spitsen, maar ik speel ook nog altijd. Er zijn
jaren geweest dat ik mij daar zenuwachtig in
maakte, maar ik heb er nooit echt mijn slaap
voor gelaten. Ik weet wat ik kan. Ik ben een
goede targetspits, niet te snel, maar balvast. Dat
ik bij Anderlecht af en toe naar de bank verhuisde, kan ik niemand verwijten, ook mijzelf
niet. Eerst had ik te maken met de jonge opkomende Romelu Lukaku en vervolgens haalden
ze Dieumerci Mbokani. Die waren beter dan ik
en dan heb je daar vrede mee.”
Padelclub
Revanchegevoelens tegenover Anderlecht zijn
hem vreemd. Ten slotte lieten ze hem in de
zomer van 2013 gaan naar een andere topclub,
toen hij bij FCB als vervanger van Carlos Bacca
werd ingehaald. Het leek een beetje thuiskomen.
Nu bij Club Brugge krijgt hij te maken met een
atletischere versie van hemzelf: Obbi Oulare.
“Waarom zou ik schrik hebben van Obbi? Als
ze beter zijn, zijn ze beter. Wat mij wel ooit heeft
gestoord, is dat etiket van de brave jongen in de
spits. Daardoor belandde ik op het tweede plan,
want die andere – die niet beter was dan ik – had
wel een moeilijk karakter en van die waren ze
dan bang. Ik ben op Anderlecht ook wel eens uitgefloten toen het niet draaide. Neen, uitfluiten is
niet wat ik zou doen met mensen, maar ik heb
het leren aanvaarden. Zoals ik ook de fora op de
sociale media heb leren aanvaarden. Het is te
zeggen: ik weet dat ze bestaan, maar sinds de
beloften kijk ik nooit meer wat erop staat.
“Rudy Heylen, onze mental coach bij Club,
heeft mij geleerd mij te concentreren op de
essentie. Ik haal veel uit onze gesprekken en ik
kan ook wat kwijt, want er is geheimhouding
tussen hem en de spelers. Hij heeft mij ook
gezegd dat ik best iets meer smeerlap, iets meer
opportunist mag zijn. Herkende je dat? Dat
moet ik Rudy melden. (lacht) Ach, ik ben geen 22
jaar meer en bij een slechte wedstrijd stort mijn
wereld niet meer meteen in. Ik denk nu: volgende week schop ik er misschien wel vier in.”
De voorbije wedstrijden schopte hij er twee
heel belangrijke in. Heel opportunistisch, maar
ook daar wordt hij niet euforisch van. Ze kunnen
hem niet meer afpakken wat hij al heeft, is een
goede samenvatting van de levensfilosofie van
de voetballer Tom De Sutter, inmiddels begiftigd
met een palmares met daarop drie titels, weze
het bij de vijand. Alleen tegenover Timmy
Simons, die er ook twee heeft met Club en nog
eens drie met PSV Eindhoven, moet hij het afleg-
gen. Na De Sutter en Simons houdt het op bij
Club met de spelers die weten wat er nodig is om
kampioen te spelen.
“Ik weet het ook niet. Ik denk niet dat we nu
iets anders moeten doen, maar gewoon moeten
vertrouwen op ons spel. We spelen goed,
ondanks dat dipje, maar daar komen we wel uit.
Ik vertrouw vooral op onze conditie. Je ziet dat
alle ploegen tegen ons meekunnen tot de zeventigste minuut, maar die laatste twintig minuten
kunnen wij het verschil maken.
“Het wordt ons een beetje
aangepraat alsof wij heel erg
gespannen zijn met het oog
op de titelstrijd. Daar is niks
van aan. De coach gaat tekeer,
dat wel, maar alleen
tijdens de wedstrijd.
In de loop van de week
is hij best in voor een grap
en is het echt wel losser. Ik heb
met
Michel
Preud’
homme
wel de beste
trainer ooit
in mijn loopbaan, zowel
fysiek, tactisch als mentaal. Ik herinner mij de eerste keer dat we hem
zagen: er kwam iemand binnen in die
kleedkamer.”
Als hij niet zou voetballen, zou hij ondernemen. Zijn vader is ondernemer – “marmeren
trappen en zo, tekenen en plaatsen, met zeven
man in dienst” – en zijn moeder is, nu alle kinderen het huis uit zijn, als opgeleide verpleegster
terug in de ouderenzorg gestapt. “Daar heb ik
respect voor. Na vijfentwintig jaar weer in de
verpleging gaan, uit vrije wil. Ik wil later ook
werken, maar ik kan de kat uit de boom kijken
omdat ik goed heb verdiend, en dat is een ongelooflijke luxe waar ik mij van bewust ben.
Inmiddels ben ik begonnen aan iets waar ik heel
veel zin in heb.”
In het voorjaar verrijst in het recreatiegebied
De Gulden Kamer in Sint-Kruis-Brugge een
padelclub, een investering van Tom De Sutter en
‘Ik vertrouw op onze conditie.
Ploegen kunnen tegen ons
mee tot de zeventigste minuut,
maar in het slot kunnen wij
het verschil maken’
TOM DE SUTTER
CLUB BRUGGE
twee vrienden. Padel is tennis voor wie niet kan
tennissen en niet wil lopen, in een glazen kooi
waardoor ook het ballen rapen minder moeite
kost. Hij ziet die laagdrempeligheid juist als een
troef. “Je moet geen vier jaar les volgen zoals in
tennis om het gevoel te krijgen dat je plezier
krijgt in het spel. Van de eerste keer dat ik het in
Spanje speelde, was ik verkocht.”
700.000 euro bedraagt de investering in de
club die geheel zelfstandig zal worden gerund
door De Sutter en vrienden. “Zo’n club oprichten
en beheren, ondernemen in de sport, dat is echt
de nacarrière waar ik van droom. Als je met de
koersfiets passeert en je hebt dorst, ben je ook
welkom. In ons businessplan is een goed draaiend clubhouse een
essentieel onderdeel.”
Met die padelclub en nog
wel wat andere leuke besognes buiten het voetbal in
gedachten, zo vertrekt de
ondernemer/voetballer Tom De
Sutter morgen naar zijn werk dat
erin bestaat om morgenmiddag
het bescheiden Westerlo partij te
geven. Hij zal zijn vrouw en dochter een afscheidszoen geven en
zijn auto glimlachend van het
naburige Varsenare over de Gistelsesteenweg naar Sint-Andries sturen.
Zijn vrouw zal hij pas na de wedstrijd terug treffen. Thuis. “Als ik iets
speciaals heb gedaan, heeft ze het al via
sms vernomen en dan heeft ze al gekeken. Ze is tegen
Moeskroen nog eens
in het stadion
geweest, voor het
eerst in anderhalf
jaar. Ze houdt niet
zo van voetbal en dat vind ik fantastisch. We kijken thuis ook weinig. Laatst heb ik wel
Anderlecht gezien in de competitie, maar dit
jaar keek ik nog niet naar de Champions League.
Ik weet dat ik kan leren van het kijken naar
andere spitsen, maar dat doe ik dan op YouTube.
“Als ik thuiskom na een wedstrijd en het was
niet te best, gaat het twee minuten over de wedstrijd en vervolgens zitten we weer in de realiteit
van ons gezin. Zoals onze bouw. De grond hebben we, hier in de buurt van het stadion, prima
gelegen als Club verhuist. Het plan is getekend
en nu zijn we alles aan het uitzoeken. Vorige
week op mijn vrije dag zijn we naar Batibouw
geweest. Ik hoor van alles over domotica, daar
wil ik mij dan in verdiepen. Boys and toys, jawel,
ideaal om niet te veel aan voetbal te denken.
Huisje-tuintje-kindje? Daar is niks mis mee en ik
kom er graag voor uit dat mijn privéleven met
mijn gezin het allerbelangrijkste is.”
© PN
Ik léés
kranten,
natuurlijk. Ik
heb zelfs een
abonnement
op De Morgen.
Ideaal, er staat
niet te veel sport
in.” Kan tellen als
statement in een
wereld waarin als
receptuur voor het
behoud van de geestelijke
gezondheid elke letter ofwel
wordt uitvergroot, of in het
andere geval verdrongen.
Tom De Sutter kan na een
jaar zonder prijs weer aanknopen met een goede
gewoonte die hij zich als speler van de grote concurrent
eigen had gemaakt: kampioen
worden. Vier en een half seizoenen speelde hij voor RSC
Anderlecht, drie keer werd hij
kampioen. “Het hadden ook vier
titels kunnen zijn, maar door een
stom reglement dat alleen in België
geldt, moesten we testwedstrijden spelen
tegen Standard.”
Anderlecht verloor die in mei 2009. Tom De
Sutter, halfweg dat seizoen overgekomen van
Cercle Brugge, speelde twee keer mee. Hij
scoorde niet en dat was het begin van een halfslachtige relatie met de achterban van
Anderlecht. De perceptie met betrekking tot
Tom De Sutter was snel klaar: te oud voor de
poppen, te jong voor de liefde of niet goed
genoeg voor de Belgische top, in casu Royal
Sporting Club uit Anderlecht.
Dat was een déjà vu. De geboren Balegemnaar en speler van Wetteren werd ooit door
Club Brugge warm gemaakt om als zestienjarige zijn voetbalopleiding op Jan Breydel af te
maken. Vier, vijf keer per week reden ma of pa
de 140 kilometer heen en terug naar Olympia
om zoonlief in 2005 noodgedwongen voor
derdeklasser Torhout te zien kiezen.
Het voetbal van
José Mourinho
is de negatie
van zijn sport.
Wat draagt
The Special One
bij aan het
product voetbal?
Je kan maar
gissen hoe goed
Eden Hazard
nu zou zijn
als Mourinho zijn
trainer niét was